Shimano SG-S501 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual
(Dutch)
DM-SG0004-06
Dealerhandleiding
RACE MTB Trekking
Stads-toer/
comfort-fiets
STADS-SPORT E-BIKE
Inter-11
Inter-8
2
INHOUD
BELANGRIJKE MEDEDELING ................................................................................. 3
VEILIGHEID VOOROP ............................................................................................. 4
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN ................................................... 10
MONTAGE ............................................................................................................12
Montage van de tandkrans op de naaf ....................................................................................................12
Montage van de tandkrans CS-S500 met kettingbeschermer .................................................................13
Montage van de cassette joint op de naaf ............................................................................................... 14
Montage van de remschijf .........................................................................................................................16
Montage van de naaf op het frame .........................................................................................................17
Montage van de schakelversteller ............................................................................................................19
Montage van de schakelkabel ...................................................................................................................19
AFSTELLING ......................................................................................................... 32
De cassette joint afstellen ..........................................................................................................................32
ONDERHOUD ....................................................................................................... 36
Vervangen en monteren van de indicatoreenheid ..................................................................................36
Voor intern 8 versnellingen (olie-onderhoudsset: Y00298010) ............................................................... 40
Bij 11-speed interne naafversnelling (olie-onderhoudsset: Y13098023) ................................................43
BELANGRIJKE MEDEDELING
3
BELANGRIJKE MEDEDELING
Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.
Gebruikers die niet over een professionele achtergrond in het assembleren van fietsen beschikken, mogen niet proberen de onderdelen zelf aan de hand
van de dealerhandleidingen te monteren.
Indien informatie in deze handleiding u niet duidelijk is, ga dan niet verder met de montage. Neem in dat geval contact op met de plaats van aankoop
of een plaatselijke fietshandelaar.
Lees alle instructiehandleidingen die bij het product zijn geleverd.
Demonteer of wijzig het product niet op een andere manier dan aangegeven in de informatie in deze dealerhandleiding.
Alle onderhoudsinstructies en technische documenten zijn online beschikbaar op https://si.shimano.com.
Voor klanten die geen eenvoudige toegang hebben tot het internet, neem contact op met een SHIMANO-verdeler of een van de SHIMANO-kantoren om
een afgedrukte versie van de gebruikershandleiding te verkrijgen.
Volg de betreffende bepalingen en regels van het land, de staat of de regio waarin u als dealer werkzaam bent.
Lees voor de veiligheid deze dealerhandleiding voor gebruik zorgvuldig door en volg de aanwijzingen daarin op voor een
correct gebruik.
De volgende instructies moeten te allen tijde worden opgevolgd om persoonlijk letsel en beschadigingen aan apparatuur en omgeving te
voorkomen.
De instructies zijn ingedeeld aan de hand van de mate van gevaar die zij kunnen opleveren of beschadigingen die zij kunnen veroorzaken bij
incorrect gebruik van het product.
GEVAAR
Als de instructies niet worden opgevolgd, heeft dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg.
WAARSCHUWING
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot persoonlijk letsel of beschadigingen aan apparatuur en omgeving.
VEILIGHEID VOOROP
4
VEILIGHEID VOOROP
WAARSCHUWING
Volg bij het monteren van onderdelen de instructies die in de instructiehandleidingen staan aangegeven.
Aangeraden wordt alleen originele onderdelen van Shimano te gebruiken. Als onderdelen zoals bouten en moeren los komen te zitten of beschadigd
raken, kunt u plotseling vallen met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
Bovendien kunnen er, als afstellingen niet correct worden uitgevoerd, problemen ontstaan en kunt u plotseling vallen met mogelijk ernstig letsel tot
gevolg.
Draag tijdens onderhoudswerkzaamheden, zoals het vervangen van onderdelen, een veiligheidsbril ter bescherming van uw ogen.
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Controleer of de wielen stevig bevestigd zijn, voordat u gaat fietsen. Als de wielen op enigerlei wijze los zitten, kunnen ze loskomen van de fiets
meternstig letsel tot gevolg.
Rem
Afhankelijk van het model kan iedere fiets iets anders aanvoelen. Zorg daarom dat u de juiste remtechniek (waaronder de druk op de remgreep en
defietskenmerken) en bediening van uw fiets leert kennen. Als u het remsysteem op een onjuiste wijze gebruikt, kunt u de controle over de fiets
verliezen of vallen met ernstig letsel tot gevolg. Raadpleeg een fietsenmaker of de gebruikershandleiding voor een juiste bediening. Het is ook
belangrijk dat u oefent met fietsen, remmen, etc.
Als er te hard met de voorrem wordt geremd, kan het wiel blokkeren en de fiets over de kop slaan met ernstig letsel tot gevolg.
Controleer altijd of de voor- en achterremmen correct werken voordat u gaat fietsen.
De benodigde remafstand is langer bij nat weer. Fiets langzamer en bedien de remmen vroeg en gelijkmatig.
Als het wegdek nat is, zullen de wielen sneller slippen. Als de wielen slippen, kunt u van de fiets vallen. Voorkom dit door langzamer te fietsen en de
remmen vroeg en gelijkmatig te bedienen.
Schijfrem
Houd uw vingers uit de buurt van de draaiende remschijf. De remschijf is scherp genoeg om ernstig letsel aan uw
vingers toe te brengen als deze in de openingen van de remschijf terechtkomen wanneer deze beweegt.
De remklauwen en remschijf worden heet wanneer er wordt geremd. Raak ze tijdens het fietsen of direct na het afstappen dus niet aan. Anders kunt
u brandwonden oplopen.
Laat geen olie of vet op de remschijf en remblokken komen. Anders zullen de remmen mogelijk niet goed werken.
Als er olie of vet op de remblokken terechtkomt, moet u een fietsenmaker of verkooppunt raadplegen. Anders zullen de remmen mogelijk niet goed
werken.
Als er tijdens het remmen geluiden te horen zijn, is het mogelijk dat de remblokken tot aan de slijtagelimiet zijn
versleten.
Controleer, wanneer het remsysteem voldoende is afgekoeld, of elk remblok minimaal 0,5mm dik is. Of neem
contact op met een verkooppunt of fietsenmaker.
0,5mm2mm
Als de remschijf barsten vertoont of vervormd is, gebruik de remmen dan niet meer en neem contact op met een verkooppunt of fietsenmaker.
Als de remschijf tot op een dikte van 1,5mm of minder is versleten of als het aluminium zichtbaar wordt, moet u de remmen niet meer gebruiken en
contact opnemen met een verkooppunt of fietsenmaker. De remschijf kan breken en u kunt van de fiets vallen.
VEILIGHEID VOOROP
5
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
Zorg er bij het monteren van de naaf op het frame voor dat u de juiste asblokkeerringen aan de linker- en rechterkant monteert, en draai de
naafmoeren stevig vast tot het opgegeven aanhaalmoment. Als de asblokkeerring slechts aan één kant wordt gemonteerd, of als de naafmoeren niet
voldoende zijn vastgedraaid, kan de asblokkeerring loskomen. Dit kan ervoor zorgen dat de naafas roteert en de cassette joint draait. Hierdoor kan
per ongeluk aan het stuur worden getrokken door de schakelkabel, wat tot een zeer ernstig ongeluk kan leiden.
Monteer het wiel met 3x of 4x spaakpatroon. Zet de spaken niet radiaal.
De spaken kunnen dan beschadigd raken of er kunnen geluiden te horen zijn tijdens het remmen.
< CT-S500 / CT-S510 >
Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel voor het reinigen van de ketting. Gebruik geen basische of zure schoonmaakmiddelen zoals roestreinigers,
aangezien deze ervoor kunnen zorgen dat de ketting beschadigd raakt en/of niet meer goed functioneert.
Gebruik voor het aan elkaar zetten van smalle kettingen uitsluitend de versterkte verbindingspen.
Als er geen versterkte verbindingspennen worden gebruikt of als gebruik wordt gemaakt van een versterkte verbindingspen of gereedschap dat niet
geschikt is voor het gebruikte type ketting, dan is de verbinding mogelijk niet sterk genoeg. De ketting kan dan breken of eraf lopen.
Als de lengte van de ketting moet worden aangepast vanwege een verandering in het aantal tandkranstanden, verbreek de ketting dan op een
andere plaats dan waar de ketting met een versterkte verbindingspen of een eindpen aan elkaar is gezet.
De ketting raakt beschadigd als deze wordt verbroken op het punt waar hij met een versterkte verbindingspen of een eindpen is vastgezet.
Eindpen
Schakelpen Versterkte verbindingspen
Ga na dat de ketting de juiste spanning heeft en niet beschadigd is.
Als de kettingspanning te laag is of de ketting beschadigd is, moet de ketting worden vervangen. Als u dit niet controleert, kan de ketting breken en
kan ernstig letsel worden veroorzaakt.
VEILIGHEID VOOROP
6
LET OP
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
Schakel met de schakelversteller slechts één of twee versnellingen tegelijk. Verminder tijdens het schakelen de kracht op de pedalen. Als u probeert de
schakelversteller te forceren of meer dan twee versnellingen te schakelen terwijl er hard op de pedalen wordt getrapt, kunnen uw voeten van de
pedalen schieten en kunt u vallen met ernstig letsel tot gevolg.
Als u de schakelversteller met meerdere versnellingen tegelijk in een lichtere versnelling zet, kan de buitenkabel uit de schakelversteller schieten.
Ditisniet van invloed op de werking van de versnellingsschakelaar, omdat de buitenkabel na het schakelen weer naar de originele positie
terugschuift.
Schijfrem
Schijfremmen hebben een inremperiode. De remkracht neemt tijdens het verloop van die inremperiode geleidelijk toe. Houd tijdens deze
inremperiode rekening met deze toenemende remkracht. Hetzelfde gebeurt wanneer de remblokken of de remschijf worden vervangen.
NOTITIE
Informeer gebruikers tevens over het volgende:
U kunt schakelen terwijl u licht op de pedalen duwt, maar het kan in zeldzame gevallen voorkomen dat de pallen en palwielen in de naaf nadien enig
geluid maken. Dit hoort bij het schakelen.
De interne naaf is niet volledig waterdicht. Gebruik de naaf niet op plaatsen waar er water in kan komen. Gebruik ook geen water onder hoge druk
om de naaf te reinigen, anders kan het interne mechanisme gaan roesten.
Demonteer de naaf niet. Als deze gedemonteerd moet worden, raadpleeg dan het verkooppunt.
De interne naafversnelling heeft een ingebouwd mechanisme dat het schakelen ondersteunt. Als dit mechanisme tijdens het schakelen werkt, kunnen
er geluiden en trillingen optreden. Afhankelijk van de versnellingsstand kan het schakelen anders aanvoelen.
Er kan ook geluid te horen zijn als de versnelling in stand 5 t/m 8 (8-speed interne versnellingsnaaf) of 7 t/m 11 (11-speed interne versnellingsnaaf)
staat, wanneer de crank achteruit wordt gedraaid of wanneer de fiets achteruit wordt geduwd.
Al deze fenomenen kunnen optreden bij een ingebouwd schakelmechanisme en geven niet aan dat de interne onderdelen defect zijn.
De producten zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage en kwaliteitsverlies door normaal gebruik en veroudering.
VEILIGHEID VOOROP
7
Voor aanbrengen op de fiets en onderhoud:
De cassette joint mag alleen worden gebruikt met tandkransjes van 16T t/m 23T.
Het wordt aanbevolen om het kettingblad aan de voorzijde op de volgende overbrengingsverhouding in te stellen.
Tandkrans-
verhouding
Voor Achter
Modelnr.
Ketting-
blad
SM-GEAR CS-S500
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 18 20
11
versnellingen
1,8 - 2,0 FC-S501
38T - - - - - X X X - - - -
39T - - - - - - X X - - - -
42T - - - - - - - X X X - -
45T - - - - - - - - - X - -
8
versnellingen
2,0 - 2,25 FC-S501
45T - - - - - - X X X - - X
42T - - - - - X X X - - - X
39T - - - - X X - - - - X -
Voor een goede werking van het product raden wij u aan om onderhoud uit te laten voeren door het verkooppunt of een distributeur, zoals het
verversen van de interne olie of het smeren na 1000 km fietsen vanaf het moment dat u de fiets voor het eerst gebruikt en vervolgens op jaarlijkse
basis (of iedere 2000 km als u de fiets heel vaak gebruikt). Als de fiets wordt gebruikt in barre omstandigheden, is onderhoud vaker vereist. Ook raden
wij u aan om bij onderhoud naafvet van SHIMANO voor interne naafversnellingen of een smeerset te gebruiken. Als u geen SHIMANO-vet of een
smeerset van SHIMANO gebruikt kan dit tot problemen leiden, zoals foutief schakelen.
Als het wiel stijf aanvoelt en moeilijk draait, moet u het met vet smeren.
U moet de tandkransen regelmatig wassen in een neutraal schoonmaakmiddel en ze daarna weer invetten. Het reinigen van de ketting met een
neutraal schoonmaakmiddel en het smeren ervan kan tevens een effectieve manier zijn om de gebruiksduur van de tandkransen en de ketting te
verlengen.
VEILIGHEID VOOROP
8
Als de ketting tijdens gebruik steeds van de tandkransen loopt, vervang dan de tandkransen en de ketting.
Als u een kettingspanner gebruikt, gebruik dan de speciale tandkrans CS-S500 van 18T of 20T met kettingbeschermer. Gebruik geen andere typen
tandkransen, anders kan de ketting van de tandkransen aflopen.
< SG-S7001-11 >
Als u olie ververst, gebruik dan de onderhoudsset SG-S700-olie of TL-S703.
Volg de handleiding voor TL-S703 bij het verversen van de olie. Gebruik TL-S704 als u de afdichting aan de rechterkant vervangt.
Als SG-S700-olie niet wordt gebruikt, kunnen er problemen optreden, zoals olielekkage of schakelproblemen.
< CT-S500 / CT-S510 >
Reinig de kettingspanner regelmatig en smeer alle bewegende onderdelen en derailleurwieltjes.
Als de derailleurwieltjes veel speling hebben en er tijdens het fietsen abnormaal veel geluid is te horen, moet u de derailleurwieltjes vervangen.
Demonteer de derailleurwieleenheid niet.
Als de toegepaste trekspanning te groot is, kan er tijdens het fietsen bijgeluid te horen zijn.
Als de ketting oprekt en te los komt te zitten, moet u de kettingspanning opnieuw afstellen.
< CT-S510 >
Toepasbare naven Toepasbare tandkransen Toepasbare patbreedte Toepasbare patvorm
7- of 8-speed interne
versnellingsnaaf
16 - 23T 4 - 9mm Verticaal
Dit product is uitsluitend bedoeld voor enkele voorbladen.
Het werkelijke product kan van de afbeelding afwijken, omdat in deze handleiding hoofdzakelijk de procedures voor het
gebruik van het product worden uitgelegd.
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
10
LIJST VAN TE GEBRUIKEN GEREEDSCHAPPEN
De volgende gereedschappen zijn nodig voor de montage van het product.
Gereedschap Gereedschap Gereedschap
3mm inbussleutel 15mm moersleutel TL-S700-B
4mm inbussleutel Engelse sleutel TL-LR10
10mm moersleutel Schroevendraaier
MONTAGE
12
MONTAGE
Montage van de tandkrans op de naaf
MONTAGE
Montage van de tandkrans op de naaf
Plaats de rechter stofkap B/rechter stofkap C op de aandrijfeenheid aan de rechterkant
van het naafhuis.
Monteer vervolgens de tandkrans en zet deze vast met de borgring.
(A)
Borgring
(B)
Tandkrans
(C)
Aandrijfeenheid
(D)
Rechter stofkap C
(E)
Rechter stofkap B
(F)
Rechter stofkap A
NOTITIE
Let op de oriëntatie van de rechter
stofkap.
A-specificatie
Als de tandkrans een inwaarts
monteerbare tandkrans is met 19T of
minder of voor riemaandrijving
gespecificeerd is, dan maakt de rechter
stofkap A contact met de ketting of het
derailleurwieltje en moet derhalve de
B-specificatie worden gebruikt.
B-specificatie
Als de tandkrans een inwaarts
monteerbare tandkrans is met 16T en
3mm tanden of voor riemaandrijving
gespecificeerd is, dan moet u de rechter
stofkap B verwijderen voor gebruik.
Specificaties
Toepasbare tandkransen
Uitwaartse montage Inwaartse montage
A 16T - 23T 20T - 23T
B 16T - 23T
(A)
(B)
(C)
(F)
A-specificatie B-specificatie
A-specificatie B-specificatie
(D) (E)
Uitwaartse montage Inwaartse montage
13
MONTAGE
Montage van de tandkrans CS-S500 met kettingbeschermer
Montage van de tandkrans CS-S500 met kettingbeschermer
1
(z)
(B)
(C) (D)
(A)
Plaats de kettingbeschermer op de
rechter stofkap van de naafbody en
plaats vervolgens de rechter stofkap B op
het aandrijfmechanisme.
Plaats de rechter stofkap B in de
oriëntatie (z).
(A)
Rechter stofkap B
(B)
Kettingbeschermer
(C)
Rechter stofkap
(D)
Aandrijfmechanisme
2
(B)
(C) (A)
(D)
Monteer de tandkrans CS-S500 op het
aandrijfmechanisme aan de rechterkant
van de naafbody met de beschermplaat
naar buiten, en zet deze vast met de
borgring.
(A)
Aandrijfmechanisme
(B)
Borgring
(C)
Beschermplaat
(D)
Tandkrans CS-S500
14
MONTAGE
Montage van de cassette joint op de naaf
Montage van de cassette joint op de naaf
1
(z)
(A)
(B)
Monteer het kapje van het
aandrijfmechanisme op het
aandrijfmechanisme aan de rechterkant
van de naafbody.
Plaats het kapje van het
aandrijfmechanisme in de oriëntatie (z).
(A)
Kapje aandrijfeenheid
(B)
Aandrijfmechanisme
2
(A)
(B)
(C)
Draai de cassette joint-poelie in de
richting van de pijl in de afbeelding om
de rode markeringen op de poelie en
de steun op elkaar uit te lijnen. Monteer
de cassette joint nu in deze stand zodat
de rode markering op de cassette
joint wordt uitgelijnd met de rode
markering op de rechterkant van de
naafbody.
(A)
Derailleurwieltje
(B)
Steun
(C)
Cassette joint
Wordt vervolgd op de volgende pagina
15
MONTAGE
Montage van de cassette joint op de naaf
3
LOCK
LOCK
(B)
(A)
(B)
Zet de cassette joint vast op de naaf met
de bevestigingsring voor de cassette
joint.
Bij het monteren van de bevestigingsring
voor de cassette joint lijnt u de gele
markering uit op de gele markering
op de cassette joint-poelie en draait u
vervolgens de bevestigingsring voor de
cassette joint 45° rechtsom.
(A)
Derailleurwieltje
(B)
Bevestigingsring cassette joint
16
MONTAGE
Montage van de remschijf
Montage van de remschijf
Monteer de remschijf zoals in de afbeelding aangegeven.
(A)
Remschijf
(B)
Montagering remschijf
(C)
TL-LR10
Aanhaalmoment
40Nm
SG-S7001-8
(A) (B) (C)
SG-S7001-11
(A) (B) (C) (D)
(A)
Remschijf
(B)
Remschijfafstandsstuk
(C)
Montagering remschijf
(D)
TL-LR10
Aanhaalmoment
40Nm
17
MONTAGE
Montage van de naaf op het frame
Montage van de naaf op het frame
1
LOCK
(A) (B)
Als er geen kettingspanner wordt
gebruikt
Leg de ketting over de tandkrans en
plaats vervolgens de naafas in de
vorkuiteinden.
(A)
Naafas
(B)
Vorkuiteinden
(C)
Kettingspanner
NOTITIE
Als u een kettingspanner gebruikt, lees dan
deze onderhoudsinstructies samen met de
onderhoudsinstructies voor de kettingspanner
CT-S500.
LOCK
(B) (A)
(C)
Als er een kettingspanner wordt
gebruikt
Leg de ketting over de tandkrans en
plaats vervolgens de naafas in de
vorkuiteinden.
2
LOCK
7R
(A) (B)
(E)(D)(C)
Plaats de asblokkeerringen rechts en
links op de naafas.
Draai nu de cassette joint zodanig
datdeuitstekende delen van de
asblokkeerringen in de groeven van de
vorkuiteinden vallen. Als dit gebeurd is,
kan de cassette joint worden
gemonteerd zodat deze vrijwel parallel
staat aan de liggende achtervork.
(A)
Asblokkeerring (voor linkerkant)
(B)
Groef in vorkuiteinde
(C)
Liggende achtervork
(D)
Cassette joint
(E)
Asblokkeerring (voor rechterkant)
TECHNISCHE TIPS
Gebruik asblokkeerringen die
overeenkomen met de vorm van de
vorkuiteinden. Links en rechts worden
verschillende asblokkeerringen toegepast.
De uitsteeksels moeten zich aan de kant
van de vorkuiteinden bevinden.
Monteer de asblokkeerringen zodanig dat
de uitstekende delen stevig in de groeven
van de vorkuiteinden vallen aan beide
zijden van de naafas.
Mar-
kering
θ
Vorkuiteinden
Asblokkeerring
Markering/kleur
Maat
Rechts Links
Standaard
5R/Geel 5L/Bruin ϴ ≤ 20°
7R/Zwart 7L/Grijs 20° ≤ ϴ ≤ 38°
Omgekeerd 6R/Zilver 6L/Wit ϴ = 0°
Omgekeerd
(dichte kettingkast)
5R/Geel 5L/Bruin ϴ = 0°
Verticaal 8R/Blauw 8L/Groen ϴ = 60° - 90°
Wordt vervolgd op de volgende pagina
18
MONTAGE
Montage van de naaf op het frame
3
LOC
K
7R
(A) (B)
Span de ketting en zet het wiel met de
dopmoeren in het frame vast.
(A)
Asblokkeerring
(B)
Dopmoer
(C)
Bagagedragerstang
(D)
Tussenring
(E)
Spatbordstang
Aanhaalmoment
30 - 45Nm
NOTITIE
Wanneer de naaf in het frame wordt
gemonteerd, kan de kettingbeschermer
loskomen. Let er daarom op dat de
kettingbeschermer goed is vastgezet, zodat
deze niet losraakt.
Als dit niet het geval is, kunnen er bijgeluiden
ontstaan.
LOCK
7R
Kettingbeschermer
6R
(A) (C) (D)
(E) (B)
Bij het monteren van een onderdeel
zoals een spatbordstang op de naafas,
moet u dit doen in de volgorde die in de
afbeelding wordt getoond.
19
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van de schakelversteller
Montage van de schakelversteller
1
(z)
Monteer de schakelversteller op het
stuur.
(z) Φ22,2
NOTITIE
Gebruik een stuur met een buitendiameter
van Φ22,2mm.
2
(A)
Monteer het handvat op het stuur en zet
de schakelversteller vast.
(A)
4mm inbussleutel
Aanhaalmoment
5 - 7Nm
NOTITIE
Gebruik een handvat met een maximale
buitendiameter van Φ32mm.
Montage van de schakelkabel
Voor 8-speed interne versnellingsnaaf
Zijde schakelversteller
1
Zet de schakelversteller op
8
.
NOTITIE
Gebruik een schakelkabel met één
binnenkabelnippel.
Kabel met één binnenkabelnippel: OT-SP41
Zorg dat de beschermdop aan de kant van
de schakelversteller komt.
20
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
2
(A)
Draai het kabeleindhaakkapje los en
verwijder het.
(A)
Kabeleindhaakkapje
3
(A) (B)
Steek de binnenkabel in de groef in de
haspeleenheid en duw deze daarna door
het gat in de kabelstelcilinder.
(A)
Gat in kabelstelcilinder
(B)
Groef in haspeleenheid
4
(A) (B)
Trek de binnenkabel zodanig aan dat de
binnenkabelnippel in het gat in de
haspeleenheid komt.
(A)
Binnenkabelnippel
(B)
Gat in haspeleenheid
5
(A)
(C)(B)
Schroef het kabeleindhaakkapje er tot
de aanslag in zoals aangegeven in de
afbeelding.
Als u het kapje verder draait, wordt de
schroefdraad in de afdekking
beschadigd.
Bovendien kan de afdekking van de
eenheid verbuigen, wat een obstakel
kan vormen tussen de afdekking van de
eenheid en de hoofdversteller, waardoor
de hoofdversteller mogelijk niet meer
correct functioneert.
Als de hoofdversteller niet goed
terugveert, moet u het
kabeleindhaakkapje iets losdraaien
omruimte te maken tussen de
hoofdversteller en de afdekking van de
eenheid. Controleer vervolgens of dit
hetterugveren van de hoofdversteller
verbetert.
(A)
Kabeleindhaakkapje
(B)
Afdekking eenheid
(C)
Hoofdversteller
Wordt vervolgd op de volgende pagina
21
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
6
(A) (B)
Steek de binnenkabel door de
buitenkabel OT-SP41 via het uiteinde
met het plastic kapje.
(A)
Aluminium kapje
(B)
Plastic kapje
TECHNISCHE TIPS
Als u de buitenkabel afknipt, moet u dit doen
nabij het uiteinde met het plastic kapje terwijl
het kapje nog steeds bevestigd is.
Maak het geknipte uiteinde vervolgens
perfect rond en bevestig het plastic kapje.
Zorg dat het afgesneden uiteinde
perfect rond is.
Het plastic kapje bevestigen
Het plastic kapje verwijderen
Plastic kapje
22
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
Kant cassette joint
1
(A)
(B)
(C)
(D)
(x)
(y)
(z)
Nadat u hebt gecontroleerd of het
uiteinde van de buitenkabel stevig aan
de kabelstelcilinder van de
schakelversteller zit, bevestigt u de
bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel aan de binnenkabel.
Trek aan de binnenkabel tijdens het
bevestigen van de bevestigingsbout-
eenheid voor de binnenkabel.
(x) 10mm
(y) 145mm
(z) 63mm of minder
(A)
Bevestigingsbout-eenheid
binnenkabel
(B)
Bevestigingsmoer binnenkabel
(C)
Bevestigingsring binnenkabel
(D)
Bevestigingsbout binnenkabel
Aanhaalmoment
3,5 - 5,5Nm
NOTITIE
Gebruik deze bevestigingsbout-eenheid voor
de binnenkabel niet samen met de cassette
joint CJ-4S30.
TECHNISCHE TIPS
Gebruik bij het monteren van de
bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel het stelgereedschap TL-S700-B.
2
LOCK
(A)
(B)
(z) (y)
Breng de kabel aan rond de cassette
joint-poelie, houd deze zo vast dat de
bevestigingsmoer voor de binnenkabel
naar buiten is gericht (naar het
vorkuiteinde), en schuif dan het platte
deel (y) van de bevestigingsring voor de
binnenkabel in de opening (z) in de
poelie.
(A)
Bevestigingsmoer binnenkabel
(B)
Derailleurwieltje
Wordt vervolgd op de volgende pagina
23
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
3
LOCK
(A)
Draai de kabel 60° linksom en bevestig
deze aan de haak.
(A)
Haak
4
(C)
(B) (A)
(C)
(D)
(E)
Bevestig de binnenkabel aan de poelie
zoals getoond in de afbeelding, steek de
binnenkabel door de gleuf in de cassette
joint-steun, en plaats vervolgens het
uiteinde van de buitenkabel stevig in de
buitenkabelhouder.
(A)
Derailleurwieltje
(B)
Binnenkabel
(C)
Steun
(D)
Buitenkabelhouder
(E)
Gleuf
NOTITIE
Controleer of de binnenkabel correct in de
poeliegeleider ligt.
LOCK
LOCK
Geleider Geleider
5
(A)
(y)
(y)
(z)
Zet de kabel op het frame vast met de
buitenkabelklembanden.
(y) 10mm
(z) 15mm
(A)
Buitenkabelklembanden
24
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
De schakelkabel losmaken bij het verwijderen van het achterwiel uit het frame
(A)
Maak de kabel los van de cassette joint
wanneer u het achterwiel van het frame
verwijdert.
(A)
Cassette joint
1
Zet de schakelversteller op
8
.
2
(A) (B) (C)
Trek de buitenkabel uit de
buitenkabelhouder van de cassette
joint,en verwijder vervolgens de
binnenkabel uit de gleuf in de steun.
(A)
Steun
(B)
Buitenkabelhouder
(C)
Gleuf
3
LOCK
(A) (B)
Verwijder de bevestigingsbout-eenheid
voor de binnenkabel van de cassette
joint-poelie.
(A)
Bevestigingsbout-eenheid
binnenkabel
(B)
Cassette joint-poelie
NOTITIE
Raadpleeg de stappen 2 t/m 4 onder “Kant
cassette joint” bij het opnieuw monteren van
de kabel.
25
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
Voor 11-speed interne versnellingsnaaf
Zijde schakelversteller
1
Zet de schakelversteller op
11
.
NOTITIE
Gebruik een schakelkabel met één
binnenkabelnippel.
Kabel met één binnenkabelnippel: OT-SP41
Zorg dat de beschermdop aan de kant van
de schakelversteller komt.
2
(A)
Draai het kabeleindhaakkapje los en
verwijder het.
(A)
Kabeleindhaakkapje
3
(A)
(B)
Steek de binnenkabel in het gat in de
haspeleenheid en duw deze daarna door
het gat in de kabelstelcilinder.
(A)
Gat in kabelstelcilinder
(B)
Gat in haspeleenheid
4
(A)
(B)
Trek de binnenkabel zodanig aan dat de
binnenkabelnippel in het gat in de
haspeleenheid komt.
(A)
Binnenkabelnippel
(B)
Gat in haspeleenheid
Wordt vervolgd op de volgende pagina
26
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
5
(C)(B)
(A)
Schroef het kabeleindhaakkapje er tot
de aanslag in zoals aangegeven in de
afbeelding.
Als u het kapje verder draait, wordt de
schroefdraad in de afdekking
beschadigd.
Bovendien kan de afdekking van de
eenheid verbuigen, wat een obstakel
kan vormen tussen de afdekking van de
eenheid en de hoofdversteller, waardoor
de hoofdversteller mogelijk niet meer
correct functioneert.
Als de hoofdversteller niet goed
terugveert, moet u het
kabeleindhaakkapje iets losdraaien
omruimte te maken tussen de
hoofdversteller en de afdekking van
deeenheid. Controleer vervolgens of
dithet terugveren van de hoofdversteller
verbetert.
(A)
Kabeleindhaakkapje
(B)
Afdekking eenheid
(C)
Hoofdversteller
Aanhaalmoment
0,3 - 0,5Nm
6
(A) (B)
(z)
Steek de binnenkabel door de
buitenkabel OT-SP41 via het uiteinde
met het plastic kapje.
(z) Greepzijde
(A)
Aluminium kapje
(B)
Plastic kapje
TECHNISCHE TIPS
Als u de buitenkabel afknipt, moet u dit doen
nabij het uiteinde met het plastic kapje terwijl
het kapje nog steeds bevestigd is.
Maak het geknipte uiteinde vervolgens
perfect rond en bevestig het plastic kapje.
Zorg dat het afgesneden uiteinde
perfect rond is.
Het plastic kapje bevestigen
Het plastic kapje verwijderen
Plastic kapje
27
Wordt vervolgd op de volgende pagina
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
Kant cassette joint
1
(A) (B) (C)
Monteer de rubber afdekking en rubber
balg op de buitenkabelhouder-eenheid.
(A)
Rubber balg
(B)
Buitenkabelhouder-eenheid
(C)
Rubber afdekking
2
(D) (E)
(E)
(A) (C)
(B) (F)
Veeg eventueel aanwezig vet van de
binnenkabel en duw de binnenkabel
door de rubber balg terwijl u het einde
ervan vasthoudt. Pas op dat u op dit
moment de rubber balg niet doorboort
met het uiteinde van de binnenkabel.
Schuif de rubber balg over de
binnenkabel.
Steek hierna de buitenkabel in de rubber
afdekking en plaats deze in de
buitenkabelhouder-eenheid. Duw de
buitenkabel zodanig dat deze stevig
contact maakt met de houdereenheid.
(A)
Rubber balg
(B)
Buitenkabelhouder-eenheid
(C)
Rubber afdekking
(D)
Uiteinde van rubber balg
(E)
Binnenkabel
(F)
Buitenkabel
NOTITIE
Gebruik een nieuwe binnenkabel. Gebruik
geen kabel waarvan het uiteinde is afgeknipt.
Let op het uiteinde van de binnenkabel.
28
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
3
(A)
(x)
(B)
(C)
(D)
(y)
(z)
Nadat u hebt gecontroleerd of het
uiteinde van de buitenkabel stevig
aande kabelstelcilinder van de
schakelversteller zit, bevestigt u de
bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel aan de binnenkabel.
Trek aan de binnenkabel tijdens het
bevestigen van de bevestigingsbout-
eenheid voor de binnenkabel.
(x) 10mm
(y) 184mm
(z) 75mm of minder
(A)
Bevestigingsbout-eenheid
binnenkabel
(B)
Bevestigingsmoer binnenkabel
(C)
Bevestigingsring binnenkabel
(zwart)
(D)
Bevestigingsbout binnenkabel
(zwart)
Aanhaalmoment
3,5 - 5,5Nm
NOTITIE
Deze bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel is uitsluitend gemaakt voor
CJ-S700. 7-staps en 8-staps bevestigingsbout-
eenheden kunnen niet worden gebruikt.
TECHNISCHE TIPS
Gebruik bij het monteren van de
bevestigingsbout-eenheid voor de
binnenkabel het stelgereedschap TL-S700-B.
4
(A)
Draai de greep van de poelie rechtsom.
Hanteer in de volgende stappen 5 en 7
dezelfde werkwijze.
(A)
Poeliegreep
5
(A)
(B)
(z)
(y)
Breng de kabel aan rond de cassette
joint-poelie, houd deze zo vast dat de
bevestigingsmoer voor de binnenkabel
naar buiten is gericht (naar het
vorkuiteinde), en schuif dan het platte
deel (y) van de bevestigingsring voor de
binnenkabel in de opening (z) in de
poelie.
(A)
Bevestigingsmoer binnenkabel
(B)
Derailleurwieltje
Wordt vervolgd op de volgende pagina
29
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
6
(A)
Draai de kabel 60° linksom en bevestig
deze aan de haak.
(A)
Haak
7
(A)
(H)
(G)
(y)
(C)
(z)
(B)
(D)
(F)
(E)
Plaats de binnenkabel in de poelie zoals
aangegeven in de afbeelding. Terwijl u
de rubber afdekking vasthoudt, steekt u
de rubber balg van de binnenkabel in de
gleuf in de cassette joint-steun (y) en
plaatst u de buitenkabelhouder-eenheid
stevig in de buitenkabelhouder van de
cassette joint (z). Wees voorzichtig dat u
op dit moment de rubber balg niet
beschadigt.
(A)
Rubber balg
(B)
Buitenkabelhouder-eenheid
(C)
Rubber afdekking
(D)
Binnenkabel
(E)
Derailleurwieltje
(F)
Steun
(G)
Gleuf
(H)
Buitenkabelhouder
NOTITIE
Controleer of de binnenkabel correct in de
poeliegeleider ligt.
Geleider Geleider
8
(A)
(y)
(y)
(z)
Zet de kabel op het frame vast met de
buitenkabelklembanden.
(y) 10mm
(z) 15mm
(A)
Buitenkabelklembanden
30
MONTAGE
Montage van de schakelkabel
De schakelkabel losmaken bij het verwijderen van het achterwiel uit het frame
(A)
Maak de kabel los van de cassette joint
wanneer u het achterwiel van het frame
verwijdert.
(A)
Cassette joint
1
Zet de schakelversteller op
11
.
2
(A)
Druk de greep van de poelie rechtsom
om de binnenkabel losser te zetten.
Hanteer in de volgende stappen 3 en 4
dezelfde werkwijze.
(A)
Poeliegreep
3
(C)
(y)
(z)
(B)
(D) (E)
(A)
Verwijder de buitenkabelhouder-
eenheid van de buitenkabelhouder van
de cassette joint (y).
Verwijder de binnenkabel waaraan de
rubber balg is bevestigd, uit de gleuf in
de steun (z). Wees voorzichtig dat u op
dit moment de rubber balg niet
beschadigt.
(A)
Rubber balg
(B)
Buitenkabelhouder
(C)
Buitenkabelhouder-eenheid
(D)
Steun
(E)
Gleuf
4
(A)
(B)
Verwijder de bevestigingsbout-eenheid
voor de binnenkabel van de cassette
joint-poelie.
(A)
Bevestigingsbout-eenheid
binnenkabel
(B)
Cassette joint-poelie
NOTITIE
Raadpleeg de stappen 4 t/m 7 onder “Kant
cassette joint” bij het opnieuw monteren van
de kabel.
AFSTELLING
32
Wordt vervolgd op de volgende pagina
AFSTELLING
De cassette joint afstellen
AFSTELLING
De cassette joint afstellen
Voor 8-speed interne versnellingsnaaf
1
LOCK
(A)
(B)
Wijzig de stand van de schakelversteller
van
8
naar
4
.
Controleer of de gele instellijnen op de
cassette joint-steun en de poelie nu op
elkaar zijn uitgelijnd.
Als de gele instellijnen niet zijn
uitgelijnd, draait u de kabelstelcilinder
van de schakelversteller om de
instellijnen op elkaar uit te lijnen.
Beweeg hierna de schakelversteller
nogmaals van
4
naar
8
en daarna
terug naar
4
, en controleer vervolgens
opnieuw of de gele instellijnen op elkaar
worden uitgelijnd.
(A)
Gele instellijnen
(B)
Kabelstelcilinder
TECHNISCHE TIPS
De gele instellijnen op de cassette joint
bevinden zich op twee plaatsen. Gebruik
de instellijn die het makkelijkst te zien is.
< Wanneer de fiets rechtop staat >
Derailleurwieltje
Steun
Moet worden uitgelijnd
< Wanneer de fiets ondersteboven staat >
LOCK
Moet worden uitgelijnd
Derailleurwieltje
Steun
33
AFSTELLING
De cassette joint afstellen
2
LOCK
(A)
(z)
Knip na het afstellen van de cassette
joint de extra lengte van de
binnenkabel.
Monteer vervolgens het
binnenkabelkapje.
(z) 15 - 20mm
(A)
Binnenkabelkapje
34
AFSTELLING
De cassette joint afstellen
Voor 11-speed interne versnellingsnaaf
1
(A)
(B)
Zet de schakelversteller van
11
naar
6
.
Controleer of de gele instellijnen op de
cassette joint-steun en de poelie nu op
elkaar zijn uitgelijnd.
Als de gele instellijnen niet zijn
uitgelijnd, draait u de kabelstelcilinder
van de schakelversteller om de gele
instellijnen op elkaar uit te lijnen.
Beweeg hierna de schakelversteller
nogmaals van
6
naar
11
en daarna
terug naar
6
, en controleer vervolgens
opnieuw of de gele instellijnen op elkaar
worden uitgelijnd.
(A)
Gele instellijnen
(B)
Kabelstelcilinder
TECHNISCHE TIPS
De gele instellijnen op de cassette joint
bevinden zich op twee plaatsen. Gebruik
de instellijn die het makkelijkst te zien is.
< Wanneer de fiets rechtop staat >
Cassette joint-poelie
Cassette joint-steun
Moet recht zijn
< Wanneer de fiets ondersteboven staat >
Cassette joint-poelie
Cassette joint-steun
Moet recht zijn
2
(A)
(z)
Knip na het afstellen van de cassette
joint de extra lengte van de
binnenkabel.
Monteer vervolgens het
binnenkabelkapje.
Buig na het bevestigen van het
binnenkabelkapje de binnenkabel naar
buiten (naar het frame-uiteinde) zodat
het niet in aanraking met de ketting kan
komen.
(z) 25 - 30mm
(A)
Binnenkabelkapje
ONDERHOUD
36
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
Vervangen en monteren van de indicatoreenheid
ONDERHOUD
Vervangen en monteren van de indicatoreenheid
Demonteren en monteren mag alleen worden gedaan wanneer de indicatoreenheid wordt verwijderd en vervangen.
Voor 8-speed interne versnellingsnaaf
Demontage
1
(A)
Bedien de ontspanner 7 keer of vaker
om deze in de stand
8
te zetten.
(A)
Ontspanner
2
(A)
Draai de twee bevestigingsschroeven
voor de afdekking los waarmee de
indicatoreenheid vastzit en verwijder
deze.
(A)
Bevestigingsschroeven afdekking
37
ONDERHOUD
Vervangen en monteren van de indicatoreenheid
3
(A)
Verwijder de indicatoreenheid zoals
aangegeven in de afbeelding.
(A)
Indicatoreenheid
38
ONDERHOUD
Vervangen en monteren van de indicatoreenheid
Montage
1
(A)
(B)
(C) (D)
Controleer of de naald van de indicator
aan de linkerkant staat (stand
8
) en
monteer vervolgens de indicatoreenheid
zodanig dat deze recht naar boven is
gericht.
Duw nu de pen van de wisselplaat die uit
de onderzijde van de indicatoreenheid
steekt in het gat in de haspeleenheid.
(A)
Indicatoreenheid
(B)
Pen van wisselplaat
(C)
Gat in haspeleenheid (stand
8
)
(D)
Ontspanner
2
(A)
Zet de indicatoreenheid vast met de
twee bevestigingsschroeven voor de
afdekking.
(A)
Bevestigingsschroeven afdekking
Aanhaalmoment
0,3 - 0,5Nm
3
Bedien de hoofdversteller en de ontspanner om de werking ervan te controleren.
Als ze niet correct werken, moet u de indicatoreenheid opnieuw monteren en daarbij vooral
op stap 1 letten.
39
ONDERHOUD
Vervangen en monteren van de indicatoreenheid
Voor 11-speed interne versnellingsnaaf
Demontage
(B)
(C)
(A)
(B)
Bedien de ontspanner 10 keer of vaker
om deze in de stand
11
te zetten.
Draai de drie bevestigingsschroeven
voorde afdekking los waarmee de
indicatoreenheid vastzit en verwijder
deze.
Verwijder de indicatoreenheid zoals
aangegeven in de afbeelding.
(A)
Ontspanner
(B)
Bevestigingsschroeven afdekking
(C)
Indicatoreenheid
Montage
1
(A)
(D)
(E)
(B)
(F)
(C)
(G)
Controleer of de naald van de indicator
aan de linkerkant staat (stand
11
) en
monteer vervolgens de indicatoreenheid
zodanig dat deze recht naar boven is
gericht.
Controleer nu of de hoofdas in het gat
van de nokeenheid is gemonteerd en of
de pen van de nokeenheid in het gat van
de haspeleenheid is gemonteerd. Steek
vervolgens de indicatoras die uit de
onderzijde van de indicatoreenheid
steekt in de groef van de nokeenheid.
(A)
Indicatoras
(B)
Groef nokeenheid (stand
11
)
(C)
Pen nokeenheid
(D)
Indicatoreenheid
(E)
Gat nokeenheid
(F)
Hoofdas
(G)
Gat haspeleenheid
2
Zet de indicatoreenheid vast met de drie bevestigingsschroeven voor de afdekking.
Aanhaalmoment
0,3 - 0,5Nm
3
Bedien de hoofdversteller en de ontspanner om de werking ervan te controleren.
Als ze niet correct werken, moet u de indicatoreenheid opnieuw monteren en daarbij vooral
op stap 1 letten.
40
ONDERHOUD
Voor intern 8 versnellingen (olie-onderhoudsset: Y00298010)
Voor intern 8 versnellingen (olie-onderhoudsset: Y00298010)
Inhoud van set: WB-onderhoudsolie, blik
Algemene veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Let er bij het verversen van de olie op dat er geen olie druppelt op de remschijf, de remblokken, de velg als er velgremmen worden gebruikt, etc.
Als hier wel olie op komt, kan de remwerking verminderen.
Verhelp dit probleem volgens de procedures in de remhandleiding.
Aangezien er gevaar bestaat voor ontploffingen of brand, mag er tijdens het gebruik van deze olie niet worden gerookt, gegeten of gedronken. Blijf
bovendien uit de buurt van ontstekingsbronnen, zoals hitte, vonken, open vuur of hoge temperaturen. Voorkom ook dat de olie in brand vliegt door
statische elektriciteit of andere vonken.
Werk alleen buiten of in een goed geventileerde ruimte. Als nevel of damp van olie wordt ingeademd, kan dit tot misselijkheid leiden. Zorg voor
voldoende ventilatie en gebruik een ademmasker.
Als u per ongeluk nevel of damp van olie inademt, ga dan onmiddellijk naar een gebied met frisse lucht. Zorg dat u warm en rustig blijft, en neem
contact op met een arts, indien nodig. Als het ademen stopt, zorg dan voor kunstmatige beademing. Als er ademhalingsproblemen zijn, dien dan
zuurstof toe.
Voorzorgen met betrekking tot WB-onderhoudsolie:
Contact met de ogen kan tot irritatie leiden. Gebruik een veiligheidsbril en vermijd contact met de ogen.
Bij contact met de ogen moet u deze voor 15 minuten of langer spoelen met water; roep de hulp van een arts in indien zich abnormale symptomen
voordoen.
Contact met de huid kan leiden tot uitslag en ongemak. Draag handschoenen. Spoel de huid bij contact met de olie goed af met water en zeep.
Als de toestand van de huid abnormaal wordt, roep dan onmiddellijk medische hulp in.
Niet drinken. Als het wel wordt gedronken, mag er geen braken worden opgewekt. Laat de betroffen persoon 1 tot 2 bekers water drinken en roep
onmiddellijk medische hulp in.
Als de betroffen persoon bewusteloos raakt, dien dan niets via de mond toe. Als er spontaan wordt gebraakt, houd de persoon dan zodanig dat het
niet kan worden ingeademd.
Was na gebruik uw handen grondig.
Sluit het blik goed om te voorkomen dat er water of vuil in komt. Buiten bereik van kinderen houden. Bewaar het blik niet waar het is blootgesteld
aan direct zonlicht, temperaturen boven 40°C, water of een hoge vochtigheidsgraad waardoor waarschijnlijk roest zal optreden, of waar
bevriezingsgevaar bestaat.
Voer gebruikte olie, oude olie of olie die voor reinigingsdoeleinden is gebruikt af volgens de plaatselijk geldende wet- en regelgeving.
Zodat het product goed blijft werken, moet de olie na de eerste afgelegde 1000 km worden vervangen en vervolgens op jaarlijkse basis (of na iedere
2000 km als er veel wordt gefietst).
Gebruik bij het uitvoeren van onderhoud WB-onderhoudsolie. Als de WB-onderhoudsolie niet wordt gebruikt, kunnen er problemen optreden, zoals
olielekkage of schakelproblemen.
Gebruikte olie afvoeren: volg de landelijke en/of lokale regels om gebruikte olie af te voeren. Ga voorzichtig te werk bij het afvoeren van de olie.
Lees deze onderhoudsinstructie zorgvuldig door en bewaar deze dan op een veilige plek zodat u deze later kunt raadplegen.
De nieuwste veiligheidsinformatiebladen voor het product zijn online beschikbaar via https://si.shimano.com.
41
ONDERHOUD
Voor intern 8 versnellingen (olie-onderhoudsset: Y00298010)
1
(z)
Vul de fles met WB-olie tot een hoogte
van 95mm.
(z) 95mm
2
(z)
Dompel de interne eenheid in de olie
met de linkerkant eerst. Dompel deze
onder tot het punt waarop de olie
ringwiel 1 raakt.
(z) Ringwiel 1
3
Houd de interne eenheid ongeveer
90seconden ondergedompeld zoals
afgebeeld.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
42
ONDERHOUD
Voor intern 8 versnellingen (olie-onderhoudsset: Y00298010)
4
Haal de interne eenheid uit de olie.
5
Laat de overtollige olie er gedurende
ongeveer 60 seconden afdruipen.
6
Nadat het smeren is voltooid, monteert
u de eenheid weer volgens de
gewoonlijke procedure.
TECHNISCHE TIPS
<Onderhoudsolie>
De onderhoudsolie is herbruikbaar.
Vul deze naar behoefte aan.
Bewaar deze na gebruik in het afgesloten
blik.
43
ONDERHOUD
Bij 11-speed interne naafversnelling (olie-onderhoudsset: Y13098023)
Bij 11-speed interne naafversnelling (olie-onderhoudsset: Y13098023)
Gereedschappen in de set: spuit, buis, ontluchtingsnippel, O-ring, blik
Algemene veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Let er bij het verversen van de olie op dat er geen olie druppelt op de remschijf, de remblokken, de velg als er velgremmen worden gebruikt, etc.
Als hier wel olie op komt, kan de remwerking verminderen.
Verhelp dit probleem volgens de procedures in de remhandleiding.
Aangezien er gevaar bestaat voor ontploffingen of brand, mag er tijdens het gebruik van deze olie niet worden gerookt, gegeten of gedronken. Blijf
bovendien uit de buurt van ontstekingsbronnen, zoals hitte, vonken, open vuur of hoge temperaturen. Voorkom ook dat de olie in brand vliegt door
statische elektriciteit of andere vonken.
Werk alleen buiten of in een goed geventileerde ruimte. Als nevel of damp van olie wordt ingeademd, kan dit tot misselijkheid leiden. Zorg voor
voldoende ventilatie en gebruik een ademmasker.
Als u per ongeluk nevel of damp van olie inademt, ga dan onmiddellijk naar een gebied met frisse lucht. Zorg dat u warm en rustig blijft, en neem
contact op met een arts, indien nodig. Als het ademen stopt, zorg dan voor kunstmatige beademing. Als er ademhalingsproblemen zijn, dien dan
zuurstof toe.
Waarschuwingen met betrekking tot SG-S700-olie:
Contact met de ogen kan tot irritatie leiden. Gebruik een veiligheidsbril en vermijd contact met de ogen.
Bij contact met de ogen moet u deze voor 15 minuten of langer spoelen met water; roep de hulp van een arts in indien zich abnormale symptomen
voordoen.
Contact met de huid kan leiden tot uitslag en ongemak. Draag handschoenen. Spoel de huid bij contact met de olie goed af met water en zeep.
Als de toestand van de huid abnormaal wordt, roep dan onmiddellijk medische hulp in.
Niet drinken. Als het wel wordt gedronken, mag er geen braken worden opgewekt. Laat de betroffen persoon 1 tot 2 bekers water drinken en roep
onmiddellijk medische hulp in.
Als de betroffen persoon bewusteloos raakt, dien dan niets via de mond toe. Als er spontaan wordt gebraakt, houd de persoon dan zodanig dat het
niet kan worden ingeademd.
Was na gebruik uw handen grondig.
Sluit het blik goed om te voorkomen dat er water of vuil in komt. Buiten bereik van kinderen houden. Bewaar het blik niet waar het is blootgesteld
aan direct zonlicht, temperaturen boven 40°C, water of een hoge vochtigheidsgraad waardoor waarschijnlijk roest zal optreden, of waar
bevriezingsgevaar bestaat.
Voer gebruikte olie, oude olie of olie die voor reinigingsdoeleinden is gebruikt af volgens de plaatselijk geldende wet- en regelgeving.
Zodat het product goed blijft werken, moet de olie na de eerste afgelegde 1000 km worden vervangen en vervolgens op jaarlijkse basis (of na iedere
2000 km als er veel wordt gefietst).
Gebruik alleen SG-S700-olie van Shimano voor onderhoudsdoeleinden.
Als SG-S700-olie niet wordt gebruikt, kunnen er problemen optreden, zoals olielekkage of schakelproblemen.
Gebruikte olie afvoeren: volg de landelijke en/of lokale regels om gebruikte olie af te voeren. Ga voorzichtig te werk bij het afvoeren van de olie.
Lees deze onderhoudsinstructie zorgvuldig door en bewaar deze dan op een veilige plek zodat u deze later kunt raadplegen.
De nieuwste veiligheidsinformatiebladen voor het product zijn online beschikbaar via https://si.shimano.com.
TECHNISCHE TIPS
Als er een literblik olie wordt gebruikt, dan kan het onmogelijk zijn de olie met een spuit weg te zuigen als er nog maar een klein beetje olie over is. Breng de olie eerst
over in een ander blik.
44
Wordt vervolgd op de volgende pagina
ONDERHOUD
Bij 11-speed interne naafversnelling (olie-onderhoudsset: Y13098023)
Interne naafversnelling: olie verversen
Zet het achterwiel op een standaard, zodat het
tijdens de werkzaamheden kan worden
gedraaid.
Oude olie aftappen
1
(A)
Draai het wiel langzaam tot het oliegat
naar boven wijst.
(A)
Oliegat
2
(A)
(B)
(C)
Verwijder de bout en de O-ring van het
oliegat.
(A)
3mm inbussleutel
(B)
Oliegatbout
(C)
O-ring
NOTITIE
Het oliegat moet naar boven wijzen. Als de
bout wordt losgedraaid wanneer het oliegat
niet naar boven wijst, kan de olie weglekken.
45
ONDERHOUD
Bij 11-speed interne naafversnelling (olie-onderhoudsset: Y13098023)
3
(A) (B)
(C) (D)
Sluit de ontluchtingsnippel met
bevestigde buis op het naafhuis aan.
(A)
Naafhuis
(B)
Buis
(C)
10mm moersleutel
(D)
Ontluchtingsnippel
Aanhaalmoment
1 - 3Nm
TECHNISCHE TIPS
Controleer of de O-ring goed op de
ontluchtingsnippel is gemonteerd.
4
(A)
(B)
Houd de zuiger van de spuit stevig
ingedrukt en sluit de spuit goed aan op
de buis.
(A)
Buis
(B)
Spuit
5
(z)
Steek de spuit tussen de spaken en draai
het wiel langzaam naar voren tot het
oliegat naar beneden wijst.
(z) Naar voren draaien
6
Wacht ongeveer 5 minuten terwijl de naaf niet draait, zodat de olie naar beneden zakt.
Wordt vervolgd op de volgende pagina
46
ONDERHOUD
Bij 11-speed interne naafversnelling (olie-onderhoudsset: Y13098023)
7
(A)
Trek de zuiger langzaam naar buiten om
de olie uit de naaf te zuigen.
(A)
Zuiger
NOTITIE
Als de zuiger snel naar buiten wordt
getrokken, is het waarschijnlijk dat er lucht
bijkomt.
8
Draai het wiel langzaam tot het oliegat
naar boven wijst.
NOTITIE
Om te zorgen dat de spuit niet door de
kettingkast of een ander onderdeel wordt
gegrepen, moet de spuit tussen de spaken
worden gehouden wanneer het wiel wordt
gedraaid.
9
(A)
(B)
Let erop dat de buis niet van de spuit
loskomt. Verwijder de ontluchtingsnippel.
(A)
Ontluchtingsnippel
(B)
10mm moersleutel
10
Spuit de oude olie uit de spuit.
47
ONDERHOUD
Bij 11-speed interne naafversnelling (olie-onderhoudsset: Y13098023)
Binnenzijde reinigen
1
Sluit de ontluchtingsnippel op het naafhuis aan.
Aanhaalmoment
1 - 3Nm
2
Zuig 25 ml nieuwe olie in de spuit en bevestig de spuit stevig aan de buis.
TECHNISCHE TIPS
Als de spuit of buis vuil wordt bij het
verwijderen van oude olie of het reinigen van
de binnenzijde van de naaf, reinig de buis en
spuit dan met een onderdeelreinigingsmiddel
of iets dergelijks.
3
(A)
Spuit de nieuwe olie in de naaf.
(A)
Zuiger
TECHNISCHE TIPS
Als de olie naar binnen wordt gespoten,
neemt de interne druk toe en kan de zuiger
naar achteren duwen. Als de zuiger
regelmatig terug wordt getrokken om de
druk in de naaf te verminderen, kan de olie
makkelijker worden ingespoten.
4
Trek de zuiger terug om de druk te verminderen en verwijder de ontluchtingsnippel.
TECHNISCHE TIPS
Als de ontluchtingsnippel wordt verwijderd,
zonder dat de zuiger is terug getrokken, kan
de olie (samen lucht vanuit de buis) terug de
zuiger in stromen en naar buiten komen.
5
(A)
(B)
(C)
Breng de O-ring en de oliegatbout aan.
(A)
3mm inbussleutel
(B)
Oliegatbout
(C)
O-ring
Aanhaalmoment
2 - 3Nm
Wordt vervolgd op de volgende pagina
48
ONDERHOUD
Bij 11-speed interne naafversnelling (olie-onderhoudsset: Y13098023)
6
Schakel de verschillende versnellingen in en draai tegelijkertijd circa 1minuut aan de
pedalen om het wiel te draaien.
7
Houd het wiel vervolgens 1 minuut stil.
8
Verwijder de olie door de procedures in Oude olie verwijderen hierboven te volgen.
Nieuwe olie inspuiten
1
Spuit 25ml nieuwe olie in de naaf door de stappen Binnenzijde reinigen 1 - 5 hierboven
tevolgen.
2
Verwijder alle olie die op de naaf of andere onderdelen kan zijn gekomen.
Let op: specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49

Shimano SG-S501 Dealer's Manual

Type
Dealer's Manual