Canon Digital IXUS Wireless Handleiding

Type
Handleiding
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de softwareprogramma's
moet installeren en worden de functies en bedieningsprocedures kort
beschreven.
Lees de softwarelicentieovereenkomst die wordt weergegeven tijdens
de installatie voordat u de software op de meegeleverde cd-rom
gebruikt. U moet de bepalingen en voorwaarden van de software-
licentieovereenkomst accepteren als u de software wilt gebruiken.
BELANGRIJK
U moet de soft-
ware installeren
voordat u de
camera aansluit
op de computer.
Installeer eerst
de software.
Sluit de camera aan
op de computer.
Draadloze verbinding
Verbinding via interfacekabel
Registreer het doel-
apparaat bij de camera.
Maak draadloos
verbinding.
Windows (p. 13)
Macintosh (p. 47)
Windows (p. 78)
NEDERLANDS
Windows/Macintosh Windows Macintosh
Handleiding voor software
en draadloze verbinding
[camera
computer]
(Voor de cd Canon Digital Camera Solution Disk versie 27)
Draadloos
De veiligheidsvoorschriften in deze handleiding zijn bedoeld om u te wijzen op een veilig en juist
gebruik van de producten om letsel bij uzelf en anderen en schade aan apparatuur te voorkomen.
Het is belangrijk dat u deze voorschriften leest en begrijpt voordat u doorgaat met de overige
gedeelten van deze handleiding.
Informatie over handelsmerken
ArcSoft, het ArcSoft-logo en ArcSoft PhotoStudio zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van ArcSoft, Inc.
Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation.
Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer
Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
Microsoft
®
en Windows
®
zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
•Wi-Fi
®
en het Wi-Fi-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance; en Wi-Fi
CERTIFIED., WPA. en het Wi-Fi CERTIFIED-logo zijn handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
UPnP
TM
is een handelsmerk van UPnP
TM
Implementers Corporation.
Andere namen en producten die hierboven niet zijn genoemd, zijn mogelijk handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
Copyright © 2005 Canon Inc. Alle rechten voorbehouden.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Waarschuwingen Deze aanduiding markeert situaties die de dood of ernstig letsel
tot gevolg kunnen hebben als de instructies worden genegeerd
of niet goed worden opgevolgd.
Waarschuwingen
Gebruik de meegeleverde cd-rom('s) alleen in een cd-speler voor gegevens-cd-rom's. Als u de
cd-rom('s) afspeelt in een speler voor audio-cd's, kunnen de luidsprekers beschadigd raken.
Bovendien kan er gehoorbeschadiging optreden als u met een koptelefoon luistert naar het
harde geluid van een gegevens-cd-rom die wordt afgespeeld op een audio-cd-speler.
Disclaimer
We hebben ernaar gestreefd de informatie in deze handleiding volledig en accuraat weer
te geven, maar aanvaarden geen aansprakelijkheid voor mogelijke fouten of weglatingen.
Canon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hierin beschreven hardware en
software te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Niets uit deze handleiding mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden gereprodu-
ceerd, verzonden, overgezet, opgeslagen in een opzoeksysteem of in een andere taal
worden vertaald zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Canon.
Canon biedt geen garantie voor schade als gevolg van beschadigde of verloren gegevens
wegens verkeerd gebruik of functioneren van de camera, de software, de CompactFlash™-
kaarten (CF-kaarten), personal computers, randapparatuur of het gebruik van CF-kaarten
anders dan die van Canon.
1
Inhoud
Lees dit eerst 3
Eenvoudiger kan niet! Maak thuis professionele afdrukken .................... 4
Draadloos voor meer gemak ....................................................................... 6
Grenzeloze mogelijkheden met leuke software ........................................ 8
Systeemvereisten ........................................................................................ 10
Programma's en compatibele besturingssystemen .................................. 11
Voordat u de camera aansluit op de computer ........................................ 12
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen 13
De software en het USB-stuurprogramma installeren ............................. 13
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen 19
Beelden downloaden naar de computer .................................................. 19
Beelden afdrukken ..................................................................................... 24
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken 30
Vensters van ZoomBrowser EX .................................................................. 30
ZoomBrowser EX-functies .......................................................................... 36
Films afspelen ............................................................................................. 39
Films bewerken ........................................................................................... 40
Panoramabeelden samenvoegen – PhotoStitch ....................................... 41
Persoonlijke camera-instellingen opgeven
met de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] ................................ 42
De software gebruiken op het Macintosh-platform – voorbereidingen 47
De software installeren .............................................................................. 47
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen 49
Beelden downloaden naar de computer .................................................. 49
Beelden afdrukken ..................................................................................... 53
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken 57
Vensters van ImageBrowser ....................................................................... 57
ImageBrowser-functies .............................................................................. 63
Films afspelen ............................................................................................. 66
Films bewerken ........................................................................................... 67
Panoramabeelden samenvoegen – PhotoStitch ....................................... 68
Persoonlijke camera-instellingen opgeven
met de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] ................................ 69
Inhoud
2
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera 74
Procedures .................................................................................................. 74
Voorbereiding – Voordat u de draadloze verbinding gebruikt .............. 75
Het doelapparaat registreren op de camera ............................................ 78
Een verbinding maken ............................................................................... 85
De verbinding verbreken ........................................................................... 87
Een doelapparaat verwijderen .................................................................. 88
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken 89
Mogelijke acties als de camera is verbonden met een computer ........... 89
Beelden downloaden/afdrukken met cameraopdrachten (verplaats) .... 90
Opnamen maken vanaf een computer (opnemen op afstand) ............... 95
Beelden automatisch op de computer opslaan
bij het maken van opnamen (Auto Transfer) ........................................... 98
Problemen oplossen voor draadloze verbinding 100
Problemen met de verbinding ................................................................. 100
Firewalls .................................................................................................... 105
Voordat u contact met ons opneemt ...................................................... 106
Bijlagen 107
ArcSoft PhotoStudio ................................................................................. 107
De software verwijderen ......................................................................... 109
Mappenstructuur van de geheugenkaart ............................................... 112
Beelden naar een computer downloaden
zonder aanvullende software .................................................................. 113
Problemen oplossen ................................................................................. 114
Informatie over uw camera 123
Niet-ondersteunde programma's en functies ......................................... 123
Index 124
3
Windows/Macintosh
Lees dit eerst
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat u kunt doen als u de camera gebruikt met de software
op de cd Canon Digital Camera Solution Disk.
Ook wordt de vereiste systeemconfiguratie voor het gebruik van de software beschreven.
Informatie over deze handleiding
Bij de uitleg in deze handleiding wordt ervan uitgegaan dat u werkt met Windows XP
of Mac OS X versie 10.3. Als u een andere versie van deze besturingssystemen gebruikt,
kunnen de scherminhoud en procedures enigszins afwijken.
In deze handleiding worden de volgende begrippen gebruikt.
Mac OS X wordt gebruikt voor Mac OS X (versie 10.2 – versie 10.4)
Geheugenkaart wordt gebruikt voor CF-kaarten, SD-kaarten, MultiMedia-kaarten en
pc-kaarten.
Lees dit eerst
4
Windows/Macintosh
Eenvoudiger kan niet!
Maak thuis professionele afdrukken
Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera
voor instructies over het maken van opnamen.
U hoeft de software slechts eenmaal te installeren.
Maak de opnamen
Installeer de software op de computer
Windows (p. 13)
Macintosh (p. 47)
Lees dit eerst
5
Windows/Macintosh
Download de beelden
naar de computer
Druk de beelden af
Sluit de camera aan op de computer
Windows (p. 19)
Macintosh (p. 49)
Windows (p. 24)
Macintosh (p. 53)
Veiligheidsvoor-
schriften voor het
aansluiten (p. 12)
Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor aansluitinstructies.
Lees dit eerst
6
Windows/Macintosh
Draadloos voor meer gemak
Als u met Windows XP SP2 werkt, kunt u via een draadloze verbinding beelden naar de
computer verzenden en deze afdrukken. De draadloze netwerkfunctie is niet beschikbaar
voor het Macintosh-platform.
Verzend de beelden naar de computer
Verzend de beelden naar de computer en druk ze af
Verzend de beelden naar de computer en druk ze af op een aangesloten printer
(afdrukken via de computer).
Draadloos (p. 90)
Draadloos (p. 90)
U hebt geen kabels nodig voor een draadloze verbinding.
Lees dit eerst
7
Windows/Macintosh
Draadloos (p. 98)
Bedien de camerasluiter vanaf de computer
U kunt met ZoomBrowser EX de sluiterknop van de camera vanaf de computer
bedienen om opnamen te maken (Remote Shooting/Opnemen op afstand).
Draadloos (p. 95)
De opnamen worden naar
de computer gedownload.
Laat opnamen automatisch op de computer opslaan
Laat opnamen automatisch op de computer opslaan (Auto Transfer)
De opname wordt naar de computer overgebracht nadat deze op de
geheugenkaart in de camera is opgeslagen.
Lees dit eerst
8
Windows/Macintosh
Grenzeloze mogelijkheden met leuke software
Druk allerlei lay-outs af
Maak afdrukken met de verschillende lay-outs van ZoomBrowser EX/PhotoRecord (Windows) en
ImageBrowser (Macintosh). De weergegeven voorbeelden zijn afkomstig van ZoomBrowser EX
en PhotoRecord (Windows).
Voeg opnamen samen tot een panoramabeeld
Maak met PhotoStitch een panoramabeeld van een reeks beelden.
Controleer in één oogopslag al uw beelden
door een index (contactafdruk) af te drukken.
Maak een mooi
fotoalbum van uw
mooiste herinneringen
met behulp van [Layout
Print/Lay-out afdrukken].
Met [One Photo per Page/Eén foto
per pagina] is het afdrukken van
beelden ook eenvoudig.
Lees dit eerst
9
Windows/Macintosh
Verzend een beeld als e-mailbijlage
Voeg een beeld als bijlage aan een e-mailbericht toe door uw e-mailsoftware te starten vanuit
ZoomBrowser EX (Windows) of ImageBrowser (Macintosh).
Bewerk een film
U kunt films bewerken, films en stilstaande beelden die u hebt gedownload naar de computer
met elkaar verbinden, tekst (zoals titels) of achtergrondmuziek toevoegen of speciale effecten
toepassen.
Neem stilstaande beelden uit films
U kunt een stilstaand beeld uit de weergegeven film nemen en dit beeld opslaan als een nieuw
beeldbestand. U kunt ook een reeks frames opgeven en hieruit meerdere stilstaande beelden
nemen.
Lees dit eerst
10
Windows/Macintosh
Systeemvereisten
Installeer de software op een computer die voldoet aan de volgende minimumvereisten.
Windows
Windows XP (exclusief de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger is vereist als u de
draadloze functies wilt gebruiken.
Macintosh
De draadloze netwerkfunctie is niet beschikbaar voor het Macintosh-platform.
Besturingssysteem Windows 98 Tweede editie
Windows ME
Windows 2000 Service Pack 4
Windows XP (inclusief Service Pack 1 en Service Pack 2)
Computermodel Het bovenstaande besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd op
computers met ingebouwde USB-poorten.
Processor Pentium 500 MHz of hoger
RAM Windows 98 Tweede editie/Windows ME: minimaal 128 MB
Windows 2000/Windows XP: minimaal 256 MB
Aansluiting USB/IEEE802.11b
Benodigde
schijfruimte
Canon-hulpprogramma's
- ZoomBrowser EX: minimaal 250 MB
(inclusief het afdrukprogramma PhotoRecord)
- PhotoStitch: minimaal 40 MB
TWAIN-stuurprogramma voor Canon-camera: minimaal 25 MB
WIA-stuurprogramma voor Canon-camera: minimaal 25 MB
ArcSoft PhotoStudio: minimaal 50 MB
Beeldscherm 1024 x 768 pixels/High Color (16-bits) of hoger
Besturingssysteem Mac OS X (versie 10.2 – 10.4)
Computermodel Het bovenstaande besturingssysteem moet zijn geïnstalleerd op
computers met ingebouwde USB-poorten.
Processor PowerPC G3/G4/G5
RAM minimaal 256 MB
Aansluiting USB
Benodigde
schijfruimte
Canon-hulpprogramma's
- ImageBrowser: minimaal 200 MB
- PhotoStitch: minimaal 40 MB
ArcSoft PhotoStudio: minimaal 50 MB
Beeldscherm 1024 x 768 pixels/32.000 kleuren of hoger
Lees dit eerst
11
Windows/Macintosh
Programma's en compatibele besturingssystemen
De cd 'Canon Digital Camera Solution Disk' wordt bij alle modellen meegeleverd.
Hierop vindt u de volgende programma's.
Windows-programma's
*1 Kan worden gestart vanuit ZoomBrowser EX.
*2 Beeldbewerkingsprogramma dat wordt gemaakt door ArcSoft, Inc.
*3 Alleen compatibel met Windows 98 Tweede editie.
*4 Geen stuurprogramma vereist omdat Windows XP PTP ondersteunt.
*5 Alleen ondersteund door Windows XP (exclusief de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger.
Macintosh-programma's
*1 Kan worden gestart vanuit ImageBrowser.
*2 Beeldbewerkingsprogramma dat wordt gemaakt door ArcSoft, Inc.
U hebt een cd-rom-station nodig om de software te installeren.
Zelfs als aan de systeemvereisten is voldaan, hoeft dit niet te betekenen
dat alle computerfuncties werken.
U hebt een geluidskaart nodig om geluidsfragmenten bij filmbestanden
onder Windows af te spelen.
In Windows hebt u QuickTime 6.5 nodig om beelden op te slaan die met
PhotoStitch in QuickTime VR-indeling zijn samengevoegd. U hebt dit programma
bovendien nodig om films af te spelen en te bewerken in Windows 98 Tweede
editie, Windows ME en Windows 2000 en om films te bewerken met Windows XP.
QuickTime is meegeleverd op de cd Canon Digital Camera Solution Disk.
Macintosh-software kan niet worden gebruikt op schijven die met een
UFS-indeling (Unix File System) zijn geformatteerd.
Compatibel besturings-
systeem
Windows
98
Windows
ME
Windows
2000
Windows
XP
Belangrijkste functies
Programma
ZoomBrowser EX
*3
Beelden downloaden, weergeven,
indelen en bewerken
TWAIN-stuurprogramma
*3 *4
Stuurprogramma voor Canon-camera's
(voor Windows 98, Windows 2000)
WIA-stuurprogramma
*4
Stuurprogramma (Windows ME)
PhotoRecord
*1
*3
Opmaken en afdrukken
PhotoStitch
*1
*3
Beelden samenvoegen om panorama's
te maken
ArcSoft PhotoStudio
*1 *2
Geavanceerde beeldbewerking
Camera Wireless Setup
*5
Hulpprogramma draadloze configuratie
Compatibel besturings-
systeem
Mac OS X Belangrijkste functies
Programma
ImageBrowser Beelden downloaden, weergeven, indelen en bewerken
PhotoStitch
*1
Beelden samenvoegen om panorama's te maken
ArcSoft PhotoStudio
*1 *2
Geavanceerde beeldbewerking
Zie ArcSoft PhotoStudio (p. 107) voor informatie over dit programma.
Lees dit eerst
12
Windows/Macintosh
Voordat u de camera aansluit op de computer
Veiligheidsvoorschriften voor het aansluiten
De verbinding werkt mogelijk niet goed als u de camera met een interfacekabel via een
USB-hub aansluit.
De verbinding werkt mogelijk niet goed wanneer u samen met de camera andere USB-
apparatuur gebruikt, met uitzondering van een USB-muis of -toetsenbord. Als de verbinding
niet goed werkt, koppelt u de andere apparaten los en sluit u de camera opnieuw aan.
Sluit niet twee of meer camera's tegelijk aan op dezelfde computer via de USB-poort. De
verbindingen werken dan misschien niet goed.
Zorg ervoor dat de computer niet overschakelt naar de stand-bymodus (slaapstand) als er
een camera is aangesloten via de USB-poort. Koppel de interfacekabel niet los als dit toch
gebeurt. Probeer de computer weer in de actieve modus te krijgen terwijl de camera nog
is aangesloten. Sommige computers keren niet goed terug in de actieve modus als u de
camera loskoppelt terwijl de computer in de slaapstand staat. Raadpleeg de handleiding
bij de computer voor instructies met betrekking tot de slaapstand.
Veiligheidsvoorschriften voor draadloze LAN-producten
Draadloze LAN's gebruiken radiosignalen in plaats van kabels om informatie uit te wisselen
tussen apparaten. Het voordeel hiervan is dat er een LAN-verbinding mogelijk is binnen het
bereik van het radiosignaal. De volgende problemen kunnen zich echter voordoen als de
veiligheidsinstellingen van het netwerk niet correct zijn geconfigureerd, omdat radiosignalen
voorbij obstakels (zoals muren) tot aan hun volledige bereik kunnen komen.
Gegevensinhoud kan worden onderschept
Het is mogelijk dat derden met kwaadwillende bedoelingen expres radiosignalen afluisteren
en afbeeldingen en andere gegevens die worden overgebracht, onderscheppen.
Ongeautoriseerde toegang
Het is mogelijk dat derden met kwaadwillende bedoelingen zonder toestemming toegang
krijgen tot het netwerk en afbeeldingsgegevens onderscheppen (informatielek). Zij kunnen de
volgende misdrijven plegen:
Zich voordoen als iemand anders en de gegevens naar anderen versturen en zo valse
gegevens verspreiden (impersonatie)
Onderschepte gegevens veranderen en overdragen (vervalsing)
Afbeeldingsgegevens beschadigen (beschadiging van gegevens)
Draadloze LAN-producten beschikken normaal gesproken over veiligheidsfuncties die deze
problemen voorkomen. Hiermee kunt u de veiligheidsinstellingen configureren en het product
met zo min mogelijk risico gebruiken.
Als u het product wilt gebruiken zonder de veiligheidsinstellingen te configureren, is het
verstandig om op de hoogte te zijn van de mogelijke problemen en het product naar eigen
inzicht en op eigen verantwoordelijkheid te gebruiken.
Controleer of u de software van de meegeleverde cd Canon Digital Camera
Solution Disk hebt geïnstalleerd voordat u de camera aansluit op de computer.
Als u de camera aansluit op een computer, wordt u aangeraden de camera
via een netvoedingsadapter aan te sluiten op een stopcontact (indien
mogelijk voor uw cameramodel). Zorg ervoor dat u volledig opgeladen
batterijen gebruikt als u geen netvoeding gebruikt.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor de juiste
procedures voor het aansluiten van de camera op de computer.
13
Windows
De software gebruiken op het
Windows-platform – voorbereidingen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de software installeert en de camera aansluit op
een computer. Lees deze basisprocedures voordat u de camera aansluit op de computer.
De software en het USB-stuurprogramma
installeren
Installeer de software vanaf de cd Canon Digital Camera Solution Disk.
Wat hebt u hierbij nodig
Uw camera en computer
Cd Canon Digital Camera Solution Disk
Bij camera meegeleverde interfacekabel
Installatieprocedure
1
Controleer of de camera niet op de computer
is aangesloten.
Als de camera wel is aangesloten, koppelt u de
kabel los. De software kan niet goed worden
geïnstalleerd als de camera al op de computer
is aangesloten.
2 Sluit alle toepassingen af.
U moet de software installeren voordat u de camera aansluit op de computer.
Gebruikers van Windows XP of Windows 2000 moeten zich als beheerder op
de computer aanmelden voordat zij de software installeren.
Windows XP (exclusief de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger is vereist
als u de functie voor draadloos netwerken wilt gebruiken.
Zie ArcSoft PhotoStudio (p. 107) voor informatie over het installeren van
ArcSoft PhotoStudio.
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
14
Windows
3 Plaats de Canon Digital Camera Solution Disk
in het cd-rom-station van de computer.
Ga als volgt te werk als het installatiescherm
niet automatisch verschijnt.
4 Klik onder [Digital Camera Software/
Software voor digitale camera] op de
knop [Install/Installeren].
Het installatiescherm openen
Volg de volgende procedure om het installatiescherm te openen als dit niet
automatisch verschijnt.
Windows XP
1. Kies [My Computer/Deze computer] in het menu [Start].
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het cd-rom-station en kies
[Open/Openen].
3. Dubbelklik op het pictogram [SETUP.EXE].
Windows 2000, Windows ME, Windows 98 Tweede editie
1. Dubbelklik op het bureaublad van Windows op het pictogram [My Computer/
Deze computer].
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het cd-rom-station en kies
[Open/Openen].
3. Dubbelklik op het pictogram [SETUP.EXE].
Op sommige computers wordt mogelijk de bestandsextensie [.EXE] uit het
bovenstaande voorbeeld niet weergegeven.
Start de computer opnieuw op als u daarom wordt gevraagd. Ga door
met de installatie wanneer het volgende venster wordt weergegeven.
Installatiescherm
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
15
Windows
5 Klik op [Next/Volgende].
6 Selecteer [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] als installatietype en klik op
[Next/Volgende].
Selecteer [Custom Installation/Aangepaste
installatie] als u programma's afzonderlijk
voor installatie wilt selecteren.
7 Klik op [Yes/Ja] als u alle voorwaarden van de softwarelicentieovereenkomst
accepteert.
Wanneer [Custom Installation/Aangepaste installatie] is geselecteerd
Het USB-stuurprogramma (de software voor het maken van een
verbinding) is nodig wanneer de camera via een interfacekabel op de
computer wordt aangesloten. Controleer of u een van onderstaande
USB-stuurprogramma's hebt geselecteerd (het programma dat bij uw
besturingssysteem hoort).
Windows 2000/Windows 98 Tweede editie: TWAIN-stuurprogramma
voor Canon-camera
Windows ME: WIA-stuurprogramma voor Canon-camera
Onder Windows XP wordt het USB-stuurprogramma van het Windows-
besturingssysteem gebruikt. U hoeft in dat geval geen USB-stuur-
programma te installeren.
Bij een draadloze verbinding tussen de camera en de computer is
software voor draadloze verbindingen vereist. Zorg ervoor dat u de
volgende software selecteert. Draadloze verbindingen zijn alleen
beschikbaar voor Windows XP (exclusief de 64-bits versie) met Service
Pack 2 of hoger.
Camera Wireless Setup (hulpprogramma voor draadloze verbindingen)
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
16
Windows
8 Controleer de installatie-instellingen
en klik op [Next/Volgende].
Volg de instructies op het scherm
om door te gaan.
De weergegeven items verschillen
naargelang de geïnstalleerde software.
9 Als de installatie is afgerond, selecteert
u [Yes, I want to restart my computer
now/Ja, ik wil mijn computer nu
opnieuw opstarten] en klikt u op
[Finish/Voltooien].
Als de camera is verbonden via een draad-
loos netwerk, moet u de firewallinstellingen
controleren voordat u de computer
opnieuw opstart. Zie Firewalls (p. 105).
Verwijder de cd Canon Digital Camera
Solution Disk nog NIET uit het cd-rom-
station.
10 Verwijder de cd uit het cd-rom-station nadat de
computer opnieuw is opgestart en uw normale
bureaublad wordt weergegeven.
Als er een waarschuwingsbericht voor beveiligings-
software verschijnt nadat u de computer opnieuw
hebt opgestart, moet u Firewalls (p. 105) lezen en de
instellingen wijzigen.
Hiermee is de installatie van de software voltooid.
Sluit vervolgens de camera aan op de computer zodat
het USB-stuurprogramma kan worden gebruikt.
Gebruikers van Windows XP en Windows 2000 moeten zich aanmelden
als beheerder (met beheerdersaccount op de lokale computer) nadat
de computer opnieuw is opgestart om de volgende stappen te kunnen
uitvoeren.
Als u een USB-stuurprogramma hebt geïnstalleerd, zijn nu alleen nog
maar de vereiste bestanden naar de computer gekopieerd. U moet nu de
camera via de interfacekabel op de computer aansluiten om de installatie
te voltooien en het stuurprogramma voor te bereiden voor gebruik.
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
17
Windows
11 Sluit de camera met de interfacekabel op de
computer aan en stel de camera in op de
juiste modus om verbinding te maken.
Klik op [Yes/Ja] als het venster [Digital
Signature Not Found/Digitale handtekening
niet gevonden] verschijnt.
De installatie van het USB-stuurprogramma wordt automatisch voltooid wanneer u de
camera aansluit op de computer en verbinding maakt.
Tijdens de installatieprocedure (alleen de eerste keer dat de camera op een computer
wordt aangesloten) verschijnen dialoogvensters die lijken op de onderstaande
dialoogvensters.
Windows XP
Na enkele ogenblikken verschijnt het
dialoogvenster dat hier rechts wordt
weergegeven.
Zie De software verwijderen (p. 109) als u de geïnstalleerde programma's
wilt verwijderen.
Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies voor het
aansluiten van de camera op de computer en stel de camera in op de
juiste modus om verbinding te maken.
De software gebruiken op het Windows-platform – voorbereidingen
18
Windows
Windows 2000/Windows ME/Windows 98 Tweede editie
Start de computer opnieuw op als u daarom wordt gevraagd.
Na de installatie wordt een dialoogvenster weergegeven waarin u de standaard-
instellingen kunt instellen. Raadpleeg De software gebruiken op het Windows-
platform – grondbeginselen (p. 19) voor de volgende stappen.
Hiermee zijn de installatie van de software en het USB-stuurprogramma en de aansluiting van
de camera op de computer voltooid.
U kunt nu camerabeelden downloaden naar de computer (p. 19).
Raadpleeg De installatie van het USB-stuurprogramma verloopt niet
goed in het gedeelte Problemen oplossen (p. 114) als u problemen hebt
met de installatie.
Raadpleeg het gedeelte Het USB-stuurprogramma verwijderen (p. 110)
als u het USB-stuurprogramma wilt verwijderen dat u met deze
procedures hebt geïnstalleerd.
Raadpleeg het gedeelte Als u ZoomBrowser EX versie 2 of 3 hebt
gebruikt (p. 121) als u eerder met een van deze versies hebt gewerkt.
19
Windows
De software gebruiken op het
Windows-platform – grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de procedures beschreven voor het gebruik van ZoomBrowser EX
om de beelden van de camera naar de computer te downloaden en deze af te drukken.
Lees dit hoofdstuk nadat de voorbereidingen in het gedeelte De software gebruiken op het
Windows-platform – voorbereidingen zijn voltooid.
Beelden downloaden naar de computer
U wilt beelden downloaden naar uw computer. De procedures verschillen enigszins, afhankelijk
van of u de camera op de computer aansluit (zie hieronder) of gebruikmaakt van een
geheugenkaartlezer (p. 22).
Camera aangesloten op computer
1
Stel de camera in op de weergavemodus terwijl deze op de computer is aangesloten.
Zie Verbinding maken (p. 85) voor een draadloze verbinding.
Gebruik bij een niet-draadloze verbinding de meegeleverde interfacekabel om de USB-
poort van de computer op de digitale uitgang van de camera aan te sluiten. Bereid de
camera voor op communicatie met de computer.
Het camerabeheervenster wordt
weergegeven. Het venster kan er bij een
draadloze verbinding iets anders uitzien.
Het camerabeheervenster
Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor informatie over niet-
draadloze verbindingen tussen de camera en de computer en over
communicatiemodi.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
20
Windows
2 Download de beelden.
Gebruik de camera of de computer om
beelden te downloaden. De gedownloade
beelden worden standaard opgeslagen in
de map [My Pictures/Mijn afbeeldingen].
Als u hiernaast een vinkje plaatst, wordt dit
venster automatisch geopend wanneer de
camera op de computer wordt aangesloten.
U kunt de instellingen zoals het type beeld
dat wordt gedownload en de doelmap
wijzigen door op [Preferences/Voorkeuren]
te klikken.
De eerste keer dat een camera op een computer wordt aangesloten
Configureer de volgende instellingen wanneer u de camera voor het eerst met een
interfacekabel op de computer aansluit. Alle volgende keren dat u de camera op de
computer aansluit, is deze procedure niet meer vereist.
Selecteer [Canon CameraWindow] wan-
neer een dialoogvenster (dialoogvenster
[Events/Gebeurtenissen]) wordt weer-
gegeven dat lijkt op het dialoogvenster
dat u hier rechts ziet en klik op [OK].
Hier verschijnt de naam
van uw cameramodel of
[Canon Camera/Canon-camera].
Naargelang de configuratie van
uw computer kunnen hier andere
programma's worden weergegeven.
Als het dialoogvenster [Events/Gebeurtenissen] niet verschijnt, klikt
u op het menu [Start] en selecteert u achtereenvolgens [All programs/
Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon Utilities/Canon-
hulpprogramma's], [CameraWindow] en [CameraWindow].
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
21
Windows
Beelden downloaden met de camera (functie Verplaats)
Geef de instellingen voor de functie
Verplaats op en druk op de knop
(Afdrukken/Delen) of op de knop
[FUNC./SET].
Het menu Verplaats
Beelden downloaden met de computer
Klik op [Starts to download images/
Downloaden van beelden starten].
De beelden die worden gedownload, worden op basis van de opnamedatum in mappen
opgeslagen.
Druk op de knop FUNC./SET om het instellingenmenu Verplaats weer te
geven. Zie Afbeeldingen downloaden/afdrukken met cameraopdrachten
(Verplaats) (p. 90) voor de verplaatsinstellingen en -procedures.
Standaard worden nu alle beelden gedownload die nog niet zijn gedownload.
Als u beelden wilt downloaden waarvan de downloadinstellingen
met de camera zijn ingesteld, klikt u op [Preferences/Voorkeuren] en
selecteert u [Images whose transfer settings were specified with the
camera/Beelden waarvan de downloadinstellingen zijn opgegeven
met de camera] als het beeldtype dat moet worden gedownload.
Klik op [Lets you select and download images/Beelden selecteren en
downloaden] om de camerabeelden in een lijst weer te geven, de
beelden te controleren voordat u ze downloadt en alleen de
geselecteerde beelden te downloaden.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
22
Windows
Wanneer de beelden zijn gedownload,
worden ze als miniaturen weergegeven in
het hoofdvenster van ZoomBrowser EX.
Miniatuur
Bij gedownloade mappen wordt een
symbool weergegeven dat aangeeft dat
de mappen zijn gedownload (het symbool
verdwijnt wanneer u ZoomBrowser EX afsluit).
U kunt de beelden nu afdrukken (p. 24).
Aansluiting op een geheugenkaartlezer
1
Plaats de geheugenkaart in de lezer.
Gebruik indien nodig een los verkrijgbare kaartadapter.
Raadpleeg de handleiding voor de geheugenkaartlezer voor aansluit- en gebruiksinstructies.
2 Selecteer [View/Download Images using
Canon CameraWindow/Beelden met
Canon CameraWindow bekijken/down-
loaden] wanneer het dialoogvenster
verschijnt dat hier rechts wordt weer-
gegeven en klik op [OK].
Het camerabeheervenster wordt
weergegeven.
Als het bovenstaande dialoogvenster niet verschijnt, klikt u op het menu
[Start] en selecteert u achtereenvolgens [All Programs/Alle programma's]
of [Programs/Programma's], [Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's],
[CameraWindow] en [CameraWindow]. Vervolgens gaat u verder met stap 3.
(1) Plaats de geheugenkaart indien nodig in een adapter.
De kaartadapter en de vorm van de geheugenkaart
kunnen variëren naargelang het type geheugenkaart
dat door de camera wordt gebruikt.
(2) Schuif de adapter met de kaart in de sleuf.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
23
Windows
3 Klik op [Starts to download images/
Downloaden van beelden starten].
U kunt de instellingen zoals het type beeld
dat wordt gedownload en de doelmap
wijzigen door op [Preferences/Voorkeuren]
te klikken.
De beelden die zijn gedownload, worden op basis van de opnamedatum opgeslagen
in mappen.
Wanneer de beelden zijn gedownload, worden ze als miniaturen weergegeven in het
hoofdvenster van ZoomBrowser EX.
U kunt de beelden nu afdrukken (p. 24).
Standaard worden alle beelden die nog moeten worden gedownload
naar de map [My Pictures/Mijn afbeeldingen] gedownload.
Als u beelden wilt downloaden waarvan de downloadinstellingen
met de camera zijn ingesteld, klikt u op [Preferences/Voorkeuren] en
selecteert u [Images whose transfer settings were specified with the
camera/Beelden waarvan de downloadinstellingen zijn opgegeven
met de camera] als het beeldtype dat moet worden gedownload.
Klik op [Lets you select and download images/Beelden selecteren en
downloaden] om de beelden op de geheugenkaart in een lijst weer te
geven, de beelden te controleren voordat u ze downloadt en alleen de
geselecteerde beelden te downloaden.
Raadpleeg Mappenstructuur van de geheugenkaart (p. 112) voor
informatie over de mappenstructuur en de bestandsnamen van de
geheugenkaart.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
24
Windows
Beelden afdrukken
Beelden kunnen op drie manieren worden afgedrukt: [One Photo per Page Print/Eén foto per
pagina afdrukken], [Index Print/Index afdrukken] en [Layout Print/Lay-out afdrukken]. In dit
gedeelte wordt ingegaan op de opties [One Photo per Page Print/Eén foto per pagina
afdrukken] en [Layout Print/Lay-out afdrukken].
[One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken]
Met deze optie wordt één beeld per pagina afgedrukt, in standaardfoto-indeling. Als u
meerdere beelden selecteert, worden deze elk afzonderlijk op een pagina afgedrukt.
1 Klik in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX op [Print/Afdrukken] en vervolgens
op [One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken].
Films kunnen niet worden afgedrukt, maar u kunt wel stilstaande beelden
afdrukken die u uit films hebt genomen en in afzonderlijke bestanden hebt
opgeslagen.
Als u de optie [Index Print/Index afdrukken] wilt gebruiken, klikt u op [Print/
Afdrukken] in het hoofdvenster en vervolgens op [Index Print/Index afdrukken].
Als u het programma Easy-
PhotoPrint hebt geïnstalleerd dat
bij een Canon-printer is geleverd,
gaat u naar het afdrukvenster
van Easy-PhotoPrint dat aan de
rechterkant wordt weergegeven
als u [One Photo Per Page Print/
Eén foto per pagina afdrukken]
selecteert volgens de standaard-
instellingen. Wordt er een soort-
gelijk venster geopend, lees dan het menu Help met instructies voor
Easy-PhotoPrint om door te gaan.
Als u wilt doorgaan naar het afdrukvenster van ZoomBrowser EX dat
wordt weergegeven in stap 2 wanneer u [One Photo Per Page Print/Eén
foto per pagina afdrukken] selecteert, klikt u in het menu [Tools/Extra]
en selecteert u [Preferences/Voorkeuren] en gaat u naar het tabblad
[Print/Afdrukken]. Selecteer [Use ZoomBrowser EX Print Functions/
Afdrukfuncties van ZoomBrowser EX gebruiken].
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
25
Windows
2 Zorg ervoor dat [1. Select Images/1. Beelden selecteren] is geselecteerd en
selecteer de gewenste beelden.
U kunt meerdere beelden selecteren door de [Ctrl]-toets ingedrukt te houden terwijl u op
opeenvolgende beelden klikt.
3 Klik op [2. Printer and Layout Settings/2. Instellingen voor printer en lay-out] en
pas de categorieën indien nodig aan.
4 Klik op [3. Print/3. Afdrukken].
Het afdrukken wordt gestart.
De achtergrond van
geselecteerde beelden
wordt blauw.
Hiermee selecteert
u de printer en de
papiergrootte en
dergelijke.
Hiermee stelt u het aantal
afdrukexemplaren in.
Met deze knoppen kunt u bladeren tussen verschillende
beelden als meerdere beelden zijn geselecteerd.
Hiermee geeft u
bijvoorbeeld aan dat
er geen rand moet
worden gebruikt bij
het afdrukken.
Plaats hier een
vinkje als u de
opnametijd en
-datum met de
beelden wilt
afdrukken.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
26
Windows
[Layout Print/Lay-out afdrukken]
Bij deze optie wordt het afdrukprogramma PhotoRecord gebruikt om meerdere beelden op
één pagina te rangschikken en ze af te drukken als een fotoalbum.
In dit gedeelte worden de belangrijkste stappen uitgelegd voor het gebruik van PhotoRecord.
Zie het menu Help van PhotoRecord voor gedetailleerde instructies.
1 Klik in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX op [Print/Afdrukken] en vervolgens
op [Layout Print/Lay-out afdrukken].
2 Controleer of [1. Select Images/1. Beelden selecteren] is geselecteerd en ga door
met het selecteren van de gewenste beelden.
U kunt meerdere beelden selecteren door de [Ctrl]-toets ingedrukt te houden terwijl u op
opeenvolgende beelden klikt.
De achtergrond van
geselecteerde beelden
wordt blauw.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
27
Windows
3 Klik op [2. Select Captions for Printing/
2. Bijschriften voor afdrukken
selecteren] en selecteer de gegevens
die bij de afbeeldingen moeten worden
afgedrukt.
Als u bijvoorbeeld [Date and Time/Datum en
tijd] selecteert, worden de beelden met de
bijbehorende opnamedatum en -tijd afgedrukt.
4 Klik op [3. Open Layout Print/
Lay-out afdrukken openen].
PhotoRecord wordt gestart. Het
geselecteerde beeld en de bij stap 3
geselecteerde informatie worden in
het albumvenster weergegeven.
Aan de linkerkant wordt bovendien de
afdrukprocedure weergegeven. Voer de
procedure in de aangegeven volgorde uit.
U kunt een opmerking aan een beeld toevoegen in het venster
[Properties/Eigenschappen] (p. 35).
Albumvenster
Hier worden de geselecteerde
beelden weergegeven.
Hier wordt de
afdrukprocedure
weergegeven.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
28
Windows
5 Klik op [2 Select Printer & Album Type/
Printer en albumtype selecteren]. Nadat
u een printer hebt gekozen, selecteert
u [Free Form/Vrije vorm] in de categorie
[Album Type/Albumtype].
6 Klik op [3 Select paper/3 Papier
selecteren] en selecteer het
papierformaat en de afdrukstand.
7 Klik op [Decorate Album/Album
opmaken] en wijzig indien gewenst
het ontwerp van de achtergrond en
de rand van het beeld.
Klik op [Themes/Thema's], [Backgrounds/
Achtergronden], [Photo Frames/Fotoframes],
[Text Frames/Tekstframes] of [Clipart/
Illustraties] om een ander item te selecteren.
Voer de procedures uit volgens de
instructies naast het symbool .
De categorie [Themes/Thema's] bevat ontwerpen voor gebruik in het
gehele album.
U kunt ook op [Add Titles & Captions/Koppen en bijschriften toevoegen]
klikken als u tekst wilt toevoegen als kop of bijschrift.
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen
29
Windows
8 Klik op [4 Print/4 Afdrukken], bevestig
het aantal exemplaren en andere
afdrukinstellingen en klik vervolgens
op [Print/Afdrukken].
Hiermee wordt het afdrukken gestart.
Als u PhotoRecord wilt sluiten wanneer het afdrukken is voltooid, klikt u op . Klik op
[Yes/Ja] om het album op te slaan of op [No/Nee] om het te sluiten zonder het op te slaan.
Het venster van ZoomBrowser EX wordt opnieuw weergegeven nadat het album is opgeslagen.
In dit hoofdstuk zijn de grondbeginselen van ZoomBrowser EX behandeld. Wanneer u
de grondbeginselen onder de knie hebt, kunt u met de geavanceerde technieken gaan
experimenteren.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken (p. 30).
Er zijn een groot aantal verschillende albums. Selecteer een album dat
aan uw behoeften voldoet. De beschikbare albumtypen kunnen enigszins
verschillen naargelang de gebruikte printer.
Albumtype Beschrijving
[One Photo Per Page/
Eén foto per pagina]
Eén beeld afdrukken op elk vel papier.
[One Photo Per Sheet/
Eén foto per vel]
[Free Form/Vrije vorm] Afbeeldingen vrij op de pagina plaatsen en afdrukken.
[Index]
Miniaturen van de beelden en de opnamegegevens
(Exif-gegevens*) afdrukken.
[Fixed Size Photo/Foto
met vast formaat]
Hoogte en breedte van beeld opgeven en afdrukken.
[Mosaic/Mozaïek] Het opgegeven aantal beelden uitlijnen en afdrukken.
[Perforated paper/
Geperforeerd papier]
Afdrukken op geperforeerd papier.
[8-Sticker Label/8
zelfklevende etiketten]
Afdrukken op vellen met 8 etiketten.
* De opnamegegevens die in ZoomBrowser EX worden weergegeven, zijn niet
precies hetzelfde als de Exif-gegevens die met PhotoRecord kunnen worden
afgedrukt.
30
Windows
De software gebruiken op het Windows-
platform – geavanceerde technieken
In dit hoofdstuk worden verschillende ZoomBrowser EX-functies toegelicht.
Neem dit hoofdstuk door nadat u de basisprocedures voor ZoomBrowser EX in het hoofdstuk
De software gebruiken op het Windows-platform – grondbeginselen goed hebt doorgelezen.
Vensters van ZoomBrowser EX
In dit gedeelte worden de belangrijkste ZoomBrowser EX-vensters beschreven: het
hoofdvenster, het weergavevenster en het venster [Properties/Eigenschappen].
Hoofdvenster
In dit venster kunt u beelden die naar de computer zijn gedownload weergeven en ordenen.
Raadpleeg het gedeelte Informatie over uw camera (p. 123) als u wilt weten
of uw camera deze functies ondersteunt.
Mappengebied (p. 31)
Taakgebied (p. 31)
Weergavegebied (p. 31)
Functieknoppen (p. 33)
Hiermee kunt u het taakgebied en het
mappengebied weergeven of verbergen.
Weergavemodus
(p. 32)
Weergaveregel-
paneel (p. 33)
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
31
Windows
Taakgebied
De taken van ZoomBrowser EX worden hier als
een index gerangschikt.
Klik op een taakknop als u de bijbehorende
taak wilt uitvoeren.
Deze functies worden beschreven in het
gedeelte ZoomBrowser EX-functies (p. 36).
Mappengebied
In dit gebied selecteert u mappen. De beelden
in de geselecteerde map worden in het
weergavegebied weergegeven. Wanneer u vooraf een netwerkstation selecteert met
Windows Verkenner, kunt u netwerkmappen in het weergavegebied weergeven, maar
u kunt deze mappen niet toevoegen, wijzigen of verwijderen.
Als u [Favorite Folders/Favoriete mappen] hebt geselecteerd, worden alleen die mappen
weergegeven die u vooraf als favoriete mappen hebt opgegeven. U wordt aangeraden
om een map die u regelmatig gebruikt als favoriete map op te geven. Als u [All Folders/
Alle mappen] hebt geselecteerd, worden alle mappen weergegeven.
Weergavegebied
Hier worden de beelden weergegeven uit de map die in het mappengebied is geselecteerd.
De stijl van weergave hangt af van de weergavemodus die u hebt geselecteerd.
U kunt de volgorde van beelden in het weergavegebied sorteren op bestandsnaam, opnamedatum of
andere kenmerken. Hiervoor klikt u op het menu [Tools/Extra] en selecteert u [View/Beeld] en [Sort by/
Sorteren op].
De volgende pictogrammen kunnen naargelang de beeldkenmerken rond beelden worden weergegeven.
Beelden gemaakt in de cameramodus Stitch Hulp
RAW-beelden
Films
Beelden met geluidsbijlagen
Beveiligde beelden
Beelden die met de AEB-functie van de camera zijn gemaakt
Beelden die zijn gemaakt met een gekantelde camera die alleen in het scherm worden geroteerd
Manieren om een favoriete map op te geven
Als [Favorite Folders/Favoriete mappen] wordt weergegeven, klikt u op [Add/Toevoegen]
en selecteert u een map.
Als [All Folders/Alle mappen] wordt weergegeven, selecteert u een map en klikt u op
[Add to Favorites/Toevoegen aan Favorieten].
Als u een map in [Favorite Folders/Favoriete mappen] wilt verwijderen, selecteert u een
map en klikt u op de knop [Delete/Verwijderen].
Manieren om beelden in het weergavegebied te selecteren
Eén beeld selecteren: klik op een beeld.
Meerdere beelden selecteren: klik op het eerste beeld en houd vervolgens de [Ctrl]-toets
ingedrukt terwijl u op de andere gewenste beelden klikt.
Meerdere, opeenvolgende beelden selecteren: klik op het eerste beeld en houd
vervolgens de [Shift]-toets ingedrukt terwijl u op het laatste beeld klikt.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
32
Windows
Weergavemodus
Hiermee selecteert u de weergavestijl voor het weergavegebied.
[Zoom Mode/Modus in-/uitzoomen]
Hiermee geeft u alle beelden in een map als
miniaturen weer. Deze modus is heel handig als
u beelden zoekt omdat in deze modus veel
beelden tegelijk kunnen worden weergegeven.
Als in een map nog een aantal mappen zijn
genest, worden de beelden van de geneste
mappen ook als miniaturen weergegeven.
Als u de muiscursor boven een map beweegt,
wordt in de rechterbovenhoek weer-
gegeven. Als u hierop klikt, wordt er op
de desbetreffende map ingezoomd.
[Scroll Mode/Modus Bladeren]
Deze modus komt van pas als u beelden in
meerdere mappen tegelijk wilt bekijken. Als
de map die wordt weergegeven zich op het
hoogste niveau bevindt, worden ook de minia-
turen van alle beelden in de onderliggende
mappen weergegeven. U kunt het mapniveau
(de mapdiepte) wijzigen door op het menu
[Tools/Extra] te klikken en de optie [Preferences/
Voorkeuren] te selecteren.
De beelden in de geneste mappen
worden ook weergegeven.
[Preview Mode/Modus
Voorbeeldweergave]
In deze modus wordt het beeld groter en met
beeldgegevens weergegeven.
Als u de muisaanwijzer op een miniatuur plaatst, wordt het bijbehorende
beeld groter weergegeven in een apart venster. U kunt deze functie
uitschakelen door te klikken op [Show Information/Gegevens
weergeven] en de optie [Show Mouse Over Windows/Vergroting door
aanwijzen] uit te schakelen.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
33
Windows
Weergaveregelpaneel
In dit regelpaneel past u de weergave-instellingen voor het weergavegebied aan.
Functieknoppen
Met deze knoppen kunt u diverse functies uitvoeren.
Selectiemenu
Dit menu gebruikt u om alle
beelden in het weergavegebied
te selecteren of om de selectie
van alle beelden in het
weergavegebied ongedaan
te maken.
Menu voor het weergeven/
verbergen van beeldgegevens
Dit menu gebruikt u om beeldgege-
vens, zoals de bestandsnaam, de
opnamedatum of de [Star Rating/
Sterrenclassificatie], onder het beeld
weer te geven of te verbergen.
Weergavegrootte
Hiermee wijzigt u de
grootte van de miniatuur
in het weergavegebied.
Beelden filteren
Met deze functie filtert u de beelden op hun
sterrenclassificatie, zodat alleen beelden met het
opgegeven aantal sterren in het weergavegebied
worden weergegeven. U kunt één, twee of drie
sterren toekennen aan een beeld in het
weergavevenster, het venster [Properties/
Eigenschappen] of in de kolom met gegevens in
de [Preview Mode/Modus Voorbeeldweergave].
Knop Selecteren
Gebruik deze knop om afbeeldingen
in [Zoom mode/Modus in-/uitzoomen]
te selecteren.
Passend maken
Hiermee wijzigt u
de grootte van de
miniaturen zodat deze
in het venster passen.
Knop [View Image/
Beeld weergeven]
Hiermee geeft u het
geselecteerde beeld of de
geselecteerde film in het
weergavevenster weer.
Knop [Slide Show/Diashow]
Hiermee start u een diashow
van de selecteerde beelden.
Knop [Properties/
Eigenschappen]
Hiermee geeft u gegevens
over het geselecteerde beeld
in het venster [Properties/
Eigenschappen] weer.
Knop [Search/Zoeken]
Hiermee zoekt u naar
beelden aan de hand
van criteria zoals de
sterrenclassificatie,
de wijzigingsdatum,
de opnamedatum,
opmerkingen of
trefwoorden.
Knop [Delete/
Verwijderen]
Hiermee verwijdert
u geselecteerde
beelden of mappen.
Knop [Rotate/Roteren]
Hiermee roteert u het
geselecteerde beeld.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
34
Windows
Het weergavevenster
Dubbelklik op een beeld in het weergavegebied als u dit in het weergavevenster wilt weergeven.
Als een RAW-beeld wordt weergegeven, wordt de knop [Display Original
Image/Oorspronkelijk beeld weergeven] eronder weergegeven. Als u op
deze knop klikt, wordt het geconverteerde beeld in het weergavevenster
weergegeven.
Als u Windows XP gebruikt en u een filmbestand weergeeft, wordt de
knop [Capture Still Frame/Stilstaand beeld opnemen] weergegeven
naast de sterrenclassificatie. Als u op deze knop klikt, worden stilstaande
beelden uit films genomen.
Menu [Edit/Bewerken]
U kunt rode ogen corrigeren, kleuren
aanpassen, beelden bijsnijden en titels
toevoegen. Bovendien kunt u vanuit
dit menu andere programma's starten
waarmee u beelden kunt bewerken.
Beeldselectieknop
Hiermee schakelt
u tussen beelden.
Knop [Full Screen/Volledig scherm]
Hiermee geeft u het beeld weer op volledige schermgrootte.
Klik op het beeld of druk op een willekeurige toets op het toetsen-
bord om het beeld weer op normale grootte weer te geven.
Knop [Synchronize/
Synchroniseren]
Hiermee synchroni-
seert u de weergave-
instellingen wanneer
meerdere beelden
worden weergegeven.
[Zoom/In- en
uitzoomen]
Hiermee wijzigt u
de zoominstelling
van het beeld.
Hiermee stelt u de
weergavegrootte
van het beeld af op
de grootte van het
weergavevenster.
[Display AF Frame/AF-frame weergeven]
Hiermee wordt het AF-frame weergegeven
(wordt gebruikt om scherp te stellen).
Hiermee geeft u
beelden op ware
grootte weer in het
weergavevenster.
Knop [Print/Afdrukken]
Hiermee drukt u het
weergegeven beeld af.
Knop [Shooting
Information Display/
Opnamegegevens
weergeven]
Hiermee geeft
u beeldopnamegege
vens weer.
Schermsplitsingsknop
Hiermee geeft u meerdere beelden
tegelijk weer. Dit is handig voor als
u beelden wilt vergelijken.
[Star rating/
Sterrenclassificatie]
Hiermee geeft u een
sterrenclassificatie
aan een beeld.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
35
Windows
Het venster [Properties/Eigenschappen]
Het venster [Properties/Eigenschappen] wordt weergegeven wanneer u een beeld in het weer-
gavegebied selecteert en op de knop [Properties/Eigenschappen] klikt. Het venster [Properties/
Eigenschappen] wordt niet weergegeven in de [Preview Mode/Modus Voorbeeldweergave].
Hiermee geeft u
categorieën weer
of verbergt u deze.
[Star rating/
Sterrenclassificatie]
Hiermee geeft u een
sterrenclassificatie
aan een beeld.
[Shooting Information/
Opnamegegevens]
Hier worden gedetail-
leerde gegevens over de
opname-instellingen op
het moment van de
opname weergegeven,
zoals de sluitersnelheid of
de belichtingsinstelling.
Welke gegevens worden
weergegeven hangt af
van het cameramodel.
[Protect/Beveiligen]
Hiermee voorkomt u dat een
beeld wordt overschreven of
verwijderd.
[Comment/Opmerking]
Hier kunt u een opmerking
typen.
[Keywords/Trefwoorden]
Hiermee geeft u de
trefwoorden op die bij
zoekacties worden gebruikt.
[Brightness Histogram/
Helderheidshistogram]
Een grafiek van de verdeling
van licht en donker in een
beeld.
Beeldselectieknoppen
Hiermee schakelt
u tussen beelden.
Hiermee speelt u een
geluidsbijlage bij een
beeld af.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
36
Windows
ZoomBrowser EX-functies
In dit gedeelte worden de taakgebiedfuncties kort toegelicht.
[Acquire & Camera Settings/
Ophalen en camera-instellingen]
Hiermee opent u het camerabeheervenster
waarin u de volgende handelingen kunt uitvoeren.
[Acquire Images/Beelden ophalen]
Hiermee downloadt u beelden van de camera/geheugenkaart (p. 19, 22).
Bovendien kunt u geluidsbestanden downloaden die zijn opgenomen met de functie Audio
Recorder op de camera. Raadpleeg de ZoomBrowser EX Help voor downloadinstructies.
[Print Images/Beelden afdrukken]
Hiermee selecteert u de beelden in een camera of op een geheugenkaart en drukt u deze af.
U kunt kiezen uit verschillende afdrukmethoden, via DPOF-instellingen, de optie [Index Print/
Index afdrukken], de optie [One Photo per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken] of door
beelden te selecteren voordat u gaat afdrukken.
[Set to Camera/Instellen op camera]
Hiermee stelt u camera-instellingen in, zoals de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]
(p. 42). Bovendien kunt u hiermee beelden van de computer naar de camera of de
geheugenkaart uploaden.
[Remote Shooting/Opnemen op afstand]
Hiermee kunt de sluiterknop van de camera vanaf de computer bedienen (p. 95).
[View & Classify/
Weergeven en classificeren]
[View as a Slide Show/Als
diavoorstelling weergeven]
Hiermee start u een diashow van de beelden die u in het weergavegebied hebt geselecteerd.
[Rename Multiple Files/Meerdere bestanden hernoemen]
Hiermee wijzigt u de bestandsnamen van de geselecteerde beelden in één bewerking.
[Classify into Folder/Classificeren in map]
Hiermee classificeert u beelden en slaat u deze in een opgegeven map op.
[Search/Zoeken]
Hiermee zoekt u naar beelden aan de hand van criteria zoals de sterrenclassificatie, de
wijzigingsdatum, de opnamedatum, opmerkingen of trefwoorden. Sterrenclassificaties,
opmerkingen en trefwoorden kunnen worden opgegeven in de kolom met beeldgegevens in
de [Preview Mode/Modus Voorbeeldweergave] of in het venster [Properties/Eigenschappen].
Raadpleeg het gedeelte Informatie over uw camera (p. 123) als u wilt weten
of uw camera deze functies ondersteunt.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
37
Windows
[Edit/Bewerken]
[Edit Image/Beeld bewerken]
Hiermee kunt u beelden bewerken. Zo kunt u
beelden bijsnijden, beelden corrigeren en rode
ogen corrigeren. Bovendien kunt u hiermee andere
programma starten waarmee u beelden kunt bewerken.
[Stitch Photos/Foto's samenvoegen]
Hiermee voegt u meerdere beelden samen tot één grote panoramafoto (p. 41).
[Edit Movie/Film bewerken]
Hiermee bewerkt u films of stilstaande beelden die aan elkaar zijn gekoppeld. U kunt
tekst voor titels of achtergrondmuziek toevoegen en diverse effecten toepassen (p. 40).
[Process RAW Images/RAW-beelden verwerken]
Hiermee converteert u RAW-beelden in standaardbeelden. Tijdens de conversie kunt u
afbeeldingskenmerken zoals de helderheid, het contrast en de kleurbalans aanpassen.
[Export/Exporteren]
[Export Still Images/Stilstaande
beelden exporteren]
Hiermee kunt u de grootte of het type van een
beeld wijzigen en het beeld exporteren als een nieuw beeld.
[Export Movies/Films exporteren]
Hiermee kunt u de grootte of het type van een film wijzigen en het beeld exporteren als een
nieuwe film.
[Extract frames from a movie/Frames uit een film extraheren]
Hiermee extraheert u stilstaande beelden uit films binnen een opgegeven interval en slaat u
de beelden op als beeldbestanden (alleen in Windows XP).
[Export Shooting Properties/Opname-eigenschappen exporteren]
Hiermee kunt u de benodigde gegevens uit de opnamegegevens selecteren en naar een
tekstbestand exporteren.
[Export as a Screen Saver/Als schermbeveiliging exporteren]
Hiermee exporteert u het beeld als schermbeveiligingsbestand.
[Export as a Wallpaper/Als achtergrond exporteren]
Hiermee exporteert u het beeld als achtergrondbestand.
[Backup to CD/Reservekopie maken op cd]
Hiermee maakt u een reservekopie van beelden op een cd-r/rw.
De functie [Backup to CD/Reservekopie maken op cd] kan alleen worden
gebruikt op computers die aan de volgende vereisten voldoen.
Windows XP is al geïnstalleerd
Een cd-r/rw-station maakt deel uit van de standaardconfiguratie
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
38
Windows
[Print/Afdrukken]
[One Photo Per Page Print/Eén foto
per pagina afdrukken]
Hiermee drukt u één beeld per pagina af (p. 24).
Zo kunt u gemakkelijk foto's afdrukken.
[Index Print/Index afdrukken]
Hiermee rangschikt u kleine versies van de beelden in rijen en drukt u deze af.
[Layout Print/Lay-out afdrukken]
Hiermee kunt u meerdere beelden rangschikken op één pagina en ze afdrukken als een
album. U kunt ook bijschriften en titels invoegen (p. 26).
[Print Using Other Software/Afdrukken met andere software]
Selecteer de software die u wilt gebruiken en druk de gewenste beelden af.
[Internet]
[Email Images/Beelden die geschikt
zijn voor e-mail]
Hiermee converteert u de geselecteerde
beelden naar de geschikte grootte voor verzending via e-mail. Bovendien kunt u deze functie
gebruiken om automatisch een e-mailprogramma te starten nadat de conversie is voltooid.
Als u naar het vorige scherm wilt terugkeren nadat u een taak hebt
geselecteerd, klikt u op [Return to Main Menu/Terugkeren naar
hoofdmenu] onder aan het taakscherm.
In ZoomBrowser EX zijn diverse Help-functies beschikbaar. Klik op het
menu [Help], de knop [?] of de knop [Help] als u onderwerpen wilt weer-
geven over procedures voor gebruik of de functies die beschikbaar zijn.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
39
Windows
Films afspelen
1 Dubbelklik in het weergavegebied van ZoomBrowser EX op een beeld met een
filmpictogram.
Het weergavevenster wordt geopend en de film wordt hierin afgespeeld.
Windows 2000, Windows ME en Windows 98 Tweede editie
QuickTime is vereist als u films wilt afspelen en bewerken. Volg de onderstaande
procedures om QuickTime te installeren.
1. Plaats de cd Canon Digital Camera Solution Disk in het cd-rom-station.
Als het installatiescherm niet automatisch verschijnt, opent u het met de procedures
die worden beschreven in het gedeelte Het installatiescherm openen (p. 14).
2 Klik onder QuickTime op de knop
[Install/Installeren].
Volg de instructies op het scherm om door te gaan met de installatie.
U kunt de weergegeven
scène opslaan als een
stilstaand beeld door
hier te klikken.
U kunt de weergave
en het geluidsvolume
van de film regelen.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
40
Windows
Films bewerken
U kunt films maken en bewerken: films en stilstaande beelden die u hebt gedownload naar
de computer met elkaar verbinden, achtergrondmuziek, titels en andere tekst toevoegen en
verschillende effecten op de films toepassen.
1 Klik in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX op [Edit/Bewerken] en vervolgens
op [Edit Movie/Film bewerken].
2 Klik op [1. Add Images/1. Beelden toevoegen] en selecteer de beelden (film of
stilstaande beelden) die u wilt bewerken.
U kunt meerdere films of stilstaande beelden selecteren.
3 Voer de stappen aan de linkerzijde van het scherm uit om de film te bewerken en
op te slaan.
Het programma QuickTime is vereist om films af te spelen of te bewerken in
Windows 2000, Windows ME of Windows 98 Tweede editie of om films te
bewerken in Windows XP. Installeer het programma tijdens de procedures in
het onderwerp 'Films afspelen' in het gedeelte Windows 2000, Windows ME
en Windows 98 Tweede editie (p. 39).
Films worden opgeslagen in de indeling Motion JPEG AVI.
Klik op deze knop
om de film af te
spelen die wordt
bewerkt.
Voer deze stappen uit
om verder te gaan.
Storyboardgebied
Bevat miniaturen van de geselecteerde
beelden. Verbindt afbeeldingen met
elkaar van links naar rechts.
Klik op deze knop voor uitgebreide
gebruiksinstructies.
Vak met overgangseffecten
Wordt weergegeven tussen twee
aangrenzende beelden en bevat de
symbolen van de overgangseffecten
die beelden met elkaar verbinden.
Instructies
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
41
Windows
Panoramabeelden samenvoegen – PhotoStitch
U kunt een panoramabeeld maken door diverse beelden samen te voegen. Beelden kunnen
gemakkelijker worden samengevoegd als ze zijn genomen in de Stitch Hulp-modus omdat de
volgorde en afdrukstand van de beelden dan automatisch door PhotoStitch kunnen worden
vastgesteld.
Beelden die in de Stitch Hulp-modus zijn gemaakt
Een serie beelden die is opgenomen in Stitch Hulp-modus wordt in één map opgeslagen
wanneer deze van de camera wordt gedownload. Bovendien wordt het onderstaande
pictogram bij dergelijke beelden in het weergavegebied weergegeven.
PhotoStitch starten
1
Klik in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX op [Edit/Bewerken] en vervolgens op
[Stitch Photos/Foto's samenvoegen].
2 Klik op [1. Select Images/1. Beelden
selecteren] en selecteer diverse beelden
in het weergavegebied.
3 Klik op [2. Open PhotoStitch/
2. PhotoStitch starten].
Instructies
4 Voeg de beelden samen volgens de instructies in het deelvenster boven in het
PhotoStitch-venster.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor informatie
over het maken van opnamen in de Stitch Hulp-modus.
Beelden die in de Stitch Hulp-modus zijn opgenomen met een groot-
hoekconversielens, teleconversielens of close-uplens kunnen niet
nauwkeurig worden samengevoegd.
Pictogram dat wordt weergegeven
bij beelden die in de Stitch Hulp-
modus zijn gemaakt.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
42
Windows
Persoonlijke camera-instellingen opgeven met
de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]
Het opstartscherm, het opstartgeluid, het sluitergeluid, het werkgeluid en het zelftimergeluid
vormen de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]. U kunt uw favoriete beelden en
geluiden vanaf de computer toevoegen aan de instellingen voor [My Camera/Mijn camera].
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] die op
de computer zijn opgeslagen naar de camera uploadt en omgekeerd.
Het venster [My Camera/Mijn camera] weergeven
1
Stel de camera in op de weergavemodus terwijl deze op de computer is
aangesloten.
Zie Verbinding maken (p. 85) voor een draadloze verbinding.
Gebruik bij een niet-draadloze verbinding de meegeleverde interfacekabel om de USB-
poort van de computer op de DIGITAL uitgang van de camera aan te sluiten. Bereid de
camera voor op communicatie met de computer.
Het camerabeheervenster wordt weergegeven.
Het venster kan er bij een draadloze verbinding iets anders uitzien.
2 Klik op het tabblad [Set to Camera/
Instellen op camera].
3 Klik op [Set My Camera/Mijn camera
instellen].
Het venster [My Camera/Mijn camera]
wordt geopend.
Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor informatie over niet-
draadloze verbindingen tussen de camera en de computer en over
communicatiemodi.
Geef de instellingen op die worden beschreven in het gedeelte De eerste
keer dat een camera op een computer wordt aangesloten (p. 20)
wanneer u de camera voor het eerst op de computer aansluit.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
43
Windows
Functies in het venster [My Camera/Mijn camera]
ZoomBrowser EX bevat diverse vooraf vastgelegde instellingen voor [My Camera/Mijn camera].
U kunt deze instellingen controleren in het venster [My Camera/Mijn camera].
Tabbladen
Klik hierop om te schakelen tussen
het aanpassen van afzonderlijke
instellingen of groepen instellingen.
Hier worden de
bestanden met
camera-instellingen
weergegeven die
u op de computer
hebt opgeslagen.
Knop [Play/Afspelen]
Hiermee wordt het
geluid van het
geselecteerde
instellingenbestand
afgespeeld.
Knop [Delete/Verwijderen]
Hiermee wordt een
instellingenbestand van de
computer verwijderd.
Knop [Delete/
Verwijderen]
Hiermee wordt een
instellingenbestand uit
de camera verwijderd.
Hier worden de instellin-
gen in de camera weer-
gegeven.
Knop [Play/Afspelen]
Hiermee wordt het geluid
van het instellingen-
bestand in de camera
afgespeeld.
Knop [Save to Camera/
Opslaan op camera]
Hiermee wordt een
instellingenbestand van
de computer opgeslagen
op de camera.
Knop [Save to PC/
Opslaan op pc]
Hiermee wordt een
instellingenbestand van
de camera opgeslagen
op de computer.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
44
Windows
De persoonlijke instellingen opslaan op de camera
1
Selecteer het tabblad [Setup as a theme/Instellen als thema] in het venster
[My Camera/Mijn camera].
Als u het opstartscherm of -geluid afzonderlijk wilt instellen, klikt u op het tabblad
[Set individually/Afzonderlijk instellen] en selecteert u het beeld of het geluid.
2 Selecteer in de lijst [My Computer/Mijn computer] het bestand met instellingen
dat u op de camera wilt opslaan.
3 Selecteer in de lijst [Camera] de instelling die u wilt wijzigen en klik op [Save to
Camera/Opslaan op camera].
Het opslaan van de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] op de computer is hiermee
voltooid. In de lijst Camera wordt de instelling weergegeven uit het geselecteerde
bestand. Als een instelling voor deze categorie eerder is opgeslagen, wordt de instelling
overschreven.
Herhaal zo nodig de stappen 1 tot en met 3.
Als u deze gegevens op de camera wilt gebruiken, wijzigt u het opstartscherm en de
geluidsinstellingen op de camera zelf. Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor
meer informatie.
De persoonlijke camera-instellingen opslaan op de computer
1
Selecteer het tabblad [Setup as a theme/Instellen als thema] in het venster
[My Camera/Mijn camera].
Als u het opstartscherm of -geluid afzonderlijk wilt instellen, klikt u op het tabblad
[Set individually/Afzonderlijk instellen] en selecteert u het beeld of het geluid.
2 Selecteer in de lijst [Camera] de bestanden met instellingen die u op de computer
wilt opslaan.
3 Klik op [Save to PC/Opslaan op pc].
4 Geef een bestandsnaam op voor de geselecteerde instelling en klik op [OK].
Het opslaan van de persoonlijke camera-instellingen op de computer is hiermee voltooid.
Herhaal zo nodig de stappen 1 tot en met 4.
U kunt de persoonlijke camera-instellingen op een van de volgende twee
manieren selecteren en op de camera opslaan: afzonderlijk of in thema's.
Het thema 'Animal/Dier' heeft bijvoorbeeld een dier in het opstartscherm,
terwijl alle geluidsbestanden van dit thema dierengeluiden bevatten.
De namen van de standaardbestanden voor de verschillende thema's
voor de persoonlijke camera-instellingen beginnen allemaal met dezelfde
basisnaam. Zo beginnen de opstartscherm- en geluidsbestanden van het
thema 'Animal/Dier' allemaal met 'Animal~/Dier~'.
Op het moment dat de persoonlijke camera-instellingen op de camera
worden opgeslagen of worden overgebracht naar de computer, mag u de
interfacekabel niet loskoppelen, de camera niet uitschakelen en de camera
niet loskoppelen van de computer.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
45
Windows
Nieuwe gegevens aan het venster [My Camera/Mijn camera] toevoegen
Een nieuw beeld- of geluidsbestand maken en dit toevoegen aan het venster [My Camera/Mijn camera].
Beeld- en geluidsbestanden toevoegen nadat u ze hebt gemaakt
Oorspronkelijke opstartschermen en -geluiden toevoegen nadat u ze hebt gemaakt
U kunt in een handomdraai opstartschermbestanden en opstartgeluidsbestanden maken met
het programma My Camera Maker.
1 Klik op het menu [Edit/Bewerken] in het hoofdvenster van ZoomBrowser EX en
selecteer [ManageMy Camera/Mijn camera beheren].
Het venster [My Camera/Mijn camera] wordt geopend.
2 Selecteer het tabblad [Set individually/Afzonderlijk instellen] in het venster
[My Camera/Mijn camera] en klik vervolgens op de knop [Create My Camera Data/
Gegevens voor mijn camera maken].
My Camera Maker wordt gestart.
3 Volg de instructies in het bovenste
gedeelte van het venster [My Camera
Maker] en maak beeld- of geluids-
bestanden.
Instructies
Knop [Add File/Bestand toevoegen]
Hiermee voegt u beeld- en geluids-
bestanden toe die kunnen worden gebruikt
als instellingsbestanden. Toegevoegde
bestanden worden in de lijst weergegeven.
Knop [Connect to camera/Camera verbinden]
Hiermee maakt u verbinding met de camera.
De software gebruiken op het Windows-platform – geavanceerde technieken
46
Windows
4 Wanneer u het bestand hebt opgeslagen, klikt u op en sluit u het venster
[My Camera Maker].
U hebt het bestand nu als een instellingsbestand aan de computer toegevoegd.
5 Als u verbinding wilt maken met
de camera, klikt u op [Connect to
Camera/Camera verbinden].
U maakt verbinding via een draadloos
netwerk door op [Close/Sluiten] te klikken
om het venster te sluiten voordat u de
camera en computer aansluit.
U kunt de instellingsbestanden die u zojuist aan de computer hebt toegevoegd, ook aan
de camera toevoegen met behulp van de procedures in het gedeelte De persoonlijke
camera-instellingen opslaan op de camera (p. 44).
Gebruik instellingen zoals de volgende wanneer u een beeldbestand
maakt voor het opstartscherm met behulp van een ander
beeldbewerkingsprogramma dan My Camera Maker.
Compressiemethode : JPEG (Baseline JPEG)
Gegevens samplen : 4:2:0 of 4:2:2
Pixels (b x h) : 320 x 240 pixels
Gebruik instellingen zoals de volgende wanneer u een geluidsbestand
maakt met een ander geluidsopnameprogramma dan My Camera Maker.
Compressiemethode : WAV (Monaural)
Samplegrootte : 8 bits
Samplesnelheid : 11,025 kHz of 8,000 kHz
Gebruik de volgende waarden als richtlijn voor de lengte van
het geluidsbestand dat op de camera kan worden opgeslagen.
Type
Duur in seconden
11,025 kHz 8,000 kHz
Opstart geluid 1,0 sec. of minder 1,3 sec. of minder
Sluiter geluid 0,3 sec. of minder 0,4 sec. of minder
Werkgeluid 0,3 sec. of minder 0,4 sec. of minder
Geluidzelftimer 2,0 sec. of minder 2,0 sec. of minder
47
Macintosh
De software gebruiken op het
Macintosh-platform – voorbereidingen
In dit hoofdstuk worden de basisprocedures voor het installeren van de software beschreven.
Lees dit hoofdstuk voordat u de camera de eerste keer op de computer aansluit.
De software installeren
Installeer de software vanaf de cd Canon Digital Camera Solution Disk.
Wat hebt u hierbij nodig
Uw camera en computer
Cd Canon Digital Camera Solution Disk
Bij camera meegeleverde interfacekabel
Installatieprocedure
1
Sluit alle toepassingen af.
2 Plaats de Canon Digital Camera Solution Disk in het cd-
rom-station van de computer.
3
Dubbelklik op het pictogram [Canon Digital Camera Installer/
Installatieprogramma voor digitale Canon-camera]
in het cd-rom-venster.
4 Klik onder [Digital Camera Software/
Software voor digitale camera] op de
knop [Install/Installeren].
Zie ArcSoft PhotoStudio (p. 107) voor informatie over het installeren van
ArcSoft PhotoStudio.
Installatiescherm
De software gebruiken op het Macintosh-platform – voorbereidingen
48
Macintosh
5 Selecteer [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en klik op [Next/Volgende].
Selecteer [Custom Installation/Aangepaste
installatie] als u programma's afzonderlijk
voor installatie wilt selecteren.
6 Klik op [Agree/Akkoord] als u akkoord
gaat met alle voorwaarden van de
softwarelicentieovereenkomst.
7 Controleer de installatie-instellingen
en klik op [Next/Volgende].
Volg de instructies op het scherm om
door te gaan.
8 Wanneer de installatie is voltooid,
klikt u op [OK].
9 Klik op [Exit/Afsluiten] in het installatiescherm
en verwijder de cd uit het cd-rom-station.
Hiermee is de installatie van de software voltooid.
Download vervolgens beelden naar de computer (p. 49).
Raadpleeg het gedeelte De software verwijderen (p. 109) om de
software te verwijderen die u volgens deze procedure hebt geïnstalleerd.
49
Macintosh
De software gebruiken op het
Macintosh-platform – grondbeginselen
In dit hoofdstuk worden de procedures voor het gebruik van ImageBrowser beschreven
om de beelden van de camera naar de computer te downloaden en af te drukken.
Lees dit hoofdstuk nadat de voorbereidingen in het gedeelte De software gebruiken
op het Macintosh-platform – voorbereidingen zijn voltooid.
Beelden downloaden naar de computer
Begin met het downloaden van de beelden naar uw computer. De downloadprocedures
verschillen enigszins, afhankelijk van of u de camera op de computer aansluit (zie hieronder) of
gebruikmaakt van een geheugenkaartlezer (p. 51).
Camera aangesloten op computer
1
Sluit de meegeleverde interfacekabel aan op de USB-poort van de computer en
op de DIGITAL-uitgang van de camera. Bereid de camera voor op communicatie
met de computer.
Het camerabeheervenster wordt weergegeven.
Wordt het venster niet geopend, klik dan op het pictogram [CameraWindow] in de balk
onder in het scherm. Als u wilt instellen of dit venster automatisch moet worden geopend
wanneer u de camera op de computer aansluit, schakelt u de optie [Display this screen
when the camera is connected/Dit scherm weergeven wanneer een camera wordt
aangesloten] uit in het menu [File/Archief] in het camerabeheervenster.
Het kan zijn dat u de beelden niet van de camera kunt downloaden als er
meer dan ongeveer 1000 beelden in het geheugen van de camera staan. In
dat geval wordt u aangeraden een geheugenkaartlezer te gebruiken.
Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies voor het
aansluiten van de camera op de computer en stel de camera in op de
juiste modus om verbinding te maken.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
50
Macintosh
2 Beelden downloaden.
Gebruik de camera of de computer om
beelden te downloaden. De gedownloade
beelden worden standaard opgeslagen in
de map [Pictures/Afbeeldingen].
Het camerabeheervenster
U kunt de instellingen zoals het type beeld
dat wordt gedownload en de doelmap
wijzigen door op [Preferences/Voorkeuren]
te klikken.
Beelden downloaden met de camera (functie Verplaats)
Geef de instellingen voor de functie
Verplaats op en druk op de knop
(Afdrukken/Delen) of op de
knop [FUNC./SET].
Het menu Verplaats
Beelden downloaden met de computer
Klik op [Starts to download images/
Downloaden van beelden starten].
Druk op de knop FUNC./SET om het instellingenmenu Verplaats weer te
geven. Zie Afbeeldingen downloaden/afdrukken met cameraopdrachten
(Verplaats) (p. 90) voor de verplaatsinstellingen en -procedures.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
51
Macintosh
Wanneer de downloadbewerking is voltooid, worden de miniaturen van de gedownloade
beelden in het bladervenster van ImageBrowser weergegeven.
Vervolgens kunt u een beeld afdrukken (p. 53).
Aansluiting op een geheugenkaartlezer
1
Plaats de geheugenkaart in de lezer.
Gebruik indien nodig een los verkrijgbare kaartadapter. Raadpleeg de handleiding voor de
geheugenkaartlezer voor aansluit- en gebruiksinstructies.
Het camerabeheervenster wordt weergegeven.
Standaard worden alle beelden gedownload die nog moeten worden
gedownload.
Als u beelden wilt downloaden waarvan de downloadinstellingen
met de camera zijn ingesteld, klikt u op [Preferences/Voorkeuren] en
selecteert u [Images whose transfer settings were specified with the
camera/Beelden waarvan de downloadinstellingen zijn opgegeven
met de camera] als het beeldtype dat moet worden gedownload.
Klik op [Lets you select and download images/Beelden selecteren
en downloaden] om de camerabeelden in een lijst weer te geven,
de beelden te controleren voordat u ze downloadt en alleen de
geselecteerde beelden te downloaden.
Miniatuur
Bij gedownloade mappen
wordt een symbool weer-
gegeven dat aangeeft dat
de mappen zijn gedown-
load (het symbool verdwijnt
wanneer u ImageBrowser
afsluit).
(1) Plaats de geheugenkaart indien nodig in een adapter.
De kaartadapter en de vorm van de geheugenkaart
kunnen variëren naargelang het type geheugenkaart
dat door de camera wordt gebruikt.
(2) Schuif de adapter met de kaart in de sleuf.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
52
Macintosh
Wordt het venster niet geopend, klik dan op het pictogram [CameraWindow] in de balk
onder in het scherm. Als u wilt instellen of dit venster automatisch moet worden geopend
wanneer u de camera op de computer aansluit, schakelt u de optie [Display this screen
when the camera is connected/Dit scherm weergeven wanneer een camera wordt
aangesloten] uit in het camerabeheervenster.
2 Klik op [Starts to download images/
Downloaden van beelden starten].
Als u het type beeld dat moet worden
gedownload en de doelmap wilt instellen,
klikt u op [Preferences/Voorkeuren].
Wanneer de downloadbewerking is voltooid, worden de miniaturen van de gedownloade
beelden in het bladervenster van ImageBrowser weergegeven.
Vervolgens kunt u een beeld afdrukken (p. 53).
Standaard worden alle beelden naar de map [Pictures/Afbeeldingen]
gedownload.
Als u beelden wilt downloaden waarvan de downloadinstellingen met
de camera zijn ingesteld, klikt u op [Preferences/Voorkeuren] en
selecteert u [Images whose transfer settings were specified with the
camera/Beelden waarvan de downloadinstellingen zijn opgegeven
met de camera] als het type beeld dat moet worden gedownload.
Klik op [Lets you select and download images/Beelden selecteren en
downloaden] om de beelden op de geheugenkaart in een lijst weer te
geven, de beelden te controleren voordat u ze downloadt en alleen de
geselecteerde beelden te downloaden.
Raadpleeg Mappenstructuur van de geheugenkaart (p. 112) voor
informatie over de mappenstructuur en de bestandsnamen van de
geheugenkaart.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
53
Macintosh
Beelden afdrukken
Beelden kunnen op drie manieren worden afgedrukt: [One Photo per Page Print/Eén foto per
pagina afdrukken], [Index Print/Index afdrukken] en [Layout Print/Lay-out afdrukken]. In dit
gedeelte wordt ingegaan op de opties [One Photo per Page Print/Eén beeld per pagina
afdrukken] en [Arrange/Rangschikken] en [Print/Afdrukken].
[One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken]
Met deze optie wordt één beeld per pagina afgedrukt, in standaardfoto-indeling. Als u
meerdere beelden selecteert, worden deze elk afzonderlijk op een pagina afgedrukt.
1 Selecteer de beelden die u wilt afdrukken.
Om een beeld te selecteren, klikt u erop. Als een beeld is geselecteerd, wordt een blauw
kader rond het beeld weergegeven. Als u meerdere beelden wilt selecteren, houdt u de
[Shift]-toets of de toets [ ] (command) ingedrukt terwijl u op beelden klikt.
2 Klik op [Print/Afdrukken] en selecteer
[One Photo per page Print/Eén foto
per pagina afdrukken].
Films kunnen niet worden afgedrukt, maar u kunt wel stilstaande beelden
afdrukken die u uit films hebt genomen en in afzonderlijke bestanden hebt
opgeslagen.
Rond geselecteerde
beelden verschijnt
een blauw kader.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
54
Macintosh
3 Stel de categorieën naar wens in.
4 Klik op [Print/Afdrukken].
Het venster [Print/Afdrukken] wordt nu geopend.
5 Wanneer u het aantal exemplaren en andere instellingen hebt vastgelegd, klikt
u op [Print/Afdrukken].
6 Klik na het afdrukken op om het venster te sluiten.
[Layout Print/Lay-out afdrukken]
Hiermee kunt u meerdere beelden op één pagina rangschikken en afdrukken.
1 Selecteer de beelden die u wilt afdrukken in het bladervenster.
Als u op beelden klikt, worden ze geselecteerd en wordt de achtergrond blauw.
Als u meerdere beelden wilt selecteren, houdt u de [Shift]-toets of de toets [ ]
ingedrukt terwijl u op beelden klikt.
2 Klik op [Print/Afdrukken] en selecteer
[Layout Print/Lay-out afdrukken].
Hiermee selecteert u een printer.
Hiermee selecteert u opties zoals
de papiergrootte en de stand
wanneer u klikt op [Page Setup/
Pagina-instellingen].
Plaats hier een vinkje als u de
opnametijd en -datum met de
beelden wilt afdrukken.
Hiermee stelt u het aantal af
te drukken exemplaren in.
Klik op deze knop als u tussen beelden
wilt schakelen als u meerdere beelden
hebt geselecteerd.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
55
Macintosh
3 Selecteer bij [Print Style/Afdrukstijl] de optie [Custom layout printing/
Aangepaste lay-out afdrukken] en stel de categorieën naar wens in.
4 Wijzig indien nodig de lay-out of voeg tekst toe in het venster [Layout Print/
Lay-out afdrukken].
Zie het gedeelte Functies van het venster [Layout Print/Lay-out afdrukken] (p. 56) voor
een uitleg van de procedures voor het wijzigen van de lay-out of het toevoegen van tekst.
5 Klik op [Print/Afdrukken].
Het venster [Print/Afdrukken] wordt dan geopend.
6 Wanneer u het aantal exemplaren en andere instellingen hebt vastgelegd, klikt u
op [Print/Afdrukken].
7 Klik na het afdrukken op om het venster te sluiten.
Klik op [Save/Opslaan] om de lay-out op te slaan. Als u wilt doorgaan zonder op te slaan,
klikt u op [Don't Save/Niet opslaan]. Wanneer het opslaan is voltooid, wordt het oorspron-
kelijke venster van ImageBrowser weergegeven.
U kunt een contactafdruk maken van de miniaturen of de beeldopname-
gegevens afdrukken als u klikt op [Print/Afdrukken] in het bladervenster
en [Index Print/Index afdrukken] selecteert.
Hiermee selecteert
u een printer.
Hiermee selecteert u opties
zoals de papiergrootte en
de stand wanneer u klikt
op [Page Setup/Pagina-
instellingen].
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen
56
Macintosh
Functies van het venster [Layout Print/Lay-out afdrukken]
Wanneer de optie [Custom Layout printing/Aangepaste lay-out afdrukken] in het venster
[Layout Options/Lay-outopties] is geselecteerd, kunt u de grootte en positie van de beelden
die u wilt afdrukken naar wens wijzigen.
In dit hoofdstuk zijn de grondbeginselen van ImageBrowser beschreven.
Wanneer u de grondbeginselen onder de knie hebt, kunt u met de geavanceerde
technieken gaan experimenteren.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken (p. 57).
Als u de opnamedatum, de opnametijd of de bestandsnaam als bijschrift wilt
afdrukken, klikt u op het menu [ImageBrowser] en selecteert u [Preferences/
Voorkeuren]. Selecteer [Print/Afdrukken] in de keuzelijst links boven in het
venster [Preferences/Voorkeuren] en selecteer de gewenste items in de categorie
[Items to Print in Caption/Af te drukken items in bijschrift].
Het beeld
vergroten/
verkleinen
Versleep een rand
om de afmetin-
gen van het beeld
te wijzigen.
Hiermee wijzigt u het aantal
beelden dat standaard per
pagina wordt afgedrukt.
Hiermee roteert
u het geselec-
teerde beeld.
Beelden verticaal en horizontaal
uitlijnen in het venster.
De paginakop wijzigen
Open het menu [Edit/Bewerken] en
selecteer [Edit Header/Kop bewerken].
De lay-out wijzigen
Versleep de beelden o
m
de lay-out te wijzigen.
Tekst toevoegen
Open het menu
[Edit/Bewerken] en
selecteer [Add Text/
Tekst toevoegen].
Beelden voorzien
van bijschriften
Klik op een beeld en
selecteer [Edit Caption/
Bijschrift bewerken]
in het menu [Edit/
Bewerken].
Hiermee geeft u het
dialoogvenster [Print/
Afdrukken] weer.
Hiermee verwijdert u
beelden uit het venster
[Layout Print/Lay-out
afdrukken].
Hiermee slaat u
de lay-out op.
Een gedeelte van het
beeld is bijgesneden.
57
Macintosh
De software gebruiken op het Macintosh-
platform – geavanceerde technieken
In dit hoofdstuk worden verschillende ImageBrowser-functies toegelicht.
Neem dit hoofdstuk door nadat u de basisprocedures voor ImageBrowser in het hoofdstuk
De software gebruiken op het Macintosh-platform – grondbeginselen goed hebt doorgelezen.
Vensters van ImageBrowser
In dit gedeelte worden de belangrijkste ImageBrowser-vensters beschreven: het bladervenster,
het weergavevenster en het venster [File Information/Bestandsgegevens].
Bladervenster
In dit venster kunt u beelden die naar de computer zijn gedownload weergeven en ordenen.
Raadpleeg het gedeelte Informatie over uw camera (p. 123) als u wilt weten of uw
camera deze functies ondersteunt.
Verkennerdeelvenster (p. 58)
Weergavegebied (p. 58)
Weergavemodus (p. 59)
Weergaveregelpaneel (p. 60)
Regelpaneel (p. 60)
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
58
Macintosh
Verkennerdeelvenster
In dit gebied selecteert u mappen. De beelden in de geselecteerde map worden in het
weergavegebied weergegeven.
Als u [Favorite Folders/Favoriete mappen] hebt geselecteerd, worden alleen die mappen
weergegeven die u vooraf als favoriete mappen hebt opgegeven. U wordt aangeraden om
een map die u regelmatig gebruikt als favoriete map op te geven. Als u [All Folders/Alle
mappen] hebt geselecteerd, worden alle mappen weergegeven.
Weergavegebied
Hier worden de beelden weergegeven uit de map die in het verkennerdeelvenster is geselecteerd.
De stijl van weergave hangt af van de weergavemodus die u hebt geselecteerd.
De volgende typen pictogrammen kunnen, naargelang de beeldkenmerken, rond beelden
worden weergegeven.
Beelden die zijn gemaakt in de cameramodus Stitch Hulp
RAW-beelden
Films
Beelden met geluidsbijlagen
Beveiligde beelden
Beelden die met de AEB-functie van de camera zijn gemaakt
Beelden die zijn gemaakt met een gekantelde camera die alleen in het scherm
worden geroteerd
Manieren om een favoriete map op te geven
Als [Favorite Folders/Favoriete mappen] wordt weergegeven, klikt u op [Add/Toevoegen]
en selecteert u een map.
Als [All Folders/Alle mappen] wordt weergegeven, selecteert u een map en klikt u op
[Add to Favorites/Toevoegen aan Favorieten].
Manieren om beelden in het weergavegebied te selecteren
Eén beeld selecteren: klik op een beeld.
Meerdere beelden selecteren: klik op het eerste beeld en houd vervolgens de [Shift]-toets
of de toets [ ] (command) ingedrukt terwijl u op de andere gewenste beelden klikt.
Meerdere, opeenvolgende beelden selecteren: klik op het eerste beeld en houd vervol-
gens de [Shift]-toets of de [option]-toets ingedrukt terwijl u op het laatste beeld klikt.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
59
Macintosh
Weergavemodus
Hiermee selecteert u de weergavestijl voor het weergavegebied.
[Preview/Voorbeeldweergave]
In deze modus wordt het beeld groter en met
beeldgegevens weergegeven.
[List/Lijst]
Hiermee worden de beelden in de map die in
het verkennerdeelvenster is geselecteerd in
rijen en kolommen weergegeven.
[TimeTunnel/Chronologisch]
Hiermee worden de beelden chronologisch op
een tijdsbalk weergegeven. Met de schuifrege-
laar rechts in het venster kunt u over de tijds-
balk van het verleden naar het heden lopen.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
60
Macintosh
Weergaveregelpaneel
In dit regelpaneel past u de weergave-instellingen voor het weergavegebied aan.
Regelpaneel
Het regelpaneel bevat knoppen waarmee u diverse functies kunt uitvoeren.
De functies die hier worden weergegeven worden toegelicht in het gedeelte
Regelpaneelfuncties (p. 63).
Selectiemenu
Dit menu gebruikt u om alle beelden in
het weergavegebied te selecteren of
om de selectie van alle beelden in het
weergavegebied ongedaan te maken.
Knoppen Verbergen
Links: hiermee verbergt u het
verkennerdeelvenster.
Midden: hiermee verbergt u het
regelpaneel.
Rechts: hiermee verbergt u de
beeldgegevens in de modus
[Preview/Voorbeeldweergave].
Weergavegrootte
Hiermee wijzigt u de grootte van de
miniatuur in het weergavegebied.
Beelden filteren
Met deze functie filtert u de beelden op
hun sterrenclassificatie zodat alleen beelden
met het opgegeven aantal sterren in het
weergavegebied worden weergegeven.
U kunt één van drie sterrenclassificaties
toekennen aan een beeld in het
weergavevenster, het venster [File
Information/Bestandsgegevens] of in de
kolom met gegevens in de modus [Preview/
Voorbeeldweergave].
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
61
Macintosh
Weergavevenster
Dubbelklik op een beeld in het weergavegebied als u dit in het weergavevenster wilt weergeven.
Als een RAW-beeld wordt weergegeven, wordt de knop [Show Original
Image/Oorspronkelijk beeld weergeven] eronder weergegeven. Als u op
deze knop klikt, wordt het geconverteerde beeld in het weergavevenster
weergegeven.
Als een filmbestand wordt weergegeven, verschijnt de knop [Save as
Still Image/Opslaan als stilstaand beeld] naast de sterrenclassificatie.
Menu [Edit/Bewerken]
U kunt beelden bijsnijden, kleuren
en helderheid aanpassen, rode ogen
corrigeren en teksten invoegen.
Bovendien kunt u vanuit dit menu
andere programma's starten
waarmee u beelden kunt bewerken.
Beeldselectieknop
Hiermee schakelt
u tussen beelden.
[Zoom/In- en
uitzoomen]
Hiermee wijzigt u
de zoominstelling
van het beeld.
Knop [Full Screen/Volledig scherm]
Hiermee geeft u het beeld weer op volledige
schermgrootte. Klik op het beeld of druk op een
willekeurige toets op het toetsenbord om het
beeld weer op normale grootte weer te geven.
Knop [Synchronize/Synchroniseren]
Hiermee synchroniseert u de weergave-
instellingen wanneer meerdere
beelden worden weergegeven.
Menu [Star Rating/
Sterrenclassificatie]
Hiermee geeft u een
sterrenclassificatie
aan een beeld.
Menu [Number of Displays/
Aantal weergegeven beelden]
Hiermee geeft u meerdere
beelden tegelijk weer. Dit is
handig voor als u beelden wilt
vergelijken.
Knop [Save/Opslaan]
Hiermee slaat u het
bewerkte beeld op.
Knop [Show Information/
Gegevens weergeven]
Hiermee geeft u het AF-frame
(focuspuntframe) en de
opnamegegevens weer.
Knop [Print/Afdrukken]
Hiermee drukt u het
weergegeven beeld af.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
62
Macintosh
Het venster [File Information/Bestandsgegevens]
Het venster [File Information/Bestandsgegevens] wordt weergegeven wanneer u een beeld in
het weergavegebied selecteert, op het menu [File/Archief] klikt en [Get Info/Info ophalen] klikt.
Het venster [File Information/Bestandsgegevens] wordt niet weergegeven in de modus
[Preview/Voorbeeldweergave].
Hiermee speelt
u een geluidsbijlage
bij een beeld af.
Menu [Star Rating/Sterrenclassificatie]
Hiermee geeft u een sterrenclassificatie aan een beeld.
[Shooting Information/Opnamegegevens]
Hier worden gedetailleerde gegevens over
de opname-instellingen op het moment
van de opname weergegeven, zoals de
sluitersnelheid of de belichtingsinstelling.
Welke gegevens worden weergegeven
hangt af van het cameramodel.
[Lock/
Vergrendelen]
Hiermee voorkomt
u dat een beeld
wordt overschreven
of verwijderd.
[Comment/Opmerking]
Hier kunt u een
opmerking typen.
[Keyword/Trefwoord]
Hiermee geeft u de
trefwoorden op die bij
zoekacties worden
gebruikt.
[Brightness Histogram/
Helderheidshistogram]
Een grafiek van de
verdeling van licht en
donker in een beeld.
Beeldselectieknoppen
Hiermee schakelt u
tussen beelden.
Hiermee geeft u
categorieën weer
of verbergt u deze.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
63
Macintosh
ImageBrowser-functies
In dit gedeelte worden kort de ImageBrowser-functies toegelicht.
Regelpaneelfuncties
[Canon Camera/Canon-camera]
Hiermee opent u het camerabeheervenster waarin u de volgende handelingen kunt uitvoeren.
[Acquire Images/Beelden ophalen]
Hiermee downloadt u beelden van de camera/geheugenkaart (p. 49, 51).
Bovendien kunt u geluidsbestanden downloaden die zijn opgenomen met de functie Audio
Recorder op de camera. Raadpleeg de ImageBrowser Help voor downloadinstructies.
[Print/Afdrukken]
Hiermee selecteert u de beelden in een camera of op een geheugenkaart en drukt u deze af.
U kunt kiezen uit verschillende afdrukmethoden, via DPOF-instellingen, de optie [Index Print/
Index afdrukken], de optie [Full Page Print/Afdrukken op volledige pagina] of door beelden te
selecteren voordat u gaat afdrukken.
[Set to Camera/Instellen op camera]
Hiermee stelt u camera-instellingen in, zoals de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]
(p. 69). Bovendien kunt u hiermee beelden van de computer naar de camera of de
geheugenkaart uploaden.
[Remote Shooting/Opnemen op afstand]
Hiermee kunt de sluiterknop van de camera vanaf de computer bedienen.
[View Image/Beeld weergeven]
Hiermee geeft u het geselecteerde beeld of de geselecteerde film in het weergavevenster
weer.
[SlideShow/Diashow]
Hiermee start u een diashow van de selecteerde beelden. Klik op het menu [View/Beeld] en
selecteer [Slide Show Options/Diashowopties] om de instellingen voor de diashow op te geven.
[Internet]
[Create Images for Email/Beelden voor e-mail maken]
Hiermee converteert u de geselecteerde beelden naar de geschikte grootte voor verzending
via e-mail. Bovendien kunt u deze functie gebruiken om automatisch een e-mailprogramma
te starten nadat de conversie is voltooid.
Raadpleeg het gedeelte Informatie over uw camera (p. 123) als u wilt weten of uw
camera deze functies ondersteunt.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
64
Macintosh
[Print/Afdrukken]
[One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina afdrukken]
Hiermee drukt u één beeld per pagina af (p. 53).
Zo kunt u gemakkelijk foto's afdrukken.
[Index Print/Index afdrukken]
Hiermee rangschikt u kleine versies van de beelden in rijen en drukt u deze af.
[Layout Print/Lay-out afdrukken]
Hiermee kunt u meerdere beelden op één pagina rangschikken en afdrukken.
U kunt ook bijschriften en titels invoegen (p. 54).
[Send to Trash/Naar prullenbak]
Hiermee verplaatst u de geselecteerde beelden naar de prullenbak.
Functies in menu's
Beelden zoeken: menu [File/Archief], [Search/Zoeken]
Hiermee zoekt u beelden op basis van criteria zoals een sterrenclassificatie, datums,
trefwoorden of bijschriften.
Beelden exporteren: menu [File/Archief], [Export Images/Beelden exporteren]
[Edit and Save/Bewerken en opslaan]: hiermee kunt u het bestandstype of de grootte van
het bestand wijzigen en het bestand exporteren.
[Export Shooting Properties/Opname-eigenschappen exporteren]: hiermee kunt u de
opname-eigenschappen naar een tekstbestand exporteren.
[Export as a Screensaver/Als schermbeveiliging exporteren]: hiermee exporteert u het beeld
als schermbeveiligingsbestand.
[Export an Image as Wallpaper/Als achtergrond exporteren]: hiermee exporteert u het beeld
als achtergrondbestand.
Beelden ordenen: menu [File/Archief], [Organize Image/Beelden ordenen]
•Beelden sorteren: hiermee sorteert u beelden aan de hand van criteria zoals de
opnamedatum of de sterrenclassificatie en slaat u deze in een opgegeven map op.
•[Rename/Hernoemen]: hiermee wijzigt u de bestandsnamen van meerdere beelden
in één bewerking.
RAW-beelden converteren: menu [File/Archief], [RAW image processing/
RAW-beelden verwerken]
Hiermee converteert u RAW-beelden. Tijdens de conversie kunt u afbeeldingskenmerken
zoals de helderheid, het contrast en de kleurbalans aanpassen.
Panorama's samenvoegen: menu [Edit/Bewerken], [PhotoStitch]
Hiermee voegt u meerdere beelden samen tot één grote panoramafoto (p. 68).
Films bewerken: menu [Edit/Bewerken], [Movie Edit/Film bewerken]
Hiermee bewerkt u films of stilstaande beelden die aan elkaar zijn gekoppeld.
U kunt titels of achtergrondmuziek toevoegen en diverse effecten toepassen (p. 67).
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
65
Macintosh
Stilstaande beelden uit films nemen: Menu [Edit/Bewerken],
[Extract frames from a movie/Frames uit een film nemen]
Hiermee neemt u stilstaande beelden uit films binnen een opgegeven interval en slaat u de
beelden op als beeldbestanden.
Weergave-instellingen: menu [View/Beeld], [View Settings/
Weergave-instellingen]
Hiermee geeft u beeldgegevens (bestandsnaam, opnamedatum en -tijd) onder de miniatuur
weer of verbergt u deze.
Beelden sorteren: menu [View/Beeld], [Sort/Sorteren]
Hiermee rangschikt u de beelden in het bladergebied aan de hand van criteria zoals de
bestandsnaam, de datum waarop het bestand is gewijzigd, de bestandsgrootte of de
opnamedatum.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
66
Macintosh
Films afspelen
1 Dubbelklik in het weergavegebied van ImageBrowser op een beeld met een
filmpictogram.
De film wordt weergegeven in het
weergavevenster.
Het pictogram Film
2 Klik op de knop [Play/Afspelen] .
U kunt de weergegeven scène
opslaan als een stilstaand
beeld door hier te klikken.
U kunt de weergave
en het geluidsvolume
van de film regelen.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
67
Macintosh
Films bewerken
U kunt films maken en bewerken: films en stilstaande beelden die u hebt gedownload naar
de computer met elkaar verbinden, achtergrondmuziek, titels en andere tekst toevoegen en
verschillende effecten op de films toepassen.
1 Selecteer het beeld of de beelden die u wilt bewerken in het weergavegebied van
ImageBrowser (films of stilstaande beelden).
U kunt meerdere films of stilstaande beelden selecteren.
2 Klik op het menu [Edit/Bewerken] en selecteer [Movie Edit/Film bewerken].
3 Voer de stappen uit die in het midden van het scherm worden weergegeven om
de film te bewerken en sla de film op.
Klik op deze knop
om de film af te
spelen die wordt
bewerkt.
Voer deze stappen uit
om verder te gaan.
Storyboardgebied
Bevat miniaturen van de
geselecteerde beelden.
Verbindt afbeeldingen met
elkaar van links naar rechts.
Klik op deze knop
voor uitgebreide
gebruiksinstructies.
Vak met overgangseffecten
Wordt weergegeven tussen
twee aangrenzende beelden
en bevat de symbolen van de
overgangseffecten die beelden
met elkaar verbinden.
Instructies
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
68
Macintosh
Panoramabeelden samenvoegen – PhotoStitch
U kunt een panoramabeeld maken door diverse beelden samen te voegen. Beelden kunnen
gemakkelijker worden samengevoegd als ze zijn genomen in de Stitch Hulp-modus omdat de
volgorde en afdrukstand van de beelden dan automatisch door PhotoStitch kunnen worden
vastgesteld.
Beelden die in de Stitch Hulp-modus zijn gemaakt
Een serie beelden die is opgenomen in Stitch Hulp-modus wordt in één map opgeslagen
wanneer deze van de camera wordt gedownload. Bovendien wordt het onderstaande
pictogram bij dergelijke beelden in het weergavegebied weergegeven.
Pictogram dat wordt weergegeven bij beelden
die in de Stitch Hulp-modus zijn gemaakt.
PhotoStitch starten
1
Selecteer een serie beelden in het weergavegebied van ImageBrowser.
2 Klik op het menu [Edit/Bewerken]
en selecteer [PhotoStitch].
Instructies
3 Voeg de beelden samen volgens de instructies in het deelvenster boven in het
PhotoStitch-venster.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor
informatie over het maken van opnamen in de Stitch Hulp-modus.
Beelden die in de Stitch Hulp-modus zijn opgenomen met een
groothoekconversielens, teleconversielens of close-uplens kunnen
niet nauwkeurig worden samengevoegd.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
69
Macintosh
Persoonlijke camera-instellingen opgeven met
de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]
Het opstartscherm, het opstartgeluid, het sluitergeluid, het werkgeluid en het zelftimergeluid
vormen de instellingen voor [My Camera/Mijn camera]. U kunt uw favoriete beelden en
geluiden vanaf de computer toevoegen aan de instellingen voor [My Camera/Mijn camera].
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] die op de
computer zijn opgeslagen naar de camera uploadt en omgekeerd.
Het venster [My Camera/Mijn camera] weergeven
1
Sluit de meegeleverde interfacekabel op de USB-poort van de computer en de
DIGITAL-uitgang van de camera aan en zet de camera in de juiste modus voor het
maken van een verbinding.
Het camerabeheervenster wordt weergegeven.
2 Klik op het tabblad [Set to Camera/
Instellen op camera].
3 Klik op [Set My Camera/Mijn camera instellen].
Het venster [My Camera/Mijn camera] wordt geopend.
Zie de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies voor het
aansluiten van de camera op de computer en stel de camera in op de
juiste modus om verbinding te maken.
Wordt het camerabeheervenster niet automatisch weergegeven, klik
dan op het pictogram [CameraWindow] in de balk onder in het scherm.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
70
Macintosh
Het venster [My Camera/Mijn camera]
ImageBrowser bevat diverse vooraf vastgelegde instellingen voor [My Camera/Mijn camera].
U kunt deze instellingen controleren in het venster [My Camera/Mijn camera].
[Type]
Selecteer het type instelling.
Hier worden
de bestanden
met camera-
instellingen
weergegeven
die u op de
computer hebt
opgeslagen.
Knop [Play/Afspelen]
Hiermee wordt het
geluid van het
geselecteerde
instellingenbestand
afgespeeld.
Knop [Send to Trash/
Naar prullenbak]
Hiermee wordt een
instellingenbestand
van de computer
verwijderd.
Knop [Save to Camera/
Opslaan op camera]
Klik hierop om de
instellingen op de
camera op te slaan.
Knop [Delete/
Verwijderen]
Hiermee wordt een
instellingenbestan
d uit de camera
verwijderd.
Hier worden de instel-
lingen in de camera
weergegeven.
Knop [Play/Afspelen]
Hiermee wordt het
geluid van het
instellingenbestand in
de camera afgespeeld.
[Save to Camera/
Opslaan op camera]
[Save to Computer/
Opslaan op computer]
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
71
Macintosh
De instellingen voor [My Camera/Mijn camera] opslaan op de camera
1 Selecteer in de keuzelijst [Type] het type instellingen dat u op de camera wilt
opslaan.
2 Selecteer in de lijst [Computer] de instelling die u wilt toevoegen.
3 Selecteer in de lijst [Camera] de instelling die u wilt wijzigen en klik op .
In de lijst Camera wordt de instelling weergegeven uit het geselecteerde bestand. Als een
instelling voor deze categorie eerder is opgeslagen, wordt de instelling overschreven.
Herhaal zo nodig de stappen 1 tot en met 3.
4 Klik op [Save to Camera/Opslaan op camera].
Het opslaan van de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] op de computer is hiermee
voltooid. Als u deze gegevens op de camera wilt gebruiken, wijzigt u het opstartscherm
en de geluidsinstellingen op de camera zelf. Zie de Gebruikershandleiding bij de camera
voor meer informatie.
De instellingen voor [My Camera/Mijn camera]n opslaan op de computer
1 Selecteer in de keuzelijst [Type] het type instellingen dat u op de computer wilt
opslaan.
2 Selecteer in de lijst [Camera] de instelling die u wilt opslaan op de computer.
3 Klik op de knop .
4 Geef een bestandsnaam op voor de geselecteerde instelling en klik op de knop [OK].
Het opslaan van de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] op de computer is hiermee
voltooid. Herhaal zo nodig de stappen 1 tot en met 4.
U kunt de instellingen voor [My Camera/Mijn camera] op een van de
volgende twee manieren selecteren en op de camera opslaan: afzonderlijk
of in thema's.
Het thema 'Animal/Dier' heeft bijvoorbeeld een dier in het opstartscherm,
terwijl alle geluidsbestanden van dit thema dierengeluiden bevatten.
De namen van de standaardbestanden voor de verschillende thema's
voor de persoonlijke camera-instellingen beginnen allemaal met dezelfde
basisnaam. Zo beginnen de opstartscherm- en geluidsbestanden van het
thema 'Animal/Dier' allemaal met 'Animal~/Dier~'.
Op het moment dat de persoonlijke camera-instellingen op de camera
worden opgeslagen of worden overgebracht naar de computer, mag u de
interfacekabel niet loskoppelen, de camera niet uitschakelen en de camera
niet loskoppelen van de computer.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
72
Macintosh
Nieuwe gegevens aan het venster [My Camera/Mijn camera] toevoegen
Een nieuw beeld- of geluidsbestand maken en dit toevoegen aan het venster [My Camera/Mijn camera].
Beeld- en geluidbestanden toevoegen nadat u ze hebt gemaakt
Een origineel opstartscherm maken en toevoegen
Maak eerst in een beeldbewerkingsprogramma het beeldbestand dat het opstartscherm wordt
en sla dit bestand op de computer op. Maak een JPEG-beeld met een grootte van (b) 320 x
(h) 240 pixels.
1 Klik op het menu [File/Archief] in het hoofdvenster van ImageBrowser en
selecteer [Canon Camera] en [My camera/Mijn camera].
Het venster [My Camera/Mijn camera] wordt geopend.
2 Selecteer [Start-up Image/Opstartscherm] als type.
3 Klik op [Add/Toevoegen].
4 Selecteer het bestand dat u wilt maken en klik op [Open/Openen].
Hiermee is het toevoegen van nieuwe gegevens voltooid.
5 Als u verbinding wilt maken met de camera, klikt u op [Connect to Camera/
Camera verbinden].
U kunt de instellingsbestanden die u zojuist aan de computer hebt toegevoegd, ook
aan de camera toevoegen met behulp van de procedures in De instellingen voor [My
Camera/Mijn camera] opslaan op de camera (p. 71).
Knop [Add/Toevoegen]
Hiermee voegt u beeld- en
geluidbestanden toe die
kunnen worden gebruikt
als instellingsbestanden.
Toegevoegde bestanden
worden in de lijst
weergegeven.
Knop [Connect to camera/Camera verbinden]
Hiermee maakt u verbinding met de camera.
De software gebruiken op het Macintosh-platform – geavanceerde technieken
73
Macintosh
Een origineel geluidsbestand toevoegen
Wijzig het bestand in een WAV-geluidsbestand nadat u het geluidsbestand naar de computer
hebt gekopieerd. Ga vervolgens door met de stappen die worden beschreven in Een origineel
opstartbeeld maken en toevoegen.
Gebruik instellingen zoals de volgende wanneer u met een beeldbewer-
kingsprogramma een beeldbestand maakt voor het opstartbeeld.
Compressiemethode : JPEG (Baseline JPEG)
Gegevens samplen : 4:2:0 of 4:2:2
Pixels (b x h) : 320 x 240 pixels
Gebruik instellingen zoals de onderstaande wanneer u een
geluidsbestand maakt met een geluidsopnameprogramma.
Compressiemethode : WAV (Monaural)
Samplegrootte : 8 bits
Samplesnelheid : 11,025 kHz of 8,000 kHz
Gebruik de volgende waarden als richtlijn voor de lengte van het
geluidsbestand dat op de camera kan worden opgeslagen.
Type
Duur in seconden
11,025 kHz 8,000 kHz
Opstart geluid 1,0 sec. of minder 1,3 sec. of minder
Sluiter geluid 0,3 sec. of minder 0,4 sec. of minder
Werkgeluid 0,3 sec. of minder 0,4 sec. of minder
Geluidzelftimer 2,0 sec. of minder 2,0 sec. of minder
74
Draadloos
Draadloze netwerkinstellingen
voor de computer en camera
In dit hoofdstuk vindt u een uitleg over de configuratie van de draadloze netwerkvoorziening
voor het aansluiten van de camera op de computer via een draadloze verbinding.
Procedures
Voer de onderstaande procedures uit voor het configureren van de draadloze netwerkinstellingen.
Voorbereiding
De werkomgeving van de computer controleren
Controleer of het besturingssysteem dat op de computer is geïnstalleerd Windows XP
is (met uitzondering van de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger.
De configuratie voor de draadloze verbinding controleren
Om ervoor te zorgen dat de registratieprocedures voor de verbinding probleemloos verlopen,
moet u de netwerkconfiguratie van de computer controleren en indien nodig voorbereiden.
Controleren of de vereiste software is geïnstalleerd
Controleer of de vereiste software voor draadloze verbindingen is geïnstalleerd.
Het doelapparaat registreren
Het doelapparaat registreren op de camera
Sluit de camera op de computer aan met de interfacekabel en registreer het
doelapparaat (uw computer) op de camera.
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Sluit de camera op de computer aan via de draadloze verbinding en download
camerabeelden naar de computer of druk deze af. Raadpleeg Mogelijke acties als de
camera is verbonden met een computer (p. 89) voor meer informatie over de
voorzieningen die via een draadloze verbinding kunnen worden gebruikt.
De procedures in het gedeelte "Voorbereiding" en "Het doelapparaat registreren"
worden de eerste keer dat u een draadloze verbinding maakt uitgevoerd. Hierna zijn
alleen de procedures in het gedeelte "De draadloze netwerkvoorziening gebruiken"
vereist.
75
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
Voorbereiding – Voordat u de draadloze
verbinding gebruikt
In dit gedeelte vindt u een uitleg over de voorbereidingen die u moet treffen voordat u de
draadloze verbinding kunt gebruiken.
Controleer eerst de werkomgeving van de computer.
De werkomgeving van de computer controleren
Besturingssysteemomgeving
De draadloze voorziening kan alleen worden gebruikt in combinatie met het besturingssysteem
Windows XP (met uitzondering van de 64-bits versie) met Service Pack 2 of hoger geïnstalleerd.
Deze kan niet worden gebruikt met andere besturingssystemen voor Windows of Macintosh.
Omgeving die is vereist voor de draadloze netwerkvoorziening
Eén van de volgende twee configuraties is vereist voor het gebruik van de draadloze
netwerkvoorziening.
De computer is ingesteld voor draadloze netwerken (d.w.z. er is een draadloze LAN-kaart
geïnstalleerd)
Er is een draadloze LAN-router aangesloten op de computer.
De firewallinstellingen in Windows XP of andere beveiligingssoftware kunnen
verhinderen dat er tussen de camera en de computer een verbinding kan
worden gemaakt. Zie Firewalls (p. 105).
76
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
De configuratie voor de draadloze verbinding controleren
De methode voor het aansluiten van de camera op de computer varieert afhankelijk van de
configuratie voor draadloze verbindingen van de computer. Raadpleeg het volgende diagram
en controleer of uw computer gebruikmaakt van verbindingsmethode of .
Het draadloze
netwerk is reeds
in gebruik
Rechtstreekse
1:1-verbinding tussen
camera en computer

Voeg de camera toe aan het
draadloze netwerk dat reeds in
gebruik is.
Maak een nieuw netwerk voor de
camera en de computer.
Controleer de instellingen voor het
draadloze netwerk en schrijf deze op
in de controlelijst (volgende pagina).
Als een camera en een computer via
een toegangspunt worden verbon-
den, zoals een draadloze LAN-router,
wordt dit een "infrastructuurver-
binding" genoemd.
Het rechtstreeks aansluiten van
een camera op een computer in
een 1:1-verbinding wordt een
"ad-hocverbinding" genoemd.
Een router is een apparaat dat verschillende computers of andere apparaten in een
netwerk (LAN) met elkaar verbindt. Een router met een ingebouwde draadloze
netwerkvoorziening wordt een draadloze LAN-router genoemd.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de computer als u niet zeker weet welk
besturingssysteem u gebruikt.
A B
A B
Bestaand netwerk
Draadloze
LAN-router
77
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
De draadloze netwerkconfiguratie controleren (alleen configuratie)
Als u al over een draadloos netwerk beschikt, moet u de volgende instellingen controleren
en opschrijven in de controlelijst.
Controleren of de vereiste software is geïnstalleerd
Voordat u de instellingen voor het draadloze netwerk configureert, moet u controleren of de
geleverde software is geïnstalleerd.
Als de software nog niet is geïnstalleerd, moet u de meegeleverde Canon Digital Camera
Solution Disk gebruiken en de software installeren volgens de procedures in De software
gebruiken op het Windows-platform – De grondbeginselen (p. 19).
Als u een netwerk configureert dat door een systeembeheerder wordt beheerd,
moet u de netwerkbeheerder raadplegen over de netwerkinstellingen.
Een coderingssleutel is een belangrijk en waardevol onderdeel. Beheer
het op een veilige manier, zodat niemand achter de inhoud kan komen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de draadloze LAN-router voor
gedetailleerde informatie over het controleren van de instellingen.
Controlelijst
Netwerknaam (SSID, ESSID) Voer de naam in die is toegewezen aan
het draadloze netwerk dat u gebruikt.
Netwerkverificatie/Gegevenscodering
(coderingsmethoden, coderingsmodus)
Ongeldig
WEP (open)
WEP (gedeelde sleutel)
WPA-PSK-TKIP
WPA-PSK-AES
"Netwerkverificatie/gegevenscodering"
is de coderingsmethode voor gegevens
tijdens het verzenden van gegevens
via een draadloos netwerk.
Plaats een vinkje naast de methode
die door uw draadloze netwerk wordt
gebruikt.
Coderingssleutel (netwerksleutel) De coderingssleutel is de sleutel die
wordt gebruikt voor het coderen van
gegevens die via een draadloze verbin-
ding worden verzonden. Bevestig de
sleutel die in uw draadloze netwerk
wordt gebruikt. (Ga uiterst voorzichtig
met deze informatie om; deze is van
essentieel belang.)
Sleutelindex (verzendsleutel)
1
2
3
4
De sleutelindex is een sleutel die wordt
ingesteld als de instelling voor Netwerk-
verificatie/Gegevenscodering WEP is. Er
kunnen maximaal vier sleutels ingesteld
worden per toegangspunt. Plaats een
vinkje naast de sleutelindex die wordt
gebruikt door uw draadloze netwerk.
A
78
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
Het doelapparaat registreren op de camera
Sluit de camera aan op de computer met behulp van de interfacekabel en registreer het doel-
apparaat (de computer die draadloos wordt verbonden) op de camera. Configureer de instellingen
met behulp van het programma Camera Wireless Setup (een hulpprogramma voor draadloze
configuraties). Deze stap is alleen vereist als u het doelapparaat voor de eerste keer registreert.
1
Als het draadloze netwerk reeds in gebruik is, moet u controleren of de computer
en de router op correcte wijze zijn aangesloten en of de instellingen voor draadloze
netwerken op de router op correcte wijze zijn geconfigureerd.
Als er een rechtstreekse 1:1-verbinding bestaat tussen de camera en de
computer moet u controleren of de draadloze netwerkvoorziening van de
computer goed werkt.
2 Sluit de meegeleverde interfacekabel aan op
de USB-poort van de computer en de DIGITAL
uitgang van de camera.
3 Schakel de camera in en stel deze in op de
weergavemodus.
De knop (Afdrukken/Delen) van de
camera licht blauw op.
Het camerabeheervenster wordt weergegeven op
het computerscherm. Laat dit venster geopend.
De camera kan geen draadloze verbinding maken met computers die niet
zijn geregistreerd als doelapparaten.
Op de camera kunnen maximaal 7 apparaten worden geregistreerd.
Het draadloze netwerk is reeds in gebruik
Rechtstreekse 1:1-verbinding tussen camera en computer
Zowel als maken gebruik van stap 1-8.
Ga voor stap 9 en verder naar Het draadloze netwerk is reeds in gebruik (p. 81)
of Rechtstreekse 1:1-verbinding tussen camera en computer (p. 83).
A
B
A B
A
B
A
B
AAN/UIT-knop
Weer-
gave-
modus
79
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
4 Druk op de knop MENU van de camera.
5 Selecteer het menu [ (Draadloze
verbinding)] in het LCD-scherm van
de camera en kies [Reg. Doel Apparaat].
6 Druk op de knop FUNC./SET.
"Invoer data op PC" wordt weergegeven
op het LCD-scherm van de camera.
Het hulpprogramma Camera Wireless Setup,
dat rechts wordt weergegeven, wordt gestart.
Leg de draadloze instellingen vast in dit venster.
7 Klik op [Next/Volgende].
Knop
MENU
Knop
FUNC./SET
80
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
8 Selecteer [Simple Mode/Eenvoudige modus]
en klik op [Next/Volgende].
Wij raden u aan om voor de meeste doeleinden
de [Simple Mode/Eenvoudige modus] te
gebruiken.
Wij raden u aan om de [Advanced Mode/Geavanceerde modus] te
gebruiken als de volgende voorwaarden van toepassing zijn op uw
draadloze configuratie.
U configureert een ad-hocnetwerk.
U legt de instellingen vast in een netwerk met een systeembeheerder.
De computer en de draadloze LAN-router zijn via een kabel met elkaar
verbonden.
Er wordt een vast IP-adres toegewezen. (IP-adres: een identificatie-
nummer dat aan een computer of een ander apparaat op een netwerk
wordt toegewezen)
De draadloze LAN-router is niet voorzien van een DHCP-server-
voorziening. (DHCP-servervoorziening: verkorte schrijfwijze voor
Dynamic Host Configuration Protocol-servervoorziening, waarmee
dynamische IP-adressen worden toegewezen aan apparaten in een
netwerk)
U kunt de in de camera vastgelegde gegevens wijzigen als u een vinkje
plaatst naast [Change registered information in camera/Geregistreerde
gegevens in camera wijzigen] en op [Next/Volgende] klikt.
Als u reeds een draadloos netwerk gebruikt, kunt u doorgaan met stap 9 in het
gedeelte Het draadloze netwerk is reeds in gebruik (p. 81).
Als u een rechtstreekse 1:1-verbinding gebruikt tussen de camera en de computer,
kunt u verdergaan met stap 9 in het gedeelte Rechtstreekse 1:1-verbinding tussen
camera en computer (p. 83).
A
B
81
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
9 Selecteer [I am using an access point/
Ik gebruik een toegangspunt] en klik
op [Next/Volgende].
Dit venster wordt niet weergegeven als de
gegevens van de draadloze configuratie
automatisch worden vastgesteld. Ga door met de
volgende stap.
10 Voer de gegevens in van de controlelijst
(p. 77) en klik op [Next/Volgende].
Bepaalde configuratiegegevens hoeft u mogelijk
niet in te voeren omdat deze automatisch zijn
vastgesteld. Controleer of de ingevoerde
gegevens overeenkomen met de informatie in
het controlelijstje en voer de vereiste gegevens
in voor de overige instellingencategorieën.
11 Bevestig de weergegeven informatie en klik
op [Next/Volgende].
De naam die u hier invoert wordt weergegeven in
de categorie "Connected To/Verbonden met" van
de camera.
Het draadloze netwerk is reeds in gebruik
Voer stap 1–8 uit (p. 7880) voordat u hieronder verdergaat.
Als u de terminologie in het venster niet begrijpt, moet u de muiscursor erboven
plaatsen. Er wordt een korte uitleg weergegeven onderin het venster.
Als het bericht "Insufficient space in camera/Onvoldoende ruimte in camera" wordt
weergegeven, moet u doelapparaten die niet nodig zijn verwijderen en doorgaan
met de volgende stap.
A
82
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
12 Nadat u de weergegeven instellingen hebt
bevestigd, moet u op [Print/Afdrukken]
klikken om de configuratiegegevens af te
drukken.
Deze gegevens zijn vereist als u geen verbinding
kunt maken of de instellingen later wijzigt. Berg
de informatie op een veilige plaats op omdat dit
belangrijke gegevens zijn over de computer.
13 Klik op [Next/Volgende] nadat het afdrukken
is voltooid.
14 Klik op [Finish/Voltooien].
15 Als [Registratie gereed] wordt weergegeven
op het LCD-scherm, drukt u op de knop
FUNC./SET.
Hiermee wordt de netwerkconfiguratie op de
camera opgeslagen.
16 Druk op de knop MENU van de camera.
De camera wordt opnieuw ingesteld op de
weergavemodus.
17 Schakel de camera uit.
Het camerabeheervenster op het computerscherm wordt gesloten.
18 Ontkoppel de interfacekabel en maak een draadloze verbinding.
Gebruik de procedures in Een verbinding maken om de correctiebewerking van de
draadloze verbinding te testen (p. 85).
83
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
9 Selecteer [I do not have an access point, but
my computer is compatible with wireless
networks/Ik heb geen toegangspunt, maar
mijn computer is compatibel met draadloze
netwerken] en klik op [Next/Volgende].
Dit venster wordt niet weergegeven als de
gegevens van de draadloze configuratie
automatisch worden vastgesteld.
Ga door met de volgende stap.
10 Bevestig de weergegeven informatie en klik
op [Next/Volgende].
De configuratie-instellingen worden automatisch
van kracht en worden in het venster weergegeven.
In deze instellingen hoeft u normaal gesproken
geen wijzigingen aan te brengen.
11 Bevestig de weergegeven informatie en klik
op [Next/Volgende].
De naam die u hier hebt ingevoerd, wordt
weergegeven in de categorie "Connected to/
Verbonden met" van de camera.
Rechtstreekse 1:1-verbinding tussen camera en computer
Voer stap 1–8 uit (p. 7880) voordat u hieronder verdergaat.
Als u de terminologie in het venster niet begrijpt, moet u de muiscursor erboven
plaatsen. Er wordt een korte uitleg weergegeven onderin het venster.
Als het bericht "Insufficient space in camera/Onvoldoende ruimte in camera" wordt
weergegeven, moet u doelapparaten die niet nodig zijn verwijderen en doorgaan
met de volgende stap.
B
84
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
12 Nadat u de weergegeven instellingen hebt
bevestigd, moet u op [Print/Afdrukken]
klikken om de configuratiegegevens af te
drukken.
Deze gegevens zijn vereist als u geen verbinding
kunt maken of de instellingen later wijzigt. Berg
de informatie op een veilige plaats op omdat dit
belangrijke gegevens zijn over de computer.
13 Klik nadat het afdrukken is voltooid op
[Next/Volgende].
14 Klik op [Finish/Voltooien].
15 Als [Registratie gereed] wordt weergegeven
op het LCD-scherm, drukt u op de knop
FUNC./SET.
Hiermee wordt de netwerkconfiguratie op de
camera opgeslagen.
16 Druk op de knop MENU van de camera.
De camera wordt opnieuw ingesteld op de weergavemodus.
17 Schakel de camera uit.
Het camerabeheervenster op het computerscherm wordt gesloten.
18 Ontkoppel de interfacekabel en maak een draadloze verbinding.
Gebruik de procedures in Een verbinding maken om de correctiebewerking van de
draadloze verbinding te testen (p. 85).
Als er een bericht wordt weergegeven met betrekking tot instellingen
moet u de instructies op het scherm uitvoeren en instellingen wijzigen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de computer voor
gedetailleerde informatie over het wijzigen van de instellingen.
Als u een IP-adres instelt, moet u ervoor zorgen dat u een ander adres
gebruikt dan het adres dat werd weergegeven tijdens stap 12.
85
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
Een verbinding maken
Maak een verbinding met de computer via de knoppen op de camera.
Er is geen interfacekabel vereist, omdat u een draadloze verbinding maakt.
Maak een verbinding nadat u het doelapparaat (de computer) hebt geregistreerd volgens de
procedures in Het doelapparaat registreren op de camera (p. 78).
1 Schakel de camera in en stel deze in op de
weergavemodus of één van de opname-
methoden.
Weergavemodus
Nadat u een verbinding hebt gemaakt, kunt u
camerabeelden downloaden naar de computer
en deze afdrukken op een printer.
Opnamemethoden
Nadat u een verbinding hebt gemaakt, kunt u een
vastgelegd beeld rechtstreeks naar de computer verzenden.
Zie Mogelijke acties als de camera is verbonden met een computer (p. 89) voor
gedetailleerde informatie.
2 Druk op de knop .
Een menu voor het selecteren van het
doelapparaat wordt weergegeven op het
LCD-scherm.
De knop licht blauw op.
De draadloze netwerkvoorziening kan tot maximaal 30 meter afstand
worden gebruikt, zolang er geen obstakels bestaan tussen de camera
en het doelapparaat. Deze afstand is echter afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden.
Er kan niet meer dan één camera tegelijk worden verbonden.
De opnamemethode Movie kan niet via een draadloze verbinding
worden gebruikt.
U kunt overschakelen tussen de weergavemodus en opnamemethoden
via de draadloze verbinding.
U kunt echter ook het menu voor het selecteren van het doelapparaat
weergeven door op de knop MENU te drukken, het menu [ (Draadloze
verbinding)] te selecteren, gevolgd door de optie [Verbinden/Verbreken].
Druk als laatste op de knop FUNC./SET.
AAN/UIT-knop
Weergave
modus of
opname-
methoden
Knop
Knop
FUNC./SET
Knop
MENU
86
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
3 Selecteer [Verbind] nadat u een doelapparaat
hebt geselecteerd.
De naam die is vastgelegd voor het doelapparaat
in stap 11 (p. 81, 83) in Het doelapparaat
registreren op de camera wordt weergegeven
in de categorie [Doel Apparaat].
4 Druk op de knop (of de knop FUNC./SET).
Het lampje en de knop voor de draadloze
verbinding gaan knipperen als de twee apparaten
een verbinding maken.
Op het LCD-scherm wordt een indicator met de
verbindingsstatus weergegeven.
Als de camera een verbinding heeft gemaakt
met de computer stopt het lampje van de
draadloze verbinding met knipperen en blijft
dit permanent aan.
Een antenne met de signaalsterkte wordt
weergegeven op het LCD-scherm. (0-3 balken)
U kunt niet tegelijkertijd verbinding maken met meerdere doelapparaten.
Als u al een verbinding hebt gemaakt met een apparaat en probeert een
verbinding te maken met een ander apparaat, wordt de huidige verbinding
gesloten en probeert de camera een verbinding te maken met het nieuwe
doelapparaat.
Tenzij u het doelapparaat wijzigt, kunt u later eenvoudig verbinding maken
door in stap 2 een seconde op de knop te drukken.
"Als een foutbericht" wordt weergegeven op het LCD-scherm van de camera,
moet u het onderwerp Problemen met de verbinding raadplegen in het
gedeelte Problemen oplossen voor draadloze verbindingen (p. 100).
Knop
Knop
FUNC./SET
In weergavemodus
87
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
De verbinding verbreken
Verbreek de verbinding tussen de camera en de computer met behulp van de opdrachten op
de camera.
1 Stel de camera in op de weergavemodus of één van de opnamemethoden.
2 Druk op de knop MENU.
3 Selecteer [Verbinden/Verbreken] in het menu
[ (Draadloze verbinding)] en druk op de
knop FUNC./SET.
4 Selecteer [Verbreek], nadat u het
doelapparaat hebt geselecteerd.
5 Druk op de knop FUNC./SET.
Hierdoor wordt de verbinding tussen de camera
en de computer verbroken.
Het lampje voor de draadloze verbinding wordt
uitgeschakeld als de verbinding tussen de camera
en de computer wordt verbroken.
88
Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en camera
Draadloos
Een doelapparaat verwijderen
Verwijder een doelapparaat als het niet langer geregistreerd hoeft te zijn of als u een nieuw
apparaat wilt registreren en al het maximumaantal registraties hebt bereikt.
1 Stel de camera in op de weergavemodus of één van de opnamemethoden.
2 Druk op de knop MENU.
3 Selecteer [Verwijder Registr.] in het menu
[ (Draadloze verbinding)] en druk op de
knop FUNC./SET.
4 Selecteer het doelapparaat dat u wilt
verwijderen.
5 Selecteer [Verwijder] en druk op de knop
FUNC./SET.
Het geselecteerde apparaat wordt verwijderd
en de naam van het volgende apparaat wordt
weergegeven.
6 Druk op de knop MENU.
89
Draadloos
De draadloze netwerkvoorziening
gebruiken
In dit gedeelte vindt u een uitleg voor het gebruik van de draadloze netwerkvoorziening voor
het downloaden van camerabeelden naar een computer om deze af te drukken. Zorg ervoor
dat de instellingen die zijn beschreven in Draadloze netwerkinstellingen voor de computer en
camera zijn geconfigureerd.
Mogelijke acties als de camera is verbonden
met een computer
In het volgende gedeelte vindt u de acties die mogelijk zijn als de camera via een draadloos
netwerk is verbonden met een computer of deze is verbonden via een interfacekabel (niet-
draadloos netwerk).
Camera-
modus
Actie
Draadloze
verbinding
Niet-
draadloze
verbinding
Pagina-
verwijzing
Weergave-
modus
Camerabeelden naar de computer
downloaden met computeropdrachten.

p. 19
Camerabeelden naar de computer
downloaden met computeropdrachten
(verplaats).

p. 90
Beelden naar de computer verzenden
en deze afdrukken op een aangesloten
printer met cameraopdrachten
(afdrukken via een computer).
×
p. 93
Opnamen maken vanaf de computer
(opnemen op afstand).
×
p. 95
My Camera/Mijn camera-bestanden
toevoegen aan de camera.

p. 42
Opname-
methode
Beelden automatisch opslaan op de
computer tijdens het maken van
opnamen (Auto transfer).
×
p. 98
90
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Beelden downloaden/afdrukken met
cameraopdrachten (verplaats)
In dit gedeelte worden de procedures toegelicht voor het downloaden van beelden naar de
computer om deze af te drukken met de voorziening Verplaats van de camera.
Beelden downloaden/afdrukken met cameraopdrachten
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u cameraopdrachten kunt gebruiken om beelden te
downloaden naar een computer en deze af te drukken.
1 Breng een verbinding tot stand en stel de camera in de op weergavemodus.
Zie Een verbinding maken (p. 85) voor draadloze verbindingen en breng een verbinding
tot stand tussen camera en computer.
Als u een verbinding wilt maken met de geleverde interfacekabel (niet-draadloze
verbinding) moet u de kabel aansluiten op de USB-poort van de computer en de
DIGITAL uitgang van de camera en de camera voorbereiden op de communicatie.
Alle beelden Hiermee worden alle beelden verplaatst en opgeslagen op de computer.
Nieuwe beelden
Hiermee worden alleen de beelden verplaatst en opgeslagen die niet
eerder zijn overgedragen.
Transfer beeld
Hiermee wordt het weergegeven beeld naar de computer verplaatst en
hierop opgeslagen.
Wallpaper
Hiermee worden afzonderlijke beelden die u weergeeft en selecteert
naar de computer verplaatst en hierop opgeslagen. De overgedragen
beelden worden op het bureaublad van de computer weergegeven.
Print
Hiermee wordt het weergegeven beeld naar de computer verplaatst en
afgedrukt (alleen via draadloze verbindingen).
De printerinstellingen moeten worden geconfigureerd voordat de optie
Afdrukken kan worden gebruikt. Zie Printerinstellingen voor afdrukken via
een computer (p. 93).
Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies met
betrekking tot niet-draadloze verbindingen tussen de camera en de
computer en de manier waarop u de camera kunt voorbereiden op de
communicatie.
91
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Het pictogram voor de voorziening Verplaats
wordt weergegeven in de linkerbovenhoek van
het LCD-scherm van de camera. Als er een
draadloze verbinding is, wordt een antenne
weergegeven rechts van het pictogram voor de
voorziening Verplaats.
Het camerabeheervenster wordt geopend op het
computerscherm.
Alle beelden, Nieuwe beelden
2 Druk op de knop FUNC./SET.
Dit menu wordt weergegeven in de
linkerbenedenhoek van het LCD-scherm.
3 Selecteer [Alle beelden] of [Nieuwe beelden]
en druk op de knop .
U kunt echter ook nadat u [Alle beelden]
of [Nieuwe beelden], hebt geselecteerd de
optie [Transfer] selecteren en op de knop
FUNC./SET drukken.
De beelden worden gedownload. Het lampje
voor de draadloze verbinding en de knop
zullen knipperen tijdens het downloaden.
Het venster van stap 1 wordt opnieuw
weergegeven als het downloaden is voltooid.
Druk op de knop FUNC./SET om het downloaden
te stoppen als u dat wilt.
Pictogram voor Verplaats
Menu Verplaats
92
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Transfer beeld, Wallpaper, Print
2 Geef het beeld weer op het LCD-scherm.
Alleen het beeld dat hier wordt weergegeven, wordt naar de computer gedownload.
3 Druk op de knop FUNC./SET.
Dit menu wordt weergegeven in de
linkerbenedenhoek van het LCD-scherm.
4 Selecteer [Transfer beeld], [Wallpaper] of
[Print] en druk op de knop .
U kunt echter ook nadat u [Transfer beeld],
[Wallpaper] of [Print] hebt geselecteerd de
optie [Transfer] selecteren en op de knop
FUNC./SET drukken.
De beelden worden gedownload. Tijdens het
downloaden gaat het lampje voor de draadloze
verbinding knipperen. Nadat het downloaden is voltooid, wordt het venster van stap 1
opnieuw weergegeven.
Als u [Wallpaper] hebt geselecteerd, wordt het gedownloade beeld weergegeven
als achtergrondbeeld op het bureaublad van de computer. Als u [Print] hebt geselecteerd,
wordt het gedownloade beeld afgedrukt.
Alleen JPEG-beelden kunnen als achtergrondbeeld voor een computer
worden gedownload. Op het Windows-platform worden de bestanden
automatisch als BMP-beelden gemaakt.
Opties die u hebt geselecteerd door op de knop te drukken, blijven
van kracht, zelfs wanneer u de camera uitschakelt. Deze instelling blijft
van kracht totdat u de volgende keer op de knop drukt.
Menu Verplaats
93
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Printerinstellingen voor afdrukken via een computer
Bij het "afdrukken via een computer" worden cameraopdrachten gebruikt om beelden auto-
matisch af te drukken zonder deze te wijzigen bij het downloaden naar de computer. Als u
gaat afdrukken via een computer, moeten de printerinstellingen vooraf zijn geconfigureerd.
1 Breng een verbinding tot stand en stel de camera in de op weergavemodus.
Zie Een verbinding maken (p. 85) voor draadloze verbindingen en breng een verbinding
tot stand tussen camera en computer.
Als u een verbinding wilt maken met de meegeleverde interfacekabel (niet-draadloze
verbinding), moet u de kabel aansluiten op de USB-poort van de computer en de DIGITAL
uitgang van de camera en de camera voorbereiden voor communicatie.
2 Als het camerabeheervenster wordt
weergegeven, moet u op [Preferences/
Voorkeuren] klikken.
3 Selecteer [Change direct transfer download
destination folder/Doelmap voor down-
loaden via de voorziening Verplaats wijzigen]
en klik op [Next/Volgende].
94
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
4 Stel de doelmap in voor gedownloade
beelden en de manier waarop uw nieuwe
mappen voor gedownloade beelden wilt
maken en klik op [Next/Volgende].
Voordat de beelden worden afgedrukt, worden
deze gedownload in de map die u hier opgeeft.
5 Klik op [Settings/Instellingen].
6 Stel de printer en het gebruikte papier-
formaat in bij het afdrukken via een
computer en klik op [OK].
7 Klik op [Finish/Voltooien].
Hiermee is de configuratie beëindigd.
De volgende keer dat u afdrukt via een computer
wordt het beeld afgedrukt volgens de instellingen
die u bij stap 6 hebt geconfigureerd.
95
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Opnamen maken vanaf een computer
(opnemen op afstand)
U kunt stilstaande beelden vastleggen door de sluiter van de camera op afstand te bedienen
vanaf een computer via een draadloze verbinding. Dit is vooral handig als u de beelden tijdens
de opname op het grotere beeldscherm van de computer wilt bekijken en als u grote hoeveel-
heden foto's wilt maken zonder dat u bang hoeft te zijn dat de geheugenkaart van de camera
vol raakt.
Voorbereidingen voor opnemen op afstand
1
Breng een verbinding tot stand en stel de camera in de op weergavemodus.
Zie Een verbinding maken (p. 85) voor informatie over draadloze netwerkverbindingen.
Het camerabeheervenster wordt weergegeven op het computerscherm.
2 Klik op het tabblad [Remote shooting/
Opnemen op afstand].
3 Klik op [Starts Remote Shooting/
Opnemen op afstand starten].
4 Selecteer een bestemming voor de opgenomen beelden en klik op [OK].
U kunt niet op afstand opnemen als de camera is verbonden via een
interfacekabel (niet-draadloze verbinding).
96
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Het venster [RemoteCapture Task/RemoteCapture-taak]
Het venster [RemoteCapture Task/RemoteCapture-taak] heeft de volgende voorzieningen.
[RemoteCapture Task/RemoteCapture-taak] vergrendelt de belichtings- en
focusinstellingen voor het onderwerp in het zoekergedeelte. Klik op
om deze waarden opnieuw in te stellen als de belichting of de afstand tot
het onderwerp verandert.
Selectieknop voor grootte en resolutie
Hiermee selecteert u de grootte en de resolutie
waarmee beelden worden opgenomen.
U kunt opmerkingen
aan beelden toevoe-
gen door hier een
vinkje te zetten en in
de vakken eronder
tekst te typen.
Weergave van
de zoeker.
Als u op de knop
[Start/Stop
Viewfinder/Zoeker
starten/stoppen] klikt
terwijl er een open
verbinding met de
camera is, wordt het
beeld in de zoeker
van de camera hier
weergegeven.
Verschuif dit
schuifblokje om in of
uit te zoomen.
Hier geeft u de basisinstellingen
voor de camera op.
Rotatie-instellingen
Hiermee stelt u de
rotatieparameters voor
beelden in nadat ze
zijn opgenomen.
Hiermee kunt u de
weergave van de zoeker
of het gebied met
detailinstellingen
weergeven/verbergen.
Knop [Release/
Ontgrendelen]
Hiermee ontgrendelt
u de sluiter.
Knop [Start/Stop Viewfinder
/
Zoeker starten/stoppen]
Hiermee start of stopt u de
weergave van de zoeker.
Knop [Refresh/Vernieuwen]
Hiermee worden de
belichting, focus en
witbalans ingesteld
op de beginwaarden.
97
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Opnemen op afstand
1
Klik op en controleer het onderwerp in de zoeker.
2 Wijzig indien nodig de grootte of resolutie van het beeld, de rotatie-instellingen
en de instellingen onder in het venster.
Als u van plan bent de camera verticaal te houden om een onderwerp te fotograferen,
kunt u het beeld in de juiste stand op de computer opslaan als u de rotatie-instellingen
vooraf instelt.
3 Klik op de knop [Ontgrendelen].
Zorg ervoor dat u de stand-bystand van de computer uitschakelt voordat u
opnamen op afstand gaat maken. De werking van het apparaat kan niet
worden gegarandeerd als de stand-bystand van de computer wordt
geactiveerd.
Als u de voorziening [Beeldomkeren] instelt op [Aan] terwijl de camera zich
in de opnamemodus bevindt, worden de beelden automatisch gedraaid in
de juiste stand van het venster [Remote Shooting/Opnemen op afstand].
U kunt de sluiter ontgrendelen door op de ontspanknop van de camera
of op de spatiebalk van het toetsenbord te drukken.
Met uitzondering van de ontspanknop kunt u de zoomknoppen en
overige knoppen en schakelaars op de camera niet gebruiken zolang
u de camera voor opnamen op afstand gebruikt.
Mogelijk merkt u dat er bij het maken van opnamen op afstand iets
meer tijd zit tussen het ontgrendelen en het activeren van de sluiter
dan wanneer u de camera los gebruikt.
98
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Beelden automatisch op de computer opslaan
bij het maken van opnamen (Auto Transfer)
In dit gedeelte wordt de voorziening voor het automatisch verplaatsen van beelden direct na
het opnemen naar een computer die een draadloze verbinding met de camera heeft.
1 Breng een verbinding tot stand en stel de camera in de op een opnamemethode.
Zie Een verbinding maken (p. 85) voor informatie over draadloze netwerkverbindingen.
Een venster dat vergelijkbaar is met het voorbeeld
rechts wordt weergegeven op het computerscherm.
2 Druk op de knop MENU van de camera.
3 Selecteer [Auto Transfer] in het menu
[ (Draadloze verbinding)].
4 Selecteer [Aan] en druk op de knop MENU.
De voorziening Verplaats wordt van kracht en het
LCD-scherm verandert in het opnamescherm.
U kunt geen computeropdrachten initiëren bij het gebruik van deze
voorziening.
Het beeld wordt naar de computer verplaatst nadat dit is vastgelegd op de
geheugenkaart van de camera. Het wordt opgeslagen in dezelfde map die u
hebt opgegeven voor downloads met behulp van de voorziening Verplaats.
Deze voorziening is niet beschikbaar voor films.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies over het
gebruik van de camera.
Knop
MENU
99
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
5 Maak de opname.
Het beeld wordt op de geheugenkaart vastgelegd en vervolgens naar de computer
verzonden. Het verplaatste beeld wordt op het bureaublad van de computer
weergegeven.
Een venster dat vergelijkbaar is met het voorbeeld
rechts wordt weergegeven tijdens het verplaatsen
van het beeld.
U kunt doorgaan met het maken van opnamen
terwijl dit venster wordt weergegeven.
Als u [Auto Transfer] instelt op [Aan] is deze voorziening nog steeds
van kracht als u de volgende keer opnamen maakt via een draadloze
verbinding en het beeld wordt verzonden naar de computer nadat dit
op de geheugenkaart in de camera is vastgelegd.
100
Draadloos
Problemen oplossen voor
draadloze verbinding
Lees dit gedeelte door als u geen verbinding kunt maken tussen de camera en de computer
via een draadloos netwerk of als u problemen ondervindt met de voorziening voor draadloze
netwerken. Zie Problemen oplossen (p. 114) als u een ander type probleem ondervindt.
Problemen met de verbinding
Controleer het foutbericht op het LCD-scherm van de camera als u problemen ondervindt bij
het tot stand brengen van een draadloze verbinding tussen de camera en de computer en
probeer de volgende oplossingen uit.
Bericht "Verbinding mislukt 1"
Oorzaak
Er is geen IP-adres verkregen van de DHCP-server.
Oplossing 1:
Controleer de instellingen van de DHCP-server om na te gaan of deze correct zijn
en controleer of er voldoende IP-adressen kunnen worden toegewezen. Raadpleeg
de gebruikershandleiding van de draadloze LAN-router voor meer gedetailleerde
informatie. Raadpleeg de netwerkbeheerder als het netwerk een beheerder heeft.
Oplossing 2:
Als het netwerk niet beschikt over een DHCP-server, moet u de [Advanced
Mode/Geavanceerde modus] selecteren en het IP-adres als hieronder
beschreven configureren.
Het venster IP Address Configuration/IP-adres configureren weergeven
Voer stap 1–7 uit in Het doelapparaat registreren op de camera (p. 78) en ga verder
met de onderstaande procedures.
Selecteer [Advanced Mode/
Geavanceerde modus] en
klik op [Next/Volgende].
Klik op
[Set IP Address/
IP-adres instellen]
101
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Bericht "Verbinding mislukt 2" en "Verbinding mislukt 3"
Oorzaak
De draadloze netwerkinstellingen zijn niet correct. De registratie van het
doelapparaat op de camera is mogelijk mislukt.
Oplossing 1:
Sluit de camera aan op de computer met de interfacekabel en controleer de
volgende instellingen voor het doelapparaat.
[Network Name (SSID)/Netwerknaam (SSID)]
[Network Authorization – Encryption/netwerkautorisatie – Codering]
Oplossing 2
Als u de verbinding hebt geconfigureerd in [Simple Mode/Eenvoudige modus]
moet u de [Advanced Mode/Geavanceerde modus] selecteren zoals is
beschreven in stap 8 van Het doelapparaat registreren op de camera (p. 80)
en de computer registreren op de camera.
Een IP-adres is een uniek identificatienummer dat aan een apparaat,
zoals een camera of een computer, wordt toegewezen dat is verbonden
met een netwerk.
Een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol) is een server-
computer die IP-adressen uitgeeft aan camera’s of computers op het
netwerk.
De registratiegegevens controleren
Voer stap 1–7 uit in Het doelapparaat registreren op de camera (p. 78), ga verder met
de onderstaande procedures en controleer de registratiegegevens.
Gebruik tevens de bovenstaande vensters om te controleren of de informatie die is
opgeslagen in het controlelijstje (p. 77) juist is.
Plaats een vinkje in het vak voor
[Change registered information in camera/
Geregistreerde gegevens in camera wijzigen].
Controleer hier
het MAC-adres
van de camera.
102
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Bericht "Verbinding mislukt 4"
Oorzaak 1
De verbinding is verbroken vanwege de slechte signaalkwaliteit in de
netwerkomgeving.
Oplossing 1:
Wijzig de stand van de camera.
Oplossing 2:
Verplaats de camera naar de draadloze LAN-router of een ander
toegangspunt dat u gebruikt.
Oplossing 3:
Wijzig het kanaal van de draadloze LAN-router of ander toegangspunt.
Oorzaak 2
Het toegangspunt voor het doelapparaat kan niet worden vastgesteld.
Oplossing:
Controleer of de draadloze LAN-router of een ander toegangspunt dat wordt
gebruikt goed werkt. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de draadloze
LAN-router voor meer gedetailleerde informatie.
Oorzaak 3
De verificatie met het toegangspunt is mislukt.
Oplossing 1:
Sluit de camera aan op de computer met de interfacekabel en controleer de
volgende instellingen voor het doelapparaat.
[Network Name (SSID)/Netwerknaam (SSID)]
[Network Type/Netwerktype]
[Network Authorization – Encryption/Netwerkautorisatie – Codering]
[Encryption Key (Network Key)/Coderingssleutel (netwerksleutel)]
Raadpleeg De registratiegegevens controleren (p. 101) voor instructies.
Oplossing 2:
Raadpleeg De registratiegegevens controleren en controleer het MAC-adres
van de camera. Stel vervolgens vast dat het toegangspunt niet is
geconfigureerd voor het filteren van MAC-adressen.
Een MAC-adres (Media Access Control) is een hardwareadres dat een
unieke id vormt voor elk knooppunt in een netwerk, zoals een camera
of een computer, waarbij één wereldwijd nummer wordt gebruikt voor
de prefix.
Bij het filteren van MAC-adressen wordt het MAC-adres van de
apparaten geregistreerd die op een draadloos netwerk worden
gebruikt bij de draadloze LAN-router en wordt toegang geweigerd
aan niet-geregistreerde MAC-adressen.
103
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Oorzaak 4
Het doelapparaat is niet binnen de tijdslimiet vastgesteld
(time-out na 30 seconden).
Oplossing:
Controleer of de draadloze netwerkvoorziening van het doelapparaat
(computer) goed werkt.
Bericht "Verbinding mislukt 5"
Oorzaak 1
De verwerking van het bevestigingssignaal van de verbinding is mislukt.
Oplossing 1:
Schakel de UPnP
TM
-service in de firewallinstellingen in.
Zie De UPnP
TM
-service inschakelen (p. 105) voor gedetailleerde informatie.
Oplossing 2:
Wijzig de firewallinstellingen zodat het programma voor draadloze
verbindingen (CALWLESS.exe) kan communiceren met de camera zonder dat
de firewall de communicatie blokkeert. Zie Communicatie inschakelen voor
het programma voor draadloze verbindingen (CALWLESS.exe) (p. 105) voor
gedetailleerde informatie.
Oorzaak 2
Er kan geen verbinding worden gemaakt binnen de tijdslimiet vanwege
een probleem met de draadloze netwerkomgeving of de computer
(time-out na 30 seconden).
Oplossing 1:
Wijzig de stand van de camera.
Oplossing 2:
Verplaats de camera naar de draadloze LAN-router of een ander
toegangspunt dat u gebruikt.
Oplossing 3:
Wijzig het kanaal van de draadloze LAN-router of ander toegangspunt.
Oplossing 4:
Controleer of de draadloze netwerkvoorziening van het doelapparaat
(computer) goed werkt.
Oplossing 5:
Schakel de UPnP
TM
-service in de firewallinstellingen in.
Zie De UPnP
TM
-service inschakelen (p. 105) voor gedetailleerde informatie.
104
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Bericht "Verbinding mislukt 6"
Oorzaak
Er zijn dubbele IP-adressen aanwezig.
Oplossing 1:
Schakel de camera uit en vervolgens weer in en probeer opnieuw een
verbinding te maken.
Oplossing 2:
Als er een vast IP-adres is toegewezen, moet u de toewijzing wijzigen.
Raadpleeg Het venster IP Address Configuration/IP-adres configureren
weergeven (p. 100).
Bericht "Verbinding mislukt 7"
Oorzaak
Er bevinden zich meer dan (ongeveer) 1000 beelden op de camera en in
dat geval kunt u mogelijk geen camerabeelden downloaden.
Oplossing:
Gebruik een geheugenkaartlezer om de beelden te downloaden (p. 22).
Bericht "Verbroken"
Oorzaak
Het toegangspunt voor het doelapparaat kan niet worden vastgesteld.
Of het signaal in de netwerkomgeving was van slechte kwaliteit en de
verbinding werd verbroken. Of de verwerking van het bevestigingssignaal
van de verbinding is mislukt.
Oplossing 1:
Wijzig de stand van de camera.
Oplossing 2:
Verplaats de camera naar de draadloze LAN-router of een ander toegangspunt
dat wordt gebruikt.
Oplossing 3:
Controleer of de draadloze LAN-router of ander toegangspunt werkt.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de draadloze LAN-router of een ander
toegangpunt dat u gebruikt.
Oplossing 4:
Wijzig het kanaal van de draadloze LAN-router of van het andere toegangspunt.
Oplossing 5:
Controleer of de draadloze netwerkvoorziening van het doelapparaat
(computer) goed werkt.
Oplossing 6:
Schakel de ontvangst van een ICMP-echoaanvraag in de firewallinstellingen in.
Raadpleeg De ontvangst van ICMP-echoaanvragen inschakelen (p. 105) voor
gedetailleerde informatie.
105
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Firewalls
Firewalls beschermen computers tegen beveiligingsrisico’s, zoals computervirussen en
ongeoorloofde, externe toegang. Bepaalde firewallinstellingen kunnen echter de verbinding
tussen de camera en de computer verstoren.
Windows XP-firewall
Als u de firewall gebruikt die bij Windows XP Service Pack 2 wordt geleverd, worden de onder-
staande instellingen meestal automatisch geconfigureerd tijdens de installatie. Als u geen draad-
loze verbinding tot stand kunt brengen tussen de camera en de computer moet u in het menu
[Start] op [Configuratiescherm] klikken en vervolgens dubbelklikken op [Windows Firewall].
Klik op het tabblad [Uitzonderingen] of [Geavanceerd] en controleer de drie volgende instellingen.
Overige beveiligingssoftware
Als u een firewall gebruikt die bij andere beveiligingssoftware wordt geleverd, moet u de
gebruikershandleiding van het desbetreffende programma raadplegen en de drie volgende
instellingen controleren.
Meld u op de computer aan als beheerder voordat u probeert de firewall-
instellingen te configureren.
De ontvangst van ICMP-echoaanvragen inschakelen
Het IMCP-protocol (Internet Control Message Protocol) wordt gebruikt voor het verifiëren
van een verbinding tussen een camera en een computer. ICMP moet dan ook in de
beveiligingssoftware zijn ingeschakeld.
Communicatie voor het programma voor draadloze verbindingen
(CALWLESS.exe) inschakelen.
De firewallinstellingen moeten worden aangepast, zodat het programma voor draadloze
verbindingen (CALWLESS.exe) kan communiceren met de camera zonder dat de firewall
de communicatie blokkeert.
Normaal gesproken wordt "CALWLESS.exe" geïnstalleerd in de map "C:\Program
Files\Canon\CAL" en wordt de naam weergegeven als [Canon Camera Access Library 8]
in het venster met de firewallinstellingen.
De UPnP
TM
-service inschakelen
De voorziening UPnP
TM
wordt gebruikt als het programma voor de draadloze verbinding
probeert om de aanwezigheid van de camera vast te stellen. De UPnP
TM
-service moet dan
ook in de beveiligingssoftware ingeschakeld zijn.
106
De draadloze netwerkvoorziening gebruiken
Draadloos
Voordat u contact met ons opneemt
Als u een probleem ondervindt, moet u de onderstaande suggesties uitproberen. Neem contact
met ons op als u het probleem hiermee niet kunt oplossen.
De computer/draadloze LAN-router
controleren
Controleer of de computer en de draadloze
LAN-router goed werken en of de draadloze
netwerkvoorziening van de computer is
ingeschakeld. Raadpleeg de gebruikers-
handleiding voor de computer of de draadloze
LAN-router voor instructies over de bevestiging
hiervan.
Een verbinding tussen de camera en de
computer werkt niet als de computer en
de draadloze LAN-router niet goed met
elkaar kunnen communiceren.
De firewall controleren
Controleer de firewallinstellingen.
Zie Firewalls (p. 105)
Bepaalde firewallinstellingen verhinderen
mogelijk een verbinding tussen de
camera en een computer.
Controleer de meegeleverde
software
Verwijder de software (p. 109) en installeer
deze opnieuw (p. 13).
De camera en de computer kunnen
mogelijk geen verbinding tot stand
brengen als de meegeleverde software
niet correct is geïnstalleerd.
Als geen van de bovenstaande suggesties het probleem oplossen:
Voor andere problemen dan die met betrekking tot draadloze netwerken
Problemen oplossen (p. 114)
Raadpleeg onze website
Het ondersteuningscentrum biedt antwoord op vele vragen.
http://www.canon-europe.com/support
Klantondersteuningscentrum
Raadpleeg de achterkant van het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) dat
bij de camera is geleverd.
107
Windows/Macintosh
Bijlagen
In dit hoofdstuk worden de bij de camera geleverde cd-rom en de installatieprocedures voor de
programma's beschreven. Ook wordt hier uitgelegd hoe u de installatie van de programma's
ongedaan maakt.
Raadpleeg het gedeelte Problemen oplossen in dit hoofdstuk als het gebruik van de
programma's problemen oplevert.
ArcSoft PhotoStudio
ArcSoft PhotoStudio is een geavanceerd en toch gebruiksvriendelijk beeldbewerkings-
programma van ArcSoft, Inc. Hiermee kunt u beelden verwerken, bewerken en afdrukken.
Het programma bevat voorzieningen voor kleurcorrectie, het aanpassen van de helderheid
en speciale effecten. Installeer het programma desgewenst vanaf de bijgeleverde cd-rom,
de Canon Digital Camera Solution Disk.
ArcSoft PhotoStudio installeren
Windows
1 Sluit alle toepassingen af.
2 Plaats de cd-rom Canon Digital Camera Solution Disk in het cd-rom-station.
Als het installatiescherm verschijnt, klikt u op [Exit/Afsluiten] om het te sluiten.
3 Klik op het menu [Start] en selecteer [My Computer/Mijn computer].
Gebruikers van Windows 2000, Windows ME en Windows 98 Tweede Editie moeten
dubbelklikken op het pictogram [My Computer/Mijn computer] op het bureaublad.
4 Klik met de rechtermuisknop op het cd-rom-pictogram en selecteer [Open/
Openen].
5 Dubbelklik op de map [ARCSOFT] of klik erop met de rechtermuisknop en
selecteer [Open/Openen] en dubbelklik op het pictogram [SETUP.EXE] .
Volg de instructies op het scherm om door te gaan met de installatie.
Macintosh
1 Sluit alle toepassingen af.
2 Plaats de cd-rom Canon Digital Camera Solution Disk in het cd-rom-station.
3 Open de cd-rom en dubbelklik op [ARCSOFT] en op het pictogram
[PhotoStudio Installer] .
Volg de instructies op het scherm om door te gaan met de installatie.
4 Klik op [OK] wanneer een bericht verschijnt dat de installatie is voltooid.
Bijlagen
108
Windows/Macintosh
ArcSoft PhotoStudio starten
U kunt ArcSoft PhotoStudio starten vanuit ZoomBrowser EX (Windows) of ImageBrowser
(Macintosh).
ZoomBrowser EX
1 Klik op [Edit/Bewerken] in het taakgebied van het hoofdvenster en klik
vervolgens op [Edit Image/Beeld bewerken].
2 Controleer of [1. Select Images/1. Beelden selecteren] is geselecteerd en selecteer
een beeld dat u wilt bewerken.
3 Klik op [2. Select Editing Tool/2. Bewerkingshulpprogramma selecteren] en
selecteer [Edit with external image editor/Met extern
beeldbewerkingsprogramma bewerken].
4 Selecteer ArcSoft PhotoStudio in de lijst en klik op [3. Finish/3. Voltooien].
ImageBrowser
1 Selecteer een beeld dat u wilt bewerken, klik op het menu [Edit/Bewerken] en
selecteer [ArcSoft PhotoStudio].
Handleiding voor ArcSoft PhotoStudio
U kunt de handleiding voor ArcSoft PhotoStudio ophalen op de website van ArcSoft, Inc.
Download de handleiding met uw internetbrowser op de volgende URL:
http://www.arcsoft.com/support
Als u ArcSoft PhotoStudio niet kunt selecteren, maakt u het programma
met de volgende procedure zichtbaar.
1. Selecteer [Edit with external image editor/Met extern beeld-
bewerkingsprogramma bewerken] in stap 3 hierboven en klik
op [Manage List/Lijst beheren].
2. Klik op [Add/Toevoegen] en selecteer [ArcSoft PhotoStudio].
Bijlagen
109
Windows/Macintosh
De software verwijderen
De procedures voor het verwijderen van de software hoeven alleen te worden uitgevoerd
wanneer u de programma's niet meer nodig hebt of wanneer u ze opnieuw wilt installeren
om beschadigde bestanden te repareren.
De software verwijderen (Windows)
Software die vanaf de cd Canon Digital Camera Solution Disk is geïnstalleerd
(met uitzondering van ArcSoft PhotoStudio)
In de volgende beschrijving wordt ZoomBrowser EX als voorbeeld gebruikt voor het
verwijderen van een programma.
1 Klik op het menu [Start] van Windows
en kies achtereenvolgens [All Programs/
Alle programma's] of [Programs/
Programma's], [Canon Utilities/Canon-
hulpprogramma's], [ZoomBrowser EX]
en [ZoomBrowser EX Uninstall/
ZoomBrowser EX verwijderen].
Het hulpprogramma voor het verwijderen
van programma's wordt gestart en
ZoomBrowser EX wordt verwijderd.
U kunt andere programma's op dezelfde manier verwijderen.
Als u de installatie van CameraWindow ongedaan wilt maken, houdt
u de volgende procedures aan.
1. Klik op het menu [Start] van Windows en selecteer achtereenvolgens
[All Programs/Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon
Utilities/Canon-hulpprogramma's], [CameraWindow], [PowerShot –
IXY – IXUS – DV] en [CameraWindow DC_DVx Uninstall/
CameraWindow DC_DVx verwijderen].
De 'x' staat voor een getal. Als er meerdere versies zijn, verwijdert u
alle exemplaren van het programma voordat u verdergaat met stap 2.
2. Klik op het menu [Start] van Windows en selecteer achtereenvolgens
[All Programs/Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon
Utilities/Canon-hulpprogramma's], [CameraWindow], [EOS Digital] en
[CameraWindow Uninstall/CameraWindow verwijderen].
3. Klik op het menu [Start] van Windows en selecteer achtereenvolgens
[All Programs/Alle programma's] of [Programs/Programma's],
[Canon Utilities/Canon-hulpprogramma's], [CameraWindow] en
[CameraWindow Uninstall/CameraWindow verwijderen].
U kunt PhotoRecord verwijderen door op het menu [Start] van Windows
te klikken en achtereenvolgens [Programs/Programma's] of [All Programs/
Alle programma's], [Canon PhotoRecord] en [PhotoRecord Uninstall/
PhotoRecord verwijderen] te kiezen.
Bijlagen
110
Windows/Macintosh
ArcSoft PhotoStudio verwijderen
U kunt het programma verwijderen door op het menu [Start] te klikken en vervolgens
[Control Panel/Configuratiescherm] en [Add or Remove Programs/Software] te selecteren.
Gebruikers van Windows 2000/ME/98 moeten op het menu [Start] klikken en
achtereenvolgens [Settings/Instellingen], [Control Panel/Configuratiescherm] en [Add/Remove
Programs/Software] selecteren.
Het USB-stuurprogramma verwijderen (Windows)
U verwijdert het USB-stuurprogramma met de volgende procedure als u met Windows 2000,
Windows ME of Windows 98 Tweede editie werkt.
1 Sluit de meegeleverde interfacekabel aan op de USB-poort van de computer en
op de DIGITAL-uitgang van de camera. Bereid de camera voor op communicatie
met de computer.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor instructies over het aansluiten
van de interfacekabel.
2 Klik op de knop [Finish/Voltooien]
als het camerabeheervenster wordt
weergegeven.
3 Klik op het menu [Start] van Windows
en kies [Settings/Instellingen] en
[Control Panel/Configuratiescherm].
4 Dubbelklik op het pictogram of de map
[Scanners and Cameras/Scanners en
camera's].
Als u het USB-stuurprogramma verwijdert, kunt u geen beelden downloaden!
Onder Windows XP hoeft u het USB-stuurprogramma niet te verwijderen.
Bijlagen
111
Windows/Macintosh
5 Verwijder de naam van uw
cameramodel of [Canon Camera/
Canon-camera] in het dialoogvenster
[Scanners and Cameras Properties/
Eigenschappen van Scanners en
camera's].
Als u Windows ME gebruikt, moet u de
naam van het cameramodel of [Canon
Camera/Canon-camera] in de map
[Scanners and Cameras/Scanners
en Camera's] verwijderen.
Windows 2000
Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] en klik op
[Remove/Verwijderen].
Windows ME
Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera], klik met de
rechtermuisknop en kies [Delete/Verwijderen].
Windows 98 Tweede editie
Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera] en klik op
[Remove/Verwijderen]. Schakel vervolgens de camera uit en koppel de interfacekabel los
van de USB-poort van de computer.
6 Klik op het menu [Start] van Windows en kies achtereenvolgens [All Programs/
Alle programma's] of [Programs/Programma's], [Canon Utilities/Canon-hulp-
programma's], [Camera TWAIN Driver x.x/Camera TWAIN-stuurprogramma x.x]
en [Uninstall TWAIN Driver/TWAIN-stuurprogramma verwijderen
]. ('x.x' geeft het
versienummer aan).
Windows 2000, Windows 98 Tweede editie: voer stap 6 uit.
Windows ME: kies in plaats van de onderstreepte opties in stap 6 de volgende opties.
[Camera WIA Driver x.x/Camera WIA-stuurprogramma x.x], [Uninstall WIA Driver/WIA-
stuurprogramma verwijderen].
De software wordt verwijderd.
Ga als volgt te werk om de camera op de computer aan te sluiten en beelden te downloaden.
1. Installeer het stuurprogramma opnieuw.
2. Sluit de camera met de interfacekabel aan op de computer.
De software verwijderen (Macintosh)
Verwijder de programma's door de map met toepassingen (de map waarin het programma is
geïnstalleerd) naar de prullenbak te slepen en maak vervolgens de prullenbak leeg.
Raadpleeg Camera niet herkend, dialoogvenster [Events/Gebeurtenissen]
wordt niet weergegeven of beelden kunnen niet worden gedownload
naar de computer (p. 115) in het gedeelte Problemen oplossen als de
naam van het cameramodel hier niet wordt weergegeven.
Let erop dat u niet per ongeluk submappen met gedownloade beelden
verwijdert als u de map met toepassingen verwijdert.
Bijlagen
112
Windows/Macintosh
Mappenstructuur van de geheugenkaart
De beelden op een geheugenkaart staan in de map [DCIM] in submappen met de naam
[xxxCANON], waarbij 'xxx' een getal is tussen 100 en 999.
* Bestanden met de extensie THM zijn de miniatuurbestanden voor de indexweergave van de
camera.
'xxxx' is een getal van vier cijfers.
** Aan elk volgend bestand dat wordt opgenomen in de Stitch Hulp-modus wordt een letter
toegewezen, te beginnen met de letter 'A' dat als het derde teken aan de naam wordt
toegevoegd: bijvoorbeeld [STA_0001.JPG], [STB_0002.JPG], [STC_0003.JPG] ...
Alle mappen behalve de mappen 'xxxCANON' bevatten beeldinstellingsbestanden.
Open of verwijder deze mappen niet.
IMG_xxxx.JPG (JPEG-beelden)
_MG_xxxx.JPG (JPEG-beelden, opgenomen in de
Adobe RGB-kleurruimte)
CRW_xxxx.CRW (RAW-beelden)
_RW_xxxx.CRW (RAW-beelden, opgenomen in de
Adobe RGB-kleurruimte)
CRW_xxxx.THM*
STx_xxxx.JPG** (beelden in Stitch Hulp-modus)
MVI_xxxx.AVI (films)
MVI_xxxx.THM*
SND_xxxx.WAV (geluiden)
De map met de instellingsbestanden
voor beelden in de map DCIM.
De map die wordt gemaakt wanneer DPOF-instellingen worden ingesteld.
De map bevat de DPOF-instellingsbestanden.
DCIM
MISC
xxxCANON
CANONMSC
SNDR xxxCANON
SDR_xxxx.WAV (Bestanden die zijn opgenomen
met de functie Audio Recorder)
Bijlagen
113
Windows/Macintosh
Beelden naar een computer downloaden
zonder aanvullende software
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u beelden naar een computer kunt downloaden zonder
ZoomBrowser EX/ImageBrowser te installeren.
Windows XP (installatie van USB-stuurprogramma niet vereist)
Uw camera maakt gebruik van een standaardprotocol voor beeldoverdracht, het Picture Trans-
fer Protocol (PTP). Met PTP en Windows XP hoeft u alleen de camera met een interfacekabel op
de computer aan te sluiten om beelden te downloaden. Dit kan heel eenvoudig met de wizard
Scanners en camera's en op andere manieren. Deze downloadmethode kent echter wel enkele
nadelen en beperkingen. Zie voor meer informatie de brochure Voor gebruikers van Windows
®
XP
en Mac OS X.
Windows ME (met geïnstalleerd USB-stuurprogramma)
Beelden kunnen eenvoudig worden gedownload met de [Scanners and Cameras Wizard/
Wizard Scanners en camera's] of met Windows Verkenner. U hoeft alleen de camera met
een interfacekabel op de computer aan te sluiten.
Raadpleeg het Windows Help-systeem voor informatie over de [Scanners and Cameras Wizard/
Wizard Scanners en camera's] en Windows Verkenner.
Wanneer u via een draadloze verbinding afbeeldingen naar een computer wilt
downloaden, moet u de software installeren die bij de camera is meegeleverd.
Bijlagen
114
Windows/Macintosh
Problemen oplossen
Lees dit gedeelte als het gebruik van de software problemen oplevert. Zie Problemen oplossen
voor draadloze verbinding (p. 100) voor problemen met draadloze netwerken.
Controleer dit eerst
Als er zich problemen voordoen, moet u eerst de volgende items nalopen.
Voldoet uw computer aan de vereisten die in het gedeelte
Systeemvereisten
worden genoemd (p. 10)?
Is de camera correct op de computer aangesloten?
Raadpleeg de Gebruikershandleiding bij de camera voor de juiste
aansluitprocedures. Controleer ook of u de juiste kabel gebruikt en
of beide uiteinden van de kabel goed vastzitten.
Is de camera ingesteld op de weergavemodus? (Alleen sommige modellen)
Bij sommige modellen moet de camera op de weergavemodus
zijn ingesteld om gegevens te kunnen overbrengen. Zie de
Gebruikershandleiding bij de camera voor meer informatie.
Is de batterij voldoende opgeladen?
Controleer de oplading van de batterij als u de camera gebruikt op
batterijvoeding. Als de camera is aangesloten op een computer, wordt
u aangeraden de camera via een netvoedingsadapter aan te sluiten op
een stopcontact (indien mogelijk voor uw cameramodel).
Problemen oplossen
Ga op zoek naar de oorzaak van een probleem en pas vervolgens de juiste oplossing(en) toe.
De installatie van het USB-stuurprogramma verloopt niet goed (Windows)
Verwijder het stuurprogramma (p. 110) voordat u het opnieuw installeert
volgens de procedure in De software en het USB-stuurprogramma installeren
(p. 13).
Bijlagen
115
Windows/Macintosh
De wizard [Add New Hardware/Nieuwe hardware] of [New Hardware
Found/Nieuwe hardware gevonden] (Windows 2000) verschijnt als de
camera met een interfacekabel op de computer wordt aangesloten.
Klik op [Cancel/Annuleren] om het venster te sluiten. Koppel de camera tijdelijk
los van de computer. Lees vervolgens het gedeelte Controleer dit eerst op de
vorige pagina en verhelp het probleem.
Beelden kunnen niet worden gedownload naar een TWAIN-compatibel
programma (camera en computer op elkaar aangesloten met een
interfacekabel in Windows 2000 of Windows 98 Tweede editie).
Klik op de knop [Finish/Voltooien] in het camerabeheervenster om dit te sluiten.
Beelden kunnen niet worden gedownload of er kunnen geen afstands-
opnamen worden gemaakt. (Voor camera's die met een interfacekabel
op de computer zijn aangesloten: alleen camera's die Hi-Speed USB 2.0
ondersteunen).
Het probleem kan worden opgelost door de snelheid van de gegevens-
overdracht te verlagen volgens de onderstaande procedure.
Oplossing:
Houd de knop MENU op de camera ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
knoppen
(Afdrukken/Delen) en FUNC./SET. Selecteer [B] in het scherm
dat verschijnt en druk op de knop FUNC./SET.
Camera niet herkend, dialoogvenster [Events/Gebeurtenissen] wordt
niet weergegeven of beelden kunnen niet naar de computer worden
gedownload (als de camera via een interfacekabel op de computer is
aangesloten).
Oorzaak 1:
Er is een probleem met een van de items in het gedeelte Controleer dit
eerst (p. 114).
Oplossing:
Verhelp het probleem.
Oorzaak 2:
Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd (alleen Windows).
Oplossing:
Installeer Windows volgens de procedure in De software en het USB-
stuurprogramma installeren (p. 13).
Oorzaak 3:
Het USB-stuurprogramma is niet correct geïnstalleerd (alleen Windows).
Oplossing:
Verwijder het stuurprogramma (p. 110) voordat u het opnieuw installeert volgens
de procedure in De software en het USB-stuurprogramma installeren (p. 13).
Bijlagen
116
Windows/Macintosh
Oorzaak 4:
De camera is in de volgende situaties mogelijk herkend als een ander
apparaat (alleen Windows).
De camera is op de computer aangesloten voordat het USB-stuurprogramma
was geïnstalleerd.
Het pictogram [Scanners and Cameras/Scanners en camera's] of de map
[Scanners and Cameras/Scanners en camera's] is niet aangetroffen in het
[Control Panel/Configuratiescherm] of het venster [Printers and Other
Hardware/Printers en andere hardware].
De naam van uw cameramodel, [Canon Camera/Canon-camera] of een
pictogram van een camera wordt niet weergegeven in het dialoogvenster
[Scanners and Cameras Properties/Eigenschappen van scanners en camera's]
of de map [Scanners and Cameras/Scanners en camera's].
Oplossing 1:
Voer de volgende stappen uit.
Installeer het USB-stuurprogramma volgens de procedure in De software en
het USB-stuurprogramma installeren (p. 13). Sluit de camera vervolgens met
de interfacekabel aan op de computer en bereid de camera voor op de
gegevensoverdracht. Als het USB-stuurprogramma al is geïnstalleerd,
verwijdert u het stuurprogramma en installeert u het vervolgens opnieuw.
Oplossing 2:
Als oplossing 1 niet heeft geholpen, gaat u door met de volgende stappen.
De stappen worden hierna beschreven.
1.Controleer of de camera wordt herkend als een 'overig' apparaat.
2.Verwijder het stuurprogramma en de bestanden met installatiegegevens
als de camera wordt herkend als 'overig' apparaat.
3.Installeer het stuurprogramma opnieuw.
In dit gedeelte worden de specifieke stappen voor elk besturingssysteem beschreven.
Windows XP en Windows 2000
Controleer of de camera wordt herkend als een 'overig' apparaat en
verwijder het stuurprogramma als dit het geval is.
1. Windows XP: klik op het menu [Start] en kies achtereenvolgens [Control
Panel/Configuratiescherm], [Performance and Maintenance/Prestaties en
onderhoud] en [System/Systeem].
Windows 2000: klik op het menu [Start] van Windows en kies [Settings/
Instellingen] en [Control Panel/Configuratiescherm]. Dubbelklik op het
pictogram [System/Systeem].
2. Klik op het tabblad [Hardware] en vervolgens op [Device Manager/
Apparaatbeheer].
Gebruikers van Windows XP en Windows 2000 moeten zich eerst
aanmelden als beheerder (met beheerdersaccount op de lokale
computer) om een stuurprogramma te kunnen verwijderen.
Bijlagen
117
Windows/Macintosh
3. Klik op het symbool naast de categorie [Other devices/Overige apparaten]
en/of [Imaging devices/Imaging-apparaten]. Als de camera wordt herkend als
'overig' apparaat, wordt in deze categorieën de naam van uw cameramodel
of [Canon Camera/Canon-camera] weergegeven.
4. Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera],
klik met de rechtermuisknop en kies [Delete/Verwijderen].
5. Klik op [OK] in het bevestigingsvenster.
Verwijder de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera]
als deze op een of meer plaatsen in de categorieën [Other devices/
Overige apparaten] of [Imaging devices/Imaging-apparaten] voorkomt.
6. Sluit het venster [System Properties/Systeemeigenschappen].
De installatiegegevens verwijderen
7. Dubbelklik op het pictogram [My Computer/Deze computer] op het
bureaublad en vervolgens op het station [C:], de map [WINNT] en de
map [inf].
Er zijn andere mogelijke oorzaken van het probleem als de categorieën
'Other devices/Overige apparaten' of 'Imaging devices/Imaging-appara-
ten' niet worden weergegeven of als de naam van uw cameramodel of
[Canon Camera/Canon-camera] niet wordt weergegeven. Ga verder met
stap 6, beëindig de procedure tijdelijk en controleer mogelijke andere
oorzaken.
Stap 7 en verder zijn niet nodig voor Windows XP.
Bijlagen
118
Windows/Macintosh
8. Zoek naar bestanden voor digitale camera's van Canon die beginnen met [CAP*].
Het sterretje (*) staat voor een cijfer, bijvoorbeeld 0 of 1.
[CAP*]-bestanden vormen paren van [CAP*.inf]- en [CAP*.pnf]-bestanden
(bijvoorbeeld [CAP0.inf] en [CAP0.pnf]).
9. Dubbelklik op de [CAP*]-bestanden om de inhoud ervan te controleren.
Door te dubbelklikken op een [CAP*.inf]-bestand, wordt het bestand
geopend in Windows Kladblok. Zoek [;****Canon Camera Driver Setup
File****] op de eerste regel. Noteer de namen van deze bestanden.
10.Verwijder het [CAP*]-bestandenpaar.
Verwijder de bestanden [CAP*.inf] en [CAN*.pnf] voor digitale camera's van
Canon die u hebt genoteerd in stap 9.
Als de map [inf] niet zichtbaar is in de map [WINNT]
Geef als volgt alle bestanden en mappen weer.
1. Open de map [WINNT].
2. Klik op het menu [Tools/Extra] en kies [Folder Options/Mapopties].
3. Klik op het tabblad [View/Weergave].
4. Selecteer in de categorie [Files and Folders/Bestanden en mappen] in het gedeelte
Advanced Settings/Geavanceerde instellingen onder [Hidden files and folders/
Verborgen bestanden en mappen] de optie [Show hidden files and folders/
Verborgen bestanden en mappen weergeven].
5. Klik op [OK] om het dialoogvenster te sluiten.
Hiermee maakt u de verborgen bestanden en mappen zichtbaar.
De map [inf] kan diverse [CAP*]-bestandenparen bevatten. U wordt
aangeraden om altijd elk bestand te openen voordat u dit verwijdert,
zodat u kunt controleren of het een [CAP*]-bestand voor een digitale
camera van Canon is.
De map [inf] bevat allerlei bestanden die van essentieel belang zijn voor
de werking van de computer. Wees uiterst voorzichtig en verwijder niet
de verkeerde bestanden. Als u het verkeerde bestand verwijdert, kunt u
Windows mogelijk niet meer opstarten.
Bijlagen
119
Windows/Macintosh
Het stuurprogramma opnieuw installeren
11.Installeer het stuurprogramma opnieuw volgens de procedure in De software
en het USB-stuurprogramma installeren (p. 13).
Windows ME/Windows 98 Tweede editie
Controleer of de camera wordt herkend als een 'overig' apparaat en
verwijder het stuurprogramma als dit het geval is.
1. Klik op het menu [Start] van Windows en kies [Settings/Instellingen]
en [Control Panel/Configuratiescherm]. Dubbelklik op het pictogram
[System/Systeem].
Het venster ]System Properties/Systeemeigenschappen] wordt nu weergegeven.
2. Klik op het tabblad [Device Manager/Apparaatbeheer].
3. Klik op het symbool naast de categorie [Other devices/Overige apparaten]
en/of [Imaging devices/Imaging-apparaten]. Als de camera wordt herkend als
'overig' apparaat, wordt in deze categorieën de naam van uw cameramodel
of [Canon Camera/Canon-camera] weergegeven.
4. Selecteer de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera]
en klik op [Remove/Verwijderen].
5. Klik op [OK] in het bevestigingsvenster.
Verwijder de naam van uw cameramodel of [Canon Camera/Canon-camera]
als deze op een of meer plaatsen in de categorieën [Other devices/Overige
apparaten] of [Imaging devices/Imaging-apparaten] voorkomt.
6. Klik op [OK] om het venster [System Properties/Systeemeigenschappen] te
sluiten.
De installatiegegevens verwijderen
7. Dubbelklik op het pictogram [My Computer/Deze computer] op het
bureaublad en vervolgens op het station [C:], de map [WINDOWS] of
[Windows] en de map [INF] of [Inf].
Er zijn andere mogelijke oorzaken van het probleem als de categorieën
'Other devices/Overige apparaten' of 'Imaging devices/Imaging-apparaten'
niet worden weergegeven of als de naam van uw cameramodel of [Canon
Camera/Canon-camera] niet wordt weergegeven. Ga verder met stap 6,
beëindig de procedure tijdelijk en controleer mogelijke andere oorzaken.
Bijlagen
120
Windows/Macintosh
8. Zoek en verwijder de bestanden [DRVDATA.BIN] (of [Drvdata.bin])
en [DRVIDX.BIN] (of [Drvidx.bin]).
9. Dubbelklik in de map [INF] of [Inf] op de map [OTHER/OVERIG]
of [Other/Overig] om deze te openen.
10. Zoek en verwijder het bestand [Canon.IncCAP xxx.Inf]
(xxx staat voor cijfers).
Als de map [INF] niet zichtbaar is in de map [WINDOWS]
Geef als volgt alle bestanden en mappen weer.
1. Windows 98 Tweede editie: Klik op het menu [View/Beeld] en kies [Folder Options/
Mapopties].
Windows ME: Klik op het menu [Tools/Extra] en kies [Folder Options/Mapopties].
2. Klik op het tabblad [View/Weergave].
3. Windows 98 Tweede editie: Schakel in het gedeelte [Hide files/Verborgen
bestanden] de optie [Show all files/Alle bestanden weergeven] in.
Windows ME: Stel de categorie [Hidden files and folders/Verborgen bestanden en
mappen] in op [Show hidden files and folders/Verborgen bestanden en mappen
weergeven].
4. Klik op [OK] om het dialoogvenster te sluiten.
Hiermee maakt u de verborgen bestanden en mappen zichtbaar.
Als geen van deze bestanden in de map [OTHER/OVERIG] staat, hoeft u
niets te verwijderen.
De map [INF] bevat allerlei bestanden die van essentieel belang zijn voor
de werking van de computer. Wees uiterst voorzichtig en verwijder niet
de verkeerde bestanden. Als u het verkeerde bestand verwijdert, kunt u
Windows mogelijk niet meer opstarten.
Bijlagen
121
Windows/Macintosh
Het stuurprogramma opnieuw installeren
11. Installeer het stuurprogramma opnieuw volgens de procedure in
De software en het USB-stuurprogramma installeren (p. 13).
Het in- en uitzoomen op beelden in ZoomBrowser EX werkt traag of werkt niet
Sommige grafische kaarten of instellingen kunnen ervoor zorgen dat de weergave van inge-
zoomde beelden in ZoomBrowser EX wordt vertraagd of niet goed functioneert. Als dit het
geval is, moet u de hardwareversnelling van uw computerscherm lager instellen.
1. Klik op het menu [Start] van Windows en vervolgens op [Control Panel/
Configuratiescherm] en [Appearance and Theme/Vormgeving en thema's].
Als u met Windows 2000, Windows ME of Windows 98 Tweede editie werkt,
klikt u op het menu [Start] en kiest u [Settings/Instellingen], [Control Panel/
Configuratiescherm].
2. Klik achtereenvolgens op het pictogram [Display/Weergave], het tabblad
[Settings/Instellingen], de knop [Advanced/Geavanceerd] en het tabblad
[Troubleshoot/Probleemoplossing].
Klik in Windows 2000 achtereenvolgens op het pictogram [Display/
Weergave], het tabblad [Settings/Instellingen], de knop [Advanced/
Geavanceerd] en het tabblad [Troubleshoot/Probleemoplossing].
Klik in Windows ME of Windows 98 Tweede editie achtereenvolgens op
het pictogram [Display/Weergave], het tabblad [Settings/Instellingen], de
knop [Advanced/Geavanceerd] en het tabblad [Performance/Prestaties].
3. Stel de [Hardware acceleration/Hardewareversnelling] lager in dan [Full/Max.]
en klik op [OK].
4. Start de computer opnieuw op als dit wordt gevraagd.
Als u ZoomBrowser EX versie 2 of 3 hebt gebruikt
Ga als volgt te werk als u ZoomBrowser EX versie 2 of 3 met Windows gebruikt.
Als titels en opmerkingen aan de beelden zijn gekoppeld.
Ga als volgt te werk om in versie 5 de titels en opmerkingen weer te geven die
u in versie 2/3 hebt ingevoerd.
1. Open in Windows Verkenner de submap [Program/Programma] van de map
waarin u ZoomBrowser EX 5 hebt geïnstalleerd.
(Bijvoorbeeld C:\Program Files\Canon\ZoomBrowser EX\Program.)
2. Dubbelklik in deze map op [dbconverter.exe] om het hulpprogramma te
starten.
3. Selecteer het databasebestand dat u tot nu tot hebt gebruikt en klik op
de knop [Start].
(Bijvoorbeeld C:\Program Files\Canon\ZoomBrowser EX\Database\Mijn
database.zbd.)
De titels en opmerkingen die u in het in de vorige versies hebt ingevoerd,
worden in het opmerkingenvak van ZoomBrowser EX 5 weergegeven.
Bijlagen
122
Windows/Macintosh
Als een submap van de map [Program Files/Programmabestanden]
beelden bevat
Beeldbestanden in de map [Program Files/Programmabestanden] of een submap
kunnen niet vanaf deze locatie in ZoomBrowser EX 5 worden weergegeven.
Voer eerst de bovenstaande stappen 1 tot en met 3 uit en ga vervolgens verder
met stap 4 om deze bestanden weer te geven.
4. Gebruik Windows Verkenner om de map met de beelden van de map
[Program Files/Programmabestanden] naar een andere map te kopiëren.
(Kopieer bijvoorbeeld de mappen met beelden vanuit C:\Program
Files\Canon\ZoomBrowser EX\Library One naar een andere locatie.)
U kunt de verplaatste beelden nu selecteren en weergeven met
ZoomBrowser EX 5.
123
Windows/Macintosh
Informatie over uw camera
De softwarepakketten en de manier waarop u verbinding maakt met een computer en
gegevensoverdracht voorbereidt verschillen per cameramodel. Op sommige cameramodellen
worden bovendien bepaalde softwarefuncties mogelijk niet ondersteund.
Niet-ondersteunde programma's en functies
Cameramodel
DIGITAL IXUS WIRELESS
Functies die niet worden ondersteund
De camera neemt geen RAW-beelden op.
De functie voor het weergeven van het AF-frame in het weergavevenster
wordt niet ondersteund.
De camera biedt geen ondersteuning voor de functie Audio Recorder.
124
Index
A
Aansluiten op een computer .................. 12
Macintosh...................................... 49
Windows ..................................17, 19
Ad-hocnetwerk.................................... 80
Ad-hocverbinding................................. 76
Advanced Mode/Geavanceerde modus
(draadloze verbinding)
....................80, 100
Afdrukken met datum
Macintosh
...................................... 56
Windows ....................................... 27
Afdrukken via de computer
Windows
....................................6, 93
Afdruklay-out instellen
Macintosh
...................................... 56
ArcSoft PhotoStudio ........................... 107
Auto Transfer
Windows
....................................7, 98
B
Beeld, kenmerkpictogram
Macintosh
...................................... 58
Windows ....................................... 31
Beelden afdrukken
Macintosh
...................................... 53
Windows ....................................... 24
Beelden downloaden
Macintosh
...................................... 49
Windows ....................................... 19
Beelden naar een computer downloaden
zonder aanvullende software
............... 113
Browser Window/Bladervenster .............. 57
C
Camera Control/Camerabeheer, venster
Macintosh
.................................49, 51
Windows ..................................19, 22
Camera Wireless Setup ..............11, 15, 78
Canon Digital Camera Solution Disk........ 11
Macintosh...................................... 47
Windows ....................................... 13
Coderingssleutel .................................. 77
Comment/Opmerking
Macintosh
...................................... 62
Windows ....................................... 35
Computer ........................................... 10
Controlelijst......................................... 77
D
De sluiter op afstand bedienen ................. 9
De verbinding met een doelapparaat
verbreken
............................................ 87
DHCP-server ................................ 80, 100
DIGITAL IXUS WIRELESS....................... 123
Draadloze LAN-router
............................76, 80, 102, 103, 104
Draadloze netwerkconfiguratie............... 77
Draadloze netwerkinstellingen................ 74
Draadloze verbinding .......6, 12, 15, 76, 85
E
Easy-PhotoPrint .................................... 24
Een doelapparaat registreren.................. 78
Een doelapparaat verwijderen ................ 88
E-mail................................................... 9
Events/Gebeurtenissen,
dialoogvenster
............................. 20, 115
F
Favoriete map
Macintosh
...................................... 58
Windows ....................................... 31
File Information/Bestandsgegevens,
venster
................................................ 62
Films afspelen
Macintosh
...................................... 66
Windows ....................................... 39
Firewalls.................16, 75, 103, 104, 105
Functieknoppen ............................. 30, 33
G
Gegevenscodering................................ 77
Geheugenkaartlezer
Macintosh
...................................... 51
Windows ....................................... 22
H
Het doelapparaat registreren op de camera
(draadloze verbinding)
........................... 78
Hoofdvenster....................................... 30
Hulpprogramma
voor draadloze verbindingen
............ 15, 78
125
Index
I
ImageBrowser...............................8, 9, 11
Index Print/Index afdrukken
Macintosh
...................................... 55
Windows ....................................... 24
Informatie over uw camera .................. 123
Infrastructuurverbinding........................ 76
Installatie draadloze camera..............11, 15
Installatiescherm
Macintosh
...................................... 47
Windows ....................................... 14
Installeren, software
Macintosh
...................................... 47
USB-stuurprogramma ...................... 13
Windows ....................................... 13
IP-adres..........................80, 84, 100, 104
L
Layout Print/Lay-out afdrukken
Macintosh
...................................... 54
Windows ....................................... 26
M
MAC-adres.................................101, 102
Mappengebied ...............................30, 31
Mapstructuur van de geheugenkaart..... 112
Mogelijke acties als de camera
is verbonden met een computer
............. 89
My Camera Maker................................ 45
N
Netwerknaam...................................... 77
Netwerkverificatie................................. 77
O
One Photo Per Page Print/Eén foto per pagina
afdrukken
Macintosh
...................................... 53
Windows ....................................... 24
Opnamegegevens
Macintosh
...................................... 62
Windows ....................................... 35
Opnamen maken vanaf een computer
Windows
....................................7, 95
Opnemen op afstand
Windows
....................................... 95
P
Panoramabeelden samenvoegen
Macintosh
...................................... 68
Windows ....................................... 41
Persoonlijke camera-instellingen
Macintosh
...................................... 69
Windows ....................................... 42
PhotoRecord.......................................... 8
PhotoStitch............................................ 8
Macintosh...................................... 68
Windows ....................................... 41
PhotoStudio....................................... 107
Problemen oplossen............................ 114
Controleer dit eerst........................ 114
Problemen oplossen
Draadloze verbinding
..................... 100
Programma's en compatibele
besturingssystemen
.............................. 11
Properties/Eigenschappen, venster........... 35
PTP (Picture Transfer Protocol)
Windows
..................................... 113
Q
QuickTime
Windows
....................................... 39
R
Regelpaneel..............................57, 60, 63
S
Scanners en camera's, wizard............... 113
Simple Mode/Eenvoudige modus
(draadloze verbinding)
........................... 80
Sleutelindex......................................... 77
Software verwijderen
Macintosh
.................................... 111
Windows ..................................... 109
SSID/ESSID........................................... 77
Sterrenclassificatie
Macintosh
...........................60, 61, 62
Windows ............................33, 34, 35
Stilstaande beelden uit films nemen .......... 9
Stitch Hulp-modus
Macintosh
...................................... 68
Windows ....................................... 41
Systeemvereisten.................................. 10
Index
126
T
Taakgebied ..............................30, 31, 36
Toegangspunt...............76, 102, 103, 104
Trefwoord
Macintosh
...................................... 62
Windows ....................................... 35
U
USB-stuurprogramma
TWAIN-/WIA-stuurprogramma
.....11, 15
verwijderen .................................. 110
V
Verplaats, functie ............................21, 50
Viewer, venster
Macintosh
.................................61, 66
Windows ....................................... 34
W
Weergavegebied
Macintosh
.................................57, 58
Windows ..................................30, 31
Weergavemodus
Macintosh
.................................57, 59
Windows ..................................30, 32
Weergaveregelpaneel
Macintosh
.................................57, 60
Windows ..................................30, 33
Windows Verkenner ........................... 113
Z
Zoeken, beelden
Macintosh
...................................... 64
Windows ....................................... 36
ZoomBrowser EX...............................9, 11
versie 2/3 ..................................... 121
Canon Klantenservice
Raadpleeg het boekje Overeenkomst Europees Garantie Systeem (EWS) dat
bij de camera wordt geleverd voor adressen van de Canon Klantenservice.
ArcSoft Klantenservice
Noord-Amerika
46601 Fremont Blvd., Fremont, CA 94538
Tel: 510-979-5599 (ma – vr, 8.30 – 17.30 PST)
Andere landen
Raadpleeg de ArcSoft-website: http://www.arcsoft.com/maininternational.html
CEL-SF4FA280 © 2005 CANON INC.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130

Canon Digital IXUS Wireless Handleiding

Type
Handleiding