Zanussi ZWS6120BW Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit
apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
ALGEMENE VEILIGHEID
De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 6 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
2
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
MONTAGE
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Bewaar de transportbouten op een veilige
plaats. Als het apparaat verplaatst moet worden
in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd
worden om de trommel te vergrendelen om
interne schade te voorkomen.
Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van
het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet als de
temperatuur lager kan zijn dan 0°C of als het is
blootgesteld aan het weer.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u
het apparaat installeert, vlak, stabiel,
hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Installeer het apparaat niet direct boven de
vloerafvoer.
Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte
tussen het apparaat en de vloer te creëren.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op
te vangen onder het apparaat. Neem contact op
met het geautoriseerd servicecentrum om te
raadplegen welke accessoires gebruikt mogen
worden.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen.
AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
3
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking
van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen uit het
wasgoed verwijderd zijn.
Was geen stoffen die zwaarbevuild zijn met olie,
vet of andere vettige substanties. Dit kan
rubberen onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen met de
hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
Raak het glas van de deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas kan heet
worden.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
1
2
3
5
6
7
4
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Typeplaatje
5
Handgreep
6
Filter afvoerpomp
7
Voetjes voor het waterpas zetten van het
apparaat
4
BEDIENINGSPANEEL
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
31 2
5 467
1
Programmaknop
2
Startuitstel/Départ différé toets
3
Programmafase-indicatielampjes:
Wasfase ( )
Extra spoelen ( )
Einde van de cyclus ( )
4
Start/Pauze Départ/Pause toets
5
Snel/Rapide toets
6
Centrif./Essorage verminderoptie:
Automatische en spoelstop
7
Temp. toets
PROGRAMMA’S
PROGRAMMATABEL
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Maximale centrifu-
geersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Wasprogramma's
Katoen/Coton
90°C - (koud)
6 kg
1200 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en
licht vervuild.
Katoen + Voorwas/Coton +
Prélavage
90°C - (koud)
6 kg
1200 tpm
Wit en bont katoen. Sterke en normale
vervuiling.
5
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Maximale centrifu-
geersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Katoen/Coton ECO
1)
60°C - 40°C
6 kg
1200 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Norma-
le vervuiling. Het energieverbruik daalt en de
duurtijd van het wasprogramma neemt toe.
Synthetica/Synthétiques
60°C - (koud)
3 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Nor-
male vervuiling.
Mix/Mixtes 20°
20°C
3 kg
1200 tpm
Speciaal programma voor katoenen, synthe-
tische en gemengde stoffen die licht vervuild
zijn. Stel dit programma in om het energie-
verbruik te verminderen. Zorg ervoor dat het
wasmiddel geschikt is voor lage temperatu-
ren om goede wasresultaten
2)
.
Fijne was/Délicats
40°C - (koud)
3 kg
700 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en ge-
mengde stoffen hebben een milde
wasbeurt nodig. Normale vervuiling.
Wol Handwas/Laine Lavage
à la main
40°C - (koud)
1.5 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwas-
bestendige wol en andere stoffen voor-
zien van het symbool «handwas».
3)
Spoelen/Rinçage
Koud
6 kg
1200 tpm
Om het wasgoed te spoelen en te centrifu-
geren. Alle stoffen, behalve wol en zeer
delicate stoffen. Verlaag de centrifugeer-
snelheid afhankelijk van het type wasgoed.
Pompen/Vidange
6 kg Om het water in de trommel af te voeren.
Alle stoffen.
Centrifugeren/Essorage
6 kg
1200 tpm
Om het wasgoed te centrifugeren en het
water uit de trommel af te voeren. Alle stof-
fen, behalve wol en zeer fijne stoffen.
Antikreuk/Repassage facile
60°C - (koud)
1.5 kg
900 tpm
Synthetische stoffen die voorzichtig
gewassen moeten worden. Normaal en
licht bevuild.
4)
5 Overhemden/Chemises
30°C
900 tpm Synthetische en gemengde stoffen.
Licht vervuilde en op te frissen kleding. Voor
5 - 6 shirts.
Mini 30
30°C
3 kg
700 tpm
Synthetische en delicate stoffen. Lichte
vervuiling of op te frissen kleding.
6
Programma
Temperatuurbereik
Maximale lading
Maximale centrifu-
geersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Jeans
60°C - (koud)
6 kg
1200 tpm
Jeans en kleding van tricot. Ook voor
donkere kleding.
1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving
1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «stan-
daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver-
bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
2) te krijgen. Het apparaat voert een korte verwarmingsfase uit als de watertemperatuur lager is dan 20°C.
Het apparaat toont de temperatuurinstelling als "Koud".
3) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trom-
mel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
4) Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en cen-
trifugeerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
Centrif./Essorage
Snel/Rapide
1)
Extra spoelen/Rinçage plus
2)
Startuitstel/Départ différé
Katoen/Coton
Katoen + Voorwas/Coton + Prélava-
ge
Katoen/Coton ECO
Synthetica/Synthétiques
7
Programma
Centrif./Essorage
Snel/Rapide
1)
Extra spoelen/Rinçage plus
2)
Startuitstel/Départ différé
Mix/Mixtes 20°
Fijne was/Délicats
Wol Handwas/Laine Lavage à la main
Spoelen/Rinçage
Pompen/Vidange
Centrifugeren/Essorage
Antikreuk/Repassage facile
5 Overhemden/Chemises
Mini 30
Jeans
1) Als u een kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mo-
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn.
2) Als de functie Extra spoelgang geactiveerd is, voegt het apparaat extra spoelgangen toe. Als u een lage
centrifugeersnelheid instelt in het programma Spoelen, voert het apparaat delicate spoelgangen uit met
kort centrifugeren.
8
VERBRUIKSGEGEVENS
De toegekende waarden komen voort uit laboratoriumomstandigheden met relevante
standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en
het type wasgoed en de omgevingstemperatuur. Waterdruk, de toevoerstroom en de
temperatuur van de watertoevoer kunnen ook invloed hebben op de duur van het waspro-
gramma.
De technische specificaties kunnen ter verbetering van de productkwaliteit zonder vooraf-
gaande kennisgeving worden gewijzigd.
Programma’s
Belading
(kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterverbruik
(liter)
Geschatte pro-
grammaduur
(minuten)
Resterende
vochtigheid
(%)
1)
Katoen/Coton 60°C 6 1.27 61 180 53
Katoen/Coton 40°C 6 1.00 61 160 53
Synthetica/Synthéti-
ques 40°C
3 0.65 55 125 35
Fijne was/Délicats
40°C
3 0.53 50 90 35
Wol Handwas/Laine
Lavage à la main
30°C
2)
1.5 0.45 59 69 30
Standaard katoenprogramma's
Standaard 60°C ka-
toen
6 0.74 49 209 53
Standaard 60°C ka-
toen
3 0.57 41 177 53
Standaard 40°C ka-
toen
3 0.54 43 174 53
1) Aan het einde van de centrifugefase.
2) Niet beschikbaar voor sommige modellen.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0.48 0.48
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de
Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG
9
OPTIES
TEMP.
Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur
wijzigen.
Aanduiding = koud water.
Het controlelampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.
CENTRIF./ESSORAGE
Met deze knop kunt u één van deze opties instellen:
Het lampje van de ingestelde snelheid gaat
branden.
Automatisch centrifugetoerental
reduceren
Stel deze optie in om de centrifugeersnelheid te
halveren, maar niet minder dan 400 tpm.
Geschikt voor zeer fijne weefsels.
Spoelstop
Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te
voorkomen. De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
Als het programma afgerond is, zit
er water in de trommel. De deur
blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen
openen. Zie om het water weg te
pompen "Aan het einde van het
programma".
SNEL/RAPIDE
Druk op deze toets om de programmatijd te
verminderen.
Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte
vervuiling of om wasgoed op te frissen.
EXTRA SPOELEN/RINÇAGE PLUS
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan
een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden waar het water
erg zacht is.
Het overeenkomende fase-indicatielampje op het
bedieningspaneel gaat branden.
STARTUITSTEL/DÉPART DIFFÉRÉ
Met deze optie kunt u de start van een programma
9, 6 of 3 uur uitstellen.
INSTELLINGEN
SPOELEN +
Met deze optie kunt u bij elk nieuw ingesteld
programma automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op Centrif./
Essorage en Snel/Rapide tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Giet 2 liter water in het wasmiddeldoseerbakje
voor de wasfase.
Dit activeert het afvoersysteem.
4. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
5. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
10
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het
stopcontact.
1. Trek aan de deurhendel om de deur van het
apparaat te openen.
2. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in de
trommel.
3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat
plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel
plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de
"Programmatabel".
4. Sluit de vuldeur.
LET OP! Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur blijft
klemmen. Er kan waterlekkage of
beschadigd wasgoed ontstaan.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan schade aan de
rubberen delen van de wasmachine
veroorzaken.
WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN
GEBRUIKEN
2
1
1. Meet het wasmiddel
en wasverzachter af.
2. Doe het wasmiddel
en de wasverzachter
in de compartimen-
ten.
3. Sluit de wasmiddel-
doseerlade voorzich-
tig.
WASMIDDELDOSEERBAKJES
LET OP! Gebruik alleen wasmiddel
voor wasmachines.
Volg altijd de instructies op de
verpakking van de wasmiddelen.
1 Wasmiddelvak voor de voorwasfase
of het weekprogramma (indien be-
schikbaar). Voeg inweek- en voor-
wasmiddelen toe voordat u het pro-
gramma start.
2 Wasmiddelbakje voor wasfase. Als u
een vloeibaar wasmiddel gebruikt,
dient u dit direct voor het starten van
het programma te plaatsen.
Vakje voor vloeibare toevoegingen
(textielversteviger, stijfsel). Plaats het
product in het vakje voordat u het
programma start.
VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER
Trek de wasmiddeldo-
seerlade uit tot deze niet
meer verder kan.
A
2 1
De stand A van de was-
middelscheider is voor
waspoeder.
Voor het gebruik van
vloeibaar wasmiddel/
toevoegingen of
bleekmiddel:
Verwijder de wasmiddel-
scheider uit de stand A.
11
B
Steek de wasmiddel-
scheider op stand B.
2 1
B
De stand B van de was-
middelscheider is voor
waspoeder in het achter-
ste vak en voor vloeibaar
wasmiddel/toevoegingen
of bleekmiddel in eht
voorste vak.
C
Gebruik van uitslui-
tend vloeibaar was-
middel:
Steek de wasmiddel-
scheider op stand C.
2 1
C
De stand C van de was-
middelscheider is voor
vloeibaar wasmiddel.
Sluit voorzichtig het vaat-
wasmiddelbakje.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt:
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
Vul met vloeibaar wasmiddel tot
maximaal aan de rand van de was-
middelscheider.
Stel de voorwasoptie niet in.
Stel de startuitstelfunctie niet in.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Draai de programmaschakelaar om het
apparaat aan te zetten en het programma in te
stellen:
Het lampje van de toets Start/Pauze Départ/Pause
knippert.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het indicatielampje
van de ingestelde optie branden.
Als u iets incorrect instelt, begint het
indicatielampje Start/Pauze Départ/
Pause rood te knipperen.
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER EEN
UITGESTELDE START
Druk op de knop Start/Pauze Départ/Pause.
Het overeenkomstige indicatielampje stopt met
knipperen.
Het fase-indicatielampje licht op en blijft aan.
Het programma start en de deur wordt vergrendeld.
Bij het begin van een wascyclus kan
de afvoerpomp een tijdje werken.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET EEN
UITGESTELDE START
1. Druk herhaaldelijk op de knop Startuitstel/
Départ différé om de gewenste uitsteltijd in te
stellen.
Het indicatielampje van de ingestelde uitsteltijd
gaat branden.
2. Druk op de toets Start/Pauze Départ/Pause:
De deur blijft vergrendeld.
De machine begint de tijd af te tellen.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
wasprogramma automatisch gestart.
12
U kunt de uitgestelde start annuleren
of wijzigen voordat u op de toets Start/
Pauze Départ/Pause hebt gedrukt. Na
het indrukken van knop Start/Pauze
Départ/Pause kunt u de functie alleen
nog maar annuleren.
De uitgestelde start annuleren:
a. Druk op toets Start/Pauze Départ/Pause
om het apparaat in te stellen op pauze.
Het overeenkomstige indicatielampje
knippert.
b. Druk eenmaal op de knop Startuitstel/
Départ différé; het indicatielampje van de
ingestelde uitsteltijd gaat uit.
Druk nogmaals op toets Start/Pauze
Départ/Pause om het programma
onmiddellijk te starten.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Druk op de knop Start/Pauze Départ/Pause.
Het indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze Départ/
Pause.
Het wasprogramma gaat verder.
EEN ACTIEF PROGRAMMA ANNULEREN
1. Druk de programmaknop naar om het
programma te annuleren en om het apparaat uit
te schakelen.
2. Druk opnieuw op de programmatoets om het
apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw
wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw programma start.
Zorg er in dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het doseerbakje zit,
zo niet vul het dan bij.
DE DEUR OPENEN
Als een programma of het startuitstel in werking is,
is de deur van de wasmachine vergrendeld.
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn
en de trommel nog draait, kunt u de
deur niet openen.
Om de deur tijdens de eerste minuten van de
cyclus te openen of wanneer de uitgestelde start in
werking is:
1. Druk op Start/Pauze Départ/Pause om het
apparaat te pauzeren.
2. Wacht een paar minuten totdat de deur
ontgrendelt.
3. U kunt de deur openen.
4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk
op de toets Start/Pauze Départ/Pause. Het
programma (of de uitgestelde start) gaat
verder.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA.
Het apparaat stopt automatisch.
Het lampje van de knop Start/Pauze Départ/
Pause gaat uit. Het fase-indicatielampje licht
op en blijft aan.
Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.
Na een paar minuten kunt u de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
Het lampje
blijft branden.
Het indicatielampje Start/Pauze Départ/Pause
knippert om u eraan te herinneren het water af
te voeren.
U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Het water afvoeren:
1. Stel een pomp- (Pompen/Vidange) of een
centrifugeerprogramma (Centrifugeren/
Essorage) in.
2. Druk op de knop Start/Pauze Départ/Pause.
Het apparaat voert het water af en centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid:
Het indicatielampje Start/Pauze Départ/
Pause gaat uit en het fase-indicatorlampje
gaat aan.
Na een aantal minuten ontgrendelt de deur;
u kunt de deur nu openen.
4. Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.
STAND-BY
Enkele minuten na het einde van het
wasprogramma wordt de energiezuinige modus
geactiveerd, wanneer u het apparaat niet
uitschakelt. Hierdoor wordt het energieverbruik
13
beperkt wanneer het apparaat in de standby-stand
staat:
De helderheid van de indicatielampjes
vermindert.
Het indicatielampje van de toets Start/Pauze
Départ/Pause knippert langzaam.
Druk op een van de knoppen om de energiezuinige
modus te deactiveren.
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch,
fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij
de eerste keer worden gewassen. We raden
daarom aan om dit soort kleding de eerste keer
dan ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal
wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden voordat
het in de trommel wordt gedaan
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
gebruik in een wasautomaat:
waspoeder voor alle soorten weefsels,
waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60
°C max.) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het type en de
kleur stof, de programmatemperatuur en de
mate van vervuiling.
Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd
bij het wasmiddel).
MILIEUTIPS
Stel een programma in zonder de voorwasfase
om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de maximum
toegestane hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar
als u een programma met een lage temperatuur
instelt.
Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke
systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken. Zie "Waterhardheid".
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
14
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en
warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
LET OP! Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en
roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe
dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt
uit. Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de hoogste
temperatuur met een kleine hoeveelheid
wasmiddel.
DEURRUBBER
Controleer het deurrub-
ber regelmatig en verwij-
der voorwerpen uit de
binnenkant.
HET WASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN
1 2 3 4
5 6
15
HET AFVOERFILTER SCHOONMAKEN
1 2 3 4
1
2
5 6 7 8
1
2
9 10
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
1 2 3
45°
20°
4
NOODAFVOER
Het apparaat kan geen water afvoeren door een
storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (10) uit van
"Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig
schoon.
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het afvoersysteem
opnieuw te activeren:
1. Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren: Giet 2 liter
water in het wasvak van de wasmiddellade.
2. Start het programma om water af te voeren
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang
in een bak en laat het water uit de slang
stromen.
16
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INTRODUCTIE
Het apparaat start niet of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Neem indien dit niet lukt contact op met de
Servicedienst.
Voor sommige problemen zal een geluidsignaal
worden weergegeven. Het rode indicatielampje
van de knop Start/Pauze Départ/Pause knippert en
één van de fase-indicatielampjes gaat branden en
vermeld een alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed gevuld met
water.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
Het indicatielampje van knop Start/Pauze
Départ/Pause knippert 11 keer rood en 1 (of 2
of 3) keer groen: de stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is en het
apparaat zal automatisch in werking treden.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
MOGELIJKE STORINGEN
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start niet. Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcon-
tact.
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekerin-
genkastje is.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op
het einde van de aftelprocedure.
Schakel het kinderslot uit (indien beschikbaar).
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke water-
leidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
17
Probleem Mogelijke oplossing
Het water niet wordt afge-
pompt uit de machine.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien
nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'.
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De slang
kan te laag hangen.
Kies het aftapprogramma als u een programma zonder afpompfase
kiest.
Kies het afpompprogramma als u een programma kiest dat eindigt
met water in de trommel.
De centrifugeerfase werkt
niet of de wascyclus duurt
langer dan normaal.
Kies het centrifugeerprogramma.
Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centri-
fugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door even-
wichtsproblemen.
Er is water op de vloer. Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed af-
gedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang niet beschadigd is.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid ge-
bruikt.
U kunt de klep van de ma-
chine niet openen.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Kies het afpomp- of centrifugeerprogramma als er water in de trom-
mel is.
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Zie onder 'Instal-
latie'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten ver-
wijderd zijn. Zie onder 'Installatie'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn.
De wasresultaten laten te
wensen over.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige
vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
U kunt geen optie instellen. Zorg dat u alleen op de gewenste knop(pen) drukt.
Schakel na de controle de machine in. Het
programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem
contact op met een erkend servicecentrum.
Als het apparaat andere alarmcode toont (het
indicatielampje van toets
knippert rood).
Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als
het probleem zich blijft voordoen: neem contact op
met een erkend servicecentrum.
SERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele
onderdelen aan.
Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u
met de servicedienst contact opneemt. U vindt
deze op het classificatieplaatje: model,
productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No.,
Ser. No.)
18
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / Hoogte/ Diepte/
Totale diepte
595 mm / 850 mm / 450 mm / 490 mm
Aansluiting op het elektri-
citeitsnet
Spanning
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Niveau van bescherming tegen het binnendringen van
vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het bescherm-
deksel, behalve wanneer de laagspanningsapparatuur
geen bescherming tegen vocht heeft
IPX4
Druk watertoevoer Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Watertoeover
1) Koud water
Toelaatbare maximum be-
lading
Katoen 6 kg
Energiebesparingsklasse A+++
Centrifugeersnelheid Maximum 1200 tpm
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
19

Documenttranscriptie

VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE MENSEN • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als de deur open is. Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. ALGEMENE VEILIGHEID • • • • 2 De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. Overschrijd het maximale laadvermogen van 6 kg niet (raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema"). De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa). De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking. • • • • • • Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum. Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt. Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN MONTAGE • Verwijder de verpakking en de transportbouten. • Bewaar de transportbouten op een veilige plaats. Als het apparaat verplaatst moet worden in de toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden om de trommel te vergrendelen om interne schade te voorkomen. • Wees altijd voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat omdat het zwaar is. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Gebruik of installeer het apparaat niet als de temperatuur lager kan zijn dan 0°C of als het is blootgesteld aan het weer. • Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u het apparaat installeert, vlak, stabiel, hittebestendig en schoon is. • Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de vloer kan circuleren. • Installeer het apparaat niet direct boven de vloerafvoer. • Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte tussen het apparaat en de vloer te creëren. • Plaats het apparaat niet op een plek waar de deur niet helemaal open kan. • Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op te vangen onder het apparaat. Neem contact op met het geautoriseerd servicecentrum om te raadplegen welke accessoires gebruikt mogen worden. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet beschadigt. Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Raak de stroomkabel of stekker niet aan met natte handen. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Dit apparaat voldoet aan de EU-richtlijnen. AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING • Beschadig de waterslangen niet. • Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe 3 • apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.), moet u, voordat de nieuwe buizen worden aangesloten, het water laten stromen tot het schoon en helder is. Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van het apparaat. GEBRUIK WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, elektrische schokken, brand, brandwonden en schade aan het apparaat. • • • • • • beschadigen. Was dergelijke stoffen met de hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt. Raak het glas van de deur niet aan als een programma in werking is. Het glas kan heet worden. SERVICEDIENST • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. VERWIJDERING Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking van het wasmiddel op. Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen uit het wasgoed verwijderd zijn. Was geen stoffen die zwaarbevuild zijn met olie, vet of andere vettige substanties. Dit kan rubberen onderdelen van de wasmachine WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • • • • Haal de stekker uit het stopcontact en koppel het apparaat los van de watertoevoer. Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in de trommel vast komen te zitten. Gooi het apparaat weg conform de lokale voorschriften voor de verwijdering van elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT APPARAATOVERZICHT 1 2 1 Bovenblad 2 Wasmiddellade 3 3 Bedieningspaneel 4 Typeplaatje 4 5 6 7 4 5 Handgreep 6 Filter afvoerpomp 7 Voetjes voor het waterpas zetten van het apparaat BEDIENINGSPANEEL BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL 1 2 7 1 Programmaknop 2 Startuitstel/Départ différé toets 3 Programmafase-indicatielampjes: • Wasfase ( • Extra spoelen ( ) • Einde van de cyclus ( 6 5 4 4 Start/Pauze Départ/Pause toets 5 Snel/Rapide toets 6 Centrif./Essorage verminderoptie: Automatische ) 3 en spoelstop 7 Temp. toets ) PROGRAMMA’S PROGRAMMATABEL Programma Temperatuurbereik Maximale lading Maximale centrifugeersnelheid Programmabeschrijving (Type lading en vervuiling) Wasprogramma's Katoen/Coton 90°C - Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild. 6 kg 1200 tpm Wit en bont katoen. Sterke en normale vervuiling. (koud) Katoen + Voorwas/Coton + Prélavage 90°C - 6 kg 1200 tpm (koud) 5 Programma Temperatuurbereik Maximale lading Maximale centrifugeersnelheid 6 kg 1200 tpm Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling. Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het wasprogramma neemt toe. 3 kg 1200 tpm Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervuiling. 3 kg 1200 tpm Speciaal programma voor katoenen, synthetische en gemengde stoffen die licht vervuild zijn. Stel dit programma in om het energieverbruik te verminderen. Zorg ervoor dat het wasmiddel geschikt is voor lage temperaturen om goede wasresultaten2). 3 kg 700 tpm Fijne stoffen zoals acryl, viscose en gemengde stoffen hebben een milde wasbeurt nodig. Normale vervuiling. 1.5 kg 1200 tpm Machinewasbestendige wol, handwasbestendige wol en andere stoffen voorzien van het symbool «handwas».3) 6 kg 1200 tpm Om het wasgoed te spoelen en te centrifugeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer delicate stoffen. Verlaag de centrifugeersnelheid afhankelijk van het type wasgoed. 6 kg Om het water in de trommel af te voeren. Alle stoffen. Centrifugeren/Essorage 6 kg 1200 tpm Om het wasgoed te centrifugeren en het water uit de trommel af te voeren. Alle stoffen, behalve wol en zeer fijne stoffen. Antikreuk/Repassage facile 1.5 kg 900 tpm Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen moeten worden. Normaal en licht bevuild.4) 900 tpm Synthetische en gemengde stoffen. Licht vervuilde en op te frissen kleding. Voor 5 - 6 shirts. 3 kg 700 tpm Synthetische en delicate stoffen. Lichte vervuiling of op te frissen kleding. Katoen/Coton 60°C - 40°C ECO1) Synthetica/Synthétiques 60°C - (koud) Mix/Mixtes 20° 20°C Fijne was/Délicats 40°C - (koud) Wol Handwas/Laine Lavage à la main 40°C - (koud) Spoelen/Rinçage Koud Pompen/Vidange 60°C - (koud) 5 Overhemden/Chemises 30°C Mini 30 30°C 6 Programmabeschrijving (Type lading en vervuiling) Programma Temperatuurbereik 6 kg 1200 tpm Jeans 60°C - Maximale lading Maximale centrifugeersnelheid Programmabeschrijving (Type lading en vervuiling) Jeans en kleding van tricot. Ook voor donkere kleding. (koud) 1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving 1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «standaard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterverbruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed. De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven voor het geselecteerde programma. 2) te krijgen. Het apparaat voert een korte verwarmingsfase uit als de watertemperatuur lager is dan 20°C. Het apparaat toont de temperatuurinstelling als "Koud". 3) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma. 4) Om kreuken te beperken, regelt deze cyclus de watertemperatuur en voert een zachte wasbeurt en centrifugeerfase uit. Het apparaat voegt extra spoelgangen toe. ■ ■ ■ ■ ■ Katoen + Voorwas/Coton + Prélavage ■ ■ ■ ■ ■ Katoen/Coton ECO ■ ■ ■ ■ Synthetica/Synthétiques ■ ■ ■ ■ ■ Startuitstel/Départ différé Extra spoelen/Rinçage plus 2) Katoen/Coton Programma Centrif./Essorage Snel/Rapide 1) Toepasbaarheid programma-opties 7 Mix/Mixtes 20° ■ Spoelen/Rinçage ■ ■ Fijne was/Délicats Wol Handwas/Laine Lavage à la main ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Pompen/Vidange Centrifugeren/Essorage ■ Antikreuk/Repassage facile ■ 5 Overhemden/Chemises ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Mini 30 Jeans Startuitstel/Départ différé Extra spoelen/Rinçage plus 2) Snel/Rapide 1) Centrif./Essorage Programma ■ ■ ■ ■ 1) Als u een kortste cyclusduur instelt, adviseren wij u de grootte van de lading te verminderen. Het is mogelijk om de volledige lading te gebruiken, maar het wasresultaat kan dan minder bevredigend zijn. 2) Als de functie Extra spoelgang geactiveerd is, voegt het apparaat extra spoelgangen toe. Als u een lage centrifugeersnelheid instelt in het programma Spoelen, voert het apparaat delicate spoelgangen uit met kort centrifugeren. 8 VERBRUIKSGEGEVENS De toegekende waarden komen voort uit laboratoriumomstandigheden met relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevingstemperatuur. Waterdruk, de toevoerstroom en de temperatuur van de watertoevoer kunnen ook invloed hebben op de duur van het wasprogramma. De technische specificaties kunnen ter verbetering van de productkwaliteit zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Programma’s Belading (kg) Geschatte pro- Resterende Energiever- Waterverbruik grammaduur vochtigheid bruik (kWh) (liter) (minuten) (%)1) Katoen/Coton 60°C 6 1.27 61 180 53 Katoen/Coton 40°C 6 1.00 61 160 53 Synthetica/Synthétiques 40°C 3 0.65 55 125 35 Fijne was/Délicats 40°C 3 0.53 50 90 35 1.5 0.45 59 69 30 6 0.74 49 209 53 3 0.57 41 177 53 3 0.54 43 174 53 Wol Handwas/Laine Lavage à la main 30°C 2) Standaard katoenprogramma's Standaard 60°C katoen Standaard 60°C katoen Standaard 40°C katoen 1) Aan het einde van de centrifugefase. 2) Niet beschikbaar voor sommige modellen. Uit-modus (W) 0.48 Modus aan laten (W) 0.48 De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG 9 OPTIES TEMP. Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur wijzigen. Aanduiding = koud water. Het controlelampje van de ingestelde temperatuur gaat branden. CENTRIF./ESSORAGE Met deze knop kunt u één van deze opties instellen: Het lampje van de ingestelde snelheid gaat branden. • Automatisch centrifugetoerental reduceren Stel deze optie in om de centrifugeersnelheid te halveren, maar niet minder dan 400 tpm. Geschikt voor zeer fijne weefsels. • Spoelstop Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te voorkomen. De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. SNEL/RAPIDE Druk op deze toets om de programmatijd te verminderen. Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte vervuiling of om wasgoed op te frissen. EXTRA SPOELEN/RINÇAGE PLUS Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan een wasprogramma. Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden waar het water erg zacht is. Het overeenkomende fase-indicatielampje op het bedieningspaneel gaat branden. STARTUITSTEL/DÉPART DIFFÉRÉ Met deze optie kunt u de start van een programma 9, 6 of 3 uur uitstellen. Als het programma afgerond is, zit er water in de trommel. De deur blijft vergrendeld. U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Zie om het water weg te pompen "Aan het einde van het programma". INSTELLINGEN SPOELEN + Met deze optie kunt u bij elk nieuw ingesteld programma automatisch een extra spoelbeurt instellen. • Voor het inschakelen/uitschakelen van deze optie, drukt u tegelijkertijd op Centrif./ Essorage en Snel/Rapide tot het indicatielampje aan/uit gaat. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Draai de waterkraan open. 3. Giet 2 liter water in het wasmiddeldoseerbakje voor de wasfase. Dit activeert het afvoersysteem. 4. Doe een klein beetje wasmiddel in het doseervakje voor de wasfase. 10 5. Stel het programma voor katoen in op de hoogste temperatuur zonder wasgoed en start het programma. Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en de kuip. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WASGOED IN DE MACHINE DOEN Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het stopcontact. 1. Trek aan de deurhendel om de deur van het apparaat te openen. 2. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in de trommel. 3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat plaatst. Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de "Programmatabel". 4. Sluit de vuldeur. WASMIDDELDOSEERBAKJES LET OP! Gebruik alleen wasmiddel voor wasmachines. Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen. 1 Wasmiddelvak voor de voorwasfase of het weekprogramma (indien beschikbaar). Voeg inweek- en voorwasmiddelen toe voordat u het programma start. 2 Wasmiddelbakje voor wasfase. Als u een vloeibaar wasmiddel gebruikt, dient u dit direct voor het starten van het programma te plaatsen. Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stijfsel). Plaats het product in het vakje voordat u het programma start. LET OP! Zorg ervoor dat er geen wasgoed tussen de deur blijft klemmen. Er kan waterlekkage of beschadigd wasgoed ontstaan. VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze niet meer verder kan. Het wassen van hele vette of olieachtige vlekken kan schade aan de rubberen delen van de wasmachine veroorzaken. WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN GEBRUIKEN 2 1 De stand A van de wasmiddelscheider is voor waspoeder. A 2 1. Meet het wasmiddel en wasverzachter af. 2. Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de compartimenten. 3. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig. 1 Voor het gebruik van vloeibaar wasmiddel/ toevoegingen of bleekmiddel: Verwijder de wasmiddelscheider uit de stand A. A 11 Steek de wasmiddelscheider op stand B. B B 2 1 De stand B van de wasmiddelscheider is voor waspoeder in het achterste vak en voor vloeibaar wasmiddel/toevoegingen of bleekmiddel in eht voorste vak. Gebruik van uitsluitend vloeibaar wasmiddel: Steek de wasmiddelscheider op stand C. C De stand C van de wasmiddelscheider is voor vloeibaar wasmiddel. C 2 EEN PROGRAMMA INSTELLEN 1. Draai de programmaschakelaar om het apparaat aan te zetten en het programma in te stellen: Het lampje van de toets Start/Pauze Départ/Pause knippert. 2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe. Als u een optie activeert, gaat het indicatielampje van de ingestelde optie branden. Als u iets incorrect instelt, begint het indicatielampje Start/Pauze Départ/ Pause rood te knipperen. EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER EEN UITGESTELDE START Druk op de knop Start/Pauze Départ/Pause. Het overeenkomstige indicatielampje stopt met knipperen. licht op en blijft aan. Het fase-indicatielampje Het programma start en de deur wordt vergrendeld. 1 Sluit voorzichtig het vaatwasmiddelbakje. 12 Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt: • Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen. • Vul met vloeibaar wasmiddel tot maximaal aan de rand van de wasmiddelscheider. • Stel de voorwasoptie niet in. • Stel de startuitstelfunctie niet in. Bij het begin van een wascyclus kan de afvoerpomp een tijdje werken. EEN PROGRAMMA STARTEN MET EEN UITGESTELDE START 1. Druk herhaaldelijk op de knop Startuitstel/ Départ différé om de gewenste uitsteltijd in te stellen. Het indicatielampje van de ingestelde uitsteltijd gaat branden. 2. Druk op de toets Start/Pauze Départ/Pause: • De deur blijft vergrendeld. • De machine begint de tijd af te tellen. • Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het wasprogramma automatisch gestart. U kunt de uitgestelde start annuleren of wijzigen voordat u op de toets Start/ Pauze Départ/Pause hebt gedrukt. Na het indrukken van knop Start/Pauze Départ/Pause kunt u de functie alleen nog maar annuleren. De uitgestelde start annuleren: a. Druk op toets Start/Pauze Départ/Pause om het apparaat in te stellen op pauze. Het overeenkomstige indicatielampje knippert. b. Druk eenmaal op de knop Startuitstel/ Départ différé; het indicatielampje van de ingestelde uitsteltijd gaat uit. Druk nogmaals op toets Start/Pauze Départ/Pause om het programma onmiddellijk te starten. EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE OPTIES WIJZIGEN U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze gaan werken. 1. Druk op de knop Start/Pauze Départ/Pause. Het indicatielampje knippert. 2. Wijzig de opties. 3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze Départ/ Pause. Het wasprogramma gaat verder. EEN ACTIEF PROGRAMMA ANNULEREN 1. Druk de programmaknop naar om het programma te annuleren en om het apparaat uit te schakelen. 2. Druk opnieuw op de programmatoets om het apparaat in te schakelen. U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen. Het apparaat voert het water af voordat u een nieuw programma start. Zorg er in dit geval voor dat het wasmiddel nog in het doseerbakje zit, zo niet vul het dan bij. DE DEUR OPENEN Als een programma of het startuitstel in werking is, is de deur van de wasmachine vergrendeld. LET OP! Als de temperatuur en het waterniveau in de trommel te hoog zijn en de trommel nog draait, kunt u de deur niet openen. Om de deur tijdens de eerste minuten van de cyclus te openen of wanneer de uitgestelde start in werking is: 1. Druk op Start/Pauze Départ/Pause om het apparaat te pauzeren. 2. Wacht een paar minuten totdat de deur ontgrendelt. 3. U kunt de deur openen. 4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk op de toets Start/Pauze Départ/Pause. Het programma (of de uitgestelde start) gaat verder. AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA. • Het apparaat stopt automatisch. • Het lampje van de knop Start/Pauze Départ/ Pause gaat uit. Het fase-indicatielampje op en blijft aan. licht • Draai de programmaknop op om het apparaat uit te schakelen. • Na een paar minuten kunt u de deur openen. • Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor dat de trommel leeg is. • Draai de waterkraan dicht. • Laat de deur iets open staan om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. Het wasprogramma is voltooid, maar er staat water in de trommel: • De trommel draait regelmatig om kreukvorming van het wasgoed te voorkomen. • • Het lampje blijft branden. Het indicatielampje Start/Pauze Départ/Pause knippert om u eraan te herinneren het water af te voeren. • U moet het water afvoeren om de deur te kunnen openen. Het water afvoeren: 1. Stel een pomp- (Pompen/Vidange) of een centrifugeerprogramma (Centrifugeren/ Essorage) in. 2. Druk op de knop Start/Pauze Départ/Pause. Het apparaat voert het water af en centrifugeert. 3. Als het programma is voltooid: • Het indicatielampje Start/Pauze Départ/ Pause gaat uit en het fase-indicatorlampje • gaat aan. Na een aantal minuten ontgrendelt de deur; u kunt de deur nu openen. 4. Draai de programmaknop op apparaat uit te schakelen. om het STAND-BY Enkele minuten na het einde van het wasprogramma wordt de energiezuinige modus geactiveerd, wanneer u het apparaat niet uitschakelt. Hierdoor wordt het energieverbruik 13 beperkt wanneer het apparaat in de standby-stand staat: • De helderheid van de indicatielampjes vermindert. • Het indicatielampje van de toets Start/Pauze Départ/Pause knippert langzaam. Druk op een van de knoppen om de energiezuinige modus te deactiveren. AANWIJZINGEN EN TIPS VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL DOET • Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch, fijne was en wol. • Volg de wasinstructies die u op de waslabels van het wasgoed vindt. • Was witte en bonte artikelen niet samen. • Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen. We raden daarom aan om dit soort kleding de eerste keer dan ook apart te wassen. • Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Rol riemen op. • Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen open. • Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met geverfde opdrukken binnenstebuiten. • Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal wasmiddel. • Zwaar bevuilde was met vlekken moet gewassen en voorbehandeld worden voordat het in de trommel wordt gedaan • Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de haken of stop de gordijnen in een waszak of kussensloop. • Was geen wasgoed zonder zomen of met scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen, panty's, etc.). • Een zeer kleine lading kan problemen veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen in de trommel en de centrifugefase opnieuw starten. HARDNEKKIGE VLEKKEN Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet voldoende. We raden u aan om deze vlekken te behandelen voordat u deze artikelen in de machine stopt. Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar. Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die geschikt is voor het type vlek en stof. 14 WASMIDDELEN EN NABEHANDELINGSMIDDELEN • Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor gebruik in een wasautomaat: – waspoeder voor alle soorten weefsels, – waspoeder voor delicate stoffen (40 °C max) en wol, – vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60 °C max.) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol. • Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel met elkaar. • Gebruik niet meer dan de benodigde hoeveelheid wasmiddel om het milieu te beschermen. • Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van deze producten. • Gebruik de juiste producten voor het type en de kleur stof, de programmatemperatuur en de mate van vervuiling. • Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje heeft met klepje, voeg dan het vloeibare wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd bij het wasmiddel). MILIEUTIPS • Stel een programma in zonder de voorwasfase om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen. • Start een wasprogramma altijd met de maximum toegestane hoeveelheid wasgoed. • Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar als u een programma met een lage temperatuur instelt. • Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te gebruiken. Zie "Waterhardheid". WATERHARDHEID Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterverzachter voor wasautomaten aan. In gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het gebruik van een waterverzachter niet nodig. Neem contact op met het plaatselijke waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw gebied. Gebruik de juiste hoeveelheid van de waterverzachter. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. BUITENKANT REINIGEN Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog. LET OP! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of chemische producten. ONDERHOUDSWASBEURT Bij programma's met lage temperaturen is het mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt uit. Ga als volgt te werk: • Haal al het wasgoed uit de trommel. • Kies het katoenprogramma met de hoogste temperatuur met een kleine hoeveelheid wasmiddel. DEURRUBBER Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder voorwerpen uit de binnenkant. ONTKALKEN Als de waterhardheid in uw gebied hoog of gemiddeld is, raden we u het gebruik van waterontharder voor wasautomaten aan. Controleer de trommel regelmatig om kalk en roestdeeltjes te voorkomen. Gebruik alleen speciale producten voor wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe dit apart van het wassen van wasgoed. Volg altijd de instructies die u vindt op de verpakking van het product. HET WASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN 1 2 5 6 3 4 15 HET AFVOERFILTER SCHOONMAKEN 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 9 10 2 1 HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN 1 1 2 3 4 2 45° 3 20° NOODAFVOER Het apparaat kan geen water afvoeren door een storing. Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot (10) uit van "Het afvoerfilter reinigen". Maak de pomp zo nodig schoon. Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, dient u het afvoersysteem opnieuw te activeren: 1. Als u het water afvoert met de noodafvoerprocedure, dient u het afvoersysteem opnieuw te activeren: Giet 2 liter water in het wasvak van de wasmiddellade. 16 2. Start het programma om water af te voeren VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het resterende water uit de afvoerslang en de afvoerpomp te verwijderen. 1. Trek de stekker uit het stopcontact. 2. Draai de waterkraan dicht. 3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang in een bak en laat het water uit de slang stromen. 4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de noodafvoerprocedure. 5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de toevoerslang opnieuw. WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat de temperatuur hoger is dan 0°C voordat u het apparaat opnieuw gebruikt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die door lage temperaturen is veroorzaakt. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. INTRODUCTIE Het apparaat start niet of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel). Neem indien dit niet lukt contact op met de Servicedienst. Voor sommige problemen zal een geluidsignaal worden weergegeven. Het rode indicatielampje van de knop Start/Pauze Départ/Pause knippert en één van de fase-indicatielampjes gaat branden en vermeld een alarmcode: • • • • - Het apparaat wordt niet goed gevuld met water. - Het apparaat pompt geen water weg. - De deur is open of niet goed gesloten. Controleer de deur! Het indicatielampje van knop Start/Pauze Départ/Pause knippert 11 keer rood en 1 (of 2 of 3) keer groen: de stroomtoevoer is onstabiel. Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is en het apparaat zal automatisch in werking treden. WAARSCHUWING! Schakel het apparaat uit voordat u controles uitvoert. MOGELIJKE STORINGEN Probleem Het programma start niet. Mogelijke oplossing • • • • • • Het apparaat wordt niet goed met water gevuld. • • • Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcontact. Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is. Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekeringenkastje is. Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt. Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op het einde van de aftelprocedure. Schakel het kinderslot uit (indien beschikbaar). Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is. Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidingsbedrijf. Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is. 17 Probleem Het water niet wordt afgepompt uit de machine. Mogelijke oplossing • • • • • • Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is. Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft. Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is. Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reiniging'. Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De slang kan te laag hangen. Kies het aftapprogramma als u een programma zonder afpompfase kiest. Kies het afpompprogramma als u een programma kiest dat eindigt met water in de trommel. De centrifugeerfase werkt niet of de wascyclus duurt langer dan normaal. • • Kies het centrifugeerprogramma. Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door evenwichtsproblemen. Er is water op de vloer. • Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is. Verzeker u ervan dat de aftapslang niet beschadigd is. Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid gebruikt. • • U kunt de klep van de machine niet openen. • • Controleer of het wasprogramma is voltooid. Kies het afpomp- of centrifugeerprogramma als er water in de trommel is. Het apparaat maakt een abnormaal geluid. • Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Zie onder 'Installatie'. Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn. Zie onder 'Installatie'. Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn. • • De wasresultaten laten te wensen over. U kunt geen optie instellen. • • • • Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel. Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige vlekken voordat u het wasgoed wast. Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft. Verminder de wasgoedbelading. • Zorg dat u alleen op de gewenste knop(pen) drukt. Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking. Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum. Als het apparaat andere alarmcode toont (het indicatielampje van toets knippert rood). Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum. 18 SERVICE Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u met de servicedienst contact opneemt. U vindt deze op het classificatieplaatje: model, productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No., Ser. No.) TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Breedte / Hoogte/ Diepte/ Totale diepte 595 mm / 850 mm / 450 mm / 490 mm Aansluiting op het elektriciteitsnet Spanning Totaal vermogen Zekering Frequentie 230 V 2200 W 10 A 50 Hz Niveau van bescherming tegen het binnendringen van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd door het beschermdeksel, behalve wanneer de laagspanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht heeft IPX4 Druk watertoevoer 0,5 bar (0,05 MPa) 8 bar (0.8 MPa) Minimum Maximum Koud water Watertoeover 1) Toelaatbare maximum belading Katoen Energiebesparingsklasse Centrifugeersnelheid 6 kg A+++ Maximum 1200 tpm 1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente. 19
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Zanussi ZWS6120BW Handleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Handleiding