Ruck ROTO K 1700 V WOJL de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ROTOLINE
RLI 700 FC
RLI 900 FC
RLI 1200 FC
RLI 1600 FC
RLI 2000 FC
RLI 700 EC
RLI 1200 EC
RLI 1600 EC
RLI 2000 EC
ROTO KOMPAKT
ROTO K 1050 V WOJL
ROTO K 1700 V WOJL
ROTO K 2800 V WOJL
ROTO K 4200 V WOJL
Montage en gebruikshandleiding
Nederlands
www.ruck.eu
2
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Informatiestand: print 08.03.2022
Onder voorbehoud van wijzigingen
De in deze montage- en gebruikshandleiding vermelde gegevens
zijn uitsluitend illustratief. Een uitspraak over een bepaalde toe-
stand of een geschiktheid voor een bepaalde toepassing kan uit
onze informatie niet afgeleid worden. De informatie verbiedt de
gebruiker niet eigen beoordelingen of tests uit te voeren.
Gelieve ermee rekening te houden dat onze producten onderhe-
vig zijn aan een natuurlijk slijtage- en verouderingsproces.
Dit document, alsmede de gegevens, specicaties en andere
informatie zijn het exclusieve eigendom van ruck Ventilatoren
GmbH.
Het mag niet zonder toestemming gereproduceerd worden of aan
derde partijen gegeven worden.
Op het titelblad is een voorbeeldconguratie afgebeeld. Het gele-
verde product kan daarom afwijken van de afbeelding.
De originele gebruikshandleiding
werd in het Duits opgesteld.
mwr_rok_v_pb_05_k10001_nl print 08.03.2022
ruck Ventilatoren GmbH Max-Planck-Str. 5 D-97944 Boxberg-Windischbuch Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150 [email protected]
3
Nederlands
Montage en gebruikshandleiding
Inhoud 1. Belangrijke Informatie ............................................................................. 5
1.1. Regels en Voorschriften ................................................................. 5
1.2. Garantie en aansprakelijkheid ....................................................... 5
2. Algemene veiligheidsinstructies ............................................................ 5
2.1. Gebruik volgens de voorschriften ................................................... 5
2.2. Onjuist gebruik ............................................................................... 6
2.3. Kwalicatie van het personeel ........................................................ 6
2.4. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing .......... 6
2.5. Belangrijke voorschriften ................................................................ 7
2.5.1. Algemene aanwijzingen ................................................................. 7
2.5.2. Bij de montage ............................................................................... 7
2.5.3. Bij de ingebruikname ...................................................................... 7
2.5.4. Tijdens het gebruik ......................................................................... 7
2.5.5. Bij reiniging ..................................................................................... 7
2.5.6. Bij het onderhoud en reparatie ....................................................... 7
2.5.7. Afvalverwijdering ............................................................................ 7
2.6. Veiligheidsaanwijzingen op het toestel ........................................... 8
3. Omvang van de levering ......................................................................... 9
4. Product- en vermogensbeschrijving ..................................................... 9
4.1. Beschrijving van het toestel ........................................................... 9
5. Transport en opslag .............................................................................. 11
6. Opstelling en montage .......................................................................... 11
6.1. Toegestane inbouwpositie ............................................................ 12
6.2. Ventilatieaansluitingen ................................................................. 12
6.3. Gebruikslimieten .......................................................................... 12
6.4. Mediumaansluitingen / Waterregister ........................................... 12
7. Elektrische aansluiting ......................................................................... 13
7.1. Beveiliging tegen overstroom ....................................................... 14
7.2. Beschrijving externe in- en uitgangen .......................................... 14
8. Ingebruikname ....................................................................................... 16
9. Werking ................................................................................................... 17
9.1. Bedieningseenheid ....................................................................... 17
9.2. Menu Functies ............................................................................. 17
9.3. Standaardtemperatuur en ventilatorniveaus wijzigen .................. 18
9.4. Waarden wijzigen algemeen ........................................................ 18
9.5. Aanpassing van de parameters van de bedieningseenheid ....... 19
9.5.1. Taal instellen ............................................................................... 19
9.6. Weergave gebruikersniveau ........................................................ 20
9.7. Menuniveau modusparameter (vakkundig) ROTO K .................. 22
9.7.1. Type regeling ROTO K-S: Constante volumestroomregeling ...... 22
9.7.2. Type regeling ROTO K-P: Constante drukregeling ...................... 27
9.7.3. Type regeling ROTO K-PV: Constante drukregeling met evenwichti-
ge luchthoeveelheidbalans ........................................................... 28
9.8. Menuniveau Inbedrijfstelling ROTO K ......................................... 31
9.9. Tijdstip / timer ............................................................................... 33
9.9.1. Instellen van de actuele tijd / weekdag ........................................ 33
9.9.2. Instellen van de timer ................................................................... 34
www.ruck.eu
4
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
9.9.2.1. In- resp. uitschakelen van de timer ............................................ 34
9.9.3. Dag/nacht omschakeling instellen ................................................ 35
9.9.4. Systeemtekeningen ...................................................................... 36
9.10. Functies ........................................................................................ 37
9.10.1 Storingmeldcontact ventilator ....................................................... 37
9.10.2 Warmwaterbatterij ....................................................................... 37
9.10.3 Uitvoering met elektrische warmtewisselaar ................................ 37
10. Onderhoud en reparaties ...................................................................... 37
10.1. Belangrijke tips ............................................................................. 37
10.2. Reiniging en onderhoud ............................................................... 38
10.3. Onderhoud ................................................................................... 38
10.3.1. Rotatiewarmtewisselaar ............................................................... 38
10.3.2. Riemaandrijving warmtewisselaar ................................................ 38
10.3.3. Luchtlter ...................................................................................... 39
10.3.4. Batterij vervangen ........................................................................ 40
11. Modbus communicatie-interface ......................................................... 41
11.1. Aansluitschema ............................................................................ 41
11.2. Informatie over de interfaces ........................................................ 41
11.3. Geïmplementeerde functies ......................................................... 41
11.4. Parametertabel ............................................................................ 42
11.5. Tabel werkelijke waarden ............................................................ 44
12. Uitbreiding en ombouw ......................................................................... 45
13. Demontage en opslag ........................................................................... 45
13.1. Demontage uitvoeren ................................................................... 46
13.2. Opslag .......................................................................................... 46
14. Opsporen en verhelpen van storingen ................................................ 46
14.1. Smeltzekering .............................................................................. 46
14.2. Foutentabel .................................................................................. 46
15. Technische gegevens ............................................................................ 49
16. Appendix ................................................................................................ 51
16.1. Lijst van de paramters .................................................................. 51
16.2. Technische tekeningen ................................................................. 52
16.3. Schakelschema´s ........................................................................ 60
5
Nederlands
ruck
ventilatieapparatuur is ontworpen volgens de EU-machinerichtlijn 2006/42/EG Componenten
(gedeeltelijke machines).
Het toestel is geen gebruiksklare machine volgens de EU-machinerichtlijn.
Het is uitsluitend bestemd om in een machine respectievelijk luchttechnisch toestel en installatie
ingebouwd te worden of met andere componenten tot een machine resp. installatie samengevoegd
te worden. Het toestel mag pas in gebruik genomen worden wanneer het in de machine / de instal-
latie waarvoor het bestemd is, ingebouwd is en deze geheel voldoet aan de verplichtingen van de
EU-machinerichtlijn.
Neem de in de technische gegevens genoemde gebruiksvoorwaarden en vermogensgrenzen in acht!
ruck
Ventilatoren kunnen gebruikt worden voor:
zuivere, droge lucht (geen condensatie) evenals niet agressieve gassen een max. dichtheid van
1,2 kg/m³.
buitenlucht en toevoerlucht;
medium- en omgevingstemperatuur evenals vochtbereik volgens de technische gegevens op de
gegevensplaat.
Gebruik volgens de voorschriften wil ook zeggen dat u deze gebruiksaanwijzing en vooral het hoofd-
stuk 2 „fundamentele veiligheidsaanwijzingen” volledig gelezen en begrepen hebt.
1. Belangrijke Informatie
Deze Gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie om het toestel veilig en vakkundig te monteren, te
transporteren, in gebruik te nemen, te bedienen, te onderhouden, te demonteren en eenvoudige storingen
zelf te verhelpen.
Het toestel is volgens de algemeen erkende regels van de techniek geproduceerd.
Toch bestaat er gevaar voor persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel, wanneer u met de volgende
elementaire veiligheidsvoorschriften en waarschuwingsinstructies in deze handleiding geen rekening houdt.
Gelieve de handleiding nauwgezet en volledig te lezen voordat u met het toestel aan het werk gaat.
Bewaar de handleiding op een plaats die op elk moment voor elke gebruiker toegankelijk is.
Geef het toestel altijd samen met de gebruikshandleiding door aan derden.
1.1. Regels en Voorschriften
1.2. Garantie en aansprakelijkheid
Houd bovendien rekening met de algemeen geldende, wettelijke en andere bindende regelingen
van de Europese respectievelijk nationale wetgeving evenals de in uw land geldende voorschriften
ter voorkoming.
ruck
producten worden op het hoogste technische niveau gemaakt volgens de algemeen erkende
regels van de techniek. Ze worden onderworpen aan een voortdurende kwaliteitscontrole en voldoen
aan de geldende voorschriften op het moment van levering. Omdat de producten voortdurend verder
ontwikkeld worden behouden we ons het recht voor, op elk moment en zonder voorafgaande aankon-
diging, wijzigingen aan de producten aan te brengen. Wij zijn niet verantwoordelijk voor de juistheid
of volledigheid van deze montage en gebruikshandleiding.
De garantie geldt uitsluitend voor de geleverde conguratie. De garantie is niet van toepassing bij
foutieve montage of onjuist gebruik.
2. Algemene veiligheidsinstructies
2.1. Gebruik volgens de voorschriften
Gebruik ruck ventilatieapparatuur enkel in technisch onberispelijke toestand.
Controleer het product op duidelijke gebreken, bijvoorbeeld barsten in de behuizing of ontbrekende
klinknagels, schroeven, afdekkappen of andere gebruiksrelevante gebreken.
Gebruik het product uitsluitend voor het toepassingsgebied dat in de technische gegevens alsook op
de gegevensplaat wordt genoemd.
Voor aarding, aanzuigbeveiliging en veiligheidsafstanden moet worden gezorgd conform DIN EN
13857.
De klant draagt zorg voor de aanwezigheid c.q. installatie van algemeen voorgeschreven elektrische
en mechanische beschermingsmiddelen.
Veiligheidscomponenten mogen noch verwijderd noch buiten werking gesteld worden.
De bediening van het toestel door personen met een lichamelijke, sensorische of mentale handicap
mag uitsluitend gebeuren onder toezicht of na instructie van verantwoordelijke personen.
Het toestel moet uit de buurt van kinderen gehouden worden!
Ontwerpers, ingenieurs en operatoren zijn verantwoordelijk voor montage en bedrijf volgens de voorschrif-
ten.
www.ruck.eu
6
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Onjuist gebruik houdt vooral in wanneer u het toestel anders gebruikt dan beschreven in het hoofd-
stuk „Gebruik volgens de voorschriften“.
De volgende punten zijn onjuist en gevaarlijk:
Het vervoeren van explosieve en brandbare stoffen evenals de werking in explosieve omgevin-
gen.
Het vervoeren van agressieve en abrasieve stoffen.
Het vervoeren van stoffen of middelen die vet bevatten.
Een buitenopstelling zonder bescherming tegen weersinvloeden.
Een opstelling in vochtige ruimtes.
De werking zonder kanaalsysteem.
De werking met afgesloten ventilatieaansluitingen.
2.2. Onjuist gebruik
De montage, ingebruikname en bediening, demontage, instandhouding (incl. onderhoud en zorg)
vereisen fundamentele mechanische en elektrische kennis evenals kennis van de bijhorende vak-
begrippen. Om de veiligheid te kunnen garanderen, mogen deze werkzaamheden uitsluitend door
of onder leiding van een vakman uitgevoerd worden. Een vakman is iemand die op grond van
zijn vakopleiding, zijn kennis en ervaring alsook zijn kennis van de desbetreffende bepalingen, de
aan hem opgedragen werkzaamheden kan beoordelen, mogelijke gevaren kan onderkennen en
geschikte veiligheidsmaatregelen kan nemen. Een vakman moet de desbetreffende vakspecieke
regels in acht nemen.
2.3. Kwalicatie van het personeel
In deze handleiding wordt gewezen op en gewaarschuwd voor handelingen waarbij gevaar bestaat
voor letsel of beschadiging aan toestellen. De genoemde veiligheidsmaatregelen moeten in acht
genomen worden.
2.4. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing
De waarschuwingen zijn als volgt opgebouwd:
Waarschuwingssignaal - Het symbool maakt attent op het gevaar.
Aard van het gevaar! - Benoemt de aard of bron van het gevaar.
» Gevolgen - Beschrijft de gevolgen van het veronachtzamen van het gevaar.
Tegenactie - Geeft aan hoe men het mogelijke gevaar kan voorkomen.
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie!
Duidt mogelijke gevaarlijke situaties aan. Het niet in acht nemen van de
waarschuwingen kan leiden tot letsel en beschadiging van toestellen.
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
Duidt mogelijke gevaren aan door hoge oppervlaktetemperaturen. Het
niet in acht nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel of be-
schadigingen aan toestellen.
Waarschuwing voor verwondingen aan de handen!
Duidt mogelijke gevaren aan door bewegende of roterende delen. Het niet
in acht nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel.
Waarschuwing voor zwevende lasten!
Duidt mogelijke gevaren aan door zwevende lasten. Het niet in acht
nemen van waarschuwingen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of
beschadigingen aan toestellen.
Belangrijke aanwijzingen opvolgen!
Gebruiksaanwijzingen voor een veilig en optimaal gebruik van het toestel.
Betekenis
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
Duidt mogelijke gevaren door elektriciteit aan. Het niet in acht nemen van
de waarschuwingen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of beschadi-
gingen aan toestellen.
Waarschuwings-
signaal
7
Nederlands
2.5. Belangrijke voorschriften
Houdt rekeing met de geldende voorschroften ter voorkoming van ongevallen en tot bescher-
ming van het milieu in he land van de gebruiker en op het werksplatz.
Personen, die ruck toestellen monteren, bedienen, demonteren of onderhouden mogen niet
onder invloed van alcohol, drugs of andere medicamenten zijn die de waarneming en reactie-
snelheid beinvloeden.
De bevoegdheid voor de bediening, het onderhoud en de regeling van het toestel moet duidelijk
vastegelegd en in acht genomen worden, opdat wat betreft de veiligheid geen onduidelijke
competenties optreden.
Belast het product onder geen beding mechanisch op een ontoelaatbare manier. Gebruik het
product nooit als handvat of trap. Plaats er geen voorwerpen op.
De garantie geldt uitsluitend voor de geleverde configuratie.
De garantie vervalt bij foutieve montage, bij onreglementair gebruik en/of onvakkundig gebruik.
2.5.1. Algemene aanwijzingen
2.5.2. Bij de montage
Houd rekening met de geldende voorschrifteKoppel het toestel altijd helemaal af van de
netstroom alvorens het product te monteren respectievelijk de stekker aan te sluiten of af te kop-
pelen. Beveilig het toestel steeds tegen opnieuw inschakelen.
Leg kabels en leidingen zo dat ze niet beschadigd kunnen worden en niemand erover kan
struikelen.
Controleer vóór de ingebruikname dat alle dichtingen en sluitingen van de contactdozen correct
ingebouwd zijn en onbeschadigd zijn, om te verhinderen dat vloeistoffen en vreemde voorwer-
pen in het product kunnen terechtkomen.
Waarschuwingstekens mogen niet veranderd of verwijderd worden.
Zorg ervoor dat alle elektrische aansluitingen bedekt of afgesloten zijn en beveiligd tegen aanra-
king. Neem uitsluitend een volledig geïnstalleerd product in gebruik.
De AAN/UIT - schakelaar moet altijd goed functioneredn en makkelijk toegankelijk zijn!
2.5.3. Bij de ingebruikname
2.5.4. Tijdens het gebruik
Alleen bevoegd personeel mag in het kader van het reglementaire gebruik van het toestel instel-
lingen aan componenten veranderen en onderdelen bedienen.
Schakel in een noodsituatie, bij een foutmelding of bij andere onregelmatigheden het toestel uit
en beveilig het tegen opnieuw inschakelen.
De technische gegevens zoals aangegeven op het typeplaatje mogen niet overschreden wor-
den.
2.5.5. Bij reiniging
Gebruik nooit oplosmiddelen of agressieve reinigingsmiddelen. Reinig het product uitsluitend
met een enigszins vochtige doek gemaakt van een niet-pluizende stof. Gebruik daarbij uitslui-
tend water en eventueel een mild reinigingsmiddel.
Gebruik bij de reiniging geen hogedrukreiniger.
Na de reiniging moet gecontroleerd worden of het product volgens de voorschriften functioneert.
2.5.6. Bij het onderhoud en reparatie
ruck toestellen vereisen bij gebruik volgens de voorschriften slechts weinig onderhoud. Zie
hiervoor a.u.b. alle aanwijzingen in hoofdstuk 10.
Zorg ervoor dat geen verbindingen van leidingen, aansluitingen en onderdelen losgemaakt
worden zolang het toestel niet volledig afgesloten is van de netstroom. Beveilig het toestel tegen
opnieuw inschakelen.
Afzonderlijke onderdelen mogen niet met elkaar worden verwisseld, d.w.z. dat bijvoorbeeld de
voor een bepaald product bestemde onderdelen niet voor andere producten gebruikt mogen
worden.
2.5.7. Afvalverwijdering
Verwijder het product volgens de nationale bepalingen van uw land.
www.ruck.eu
8
f
f
1
2
F7
F5
M5
f
f
1
2
F7
F5
!
!
i
!
i
F7
F5
1.
°C
f
f
2
1
!
i
F7
F5
1.
°C
f
f
2
1
!
i
F7
F5
1.
°C
f
f
2
1
140605
!
i
M5
F7
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Luchtlter (Paneellter)
lterklasse F7
Luchtlter (Paneellter)
lterklasse M5
Aansluiting condensaataoop
Warmtewisselaar (Rotatiewarm-
tewisselaar)
Voor de ingebruikname van het
toestel moet de gebruiksaanwij-
zing gelezen worden
Aansluitingen voor het verwar-
mingsregister
Aansluitingen voor koelers of
directe verdampers
2.6. Veiligheidsaanwijzingen op het toestel
(* optioneel volgens uitvoering)
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materi-
ele schade, verwondingen of de dood.
Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen
moet het toestel altijd volledig spanningsvrij gescha-
keld worden en moet het beveiligd worden tegen
opnieuw inschakelen!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewegen-
de onderdelen grijpen!
»Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware
letstels leiden.
Werken mogenpas na volledige stilstand van het loop-
wiel uitgevoerd worden!
Het binnendeel in geen geval met water of zelfs een ho-
gedrukreiniger reinigen. Voor de reiniging (loopwielen/
omkasting) mogen geen agressieve of licht ontvlambare
reinigingsmiddelen gebruikt worden.
Enkel milde zeeplogen gebruiken. De reiniging van het
loopwiel moet gebeuren door middel van een doek,
borstel of kwast.
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie!
»Het niet in acht nemen van waarschuwingssignalen
kan leiden tot letstels of materiële schade.
Bij eigengerichtigd onderhoud dreigt er gevaar voor
letsels of materiële schade en hierdoor vervalt de
garantie van de productent.
Voorzichtig! Spanningsgevraar!
»Het niet attent zijn op mogelijke gevaarlijke situaties
kan leiden tot de dood, verwondingen of materiële
schade.
Raak het oppervlak pas aan na afkoeling van de motor
en de verwarming!
Nooit in bewegende onderdelen!
»Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware
letstels leiden.
Werken mogenpas na volledige stilstand van het loop-
wiel uitgevoerd worden!
9
00
140189
140189
3
6
7
1
5 2 24
10 12
8
911
13
14
Idx
TeileId
Nederlands
4.1. Beschrijving van het toestel
3. Omvang van de levering
De levering omvat:
1 x ROTO KOMPAKT V, ventilatieapparaat
1 x afstandsbediening met stuurkabel
1 x montage- en gebruikshandleiding
4. Product- en vermogensbeschrijving
De ROTO K is een ventilatieapparaat met geïntegreerde rotatiewarmtewisselaar voor een optimale
recirculatie van warmte en vocht. Met in het apparaat geïntegreerde, grote paneelfilters M5 / F7, twee
EC-ventilatoren, luchttoe- en -afvoer, waternaverwarmer en regelingselektronica. Optioneel is er een
extra koel- of directverdampmodule verkrijgbaar Een afstandsbediening ter sturing en instelling van de
bedieningsparametersis wordt bij het toestel geleverd. De hoogwaardige omkasting bestaat uit eenka-
derloze metalen constructie met gladde binnen en buitenwanden. De behuizing is met 40 mm minerale
wol geïsoleerd. Het toestel kan met een constant volume worden ingeschakeld. De regeling met externe
sensoren maakt een aan de behoeften aangepaste ventilatie mogelijk.
Gedetailleerde gegevens:
Behuizing zonder kader uit verzinkt staal, zonder koudebreuken.
Demonteerbare rotatiewarmtewisselaar met riemaandrijving
Warmwater naverwarmer
Uittrekbare, grote paneelfilters M5 / F7
Volledig geïntegreerde regeling, klaar om in te pluggen.
Geïntegreerde hoofd- / werkschakelaar.
Extern bedieningsapparaat met besturingskabel.
Optioneel is er een extra koel- of directverdampmodule verkrijgbaar
Maximale transporttemperatuur 40 °C. (zie technische gegevens)
Beschermingsklasse: bij een reglementaire kanaal- en leidingsaansluiting, IP 41 (zie schakelschema).
Afb. 1:
Type: ROTO K ... V
Legenda
1. Behuizing
2. Deur
3. Hoofdschakelaar
4. Deurklink
5. Stelpoot
6. Kabeldoorgangen
7. Typeplaatje
8. Aansluiting warmteregister
9. Aansluiting toevoerlucht
10. Aansluiting afvoerlucht
11. Aansluiting toegevoerde lucht
12 Aansluiting buitenlucht
13. Afstandsbediening
14. Sturingskabel
www.ruck.eu
10
1825 24
16
2217 23
19
2
20
56 15
1
21
139918
!
i
M5
F7
25
2 4
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Type toestel:
ROTO K ... V
Afb. 2:
Type: ROTO K ... V
Legenda
15. Verwarmingsregister / Verhittingstoestel
16. Vorstbewakingscontroller
17. Toevoertemperatuurvoeler
18. Regelprintplaat
19. Veiligheidsanwijzingen
20. Scherm voor klemkast
21. Klemkastkanaal
22. Luchtler M5 - Afvoerlucht
23. Rotatiewarmtewisselaar
24. Luchtlter F7 - Toevoerlucht
25. EC-radiale ventilator
11
Nederlands
Afb. 3:
Transport van het toestel op een
palet met de vorkheftruck.
5. Transport en opslag
6. Opstelling en montage
Transport en opslag mogen uitsluitend gebeuren door vakpersoneel met inachtneming van de montage
-en gebruikshandleiding en de geldige voorschriften.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
De levering volgens afleverbon moet nagekeken worden op juistheid, volledigheid en beschadigingen.
Laat ontbrekende hoeveelheden of beschadigingen tijdens transport schriftelijk door de transporteur
bevestigen. Bij niet nakoming vervalt de aansprakelijkheid.
Het toestel heeft een gewicht van ca. 200 - 750 kg (afhankelijk van het type toestel).
Gewicht zie techn. specicaties.
Het transport moet met geschikte hefapparatuur in de originele verpakking of met de hiervoor bestem-
de transportapparaten uitgevoerd worden.
Bij het transport met een vorkheftruck moet erop gelet worden dat het toestel met het grondprofiel
resp. grondkader op de vorken van de heftruck resp. op een pallet volledig neergelegd wordt en het
zwaartepunt van het toestel tussen de vorken ligt (zie af
De bestuurder moet voor het besturen van de vorkheftruck bevoegd zijn.
Loop niet onder een zwevende last door.
Til het toestel uitsluitend bij de grondplaat op om het te transporteren! Nooit bij de handgrepen van
deuren of andere onderdelen!
Beschadiging en vervorming van de behuizing moet vermeden worden.
De opslag moet droog en weerbestendig in de originele verpakking gebeuren. Open pallets moeten
met dekzeilen afgedekt worden. Ook weerbestendige modules moeten afgedekt worden, omdat hun
weerbestendigheid pas na volledige montage gegarandeerd kan worden.
Opslagtemperatuur tussen –10 °C en +40 °C. Sterke temperatuurschommelingen moeten vermeden
worden.
Bij langdurige opslag (meer dan een jaar) moet de soepele bediening van de schoepenwielen en de
ventielen met de hand gecontroleerd worden.
Montagewerkzaamheden mogen uitsluitend door vaklieden uitgevoerd worden, met inachtneming van de
montage- en gebruikshandleiding en de geldende voorschriften en normen.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
Het fundament moet egaal en genivelleerd zijn. Het mag in geen enkel opzicht niveauverschillen of
onefenheden vertonen.
Geschikte fundamenten zijn: een volledige betonfundering, strokenfundering of een constructie van
stalen liggers. Bij strokenfundering en fundering met stalen liggers moet erop gelet worden dat de
toestellen met het grondprofiel (resp. grondkader) exact op de liggers worden geplaatst. Constructies
met stalen liggers moeten een aan de grootte van het toestel aangepaste stijfheid hebben.
Het toestel met behulp van een waterpas opstellen en in de juise stand brengen. Alleen bij een water-
pas gemonteerd toestel kan een foutloze condensafvoer gegarandeerd worden.
Alleen geschikte montagehulpmiddelen die ook beantwoorden aan de voorschriften mogen gebruikt
worden.
Het inbouwen moet voor onderhoud en reiniging goed toegankelijk zijn en met beperkte demontage-
kosten uit te voeren zijn.
Het toestel mag uitsluitend met toegelaten en daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen aan alle
bevestigingspunten gemonteerd worden.
Het toestel bei het inbouwen niet bevestigen.
Het toestel moet op een passende manier beveiligd worden.
Er mogen geen gaten in de behuizing geboord worden, noch mogen er schroeven ingedraaid worden.
Het kanaalsysteem mag niet door de behuizing opgevangen worden.
Voor de contactgeluidsontkoppeling wordt de aanbouw aan het knaalsysteem met elastische steunen
aanbevolen.
Men moet zorgvuldig controleren dat het kanaalsysteem niet kan worden afgesloten.
Er dient op te worden gelet dat het aanzuigkanaal direct is aangesloten op de aanzuiglucht.
N.B.: Aftakkingen in het aanzuigkanaal, bijvoorbeeld naar andere ventilatietoestellen, kunnen
bij te kleine kalibratie leiden tot onderdruk in het kanaal en daardoor tot storing in het toestel!
Het drukverlies in het buis- resp. kanaalsysteem mag het prestatievermogen van het toestel niet over-
stijgen! Het drukverlies in het kanaal mag 2/3 van de maximale druk van het toestel niet overstijgen
om nog een voldoende ventilatievermogen te kunnen bereiken. Hierdoor kan een storing vermeden
worden. Drukverliezen in het kanaal resp. kanaalsysteem worden nadelig beïnvloed door: lengte van
het kanaalsysteem, kleine buis- resp. kanaaldoorsnede, hoekstukken, extra filters, kleppen etc.
www.ruck.eu
12
--
+
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
6.4. Mediumaansluitingen / Waterregister
Voor de aansluiting van het waterregister moet het leidingsysteem grondig gereinigd worden!
Er mogen alleen toegelaten dichtingsmaterialen gebruikt worden (volgens DIN EN 751-2,
DVGW )!
Een waterzijdige aansluiting moet volgens de omschrijving op de warmtewisselaar uitgevoerd
worden.
Bij aansluiting van de pijpleiding op het toestel moet men bij het vastschroeven, de pijpleiding
goed vasthouden, bijv. met een tang!
De aansluiting moet zonder verdraaiingen of vervormingen uitgevoerd zijn!
Het ontluchtingssysteem moet ter plekke worden geïnstalleerd.
Alle buisleidingen en armaturen van de mediumaansluitingen moeten geïsoleerd worden!
Hydraulische schakelingen
Voor klimaattechnisch gebruik bestaan er drie grondschakelingen:
Omkeerschakeling
Bij de omkeerschakeling wordt alleen het heetwatergedeelte via het verwarmingsregister geleid.
De rest van het door de pomp getransporteerde water wordt langs het verwarmingsregister ge-
leid. In gevallen waarin de via het verwarmingsregister getransporteerde hoeveelheid water zeer
beperkt is, kan dit tot gevolg hebben dat tussen het bovenste en onderste deel van het register een
temperatuurverschil ontstaat. Er vormen zich temperatuurlagen, hetgeen kan leiden tot verkeerde
temperatuurmetingen in het kanaal of tot tochtverschijnselen in de ruimte. De omkeerschakeling
wordt gewoonlijk bij ventilatiekoeling gebruikt. Bij ventilatiekoeling wordt de lucht gedeeltelijk onder
de dauwpuntstemperatuur gekoeld en daardoor ontvochtigd.
Mengschakeling
Bij de mengschakeling wordt er voortdurend door de circulatiepomp een door het verwarmings-
register benodigde waterhoeveelheid getransporteerd en wordt slechts een – door de kleppositie
bepaalde – hoeveelheid heet water bijgemengd. Daardoor ontstaat een constante temperatuur over
het gehele warmteoppervlak. Het regelgedrag wordt daardoor verbeterd. Bovendoen wordt het risico
van bevriezing bij een lopende pomp kleiner, omdat door de voortdurende circulatie en de verhoogde
druk het vriespunt van het water daalt.De omkeerschakeling heeft t.o.v. de mengschakeling alleen
een voordeel als de afstanden tussen de driewegkogelhaan en de verwarmingsketel zeer groot zijn.
Afb. 5a:
Omkeerschakeling
Afb. 5b:
Mengschakeling
6.2. Ventilatieaansluitingen
Afb. 4:
Aansluiting luchtkanaal
6.1. Toegestane inbouwpositie
6.3. Gebruikslimieten
Gebruikslimieten binnenopstelling
Transportmiddel: -25°C tot +40°C
Opstellingsplaats: min. +5°C
Luchtkwaliteitsklasse EN 13779 ETA 1 / ETA 2
Voor de ventilatie van ruimten met emissiebronnen van de menselijke stofwisseling of bouwmateri-
alen en gebouwen, bijv. kantoren, openbare ruimten, vergaderzalen.
De inzetbaarheid met betrekking tot de behuizingscondensatie moet ter plaatse worden gecontro-
leerd, en zo nodig moeten de juiste maatregelen, zoals bijv. de ventilatie van het opstellingsbereik,
of een aanvullende isolatie van de buitenluchtaanzuigbereik
De ventilatieapparatuur is niet geschikt voor opstelling buitenshuis.
De apparaten mogen uitsluitend staande worden gemonteerd, de aansluitstukken zijn naar boven
gericht
In principe moeten de luchtaansluitingen zo lopen dat geen condensaat/regen of sneeuw uit de
luchtleiding het toestel binnen kan dringen.
Koude luchtleidingen in warme ruimten moeten worden geïsoleerd.
Warme luchtleidingen in koude ruimten moeten worden geïsoleerd.
Het gebruik van aardewarmtewisselaars in de winter wordt niet aanbevolen, omdat de vochtte-
rugwinning van het apparaat hierdoor nadelig wordt beïnvloed.
De kanaalaansluiting moet met 4 zeskantschroeven (M8 x 20) aan de behuizing worden beves-
tigd.
De luchtaansluitingen moeten minimaal worden afgestemd op de nominale aansluitmaat (NW). (Zie
onder 15. Technische gegevens)
13
+
Nederlands
Afb. 5c:
Injectieschakeling
7. Elektrische aansluiting
De elektrische installatie mag alleen door deskundige elektrotechnici uitgevoerd worden met inachtneming van
de montage- en gebruikshandleiding en de geldige nationale voorschriften, normen en richtlijnen:
EC, EN, DIN en VDE-voorschriften, inclusief alle veiligheidsregels.
Technische aansluitingsvoorwaarden (TAV).
Arbeidsbeschermingsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen (ABV, VVO).
Deze opsomming maakt geen aanspraak op volledigheid.
Bepalingen moeten onder eigen verantwoordelijkheid worden toegepast.
De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de bijbehorende schakel- en klemmenschema‘s!
Het soort kabel, de kabeldoorsnede en de wijze van leggen moeten worden bepaald door een gedi-
plomeerd elektromonteur!
Let op een gescheiden installatie van kabels van verschillende spanning!
In de toevoerleiding moet een alpolig schakelende scheidingsvoorziening met min. 3 mm contactope-
ning worden aangebracht!
Voor elke kabel moet een gescheiden kabeldoorvoer gebruikt worden!
Niet gebruikte kabeldoorvoeren moeten luchtdicht afgesloten worden!
Alle kabeldoorvoeren moeten zijn voorzien van een trekontlasting!
Er moet een potentiaalvereffening tussen het toestel en het kanaalsysteem worden aangebracht!
Na de elektrische aansluiting moeten alle veiligheidsmaatregelen gecontroleerd worden (aardings-
weerstand enz.)!
Aansluitingsruimte / aansluitingen aan het toestel.
De aansluitingsruimte bevindt zich in het toestel. Allereerst moet u de afdekplaat van de klemdooskanaal (zie
afb.7) verwijderen. Elke aan te sluiten leiding moet door een aparte kabelinvoering geleid worden en in de, in
het middendek van het toestel voorziene kabelkanaal (zie afb. 7) gelegd worden.
Leidingen, waardoor netspanning komt, moeten met de beschikbare trekontlastingen bevestigd worden.
Toevoerleiding van het toestel
De aansluitkabel moet worden aangesloten volgens het schakelschema. Voor het kalibreren van de leiding
moet rekening worden gehouden met het gegevensplaatje van het toestel en de desbetreffende richtlijnen.
Zorg voor een adequate afzekering.
Het leggen van de met een geringe spanning in beweging gezette stuurleidingen moet apart van de
netleidingen gebeuren.
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood.
Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig span-
ningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen!
Omdat de pomp voor het ventiel zit, hoopt zich bij het ventiel voortdurend heet water op, dat zo nodig
onmiddellijk aan het verwarmingsregister kan worden doorgestuurd. Bij de mengschakeling kan het
voorkomen dat het water in de leiding naar het ventiel afkoelt, zodat bij behoefte aan warmte eerst
de toevoerleiding moet worden overbrugd.
Injectieschakeling
De combinatie van deze schakelingen is de injectieschakeling; deze wordt in het algemeen aanbe-
volen.
www.ruck.eu
14
1
3
2
4
5 6
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Het gebruik van het toestel is uitsluitend toegelaten met een reglementaire beveiliging tegen
overstroom.
Dit moet worden geconfigureerd door een elektromonteur.
De aanbevolen bescherming kan worden overgenomen uit het bijgevoegde schakelschema..
7.1. Beveiliging tegen overstroom
Type Beveiliging
ROTO K 1050 V 3 x 10 A
ROTO K 1700 V
3 x 10 A
ROTO K 2800 V
3 x 16 A
ROTO K 4200 V 3 x 16 A
Afb. 7:
aansluitingsruimte
(1) Regelprintplaat
(2) Scherm voor klemkast
(3) kabelgoot
Afb. 8:
kabeldoorvoeringen
(4) kabeldoorvoering aansluiting op het
stroomnet
(5) Kabeldoorvoering sensoren /
actoren
(6) kabeldoorvoering bedieningspaneel
7.2. Beschrijving externe in- en uitgangen
Vrijgave van het toestel
Het toestel kan door een extern, spanningsvrij contact in- en uitgeschakeld worden (zie schakelschema).
Op deze aansluiting mag in geen geval een externe spanning worden aangesloten. Dit zou leiden tot
beschadiging van de besturing. Voor de aansturing is elk apparaat geschikt waarbij een potentiaalvrij
contact beschikbaar is (bijv. gebouwbeheersysteem). Dit contact moet beslist tegen externe spanning
geïsoleerd zijn, omdat anders in geval van een storing gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.
Het leggen van de met een geringe spanning in beweging gezette stuurleidingen moet apart van
de netleidingen gebeuren.
Bewegingsmelder
Op de besturing kan een bewegingsmelder worden aangesloten. Bij een gesloten contact gaat het
apparaat in de bedrijfsmodus “Spuiventilatie” voor de onder parameter 30 ingestelde nalooptijd.
Extern contact potentiaalvrij.
Vrijgave van de circulatiepomp
Op de sturing kan een circulatiepomp worden aangesloten (zie schakelschema). Bij vraag naar
warmte wordt de regeling van het warmteventiel geopend en de uitgang „circulatiepomp“ geacti-
15
Nederlands
Storing van het toestel
Bij een storing in het toestel wordt gelijktijdig met de foutmelding op de display een relais geschakeld.
Er staat een sluitend en openend signaal ter beschikking (zie schakelschema). Elektrische aansluiting
van het wisselcontact met U = 230 VAC en Imax = 2A. (Er bestaat geen dubbele isolering naar de net-
leidingen)
Vorstbeschermingsthermostaat
Een externe vorstbeschermingsthermostaat kan worden aangesloten op de regeling. Zodra de tem-
peratuur onder de ingestelde waarde valt, worden de kleppen gesloten, de circulatiepomp inge-
schakeld en de verwarmingsklep geopend. Als na 20 minuten de ingestelde waarde niet is bereikt,
schakelt de installatie zichzelf volledig uit en op het bedieningspaneel verschijnt de storingsmelding
F7 vorstbeveiliging. De circulatiepomp blijft ingeschakeld en de verwarmingsklep geopend. Stijgt
de luchttoevoertemperatuur binnen de 20 minuten weer, dan gaat het apparaat weer in de normale
modus.
Externe ingang 0 - 10V
Voor een naar behoefte geregelde ventilatorregeling kan een externe meetomvormer op de 0 - 10V
ingang worden aangesloten. De ventilatorregeling vindt plaats volgens de parameters, zie 9.2. Inge-
bruikneming niveau.
Externe druksensor
Voor een gebruik van het apparaat met constante drukregeling kunnen twee druksensoren op de
regeling worden aangesloten, één sensor voor de afvoerluchtdruk, één sensor voor de toevoerlucht-
druk.
Vrijgave koelsysteem /koelbron
Er wordt een spanningsvrij contact ter beschikking gesteld om een koudebron vrij te geven (zie scha-
kelschema). Is er vraag naar koude, dan wordt het contact gesloten. Elektrische aasluiting met U =
230 VAC en Imax = 2A. Er bestaat geen dubbele isolering naar de netleidingen.
P 22 0 = verwarmen (water) 0-10V (X15: 5,9) Parallel aan de driepuntsbesturing Verwarmen
1 = koelen (water) 0-10V (X15: 5,9) Parallel aan de driepuntsbesturing Koelen
2 = verwarmen en koelen (water)
Als contact vrijgave koudemachine geopend is, 0-10 V Verwarmen (X15: 5,9)
Als contact vrijgave koudemachine geopend is, 0-10 V Koelen (X15: 5,9)
3 = Verwarmen condensator en Koelen directe verdam-
per
Als contact vrijgave koudemachine geopend is, 0-10 V Verwarmen (X15: 5,9)
Als contact vrijgave koudemachine geopend is, 0-10 V Koelen (X15: 5,9)
veerd. Een aangesloten pomp moet gezekerd en geblokkeerd zijn.
Elektrische aansluiting met U = 230 VAC en Imax = 2A.
Brandmelder
Extern potentiaalvrij brandmeldcontact schakelt het apparaat uit. Op display bedieningseenheid “Sto-
ring brandbeveiliging”. Bij deze melding moet een handmatige reset plaatsvinden.
Modbus RTU
Communicatie-interface met ModBUS RTU-protocol is al in de standaarduitvoering geïntegreerd.
Het gebouwbeheersysteem kan via Modbus rechtstreeks worden aangesloten op de geïntegreerde
interface. Om meerdere apparaten op de bus te kunnen integreren is een adapterkaart (accessoire)
nodig.
Verder kan het toestel via de ruck view software gevisualiseerd worden. Alle parameters, werkelijke
en standaardwaarden kunnen via ruck view worden aangestuurd.
3-weg-klep verwarmen
Temperatuurregeling voor optionele warmwaterbatterij, bijv. voor actief verwarmen voor het voorzien
in de warmtebehoefte via het ventilatiesysteem. Regeluitgang voor 3-punts regeling. Uitgangsspan-
ning 230V.
3-weg-klep koelen
Temperatuurregeling voor optionele koudwaterbatterij, bijv. voor actief koelen van de buitenlucht via
het ventilatiesysteem. Regeluitgang voor 3-punts regeling. Uitgangsspanning 230V.
0-10V verwarmen / 0-10V koelen
Regeloutput voor driepuntsbesturing of directe verdamper.
www.ruck.eu
16
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
8. Ingebruikname
De ingebruikname door deskundig vakpersoneel mag pas gebeuren indien risico‘s uitgesloten zijn. De
volgende tests moeten met inachtneming van de montage-en gebruikshandleiding en de geldende voor-
schriften worden uitgevoerd:
Toestel en kanaalsysteem moeten zijn gemonteerd volgens de voorschriften.
Het kanaalsysteem, het toestel en mediumleidingen (indien voorhanden) moeten gechecked worden
wat betreft vreemde objecten en indien nodig moeten deze verwijderd worden (spoelen)!
De aanzuigopening en toevoerleiding naar het toestel moeten vrij zijn!
Alle mechanische en elektrische beschermingsmaatregelen moeten gecontroleerd worden (bijv.
aarding)!
Spanning, frequentie en stroomsoort van de netaansluiting moeten met het gegevensplaatje overeen-
stemmen!
Elektrische aansluitingen en bedradingen checken!
Controleer alle aangesloten elektrische schakel-, veiligheids-, en besturingsapparaten!
Het toestel mag niet bij een geopende omkasting ingeschakeld worden!
De stroomopname bij nullasttoerental meten en met de nominale stroom vergelijken!
Controleer de ventilator op overmatig trillen en overmatige geluidsontwikkeling!
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood.
Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig span-
ningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewegende onderdelen grijpen!
»Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware letstels leiden.
Werken mogenpas na volledige stilstand van het loopwiel uitgevoerd worden!
Voorzichtig! Spanningsgevraar!
»Het niet attent zijn op mogelijke gevaarlijke situaties kan leiden tot de dood, verwondingen
of materiële schade.
Raak het oppervlak pas aan na afkoeling van de motor en de verwarming!
Zodra de standaardwaarde wordt bereikt of de temperatuur van de toegevoerde ventilatielucht onder
de 16 °C zakt, wordt het contact geopend.
Bedieningseenheid
De bedieningseenheid wordt door middel van de bijgevoegde sturingskabel met de regeling van het
toestel verbonden.
Aan het Bedieningseenheid wordt een stekker van de sturingskabel direct van onder in de contact-
doos gestoken (zie afb. 9 Bedieningseenheid). Aan het toestel wordt de sturingskabel eerst door een
kabeldoorgang geleid (zie afb. 8), in het kabelkanaal gelegd en vervolgens in de daarvoor voorziene
RJ10 - conactdoos aan de regelprintplaat aangesloten. De besturingskabel mag niet ingekort wor-
den. Overschietende stukken kabel moeten buiten het toestel geplaatst worden. Wanneer de kabel
te kort is, kunnen verlengingen bij de producent of leverancier besteld worden. Alternatief kan ook
een 4-aderinge datakabel met 120 Ohm karakteristieke impedantie aangesloten worden. Deze wordt
door de achterwand van de bedieningseenheid gevoerd en op de veerklemmen aangesloten. In het
toestel wordt de leiding op de regelprintplaat, in plaats van op de RJ10-contactdoos, op de daar-
naastliggende pennestreekklemmen aangesloten (zie schakelschema).
17
C
9:51
1
2
34
B
A
5
9:51 9:51
0% 4%
21,0°C
9:51
Nederlands
9. Werking
9.1. Bedieningseenheid
Afb. 9: Bediening-
seenheid
Met het bedieningspaneel is de selectie en besturing van verschillende apparaatfuncties mogelijk.
In de bedieningseenheid is een temperatuursensor (sensor voor ingestelde waarde) geïntegreerd
voor de identicatie van de kamertemperatuur. Via de display wordt de status van de verschillende
functieparameters aangegeven en worden foutmeldingen weergegeven. U kunt tussen verschillende
menuonderdelen voor de weergave kiezen resp. instellingen voor uw apparaat doorvoeren en waar-
den veranderen.
A) Bedieningseenheid
B) Displayweergave: Modusweergave
1) AAN/UIT knop:
2) Standaardtemperatuur:
3) Ventilatieniveaus:
4) Instellingen:
5) Weergave: huidige tijd
C) Besturingskabel
Knop Timer dag/nacht
Knop Werkelijk waarden
Knop Timer AAN/UIT
Knop Activeren timer
Knop Taal
Knop Instellen huidige tijd
Ingebruikneming niveau
(deskundig personeel)
Weergave gebruiker-
sniveau
Knop OK
Knop Modusparameter
Knop Parameter voor inbedrijfstelling
KEUZEMENU
MODUSWEERGAVE Weergave Appa-
raat UIT
Weergave Appa-
raat AAN
9.2. Menu Functies
www.ruck.eu
18
10:44
10:44
0% 4%
21,0°C
10:44
0% 4%
21,0°C
9:51
9:51
9:51
9:51 9:51
10:44
0% 4%
21,0°C
10:44
0% 4%
21,0°C
P 2
23,5°
3 x
P 2
23,5°
P 2
23,5°
P 2
22,0°
22,0°
P 2
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
In-/uitschakelen van het toestel op de bedieningseenheid.
Door op de „AAN/UIT“ knop te drukken wordt het apparaat in- of uitgeschakeld.
Op de display verschijnt slechts de fabrieksinstelling van het toestel, met de actuele waarden!
»Weergave van de ingestelde temperatuur.
»Timer
»Vervuilingsgraad van de lter
»CO² / VOC regeling
Gewenste temperatuur veranderen
Bij de eerste ingebruikname wordt een ingestelde temperatuur van 21°C
aangegeven. Deze status wordt weergegeven op de display. Met be-
hulp van de knoppen „▲“ en „▼“ kan de standaardwaarde op het bedie-
ningspaneel worden verhoogd resp. verlaagd. (Het instelbereik wordt door
de parameters P 1 en P 2 begrensd).
Ventilatorniveau wijzigen
Bij de eerste inbedrijfstelling staat het ventilatorniveau standaard ingesteld
op 2.
Deze instelling wordt weergegeven op de display. Met behulp van de knop-
pen „▲“ en „▼“ kan het ventilatorniveau op het bedieningspaneel worden
verhoogd resp. verlaagd.
9.3. Standaardtemperatuur en ventilatorniveaus wijzigen
MAX-WAARDE
In de bedieningshandleiding gearceerde velden geven aan dat de waarden daarin kunnen worden
gewijzigd. Om deze te wijzigen, moet de waarde worden geselecteerd, waarna deze een grijze on-
dergrond krijgt.
Nu kunt u met de knoppen „▲“ en „▼“ de waarde veranderen.
MAX-WAARDE MAX-WAARDE
Zodra u de gewenste waarde hebt ingevoerd, kunt
u dit met een druk op de knop bevestigen. Daarna
kunt u verder in het menu met de knoppen „▲“ en
„▼“ of met de knop „OK“ terug naar de modus-
weergave.
9.4. Waarden wijzigen algemeen
MAX-WAARDE
MAX-WAARDE
19
9:51
9:51
9:51
9:51
V1.0
Nederlands
9.5. Aanpassing van de parameters van de bedieningseenheid
Selecteer de parameter van de taalinstellingen via de knop „Taal“. Nu kunt u met de knoppen „▲“ en
„▼“ de gewenste taal selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende talen:
0 DEUTSCH
Om in het menu te komen voor het instellen van de parameters van het bedieningspaneel, klikt u op
de knop „Instellingen“.
Op de display verschijnt het keuzemenu. Door op de gewenste knop te klikken, schakelt u vervolgens
over naar de door u gewenste parameter.
Door bevestigen met de knop „OK“ wordt de ingestelde taal overgenomen.
De display toont het statusscherm.
9.5.1. Taal instellen
0 DEUTSCH Duits
1 ENGLISH Engels
2 FRANCAIS Frans
3 DANSK Deens
4 ESPANOL Spaans
5 NEDERLANDES Nederlands
6 PORTUGUES Portugees
7 POLSKI Pools
8 SLOVENCINA Slowaaks
9 ROMANA Roemeens
10 РУССКИЙ Russisch
11 TURKISH Turks
12 SLOVENSCINA Sloveens
13 HRVATSKI Kroatisch
14 MAGYAR Hongaars
15 MONGOLOOR Mongools
16 SUOMI Fins
17 CESKY Tsjechisch
18 SVENSKA Zweeds
www.ruck.eu
20
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
0% 4%
21,0°C
9:51
148 m³/h
148 m³/h
ODA: EHA:
15,0°C 16,5°C
SUP: ETA:
23,2°C 21,0°C
23,0°C
V1,4
30 PA
35 PA
500 PPM
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
9.6. Weergave gebruikersniveau
Keuzemenu
Hier komt u door op de knop „Werkelijke waarden“ te drukken in de weergave van de werkelijke
waarden terecht.
Werkelijke waarden
Alleen weergave, hier kan niets worden gewijzigd.
Met de knoppen „▲“ en „▼“ kunnen vervolgens de afzonderlijke menuonderdelen worden opgeroe-
pen. Door op de knop „OK“ te drukken, kunt u op elk gewenst moment terug naar de modusweergave.
In het gebruikersmenu schakelt u over, door op de knop „Instellingen“ te klikken. De display schakelt
dan over naar het keuzemenu.
Temperaturen
Aanduiding van de actueel heersende luchttemperatuur in het toestel.
ODA » Buitenluchttemperatuur
SUP » Toevoertemperatuur
ETA » Afvoertemperatuur
EHA » Temperatuur uitlaatlucht
Kamertemperatuur
Hier wordt de waarde van de huidige kamertemperatuur weergegeven, die door een temperatuur-
voeler in het bedieningspaneel wordt gemeten.
De waarde achter V laat u zien van welke softwareversie uw toestel gebruik maakt!
Drukverlies bij de lter
Aanduiding voor het actuele drukverlies bij de lters.
Werkelijke waarde volumestroom
Weergave actuele gerealiseerde volumestroom.
Luchtkwaliteit
Weergave voor de huidige luchtkwaliteit
Wordt uitsluitend weergegeven bij een ingeschakelde CO2- of VOC sensor.
TOEVOERLUCHT
AFVOERLUCHT
KAMERTEMPERATUUR
TOEVOERLUCHT
AFVOERLUCHT
LUCHTKWALITEIT
21
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
0% 4%
21,0°C
h
0001001001010001
i
0000000000101111
0 X 10
0
h
0001001001010001
i
0001001001010001
UNUSED
UNIT ENABLE
UNUSED
UNIT ENABLE
Nederlands
UITGANGEN
INGANGEN
BEDRIJFSUREN
FILTERWISSEL
UITGANGEN
INGANGEN
Uitgangen besturingseenheid
Weergave van de toegewezen uitgangen van de besturingseenheid.
Ingangen besturingseenheid
Weergave van de toegewezen ingangen van de besturingseenheid.
Bedrijfsuren
Huidig aantal bedrijfsuren van het toestel tijdens bedrijf.
Waarde x 10 in uren!
Filterwisselteller
Aantal vervangen lters! De waarde wordt automatisch verhoogd na elke ltervervanging.
De afzonderlijke uitgangen kunnen met de
knoppen „▲“ en „▼“ worden opgeroepen.
Ga bij de keuze steeds van rechts naar links
te werk.
Aanduiding:
0 = geen relais geschakeld
1 = relais geschakeld
De afzonderlijke ingangen kunnen met de
knoppen „▲“ en „▼“ worden opgeroepen.
Ga bij de keuze steeds van rechts naar links
te werk.
Aanduiding:
1 = is van toepassing (true)
0 = is niet van toepassing (false)
Positie: Betekenis:
Aanduiding:
1 niet gebruikt
UNUSED
2 niet gebruikt
UNUSED
3 1 = aan
ENABLE COLDNESS
4 1 = aan
ROTOR MOTOR
5 niet gebruikt
UNUSED
6 1 = gaat open
HEAT.VALVE OPEN
7 1 = gaat dicht
HEAT.VALVE CLOSE
8 1 = aan
CIRCULATOR PUMP
9 1 = fout
FAULT RELAIS
10 1 = gaat dicht
AIR FLAP CLOSE
11 1 = gaat open
AIR FLAP OPEN
12 1 = gaat open
COOL.VALVE OPEN
13 1 = gaat dicht
COOL.VALVE CLOSE
14 1 = aan
ENABLE FRQ. CONV.
15 niet gebruikt
UNUSED
16 niet gebruikt
UNUSED
Positie: Betekenis:
Aanduiding:
1
UNIT ENABLE
2 1 = OK
FRQ. CONVERT.FAULT
3 1 = OK
MOTOR PROTECTION
4 1 = OK
FROST PROTECTION
5
MOTION DETECTOR
6 1 = OK
FIRE PROTECTION
7
ROTATION CONTROL
8 1 = OK
ROTOR PROTECTION
9 niet gebruikt
UNUSED
10 niet gebruikt
UNUSED
11 niet gebruikt
UNUSED
12 niet gebruikt
UNUSED
13 niet gebruikt
UNUSED
14 niet gebruikt
UNUSED
15 niet gebruikt
UNUSED
16 niet gebruikt
UNUSED
www.ruck.eu
22
9:51
XXX
9:51
9:51
9:51
ROTOK 1000
ROTOK 1700
ROTOK 2800
ROTOK 4200
ROTOK 7500
9:51
9:51
9:51
9:51
0% 4%
21,0°C
P13
TYP
ROTOK-S
P29
ROTOK-TYP
ROTOK 1700
P29
ROTOK-TYP
ROTOK 1700
P14
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
ZOND. EXT.SENSOR
CO2
VOC
EXT.REG.
9.7. Menuniveau modusparameter (vakkundig) ROTO K
Fabrieksinstelling
9.7.1. Type regeling ROTO K-S: Constante volumestroomregeling
P 29 ROTO K-TYP
ROTO K 1000 / ROTO K 1700 / ROTO K 2800 / ROTO K 4200 /
ROTO K 7500 Standaardfabrieksinstelling.
SENSORTYPE
ZOND. EXT.SENSOR
Fabrieksinstelling
P 13 ROTO K-S
Getrapte regeling met constant volume modus
Als u het regeltype constante volumestroomregeling overneemt, moeten de volgende parameters
worden ingesteld/gecontroleerd.
P 14 zonder externe sensor
Constante volumestroomregeling is actief
eveneens te selecteren
U schakelt over naar het niveau van de inbedrijfstelling, door op de knop „Instellingen“ te drukken. De
display schakelt dan over naar het keuzemenu.
Keuzemenu
Hier komt u , door op de knop „Modusparameter“ te drukken op het niveau van de modusparameter
terecht.
Hier dient u een wachtwoord in te voeren. Dit wachtwoord is 30 minuten geldig. Na verloop van die
30 minuten moet het wachtwoord opnieuw worden ingevoerd om wijzigingen te kunnen doorvoeren.
Wachtwoord: 0213 (wordt als XXX naast de tijd weergegeven)
Nu moet nog een keer de knop Modusparameter worden geselecteerd.
Type sensor -ZOND. EXT.SENSOR-
23
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
P15
650 m³/h
P16
650 m³/h
P17
850 m³/h
P18
850 m³/h
P19
1200 m³/h
P28
1200 m³/h
Nederlands
MIN. VENTILATIE
TOEVOERLUCHT
MIN. VENTILATIE
AFVOERLUCHT
BASISVENTIL
TOEVOERLUCHT
BASISVENTIL
AFVOERLUCHT
BOOSTVENTILATIE
TOEVOERLUCHT
BOOSTVENTILATIE
AFVOERLUCHT
Voor vervolg zie pagina 29!
P 19 boostventilatie toevoerlucht / P 28 boostventilatie afvoerlucht
Het ventilatietoestel schakelt bij het sluiten van het externe contact bewegingssensor en in stand 3
naar de in P19 en P28 ingestelde volumestroom.
P 15 / minimale ventilatie toevoerlucht / P 16 minimale ventilatie afvoerlucht
Verder kan een volumestroom voor een “Minimale ventilatie (verlaging nachttemperatuur) worden
ingesteld. Deze parameter wordt via de tijdschakelklok of stand 1 aangestuurd en kan via het totale
luchthoeveelheidbereik worden ingesteld.
P 17 basisventilatie toevoerlucht / P 18 basisventilatie afvoerlucht
De volumestroom bestemd voor de „BASISVENTILATIE“ wordt bij het bedieningspaneel ingesteld in
m³/h en aangestuurd via de parameters P17 en P18 op stand 2. De kanaaldruk voor de BASISVEN-
TILATIE wordt op de bedieningseenheid ingesteld in Pa. De kanaaldruk kan voor toevoerlucht en
afvoerlucht apart worden ingesteld. P 14 Externe regeling
www.ruck.eu
24
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
P23
0 V 0
P24
10V 2000
P20
1400 PPM
P14
P29
P14
CO2
P14
CO2
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
EXT. SENSOR
EXT. SENSOR
LUCHTKWALITEIT
Voor vervolg zie pagina 29!
SENSORTYPE
ZOND. EXT.SENSOR
Fabrieksinstelling
SENSORTYPE
ZOND. EXT.SENSOR
SENSORTYPE SENSORTYPE
P 23 en P 24
Deze instellingen kunnen worden opgemaakt uit het meetbereik van de toegepaste meetomvormer.
Bij apparaten met reeds geïntegreerde CO2-sensor is het meetbereik al vastgelegd.
Voorbeeld: Meetbereik sensor 0 - 5000 ppm
P 23 = 0
P 24 = 5000
P 20 luchtkwaliteit
Bij gebruik van externe meetomvormers wordt onder parameter P 20 de grenswaarde ingesteld
waarbij het apparaat op max. luchtvermogen werkt.
Voorbeeld:
Klaslokaal CO²: Meetbereik sensor 0 - 5000 ppm
VOC: Meetbereik sensor 0 - 5000 ppm
P 14 sensortype CO2
Volumestroom naar behoefte geregeld via CO2 in de afvoerlucht.
Type sensor -CO2-
25
9:51
9:51
9:51
9:519:51
9:51
9:51
9:51
P14
P29
P14
CO2
P14
VOC
P14
VOC
P23
0 V 0
P24
10V 2000
P20
1400 PPM
Nederlands
SENSORTYPE
ZOND. EXT.SENSOR
Fabrieksinstelling
SENSORTYPE
ZOND. EXT.SENSOR
SENSORTYPE
SENSORTYPESENSORTYPE
EXT. SENSOR
EXT. SENSOR
LUCHTKWALITEIT
Voor vervolg zie pagina 29!
P 14 sensortype VOC
Volumestroom naar behoefte geregeld via externe meetomvormer (VOC).
Type sensor -VOC-
P 23 en P 24
Deze instellingen kunnen worden opgemaakt uit het meetbereik van de toegepaste meetomvormer.
Bij apparaten met reeds geïntegreerde CO2-sensor is het meetbereik al vastgelegd.
Voorbeeld: Meetbereik sensor 0 - 5000 ppm
P 23 = 0
P 24 = 5000
P 20 luchtkwaliteit
Bij gebruik van externe meetomvormers wordt onder parameter P 20 de grenswaarde ingesteld
waarbij het apparaat op max. luchtvermogen werkt.
Voorbeeld:
Klaslokaal CO²: Meetbereik sensor 0 - 5000 ppm
VOC: Meetbereik sensor 0 - 5000 ppm
www.ruck.eu
26
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
P14
P29
P14
CO2
P14
P14
VOC
P14
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
SENSORTYPE
ZOND. EXT.SENSOR
Fabrieksinstelling
SENSORTYPE
ZOND. EXT.SENSOR
SENSORTYPE
SENSORTYPE
EXT.REG.
SENSORTYPE
SENSORTYPE
EXT.REG.
Voor vervolg zie pagina 29!
P 14 Externe regeling
Externe volumestroomregeling via 0 - 10 V ingang (zie schakelschema).
Type sensor -EXT.REG.-
27
9:51
ROTOK 1000
ROTOK 1700
ROTOK 2800
ROTOK 4200
ROTOK 7500
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51 9:51
P29
ROTOK-TYP
ROTOK 1700
9:51
P13
TYP
ROTOK-S
P13
TYP
ROTOK-S
P13
TYP
ROTOK-P
P13
TYP
ROTOK-P
P29
ROTOK-TYP
ROTOK 1700
P15
150 PA
P16
150 PA
P17
180 PA
P18
180 PA
Nederlands
MIN. VENTILATIE
TOEVOERLUCHT
MIN. VENTILATIE
AFVOERLUCHT
BASISVENTIL
TOEVOERLUCHT
BASISVENTIL
AFVOERLUCHT
Voor vervolg zie pagina 29!
P 29 ROTO K-TYP
ROTO K 1000 / ROTO K 1700 / ROTO K 2800 / ROTO K 4200 /
ROTO K 7500 Standaardfabrieksinstelling.
P 15 / minimale ventilatie toevoerlucht / P 16 minimale ventilatie afvoerlucht
Verder kan een volumestroom voor een “Minimale ventilatie (verlaging nachttemperatuur) worden
ingesteld. Deze parameter wordt via de timer aangestuurd en kan binnen het toegestane drukbereik
worden ingesteld.
P 17 basisventilatie toevoerlucht / P 18 basisventilatie afvoerlucht
De kanaaldruk voor de BASISVENTILATIE wordt op de bedieningseenheid ingesteld in Pa. De ka-
naaldruk kan voor toevoerlucht en afvoerlucht apart worden ingesteld.
P 13 ROTO K-P Constante drukregeling
De bedrijfsmodus P is de normale regeling als gebruik wordt gemaakt van een variabel luchtvermo-
gen met een volumestroomregelaar. Op de bedieningseenheid kan de gewenste toevoerluchtdruk en
afvoerluchtdruk worden ingesteld. Voor deze bedrijfsmodus zijn als toebehoren 2 stuks SEN P
druksensoren nodig. Het apparaat regelt de luchthoeveelheidbalans niet. Voor deze bedrijfsmodus
wordt een naverwarmer aanbevolen, omdat de luchthoeveelheidbalans niet kan worden geregeld.
9.7.2. Type regeling ROTO K-P: Constante drukregeling
Select control type, then press and hold
the „▲“ button for 4s to change the con-
trol type.
www.ruck.eu
28
9:51
9:51
9:51 9:51
9:51
9:51
9:51
9:51 9:51
P13
TYP
ROTOK-S
P13
TYP
ROTOK-S
P29
ROTOK-TYP
ROTOK 1700
P29
ROTOK-TYP
ROTOK 1700
P15
150 PA
P17
180 PA
P13
TYP
ROTOK-P
P13
TYP
ROTOK-PV
P13
TYP
ROTOK-PV
ROTOK 1000
ROTOK 1700
ROTOK 2800
ROTOK 4200
ROTOK 7500
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
MIN. VENTILATIE
TOEVOERLUCHT
BASISVENTIL
TOEVOERLUCHT
P 29 ROTO K-TYP
ROTO K 1000 / ROTO K 1700 / ROTO K 2800 / ROTO K 4200 /
ROTO K 7500 Standaardfabrieksinstelling.
Voor vervolg zie pagina 29!
P 13 ROTO K-PV Constante drukregeling met evenwichtige luchthoeveelheidbalans
De bedrijfsmodus PV is ontworpen voor luchtdichte energiezuinige gebouwen met variabele luchtca-
paciteiten door volumestroomregelaars. Het apparaat stemt automatisch de luchthoeveelheidbalans
af als een bepaald bereik in- of uitgeschakeld wordt. Op de bedieningseenheid wordt alleen de
gewenste ‘toevoerluchtdruk’ ingesteld. Dit hoeft niet te worden bevestigd door de volumestroomre-
gelaar.
P 15 minimale ventilatie toevoerlucht
Verder kan een kanaaldruk voor een “MINIMALE VENTILATIE (verlaging nachttemperatuur) worden
ingesteld. Deze parameter wordt via de timer aangestuurd en kan binnen het toegestane drukbereik
worden ingesteld.
P 17 basisventilatie toevoerlucht
De toevoerluchtdruk voor de BASISVENTILATIE wordt op de bedieningseenheid ingesteld in Pa.
De volumestroom van de afvoerlucht wordt automatisch aangepast aan de volumestroom van de
toevoerlucht. Uitgebreid inregelen kan zo vervallen en de luchthoeveelheidsbalans voor de ventilatie
van het gebouw kan automatisch worden gerealiseerd.
9.7.3. Type regeling ROTO K-PV: Constante drukregeling met evenwichti-
ge luchthoeveelheidbalans
Select control type, then press and hold
the „▲“ button for 4s to change the con-
trol type.
For this operating mode is required 1 x SEN P pressure sensor
as accessory.
29
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
P21
P21
P21
P21
P22
P22
P22
P22
Nederlands
TOEV.L TEMP REG.
TOEV.L TEMP REG.
AFVOERL.TEMP RGL
KAMERTEMP.REG.
VERWARMEN
VERWARMEN
Fabrieksinstelling
Fabrieksinstelling
KOELEN
VERWARMEN-KOELEN
P 22 Verwarmen
De ventilatie-installatie werkt in de warmteterugwinmodus
en met warmwaterverwarmingsregisters of externe elektro-
verwarmingsregisters*.
3-punts regeling of 0-10V
P 22 Koelen
Het ventilatiesysteem wordt gebruikt in de WTW-modus.
3-punts regeling of 0-10V
P 22 Verwarmen en koelen
Alleen met de optie Warmwaterverwarmingsregister of
Elektroverwarmingsregister* en de optie Koelregister.
verwarmen: 3-punts regeling of 0-10V
koelen: potentiaalvrije uitgang AAN / UIT,
3-punts regeling of 0-10V
P 21 Kamer-, toevoer- of afvoertemperatuurregeling
De kamer,- toevoer- of afvoertemperatuurregelaar vergelijkt de bij de temperatuurvoelers
gemeten luchttemperatuur met de bij het bedieningstoestel ingestelde temperatuur. Bij
verwarming zorgt de regelaar er bij een afwijking tussen gewenste en actuele tempera-
tuur voor dat de verwarmingscapaciteit wordt verhoogd resp. verlaagd.
P 21 Toevoerluchttemperatuurregeling
Bij de toevoertemperatuurregeling wordt geen rekening ge-
houden met evt. externe warmte.
Toevoerluchttemperatuur vast ingesteld. Geen andere in-
stelmogelijkheid
P 21 afvoerluchttemperatuurregeling
Bij de afvoertemperatuurregeling wordt rekening gehou-
den met een in de ruimte aanwezige externe warmte; door
aanpassing van de toevoertemperatuur wordt dit gecom-
penseerd. Temperatuur van de afvoerlucht vast ingesteld.
Geen andere instelmogelijkheid
P 21 ruimtetemperatuurregeling
Bij de kamertemperatuurregeling wordt rekening gehou-
den met een in de kamer aanwezige externe warmte; door
aanpassing van de toevoertemperatuur wordt dit gecom-
penseerd. De kamertemperatuurvoeler bevindt zich in de
bedieningseenheid.
De volgende parameters gelden voor alle regeltypen:
www.ruck.eu
30
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
0% 4%
21,0°C
P22
P25
100 PA
P26
100 PA
P27
P30
P27
P27
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
DIR.VERDAMPING
VERWARMEN-KOELEN
TOEVOERFILTER
AFVOERFILTER
FILTER KALIBREREN
NALOOPTIJD
5 MIN
FILTER KALIBREREN
KLAAR
P 26 Afvoerlter drukverlies
Instelling van het drukverlies bij de toevoerlter tot de lter vervuild is resp. tot een vervui-
lingsgraad van 100% is bereikt. De huidige vervuilingsgraad kan worden afgelezen op het
statusscherm. De fabrieksinstelling bedraagt 100 Pa.
Indien een ander ltertype gebruikt wordt, moeten de instellingen worden geoptimaliseerd.
P 27 Filter kalibreren
Het kalibreren van het drukverlies bij een niet-vervuild lter.
De gekalibreerde waarde komt overeen met 0% vervuilingsgraad.
Voor de lterijking moet de complete ventilatie-installatie
voltooid zijn.
Door op de knop „▲“ te drukken beweegt het apparaat au-
tomatisch naar de ijkmodus. Op display knippert “FILTER
IJKEN”.
P 25 Toevoerlter drukverlies
Instelling van het drukverlies bij de toevoerlter tot de lter vervuild is resp. een vervui-
lingsgraad van 100% is bereikt. De huidige vervuilingsgraad kan worden afgelezen op het
statusscherm. De fabrieksinstelling bedraagt 100 Pa.
Indien een ander ltertype gebruikt wordt, moeten de instellingen worden geoptimaliseerd.
P 30 nalooptijd
Onder deze parameter wordt de uitschakelvertraging van de ingang ‘bewegingsmelder
ingesteld. Het apparaat stelt zich in op de onder parameter 19 en 28 ingestelde waarde
voor boostventilatie voor de ingestelde tijd.
Na voltooide ijking meldt de display “GEREED”.
P 22 verwarmen en koelen (directe verdamper)
Alleen met de optie Warmwaterverwarmingsregister of
Elektroverwarmingsregister* en de optie Koelregister.
verwarmen: 3-punts regeling of 0-10V
koelen: potentiaalvrije uitgang AAN / UIT,
3-punts regeling of 0-10V
* Bij E-verwarming vindt de vermogensrege-
ling plaats via de interne bus naar de E-ver-
warmingsmodule.
31
9:51
XXX
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
0% 4%
21,0°C
P 1
16,0°
P 2
22,0°
P 3
P 3
P 3
Nederlands
MIN-WAARDE
MAX-WAARDE
VRIJGAVE
AUTOMATISCH
VRIJGAVE
AUTOMATISCH
VRIJGAVE
BEVESTIGING
9.8. Menuniveau Inbedrijfstelling ROTO K
P 1 Min. instelwaarde
Parameter P1 geeft de laagste standaardtemperatuur aan die u op het bedieningspaneel kunt instel-
len. Er kunnen waarden tussen 16°C en 20°C worden gekozen. De fabrieksinstelling is vastgelegd
op 16°C.
P 2 Max. instelwaarde
Parameter P2 geeft de hoogste standaardtemperatuur aan die u op het bedieningspaneel kunt instel-
len. Er kunnen waarden tussen 20°C en 30°C worden gekozen. De fabrieksinstelling is vastgelegd
op 22°C.
P 3 Vrijgave
In- en uitschakelen van het toestel met extern contact.
Het toestel moet via het bedieningspaneel ingeschakeld zijn.
Contact open! Het toestel is uitgeschakeld.
Contact gesloten! Het toestel is ingeschakeld / stand-by.
Het toestel kan alleen ingeschakeld worden als het contact gesloten
is. Is het contact open, dan verschijnt er op de display „NIET VRIJGE-
GEVEN“. De contactpunten moeten worden gesloten en vervolgens
met de knop „OK“ de vrijgave worden bevestigd.
Als standaard fabrieksinstelling geldt AUTOMATISCH!
In het menu met de parameterinstellingen, kunt u overschakelen door op de knop „Instellingen“ te
drukken. De display schakelt dan over naar het keuzemenu.
Hier dient u een wachtwoord in te voeren. Dit wachtwoord is 30 minuten geldig. Na verloop van die
30 minuten moet het wachtwoord opnieuw worden ingevoerd om wijzigingen te kunnen doorvoeren.
Wachtwoord: 0213 (wordt als XXX naast de tijd weergegeven)
Nu moet nog één keer de knop „Parameter voor inbedrijfstelling“ worden geselecteerd.
De display verandert vervolgens in de aanduiding „P 1 MIN-WAARDE“.
Met de knoppen „▲“ en „▼“ kunnen de afzonderlijke menuonderdelen worden opgeroepen. Door
de waarden te selecteren (hier gearceerd weergegeven) kunnen deze worden ingeschakeld (grijze
achtergrond) en dan kunt u de waarden wijzigen met de knoppen „▲“ en „▼“. Met de knop „OK“ komt
u weer terug in de modusweergave.
Keuzemenu
Hier komt u door op de knop „Parameter voor inbedrijfstelling“ te drukken op het niveau van de in-
bedrijfstelling terecht.
www.ruck.eu
32
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
9:51
0% 4%
21,0°C
P 4
10
P 5
10
P 6
0,0°
P 7
1
P 8
9600
P 9
0,960
P10
0,930
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
I-COMPONENT
P-COMPONENT
TEMP.CORRECTIE
ADRES
BAUDSNELHEID
TOEVOERLUCHT
VENTILATORINST
AFVOERLUCHT
VENTILATORINST
P 4 I-aandeel
Voor het I-AANDEEL kan een waarde tussen 5 en 20 worden ingesteld.
De fabrieksinstelling bedraagt 10.
Als de waarde wordt verlaagd, wordt de regeling gevoeliger.
OPGELET! Als de regeling te gevoelig is ingesteld, kunnen er schommelingen in optreden.
P 5 P-aandeel
Voor het P-AANDEEL kan een waarde tussen 5 en 20 worden ingesteld.
De fabrieksinstelling bedraagt 10.
Als de waarde wordt verhoogd, wordt de regeling gevoeliger.
OPGELET! Als de regeling te gevoelig is ingesteld, kunnen er schommelingen in optreden.
P 6 Temperatuurcorrectie
De kamertemperatuurvoeler op het bedieningspaneel kan minimale afwijkingen vertonen ten opzich-
te van de lucht in de ruimte. De geleidingssensor kan binnen een bereik van –5°C tot 5°C worden
bijgesteld.
P 7 adres
Het busadres kan op de bedieningseenheid onder parameter P7 tussen 1 en 247 worden ingesteld.
Elk apparaat bij een busleiding moet een uniek adres hebben.
Let er beslist op dat niet twee apparaten hetzelfde adres krijgen. In een dergelijk geval zou de bus
als geheel abnormaal gedrag kunnen vertonen.
P 8 baudsnelheid
De baudsnelheid bepaalt de snelheid van de datatransmissie
Als baudsnelheid kan 2400, 4800, 9600, 14400 en 19200 worden ingesteld.
1 stopbit (stevig ingesteld) geen pariteit
P 9 Ventilatorafstelling luchttoevoer
P 10 Ventilatorafstelling luchtafvoer
33
KWR/DVR WWR
R2
T
p
T
R1
p
T
R4
-+
MM
T
R3
T
WRG
M5
T
F
M7
F7
M1
M2
V1
V2
EHM
10:20
10:20
0% 4%
21,0°C
10:23
0% 4%
21,0°C
10:20
4 10:40:59
Nederlands
V1 - V2
M1** - M2**
M5/ F7
WRG
WWR
EHM**
KWR/DVR*
M**
TOEVOER-
LUCHT
AFVOER-
LUCHT
BUITENLUCHT
UITLAATLUCHT
EC-radiale ventilator
Aandrijving kleppensysteem
Luchtlter (klasse M5/F7)
Rotatiewarmtewisselaar
Warmwaterbatterij
Koudwaterkoeler / Directe verdamper
3-weg-ventiel met servomotor
Temperatuursensor
Vorstbewakingscontroller
Afstandsbediening met ruimtetemperatuursensor
afhankelijk van de uitvoering
optioneel
Ruimte
T
T
F
T
Afb.:
Aansluitschema ROTO K
Regeling
*
**
9.9. Tijdstip / timer
9.9.1. Instellen van de actuele tijd / weekdag
Vanuit de modusweergave komt u door op de knop „Instellingen“ te drukken in het keuzemenu. Hier
komt u terecht door te drukken op de knop „Instellen Huidige tijd“ in het menu voor het instellen van
de huidige tijd en de huidige dag van de week.
Op de display verschijnt de actueel ingestelde tijd evenals de weekdag.
Onder de aanduiding DAG staat een waarde die de huidige dag van de week aangeeft.
Het knipperen van de waarde geeft aan dat deze waarde nu kan worden ingesteld. Door te drukken
op de knoppen „▲“ en „▼“ kunt u de huidige dag van de week instellen (zie tabel). Met de knop „►“
wordt de ingestelde waarde bevestigd.
Op de display gaat de knipperende aanduiding nu over naar „uren“. Het instellen van de uren gebeurt
weer via de knoppen „▲“ en „▼“ en daarna met de knop „►“ of „◄“ bevestigt. De weergave springt
verder naar de minuten die u eveneens instelt met de knoppen „▲“ en „▼“ en met de knop „►“ of
„◄“ bevestigen.
Door te drukken op de knop „OK“ komt u weer terug in de modusweergave.
Dag Weekdag
1Maandag
2
Dinsdag
3
Woensdag
4
Donderdag
5
Vrijdag
6
Zaterdag
7
Zondag
DAG
www.ruck.eu
34
10:39
10:39
0% 4%
21,0°C
10:41 10:41 10:41
10:40
0% 4%
21,0°C
10:41
0% 4%
21,0°C
10:39
1 6:00 12:00
2 13:00 16:30
3 17:30 22:00
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Via de instelparameters van de timer kunnen de inschakeltijden individueel voor elke weekdag wor-
den geregeld.
Vanuit de modusweergave komt u door op de knop „Instellingen“ te drukken in het keuzemenu.
Hier komt u door op de knop „Instellen timer“ te drukken in het menu voor het instellen van de timer
terecht.
Op de display knippert in regel (1) de weergave voor de tijd waarop het apparaat op dag 1 (maandag)
moet worden ingeschakeld (AAN). Met de knoppen „▲“ en „▼“ kunt u de uren instellen en daarna
met de knop „►“ de invoer bevestigen. De weergave springt verder naar de minuten die eveneens
met de knoppen „▲“ en „▼“ kunnen worden ingesteld en met de knop „►“ worden bevestigd.
(De instelling van de minuten gebeurt in stappen van 5 minuten.)
Op de display knippert nu de weergave voor de tijd waarop het apparaat op dag 1 (maandag) moet
worden uitgeschakeld (UIT). Het instellen en bevestigen van de uren en minuten gaat ook via de
knoppen „▲“ en „▼“ alsook de knop „►“.
Nu kunt u in regel (2) nog een tijdvak voor dag 1 (maandag) instellen. Doe het op dezelfde manier
als in regel (1). Als u geen tweede of derde tijdvak wilt instellen, bevestigt u de tijden 0:00 met de
knop „►“.
Na het bevestigen van de laatste invoer in regel (3) springt de display naar dag 2 (dinsdag) waarvoor
u wederom uw persoonlijke in- en uitschakeltijden kunt instellen. Dag 3 tot en met dag 7 gaan op
dezelfde wijze.
Als u alle parameters/dagen hebt ingesteld, komt u met de knop „OK“ weer in de modusweergave
van het apparaat terug.
U hoeft echter niet altijd het hele menu van de timer te doorlopen om weer in het statusscherm
terecht te komen. Met behulp van de knop „OK“ kunt u op elk gewenst moment weer terug naar de
modusweergave.
Tip:
Als in de parameters de tijd 0:00 wordt ingevoerd, schakelt het apparaat niet in resp. uit
Wilt u bijvoorbeeld dat het apparaat in het weekend niet wordt ingeschakeld, dan moet u de waarden
voor dag 6 (zaterdag) en dag 7 (zondag) instellen op 0:00.
De ingestelde waarden blijven ook bij stroomonderbreking of een lege batterij in de bedieningseen-
heid opgeslagen. Alleen de actuele tijd en weekdag moeten opnieuw ingesteld worden.
Tip: Hoe u de batterij van de klok kunt verwisselen, leest u bij punt 7. Batterij verwisselen
Timer ingeschakeld
De timer kan naar wens worden in- resp. uitgeschakeld!
Vanuit de modusweergave komt u door op de knop „Instellingen“ te drukken in het keuzemenu. Hier
kan door op de knop „Timer“ te drukken, de timer in- resp. uitgeschakeld worden.
Als de timer is ingeschakeld, is er permanent een kloksymbool zichtbaar op de display.
9.9.2. Instellen van de timer
DAG 1 AAN UIT
9.9.2.1. In- resp. uitschakelen van de timer
Dag
Weekdag
1
Maandag
2
Dinsdag
3
Woensdag
4
Donderdag
5
Vrijdag
6
Zaterdag
7
Zondag
Timer uitgeschakeld
35
10:45
10:45
1 0:00 0:00
2 0:00 0:00
3 0:00 0:00
10:45
0% 4%
21,0°C
10:48
0% 4%
21,0°C
Nederlands
Dit menu werkt als een tijdschakelklok, alleen wordt hier niet het apparaat aan- (AAN) en uitgescha-
keld (UIT), maar wordt ingesteld wanneer het apparaat omschakelt van dag- op nachtmodus.
In de dagmodus werkt het apparaat met de volumestroom die bij de basisventilatie is ingesteld.
In de nachtmodus werkt het apparaat met de volumestroom die bij de minimale ventilatie is ingesteld.
Vanuit de modusweergave komt u door op de knop „Instellingen“ te drukken in het keuzemenu. Hier
komt u door op de knop „Dag/Nacht“ te drukken in het menu voor het instellen van het overschakelen
van dag naar nacht terecht.
Op de display knippert in regel (1) de weergave voor de tijd waarop het apparaat op dag 1 (maandag)
moet worden ingeschakeld (AAN). Met de knoppen „▲“ en „▼“ kunt u de uren instellen en daarna
met de knop „►“ de invoer bevestigen. De weergave springt verder naar de minuten die eveneens
met de knoppen „▲“ en „▼“ kunnen worden ingesteld en met de knop „►“ worden bevestigd.
(De instelling van de minuten gebeurt in stappen van 5 minuten.)
Op de display knippert nu de weergave voor de tijd waarop het apparaat op dag 1 (maandag) de
nachtmodus verlaat. Het instellen en bevestigen van de uren en minuten gaat ook via de knoppen
„▲“ en „▼“ alsook de knop „►“.
Nu kunt u in regel (2) nog een tijdvak voor dag 1 (maandag) instellen. Doe het op dezelfde manier
als in regel (1). Als u geen tweede of derde tijdvak wilt instellen, bevestigt u de tijden 0:00 met de
knop „►“.
Na het bevestigen van de laatste invoer in regel (3) springt de display naar dag 2 (dinsdag) waarvoor
u wederom uw persoonlijke in- en uitschakeltijden kunt instellen. Dag 3 tot en met dag 7 gaan op
dezelfde wijze.
Als u alle parameters/dagen hebt ingesteld, komt u met de knop „OK“ weer in de modusweergave
van het apparaat terug.
Maar u hoeft niet altijd het hele menu van dag- naar nachtoverschakeling te doorlopen om weer terug
te komen in de modusweergave. Met behulp van de knop „OK“ kunt u op elk gewenst moment weer
terug naar de modusweergave.
Tip:
Als in de parameters de tijd 0:00 wordt ingevuld, vindt geen nachtomschakeling plaats.
De ingestelde waarden blijven ook bij stroomonderbreking of een lege batterij in de bedieningseen-
heid opgeslagen. Alleen de actuele tijd en weekdag moeten opnieuw ingesteld worden.
Tip: Hoe u de batterij van de klok kunt verwisselen, leest u bij punt 7. Batterij verwisselen
9.9.3. Dag/nacht omschakeling instellen
Dag
Weekdag
1Maandag
2
Dinsdag
3
Woensdag
4
Donderdag
5
Vrijdag
6
Zaterdag
7
Zondag
DAG 1
www.ruck.eu
36
10:39
0% 4%
21,0°C
4:00 22:00
10:39
0% 4%
21,0°C
10:39
4:00 22:0018:00
10:44
0% 4%
21,0°C
10:45
1 4:00 22:00
2 0:00 0:00
3 0:00 0:00
1 18:00 22:00
2 0:00 0:00
3 0:00 0:00
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Basisventilatie
Basisventilatie
Basisventilatie
Minimale
ventilatie
Dag 1
Dag 1
Dag 1
Afb.16:
Systeemtekening bij instelling
zonder tijdschakelklok
Afb.17:
Systeemtekening bij instelling
met tijdschakelklok
Afb.18:
Systeemtekening bij instelling met
tijdschakelklok en dag/nacht omscha-
keling
DAG 1 AAN UIT
DAG 1
9.9.4. Systeemtekeningen
37
Nederlands
Elke motor bezit een storingmeldcontact dat bij ingeschakelde ventilatorfunctie is gesloten. Het toe-
stel wordt bij het openen van het contact uitgeschakeld. Na het verhelpen van de storing (zie 14.2.
Foutentabel) kan het apparaat weer in gebruik worden genomen.
Als er bij de ventilatoren of EC-controller een storing optreedt, wordt het apparaat uitgeschakeld en
een foutmelding getoond. Om de EC-controller te resetten moet de stroomtoevoer door de hoofd-
schakelaar gedurende minstens 20 seconden worden onderbroken.
9.10. Functies
9.10.1 Storingmeldcontact ventilator
Het vermogen van een externe warmwaterbatterij wordt traploos geregeld m.b.v. de verwarmings-
klep. Als er sprake is van een verwarmingsvraag, wordt de verwarmingsklep geopend en gelijktijdig
de uitgang voor een externe circulatiepomp geactiveerd. Een geïnstalleerde naverwarmer wordt met
een temperatuurbewaker of een optionele antivriesthermostaat beschermd tegen bevriezing. Daalt
de toevoertemperatuur onder de vorstbeveiligingstemperatuur, dan worden de kleppen gesloten,
de circulatiepomp gaat over op continubedrijf, het verwarmingsventiel wordt geopend en er wordt
een storingsmelding gegeven. Het apparaat schakelt automatisch op “VOORSPOELEN” totdat door
verwarming de gewenste bedrijfstemperatuur weer is bereikt. Daarna wordt het apparaat weer au-
tomatisch ingeschakeld. Als de gewenste bedrijfstemperatuur na ca. 20 minuten nog niet is bereikt,
verschijnt er een storingsmelding op het display. Het apparaat wordt dan volledig uitgeschakeld
totdat de storing is verholpen (zie 14.2. Foutentabel F07).
9.10.2 Warmwaterbatterij
De toestelserie kan optioneel met elektroverwarmingsregister EHM worden uitgerust.
Zie beschrijving EHM-module!
9.10.3 Uitvoering met elektrische warmtewisselaar
10. Onderhoud en reparaties
10.1. Belangrijke tips
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot materiële schade, verwondingen of de dood.
Voor alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen moet het toestel altijd volledig span-
ningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewegende onderdelen grijpen!
»Het niet in acht nemen van het gevaar kan tot zware letstels leiden.
Werken mogenpas na volledige stilstand van het loopwiel uitgevoerd worden!
Voorzichtig! Spanningsgevraar!
»Het niet attent zijn op mogelijke gevaarlijke situaties kan leiden tot de dood, verwon-
dingen of materiële schade.
Raak het oppervlak pas aan na afkoeling van de motor en de verwarming!
Onderhoud en reparaties mogen enkel door vakpersoneel met inachtname van de montage -en
gebruikshandleiding en de geldende voorschriften uitgevoerd worden.
Defekte of beschadigde toestellen mogen niet zelf worden onderhouden maar de schade respectie-
velijk de storing moeten schriftelijk bij de producent gemeld worden.
Bij zelf uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden bestaat er gevaar voor materiële
schade of persoonlijk letsel, bovendien vervallen de fabrieksgarantie en de produc-
taansprakelijkheid.
www.ruck.eu
38
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
De Rotatiewarmtewisselaar wirdt via een riem aangedreven.
De Riem moet onder een beperkte voorspanning staan.
De riemschijf van de motor mag geen defecten en geen slijtage vertonen.
De riemschijf moet parallel met de rotatiewarmtewisselaar staan en mag geen verdraaiing
vertonen.
10.3.2. Riemaandrijving warmtewisselaar
Wisselen van de aandrijfriem
Bij een defecte aandrijfriem of bij onderhoudswerkzaamheden moet geregeld de aandrijfriem van de
rotatiewarmtewisselaar verwisselt worden. Ga hierbij als volgt te werk:
Open de linker deur en verwijder de plaat van de klemmenkast. (z. afb. 15).
Enkel voor RotoK1000H, RotoK1700H: verwijder eerst het deksel van de kabelgoten, maak
vervolgens de verbindingen van de onderste controleprintplaat los en verwijder daarna de con-
troleprintplaat. (z. afb. 15)
Tip: Lengte vam de aandrijfriem zie technische gegevens (Hoofdstuk 15) afhankelijk van het type
toestel.
Verwijder het deksel van de revisieopening (z. afb. 16)
Ga als volgt te werk om de aandrijfriem te vervangen: Leg de nieuwe ronde riem op de trommel,
fixeer met een stuk plakband en breng de riem op zijn plaats door de trommel met de hand te
draaien (z. afb. 17).
Las de uiteinden van de riem met behulp van een lasspiegel en klem (z. afb. 18, 19).
Reinig aansluitend de lasnaad met een cutter om een correcte loop van de aandrijfriem te
kunnen garanderen.
Aandrijfriem op de riemschijf leggen. Hierbij moet op een correcte loop van de riem op de riem-
schijf gelet worden.
Monteer vervolgens de onderste controleprintplaat en het deksel opnieuw in het toestel, schroef
de klemkastgoot vast en verbind alle stekkers opnieuw. Klemdozen en paneel vastschroeven.
Belangrijk: Gebruik uitsluitend Poly Flex aandrijfriemen, 8 mm met trekspanning in gladde uitvoe-
ring. Enkel zo kunnen we u een geluidsvrije werking garanderen.
wissel-set:
Een wissel-set inkl.
- Klem
- lasspiegel
- Cuter
Kan u bij ruck Ventilato-
ren tegen een uitleenver-
goeding bestellen!
Rotatiewarmtewisselaars zijn doorgaans zonder onderhoud, er wordt echter toch aanbevolen om de
wisselaar geregeld te reinigen. Een beschadiging van de lamellen moet in ieder geval vermeden
worden.
10.3.1. Rotatiewarmtewisselaar
10.3. Onderhoud
Afb. 14
10.2. Reiniging en onderhoud
Onderhoud, foutenherstel en reiniging mogen enkel door vakpersoneel met inachtname van de
montage en gebuikshandleiding en de geldende voorschriften uitgevoerd worden.
ruck toestellen eisen bij een reglementair gebruik slechts beperkt onderhoud.
Volgende werkzaamheden zijn met inachtname van de veiligheids en arbeidsveiligheidsvoorschriften
op regelmatige tijdstippen uit te voeren:
De functie van de regeling en de veiligheidsinrichtingen moeten gechecked worden.
Elektrische aansluitingen en bedrading moeten gecontroleerd worden op beschadigingen.
Vervuilingen van de rotor(en) van de ventilator moeten verwijderd worden om onevenwichtige
belasting en vermogensvermindering te verhinderen.
1. Om te reinigen (Rotoren/omkasting) mogen geen agressieve of licht ontvlambare reinigingsmid-
delen gebruikt worden.
2.
Bij voorkeur enkel water (geen stromend water) of een zacht zeeploog te gebruiken.
3. De reinigen van de rotor moet door middel van een doek, borstel of kwast gebeuren.
4. Onder geen enkel beding een hogedrukreiniger gebruiken!
5. Balansklemmen mogen niet verschoven of verwijderd worden.
6. De rotor en de inbouwdelen mogen in geen geval beschadigd worden.
De functie van het lager moet door een visuele inspectie en controle van het werkingslawaai
gecontroleerd worden.
Het toestel moet op een luchtzijdige lekdichtheid gecontroleerd worden.
Controle van de rotatiewarmtewisselaar op een correcte loop en riemaandrijving.
Voer voor de heringebruikname na de onderhoudswerkzaamheden een veiligheidscontrole
uit volgens de aanwijzingen in hoofdstuk 7 en 8!
39
b)
4
d)
3
4
c)
1
3
4
a)
3
1
4
2
3
1
A
A (1 : 10)
00128625
G
A
A (1 : 10)
00128625
12
3
A
21,0° 1 100%
100%
21,0° 1 0%
0%
Nederlands
Afb. 18
De nieuwe aandrijfriem
vastlassen.
Afb. 19
Aan mekaar lassen van de aandrijfriem (3)
met Klem (1) en lasspiegel (2).
Afb. 20
Letten op een correcte loop van de
riem op de riemschijf.
Afb. 15
De onderste controleprintplaat
en het deksel verwijderen.
Afb. 16
Openen om de riem te vervangen.
Afb. 17
Verwijderen van de
defecte aandrijfriem.
Afb. 21
(1) Luchtlter toevoer F7
Afb. 22
(2) Geleisporen voor luchtlter
Abb. 23
(3) Luchtlter afvoer M5
Naarmate een luchtlter (verder) vervuilt, stijgt het drukverschil. Bereikt de druk de ingestelde waar-
de van de bijbehorende drukmeter, dan wordt dit op de display zichtbaar. Indien de vervuilingsgraad
100% is, dan moet de lter worden vervangen. Om de lterdisplay na de lterwissel opnieuw in te
stellen, moet u de toetsen A (▲ en ▼) tegelijkertijd indrukken totdat op de display weer een vervui-
lingsgraad van 0% wordt aangegeven. De lterwisselteller wordt vervolgens met `1` verhoogd.
Voor het correct verwisselen van de luchtlter gaat u als volgt te werk:
De luchtfilter kan er zonder hulpmiddel worden uitgetrokken.
Bij ernstige vervuiling moet de luchtfilter worden vervangen.
Bij een filterwissel moet er op gelet worden dat het filterframe correct is bevestigd op de geleide-
rail in het toestel.
Tot slot moet de filterdisplay opnieuw ingesteld worden en de nieuwe luchtfilter geijkt worden
(zie hoofdstuk 9.4. „filter ijken“).
10.3.3. Luchtlter
Statusscherm:
Diplay opnieuw instellen:
Toevoerluchtlter
Afvoerluchtlter
www.ruck.eu
40
9:51
100% 100%
21,0°C
9:51
9:51
9:51
10:11
0% 0%
21,0°C
P27
P27
P27
B)
C)
A)
1
2
Idx
TeileId
Idx
TeileId
3
15:10
0% 4%
21,0°C
15:10
0% 4%
21,0°C
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Diplay opnieuw instellen:
Toevoerluchtlter
Afvoerluchtlter
FILTER KALIBREREN
FILTER KALIBREREN
KLAAR
Modusaanduiding na ijking
Naarmate een luchtlter (verder) vervuilt, stijgt het drukverschil. Bereikt de druk de ingestelde waar-
de van de bijbehorende drukmeter, dan wordt dit op de display zichtbaar. Indien een vervuilingsgraad
van 100% is bereikt, dan moet het lter worden vervangen. Het apparaat moet volgens P27 FILTER
IJKEN opnieuw gekalibreerd worden.
Door op de knop „▲“ te drukken beweegt het apparaat
automatisch naar de ijkmodus. Op display knippert “FIL-
TER IJKEN”. Na voltooide ijking meldt de display “GE-
REED”. Na de kalibreermodus wordt de aanduiding van
de verontreinigingsgraad weer op 0% gezet. De lterwis-
selteller wordt daarbij met één verhoogd.
Filterkalibratie:
Statusscherm:
10.3.4. Batterij vervangen
Statusscherm:
Display na vervanging batterij
Afb.25
(1) Stuurkabel
(2) Kap bedieningseen-
heid
(3) Batterijhouder
Bij het onder spanning brengen van het toestel wordt de batterij gecontroleerd op correct functio-
neren.
Een lege batterij van de timer wordt op het statusscherm met een batterijsymbool aangeduid.
Om de batterij te vervangen gaat u als volgt te werk:
Ontkoppel de stuurkabel van de bedieningseenheid (1).
Open de bedieningseenheid door het deksel (2) op te tillen.
De houder (3) voor de batterij ligt op de printplaat. Verwijder de batterij en vervang deze door
een nieuwe, zoals op de tekening te zien is.
De bedieningseenheid kan nu weer gesloten en de stuurkabel aangesloten worden.
U moet nu nog de actuele tijd opnieuw instellen. Het batterijsymbool verdwijnt op het status-
scherm. De bedieningseenheid is weer volledig bedrijfsklaar.
Tip: U hebt als batterij een 3V Lithium CR 1616 knoopcel nodig.
41
Leitung
Nederlands
11. Modbus communicatie-interface
11.1. Aansluitschema
11.3. Geïmplementeerde functies
Functie-
code Naam Subfunctie Beschrijving
08 Hex Return Query Dat 00 Ontvangen bericht terugzenden
08 Hex Restart Communications 01 Communicatie herstarten
08 Hex Force Listen Only Mode 04 Ga naar de “alleen luisteren”-modus
Afb. 25:
Bediening-
seenheid
120 Ohm
Steek bij het laatste apparaat
jumper K 1 op bus
Leiding
Afsluitweerstand signaalleiding
B tot GND (aarde) bedraagt 10
kOhm.
Afsluitweerstand signaalleiding
A tot +24 V bedraagt 10 kOhm.
Functie-
code Naam Beschrijving
03 Hex Read Hold Register Apparaatparameter lezen
04 Hex Read Input Register Werkelijke waarde lezen
06 Hex Write Single Register Apparaatparameter woordgewijs schrijven
10 Hex Write Multiple Register Meerdere apparaatparameters woordgewijs schrijven
11.2. Informatie over de interfaces
Het apparaat werkt als Modbus RTU-slave. De conguratie van de interfaces is 8N1, 9600Baud,
slave-adres 1. Het adres en de transmissiesnelheid kunnen via de parameters P7 en P8 worden
ingesteld. Als buskabel wordt geadviseerd een Twisted Pair-gegevenskabel met 120 Ohm impedantie
te gebruiken.
www.ruck.eu
42
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
11.4. Parametertabel
Regis-
teradres
Protoco-
ladres Naam parameter Waardenbereik Gege-
venstype
Bevoegd-
heid
40001 0 Reserve integer R/W
40002 1 Minimale gewenste temperatuur 100 - 200 komt overeen met 10.0 - 20.0 °C integer R/W
40003 2 Maximale gewenste temperatuur 200 - 350 komt overeen met 20.0 - 35.0 °C integer R/W
40004 3 externe fout ontvangen 0 = autom. aanloop
5 = aanloop na bevestiging
integer R/W
40005 4 I - aandeel van verwarmingsre-
gelaar
5 - 20
5 = 0,5 min
20 = 2 min
integer R/W
40006 5 P – aandeel verwarmingsregelaar 5 - 20 integer R/W
40007 6 sensor temperatuurcorrectie -50 – +50 komt overeen met -5,0 – +5,0 °C integer R/W
40008 7 Modbus-adres 1 - 247 integer R/W
40009 8 Baudsnelheid voor Modbus
0 = 2400 ; 1 = 4800 ; 2 = 9600 ; 3 = 14400 ; 4= 19200
Baud
integer R/W
40010 9 Ventilatorafstelling luchttoevoer 800 - 1200 integer R/W
40011 10 Ventilatorafstelling luchtafvoer 800 - 1200 integer R/W
40012 11 Reserve integer R/W
40013 12 Reserve integer R/W
40014 13 Type toestel 0 = Volumestroomregeling
1 = Drukregeling
2 = Toevoerlucht drukregeling Afvoerlucht volumestro-
omregeling
integer R/W
40015 14 extern sensortype
0 = Constante volumestroom 1 = CO2-sensor
2 = VOC-sensor 3 = EXT.REG.
integer R/W
40016 15 Minimale ventilatie toevoerlucht zie onderstaande tabel of 50 - 500 Pa integer R/W
40017 16 Minimale ventilatie afvoerlucht zie onderstaande tabel of 50 - 500 Pa integer R/W
40018 17 Basisventilatie toevoerlucht zie onderstaande tabel of 50 - 500 Pa integer R/W
40019 18 Basisventilatie afvoerlucht zie onderstaande tabel of 50 - 500 Pa integer R/W
40020 19 Boostventilatie toevoerlucht zie onderstaande tabel integer R/W
40021 20 externe instelwaarde (CO2, VOC) CO2/VOC Waardenbereik 600 - 1500PPM integer R/W
40022 21 Controlemodus
0 = Binnentemperatuur
1 = Temperatuur toevoerlucht
2 = Temperatuur afvoerlucht
integer R/W
40023 22 Functie (warmte-/koelregister)
0 = verwarmen (water)
1 = koelen (water)
2 = verwarmen en koelen (water)
3 = Verwarmen condensator en Koelen directe ver-
damper
integer R/W
40024 23
min. waarde bij analoge ingang 0V
extern sensortype
0 - 500 bij CO2- en VOC-sensor integer R/W
40025 24 max. waarde bij analoge ingang
10V extern sensortype
0 - 5000 bij CO2- en VOC-sensor
integer R/W
40026 25 Sensor vervuiling lter 1 0 - 500 Pa Drukverlies integer R/W
40027 26 Sensor vervuiling lter 2 0 - 500 Pa Drukverlies integer R/W
40028 27 Filterkalibratie 1 = Filterkalibratie integer R/W
40029 28 Boostventilatie afvoerlucht zie onderstaande tabel integer R/W
40030 29 Rotor 0 = 1000 1 = 1700 2 = 2800 3 = 4200 4 = 7600 integer R/W
40031 30 Nalooptijd bewegingsmelder 60 - 3600 sec integer R/W
40032 31 Instelwaarde temperatuur
minimale – maximale gewenste temperatuur in 1/10
graad
integer R/W
40033 32 Omschakeling ventilatie
1 = Minimale ventilatie 2 = Basisventilatie 3 = Impuls-
ventilatie
integer R/W
40034 33 Status- en stuurwoord zie onderstaande tabel integer R/W
40035 34 Reserve integer R/W
40036 35 Parameters opslaan 12439 Waarde verandert na opslaan in 0 integer R/W
43
Nederlands
Status- en stuurwoord protocoladres 33
Register-
adres Naam parameter Waardenbereik
ROTO K 1050 V ROTO K 1700 V ROTO K 2800 V ROTO K 4200 V ROTO K 7600 V
40016
Minimale ventilatie
toevoerlucht
500 - 1400 m³/h 500 - 2000 m³/h 700 - 3200 m³/h 1200 - 6200 m³/h
40017 Minimale ventilatie
afvoerlucht
500 - 1400 m³/h 500 - 2000 m³/h 700 - 3200 m³/h 1200 - 6200 m³/h
40018
Basisventilatie toevo-
erlucht
500 - 1400 m³/h 500 - 2000 m³/h 700 - 3200 m³/h 1200 - 6200 m³/h
40019 Basisventilatie afvo-
erlucht
500 - 1400 m³/h 500 - 2000 m³/h 700 - 3200 m³/h 1200 - 6200 m³/h
40020
Boostventilatie toevo-
erlucht
500 - 1400 m³/h 500 - 2000 m³/h 700 - 3200 m³/h 1200 - 6200 m³/h
40029 Boostventilatie afvo-
erlucht
500 - 1400 m³/h 500 - 2000 m³/h 700 - 3200 m³/h 1200 - 6200 m³/h
in voorbereiding
Functie Bevoegdheid Opmerking
Bit 0 1 = Er heeft zich een storing
voorgedaan
R
Bit 1
1 = Voorverwarmingsmodus
R
Bit 2
Reserve
R
Bit 3
Reserve
Bit 4 lter vervangen R/W indien oplopend wordt de ltervervanging
bevestigd
Bit 5
1 = storing verhelpen
R/W
indien oplopend wordt de storing verholpen
Bit 6 0 = apparaat ingeschakeld
1 = apparaat uitgeschakeld
R/W indien oplopend wordt unit uitgeschakeld
Bit 7 1 = apparaat ingeschakeld
0 = apparaat uitgeschakeld
R/W
indien oplopend wordt de unit ingeschakeld
Bit 8
E-verwarmingsmodule 1
R
1 = aanwezig 0 = niet aanwezig
Bit 9
E-verwarmingsmodule 2
R
1 = aanwezig 0 = niet aanwezig
Bit 10
Reserve
R/W
Bit 11
Reserve
R/W
Bit 12
Reserve
R/W
Bit 13
Reserve
R/W
Bit 14
Reserve
R/W
Bit 15 Reserve R/W
www.ruck.eu
44
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Tabel werkelijke waarden protocoladres 13 (invoer)
Bit 0 1 = Vrijgeven_extern
Bit 1 1 = Frequentieomvormer gebruiksklaar Motorelektronica ventilator OK
Bit 2 1 = Thermocontact ventilator
Bit 3 1 = Vorstbeveiliging OK
Bit 4 1 = Bewegingsmelder
Bit 5 1 = Brandmelder ok
Bit 6 1 = Draaicontrole rotatiewarmtewisselaar
Bit 7 1 = Thermocontact rotormotor
Bit 8 Gereserveerd
11.5. Tabel werkelijke waarden
Regis-
teradres
Protoco-
ladres Naam parameter Waardenbereik Gege-
venstype Bevoegdheid
30001 0 Apparaatidenticatie 10000 integer R
30002 1 Binnentemperatuur Temp. in 1/10° – 500 tot 1000 integer R
30003 2 Temperatuur toevoerlucht Temp. in 1/10° – 500 tot 1000 integer R
30004 3 Temperatuur afvoerlucht Temp. in 1/10° – 500 tot 1000 integer R
30005 4 Uitlaatluchttemperatuur Temp. in 1/10° – 500 tot 1000 integer R
30006 5 Buitenluchttemperatuur Temp. in 1/10° – 500 tot 1000 integer R
30007 6 Drukverschil lter 1 0 - 1000 Pa integer R
30008 7 Drukverschil lter 2 0 - 1000 Pa integer R
30009 8 Verontreinigingsindicatie 1 0 - 100% integer R
30010 9 Verontreinigingsindicatie 2 0 - 100% integer R
30011 10 Programmaversie 0 - 100 integer R
30012 11 Bedrijfsuren (0 - 32767) *10 integer R
30013 12 Aantal vervangen lters 0 - 32767 integer R
30014 13 Invoer zie onderstaande tabel integer R
30015 14 Uitvoer zie onderstaande tabel integer R
30016 15 Volumestroom toevoerlucht in m³/h integer R
30017 16 Volumestroom afvoerlucht in m³/h integer R
30018 17 Reserve integer R
30019 18 Reserve integer R
30020 19 door systeem gebruikt integer R
30021 20 door systeem gebruikt integer R
30022 21 Stand verwarmingsklep 0 - 100% integer R
30023 22 Stand koelklep 0 - 100% integer R
30024 23 huidige sensorwaarde 0-2000 ppm integer R
30025 24 Foutnummer zie onderstaande tabel integer R
30026 25 Reserve integer R
30027 26 Druk toevoerlucht analoge ingang 2 integer R
30028 27 Druk afvoerlucht analoge ingang 3 integer R
30029 28 Reserve integer R
30030 29 Reserve integer R
45
Nederlands
Tabel werkelijke waarden protocoladres 14 (invoer)
Tabel werkelijke waarden protocoladres 24 (foutnummer)
Bit 0 Gereserveerd
Bit 1 Gereserveerd
Bit 2 1 = Koudevraag
Bit 3 1 = Rotormotor
Bit 4 Gereserveerd
Bit 5 1 = Verwarmingsklep open
Bit 6 1 = Verwarmingsklep dicht
Bit 7 1 = Verwarmingspomp aan
Bit 8 1 = Apparaat is defect
Bit 9 1 = Klep dicht
Bit 10 1 = Klep open
Bit 11 1 = Koelklep open
Bit 12 1 = Koelklep dicht
Bit 13 1 = Frequentieomvormer vrijgeven
Bit 14 Gereserveerd
Bit 15 Gereserveerd
Waarde
0 Geen storing
1 Temperatuursensor toevoerlucht defect
2 Binnentemperatuursensor defect
3 Temperatuursensor toevoerlucht defect
4 Temperatuursensor uitlaatlucht defect
5 Buitentemperatuursensor defect
6 Klepstand
7 Vorstbeveiliging geactiveerd
8 Veiligheidsthermostaat geactiveerd
9 Thermocontact ventilator geactiveerd
10 Storing ventilator
11 Reserve
12 Geen vrijgave
13 Koelaggregaat defect
14 Brandmelder
15 Reserve
16 Reserve
17 Te lage temperatuur toevoerlucht
18 Te hoge temperatuur toevoerlucht
19 Reserve
20 Warmtewisselaar
13. Demontage en opslag
12. Uitbreiding en ombouw
Het toestel mag niet omgebouwd worden!
De garantie van ruck Ventilatoren geldt uitsluitend voor de uitgeleverde conguratie.
Na ombouw of uitbreiding vervalt de garantie!
Om het toestel te demonteren gaat u als volgt te werk:
Risico op verwondigen door demontage onder elektrische spanning!
»Indien u de elektrische spanning voor het begin van de demontage niet uitschakelt kan u
verwonden of het product of onderdelen ervan beschadigen.
Controleer dat de relevante onderdelen van het toestel ontkoppeld zijn van een spannings-
bron.
www.ruck.eu
46
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
13.2. Opslag
13.1. Demontage uitvoeren
Bij de buitenwerkingstelling en demontage moet er gelet worden op de veiligheidsvoorschriften vol-
gens hoofdstuk 2 tot 8 en hoodstuk 13.
De achteloze opslag van het toestel kan tot milieuverontreiniging leiden.
Sla het toestel op volgens de nationale bepalingen van uw land.
Ter beveiliging van de elektrische installatie zijn twee dunne smeltzekeringen in het toestel inge-
bouwd. Wanneer een zekering voor de eerste maal doorbrandt, dan kan dit gebeuren vanwege ou-
derdom. In dit geval wordt aangeraden de defecte zekering door een nieuwe te vervangen. Brandt de
zekering opnieuw door, dan kan de fout aan de hand van de volgende tabel gelokaliseerd en hersteld
worden. Het verwisselen van de dunne smeltzekering moet door een vakman uitgevoerd worden.
De smeltzekeringen moeten overeenkomen met EN 60127, afmetingen 5 x 20 mm.
14. Opsporen en verhelpen van storingen
Let op volgende voorschriften:
Ga ook bij het opsporen van storingen onder tijdsdruk systematisch en doelgericht te werk.
Het zomaar en overhaast demonteren en aanpassen van de instellingswaarden kan er in het slecht-
ste geval toe leiden dat de oorspronkelijke oorzaak van de storing niet meer vastgesteld kan worden.
Probeer een indruk te krijgen van de functie van het apparaat in samenhang met de installatie als
geheel.
Probeer te achterhalen of het apparaat vóór het optreden van de storing de vereiste functie in de
installatie als geheel heeft vervuld.
Probeer veranderingen vast te stellen in de installatie waarin het product is ingebouwd:
1. Zijn de gebruiksomstandigheden of de gebruiksmogelijkheden van het toestel veranderd?
2. Zijn er veranderingen aangebracht (bijv. aanpassingen) of reparaties uitgevoerd aan de installatie als
geheel (toestel, elektrotechniek, regeling) of aan het toestel zelf? Zo ja: welke?
3. Is het toestel gebruikt volgens de voorschriften?
4. Op welke manier manifesteert de storing zich?
Probeer een duidelijk beeld te krijgen van de oorzaak van de storing. Ondervraag zo nodig de directe
operator of installatiebeheerder.
Indien u de opgetreden fout niet kunt herstellen, neem dan contact op met de producent. Het
contactadres vindt u onder www.ruck.eu of op de keerzijde van de titelpagina van de gebruiks-
en montagehandleiding.
14.1. Smeltzekering
14.2. Foutentabel
Indien er een fout in het toestel optreedt, worden er een of meer storingsmeldingen op de display ge-
toond. Tussen de verschillende fouten kan met de toetsen A (▲ en ▼) gewisseld worden. De beves-
tiging van een fout gebeurt met toets B (▲). Bediening van het apparaat via de bedieningseenheid is
niet mogelijk zolang niet alle storingen verholpen en bevestigd zijn. Afhankelijk van de ernst van de
storing wordt de installatie uitgeschakeld of blijven de laatste instellingen geactiveerd.
De volgende storingen kunnen op de display getoond worden:
Mogelijke oorzaken Storing verhelpenZekering
F2 / T 6,3 A
F1 / T 0,2 A Bedieningspaneel defect.
Koppelleiding defect.
Printplaat in het bedieningspaneel
vervuild.
Hoofdprintplaat defect.
Hoofdprintplaat vervuild.
Bedieningspaneel vervangen.
Koppelleiding vervangen.
Printplaat met gepaste middelen
reinigen.
Servicemonteur inschakelen.
Servicemonteur inschakelen.
Ventielaandrijving/leiding defect.
Circulatiepomp/leiding defect.
Klepaandrijving/leiding defect.
Rotormotor/leiding defect.
Ventielaandrijving/leiding vervangen.
Circulatiepomp/leiding vervangen.
Klepaandrijving/leiding vervangen.
Rotormotor/leiding vervangen.
47
8:37
0% 4%
21,0°C
10:48
ERR
8:32
14:10
8:32
16:32
7:22
F 1
F 2
F 3
F 4
F 5
10:12
F 7
Nederlands
STORING
TOEVOERTEMP.
STORING
KAMERTEMPERATUUR
STORING
AFVOERTEMP.
STORING
TOEVERTEMP.
STORING
BUITENLUCHTTEMP.
Storingsmelding display Aard van de storing en verhelpen van de storing.
Batterij
»
Batterij van bedieningseenheid is leeg.
»
Batterij bervangen
ERROR
»
Het bedieningspaneel heeft geen verbinding.
»
Controleer de koppeling of vervang zo nodig de kabel.
Storing temperatuursensor toevoerlucht
»
De temperatuursensor van de toevoerlucht is defect of de kabel is onderbroken.
»
Vervang de defecte temperatuursensor of, indien nodig, de onderbroken leiding.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Storing kamertemperatuursensor
»
De kamertemperatuurvoeler is defect.
»
Vervangen van de bedieningseenheid.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Storing afvoertemperatuursensor
»
De afvoertemperatuursensor is defect of de kabel is onderbroken.
»
Vervang de defecte temperatuursensor of, indien nodig, de onderbroken leiding.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Storing uitlaatluchttemperatuursensor
»
De uitlaatluchttemperatuursensor is defect of de kabel is onderbroken.
»
Vervang de defecte temperatuursensor of, indien nodig, de onderbroken leiding.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Storing buitenluchttemperatuursensor
»
De buitenluchttemperatuursensor is defect of de kabel is onderbroken.
»
Vervang de defecte temperatuursensor of, indien nodig, de onderbroken leiding.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Storing vorstbeveiliging
»
De luchttemperatuur is gedaald tot onder de op de vorstbeschermingsthermostaat ingestelde waarde. De venti-
latoren worden uitgeschakeld, de luchtkleppen gesloten, het verwarmingsventiel wordt helemaal geopend en de
circulatiepomp ingeschakeld.
»
Controleer zekering F2.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
STORING
ANTIVORST
www.ruck.eu
48
23:05
7:12
13:45
8:52
F14
F10
F 9
F 8
8:32
F17
19:08
F18
14:11
F11
16:25
F20
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
CONTACT
BRANDVEILIGHEID
STORING
VENTILATOR
STORING
VENTILATOR TEMP
STORING
VEILIGHEIDSTHER.
STORING
ONDERTEMP.TOEVOER
STORING
OVERTEMP.TOEVOER.
Storingsmelding display Aard van de storing en verhelpen van de storing.
Storing veiligheidsthermostaat – temperatuurcontrole verwarmingsregister
»
Overschrijding van de temperatuur van de behuizing van 75 °C. De regelkring wordt onderbroken, de verwarming
wordt uitgeschakeld. Mogelijke oorzaken: defecte toevoerklep, ventilator valt uit, …
»
Toevoerklep herstellen, zekeringen F2 controleren.
»
Na opheffen van de storing moet de resetknop van de beveiligingsthermostaat handmatig worden gereset en op het
bedieningspaneel moet de storing met de knop „OK“ worden bevestigd.
Storing thermisch contact van een ventilator.
»
Het thermisch contact wordt verbroken, het toestel wordt uitgeschakeld. Mogelijke oorzaken: motor oververhit of
defect.
»
De stroomvoorziening moet door de hoofdschakelaar gedurende min. 20 sec onderbroken worden. Controleer zeke-
ring F2, vervang zo nodig de motor.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Storing ventilator
»
Het meldrelais van een ventilator werd geactiveerd.
»
Het toestel uitschakelen en ventilatoren en kabelverbindingen controleren, ev. defecte ventilator vervangen.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Storing rotormotor
»
Foutmelding bij de regeling van de rotormotor.
»
Toestel uitschakelen, rotatiewarmtewisselaar en rotormotor plus bedrading van de rotormotor controleren.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Brandveiligheidsmelding
»
Het brandmeldcontact is geopend. De brandmelder is geactiveerd.
»
Na opheffen van de brandmelding moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Ondertemperatuur toevoerlucht
»
De minimale vastgelegde toevoerluchttemperatuur (12°C) blijft langer dan 30 minuten onder het minimum.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Overtemperatuur toevoerlucht
»
De maximale toevoertemperatuur van 80 °C werd langer dan 10 sec overschreden of er is sprake van een kabel-
breuk op de toevoerluchtsensor
»
Schakel het apparaat uit en controleer de ventilatoren.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
Storing rotatiewarmtewisselaar
»
De rotatiewarmtewisselaar draait niet omwille van een defecte aandrijfriem, gebrekkige voorspanning, …
»
Vervangen van de defecte riem, de gebrekkige voorspaning herstellen.
»
Na verhelpen van de storing moet dit met de knop „OK“ worden bevestigd.
STORING
TEMP.ROTORMOTOR
STORING
WARMTEWISSELAAR
49
11:59
9:51
9:51
0% 4%
21,0°C
9:51
0% 4%
21,0°C
Nederlands
Storingsmelding display Aard van de storing en verhelpen van de storing.
Geen vrijgave
»
Het vrijgavecontact is niet gesloten.
»
Vrijgavecontact sluiten. Het toestel kan dan in gebruik genomen worden.
Apparaat is uitgeschakeld en kan niet worden ingeschakeld
»
P14 SENSORTYPE is ingesteld op EXT. REG. (externe regeling)
»
Controleer de instelling in de bedrijfsparameters onder P14 SENSORTYPE.
Nachtelijke terugstelling
»
Niveau 1 knippert, niveau kan niet worden gewijzigd
»
Nachtelijke terugstelling actief, controleer timer.
Bewegingsmelder
»
Niveau 3 knippert, niveau kan niet worden gewijzigd
»
Bewegingsmelder actief, controleer de aansluiting van de bewegingsmelder.
GEEN VRIJGAVE
15. Technische gegevens
Type toestel
ROTO K 1050
V WOJL
ROTO K 1700
V WOJL
ROTO K 2800
V WOJL
ROTO K 4200
V WOJL
ROTO K 7600
V WOJL
ID
142270
140189
139033
141532
Lengte L mm
1150
1405
1495
1800
Breedte B mm
816
954
1092
1409
Hoogte H mm
1099
1253
1603
1903
Nominale maat NW mm
600 x 250
600 x 250
250 x 850
1100 x 350
Gewicht kg
146
248
362
552
Bedrijfsspanning V
400V 3~N
400V 3~N
400V 3~N
400V 3~N
Frequentie Hz
50
50
50
50
Stroomverbruik W
758
1600
2265
2720
Totale nominale stroom A
2,8
3,5
3,4
4,04
Max. omgevingstemperatuur. °C
40
40
40
40
Luchtvolume m³/h
1460
2690
3760
6100
Toerental 1/min
4230
3416
3480
2080
Max. druk Pa
1020
1245
1320
1020
Geluid aanzuiglucht LWA 5 dB(A)
66
69
76
72
Geluid uitblaaslucht LWA 6 dB(A)
81
84
84
84
Geluid afgifte LWA 2 dB(A)
63
60
66
70
Ventilatorstanden
-
-
-
-
Filterklasse
M5/F7
M5 / F7
M5 / F7
M5 / F7
Schakelschema nr.
144290
139797
139798
139799
Verwarmer PWW
intern
intern
intern
intern
Koeler PKW
extern
extern
extern
extern
Koeler* / onmiddellijke verdamper*
extern
extern
extern
extern
Diameter RWT mm
545
700
900
1155
Lengte aandrijfriem mm
1839
2290
2950
3760
in voorbereiding
www.ruck.eu
50
Idx
TeileId
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
Afb. 27:
Buitenafmetingen van het
bedieningspaneel.
Afb. 28:
Montageafmetingen van
het bedieningsaneel.
Afb. 26:
Afmetingen van het toestel.
H
B
L
Bedieningseenheid
Afmeting
B+H+T mm
82+82+30
Montage
Ø B mm
60
Ø D mm
22
16. Appendix
16.1. Lijst van de paramters
In de volgende tabel zijn alle paramters vermeld die op het bedieningspaneel getoont en ook gedeeltelijk veranderd
kunnen worden. Onder 9.3.4. „Menu Parameterinstellingen“ vindt u een uitgebreide handleiding voor
de bediening en instelling van de desbetreffende parameters.
B
H
T
Ø B
Ø D
Nr.
Betekenis Bereik Fabrieksinstelling
P 1
Minimaal instelbare temperatuur op de bedieningseenheid 10 °C tot 20 °C 16 °C
P 2 Maximaal instelbare temperatuur op de bedieningseen-
heid 20 °C tot 35 °C 24 °C
P 3 Externe vrijgave AUTOMATISCH
BEVESTIGING
AUTOMATISCH
P 4 I-aandeel 5 tot 20 10
P 5 P-aandeel 5 tot 20 10
P 6 Temp. correctie van kamerluchtsensor op de bediening-
seenheid. -5°C tot 5°C 0
P 7 Adres 1 - 247 1
P 8 Baudsnelheid 2400 / 4800 / 9600 / 14400 /19200 9600
P 9 Ventilatorafstelling luchttoevoer 800 - 1200 1.000
P 10 Ventilatorafstelling luchtafvoer 800 - 1200 1.000
P 13 Type S / PV / P S
P 14 Sensortype CO2 / VOC / EXT.REG. Type toestel
P 15 Minimale ventilatie toevoerlucht
P 16 Minimale ventilatie afvoerlucht
P 17 Basisventilatie toevoerlucht
P 18 Basisventilatie afvoerlucht
P 19 Boostventilatie toevoerlucht
P 28 Boostventilatie afvoerlucht
P 20 Luchtkwaliteit CO2 / VOC 1400 ppm
P 21 Controlemodus TOEV.L TEMP REG. / AFVOERL.TEMP RGL /
KAMERTEMP.REG.
TOEV.L TEMP
REG.
P 22 Keuze van de verwarmingssystemen VERWARMEN / KOELEN / VERWARMEN-KOELEN
/ VERWARMEN-KOELEN DIR. VERDAMPING
VERWARMEN
P 23 Meetbereik sensor min. 0 ppm
P 24 Meetbereik sensor max. 2000 ppm
P 25 Toevoerluchtlter 0 - 500 Pa 100 Pa
P 26 Afvoerluchtlter 0 - 500 Pa 100 Pa
P 27 Filterkalibratie
P 29 Rotor 1000 - 7600
P 30 Nalooptijd 1 - 60 min 5 MIN
51
Zuluft / Supply Air
Abluft / Extract Air
Fortluft / Exhaust Air
Aussenluft / Fresh Air
1150
998
1099
209,5
225
386
33
2x3/4" Innengewinde
816
500
523
220
197
72
197
72
197
72
53,2
16xM8 Einietmuter
1517
816
ROTO K 1050 V
Nederlands
16.2. Technische tekeningen
www.ruck.eu
52
1399
1121
1150
143315
142269
669
315
819,8
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
ROTO K 1050 V - Overgang Ø 315
53
Zuluft / Supply Air
Abluft / Extract Air
Fortluft / Exhaust Air
Aussenluft / Fresh Air
1375
1161
1253
291,5
33
492
222,3
2x3/4" Gewinde
1694
891
891
600
250
76
250
76
250 76
273
53,5
623
16 x M8 Einietmuter
ROTO K 1700 V
Nederlands
www.ruck.eu
54
1595
1375
1553
1253
791
400
1378
143324
143321
140188
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
ROTO K 1700 V - Overgang Ø 400
55
1495
1511
1603 ±3
33
390,5
557,8
221,4
2 x 3/4 " Gewinde
45,6
250
850
1092
280
880
110
118
110
250
16 x M8 Einietmuter
Abluft / Extract Air
Aussenluft / Fresh Air
Fortluft / Exhaust Air
Zuluft / Supply Air
1092
1948
Oene Türe
ROTO K 2800 V
Nederlands
www.ruck.eu
56
1603,4
1812
1495
145539/145540
139032
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
ROTO K 2800 V - MAK Motorafsluiter
57
Zuluft / Supply Air
Abluft / Extract Air
Fortluft / Exhaust Air
Aussenluft / Fresh Air
1800
1811
1903
518
223
659
33
2x3/4" Innengewinde
1355,5
2351
1355,5
1099
349
91
349
91
349
91
380
53,5
1130
16xM8 Einietmuter
ROTO K 4200 V
Nederlands
www.ruck.eu
58
1903
2112
1803
1360
145594/145596
141531
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
ROTO K 4200 V - MAK Motorafsluiter
59
-A1
=M1
=M1
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2
L21
L3
L31
NNN
PE PE PE PE
2 4 6
1 3 5
-X10
9
-X10
8
-X10
7
-X10
6
-X10
2
3
1
L1
N
PE
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
Einspeisung / Power input
400V / 3~ / N / 50Hz
Sicherung extern max. 10A
Fuse external max. 10A
Zuluftventilator 2
Supply air fan 2
Hauptschalter
Main switch
bk
ye
bk
ye
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
L2 L3
M
0V
0-10V
SL
N
230V~
M
0V
0-10V
SL
N
230V~
Zuluftventilator 1
Supply air fan 1
bk1
bk2
X10 / X20
9 8 7 6 5 4 3 2 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BU
2.50 mm²
GNYE
2.50 mm²
BN
0.50 mm²
BU
0.50 mm²
GNYE
0.50 mm²
BN
0.50 mm²
BU
0.50 mm²
GNYE
0.50 mm²
BN
0.75 mm²
BU
0.75 mm²
GNYE
0.75 mm²
Nederlands
ROTO K 1050 V Schakelschema nr.: 144290 Voeding
16.3. Schakelschema´s
www.ruck.eu
60
-A1
=M1
=M1
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2
L21
L3
L31
NNN
PE PE PE PE
2 4 6
1 3 5
-X20
9
-X20
8
-X20
7
-X20
6
-X20
2
3
1
L1
N
PE
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
Einspeisung / Power input
400V / 3~ / N / 50Hz
Sicherung extern max. 10A
Fuse external max. 10A
Abluftventilator 2
Extract air fan 2
Hauptschalter
Main switch
bk
ye
bk
ye
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
L2 L3
M
0V
0-10V
SL
N
230V~
M
0V
0-10V
SL
N
230V~
Abluftventilator 1
Extract air fan 1
bk1
bk2
X10 / X20
9 8 7 6 5 4 3 2 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BU
2.50 mm²
GNYE
2.50 mm²
BN
0.50 mm²
BU
0.50 mm²
GNYE
0.50 mm²
BN
0.50 mm²
BU
0.50 mm²
GNYE
0.50 mm²
BN
0.75 mm²
BU
0.75 mm²
GNYE
0.75 mm²
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
ROTO K 1050 V Schakelschema nr.: 144290 Voeding
61
-A1
=M1
=M1
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2
L21
L3
L31
NNN
PE PE PE PE
2 4 6
1 3 5
-X20
5
-X20
4
-X10
5
-X10
4
-X10
9
-X10
8
-X20
9
-X20
8
-X10
2
3
1
-X20
2
3
1
L1
N
PE
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
Einspeisung / Power input
400V / 3~ / N / 50Hz
Sicherung extern max. 16A
Fuse external max. 16A
Zuluftventilator
Supply air fan
Hauptschalter
Main switch
wh
bu
ye
bu
ye
wh
Störung
Fault
Störung
Fault
wh
wh
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
L2 L3
6
7
9
8
M
0V
0-10V
SL
N
230V~
M
0V
0-10V
SL
N
230V~
Abluftventilator
Extract air fan
bk1
bk2
bk1
bk2
X10 / X20
9 8 7 6 5 4 3 2 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BU
2.50 mm²
GNYE
2.50 mm²
BK
1.00 mm²
GY
1.00 mm²
BK
1.00 mm²
GY
1.00 mm²
BK
1.00 mm²
BU
1.00 mm²
GNYE
1.00 mm²
BK
1.00 mm²
BU
1.00 mm²
GNYE
1.00 mm²
BN
1.00 mm²
BU
1.00 mm²
GNYE
1.00 mm²
BN
1.00 mm²
BU
1.00 mm²
GNYE
1.00 mm²
Nederlands
ROTO K 1700 V Schakelschema nr.: 139797 Voeding
www.ruck.eu
62
-A1
=M1
=M2
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2
L21
L3
L31
NNN
PE PE PE PE
2 4 6
1 3 5
-X20
6
-X20
5
-X10
6
-X10
5
-X10
9
-X10
8
-X20
9
-X20
8
-X10
2
-X20
2
-X10
3
-X20
3
-X10
4
-X20
4
-X10
1
-X20
1
L1
N
PE
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
Einspeisung / Power input
400V / 3~ / N / 50Hz
Sicherung extern max. 16A
Fuse external max. 16A
Zuluftventilator
Supply air fan
Abluftventilator
Extract air fan
Hauptschalter
Main switch
wh
bu
ye
bu
ye
wh
Störung
Fault
Störung
Fault
wh
wh
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
M
GND
0-10V
PE
L3
L2
L1
M
GND
0-10V
PE
L3
L2
L1
L2 L3
6
7
9
8
bk1
bk2
bk1
bk2
X10 / X20
9 8 7 6 5 4 3 2 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BU
2.50 mm²
GNYE
2.50 mm²
BK1
1.00 mm²
BK1
1.00 mm²
BK2
1.00 mm²
BK2
1.00 mm²
BK3
1.00 mm²
BK3
1.00 mm²
GNYE
1.00 mm²
GNYE
1.00 mm²
WH
1.50 mm²
RD
1.50 mm²
WH
1.50 mm²
RD
1.50 mm²
BN
1.50 mm²
BN
1.50 mm²
BK
1.50 mm²
BK
1.50 mm²
GY
1.50 mm²
GY
1.50 mm²
GNYE
1.50 mm²
GNYE
1.50 mm²
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
ROTO K 2800 V Schakelschema nr.: 139798 Voeding
63
-A1
=M1
=M2
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2
L21
L3
L31
NNN
PE PE PE PE
2 4 6
1 3 5
-X20
6
-X20
5
-X10
6
-X10
5
-X10
9
-X10
8
-X20
9
-X20
8
-X10
2
-X20
2
-X10
3
-X20
3
-X10
4
-X20
4
-X10
1
-X20
1
L1
N
PE
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
Einspeisung / Power input
400V / 3~ / N / 50Hz
Sicherung extern max. 16A
Fuse external max. 16A
Zuluftventilator
Supply air fan
Abluftventilator
Extract air fan
Hauptschalter
Main switch
wh
bu
ye
bu
ye
wh
Störung
Fault
Störung
Fault
wh
wh
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
M
GND
0-10V
PE
L3
L2
L1
M
GND
0-10V
PE
L3
L2
L1
L2 L3
6
7
9
8
bk1
bk2
bk1
bk2
X10 / X20
9 8 7 6 5 4 3 2 1
1 2 3 4 5 6 7 8 9
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BK
2.50 mm²
BU
2.50 mm²
GNYE
2.50 mm²
BK1
1.00 mm²
BK1
1.00 mm²
BK2
1.00 mm²
BK2
1.00 mm²
BK3
1.00 mm²
BK3
1.00 mm²
GNYE
1.00 mm²
GNYE
1.00 mm²
WH
1.50 mm²
RD
1.50 mm²
WH
1.50 mm²
RD
1.50 mm²
BN
1.50 mm²
BN
1.50 mm²
BK
1.50 mm²
BK
1.50 mm²
GY
1.50 mm²
GY
1.50 mm²
GNYE
1.50 mm²
GNYE
1.50 mm²
Nederlands
ROTO K 4200 V Schakelschema nr.: 139799 Voeding
www.ruck.eu
64
-A2
-M10
-A1
L
N
PE
+ +
- -
-G1
+AT
Gnd
U
V
W
+5V
Gnd
Hall_A
Hall_B
Hall_C
CCW
Gnd
DA(0-10V)
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2 L21 L3 L31
NNN
PE PE PE PE
CW
Break
+5V
M
Rotor Antrieb
Rotor drive
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
thick
thin
2 x 0,75mm² (102674)
0,75mm² BU
0,75mm² BU
0,75mm² BU
0,75mm² BU
0,75mm² BU
0,75mm² BU
BN
0.75mm²
BU
0.75mm²
Drehkontrolle Rotor
Rotor rotary control
Temperaturbegrenzer Rotorsteuerung
Temperature limiter rotor control
BU
GN
YE
1
2
3
RD
BK
YE
GN
BU
4
567
8
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
ROTO K ... V Aansluitschema rotoraandrijving
65
-A1
M
1
~
M
1
~
M
1
~
M
1
~
M
1
~
M
1
~
0V
A
B
+24V
open
close
N
-M5
open
close
N
-M6
L
N
-M3
L
N
-M4
L
N
-M6.1
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2 L21 L3 L31
N N N
PE PE PE PE
-R4
-R3
-R2
-R1
N
L
-M5.1
Frostschutzthermostat
Frost protection thermostat
Freigabe Gerät
Unit enable
potentialfreier Kontakt
free potential contact
max 250V~ 2A
Störung Gerät
Unit fault
Option / Optional
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
Fortluft / Exhaust air
Außenluft / Fresh air
Abluft / Extract air
Zuluft / Supply air
Bediengerät
Remote control
Optional
manuelle Verbindung mit einem Kabel
manuell connection with a cable --> 120Ohm
3 - Wege - Ventil
3-way valve
Kühlen Option
Cooling Optional
Außenluftklappe
Fresh air flap
Abluftklappe
Extract air flap
Zirkulationspumpe
Circulation - pump
Heizen / Heating
3 - Wege - Ventil
3-way valve
Heizen
Heating
Freigabe Kältemaschine
Enable Cooling unit
zu / close
X3
N
5
6
N
8
9
M
M
1~
1~
auf / open
auf / open
zu / close
3 Punkt Anschluss
3 point connection
M3
M4
auf / open
auf / open
Bewegungsmelder
Motion control
Brandmelder
Fire detection
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
Option
Optional
Mod Bus
127615
max 250V~ 2A
Betriebsmeldung
Operating message
0-10V
0V
Kühlen / Cooling
Heizen / Heating
Zirkulationspumpe
Circulation - pump
Kühlen / Cooling
BN
WH
WH
BN
BN
WH
BN
WH
Nederlands
ROTO K ... V Sturing
www.ruck.eu
66
-A1
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2 L21 L3 L31
N N N
PE PE PE PE
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
0-10V
GND
10V: max. Volumenstrom / max Air flow
2V : min. Volumenstrom / min. Air flow
<2V: Gerät Aus / Unit off
-A1
-B3
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2 L21 L3 L31
N N N
PE PE PE PE
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
1
2
6
5
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
+24V / V+
GND
0 - 10V
GND
YE
WH
RD
GN
Nederlands
Tel. +49 7930 9211-0 Fax. +49 7930 9211-150
ROTO K ... V Aansluitschema voor parameter P14 externe sensoren
Externe volumestroomregeling
Externe sensor (CO2, VOC)
67
-A1
1
-X2
2
3
4
5
6
-B1
-B2
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2 L21 L3 L31
N N N
PE PE PE PE
15 - 30 V=
0V
0 - 10V
15 - 30 V=
0V
0 - 10V
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
Differenzdrucksensor
Differential pressure sensor
Abluft
Extract air
Differenzdrucksensor
Differential pressure sensor
Zuluft
Supply air
-A1
-B2
1
-X15
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
-X8
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
1
-X5
2
3
4
5
6
7
8
0V
A
B
+24V
1
-X14
2
3
4
5
6
7 8 9
10
11
12 13
1
-X9
2
3
4
5
6
7
8
9
N
-X3
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X6
2
3
N
5
6
N
8
9
1
-X16
2
N
4
5
6
7
8
9
N
-X4
N
N
4
5
6
7
8
9
L1
L11
L2 L21 L3 L31
N N N
PE PE PE PE
15 - 30 V=
0V
0 - 10V
B1
B2
B3
B4
XB1
XB3
F1
F2
0V
0V
0V
0V
0V
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
L1
A - In
A - In
A - In
A - Out
A - Out
0V
0V
+24V
D - In
A - Out
A - Out
+24V
D - In
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
+24V
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
D - In
Temp 1
Temp 2
Temp 3
Temp 4
L1
L1
L1
L1
B1: Volumenstrom Zuluft /
Supply air flow
B2: Volumenstrom Abluft /
Extract airflow
B3: Filterüberwachung Zuluft /
Filter monitoring Supply air
B4: Filterüberwachung Abluft /
Filter monitoring Extract air
Differenzdrucksensor
Differential pressure sensor
Zuluft
Supply air
Nederlands
ROTO K ... V Connection diagram for parameter P13
External sensor (differential pressure)
For PV-control (Constant pressure control with balanced air volume)
For P-control (Constant pressure control)
www.ruck.eu
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Str. 5
D-97944 Boxberg-Windischbuch
Tel. +49 (0)7930 9211-0
Fax. +49 (0)7930 9211-150
www.ruck.eu
Informatiestand
print 08.03.2022
mwr_rok_v_pb_05_k10001_nl
Onder voorbehoud van wijzigingen
Taal:
Nederlands
De in deze montage- en gebruikshandleiding
vermelde gegevens zijn uitsluitend illustratief.
Een uitspraak over een bepaalde toestand of
een geschiktheid voor een bepaalde toepassing
kan uit onze informatie niet afgeleid worden.
De informatie verbiedt de gebruiker niet eigen
beoordelingen of tests uit te voeren.
Gelieve ermee rekening te houden dat onze
producten onderhevig zijn aan een natuurlijk slij-
tage- en verouderingsproces.
Dit document, alsmede de gegevens, speci-
caties en andere informatie zijn het exclusieve
eigendom van ruck Ventilatoren GmbH.
Het mag niet zonder toestemming gereprodu-
ceerd worden of aan derde partijen gegeven
worden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Ruck ROTO K 1700 V WOJL de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor