19
Veiligheids-
voorschriften
voor de
monteur van
de keuken-
meubels
De luchtafvoerbuis moet bij de afzuigversie een doorsnede van
100 of 120 mm hebben.
Wanneer de afvoerbuis horizontaal is, moet hij een helling van
ongeveer 10˚ naar boven hebben, zodat de lucht ongehinderd
naar buiten weg kan stromen.
Indien de kookluchtjes door de buitenmuur af worden gevoerd,
heeft U een telescoop-muurbox MKZ (voor af- en toegevoerde
lucht) nodig, E-Nr. 610 899 004 (accessoires).
Bij de montage van de kap moet rekening worden gehouden
met de volgende minimumafstanden tussen de bovenkant
van het fornuis en de onderkant van de kap:
Electrische kookplaten 650 mm
Gasfornuizen 650 mm
Kolen- en oliefornuizen 700 mm
De afgezogen lucht dient niet in schoorsteenpijpen of afvoer-
kanalen voor vebrandingsgassen te worden geleid. Het is
niet toegelaten de afgezogen lucht naar afvoerkanalen te
leiden die dienen voor de ontluchting van ruimtes waar
verbrandingsinstallaties aanwezig zijn.
Wanneer men de afgezogen lucht naar schoorsteenpijpen of
afvoerkanalen wil leiden, die niet meer in gebruik zijn, is het
wenselijk daarvoor toestemming te vragen aan de daartoe
bevoegde controlerende instantie.
Bij het afzuigen van lucht dienen de voorschriften van de
bevoegde autoriteiten te worden aangehouden.
Als het apparaat wordt gebruikt met de afzuigfunctie, dient
men te zorgen voor een voldoende groot ventilatiegat, van
ongeveer dezelfde afmetingen als de luchtafvoeropening.
Op grond van regionale bouwvoorschriften is het gebruik
binnen dezelfde ruimte van afzuigkappen en op een schoor-
steen aangesloten verbrandingsapparaten, zoals kolie- of
oliekachels en met gas gestookte apparaten aan bepaalde
beperkingen onderworpen.
Volgens het Besluit met betrekking tot verbrandings-
installaties mag er in dergelijke ruimtes slechts een onder-
druk van hoogstens 0,04 mbar zijn.
Het veilig functioneren van de afzuigkap samen met op een
schoorsteen aangesloten apparaten is alleen dan gewaar-
borgd, wanneer de ruimte en/of woning (verhouding ruimte/
lucht) van buiten af van lucht voorzien worden door een
ventilatiegat van ongeveer 500-600 cm
2
, dat het ontstaan van
onderdruk tijdens het functioneren van de kap voorkomt.
Montage
L 351F 14-06-1996, 10:5219