Boss MD-2 de handleiding

Type
de handleiding
Gebruikershandleiding
Lees zorgvuldig de volgende hoofdstukken voordat u dit apparaat gebruikt: “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (bijgeleverd op een apart blad).
Bewaar na het lezen het document (de documenten) op een direct toegankelijke plaats.
Netstroomadapter
(PSA-reeks, apart verkrijgbaar)
Elektrische
gitaar
Nederlands
LEVEL-regelaar
Hiermee regelt u het volume van het eectgeluid.
7 Diep en dik geluid met maximale high-gain vervorming.
7 Met de regelaars “GAIN BOOST en “DIST” kunt u een breed scala aan vervormingsgeluiden creëren, van zacht tot extreem.
7 U kunt de “BOTTOM”-regelaar gebruiken om een geluid te creëren met meer nadruk op de lage tonen.
OUTPUT-aansluiting
Sluit een versterker aan op deze aansluiting.
Gitaarversterker
DC IN-aansluiting
Hierop kunt u een netstroomadapter (PSA-reeks, apart verkrijgbaar) aansluiten. Door een netstroomadapter
te gebruiken, kunt u spelen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over het resterende batterijvermogen.
* Het is raadzaam de batterijen in het apparaat te laten zitten, zelfs als u het apparaat gebruikt met de
netstroomadapter. Zo kunt u blijven spelen, zelfs wanneer het snoer van de netstroomadapter per
ongeluk losraakt van het apparaat.
* Gebruik alleen de opgegeven netstroomadapter (PSA-reeks).
* Zodra u de netstroomadapter aansluit, wordt het apparaat ingeschakeld.
CHECK-indicator
Deze indicator geeft aan of het eect in- of uitgeschakeld is en dient ook als controle voor de
batterij.
De indicator licht op wanneer een eect is ingeschakeld.
* Als de indicator verzwakt of niet meer oplicht wanneer een eect is ingeschakeld,
is de batterij bijna leeg en dient u de batterij te vervangen.
* De CHECK-indicator geeft weer of het eect is in- of uitgeschakeld en geeft de verschillende
functies aan. De indicator geeft niet aan of het apparaat is ingeschakeld of niet.
BOTTOM-regelaar
Regelt de hoeveelheid versterking in de lage tonen.
Hoe meer u de regelaar rechtsom draait, hoe meer de lagere frequenties
worden benadrukt.
TONE-regelaar
Hiermee regelt u de toon van het eectgeluid.
Als u de regelaar linksom draait, wordt het geluid zachter en als u de regelaar
rechtsom draait, wordt het geluid scherper.
Voetschakelaar
Met deze schakelaar zet u de eecten aan of uit.
Duimschroef
Wanneer deze schroef wordt losgedraaid, opent het pedaal en kunt u de
batterij vervangen.
* Raadpleeg “De batterij vervangen” voor instructies om de batterij te
vervangen.
Paneelbeschrijvingen
Belangrijkste functies
GAIN BOOST-regelaar
Voegt nog meer vervorming toe, naast de vervorming die al met de DIST-regelaar
is ingesteld.
Hoe meer u de regelaar rechtsom draait, hoe krachtiger de vervorming wordt,
zodat u heel volle geluiden krijgt.
DIST-regelaar
Hiermee regelt u de hoeveelheid vervorming.
Als u de regelaar rechtsom draait, vergroot het eect en als u de regelaar
linksom draait, verkleint het eect.
INPUT-aansluiting
Op deze aansluiting kunnen invoersignalen (van een gitaar, een ander elektrisch of
elektronisch muziekinstrument of een ander eectapparaat) worden aangeboden.
* De INPUT-aansluiting dient ook als
stroomschakelaar. Het apparaat wordt
ingeschakeld als u een stekker in de INPUT-
aansluiting steekt en uitgeschakeld als u
de stekker loskoppelt. Koppel de kabel los
van de INPUT-aansluiting wanneer u het
eectapparaat niet gebruikt om onnodig
batterijverbruik te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
5
Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit
voordat u aansluitingen maakt om defecten of storingen aan de
apparatuur te voorkomen.
5
Zodra de aansluitingen zijn voltooid, schakelt u uw verschillende
apparaten in de opgegeven volgorde in. Als u de apparaten in de
verkeerde volgorde inschakelt, kunt u defecten en/of schade aan
de luidsprekers en andere apparaten veroorzaken.
Bij het inschakelen: Schakel de stroom naar de gitaarversterker als
laatste in.
Bij het uitschakelen: Schakel de stroom naar de gitaarversterker als
eerste uit.
5
Verlaag altijd eerst het volume voordat u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt verlaagd, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Ditis normaal en
wijst niet op een defect.
Gebruik van de batterij
5
Bij het apparaat wordt een batterij geleverd. De levensduur van
deze batterij kan echter beperkt zijn, omdat deze voornamelijk
bedoeld is om de apparaatwerking te testen.
5
Verkeerd gebruik van de batterijen kan leiden tot explosie en
lekkende vloeistof. Zorg ervoor dat u de instructies met betrekking
tot de batterijen in “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN” en
“BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (bijgeleverd op een apart blad)
zorgvuldig volgt.
5
Als u het apparaat alleen op batterijstroom gebruikt, verzwakt
de indicator van het apparaat wanneer de batterij bijna leeg is.
Vervang de batterij zo snel mogelijk.
5
Plaats of vervang batterijen altijd voordat u andere apparaten
aansluit. Zo kunt u defecten en schade vermijden.
Belangrijkste specicaties
Nominaal
ingangsniveau
-20 dBu
Ingangsimpedantie 1 MΩ
Nominaal
uitgangsniveau
-20 dBu
Uitgangsimpedantie 1 kΩ
Aanbevolen
lastimpedantie
10 kΩ of hoger
Stroomtoevoer Koolstof-zinkbatterij (9 V, 6F22)
Alkalinebatterij (9 V, 6LR61)
Netstroomadapter (PSA-reeks: apart verkrijgbaar)
Stroomverbruik 20 mA
* Verwachte levensduur van de batterij bij
voortdurend gebruik:
Koolstof: 16 uur
Alkaline: 30 uur
Deze cijfers variëren afhankelijk van de
werkelijke gebruikscondities.
Afmetingen 73 (B) x 129 (D) x 59 (H) mm
Gewicht 395 g (inclusief batterij)
Accessoires Gebruikershandleiding
Infoblad (“HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”,
“BELANGRIJKE OPMERKINGEN” en “Informatie”)
Koolstof-zinkbatterij (9 V, 6F22)
Opties Netstroomadapter (PSA-reeks)
* 0 dBu = 0,775 Vrms
* In dit document worden de specicaties van het product uitgelegd
op het moment dat het document werd vrijgegeven. Raadpleeg de
Roland-website voor de meest recente informatie.
© 2017 Roland Corporation
Het apparaat bedienen
45 36
1. Wanneer u de nodige aansluitingen hebt gemaakt, stelt
u de regelaars in zoals weergegeven in de afbeelding.
2. Druk op de voetschakelaar om het eect in te
schakelen. (Controleer of de CHECK-indicator oplicht.)
3. Regelt de diepte van het vervormingseect met behulp
van de DIST-regelaar en de GAIN BOOST-regelaar.
* Als u beide regelaars helemaal open draait, krijgt u meer ruis.
4. Regel de toon met behulp van de TONE-regelaar.
5. Regel de mate van versterking voor de lage tonen met
de BOTTOM-regelaar.
6. Regel de LEVEL-regelaar zodat het niveau van
het geluid dat u verkrijgt wanneer het eect is
ingeschakeld, gelijk is aan het geluid dat u verkrijgt
wanneer het eect is uitgeschakeld.
De batterij vervangen
1. Houd het pedaal ingedrukt, draai de duimschroef los
en open het pedaal naar boven toe.
* Het pedaal kan worden geopend zonder dat u de duimschroef
volledig hoeft los te draaien.
Duimschroef
Batterijbehuizing
Pedaal
Veerbasis
Schroefveer
Gat van
geleidebus
Kabel met
drukknoop van
batterij
Drukknoop
van
batterij
9 V-batterij
2. Verwijder de oude batterij uit de batterijbehuizing
en verwijder de kabel met drukknoop die eraan
bevestigdis.
3. Verbind de kabel met drukknoop met de nieuwe
batterij en plaats de batterij in de batterijbehuizing.
* Houd rekening met de polariteit van de batterij (+ versus -).
4. Schuif de schroefveer over de veerbasis aan de
achterkant van het pedaal en sluit vervolgens het
pedaal.
* Let op dat de kabel met drukknoop niet klem komt te zitten tussen
het pedaal, de schroefveer en de batterijbehuizing.
5. Steek ten slotte de duimschroef in het gat van de
geleidebus en draai ze stevig vast.
  • Page 1 1

Boss MD-2 de handleiding

Type
de handleiding