I
IU
I
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
PAGINA
33
I
I
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
PAGINA
34
I
ONTDOOIEN VAN HET VRIESVAK
PAGINA
36
1
REINIGING EN ONDERHOUD
Het door u aangeschafte product is een koel/
vriescombinatie, die uitsluitend voor
huishoudelijk gebruik is bestemd.
Het
vriesvak
-
is uitstekend geschikt
voor het invriezen van vers en gekookt voedsel,
het maken van ijsblokjes en het bewaren van
diepvriesproducten en ingevroren
levensmiddelen;
het vriesvak moet handmatig
worden ontdooid.
In
hetkoelvak,
dat uitgerust
is
met een
automatisch ontdooisysteem,
kunnen verse levensmiddelen en dranken
worden bewaard.
Voor een optimaal gebruik van
uw
apparaat
is het raadzaam de gebruiksaanwijzing,
waarin
u
een beschrijving van het apparaat
en nuttige wenken voor het bewaren van
voedsel aantreft, aandachtig door te lezen en
te bewaren.
Bewaar
dit
boekje voor toekomstige
raadpleging.
1.
Controleer na het uitpakken van
het
apparaat
of het niet beschadigd
is
en de deuren goed
sluiten.
Uw
leverancier dien! binnen 24 uur
van eventuele schade
op
de hoogte te
worden gesteld.
2.
tiet is raadzaam minstens twee uur te
wachten alvorens het apparaat in werking
te stellen, om het koelcircuit perfect te
kunnen laten functioneren.
3.
Zorg elvmr dat de installatie en de
elektrische aansluiting door een
gekwalificeerd technicus worden verricht
Overeenkomstig de aanwijzingen van de
fabrikant en de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
1.
Verpakking
&
Het verpakkingsmateriaal
is
100%
recyclebaar
en draagt het recyclingssymbool.
Voor de verwerking dienen de plaatselijke
voorschriften te worden nageleefd.
Het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
stukken polystyreen, enz.) moet buiten het
bereik van kinderen worden gehouden,
aangezien het gevaar kan opleveren.
2.
Product
Het apparaat
is
vervaardigd van materiaal dat
kan worden gerecycled. Wanneer u het afdankt,
moeten de plaatselijke voorschriften voor
afvalverwerking worden opgevolgd.
Maak het apparaat onbruikbaar door de
elektrische voedingskabel door te snijden. Laat
het apparaat niet in het milieu achter, maar breng
het naar een speciaal verzamelcentrum voor
terugwinning van koelgassen.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK (het koelcircuit
bevat R134a) of HFC
(het koelcircuit bevat R600a
-
isobuthaan). Voor
nadere details zie het serienummerplaatje op het
apparaat.
Gebruik het
koelvak
uitsluitend voor het Zorg ervoor dat de koelkast na de installatie
bewaren van verse levensmiddelen en het niet op de voedingskabel staat.
vriesvak
uitsluitend voor het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van verse
Conformiteitsverklarng
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. Dit apparaat
is
geschikt voor aanraking met
Let erop dat de ventilatie-openingen van het
voedingsmiddelen en is in overeenstemming
apparaat niet worden afgedekt of verstopt
met het D.t.
108
van
25.01.1992
(Europese
raken.
Richtlijn
89/109/EEG).
deze kunnen ontploffen.
C€
Zet geen vloeistof
in
het gtas
in
het
vriesvak;
Eet geen ijsblokjes of waferijsjes die net uit
het vriesvak komen, aangezien deze zo koud
zijn dat ze brandwonden kunnen
veroorzaken.
Om
het risico van verstikking ert opsluiting in
de koelkast te vermijden, mag het kinderen
niet worden toegestaan
in
het apparaat te
spelen
of
zich hierin fe verstoppen.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de
vrieselementen niet in.
Voor het uitvoeren van reinighgs- of
onderhoudswerkzaamheden moet u de
stekker uit het stopcontact trekken of de
stroom uitschakelen.
vervangen door iemand die daartoe
geautoriseerd
is.
De voedingskabel mag uitsluitend worden
Dit product is ontwikkeld, gefabriceerd en op
de markt gebracht in overeenstemming met:
de veiligheidsvereisten van de
de
beschermingsvoorschriften
van de
"
"Laagspanningsrichtlijn"
73/23/EEG;
Richtlijn
"EMC 89/336/EEG,
gewijzigd door
de Richtlijn
93/68/EEG;
Informatie
voor apparaten
met
isobuthaan (R600a)
lsobuthaan
is
een natuurlijk gas dat geen invloed
heeft op het milieu, maarwel ontvlambaar is. Het
is
derhalve noodzakelijk te controleren of de
leidingen van het koetcircuit niet beschadigd zijn.
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Dit apparaat beschikt over twee motoren,
waardoor het koelvak en het vriesvak
volledig onafhankelijk van elkaar bediend en
ingesteld kunnen worden.
Het
koelvak wordt geheel automatisch
ontdooid.
De koelkast kart functioneren bij
omgevingstemperaturen tussen
+looc
en
+38"C.
Optimale prestaties worden verkregen bij
temperaturen tussen
+16"C
en
+32"C.
Ingebruikneming
van
het
apparaat
Druk op de startknop van het koelvak
(1).
Bij het openen van de deur gaat het lampje
in
het apparaat branden.
Een geluidssignaal waarschuwt wanneer de
deur langer dan één minuut open blijft;
wanneer
u
de deur weer
sluit,
wordt dit
signaal uitgeschakeld.
Het groene lampje
(2)
gaat branden om aan
te geven dat het koelvak functioneert.
tet op:
Het
is
niet nodig de draaiknop van de
thermostaat in
te
stellen
ot
de temperatuur
van
het
vak in te stellen met de drukknop
(elektronische uitvoeringen), aangezien deze
al
in
de fabriek vuoringesteld is
(+5T
voor
etektronische uitvoeringen),
om
te
garanderen dat de bewaartemperatuur
geschikt is voorverse levensmiddelen bij een
omgevingstemperatuur tussen
+20T
en
+25"C.
Na de ingebruikneming duurt het ongeveer
30
minuten voordat de geschikte
bewaartemperatuur voor een normale
belading van het koelvak wordt bereikt.
GEBRUIK VAN HET KOELVAK
Volg voor het bijstellen van de
nog warm zijn.
het product-informatieblad op.
Het bewaren van groente met een hoog
Onderbreken van de werking van het lade veroorzaken:
dit
beïnvloedt het correct
koelvak: functioneren van het apparaat niet.
Druk opnieuw op de startknop van het koelvak
(1).
Bewaren van levensmiddelen in het
koelvak
Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding.
A
Gekookte levensmiddelen
B Vis, vlees
C
Groente en fruit
D Flessen
E Boter
F Zuivelproducten
Opmerkingen:
De afstand tussen de schappen en de
binnentemperatuur de aanwijzingen van Bewaar vloeistoffen in gesloten houders.
watergehalte kan condensvoming in de onderste
binnenwand achter van de koelkast staat een
vrije luchtcirculatie toe.
achterwand van het koelvak.
Zet de levensmiddelen niet tegen de
Zet geen levensmiddelen in de vakken die
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Druk op de startknop van het vriesvak
(4).
Na de ingebruikneming duurt het ongeveer
1.
Het
groene lampje
(5)
gaat branden om aan
drie uur voordat de geschikte temperaturen
te geven dat het vriesvak functioneert. Bij de voor het bewaren van diepgevroren
elektronische uitvoeringen knippert het groene levensmiddelen worden bereikt.
lampje totdat de ingestelde temperatuur
bereikt is, daarna brandt het ononderbroken.
2.
Een geluidssignaal klinkt (uitzetten met de
drukknop
(IO)).
3. Het
rode lampje
blijft branden
(ongeveer één uur), totdat de kritische
alarmtemperatuur bereikt is.
Het rode lampje gaat branden wanneer:
Het apparaat voor de eerste keer
op
het
elektriciteitsnet wordt aangesloten.
De deur van de vriezer lange tijd open is
gebleven.
Ereen hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen
is geladen, die groter is dan de hoeveelheid die
op het serienummerplaatje is aangegeven.
geschikt is.
De temperatuur van het vriesvak niet
Let op:
Het is niet nodig de draaiknop van de
thermostaat in te stellen of de temperatuur van
het vak in te stellen met de drukknop
(elektronische uitvoeringen), aangezien deze
al in de fabriek vooringesteld is
(-1
8°C
voor de
elektronische uitvoeringen), om te zorgen dat
de bewaartemperatuur in het vriesvak
geschikt blijftvoor ingevroren levensmiddelen,
bij een omgevingstemperatuur tussen
+20"C
en
+25"C.
Volg voor het bijstellen van de
binnentemperatuur de aanwijzingen van
het product-informatieblad op.
Onderbreken van de werking van het
vriesvak:
Druk opnieuw op de startknop
(4).
Invriezen van verse levensmiddelen
In het vriesvak
B
kunnen
levensmiddelen
worden
ingevroren.
De hoeveelheid verse levensmiddelen die in
24
uur kan worden ingevroren, bij een
omgevingstemperatuur van
+25"C,
is
aangegeven op het serienummerplaatje.
GEBRUIK VAN HET.VRIESVAK
Ga als volgt te werk:
1.
Druk, 24 uur voordat u de verse
levensmiddelen gaat invriezen, op de
snelvriesknop
(7)
(ongeveer 2” voor de
elektronische uitvoeringen). Het
gele lampje
(8)
gaat branden en blijft gedurende de hele
periode (24h) branden.
aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic
verpakking, polyethyleen bakjes met deksel,
diepvriesbakken.
3.
Plaats de levensmiddelen in het bovenste
vak en laat voldoende plaats rondom de
pakjes, zodat de lucht kan circuleren. Om het
invriezen te versnellen en de capaciteit van
het vak te vergroten, kan de bovenste lade
verwijderd worden. Plaats de
levensmiddelen direct op het koelrooster.
Voor een doeltreffendere vriesfunctie is het
raadzaam de snelvriesfunctie ook de
daaropvolgende 24 uur te laten werken door
nogmaals op de knop
(7)
te drukken, wanneer
het gele lampje
(8)
uitgaat.
4.
Druk, als het invriezen voltooid is, opnieuw
op de snelvriesknop
(7)
om de functie uit te
schakelen.
2.
Wikkel en verzegel het levensmiddel in:
Uitsluitend bij de elektronische uitvoeringen:
De snelvriesfunctie schakelt zichzelf na 24 uur
uit (gele lampje (8) uit).
Opmerking:
Het vriesvak behoudt bij stroomuitval gedurende
ongeveer
16
uur de temperatuur voor het
bewaren van levensmiddelen.
Bij de modellen met een
of
meer
koudeaccu’s kan deze temperatuur
gedurende ongeveer 25/30 uur in stand
worden gehouden.
Open tijdens stroomuitval niet de deur van
het vriesvak.
Belangrijk:
In de tabel hiernaast kunt u zien hoeveel
maanden verse ingevroren levensmiddelen
kunnen worden bewaard.
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet
u op de volgende punten letten:
De verpakking of het pak moet onbeschadigd
zijn, omdat het product anders kan bederven.
Als
een pakje bol staat of als er vochtplekken
op zitten, is het niet onder optimale
omstandigheden bewaard en kan het al
gedeeltelijk zijn ontdooid.
De diepvriesproducten dienen als laatste te
worden gekocht en in isolerende tassen te
worden vervoerd.
Zet de diepvriesproducten bij thuiskomst
meteen in het vriesvak.
De gedeeltelijk ontdooide
diepvriesproducten mogen niet opnieuw
worden ingevroren, maar moeten binnen 24
uur worden geconsumeerd.
MAANDEN LEVENSMIDDELEN
2-3
4-6
6-8
90
10-12
Q
6
q
Variaties in temperatuur moeten vermeden
worden of tot een minimum worden beperkt.
De uiterste houdbaarheidsdatum op de
verpakking moet worden gerespecteerd.
De instructies op de verpakking voor het
conserveren van diepvriesproducten dienen
altijd te worden opgevolgd.
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK
Maken van ijsblokjes
Vul het ijsbakje voor
314
met water en zet het
op de bodem van het vriesvak. Voor het
versnellen van de ijsblokjesvorming is het
raadzaam het ijsbakje op de bodem van de
eerste lade te zetten (zie afbeelding) en niet
op het blad dat de koudeaccu’s draagt
(indien bijgeleverd).
Gebruik, indien het ijsbakje aan de bodem
van het vriesvak is vastgevroren, geen
puntige
of
scherpe voorwerpen om het
los
te
maken.
ONTDOOIEN VAN HET VRIESVAK
Wij raden
u
aan het vriesvak een
of
twee maal
12.
Druk, voordat u de levensmiddelen weer in
per jaar te ontdooien,
of
wanneer de het vriesvak plaatst, opnieuw op de
ijsvorming op de wanden drie centimeter
dik
snelvriesknop
(7)
(ongeveer
2
voor
is geworden. Het
is
raadzaam het vriesvak te
elektronische uitvoeringen). Het gele lampje
ontdooien wanneer
u
weinig voorraad heeft.
(8)
gaat branden.
1.
Druk,
24
uur voordat
U
gaat ontdooien,
OP
de Opmerking: door de temperatuurtoename
snelvriesknop
(7)
(ongeveer
2”
voor de tijdens het ontdooien kan de bewaarperiode van
elektronische uitvoeringen).
Het gele lampje
(8)
gaat branden.
De levensmiddelen worden maximaal gekoeld.
2.
Open de deur en haal alle levensmiddelen uit
het vriesvak; wikkel ze strak tegen elkaar in
kranten en zet ze op een koele plek of in een
isolerende tas.
3.
Koppel het apparaat van het elektriciteitsnet.
4.
Verwijder de bakjes voor ijsblokjes.
5.
Verwijder de laden.
6.
Trek het afvoerkanaal voor dooiwater uit het
onderste deel van het vriesvak.
7.
Laat de deur van het vriesvak open.
Zet de onderste lade, met een gat in het
achterste deel, onder het kanaal om het
dooiwater op te vangen.
de ingevroren levensmiddelen verkort worden.
Opmerking: gebruik, om onherstelbare
schade aan het vriesvak te voorkomen, geen
puntige
of
scherpe metalen voorwerpen om
het ijs te verwijderen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig. Eventuele schade
die door deze voorwerpen veroorzaakt wordt,
valt niet onder de garantie.
8.
Reinig het vriesvak met een vochtige spons
met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel. Gebruik geen
schuurmiddelen.
9.
Spoel goed en droog zorgvuldig af.
10.
Sluit het apparaat weer aan op het
11.
Zet het afvoerkanaal weer in de betreffende
elektriciteitsnet.
behuizing en zet de laden weer terug.
REINIGING
EN
ONDERHOUD-
Koppel, voordat u reinigingswerkzaamheden
uitvoert, het apparaat van het elektriciteitsnet.
Reinig de binnenkant van het vriesvak tijdens het
ontdooien.
Reinig het koelvak geregeld met een vochtige
spons met lauw water enlof een neutraal
schoonmaakmiddel. Spoel en droog met een
zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinig de buitenkant met een zachte, met water
bevochtigde doek. Gebruik geen schuurpasta's
of
schuursponsjes, vlekkenmiddelen (bv. aceton,
trichloorethyleen),
of
azijn.
Enkele modellen hebben een afvoergat. Reinig de
binnenkant van het gat regelmatig met behulp van
het bijgeleverde gereedschap,
om
een constante
en correcte afvoer van het dooiwater zeker te
stellen.
Reinig geregeld de condensator (radiator), aan
de achterkant van het apparaat, en de basis
met een stofzuiger
of
een borstel.
Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid.
Bij
langdurige afwezigheid
l.
Maak het koelvak en het vriesvak leeg.
2.
Koppel
het product van het elektriciteitsnet.
3.
Ontdooi het vriesvak, reinig
en
droog beide
4.
Laat
de deuren open
om
te voorkomen dat er
vakken.
onaangename geuren ontstaan.
1.
Het apparaat werkt niet.
Is
de stroom uitgevallen?
Zit de stekker wel goed in het stopcontact?
Is
de tweepolige netschakelaar wel
Is
de zekering doorgebrand?
Is
de voedingskabel beschadigd?
Staat de thermostaat misschien op de
Zijn de knoppen
1
en
4
ingedrukt?
ingeschakeld?
stand
0
(Stop)?
2.
De temperatuur in de vakken is niet koud
genoeg.
Sluiten de deuren wel goed?
Staat het apparaat dicht bij een
Staat de thermostaat op de goede stand?
Wordt de luchtcirculatie door de
ventilatieroosters gehinderd?
Is de condensator schoon?
warmtebron?
3.
De temperatuur in het koelvak is te laag.
Staat de thermostaat wel op de goede
stand?
4.
Er staat water op de bodem van het
koelvak.
Is de afvoer van het dooiwater misschien
Staat de thermostaat wel op de goede
verstopt?
stand?
5.
Het apparaat maakt erg veel lawaai.
Staat het apparaat tegen andere meubels
Raken de buizen aan de achterkant elkaar
of voorwerpen aan?
of trillen ze?
6.
De binnenverlichting functioneert niet.
Controleer eerst de aanwijzingen onder punt
1,
en vervolgens:
Koppel het apparaat van het
elektriciteitsnet.
Verwijder het lampenkapje.
Controleer het lampje, en zo nodig vervang
het, door een nieuw exemplaar
(max.
15
W).
N.B.:
voor dit product wordt een speciaal
lampje gebruikt; om het te vervangen,
niet
losschroeven maar
naar de binnenkant van
het apparaat trekken.
7.
Het rode lampje blijft branden
Zie hoofdstuk: ”Gebruik van het vriesvak”.
Opmerkingen:
Als
de voorste rand van de koelkast warm
is, is er geen sprake van een defect; dit is
een normaal verschijnsel, het voorkomt
condensvorming.
Het koelcircuit kan vreemde geluiden
voortbrengen, zoals gorgelende of
expansiegeluiden; deze zijn normaal.
Voordat u de Klantenservice inschakelt:
1.
Ga na of u de storingen niet zelf kunt
verhelpen (zie “Storingen opsporen”).
2.
Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen.
Is
dit
niet het geval, schakel
het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de
handeling een uur later.
3.
Als
dit ook niet helpt, wend u dan
tot
onze
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing
het model
het servicenummer (dat is vermeld onder
het woord SERVICE op het
serienummerplaatje dat zich aan de
binnenkant van het apparaat bevindt).
uw volledige adres
uw telefoonnummer
Opmerking:
Het omkeren van de deuren van het apparaat
door onze Klantenservice wordt niet
beschouwd als een ingreep die onder de
garantie valt.
Installeer het apparaat niet in de buurt van
Zet het apparaat op een droge en goed
Zorg ervoor dat het apparaat horizontaal
een warmtebron.
geventileerde plaats.
staat. Stel, indien nodig, de pootjes aan de
voorzijde bij.
Laat boven het apparaat tenminste vijf cm
vrije ruimte.
Enkele modellen beschikken over
uitstekende zijwanden, waardoor het
apparaat tegen een achterwand aan kan
worden gezet.
Is
dat niet het geval, monteer
dan de afstandselementen (indien
bijgeleverd) op het bovenste gedeelte van de
condensator, aan de achterkant van het
apparaat. Bij de modellen zonder zijwanden
moet de afstand tussen apparaat en muur
tenminste
4,5
cm bedragen.
“Reiniging en onderhoud”).
Reinig de binnenkant (zie het hoofdstuk
Breng de bijgeleverde accessoires aan.
Elektrische
aansluiting
De elektrische aansluitingen moeten
overeenkomstig de plaatselijke voorschriften
worden uitgevoerd.
serienummerplaatje overeenkomt met de
spanning van het elektriciteitsnet in uw woning.
De aarding van het apparaat
is
wettelijk
verplicht.
De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel
aan personen, dieren
of
voor schade aan
voorwerpen, die veroorzaakt is door het
niet in acht nemen van deze
voorschriften.
hetzelfde type zijn, moet u de stekker laten
vervangen door een gekwalificeerd
technicus.
Gebruik geen adapters, meervoudige
stopcontacten of verlengsnoeren.
Controleer
of
de spanning op het
Als
de stekker en het stopcontact niet van
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
