Elektrische aansluiting
Elektrische aansluitingen dienen door vakmensen volgens de richtlijnen en normen m.b.t. laagspanningsinstallaties en
volgens de bepalingen van de lokale elektriciteitscentrales te worden uitgevoerd.
Een aansluitklaar apparaat mag alleen op een volgens de voorschriften geïnstalleerd, geaard stopcontact worden aange-
sloten. De huishoudelijke installatie dient te worden voorzien van een netscheidingsinrichting met 3 mm contactopening.
Schakelaars, stopcontacten, installatieautomaten en smeltzekeringen die na de installatie van het apparaat vrij toegankelijk
zijn en alle fasedraden schakelen, gelden als toegestane scheidingsinrichtingen. Een correcte aarding evenals geïsoleerd
geïnstalleerde nuldraden en aarddraden garanderen een veilig en storingsvrij gebruik. Na de inbouw mogen spanningvoe-
rende delen en bedrijfsgeïsoleerde draden niet aanraakbaar zijn. Oude installaties controleren.
Hoogte waarop de toestellen mogen worden gebruikt: max. 2000 m boven de zeespiegel.
Gegevens over vereiste voedingsspanning, stroomsoort en beveiliging vindt u op het typeplaatje.
Het toestel is voorzien van een aansluitkabel, die aan een vaste aftakdoos moet worden aangesloten.
900
600/550
Installatiebuis AansluitdoosSlangbeugel
bruin + zwart
blauw
geel/groen
zwart
blauw
geel/groen
bruin
L2
L1
N
N
L1
PE/
PE/
400 V 2N~
230 V~
Foutmelding U400
Foutieve aansluiting:
Er is een poolgeleider aangesloten op de aansluitklem voor de nulleiding.
Haal het toestel snel van de netstroom!
Ventilatie
Om een goede ventilatie te garanderen, moet
onder het toestel een ruimte van minstens
17,5 mm zijn.
1. De achterzijde van de ondergebouwde kast
moet bij de werkbladuitsparing open zijn om
een voortdurende luchtcirculatie via ventila-
tiegleuven te garanderen.
2. Als alternatief kan de luchtcirculatie in het
meubel via een verborgen toevoer van verse
lucht worden gegarandeerd.
Om ervoor te zorgen dat er genoeg koude
lucht kan worden aangezogen, moet een
voortdurende luchtcirculatie tot buiten het
meubel worden gegarandeerd.
Installatiehandleiding
J973.137-3
17.04.14
Glaskeramische kookplaat inductie
Frameloos, met facetten
2