Documenttranscriptie
FAVORIT 35020 VI
Gebruiksaanwijzing
Manual de
instrucciones
Afwasmachine
Lavavajillas
2
Inhoud
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige
kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van
optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat
stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen.
Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem
te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige
eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud
Bedieningshandleiding
3
Veiligheidsinformatie
Correct gebruik
Algemene veiligheid
De veiligheid van kinderen
Installatie
Beschrijving van het product
3
3
3
4
4
5
Bedieningspaneel
Instelmodus
Geluidssignalen
Het eerste gebruik
De waterontharder instellen
Handmatig instellen
Elektronisch instellen
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Gebruik van glansspoelmiddel
De glansmiddeldosering in te stellen
Dagelijks gebruik
6
6
7
7
8
8
8
9
10
11
11
De vaatwasser inruimen
Het onderrek
De bestekmand
Bovenrek
De hoogte van het bovenrek aanpassen
11
12
13
13
Gebruik van vaatwasmiddelen
Afwasmiddel doseren
Gebruik van gecombineerde
afwasmiddeltabletten
Afwasprogramma's
Een wasprogramma selecteren en starten
14
15
15
16
17
18
De uitgestelde start van een
afwasprogramma instellen en annuleren
De vaatwasser uitruimen
18
19
Onderhoud en reiniging
De filters reinigen
De sproeiarmen reinigen
Buitenkant
De binnenkant van de machine reinigen
19
19
20
20
Aanwijzingen voor testinstituten
Montage-instructies
23
24
Montage
Bevestigen aan de aangrenzende
keukenmeubelen
Waterpas installatie
Aansluiting aan de waterleiding
Wateraansluitingen
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
24
21
Als de afwasmachine langere tijd niet wordt
gebruikt
21
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
21
De machine verplaatsen
21
Problemen oplossen
21
Technische gegevens
23
25
25
25
25
Aansluiting waterafvoerslang
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
26
26
28
Milieubescherming
Verpakkingsmateriaal
28
28
Veiligheidsinformatie
3
Wijzigingen voorbehouden
Bedieningshandleiding
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om een correct gebruik te kunnen waarborgen is het
van belang dat u, alvorens het apparaat te installeren en in gebruik te nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclusief de tips en waarschuwingen, grondig doorleest. Om onnodige
vergissingen en ongevallen te voorkomen is het belangrijk te waarborgen dat alle mensen
die het apparaat gebruiken, volledig bekend zijn met de werking ervan en de veiligheidsvoorzieningen. Bewaar deze instructies en zorg ervoor dat zij bij het apparaat blijven als
het wordt verplaatst of verkocht, zodat iedereen die het apparaat gedurende zijn hele
levensduur gebruikt, naar behoren is geïnformeerd over het gebruik en de veiligheid van
het apparaat.
Correct gebruik
• Deze afwasmachine is uitsluitend bedoeld voor het reinigen van huishoudelijke gebruiksvoorwerpen die geschikt zijn voor reiniging in een afwasmachine.
• Doe geen oplosmiddelen in de afwasmachine. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Messen en andere voorwerpen met scherpe punten moeten met de punt naar beneden
in de bestekmand worden geplaatst of horizontaal in het bovenrek worden gelegd.
• Gebruik alleen producten (afwasmiddel, zout en glansmiddel) die geschikt zijn voor afwasmachines.
• Open de deur niet als het apparaat in werking is; er kan hete stoom ontsnappen.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat het afwasprogramma is afgelopen.
• Trek na het gebruik de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
• Dit product mag alleen worden onderhouden door een daartoe bevoegde servicemonteur
en er dient alleen gebruik te worden gemaakt van originele reserveonderdelen.
• Onder geen voorwaarde moet u proberen de afwasmachine zelf te repareren. Reparaties
die worden uitgevoerd door onervaren personen veroorzaken letsel of storingen. Raadpleeg ELECTROLUX Service. Sta te allen tijde op het gebruik van originele reserveonderdelen.
Algemene veiligheid
• Afwasmiddelen kunnen chemische brandwonden veroorzaken aan de ogen, de mond en
de keel. Deze kunnen levensbedreigend zijn! Houd u aan de veiligheidsinstructies van de
afwasmiddelfabrikant.
• Het water in uw afwasmachine is geen drinkwater. Resten van afwasmiddel kunnen nog
in de machine aanwezig zijn.
• Zorg ervoor dat de deur van de afwasmachine altijd gesloten is als het apparaat niet
wordt in- of uitgeruimd. Zo voorkomt u dat iemand over de open deur struikelt en zich
bezeert.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
4
Veiligheidsinformatie
De veiligheid van kinderen
• Dit apparaat is bestemd voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen de afwasmachine
niet zonder toezicht gebruiken.
• Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen. Gevaar voor verstikking.
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen.
• Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat.
Installatie
• Controleer uw afwasmachine op eventuele transportschade. Sluit nooit een beschadigde
machine aan. Neem contact op met uw leverancier als de machine beschadigd is.
• Alle verpakkingsmaterialen moeten verwijderd worden voordat u het apparaat in gebruik
neemt.
• Alle elektrische en loodgieterswerkzaamheden die nodig zijn voor de installatie van dit
apparaat moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerd en competent persoon.
• Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wijzigingen aan te brengen in de specificaties of
dit product op enigerlei wijze te modificeren.
• Gebruik de afwasmachine nooit als het aansluitsnoer of de waterslangen beschadigd
zijn; of als het bedieningspaneel, het werkblad of de plint zodanig beschadigd zijn dat
het inwendige van de machine vrij toegankelijk is. Raadpleeg ELECTROLUX Service om
gevaarlijke situaties te voorkomen.
• In de behuizing van de afwasmachine mogen geen gaten worden geboord ter voorkoming van schade aan hydraulische en elektrische onderdelen.
WAARSCHUWING!
Voor de aansluiting van elektriciteit en water dienen de instructies in de desbetreffende
paragrafen nauwgezet te worden opgevolgd.
Beschrijving van het product
Beschrijving van het product
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Het bovenrek
Aanpassen van de instelling van de waterhardheid
Zoutreservoir
Afwasmiddeldoseerbakje
Glansmiddeldoseerbakje
Typeplaatje
Filters
Onderste sproeiarm
Bovenste sproeiarm
5
6
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
5
1
2
3
A
1
2
3
4
5
4
B
Aan/uittoets
Toets uitgestelde start
Programmakeuze/ RESET-toets
Controlelampjes
Lampjes wasprogramma
Controlelampjes
Einde programma
Gaat branden als een afwasprogramma is afgelopen. Heeft ook andere visuele signaleringsfuncties zoals:
– het instellen van de waterontharder,
– in- of uitschakelen van de geluidssignalen,
– melding van een alarm als gevolg van storing
van de machine.
Glansmiddel
Gaat branden als het glansmiddel op is. 1)
Zout
Gaat branden als het speciale zout op is. 1)
1) De controlelampjes voor zout en glansmiddel branden nooit als een afwasprogramma bezig is, zelfs niet als
bijvullen van zout en/of glansmiddel noodzakelijk is.
Instelmodus
Het apparaat staat in de instelmodus als alle programmalampjes uit zijn en het lampje
Einde programma knippert.
Vergeet nooit dat bij het uitvoeren van handelingen zoals:
• het selecteren van een afwasprogramma
• het instellen van de waterontharder
• in- of uitschakelen van de geluidssignalen
Het eerste gebruik
7
dat het apparaat in de instelmodus MOET staan.
Als er een programmalampje brandt en het lampje van Einde programma continu brandt,
dan is het laatst uitgevoerde programma nog ingesteld.
In dat geval moet het programma geannuleerd worden:
1. Druk op de toets Programmakeuze/ RESET tot het lampje van het lopende programma
uit gaat en het lampje van het Einde programma begint te knipperen.
2. Laat de toets Programmakeuze/ RESET los.
Geluidssignalen
De geluidssignalen zijn bedoeld om aan te geven welke handelingen het apparaat aan het
uitvoeren is:
• einde van het afwasprogramma
• melden van een alarm als gevolg van een storing.
Fabrieksinstelling: geluidssignalen ingeschakeld.
De geluidssignalen kunnen worden uitgeschakeld met de toets Programmakeuze/RESET.
In- en uitschakelen van de geluidssignalen
1. Druk op de Aan-/uittoets. Het apparaat moet in de instelmodus staan.
2. Druk op de toets Programmakeuze/ RESET en houd deze ingedrukt tot het programmalampje A gaat knipperen en het programmalampje B continu blijft branden.
3. Druk nogmaals op de toets Programmakeuze RESET: programmalampje A gaat
continu branden en programmalampje B begint te knipperen.
4. Na een paar seconden:
– gaat programmalampje A uit
– programmalampje B blijft knipperen
– Het lampje Einde programma gaat continu branden, om aan te geven dat de geluidssignalen actief zijn.
5. Om de geluidssignalen uit te schakelen nogmaals op de toets Programmakeuze/ RESET drukken: het lampje Einde programma gaat uit om aan te geven dat de geluidssignalen uitgeschakeld zijn.
6. Om de handeling in het geheugen op te slaan, de afwasmachine uitschakelen.
7. Om de geluidssignalen weer in te schakelen hoeft u alleen maar de bovenstaande instructies op te volgen totdat het indicatielampje Einde programma gaat branden.
Het eerste gebruik
Voordat u uw afwasmachine in gebruik neemt:
• Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de installatie-instructies
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit de binnenkant van het apparaat
• De waterontharder instellen
• Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul het reservoir vervolgens met regenereerzout
• Vul het glansmiddeldoseerbakje
Als u gebruik wilt maken van gecombineerde afwasmiddeltabletten ("3 in 1", "4 in 1", "5 in
1" etc... ) volg dan de instructies in "Gebruik van afwasmiddel" op.
8
De waterontharder instellen
De waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een waterontharder die is ontworpen om mineralen en
zouten uit het leidingwater te verwijderen die een schadelijk of negatief effect zouden
hebben op de werking van het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en zouten is, des te harder is het water. De
hardheid van water wordt gemeten in equivalente eenheden, Duitse hardheid (°dH), Franse
hardheid (°TH) en mmol/l (millimol per liter - internationale eenheid voor de hardheid van
water).
De ontharder moet worden ingesteld in overeenstemming met de hardheid van het water
in uw omgeving. Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats.
De waterontharder moet op beide manieren worden ingesteld: handmatig, met behulp van
de waterhardheidstoets en elektronisch.
Waterhardheid
Aanpassen van de waterhardheidsinstelling
Gebruik van
zout
°dH
°TH
mmol/l
handmatig
elektronisch
51 - 70
91 - 125
9,1 - 12,5
2
niveau 10
ja
43 - 50
76 - 90
7,6 - 8,9
2
niveau 9
ja
37 - 42
65 - 75
6,51 - 7,5
2
niveau 8
ja
29 - 36
51 - 64
5,1 - 6,4
2
niveau 7
ja
23 - 28
40 - 50
4,0 - 5,0
2
niveau 6
ja
19 - 22
33 - 39
3,3 - 3,9
2
niveau 5
ja
15 - 18
26 - 32
2,61 - 3,2
1
niveau 4
ja
11 - 14
19 - 25
1,9 - 2,5
1
niveau 3
ja
4 - 10
7 - 18
0,71 - 1,8
1
niveau 2
ja
<4
<7
< 0,7
1
niveau 1
nee
Handmatig instellen
De afwasmachine wordt in de fabriek ingesteld op stand 2.
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Neem het onderrek uit de afwasmachine.
3. Zet de waterhardheidsknop in stand 1 of 2
(zie tabel).
4. Plaats het onderrek terug.
Elektronisch instellen
De afwasmachine is in de fabriek ingesteld op stand 5.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
9
1. Druk op de Aan-/uit-toets. De afwasmachine moet in de instelmodus staan.
2. Druk op de toets Programmakeuze/ RESET en houd deze ingedrukt tot het programmalampje A gaat knipperen en het programmalampje B continu blijft branden.
3. Wacht tot:
– het programmalampje B uit gaat
– het programmalampje A blijft knipperen
– het lampje einde programma begint te knipperen: het aantal keren knipperen geeft
het huidige niveau aan. Het knipperen wordt om de paar seconden herhaald. Voorbeelden: 5 keer knipperen, pauze, 5 keer knipperen, pauze, enz... = niveau 5.
4. Druk op de toets Programmakeuze/ RESET om het niveau te wijzigen. Elke keer dat
deze toets wordt ingedrukt, wordt het niveau verhoogd (niveau 1 volgt op niveau 10).
Het lampje einde programma geeft de nieuwe instelling aan.
5. Schakel om de bewerking vast te leggen de afwasmachine uit door op de aan/uit toets
te drukken.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
WAARSCHUWING!
Gebruik alleen zout dat specifiek is bestemd voor gebruik in afwasmachines. Alle andere
soorten zout die niet specifiek zijn ontwikkeld voor gebruik in een afwasmachine, in het
bijzonder tafelzout, zullen schade toebrengen aan de waterontharder. Vul alleen zout bij
vlak voordat u een van de volledige afwasprogramma's gaat starten. Hiermee wordt voorkomen dat gemorste zoutkorrels of zout water enige tijd op de bodem van de machine
achterblijven, hetgeen corrosie kan veroorzaken.
Vullen:
1. Open de deur, neem het onderrek uit de machine en schroef het deksel van het zoutreservoir los door het tegen de wijzers van de klok in te draaien.
2. Giet 1 liter water in het reservoir (dit is alleen nodig als de machine de eerste keer
met zout wordt gevuld) .
3. Giet met behulp van de bijgeleverde
trechter zout in het reservoir totdat het
vol is.
4. Plaats het deksel terug en zorg er voor dat
er geen zoutresten achterblijven op de
schroefdraad of op de pakking.
5. Draai het deksel goed vast door het met
de klok mee te draaien tot de aanslag (u
hoort een klik).
Maak u geen zorgen als er bij het vullen met
zout water uit de vulopening stroomt, dit is
heel normaal.
10
Gebruik van glansspoelmiddel
Het zoutcontrolelampje op het bedieningspaneel kan 2-6 uur blijven branden nadat het
zout is bijgevuld, ervan uitgaande dat de afwasmachine ingeschakeld blijft. Als u gebruik
maakt van zout dat minder snel oplost, kan dit nog langer duren. De werking van de machine
wordt hierdoor niet beïnvloed.
Gebruik van glansspoelmiddel
WAARSCHUWING!
Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines.
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Dit zou het apparaat beschadigen.
Glansmiddel zorgt ervoor dat het serviesgoed grondig wordt gespoeld en vrij van vlekken
en strepen opdroogt.
Glansmiddel wordt tijdens de laatste keer spoelen automatisch gedoseerd.
1. Open het reservoir door op de ontgrendelknop (A) te drukken.
2. Giet glansmiddel in het reservoir. Het
maximale vulniveau wordt aangegeven
door "max".
Het doseerbakje bevat ongeveer 110 ml
glansmiddel, voldoende voor tussen de 16
en 40 afwascycli, afhankelijk van de ingestelde dosering.
3. Zorg ervoor dat het deksel na het vullen
goed wordt gesloten.
Neem eventueel bij het vullen gemorst glansmiddel op met een absorberende doek om de
volgende keer als u een programma draait buitensporige schuimvorming te voorkomen.
Dagelijks gebruik
11
De glansmiddeldosering in te stellen
Stel de dosering van het glansmiddel in overeenstemming met de bereikte eind- en droogresultaten in met behulp van de 6-standenschakelaar (stand 1 minimumdosering, stand 6
maximumdosering).
De dosering wordt in de fabriek ingesteld op stand 4.
Verhoog de dosering als er na afloop van het programma waterdruppels of kalkvlekken op het serviesgoed achterblijven.
Verlaag de dosering als er kleverige witachtige
strepen op het serviesgoed achterblijven of een
blauwzweem op glaswerk of op de lemmeten van
messen.
Dagelijks gebruik
•
•
•
•
•
Controleer of het nodig is regenereerzout of glansmiddel bij te vullen.
Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
Afwasmiddel doseren.
Selecteer een programma dat geschikt is voor het bestek en het serviesgoed.
Start het afwasprogramma.
De vaatwasser inruimen
Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die water kunnen absorberen mogen niet in de
afwasmachine worden gereinigd.
• Voordat u het serviesgoed in de machine plaatst, dient u:
– alle etensresten en vuil te verwijderen.
– Laat aangebakken etensresten in pannen eerst inweken
• Let bij het plaatsen van serviesgoed en bestek op de volgende punten:
– Borden en bestek mogen de draaibeweging van de sproeiarmen niet belemmeren.
– Plaats holle voorwerpen zoals kopjes, glazen, pannen, enz. met de opening naar beneden zodat ze niet vol water lopen.
– Borden en bestek mogen niet in elkaar liggen of elkaar bedekken.
– Zorg er ter voorkoming van schade aan glaswerk voor dat glazen elkaar niet raken.
– Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon hebben de neiging waterdruppels vast
te houden; deze voorwerpen drogen niet zo goed als voorwerpen van porselein en staal.
12
De vaatwasser inruimen
• Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.) moeten in het bovenrek worden geplaatst en
zo worden neergezet dat ze niet kunnen bewegen.
Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de afwasmachine
niet geschikt:
in beperkte mate geschikt:
• bestek met houten, hoornen, porseleinen of • Reinig aardewerk alleen in de afwasmachine
parelmoeren handgrepen.
als het door de fabrikant specifiek wordt ge• voorwerpen van kunststof die niet hittebekenmerkt als afwasmachinebestendig.
stendig zijn.
• Geglazuurde dessins kunnen vervagen als ze
• ouder bestek met gelijmde onderdelen die
vaak in de afwasmachine gewassen worden.
niet hittebestendig zijn.
• Zilveren en aluminium hebben de neiging om
• gelijmd bestek of gelijmde borden.
tijdens het reinigen te verkleuren: etensres• tinnen of koperen voorwerpen.
ten, bijv. eiwit, eidooier en mosterd, veroor• glaswerk van loodkristal.
zaken op zilver vaak verkleuring en vlekken.
• gemakkelijk roestende stalen voorwerpen.
Verwijder etensresten dan ook onmiddellijk
• houten schotels.
van zilver, als dit niet meteen na gebruik
• voorwerpen gemaakt van synthetische vezels.
wordt afgewassen.
Open de deur en schuif de rekken naar buiten om het serviesgoed te plaatsen.
Het onderrek
Het onderrek is geschikt voor steelpannen, deksels,
borden, slakommen, bestek, enz.
Dekschalen en grote deksels moeten langs de rand
van het rek worden gerangschikt om te garanderen dat de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
De vaatwasser inruimen
13
De bestekmand
WAARSCHUWING!
Rechtop geplaatste lange messen zijn een potentieel gevaar. Lang en/of scherp snijgereedschap zoals bijvoorbeeld vleesmessen moeten horizontaal in het bovenrek worden gelegd.
Pas op bij het plaatsen of uitnemen van scherpe voorwerpen zoals messen.
Opdat alle bestekdelen in de bestekmand door water worden omspoeld, moet u:
1. de roosterinzet op de bestekmand plaatsen.
2. vorken en lepels met de greep naar onderen in de bestekmand plaatsen.
Voor groter kookgerei, zoals gardes, een
helft van het bestekrooster weghalen.
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden (dessertbordjes, schotels, etensborden met een diameter tot 24 cm), slakommen, kopjes en glazen
Plaats voorwerpen zo op en onder de kopjesrekken dat het water alle oppervlakken kan
bereiken.
Glazen met een lange voet kunnen ondersteboven in de kopjesrekken worden geplaatst.
Voor hogere voorwerpen kunnen de kopjesrekken worden opgeklapt.
Glazen met een lange voet kunnen ondersteboven in de kopjesrekken worden geplaatst.
Voor hogere voorwerpen kunnen de kopjesrekken worden opgeklapt.
Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.) moeten in het bovenrek worden geplaatst en zo
worden neergezet dat ze niet kunnen bewegen.
14
De vaatwasser inruimen
In het geval dat borden in het bovenrek worden geplaatst, moet u ze van achteren naar
voren in het rek plaatsen, ze iets voorover zetten en er voor zorgen dat de voorkant van
het laatste bord de deur raakt.
Controleer alvorens de deur te sluiten dat
de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als er zeer grote borden moeten worden afgewassen, kunt u deze in het onderrek plaatsen
nadat u het bovenrek in zijn hoogste positie hebt geplaatst.
Maximale hoogte van borden in:
het bovenrek
Onderrek
Met bovenrek in hoogste stand 20 cm
31 cm
Met bovenrek in laagste stand
27 cm
24 cm
Ga als volgt te werk om het bovenrek in zijn hoogste stand te zetten:
Gebruik van vaatwasmiddelen
15
1. Trek de voorste vergrendelingen (A) van
het bovenrek naar buiten en schuif het rek
er uit.
2. Zet het rek terug in de hogere stand en zet
de vergrendelingen (A) weer in hun oorspronkelijke stand.
Als het rek in de hoogste stand staat, kunt u
geen gebruik maken van de kopjesrekken.
WAARSCHUWING!
Sluit na het vullen van het apparaat altijd de
deur, want een open deur kan gevaarlijk zijn.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen die specifiek zijn bedoeld voor gebruik in afwasmachines.
Neem de aanbevelingen van de fabrikant voor dosering en bewaren op de verpakking van
het afwasmiddel in acht.
Het gebruik van niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel draagt bij aan minder
milieuverontreiniging.
Afwasmiddel doseren
1. Open het deksel.
16
Gebruik van vaatwasmiddelen
2. Vul het afwasmiddelbakje (1) met afwasmiddel. De markering geeft de doseerniveaus aan:
20 = ca. 20 g afwasmiddel
30 = ca. 30 g afwasmiddel.
3. Alle programma's met voorwas hebben
een extra dosering afwasmiddel nodig
(5/10 g) dat in het afwasmiddelbakje voor
de voorwas (2) moet worden gedaan.
Deze dosering wordt gebruikt tijdens de
voorwasfase.
4. Bij gebruik van afwasmiddeltabletten, het
tablet in vakje (1) leggen
5. Sluit het deksel en druk totdat het op zijn
plaats klikt.
Afwasmiddeltabletten
Afwasmiddeltabletten van verschillende fabrikanten lossen niet allemaal even snel op. Daarom bereiken bepaalde afwasmiddeltabletten
tijdens korte programma's niet hun volledige
reinigingswerking. Kies daarom bij het gebruik
van afwasmiddeltabletten lange programma's,
om ervoor te zorgen dat tabletresten volledig
worden verwijderd.
Gebruik van gecombineerde afwasmiddeltabletten
Dit zijn producten met een gecombineerde reinigings-, glans- en zoutfunctie. Ook kunnen
zij verschillende andere middelen bevatten afhankelijk van de soort tabletten die u kiest ("3
in 1", "4 in 1", "5 in 1" etc...).
1. Controleer of deze producten geschikt zijn voor uw waterhardheid. Zie de instructies
van de fabrikant.
2. Kies de laagste instelling voor de waterhardheid en de dosering van het glansmiddel.
3. Alvorens het afwasprogramma te starten eerst het afwasmiddeltablet in het afwasmiddelbakje leggen.
Het zoutreservoir en de het glansmiddeldoseerbakje hoeven dan niet meer bijgevuld te
worden. In dit geval gaat het controlelampje voor het glansmiddel altijd branden wanneer
de machine wordt ingeschakeld (niet alle modellen zijn voorzien van een controlelampje
voor het glansmiddel).
Als de droogresultaten niet bevredigend zijn, adviseren wij u:
1. het glansmiddeldoseerbakje te vullen met glansmiddel.
2. de dosering van het glansmiddel in te stellen op stand 2.
Afwasprogramma's
17
Als u besluit weer over te gaan op het gebruik van de standaardafwasmiddelen
adviseren wij u:
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje opnieuw.
2. Stel de waterhardheid in op de hoogste stand en laat een normaal afwasprogramma,
zonder serviesgoed, draaien.
3. de waterhardheid in te stellen in overeenstemming met de hardheid van het water in
uw omgeving.
4. De glansmiddeldosering in te stellen.
Sterk vervuild
Serviesgoed,
bestek, potten en pannen
30 MIN 2)
Licht vervuild
Serviesgoed
en bestek
NORMAL 65°
Normaal
vervuild
Serviesgoed
en bestek
ECO 50° 3)
Normaal
vervuild
Serviesgoed
en bestek
130 - 140
1,0 - 1,2
14 - 16
Voorwas
Alles
Gedeeltelijke
lading (later
op de dag
verder te vullen) 4)
0,1
5
Water (liter)
22 - 24
9
23 - 25
Energie (kWh)
1,8 -2,0
0,9
1,5 - 1,7
30
120 - 130
Duur (minuten)
Verbruikswaarden 1)
105 - 115
Drogen
INTENSIV CARE 70°
Laatste spoelgang
Beschrijving programma
Tussentijdse spoelgang
Soort serviesgoed
Hoofdwas
Mate van
vervuiling
Voorwas
Programma
12
Afwasprogramma's
1) De verbruikswaarden zijn bedoeld als richtlijn en zijn afhankelijk van de druk en de temperatuur van het water,
maar ook van de variaties in de netspanning en de hoeveelheid serviesgoed.
2) Ideaal voor gebruik bij een gedeeltelijk gevulde afwasmachine. Dit is het perfecte dagelijkse programma, speciaal
bedoeld voor een gezin bestaande uit 4 personen om alleen het serviesgoed van het ontbijt en het avondeten
af te wassen.
3) Testprogramma voor testinstanties.
4) Voor dit programma hoeft geen afwasmiddel gebruikt te worden
18
Een wasprogramma selecteren en starten
Een wasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma en de uitgestelde start met de deur enigszins geopend. De
start van het programma of het aftellen voor de uitgestelde start begint pas nadat de deur
is gesloten. Tot dat moment kunnen de instellingen nog worden gewijzigd.
1. Controleer of de rekken juist zijn geladen en of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. Controleer of de waterkraan is geopend.
3. Druk op de Aan-/uittoets. De afwasmachine moet in de instelmodus staan. (het lampje
einde programma knippert).
4. Druk op de toets Programmakeuze/ RESET tot het lampje van het gewenste afwasprogramma gaat branden (zie tabel "Afwasprogramma's").
5. Sluit de deur van de afwasmachine, het programma start automatisch.
De uitgestelde start van een afwasprogramma instellen en annuleren
U kunt de start van een afwasprogramma tot 3 uur uitstellen.
1. Druk op de Aan-/uittoets.
2. Druk op de toets uitgestelde start. Het lampje van de uitgestelde start gaat branden.
3. Een afwasprogramma selecteren. Het lampje van het geselecteerde programma gaat
branden.
4. Sluit de deur. Het afwasprogramma start automatisch nadat er drie uur zijn verstreken.
De "uitgestelde start" annuleren
Druk op de toets uitgestelde start. Het lampje van de uitgestelde start gaat uit. Het geselecteerde programma begint direct te draaien, zodra de deur is gesloten.
Onderbreek of annuleer een lopend afwasprogramma ALLEEN als het absoluut noodzakelijk
is.
Let op! Als de deur wordt geopend kan hete stoom vrijkomen. Open de deur voorzichtig.
Een lopend afwasprogramma onderbreken:
• Open de deur van de afwasmachine; het programma stopt. Sluit de deur; het programma
gaat verder waar het was onderbroken.
Het lopende programma annuleren
• Open de deur van de afwasmachine; druk gedurende ongeveer 3 seconden op de toets
Programmakeuze/ RESET, tot het lampje van het lopende programma uit gaat en het
lampje einde programma gaat knipperen. Het afwasprogramma is geannuleerd en het
apparaat staat nu in de instelmodus.
• Als er een nieuw afwasprogramma moet worden gekozen, controleer dan of er afwasmiddel in het doseerbakje zit.
Einde van het afwasprogramma
• De afwasmachine stopt automatisch en een geluidssignaal laat u weten dat het programma is afgelopen.
• Open de deur van de afwasmachine.
• Het lampje einde programma brandt.
• Het controlelampje van het zojuist beëindigde programma blijft branden.
1. Schakel de afwasmachine uit door op de aan-/uittoets te drukken.
De vaatwasser uitruimen
19
2. Laat de deur van de afwasmachine op een kier staan en wacht een paar minuten voordat
u het serviesgoed uit de machine haalt; dit zal dan al enigszins zijn afgekoeld en ook
beter zijn gedroogd.
De vaatwasser uitruimen
• Hete borden zijn gevoelig voor stoten.
Het is daarom raadzaam het serviesgoed eerst te laten afkoelen alvorens de machine uit
te ruimen.
• Ruim eerst het onderrek en dan het bovenrek uit; hiermee voorkomt u dat er water van
het bovenrek op het serviesgoed in het onderrek druppelt.
• Er kan water op de zijkanten en de deur van de afwasmachine ontstaan omdat roestvrij
staal uiteindelijk koeler zal worden dan het serviesgoed.
LET OP!
Als het afwasprogramma is afgelopen is het raadzaam de stekker uit het stopcontact te
trekken en de kraan dicht te draaien.
Onderhoud en reiniging
De filters reinigen
De filters moeten van tijd tot tijd worden gecontroleerd en gereinigd. Vuile filters beïnvloeden het afwasresultaat negatief.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de machine is uitgeschakeld voordat de filters worden schoongemaakt.
1. Open de deur, neem het onderrek uit de machine.
2. Het filtersysteem van de afwasmachine
omvat een grof filter (A), een microfilter
(B) en een platte filter. Ontgrendel het filtersysteem met behulp van de hendel op
het microfilter.
20
Onderhoud en reiniging
3. Draai de greep ongeveer een kwartslag
naar links en verwijder het filtersysteem.
4. Pak het grof filter (A) beet bij de greep en
verwijder het microfilter (B).
5. Maak alle filters onder stromend water
grondig schoon.
6. Verwijder het platte filter uit de bodem
van het afwascompartiment en reinig het
filter grondig aan beide kanten.
7. Zet het platte filter terug in de bodem van
de machine en controleer of het precies
onder de twee geleiders (C) zit.
8. Plaats het grof filter (A) in het microfilter
(B) en druk ze tegen elkaar.
9. Breng de filtercombinatie terug op zijn
plaats en vergrendel het geheel door de
hendel tot de aanslag met de wijzers van
de klok mee te draaien. Let er bij deze procedure op dat het platte filter niet boven
de bodem van het afwascompartiment
uitsteekt.
WAARSCHUWING!
Gebruik de afwasmachine NOOIT zonder filters. Een onjuiste terugplaatsing en bevestiging van de filters heeft slechtere afwasresultaten tot gevolg en kan resulteren in schade aan het apparaat.
De sproeiarmen reinigen
Probeer NOOIT de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben verstopt, verwijder deze dan met
een cocktailprikker.
Buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochtige
zachte doek. Gebruik - indien nodig - alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik nooit
schurende producten, schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, trichlooretheen, enz.).
Problemen oplossen
21
De binnenkant van de machine reinigen
Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers rondom de deur en het afwasmiddelbakje en glansmiddeldoseerbakje regelmatig met een vochtige doek worden gereinigd.
Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een afwasprogramma voor ernstig vervuild serviesgoed te draaien met afwasmiddel, maar zonder serviesgoed.
Als de afwasmachine langere tijd niet wordt gebruikt
Als u de afwasmachine gedurende langere tijd niet gebruikt, adviseren wij u:
1. de stekker uit het stopcontact te trekken en de kraan dicht te draaien.
2. de deur op een kier te zetten om de vorming van onaangename geurtjes te voorkomen.
3. het inwendige van de machine leeg en schoon te houden.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Zet de machine niet op een plaats waar de temperatuur lager is dan 0°C. Als het toch niet
anders kan, maak de machine leeg, sluit de deur, ontkoppel de watertoevoerleiding en laat
deze leeglopen.
De machine verplaatsen
Als u de machine moet verplaatsen (bij verhuizing, enz.):
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. verwijder de watertoevoer- en -afvoerslang.
4. trek de machine samen met de slangen naar voren.
Vermijd kantelen van de machine tijdens het vervoer.
Problemen oplossen
De afwasmachine start niet of stopt als hij bezig is. Bepaalde problemen zijn het gevolg van
een gebrek aan eenvoudig onderhoud of onoplettendheid en kunnen zonder de inschakeling van een monteur worden opgelost met behulp van de in de tabel hieronder beschreven
aanwijzingen.
Zet de afwasmachine uit en voer de volgende voorgestelde corrigerende handelingen uit.
Storingscode en storing
Mogelijke oorzaak en oplossing
• Voortdurend knipperen van het controle• De waterkraan is verstopt of aangezet met
lampje programma bezig,
kalkaanslag.
• 1 onderbroken geluidssignaal
Maak de waterkraan schoon.
• 1 keer knipperen van het controlelampje ein- • De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan
de programma,
open.
De afwasmachine wordt niet gevuld met water. • Het filter (indien aanwezig) in de schroeffitting van de slang bij de waterinlaatklep is verstopt.
Reinig het filter in de schroeffitting.
• De watertoevoerslang is niet juist geplaatst of
is gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de waterafvoerslang.
22
Problemen oplossen
Storingscode en storing
Mogelijke oorzaak en oplossing
• Voortdurend knipperen van het controle• De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
lampje programma bezig,
Ontstop de gootsteenafvoer.
• 2 intermitterende geluidssignalen
• De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of
• 2 keer knipperen van het controlelampje einis gebogen of geknikt.
de programma,
Controleer de aansluiting van de waterafHet afwaswater wordt niet afgevoerd.
voerslang.
• Voortdurend knipperen van het controle• Draai de waterkraan dicht en neem contact
lampje programma bezig,
op met onze service-afdeling.
• 3 intermitterende geluidssignalen
• 3 keer knipperen van het controlelampje einde programma,
Anti-overstromingsinrichting is geactiveerd.
Het programma begint niet.
• De deur van de afwasmachine is niet goed
gesloten. Sluit de deur.
• De stekker zit niet in het stopcontact. Steek
de stekker in het stopcontact.
• De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
• Uitgestelde start is ingesteld.
Annuleer de uitgestelde start als het serviesgoed direct moet worden afgewassen.
Nadat u deze controles hebt uitgevoerd, schakelt u het apparaat in: Het programma gaat
verder op het punt waar het was onderbroken.
Als de storing of storingscode zich opnieuw voordoet, dient u contact op te nemen met
onze service-afdeling.
Voor andere, niet in de bovenstaande tabel beschreven storingscodes dient u ook contact
op te nemen met ELECTROLUX Service, onder vermelding van het model (Mod.), productnummer (PNC) en serienummer (S.N.).
Deze informatie is te vinden op het typeplaatje aan de zijkant van de deur van de afwasmachine.
Wij adviseren u deze nummers hier te noteren zodat u ze altijd bij de hand hebt:
Model. : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Productnummer :. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Serienummer. : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens
23
Het afwasresultaat is niet bevredigend
De borden zijn niet schoon
• Het verkeerde afwasprogramma is geselecteerd.
• Het serviesgoed is zo geplaatst dat het water
niet alle delen van het oppervlak kan bereiken.
De rekken moeten niet te vol worden geladen.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als
gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed.
• De filters in de bodem van het afwascompartiment zijn vuil of onjuist geplaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
• Als er kalkresten op het serviesgoed achterblijven; het zoutreservoir is leeg of de waterontharder is op het onjuiste niveau ingesteld.
• De afvoerslang is niet correct aangesloten.
• Het deksel van het zoutreservoir is niet goed
gesloten.
Het serviesgoed is nat en dof
• Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem
• Verlaag de dosering van het glansmiddel.
Opgedroogde waterdruppels op glazen en borden
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem
contact op met de consumentenlijn van de
afwasmiddellenfabrikant.
Als het probleem na al deze controles aanhoudt, neem dan contact op met onze serviceafdeling.
Technische gegevens
Afmetingen
Breedte x Hoogte x Diepte (cm) 59,6 x 81,8-87,8 x 55,5
Elektrische aansluiting - Volta- Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het tyge - Totale vermogen - Zeke- peplaatje op de binnenrand van de deur van de afwasmachine
ring
Leidingwaterdruk
Minimaal - Maximaal (MPa)
0,05 - 0,8
Capaciteit
Couverts
12
Aanwijzingen voor testinstituten
Het testen in overeenstemming met EN 60704 moet uitgevoerd worden met een volledig
geladen apparaat en met gebruik van het testprogramma (zie "Wasprogramma's")
Het testen in overeenstemming met EN 50242 moet worden uitgevoerd nadat het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje gevuld zijn met respectievelijk zout en glansmiddel
en met gebruik van het testprogramma (zie "Wasprogramma's")
24
Montage
Volledige belading: 12 standaardcouverts
Hoeveelheid benodigd afwasmiddel:
5 g + 25 g(type B)
Instelling glansmiddel:
stand 4 (type III)
Voorbeelden voor het inruimen van de afwasmachine:
Bovenrek
Kopjesrekken: stand A
Onderrek met bestekmand
Bestekmandje
Montage-instructies
Montage
WAARSCHUWING!
Alle elektrotechnische en/of loodgieterswerkzaamheden die nodig zijn voor de installatie
van het apparaat dienen te worden uitgevoerd door een erkend installateur.
Aansluiting aan de waterleiding
25
Verwijder alle verpakkingsmaterialen alvorens de machine te plaatsen.
Plaats de machine indien mogelijk naast een waterkraan en een afvoer.
Deze afwasmachine is ontworpen voor installatie onder een keukenblad of werkoppervlak.
Let op! Volg nauwgezet de instructies op de bijgeleverde mal voor de inbouw van de afwasmachine en plaatsing van het meubelpaneel.
Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de afwasmachine vereist, maar
alleen om de watertoevoer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het instellen van de hoogte.
Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne onderdelen toegankelijk zijn, dient de stekker
uit het stopcontact te worden getrokken.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine voor dat de watertoevoerslang, de
afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt.
Bevestigen aan de aangrenzende keukenmeubelen
De afwasmachine moet beveiligd worden tegen kantelen.
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de machine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, muur).
Waterpas installatie
Een machine die goed waterpas staat is essentieel voor een goede sluiting en afdichting
van de deur. Als het apparaat goed waterpas staat, raakt de deur aan geen van de kanten
de behuizing. Als de deur niet goed sluit, draai dan de stelvoetjes in of uit totdat de machine
perfect waterpas staat.
Aansluiting aan de waterleiding
Wateraansluitingen
Dit apparaat kan worden aangesloten aan een heet (max. 60°) of koud water kraan.
Als de aansluiting is gemaakt op een heetwaterkraan, vermindert het energieverbruik aanzienlijk. Dit hangt echter af van hoe het hete water geproduceerd wordt. (We raden alternatieve energiebronnen aan die milieuvriendelijker zijn zoals bijv. zonne- en fotovoltaïsche
panelen en eolische panelen).
Voor het tot stand brengen van de aansluiting zelf is de wartelmoer die aan de waterslang
van de machine is bevestigd, geschikt voor montage op een leidinguiteinde van 3/4" gasdraad of op een speciale kraan met snelkoppeling zoals de Press-block.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden zoals vermeld in de "Technische specificaties". Uw waterleidingbedrijf kan u informeren over de gemiddelde leidingwaterdruk
in uw omgeving.
De watertoevoerslang mag tijdens het aansluiten niet zijn geknikt, worden platgedrukt of
in de knoop zitten.
De afwasmachine is voorzien van een vul- en afvoerslang die afhankelijk van de installatie
door middel van de sluitmoer naar links of naar rechts kunnen worden gedraaid.
De sluitmoer moet goed worden bevestigd om waterlekkage te voorkomen.
(Let op! NIET alle modellen afwasmachines hebben vul- en afvoerslangen die zijn uitgerust
met een sluitmoer. In dit geval is deze voorziening niet mogelijk). Als de machine wordt
26
Aansluiting aan de waterleiding
aangesloten op nieuwe leidingen of op leidingen die lang niet zijn gebruikt, dient u het
water enkele minuten te laten doorlopen alvorens de toevoerslang aan te sluiten.
Gebruik GEEN aansluitslangen die eerder voor een oude machine zijn gebruikt.
Dit apparaat is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die voorkomen dat het in de machine
gebruikte water terugkeert in het drinkwatersysteem. Dit apparaat voldoet aan de van
toepassing zijnde regelgeving voor loodgieterswerk.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
Na aansluiting van de dubbelwandige watertoevoerslang bevindt de veiligheidsklep zich bij
de kraan. Daarom bevindt de watertoevoerslang zich alleen onder druk als het water loopt.
Als de watertoevoerslang dan begint te lekken, sluit de veiligheidsklep het stromende water
af.
Pas op als u de watertoevoerslang installeert:
• de elektriciteitskabel voor de veiligheidsklep bevindt zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. Dompel de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in water.
• Ais de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd raken, trek dan direct de
stekker uit het stopcontact.
• Een watertoevoerslang met veiligheidsklep mag alleen worden vervangen door een specialist of door ELECTROLUX Service.
WAARSCHUWING!
Waarschuwing! Gevaarlijke spanning.
Aansluiting waterafvoerslang
Het uiteinde van de afvoerslang kan op de volgende manieren worden aangesloten:
1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging tegen de onderkant van het werkoppervlak.
Hiermee wordt voorkomen dat gootsteenwater de machine inloopt.
2. Aan een standpijp voorzien van een ventilatieopening, minimale binnendiameter 4 cm.
Aansluiting aan de waterleiding
27
De afvalwateraansluiting moet zich op een hoogte
bevinden van tussen de 30 cm (minimum) en 100
cm (maximum) vanaf de bodem van de afwasmachine.
De afvoerslang kan vanaf de afwasmachine naar
links of naar rechts lopen.
Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen is of
platgedrukt wordt, aangezien dit de afvoer van
water kan vertragen of in de weg staan.
De stop mag niet in de afvoer zitten als de machine
water aan het afvoeren is, aangezien het water
dan weer in de machine terug kan lopen.
Als u voor de afvoerslang een verlengstuk gebruikt, mag dit niet langer zijn dan 2 meter en
de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan de diameter van de meegeleverde slang.
Evenmin mag de binnendiameter van de voor de aansluitingen aan de afvoer gebruikte
koppelingen kleiner zijn dan de diameter van de bijgeleverde slang.
Bij het aansluiten van de afvoerslang op een sifon
onder de gootsteen moet het gehele plastic
membraan (A) verwijderd worden. Indien niet
het gehele membraan wordt verwijderd zullen
zich op den duur voedseldeeltjes verzamelen die
de afvoerslang van de afwasmachine kunnen verstoppen.
Onze apparaten worden geleverd met een veiligheidsvoorziening die ervoor zorgt dat vuil water
niet terug kan lopen in de machine. Als uw gootsteenafvoer is voorzien van een geïntegreerde terugslagklep kan dit een goede waterafvoer
van uw afwasmachine in de weg staan. Wij adviseren u dan ook de terugslagklep te verwijderen.
Om te voorkomen dat er lekkage optreedt na de installatie, moet u ervoor zorgen dat de
waterkoppelingen stevig vast zitten.
28
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Het apparaat moet volgens de veiligheidsvoorschriften worden geaard.
Alvorens het apparaat in gebruik te nemen dient u zich ervan te verzekeren dat de nominale
spanning en het spanningstype op het typeplaatje in overeenstemming zijn met de netspanning waarop de machine aangesloten gaat worden.
Ook de waarde van de zekering is te vinden op het typeplaatje.
Steek de stekker altijd in een correct geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. Gebruik
geen meervoudige stekkers, verloopstekkers en verlengkabels.
Hierdoor kan brandgevaar door oververhitting ontstaan.
Laat indien nodig de wandcontactdoos van de huisinstallatie verplaatsen. Neem contact
op met onze service-afdeling als het aansluitsnoer moet worden vervangen.
De stekker moet na de installatie van het apparaat toegankelijk zijn.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact. Trek altijd aan de stekker zelf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als boven genoemde veiligheidsmaatregelen niet in acht worden genomen.
Milieubescherming
Het symbool
op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt
u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden gerecycled. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS <, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in
de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afvaldienst.
WAARSCHUWING!
Als u het apparaat afdankt:
• trek de stekker uit het stopcontact.
• snijd het aansluitsnoer met de stekker af en gooi het weg.
• Verwijder het slot van de deur. Zo voorkomt u dat kinderen zichzelf insluiten en hun
leven in gevaar brengen.