Whirlpool AMW 230 BL de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
NL
AMW 230
www.whirlpool.com
2
NL
INSTALLATIE
VOORDAT U DE OVEN AANSLUIT
V
ERZEKER U ERVAN DAT HET APPARAAT NIET BESCHADIGD
IS. Controleer of de ovendeur goed tegen de
deursteun sluit. Haal de oven leeg en reinig de
binnenkant met een zachte, vochtige doek.
NA DE AANSLUITING
D
IT APPARAAT MOET worden geaard. De fa-
brikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor letsel aan personen of die-
ren noch voor materiële schade als het
apparaat niet is geaard.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk voor
eventuele problemen die worden veroorza-
akt doordat de gebruiker deze instructies
niet in acht heeft genomen.
G
EBRUIK HET APPARAAT NIET als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, als het ap-
paraat niet goed werkt of als het bescha-
digd of gevallen is. Dompel het netsnoer
of de stekker niet onder in water. Houd
het snoer uit de buurt van warme op-
pervlakken. Hierdoor kunnen elektrische
schokken, brand of andere ongevallen
worden veroorzaakt.
C
ONTROLEER OF DE SPANNING op het type-
plaatje overeenstemt met de spanning
in uw woning.
U
KUNT UW OVEN ALLEEN INSCHAKELEN als de deur
goed gesloten is.
PLAATS DE OVEN OP EEN STABIEL, VLAK
OPPERVLAK dat sterk genoeg is
voor de oven en de schalen
die u erin plaatst. Behandel
de oven voorzichtig.
Z
ORG VOOR AFSTAND tussen de oven en ande-
re warmtebronnen. Voor een goede ventilatie
moet er minstens 20 cm ruimte boven de oven
blijven. Zorg ervoor dat de lucht onder, boven
en rondom de oven vrij kan stromen.
P
LAATS UW OVEN niet vlak bij een televisie, radio
of antenne; u kunt last krijgen van
storing.
3
NL
LAAT KINDEREN de oven alleen onder toezicht
van volwassenen en na voldoende uitleg
gebruiken, zodat het kind de oven veilig
kan gebruiken en de gevaren van onjuist
gebruik begrijpt.
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik
door jonge kinderen of zwakbegaafden
zonder dat er toezicht
wordt gehouden. Houd
toezicht op jonge
kinderen om er zeker
van te zijn dat ze niet
met het apparaat kunnen spelen.
Indien uw oven een combinatiestand heeft,
dan mogen kinderen, in verband met de
temperaturen die worden opgewekt, de
oven alleen gebruiken onder toezicht van
volwassenen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
VERWARM OF GEBRUIK GEEN ONTVLAMBARE MATE-
RIALEN in of bij de oven. De dampen kun-
nen brand of een explosie veroorzaken.
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om textiel, pa-
pier, kruiden, hout, bloemen, fruit of an-
dere brandbare materialen te drogen. Er
kan brand ontstaan.
LAAT HET VOEDSEL NIET OVERKOKEN. Er kan
brand ontstaan.
LAAT DE OVEN NIET ONBEWAAKT ACHTER, vooral niet
wanneer er papier, plastic of andere brand-
bare materialen bij het koken worden ge-
bruikt. Het papier kan verkolen of vlam vat-
ten en sommige kunststo en kunnen smel-
ten wanneer u het voedsel opwarmt.
A
LS MATERIAAL BINNEN OF BUITEN DE OVEN IN
BRAND VLIEGT OF ALS ER ROOKONTWIKKELING IS,
laat de ovendeur dan dicht en schakel de
oven uit. Haal de stekker uit het stopcon-
tact of sluit de stroom af via de zekering
of stroomonderbreker.
LEES DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR RAADPLEGING IN DE TOEKOMST
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET
voor het verwarmen van ma-
teriaal in luchtdicht ver-
zegelde schalen. Door de
druktoename kunnen deze
ontplo en of bij het openen schade vero-
orzaken.
EIEREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om hele eieren met
of zonder schaal te verwarmen, om-
dat deze kunnen ontplo en;
zelfs nadat ze zijn verwarmd in
de magnetron.
C
ONTROLEER DE DEURAFDICHTINGEN en het ge-
bied er omheen regelmatig op beschadi-
gingen. In geval van beschadiging mag
het apparaat niet worden gebruikt voor-
dat het is gerepareerd door een bevoegde
onderhoudsmonteur.
GEBRUIK GEEN bijtende chemicaliën of gassen
in dit apparaat. Dit type oven is speciaal ont-
worpen voor het verwarmen en bereiden
van voedsel. De oven is niet geschikt voor
industrieel of laboratoriumgebruik.
H
ANG OF PLAATS GEEN zware voorwerpen
aan of op de deur, omdat de deur en de
scharnieren hierdoor beschadigd kun-
nen worden. De handgreep van de deur
mag niet gebruikt worden om dingen
aan te hangen.
4
NL
ALGEMEEN
D
IT APPARAAT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR HUIS-
HOUDELIJK GEBRUIK!
G
EBRUIK DE MAGNETRONFUNCTIE NOOIT zonder voed-
sel in de oven te plaatsen. Hierdoor kan het appa-
raat beschadigd raken.
P
LAATS EEN GLAS WATER IN DE OVEN als u deze wilt
testen. Het water absorbeert de microgolf-
energie en de oven raakt niet beschadigd.
V
ERWIJDER METALEN SLUITSTRIPS van pa-
pieren of plastic zakken voordat u de
zakken in de oven plaatst.
FRITUREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om te frituren, om-
dat u de temperatuur van de olie niet
kunt regelen.
VLOEISTOFFEN
B
IJVOORBEELD DRANKEN OF WATER. De vloeistof kan
boven het kookpunt worden
oververhit zonder dat de vloei-
stof begint te borrelen. Als ge-
volg hiervan kan de hete vloei-
stof plotseling overkoken.
Om dit te voorkomen, kunt u het beste als vol-
gt te werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van rechte potten of
essen met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houder
in de oven te zetten en laat het lepeltje
erin staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even
staan, roer opnieuw en haal de houder
voorzichtig uit de oven.
VOORZICHTIG
R
AADPLEEG ALTIJD een magnetronkookboek voor
informatie. Vooral wanneer u alcoholhoudend
voedsel bereidt of opwarmt.
W
ANNEER U BABYVOEDING in een zuig es
of potje in de magnetron ver-
warmt, moet u het voedsel al-
tijd doorroeren en de tempera-
tuur controleren voordat u het serveert. Zo zorgt
u ervoor dat de warmte gelijkmatig wordt ver-
deeld en dat brandwonden worden voorkomen.
Let erop dat u de ring en de speen vóór het
opwarmen verwijdert!
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
GEBRUIK NA HET KOKEN OVENHANDSCHOENEN
om u niet aan de schalen, pannen of
hete ovendelen te branden.
G
EBRUIK DE OVENRUIMTE NIET als opslagruimte.
D
E VENTILATIEGATEN van de oven mogen niet bedekt
worden. Wanneer de aanzuig- of uitlaatopenin-
gen worden geblokkeerd, kan de oven schade
oplopen en kan het bereidingsresultaat slechter
zijn dan normaal.
PLAATS OF GEBRUIK dit apparaat niet buiten.
G
EBRUIK HET APPARAAT NIET naast een gootsteen,
in een natte kelder, in de buurt van een zwem-
bad en dergelijke.
5
NL
ACCESSOIRES
ALGEMEEN
A
LS EEN METAALHOUDEND ACCESSOIRE in aanraking
komt met de binnenkant van de oven, terwijl
de oven werkt, kunnen er vonken overschieten
die de oven zouden kunnen beschadigen.
PLATEAUDRAGER
G
EBRUIK ALTIJD DE PLATEAUDRAGER als steun on-
der het glazen draaiplateau. Plaats
nooit andere voorwerpen op de
plateaudrager.
Plaats de plateaudrager in de
oven.
GLAZEN DRAAIPLATEAU
G
EBRUIK HET GLAZEN DRAAIPLATEAU bij alle toepas-
singen. Het vangt spetters, sap-
pen en kruimels op die anders
de ovenruimte zouden bevuilen.
Plaats het glazen draaipla-
teau op de plateaudrager.
CONTROLEER VOOR GEBRUIK OF HET KOOKGEREI DAT U
GEBRUIKT geschikt is voor de
oven en microgolven
doorlaat.
Z
ORG ERVOOR DAT VOEDSEL EN KOOKGEREI niet in aan-
raking komen met de binnenkant van de oven.
C
ONTROLEER ALTIJD of het draaiplateau vrij kan
draaien voordat u de oven start. Als het draai-
plateau niet vrij kan draaien, moet u een klei-
nere schaal gebruiken.
E
R ZIJN VERSCHILLENDE accessoires verkrijgbaar.
Overtuig u er vóór de aankoop van dat deze
geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
STARTBEVEILIGING / KINDERSLOT
DEZE AUTOMATISCHE BEVEILIGING WORDT EEN MIN-
UUT NADAT de oven teruggekeerd is in de
“stand-by” geactiveerd. (De oven is in
de “stand by”-modus als de 24-uurs-
klok wordt weergegeven of - als de
klok niet is ingesteld - als het display leeg
is).
DE DEUR MOET WORDEN GEOPEND en gesloten om
er bijvoorbeeld voedsel in te zetten, voordat
de veiligheidsvergrendeling wordt uitgescha-
keld. Anders verschijnt op het display “DOOR
(deur).
D OOR
Dat is vooral belangrijk bij accessoires van
metaal of met metalen delen.
6
NL
DE BEREIDING ONDERBREKEN OF STOPPEN
DE BEREIDING ONDERBREKEN:
DE BEREIDING KAN WORDEN ON-
DERBROKEN om het voedsel te
controleren, om te draaien of
om te roeren, door de deur
te openen. De instelling blijft
10 minuten lang gehandhaafd.
A
LS U NIET VERDER WILT GAAN:
HAAL HET VOEDSEL UIT DE OVEN, sluit
de deur en druk op de stoptoets.
VERDERGAAN MET DE BEREIDING:
SLUIT DE DEUR en druk EENMAAL
op de starttoets. De bereiding
wordt hervat vanaf het punt
waarop deze is onderbroken.
DRUK TWEEMAAL op de starttoets om
de tijd 30 seconden te verlengen.
E
R KLINKT GEDURENDE 10 MINUTEN om de minuut
een piepsignaal wanneer de
bereiding voltooid is. Druk
op de stoptoets of open de
deur om het signaal uit te schakelen.
OPMERKING: de oven houdt de instellingen
slechts 60 seconden vast als de deur geopend
en vervolgens gesloten wordt nadat de berei-
ding voltooid is.
KOOKWEKKER
GEBRUIK DEZE FUNCTIE als u een keukentimer nodig heeft om de tijd
precies bij te houden, zoals voor het koken van eieren en pasta of
voor het laten rijzen van deeg enz.
q
DRUK OP DE KLOKTOETS.
w
DRAAI DE INSTELKNOP om de gewenste bereidingstijd in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
K
NIPPERENDE DUBBELE PUNTEN geven aan dat de timer loopt.
A
LS U EENMAAL OP DE KLOKTOETS DRUKT, verschijnt de resterende tijd van
de timer. Deze blijft 3 seconden zichtbaar en vervolgens keert de
bereidingstijd terug (als u op dat moment bezig bent met een be-
reiding).
O
M DE KOOKWEKKER TE STOPPEN wanneer deze op de achtergrond van
een andere functie in werking is, moet u eerst de kookwekker naar
de voorgrond halen door op de kloktoets te drukken en vervolgens
stoppen door nog een keer op de kloktoets te drukken.
W
ANNEER DE INGESTELDE TIJD VERSTREKEN IS hoort u een geluidssignaal.
q
w
e
7
NL
DE KLOK IS INGESTELD en in werking.
ALS U DE KLOK VAN HET DISPLAY WENST TE VERWIJDEREN als deze eenmaal is
ingesteld, dan drukt u opnieuw 3 seconden op de kloktoets en ver-
volgens op de stoptoets.
VOOR HET OPNIEUW INSTELLEN VAN DE KLOK volgt u de bovengenoemde
procedure.
OPMERKING: LAAT DE DEUR OPEN TERWIJL U DE KLOK INSTELT. Dit geeft u 10
minuten de tijd om de klok in te stellen. Anders moet elke stap bin-
nen 60 seconden worden uitgevoerd.
KLOK
HET DISPLAY IS LEEG WANNEER HET APPARAAT VOOR HET EERST WORDT AANGES-
LOTEN en na een stroomstoring. Indien de klok niet wordt ingesteld,
blijft het display leeg totdat de bereidingstijd wordt ingesteld.
q
DRUK OP DE KLOKTOETS (3 seconden) totdat het linkercijfer (uur)
knippert.
w
DRAAI DE INSTELKNOP om de uren in te stellen.
e
DRUK NOGMAALS OP DE KLOKTOETS. (De twee rechtercijfers (mi-
nuten) knipperen).
r
DRAAI DE INSTELTOETS om de minuten in te stellen.
t
DRUK NOGMAALS OP DE KLOKTOETS.
q
e
t
w
r
8
NL
ALLEEN MAGNETRONFUNCTIE
V
ERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
JET
(750 W)
O
PWARMEN VAN DRANKEN, water, heldere soepen, ko e, thee of ander voedsel met een
hoog watergehalte. Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een lager ni-
veau kiezen.
600 W B
EREIDEN VAN vis, vlees, groenten enz.
500 W
V
OORZICHTIG BEREIDEN VAN eiwitrijke sauzen, kaas- en eiergerechten en voor het afmaken
van casseroles.
350 W L
ATEN SUDDEREN VAN STOOFSCHOTELS, smelten van boter.
160 W O
NTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
90 W IJ
S ZACHT laten worden.
BEREIDEN EN OPWARMEN MET DE MAGNETRON
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor normale bereidingen en het opwarmen
van bijvoorbeeld groenten, vis, aardappelen en vlees.
A
LS HET BEREIDINGSPROCES EENMAAL GESTART IS:
Kunt u de bereidingstijd eenvoudig met stappen van 30 seconden
verlengen door op de starttoets te drukken. Bij elke druk op de
toets wordt de bereidingstijd met 30 seconden verlengd. U kunt
de bereidingstijd ook verlengen of verkorten door de instelknop
te draaien.
HET JUISTE VERMOGEN KIEZEN
q
DRUK OP DE VERMOGENSTOETS om het vermogen in te stellen.
w
DRAAI DE INSTELKNOP naar rechts om de bereidingstijd in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
q
w
e
9
NL
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het snel opwarmen van voedsel dat veel
water bevat zoals heldere soepen, ko e of thee.
JET START
q
DRUK OP DE STARTTOETS.
DEZE FUNCTIE START AUTOMATISCH met een maximaal magnetronvermo-
gen en een bereidingstijd van 30 seconden. Elke keer dat de toets
nogmaals wordt ingedrukt wordt de tijd met 30 seconden ver-
lengd. U kunt de bereidingstijd ook verlengen of verkorten door de
instelknop te draaien, nadat de functie is gestart.
HANDMATIG ONTDOOIEN
VOLG DE PROCEDURE VOOR “Bereiden en opwarmen
met de magnetron” en kies vermogensniveau
160 W wanneer u handmatig ontdooit.
CONTROLEER EN INSPECTEER HET VOEDSEL REGELMATIG.
Ervaring zal u leren hoeveel tijd nodig is voor
verschillende hoeveelheden voedsel.
D
RAAI GROTE STUKKEN halverwege het ontdooi-
en om.
BEVROREN VOEDSEL IN PLASTIC ZAKJES, plastic folie of
verpakkingen van karton kan rechtstreeks in
de oven geplaatst worden wanneer de
verpakking geen metalen delen bevat
(bijvoorbeeld metalen bindstrips).
D
E VORM VAN DE VERPAKKING IS van invloed
op de ontdooitijd. Platte pakjes ont-
dooien sneller dan grote blokken.
H
AAL STUKKEN UIT ELKAAR wanneer ze beginnen te
ontdooien.
Afzonderlijke plakken ontdooien sneller.
S
CHEID VERSCHILLENDE STUKKEN VOED-
SEL met stukjes aluminiumfo-
lie wanneer ze warm begin-
nen te worden (b.v. kippen-
poten en vleugeltjes).
G
EKOOKT VOEDSEL, STOOFSCHOTELS EN VLEES-
SAUZEN ontdooien beter als u ze tijdens
het ontdooien doorroert.
W
ANNEER U ONTDOOIT is het beter het
voedsel iets bevroren te laten en het
voedsel even te laten staan om het ontdooi-
proces te voltooien.
A
LS U HET VOEDSEL NA HET ONTDOOI-
EN EVEN LAAT STAAN WORDT HET RE-
SULTAAT ALTIJD BETER aange-
zien de temperatuur gelijk-
matiger door het voedsel ver-
deeld wordt.
q
10
NL
VOEDINGSGROEP HOEVEELHEID TIPS
q
VLEES 100 G - 2 KG GEHAKT, KOTELETTEN, BIEFSTUK OF BRAADVLEES.
w
GEVOGELTE 100 G - 2 KG HELE KIP, IN STUKKEN OF FILETS.
e
VIS 100 G - 2 KG HEEL, MOTEN OF FILETS.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL wordt genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbevo-
len gewicht, moet u de procedure voor “Bereiden en opwarmen met de magnetron” aanhouden
en 160 W kiezen voor het ontdooien.
BEVROREN VOEDSEL:
INDIEN HET GEWICHT LAGER OF HOGER IS DAN
HET AANBEVOLEN GEWICHT: Volg de proce-
dure voor “Bereiden en opwarmen
met de magnetron” en kies 160 W als
u ontdooit.
BEVROREN VOEDSEL:
ALS HET VOEDSEL EEN HOGERE temperatuur
heeft dan diepvriestemperatuur
(-18°C), moet een lager voedselge-
wicht worden gekozen.
ALS HET VOEDSEL EEN LAGERE temperatuur
heeft dan diepvriestemperatuur
(-18°C), moet een hoger voedselge-
wicht worden gekozen.
AUTOONTDOOIEN
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het ontdooien van vlees, vis en gevogel-
te. AUTO Defrost mag alleen gebruikt worden als het nettogewicht
tussen de 100 g en 2 kg ligt.
PLAATS HET VOEDSEL altijd op het glazen draaiplateau.
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE AUTO-ONTDOOITOETS om de voedselk-
lasse te selecteren.
w
DRAAI DE INSTELKNOP naar rechts om het gewicht in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
BIJ SOMMIGE VOEDSELKLASSEN MOET het voedsel omgedraaid of geroerd
worden tijdens de bereiding. In deze gevallen stopt de oven en
wordt u gevraagd de benodigde handeling uit te voeren.
A
LS DE DEUR NIET BINNEN DEZE TIJD WORDT GEOPEND (binnen 2 minuten) zal
de ovendoorgaan met het ontdooiproces. In dit geval is het eindre-
sultaat mogelijk niet optimaal.
Open de deur.
Voer de gevraagde handeling uit.
Sluit de deur en start opnieuw door de starttoets in te drukken.
VOOR DEZE FUNCTIE MOET het nettogewicht van het voedsel bekend
zijn.
e
w
q
11
NL
GEHEUGEN
MET DE GEHEUGENFUNCTIE KUNT U gemakkelijk en snel een voorkeurin-
stelling terugvinden.
DE GEHEUGENFUNCTIE slaat de weergegeven instelling op.
E
EN INSTELLING OPSLAAN:
Selecteer een functie.
Programmeer uw instellingen.
Druk op de Memo-knop en houd hem ingedrukt gedurende 3
seconden totdat een geluidssignaal te horen is. De instelling
is nu opgeslagen. U kunt het geheugen zo vaak als u wilt op-
nieuw programmeren.
EEN OPGESLAGEN INSTELLING GEBRUIKEN:
q
DRUK OP DE MEMO-KNOP.
w
DRUK OP DE STARTKNOP.
W
ANNEER HET APPARAAT wordt aangesloten of na een stroomuitval
wordt gebruikt, zal uw Memo-functie - 2 minuten op vol vermogen
als standaardinstelling hebben opgeslagen.
DRANKEN
MET DE DRANKENFUNCTIE KUNT U gemakkelijk en snel 1-4 koppen met
drank opwarmen.
q
DRUK MEERDERE MALEN OP DE DRANKENTOETS om het aantal op te
warmen koppen te selecteren.
w
DRUK OP DE STARTKNOP.
1
KOP IS GELIJK AAN 150 ml drank.
q
w
q
w
12
NL
SOORT
VOEDSEL
HOEVEEL
HEID
VERMO
GEN
TIJD NAGAARTIJD TIPS
HELE KIP 1000 G
750 W
18 - 20
MIN. 5 - 10 MIN.
DRAAI DE KIP halverwege de
bereidingstijd om. Controleer
of het vleessap helder gekleurd
is wanneer de bereidingstijd
voorbij is.
K
IP ( lets of
stukken)
500 G 8 - 10 MIN.5 MIN.
CONTROLEER of het vleessap
helder gekleurd is wanneer de
bereidingstijd voorbij is.
BACON 150 G 3 - 4 MIN. 1 - 2 MIN.
PLAATS DEZE OP KEUKENPAPIER in 2 of 3
lagen en dek ze af met nog meer
keukenpapier.
G
ROENTEN
(vers)
300 G 3 - 4 MIN. 1 - 2 MIN.
MET DEKSEL BEREIDEN en 2 tl zout
toevoegen.
GROENTEN
(diepvries)
250 - 400 G
3 - 4 MIN.
5 - 6 MIN.
1 - 2 MIN.
MET DEKSEL BEREIDEN
AARDAPPELEN,
IN SCHIL
1 STUK
4 STUKS
4 - 6 MIN.
12 - 15 MIN.
2 MIN.
5 MIN.
INPRIKKEN MET EEN VORK. (1 stuk = 250
g). Halverwege omdraaien.
GEHAKTBROOD 600 - 700 G
600 W
12 - 14
MIN.5 MIN.
H
ELE VIS 600 G 8 - 9 MIN. 4 - 5 MIN.
VEL INSNIJDEN en afgedekt
bereiden.
VIS (moten of
lets)
400
G 5 - 6 MIN. 2 - 3 MIN.
D
UNSTE DELEN naar het midden van
het bord plaatsen. Met deksel
bereiden.
BEREIDINGSTABEL
HOE MEER VOEDSEL U WILT BEREIDEN, hoe langer de
bereiding zal duren. Een vuistregel is dat de
dubbele hoeveelheid voedsel bijna tweemaal
zoveel tijd vergt.
H
OE LAGER DE BEGINTEMPERATUUR, hoe langer de
vereiste bereidingstijd. Voedsel op kamer-
temperatuur kookt sneller dan voedsel
dat rechtstreeks uit de koelkast komt.
A
LS U MEERDERE STUKKEN VAN hetzelfde voed-
sel kookt, bijvoorbeeld aardappelen in de
schil, dient u deze in een kring in de
oven te leggen, zodat ze gelijkmatig
gekookt worden.
SOMMIGE VOEDINGSMIDDEL-
matig gevormde stukken.
H
ET ROEREN EN OMSCHEPPEN VAN VOEDSEL zijn technie-
ken die zowel voor traditioneel koken als het ko-
ken met de magnetron worden gebruikt om de
warmte snel tot midden in het voedsel te
verdelen en het overkoken bij de buiten-
randen te voorkomen.
W
ANNEER U VOEDSEL MET EEN ONREGELMATIGE
VORM of dikte bereidt, moet u het dunste
gedeelte van het voedsel in de richting
van het midden van het bord plaatsen, waar
het als laatste verwarmd zal worden.
VOEDSEL DAT VEEL VET EN SUIKER bevat zal sneller
koken dan voedsel dat veel water bevat. Vet en
suiker bereiken ook een hogere
temperatuur dan water.
LAAT HET VOEDSEL NA HET BERE-
IDEN altijd even staan. Dit le-
vert altijd een verbetering van
het resultaat op aangezien de temperatuur op
die manier gelijkmatig over het voedsel ver-
deeld zal worden.
EN ZIJN BEDEKT DOOR EEN SCHIL OF MEM-
BRAAN, bijvoorbeeld aardappels,
appels en eidooiers. Prik in derge-
lijke gevallen met een vork of cocktailprikker
in het voedsel om de druk te verminderen en
openbarsten te voorkomen.
KLEINERE STUKKEN VOEDSEL KOKEN SNELLER DAN
GROTERE STUKKEN EN REGELMATIG gevormde stuk-
ken worden gelijkmatiger gaar dan onregel-
13
NL
SOORT
VOEDSEL
HOEVEEL
HEID
VERMO
GEN
TIJD NAGAAR
TIJD
TIPS
K
ANT-EN-KLARE
MAALTIJD
300 G
450 G
750 W
3 - 5
MIN.
4 - 5 MIN.
1 - 2 MIN.
BORD AFDEKKEN
RIJST
2 DL
6 DL
1 - 2 MIN.
3 - 4 MIN.
1 MIN.
2 MIN
SCHAAL AFDEKKEN
GEHAKTBALLEN 250 G 2 MIN. 1 - 2 MIN.ZONDER DEKSEL BEREIDEN
DRANKEN 2 DL 1 - 2 ½ MIN.1 MIN.
ZET EEN METALEN LEPEL in de
mok om overkoken te
voorkomen.
S
OEP (helder) DL 2 - 2 ½ MIN.1 MIN.
ONAFGEDEKT VERWARMEN
in een soepbord of
soepkom.
C
RÈMESOEPEN
OF
ROOMSAUZEN
2 ½ DL 3 - 4 MIN.1 MIN.
VUL DE KOM niet meer dan
3/4. Eenmaal omroeren
tijdens het verwarmen.
H
OTDOGS
1 STUK
2 STUKS
600 W
½ - 1
MIN.
1 - 1 ½ MIN.
1 MIN.
L
ASAGNE 500 G 5 - 6 MIN. 2 - 3 MIN.
OPWARMTABEL
NET ALS BIJ TRADITIONELE BEREIDINGSMETHODES moet
in de magnetron opgewarmd voedsel altijd
verwarmd worden tot het kokend heet is.
DE BESTE RESULTATEN WORDEN BEREIKT wan-
neer het voedsel zo is neergelegd dat
het dikkere voedsel zich aan de buiten-
kant van het bord bevindt en het dun-
nere voedsel in het midden.
L
EG DUNNE PLAKJES VLEES boven op elkaar of
laat ze overlappen. Dikkere plakken, bijvoor-
beeld gehaktbrood en worst, moeten dicht bij
elkaar worden gelegd.
B
IJ HET OPWARMEN VAN STOOFSCHOTELS EN SAUZEN is
het beter het voedsel een keer om te roeren
om de warmte gelijkmatig te verdelen.
AFDEKKEN VAN HET VOEDSEL helpt het vocht
in het voedsel te houden, vermindert
spatten en verkort de opwarmtijd.
W
ANNEER U PORTIES BEVROREN VOEDSEL OP-
WARMT dient u de instructies op de ver-
pakking te volgen.
VOEDSEL DAT NIET GEROERD KAN WORDEN, bijvoor-
beeld gegratineerde gerechten, kan het beste
worden opgewarmd op 400-600 W.
LAAT HET VOEDSEL NA HET OPWARMEN ENKELE MINUTEN
STAAN; op die manier zal de temperatuur gelijk-
matig over het voedsel verdeeld worden.
14
NL
SOORT
VOEDSEL
HOEVEELHEID VERMOGEN TIJD NAGAARTIJD TIPS
BRAADVLEES 800 - 1000 G
ONTDOOIEN
(160 W)
20 - 22
MIN. 10 - 15 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
G
EHAKT 500 G 8 - 10 MIN.5 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien. Ontdooide
delen uit elkaar halen.
KARBONADES,
KOTELETTEN,
BIEFSTUK
500 G 7 - 9 MIN. 5 - 10 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
H
ELE KIP 1200 G 25 MIN. 10 - 15 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
KIP, stukken
of  lets
500 G 7 - 9 MIN. 5 - 10 MIN.
HALVERWEGE het
ontdooien omdraaien
/ uit elkaar halen. Dek
vleugeltjes en poten
af met aluminiumfolie
om oververhitting te
voorkomen.
H
ELE VIS 600 G 8 - 10 MIN. 5 - 10 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omkeren en de staart
afdekken met folie
om oververhitting te
voorkomen.
VIS (moten of
lets)
400 G 6 - 7 MIN.5 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien. Ontdooide
delen uit elkaar halen.
B
ROOD 500 G 4 - 6 MIN.5 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
BROODJES EN
KADETJES
4 STUKS (150 -
200 G)
1 ½ - 2 MIN. 2 - 3 MIN.IN EEN KRING leggen.
F
RUIT EN BESSEN 200 G 2 - 3 MIN. 2 - 3 MIN.
U
IT ELKAAR HALEN tijdens het
ontdooien.
ONTDOOITABEL
BEVROREN VOEDSEL IN PLASTIC ZAKJES , plastic folie
of verpakkingen van karton kan rechtstreeks
in de oven geplaatst worden wanneer de ver-
pakking geen metalen delen bevat (bijvoor-
beeld metalen bindstrips).
D
E VORM VAN DE VERPAKKING is van invloed
op de ontdooitijd. Platte pakjes ont-
dooien sneller dan grote blokken.
HAAL STUKKEN UIT ELKAAR wanneer ze be-
ginnen te ontdooien. Afzonderlijke plak-
ken ontdooien sneller.
DEK STUKKEN VOEDSEL met kleine stukken alumini-
umfolie af wanneer ze warm beginnen te worden
(bijvoorbeeld kippenpoten en vleugels).
D
RAAI GROTE STUKKEN halverwege het ontdooi-
en om.
GEKOOKT VOEDSEL, STOOFSCHOTELS EN VLEESSAUZEN
ontdooien beter als u ze tijdens het ontdooi-
en doorroert.
W
ANNEER U ONTDOOIT is het beter het
voedsel iets bevroren te laten en het
voedsel even te laten staan om het
ontdooiproces te voltooien.
A
LS U HET VOEDSEL NA HET ONTDOOIEN even
laat staan wordt het resultaat altijd beter aan-
gezien de temperatuur gelijkmatiger door het
voedsel verdeeld wordt.
15
NL
ONDERHOUD EN REINIGING
NORMAAL GESPROKEN IS SCHOONMAKEN de enige
vorm van onderhoud die nodig is.
ALS DE OVEN niet goed wordt schoongehouden,
kan dit tot aantasting van het ovenoppervlak
leiden, wat de levensduur van het apparaat
kan verkorten en mogelijk tot gevaarlijke situ-
aties kan leiden.
G
EBRUIK GEEN SCHUURSPONSJES,
SCHUURMIDDELEN, sponsjes
van staalwol, ruwe do-
eken e.d.; deze kunnen
het bedieningspaneel en
het oppervlak van de binnen- en buiten-
kant van de oven beschadigen. Gebruik
een spons met een mild schoonmaak-
middel of een tissue met een spray die ge-
schikt is voor het schoonmaken
van glas. Sproei het schoon-
maakmiddel op de tissue.
SPRAY NIET direct op de oven.
VERWIJDER REGELMATIG, vooral als u
gemorst heeft, het draaiplateau en de plateau-
drager en maak de bodem van de magnetron
goed schoon.
DEZE OVEN IS ONTWORPEN om met draaiplateau te
worden gebruikt.
GEBRUIK DE MAGNETRON NIET wanneer u het
draaiplateau eruit heeft genomen om
het schoon te maken.
GESCHIKT VOOR DE VAATWASMACHINE:
PLATEAUDRAGER.
G
LAZEN DRAAIPLATEAU.
G
EBRUIK GEEN SCHOONMAAKAPPARATEN DIE MET
STOOM WERKEN wanneer u de magnetron
schoonmaakt.
G
EBRUIK EEN MILD SCHOONMAAKMIDDEL, water en
een zachte doek om de ovenruimte, voor- en
achterkant van de deur en de deursponning
schoon te maken.
Z
ORG ERVOOR DAT ER GEEN VET- of voedselres-
ten in de deursponning achterblijven.
I
N GEVAL VAN HARDNEKKIGE vlekken laat u gedu-
rende 2 of 3 minuten een kopje water in de
oven koken. Vuil laat zich door de stoomvor-
ming makkelijker verwijderen.
U
HEEFT GEEN LAST VAN LUCHTJES als u regelmatig een
kopje water met wat citroensap op het draaipla-
teau plaatst en dit enkele minuten laat koken.
16
NL
STORINGEN OPSPOREN
ALS DE OVEN NIET WERKT, bel dan pas de klanten-
service als u gecontroleerd heeft of:
Het draaiplateau en de drager van het
draaiplateau op hun plaats zitten.
De stekker goed in het stopcontact zit.
De deur goed gesloten is.
De zekeringen in orde zijn en er stroom is.
De oven voldoende ventilatie heeft.
Wacht 10 minuten en probeer dan de oven
opnieuw te laten werken.
Open en sluit de deur voordat u het op-
nieuw probeert.
Z
O KUNT U ONNODIGE kosten besparen.
Als u de klantenservice belt, dient u het se-
rienummer en het typenummer van de oven
door te geven (zie het serviceplaatje). Raad-
pleeg het garantieboekje voor nadere infor-
matie.
ALS HET NETSNOER MOET WORDEN VERVANGEN,
moet dat gebeuren met een
origineel exemplaar, dat ver-
krijgbaar is via onze klan-
tenservice. Het netsnoer
mag uitsluitend door een be-
voegde onderhoudsmonteur
worden vervangen.
O
NDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MO-
GEN UITSLUITEND DOOR EEN BEV-
OEGDE ONDERHOUDSMONTEUR WOR-
DEN UITGEVOERD. Het is gevaarlijk
voor ongetrainde personen
om onderhoudswerkzaamhe-
den of reparaties uit te voeren waarbij be-
schermkappen moeten worden verwijderd
die bescherming bieden tegen blootstel-
ling aan de energie van microgolven.
VERWIJDER GEEN BESCHERMKAPPEN.
MILIEUTIPS
DE VERPAKKING kan volledig worden
gerecycled, zoals wordt aange-
geven door het recycling-
symbool. Voor de verwerking
dienen de plaatselijke voor-
schriften te worden nageleefd.
Houd verpakkingsmateriaal (plas-
tic zakken, polystyreen enz.) buiten het bereik
van kinderen.
DIT APPARAAT is voorzien van het merkteken vol-
gens de Europese richtlijn 2002/96/EC inzake
Afgedankte elektrische en elektronische ap-
paraten (WEEE). Door ervoor te zorgen dat dit
product op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijk negatieve gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid
te voorkomen die anders zouden kunnen wor-
den veroorzaakt door een onjuiste verwerking
van dit product.
HET SYMBOOL op het product of op de bijbehoren-
de documentatie geeft aan
dat dit product niet als huis-
houdelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan
moet het worden afgegeven bij
een verzamelpunt voor recy-
cling van elektrische en elektro-
nische apparaten.
AFDANKING moet worden
uitgevoerd in overeen-
stemming met de plaatse-
lijke milieuvoorschriften
voor afvalverwerking.
VOOR NADERE INFORMATIE over de behandeling, te-
rugwinning en recycling van dit product wordt u
verzocht contact op te nemen met het stadskan-
toor in uw woonplaats, uw afvalophaaldienst of
de winkel waar u het product heeft aangeschaft.
SNIJD DE VOEDINGSKABEL VAN HET APPARAAT DOOR
voordat u dit afdankt, zodat die onbruikbaar
wordt.
17
NL
18
NL
19
NL
20
NL
VOEDINGSSPANNING 230 V/50 HZ
NOMINAAL INGANGSVERMOGEN 1150 W
Z
EKERING 10 A
U
ITGANGSVERMOGEN MAGNETRON 750 W
A
FMETINGEN BUITENKANT (HXBXD) 285 X 456 X 386
A
FMETINGEN BINNENKANT (HXBXD) 196 X 292 X 295
TEST HOEVEELHEID GESCHATTE TIJDSDUUR VERMOGEN OVENSCHAAL
12.3.1 750
G 10 MIN.750 W PYREX 3.220
12.3.2 475
G 5 MIN.750 W PYREX 3.827
12.3.3 900
G 14 MIN.750 W PYREX 3.838
12.3.4 1100
G 18 - 20 MIN.750 W PYREX 3.827
13.3 500
G AUTO-ONTDOOIEN OP DRAAIPLATEAU PLAATSEN
NL
461969462091
IN OVEREENSTEMMING MET IEC 60705.
DE INTERNATIONALE ELEKTROTECHNISCHE COMMISSIE heeft een standaard ontworpen voor het vergelij-
kend testen van verwarmingsprestaties van verschillende magnetronovens. Voor deze oven advi-
seren wij het volgende:
Whirlpool Sweden AB
TECHNISCHE SPECIFICATIES
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Whirlpool AMW 230 BL de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor