Whirlpool AMW 231 WH de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding
1
NL
AMW 231
www.whirlpool.com
2
NL
INSTALLATIE
VOORDAT U DE OVEN AANSLUIT
V
ERZEKER U ERVAN DAT HET APPARAAT NIET BESCHADIGD
IS. Controleer of de ovendeur goed tegen de
deursteun sluit. Haal de oven leeg en reinig de
binnenkant met een zachte, vochtige doek.
NA DE AANSLUITING
D
IT APPARAAT MOET worden geaard. De fa-
brikant aanvaardt geen enkele aanspra-
kelijkheid voor letsel aan personen of
dieren, of voor materiële schade die het
gevolg is van veronachtzaming van dit
voorschrift.
De fabrikanten zijn niet aansprakelijk voor
problemen die worden veroorzaakt door-
dat de gebruiker deze instructies niet op-
volgt.
G
EBRUIK HET APPARAAT NIET ALS het netsnoer
of de stekker beschadigd is, als het ap-
paraat niet goed werkt of als het bescha-
digd of gevallen is. Dompel het netsnoer
of de stekker niet onder in water. Houd
het snoer uit de buurt van warme op-
pervlakken. Hierdoor kunnen elektrische
schokken, brand of andere ongevallen
worden veroorzaakt.
C
ONTROLEER OF DE SPANNING op het type-
plaatje overeenstemt met de spanning
in uw woning.
U
KUNT UW OVEN ALLEEN INSCHAKELEN als de deur
goed gesloten is.
PLAATS DE OVEN OP EEN STABIEL, vlak oppervlak dat
sterk genoeg is voor de
oven en het kookgerei dat
u erin plaatst. Behandel de
oven voorzichtig.
Z
ORG VOOR AFSTAND tussen de oven en ande-
re warmtebronnen. Voor een goede ventilatie
moet er minstens 20 cm ruimte boven de oven
blijven. Zorg ervoor dat de lucht onder, boven
en rondom de oven vrij kan stromen.
P
LAATS UW OVEN NIET IN DE BUURT VAN EEN TELEVISIE ,
radio of antenne; u kunt last krij-
gen van storing.
3
NL
LAAT KINDEREN de oven alleen onder toezicht
van volwassenen en na voldoende uitleg
gebruiken , zodat het kind de oven veilig
kan gebruiken en de gevaren van onjuist
gebruik begrijpt.
Het apparaat is niet bestemd voor gebruik
door jonge kinderen of zwakbegaafden
zonder dat er toezicht
wordt gehouden. Houd
toezicht op jonge
kinderen om er zeker
van te zijn dat ze niet
met het apparaat kunnen spelen.
Indien uw oven een combinatiestand
heeft, dan mogen kinderen, in verband
met de temperaturen die worden
opgewekt, de oven alleen gebruiken onder
toezicht van volwassenen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
VERWARM OF GEBRUIK GEEN ONTVLAMBARE MATE-
RIALEN in of bij de oven. De dampen kun-
nen brand of een explosie veroorzaken.
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om textiel, pa-
pier, kruiden, hout, bloemen, fruit of an-
dere brandbare materialen te drogen. Er
kan brand ontstaan.
LAAT HET VOEDSEL NIET OVERKOKEN. Er kan
brand ontstaan.
LAAT DE OVEN NIET ONBEWAAKT ACHTER, vooral niet
wanneer er papier, plastic of andere brand-
bare materialen bij het koken worden ge-
bruikt. Het papier kan verkolen of vlam vat-
ten en sommige kunststo en kunnen smel-
ten wanneer u het voedsel opwarmt.
A
LS MATERIAAL BINNEN OF BUITEN DE OVEN IN
BRAND VLIEGT OF ALS ER ROOKONTWIKKELING IS,
laat de ovendeur dan dicht en schakel de
oven uit. Haal de stekker uit het stopcon-
tact of sluit de stroom af via de zekering
of stroomonderbreker.
LEES DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR RAADPLEGING IN DE TOEKOMST
G
EBRUIK UW MAGNETRON niet
voor het verwarmen van ma-
teriaal in luchtdicht ver-
zegelde schalen. Door de
druktoename kunnen deze
ontplo en of bij het openen schade vero-
orzaken.
EIEREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON niet om eieren met of
zonder schaal te verwarmen,
want deze kunnen ontplo en;
zelfs nadat ze zijn verwarmd
en uit de magnetron zijn ver-
wijderd.
C
ONTROLEER DE DEURAFDICHTING en het gebied
er omheen regelmatig op beschadigingen.
In geval van beschadiging mag het ap-
paraat niet worden gebruikt voordat het
is gerepareerd door een bevoegde onder-
houdsmonteur.
GEBRUIK geen bijtende chemicaliën of gas-
sen in dit apparaat. Dit type oven is speci-
aal ontworpen voor het verwarmen en be-
reiden van voedsel. De oven is niet geschikt
voor industrieel of laboratoriumgebruik.
H
ANG OF PLAATS GEEN zware voorwerpen
aan of op de deur, omdat de deur en de
scharnieren hierdoor beschadigd kun-
nen worden. De handgreep van de deur
mag niet gebruikt worden om dingen
aan te hangen.
4
NL
ALGEMEEN
D
IT APPARAAT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR HUIS-
HOUDELIJK GEBRUIK!
G
EBRUIK DE MAGNETRONFUNCTIE NOOIT zonder voed-
sel in de oven te plaatsen. Hierdoor kan het appa-
raat beschadigd raken.
P
LAATS EEN GLAS WATER IN DE OVEN als u deze wilt
testen. Het water absorbeert de microgolf-
energie en de oven raakt niet beschadigd.
VERWIJDER METALEN SLUITSTRIPS van pa-
pieren of plastic zakken voordat u de
zakken in de oven plaatst.
FRITUREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om te frituren, daar
u de temperatuur van de olie niet kunt
regelen.
VLOEISTOFFEN
B
IJVOORBEELD DRANKEN OF WATER. Vloeisto en kun-
nen tot boven het kookpunt
worden verhit zonder dat zij
borrelen. Als gevolg hiervan
kan de hete vloeistof plotseling
overkoken.
Om dit te voorkomen, kunt u het beste als vol-
gt te werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van rechte potten of
essen met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de houder
in de oven te zetten en laat het lepeltje
erin staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even
staan, roer opnieuw en haal de houder
voorzichtig uit de oven.
VOORZICHTIG
R
AADPLEEG ALTIJD een magnetronkookboek voor
informatie. Vooral wanneer u alcoholhoudend
voedsel bereidt of opwarmt.
WANNEER U BABYVOEDING in een zuig es
of potje in de magnetron ver-
warmt, moet u het voedsel al-
tijd doorroeren en de tempera-
tuur controleren voordat u het serveert. Zo zorgt
u ervoor dat de warmte gelijkmatig wordt ver-
deeld en dat brandwonden worden voorkomen.
Let erop dat u de ring en de speen vóór het
opwarmen verwijdert!
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
GEBRUIK NA HET KOKEN OVENHANDSCHOENEN
om u niet aan de schalen, pannen of
hete ovendelen te branden.
G
EBRUIK DE OVENRUIMTE NIET als opslagruimte.
D
E VENTILATIEGATEN van de oven mogen niet bedekt
zijn. Wanneer de aanzuig- of uitlaatopeningen wor-
den geblokkeerd, kan de oven schade oplopen en
kan het bereidingsresultaat slechter zijn dan nor-
maal.
PLAATS OF GEBRUIK dit apparaat niet buiten.
G
EBRUIK HET apparaat niet naast een gootsteen,
in een natte kelder, in de buurt van een zwem-
bad en dergelijke.
5
NL
ACCESSOIRES
ALGEMEEN
A
LS EEN METAALHOUDEND ACCESSOIRE in aanraking
komt met de binnenkant van de oven, terwijl
de oven werkt, kunnen er vonken overschieten
die de oven zouden kunnen beschadigen.
PLATEAUDRAGER
G
EBRUIK ALTIJD DE plateaudrager als steun on-
der het glazen draaiplateau. Plaats
nooit andere voorwerpen op de
plateaudrager.
Plaats de plateaudrager in de
oven.
GLAZEN DRAAIPLATEAU
G
EBRUIK HET GLAZEN draaiplateau bij alle toepas-
singen. Het vangt spetters, sap-
pen en kruimels op die anders
de ovenruimte zouden bevuilen.
Plaats het glazen draaipla-
teau op de plateaudrager.
CONTROLEER VOOR GEBRUIK OF HET KOOKGEREI dat
u gebruikt geschikt is voor
de oven en microgolven
doorlaat.
Z
ORG ERVOOR DAT VOEDSEL EN KOOKGEREI niet in aan-
raking komen met de binnenkant van de oven.
C
ONTROLEER ALTIJD OF HET DRAAIPLATEAU VRIJ KAN
DRAAIEN VOORDAT U DE OVEN START. Als het draaipla-
teau niet vrij kan draaien, moet u een kleinere
schaal gebruiken.
E
R ZIJN VERSCHILLENDE accessoires verkrijgbaar.
Overtuig u er vóór de aankoop van dat deze
geschikt zijn voor gebruik in de magnetron.
STARTBEVEILIGING / KINDERSLOT
DEZE AUTOMATISCHE BEVEILIGING WORDT EEN MINUUT
NADAT DE OVEN teruggekeerd is in “stand-
by, geactiveerd. (De oven is in de
“stand by”-modus als de 24-uursklok
wordt weergegeven of - als de klok
niet is ingesteld - als het display leeg is).
DE DEUR MOET WORDEN GEOPEND EN GESLOTEN, bij-
voorbeeld om er voedsel in te zetten, voordat
de veiligheidsvergrendeling wordt uitgescha-
keld. Anders verschijnt op het display “DOOR
(deur).
D OOR
Dat is vooral belangrijk bij accessoires van
metaal of met metalen delen.
6
NL
DE BEREIDING ONDERBREKEN OF STOPPEN
DE BEREIDING ONDERBREKEN:
DOOR DE DEUR TE OPENEN KAN de
bereiding worden onderbro-
ken om het voedsel te con-
troleren, om te draaien of
door te roeren. De instelling
blijft 10 minuten lang gehandhaafd.
A
LS U NIET VERDER WILT GAAN:
HAAL HET VOEDSEL UIT DE OVEN, sluit
de deur en druk op de stoptoets.
V
ERDERGAAN MET DE BEREIDING:
SLUIT DE DEUR en druk EENMAAL
op de starttoets. De bereiding
wordt hervat vanaf het punt
waarop deze is onderbroken.
DRUK TWEEMAAL op de starttoets om de tijd
30 seconden te verlengen.
E
R KLINKT GEDURENDE 10 MINUTEN OM DE MINUUT EEN
PIEPSIGNAAL wanneer de be-
reiding voltooid is. Druk op
de stoptoets of open de deur
om het signaal uit te schakelen.
O
PMERKING: de oven houdt de instellingen
slechts 60 seconden vast als de deur geopend
en vervolgens gesloten wordt nadat de berei-
ding voltooid is.
KOOKWEKKER
GEBRUIK DEZE FUNCTIE als u een kookwekker nodig heeft om precies
de tijd te meten voor bepaalde doelen, b.v. het koken van eieren of
het laten rijzen van deeg alvorens het te gaan bakken enz.
q
DRUK OP DE KLOKTOETS.
w
DRAAI DE INSTELKNOP OM DE GEWENSTE bereidingstijd in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
K
NIPPERENDE DUBBELE PUNTEN geven aan dat de timer loopt.
A
LS U EENMAAL OP DE KLOKTOETS DRUKT, verschijnt de resterende tijd van
de timer. Deze blijft 3 seconden zichtbaar en vervolgens keert de
bereidingstijd terug (als u op dat moment bezig bent met een be-
reiding).
O
M DE KOOKWEKKER te stoppen wanneer deze op de achtergrond van
een andere functie in werking is, moet u eerst de kookwekker naar
de voorgrond halen door op de kloktoets te drukken en vervolgens
stoppen door op de stoptoets te drukken.
W
ANNEER DE INGESTELDE TIJD VERSTREKEN IS hoort u een geluidssignaal.
q
w
e
7
NL
DE KLOK IS INGESTELD en in werking.
ALS U DE KLOK VAN HET DISPLAY WENST TE VERWIJDEREN als deze eenmaal is
ingesteld, dan drukt u opnieuw 3 seconden op de kloktoets en ver-
volgens op de stoptoets.
VOER VOOR HET OPNIEUW INSTELLEN VAN DE KLOK de bovenstaande proce-
dure uit.
OPMERKING: LAAT DE DEUR OPEN TERWIJL U DE KLOK INSTELT. Dit geeft u 10
minuten de tijd om de klok in te stellen. Anders moet elke stap bin-
nen 60 seconden worden uitgevoerd.
KLOK
HET DISPLAY IS LEEG WANNEER HET APPARAAT voor het eerst wordt aangesloten,
en na een stroomstoring. Indien de klok niet wordt ingesteld, blijft het
display leeg totdat de bereidingstijd wordt ingesteld.
q
DRUK OP DE KLOKTOETS (3 seconden) totdat het linkercijfer (uren)
knippert.
w
DRAAI DE INSTELKNOP OM DE uren in te stellen.
e
DRUK OPNIEUW OP DE KLOKTOETS. (De twee tekens rechts (minuten)
knipperen).
r
DRAAI DE INSTELTOETS om de minuten in te stellen.
t
DRUK OPNIEUW OP DE KLOKTOETS.
q
e
t
w
r
8
NL
ALLEEN MAGNETRONFUNCTIE
V
ERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
JET
(750 W)
V
ERWARMEN VAN DRANKEN, water, heldere soepen, ko e, thee of ander voedsel met een
hoog watergehalte. Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een lager ni-
veau kiezen.
600 W B
EREIDEN VAN vis, vlees, groenten enz.
500 W
V
OORZICHTIG BEREIDEN van eiwitrijke sauzen, kaas- en eiergerechten en voor het afmaken
van casseroles.
350 W L
ATEN SUDDEREN VAN STOOFSCHOTELS, smelten van boter.
160 W O
NTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
90 W Z
ACHT LATEN WORDEN van ijs
BEREIDEN EN OPWARMEN MET DE MAGNETRON
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het normaal bereiden en opwarmen van
bijvoorbeeld groenten, vis, aardappelen en vlees.
A
LS HET BEREIDINGSPROCES EENMAAL GESTART IS:
Kunt u de bereidingstijd eenvoudig met stappen van 30 seconden
verlengen door op de starttoets te drukken. Bij elke druk op de
toets wordt de bereidingstijd met 30 seconden verlengd. U kunt
de bereidingstijd ook verlengen of verkorten door de instelknop
te draaien.
HET JUISTE VERMOGEN KIEZEN
q
DRUK OP DE VERMOGENTOETS om het vermogen in te stellen.
w
DRAAI DE INSTELKNOP naar rechts om de bereidingstijd in te stel-
len.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
q
w
e
9
NL
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het snel opwarmen van voedsel met een
hoog watergehalte, zoals heldere soepen, ko e of thee.
STRAAL START
q
DRUK OP DE STARTTOETS.
DEZE FUNCTIE START AUTOMATISCH met maximaal magnetronvermogen
en een bereidingstijd van 30 seconden. Elke keer dat de toets nog-
maals wordt ingedrukt, wordt de tijd met 30 seconden verlengd.
U kunt de bereidingstijd ook verlengen of verkorten door de instel-
knop te draaien, nadat de functie is gestart.
HANDMATIG ONTDOOIEN
VOLG DE PROCEDURE VOOR “koken en opwarmen
met de magnetron” en kies vermogensniveau
160W om handmatig te ontdooien.
CONTROLEER EN INSPECTEER HET VOEDSEL REGELMATIG.
De ervaring zal u leren hoeveel tijd er nodig is
voor de verschillende hoeveelheden.
D
RAAI GROTE STUKKEN halverwege het ontdooi-
en om.
BEVROREN VOEDSEL IN PLASTIC ZAKJES , plastic folie of
verpakkingen van karton kan rechtstreeks in
de oven geplaatst worden wanneer de
verpakking geen metalen delen bevat
(bijvoorbeeld metalen bindstrips).
D
E VORM VAN DE VERPAKKING IS van invloed
op de ontdooitijd. Platte pakjes ont-
dooien sneller dan grote blokken.
S
CHEID AFZONDERLIJKE STUKKEN van elkaar wanneer
ze beginnen te ontdooien.
Afzonderlijke plakken ontdooien sneller.
S
CHEID VERSCHILLENDE STUKKEN VOED-
SEL met stukjes aluminiumfo-
lie wanneer ze warm begin-
nen te worden (b.v. kippen-
poten en vleugeltjes).
G
EKOOKT VOEDSEL, STOOFPOTTEN EN VLEES-
SAUZEN ontdooien beter als u ze tijdens
het ontdooien doorroert.
W
ANNEER U ONTDOOIT is het beter het voed-
sel iets bevroren te laten en het voedsel
even te laten staan om het ontdooiproces te
voltooien.
A
LS U HET VOEDSEL NA HET ONTDOOI-
EN EVEN LAAT STAAN wordt het re-
sultaat altijd beter, aange-
zien de temperatuur gelijk-
matiger door het voedsel ver-
deeld wordt.
q
10
NL
VOEDSELGROEP HOEVEELHEID TIPS
q
VLEES 100 G - 2 KG GEHAKT, KOTELETTEN, BIEFSTUK OF BRAADVLEES.
w
GEVOGELTE 100 G - 2 KG HELE KIP, IN STUKKEN OF FILETS.
e
VIS 100 G - 2 KG HEEL, MOTEN OF FILETS.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL is genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbevolen
gewicht, moet u de procedure voor “Koken en opwarmen met de magnetron” aanhouden en 160
W kiezen voor het ontdooien.
BEVROREN VOEDSEL:
ALS HET GEWICHT MINDER OF MEER IS DAN HET
AANBEVOLEN GEWICHT: volg de procedu-
re voor “Koken en opwarmen met de
magnetron” en kies 160 W voor het
ontdooien.
BEVROREN VOEDSEL:
ALS HET VOEDSEL EEN HOGERE temperatuur
heeft dan diepvriestemperatuur
(-18°C), moet een lager voedselge-
wicht worden gekozen.
ALS HET VOEDSEL EEN LAGERE temperatuur
heeft dan diepvriestemperatuur
(-18°C), moet een hoger voedselge-
wicht worden gekozen.
AUTOONTDOOIEN
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor het ontdooien van vlees, gevogelte en vis.
AUTO-Ontdooien mag alleen gebruikt worden als het nettoge-
wicht tussen de 100 g en 2 kg ligt.
PLAATS HET VOEDSEL ALTIJD op het glazen draaiplateau.
q
DRUK DE AUTO ONTDOOI-KNOP verschillende keren in, om de
voedselgroep te selecteren.
w
DRAAI DE INSTELTOETS om het gewicht in te stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
BIJ SOMMIGE VOEDSELGROEPEN MOET het voedsel omgedraaid of geroerd
worden tijdens de bereiding. In deze gevallen stopt de oven en
wordt u gevraagd de benodigde handeling uit te voeren.
ALS DE DEUR NIET BINNEN DEZE TIJD WORDT GEOPEND (binnen 2 minuten) zal
de ovendoorgaan met het ontdooiproces. In dit geval is het eindre-
sultaat mogelijk niet optimaal.
Open de deur.
Voer de gevraagde handeling uit.
Sluit de deur en start opnieuw door de starttoets in te drukken.
DEZE FUNCTIE MOET HET NETTO GEWICHT van het voedsel weten.
e
w
q
11
NL
GEHEUGEN
MET DE GEHEUGENFUNCTIE KUNT U gemakkelijk en snel een voorkeurin-
stelling terugvinden.
DE GEHEUGENFUNCTIE slaat de weergegeven instelling op.
E
EN INSTELLING OPSLAAN:
Kies een functie.
Programmeer uw instellingen.
Druk op de Geheugentoets en houd hem ingedrukt gedurende
3 seconden, totdat een geluidssignaal is te horen. De instelling
is nu opgeslagen. U kunt het geheugen zo vaak als u wilt op-
nieuw programmeren.
EEN OPGESLAGEN INSTELLING GEBRUIKEN:
q
DRUK OP DE GEHEUGENTOETS.
w
DRUK OP DE STARTTOETS.
W
ANNEER HET APPARAAT voor het eerst of na een stroomuitval wordt
gebruikt, zal uw Memo-functie - 2 minuten op vol vermogen als
standaardinstelling hebben opgeslagen.
DRANKEN
MET DE DRANKENFUNCTIE KUNT U gemakkelijk en snel 1-4 koppen met
drank opwarmen.
q
DRUK VERSCHILLENDE KEREN OP DE DRANKENTOETS totdat het aantal
koppen dat verhit moet worden geselecteerd is.
w
DRUK OP DE STARTTOETS.
1
KOP IS GELIJK AAN 150 ml drank.
q
w
q
w
12
NL
VOEDSELGROEP HOEVEELHEID TE GEBRUIKEN ACCESSOIRES
TIJDENS DE
BEREIDING
q
RIJSTGERECHTEN 300 G - 650 G MAGNETRONBESTENDIGE SCHAAL ROER HET VOEDSEL OM
w
PASTAGERECHTEN 250 G - 550 G MAGNETRONBESTENDIGE SCHAAL ROER HET VOEDSEL OM
e
SOEP 250 G - 1000 G MAGNETRONBESTENDIGE SCHAAL ROER HET VOEDSEL OM
r
KANT-EN-KLAAR MAALTIJD 200 G - 500 G MAGNETRONBESTENDIG BORD
t
GEMENGDE GROENTEN 150 G - 600 G MAGNETRONBESTENDIGE SCHAAL ROER HET VOEDSEL OM
VOOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL wordt genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbe-
volen gewicht, moet u de procedure voor “Koken en opwarmen met de magnetron” volgen.
STRAALMENU
GEBRUIK DEZE FUNCTIE OM verschillende types bevroren voedsel te be-
reiden.
DE OVEN SELECTEERT automatisch de bereidingsmethode, tijd en ver-
mogen.
q
DRUK OP DE STRAALMENU-KNOP om de voedselcategorie in te stel-
len. (zie tabel)
w
DRUK OP DE INSTELTOETSEN om het gewicht van het voedsel in te
stellen.
e
DRUK OP DE STARTTOETS.
B
IJ SOMMIGE VOEDSELGROEPEN MOET het voedsel tijdens de bereiding
omgeroerd worden. In deze gevallen stopt de oven en wordt u ge-
vraagd de benodigde handeling uit te voeren.
A
LS DE DEUR NIET BINNEN DEZE TIJD WORDT GEOPEND (binnen 2 minuten)
zal de ovendoorgaan met het bereidingsproces. In dit geval is het
eindresultaat mogelijk niet optimaal.
Open de deur.
Voer de gevraagde handeling uit.
Sluit de deur en start opnieuw door de starttoets in te drukken.
e
w
q
13
NL
SOORT
VOEDSEL
HOEVEEL
HEID
VERMO
GEN
TIJD NAGAARTIJD TIPS
HELE kip 1000 G
750 W
18 - 20
MIN. 5 - 10 MIN.
DRAAI DE KIP halverwege de
bereidingstijd om. Controleer of
het vleessap helder gekleurd is
wanneer de bereidingstijd voorbij
is.
K
IP ( lets of
stukken)
500 G 8 - 10 MIN.5 MIN.
CONTROLEER of het vleessap
helder gekleurd is wanneer de
bereidingstijd voorbij is.
BACON 150 G 3 - 4 MIN. 1 - 2 MIN.
PLAATS DEZE OP KEUKENPAPIER in 2 of 3
lagen en dek ze af met nog meer
keukenpapier.
G
ROENTEN
(vers)
300 G 3 - 4 MIN. 1 - 2 MIN.
MET DEKSEL BEREIDEN en 2 tl zout
toevoegen.
GROENTEN
(diepvries)
250 - 400 G
3 - 4 MIN.
5 - 6 MIN.
1 - 2 MIN.
MET DEKSEL BEREIDEN
AARDAPPELEN,
IN SCHIL
1 ST.
4 ST.
4 - 6 MIN.
12 - 15 MIN.
2 MIN.
5 MIN.
INPRIKKEN MET EEN VORK. (1 stuk = 250 g).
Halverwege omdraaien.
GEHAKTBROOD 600 - 700 G
600 W
12 - 14 MIN.5 MIN.
HELE vis 600 G 8 - 9 MIN. 4 - 5 MIN.VEL INSNIJDEN en afgedekt bereiden.
V
IS (moten of
lets)
400
G 5 - 6 MIN. 2 - 3 MIN.
D
UNSTE DELEN naar het midden van
het bord plaatsen. Met deksel
bereiden.
BEREIDINGSTABEL
HOE MEER VOEDSEL U WILT BEREIDEN, des te langer
de bereiding zal duren. Een vuistregel is dat de
dubbele hoeveelheid voedsel bijna tweemaal
zoveel tijd vergt.
H
OE LAGER DE BEGINTEMPERATUUR, hoe langer
de vereiste kooktijd. Voedsel op kamer-
temperatuur kookt sneller dan voedsel
dat rechtstreeks uit de koelkast komt.
A
LS U MEERDERE STUKKEN VAN het-
zelfde voedsel kookt, bijvoor-
beeld aardappelen in de schil, dient
u deze in een kring in de oven te leg-
gen, zodat ze gelijkmatig gekookt worden.
H
ET ROEREN EN OMSCHEPPEN VAN VOEDSEL zijn tech-
nieken die zowel voor traditioneel koken als
het koken met de magnetron worden gebruikt
om de warmte snel tot midden in het voed-
sel te verdelen en het overkoken bij de
buitenranden te voorkomen.
W
ANNEER U voedsel met een onregel-
matige vorm of dikte bereidt, moet u
het dunste gedeelte van het voedsel in
de richting van het midden van het bord
plaatsen, waar het als laatste verwarmd zal
worden.
VOEDSEL DAT VEEL VET EN SUIKER bevat zal sneller
koken dan voedsel dat veel water bevat. Vet en
suiker bereiken ook een hogere
temperatuur dan water.
LAAT HET VOEDSEL NA HET BERE-
IDEN altijd even staan. Dit le-
vert altijd een verbetering van
het resultaat op aangezien de temperatuur op
die manier gelijkmatig over het voedsel ver-
deeld zal worden.
S
OMMIGE VOEDINGSMIDDELEN ZIJN BEDEKT DOOR EEN SCHIL
OF MEMBRAAN, bijvoorbeeld aardappels, appels en
eidooiers. Prik in dergelijke gevallen met een vork
of cocktailprikker in het voedsel om de
druk te verminderen en openbarsten
te voorkomen.
KLEINERE STUKKEN VOEDSEL KOKEN SNELLER
DAN GROTERE STUKKEN EN REGELMATIG ge-
vormde stukken worden gelijkmatiger gaar
dan onregelmatig gevormde stukken.
14
NL
SOORT
VOEDSEL
HOEVEEL
HEID
VERMO
GEN
TIJD
NAGAAR
TIJD
TIPS
K
ANT-EN-KLARE
MAALTIJD
300 G
450 G
750 W
3 - 5
MIN.
4 - 5 MIN.
1 - 2 MIN.
BORD AFDEKKEN
RIJST
2 DL
6 DL
1 - 2 MIN.
3 - 4 MIN.
1 MIN.
2 MIN
SCHAAL AFDEKKEN
GEHAKTBALLEN 250 G 2 MIN. 1 - 2 MIN.ZONDER DEKSEL BEREIDEN
DRANKEN 2 DL 1 - 2 ½ MIN.1 MIN.
ZET EEN METALEN LEPEL in de mok
om overkoken te voorkomen.
S
OEP (helder) DL 2 - 2 ½ MIN.1 MIN.
ONAFGEDEKT VERWARMEN in een
soepbord of soepkom.
C
RÈMESOEPEN
OF
ROOMSAUZEN
2 ½ DL 3 - 4 MIN.1 MIN.
VUL DE KOM niet meer dan 3/4.
Eenmaal omroeren tijdens
het verwarmen.
H
OTDOGS
1 ST.
2 ST.
600 W
½ - 1 MIN.
1 - 1 ½ MIN.
1 MIN.
L
ASAGNE 500 G 5 - 6 MIN. 2 - 3 MIN.
OPWARMTABEL
NET ALS BIJ TRADITIONELE BEREIDINGSMETHODES moet
in de magnetron opgewarmd voedsel altijd
verwarmd worden tot het kokend heet is.
DE BESTE RESULTATEN WORDEN BEREIKT wan-
neer het voedsel zo is neergelegd dat
het dikkere voedsel zich aan de buiten-
kant van het bord bevindt en het dun-
nere voedsel in het midden.
L
EG DUNNE PLAKJES VLEES boven op elkaar of
laat ze overlappen. Dikkere plakken, bijvoor-
beeld gehaktbrood en worst, moeten dicht bij
elkaar worden gelegd.
B
IJ HET OPWARMEN VAN STOOFPOTTEN EN SAUZEN is het
beter het voedsel een keer om te roeren om
de warmte gelijkmatig te verdelen.
A
FDEKKEN VAN HET VOEDSEL helpt het vocht
in het voedsel te houden, vermindert
spatten en verkort de opwarmtijd.
W
ANNEER U PORTIES BEVROREN VOEDSEL OP-
WARMT, dient u de instructies op de ver-
pakking te volgen.
VOEDSEL DAT NIET GEROERD KAN WORDEN, bijvoor-
beeld gegratineerde gerechten, kan het beste
worden opgewarmd op 400-600 W.
LAAT HET VOEDSEL NA HET OPWARMEN ENKELE MINUTEN
STAAN; op die manier zal de temperatuur gelijk-
matig over het voedsel verdeeld worden.
15
NL
SOORT
VOEDSEL
HOEVEEL
HEID
VERMO
GEN
TIJD NAGAARTIJD TIPS
GEHAKTBROOD 800 - 1000 G
ONTDOOIEN
(160 W)
20 - 22
MIN. 10 - 15 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
GEHAKT 500 G 8 - 10 MIN.5 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien. Ontdooide delen
uit elkaar halen.
K
ARBONADES,
KOTELETTEN,
BIEFSTUK
500 G 7 - 9 MIN. 5 - 10 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
HELE kip 1200 G 25 MIN. 10 - 15 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
K
IP, stukken
of  lets
500 G 7 - 9 MIN. 5 - 10 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien / uit elkaar halen.
Dek vleugeltjes en poten
af met aluminiumfolie om
oververhitting te voorkomen.
HELE vis 600 G 8 - 10 MIN. 5 - 10 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omkeren en de staart afdekken
met folie om oververhitting te
voorkomen.
V
IS (moten of
lets)
400 G 6 - 7 MIN.5 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien. Ontdooide delen
uit elkaar halen.
HEEL BROOD 500 G 4 - 6 MIN.5 MIN.
HALVERWEGE het ontdooien
omdraaien.
BROODJES EN
KADETJES
4 STUKS
(150 - 200 G)
1 ½ - 2 MIN. 2 - 3 MIN.IN EEN KRING leggen.
F
RUIT EN BESSEN 200 G 2 - 3 MIN. 2 - 3 MIN.
U
IT ELKAAR HALEN tijdens het
ontdooien.
ONTDOOITABEL
BEVROREN VOEDSEL IN PLASTIC ZAKJES , plastic folie
of verpakkingen van karton kan rechtstreeks
in de oven geplaatst worden wanneer de ver-
pakking geen metalen delen bevat (bijvoor-
beeld metalen bindstrips).
D
E VORM VAN DE VERPAKKING IS van invloed
op de ontdooitijd. Platte pakjes ont-
dooien sneller dan grote blokken.
SCHEID AFZONDERLIJKE STUKKEN van elkaar
wanneer ze beginnen te ontdooien. Af-
zonderlijke plakken ontdooien sneller.
D
EK STUKKEN VOEDSEL met kleine stukken alumi-
niumfolie af wanneer ze warm beginnen te
worden (bijvoorbeeld kippenpoten en vleu-
gels).
D
RAAI GROTE STUKKEN halverwege het ontdooi-
en om.
GEKOOKT VOEDSEL, STOOFPOTTEN EN VLEESSAUZEN ont-
dooien beter als u ze tijdens het ontdooien
doorroert.
W
ANNEER U ONTDOOIT is het beter het
voedsel iets bevroren te laten en het
voedsel even te laten staan om het
ontdooiproces te voltooien.
A
LS U HET VOEDSEL NA HET ONTDOOIEN EVEN
LAAT STAAN wordt het resultaat altijd beter aan-
gezien de temperatuur gelijkmatiger door het
voedsel verdeeld wordt.
16
NL
ONDERHOUD EN REINIGING
NORMAAL GESPROKEN IS SCHOONMAKEN de enige
vorm van onderhoud die nodig is.
ALS DE OVEN niet goed wordt schoongehouden,
kan dit tot aantasting van het ovenoppervlak
leiden, hetgeen de levensduur van het appa-
raat kan verkorten en mogelijk tot gevaarlijke
situaties kan leiden.
G
EBRUIK GEEN METALEN SCHUUR-
SPONSJES, SCHURENDE REINIG-
INGSMIDDELEN, pannens-
ponsjes, ruwe doeken
enz., want deze zouden
het bedieningspaneel en de binnen- en bu-
itenkant van de oven kunnen beschadi-
gen. Gebruik een spons met een mild scho-
onmaakmiddel of een tissue met een spray
die geschikt is voor het schoon-
maken van glas. Sproei het
schoonmaakmiddel op de
tissue.
SPRAY NIET rechtstreeks op de
oven.
VERWIJDER REGELMATIG, vooral als u gemorst
heeft, het draaiplateau en de plateaudrager
en maak de bodem van de magnetron goed
schoon.
DEZE OVEN IS ONTWORPEN om met draaiplateau te
worden gebruikt.
GEBRUIK DE MAGNETRON NIET wanneer u het
draaiplateau eruit heeft genomen om
het schoon te maken.
GESCHIKT VOOR DE VAATWASMACHINE:
PLATEAUDRAGER.
G
LAZEN DRAAIPLATEAU.
GEBRUIK GEEN SCHOONMAAKAPPARATEN DIE MET
STOOM WERKEN, wanneer u de magnetron
schoonmaakt.
G
EBRUIK EEN MILD SCHOONMAAKMIDDEL, water en
een zachte doek om de ovenruimte, voor- en
achterkant van de deur en de deursponning
schoon te maken.
Z
ORG ERVOOR DAT ER GEEN VET- OF VOEDSEL-
RESTEN in de deursponning achterblijven.
IN GEVAL VAN HARDNEKKIGE vlekken laat u gedu-
rende 2 of 3 minuten een kopje water in de
oven koken. Vuil laat zich door de stoomvor-
ming makkelijker verwijderen.
U HEEFT GEEN LAST VAN LUCHTJES als u regelma-
tig een kopje water met wat citroensap op het
draaiplateau plaatst en dit enkele minuten laat
koken.
17
NL
STORINGEN OPSPOREN
ALS DE OVEN NIET WERKT, bel dan pas voor assi-
stentie als u gecontroleerd hebt of:
Het draaiplateau en de plateaudrager op
hun plaats zitten.
De stekker goed in het stopcontact zit.
De deur goed gesloten is.
De zekeringen in orde zijn en er stroom is.
De oven voldoende ventilatie heeft.
Wacht 10 minuten en probeer dan de oven
opnieuw te laten werken.
Open en sluit de deur voordat u het op-
nieuw probeert.
Z
O KUNT U onnodige telefoontjes voorkomen en
kosten besparen.
Als u de klantenservice belt, dient u het se-
rienummer en het typenummer van de oven
door te geven (zie het serviceplaatje). Raad-
pleeg het garantieboekje voor nadere infor-
matie.
ALS HET NETSNOER MOET WORDEN VERVANGEN,
moet dat gebeuren met een
origineel exemplaar, dat ver-
krijgbaar is via onze klan-
tenservice. Het netsnoer
mag uitsluitend door een be-
voegde onderhoudsmonteur
worden vervangen.
O
NDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MO-
GEN UITSLUITEND DOOR EEN BEV-
OEGDE ONDERHOUDSMONTEUR WOR-
DEN UITGEVOERD. Het is gevaarlijk
voor ongetrainde personen
om onderhoud of reparaties
uit te voeren waarbij er kappen moeten
worden verwijderd, aangezien deze be-
scherming bieden tegen blootstelling aan
microgolfenergie.
VERWIJDER GEEN BESCHERMKAPPEN.
MILIEUTIPS
DE VERPAKKING kan volledig wor-
den gerecycled, zoals wordt
aangegeven door het recy-
clingsymbool. Voor de ver-
werking dienen de plaatselij-
ke voorschriften te worden na-
geleefd. Houd verpakkingsmate-
riaal (plastic zakken, polystyreen enz.) buiten
het bereik van kinderen.
DIT APPARAAT is voorzien van het merkteken vol-
gens de Europese richtlijn 2002/96/EC inzake
Afgedankte Elektrische en Elektronische Ap-
paraten (WEEE). Door ervoor te zorgen dat dit
product op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijk negatieve gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid
te voorkomen die anders zouden kunnen wor-
den veroorzaakt door een onjuiste verwerking
van dit product.
HET SYMBOOL op het product of op de bijbehoren-
de documentatie geeft aan
dat dit product niet als huis-
houdelijk afval mag worden
behandeld. In plaats daarvan
moet het worden afgegeven bij
een verzamelpunt voor recy-
cling van elektrische en elektro-
nische apparaten.
AFDANKING moet worden
uitgevoerd in overeen-
stemming met de plaatse-
lijke milieuvoorschriften
voor afvalverwerking.
VOOR NADERE INFORMATIE over de behandeling, te-
rugwinning en recycling van dit product wordt
u verzocht contact op te nemen met het stads-
kantoor in uw woonplaats, uw afvalophaal-
dienst of de winkel waar u het product heeft
aangeschaft.
SNIJD DE VOEDINGSKABEL VAN HET APPARAAT DOOR
voordat u dit afdankt, zodat die onbruikbaar
wordt.
18
NL
19
NL
20
NL
VOEDINGSSPANNING 230 V/50 HZ
NOMINAAL INGANGSVERMOGEN 1150 W
Z
EKERING 10 A
U
ITGANGSVERMOGEN MAGNETRON 750 W
A
FMETINGEN BUITENKANT (HXBXD) 285 X 456 X 386
A
FMETINGEN BINNENKANT (HXBXD) 196 X 292 X 295
TEST HOEVEELHEID TIJD BIJ BENADERING VERMOGEN OVENSCHAAL
12.3.1 750
G 10 MIN.750 W PYREX 3.220
12.3.2 475
G 5 MIN.750 W PYREX 3.827
12.3.3 900
G 14 MIN.750 W PYREX 3.838
12.3.4 1100
G 18 - 20 MIN.750 W PYREX 3.827
13.3 500
G AUTO-ONTDOOIEN OP DRAAIPLATEAU PLAATSEN
NL
461965270191
IN OVEREENSTEMMING MET IEC 60705:
DE INTERNATIONALE ELEKTROTECHNISCHE COMMISSIE heeft een norm ontworpen voor het vergelijkend
testen van verwarmingsprestaties van verschillende magnetronovens. Voor deze oven adviseren
wij het volgende:
Whirlpool Sweden AB
TECHNISCHE SPECIFICATIES
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Whirlpool AMW 231 WH de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding