weer te monteren dezelfde operaties omgekeerd uitvoeren.
Wandbevestiging met klampen : De nodige gaten in de wand doorboren aan de hand van de mal. De klampen in
de muur vastmaken met de bijgeleverde pinnen en schroeven (Fig. 5). Alvorens de kap te hangen zorg ervoor dat de
bevestigingsschroeven van de klampen los zijn (Fig. 5A)om de kap te kunnen hangen. Daarna de kap vastmaken met
behulp van de rechthoekige gleuven in de achterplaat van het apparaat (Fig. 5). Daar de gleuven groter zijn dan de klampen
kan het apparaat horizontaal worden geregeld door het naar links of rechts te bewegen om het in één lijn te brengen met
het meubilair. He apparaat kan in hoogte worden geregeld met behulp van de klampschroeven. (Fig. 5B). Daarna alles
vastdraaien met de 5A schroeven en de 5C veiligheidsschroeven.
Bevestiging met achterplaat : De metalen achterplaat tegen de muur plaatsen in het bovenste deel van de kookplaat
(Fig. 6). De benedenrand van de achterplaat achter de kookplaat drukken en de bovenrand aan de muur aanhaken langs
de twee gaten in het paneel door de schroeven en pinnen in te voegen (Fig. 6A). Het bevestigen van het apparaat op de
achterplaat gebeurt op dezelfde manier als voor de wandbevestiging, door de klampen van de dampkap en de bijgeleverde
pinnen en schroeven te gebruiken (Fig. 6B).
Bevestiging van de decoratieve schoorsteen : Belangrijke voorwaarden voor de montage: – een elektrische
aansluiting binnen de decoratieve pijp voorzien. – een gat voorzien voor de buitenafvoer met de afzuig-versie of met een
externe motor versie.
Om optimale prestaties te verkrijgen, in de afzuig-versie met uitwendige motor, wordt een buis voor de lucht-afvoer
gebruikt met de volgende kenmerken: – zo kort mogelijk van lengte. – zo min mogelijk bochten (de maximale hoek van
de bocht: 90°). – materiaal volgens de toegestaande voorschriften (afhankelijk van de staat).
Vervolgens wordt aanbevolen grote verschillen in doorsnede van verschillende buis delen te vermijden (aanbevolen
doorsnede: 150 mm).
Met behulp van de bijgeleverde pinnen en schroeven de bovenklamp van de houder van de decoratieve pijp in het
plafond en/of in de wand vastmaken in één lijn met de dampkap (Fig. 7). De schoorsteenspijpen voorbereiden zonder te
vergeten dat hun positie met die van Fig. 8 moet overeen zijn. Voor de recirculatieversie moeten de luchtafvoertralies naar
boven komen. Voor de externeafvoerversie de buis van de bovenschoorsteen omdraaien om de luchtafvoertralies naar
beneden te brengen.
Externe-afvoerversie en versie met externe motor: De hoogte van de schoorsteen regelen en vastmaken (Fig. 8). De flens
van de dampkap met het afvoergat in de muur/het plafond verbinden met behulp van een geschikte buis.
Alleen voor de versie met externe motor (Fig. 9): de elektriche aansluiting realiseren tussen de externe motor en de
dampkap met behulp van de voorzien aansluitingspanelen: het A onderdeel en het B deksel van de aansluitingsdoos
verwijderen. De aansluitingskabel van de motor vastmaken aan het C aansluitingsspaneel. Het A onderdeel en het B
deksel weer monteren. Het andere einde van de kabel moet aan het aansluitingsspaneel van de externe motor worden
vastgemaakt.
De elektrische aansluiting van de dampkap met behulp van de netaansluitingskabel uitvoeren. De decoratieve pijp
monteren en vastmaken (top en bodem) door de A en B gaten (Fig. 10).
Recirculatieversie : De nippel (Fig. 11) aan de decoratieve bovenpijp vastmaken met de bijgeleverde schroeven. De
flexibele buis met de nippel verbinden. De decoratieve pijp aan de flens in het plafond vastmaken met B schroeven (Fig.10).
De decoratieve benedenpijp even naar omhoog brengen om de afvoerbuis aan de flens van de kap te verbinden. De
elektrische aansluiting van de dampkap uitvoeren met behulp van de netaan-sluitingskabel. De decoratieve pijp naar
beneden brengen en ze vastmaken aan de flenshouder met de A schroeven (Fig. 10).
WERKING
Volgens de modellen is het toestel met de volgende bedieningen uitgerust:
Bedieningen van Fig. 12: A = verlichtingsschakelaar. B = aan/uitschakelaar van de motor: eerste snelheid. C = 2de
snelheidsschakekaar. D = 3de snelheidsschakelaar. E = verklikkerlichtje:aanduiding van de werking van de motor.
Bedieningen van Fig. 13: A = schakelaar: VERLICHTING; positie 0: licht is uit; positie 1: licht is aan. B = schakelaar:
SNELHEID VAN DE MOTOR; regelt de werkingssnelheid van de motor. C = schakekaar: MOTOR; positie 0: motor is uit;
positie 1: motor is aan. D = verklikkerlichtje:aanduiding van de werking van de motor.
Zorg vooral voor de anti-vetfilters en was die regelmatig (tenminste om de twee maanden). Reinig de filters met een
neutraal afwasmiddel.
Met de recirculatieversie moeten de koolstoffilters worden vervangen. Dit hangt af van het gebruik (Fig. 14) maar
tenminste om de 6 maanden. Om de filters te verwijderen die doen omdraaien en ze weer aanhaken door ze te doen
omdraaien in de omgkeerde richting.
Verlichting : Om een verlichtingslamp te vervangen moet het deksel verwijderd worden door de schroef los te draaien
(Fig. 15). Een zelfde lampmodel gebruiken.
Om de vierhoekige halogeenlampen te vervangen open het luik (Fig. 16) en maak de peer los zonder
die met de hand te raken. Door een peer met dezelfde kenmerken vervangen.