5.9 Koude accumulators
De vriezer is uitgerust met minstens een
koude accumulator die de bewaartijd
verlengt in geval van een
stroomonderbreking of stroomuitval
5.10 Vriesmandjes uit de vriezer
verwijderen
De vriesmandjes hebben een limietstop
om te voorkomen dat ze per ongeluk
verschuiven of vallen. Trek de korf naar u
toe om het uit de vriezer te halen, tot het
niet verder kan, verwijder de korf door de
voorkant naar boven te kantelen.
Bij het terugzetten tilt u de voorkant van
de korf een beetje op en schuift u hem
gekanteld in de vriezer. Zodra het mandje
over de eindpunten heen is, kunt u hem
terug op zijn plaats schuiven.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens
de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door leidingen
wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische uitzetting
(een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
6.2 Tips voor energiebesparing
• De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
• Verwijder indien aangebracht de
koelelementen niet uit de vriesmand.
6.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
Om de beste prestatie te verkrijgen:
• zet geen warm voedsel of
verdampende vloeistoffen in de
koelkast
• dek het voedsel af of verpak het, in het
bijzonder als het een sterke geur heeft
• plaats het voedsel zodanig dat de lucht
er vrijelijk omheen kan circuleren
6.4 Tips voor het koelen
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
• Bewaar het, voor de veiligheid, slechts
een of maximaal twee dagen op deze
manier.
• Gekookt voedsel, koude schotels, enz:
deze moeten afgedekt worden en
mogen op willekeurig welk schap gezet
worden.
• Fruit en groente: deze moeten
zorgvuldig schoongemaakt worden en
in de speciaal daarvoor bedoelde
lade(n) geplaatst worden.
• Boter en kaas: dit moet in speciale
luchtdichte bakjes gelegd of in
aluminiumfolie of plastic zakjes
gewikkeld worden om zoveel mogelijk
lucht in te sluiten.
• Flessen: deze moeten een dop hebben
en opgeslagen worden oftewel in het
flessenrek of het deurflessenrek (indien
voorzien).
• Bananen, aardappelen, uien en
knoflook, indien niet verpakt, mogen
niet in de koelkast bewaard worden.
www.electrolux.com10