Garmin Navticni radio VHF 100 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding
VHF 100/200-serie
gebruikershandleiding
USA
DISTRESS
WATCH PA SCAN
“‰°Š‹.Œ‘’’ƒ
ˆ‰Š°‹Œ.‘’“’†
ˆ‰:‹ŒPM UTC
LOC AL
25W
16
Alle rechten voorbehouden. Behoudens voor zover uitdrukkelijk hierin voorzien, mag geen enkel deel van deze handleiding
worden vermenigvuldigd, gekopieerd, overgebracht, verspreid, gedownload of opgeslagen in enig opslagmedium voor enig
doel zonder vooraf de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Garmin te hebben verkregen. Garmin verleent hierbij
toestemming voor het downloaden naar een harde schijf of ander elektronisch opslagmedium van een enkele kopie van
deze handleiding of van elke revisie van deze handleiding voor het bekijken en afdrukken van een enkele kopie van deze
handleiding of van elke revisie van deze handleiding, mits deze elektronische of afgedrukte kopie van deze handleiding
de volledige tekst van deze copyrightbepaling bevat en gesteld dat onrechtmatige commerciële verspreiding van deze
handleiding of van elke revisie van deze handleiding uitdrukkelijk is verboden.
Informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Garmin behoudt zich het recht
voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud zonder de verplichting
personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar de website van Garmin
(www.garmin.com) voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik en de werking van dit product en
andere Garmin-producten.
Garmin
®
en het Garmin-logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de
Verenigde Staten en andere landen. GHS
is een handelsmerk van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze
handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
United States Power Squadrons
®
is een gedeponeerd handelsmerk van United States Power Squadrons. NMEA 2000
®
en
het NMEA 2000-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de National Maritime Electronics Association.
CE-aanmelding
Aangemeld bij CE onder nummer (0168), alleen geldig voor de VHF 100i/VHF 200i.
0168
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding i
Inleiding
Inleiding
Met de marifoons uit de VHF 100- en VHF 200-serie kunt u communiceren op alle internationale,
Amerikaanse en Canadese maritieme kanalen en vooraf ingestelde privékanalen. De Amerikaanse en
Canadese frequentiebanden zijn niet beschikbaar op de VHF 100i. U kunt tevens tien WX-kanalen
(weerkanalen) bewaken. De VHF 100, VHF 200 en GHS™ 10 zijn bestemd voor gebruik in Noord-
Amerika, terwijl de VHF 100i, VHF 200i en GHS 10i zijn bestemd voor gebruik in Europa en de rest van
de wereld.
De marifoons uit de VHF 100- en VHF 200-serie hebben talloze geavanceerde functies; enkele hiervan zijn
opgenomen in de onderstaande tabel.
VHF 100 VHF 100i VHF 200 VHF 200i
Automatische inschakeling
DSC (Digital Selective Calling), volledige
klasse D
Positietracering voor het volgen van maximaal drie
andere schepen
Verzending van positie-aanvragen
Lokale-ontvangstmodus voor verbeterde ontvangst
op drukke aanlegplaatsen
Maximaal 25 W aan uitzendvermogen, instelbaar
tussen 1 W en 25 W
Met één druk op de speciale knop eenvoudig
toegang tot kanaal 16/9
Alleen kanaal
16
Alleen kanaal
16
NMEA 0183-interfacemogelijkheden
NMEA 2000
®
-interfacemogelijkheden
Aanvullende mogelijkheden met NMEA 2000-
compatibele Garmin-kaartplotters en Garmin-
stuurautomaatsysteem
Vaste luidspreker en microfoon
Verplaatsbare luidspreker en microfoon
Ondersteunt één GHS 10 of één GHS 10i volledig
functionele, bedrade microfoon
Megafoon- en misthoorngeluid met een
uitgangsvermogen van 20 W; automatische en
handmatige misthoornsignalen en instelbare
basismistfrequenties
Tweewegsmegafoon voor terugluisteren indien
aangesloten op een compatibele hoornluidspreker
Intercommogelijkheden
Ontvangst van NOAA-weerwaarschuwingen
ii VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Inleiding
VHF 100 VHF 100i VHF 200 VHF 200i
ATIS-ondersteuning
Instellen van privékanalen (vooraf ingesteld door de
Garmin
®
-dealer)
Meertalige gebruikersinterface: Engels, Frans,
Italiaans, Duits en Spaans
Uitleg over de handleiding
Als in deze handleiding staat dat u een item moet selecteren met de , draai dan aan de
kanaalknop om het desbetreffende item te markeren, en druk daarna op de  om het item te
selecteren.
Kleine pijltjes (>) in de tekst geven aan dat u elk item in de opgegeven volgorde moet selecteren met de
. Wanneer in de tekst bijvoorbeeld staat 'Selecteer > ',
moet u de volgende stappen uitvoeren:
1. Draai aan de kanaalknop om COMMUNICATIONS te markeren en druk vervolgens op de kanaalknop
om COMMUNICATIONS te selecteren.
2. Draai aan de kanaalknop om PROTOCOL te markeren en druk vervolgens op de kanaalknop om
PROTOCOL te selecteren.
Instructies voor de VHF 100/200-serie en GHS 10-serie
In deze gebruiksaanwijzing vindt u aanwijzingen voor de volgende producten:
Noord-Amerikaanse modellen Internationale modellen
VHF 100 VHF 100i
VHF 200 VHF 200i
GHS 10 GHS 10i
Tenzij anders aangegeven, zijn de aanwijzingen voor de marifoons uit de VHF 100/200-serie en de handsets
uit de GHS 10-serie hetzelfde.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding iii
Inleiding
Inhoudsopgave
Inleiding ........................................................................................................................................... i
Uitleg over de handleiding ............................................................................................................................... ii
Aan de slag .................................................................................................................................... 1
Voorpaneel van zendontvanger .......................................................................................................................1
Microfoon en handsets uit de GHS 10-serie....................................................................................................2
Zendontvanger en display van handset ..........................................................................................................3
Tips ..................................................................................................................................................................4
Basisbediening .............................................................................................................................. 5
De marifoon in- en uitschakelen ......................................................................................................................5
Het volume van de marifoon aanpassen .........................................................................................................5
Het volume aanpassen op een GHS 10 of een GHS 10i ................................................................................5
De squelch aanpassen op de marifoon ...........................................................................................................5
De squelch aanpassen op een GHS 10 of een GHS 10i ................................................................................5
Kanalen selecteren ..........................................................................................................................................5
Kanalen scannen en opslaan ..........................................................................................................................6
Meerdere kanalen bewaken ............................................................................................................................7
Het tweede-prioriteitskanaal herprogrammeren ..............................................................................................8
De 16/9-modus gebruiken ...............................................................................................................................8
Schakelen tussen de uitzendmodi 1 W en 25 W .............................................................................................8
De gevoeligheid van lokale ontvangst/ontvangst over lange afstanden afstellen ...........................................9
De intercom gebruiken ....................................................................................................................................9
De megafoon gebruiken ................................................................................................................................10
De misthoorn gebruiken ................................................................................................................................10
Luisteren naar NOAA-weeruitzendingen en weerwaarschuwingen inschakelen ..........................................12
Automatic Transmitter Identication System (ATIS) ......................................................................................13
DSC (Digital Selective Calling) ................................................................................................... 15
Uw MMSI-nummer invoeren ..........................................................................................................................15
Uw MMSI-nummer weergeven ......................................................................................................................16
DSC-noodoproepen.......................................................................................................................................16
Oproepen plaatsen ........................................................................................................................................18
Oproepen ontvangen .....................................................................................................................................21
Positie bijhouden ...........................................................................................................................................22
Werken met oproeplogs ................................................................................................................................23
De schepenlijst gebruiken .............................................................................................................................26
Groepsitems toevoegen en wijzigen..............................................................................................................26
DSC-instellingen congureren .......................................................................................................................27
Geavanceerd gebruik .................................................................................................................. 29
NMEA 0183 en NMEA 2000 ..........................................................................................................................29
Bedrijfsinstellingen wijzigen ...........................................................................................................................30
iv VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Inleiding
Appendix ...................................................................................................................................... 35
Waarschuwingen en berichten ......................................................................................................................35
Kanalenlijst ....................................................................................................................................................36
Specicaties ..................................................................................................................................................46
Het toestel onderhouden ...............................................................................................................................49
Index ............................................................................................................................................. 50
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 1
Aan de slag
Aan de slag
Voorpaneel van zendontvanger
USA
16
DISTRESS
WATCH PA SCAN
“‰°Š‹.Œ‘’’ƒ
ˆ‰Š°‹Œ.‘’“’†
ˆ‰:‹ŒPM UTC
W25
DISTRESS
HI/LO
DSC MENU
CLEAR
Squelch
Volume
PWR of
16/9
Kanaal
 - Druk op deze knop om een noodoproep te starten als een MMSI-nummer in uw marifoon hebt
geprogrammeerd.
 - Draai aan deze knop om het squelch-niveau af te stellen.
 - Draai aan deze knop om het volume af te stellen.
 - Houd deze knop ingedrukt om de marifoon in en uit te schakelen. Als de marifoon is
ingeschakeld, druk dan op de knop en laat deze vervolgens weer los om heen en weer te schakelen tussen
kanaal 16, uw tweede-prioriteitskanaal en uw oorspronkelijke kanaal.
 - Draai aan deze knop om het kanaal op de marifoon te wijzigen of druk erop om een menu-item
te selecteren. Druk in het startscherm op deze knop om de WX-kanalen (weerkanalen) te benaderen (alleen
voor VHF 100 en VHF 200).
 - Druk op deze knop om te schakelen tussen de instellingen voor lokale ontvangst en ontvangst over
lange afstanden of om het uitzendvermogen van 1 W voor sommige kanalen te omzeilen.
 - Druk op deze knop om een menu met DSC-opties weer te geven. Druk hier nog een keer op om terug
te gaan naar het startscherm.
 - Druk op deze knop om een menu met conguratie-opties weer te geven. Druk hier nog een keer
op om terug te gaan naar het startscherm.
 - Druk op deze knop om terug te gaan naar het vorige scherm wanneer u zich in de menuopties
bevindt. Met deze knop kunt u ook een inkomende DSC-oproep annuleren of dempen.
2 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Aan de slag
Microfoon en handsets uit de GHS 10-serie
Met uitzondering van het afstellen van het volume en de squelch, werkt de handset hetzelfde als de
marifoon.
PTT
Pijl omhoog
16+ of 16/9
Pijl omlaag
PTT
Kanaal
CLEAR
DSC
16+ of 16/9
HI/LO
MENU
Volume/
Squelch
USA
16
DISTRESS
WATCH PA SCAN
“‰°Š‹.Œ‘’’ƒ
ˆ‰Š°‹Œ.‘’“’†
ˆ‰:‹ŒPM UTC
W25
DISTRESS
 - Druk hierop om het huidige menu te verlaten en terug te gaan naar het startscherm
om uit te zenden.
 - Druk op deze knop om een noodoproep te starten als u een MMSI-
nummer in uw marifoon hebt geprogrammeerd.
 - Druk op deze knop om van kanaal te veranderen op de marifoon.
 - Draai aan deze knop om het kanaal op de marifoon te wijzigen of druk erop om een menu-item
te selecteren. Druk in het startscherm op deze knop om naar de WX-kanalen (weerkanalen) te gaan (alleen
voor GHS 10).
 - Druk op deze knop om terug te gaan naar het vorige scherm wanneer u zich in de menuopties
bevindt. Met deze knop kunt u ook een inkomende DSC-oproep annuleren of dempen.
 - Druk op deze knop om een menu met DSC-opties weer te geven. Druk hier nog een keer op om terug
te gaan naar het startscherm.
 - Druk op deze knop en laat deze
vervolgens weer los om heen en weer te schakelen tussen kanaal 16, uw tweede-prioriteitskanaal en uw
oorspronkelijke kanaal.
 - Druk op deze knop om te schakelen tussen de instellingen voor lokale ontvangst en ontvangst over
lange afstanden of om het uitzendvermogen van 1 W voor sommige kanalen te omzeilen.
 - Druk op deze knop om een menu met conguratie-opties weer te geven. Druk hier nog een keer
op om terug te gaan naar het startscherm.
 - Druk op de knop VOL/SQL om te schakelen tussen de functies van de kanaalknop om
het volume- en het squelch-niveau af te stellen.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 3
Aan de slag
Zendontvanger en display van handset
Het startscherm is het meest bekeken scherm in het systeem. Hier vindt u alle actuele informatie, zoals het
huidige kanaal, de frequentieband en de kanaalnaam.
Frequentieband
Breedtegraad
Tijd
Snelheid over de grond/
Koers over de grond
Systeemstatus-
pictogrammen
Kanaal
Lengtegraad
Schermtoetsen
USA
16
DISTRESS
WATCH PA SCAN
“‰°Š‹.Œ‘’’ƒ
ˆ‰Š°‹Œ.‘’“’†
ˆ‰:‹Œ UTC
””MPH ˆ’”°T
TX
W25
RX
ATIS
1W
LOCAL
 - Het huidige actieve kanaal.
 - De huidige frequentieband: International, Canadian of USA.
 - De huidige lengtegraad, breedtegraad en tijd worden weergegeven
wanneer de zendontvanger is aangesloten op een GPS-toestel. Wanneer de zendontvanger niet is
aangesloten op een GPS-toestel, kunt u de positie en de tijd waarop u de positiegegevens invoerde
handmatig invoeren.
 - De huidige SOG of COG wordt
weergegeven wanneer de zendontvanger is verbonden met een GPS-toestel.
 - Gebruik deze toetsen om items te selecteren. De functie van deze toetsen hangt af van de
handeling die u uitvoert.
 - Zie de onderstaande tabel.
RX
Squelch-niveau wordt
verbroken door ontvangst
van een inkomend signaal
TX
Uitzenden
Uitzenden met
25 W
1W
Uitzenden met 1 W
Opgeslagen kanaal
LOCAL
Ontvangermodus
voor gebieden met
marifoonfrequentie-
interferentie (zoals havens)
ATIS
ATIS ingeschakeld
Positietracering
ingeschakeld
Automatische
kanaalwisseling
uitgeschakeld
Inkomende of gemiste
DSC-oproep
Weerwaarschuwing
Externe GPS
aangesloten
4 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Aan de slag
Tips
Houd de volgende tips in gedachten wanneer u de marifoon of de handset gebruikt:
Druk tijdens een reeks stappen op de knop  en laat deze weer los om terug te gaan naar het
startscherm.
Druk op de knop  om het vorige scherm weer te geven.
Selecteer  als u uw wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan naar het startscherm.
Selecteer
ab tijdens het invoeren van gegevens om terug te gaan naar het vorige teken.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 5
Basisbediening
Basisbediening
De marifoon in- en uitschakelen
u moet eerst een MMSI-nummer (Mobile Maritime Safety Identity) invoeren om de DSC-
mogelijkheden van de marifoon te kunnen gebruiken. Zie pagina 15 voor meer informatie.
U schakelt de marifoon uit door de knop  ingedrukt te houden. Als u geen MMSI-nummer hebt
ingevoerd, druk dan op de knop  om naar het startscherm te gaan. U schakelt de marifoon uit door
de knop  ingedrukt te houden.
zie pagina 31 voor informatie over automatische inschakeling.
Het volume van de marifoon aanpassen
U kunt het volume van de marifoon verhogen door de knop  rechtsom te draaien.
U kunt het volume van de marifoon verlagen door de knop  linksom te draaien.
u stelt het gewenste volumeniveau in door het squelch-niveau uit te schakelen en vervolgens het volume af
te stellen. Zie hieronder voor meer informatie over het afstellen van het squelch-niveau.
Het volume aanpassen op een GHS 10 of een GHS 10i
1. Druk op de knop VOL/SQL tot op het scherm CURRENT VOLUME wordt weergegeven.
2. Draai aan de kanaalknop op de handset om het niveau af te stellen.
De squelch aanpassen op de marifoon
Met de squelch-regeling kunt u ongewenste ruis onderdrukken bij de ontvangst.
1. Draai bij ontvangst de knop Squelch linksom tot u geluid hoort.
2. Draai de knop Squelch rechtsom tot u geen achtergrondruis meer hoort.
De squelch aanpassen op een GHS 10 of een GHS 10i
1. Druk op de knop VOL/SQL tot op het scherm “CURRENT SQUELCH” wordt weergegeven.
2. Draai bij ontvangst de volumeknop linksom tot u geluid hoort.
3. Draai de volumeknop rechtsom tot u geen achtergrondruis meer hoort.
Kanalen selecteren
Draai de  rechtsom of linksom om van kanaal te wisselen.
Druk op de knop Pijl omhoog of Pijl omhoog om met behulp van de microfoon van kanaal te
veranderen. Houd de knop Pijl omhoog of Pijl omhoog ingedrukt om snel van kanaal te veranderen.
Zie pagina 36 voor lijsten met internationale, Canadese en Amerikaanse kanalen.
6 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Basisbediening
Uitzenden met de marifoon of de handset
1. Selecteer het juiste kanaal.
2. Controleer of het kanaal vrij is voordat u gaat uitzenden. De FCC (Federal Communications Commission)
en internationale regelingen vereisen dat u de communicatie van anderen niet verstoort.
3. Druk op de knop PTT op de microfoon of de handset om via het huidige kanaal uit te zenden. Het
pictogram
TX
wordt boven in het scherm weergegeven.
4. Spreek uw bericht en laat de knop PTT los.
u kunt maximaal vijf minuten uitzenden. Nadat u de knop  gedurende vijf minuten hebt
ingedrukt, wordt PTT uitgeschakeld tot u de knop  loslaat.
Het LO-uitzendvermogen (1 W) omzeilen
Uitzendingen via de Amerikaanse frequentieband op kanaal 13 en 67 moeten standaard bij laag vermogen
(1 W) plaatsvinden. U kunt deze vermogensinstelling omzeilen door tijdens de uitzending op de
schermknop  te drukken.
1. Als u gebruikmaakt van de Amerikaanse kanalen 13 of 67 en u op de knop PTT drukt, wordt op het
scherm het bericht weergegeven dat u op 25W moet drukken om de uitzendvereiste van 1 W te omzeilen.
2. Houd de schermtoets 25W ingedrukt om uit te zenden met hoog vermogen (HI). De marifoon omzeilt de
uitzendvereiste van 1 W als u op de knop 25W drukt.
Kanalen scannen en opslaan
als u ATIS inschakelt, kan de marifoon geen kanalen scannen of opslaan. Zie pagina 13.
Alle kanalen scannen
Als u kanalen scant, zoekt de marifoon naar kanalen die uitzenden. Als er op een kanaal wordt uitgezonden,
stopt de marifoon bij dat kanaal tot de uitzending wordt beëindigd. Na vier seconden inactiviteit op het
kanaal hervat de marifoon het scannen.
1. Selecteer SCAN > ALL.
2. Maak een keuze uit de volgende opties:
SKIP - Deze optie wordt weergegeven wanneer actieve kanalen worden gedetecteerd. Wanneer u
deze optie selecteert, wordt het scannen hervat en wordt dat specieke kaneel niet meegenomen bij
volgende scans.
+CH16 - Kanaal 16 wordt om elk ander kanaal gescand (bijvoorbeeld 21, 16, 22, 16, enzovoort). Op
het scherm wordt ALL SCAN +CH16 weergegeven.
-CH16 - Kanaal 16 wordt in de normale volgorde gescand (bijvoorbeeld 14, 15, 16, 17, enzovoort). Op
het scherm wordt ALL SCAN weergegeven.
EXIT - Hiermee gaat u terug naar het startscherm. De huidige scan wordt beëindigd en het systeem
blijft ontvangen via het kanaal waar u het scannen hebt beëindigd.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 7
Basisbediening
Kanalen opslaan
U kunt elk kanaal opslaan in het geheugen van de zendontvanger, met uitzondering van de WX-kanalen
(weerkanalen). U kunt de opgeslagen kanalen afzonderlijk scannen van alle kanalen die de marifoon
ontvangt. Er is geen limiet voor wat betreft het aantal kanalen dat u kunt opslaan.
Een kanaal opslaan:
1. Selecteer SCAN.
2. Draai aan de kanaalknop om naar verschillende kanalen te gaan.
3. Selecteer SAV CH om een kanaal op te slaan. Een
(ster) boven in het scherm geeft een opgeslagen
kanaal aan.
De opgeslagen status van een kanaal verwijderen:
1. Selecteer SCAN.
2. Draai aan de kanaalknop om naar verschillende kanalen te gaan.
3. Selecteer SAV CH.
Opgeslagen kanalen scannen
1. Selecteer SCAN.
2. Selecteer SAVED.
deze scan omvat niet kanaal 16, tenzij u kanaal 16 in het geheugen hebt opgeslagen. U kunt
echter  selecteren om kanaal 16 om elk ander kanaal te scannen (bijvoorbeeld 21, 16, 32, 16, enzovoort).
Wanneer deze instelling actief is, wordt op de schermknop -16 weergegeven. Selecteer  om de opgeslagen
kanalen te scannen in de normale volgorde (bijvoorbeeld 08, 10, 11, 14).
Meerdere kanalen bewaken
de marifoon schakelt het bewaken van meerdere kanalen uit (Dual Watch en Tri Watch)
wanneer ATIS is ingeschakeld. Zie pagina 13.
Selecteer  om prioriteitskanalen en het huidige geselecteerde kanaal te bewaken op
uitzendactiviteit. Kanaal 16 is het eerste-prioriteitskanaal op de marifoon. Kanaal 9 is standaard het
tweede-prioriteitskanaal, maar u kunt een ander kanaal instellen. Zie pagina 8 voor meer informatie over het
herprogrammeren van het tweede-prioriteitskanaal.
Twee kanalen bewaken (Dual Watch)
Met Dual Watch kunt u schakelen tussen het bewaken van het huidige kanaal dat u hebt geselecteerd en
kanaal 16.
1. Selecteer WATCH.
2. Selecteer DUAL. Op het scherm wordt DUAL WATCH, het huidige geselecteerde kanaal en kanaal 16
weergegeven (bijvoorbeeld DUAL WATCH CH: 75 + 16).
3. Selecteer EXIT om Dual Watch te verlaten.
8 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Basisbediening
Drie kanalen bewaken (Tri Watch)
Met Tri Watch kunt u schakelen tussen het bewaken van het huidige kanaal dat u hebt geselecteerd, kanaal
16, en uw tweede-prioriteitskanaal.
1. Selecteer WATCH.
2. Selecteer TRI. Op het scherm wordt TRI WATCH, het huidige geselecteerde kanaal, kanaal 16, en uw
tweede-prioriteitskanaal weergegeven (bijvoorbeeld
TRI WATCH CH: 75 + 16 + 9).
3. Selecteer EXIT om Tri Watch te verlaten.
Het tweede-prioriteitskanaal herprogrammeren
U kunt de marifoon zo programmeren dat een ander kanaal dan kanaal 9 als uw tweede-prioriteitskanaal
wordt gebruikt.
1. Selecteer MENU.
2. Selecteer CHANNEL > 2ND PRIORITY.
3. Draai aan de kanaalknop of gebruik de knop Pijl omhoog of Pijl omlaag op de microfoon of handset om
het kanaal te wijzigen dat op het scherm wordt weergegeven.
4. Selecteer OK als het juiste kanaal wordt weergegeven.
De 16/9-modus gebruiken
16/9 is een prioriteitsactiviteit die wordt geactiveerd door op de knop  op de zendontvanger of de
microfoon te drukken. Als u op de knop  drukt, wordt de huidige activiteit beëindigd en wordt van
het huidige actieve kanaal overgeschakeld naar kanaal 16 als u de eerste keer op de knop drukt, naar uw
tweede-prioriteitskanaal als u de tweede keer op de knop drukt, en terug naar het oorspronkelijke kanaal als
u de derde keer op de knop drukt. Als deze modus wordt geactiveerd, verandert het zendvermogen in HI (25
W). Als u deze modus verlaat, wordt de vorige instelling hersteld.
1. Druk op de knop 16/9 om direct te schakelen naar kanaal 16 en het zendvermogen te wijzigen in
HI (25 W). Druk op de knop HI/LO en selecteer 1W als u in de 16/9-modus wilt uitzenden met LO-
uitzendvermogen. Op het scherm van de marifoon wordt
1W
weergegeven om uitzenden met laag
vermogen aan te geven.
2. Druk nog een keer op de knop 16/9 om te schakelen naar het tweede-prioriteitskanaal.
3. Druk voor de derde keer op de knop 16/9 om terug te gaan naar uw eerdere huidige actieve kanaal en het
eerder ingestelde uitzendvermogen.
Schakelen tussen de uitzendmodi 1 W en 25 W
U kunt het uitzendvermogen van de marifoon instellen. U hebt twee opties: LO (1 W) en HI (25 W). LO
wordt normaalgesproken gebruikt voor lokale uitzendingen en HI voor uitzendingen over lange afstanden
en nooduitzendingen.
als u op de knop  drukt, schakelt de marifoon over op HI-vermogen. In de 16/9-modus
zenden kanaal 16 en het tweede-prioriteitskanaal (standaard kanaal 9) automatisch uit via HI-vermogen. U kunt
in de 16/9-modus echter overschakelen naar LO-vermogen.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 9
Basisbediening
Als twee signalen via dezelfde frequentie worden verzonden, ontvangt een VHF-marifoon alleen het
krachtigste signaal. Gebruik het laagste uitzendvermogen dat mogelijk is om te communiceren, behalve
voor noodoproepen. Op die manier wordt zoveel mogelijk voorkomen dat uw uitzendingen de uitzendingen
van niet-betrokken derden verstoren.
Uitzendingen via de Amerikaanse frequentieband op kanaal 13 en 67 moeten standaard via laag vermogen
(1 W) plaatsvinden. U kunt deze vermogensinstelling omzeilen door tijdens de uitzending op de
schermknop  te drukken.
Schakelen tussen de uitzendvermogens LO en HI:
1. Druk op de knop HI/LO.
2. Selecteer 1W of 25W om te schakelen tussen de uitzendvermogens LO en HI.
de marifoon gaat na twee seconden automatisch terug naar het startscherm nadat de modus 1 W/25 W is
gewijzigd. U kunt ook  selecteren om terug te gaan naar het startscherm.
De gevoeligheid van lokale ontvangst/ontvangst over lange
afstanden afstellen
U kunt de ontvangstgevoeligheid van de marifoon regelen. Als u last hebt van ruis in gebieden met veel
verkeer of in gebieden waar sprake is van elektromagnetische interferentie (bijvoorbeeld veroorzaakt door
zendmasten voor mobiele telefonie), stel de ontvangstgevoeligheid dan in op Local om de gevoeligheid
van de ontvanger te verlagen. Stel in afgelegen gebieden en in open water de ontvangstgevoeligheid in op
Distant om het bereik van de ontvanger te maximaliseren.
Het pictogram
LOCAL
wordt op het scherm weergegeven als de ontvangstgevoeligheid is ingesteld op Local.
1. Druk op de knop HI/LO.
2. Selecteer LOCAL/DIST om te schakelen tussen de modi Local en Distant.
De intercom gebruiken
De intercom werkt alleen voor marifoons uit de VHF 200-serie en voor handsets uit de GHS 10-serie.
De intercom is onderdeel van het PA-systeem (Public Address) van de marifoon. Met een optionele
handset GHS 10 of GHS 10i kunt u de marifoon en handsetstations gebruiken als intercomsysteem voor
tweewegscommunicatie. U kunt de marifoon gebruiken om de communicatie met een handsetstation te
starten en u kunt een handset gebruiken om de communicatie met de marifoon te starten.
als de marifoon in de intercommodus staat, ontvangt deze geen verkeer via uw huidige kanaal.
Een intercomoproep initiëren
1. Selecteer PA > INTRCM.
2. Selecteer het apparaat in de lijst. Als u ALL selecteert, wordt er uitgezonden naar elk station. De andere
partij moet op de knop PTT op de ontvangsteenheid drukken om de oproep te accepteren.
3. Houd de knop PTT ingedrukt en spreek uw bericht.
10 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Basisbediening
4. Laat de knop PTT los en luister naar een reactie.
5. Als u en de andere partij klaar zijn met praten, selecteer dan EXIT om terug te gaan naar het startscherm.
Een intercomoproep ontvangen
1. Op het scherm wordt aangegeven welk station de oproep plaatst. Druk de knop PTT in en laat deze los
om de oproep te accepteren.
2. Als de andere partij klaar is met spreken, houd de knop PTT dan ingedrukt en spreek uw bericht.
3. Als u en de andere partij klaar zijn met praten, selecteer dan EXIT om terug te gaan naar het startscherm.
De megafoon gebruiken
De megafoon is alleen beschikbaar bij de VHF 200-serie. U moet een optionele misthoorn aan dek of op de
toren installeren om deze functie te kunnen gebruiken. Zie VHF 100/200-serie-Installatie-instructies voor
meer informatie.
Met de megafoon, onderdeel van het PA-systeem van de marifoon, kunt u mededelingen doen op het
schip of vanaf het schip naar de kust. De megafoon maakt tweewegscommunicatie mogelijk: u kunt
communiceren met het schip via de marifoon of handset en geluiden die via de hoorn worden ontvangen,
zijn hoorbaar via de luidspreker van de marifoon. Bij schepen met gesloten cabines kunt u op die manier
horen wat er op het dek gebeurt.
als de marifoon in de megafoonmodus staat, ontvangt deze geen verkeer via uw huidige kanaal.
De megafoon bedienen:
1. Selecteer PA > HAILER. Geluiden die via de hoorn worden ontvangen, zijn hoorbaar via de
marifoonluidspreker.
2. Houd de knop PTT ingedrukt en spreek uw mededeling.
3. Draai aan de kanaalknop of op de knop Pijl omhoog of Pijl omlaag om het volume van de hoorn aan te
passen.
4. Laat de knop PTT los om te luisteren.
5. Selecteer EXIT om terug te gaan naar het startscherm.
De misthoorn gebruiken
De misthoorn is alleen beschikbaar bij de VHF 200-serie. U moet een optionele misthoorn aan dek of op de
toren installeren om deze functie te kunnen gebruiken. Zie VHF 100/200-serie-Installatie-instructies voor
meer informatie.
De misthoorn is onderdeel van het PA-systeem van de marifoon. U kunt de misthoorn laten klinken via
een megafoonhoorn of een externe luidspreker. De marifoon kan de hoorn automatisch laten klinken met
gebruikmaking van standaard, vooraf gedenieerde patronen, maar u kunt de hoorn ook handmatig laten
klinken.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 11
Basisbediening
Net als bij de megafoon worden bij handmatige bediening van de misthoorn de geluiden die worden
ontvangen via de hoorn hoorbaar via de luidspreker van de marifoon.
De misthoorn automatisch laten klinken
1. Selecteer PA > FOG.
2. Select AUTO in de lijst.
3. Selecteer een item. Kies uit de volgende mogelijkheden. De marifoon wisselt tussen het laten horen van
toon- of klankpatronen en de ontvangst van marifoonverkeer.
UNDERWAY STOPPED
SAILING/FISHING RESTRICT/TOW
UNDER TOW PILOT
AT ANCHOR AGROUND
4. Draai aan de kanaalknop om het volume van de hoorn af te stellen.
5. Selecteer EXIT om het automatisch laten klinken van de misthoorn uit te schakelen en terug te gaan naar
het startscherm.
De misthoorn handmatig laten klinken
als u de megafoon handmatig bedient, wisselt de marifoon niet tussen het laten klinken van de
misthoorn en het ontvangen van marifoonverkeer.
De misthoorn laten klinken:
1. Selecteer PA > FOG.
2. Selecteer MANUAL in de lijst. Geluiden die via de hoorn worden ontvangen, zijn hoorbaar via de
marifoonluidspreker.
3. Druk op de knop PTT op de microfoon of handset om de hoorn te laten klinken. De hoorn stopt als u de
knop PTT loslaat.
4. Draai aan de kanaalknop om het volume van de hoorn af te stellen.
5. Selecteer EXIT om terug te gaan naar het startscherm.
De geluidsfrequentie van de misthoorn afstellen
U kunt de geluidsfrequentie van de misthoorn verhogen of verlagen. De hoogte van de toon stijgt bij een
verhoging van de frequentie en daalt bij een verlaging van de frequentie. De minimale instelling is 200 Hz;
de maximale instelling is 850 Hz. De standaardinstelling is 350 Hz. Er zijn regels voor de juiste frequentie
van misthoorns. In deze regelgeving is de vereiste misthoornfrequentie doorgaans afgestemd op de grootte
van het schip.
1. Selecteer de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > FOG FREQUENCY.
3. Gebruik de kanaalknop om de frequentie af te stellen met stappen van 50 Hz.
12 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Basisbediening
4. Selecteer ACCEPT als u uw wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan naar het startscherm. Selecteer
CANCEL om de wijzigingen te negeren en terug te gaan naar het vorige scherm.
Luisteren naar NOAA-weeruitzendingen en weerwaarschuwingen
inschakelen
Op de marifoon zijn tien WX-kanalen (weerkanalen) voorgeprogrammeerd. Hiermee kunt u
weeruitzendingen van de NOAA (National Oceanic and Atmospheric Organization) volgen. WX-kanalen
kunnen uitsluitend worden beluisterd.
Deze uitzendingen vinden continu plaats en worden regelmatig bijgewerkt. Aangezien de NOAA-
weercentra die de informatie uitzenden regionaal zijn, zal de weerinformatie relevant zijn voor uw
uitzendgebied.
deze functionaliteit is niet beschikbaar op de VHF 100i of de VHF 200i . NOAA-uitzendingen
via de WX-kanalen zijn alleen beschikbaar in de VS en bepaalde delen van Canada.
De WX-modus inschakelen
1. Druk op de kanaalknop terwijl het startscherm wordt weergegeven. Op het scherm wordt WX
weergegeven om aan te geven dat u luistert naar WX-frequenties.
2. Draai aan de kanaalknop om van kanaal te wisselen.
3. Selecteer EXIT om terug te gaan naar het startscherm. De marifoon keert terug naar het kanaal waarnaar
u luisterde voordat u de WX-modus activeerde.
WX-waarschuwingen inschakelen
U kunt de marifoon instellen op het continu bewaken van de NOAA-weerwaarschuwingen. Als de marifoon
een inkomend weerwaarschuwing ontvangt, wordt automatisch afgestemd op het WX-kanaal dat de
waarschuwing uitzendt. De marifoon ontvangt geen WX-waarschuwingen als de zender actief is.
als u weerwaarschuwingen inschakelt, wordt alleen het laatst bewaakte weerkanaal
uitgeluisterd.
1. Druk op de kanaalknop om de WX-modus te activeren.
2. Selecteer ALERT.
3. Selecteer EXIT of druk op de kanaalknop om terug te gaan naar het startscherm.
Het pictogram geeft aan dat WX-waarschuwingen zijn ingeschakeld.
WX-waarschuwingen (weerwaarschuwingen) uitschakelen
1. Druk op de kanaalknop om de WX-modus te activeren.
2. Selecteer ALERT.
3. Selecteer EXIT om terug te gaan naar het startscherm.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 13
Basisbediening
Automatic Transmitter Identication System (ATIS)
ATIS is een vaartuigidenticatiesysteem dat kan worden gebruikt in bepaalde binnenwateren in bepaalde
landen in Europa. De Garmin-dealer kan uw VHF 100i of VHF 200i of GHS 10i programmeren voor het
gebruik van ATIS als u van plan bent de marifoon te gebruiken op waterwegen die binnen de grenzen
van de Regional Arrangement Concerning the Radiotelephone Service on Inland Waterways (de Basel-
overeenkomst) vallen. Het gebruik van ATIS is niet toegestaan buiten de Europese binnenwateren die onder
de Basel-overeenkomst vallen.
Als u ATIS inschakelt, wordt er na aoop van elke uitzending een gegevenssignaal verzonden waaraan uw
station is te identiceren. Er worden geen gegevens verzonden die uw positie aangeven. Uw positie wordt
echter berekend via de driehoeksmetingsmethode die wordt gebruikt door stations langs de kust die uw
uitzendingen ontvangen.
Als u ATIS wilt inschakelen, voer dan uw ATIS-identicatienummer in (zie hieronder) en schakel ATIS in
(zie pagina 14). Neem contact op met de Garmin-dealer om uw ATIS-identicatienummer te bepalen en
voor meer informatie over de ATIS-vereisten binnen uw regio.
De marifoon schakelt de volgende functies uit als u ATIS inschakelt:
DSC (Digital Selective Calling)
Dual Watch en Tri Watch
Kanaal scannen
De volgende internationale kanalen moeten uitzenden met laag vermogen (1 W) als u ATIS inschakelt: 6, 8,
10, 11, 12, 13, 14, 71, 72, 74 en 77.
Uw ATIS-identicatienummer invoeren
ga zorgvuldig te werk bij het invoeren van uw ATIS-nummer: u kunt dit slechts eenmaal
invoeren. Als u uw ATIS-nummer moet wijzigen nadat u het hebt ingevoerd, moet u de marifoon naar de Garmin-
dealer brengen voor herprogrammering.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer ATIS > MY ATIS ID.
3. Draai de kanaalknop rechtsom om het nummer te verhogen en linksom om het nummer te verlagen.
4. Druk op de kanaalknop om het nummer te accepteren en naar het volgende nummer in de reeks te gaan
5. Selecteer ACCEPT als u uw ATIS-nummer hebt ingevoerd. U wordt gevraagd het nummer opnieuw in te
voeren.
6. Voer nog een keer uw ATIS-identicatienummer in en druk op ACCEPT. Indien de ingevoerde ATIS-
identicatienummers niet overeenkomen, wordt op het scherm ATIS ID NUMBERS DO NOT MATCH
weergegeven. Selecteer RETRY en voer de nummers nog een keer in.
14 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Basisbediening
Uw ATIS-identicatienummer weergeven
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer ATIS > MY ATIS ID.
3. Selecteer OK om terug te gaan naar het vorige scherm of druk op de knop MENU om terug te gaan naar
het startscherm.
ATIS-functionaliteit in- en uitschakelen
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer ATIS > ATIS.
3. Selecteer ON of OFF. Als ATIS is ingeschakeld, wordt het pictogram
ATIS
op het scherm weergegeven.
4. Selecteer OK als u uw wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan naar het startscherm. Druk op de knop
MENU om terug te gaan naar het startscherm zonder uw wijzigingen op te slaan.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 15
DSC (Digital Selective Calling)
DSC (Digital Selective Calling)
DSC is een belangrijk onderdeel van het GMDSS (Global Maritime Distress and Safety System). Met
DSC kunnen VHF-marifoons rechtstreeks digitale oproepen plaatsen bij en ontvangen van andere schepen
en stations langs de kust, inclusief de Amerikaanse en Canadese kustwacht. De marifoon beschikt over
volledige DSC-functionaliteit van klasse D.
Als u een GPS-toestel op de zendontvanger aansluit, worden uw lengtegraad, breedtegraad en de huidige
tijd verzonden als u een noodoproep of een ander type DSC-oproep plaatst. Als u uw positiegegevens
handmatig hebt ingevoerd, worden uw lengtegraad, breedtegraad en tijd van invoer verzonden met de
oproep. Als uw locatie automatisch wordt verzonden, hoeft u in een noodsituatie niet uw locatie te bepalen.
Kanaal 70 is gereserveerd voor DSC-oproepen, en de marifoon gebruikt een speciale ontvanger voor
continue bewaking van kanaal 70. U hoeft niet van kanaal te wisselen om een DSC-oproep te plaatsen, de
marifoon schakelt automatisch over op kanaal 70 om een DSC-oproep te verzenden. Het verzenden van
de DSC-gegevens via kanaal 70 neemt minder dan één seconde in beslag, waarna wordt afgestemd op het
juiste kanaal voor spraakcommunicatie.
u moet eest een MMSI-nummer (Mobile Maritime Safety Identity) invoeren voordat u de DSC-
mogelijkheden van de marifoon kunt gebruiken. Een MMSI-nummer identiceert elke DSC-marifoon, net als een
telefoonnummer.
de marifoon schakelt DSC uit als u ATIS inschakelt. Zie pagina 13.
Het pictogram wordt weergegeven als er sprake is van een inkomende of gemiste DSC-oproep.
Uw MMSI-nummer invoeren
Het MMSI-nummer (Mobile Maritime Safety Identity) is een negencijferige code die fungeert als een DSC-
identicatienummer en is vereist om de DSC-mogelijkheden van de marifoon te kunnen gebruiken. U kunt
een MMSI-nummer aanvragen bij de telecommunicatie-instantie of het scheepsregister voor uw land. In de
VS kunt u via de volgende instanties een MMSI-nummer aanvragen:
FCC (Federal Communications Commission) - toegewezen nummers worden internationaal herkend.
BoatU.S., Sea Tow of United States Power Squadrons
®
- toegewezen nummers zijn alleen van
toepassing in Amerikaanse wateren.
Nadat u uw MMSI-nummer hebt verkregen, moet u dat nummer in uw marifoon programmeren als u DSC
wilt inschakelen.
16 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
DSC (Digital Selective Calling)
ga zorgvuldig te werk bij het invoeren van uw MMSI-nummer: u kunt dit slechts eenmaal
invoeren. Als u uw MMSI-nummer moet wijzigen nadat u het hebt ingevoerd, moet u de marifoon naar de
Garmin-dealer brengen voor herprogrammering.
Uw MMSI-nummer invoeren:
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer DSC > MY MMSI.
3. Draai de kanaalknop rechtsom om het nummer te verhogen en linksom om het nummer te verlagen.
Druk op de kanaalknop om naar het volgende nummer in de reeks te gaan. Selecteer ab om terug te
gaan naar een vorig teken.
4. Selecteer ACCEPT als u uw MMSI-nummer hebt ingevoerd. U wordt gevraagd de invoer te bevestigen.
5. Voer nog een keer uw MMSI-nummer in en selecteer ACCEPT. Als de ingevoerde MMSI-nummers
niet overeenkomen, wordt op het scherm MMSI NUMBERS DO NOT MATCH weergegeven. Selecteer
RETRY om het proces te herhalen. Als u het MMSI-nummer nu niet wilt invoeren, selecteer dan
CANCEL.
Uw MMSI-nummer weergeven
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer DSC > MY MMSI.
3. Selecteer OK om terug te gaan naar het vorige scherm of druk op de knop MENU om terug te gaan naar
het startscherm.
DSC-noodoproepen
Als u een DSC-noodoproep plaatst, wordt deze verzonden naar alle DSC-compatibele marifoons binnen
het ontvangstbereik. Uw huidige GPS-positie (lengte- en breedtegraad) en de huidige tijd worden
in de verzending meegenomen als een GPS-apparaat op uw zendontvanger is aangesloten. Als u uw
positiegegevens en de tijd handmatig hebt ingevuld, wordt die informatie verzonden met de oproep.
Zie pagina 27 voor informatie over het handmatig bijwerken van uw positiegegevens.
maak uzelf de standaardopmaak van noodoproepen en het protocol eigen, zodat uw oproepen
duidelijk en effectief zijn.
Een algemene noodoproep verzenden
Als u een algemene noodoproep verzendt, wordt de aard van de noodsituatie niet verzonden naar de
ontvangende stations. Het verzenden van een algemene noodoproep is een kortere en snellere procedure
waarmee u tijd kunt besparen in een noodsituatie.
1. Til de veerklep op en houd de knop DISTRESS gedurende ten minste drie seconden ingedrukt. De
zendontvanger piept en op het scherm wordt "DISTRESS CALL COUNTING DOWN" weergegeven.
Op het kanaalscherm worden de seconden afgeteld van 3 naar 1.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 17
DSC (Digital Selective Calling)
2. De marifoon laat automatisch een waarschuwing klinken, schakelt over naar kanaal 70 en
zendt uw oproep uit met HI-vermogen (25 W). U kunt op een willekeurige knop drukken om het
waarschuwingsgeluid uit te schakelen.
3. Nadat uw noodoproep is verzonden, schakelt de marifoon automatisch over naar kanaal 16 op HI-
vermogen (25 W). Druk op de knop PTT op de microfoon of handset en spreek uw bericht in. De marifoon
wacht op bevestiging (ACK) via kanaal 70 door een luisterend station.
Een specieke noodoproep verzenden
Als u een specieke noodoproep verzendt, wordt de aard van de noodsituatie verzonden naar de
ontvangende stations.
1. Til de veerklep op en druk op de knop DISTRESS.
2. Gebruik de kanaalknop om het type noodoproep te selecteren:
UNDESIGNATED
FIRE
FLOODING
COLLISION
GROUNDING
CAPSIZING
SINKING
ADRIFT
ABANDONING
PIRACY
MAN OVERBOARD
als u dit scherm wilt verlaten zonder een specieke noodoproep te verzenden, druk dan op de
knop  om terug te gaan naar het startscherm of druk op de knop  om af stemmen op kanaal 16.
3. Houd de knop DISTRESS gedurende ten minste drie seconden ingedrukt.
4. De zendontvanger piept en op het scherm wordt "DISTRESS CALL COUNTING DOWN" weergegeven.
Op het kanaalscherm worden de seconden afgeteld van 3 naar 1.
5. De marifoon laat automatisch een waarschuwing klinken, schakelt over naar kanaal 70 en
zendt uw oproep uit met HI-vermogen (25 W). U kunt op een willekeurige knop drukken om het
waarschuwingsgeluid uit te schakelen.
6. Nadat uw noodoproep is verzonden, schakelt de marifoon automatisch over naar kanaal 16 op HI-
vermogen (25 W). Druk op de knop PTT op de microfoon of GHS 10-handset en spreek uw bericht in.
De marifoon wacht op bevestiging (ACK) door een luisterend station.
Wachten op bevestiging van een noodoproep
Als de marifoon geen bevestiging van de noodoproep ontvangt, wordt de noodoproep opnieuw verzonden
op een willekeurig tijd (tussen de 3,5 en 4,5 minuten). Dit proces wordt continu herhaald tot er een
bevestiging wordt ontvangen.
18 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
DSC (Digital Selective Calling)
Bevestiging van een noodoproep ontvangen:
1. Als de marifoon bevestiging van een noodoproep ontvangt, zijn er pieptonen hoorbaar en wordt op het
scherm "DISTRESS ACK" weergegeven Druk op een knop om de pieptonen uit te schakelen.
2. Selecteer
] voor meer informatie. Als het MMSI-nummer van het station dat de bevestiging (ACK)
verzendt in uw adresboek is opgenomen, wordt de naam die bij dat MMSI-nummer hoort op het scherm
weergegeven. Als dat niet het geval is, wordt op het scherm het MMSI-nummer weergegeven.
3. Selecteer ACCEPT.
Automatische heruitzending van noodoproepen beëindigen
Selecteer  om het automatisch opnieuw verzenden van een noodoproep te beëindigen. De
marifoon blijft afgestemd op kanaal 16. Als u  selecteert, wordt niet aan andere stations
gecommuniceerd dat er geen sprake meer is van een noodsituatie. Als u  selecteert, wordt
uitsluitend het automatisch opnieuw verzenden van de oproep beëindigd. Zie hieronder voor informatie over
het intrekken van een noodoproep.
Een DSC-noodoproep intrekken
Een DSC-noodoproep wordt pas verzonden nadat u de knop  gedurende ten minste drie
seconden ingedrukt hebt gehouden. Als u echter per ongeluk een DSC-noodoproep plaatst of als er geen
sprake meer is van een noodsituatie, is het van belang dat u de oproep direct annuleert door via kanaal 16
een spraakbericht naar alle stations te verzenden.
1. Selecteer CANCEL om het noodalarm te annuleren en wacht tot het bericht “DISTRESS CANCEL HAS
BEEN SENT” wordt weergegeven op het scherm.
2. Druk op de knop 16/9. De marifoon stemt af op kanaal 16.
3. Druk op de knop PTT op de microfoon of handset en spreek uw bericht in om het valse noodalarm te
annuleren. Hierna volgt een voorbeeld van een correct annuleringsbericht:
"All Stations, all stations, all stations, this is ________ (naam van schip), MMSI number ________,
position ________ North (of South), ________ West (of East). Cancel my distress alert of ________
(datum en tijd). This is ________ (naam van schip), MMSI number ________, out."
Oproepen plaatsen
Individuele oproepen plaatsen
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer INDIVIDUAL.
3. Selecteer een van de volgende opties om de plaats te selecteren vanwaar het MMSI-nummer wordt
opgehaald:
MANUAL: er wordt een scherm weergegeven waarin u het MMSI-nummer handmatig kunt invoeren.
Selecteer een cijfer en ga naar het volgende teken. Als u het juiste MMSI-nummer hebt ingevoerd,
selecteer dan ACCEPT.
DIRECTORY: het adresboek wordt weergegeven. Selecteer een item.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 19
DSC (Digital Selective Calling)
RECENT CALLS: er wordt een scherm weergegeven waarmee u een van de recente oproepen kunt
selecteren. Selecteer een item.
4. Nadat u het schip hebt geselecteerd of het MMSI-nummer handmatig hebt ingevoerd, selecteer dan het
kanaal waarop u wilt communiceren. De marifoon verzendt dit verzoek tegelijk met uw oproep. Hieronder
vindt u meer informatie over het selecteren van een kanaal.
5. Selecteer CALL.
De marifoon verzendt deze oproep op kanaal 70 en gaat terug naar het huidige werkkanaal. De marifoon
luistert naar een bevestiging op kanaal 70 en blijft tegelijkertijd actief op het werkkanaal. Nadat een
bevestiging is ontvangen, wordt de marifoon automatisch afgestemd op het kanaal dat u hebt geselecteerd.
Groepsoproepen plaatsen
U kunt contact maken met een groep specieke schepen, bijvoorbeeld een zeilclub of een vloot, door een
groepsoproep uit te voeren. Als u een groepsoproep wilt uitvoeren, moet het MMSI-nummer van de groep
in het geheugen zijn ingevoerd. Meer informatie over het invoeren van een groep vindt u op pagina 26.
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer GROUP > CALL.
3. Selecteer een item.
4. Nadat u de groep hebt geselecteerd, selecteer dan het kanaal waarop u wilt communiceren. De marifoon
verzendt dit verzoek tegelijk met uw oproep. Hieronder vindt u meer informatie over het selecteren van
een kanaal.
5. Selecteer CALL. De marifoon verzendt deze oproep op kanaal 70 en wordt dan afgestemd op het kanaal
dat u hebt geselecteerd.
Het kanaal voor persoonlijke oproepen of groepsoproepen selecteren
Als u een persoonlijke oproep of een groepsoproep plaatst, kunt u een van de volgende kanalen selecteren
voor de communicatie. De marifoon verzendt dit verzoek tegelijk met uw oproep.
: 6, 8 ,9 ,10 ,13, 17, 67, 68, 69, 71, 72, 73 of 77
: alle kanalen die hierboven zijn genoemd, plus kanaal 15
In de meeste gevallen is de keuze van een DSC-kanaal beperkt tot de kanalen die beschikbaar zijn op alle
frequentiebanden. Als u een ander kanaal dan de bovenstaande wilt selecteren, selecteer dan 
Als u een aangepast kanaal wil selecteren, moet u er rekening mee houden dat het station dat u oproept dit
kanaal mogelijk niet kan verwerken. U moet een kanaal selecteren dat geschikt is voor communicatie.
20 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
DSC (Digital Selective Calling)
Oproepen aan alle schepen plaatsen
Een oproep aan alle schepen wordt verzonden naar alle stations binnen ontvangstafstand van uw marifoon.
U kunt twee soorten oproepen aan alle schepen plaatsen:
Veiligheidsoproepen worden gebruikt om belangrijke informatie over navigatie of weer te versturen.
Spoedoproepen worden gebruikt om informatie te versturen over de veiligheid van een schip of persoon,
als er geen direct gevaar is. Het is de verantwoordelijkheid van de kapitein om te bepalen of in een
bepaalde situatie een spoedoproep dan wel een noodoproep vereist is.
Een oproep aan alle schepen plaatsen:
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer ALL SHIPS.
3. Selecteer SAFETY of URGENCY om de reden voor de oproep aan te geven.
4. Selecteer CALL. De marifoon verzendt deze oproep op kanaal 70 en u kunt vervolgens een nieuw kanaal
selecteren (6, 8, 9, 10, 13, 17, 67, 68, 69, 71, 72, 73 of 77).
Positieaanvraagoproepen plaatsen
Positiegegevens die worden ontvangen van stations die reageren op positieaanvraagoproepen, worden
verzonden via het NMEA-netwerk zodat u deze schepen kunt volgen, bijvoorbeeld op uw Garmin-
kaartplotter. Meer informatie over NMEA 0183 en NMEA 2000 vindt u op pagina 29.
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer POS. REQUEST.
3. Selecteer een van de volgende opties om de plaats te selecteren vanwaar het MMSI-nummer wordt
opgehaald:
MANUAL: er wordt een scherm weergegeven waarin u het MMSI-nummer handmatig kunt invoeren.
Selecteer een cijfer en ga naar het volgende teken. Als u het juiste MMSI-nummer hebt ingevoerd,
selecteer dan ACCEPT.
DIRECTORY: het adresboek wordt weergegeven. Selecteer een item.
4. Selecteer ACCEPT als u uw MMSI-nummer hebt ingevoerd.
5. Selecteer CALL. De marifoon verzendt deze oproep op kanaal 70 en gaat terug naar het huidige
werkkanaal. Op het scherm wordt de volgende tekst weergegeven: "POS REQUEST WAITING FOR
ACKNOWLEDGE".
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 21
DSC (Digital Selective Calling)
Oproepen ontvangen
Noodoproepen en doorgegeven noodoproepen ontvangen
De marifoon verstuurt, afhankelijk van de instelling van de MMSI-ltering, gegevens over de oproep via
het NMEA-netwerk. Zie pagina 30 voor meer informatie.
1. Als een noodoproep of een doorgegeven noodoproep wordt ontvangen, wordt op het scherm de tekst
"DISTRESS" of "DISTR RELAY" weergegeven, evenals informatie over de oproep (bijvoorbeeld het
MMSI-nummer en de aard van het noodgeval). Selecteer ] om extra informatie weer te geven.
2. Selecteer indien nodig OK om af te stemmen op kanaal 16. Zie pagina 28 voor meer informatie over het
congureren van de instelling voor automatische kanaalwijziging. Als u CANCEL selecteert, schakelt de
marifoon niet over op een ander kanaal en blijft deze gegevens op het huidige kanaal ontvangen.
3. Selecteer OK om op het nieuwe kanaal terug te keren naar het startscherm.
Spoedoproepen aan alle schepen ontvangen
1. Als er een spoedoproep aan alle schepen wordt ontvangen, wordt de tekst "ALL SHIPS" weergegeven op
het scherm. "URGENCY" wordt aangegeven als type oproep. Als de kanaalaanvraag voor een ongeldig
kanaal is, wordt "INVALID CH REQUEST" weergegeven op het scherm.
2. Selecteer indien nodig OK om over te schakelen naar kanaal 16. Zie pagina 28 voor meer informatie over
het congureren van de instelling voor automatische kanaalwijziging. Als u CANCEL selecteert, schakelt
de marifoon niet over op een ander kanaal en blijft deze gegevens op het huidige kanaal ontvangen.
3. Selecteer OK om op het nieuwe kanaal terug te keren naar het startscherm.
Veiligheidsoproepen aan alle schepen ontvangen
1. Als er een veiligheidsoproep aan alle schepen wordt ontvangen, wordt de tekst "ALL SHIPS"
weergegeven op het scherm. "SAFETY" wordt aangegeven als type oproep. Selecteer OK om over te
schakelen naar een ander kanaal. Als u CANCEL selecteert, schakelt de marifoon niet over op een ander
kanaal en blijft deze gegevens op het huidige kanaal ontvangen.
2. Selecteer OK om op het nieuwe kanaal terug te keren naar het startscherm.
Persoonlijke standaardoproepen ontvangen
1. Als u een persoonlijke standaardoproep ontvangt, wordt "INDIVIDUAL" weergegeven op het scherm.
"ROUTINE" wordt aangegeven als type oproep. Als de kanaalaanvraag voor een ongeldig kanaal is,
wordt "INVALID CH REQUEST" weergegeven op het scherm.
2. Als de kanaalaanvraag voor een geldig kanaal is, selecteer dan OK om over te schakelen op het
gewenste kanaal. Als u CANCEL selecteert, schakelt de marifoon niet over op een ander kanaal en blijft
deze gegevens op het huidige kanaal ontvangen.
22 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
DSC (Digital Selective Calling)
Positieaanvraagoproepen ontvangen
U kunt de marifoon zodanig congureren dat binnenkomende positieaanvragen automatisch worden
beantwoord. U kunt ook aangeven dat u binnenkomende aanvragen wilt beoordelen en goedkeuren voordat
deze worden beantwoord, of dat binnenkomende aanvragen moeten worden genegeerd (zie pagina 28 voor
meer informatie).
Als u het automatisch beantwoorden van positieaanvragen inschakelt, wordt op het scherm de tekst
"SENDING POSITION CALLING" weergegeven en wordt uw positie verzonden als u een positieaanvraag
ontvangt. Als de oproep is verzonden, wordt op het scherm de tekst "POSITION SENT" weergegeven.
Als u een positieaanvraag ontvangt, wordt de tekst "POS. REQUEST FROM [NAAM SCHIP of MMSI-
NUMMER]" weergegeven op het scherm. Als er GPS-gegevens beschikbaar zijn, drukt u op OK om het
positieantwoord te versturen. Als er geen GPS-gegevens beschikbaar zijn, wordt op het scherm de tekst
"NO GPS DATA. UNABLE TO COMPLY" weergegeven.
Positieverzendoproepen ontvangen
Als u een positieverzendoproep (positierapport) ontvangt, wordt de tekst "POS. SEND FROM [NAAM
SCHIP of MMSI-NUMMER]" met de positiegegevens weergegeven op het scherm. Selecteer  om terug
te keren naar het startscherm.
Groepsoproepen ontvangen
1. Als u een groepsoproep ontvangt, wordt de tekst "GROUP ROUTINE" weergegeven op het scherm. De
marifoon geeft aan dat u moet overschakelen naar het gevraagde kanaal. Als de kanaalaanvraag voor
een ongeldig kanaal is, wordt "INVALID CH REQUEST" weergegeven op het scherm.
2. Selecteer OK om het werkkanaal te wijzigen.
3. Selecteer OK om op het nieuwe kanaal terug te keren naar het startscherm.
Positie bijhouden
Als u de functie voor positie bijhouden inschakelt, verzendt uw marifoon met regelmatige tussenpozen
positie-aanvraagoproepen om de positie van maximaal drie schepen bij te houden. Volgens de regels is het
toegestaan om eenmaal per vijf minuten een positieaanvraagoproep te verzenden. U kunt maximaal drie
schepen oproepen; uw marifoon zal deze dan afwisselend oproepen met intervallen van vijf minuten. Als
een schip niet reageert op vijf opeenvolgende positieaanvraagoproepen, wordt dat schip verwijderd uit de
lijst met bijgehouden posities.
In het volgende tijdschema wordt aangegeven in welke volgorde de oproepen worden gedaan als er drie
schepen staan in de lijst met bijgehouden posities. De marifoon blijft positieaanvraagoproepen uitzenden
tot u de functie voor positie bijhouden stopt door  te selecteren.
Tijd 0 minuten 5 minuten 10 minuten 15 minuten 20 minuten
Opgeroepen schip Schip 1 Schip 2 Schip 3 Schip 1 Schip 2
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 23
DSC (Digital Selective Calling)
Positiegegevens die worden ontvangen van stations die reageren op positieaanvraagoproepen, worden
verzonden via het NMEA-netwerk zodat u deze schepen kunt volgen op uw Garmin-kaartplotter. Meer
informatie over NMEA 0183 en NMEA 2000 vindt u op pagina 29.
Schepen selecteren en de oproep activeren
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer POS. TRACKING > ADD ENTRY. De lijst met bijgehouden posities kan niet meer dan drie
schepen tegelijk bevatten. Als u ADD ENTRY selecteert en de marifoon een foutmelding van drie
pieptonen geeft, moet u een schip verwijderen voordat u er een kunt toevoegen.
3. Selecteer de schepen in de schepenlijst.
4. Selecteer BEGIN TRACKING. Het pictogram
wordt weergegeven; dit geeft aan dat de functie voor
positie bijhouden actief is.
5. Selecteer EXIT om positie bijhouden te stoppen.
Schepen in de lijst met bijgehouden posities weergeven en deactiveren
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer POS. TRACKING.
3. Als u de schepen op de lijst wilt weergeven, selecteer dan VESSELS.
4. Als u wilt dat een schip wel op de lijst blijft staan maar dat dit schip niet meer wordt opgeroepen voor
positie bijhouden, selecteer dan het schip.
5. Selecteer OFF.
Een schip verwijderen uit de lijst met bijgehouden posities
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer POS. TRACKING > DELETE.
3. Selecteer het schip.
4. Selecteer YES bij de vraag of het schip uit de lijst moet worden verwijderd. Selecteer NO als u wilt
terugkeren naar het vorige scherm zonder het schip te verwijderen.
Werken met oproeplogs
Voor iedere DSC-oproep die uw marifoon ontvangt, worden het oproepende station, het type oproep en de
datum en de tijd van de oproep geregistreerd in de oproeplogs. De breedtegraad en de lengtegraad van het
oproepende station worden ook geregistreerd, als deze met een oproep worden verzonden.
Er zijn drie categorieën voor oproepen die worden geregistreerd: Distress (noodoproepen), Position
(positieoproepen) en overige. In de volgende tabel wordt aangegeven waar elk type oproep wordt
aangegeven in de oproeplogs.
Type oproep Oproeplog
Noodoproep Noodoproep
Doorgegeven noodoproep Noodoproep
24 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
DSC (Digital Selective Calling)
Type oproep Oproeplog
Noodoproep bevestigen Noodoproep
Positie verzenden Positie
Positieaanvraag Positie
Groep Overige
Alle schepen Overige
Persoonlijk Overige
Als u het oproepende station hebt ingevoerd in de schepenlijst, wordt de naam van het station weergegeven
in de lijst met oproepen. Als u dat niet hebt gedaan, wordt het MMSI-nummer weergegeven. Links van
de naam van het station of het MMSI-nummer kan een symbool worden weergegeven dat het type station
aangeeft. In de volgende tabel wordt de betekenis van deze symbolen aangegeven, evenals de MMSI-
nummerindeling voor verschillende stationstypen.
Symbool Betekenis MMSI-nummerindeling
$ Scheepsstation xxxxxxxxx
Groepsoproep 0xxxxxxxx
& Kuststation 00xxxxxxx
De oproepen weergeven die zijn opgeslagen in de oproeplogs
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer CALL LOG > DISTRESS LOG, POSITION LOG of OTHER LOG.
3 Selecteer de oproep. Informatie over de oproep wordt weergegeven op het scherm. Selecteer
] om te
bladeren en alle informatie weer te geven.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 25
DSC (Digital Selective Calling)
Een oproep plaatsen vanuit een oproeplog
Alle oproepen die worden geplaatst vanuit het oproeplog, zijn persoonlijke standaardoproepen.
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer CALL LOG > DISTRESS LOG, POSITION LOG of OTHER LOG.
3. Selecteer het MMSI-nummer of de stationsnaam.
4. Selecteer CALL. Op het scherm wordt aangegeven dat het een persoonlijke standaardoproep betreft.
5. Selecteer het kanaal waarop u wilt communiceren. De marifoon verzendt dit verzoek tegelijk met uw
oproep. Zie pagina 19 voor meer informatie over het selecteren van een kanaal.
6. Selecteer CALL.
Een schip vanuit een oproeplog opslaan in de schepenlijst
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer CALL LOG > DISTRESS LOG, POSITION LOG of OTHER LOG.
3. Selecteer het MMSI-nummer. Selecteer een stationsnaam als u deze naam in de schepenlijst wilt
bewerken.
4. Selecteer SAVE.
5. Als u de naam wilt bewerken, draait u aan de kanaalknop om het teken te veranderen. Druk op de
kanaalknop om het gewenste teken te selecteren en door te gaan naar het volgende teken in de naam.
Selecteer
ab om terug te gaan naar een vorig teken. U kunt maximaal 10 tekens opslaan.
6. Selecteer ACCEPT om de wijzigingen op te slaan. Selecteer CANCEL als u het scherm wilt afsluiten
zonder de wijzigingen op te slaan.
Een item uit het oproeplog verwijderen
1. Druk op de knop DSC.
2. Gebruik de kanaalknop om CALL LOG > POSITION LOG, DISTRESS LOG of OTHER LOG te
selecteren.
3. Gebruik de kanaalknop om het MMSI-nummer of het station te selecteren.
4. Selecteer
].
5. Selecteer DELETE.
6. Selecteer YES om de oproep te verwijderen. Selecteer NO als u deze actie wilt annuleren en wilt
terugkeren naar het vorige scherm.
26 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
DSC (Digital Selective Calling)
De schepenlijst gebruiken
De schepenlijst weergeven
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer DIRECTORY.
3. Selecteer een stationsnaam in de schepenlijst.
4. Druk op de knop CLEAR om terug te keren naar het vorige scherm. Druk op de knop MENU om terug te
keren naar het startscherm.
Een individueel item toevoegen aan de schepenlijst
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer DIRECTORY > ADD ENTRY.
3. Voer het MMSI-nummer in.
4. Voer een naam in. U kunt maximaal 10 tekens opslaan.
5. Selecteer ACCEPT om de wijzigingen in de schepenlijst op te slaan. Selecteer BACK als u wilt
terugkeren naar het vorige scherm zonder de wijzigingen op te slaan. U kunt altijd op MENU drukken om
terug te keren naar het startscherm.
Een individueel item in de schepenlijst bewerken
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer DIRECTORY > EDIT ENTRY.
3. Selecteer een item in de schepenlijst.
4. Wijzig de tekens in het veld MMSI of het veld Name.
5. Selecteer ACCEPT om de wijzigingen in de schepenlijst op te slaan. Selecteer BACK als u wilt
terugkeren naar het vorige scherm zonder de wijzigingen op te slaan. Druk op de knop MENU om terug te
keren naar het startscherm.
Een individueel item uit de schepenlijst verwijderen
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer DIRECTORY > DELETE.
3. Selecteer het item dat u wilt verwijderen.
4. Selecteer YES om het item te verwijderen. Selecteer NO als u de actie wilt afsluiten om terug te keren
naar de schepenlijst. U kunt altijd op de knop CLEAR drukken om terug te keren naar het vorige scherm
zonder de wijzigingen op te slaan. Druk op de knop MENU om terug te keren naar het startscherm.
Groepsitems toevoegen en wijzigen
Een groep toevoegen
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer GROUP > ADD ENTRY.
3. Voer het MMSI-nummer in.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 27
DSC (Digital Selective Calling)
4. Voer een naam in.
5. Selecteer ACCEPT om de wijzigingen op te slaan. Selecteer CANCEL als u wilt terugkeren naar het
vorige scherm zonder de wijzigingen op te slaan. Druk op de knop MENU om terug te keren naar het
startscherm.
Een groep bewerken
1. Druk op de knop DSC.
2. Selecteer GROUP > EDIT ENTRY.
3. Wijzig de tekens in het veld MMSI of Name.
4. Selecteer ACCEPT om de wijzigingen op te slaan. Selecteer CANCEL als u wilt terugkeren naar het
vorige scherm zonder de wijzigingen op te slaan. Druk op de knop MENU om terug te keren naar het
startscherm.
Een groep verwijderen
1. Selecteer de knop DSC.
2. Selecteer GROUP > DELETE.
3. Selecteer YES om het item te verwijderen. Selecteer NO als u deze actie wilt annuleren en wilt
terugkeren naar het vorige scherm.
DSC-instellingen congureren
Positie-informatie handmatig invoeren
Als er geen GPS-apparaat is aangesloten op uw marifoon, kunt u uw positie en de tijd waarop u de gegevens
invoert opslaan, zodat deze informatie wordt verzonden met DSC-oproepen. Als u uw positie en de tijd
handmatig invoert, wordt de tekst "MANUAL POS" weergegeven op het scherm.
De marifoon is voorzien van twee waarschuwingen waarmee wordt aangegeven dat u de positiegegevens
moet bijwerken:
Als de positiegegevens die u invoert meer dan vier uur oud zijn, geeft de marifoon een pieptoon en
wordt de tekst "DATA IS OVER 4 HOURS OLD" weergegeven op het scherm.
Na 23,5 uur worden handmatig ingevoerde positiegegevens als ongeldig beschouwd. Op de marifoon
wordt de tekst "DATA IS INVALID" weergegeven op het scherm. De marifoon verstuurt geen
positiegegevens die ouder zijn dan 23,5 uur.
Zie pagina 35 voor meer informatie over GPS-waarschuwingen.
Als u uw positie met de tijd handmatig invoert, blijft de tijd staan op de door u opgegeven waarde. De tijd
wordt alleen bijgewerkt door de marifoon als u een GPS-apparaat aansluit op de marifoon.
Positie-informatie invoeren:
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > MANUAL GPS.
3. Draai de kanaalknop rechtsom om het nummer te verhogen en linksom om het nummer te verlagen. Als u
een teken invoert om de richting aan te geven, draait u de kanaalknop om te schakelen tussen N of S en
tussen E of W.
28 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
DSC (Digital Selective Calling)
De instelling voor automatische kanaalwijziging congureren
Deze instelling bepaalt of de marifoon automatisch wordt afgestemd op kanaal 16 als de volgende soorten
oproepen worden ontvangen:
Noodoproep
Doorgegeven noodoproep
Spoedoproep alle schepen
Onder bepaalde omstandigheden kan het aan te raden zijn de functie voor automatische kanaalwijziging uit
te schakelen, bijvoorbeeld als u een kanaal continu wilt volgen om ononderbroken communicatie met een
ander schip te handhaven. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt het pictogram
weergegeven op het
scherm.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer DSC > AUTO CHANGE CH.
3. Selecteer een van de volgende opties:
ON: als een oproep wordt ontvangen die voldoet aan de criteria, schakelt de marifoon automatisch
over op kanaal 16.
OFF: als een oproep wordt ontvangen die voldoet aan de criteria, wordt er een bericht weergegeven
dat u het overschakelen op een ander kanaal moet accepteren of weigeren.
4. Druk op de knop MENU om terug te keren naar het startscherm.
De instelling voor het automatisch beantwoorden van positieaanvragen
congureren
U kunt de manier congureren waarop uw marifoon reageert op binnenkomende positieaanvragen.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer DSC > POSITION REPLY.
3. Selecteer een van de volgende opties:
AUTO: de marifoon zendt direct automatisch positie-informatie uit als reactie op alle positieaanvragen.
MANUAL: de marifoon zendt alleen positie-informatie uit nadat u de aanvraag hebt bekeken en
goedgekeurd.
OFF: de marifoon zendt geen positie-informatie uit en brengt u ook niet op de hoogte als er een
positieaanvraag is ontvangen.
4. Druk op de knop MENU om terug te keren naar het startscherm.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 29
Geavanceerd gebruik
Geavanceerd gebruik
NMEA 0183 en NMEA 2000
Als u de marifoon aansluit op een NMEA 0183-netwerk of een NMEA 2000-netwerk (alleen VHF
200/200i) kunnen de volgende gegevens worden doorgestuurd:
De marifoon kan ontvangen DSC-noodsignalen en positiegegevens doorsturen naar een compatibele
kaartplotter.
De marifoon kan de GPS-positie ontvangen. De GPS-positie kan worden weergegeven op het
startscherm en wordt verzonden met DSC-oproepen. Het pictogram
wordt weergegeven als
GPS-gegevens beschikbaar zijn, en knippert als er geen GPS-gegevens beschikbaar zijn. Als er geen
GPS-gegevens beschikbaar zijn, geeft de marifoon aan dat u elke vier uur uw positie handmatig moet
invoeren.
Informatie over ondersteunde NMEA 0183-telegrammen en NMEA 2000-PGN's vindt u op pagina 48. Meer
informatie over het aansluiten van uw marifoon op een NMEA-netwerk vindt u in de installatie-instructies
voor de VHF 100/200-serie.
Extra functionaliteit met andere toestellen van Garmin
Uw marifoon uit de VHF 100/200-serie beschikt over extra functies als u deze aansluit op andere apparaten
van Garmin.
mogelijk moet u voor uw Garmin-kaartplotter een gratis software-upgrade uitvoeren om de
functies te kunnen gebruiken die in dit gedeelte worden beschreven.
Als u uw marifoon aansluit op een Garmin-kaartplotter met gebruikmaking van NMEA 0183 of
NMEA 2000, kan de kaartplotter de huidige en voorgaande posities van de contacten in de schepenlijst
op de marifoon bijhouden.
u kunt dit proces automatiseren door posities van maximaal drie contacten bij te houden.
Als uw VHF 200 of VHF 200i wordt aangesloten op een NMEA 2000-netwerk met een andere Garmin-
kaartplotter, kunt u via de kaartplotter-interface een persoonlijke standaardoproep instellen.
Als uw VHF 200 of VHF 200i is verbonden met een NMEA 2000-netwerk en u een noodoproep voor
man-over-boord via uw marifoon uitzendt, wordt het man-over-boordscherm op de Garmin-kaartplotter
weergegeven en wordt u gevraagd naar het punt te navigeren waar de persoon van boord is gevallen. Als
de Garmin-stuurautomaat is verbonden met het netwerk vraagt uw kaartplotter u een MOB-manoeuvre
uit te voeren naar dit punt.
30 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Geavanceerd gebruik
NMEA 0183 of NMEA 2000
Omdat alleen de VHF 200, VHF 200i, GHS 10 en GHS 10i compatibel zijn met NMEA 2000 is deze
instelling alleen beschikbaar op die toestellen. Deze instelling geeft aan of u bent aangesloten op een
NMEA 0183-netwerk dan wel een NMEA 2000-netwerk. De marifoon kan met slechts één netwerktype
tegelijk communiceren.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer COMMUNICATIONS > PROTOCOL.
3. Selecteer NMEA2000 of NMEA0183.
MMSI (schepen) lteren via een NMEA-netwerk
Uw marifoon kan gegevens over een oproep verzenden via NMEA 0183 of NMEA 2000 als noodoproepen,
bevestigingen voor positieaanvraagoproepen en andere positieverzendoproepen worden ontvangen. U kunt
de MMSI-nummers (schepen) waarvoor uw marifoon deze gegevens verzendt, op drie manieren lteren:
alle MMSI-nummer (alle schepen), geen MMSI-nummers (geen schepen) of bepaalde MMSI-nummers
(schepen die in uw schepenlijst zijn geselecteerd).
Als u de marifoon congureert om gegevens voor geselecteerde schepen uit te zenden en u een bevestiging
ontvangt voor een positieaanvraagoproep of een andere positieverzendoproep van een MMSI-nummer dat
niet in uw schepenlijst staat, zendt uw marifoon geen NMEA-gegevens uit voor die oproep. Informatie over
noodoproepen wordt wel verzonden. Meer informatie over de NMEA-uitvoer van uw marifoon vindt u op
pagina 48.
MMSI-ltering congureren voor geselecteerde schepen
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer COMMUNICATIONS > DSC OUTPUT > SELECT VESSELS. U kunt ook ALL VESSELS
selecteren als u gegevens wilt verzenden als u een oproep ontvangt van een willekeurig MMSI-nummer.
U kunt NO VESSELS selecteren als u geen gegevens voor MMSI-nummers wilt verzenden.
3. Selecteer het schip in de schepenlijst.
4. Selecteer een van de volgende opties:
ON: de marifoon verzendt gegevens over de oproep via uw NMEA-netwerk als u een noodoproep,
een bevestiging voor een positieaanvraagoproep of een andere positieverzendoproep van dit schip
ontvangt.
OFF: de marifoon verzendt geen gegevens voor dit schip. Informatie over noodoproepen wordt wel
verzonden.
Bedrijfsinstellingen wijzigen
Instellingen voor schermverlichting en contrast wijzigen
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > DISPLAY > BACKLIGHT of CONTRAST.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 31
Geavanceerd gebruik
3. Draai aan de kanaalknop om de instelling voor de schermverlichting of het contrast te wijzigen. "MAX"
geeft de maximale instelling aan; het cijfer 1 geeft de minimale instelling aan.
4. Selecteer CANCEL als u de wijzigingen wilt negeren en terugkeren naar het vorige scherm. Selecteer OK
als u uw wijzigingen wilt opslaan en wilt teruggaan naar het startscherm.
De instellingen voor de pieper wijzigen
U kunt het volume van de pieptoon wijzigen die klinkt als u op toetsen of de kanaalknopdrukt, of u kunt de
pieptoon uitschakelen.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > BEEPER.
3. Selecteer een van de volgende opties:
OFF: de marifoon geeft geen pieptoon als u op toetsen drukt of op de kanaalknop drukt.
QUIET of LOUD: hiermee kunt u het volume van de pieptoon instellen.
De functie voor automatisch inschakelen in- of uitschakelen
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > AUTO POWER-ON.
3. Selecteer ON of OFF.
Instellen of breedtegraad en lengtegraad worden weergegeven op het
startscherm
Als er een GPS-apparaat is aangesloten op de marifoon of als u de positiegegevens handmatig invoert, kunt
u de breedtegraad en de lengtegraad weergeven op het startscherm.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > NUMBERS > LAT/LONG.
3. Selecteer een van de volgende opties:
AUTO: informatie over de breedtegraad en de lengtegraad wordt weergegeven op het startscherm.
HIDE: informatie over de breedtegraad en de lengtegraad wordt niet weergegeven op het
startscherm.
Informatie over koers over de grond/snelheid over de grond (COG/SOG)
congureren die wordt weergegeven op het startscherm
Als er een GPS-apparaat is aangesloten op de marifoon, kunt u informatie over COG en SOG weergeven op
het startscherm.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > NUMBERS > COG/SOG.
32 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Geavanceerd gebruik
3. Selecteer een van de volgende opties:
AUTO: COG/SOG-informatie wordt weergegeven op het startscherm.
HIDE: COG/SOG-informatie wordt niet weergegeven op het startscherm.
Instellen of de tijd wordt weergegeven op het startscherm
U kunt aangeven of de tijd moet worden weergegeven op het startscherm. De tijd wordt alleen bijgewerkt
door de marifoon als u een GPS-apparaat aansluit op de marifoon. Als u uw positie met de tijd handmatig
invoert, blijft de tijd staan op de door u opgegeven waarde. Deze invoertijd wordt altijd weergeven op het
startscherm, ook als u de tijd verbergt.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > NUMBERS > TIME.
3. Selecteer een van de volgende opties:
AUTO: informatie over de tijd wordt weergegeven op het startscherm.
HIDE: informatie over de tijd wordt niet weergegeven op het startscherm.
De tijdnotatie congureren
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > UNITS > TIME > FORMAT.
3. Selecteer 12 Hour, 24 Hour of UTC.
Tijdsverschil congureren
Als u liever de lokale tijd wilt weergeven dan de gecoördineerde wereldtijd (UTC-tijd, Universal
Coordinated Time), moet u het verschil aangeven tussen de lokale tijd en de UTC-tijd. Als u een aanpassing
voor de lokale tijd instelt, wordt op het startscherm "LOC" weergegeven na de tijd in plaats van "UTC".
de tijd die wordt verzonden als u een DSC-oproep plaatst, wordt altijd in de UTC-notatie
verzonden.
Het UTC-tijdsverschil congureren:
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > UNITS > TIME > OFFSET.
3. Draai aan de kanaalknop om het gewenste tijdsverschil in stappen van 0,5 uur in te voeren. U kunt een
tijdsverschil van maximaal +/- 13 uur instellen.
4. Selecteer een van de volgende opties:
OK: uw wijzigingen opslaan en terugkeren naar het vorige scherm.
CANCEL: uw wijzigingen worden geannuleerd.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 33
Geavanceerd gebruik
De maateenheid voor de snelheid wijzigen
U kunt de maateenheid wijzigen voor de snelheidsberekeningen die worden weergegeven door de marifoon.
De snelheid over de grond (SOG, Speed Over Ground) wordt op het startscherm weergegeven in de
maateenheid die u hier instelt.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > UNITS > SPEED.
3. Selecteer een van de volgende opties:
KNOTS: wijzigt de maateenheid in knopen.
MPH: wijzigt de maateenheid in mijl per uur.
KPH: wijzigt de maateenheid in kilometer per uur.
De koersweergave wijzigen
U kunt de koers weergeven aan de hand van ware of magnetische berekeningen. De koersmeting wordt op
het startscherm weergegeven, inclusief de koers over de grond (COG, Course Over Ground).
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > UNITS > HEADING.
3. Selecteer een van de volgende opties:
TRUE: maakt bij de berekening gebruik van het ware noorden.
MAGNETIC: maakt bij de berekening gebruik van het magnetische noorden.
als uw marifoon is gecongureerd voor NMEA 2000-communicatie kunt u  of
 niet selecteren. De marifoon geeft dan  weer als instelling en de koersgegevens worden
weergegeven op basis van de informatie die via het netwerk wordt verstrekt.
Een frequentieband selecteren
U kunt schakelen tussen de Amerikaanse, internationale en Canadese frequentieband. Een lijst van de
kanalen die beschikbaar zijn in elke frequentieband vindt u op de pagina’s 36–43.
de Amerikaanse en Canadese frequentiebanden zijn niet beschikbaar op de VHF 100i.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer MENU > CHANNEL > FREQUENCY BAND.
3. Gebruik de kanaalknop om USA, INTERNATIONAL of CANADA te selecteren.
De taal wijzigen
Voor de VHF 200, VHF 200i, GHS 10 en GHS 10i kunt u congureren of de tekst op het scherm wordt
weergegeven in het Engels, Frans, Italiaans, Duits of Spaans.
1. Druk op de knop MENU.
34 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Geavanceerd gebruik
2. Selecteer LANGUAGE.
3. Selecteer de systeemtaal.
Kanaalnamen wijzigen
De kanaalnamen worden weergegeven op het startscherm en bestaan uit negen tekens. Als de naam langer
is dan negen tekens, schuift de volledige naam over de bovenkant van het scherm, waarna de verkorte naam
wordt weergegeven. U kunt de kanaalnaam van negen tekens desgewenst wijzigen in een lokale naam.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer CHANNEL > NAME.
3 Selecteer het kanaal dat u wilt bewerken.
4. Als u de standaardnaam wilt bewerken, draai dan aan de kanaalknop om het teken te veranderen. Druk
op de kanaalknop om het gewenste teken te selecteren en door te gaan naar het volgende teken in de
naam. U kunt voor een kanaalnaam maximaal negen tekens opgeven.
5. Selecteer een van de volgende opties om verschillende functies uit te voeren:
Druk op
ab om terug te keren naar een van de vorige tekens.
CANCEL: terugkeren naar het vorige scherm zonder uw wijzigingen op te slaan.
6. Als u de gewenste naam hebt opgegeven, selecteer dan ACCEPT.
De fabrieksinstellingen herstellen
U kunt de fabrieksinstellingen van de marifoon herstellen. Als u dit doet, worden alle wijzigingen die u
hebt doorgevoerd in de instellingen van de marifoon verwijderd, evenals de oproeplogs. Groepsitems, de
schepenlijst, het MMSI-nummer en het ATIS-identicatienummer worden bewaard.
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > SYSTEM INFO.
3. Selecteer RESET.
4. Selecteer een van de volgende opties:
YES: de marifoon opnieuw opstarten en terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
NO: hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
De werking van het systeem testen
1. Druk op de knop MENU.
2. Selecteer SYSTEM > SYSTEM INFO.
3. Selecteer TEST. Er wordt een lijst met testitems weergeven.
4. Gebruik indien nodig de pijltoetsen om de informatie te doorlopen.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 35
Appendix
Appendix
Waarschuwingen en berichten
De marifoon kan de volgende waarschuwingen en systeemberichten genereren.
Accuwaarschuwing
Als de accuspanning van de marifoon hoger dan 15,8 V gelijkspanning of lager dan 10 V gelijkspanning
is, wordt de tekst "HIGH VOLTAGE" of "LOW VOLTAGE" weergegeven op het scherm. Controleer de
bedrading als dit probleem zich voordoet.
Primaire marifoon in gebruik
Als de primaire VHF 200 of VHF 200i in gebruik is, wordt de tekst "MAIN IN USE" weergegeven op het
scherm van alle externe GHS 10- of GHS 10i-handsets. Drie seconden na de laatste invoer op het primaire
station wordt het normale scherm weer weergegeven.
Externe handsetstations kunnen de primaire marifoon niet onderbreken. Externe handsetstations kunnen de
werking van andere handsetstations echter wel onderbreken.
WX (Weerwaarschuwing)
Als u de WX-waarschuwing instelt en er een binnenkomende weerwaarschuwing wordt gedetecteerd,
schakelt de marifoon automatisch over naar het weerkanaal dat de waarschuwing uitzendt. Zie pagina 12
voor meer informatie over weerwaarschuwingen.
GPS-gegevenswaarschuwing
Als GPS-gegevens van een NMEA-netwerk of positiegegevens die u handmatig hebt ingevoerd meer
dan vier uur oud zijn, klinkt de waarschuwingstoon en wordt de tekst "DATA IS OVER 4 HOURS OLD"
weergegeven op het scherm.
Selecteer  om de waarschuwing te negeren en de pieptoon uit te schakelen. Als u geen actie
onderneemt, wordt  na drie minuten automatisch ingeschakeld.
Selecteer  om een nieuwe positie in te voeren. Zie pagina 27 voor meer informatie over het
handmatig invoeren van positiegegevens.
Waarschuwing over ongeldige GPS-gegevens
Als de GPS-gegevens van een NMEA-netwerk of de positiegegevens die u handmatig hebt ingevoerd meer
dan 23,5 uur oud zijn, wordt de tekst "DATA IS INVALID" weergegeven op het scherm. De marifoon
verstuurt geen positiegegevens die ouder zijn dan 23,5 uur.
Selecteer  om de oude positiegegevens te verwijderen. Op het startscherm wordt "NO GPS
INFO" weergegeven. Als u geen actie onderneemt, wordt  na drie minuten automatisch
ingeschakeld.
36 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Appendix
Selecteer  om een nieuwe positie in te voeren. Zie pagina 27 voor meer informatie over het
handmatig invoeren van positiegegevens.
Positie bijhouden
Na vijf mislukte pogingen om positie-informatie bij een schip op te vragen wordt de tekst "NO POS FOR
[NAAM SCHIP]" weergegeven op het scherm.
Selecteer  om de positieaanvraag nog een keer uit te voeren.
Selecteer  als u het schip niet langer wilt oproepen. Als u geen actie onderneemt, wordt
 na drie minuten automatisch ingeschakeld.
Kanalenlijst
De lijsten met Amerikaanse, Canadese en internationale kanalen die in deze appendix zijn vermeld, zijn
alleen ter informatie. De radio-operator is er zelf verantwoordelijk voor dat de kanalen correct worden
gebruikt in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving.
Amerikaanse kanalen
Voor de meest recente informatie over Amerikaanse kanalen gaat u naar www.navcen.uscg.gov/marcomms
/vhf.htm. U kunt ook de pagina Marine VHF Radio Channels van de Federal Communications
Commission bezoeken; ga hiervoor naar http://wireless.fcc.gov/services/index.htm?job=service
_bandplan&id=ship_stations. De FCC-pagina bevat geen frequentiegegevens, maar biedt een vollediger
overzicht van het gebruik van de kanalen.
gebruikers van pleziervaartuigen moeten op de eerste plaats gebruikmaken van kanalen die
niet worden aangeduid als beroepsvaart. Gebruik kanaal 16 om contact te maken met andere stations of om
noodoproepen te plaatsen. Gebruik kanaal 13 om contact te maken met een schip als er gevaar op een aanvaring
bestaat. Binnen de territoriale wateren van de VS zijn alle schepen van 20 m of langer verplicht om naast
VHF-kanaal 16 ook VHF-kanaal 13 uit te luisteren. Gebruikers kunnen voor het onjuiste gebruik van deze
kanalen worden beboet door de FCC.
Kanaalnummer Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Gebruiker
01A 156,050 156,050 Havenverkeer en beroepsvaart, VTS. Alleen
beschikbaar in de regio's New Orleans en
benedenstrooms Mississippi.
03A 156,150 156,150 ALLEEN OVERHEID
05A 156,250 156,250 Havenverkeer of VTS in de regio's Houston, New
Orleans en Seattle.
6 156,300 156,300 Veiligheid tussen schepen
07A 156,350 156,350 Beroepsvaart
8 156,400 156,400 Beroepsvaart (alleen schip-schip)
9 156,450 156,450 Oproepkanaal. Beroepsvaart en recreatievaart.
10 156,500 156,500 Beroepsvaart
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 37
Appendix
Kanaalnummer Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Gebruiker
11 156,550 156,550 Beroepsvaart. VTS in geselecteerde gebieden.
12 156,600 156,600 Havenverkeer. VTS in geselecteerde gebieden.
13 156,650 156,650 Schip-schipnavigatie en veiligheid (brug-naar-brug).
Schepen langer dan 20 meter houden in Amerikaanse
wateren luisterwacht op dit kanaal.
14 156,700 156,700 Havenverkeer. VTS in geselecteerde gebieden.
15 -- 156,750 Milieu (alleen ontvangst). Gebruikt door EPIRB's
(Emergency Position Indicating Radio Beacons),
klasse C.
16 156,800 156,800 Internationaal kanaal voor nood, veiligheid en
oproepen. Schepen die verplicht zijn uitgerust met
een zendontvanger, de Amerikaanse kustwacht en
de meeste kuststations houden luisterwacht op dit
kanaal.
17 156,850 156,850 Grenscontrole
18A 156,900 156,900 Beroepsvaart
19A 156,950 156,950 Beroepsvaart
20 157,000 161,600 Havenverkeer (duplex)
20A 157,000 157,000 Havenverkeer
21A 157,050 157,050 Alleen Amerikaanse kustwacht
22A 157,100 157,100 Uitzendingen voor communicatie van kustwacht
en maritieme veiligheid. Uitzendingen worden
aangekondigd op kanaal 16.
23A 157,150 157,150 Alleen Amerikaanse kustwacht
24 157,200 161,800 Werkkanaal (scheepsstation)
25 157,250 161,850 Werkkanaal (scheepsstation)
26 157,300 161,900 Werkkanaal (scheepsstation)
27 157,350 161,950 Werkkanaal (scheepsstation)
28 157,400 162,000 Werkkanaal (scheepsstation)
61A 156,075 156,075 Alleen overheid
63A 156,175 156,175 Havenverkeer en beroepsvaart, VTS. Alleen
beschikbaar in de regio's New Orleans en
benedenstrooms Mississippi.
64A 156,225 156,225 Alleen kustwacht
65A 156,275 156,275 Havenverkeer
66A 156,325 156,325 Havenverkeer
67 156,375 156,375 Beroepsvaart. Gebruikt voor brug-brugcommunicatie
benedenstrooms op Mississippi River. Alleen schip-
schip.
68 156,425 156,425 Recreatievaart
69 156,475 156,475 Recreatievaart
38 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Appendix
Kanaalnummer Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Gebruiker
70 156,525 156,525 Digital Selective Calling
(geen spraakcommunicatie toegestaan)
71 156,575 156,575 Recreatievaart
72 156,625 156,625 Recreatievaart (alleen schip-schip)
73 156,675 156,675 Havenverkeer
74 156,725 156,725 Havenverkeer
77 156,875 156,875 Havenverkeer (alleen schip-schap)
78A 156,925 156,925 Recreatievaart
79A 156,975 156,975 Beroepsvaart. Alleen recreatievaart op de Great
Lakes.
80A 157,025 157,025 Beroepsvaart. Alleen recreatievaart op de Great
Lakes.
81A 157,075 157,075 Alleen Amerikaanse overheid Milieubescherming.
82A 157,125 157,125 Alleen Amerikaanse overheid
83A 157,175 157,175 Alleen Amerikaanse kustwacht
84 157,225 161,825 Werkkanaal (scheepsstation)
85 157,275 161,875 Werkkanaal (scheepsstation)
86 157,325 161,925 Werkkanaal (scheepsstation)
87 157,375 161,975 Werkkanaal (scheepsstation)
88 157,425 162,025 Alleen werkkanaal nabij Canadese grens.
88A 157,425 157,425 Beroepsvaart, alleen schip-schip
De letter "A" geeft simplex-gebruik van de scheepsstation-zendfunctionaliteit van een internationaal
duplexkanaal aan. Ook geeft deze letter aan dat de activiteiten op dit kanaal verschillen van de
internationale activiteiten op het kanaal. "A"-kanalen worden in het algemeen alleen gebruikt in de VS, en
het gebruik wordt gewoonlijk niet erkend of toegestaan buiten de VS.
De letter "B" geeft simplex-gebruik van de kuststation-zendfunctionaliteit van een internationaal duplex
kanaal aan. In de VS worden "B"-kanalen op het ogenblik niet gebruikt voor simplexcommunicatie in deze
band.
WX-kanalen (weer)
Kanaal Frequentie (MHz)
WX1 162,55
WX2 162.4
WX3 162,475
WX4 162,425
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 39
Appendix
Kanaal Frequentie (MHz)
WX5 162,45
WX6 162.5
WX7 162,525
Canadese kanalen
Kanaal-
nummer
Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Werkgebied Gebruiker
01 156,050 160,650 PC Werkkanaal
02 156,100 160,700 PC Werkkanaal
03 156,150 160,750 PC Werkkanaal
04A 156,200 156,200 PC Schip-schip, schip-wal en veiligheid:
Canadese kustwacht en SAR
04A 156,200 156,200 EC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart:
alleen beroepsvissers.
05A 156,250 156,250 Scheepsbewegingen
06 156,300 156,300 Alle gebieden Schip-schip, beroepsvaart, recreatievaart
en veiligheid: mag worden gebruikt voor
SAR-communicatie tussen schepen en
vliegtuigen.
07A 156,350 156,350 Alle gebieden Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart
08 156,400 156,400 WC, EC Schip-schip, beroepsvaart ene veiligheid:
ook aangewezen voor verkeer in de regio
Lake Winnipeg.
09 156,450 156,450 AC Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en scheepsbewegingen:
mag worden gebruikt voor communicatie
met vliegtuigen en helikopters bij
ondersteuningsactiviteiten op zee.
10 156,500 156,500 AC, GL Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart, veiligheid en
scheepsbewegingen: mag ook worden
gebruikt voor communicatie met vliegtuigen
bij gecoördineerde SAR-acties en bij de
bestrijding van verontreiniging.
11 156,550 156,550 PC, AC, GL Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en scheepsbewegingen:
ook gebruikt voor loodsactiviteiten.
12 156,600 156,600 WC, AC, GL Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en scheepsbewegingen:
havenverkeer en loodsinformatie- en
berichten.
40 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Appendix
Kanaal-
nummer
Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Werkgebied Gebruiker
13 156,650 156,650 Alle gebieden Schip-schip, beroepsvaart, recreatievaart en
scheepsbewegingen: uitsluitend voor brug-
tot-brug navigatieverkeer. Laag vermogen
van maximaal 1 Watt.
14 156,700 156,700 AC, GL Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en scheepsbewegingen:
havenverkeer en loodsinformatie- en
berichten.
15 156,750 156,750 Alle gebieden Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en scheepsbewegingen: alle
verkeer beperkt tot een maximumvermogen
van 1 Watt. Mag ook worden gebruikt voor
boordcommunicatie.
16 156,800 156,800 Alle gebieden Internationaal kanaal voor nood, veiligheid
en oproepen
17 156,850 156,850 Alle gebieden Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en scheepsbewegingen: alle
verkeer beperkt tot een maximumvermogen
van 1 Watt. Mag ook worden gebruikt voor
boordcommunicatie.
18A 156,900 156,900 Alle gebieden Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart:
sleepverkeer in de kustwateren van de
Pacic.
19A 156,950 156,950 Alle gebieden
behalve PC
Schip-schip en schip-wal: alleen Canadese
kustwacht.
19A 156,950 156,950 PC Schip-schip en schip-wal: diverse afdelingen
van de overheid.
20 157,000 161,600 Alle gebieden Schip-wal, veiligheid en
scheepsbewegingen: havenverkeer met laag
vermogen tot maximaal 1 Watt.
21A 157,050 157,050 Alle gebieden Schip-schip en schip-wal: alleen Canadese
kustwacht.
21B - 161,650 Alle gebieden Veiligheid: CMB-uitzendingen (Continuous
Marine Broadcast).
22A 157,100 157,100 Alle gebieden Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart en
recreatievaart: alleen voor communicatie
tussen stations van de Canadese kustwacht
en niet-Canadese kustwacht.
23 157,150 161,750 PC Schip-wal en werkverkeer: ook voor de
binnenwateren van British Columbia en
Yukon.
24 157,200 161,800 Alle gebieden Schip-wal en werkkanaal
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 41
Appendix
Kanaal-
nummer
Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Werkgebied Gebruiker
25 157,250 161,850 PC Schip-wal en werkkanaal: ook aangewezen
voor verkeer in de regio Lake Winnipeg.
25B - 161,850 AC Veiligheid: CMB-uitzendingen (Continuous
Marine Broadcast).
26 157,300 161,900 Alle gebieden Schip-wal, veiligheid en werkkanaal
27 157,350 161,950 AC, GL, PC Schip-wal en werkkanaal
28 157,400 162,000 PC Schip-wal, veiligheid en werkkanaal
28B - 162,000 AC Veiligheid: CMB-uitzendingen (Continuous
Marine Broadcast).
60 156,025 160,625 PC Schip-wal en werkkanaal
61A 156,075 156,075 PC Schip-schip en schip-wal: alleen Canadese
kustwacht.
61A 156,075 156,075 EC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart:
alleen beroepsvissers.
62A 156,125 156,125 PC Schip-schip en schip-wal: alleen Canadese
kustwacht.
62A 156,125 156,125 EC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart:
alleen beroepsvissers.
64 156,225 160,825 PC Schip-wal en werkkanaal
64A 156,225 156,225 EC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart:
alleen beroepsvissers.
65A 156,275 156,275 Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en veiligheid: SAR-acties en
bestrijding van verontreiniging op de Great
Lakes. Sleepverkeer in de kustwateren
van de Pacic Coast. Alleen havenverkeer
in de regio St. Lawrence River met een
laag vermogen van maximaal 1 Watt.
Pleziervaartuigen in de binnenwateren van
Alberta, Saskatchewan en Manitoba (met
uitzondering van Lake Winnipeg en Red
River).
66A 156,325 156,325 Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart, veiligheid en
scheepsbewegingen: alleen havenverkeer
in de regio St. Lawrence River/Great Lakes
met laag vermogen van maximaal 1 Watt.
67 156,375 156,375 EC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart:
alleen beroepsvissers.
42 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Appendix
Kanaal-
nummer
Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Werkgebied Gebruiker
67 156,375 156,375 Alle gebieden
Behalve EC
Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en veiligheid: mag ook
worden gebruikt voor communicatie met
vliegtuigen bij gecoördineerde SAR-acties
en bij de bestrijding van verontreiniging.
68 156,425 156,425 Alle gebieden Schip-schip, schip-wal en recreatievaart:
voor marina's en jachtverenigingen.
69 156,475 156,475 Alle gebieden
Behalve EC
Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart en
recreatievaart
69 156,475 156,475 EC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart:
alleen beroepsvissers.
71 156,575 156,575 PC Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart, veiligheid en
scheepsbewegingen
71 156,575 156,575 Schip-schip, schip-wal en recreatievaart:
voor marina's en jachtverenigingen aan de
Oostkust van de Verenigde Staten en op
Lake Winnipeg.
72 156,625 156,625 EC, PC Schip-schip, beroepsvaart en recreatievaart:
mag worden gebruikt voor communicatie
met vliegtuigen en helikopters bij
ondersteuningsactiviteiten op zee. Voor
marina's en jachtverenigingen aan de
oostkust van de Verenigde Staten en op
Lake Winnipeg.
73 156,675 156,675 EC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart:
alleen beroepsvissers
73 156,675 156,675 Alle gebieden
Behalve EC
Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en veiligheid: mag ook
worden gebruikt voor communicatie met
vliegtuigen bij gecoördineerde SAR-acties
en bij de bestrijding van verontreiniging.
74 156,725 156,725 EC, PC Schip-schip, schip-wal, beroepsvaart,
recreatievaart en scheepsbewegingen.
77 156,875 156,875 Schip-schip, schip-wal, veiligheid en
scheepsbewegingen: loodsen in de
kustwateren van de Pacic. Havenverkeer
in de regio St. Lawrence River/Great Lakes
met een laag vermogen tot maximaal 1 Watt.
78A 156,925 156,925 EC, PC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart
79A 156,975 156,975 EC, PC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart
80A 157,025 157,025 EC, PC Schip-schip, schip-wal en beroepsvaart
81A 157,075 157,075 Schip-schip en schip-wal: alleen voor
gebruik door de Canadese kustwacht in de
regio St. Lawrence River en de Great Lakes.
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 43
Appendix
Kanaal-
nummer
Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Werkgebied Gebruiker
81A 157,075 157,075 PC Schip-schip, schip-wal en veiligheid:
bestrijding van verontreiniging door
Canadese kustwacht.
82A 157,125 157,125 PC Schip-schip, schip-wal en veiligheid: alleen
voor gebruik door de Canadese kustwacht.
82A 157,125 157,125 Schip-schip en schip-wal: alleen voor
gebruik door de Canadese kustwacht in de
regio St. Lawrence River en de Great Lakes.
83 157,175 161,775 PC Schip-wal en veiligheid: alleen voor gebruik
door de Canadese kustwacht.
83A 157,175 157,175 EC Tussen schepen onderling en schip/kust:
alleen voor gebruik door de Canadese
kustwacht en andere overheidsinstanties.
83B - 161,775 AC, GL Veiligheid: CMB-service (Continuous Marine
Broadcast).
84 157,225 161,825 PC Schip-wal en werkkanaal
85 157,275 161,875 AC, GL, NL Schip-wal en werkkanaal
86 157,325 161,925 PC Schip-wal en werkkanaal
87 157,375 161,975 AC, GL, NL Schip-wal en werkkanaal
88 157,425 162,025 AC, GL, NL Schip-wal en werkkanaal
Legenda
PC: Pacische kust
EC (Oostkust): inclusief NL, AC, GL en de oostelijke Arctische
gebieden
WC (Westkust): Pacische kust, westelijke Arctische gebieden en
gebieden rond de Athabasca-Mackenzie-waterscheiding
NL: Newfoundland en Labrador
AC: Atlantische kust, Gulf of St. Lawrence en St. Lawrence River,
tot en met Montreal
GL: Grote meren (inclusief St. Lawrence boven Montreal)
Alle gebieden: inclusief Oost- en Westkust van de VS
Internationale kanalen
Kanaalnummer Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Gebruiker
01 156,050 160,650 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
02 156,100 160,700 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
03 156,150 160,750 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
04 156,200 160,800 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
05 156,250 160,850 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
06 156,300 156,300 Schip-schip
44 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Appendix
Kanaalnummer Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Gebruiker
07 156,350 160,950 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
08 156,400 156,400 Schip-schip
09 156,450 156,450 Schip-schip, havenverkeer en scheepsbewegingen
10 156,500 156,500 Schip-schip, havenverkeer en scheepsbewegingen
11 156,550 156,550 Havenverkeer en scheepsbewegingen
12 156,600 156,600 Havenverkeer en scheepsbewegingen
13 156,650 156,650 Veiligheid tussen schepen, havenverkeer en
scheepsbewegingen
14 156,700 156,700 Havenverkeer en scheepsbewegingen
15 156,750 156,750 Schip-schip en boordcommunicatie met laag
vermogen van 1 Watt
16 156,800 156,800 Nood, veiligheid en oproepen
17 156,850 156,850 Schip-schip en boordcommunicatie met laag
vermogen van 1 Watt
18 156,900 161,500 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
19 156,950 161,550 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
20 157,000 161,600 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
21 157,050 161,650 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
22 157,100 161,700 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
23 157,150 161,750 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
24 157,200 161,800 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
25 157,250 161,850 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
26 157,300 161,900 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
27 157,350 161,950 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
28 157,400 162,000 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
60 156,025 160,625 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
61 156,075 160,675 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 45
Appendix
Kanaalnummer Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Gebruiker
62 156,125 160,725 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
63 156,175 160,775 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
64 156,225 160,825 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
65 156,275 160,875 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
66 156,325 160,925 Werkkanaal, havenverkeer en scheepsbewegingen
67 156,375 156,375 Schip-schip, havenverkeer en scheepsbewegingen
68 156,425 156,425 Havenverkeer en scheepsbewegingen
69 156,475 156,475 Schip-schip, havenverkeer en scheepsbewegingen
70 - - Gereserveerd voor DSC
71 156,575 156,575 Havenverkeer en scheepsbewegingen
72 156,625 156,625 Schip-schip
73 156,675 156,675 Schip-schip
74 156,725 156,725 Havenwerkzaamheden en scheepsbewegingen
75 156,775 156,775 Havenwerkzaamheden en scheepsbewegingen
76 156,825 156,825 Havenwerkzaamheden en scheepsbewegingen
77 156,875 156,875 Schip-schip
78 156,925 161,525 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en
scheepsbewegingen
79 156,975 161,575 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en
scheepsbewegingen
80 157,025 161,625 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en
scheepsbewegingen
81 157,075 161,675 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en
scheepsbewegingen
82 157,125 161,725 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en
scheepsbewegingen
83 157,175 161,775 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en
scheepsbewegingen
84 157,225 161,825 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en
scheepsbewegingen
85 157,275 161,875 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en
scheepsbewegingen
46 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Appendix
Kanaalnummer Zendfrequentie
MHz
Ontvangstfrequentie
MHz
Gebruiker
86 157,325 161,925 Werkkanaal, havenwerkzaamheden en
scheepsbewegingen
87 157,375 157,375 Havenverkeer en scheepsbewegingen
88 157,425 157,425 Havenverkeer en scheepsbewegingen
Specicaties
Specicaties van VHF 100/100i en VHF 200/200i
Algemeen

Verzonken gemonteerd: (B × H × D) 18,2 × 9,8 × 16,3 cm (7,16 × 3,86 × 6,42 inch)
Aan beugel gemonteerd: (B × H × D) 19,2 × 11,8 × 16,3 cm (7,56 × 4,65 × 6,42 inch)

Zendontvanger en microfoon van VHF 100/100i: 1,30 kg (45,86 oz.)
Zendontvanger van VHF 200/200i: 1,09 kg (38,45 oz.)
Microfoon van VHF 200/200i: 0,267 kg (9,42 oz.)
 van -10 ºC tot 50 ºC (14 ºF tot 122 ºF)
 500 mm (20 inch)
 IEC 60529 IPX7 (onderdompeling in 1 meter water gedurende
30 minuten)
S0-239 (50 Ω)
 94 dBA
 klasse D
 alle Amerikaanse, Canadese en internationale marine kanalen; 10 NOAA-weerkanalen
tussen 155.000 en 162.500
 25 kHz

FM: 16K0G3E
DSC: 16K0G2B
 ± 10 ppm
 PLL
Voeding
 12,0 Vdc
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 47
Appendix

Stand-by: 350 mA
Ontvangen: 600 mA
Zenden: 6,0 A bij HI-vermogen (25 W); 2,0 A bij LO-vermogen (1 W)
9 dBi
 50 Ω

Interne luidspreker: 1 W (met 4 Ω bij 10% vervorming)
Optionele externe luidspreker (alleen VHF 200/200i): 4 W (4 Ω/max)

Uitgangsvermogen van scheepsmegafoon: 20 W bij 4 Ω
Impedantie van NMEA-poort: 330 Ω
Impedantie van externe luidspreker: 4 Ω
Impedantie scheepsmegafoon: 4 Ω
Zender
 frequentiemodulatie met variabele reactantie
 openen/kortsluiten van antenne
 10 ppm
 ± 5 kHz
 kleiner dan of gelijk aan 10%
 meer dan 70 dB
 minder dan -36 dBm
 25 W (HI); 1 W (LO)
 minder dan 40 dB
 5% bij zenden; 5% bij ontvangen; 90% stand-by
 Electret
Deel 15 van de FCC-regels over storingsgevoeligheid voor digitale toestellen van Klasse B
VOOR THUISGEBRUIK EN ZAKELIJK GEBRUIK.
Ontvanger
 superheterodyne met dubbele conversie
 156,050 MHz tot 163,275 MHz (met inbegrip van WX-kanalen)
0,28 µV (standaard)
 minder dan 40 dB
48 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Appendix
 minder dan 10%

Bij smalle uiteinde: minder dan 1 µV
Bij drempel: minder dan 0,28 µV
 meer dan 70 dB
 meer dan 70 dB
 meer dan 70 dB
 meer dan 70 dB
 minder dan 0 dB zonder squelching
NMEA
Ondersteunde NMEA 0183 IN-uitvoertelegrammen (NMEA 0183 versie 3.01)
Uitvoertelegram Denitie
GGA GPS-positiebepalingsgegevens (Global Positioning System)
GLL Geograsche positie - breedtegraad en lengtegraad
GNS GNSS-positiebepalingsgegevens
RMA Aanbevolen minimum specieke Loran-C-gegevens
RMB Aanbevolen minimum navigatie-informatie
RMC Aanbevolen minimum specieke GNSS-gegevens
Ondersteunde NMEA 0183 OUT-uitvoertelegrammen (NMEA 0183 versie 3.01)
Uitvoertelegram Denitie
DSC DSC-informatie
DSE Uitgebreide DSC
NMEA 2000 PGN-informatie (alleen VHF 200/200i)
Ontvangen Zenden
059392 ISO-bevestiging 059392 ISO-bevestiging
059904 ISO-aanvraag 060928 ISO-adresreservering
060928 ISO-adresreservering 126208 NMEA-aanvraag/opdracht/bevestiging
126208 NMEA-aanvraag/opdracht/bevestiging 126464 PGN-lijst
129026 COG/SOG, snelle update 126996 Productinformatie
129029 GNSS-positiegegevens 129799 Radiofrequentie/modus/vermogen
129808 DSC Call-informatie
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 49
Appendix
Specicaties van de GHS 10 en de GHS 10i
16,1 × 7,16 × 4,28 cm (6,34 × 2,82 × 1,69 inch)
 368 g (12,98 oz.)
 van -10 ºC tot 50 ºC (14 ºF tot 122 ºF)
 500 mm (20 inch)
 IEC 60529 IPX7 (onderdompeling in 1 meter water gedurende
30 minuten)
Onderdompelen in water
Het toestel is waterbestendig volgens de IEC-standaard 60529 IPX7. Het toestel is bestand tegen onderdompelen in tot één meter
diep water, gedurende maximaal dertig minuten. Langer onderdompelen kan schade aan het toestel veroorzaken. Droog het toestel na
onderdompelen goed af en laat het goed drogen voordat u het opnieuw gebruikt.
Contact opnemen met Garmin
Neem contact op met Garmin Product Support als u vragen hebt over het gebruik van uw marifoon uit de VHF 100/200-serie. Ga in de
VS naar www.garmin.com/support of neem telefonisch contact op met Garmin USA via (913) 397.8200 of (800) 800.1020.
Neem in het VK contact op met Garmin (Europe) Ltd. via het telefoonnummer 0808 2380000.
Ga in Europa naar www.garmin.com/support en klik op  (Contact opnemen met ondersteuningsafdeling) voor lokale
ondersteuningsinformatie, of neem telefonisch contact op met Garmin (Europe) Ltd. op +44 (0) 870.8501241.
Het toestel onderhouden
Het toestel is van hoogwaardige materialen vervaardigd en er is geen ander onderhoud vereist dan reiniging.
De behuizing schoonmaken
Maak de behuizing van het toestel (niet het scherm) schoon met een doek die is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel en
veeg de behuizing vervolgens droog. Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die de kunststofonderdelen kunnen
beschadigen.
Het scherm schoonmaken
Het toestel is voorzien van een speciale antispiegelende coating die gevoelig is voor huidvetten, was en schurende reinigingsmiddelen.
Reinigingsmiddelen met ammonia of alcohol, schuringsmiddelen en vetwerende schoonmaakmiddelen kunnen de antispiegelende
coating beschadigen. Het is belangrijk de lens te reinigen met lenzenvloeistof (die speciek geschikt is voor antispiegelende laagjes) en
een schone, pluisvrije doek.
50 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Index
Index
Symbols
1 W zendvermogen omzeilen 6
16/9-modus 8
A
ATIS
identicatienummer invoeren 13
identicatienummer weergeven 13
B
breedtegraad en lengtegraad
op startscherm 3
weergeven 31
C
contrastniveau 30
D
Dual watch 7
E
eenheid voor snelheid, wijzigen
wijzigen 33
F
fabrieksinstellingen, terugzetten 34
frequentieband, selecteren 33
functies i – ii
G
Garmin
contactgegevens 49
gevoeligheid ontvangst 9
groepen
bewerken 27
oproepen ontvangen van 22
toevoegen 26
verwijderen 27
H
handset
bediening 2
scherm 3
Handset uit de GHS 10-serie
bediening 2
scherm 3
HI vermogensoverdracht 8
I
intercom 9 – 10
oproep ontvangen 10
oproep plaatsen 9
K
kaarplotter, functies 29
kanaal bewaken
Dual watch 7
Tri watch 8
kanaal wijzigen, automatisch 28
kanalen
alle scannen 6
Canadees 39
Internationaal 43
namen wijzigen van 34
opgeslagen scannen 7
opgeslagen status verwijderen 7
opslaan 7
selecteren 5
USA 36
WX (weer) 38
kanalen opslaan 7
kanalen selecteren 5
Koers over de grond
op startscherm 3
weergeven 31
koersweergave, wijzigen 33
L
lokale/verre ontvangst
gevoeligheidsaanpassing 9
LO vermogensoverdracht 8
VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding 51
Index
M
marifoon testen 34
meerdere kanalen bewaken 7
microfoonbediening 2
misthoorn 10 – 12
dieptepeiling, automatische 11
dieptepeiling, handmatige 11
frequentie, aanpassen 11
MMSI-ltering via NMEA-netwerk
congureren 30
MMSI-nummer
indelingen 23
weergeven 16
N
NMEA
NMEA 0183-telegrammen 48
NMEA 2000 PGN’s 48
overzicht van functies 29
selectie van NMEA 0183 of NMEA 2000 30
NOAA-weeruitzendingen 12
noodoproep 16 – 18
automatisch verzenden stoppen 18
gespeciceerde verzenden 17
intrekken 18
niet-gespeciceerde verzenden 16
ontvangstbevestiging 18
wachten op bevestiging 17
O
oproepen ontvangen
doorgegeven noodoproepen 21
groep 22
noodoproepen 21
persoonlijke standaard 21
positieaanvraag 22
positie verzenden 22
spoedoproepen aan alle schepen 21
veiligheidsoproepen aan alle schepen 21
oproepen plaatsen
groep 19
kanaal selecteren voor 19
persoonlijk 18
positieaanvraag 20
spoedoproepen aan alle schepen 20
veiligheidsoproepen aan alle schepen 20
oproeplogs
items verwijderen 25
opgeslagen oproepen weergeven 24
oproepen uitvoeren vanaf 25
schepen opslaan in schepenlijst 25
typen 23
P
pictogrammen, systeemstatus 3
piepervolume 31
positieantwoorden
automatisch instellen 28
positie bijhouden 22 – 23
oproepen activeren 23
schepen selecteren 23
schepen verwijderen uit lijst 23
positie-informatie
handmatig invoeren 27
R
radio
bediening 1
functies i – ii
scherm 3
testen 34
voorpaneel 1
S
scannen
alle kanalen 6
opgeslagen kanalen 7
scheepsmegafoon, gebruiken 10
schepenlijst
items bewerken 26
items toevoegen 26
items verwijderen 26
weergeven 26
scherm
contrastniveau 30
schermverlichtingsniveau 30
schermtoetsen 3
schermverlichtingsniveau 30
schoonmaken
behuizing 49
scherm 49
snelheid over de grond, SOG
op startscherm 3
weergeven 31
52 VHF 100-/200-serie - gebruikershandleiding
Index
specicaties
GHS 10-serie 49
squelch
aanpassen met handset 5
aanpassen met marifoon 5
locatie op handset 2
locatie op marifoon 1
stuurautomaatfunctionaliteit 29
systeemberichten
positie bijhouden 36
primaire marifoon in gebruik 35
T
taal, wijzigen 33
tijd
indeling wijzigen 32
op startscherm 3
tijdverschil congureren 32
weergeven 32
Tri watch 8
tweede-prioriteitkanaal, herprogrammeren 8
U
uitzenden
met handset 6
met marifoon 6
UTC-verschil 32
V
verre/lokale ontvangst
gevoeligheidsaanpassing 9
voeding 5
accuwaarschuwing 35
volume
aanpassen met handset 5
aanpassen met marifoon 5
locatie op handset 2
locatie op marifoon 1
W
waarschuwingen
batterij 35
GPS-gegevens 35
ongeldige GPS-gegevens 35
WX (weerwaarschuwing) 35
waterbestendigheid 49
weer
afstemmen op weerkanalen 12
kanalenlijst 38
toegang tot kanalen 12
waarschuwingen 12, 35
waarschuwingen inschakelen 12
waarschuwingen uitschakelen 12
WX.
Zie weer
Z
zendontvanger
scherm 3
voorpaneel 1
zendvermogen
aanpassen 8 – 9
zendvermogen van 1 W 8
zendvermogen van 25 W 8
© 2012-2013 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin International, Inc.
1200 East 151st Street
Olathe, Kansas 66062, VS
Garmin (Europe) Ltd.
Liberty House, Hounsdown Business Park
Southampton, Hampshire, SO40 9LR, Verenigd Koninkrijk
Garmin Corporation
No. 68, Zhangshu 2nd Road, Xizhi Dist.
New Taipei City, 221, Taiwan (Republiek China)
www.garmin.com
September 2013 Artikelnummer 190-01019-35 Rev. B Gedrukt in China
Deze apparatuur is geschikt voor wereldwijd gebruik, met inbegrip van de volgende Europese landen:
AT DK DE IT MT SK GB CH
BE EE GR LV NL SI IS BG
CY FI HU LT PL ES LI RO
CZ FR IE LU PT SE NO TR
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Garmin Navticni radio VHF 100 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding