Zanussi ZDTL200 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
Gebruiks-
aanwijzing
Afwasmachine
ZDTL 200
Het doet ons genoegen dat u voor
onze apparatuur hebt gekozen.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe
apparaat en wij hopen dat u bij de volgende
aankoop van huishoudelijke apparatuur ons
merk opnieuw in aanmerking zult nemen.
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig door en
bewaar hem bij het apparaat zodat hij ook in de
toekomst kan worden geraadpleegd. Geef de
gebruiksaanwijzing door aan een eventuele
volgende eigenaar van het apparaat.
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3
Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4
Wasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8
De waterontharder instellen _ _ _ _ _ _ _ _ 9
Gebruik van zout voor de
vaatwasser _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 11
Gebruik van glansspoelmiddel _ _ _ _ _ _ 12
De vaatwasser inruimen _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13
Gebruik van vaatwasmiddelen _ _ _ _ _ _ 16
De vaatwasser uitruimen _ _ _ _ _ _ _ _ _ 17
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ 17
Het milieu _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 19
Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 20
Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 22
Verbruikswaarden _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 23
Aanwijzingen voor testinstituten _ _ _ _ _ 23
Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 24
Wijzigingen voorbehouden
2
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om een cor-
rect gebruik te kunnen waarborgen is het van
belang dat u, alvorens het apparaat te installe-
ren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaan-
wijzing, inclusief de tips en waarschuwingen,
grondig doorleest. Om onnodige vergissingen
en ongevallen te voorkomen is het belangrijk
ervoor te zorgen dat alle mensen die het ap-
paraat gebruiken, volledig bekend zijn met de
werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen.
Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij
bij het apparaat blijven als het wordt verplaatst
of verkocht, zodat iedereen die het apparaat
gedurende zijn hele levensduur gebruikt, naar
behoren is geïnformeerd over het gebruik en
de veiligheid van het apparaat.
Correct gebruik
Deze afwasmachine is uitsluitend bedoeld
voor het reinigen van huishoudelijke ge-
bruiksvoorwerpen die geschikt zijn voor rei-
niging in een afwasmachine.
Doe geen oplosmiddelen in de
afwasmachine. Dit kan een explosie veroor-
zaken.
Messen en andere voorwerpen met scherpe
punten moeten met de punt naar beneden
in de bestekmand worden geplaatst of hori-
zontaal in het bovenrek worden gelegd.
Gebruik alleen producten (afwasmiddel,
zout en glansmiddel) die geschikt zijn voor
afwasmachines.
Open de deur niet als het apparaat in werk-
ing is; er kan hete stoom ontsnappen.
Neem geen serviesgoed uit de
afwasmachine voordat het
afwasprogramma is afgelopen.
Trek na het gebruik de stekker uit het stop-
contact en draai de waterkraan dicht.
Dit product mag alleen worden onderhouden
door een daartoe bevoegde servicemonteur
en er dient alleen gebruik te worden gemaakt
van originele reserveonderdelen.
Onder geen voorwaarde moet u proberen de
afwasmachine zelf te repareren. Reparaties
die worden uitgevoerd door onervaren per-
sonen veroorzaken letsel of storingen.
Neem contact op met onze service-afdeling.
Sta te allen tijde op het gebruik van originele
reserveonderdelen.
Algemene veiligheid
Afwasmiddelen kunnen chemische brand-
wonden veroorzaken aan de ogen, de mond
en de keel. Deze kunnen levensbedreigend
zijn! Houd u aan de veiligheidsinstructies
van de afwasmiddelfabrikant.
Het water in uw afwasmachine is geen drink-
water. Resten van afwasmiddel kunnen nog
in de machine aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de deur van de
afwasmachine altijd gesloten is als het ap-
paraat niet wordt in- of uitgeruimd. Zo voor-
komt u dat iemand over de open deur
struikelt en zich bezeert.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
3
De veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen de
afwasmachine niet zonder toezicht gebrui-
ken.
Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het
bereik van kinderen. Gevaar voor verstik-
king.
Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen.
Houd kinderen uit de buurt van de
afwasmachine als de deur open staat.
Installatie
Controleer uw afwasmachine op eventuele
transportschade. Sluit nooit een
beschadigde machine aan. Neem contact
op met uw leverancier als de machine be-
schadigd is.
Alle verpakkingsmaterialen moeten verwij-
derd worden voordat u het apparaat in ge-
bruik neemt.
Alle elektrische en loodgieterswerkzaamhe-
den die nodig zijn voor de installatie van dit
apparaat moeten worden uitgevoerd door
een gekwalificeerd en competent persoon.
Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wij-
zigingen aan te brengen in de specificaties
of dit product op enigerlei wijze te modifice-
ren.
Gebruik de afwasmachine nooit als het aan-
sluitsnoer of de waterslangen beschadigd
zijn; of als het bedieningspaneel, het werk-
blad of de plint zodanig beschadigd zijn dat
het inwendige van de machine vrij toegan-
kelijk is. Raadpleeg onze service-afdeling
om gevaarlijke situaties te voorkomen.
In de behuizing van de afwasmachine mo-
gen geen gaten worden geboord ter voor-
koming van schade aan hydraulische en
elektrische onderdelen.
LET OP!
Voor de aansluiting van elektriciteit en water
dienen de instructies in de desbetreffende pa-
ragrafen nauwgezet te worden opgevolgd.
4
Bedieningspaneel
1.
Aan-/uit -toets
2. Toets uitgestelde start
3.
Toetsprogrammakeuze/annuleren
4.
Controlelampjes
5.
Programmalampjes
Instelling
Het apparaat staat in instelmodus als alle
programmalampjes uit zijn en het lampje
Einde programma knippert.
BELANGRIJK!
Vergeet nooit dat bij het uitvoeren van hande-
lingen zoals:
het selecteren van een afwasprogramma
het instellen van de waterontharder
in- of uitschakelen van de geluidssignalen
het apparaat in de instelmodus MOET staan.
Als er een programmalampje brandt en het
lampje van Einde programma continu brandt,
dan is het laatst uitgevoerde programma nog
ingesteld.
In dat geval moet het programma geannuleerd
worden:
1.
Druk op de toets Programmakeuze/An-
nuleren tot het lampje van het lopende
programma uit gaat en het lampje van het
Einde programma begint te knipperen.
2.
Laat de toets Programmakeuze/Annule-
ren los.
5
Toets uitgestelde start
Hiermee kan de start van het programma 3 uur worden
uitgesteld.
Nadat het afwasprogramma eenmaal ingesteld is, op
de toets uitgestelde start drukken. Het bijbehorende
controlelampje brandt.
Het aftellen van de uitgestelde start begint automa-
tisch.
Als het aftelproces verstreken is, wordt het
afwasprogramma automatisch gestart. Het
controlelampje van de uitgestelde start gaat uit.
Toetsprogrammakeuze/annuleren
Het afwasprogramma starten:
1. Druk op de toets Aan/Uit.
2.
Druk eenmaal op de toets Programmakeuze/an-
nuleren, het lampje van het laatst uitgevoerde
wasprogramma gaat branden en het lampje Einde
programma knippert.
3.
Druk zo vaak op de toets Programmakeuze/an-
nuleren tot het lampje van het gewenste
programma begint te branden.
4. Sluit de deur van de afwasmachine, het
programma start automatisch.
BELANGRIJK!
Als het programma eenmaal begonnen is, kunt u de
gemaakte keuze veranderen, maar dan moet u het
lopende programma annuleren.
Het lopende programma annuleren:
1. Open de deur.
2.
Druk op de toets Programmakeuze/Annuleren
tot het lampje van het lopende programma uit gaat
en het lampje Einde programma begint te knip-
peren.
3.
Laat de toets Programmakeuze/Annuleren los.
4.
Schakel het apparaat uit door de toets Aan-Uit in
te drukken of een nieuw afwasprogramma te se-
lecteren (controleer of er afwasmiddel in het af-
wasmiddelreservoir zit).
6
Controlelampjes
Einde programma Gaat branden als een afwasprogramma is afgelopen.
Heeft ook andere visuele signaleringsfuncties zoals:
het instellen van de waterontharder,
in- of uitschakelen van de geluidssignalen,
melden van een alarm als gevolg van storing van
de machine.
Glansmiddel Gaat branden als het glansmiddel op is.
Brandt nooit als er een wasprogramma loopt.
Zout Gaat branden als het speciale zout op is.
Brandt nooit als er een wasprogramma loopt.
Geluidssignalen
De geluidssignalen zijn bedoeld om aan te ge-
ven welke handelingen de afwasmachine aan
het uitvoeren is.
einde van het afwasprogramma,
storing aan het apparaat
Fabrieksinstelling: geluidssignalen ingescha-
keld.
De geluidssignalen kunnen worden uitgescha-
keld, met behulp van de toets
Programmakeuze/Annuleren.
In- en uitschakelen van de geluidssignalen
1.
Druk op de aan-/uit-toets. Het apparaat
moet in instelmodus staan.
2.
Druk op de toets Programmakeuze/An-
nuleren en houd deze ingedrukt tot het
programmalampje A gaat knipperen en het
programmalampje B continu blijft branden.
3. Druk nogmaals op de toets
Programmakeuze/Annuleren:
programmalampje A gaat continu branden
en programmalampje B begint te knippe-
ren.
4. Na een paar seconden:
gaat programmalampje A uit
programmalampje B blijft knipperen
Einde programma gaat continu bran-
den, om aan te geven dat de geluids-
signalen actief zijn.
5. Om de geluidssignalen uit te schakelen
nogmaals op de toets Programmakeuze/
Annuleren drukken: het lampje Einde
programma gaat uit om aan te geven dat
de geluidssignalen uitgeschakeld zijn.
6. Om de handeling in het geheugen op te
slaan, de afwasmachine uitschakelen.
7. Om de geluidssignalen weer in te schake-
len hoeft u alleen maar de bovenstaande
instructies op te volgen totdat het
indicatielampje Einde programma gaat
branden.
7
Wasprogramma's
Programma Mate van vervuiling Soort serviesgoed Beschrijving
programma
Intensief 70° Sterk vervuild Serviesgoed, bestek, pot-
ten en pannen
Voorwas
Hoofdwas
2 tussentijdse spoelgan-
gen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal 65° Normaal vervuild Serviesgoed, bestek, pot-
ten en pannen
Voorwas
Hoofdwas
2 tussentijdse spoelgan-
gen
Laatste spoelgang
Drogen
65° gedurende 30'
1)
Licht vervuild Serviesgoed en bestek Hoofdwas
Laatste spoelgang
BIO 50°
2)
Normaal vervuild Serviesgoed en bestek Voorwas
Hoofdwas
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
Voorspoelen Alles.
Gedeeltelijke belading (later op de dag verder te vul-
len).
Eén koude spoelgang
(om te voorkomen dat
etensresten aan elkaar
plakken).
Voor dit programma hoeft
geen afwasmiddel ge-
bruikt te worden.
1) Ideaal voor gebruik bij een gedeeltelijk gevulde afwasmachine. Dit is het perfecte dagelijkse programma, speciaal bedoeld
voor een gezin bestaande uit 4 personen om alleen het serviesgoed van het ontbijt en het avondeten af te wassen.
2) Test programma voor testinstanties.
Het eerste gebruik
Voordat u uw afwasmachine in gebruik neemt:
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en
de wateraansluiting voldoen aan de instal-
latie-instructies
8
Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit het
inwendige van de machine
De waterontharder instellen
Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul
het reservoir vervolgens met regenereer-
zout
Vul het glansmiddeldoseerbakje
Als u tabletten gebruikt die zowel glansmid-
del als afwasmiddel bevatten:
hoeft u het glansmiddel niet bij te vullen
de waterontharder instellen
voeg speciaal (regenereer) zout toe
Als u tabletten gebruikt die zowel glansmid-
del, afwasmiddel, regenereerzout en andere
additieven bevatten:
hoeft u geen regenereerzout of glansmiddel toe
te voegen.
Controleer of deze producten geschikt zijn voor
uw waterhardheid. Volg de instructies van de
fabrikant.
Stel de waterhardheid in op niveau 1.
BELANGRIJK!
Als de droogresultaten niet bevredigend zijn,
adviseren wij u:
1. het glansmiddeldoseerbakje te vullen met
glansmiddel.
2. de dosering van het glansmiddel in te stel-
len op stand 2.
Als u besluit om in de toekomst weer aparte
middelen te gebruiken dan adviseren wij u:
het zoutreservoir en het
glansmiddeldoseerbakje te vullen.
de waterhardheid op het hoogste niveau in
te stellen en 1 normaal afwasprogramma uit
te voeren zonder serviesgoed in de
machine.
de waterhardheid in te stellen in overeen-
stemming met de hardheid van het water in
uw omgeving.
De glansmiddeldosering in te stellen
De waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een water-
ontharder die is ontworpen om mineralen en
zouten uit het leidingwater te verwijderen die
een schadelijk of negatief effect zouden heb-
ben op de werking van het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en
zouten is, des te harder is het water. De hard-
heid van water wordt gemeten in equivalente
eenheden, Duitse hardheid (°dH), Franse hard-
heid (°TH) en mmol/l (millimol per liter -
internationale eenheid voor de hardheid van
water).
De ontharder moet worden ingesteld in over-
eenstemming met de hardheid van het water in
uw omgeving. Uw waterleidingbedrijf kan u in-
formeren over de hardheid van het water in uw
woonplaats.
De waterontharder moet op beide manieren
worden ingesteld: handmatig en elektronisch.
9
Waterhardheid
Aanpassen van de waterhard-
heidsinstelling
Gebruik van
zout
°dH °TH mmol/l handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 2 niveau 10 ja
43 - 50 76 - 90 7,6 - 8,9 2 niveau 9 ja
37 - 42 65 - 75 6,51 - 7,5 2 niveau 8 ja
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 2 niveau 7 ja
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 2 niveau 6 ja
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 2 niveau 5 ja
15 - 18 26 - 32 2,61 - 3,2 1 niveau 4 ja
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 1 niveau 3 ja
4 - 10 7 - 18 0,71 - 1,8 1 niveau 2 ja
< 4 < 7 < 0,7 1 niveau 1 nee
Het handmatig instellen van de waterontharder (zie tabel)
Zet de schakelaar op
stand 1 of 2
De waterontharder is in de fabriek ingesteld op stand
2.
Het elektronisch instellen van
de waterontharder (zie tabel)
1. Druk op de aan-/uit-toets. Het apparaat
moet in instelmodus staan.
2.
Druk op de toets Programmakeuze/An-
nuleren en houd deze ingedrukt tot het
programmalampje A gaat knipperen en het
programmalampje B continu blijft branden.
3. Na een paar seconden:
programmalampje B uit gaat
programmalampje A blijft knipperen
10
Einde programma begint te knipperen:
Het aantal keren knipperen geeft het
huidige niveau aan. Het knipperen wordt
om de paar seconden herhaald. Voor-
beelden: 5 keer knipperen, pauze, 5
keer knipperen, pauze, enz... = niveau
5.
4.
Druk op de toets Programmakeuze/An-
nuleren om het niveau te wijzigen. Elke
keer als de toets wordt ingedrukt, wordt het
niveau verhoogd (niveau 1 volgt op niveau
10). Het lampje Einde programma geeft
de nieuwe instelling aan.
5. Om de handeling in het geheugen op te
slaan, de afwasmachine uitschakelen.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
LET OP!
Gebruik speciaal zout dat geschikt is voor af-
wasmachines.
Draai de dop los.
Alleen voor de eerste
keer met zout vullen, het
zoutreservoir eerst met
water vullen.
Giet met behulp van de
bijgeleverde trechter zout
in het reservoir tot dit he-
lemaal gevuld is met zout.
11
Verwijder alle zoutresten. Draai het deksel goed vast
door het met de klok mee
te draaien tot de aanslag
(u hoort een klik).
BELANGRIJK!
Start onmiddellijk een compleet programma.
BELANGRIJK!
Tijdens het vullen met zout zal het water uit het re-
servoir overstromen.
BELANGRIJK!
Vul het zout bij, wanneer het controlelampje op
het bedieningspaneel gaat branden.
Gebruik van glansspoelmiddel
Open het deksel.
Vul het reservoir met
glansmiddel. Het
maximale vulniveau wordt
aangegeven door "max"
Neem gemorst glansmid-
del meteen op. Sluit het
deksel en druk totdat het
vastklikt.
LET OP!
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere mid-
delen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar
afwasmiddel). Dit zou het apparaat beschadigen.
BELANGRIJK!
Vul het glansmiddel bij, wanneer het controlelampje op
het bedieningspaneel gaat branden.
12
De glansmiddeldosering in te stellen
Verhoog de dosering als er na afloop van het
programma waterdruppels of kalkvlekken op het ser-
viesgoed achterblijven.
Verlaag de dosering als er witte strepen op het ser-
viesgoed of een blauwachtige waas op glaswerk of
messen achterblijft.
Open het deksel. Stel de dosering in. (De
dosering wordt in de fa-
briek ingesteld op stand
4).
Sluit het deksel en druk
totdat het vastklikt.
De vaatwasser inruimen
Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die
water kunnen absorberen mogen niet in de
afwasmachine worden gereinigd.
Voordat u het serviesgoed in de machine
plaatst, dient u:
alle voedselresten en rommel te verwij-
deren.
Laat aangebakken etensresten in pannen
eerst inweken
Let bij het plaatsen van serviesgoed en be-
stek op de volgende punten:
Borden en bestek mogen de draaibewe-
ging van de sproeiarmen niet belemme-
ren.
Plaats holle voorwerpen zoals kopjes,
glazen, pannen, enz. met de opening
naar beneden zodat ze niet vol water lo-
pen.
Borden en bestek mogen niet in elkaar
liggen of elkaar bedekken.
Zorg er ter voorkoming van schade aan
glaswerk voor dat glazen elkaar niet ra-
ken.
Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
Voorwerpen van kunststof en pannen met
teflon hebben de neiging waterdruppels vast
te houden; deze voorwerpen drogen niet zo
goed als voorwerpen van porselein en staal.
Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.)
moeten in het bovenrek worden geplaatst en
zo worden neergezet dat ze niet kunnen be-
wegen.
13
Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de afwasmachine
niet geschikt: in beperkte mate geschikt:
bestek met houten, hoornen, porseleinen of parel-
moeren handgrepen.
voorwerpen van kunststof die niet hittebestendig
zijn.
ouder bestek met gelijmde onderdelen die niet hit-
tebestendig zijn.
gelijmd bestek of gelijmde borden.
tinnen of koperen voorwerpen.
glaswerk van loodkristal.
gemakkelijk roestende stalen voorwerpen.
houten schotels.
voorwerpen gemaakt van synthetische vezels.
Reinig aardewerk alleen in de afwasmachine als het
door de fabrikant specifiek wordt gekenmerkt als
afwasmachinebestendig.
Geglazuurde dessins kunnen vervagen als ze vaak
in de afwasmachine gewassen worden.
Zilveren en aluminium hebben de neiging om tijdens
het reinigen te verkleuren: Etensresten, bijv. eiwit,
eierdooier en mosterd, veroorzaken op zilver vaak
verkleuring en vlekken. Verwijder etensresten dan
ook onmiddellijk van zilver, als dit niet meteen na
gebruik wordt afgewassen.
Serviesgoed plaatsen.
Voor de beste resultaten
raden wij u aan gebruik te
maken van de bestekroos-
ters (indien de grootte en
afmetingen van het bestek
dit toelaten)
Zet messen en andere
voorwerpen met scherpe
punten of randen zo dat de
handvaten naar boven wij-
zen. Gevaar voor letsel!
De bestekmand bestaat uit twee delen die kunnen
worden gescheiden voor meer flexibiliteit bij het laden
van het serviesgoed. Schuif om de twee delen te
scheiden, beide delen horizontaal in tegengestelde
richting en trek ze uit elkaar. Ga voor het koppelen
van beide delen in omgekeerde volgorde te werk.
14
Het vullen van het onder-
rek. Plaats dekschalen en
grote deksels langs de
rand van het rek.
U kunt de twee rijen met
punten in het onderrek ge-
makkelijk laten zakken om
ruimte te maken voor pot-
ten, pannen en schalen.
Het vullen van het boven-
rek. Lichte voorwerpen
(kunststofbakjes enz.)
moeten in het bovenrek
worden geplaatst en zo
worden neergezet dat ze
niet kunnen bewegen.
Voor hogere voorwerpen
kunnen de kopjesrekken
worden opgeklapt.
Als er borden in het bovenrek geplaatst moeten wor-
den: plaats ze dan van achteren naar voren; kantel
ze enigszins naar voren en vul de plaatsen bij de deur
niet.
De hoogte van het bovenrek
aanpassen
Als er zeer grote borden moeten worden afge-
wassen, kunt u deze in het onderrek plaatsen
nadat u het bovenrek in zijn hoogste positie
hebt geplaatst.
Maximale hoogte van borden in :
bovenrek onderrek
Met bovenrek in hoogste stand 22 cm 33 cm
Met bovenrek in laagste stand 26 cm 29 cm
15
Ga als volgt te werk om het bovenrek in zijn hoog-
ste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het
mechanisme vastklikt en het rek stabiel is.
Ga als volgt te werk om het rek in zijn
oorspronkelijke stand te laten zakken:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op en laat het
mechanisme langzaam terug naar beneden zak-
ken, terwijl u het blijft vasthouden.
BELANGRIJK!
Zet het rek nooit aan een enkele kant naar bo-
ven of beneden
BELANGRIJK!
Als het rek zich in zijn bovenste stand bevindt,
kunt u geen gebruik maken van de kopjesrek-
ken.
Gebruik van vaatwasmiddelen
BELANGRIJK!
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen die geschikt
zijn voor gebruik in afwasmachines.
Neem de aanbevelingen van de fabrikant voor
dosering en bewaren in acht.
Open het deksel.
Doe het afwasmiddel in
vakje A.
Houd u aan de doserings-
niveau's.
16
Voeg, voor programma's
met voorwas een extra
dosis afwasmiddel toe in
vakje B.
Bij gebruik van afwasta-
bletten: leg de afwasta-
bletten in vakje A.
Sluit het deksel.
Afwasmiddeltabletten
Afwasmiddeltabletten van verschillende fabri-
kanten lossen niet allemaal even snel op.
Daarom bereiken bepaalde afwasmiddeltablet-
ten tijdens korte programma's niet hun
volledige reinigingswerking. Kies daarom bij
het gebruik van afwasmiddeltabletten lange
programma's, om ervoor te zorgen dat table-
tresten volledig worden verwijderd.
De vaatwasser uitruimen
Hete borden zijn gevoelig voor stoten.
Het is daarom raadzaam het serviesgoed
eerst te laten afkoelen alvorens de machine
uit te ruimen.
Ruim eerst het onderrek en dan het boven-
rek uit; hiermee voorkomt u dat er water van
het bovenrek op het serviesgoed in het on-
derrek druppelt.
Er kan water op de zijkanten en de deur van
de afwasmachine ontstaan omdat roestvrij
staal uiteindelijk koeler zal worden dan het
serviesgoed.
LET OP!
Als het afwasprogramma is afgelopen is het
raadzaam de stekker uit het stopcontact te
trekken en de kraan dicht te draaien.
17
Onderhoud en reiniging
De filters reinigen
BELANGRIJK!
Gebruik de afwasmachine NOOIT zonder fil-
ters. Een onjuiste terugplaatsing en bevesti-
ging van de filters heeft slechtere afwasresul-
taten tot gevolg.
Maak de filters A, B en C
onder stromend water
grondig schoon.
Draai de handgreep onge-
veer kwartslag naar links
en verwijder de filters B en
C.
Verwijder filter A van de
bodem van het wascom-
partiment.
Zet de filters terug en ver-
grendel ze door de hand-
greep tot de aanslag naar
rechts te draaien.
De sproeiarmen reinigen
Probeer NOOIT de sproeiarmen te verwijde-
ren.
Als etensresten de openingen in de sproeiar-
men hebben verstopt, verwijder deze dan met
een cocktailprikker.
18
Buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine
en het bedieningspaneel met een vochtige
zachte doek. Gebruik - indien nodig - alleen
neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik nooit
schurende producten, schuursponsjes of op-
losmiddelen (aceton, trichlooretheen, enz.).
De binnenkant van de machine
reinigen
Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers rondom
de deur en het afwasmiddelbakje en
glansmiddeldoseerbakje regelmatig met een
vochtige doek worden gereinigd.
Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een
afwasprogramma voor ernstig vervuild servies-
goed te draaien met afwasmiddel, maar zonder
serviesgoed.
Als de afwasmachine langere
tijd niet wordt gebruikt
Als u de afwasmachine gedurende langere tijd
niet gebruikt, adviseren wij u:
1. de stekker uit het stopcontact te trekken en
de kraan dicht te draaien.
2. de deur op een kier te zetten om de vorming
van onaangename geurtjes te voorkomen.
3. het inwendige van de machine leeg en
schoon te houden.
Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Zet de machine niet op een plaats waar de
temperatuur lager is dan 0 °C. Als het toch niet
anders kan, maak de machine leeg, sluit de
deur, ontkoppel de watertoevoerleiding en laat
deze leeglopen.
De machine verplaatsen
Als u de machine moet verplaatsen (bij verhui-
zing, enz.):
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. verwijder de watertoevoer- en -afvoers-
lang.
4. trek de machine samen met de slangen
naar voren.
Vermijd kantelen van de machine tijdens het
vervoer.
Het milieu
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur
wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor
mens en milieu die zich zouden kunnen
voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit product,
kunt u contact opnemen met de gemeente, de
19
gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk
en kunnen worden gerecycled. De kunststof-
onderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS
<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in de
daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke
afvaldienst.
LET OP!
Als u het apparaat afdankt:
trek de stekker uit het stopcontact.
snijd het aansluitsnoer met de stekker af en
gooi het weg.
Verwijder het slot van de deur. Zo voorkomt
u dat kinderen zichzelf insluiten en hun leven
in gevaar brengen.
Problemen oplossen
De afwasmachine start niet of stopt als hij bezig
is.
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een
gebrek aan eenvoudig onderhoud of onoplet-
tendheid en kunnen zonder de inschakeling
van een monteur worden opgelost met behulp
van de in de tabel hieronder beschreven aan-
wijzingen.
Zet de afwasmachine uit en voer de volgende
voorgestelde corrigerende handelingen uit.
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
voortdurend knipperen van het controlelampje
start/annuleren
1 onderbroken geluidssignaal
1 keer knipperen van het controlelampje "einde
programma"
De afwasmachine wordt niet gevuld met water.
De waterkraan is verstopt of aangezet met kalk-
aanslag.
Maak de waterkraan schoon.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
Het filter (indien aanwezig) in de schroeffitting van
de slang bij de waterinlaatklep is verstopt.
Reinig het filter in de schroeffitting van de slang.
De watertoevoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de wateraanvoers-
lang.
voortdurend knipperen van het controlelampje
start/annuleren
2 intermitterende geluidssignalen
2 keer knipperen van het controlelampje "einde
programma"
Het afwaswater wordt niet afgevoerd.
De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of is ge-
bogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de waterafvoerslang.
20
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
voortdurend knipperen van het controlelampje
start/annuleren
3 intermitterende geluidssignalen
3 keer knipperen van het controlelampje "einde
programma"
Anti-overstromingsinrichting is geactiveerd.
Draai de waterkraan dicht en neem contact op met
onze service-afdeling.
Het programma begint niet. De deur van de afwasmachine is niet goed gesloten.
Sluit de deur.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Als u deze controles hebt uitgevoerd; zet de
afwasmachine aan. Het programma gaat ver-
der op het punt waar het was onderbroken.
Als de storing of storingscode zich opnieuw
voordoet, dient u contact op te nemen met onze
service-afdeling.
Voor andere, niet in de bovenstaande tabel be-
schreven storingscodes dient u ook contact op
te nemen met onze service-afdeling.
Houd als u contact opneemt met onze service-
afdeling de volgende gegevens bij de hand:
model (Mod.), productnummer (PNC) en serie-
nummer (S.N.). Deze informatie is te vinden op
het typeplaatje aan de zijkant van de deur van
de afwasmachine.. Wij adviseren u deze num-
mers hier te noteren zodat u ze altijd bij de hand
hebt:
Model. :. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Productnummer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Serienummer. : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
21
Het afwasresultaat is niet bevredigend
De borden zijn niet schoon Het verkeerde afwasprogramma is geselecteerd.
Het serviesgoed is zo geplaatst dat het water niet
alle delen van het oppervlak kan bereiken. De rek-
ken moeten niet te vol worden geladen.
De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg
van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed.
De filters in de bodem van het afwascompartiment
zijn vuil of onjuist geplaatst.
Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Als er kalkresten op het serviesgoed achterblijven;
het zoutreservoir is leeg of de waterontharder is op
het onjuiste niveau ingesteld.
De afvoerslang is niet correct aangesloten.
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed ge-
sloten.
Het serviesgoed is nat en dof Er is geen glansmiddel gebruikt.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige
vlekken of een blauwzweem
Verlaag de dosering van het glansmiddel.
Opgedroogde waterdruppels op glazen en borden Verhoog de dosering van het glansmiddel.
Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact
op met de consumentenlijn van de afwasmiddel-
lenfabrikant.
Als het probleem na al deze controles aan-
houdt, neem dan contact op met onze service-
afdeling.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte x Hoogte x Diepte (cm) 59,6 x 86,8-94,8 x 55,5
Elektrische aansluiting
Voltage - Totale vermogen - Zeke-
ring
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje
op de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Leidingwaterdruk Minimaal - Maximaal
(MPa)
0,05 - 0,8
22
Capaciteit couverts 12
Verbruikswaarden
De verbruikswaarden zijn bedoeld als richtlijn
en zijn afhankelijk van de druk en de tempera-
tuur van het water, maar ook van de variaties
in de netspanning en de hoeveelheid servies-
goed.
Verbruikswaarden
Programma Programmaduur (in mi-
nuten)
Energieverbruik (in
kWh)
Water (liter)
Intensief 70°
85 - 95 1,8 - 2,0 22 - 25
Normaal 65°
105 - 115 1,5 - 1,7 23 - 25
65° gedurende 30'
30 0,9 9
BIO 50°
(Testprogramma voor
Testinstanties)
130 - 140 1,0 - 1,2 14 - 16
Voorspoelen
12 0,1 5
Aanwijzingen voor testinstituten
Het testen in overeenstemming met EN 60704
moet uitgevoerd worden met een volledig ge-
laden apparaat en met gebruik van het
testprogramma (zie "Verbruikswaarden").
Het testen in overeenstemming met EN 50242
moet worden uitgevoerd nadat het zoutreser-
voir en het glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn
met respectievelijk zout en glansmiddel en met
gebruik van het testprogramma (zie
"Verbruikswaarden").
Volledige belading: 12 standaardcouverts
Hoeveelheid benodigd afwasmiddel 5 g + 25 g (Type B)
Instelling glansmiddel stand 4 (type III)
23
Bovenrek
Bestekmandje Onderrek
kopjesrekken: stand A
Montage
WAARSCHUWING!
Alle elektrotechnische en/of loodgieterswerk-
zaamheden die nodig zijn voor de installatie
van het apparaat dienen te worden uitgevoerd
door een erkend installateur.
Plaatsing onder een aanrecht
BELANGRIJK!
Volg nauwgezet de instructies op de
bijgeleverde mal voor de inbouw van de
afwasmachine en plaatsing van het meubelpa-
neel.
WAARSCHUWING!
De afwasmachine moet beveiligd worden te-
gen kantelen.
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaron-
der de machine geplaatst wordt, stevig beves-
tigd is aan een vaste structuur (aangrenzende
keukenunits, kasten, muur).
Deze afwasmachine is ontworpen voor instal-
latie onder een keukenblad of werkoppervlak.
Er zijn geen verdere openingen voor de ont-
luchting van de afwasmachine vereist, maar
alleen om de watertoevoer- en afvoerslang en
het aansluitsnoer door te laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes
voor het instellen van de hoogte.
Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne
onderdelen toegankelijk zijn, dient de stekker
uit het stopcontact te worden getrokken.
24
Zorg ervoor dat wanneer het apparaat eenmaal
is geplaatst, de servicetechnicus er gemakke-
lijk bij kan voor eventuele reparaties.
Waterpas installatie
Een machine die goed waterpas staat is es-
sentieel voor een goede sluiting en afdichting
van de deur.
Als het apparaat goed waterpas staat, raakt de
deur aan geen van de kanten de behuizing. Als
de deur niet goed sluit, draai dan de stelvoetjes
in of uit totdat de machine perfect waterpas
staat. (Zie bijgesloten mal).
Wateraansluiting
WAARSCHUWING!
De afwasmachine mag niet worden aangeslo-
ten op open water apparaten of op apparaten
die direct heet water produceren. Deze
afwasmachine mag worden gevuld met warm
(max. 60°) of koud water. Niettemin adviseren
wij gebruik te maken van koud water.
WAARSCHUWING!
Gebruik voor aansluiting op de waterleiding uit-
sluitend een nieuwe set slangen; oude slangen
mogen niet opnieuw gebruikt worden.
LET OP!
Als de machine wordt aangesloten op nieuwe
leidingen of op leidingen die lang niet zijn ge-
bruikt, dient u het water enkele minuten te laten
doorlopen alvorens de toevoerslang aan te slui-
ten.
Watertoevoerslang met
veiligheidsklep
Sluit de watertoevoerslang aan op een water-
kraan met een externe schroefdraad van 3/4".
Na aansluiting van de dubbelwandige water-
toevoerslang bevindt de veiligheidsklep zich bij
de kraan.
Als de watertoevoerslang lekt, sluit de veilig-
heidsklep de watertoevoer af.
WAARSCHUWING!
De elektriciteitskabel voor de veiligheidsklep
bevindt zich in de dubbelwandige watertoe-
voerslang en staat onder spanning.
Dompel de watertoevoerslang of de veilig-
heidsklep niet onder in water.
Pas op als u de watertoevoerslang installeert
. Plaats de watertoevoerslang zo dat hij altijd
lager is dan de onderrand van de veiligheids-
klep.
Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep
beschadigd is, trek dan onmiddellijk de stekker
uit het stopcontact.
LET OP!
Een watertoevoerslang met veiligheidsklep
mag alleen worden vervangen door uw
plaatselijke service-afdeling.
25
Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan
op de gootsteen.
Vereiste hoogte: 30 tot
100 cm boven de bodem
van de afwasmachine.
Zorg ervoor dat de slan-
gen niet geknikt, plat ge-
drukt of verstrikt zijn.
Bij het aansluiten van de
afvoerslang op een sifon
onder de gootsteen moet
het gehele plastic mem-
braan (A)verwijderd
worden. Indien niet het
gehele membraan wordt
verwijderd zullen zich op
den duur voedseldeeltjes
verzamelen die de af-
voerslang van de
afwasmachine kunnen
verstoppen.
Als u gebruik maakt van een verlengstuk voor
de afvoerslang, dan mag de totale lengte de 4
meter niet overschrijden. Evenmin mag de
binnendiameter van de voor de aansluitingen
aan de afvoer gebruikte koppelingen kleiner
zijn dan de diameter van de bijgeleverde slang.
Elektrische aansluiting
LET OP!
Het apparaat moet volgens de veiligheidsvoor-
schriften worden geaard.
Alvorens het apparaat in gebruik te nemen
dient u zich ervan te verzekeren dat de
nominale spanning en het spanningstype op
het typeplaatje in overeenstemming zijn met de
26
netspanning waarop de machine aangesloten
gaat worden.
Ook de waarde van de zekering is te vinden op
het typeplaatje.
Steek de stekker altijd in een correct geïnstal-
leerd schokbestendig stopcontact. Gebruik
geen meervoudige stekkers, verloopstekkers
en verlengkabels.
Hierdoor kan brandgevaar door oververhitting
ontstaan.
Laat indien nodig de wandcontactdoos van de
huisinstallatie verplaatsen. Neem contact op
met onze service-afdeling als het aansluitsnoer
moet worden vervangen.
De stekker moet na de installatie van het ap-
paraat toegankelijk zijn.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het
stopcontact. Trek altijd aan de stekker zelf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld wor-
den als boven genoemde veiligheidsmaatre-
gelen niet in acht worden genomen.
27
www.electrolux.com
www.zanussi.nl
117971220-00-24012008
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Zanussi ZDTL200 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding