Smeg SI2M7953DW Handleiding

Type
Handleiding
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 4
Montage 6
Beschrijving van het product 9
Dagelijks gebruik 11
Aanwijzingen en tips 14
Onderhoud en reiniging 16
Probleemoplossing 17
Technische gegevens 19
Energiezuinigheid 20
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met
zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt
te worden gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht
staan.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
2
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Algemene veiligheid
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een fornuis met
vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
Probeer NOOIT om een brand te blussen met water.
Schakel het apparaat uit en bedek dan de vlam, bv. met
een deksel of een vuurdeken.
LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend bewaakt worden.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom
is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de
zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem in
beide gevallen contact op met de erkende servicedienst.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
3
of door de fabrikant van het apparaat in de
gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of schade aan het
apparaat.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Elk apparaat heeft koelventilatoren op
de bodem.
Als het apparaat gemonteerd wordt
boven een lade:
Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen
worden, omdat ze de
koelventilatoren kunnen
beschadigen of het koelsysteem
kunnen belemmeren.
Houd een minimumafstand van 2
cm tussen de bodem van het
apparaat en de zaken die u in de
lade bewaart.
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit.
4
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met onze service-
afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
Vertrouw niet alleen op de pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de inductiekookzones
als het apparaat in werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan het
spatten.
WAARSCHUWING! Risico op
brand en explosie
Wanneer ze verwarmd worden, kunnen
vetten en oliën ontvlambare dampen
afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie
als u hiermee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
5
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek.
Til deze voorwerpen altijd op als u ze
moet verplaatsen op het
kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Trek voor onderhoudswerkzaamheden
de stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom om
het apparaat te reinigen.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u
de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
Aansluitkabel
Bij de kookplaat wordt een
aansluitkabel meegeleverd.
Voor het vervangen van een
beschadigde voedingskabel, gebruikt u
het kabeltype: H05V2V2-F dat een
temperatuur van 90 °C of hoger
weerstaat. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
De afdichting bevestigen -
Installatie aan bovenkant
1. Reinig het werkblad rond de plek waar
het gat moet worden uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip
van 2 x 6 mm tegen de onderrand van
de kookplaat langs de buitenrand van
de keramische plaat. Rek de
afdichtstrip niet uit. Zorg dat de
uiteinden van de afdichtstrip zich in het
midden van een van de zijden van de
kookplaat bevinden.
3. Tel een paar millimeter bij de af te
knippen lengte van de afdichtstrip.
6
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
De afdichting bevestigen -
Geïntegreerde installatie
1. Reinig de sponningen in het
keukenwerkblad.
2. Knip de meegeleverde afdichtstrip van
3 x 10 mm in 4 stukken. De strippen
moeten dezelfde lengte hebben als de
sponningen.
3. Snij de uiteinden van de strippen in
een hoek van 45°. Ze moeten
nauwkeurig in de hoeken van de
sponningen passen.
4. Bevestig de strippen op de
sponningen. Rek de strippen niet uit.
Plak de uiteinden van de strippen niet
over elkaar heen.
Dicht na plaatsing van de kookplaat de
kier tussen het werkblad en het
glaskeramiek met siliconenkit. Zorg ervoor
dat de siliconenkit niet onder het
glaskeramiek komt.
In elkaar zetten
min.
50mm
min.
500mm
min. 60mm
Als het apparaat boven een
lade wordt gemonteerd, kan de
kookplaatventilatie tijdens het
kookproces zorgen voor
opwarming van items die zich
in de lade bevinden. U kunt
een afscheidingspaneel
installeren, maar dit is niet
verplicht.
Installatie aan bovenkant
1.
min.
55mm
R 5mm
490
+1
mm
880
+1
mm
7
2.
3.
min.
28 mm
4.
min.
12 mm
Geïntegreerde installatie
1.
514
+1
mm
880
+1
mm
490
+1
mm
904
+1
mm
R5 mm
7 mm
min.55mm
2.
min.
38 mm
3.
min.
12 mm
8
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Indeling kookplaat
1
1
1
1
2
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
Indeling Bedieningspaneel
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tiptoets Functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Slot / Kinderbeveiliging Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgren‐
delen.
3
Pause De functie in- en uitschakelen.
4
/
MultiZone De functie in- en uitschakelen.
5
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
6
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
7
- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
8
- Om de kookzone te selecteren.
9
Tiptoets Functie Opmerking
9
/
- De tijd verlengen of verkorten.
10
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
Kookstanddisplays
Scherm Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
Pause is in werking.
Accelerator is in werking.
Power-functie werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
Eco-Heat (3 staps restwarmte-indicatie): doorgaan met koken / warm‐
houdstand / restwarmte.
Slot /Kinderbeveiliging werkt.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de
kookzone geplaatst.
Automatische uitschakeling is in werking.
Eco-Heat (3-staps restwarmte-
indicatie)
WAARSCHUWING! / /
Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. De aanduidingen
tonen het niveau van de
restwarmte voor de kookzones
die u momenteel gebruikt. De
aanduidingen kunnen ook
aangaan voor de nabijgelegen
kookzones, zelfs als u deze
niet gebruikt.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de
bodem van de pan. Het glaskeramiek
wordt verwarmd door de warmte van de
pannen.
10
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
Automatische uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt de kookplaat
uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de
tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha‐
keld na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
Het gebruik van de kookzones
Plaats het kookgerei in het midden van de
gekozen kookzone. Inductiekookzones
passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de afmeting van het
kookgerei aan.
U kunt met groot kookgerei op twee
kookzones tegelijkertijd koken. Het
kookgerei moet het midden van beide
zones bedekken. Juiste positie voor
kookgerei:
Onjuiste posities kookgerei:
11
MultiZone
De functie werkt als de pan de
middelpunten van beide zones
bedekt.
Deze functie verbindt twee kookzones en
deze werken dan samen als één
kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor één van
de kookzones.
Om de functie voor linker/rechter
kookzones te activeren: raak /
aan. Raak een van de besturingsensoren
links/rechts aan om de kookstand in te
stellen of te wijzigen.
De functie uitschakelen: raak
/
aan. De kookzones werken onafhankelijk.
Accelerator
Activeer deze functie om in een kortere
tijd een gewenste kookstand te krijgen.
Als het aan staat, werkt de zone in het
begin op de hoogste kookstand en gaat
daarna verder met koken op de gewenste
kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone koud
zijn.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak het einde van de
bedieningsbalk rechts aan ( gaat aan).
Raak meteen de gewenste kookstand
aan. Na 3 seconden gaat branden.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
Power-functie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte tijdsduur
voor uitsluitend de inductiekookzone
worden geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste
kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
gegevens'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak het einde van de
bedieningsbalk rechts aan. gaat aan.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak
meerdere malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de kookzone
langzaam gaat knipperen, wordt de tijd
afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de
kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen:selecteer de kookzone met
. Raak of aan.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met
en raak aan.
De resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt
er een geluidssignaal en
knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
12
CountUp-timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak
meerdere malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
De functie inschakelen: raak van de
timer aan. gaat aan. Als het lampje van
de kookzone langzaam knippert, wordt de
tijd opgeteld. De display schakelt tussen
en getelde tijd (minuten).
Om in de gaten te houden hoe lang de
kookzone werkt:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
display geeft aan hoe lang de zone werkt.
De functie uitschakelen:stel de
kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de kookzone
gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: raak
aan. Raak of van de timer aan om
de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken
is, klinkt er een geluidssignaal en knippert
00.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
De functie heeft geen invloed
op de werking van de
kookzones.
Pause
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in werking is, zijn alle
andere symbolen op de
bedieningspanelen vergrendeld.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Raak aan om de functie in te
schakelen.
gaat aan.De warmte-instelling wordt
verlaagd naar 1.
Voor het uitschakelen van de functie raakt
u aan. De voorgaande warmte-
instelling gaat aan.
Slot
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat de
kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt
u deze functie ook.
Kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
De functie inschakelen: schakel de
kookplaat in met . Stel geen kookstand
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Schakel de kookplaat uit met .
De functie uitschakelen: schakel de
kookplaat in met
. Stel geen kookstand
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Schakel de kookplaat uit met .
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met
,
treedt de functie weer in werking.
13
In-/uitschakeling geluid (De
geluiden in- en uitschakelen)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
u
aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
u iets op het bedieningspaneel plaatst.
Vermogensbeheer
De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de
kookplaat. Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een enkele
fase de 3700 W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen naar
de andere kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Kookgerei
Bij een inductiekookzone zorgt
een sterk elektromagnetisch
veld ervoor dat het kookgerei
erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones
met geschikte pannen.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt door
de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Zorg ervoor dat bodems
schoon en droog zijn voordat
ze op de kookplaat worden
gezet.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmeting van het kookgerei aan.
14
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Raadpleeg "Technische
gegevens".
Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
kraakgeluid: kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van een
kookzone met een hoge kookstand en
als het kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (een
sandwich-constructie).
bromgeluid: als u een hoge kookstand
gebruikt.
klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect te maken.
Eco-Off (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
Voorbeelden van
kooktoepassingen
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt,
is dit niet proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat een kookzone op de medium
kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou‐
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bo‐
ter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten, ge‐
bakken eieren.
10 -
40
Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk‐
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 -
50
Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst en roer
gerechten op melkbasis hal‐
verwege de procedure door.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 -
45
Voeg een paar eetlepels vocht
toe.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 -
60
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
15
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel‐
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingrediën‐
ten
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko‐
teletten, rissoles, worstjes, le‐
ver, roux, eieren, pannenkoe‐
ken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, opge‐
bakken aardappelen, lenden‐
biefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou‐
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is geac‐
tiveerd.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Algemene informatie
Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
Gebruik altijd kookgerei met een
schone bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak
van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten kunststof,
plastic folie, suiker en suikerhoudend
voedsel, anders kan dit schade aan de
kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig
om brandwonden te voorkomen.
Gebruik de speciale schraper op de
glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te
schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen.
Reinig de kookplaat met een vochtige
doek en een beetje niet-schurend
reinigingsmiddel. Droog de kookplaat
na reiniging af met een zachte doek.
Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
16
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Wat moet ik doen als ...
Storing Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de kookplaat niet in‐
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aange‐
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan‐
sluitdiagram.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erkende
installateur.
Stel gedurende 10 secon‐
den geen kookstand in.
Schakel de kookplaat op‐
nieuw in en stel de kook‐
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt twee of meer tiptoet‐
sen tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te‐
gelijk aan.
Pause-functie werkt. Raadpleeg "Dagelijks ge‐
bruik".
Er ligt water of er zitten vet‐
spatten op het bedienings‐
paneel.
Reinig het bedieningspa‐
neel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uitge‐
schakeld.
Er weerklinkt een geluidssig‐
naal als de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet‐
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
De restwarmte-indicator
gaat niet aan.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be‐
diend of de sensor bescha‐
digd is.
Als de kookzone lang ge‐
noeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten‐
service.
17
Storing Mogelijke oorzaak oplossing
Accelerator werkt niet. De zone is heet. Laat de zone voldoende af‐
koelen.
De hoogste verwarmings‐
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
De kookstand schakelt tus‐
sen twee kookstanden.
Vermogensbeheer is in
werking.
Raadpleeg "Dagelijks ge‐
bruik".
De sensorvelden worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie‐
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones in‐
dien nodig.
Er klinkt geen geluidsignaal
wanneer u de sensorvelden
van het bedieningspaneel
aanraakt.
De signalen zijn uit. Activeer het geluid. Raad‐
pleeg "Dagelijks gebruik".
gaat branden.
Automatische uitschakeling
is in werking.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden.
Kinderbeveiliging of Slot
werkt.
Raadpleeg "Dagelijks ge‐
bruik".
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet ge‐
schikt.
Gebruik geschikt kookgerei.
Zie 'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen. Raad‐
pleeg "Technische gege‐
vens".
en een getal gaat bran‐
den.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
Schakel de kookplaat uit en
na 30 seconden weer in. Als
weer aangaat, trek dan
de stekker van de kookplaat
uit het stopcontact. Steek de
stekker van de kookplaat er
na 30 seconden weer in. Als
het probleem zich blijft voor‐
doen neem dan contact op
met een erkend servicecen‐
trum.
18
Storing Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt een constant piepge‐
luid horen.
De elektrische aansluiting is
onjuist.
Trek de stekker van de
kookplaat uit het stopcon‐
tact. Laat de installatie con‐
troleren door een erkende
elektricien.
Als u het probleem niet kunt
oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Geef ook
de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek
van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
TECHNISCHE GEGEVENS
Typeplaatje
Model SI2M7953DW PNC 949 594 491 00
Type 62 E5A 02 AA 220 - 240 V / 400 V 2N 50 - 60 Hz
Inductie 7.35 kW Gemaakt in Duitsland
Ser.Nr. ................. 7.35 kW
SMEG
Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max
warmte-in‐
stelling) [W]
Power-functie
[W]
Power-functie
voor maxima‐
le tijdsduur
[min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Linksvoor 2300 3200 10 125 - 210
Linksachter 2300 3200 10 125 - 210
Middenvoor 1800
3500
2800
3700
10
10
145 - 245
245 - 280
Rechtsvoor 2300 3200 10 125 - 210
Rechtsachter 2300 3200 10 125 - 210
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in de
tabel. Het verandert met het materiaal en
de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan vermeld in de tabel.
19
ENERGIEZUINIGHEID
Productinformatie volgens EU 66/2014 alleen geldig voor EU-markt
Modelidentificatie SI2M7953DW
Type kookplaat Ingebouwde
kookplaat
Aantal kookzones 5
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Linksvoor
Linksachter
Middenvoor
Rechtsvoor
Rechtsachter
21,0 cm
21,0 cm
28,0 cm
21,0 cm
21,0 cm
Energieverbruik per kook‐
zone (EC electric cooking)
Linksvoor
Linksachter
Middenvoor
Rechtsvoor
Rechtsachter
179,6 Wh / kg
177,0 Wh / kg
187,9 Wh / kg
188,8 Wh / kg
177,0 Wh / kg
Energieverbruik van de
kookplaat (EC electric hob)
182,1 Wh / kg
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische
kookapparaten - deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de prestatie
De energiemetingen betreffende de
kookzone worden geïdentificeerd door de
markeringen van de respectievelijke
kookzones.
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op
de pan.
Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
20

Documenttranscriptie

2 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Montage Beschrijving van het product Dagelijks gebruik 2 4 6 9 11 Aanwijzingen en tips Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Technische gegevens Energiezuinigheid 14 16 17 19 20 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt te worden gehouden, mits ze voortdurend onder toezicht staan. Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te worden geactiveerd. 3 • Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Algemene veiligheid • • • • • • • • • • • • WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken. Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een fornuis met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden. Probeer NOOIT om een brand te blussen met water. Schakel het apparaat uit en bedek dan de vlam, bv. met een deksel of een vuurdeken. LET OP: Het kookproces moet bewaakt worden. Een kort kookproces moet voortdurend bewaakt worden. WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector. Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. In het geval het apparaat direct op de stroom is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u de zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem in beide gevallen contact op met de erkende servicedienst. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen 4 of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. • Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. • Elk apparaat heeft koelventilatoren op de bodem. • Als het apparaat gemonteerd wordt boven een lade: – Leg geen kleine dingen of papier dewelke kunnen binnengezogen worden, omdat ze de koelventilatoren kunnen beschadigen of het koelsysteem kunnen belemmeren. – Houd een minimumafstand van 2 cm tussen de bodem van het apparaat en de zaken die u in de lade bewaart. Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. • Gebruik de juiste stroomkabel. • Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. • Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. • Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen. • Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit. 5 • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze serviceafdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, brandwonden of elektrische schokken. • Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. • De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. • Vertrouw niet alleen op de pandetector. • Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen. • Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is. • Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten. WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • Wanneer ze verwarmd worden, kunnen vetten en oliën ontvlambare dampen afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u hiermee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. • Leg geen hete deksel op het glazen oppervlak van de kookplaat. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. 6 • Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. • Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. Onderhoud en reiniging • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. • Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Servicedienst • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Voor montage Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat. Serienummer ........................... Ingebouwde kookplaten Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen. Aansluitkabel • Bij de kookplaat wordt een aansluitkabel meegeleverd. • Voor het vervangen van een beschadigde voedingskabel, gebruikt u het kabeltype: H05V2V2-F dat een temperatuur van 90 °C of hoger weerstaat. Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt. De afdichting bevestigen Installatie aan bovenkant 1. Reinig het werkblad rond de plek waar het gat moet worden uitgezaagd. 2. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip van 2 x 6 mm tegen de onderrand van de kookplaat langs de buitenrand van de keramische plaat. Rek de afdichtstrip niet uit. Zorg dat de uiteinden van de afdichtstrip zich in het midden van een van de zijden van de kookplaat bevinden. 3. Tel een paar millimeter bij de af te knippen lengte van de afdichtstrip. 7 4. Duw de twee uiteinden van de afdichtstrip samen. De afdichting bevestigen Geïntegreerde installatie 1. Reinig de sponningen in het keukenwerkblad. 2. Knip de meegeleverde afdichtstrip van 3 x 10 mm in 4 stukken. De strippen moeten dezelfde lengte hebben als de sponningen. 3. Snij de uiteinden van de strippen in een hoek van 45°. Ze moeten nauwkeurig in de hoeken van de sponningen passen. 4. Bevestig de strippen op de sponningen. Rek de strippen niet uit. Plak de uiteinden van de strippen niet over elkaar heen. Dicht na plaatsing van de kookplaat de kier tussen het werkblad en het glaskeramiek met siliconenkit. Zorg ervoor dat de siliconenkit niet onder het glaskeramiek komt. In elkaar zetten min. 60mm Als het apparaat boven een lade wordt gemonteerd, kan de kookplaatventilatie tijdens het kookproces zorgen voor opwarming van items die zich in de lade bevinden. U kunt een afscheidingspaneel installeren, maar dit is niet verplicht. Installatie aan bovenkant 1. min. 500mm min. 50mm R 5mm min. 55mm +1 490+1mm 880 mm 8 2. Geïntegreerde installatie 1. R5 mm 7 mm min.55mm 490+1 mm 514+1 mm 880+1 mm 904+1 mm 3. 2. min. 28 mm min. 38 mm 4. 3. min. 12 mm min. 12 mm 9 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT Indeling kookplaat 1 Inductiekookzone 2 Bedieningspaneel 1 1 1 1 2 Indeling Bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 10 7 9 8 Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt. Tiptoets Functie Opmerking AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen. Slot / Kinderbeveiliging Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgren‐ delen. Pause De functie in- en uitschakelen. MultiZone De functie in- en uitschakelen. - Kookstanddisplay De kookstand weergeven. - Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt. - Timerdisplay De tijd in minuten weergeven. - Om de kookzone te selecteren. 1 2 3 4 5 6 7 8 / 10 Tiptoets 9 / 10 - Functie Opmerking - De tijd verlengen of verkorten. Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand. Kookstanddisplays Scherm Beschrijving De kookzone is uitgeschakeld. De kookzone wordt gebruikt. - Pause is in werking. Accelerator is in werking. Power-functie werkt. + cijfer Er is een storing. / Eco-Heat (3 staps restwarmte-indicatie): doorgaan met koken / warm‐ houdstand / restwarmte. / Slot /Kinderbeveiliging werkt. Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst. Automatische uitschakeling is in werking. Eco-Heat (3-staps restwarmteindicatie) WAARSCHUWING! / / Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. De aanduidingen tonen het niveau van de restwarmte voor de kookzones die u momenteel gebruikt. De aanduidingen kunnen ook aangaan voor de nabijgelegen kookzones, zelfs als u deze niet gebruikt. De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen. 11 DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. In- of uitschakelen Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen. De kookstand Voor het instellen of wijzigen van de kookstand: Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt. Automatische uitschakeling De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als: • alle kookzones zijn uitgeschakeld. • u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld. • u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. • De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken. • u ongeschikte pannen gebruikt. Het gaat branden en na 2 symbool minuten schakelt de kookzone automatisch uit. • u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd gaat branden en wordt de kookplaat uitgeschakeld. De verhouding tussen kookstand en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt: Kookstand ,1-3 De kookplaat wordt uitgescha‐ keld na 6 uur 4-7 5 uur 8-9 4 uur 10 - 14 1,5 uur Het gebruik van de kookzones Plaats het kookgerei in het midden van de gekozen kookzone. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan. U kunt met groot kookgerei op twee kookzones tegelijkertijd koken. Het kookgerei moet het midden van beide zones bedekken. Juiste positie voor kookgerei: Onjuiste posities kookgerei: 12 MultiZone De functie werkt als de pan de middelpunten van beide zones bedekt. Deze functie verbindt twee kookzones en deze werken dan samen als één kookzone. Stel eerst de kookstand in voor één van de kookzones. Om de functie voor linker/rechter kookzones te activeren: raak / aan. Raak een van de besturingsensoren links/rechts aan om de kookstand in te stellen of te wijzigen. / De functie uitschakelen: raak aan. De kookzones werken onafhankelijk. Accelerator Activeer deze functie om in een kortere tijd een gewenste kookstand te krijgen. Als het aan staat, werkt de zone in het begin op de hoogste kookstand en gaat daarna verder met koken op de gewenste kookstand. Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn. Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak het einde van de bedieningsbalk rechts aan ( gaat aan). Raak meteen de gewenste kookstand aan. Na 3 seconden gaat branden. De functie uitschakelen: wijzig de kookstand. Power-functie Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'. Om de functie voor een kookzone in te schakelen: raak het einde van de bedieningsbalk rechts aan. gaat aan. De functie uitschakelen: wijzig de kookstand. Timer Timer met aftelfunctie U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie. Stel eerst de warmtestand voor de kookzone in en dan de functie. Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. De functie inschakelen: raak van de timer aan om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld. Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. Om het juiste tijdstip van de dag te wijzigen:selecteer de kookzone met . Raak of aan. De functie uitschakelen: stel de kookzone in met en raak aan. De resterende tijd telt af naar 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld. Het geluidssignaal stopzetten: raak aan. 13 CountUp-timer (De timer met optelfunctie) Gebruik deze functie om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt. Kookzone instellen:raak meerdere malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. De functie inschakelen: raak van de gaat aan. Als het lampje van timer aan. de kookzone langzaam knippert, wordt de tijd opgeteld. De display schakelt tussen en getelde tijd (minuten). Om in de gaten te houden hoe lang de kookzone werkt:selecteer de kookzone . Het indicatielampje van de met kookzone gaat sneller knipperen. De display geeft aan hoe lang de zone werkt. De functie uitschakelen:stel de en raak of kookzone in met aan. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. Kookwekker U kunt deze functie gebruiken als kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken. De warmtestand op het display toont . De functie inschakelen: raak aan. Raak of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. Het geluidssignaal stopzetten: raak aan. De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones. Pause Deze functie stelt alle kookzones die in werking zijn in op de laagste kookstand. Als de functie in werking is, zijn alle andere symbolen op de bedieningspanelen vergrendeld. De functie stopt de timerfunctie niet. Raak aan om de functie in te schakelen. gaat aan.De warmte-instelling wordt verlaagd naar 1. Voor het uitschakelen van de functie raakt u aan. De voorgaande warmteinstelling gaat aan. Slot U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Stel eerst de kookstand in. Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan. Om de functie uit te schakelen: raak aan. De vorige kookstand gaat aan. Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook. Kinderbeveiliging Deze functie voorkomt dat de kookplaat onbedoeld wordt gebruikt. De functie inschakelen: schakel de kookplaat in met . Stel geen kookstand in. Raak 4 seconden aan. gaat aan. Schakel de kookplaat uit met . De functie uitschakelen: schakel de kookplaat in met . Stel geen kookstand in. Raak 4 seconden aan. gaat aan. Schakel de kookplaat uit met . De functie gedurende één kooksessie onderdrukken: zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen. Als u de kookplaat uitschakelt met , treedt de functie weer in werking. 14 In-/uitschakeling geluid (De geluiden in- en uitschakelen) Schakel de kookplaat uit. Raak 3 seconden aan. Het display gaat aan en uit. Raak 3 seconden aan. of gaat branden. Raak aan om één van het volgende te kiezen: • - de signalen zijn uit - de signalen zijn aan • Om uw keuze te bevestigen moet u wachten tot de kookplaat automatisch uitschakelt. Als de functie op staat, kunt u de geluiden alleen horen als: • u aanraakt • Kookwekker naar beneden komt • Timer met aftelfunctie naar beneden komt • u iets op het bedieningspaneel plaatst. • Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van 3700 W. • De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase. • De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de kookzones aangesloten op een enkele fase de 3700 W overschrijdt. • De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase. • Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus. Vermogensbeheer • De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding. AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Kookgerei Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektromagnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt. Gebruik de inductiekookzones met geschikte pannen. Materiaal van het kookgerei • correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt door de fabrikant). • niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein. Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als: • water op de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd. • een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei. De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Zorg ervoor dat bodems schoon en droog zijn voordat ze op de kookplaat worden gezet. Afmetingen van de pannen Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de afmeting van het kookgerei aan. 15 De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd. Raadpleeg "Technische gegevens". Lawaai tijdens gebruik Als u dit hoort: • kraakgeluid: kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (sandwichconstructie). • fluitend geluid: bij gebruik van een kookzone met een hoge kookstand en als het kookgerei is gemaakt van verschillende materialen (een sandwich-constructie). • bromgeluid: als u een hoge kookstand gebruikt. • klikken: er treedt elektrische schakeling op. • sissen, zoemen: de ventilator werkt. Kookstand Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect te maken. Eco-Off (Eco-timer) Om energie te besparen schakelt het verwarmingselement van de kookzone eerder uit dan het signaal van de timer met aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd hangt af van het niveau van de kookstand en de tijd dat u kookt. Voorbeelden van kooktoepassingen De correlatie tussen de kookstand en het stroomverbruik van de kookzone is niet lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat een kookzone op de medium kookstand minder dan de helft van het vermogen gebruikt. De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. Gebruik om: Tijd (min) Tips Bereide gerechten warmhou‐ den. zoals nodig Een deksel op het kookgerei doen. 1-3 Hollandaisesaus, smelten: bo‐ ter, chocolade, gelatine. 5 - 25 Van tijd tot tijd mengen. 1-3 Stollen: luchtige omeletten, ge‐ bakken eieren. 10 40 Met deksel bereiden. 3-5 Zachtjes aan de kook brengen van rijst en gerechten op melk‐ basis, reeds bereide gerechten opwarmen. 25 50 Voeg minimaal twee keer zo veel vocht toe als rijst en roer gerechten op melkbasis hal‐ verwege de procedure door. 5-7 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 45 Voeg een paar eetlepels vocht toe. 7-9 Aardappelen stomen. 20 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. -1 16 Kookstand Gebruik om: Tijd (min) Tips 7-9 Bereiden van grotere hoeveel‐ heden voedsel, stoofschotels en soepen. 60 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediën‐ ten 9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon bleu van kalfsvlees, ko‐ teletten, rissoles, worstjes, le‐ ver, roux, eieren, pannenkoe‐ ken, donuts. zoals nodig Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 12 - 13 Door-en-door gebraden, opge‐ bakken aardappelen, lenden‐ biefstukken, steaks. 5 - 15 Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou‐ lash, stoofvlees), frituren van friet. Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is geac‐ tiveerd. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Algemene informatie • Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. • Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem. • Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. • Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. • Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. De kookplaat schoonmaken • Verwijder direct: gesmolten kunststof, plastic folie, suiker en suikerhoudend voedsel, anders kan dit schade aan de kookplaat veroorzaken. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. Gebruik de speciale schraper op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. • Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. • Verkleuring glanzende metalen verwijderen: reinig het glazen oppervlak met een doek en een oplossing van water met azijn. 17 PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Wat moet ik doen als ... Storing Mogelijke oorzaak oplossing U kunt de kookplaat niet in‐ schakelen of bedienen. De kookplaat is niet aange‐ sloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd. Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het lichtnet. Raadpleeg het aan‐ sluitdiagram. De zekering is doorgesla‐ gen. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Stel gedurende 10 secon‐ den geen kookstand in. Schakel de kookplaat op‐ nieuw in en stel de kook‐ stand binnen 10 seconden in. U hebt twee of meer tiptoet‐ sen tegelijk aangeraakt. Raak slechts één tiptoets te‐ gelijk aan. Pause-functie werkt. Raadpleeg "Dagelijks ge‐ bruik". Er ligt water of er zitten vet‐ spatten op het bedienings‐ paneel. Reinig het bedieningspa‐ neel. Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitge‐ schakeld. Er weerklinkt een geluidssig‐ naal als de kookplaat wordt uitgeschakeld. U hebt een of meer tiptoet‐ sen afgedekt. Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen. De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets geplaatst. Verwijder het object van de tiptoets. De restwarmte-indicator gaat niet aan. De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is be‐ diend of de sensor bescha‐ digd is. Als de kookzone lang ge‐ noeg in werking is geweest om heet te zijn, neemt u contact op met de klanten‐ service. 18 Storing Mogelijke oorzaak oplossing Accelerator werkt niet. De zone is heet. Laat de zone voldoende af‐ koelen. De hoogste verwarmings‐ stand is ingesteld. De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie. De kookstand schakelt tus‐ sen twee kookstanden. Vermogensbeheer is in werking. Raadpleeg "Dagelijks ge‐ bruik". De sensorvelden worden warm. Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedie‐ ningspaneel. Plaats groter kookgerei op de achterste kookzones in‐ dien nodig. Er klinkt geen geluidsignaal wanneer u de sensorvelden van het bedieningspaneel aanraakt. De signalen zijn uit. Activeer het geluid. Raad‐ pleeg "Dagelijks gebruik". gaat branden. Automatische uitschakeling is in werking. Schakel de kookplaat uit en weer in. gaat branden. Kinderbeveiliging of Slot werkt. Raadpleeg "Dagelijks ge‐ bruik". gaat branden. Er staat geen kookgerei op de zone. Zet kookgerei op de zone. Het kookgerei is niet ge‐ schikt. Gebruik geschikt kookgerei. Zie 'Nuttige aanwijzingen en tips'. De diameter aan de bodem van het kookgerei is te klein voor de zone. Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen. Raad‐ pleeg "Technische gege‐ vens". Er heeft zich een fout in de kookplaat voorgedaan. Schakel de kookplaat uit en na 30 seconden weer in. Als en een getal gaat bran‐ den. weer aangaat, trek dan de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. Steek de stekker van de kookplaat er na 30 seconden weer in. Als het probleem zich blijft voor‐ doen neem dan contact op met een erkend servicecen‐ trum. 19 Storing Mogelijke oorzaak oplossing U kunt een constant piepge‐ luid horen. De elektrische aansluiting is onjuist. Trek de stekker van de kookplaat uit het stopcon‐ tact. Laat de installatie con‐ troleren door een erkende elektricien. Als u het probleem niet kunt oplossen... Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. Verzeker u ervan dat u de kookplaat correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje. TECHNISCHE GEGEVENS Typeplaatje Model SI2M7953DW Type 62 E5A 02 AA Inductie 7.35 kW Ser.Nr. ................. SMEG PNC 949 594 491 00 220 - 240 V / 400 V 2N 50 - 60 Hz Gemaakt in Duitsland 7.35 kW Specificatie kookzones Kookzone Nominaal ver‐ mogen (max warmte-in‐ stelling) [W] Power-functie [W] Power-functie voor maxima‐ le tijdsduur [min] Diameter van het kookgerei [mm] Linksvoor 2300 3200 10 125 - 210 Linksachter 2300 3200 10 125 - 210 Middenvoor 1800 3500 2800 3700 10 10 145 - 245 245 - 280 Rechtsvoor 2300 3200 10 125 - 210 Rechtsachter 2300 3200 10 125 - 210 Het vermogen van de kookzones kan enigszins afwijken van de gegevens in de tabel. Het verandert met het materiaal en de afmetingen van het kookgerei. Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter niet groter dan vermeld in de tabel. 20 ENERGIEZUINIGHEID Productinformatie volgens EU 66/2014 alleen geldig voor EU-markt Modelidentificatie SI2M7953DW Type kookplaat Ingebouwde kookplaat Aantal kookzones 5 Verwarmingstechnologie Inductie Diameter ronde kookzones (Ø) Linksvoor Linksachter Middenvoor Rechtsvoor Rechtsachter 21,0 cm 21,0 cm 28,0 cm 21,0 cm 21,0 cm Energieverbruik per kook‐ zone (EC electric cooking) Linksvoor Linksachter Middenvoor Rechtsvoor Rechtsachter 179,6 Wh / kg 177,0 Wh / kg 187,9 Wh / kg 188,8 Wh / kg 177,0 Wh / kg Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische kookapparaten - deel 2: Kookplaten Methodes voor het meten van de prestatie De energiemetingen betreffende de kookzone worden geïdentificeerd door de markeringen van de respectievelijke kookzones. Energiebesparing U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen. 182,1 Wh / kg • Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft. • Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan. • Zet uw kookgerei op de kookzone voordat u deze activeert. • Zet kleiner kookgerei op kleinere kookzones. • Plaats het kookgerei precies in het midden van de kookzone. • Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Smeg SI2M7953DW Handleiding

Type
Handleiding