Smeg C3170F2P Handleiding

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Handleiding
C3170F2P
Brugsanvisn‐
ing
Køle-/fryse‐
skab
Gebruik‐
saanwijzing
Koel-vries‐
combinatie
User Manual
Fridge
Freezer
Käyttöohje
Jääpakastin
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 19
Veiligheidsvoorschriften 20
Bediening 22
Dagelijks gebruik 22
Aanwijzingen en tips 24
Onderhoud en reiniging 26
Probleemoplossing 27
Montage 29
Geluiden 34
Technische informatie 36
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig
gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere
woonomgevingen
Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit
geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen.
19
Gebruik geen mechanische of andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door
de fabrikant zijn aanbevolen.
Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt.
Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij
deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met
drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag
het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht
kan circuleren.
Wacht ten minste 4 uur alvorens het
apparaat aan de netstroom aan te
sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiators, fornuizen, ovens
of kookplaten.
De achterzijde van het apparaat moet
tegen de muur worden geplaatst.
Installeer het apparaat niet op een plaats
met direct zonlicht.
Gebruik dit apparaat niet in gebieden die
te vochtig of te koud zijn, zoals
bijgebouwen, garages of kelders.
Til de voorkant van het apparaat op als u
hem wilt verplaatsen, om krassen op de
vloer te voorkomen.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
20
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een elektricien
om de elektrische onderdelen te
wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan
het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij
uitdrukkelijk geschikt verklaard door de
fabrikant.
Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet
beschadigt. Het bevat isobutaan
(R600a), aardgas met een hoge
ecologische compatibiliteit. Dit gas is
ontvlambaar.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Ventileer de kamer goed.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende dranken
in het vriesvak. Dit zal extra druk in de
drankfles veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
Raak de compressor of condensator niet
aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig.
Indien de afvoer verstopt is, zal er water
op de bodem van het apparaat liggen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en
gooi dit weg.
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken
in het apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen
van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
21
BEDIENING
Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts
op een gemiddelde stand.
Uitschakelen
Draai om het apparaat uit te zetten de
temperatuurregeling naar de "0" positie
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
Een gemiddelde instelling is over
het algemeen het meest
geschikt.
De exacte instelling moet echter
worden gekozen rekening
houdend met het feit dat de
temperatuur in het apparaat
afhankelijk is van:
de kamertemperatuur
hoe vaak de deur geopend
wordt
de hoeveelheid voedsel die
wordt bewaard
de plaats van het apparaat
1. draai de thermostaatknop op een lagere
stand om de minimale koude te
verkrijgen.
2. draai de thermostaatknop op een
hogere stand om de maximale koude te
verkrijgen.
LET OP! Als de
omgevingstemperatuur hoog is
of als het apparaat volledig
gevuld is en de
thermostaatknop op de koudste
instelling staat, kan het apparaat
continu werken, waardoor er ijs
op de achterwand gevormd
wordt. In dat geval moet de
knop op een hogere
temperatuur gezet worden om
automatische ontdooiing
mogelijk te maken en zodoende
het energieverbruik te beperken.
DAGELIJKS GEBRUIK
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen
van vers voedsel en om diepvriesvoedsel
langere tijd te bewaren.
Om vers voedsel in te vriezen, moet de
gemiddelde instelling veranderd worden.
Plaats het verse in te vriezen voedsel in het
middelste vak
Om het invriezen sneller te laten verlopen,
moet u de thermostaatknop echter op een
hogere stand instellen om de maximale kou
te verkrijgen.
LET OP! In deze conditie komt
de temperatuur in het
koelkastgedeelte mogelijk onder
de 0°C. Als dit het geval is, stelt
u de thermostaatknop weer in
op een warmere instelling.
Het bewaren van ingevroren
voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na een
periode dat het niet gebruikt is inschakelt,
dient u het apparaat minstens 2 uur op een
hoge instelling te laten werken voordat u er
producten in plaatst.
22
In het geval van onbedoelde
ontdooiing, bijvoorbeeld als de
stroom langer is uitgevallen dan
de duur die op de kaart met
technische kenmerken onder
"maximale bewaartijd bij
stroomuitval" is vermeld, moet
het ontdooide voedsel snel
geconsumeerd worden of
onmiddellijk bereid worden en
dan weer worden ingevroren
(nadat het afgekoeld is).
Ontdooien
Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u,
voordat het gebruikt wordt, in het koelvak
of op kamertemperatuur laten ontdooien,
afhankelijk van de hoeveelheid tijd die
hiervoor nodig is.
Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks
vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog
bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding
iets langer duren.
Verplaatsbare legrekken
De wanden van de koelkast zijn voorzien
van een aantal geleiders zodat de legrekken
op de gewenste plaats gezet kunnen
worden.
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer
bladen voor het maken van ijsblokjes
Gebruik geen metalen
instrumenten om de laden uit de
vriezer te halen
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
Het plaatsen van de
deurplateaus
Om het bewaren van voedselverpakkingen
van verschillende afmetingen mogelijk te
maken, kunnen de schappen op
verschillende hoogtes worden geplaatst.
1. Trek het plateau geleidelijk in de richting
van de pijlen totdat het los komt.
2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst.
Indicatielampje voor
temperatuur
Voor de juiste bewaring van het voedsel is
de koelkast uitgerust met een
temperatuurlampje. Het symbool op de
zijkant van het apparaat duidt het koudste
deel van de koelkast aan.
Als “OK” wordt weergegeven (A), plaatst u
het verse voedsel in het gedeelte dat wordt
aangegeven door het symbool. Zo niet (B)
past u de temperatuurregelaar aan naar
een koudere stand en wacht u 12 uur
voordat u de temperatuurlampje weer
controleert.
OK
OK
A
B
23
Nadat u verse levensmiddelen in
de koelkast heeft gelegd of
nadat de deur regelmatig of
langer is opengeweest, is het
normaal dat er geen 'OK' wordt
weergegeven; wacht minstens
12 uur voordat u de
temperatuur opnieuw instelt.
Ventilatorfunctie
Met de ventilatorfunctie wordt voedsel snel
gekoeld en wordt de temperatuur in het
koelvak gelijkmatiger.
Schakel de ventilator in als de
kamertemperatuur hoger dan
25° C is.
Druk op de schakelaar (A) om de ventilator
aan te zetten.
Het groene lampje (B) gaat aan.
A
B
Als u het apparaat uitschakelt,
vergeet dan niet ook de
ventilator uit te zetten door op
(A) te drukken.
Het groene lampje (B) gaat uit.
Kalender ingevroren voedsel
De symbolen geven verschillende soorten
ingevroren levensmiddelen aan.
De cijfers geven de bewaartijd in maanden
aan voor de bijbehorende ingevroren
levensmiddelen. Of de hoogste of laagste
waarde van de aangegeven bewaartijd van
toepassing is, hangt af van de kwaliteit van
het voedsel en eventuele bereiding voordat
het werd ingevroren.
AANWIJZINGEN EN TIPS
Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens
de werking:
Een zacht gorgelend en borrelend geluid
als het koelmiddel door leidingen wordt
gepompt.
Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat veroorzaakt
door thermische uitzetting (een natuurlijk
en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
Tips voor energiebesparing
De deur niet vaker openen of open laten
staan dan strikt noodzakelijk.
24
Tips voor het koelen van vers
voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
zet geen warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in de koelkast
dek het voedsel af of verpak het, in het
bijzonder als het een sterke geur heeft
plaats het voedsel zodanig dat de lucht
er vrijelijk omheen kan circuleren
Tips voor het koelen
Nuttige tips:
Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
Bewaar het, voor de veiligheid, slechts
een of maximaal twee dagen op deze
manier.
Gekookt voedsel, koude schotels, enz:
deze moeten afgedekt worden en
mogen op willekeurig welk schap gezet
worden.
Fruit en groente: deze moeten
zorgvuldig schoongemaakt worden en in
de speciaal daarvoor bedoelde lade(n)
geplaatst worden.
Boter en kaas: dit moet in speciale
luchtdichte bakjes gelegd of in
aluminiumfolie of plastic zakjes
gewikkeld worden om zoveel mogelijk
lucht in te sluiten.
Flessen: deze moeten een dop hebben
en opgeslagen worden oftewel in het
flessenrek of het deurflessenrek (indien
voorzien).
Bananen, aardappelen, uien en
knoflook, indien niet verpakt, mogen niet
in de koelkast bewaard worden.
Tips voor het invriezen
Om u te helpen het voedsel zo goed
mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar
belangrijke tips:
de maximale hoeveelheid voedsel die in
24 uur ingevroren kan worden, staat
vermeld op het typeplaatje;
het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens
deze periode moet er geen ander in te
vriezen voedsel worden toegevoegd;
vries alleen vers en grondig
schoongemaakte levensmiddelen van
uitstekende kwaliteit in;
bereid het voedsel in kleine porties voor,
zo kan het snel en volledig worden
ingevroren en zo kunt u later alleen die
hoeveelheid laten ontdooien die u nodig
heeft;
wikkel het voedsel in aluminiumfolie of
plastic en zorg ervoor dat de pakjes
luchtdicht zijn;
leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet
tegen het al ingevroren voedsel, om te
voorkomen dat dit laatste warm wordt;
mager voedsel kan beter worden
ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt
dat het voedsel in de vriezer minder lang
goed blijft;
water bevriest, als dit rechtstreeks uit het
vriesvak geconsumeerd wordt, kan het
aan de huid vastvriezen;
het is aan te bevelen de invriesdatum op
elk pakje te vermelden, dan kunt u zien
hoe lang het al bewaard is.
Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
Om de beste resultaten van dit apparaat te
verkrijgen, dient u
verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op geschikte
wijze door de detailhandelaar werden
opgeslagen;
zorg ervoor dat de ingevroren
levensmiddelen zo snel mogelijk van de
winkel naar uw vriezer gebracht worden;
de deur niet vaker te openen of open te
laten staan dan strikt noodzakelijk;
als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft
het snel en kan het niet opnieuw worden
ingevroren;
bewaar het voedsel niet langer dan de
door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.
25
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Algemene waarschuwingen
LET OP! Voordat u welke
onderhoudshandeling dan ook
verricht, de stekker uit het
stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen uitgevoerd
worden door bevoegde technici.
De toebehoren en onderdelen
van het apparaat zijn niet
geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
Periodieke reiniging
LET OP! Trek niet aan leidingen
en/of kabels aan de binnenkant
van de kast en verplaats of
beschadig ze niet.
LET OP! Zorg ervoor dat u het
koelsysteem niet beschadigt.
LET OP! Til de voorkant van de
koelkast op als u hem wilt
verplaatsen, om krassen op de
vloer te voorkomen.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de accessoires
schoon met lauw water en wat neutrale
zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig
en wrijf ze schoon om u ervan te
verzekeren dat ze schoon en vrij van
restjes zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig droog.
4. Maak indien toegankelijk de condensor
en de compressor aan de achterkant
van het apparaat schoon met een
borstel.
Deze handeling zal de prestatie van het
apparaat verbeteren en het
elektriciteitsverbruik besparen.
Het ontdooien van de koelkast
Rijp wordt elke keer als de
compressormotor tijdens normale werking
stopt, automatisch van de verdamper van
het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt
via een gootje in een speciale opvangbak
aan de achterkant van het apparaat, boven
de compressormotor, waar het verdampt.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van
het dooiwater in het midden van het
koelvak regelmatig schoon te maken om te
voorkomen dat het water overloopt en op
het voedsel in de koelkast gaat druppelen.
De vriezer ontdooien
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de rijp
van de verdamper te krabben,
deze zou beschadigd kunnen
raken. Gebruik geen
mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces
te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant
zijn aanbevolen. Een
temperatuurstijging tijdens het
ontdooien van de ingevroren
levensmiddelen, kan de veilige
bewaartijd verkorten.
26
Stel ongeveer 12 uur voordat u
gaat ontdooien een lagere
temperatuur in om voldoende
koudereserve op te bouwen
voor de onderbreking tijdens de
werking.
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer en
rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een
dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft.
1.
Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2.
Verwijder al het ingevroren voedsel,
wikkel het in een paar lagen
krantenpapier en leg het op een koele
plaats.
WAARSCHUWING! Raak
ingevroren voedsel niet met
natte handen aan. Uw
handen kunnen dan aan de
producten vastvriezen.
3.
Laat de deur open staan.
Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is.
4. Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
5. Zet het apparaat aan.
Plaats na drie uur het eerder verwijderde
voedsel terug in het vriesvak.
Periodes dat het apparaat niet
gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
als het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt:
1.
Trek de stekker uit het stopcontact.
2.
verwijder al het voedsel
3.
Maak het apparaat en alle toebehoren
schoon.
4.
Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
WAARSCHUWING! Als uw
apparaat aan blijft staan, vraag
dan iemand om het zo nu en
dan te controleren, om te
voorkomen dat het bewaarde
voedsel bederft als de stroom
uitvalt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha-
keld.
Zet het apparaat aan.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch appa-
raat op het stopcontact aan.
Neem contact op met een gek-
walificeerd elektricien.
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
27
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De compressor werkt con-
tinu.
De temperatuur is goed in-
gesteld.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Be-
diening'.
Er worden veel producten
tegelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en control-
eer dan nogmaals de tempera-
tuur.
De omgevingstemperatuur
is te hoog.
Zie het typeplaatje voor de kli-
maatklasse.
Het voedsel dat in het ap-
paraat werd geplaatst, was
te warm.
Laat voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
bewaart.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
Er loopt water in de koelkast. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer.
Producten verhinderen dat
het water in de waterop-
vangbak loopt.
Zorg ervoor dat de producten
de achterwand niet raken.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam-
perbak boven de compres-
sor.
Maak de dooiwaterafvoer vast
op de verdamperbak.
De temperatuur in het appa-
raat is te laag/hoog.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
Stel een hogere/lagere temper-
atuur in.
De deur is niet goed geslo-
ten.
Zie 'De deur sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het conserveert.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
Conserveer minder producten
tegelijk.
De deur is te vaak geo-
pend.
Open de deur alleen als het no-
dig is.
Er is geen koude luchtcir-
culatie in het apparaat aan-
wezig.
Zorg ervoor dat er koude lucht-
circulatie in het apparaat aan-
wezig is.
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde klantenservice
voor dit merk.
Het lampje vervangen
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Beweeg tegelijkertijd de transparante
deksel zachtjes omhoog en omlaag en
28
haak deze tegelijk los in de richting van
de pijlen.
1
1
2
3.
Vervang het kapotte lampje door een
nieuw lampje met hetzelfde vermogen
en vorm dat specifiek bedoeld is voor
huishoudelijke apparaten. (het maximale
vermogen wordt getoond op de
afdekking van het lampje).
4. Plaats de afdekking van het lampje
terug.
5. Steek de stekker in het stopcontact.
Open de deur. Controleer of het lampje
gaat branden.
De deur sluiten
1.
Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg "Montage".
3.
Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op met
de klantenservice.
MONTAGE
Plaatsing
Dit apparaat kan worden geïnstalleerd op
een droge, goed geventileerde plek
binnenshuis waar de
omgevingstemperatuur overeenkomt met
de klimaatklasse die op het typeplaatje van
het apparaat wordt weergegeven:
Kli-
maat-
klasse
Omgevingstemperatuur
SN +10°C to + 32°C
N +16°C to + 32°C
ST +16°C to + 38°C
T +16°C to + 43°C
Voor sommige typen of
modellen kunnen zich enige
functionele problemen voordoen
als ze worden gebruikt buiten dit
bereik. De juiste werking kan
alleen worden gegarandeerd
binnen het aangegeven
temperatuurbereik. Als u twijfels
hebt over waar het apparaat te
installeren, raadpleeg dan de
verkoper, de klantenservice of
de dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het
voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact. De
netsnoerstekker is voorzien van een
contact voor dit doel Als het stopcontact
niet geaard is, sluit het apparaat dan aan
op een afzonderlijk aardepunt, in
overeenstemming met de geldende
regels, raadpleeg hiervoor een
gekwalificeerd elektricien
29
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd
worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat moet
voldoende zijn.
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
LET OP! Raadpleeg de
montage-instructies voor de
installatie.
Omkeerbaarheid van de deur
1. Maak de bovenste pen los en verwijder
deze.
2. Verwijder de bovenste deur.
3. Verwijder het afstandsstuk.
4. Draai het middelste scharnier los.
5.
Verwijder de onderste deur.
6. Maak de onderste pen los en verwijder
deze.
7.
Draai de onderste pen vast aan de
andere kant.
8. Monteer de onderste deur.
9. Zet het middelste scharnier vast.
10. Installeer het afstandsstuk.
11. Monteer de bovenste deur.
12. Zet de bovenste pen vast.
30
Voer een eindcontrole uit en
verzeker u ervan dat:
Alle schroeven zijn
aangedraaid.
De magnetische afdichtstrip
vast zit aan de kast.
De deur goed open en dicht
gaat.
Als de omgevingstemperatuur
laag is (bijv. in de winter), kan
het zijn dat het deurrubber niet
precies op de kast past. Wacht
in dat geval tot de deurrubber
zich op een natuurlijke wijze zet.
Als u bovenstaande handelingen
liever niet zelf uitvoert, neem dan
contact op met de
dichtstbijzijnde klantenservice.
Een vakman van de
klantenservice zal de
draairichting van de deuren op
uw kosten veranderen.
Het apparaat installeren
LET OP! Zorg ervoor dat het
aansluitsnoer niet klem zit.
1. Knip indien nodig de zelfklevende
afdichtstrip op maat en bevestig dit op
het apparaat zoals aangegeven in de
afbeelding.
x
x
2. Plaats het apparaat in de nis.
3. Duw het apparaat in de richting van de
pijlen (1) totdat de metalen strip aan de
bovenkant van het apparaat tegen het
keukenmeubel aankomt.
1
2
4.
Duw het apparaat in de richting van de
pijlen (2) tegen de kast aan de andere
kant van het scharnier.
5.
Stel het apparaat af in de nis.
Zorg ervoor dat de afstand tussen het
apparaat en de voorste rand van de
kast 44 mm is.
Het afdekplaatje voor het onderste
scharnier (in de zak met accessoires)
zorgt ervoor dat de afstand tussen het
apparaat en het keukenmeubel correct
is.
Zorg ervoor dat er een ruimte van 4 mm
tussen het apparaat en de kast
aanwezig is.
6. Open de deur. Bevestig het afdekplaatje
van het onderste scharnier op de juiste
plek.
31
4 mm
44 mm
7.
Bevestig het apparaat met 4 schroeven
in de nis.
I
I
8. Verwijder het juiste onderdeel van het
afdekplaatje van het scharnier (E).
Verwijder onderdeel DX als het
scharnier rechts staat, of onderdeel SX
als het scharnier links staat.
9.
Bevestig de afdekplaatjes (C, D) aan de
uitsteeksels en de gaten van de
scharnieren.
E
E
B
D
C
10. Installeer het ventilatierooster (B).
11. Bevestig de de afdekplaatjes (E) op het
scharnier.
12. Bevestig het apparaat tegen de zijkant
van het keukenmeubel:
13. Draai de schroeven van onderdeel (G)
los en plaats onderdeel (G) tegen het
keukenmeubel.
32
G
H
14.
Draai de schroeven van het onderdeel
(G) weer vast.
15.
Bevestig het onderdeel (H) aan het
onderdeel (G).
16.
Maak de onderdelen (Ha), (Hb), (Hc) en
(Hd) los.
Hb Ha
Hc
Hd
17. Monteer onderdeel (Ha) op de
binnenkant van de keukenkastdeur.
ca. 50 mm
ca. 50 mm
21 mm
90°
90°
21 mm
18. Duw onderdeel (Hc) op onderdeel (Ha).
Ha
Hc
19. Zet de deur van het apparaat en de
keukenkastdeur open in een hoek van
90°.
20.
Plaats het kleine vierkantje (Hb) in de
geleider (Ha).
21.
Zet de deur van het apparaat en de
keukenkastdeur tegen elkaar en
markeer de gaten.
Ha
Hb
8 mm
22. Verwijder de haken en markeer een
afstand van 8 mm vanaf de buitenrand
van de deur waar de spijker moet
worden vastgemaakt (K).
33
Ha
K
8 mm
23.
Plaats het kleine vierkantje terug op de
geleider en bevestig het met de
bijgeleverde schroeven.
24.
Lijn de deur van het keukenmeubel en
de deur van het apparaat uit met behulp
van het onderdeel (Hb).
Hb
25. Druk onderdeel (Hd) op onderdeel (Hb).
Hb
Hd
Voer een eindcontrole uit en verzeker u
ervan dat:
Alle schroeven zijn aangedraaid.
De afdichtingsstrip goed bevestigd is
aan de kast.
De deur goed open en dicht gaat.
GELUIDEN
Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie).
BRRR!
HISSS!
CLICK!
BLUBB!
CRACK!
SSSRR
R!
OK
34
TECHNISCHE INFORMATIE
Technische gegevens
Afmetingen van de inbouw
In hoogte mm 1780
Breedte mm 560
Diepte mm 550
Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 22
Spanning Volt 230 - 240
Tijd Hz 50
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binne- of buitenkant van
het apparaat en op het energielabel.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen. Help
om het milieu en de volksgezondheid te
beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
36

Documenttranscriptie

Brugsanvisn‐ ing Gebruik‐ saanwijzing User Manual Käyttöohje Køle-/fryse‐ skab Koel-vries‐ combinatie Fridge Freezer Jääpakastin C3170F2P 19 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Bediening Dagelijks gebruik Aanwijzingen en tips 19 20 22 22 24 Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Montage Geluiden Technische informatie 26 27 29 34 36 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Algemene veiligheid • • Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of gelijksoortige toepassingen zoals: – Boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. 20 • • • • • • • Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen met drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. • Wacht ten minste 4 uur alvorens het apparaat aan de netstroom aan te sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. • Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiators, fornuizen, ovens of kookplaten. • De achterzijde van het apparaat moet tegen de muur worden geplaatst. • Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. • Gebruik dit apparaat niet in gebieden die te vochtig of te koud zijn, zoals bijgebouwen, garages of kelders. • Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. 21 • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. • De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. • Zorg ervoor dat u het koelcircuit niet beschadigt. Het bevat isobutaan (R600a), aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Dit gas is ontvlambaar. • Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Ventileer de kamer goed. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. • Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. • Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. • Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. • Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. • Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. • Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. • Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. 22 BEDIENING Inschakelen 1. Steek dan de stekker in het stopcontact. 2. Draai de temperatuurknop naar rechts op een gemiddelde stand. Uitschakelen Draai om het apparaat uit te zetten de temperatuurregeling naar de "0" positie Temperatuurregeling De temperatuur wordt automatisch geregeld. Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt. De exacte instelling moet echter worden gekozen rekening houdend met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: • de kamertemperatuur • hoe vaak de deur geopend wordt • de hoeveelheid voedsel die wordt bewaard • de plaats van het apparaat 1. draai de thermostaatknop op een lagere stand om de minimale koude te verkrijgen. 2. draai de thermostaatknop op een hogere stand om de maximale koude te verkrijgen. LET OP! Als de omgevingstemperatuur hoog is of als het apparaat volledig gevuld is en de thermostaatknop op de koudste instelling staat, kan het apparaat continu werken, waardoor er ijs op de achterwand gevormd wordt. In dat geval moet de knop op een hogere temperatuur gezet worden om automatische ontdooiing mogelijk te maken en zodoende het energieverbruik te beperken. DAGELIJKS GEBRUIK Vers voedsel invriezen Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. Om vers voedsel in te vriezen, moet de gemiddelde instelling veranderd worden. Plaats het verse in te vriezen voedsel in het middelste vak Om het invriezen sneller te laten verlopen, moet u de thermostaatknop echter op een hogere stand instellen om de maximale kou te verkrijgen. LET OP! In deze conditie komt de temperatuur in het koelkastgedeelte mogelijk onder de 0°C. Als dit het geval is, stelt u de thermostaatknop weer in op een warmere instelling. Het bewaren van ingevroren voedsel Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet gebruikt is inschakelt, dient u het apparaat minstens 2 uur op een hoge instelling te laten werken voordat u er producten in plaatst. 23 In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op de kaart met technische kenmerken onder "maximale bewaartijd bij stroomuitval" is vermeld, moet het ontdooide voedsel snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden en dan weer worden ingevroren (nadat het afgekoeld is). Het plaatsen van de deurplateaus Om het bewaren van voedselverpakkingen van verschillende afmetingen mogelijk te maken, kunnen de schappen op verschillende hoogtes worden geplaatst. 1. Trek het plateau geleidelijk in de richting van de pijlen totdat het los komt. 2. Opnieuw plaatsen zoals gewenst. Ontdooien Diepgevroren of ingevroren voedsel kunt u, voordat het gebruikt wordt, in het koelvak of op kamertemperatuur laten ontdooien, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die hiervoor nodig is. Kleine stukken kunnen zelfs rechtstreeks vanuit de vriezer gekookt worden als ze nog bevroren zijn: in dat geval zal de bereiding iets langer duren. Verplaatsbare legrekken Indicatielampje voor temperatuur Voor de juiste bewaring van het voedsel is de koelkast uitgerust met een temperatuurlampje. Het symbool op de zijkant van het apparaat duidt het koudste deel van de koelkast aan. De wanden van de koelkast zijn voorzien van een aantal geleiders zodat de legrekken op de gewenste plaats gezet kunnen worden. Het maken van ijsblokjes Als “OK” wordt weergegeven (A), plaatst u het verse voedsel in het gedeelte dat wordt aangegeven door het symbool. Zo niet (B) past u de temperatuurregelaar aan naar een koudere stand en wacht u 12 uur voordat u de temperatuurlampje weer controleert. A OK B OK Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen 1. Vul de bakjes met water. 2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak. 24 Nadat u verse levensmiddelen in de koelkast heeft gelegd of nadat de deur regelmatig of langer is opengeweest, is het normaal dat er geen 'OK' wordt weergegeven; wacht minstens 12 uur voordat u de temperatuur opnieuw instelt. Als u het apparaat uitschakelt, vergeet dan niet ook de ventilator uit te zetten door op (A) te drukken. Het groene lampje (B) gaat uit. Kalender ingevroren voedsel Ventilatorfunctie Met de ventilatorfunctie wordt voedsel snel gekoeld en wordt de temperatuur in het koelvak gelijkmatiger. Schakel de ventilator in als de kamertemperatuur hoger dan 25° C is. Druk op de schakelaar (A) om de ventilator aan te zetten. Het groene lampje (B) gaat aan. De symbolen geven verschillende soorten ingevroren levensmiddelen aan. De cijfers geven de bewaartijd in maanden aan voor de bijbehorende ingevroren levensmiddelen. Of de hoogste of laagste waarde van de aangegeven bewaartijd van toepassing is, hangt af van de kwaliteit van het voedsel en eventuele bereiding voordat het werd ingevroren. A B AANWIJZINGEN EN TIPS Normale bedrijfsgeluiden: De volgende geluiden zijn normaal tijdens de werking: • Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het koelmiddel door leidingen wordt gepompt. • Een zoemend en kloppend geluid van de compressor als het koelmiddel wordt rondgepompt. • Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant van het apparaat veroorzaakt door thermische uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk natuurkundig fenomeen). • Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als de compressor aan of uit gaat. Tips voor energiebesparing • De deur niet vaker openen of open laten staan dan strikt noodzakelijk. 25 Tips voor het koelen van vers voedsel Om de beste prestatie te verkrijgen: • zet geen warm voedsel of verdampende vloeistoffen in de koelkast • dek het voedsel af of verpak het, in het bijzonder als het een sterke geur heeft • plaats het voedsel zodanig dat de lucht er vrijelijk omheen kan circuleren Tips voor het koelen Nuttige tips: • Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken en op het glazen schap leggen, boven de groentelade. • Bewaar het, voor de veiligheid, slechts een of maximaal twee dagen op deze manier. • Gekookt voedsel, koude schotels, enz: deze moeten afgedekt worden en mogen op willekeurig welk schap gezet worden. • Fruit en groente: deze moeten zorgvuldig schoongemaakt worden en in de speciaal daarvoor bedoelde lade(n) geplaatst worden. • Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bakjes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht in te sluiten. • Flessen: deze moeten een dop hebben en opgeslagen worden oftewel in het flessenrek of het deurflessenrek (indien voorzien). • Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden. Tips voor het invriezen Om u te helpen het voedsel zo goed mogelijk in te vriezen, volgen hier een paar belangrijke tips: • de maximale hoeveelheid voedsel die in 24 uur ingevroren kan worden, staat vermeld op het typeplaatje; • het invriesproces duurt 24 uur. Tijdens deze periode moet er geen ander in te vriezen voedsel worden toegevoegd; • vries alleen vers en grondig schoongemaakte levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in; • bereid het voedsel in kleine porties voor, zo kan het snel en volledig worden ingevroren en zo kunt u later alleen die hoeveelheid laten ontdooien die u nodig heeft; • wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic en zorg ervoor dat de pakjes luchtdicht zijn; • leg vers, nog niet ingevroren voedsel niet tegen het al ingevroren voedsel, om te voorkomen dat dit laatste warm wordt; • mager voedsel kan beter worden ingevroren dan vet voedsel. Zout zorgt dat het voedsel in de vriezer minder lang goed blijft; • water bevriest, als dit rechtstreeks uit het vriesvak geconsumeerd wordt, kan het aan de huid vastvriezen; • het is aan te bevelen de invriesdatum op elk pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het al bewaard is. Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel Om de beste resultaten van dit apparaat te verkrijgen, dient u • verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren levensmiddelen op geschikte wijze door de detailhandelaar werden opgeslagen; • zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer gebracht worden; • de deur niet vaker te openen of open te laten staan dan strikt noodzakelijk; • als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren; • bewaar het voedsel niet langer dan de door de fabrikant aangegeven bewaarperiode. 26 ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Algemene waarschuwingen LET OP! Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, de stekker uit het stopcontact trekken. Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleenheid. Onderhoud en hervullen mag alleen uitgevoerd worden door bevoegde technici. De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. van het apparaat schoon met een borstel. Deze handeling zal de prestatie van het apparaat verbeteren en het elektriciteitsverbruik besparen. Het ontdooien van de koelkast Rijp wordt elke keer als de compressormotor tijdens normale werking stopt, automatisch van de verdamper van het koelvak verwijderd. Het dooiwater loopt via een gootje in een speciale opvangbak aan de achterkant van het apparaat, boven de compressormotor, waar het verdampt. Het is belangrijk om het afvoergaatje van het dooiwater in het midden van het koelvak regelmatig schoon te maken om te voorkomen dat het water overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat druppelen. Periodieke reiniging LET OP! Trek niet aan leidingen en/of kabels aan de binnenkant van de kast en verplaats of beschadig ze niet. LET OP! Zorg ervoor dat u het koelsysteem niet beschadigt. LET OP! Til de voorkant van de koelkast op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: 1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. 2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van restjes zijn. 3. Spoel ze af en maak ze grondig droog. 4. Maak indien toegankelijk de condensor en de compressor aan de achterkant De vriezer ontdooien LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. 27 Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen voor de onderbreking tijdens de werking. Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft. 1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel, wikkel het in een paar lagen krantenpapier en leg het op een koele plaats. WAARSCHUWING! Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen dan aan de producten vastvriezen. 3. Laat de deur open staan. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is. 4. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken. 5. Zet het apparaat aan. Plaats na drie uur het eerder verwijderde voedsel terug in het vriesvak. Periodes dat het apparaat niet gebruikt wordt Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. verwijder al het voedsel 3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon. 4. Laat de deur/deuren open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. WAARSCHUWING! Als uw apparaat aan blijft staan, vraag dan iemand om het zo nu en dan te controleren, om te voorkomen dat het bewaarde voedsel bederft als de stroom uitvalt. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Wat moet u doen als… Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgeschakeld. Zet het apparaat aan. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Het apparaat maakt lawaai. 28 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De compressor werkt continu. De temperatuur is goed ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bediening'. Er worden veel producten tegelijk geplaatst. Wacht een paar uur en controleer dan nogmaals de temperatuur. De omgevingstemperatuur is te hoog. Zie het typeplaatje voor de klimaatklasse. Het voedsel dat in het apparaat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het bewaart. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De waterafvoer is verstopt. Reinig de waterafvoer. Producten verhinderen dat het water in de wateropvangbak loopt. Zorg ervoor dat de producten de achterwand niet raken. Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aangesloten op de verdamperbak boven de compressor. Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak. De temperatuur in het apparaat is te laag/hoog. De temperatuurknop is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere temperatuur in. De deur is niet goed gesloten. Zie 'De deur sluiten'. De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het conserveert. Er worden veel producten tegelijk bewaard. Conserveer minder producten tegelijk. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. Er is geen koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is. Er loopt water in de koelkast. Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. Het lampje vervangen 1. Haal de stekker uit het stopcontact. 2. Beweeg tegelijkertijd de transparante deksel zachtjes omhoog en omlaag en 29 haak deze tegelijk los in de richting van de pijlen. 1 2 vermogen wordt getoond op de afdekking van het lampje). 4. Plaats de afdekking van het lampje terug. 5. Steek de stekker in het stopcontact. Open de deur. Controleer of het lampje gaat branden. De deur sluiten 1 3. Vervang het kapotte lampje door een nieuw lampje met hetzelfde vermogen en vorm dat specifiek bedoeld is voor huishoudelijke apparaten. (het maximale 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg "Montage". 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met de klantenservice. MONTAGE Plaatsing Dit apparaat kan worden geïnstalleerd op een droge, goed geventileerde plek binnenshuis waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse die op het typeplaatje van het apparaat wordt weergegeven: Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10°C to + 32°C N +16°C to + 32°C ST +16°C to + 38°C T +16°C to + 43°C Voor sommige typen of modellen kunnen zich enige functionele problemen voordoen als ze worden gebruikt buiten dit bereik. De juiste werking kan alleen worden gegarandeerd binnen het aangegeven temperatuurbereik. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. Aansluiting op het elektriciteitsnet • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels, raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien 30 • De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. • Dit apparaat voldoet aan de EEGrichtlijnen. Ventilatievereisten De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn. 5 cm 5. Verwijder de onderste deur. 6. Maak de onderste pen los en verwijder deze. 7. Draai de onderste pen vast aan de andere kant. min. 200 cm2 min. 200 cm2 LET OP! Raadpleeg de montage-instructies voor de installatie. Omkeerbaarheid van de deur 1. Maak de bovenste pen los en verwijder deze. 2. Verwijder de bovenste deur. 3. Verwijder het afstandsstuk. 4. Draai het middelste scharnier los. 8. Monteer de onderste deur. 9. Zet het middelste scharnier vast. 10. Installeer het afstandsstuk. 11. Monteer de bovenste deur. 12. Zet de bovenste pen vast. 31 Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat: • Alle schroeven zijn aangedraaid. • De magnetische afdichtstrip vast zit aan de kast. • De deur goed open en dicht gaat. Als de omgevingstemperatuur laag is (bijv. in de winter), kan het zijn dat het deurrubber niet precies op de kast past. Wacht in dat geval tot de deurrubber zich op een natuurlijke wijze zet. Als u bovenstaande handelingen liever niet zelf uitvoert, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde klantenservice. Een vakman van de klantenservice zal de draairichting van de deuren op uw kosten veranderen. Het apparaat installeren LET OP! Zorg ervoor dat het aansluitsnoer niet klem zit. 1. Knip indien nodig de zelfklevende afdichtstrip op maat en bevestig dit op het apparaat zoals aangegeven in de afbeelding. x x 2. Plaats het apparaat in de nis. 3. Duw het apparaat in de richting van de pijlen (1) totdat de metalen strip aan de bovenkant van het apparaat tegen het keukenmeubel aankomt. 2 1 4. Duw het apparaat in de richting van de pijlen (2) tegen de kast aan de andere kant van het scharnier. 5. Stel het apparaat af in de nis. Zorg ervoor dat de afstand tussen het apparaat en de voorste rand van de kast 44 mm is. Het afdekplaatje voor het onderste scharnier (in de zak met accessoires) zorgt ervoor dat de afstand tussen het apparaat en het keukenmeubel correct is. Zorg ervoor dat er een ruimte van 4 mm tussen het apparaat en de kast aanwezig is. 6. Open de deur. Bevestig het afdekplaatje van het onderste scharnier op de juiste plek. 32 4 mm 44 mm 9. Bevestig de afdekplaatjes (C, D) aan de uitsteeksels en de gaten van de scharnieren. 7. Bevestig het apparaat met 4 schroeven in de nis. C D I I 8. Verwijder het juiste onderdeel van het afdekplaatje van het scharnier (E). Verwijder onderdeel DX als het scharnier rechts staat, of onderdeel SX als het scharnier links staat. E E B 10. Installeer het ventilatierooster (B). 11. Bevestig de de afdekplaatjes (E) op het scharnier. 12. Bevestig het apparaat tegen de zijkant van het keukenmeubel: 13. Draai de schroeven van onderdeel (G) los en plaats onderdeel (G) tegen het keukenmeubel. 33 Ha G H Hc 14. Draai de schroeven van het onderdeel (G) weer vast. 15. Bevestig het onderdeel (H) aan het onderdeel (G). 16. Maak de onderdelen (Ha), (Hb), (Hc) en (Hd) los. Hb Ha 19. Zet de deur van het apparaat en de keukenkastdeur open in een hoek van 90°. 20. Plaats het kleine vierkantje (Hb) in de geleider (Ha). 21. Zet de deur van het apparaat en de keukenkastdeur tegen elkaar en markeer de gaten. 8 mm Hc Ha Hd 17. Monteer onderdeel (Ha) op de binnenkant van de keukenkastdeur. ca. 50 mm 90° 21 mm 90° ca. 50 mm 21 mm 18. Duw onderdeel (Hc) op onderdeel (Ha). Hb 22. Verwijder de haken en markeer een afstand van 8 mm vanaf de buitenrand van de deur waar de spijker moet worden vastgemaakt (K). 34 25. Druk onderdeel (Hd) op onderdeel (Hb). 8 mm Hb K Ha Hd 23. Plaats het kleine vierkantje terug op de geleider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven. 24. Lijn de deur van het keukenmeubel en de deur van het apparaat uit met behulp van het onderdeel (Hb). Voer een eindcontrole uit en verzeker u ervan dat: • Alle schroeven zijn aangedraaid. • De afdichtingsstrip goed bevestigd is aan de kast. • De deur goed open en dicht gaat. Hb GELUIDEN Tijdens normaal gebruik hoort u geluiden (compressor, koelmiddelcirculatie). SSS RRR ! HISSS! OK UB BL B! ICK CL ! BRRR! CR AC K! 36 TECHNISCHE INFORMATIE Technische gegevens Afmetingen van de inbouw In hoogte mm 1780 Breedte mm 560 Diepte mm 550 Maximale bewaartijd bij stroomuitval Uur 22 Spanning Volt 230 - 240 Tijd Hz 50 De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binne- of buitenkant van het apparaat en op het energielabel. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
1 / 1