Indesit AQM8F 49 U (EU), aqm8f 49 u eu de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit AQM8F 49 U (EU) de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
25
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 26-27
Uitpakken en waterpas zetten
Water en elektrische aansluitingen
Technische gegevens
Beschrijving van de wasdroogmachine, 28-29
Bedieningspaneel
Het uitvoeren van een was- of droogcyclus, 30
Programma’s en opties, 31
Programmatabel
Wasopties
Wasmiddelen en wasgoed, 32
Wasmiddel
Voorbereiden van het wasgoed
Wastips
Balanceersysteem van de lading
Voorzorgsmaatregelen en advies, 33
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Handmatige opening van het deurtje
Onderhoud en verzorging, 34
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasdroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verzorging van de trommel
Reinigen van de pomp
Controle van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 35
Service, 36
NL
WASDROOGMACHINE
AQUALTIS
AQM8F 49 U
Instructies voor
installatie en gebruik
! Dit symbool herinnert u eraan om deze gebruikshandleiding te lezen.
NL
26
Installatie
! Het is belangrijk dit boekje te bewaren, zodat u het op
ieder gewenst moment kunt raadplegen. In het geval u
de Wasdroogmachine verkoopt of u verhuist, moet u de
handleiding bij het apparaat bewaren.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke
informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid.
! In de envelop vindt u samen met deze
gebruiksaanwijzing, de garantie en onderdelen die nodig
zijn voor de installatie.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. Zodra u de Wasdroogmachine uitgepakt heeft, dient u te
controleren of hij niet beschadigd is tijdens het transport.
Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten
en moet u contact opnemen met de handelaar.
2. Verwijder de 4
beschermschroeven
voor het transport en de
bijbehorende afstandsleider
die zich aan de achterkant
bevinden (zie afbeelding).
3. Sluit de gaten af met de in de envelop bijgeleverde
plastic doppen.
4. Bewaar alle onderdelen; mocht de Wasdroogmachine
ooit nog worden vervoerd, dan moeten deze weer worden
aangebracht om interne schade te voorkomen.
!Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de Wasdroogmachine op een rechte en stevige
vloer en laat hem niet tegen muren of meubels leunen.
2. Compenseer eventuele
oneffenheden door de
stelvoetjes vast of los te
draaien totdat de automaat
volledig horizontaal staat (hij
mag niet meer dan 2 graden
hellen).
! Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
vermijdt, vooral tijdens de centrifuge, vibraties en lawaai.
! In het geval de Wasdroogmachine op vloerbedekking of
tapijt staat regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de
automaat genoeg ruimte is voor ventilatie.
Water en elektrische aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerslang
! Voordat u watertoevoerbuis aansluit op het waternet
moet u het water laten lopen totdat het helder is.
1. Verbind de
watertoevoerslang aan
de Wasdroogmachine
door hem met de
haakse aansluiting op de
betreffende watertoevoer
te schroeven, rechtsboven
aan de achterkant (zie
afbeelding).
2. Sluit de toevoerbuis aan
op de koudwaterkraan
met een mondstuk met
schroefdraad van 3/4 gas
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis
zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden
van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde
hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde
installateur.
! Gebruik nooit tweedehands of oude slangen, maar alleen
die slagen die bij het apparaat worden geleverd.
27
NL
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de afvoerbuis,
zonder hem te buigen, aan
een afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur die zich
tussen de 65 en 100 cm
van de grond af bevindt.
Als alternatief kunt u
de afvoerbuis aan de
rand van een wasbak of
badkuip hangen nadat u
hem met de steun aan de
kraan heeft bevestigd (zie
afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet onder
water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de slang; indien dit niet
te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede
hebben als de oorspronkelijke slang en mag hij niet langer
zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich
ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
Wasdroogmachine kan verdragen, zoals aangegeven in
de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn
aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie
hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
automaat. Indien dit niet zo is moet of de stekker of het
stopcontact vervangen worden.
! De Wasdroogmachine mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien
het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.
Kortom, hij mag beslist niet vochtig staan.
! Als de Wasdroogmachine is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet geknikt of samengedrukt worden.
! De voedingskabel en de stekker mogen alleen door een
bevoegde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
65 - 100 cm
Technische gegevens
Model
AQM8F 49 U
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 64,5
Vermogen
van 1 tot 8 kg voor het wassen;
van 1 tot 6 kg voor het drogen;
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat is
bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 62 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1400 toeren per minuu
Controle-program-
ma’s volgens de
norm EN 50229
wassen: programma
; temperatuur
60°C; uitgevoerd met 8 kg lading.
drogen: het drogen van de kleinste lading
moet worden uitgevoerd door het selec-
teren van het droogniveau “
L1”. De lading
moet bestaan uit 2 lakens, 1 kussensloop
en 1 handdoek;
het drogen van het overgebleven wasgoed
moet worden uitgevoerd door het droogni-
veau “L4” te selecteren.
Deze apparatuur voldoet aan de volgende
CE voorschriften:
- 2004/108/CE (Elektromagnetische com-
patiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
NL
28
BEDIENINGSPANEEL
DEUR
WASDROOGMACHINE
HANDVAT DEUR
WASDROOGMACHINE
VOETSTUK
STELVOETJES
3
1
2
Beschrijving van de
wasdroogmachine
DEUR
Om de deur van de
wasdroogmachine te openen
dient u altijd het speciale
handvat te gebruiken (zie
afbeelding).
WASMIDDELBAKJE
Het wasmiddelbakje bevindt
zich aan de binnenkant van
de automaat en verschijnt als
u de deur opent.
Voor de dosering van
wasmiddelen zie het
hoofdstuk “Wasmiddelen en
wasgoed”.
N.B.: plak de sticker
met de beschrijving van
programma’s en opties op het
wasmiddelbakje. De sticker
bevindt zich in het zakje waar ook deze handleiding zat.
1. wasmiddelbakje voorwas: gebruik waspoeder.
! Voordat u het middel erin
strooit moet u controleren of
het aanvullende bakje 3 er
niet in zit.
2. wasmiddelbakje hoofdwas:
gebruik waspoeder of
vloeibaar wasmiddel. In dit
laatste geval raden wij u aan
het wasmiddel direct voordat
u de wasdroogmachine start
erin te schenken.
3. extra bakje:Bleekmiddel
! Het gebruik van het extra bakje 3 sluit de voorwas uit.
bakje wasverzachters: voor wasverzachter. We
raden u aan om nooit het maximaal aangegeven niveau
te overschrijden (aangegeven door rooster) en om
geconcentreerde wasverzachters aan te lengen.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing,
over een systeem wat het apparaat automatisch na
30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet
gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de
wasdroogmachine weer aangaat.
29
NL
Bedieningspaneel
Knop met controlelampje ON/OFF: druk even op de
knop om de wasdroogmachine aan of uit te zetten. Het
groene controlelampje geeft aan dat de wasdroogmachine
aanstaat. Om de wasdroogmachine tijdens de wascyclus
uit te zetten moet u de knop iets langer, circa 3 seconden,
ingedrukt houden. Als u de kort of per ongeluk indrukt zal de
wasdroogmachine niet uitgaan. Als u de wasdroogmachine
tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus automatisch
geannuleerd.
Knop PROGRAMMA’S: kan beide richtingen op draaien.
Voor de juiste programmakeuze kunt u de “Programmatabel”
raadplegen.
Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
Knop TEMPERATUUR: druk hierop om de temperatuur
te wijzigen of uit te sluiten. De gekozen waarde leest u af
op bovenstaand display (zie “Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus”).
Knop DROGEN: druk hierop om het drogen te
verminderen of volledig uit te sluiten. Het gekozen droogniveau
of droogtijd leest u af op het display (zie “Het uitvoeren van
een was- of droogcyclus”).
Knop UITGESTELDE START: druk hierop om een
uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen.
De ingestelde vertraging leest u af van bovenstaand display
(zie “Het uitvoeren van een was- of droogcyclus”).
Knoppen met Controlelampjes OPTIES: druk hierop om
de beschikbare opties te selecteren. Het controlelampje dat
overeenkomt met de geselecteerde optie blijft aan (zie “Het
uitvoeren van een was- of droogcyclus”).
Symbolen WASFASES: gaan aan om weer te geven in
welke fase van de cyclus de automaat zich bevindt (Wassen
- Spoelen - Centrifugeren/Afpompen - Drogen
). De tekst wordt verlicht als de wascyclus is beëindigd.
Knop met controlelampje START/PAUSE: als het groene
controlelampje langzaam knippert, drukt u op de knop
om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart blijft
het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus wilt
pauzeren drukt u nogmaals op de knop. Het controlelampje
wordt oranje en gaat knipperen. Als het controlelampje “Deur
Geblokkeerd” uit is, kunt u het deurtje openen. Om het
programma te hervatten drukt u opnieuw op de knop.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: geeft aan
dat de deur geblokkeerd is. Om de deur te openen moet u
de wascyclus pauzeren (zie “Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus”).
Knop met controlelampje TOETSBLOKKERING: om
de blokkering van het bedieningspaneel in of uit te schakelen
dient u de KNOP een aantal seconden (3-4) ingedrukt te
houden. Het ontstoken controlelampje geeft aan dat het
bedieningspaneel geblokkeerd is. Op deze manier kunt u
voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de programma’s
worden aangebracht, bijvoorbeeld bij aanwezigheid van
kinderen.
Controlelampje ECO: het symbool gaat aan als, nadat u
de wasparameters heeft gewijzigd, u een energiebesparing
bereikt van minstens 10%. Bovendien zal, voor het apparaat
in de “Stand by” modus treedt, het symbool enkele seconden
lang aangaan. Als het apparaat uitstaat zal de geschatte
energiebesparing circa 80% zijn.
Knop
TEMPERATUUR
Knop
PROGRAMMA’S
Knoppen met
Controlelampjes OPTIES
Controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
Knop met
controlelampje
START/PAUSE
Symbolen
WASFASES
Knop DROGEN
Knop UITGESTELDE
START
Knop met controlelampje
TOETSBLOKKERING
Knop met controlelampje
ON/OFF
Controlelampje
ECO
Knoppen met
Controlelampjes
OPTIES
Display TEMPERATUUR
Display
DROGEN
Display VERTRAAGDE START/
DUUR CYCLUS
NL
30
N.B.: voordat u de wasdroogmachine gaat gebruiken moet u
hem met wasmiddel maar zonder wasgoed een wascyclus laten
uitvoeren. Kies het programma van 90° zonder voorwas.
1. DOE DE WASDROOGMACHINE AAN. Druk op de toets
. Alle controlelampjes gaan 1 seconde lang aan, waarna het
controlelampje van de knop aanblijft. Het controlelampje
START/PAUSE zal langzaam gaan knipperen.
2. LAAD HET WASGOED. Open de deur. Laad het wasgoed
in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden
die wordt aangegeven in de programmatabel op de volgende
bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN. Trek het bakje naar buiten en
doe het wasmiddel in de speciale vakjes zoals aangegeven
in “Beschrijving van de wasdroogmachine”.
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Draai de PROGRAMMAKNOP
naar rechts of naar links totdat u het gewenste programma
heeft geselecteerd. Er worden automatisch een temperatuur
en een centrifugesnelheid geselecteerd die naderhand kunnen
worden gewijzigd.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Dit kunt u doen met
behulp van de knoppen op het bedieningspaneel:
Wijzigen van de temperatuur.
Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en
centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de
laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met
het gekozen programma. Door op de knop te drukken
kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de
koude wascyclus ( ). Als u nogmaals op de knoppen
drukt zult u wederom op de maximale waarden terugkeren.
! Uitzondering: als u het programma Katoen selecteert kunt
u de temperatuur tot op 90° instellen.
Het drogen instellen
De eerste keer dat u op de toets drukt zal het apparaat
automatisch het maximale droogniveau selecteren dat past bij
het geselecteerde programma. Elke volgende keer dat u op
de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de droogtijd,
totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven door “.
Als u nogmaals op de knoppen drukt zult u wederom op de
maximale waarden terugkeren.
H e t i s m o g e l i j k h e t d r o g e n i n t e s t e l l e n :
A - O p t i j d sb a s i s : v a n 2 0 t ot 18 0 m i n u t e n .
B - Aan de hand van het gewenste droogniveau:
Strijkdroog (L1): geschikt voor wasgoed dat naderhand
moet worden gestreken. De overgebleven vochtigheid zal de
vouwen verzachten en het verwijderen ervan vergemakkelijken.
Hangerdroog (L2): ideaal voor die kledingstukken
d i e g e e n v o l l e d i g e d r o g i n g n o d i g h e b b e n .
Kastdroog (L3): geschikt voor wasgoed dat direct in de
kast kan worden gelegd, zonder te worden gestreken.
Extra droog (L3): geschikt voor wasgoed dat volledig
droog moet zijn, zoals handdoeken en badjassen.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen
en drogen meer is dan het toegestane maximum (zie
Programmatabel), dan voert u eerst het wassen uit. Aan het
einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in
de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van
Alleen drogen”. Herhaal deze handelingen met de rest van
de lading. Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een
afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Selecteer met de programmaknop een droogniveau ( - - )
aan de hand van het type materiaal. Het is ook mogelijk het
gewenste niveau of de tijd van het drogen in te stellen met
de toets DROGEN .
Een uitgestelde start instellen.
Druk op de betreffende knop totdat u de gewenste vertraging
bereikt. Tijdens het instellen verschijnt de tijd van de vertraging
samen met het knipperende symbool .
Nadat u de uitgestelde start heeft ingesteld toont het display
het symbool (niet knipperend) en de duur van de cyclus.
Als u één keer op de betreffende knop drukt wordt de
ingestelde vertraging getoond. Om de uitgestelde start te
verwijderen drukt u op de knop totdat op het display de tekst
OFF verschijnt. Het symbool gaat uit.
! Op het moment dat u de knop START/PAUSE indrukt zal de
waarde van de vertraging alleen kunnen worden verminderd.
De eigenschappen van de cyclus
wijzigen.
Druk op de knoppen OPTIES om de wascyclus naar wens
aan te passen.
Druk op de knop om de optie te activeren. Het desbetreffende
controlelampje gaat aan.
Druk nogmaals op de knop om de optie te deactiveren. Het
desbetreffende controlelampje gaat uit.
! Als de gekozen optie niet geschikt is voor het ingestelde
programma zal het betreffende controlelampje gaan
knipperen, zal er een geluidssignaal klinken (3 pieptonen) en
zal de optie niet worden geactiveerd.
! Als de geselecteerde optie niet compatibel is met een
optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de
eerst geselecteerde optie gaan knipperen en zal alleen de
tweede optie worden geactiveerd. Het controlelampje van
de betreffende knop zal aanblijven.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets START/
PAUSE. Het betreffende controlelampje zal aanblijven
en de deur zal worden geblokkeerd (het controlelampje
DEUR GEBLOKKEERD blijft aanstaan). De symbolen
die horen bij de verschillende wasfases worden tijdens de
cyclus verlicht om aan te geven welke fase bezig is. Om een
programma te wijzigen van een reeds gestarte wascyclus
doet u de wasdroogmachine op pauze met behulp van de
knop START/PAUSE. Selecteer daarna de gewenste cyclus
en druk nogmaals op de knop START/PAUSE. Om de deur
te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop START/
PAUSE. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit
gaat kunt u de deur openen. Om het programma te hervatten
drukt u opnieuw op de knop START/PAUSE.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. Wordt aangegeven door
de tekst END. De deur kan gelijk worden geopend. Als het
controlelampje START/PAUSE knippert druk u op de toets om
de wascyclus te beëindigen. Open de deur, laad het wasgoed
uit en schakel de wasdroogmachine uit.
! Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren houdt u de
knop ingedrukt totdat de cyclus wordt onderbroken en het
apparaat uitgaat.
Het uitvoeren van een was- of
droogcyclus
Sym-
bool
Beschrijving van het Programma
Max. Temp.
C)
Max. snel-
heid (toeren
per minuut)
Drogen
Wasmiddel en wasversterkers
Max.
lading
(kg)
Duur-
cyclus
Was-
middel
Wasver-
zachter
Bleek-
middel
Programma’s Katoen
Katoen met voorwas
(Doe het wasmiddel in het speciale vakje).
90° 1400
- 8
Katoen (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60°
(Max. 90°C)
1400
8
Katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was. 40° 1400
8
Bont Katoen (3) 40° 1400
8
Jeans
40° 800
- 4
Speciale programmas
Baby: zeer vuile fijne bonte was. 40° 800
4
Gemengd 30': voor het snel opfrissen van niet zo vuil
wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800
- 3,5
Kleurvast Synthetisch 60° 800
4
Zijde: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 -
- 2
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800
- 2
Droog programmas
Was & Droog
30° 1400
- 1
Katoen
- -
- - - 6
Synthetisch
- -
- - - 4
Wol
- -
- - - 1,5
Extra programma’s
Spoelen - 1400
-
8
Centrifugeren - 1400
- - - 8
Afpompen - 0 - - - - 8
(*) U kunt de duur van de wasprogramma’s op het
display controleren.
31
NL
(*) N.B.: circa 10 minuten na de START zal de wasdroogmachine aan de hand van het ingeladen wasgoed de resterende tijd tot aan het einde van het
programma opnieuw berekenen en tonen.
Programma’s en opties
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: selecteer het programma met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma met een temperatuur van 40°C.
Programmatabel
Wasopties
Super Wash
Deze optie garandeert een kwalitatief zeer hoog wasresultaat dankzij het
gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus en
een langere tijdsduur van het programma. Kan met of zonder bleekmiddel
gebruikt worden. Als u de was ook
wilt bleken, het extra bijgeleverde
bakje 3 in bakje 1 doen. Let bij
het gieten van het bleekwater dat
u het niveau max, aangegeven
op de centrale pin, niet overschrijdt
(zie afb.). Als u alleen wilt bleken
zonder een volledige was uit
te voeren, giet u het bleekmiddel
in het extra bakje 3, stelt u het
programma Spoelen in, en
activeert de optie Super Wash .
! Deze optie is niet beschikbaar tijdens de programma’s , ,
, , , , , , , , .
Makkelijk Strijken
Als u deze optie selecteert zullen het wassen en de centrifuge
dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden
gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de Wasdroogmachine
de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes
“Makkelijk Strijkenen START/PAUSE gaan knipperen.
Om de cyclus te beëindigen drukt u op de knop START/PAUSE of op
de knop “Makkelijk Strijken”. Bij het programma “Zijde bindigt
de Wasdroogmachine de cyclus door het wasgoed in de week te laten
staan. Het controlelampje “Makkelijk Strijken gaat knipperen. Om het
water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op
de knop START/PAUSE drukken of op de knop Makkelijk Strijken.
! Deze optie is niet beschikbaar tijdens de programma’s , ,
, , , , , , .
! Als u de was ook wilt drogen, is deze knop alleen actief wanneer
hij gecombineerd is met het niveau “Strijkdroog” (L1).
Tijd Sparen
Als u deze optie selecteert verkort u de duur van het programma
met 30%-50% aan de hand van de gekozen cyclus en zorgt u
als gevolg voor een aanzienlijke water- en energiebesparing.
Gebruik deze cyclus voor niet zo vuil wasgoed.
! Deze optie is niet beschikbaar tijdens de programma’s , ,
, , , , , , , , .
Extra Spoelen
Door deze optie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en
zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is
vooral nuttig bij personen wiens huid gevoelig is voor wasmiddelen.
We raden deze optie aan wanneer een volle lading moet worden
gewassen of wanneer zeer veel wasmiddel wordt gebruikt.
! Deze optie is niet beschikbaar tijdens de programma’s , ,
, , , , .
3
1
2
Sym-
bool
Beschrijving van het Programma
Max. Temp.
C)
Max. snel-
heid (toeren
per minuut)
Drogen
Wasmiddel en wasversterkers
Max.
lading
(kg)
Duur-
cyclus
Was-
middel
Wasver-
zachter
Bleek-
middel
Programma’s Katoen
Katoen met voorwas
(Doe het wasmiddel in het speciale vakje).
90° 1400
- 8
Katoen (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60°
(Max. 90°C)
1400
8
Katoen (2): zeer vuile witte en bonte fijne was. 40° 1400
8
Bont Katoen (3) 40° 1400
8
Jeans
40° 800
- 4
Speciale programmas
Baby: zeer vuile fijne bonte was. 40° 800
4
Gemengd 30': voor het snel opfrissen van niet zo vuil
wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800
- 3,5
Kleurvast Synthetisch 60° 800
4
Zijde: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 -
- 2
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800
- 2
Droog programmas
Was & Droog
30° 1400
- 1
Katoen
- -
- - - 6
Synthetisch
- -
- - - 4
Wol
- -
- - - 1,5
Extra programma’s
Spoelen - 1400
-
8
Centrifugeren - 1400
- - - 8
Afpompen - 0 - - - - 8
(*) U kunt de duur van de wasprogramma’s op het
display controleren.
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan varren aan de hand van
talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
NL
32
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddel
De keuze en de hoeveelheid wasmiddel hangen af van
het type stof (katoen, wol, zijde…), van de kleur van het
wasgoed, de wastemperatuur, de vuilgraad en de hardheid
van het water.
Een juiste dosering van het wasmiddel voorkomt
verspillingen en beschermt het milieu: ook al zijn
wasmiddelen biologisch afbreekbaar, toch bevatten ze
elementen die het evenwicht in de natuur verstoren.
We raden u aan:
waspoeder te gebruiken voor de witte katoenen was en
voor de voorwas.
vloeibaar wasmiddel te gebruiken voor fijne katoenen
was en voor alle programma’s op lage temperatuur.
speciale vloeibare wasmiddelen te gebruiken voor wol
en zijde.
Het wasmiddel kan voor het starten van het programma
in het speciale bakje worden gedaan, of in de wasbol die
direct in de trommel wordt geplaatst. Als u een wasbol
gebruikt kunt u het programma Katoen met voorwas niet
gebruiken.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
Voorbereiden van het wasgoed
Open de kledingstukken voor u ze inlaadt.
Scheid het wasgoed volgens het type stof (symbool op
het etiket van het kledingstuk) en de kleur. Let er goed
op dat u de bonte was scheidt van de witte was;
Leeg de zakken en controleer de knopen;
Overschrijd nooit het gewicht dat wordt aangegeven in
de “Programmatabel” wat geldt voor droog wasgoed.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 gr.
1 kussensloop 150-200 gr.
1 tafellaken 400-500 gr.
1 badjas 900-1200 gr.
1 handdoek 150-250 gr.
1 spijkerbroek 400-500 gr.
1 overhemd/blouse 150-200 gr.
Wastips
Jeans: gebruik het speciale programma “Jeans” voor al
uw spijkergoed. Draai de kledingstukken binnenstebuiten
voor het wassen en gebruik een vloeibaar wasmiddel.
Baby: gebruik het speciale programma “Baby” voor
het wassen van typisch kindervuil en vervolgens al het
wasmiddel te verwijderen om allergie te voorkomen op de
tere kinderhuid. Deze cyclus is speciaal ontwikkeld om de
hoeveelheid bacteriën terug te dringen door een vergroot
waterverbruik en een optimale toepassing van hygiënische
wasversterkers.
Aan het einde van de wascyclus zal de trommel langzaam
ronddraaien. Om de cyclus te beëindigen druk u op de
START/PAUSE toets.
Zijde: gebruik het speciale programma “Zijde” om alle
zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een
speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: Gebruik het programma “Zijde” . Vouw de
gordijnen nauwkeurig en doe ze in een kussensloop of net.
Wol: is het enige bedrijf dat een Wasdroogmachine
heeft ontwikkeld die de prestigieuze Woolmark Platinum
Care (M.0508) onderscheiding heeft gekregen van The
Woolmark Company. Dit garandeert dat u alle wollen
kledingstukken in de automaat kunt wassen, ook wasgoed
met het etiket “alleen handwas” . Met het programma
“Wol” kunt u al uw wollen wasgoed in de automaat
wassen, met gegarandeerd het beste resultaat.
Moeilijke vlekken: het beste kunt u moeilijke vlekken
voorbehandelen met een stuk zeep voor u ze in de
Wasdroogmachine doet en het programma Katoen met
voorwas gebruiken.
Was & droog: is bedoeld voor het snel wassen en drogen
van niet zo vuil wasgoed. Als u deze cyclus selecteert kunt
u tot aan 1 kg wasgoed wassen en drogen, in slechts 60
minuten. Gebruik voor de beste resultaten een vloeibaar
wasmiddel. Behandel manchetten, kragen en vlekken eerst
voor met een speciaal product.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de Wasdroogmachine de centrifuge op
een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als
de lading zeer uit balans is zal de Wasdroogmachine een
verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde
een betere distributie van de waslading en een juiste
balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
33
NL
Voorzorgsmaatregelen en
advies
• Controleer dat gedurende het drogen de water
kraan open is.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt
u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/CE, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur,
voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met
het normale afval mag worden meegegeven. De
afgedankte apparatuur moet apart worden opgehaald
om het wedergebruik van materialen waarvan hij is
gemaakt te optimaliseren en om potentiële schade
aan de gezondheid en het milieu te voorkomen. Het
symbool van de afvalemmer met een kruis staat op elk
product, om aan te geven dat het apart moet worden
weggegooid. Voor verdere informatie betreffende het
correcte verwijderen van huishoudelijke apparatuur
kunnen de gebruikers zich wenden tot de gemeentelijke
reinigingsdienst of de verkoper.
Handmatige opening van de laaddeur
In het geval er geen elektrische energie aanwezig is, kan de
laaddeur op de volgende manier geopend worden om de
was uit te nemen:
1. haal de stekker uit het
stopcontact.
2. controleer dat het
waterniveau in de automaat
lager is dan het deurtje; als
dat niet het geval is kunt het
water weg laten vloeien door
middel van de afvoerbuis en
dit opvangen in een emmer,
zoals aangegeven in de
afbeelding.
3. verwijder het paneel aan de voorkant van de
wasautomaat (zie volgende pagina).
4. trek het lipje aangegeven in de afbeelding naar voren
totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna naar
beneden totdat u klik hoort, wat aangeeft dat de deur is
geopend.
5. open de deur; als dat niet lukt moet u de handeling
herhalen.
6. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
! Deze Wasdroogmachine is ontworpen en uitgevoerd
volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze
aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en
moeten aandachtig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke,
sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende
ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder
het toezicht of volgens de instructies van een persoon
die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen
moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren
dat ze niet met het apparaat spelen.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
- Kleding die bevuild is met stoffen zoals kookolie, aceton,
alcohol, benzine, kirosine, vlekkenverwijderaar, terpentine,
was en stoffen om was te verwijderen moet met een
grotere hoeveelheid wasmiddel in warm water gewassen
worden alvorens de kleding in de wasdroger te drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douchemutsen,
waterdichte stoffen, artikelen met een rubberen kant en
kleding of kussens die onderdelen van schuimrubber
bevatten mogen niet in de wasdroger gedroogd worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten moeten
overeenkmostig de instructies van de fabrikant gebruikt
worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt uitgevoerd
zonder warmte (koelcyclus) om te zorgen dat de
artikelen niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het
droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel al het
wasgoed uit de droger halen en het wasgoed ophangen
om het snel te laten drogen.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer
te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet
kan zijn.
Forceer nooit de deur van de Wasdroogmachine: het
veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de
deur voorkomt, kan beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de Wasdroogmachine te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
Als het apparaat verplaatst moet worden doe dit dan
met twee of drie personen tegelijk en heel voorzichtig.
Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
• De glazen ruit wordt warm gedurende het drogen.
• Droog geen wasgoed dat met ontvlambare
oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline).
• Droog geen schuimrubber of elastomeren of
kledingstukken met rubberen opschriften e.d.
NL
34
Onderhoud en verzorging
1
2
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt
u slijtage van de waterinstallatie van de wasautomaat
alsmede lekkagegevaar.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasautomaat schoonmaakt en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een
spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik
nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het laatje door op
het hendeltje (1) te drukken en
het naar voren te trekken (2)
(zie afbeelding).
Was het onder stromend
water. Dit moet u regelmatig
doen.
Verzorging van de trommel
Laat de deur van de wasautomaat altijd op een kier
staan om te voorkomen dat er nare luchtjes worden
gevormd.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp
die niet hoeft te worden onderhouden. Het kan echter
gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in
het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de
onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus beëindigd is en haal
de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdekpaneel aan de voorzijde van de
wasautomaat door er op het midden op te drukken. Duw
beide zijkanten naar beneden toe en verwijder het paneel
(zie afbeeldingen).
2. plaats een bakje om het
water op te vangen dat eruit
zal lopen (circa 1,5 l) (zie
afbeelding).
3. draai het deksel eraf, tegen
de klok in (zie afbeelding).
4. maak de binnenkant goed schoon;
5. schroef het deksel er weer op;
6. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Controle van de buis van de watertoevoer
Controleer minstens een keer per jaar de watertoevoerbuis.
Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen
worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk
onverwachts breuken veroorzaken.
1
2
35
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat het apparaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”) moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasdroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasdroogmachine heeft geen
watertoevoer.
De deur van het apparaat is
geblokkeerd.
De wasdroogmachine blijft water
aan- en afvoeren.
De wasdroogmachine voert het
water niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasdroogmachine lekt.
De symbolen van Fase in voortgang
knipperen snel, tegelijk met het
controlelampje ON/OFF.
Er ontstaat teveel schuim.
De deur van het apparaat is
geblokkeerd.
De Wasdroogmachine droogt niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur is niet goed dicht.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
U heeft een uitgestelde start ingesteld.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De toevoerslang is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
Als u de cyclus Baby selecteert of de optie “Makkelijk Strijken ”, zal de
wasdroogmachine aan het einde van de cyclus de trommel langzaam laten
ronddraaien. Om de cyclus te beëindigen drukt u op de knop START/PAUSE
of op de knop “Makkelijk Strijken ”. Als u de cyclus “Zijde ” selecteert zal
de wasdroogmachine de cyclus beëindigen door de was in het water te laten
weken. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u
op de knop START/PAUSE drukken of op de knop “Makkelijk Strijken ”.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont,
kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasdroogmachine
voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de
handel speciale beluchters te koop.
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met
de hand worden gestart (zie Programma’s en opties”).
De optie Makkelijk Strijken” is actief: voor het beëindigen van het programma
drukt u op de toets START/PAUSE (zie “Programma’s en opties”).
De afvoerslang is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie
“Installatie”).
De wasdroogmachine staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasdroogmachine staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De waslading is niet gebalanceerd (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
De slang van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerslang is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasdroogmachine uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u
de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor
wasdroogmachine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
Voer een handmatige deblokkering uit (zie “Voorzorgsmaatregelen en
advies”).
• De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken om
contact te maken.
• Er is geen stroom.
• De deur is niet goed dicht.
• Uitgestelde start is ingesteld.
• De DROOG toets staat op .
NL
36
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”);
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is, kunt u contact opnemen met de erkende Servicedienst.
! In het geval de wasdroogmachine verkeerd is geïnstalleerd of u hem niet correct heeft gebruikt zal u gevraagd worden de
reparatiekosten te betalen.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model wasdroogmachine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze laatste gegevens vindt u op het typeplaatje op het apparaat.
Service
! N.B.: om de “Demo Mode” te verlaten drukt u tegelijkertijd 3 sec. lang of de twee knoppen “ON/OFF” en “START/PAUSE” .
/