Documenttranscriptie
* Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen afwijken van uw telefoon. Dit is afhankelijk
van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw serviceprovider.
* Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit is
afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft.
* Drukfouten voorbehouden.
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Printed in Korea
Code No.:GH68-09509A
Dutch. 03/2006. Rev. 1.0
SGH-D520
Gebruiksaanwijzing
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer
eerst de auto.
Uitschakelen bij het tanken
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Het niet opvolgen van deze richtlijnen
kan tot gevaarlijke situaties leiden en
kan in strijd met de wet zijn.
Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de
buurt van brandstoffen of chemicaliën.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in
vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan.
Uitschakelen in de nabijheid van medische
apparatuur
In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt
vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen
externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende
regels of voorschriften.
Storingen
De telefoon buiten het bereik van kleine
kinderen houden
Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen.
Speciale voorschriften
Accessoires en batterijen
Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon
uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet
is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen. Het gebruik van
niet-goedgekeurde accessoires kan de telefoon
beschadigen en kan gevaarlijk zijn.
Waterbestendigheid
De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de
telefoon droog blijft.
Stand van de telefoon
• De telefoon kan ontploffen als u de batterij
vervangt door een batterij van een onjuist type.
• Gooi oude batterijen weg volgens de geldende
richtlijnen.
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen
uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als
de telefoon is ingeschakeld.
Deskundige technische service
Alarmnummer bellen
Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en
veiligheid" op pagina 108 voor meer informatie over
veiligheid.
Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer) en druk op de toets
.
Belangrijke veiligheidsinformatie
De werking van een mobiele telefoon kan worden
verstoord door de radiosignalen van andere
apparatuur.
Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan
gekwalificeerde technici.
1
Over deze handleiding
•
In deze gebruiksaanwijzing wordt op een beknopte
manier uitgelegd hoe u de telefoon moet gebruiken.
Raadpleeg "Aan de slag" en "Andere functies van de
telefoon gebruiken" om de belangrijkste functies snel
onder de knie te krijgen.
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende
pictogrammen gebruikt:
Deze informatie heeft betrekking op de
veiligheid of de functies van de telefoon.
Neem deze informatie zorgvuldig door.
U moet op de navigatietoetsen drukken om
naar de betreffende optie te gaan en deze
vervolgens selecteren.
→
[
]
< >
2
Speciale functies op uw telefoon
•
Foto's bewerken
U kunt uw foto's bijsnijden, draaien
en een decoratief tintje geven. Ook
kunt u de grootte van uw foto's
wijzigen.
•
Muziekspeler
U kunt uw telefoon gebruiken als
MP3-speler om MP3-bestanden af
te spelen.
Op de pagina waarnaar wordt verwezen,
vindt u meer informatie.
Een toets op de telefoon. Voorbeeld: [
]
Een functietoets, waarvan de functie in het
scherm van de telefoon wordt weergegeven.
Voorbeeld: <Menu>
Camera en camcorder
U kunt de cameramodule op uw
telefoon gebruiken om een foto te
nemen of een video-opname te
maken.
Bestanden bekijken
U kunt documenten in diverse
indelingen in de telefoon bekijken
zonder dat deze vervormd worden.
•
MMS (Multimedia Message Service)
U kunt MMS-berichten met een combinatie van
tekst, afbeeldingen, videoclips en
geluidsfragmenten verzenden.
•
Bluetooth
Met behulp van de gratis, draadloze
Bluetooth-technologie kunt u
mediabestanden overzetten en
verbinding maken met andere
apparaten.
•
E-mail
U kunt e-mailberichten met afbeeldingen,
videoclips en geluidsfragmenten in bijlagen
verzenden.
•
Zien door wie u wordt gebeld
U kunt zien door wie u wordt
gebeld, doordat de foto van de
beller wordt weergegeven.
•
Visitekaartje
U kunt visitekaartjes maken met uw
telefoonnummer en uw profiel. Dit
elektronische visitekaartje is een
handig middel om uzelf aan anderen
voor te stellen.
•
Web browser
U kunt draadloos verbinding maken
met het internet zodat u de meest
actuele informatie en allerlei
mediacontent kunt ophalen.
•
Java
U kunt één van de meegeleverde
Java™-games spelen en nieuwe
games downloaden.
•
Spraakrecorder
Hiermee kunt u memo's of geluiden
opnemen.
Speciale functies op uw telefoon
•
3
Inhoud
Uitpakken
6
Overzicht van de onderdelen
De telefoon
6
Toetsen, functies en locaties
Aan de slag
7
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
De telefoon installeren en opladen ............................. 7
De telefoon aan- en uitzetten .................................... 8
Toetsen en display ................................................... 9
Toegang tot menufuncties........................................ 11
De telefoon aanpassen ............................................ 12
Zelf bellen en oproepen beantwoorden ...................... 15
Andere functies van de telefoon gebruiken
15
Aan de slag met de camera, de muziekspeler, de
webbrowser en andere speciale functies
De camera gebruiken .............................................. 15
Muziekbestanden afspelen ....................................... 16
4
Surfen op internet ..................................................
De telefoonlijst gebruiken ........................................
Berichten verzenden ...............................................
Berichten bekijken ..................................................
Bluetooth gebruiken................................................
18
18
20
22
23
Tekst ingeven
25
AB-stand, T9-stand, Cijferstand en Symboolstand
Telefoneren
28
Geavanceerde belfuncties
Menuopties
33
Een overzicht van alle menuopties
Problemen oplossen
106
Hulp bij het oplossen van problemen
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid
108
Index
116
Overzicht van de menuopties
Druk in de standby-stand op <Menu> voor toegang tot de menustand.
1 Oproepenlijsten
1
2
3
4
5
6
7
blz. 33
Laatste oproepen
blz.
Gemiste oproepen blz.
Uitgaande oproepen blz.
Ontvangen oproepen blz.
blz.
Alles verwijderen
blz.
Gespreksduur
*
blz.
Gesprekskosten
33
33
34
34
34
34
34
2 Telefoonlijst
blz. 35
1
2
3
4
5
6
7
8
blz. 35
blz. 36
blz. 37
blz. 38
blz. 39
blz. 39
blz. 39
blz. 40
Contactpersonen
Contact toevoegen
Groep
Snelkiezen
Mijn visitekaartje
Eigen nummer
Beheer
Servicenummers*
3 Toepassingen
blz. 40
5 Berichten
blz. 56
1 Muziekspeler
2 Spraakrecorder
3 Foto bewerken
4 Java/Games
5 Wereldklok
6 Alarm
7 Calculator
8 Omrekenen
9 Timer
10 Stopwatch
11 Sleutelbeheer
12 SIM AT*
blz. 40
blz. 44
blz. 45
blz. 48
blz. 48
blz. 49
blz. 50
blz. 50
blz. 51
blz. 51
blz. 51
blz. 52
1
2
3
4
5
6
blz. 56
blz. 60
blz. 65
blz. 66
blz. 67
blz. 73
4 Browser
blz. 52
1
2
3
4
5
6
7
blz. 52
blz. 54
blz. 55
blz. 55
blz. 55
blz. 55
blz. 55
Startpagina
URL invoeren
Favorieten
Opgeslagen pagina's
Geschiedenis
Cache leegmaken
Browserinstellingen
Bericht maken
Mijn berichten
Standaardberichten
Alles verwijderen
Instellingen
Geheugenstatus
6 Mijn bestanden
blz. 73
1
2
3
4
5
6
blz. 74
blz. 75
blz. 76
blz. 77
blz. 78
blz. 80
Afbeeldingen
Video's
Muziek
Geluiden
Andere bestanden
Geheugenstatus
7 Agenda
blz. 80
8 Camera
blz. 84
9 Instellingen
blz. 91
1
2
3
4
5
6
7
8
9
blz. 91
blz. 91
blz. 93
blz. 94
blz. 95
blz. 96
blz. 99
blz. 102
blz. 103
Tijd en datum
Telefooninstellingen
Displayinstellingen
Geluidsinstellingen
Verlichting
Netwerkdiensten
Bluetooth
Beveiliging
Verbindingsinstellingen
10 Instellingen
terugzetten
blz. 105
* Deze optie wordt alleen
weergegeven als deze door de SIMkaart wordt ondersteund.
5
Uitpakken
De telefoon
Overzicht van de onderdelen
Toetsen, functies en locaties
Luidspreker
Flitser
Telefoon
Display
Reisadapter
Navigatietoetsen
(Omhoog/
Omlaag/Links/
Rechts)
Batterij
Gebruiksaanwijzing
Bij de lokale Samsung-dealer kunt
u diverse accessoires kopen.
De onderdelen die bij de telefoon
worden meegeleverd en de
accessoires die verkrijgbaar zijn
bij de Samsung-dealer kunnen
per land en per provider
verschillen.
6
Volumetoetsen
Linkerfunctietoets
Nummerkeuze
toets
Aansluitpunt
headset
Alfanumerieke
toetsen
Toetsen voor
speciale functies
Cameralens
Webtoegangstoets/
bevestigingstoets
Rechterfunctietoets
Aan/Uit/Menu
afsluiten
Microfoon
Toets voor
verwijderen
Cameratoets
Aan de slag
Plaats de batterij.
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
Plaats het klepje van
de batterij weer terug.
Informatie over de SIM-kaart
Als u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity
Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens
(PIN-code, beschikbare extra diensten en dergelijke)
opgeslagen.
De telefoon installeren en opladen
Verwijder het deksel
van de batterij.
Als de telefoon al aan
staat, moet u deze eerst
uitschakelen door [
]
ingedrukt te houden.
Sluit de reisadapter aan op de telefoon.
Plaats de SIM-kaart.
Zorg dat de goudkleurige
contactpunten naar
beneden gericht zijn.
Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon
stopcontact.
7
Aan de slag
Haal het netsnoer van de adapter uit het
stopcontact als de telefoon volledig is opgeladen
(het batterijsymbool knippert niet meer).
Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer
gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer
opladen.
Haal de adapter uit de telefoon.
De telefoon aan- en uitzetten
De telefoon
aanzetten
Batterijsymbool
Als de batterij bijna leeg is:
• hoort u een waarschuwingstoon,
• wordt een melding weergegeven dat de batterij
bijna leeg is en
• knippert het batterijsymbool
.
8
Zet de telefoon
niet aan op
plaatsen waar het
gebruik van
mobiele telefoons
verboden is.
De telefoon
uitzetten
1. Open de telefoon.
2. Houd [ ] ingedrukt om de
telefoon aan te zetten.
3. Geef indien nodig de PIN-code
in en druk op <OK>.
1. Open de telefoon.
2. Houd [
] ingedrukt.
Toetsen blokkeren
Als u de blokkering wilt opheffen, drukt u op
<Ontgr.> en vervolgens op <OK>.
Toetsen en display
Toetsen
De functie uitvoeren die op de onderste
regel van het display wordt aangegeven.
In de standby-stand: rechtstreeks uw
favoriete menu's openen.blz. 92
In de menustand: door menuopties
bladeren.
In de standby-stand: de webbrowser
starten.
In de menustand: de gemarkeerde
menuoptie selecteren of de invoer
bevestigen.
Bellen of oproepen beantwoorden.
In de standby-stand: de recent gebelde
nummers weergeven of de nummers
weergeven waarvan u een oproep hebt
gemist of ontvangen.
Aan de slag
Als u de telefoon sluit, worden de toetsen automatisch
vergrendeld, zodat er niets gebeurt als deze per
ongeluk worden ingedrukt.
Tekens in het display of een item in een
toepassing verwijderen.
Een oproep beëindigen.
Ingedrukt houden om de telefoon aan of uit
te zetten.
In de menustand: invoer annuleren en
teruggaan naar de standby-stand.
Cijfers, letters en enkele speciale tekens
ingeven.
In de standby-stand: [1] ingedrukt houden
om verbinding te maken met de
voicemailserver. Houd [0] ingedrukt om een
internationale toegangscode in te voeren.
Speciale tekens ingeven.
In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden
om de stille stand in of uit te schakelen.
Houd [ ] ingedrukt om een pauze tussen
nummers in te voeren.
9
Aan de slag
Het volume van de telefoon regelen.
In de standby-stand met de telefoon open:
het toetstoonvolume aanpassen. Met de
telefoon gesloten: ingedrukt houden om het
display in te schakelen.
In de standby-stand: ingedrukt houden om
de camera aan te zetten.
In de camerastand: een foto nemen of een
video-opname maken.
Sterkte ontvangstsignaal
In gesprek
Buiten bereik van uw
servicegebied; u kunt niet bellen
en geen oproepen ontvangen
GPRS-netwerk
Er wordt verbinding gemaakt met
het GPRS-netwerk
Verbonden met internet
Display
Roamingnetwerk
Indeling
Symbolen
hier worden diverse
symbolen weergegeven.
Tekst en afbeeldingen
hier worden berichten,
instructies en ingevoerde
gegevens weergegeven.
Menu
10
Symbolen*
Contacten
Functietoetsindicatoren
hier ziet u de huidige
functie die aan de toets is
toegewezen.
Nieuw bericht
Nieuw e-mailbericht
Nieuw voicemailbericht
Doorschakelfunctie actief
blz. 96
Thuiszone, als u zich hebt
aangemeld voor de betreffende
dienst
Verbonden met Bluetooth
handsfree carkit of headset
Bluetooth actiefblz. 100
Toegang tot menufuncties
De
De functie van een functietoets
functietoetsen hangt af van de context waarin
deze wordt gebruikt. Onder in het
gebruiken
display ziet u welke functie de
toets op dat moment vervult.
Aan de slag
Kantoorzone, als u zich hebt
aangemeld voor de betreffende
dienst
Gesynchroniseerd met computer
MP3 wordt afgespeeld
Afspelen van MP3 is onderbroken
Kies
Terug
Alarm ingesteldblz. 49
Beltoon ingesteld op
trilstandblz. 94
Stille stand (trillen)
Stille stand (dempen)
Microfoon tijdens een gesprek
uitgeschakeld
Batterijsterkte
Druk op de
linkerfunctietoets
om de gemarkeerde
optie te selecteren.
Druk op de
rechterfunctietoets
om terug te keren
naar het vorige
menuniveau.
* Welke symbolen op het display worden weergegeven, is
afhankelijk van het land en de provider.
11
Aan de slag
Een optie
selecteren
1. Druk op de betreffende
functietoets.
2. Druk op de navigatietoetsen om
naar de vorige of volgende optie
te gaan.
3. Druk op <Kies>, <OK> of
[
] om de weergegeven
functie of de geselecteerde optie
te bevestigen.
4. Gebruik voor het afsluiten een
van de volgende methoden:
• Druk op <Terug> om één
niveau omhoog te gaan.
• Druk op [ ] om terug te
keren naar de standby-stand.
Sneltoetsen
gebruiken
12
Druk op de cijfertoets die
overeenkomt met de gewenste
optie. Voor de indexnummers 10, 11
en 12 drukt u respectievelijk op [0],
[ ] en [ ].
De telefoon aanpassen
Displaytaal
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen
→ Telefooninstellingen →
Taal.
2. Selecteer een taal.
Belmelodie
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en selecteer
Instellingen →
Geluidsinstellingen →
Inkomende oproep →
Beltoon.
2. Selecteer een beltooncategorie.
3. Selecteer een beltoon.
4. Druk op <Opslaan>.
U kunt op het display een
achtergrond voor de standby-stand
instellen.
Kleurpatroon
menu's
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen
→ Displayinstellingen →
Achtergrond → Hoofddisplay.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en selecteer
Instellingen →
Displayinstellingen →
Kleurpatroon.
2. Selecteer een
afbeeldingscategorie.
2. Selecteer een kleurpatroon.
3. Selecteer een afbeelding.
4. Druk op <Opslaan>.
U kunt de kleur van de
displayonderdelen, zoals de
titelbalk en de markeringsbalk,
aanpassen.
Aan de slag
Achtergrond
standby-stand
Sneltoetsen
voor menu's
U kunt de navigatietoetsen
instellen als sneltoetsen om uw
favoriete menu's weer te geven.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen
→ Telefooninstellingen →
Sneltoetsen.
2. Selecteer een toets.
3. Selecteer het menu dat u aan
de toets wilt toewijzen.
13
Aan de slag
Stille stand
Telefoonblokkering
U kunt de telefoon in de stille stand
zetten zodat u anderen niet stoort
met de geluiden van uw telefoon.
3. Geef een nieuw wachtwoord
van vier tot acht cijfers in en
druk op <OK>.
Houd in de standby-stand [ ]
ingedrukt.
4. Geef het nieuwe wachtwoord
nogmaals in en druk op <OK>.
U kunt de telefoon met een
wachtwoord beveiligen tegen
ongeoorloofd gebruik. Bij het
aanzetten van de telefoon wordt u
dan om het wachtwoord gevraagd.
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en selecteer
Instellingen → Beveiliging →
Wachtwoord wijzigen.
2. Geef het standaardwachtwoord
00000000 in en druk op
<OK>.
14
5. Selecteer Telefoon
vergrendelen.
6. Selecteer Inschakelen.
7. Geef het wachtwoord in en druk
op <OK>.
Zelf bellen en oproepen beantwoorden
Een oproep tot 1. Geef in de standby-stand het
netnummer en
stand brengen
abonneenummer in.
2. Druk op [
].
3. U kunt de oproep beëindigen
door op [ ] te drukken.
Een oproep
beantwoorden
1. Druk op [ ] wanneer de
telefoon overgaat.
Het volume
aanpassen
tijdens een
gesprek
Druk op [ / ].
2. U kunt de oproep beëindigen
door op [ ] te drukken.
Andere functies van de telefoon gebruiken
Aan de slag met de camera, de muziekspeler, de
webbrowser en andere speciale functies
De camera gebruiken
Een foto
nemen
1. Open de telefoon.
2. Houd in de standby-stand [ ]
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
3. Richt de lens op het onderwerp
en pas het beeld naar wens
aan.
4. Druk op [
] of [ ]om de
foto te nemen. De foto wordt
automatisch opgeslagen.
5. Druk op <OK> om nog een
foto te nemen.
15
Andere functies van de telefoon gebruiken
Een foto
bekijken
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Mijn
bestanden → Afbeeldingen →
Foto's.
2. Selecteer de gewenste foto.
1. Houd in de standby-stand [ ]
Een videoingedrukt om de camera aan te
opname maken
zetten.
2. Druk op [1] om over te
schakelen naar de
opnamestand.
3. Druk op [
]of [ ] om de
opname te starten.
Een videoopname
afspelen
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Mijn
bestanden → Video's →
Videoclips.
2. Selecteer de gewenste
video-opname.
Muziekbestanden afspelen
Muziekbestand U kunt de volgende methoden
gebruiken:
naar de
• Downloaden van internet
telefoon
blz. 52
kopiëren
•
Downloaden van een computer
met behulp van het programma
Samsung PC Studio
Gebruiksaanwijzing
Samsung PC Studio
•
Ontvangen via Bluetooth
blz. 102
4. Druk op [
], < > of [ ]
om de opname te stoppen. De
video-opname wordt
automatisch opgeslagen.
5. Druk op <OK> als u nog een
video-opname wilt maken.
16
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies
Toepassingen →
Muziekspeler.
2. Druk op <Opties> en kies
Toevoegen aan playlist →
Alles toevoegen of
Bestanden toevoegen.
3. Als u Bestanden toevoegen
hebt gekozen, drukt u op
[
] om de gewenste
bestanden te selecteren en
vervolgens op <Kies>.
4. Druk op <Terug> om terug te
gaan naar het scherm van de
muziekspeler.
Muziekbestanden
afspelen
1. Druk in het scherm van de
muziekspeler op [
].
Andere functies van de telefoon gebruiken
Een playlist
maken
2. Tijdens het afspelen kunt u de
volgende toetsen gebruiken:
•
: hiermee onderbreekt/
hervat u het afspelen.
• Links: hiermee gaat u terug
naar het vorige bestand.
• Rechts: hiermee gaat u naar
het volgende bestand.
• Omhoog: hiermee opent u
de playlist.
•
/ : hiermee past u het
volume aan.
• Omlaag: hiermee stopt u
het afspelen.
17
Andere functies van de telefoon gebruiken
18
Surfen op internet
De telefoonlijst gebruiken
Met de ingebouwde webbrowser kunt u draadloos op
internet surfen en kunt u een groot aantal
verschillende actuele diensten en informatie opvragen
en materiaal van websites downloaden.
Een item
toevoegen
In het telefoongeheugen:
1. Geef in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk op
<Opties>.
De browser
starten
Druk in de standby-stand op
[
].
2. Selecteer Contactpersoon
opslaan → Telefoon → een
type nummer.
Navigeren op
internet
•
Druk op [Omhoog] of [Omlaag]
om door de browseritems te
bladeren.
•
Druk op [
selecteren.
•
Druk op <Terug> om terug te
gaan naar de vorige pagina.
3. Geef de gegevens voor de
contactpersoon in: Voornaam,
Achternaam, Mobiele telefoon,
Thuis, Kantoor, Fax, Overig,
E-mail, Beller-id, Beltoon, Groep
en Notitie.
•
Als u naar de volgende pagina
wilt gaan, drukt u op <Opties>
en selecteert u Ga → Vooruit.
•
Druk op <Opties> om de
browseropties weer te geven.
] om een optie te
4. Druk op <Opslaan> om de
vermelding op te slaan.
Op de SIM-kaart:
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Telefoonlijst
→ Mijn visitekaartje.
2. Geef uw contactgegevens in.
2. Kies Contactpersoon opslaan
→ SIM.
3. Druk op <Opslaan> om het
visitekaartje op te slaan.
3. Geef een naam in.
4. Als u het visitekaartje wilt
verzenden, drukt u op
<Opties> en kiest u
Verzenden via → een
verzendmethode.
4. Druk op <Opslaan> om de
vermelding op te slaan.
Een item
zoeken
Een
visitekaartje
maken en
verzenden
1. Druk in de standby-stand op
<Contacten>.
Andere functies van de telefoon gebruiken
1. Geef in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk op
<Opties>.
2. Toets de beginletters van de
gewenste naam in.
3. Selecteer een item.
4. Blader naar een nummer en
druk op [ ] om te bellen of op
[
] om de gegevens voor de
contactpersoon te wijzigen.
19
Andere functies van de telefoon gebruiken
Berichten verzenden
Een SMSbericht
(tekstbericht)
verzenden
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Berichten →
Bericht maken →
SMS-bericht.
2. Geef de berichttekst in.
3. Druk op <Opties> en selecteer
Opslaan en verzenden of
Alleen verzenden.
4. Geef de bestemmingsnummers
in.
5. Druk op [
] om het bericht
te verzenden.
20
Een MMSbericht
(multimediabericht)
verzenden
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Berichten →
Bericht maken →
MMS-bericht.
2. Selecteer Onderwerp.
3. Geef het onderwerp van het
bericht in en druk op [
].
4. Selecteer Afbeelding en video
of Geluid.
5. Als u Afbeelding en video
hebt gekozen, selecteert u
Afbeelding toevoegen of
Video toevoegen en voegt u
een afbeelding of een videoclip
toe.
Bij Geluid kiest u Geluid
toevoegen en voegt u een
geluidsfragment toe.
6. Selecteer Bericht.
8. Druk op <Opties> en selecteer
Verzenden.
5. Geef de tekst van het
e-mailbericht in en druk op
[
].
Andere functies van de telefoon gebruiken
7. Geef de tekst van het bericht in
en druk op [
].
6. Selecteer Bijlage toevoegen.
9. Geef bestemmingsnummers of
adressen in.
7. Voeg afbeeldingen, videoclips,
geluidsfragmenten, muziek- of
documentbestanden toe.
10. Druk op [
] om het bericht
te verzenden.
8. Druk op <Opties> en selecteer
Verzenden.
9. Geef e-mailadressen in.
Een e-mailbericht
verzenden
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Berichten →
Bericht maken→ E-mail.
10. Druk op [
] om het
e-mailbericht te verzenden.
2. Selecteer Onderwerp.
3. Geef het onderwerp van het
e-mailbericht in en druk op
[
].
4. Selecteer Bericht.
21
Andere functies van de telefoon gebruiken
Berichten bekijken
Een SMSbericht
bekijken
Vanuit Postvak IN:
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en selecteer
Berichten → Mijn berichten
→ Postvak IN.
Wanneer een melding verschijnt:
1. Druk op <Tonen>.
2. Selecteer het bericht in
Postvak IN.
2. Selecteer een MMS-bericht
(
).
Vanuit Postvak IN:
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en selecteer
Berichten → Mijn berichten
→ Postvak IN.
2. Selecteer een SMS-bericht
(
).
Een MMSbericht
bekijken
Wanneer een melding verschijnt:
1. Druk op <Tonen>.
2. Druk op <Opties> en selecteer
Ophalen.
3. Selecteer het bericht in
Postvak IN.
22
Een e-mailbericht
bekijken
1. Druk in de standby-stand op
<Menu> en selecteer
Berichten → Mijn berichten
→ E-mail Postvak IN.
2. Selecteer een account.
3. Druk op <Ja> om nieuwe
e-mailberichten of
berichtkoppen te downloaden.
5. Als u een berichtkop hebt
geselecteerd, drukt u op
<Opties> en selecteert u
Ophalen om de berichttekst
van het e-mailbericht te
bekijken.
Bluetooth gebruiken
De telefoon is uitgerust met Bluetooth-technologie
waardoor u de telefoon draadloos met andere
Bluetooth-apparaten kunt verbinden zodat hiertussen
gegevensuitwisseling mogelijk is. Ook kunt u hierdoor
handsfree bellen en de telefoon op afstand bedienen.
Bluetooth
activeren
Druk in de standby-stand op
<Menu> en kies Instellingen →
Bluetooth → Activering → Aan.
Andere functies van de telefoon gebruiken
4. Selecteer een e-mailbericht of
een berichtkop.
1. Druk in de standby-stand op
Zoeken naar
<Menu> en selecteer
een BluetoothInstellingen → Bluetooth →
apparaat en dit
Mijn apparaten → Zoeken
koppelen
naar nieuwe apparaten.
2. Selecteer een apparaat.
3. Geef een Bluetooth-PIN-code in
of, indien aanwezig, de
Bluetooth-PIN-code van het
andere apparaat. Druk
vervolgens op <OK>.
Als de eigenaar van het andere
apparaat dezelfde code intoetst,
zijn de apparaten gekoppeld.
23
Andere functies van de telefoon gebruiken
Gegevens
verzenden
1. Open een toepassing,
Telefoonlijst, Mijn
bestanden of Agenda.
2. Blader naar een item.
3. Druk op <Opties> en selecteer
Verzenden via → Bluetooth.
4. Selecteer een apparaat.
5. Toets, indien nodig, de
Bluetooth-PIN-code in en druk
op <OK>.
Gegevens
ontvangen
Als u gegevens wilt ontvangen via
Bluetooth, moet de Bluetoothfunctie op de telefoon zijn
ingeschakeld.
Druk indien nodig op <Ja> om te
bevestigen dat u gegevens wilt
ontvangen.
24
Tekst ingeven
AB-stand, T9-stand, Cijferstand en Symboolstand
Voor bepaalde functies zoals berichten, de telefoonlijst
of de agenda kunt u tekst ingeven met de AB-, T9-,
Cijfer- of Symboolstand.
De AB-stand gebruiken
Druk op de betreffende toets totdat het gewenste
teken op het display wordt weergegeven.
Toets
Tekens in de weergegeven volgorde
Hoofdletter
Kleine letter
De tekstinvoerstand wijzigen
•
•
•
Houd [ ] ingedrukt om te schakelen tussen de
T9-stand (
) en de AB-stand (
).
Afhankelijk van het land is het ook mogelijk een
invoerstand weer te geven voor de taal van uw
land.
Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters of om naar de
cijferstand te schakelen (
).
Houd [ ] ingedrukt om naar de symboolstand te
schakelen.
spatie
(Een SMS-bericht opstellen in de GSM-alfabetcodering)
25
Tekst ingeven
Andere bewerkingen in de AB-stand
•
•
•
•
Als u twee keer dezelfde letter of een andere letter
op dezelfde toets wilt ingeven, wacht u tot de
cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u
op [Rechts]. Geef vervolgens de volgende letter in.
Druk op [ ] om een spatie in te voegen.
Druk op de navigatietoetsen om de cursor te
verplaatsen.
Druk op [C] om tekens één voor één te
verwijderen. Houd [C] ingedrukt om het display
leeg te maken.
De T9-stand gebruiken
26
Druk bijvoorbeeld op [4], [2], [5], [5] en [6] om
in de T9-stand het woord Hallo in te voeren.
T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het
woord steeds als u op een toets drukt, kan
veranderen.
2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of
verwijdert.
3. Ga verder met stap 4 als het juiste woord wordt
weergegeven. Druk op [0] om alternatieve
woorden voor de ingedrukte toetsen weer te
geven.
Voor Of en Me worden bijvoorbeeld [6] en [3]
gebruikt.
4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en geef
het volgende woord in.
Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u
slechts één keer op een toets te drukken om een teken
in te voeren.
Andere bewerkingen in de T9-stand
Een woord ingeven in de T9-stand
•
1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het
ingeven van een woord. Druk voor elke letter de
toets één keer in.
•
Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof
in te voeren.
Druk op [ ] om een spatie in te voegen.
•
Een nieuw woord toevoegen aan het
woordenboek van T9
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle
talen.
1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen.
2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te
geven voor de toetsen waarop u hebt gedrukt. Als
er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt
onder in het display VoegToe weergegeven.
3. Druk op <VoegToe>.
4. Geef het gewenste woord in met de AB-stand en
druk op <OK>.
De cijferstand gebruiken
In de cijferstand kunt u cijfers ingeven.
Tekst ingeven
•
Druk op de navigatietoetsen om de cursor te
verplaatsen.
Druk op [C] om tekens één voor één te
verwijderen. Houd [C] ingedrukt om het display
leeg te maken.
Druk op de desbetreffende cijfertoetsen.
De symboolstand gebruiken
In de symboolstand kunt u symbolen en speciale
tekens invoegen.
Actie
Werkwijze
Meer symbolen weergeven
Druk op [Omhoog] of
[Omlaag].
Een symbool selecteren
Druk op de
desbetreffende
cijfertoets.
De ingevoerde symbolen
wissen
Druk op [C].
De symbolen invoegen
Druk op <OK>.
27
Telefoneren
Geavanceerde belfuncties
Een oproep tot stand brengen
1. Geef in de standby-stand het netnummer en
abonneenummer in.
2. Druk op [ ].
• Druk op [C] om het laatste cijfer te verwijderen of
houd [C] ingedrukt om alle tekens in het display
te wissen.
• Houd [ ] ingedrukt om een pauze in te voegen
tussen nummers.
Internationaal bellen
1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken
+ verschijnt.
2. Toets achtereenvolgens het landnummer,
netnummer en abonneenummer in en druk op
[ ].
28
Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen
1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met
recente nummers weer te geven.
2. Blader naar het gewenste nummer en druk op
[ ].
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst,
kunt u dit nummer bellen door het in de telefoonlijst te
selecteren.blz. 35
U kunt ook de functie voor snelkiezen gebruiken om
uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan
bepaalde cijfertoetsen.blz. 38
U kunt een nummer snel bellen vanaf de SIM-kaart
door het nummer van de locatie in te toetsen dat u
tijdens het opslaan van het nummer hebt toegewezen.
1. Geef in de standby-stand een locatienummer in en
druk op [ ].
2. Druk op [Links] of [Rechts] om door de nummers
te bladeren.
3. Druk op <Kies nr.> of op [ ] om het gewenste
nummer te bellen.
Gemiste oproepen bekijken
Sluit de telefoon of druk op [
Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt de
afbeelding voor een inkomende oproep weergegeven.
Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm
hoeveel dit er zijn.
1. Druk op <Tonen>.
2. Blader indien nodig door de gemiste oproepen.
3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen.
Druk op <Opnemen> of [
nemen.
De headset gebruiken
].
Een oproep beantwoorden
] om de oproep aan te
Tips bij het beantwoorden van een oproep
•
•
•
Als de optie Met elke toets antwoorden is
ingeschakeld, kunt u op elke toets drukken,
behalve op <Weigeren> en [ ].blz. 93
Druk op <Weigeren> of op [ ] om een oproep
te weigeren.
Houd [ / ] ingedrukt om een oproep te weigeren
of de beltoon uit te schakelen, afhankelijk van de
instelling van de Volumetoets.blz. 92
Telefoneren
Een gesprek beëindigen
U kunt de headset gebruiken om te bellen en
oproepen te beantwoorden zonder de telefoon vast te
hoeven houden.
Sluit de headset aan op het aansluitpunt aan de
linkerkant van de telefoon. De knop op de headset
werkt als volgt:
Actie
Werkwijze
Laatst gebelde nummer
herhalen
Houd de knop twee keer
ingedrukt.
29
Telefoneren
Actie
Werkwijze
Oproep beantwoorden
Druk op de knop.
Gesprek beëindigen
Druk op de knop.
Beschikbare opties tijdens een
gesprek
Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies
gebruiken.
Het volume regelen tijdens een gesprek
Gebruik de volumetoets [ / ] om het volume van de
luidspreker tijdens een gesprek te regelen.
Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om
het te verlagen.
Een gesprek in de wacht zetten en eruit
halen
Druk op <In wacht> of <Ophalen> om een oproep
in de wacht te zetten of uit de wacht te halen.
30
Twee gesprekken voeren
U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als deze
functie door het netwerk wordt ondersteund.
1. Druk op <In wacht> om de oproep in de wacht te
zetten.
2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke
manier.
3. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken te
schakelen.
4. Druk op <Opties> en selecteer Oproep in wacht
beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat
te beëindigen.
5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
[ ] te drukken.
Een tweede oproep beantwoorden
U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u
al in gesprek bent, als deze functie door het netwerk
wordt ondersteund en als u de wisselgesprekfunctie
hebt ingeschakeld.blz. 97
De luidsprekerfunctie gebruiken
Gebruik de luidsprekerfunctie om op een korte afstand
van de telefoon gesprekken te voeren.
Druk op [
] en vervolgens op <Ja> om de
luidsprekerfunctie in te schakelen. Druk nogmaals op
de toets om weer over te schakelen naar de normale
luidspreker.
Opties tijdens een gesprek
Druk op <Opties> om de volgende opties tijdens een
gesprek weer te geven:
• Luidspreker aan/Normaal: hiermee schakelt u
de luidspreker in of schakelt u terug naar de
normale stand.
• Overschakelen naar headset/Overschakelen
naar telefoon: hiermee schakelt u de oproep over
naar een Bluetooth-headset of handsfree carkit of
terug naar de telefoon. Als u deze functie wilt
gebruiken, moet u de headset eerst op de telefoon
aansluiten.blz. 100
• Menu: hiermee kunt u de menuopties van de
telefoon weergeven.
• Microfoon aan/Microfoon uit: hiermee kunt u de
microfoon van de telefoon uitschakelen, zodat uw
gesprekspartner u niet kan horen, en vervolgens
weer inschakelen.
• Toetstonen uit/Toetstonen aan: hiermee
schakelt u de toetstonen in of uit.
Telefoneren
1. Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te
nemen. Het eerste telefoongesprek wordt
automatisch in de wacht gezet.
2. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken te
schakelen.
3. Druk op <Opties> en selecteer Oproep in wacht
beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat
te beëindigen.
4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
[ ] te drukken.
31
Telefoneren
Als u wilt kunnen communiceren met
antwoordapparaten of telefooncentrales moet u
de optie Toetstonen aan selecteren.
•
•
•
•
32
DTMF verzenden: hiermee kunt u de toetstonen
(DTMF, Dual Tone Multi Frequency) als groep
verzenden. Toetstonen zijn de tonen die op
telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. U
hoort deze tonen wanneer u op de cijfertoetsen
drukt. Deze optie is handig bij het ingeven van een
wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een
geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van
een bank.
Telefoonlijst: hiermee opent u de lijst met
contactpersonen.
Oproep in wacht beëindigen: hiermee beëindigt
u het gesprek dat in de wacht staat.
Doorverbinden: hiermee verbindt u het huidige
gesprek door naar een gesprekspartner die in de
wacht staat. Met deze optie kunnen de twee bellers
met elkaar praten, maar wordt uw verbinding met
het gesprek verbroken.
•
•
Deelnemen: hiermee kunt u een multipartygesprek tot stand brengen door een beller in de
wacht toe te voegen aan het huidige gesprek. Er
kunnen maximaal 5 personen meedoen aan een
multiparty-gesprek.
Eén selecteren: hiermee selecteert u één van de
deelnemers van het multiparty-gesprek. U kunt
dan van de volgende opties gebruikmaken:
Privé: hiermee kunt u een privégesprek voeren
met een van de deelnemers van het multipartygesprek. De andere deelnemers kunnen gewoon
met elkaar blijven praten. Wanneer het
privégesprek beëindigd is, kunt u Deelnemen
kiezen om beiden terug te keren naar het
multiparty-gesprek.
Verwijderen: hiermee beëindigt u de verbinding
met een van de deelnemers van het multipartygesprek.
Menuopties
Een overzicht van alle menuopties
Oproepenlijsten (menu 1)
In dit menu kunt u zien welke nummers u hebt gebeld,
welke oproepen u hebt ontvangen of gemist, en wat
de duur van gesprekken was. U kunt ook de kosten
van uw oproepen bekijken (als deze functie door uw
SIM-kaart wordt ondersteund).
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Oproepenlijsten om dit menu te openen.
Laatste oproepen (menu 1.1)
In dit menu worden de laatste oproepen (uitgaande,
ontvangen en gemiste oproepen) weergegeven.
Oproepgegevens bekijken
1. Druk op [Links] of [Rechts] om naar een ander
type oproep te gaan.
2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst
met oproepen te bladeren.
3. Druk op [
] om de gegevens van een oproep te
bekijken of op [ ] om een nummer te kiezen.
Opties voor oproepgegevens
Terwijl u de details van een oproep bekijkt, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Bellen: hiermee kunt u het nummer eventueel
wijzigen en bellen.
• Contactpersoon opslaan: hiermee slaat u het
nummer in de telefoonlijst op.
• Bericht verzenden: hiermee verzendt u een
SMS- of MMS-bericht naar het geselecteerde
nummer.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde of alle oproepgegevens.
Gemiste oproepen (menu 1.2)
In dit menu worden de laatste gemiste oproepen
weergegeven.
33
Menuopties
Uitgaande oproepen (menu 1.3)
•
In dit menu worden de meest recent gekozen
nummers weergegeven.
•
Ontvangen oproepen (menu 1.4)
•
In dit menu worden de meest recent ontvangen
oproepen weergegeven.
Alles verwijderen (menu 1.5)
Met dit menu kunt u alle gegevens van alle typen
oproepen verwijderen.
1. Druk op [
] om de typen oproepen te
selecteren die u wilt verwijderen.
2. Druk op <Wissen>.
3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen.
Gespreksduur (menu 1.6)
In dit menu wordt de tijdsduur van uitgaande en
inkomende gesprekken weergegeven. De werkelijke
duur op de rekening van uw provider kan iets
afwijken.
34
Duur laatste oproep: hiermee kunt u de duur
van de laatste oproep bekijken.
Totaal uitgaande oproepen: hiermee kunt u de
totale duur van alle uitgaande oproepen bekijken.
Totaal ontvangen oproepen: hiermee kunt u de
totale duur van alle inkomende oproepen bekijken.
Druk op <Opn inst.> om de gesprekstellers op nul te
zetten. U moet hiervoor het wachtwoord voor de
telefoon ingeven.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen.
blz. 103
Gesprekskosten (menu 1.7)
Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten
weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als dit
door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Deze functie is
niet bedoeld voor factureringsdoeleinden.
• Kosten laatste oproep: hiermee kunt u de
kosten van de laatste oproep bekijken.
•
•
•
(menu 2)
U kunt telefoonnummers opslaan op de SIM-kaart en
in het telefoongeheugen. Hoewel beide geheugens in
fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de
praktijk één geheel: de Telefoonlijst.
Druk in de standby-stand op <Menu> en kies
Telefoonlijst om dit menu te openen.
Telefoonlijst (menu 2)
•
Telefoonlijst
Menuopties
•
Totale kosten: hiermee kunt u de totale kosten
van alle oproepen bekijken. Als de totale kosten
hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn
ingesteld bij Max. kosten instellen, moet u de
teller terugzetten op nul voordat u een nieuw
nummer kunt bellen.
Max. kosten: hier kunt u de maximumkosten
controleren die zijn ingesteld bij Max. kosten
instellen.
Tellers op nul: hiermee kunt u de kostentellers
terugzetten op nul.
Max. kosten instellen: hiermee kunt u de
maximaal toegestane kosten instellen voor uw
oproepen.
Prijs/eenheid: hiermee kunt u het tarief instellen
dat wordt toegepast bij de berekening van de
gesprekskosten.
Contactpersonen (menu 2.1)
In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst
opzoeken.
Een item opzoeken
1. Geef de eerste letters in van de naam die u zoekt.
2. Selecteer de naam in de lijst.
3. Blader naar een nummer en druk op [ ] om te
bellen of op [
] om de detailgegevens voor de
contactpersoon te wijzigen.
35
Menuopties
36
Opties voor de telefoonlijst
Contact toevoegen (menu 2.2)
Terwijl u de gegevens van een contactpersoon bekijkt,
kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties
weer te geven:
• Wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de
contactpersoon bewerken.
• Bericht verzenden: hiermee kunt u een SMS- of
MMS-bericht naar het geselecteerde nummer of
een e-mailbericht aan het geselecteerde adres
verzenden.
• Kopiëren naar: hiermee kopieert u de
contactpersoon naar het telefoongeheugen of de
SIM-kaart.
• Verzenden via: hiermee verzendt u de
contactgegevens via SMS, MMS, e-mail of
Bluetooth.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde contactpersoon.
In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de
telefoonlijst toevoegen.
Een nummer opslaan in het telefoongeheugen
1. Selecteer Telefoon.
2. Wijzig de instellingen of geef gegevens voor de
contactpersoon in.
• Voornaam/Achternaam: hier geeft u de
naam in.
• Mobiele telefoon/Thuis/Kantoor/Fax/
Overig: hier kunt u een nummer(s) toevoegen
in de gewenste categorie.
• E-mail: hier kunt u een e-mailadres toewijzen.
• Beller-id: hiermee koppelt u aan het contact
een afbeelding, die u ziet als u een oproep van
die persoon ontvangt.
• Beltoon: hiermee wijst u een beltoon toe aan
het nummer die u hoort als u een oproep van
die persoon ontvangt.
•
1. Selecteer SIM.
2. Geef de gegevens van de contactpersoon in.
• Naam: hier geeft u de naam in.
• Telefoonnummer: hier geeft u het
telefoonnummer in.
• Locatie: hier kunt u een locatienummer
toewijzen.
U kunt alleen een afbeelding, beltoon of groep
toewijzen als de contactpersoon is opgeslagen in
het telefoongeheugen.
3. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te
slaan.
Met dit menu kunt u de contactpersonen in belgroepen
indelen.
Een nieuwe belgroep maken
1. Druk op <Opties> en kies Toevoegen.
2. Geef een naam in voor de groep.
3. Selecteer de regel voor de beller-identificatie en
stel een afbeelding in.
4. Selecteer de regel voor de beltoon en stel een
melodie in.
5. Druk op <Opslaan> om de groep op te slaan.
Telefoonlijst (menu 2)
Een nummer opslaan op de SIM-kaart
Groep (menu 2.3)
Menuopties
Groep: hiermee wijst u de contactpersoon toe
aan een belgroep.
• Notitie: hier kunt u een notitie over de
persoon toevoegen.
3. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te
slaan.
Leden toevoegen aan een belgroep
1. Selecteer een groep.
2. Druk op <VoegToe>.
3. Druk op [
] om de contactpersonen te
selecteren die moeten worden toegevoegd.
4. Druk op <Kies>.
37
Menuopties
Belgroepen beheren
Nummers voor snelkiezen toewijzen
Terwijl u de lijst met groepen bekijkt, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Tonen: hiermee geeft u de leden van de
geselecteerde groep weer.
• Toevoegen: hiermee voegt u een nieuwe groep
toe.
• Wijzigen: hiermee wijzigt u de eigenschappen
van de groep.
• Bericht verzenden: hiermee verzendt u een
SMS-, MMS- of e-mailbericht naar de gewenste
groepsleden.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde groep of alle groepen. Groepsleden
worden echter niet verwijderd uit de telefoonlijst.
1. Selecteer een cijfertoets (2 t/m 9). De toets 1 is
gereserveerd voor de voicemailserver.
2. Selecteer een contactpersoon in de lijst met
contactpersonen.
3. Selecteer een nummer als er meerdere nummers
voor de contactpersoon bestaan.
Snelkiezen (menu 2.4)
In dit menu kunt u de toetsen 2 tot en met 9 toewijzen
aan 8 van de nummers die u het meest belt, zodat u
deze snel kunt kiezen.
38
Nummers voor snelkiezen beheren
Druk in het scherm Snelkiezen op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
• Toevoegen: hiermee wijst u een nummer toe aan
een nog niet toegewezen toets.
• Tonen: hiermee kunt u de naam en het nummer
bekijken die aan een toets zijn toegewezen.
• Wijzigen: hiermee wijst u een ander nummer aan
een toets toe.
• Verwijderen: hiermee wist u de instellingen voor
snelkiezen voor een toets.
•
Houd in de standby-stand de desbetreffende toets
ingedrukt.
•
Mijn visitekaartje (menu 2.5)
Visitekaartje opslaan
De procedure voor het maken van een visitekaartje is
identiek aan die voor het opslaan van een
telefoonnummer in het telefoongeheugen.blz. 36
Opties voor visitekaartjes
Als u een visitekaartje hebt opgeslagen, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee wijzigt u het visitekaartje.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het
visitekaartje via SMS, MMS, e-mail of Bluetooth.
Eigen nummer (menu 2.6)
Met dit menu kunt u zien wat uw eigen
telefoonnummers zijn en kunt u een naam ingeven
aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier
aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke
abonneenummers op uw SIM-kaart.
Telefoonlijst (menu 2)
In dit menu kunt u een visitekaartje maken en dit naar
anderen verzenden.
Visitekaartjes uitwisselen: hiermee kunt u via
Bluetooth visitekaartjes met iemand uitwisselen.
Verwijderen: hiermee verwijdert u het
visitekaartje.
Menuopties
Snelkiezen gebruiken
Beheer (menu 2.7)
In dit menu kunt u de vermeldingen in de telefoonlijst
beheren.
• Opslaglocatie: hiermee kunt u een
standaardgeheugenlocatie selecteren waarin
contactpersonen moeten worden opgeslagen. Als u
Altijd vragen selecteert, wordt u telkens wanneer
u een nummer opslaat, gevraagd een
geheugenlocatie te selecteren.
39
Menuopties
•
•
•
Alles kopiëren naar: hiermee kunt u alle
contactpersonen die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen naar het telefoongeheugen kopiëren,
of omgekeerd.
Alles verwijderen: hiermee kunt u alle
contactpersonen in het telefoongeheugen, op de
SIM-kaart, of beide verwijderen.
Geheugenstatus: hiermee kunt u controleren
hoeveel contactpersonen u hebt opgeslagen in het
telefoongeheugen en op de SIM-kaart.
Servicenummers (menu 2.8)
In dit menu kunt u de lijst met servicenummers
bekijken die door de provider zijn toegewezen. Hierin
staan ook de alarmnummers, de nummers voor
inlichtingen en het voicemailnummer. Dit menu is
alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze functie
ondersteunt.
1. Blader naar het gewenste nummer.
2. Druk op <Kies nr.> of [ ].
40
Toepassingen
(menu 3)
In dit menu kunt u Java-games spelen,
muziekbestanden afspelen en foto's bewerken. U kunt
uw telefoon ook als voicerecorder, wekker, calculator,
converter en stopwatch gebruiken.
Druk in de standby-stand op <Menu> en kies
Toepassingen om dit menu te openen.
Muziekspeler (menu 3.1)
Gebruik dit menu om naar muziek te luisteren. Eerst
moet u de muziekbestanden opslaan in het
telefoongeheugen.
Gebruik een optionele Bluetooth-stereoheadset voor
muziek van hoge kwaliteit.
Normale hoofdtelefoons zijn niet geschikt voor de
mediaspeler.
Muziekbestanden downloaden of ontvangen
Een playlist samenstellen
1. Druk in het scherm van de muziekspeler op
<Opties> en kies Toevoegen aan playlist.
2. Selecteer een van de volgende opties:
• Alles toevoegen: hiermee voegt u alle
bestanden in het telefoongeheugen toe aan de
playlist.
• Bestanden toevoegen: hiermee voegt u
bepaalde bestanden toe aan de playlist.
Muziekbestanden afspelen
1. Druk in het scherm van de muziekspeler op
<Opties> en kies Afspelen via.
2. Selecteer Telefoon als u de luidspreker wilt
gebruiken.
Selecteer A/V headset als u een Bluetoothheadset wilt gebruiken en deze wilt koppelen.
Toepassingen (menu 3)
De gedownloade of ontvangen bestanden worden
opgeslagen in de map Muziek.blz. 76
3. Als u Bestanden toevoegen hebt gekozen,
selecteert u de gewenste bestanden en drukt u op
<Kies>.
4. Druk op <Terug> om terug te gaan naar het
scherm van de muziekspeler.
Menuopties
U kunt de volgende methoden gebruiken om
muziekbestanden in het telefoongeheugen op te
slaan:
• Downloaden van internetblz. 52
• Downloaden van een computer met behulp van het
programma Samsung PC Studio
Gebruiksaanwijzing Samsung PC Studio
• Ontvangen via een actieve Bluetoothverbindingblz. 102
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Toets
Functie
Hiermee onderbreekt of hervat u het
afspelen.
Links
Hiermee gaat u terug naar het vorige
bestand.
41
Menuopties
Toets
Functie
Rechts
Hiermee gaat u naar het volgende
bestand.
Omhoog
Hiermee opent u de playlist.
Omlaag
Hiermee stopt u het afspelen.
/
42
Hiermee regelt u het volume.
1
Hiermee schakelt u het 3D-geluid in of
uit.
2
Hiermee wijzigt u de animatie die wordt
weergegeven tijdens het afspelen.
3
Hiermee wijzigt u de herhaalstand.
4
Hiermee wijzigt u de equalizerstand.
5
Hiermee wijzigt u het type
kleurpatroon.
6
Hiermee schakelt u de shufflestand in of
uit.
Opties voor de mediaspeler
Druk in het scherm van de muziekspeler op <Opties>
om de volgende opties weer te geven:
• Afspelen via: hiermee selecteert u de
uitvoermodus voor het geluid: Telefoon of
A/V headset.
• Afspelen/Pauzeren: hiermee kunt u het afspelen
starten of onderbreken.
• Overbrengen naar telefoon: hiermee schakelt u
de uitvoer van het geluid over naar de luidspreker
van de telefoon.
• Openen: hiermee opent u de playlist van het
huidige album of de lijst met muziekalbums. Aan
de lijst met albums kunt u meerdere albums
toevoegen.
• Ga naar Muziek: hiermee gaat u naar de map
Muziek.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het huidige
bestand via e-mail of Bluetooth.
•
•
•
•
Toepassingen (menu 3)
•
3D-geluid: hiermee schakelt u het 3D-geluid in of
uit.
Animatie: hiermee wijzigt u de afspeelanimatie en
selecteert u hoelang de achtergrondverlichting
blijft branden als u MP3-bestanden afspeelt.
Kleurpatroon: hiermee selecteert u een type
kleurpatroon.
Volume: hiermee selecteert u een volumeniveau.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bestand weer.
Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven
licentiesleutels.
Menuopties
•
Instellen als: hiermee stelt u het bestand in als
beltoon voor inkomende oproepen of als beltoon
voor een vermelding in de telefoonlijst.
Sleutel activeren: hiermee haalt u een
licentiesleutel op als de sleutel voor het
geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is.
Uit playlist verwijderen: hiermee verwijdert u
het geselecteerde bestand uit de playlist.
Instellingen: hiermee wijzigt u de
standaardinstellingen voor het afspelen van
muziekbestanden.
Herhaalstand: hiermee selecteert u een
herhaalstand.
Shuffle: hiermee wordt de muziek in willekeurige
volgorde afgespeeld.
MP3 heeft voorrang boven andere geluiden:
hiermee stelt u in dat de muziekspeler doorgaat
met het afspelen van muziekbestanden, ook al
hebt u de toepassing verlaten.
Equalizer: hiermee selecteert u een
equalizerinstelling.
De playlist openen
Druk in het scherm van de mediaspeler op [Omhoog].
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Afspelen via: hiermee kunt u de uitvoermodus
voor het geluid selecteren (Telefoon of
A/V headset) en vervolgens het geselecteerde
bestand afspelen.
43
Menuopties
•
•
•
•
•
•
•
•
•
44
Toevoegen aan playlist: hiermee voegt u
bestanden toe aan de playlist.
Ga naar albumlijst: hiermee geeft u de lijst met
albums weer.
Verplaatsen naar: hiermee verplaatst u het
geselecteerde bestand naar een ander album.
Kopiëren naar: hiermee kopieert u het
geselecteerde bestand naar een ander album.
Verplaatsen in playlist: hiermee verplaatst u het
geselecteerde bestand naar de gewenste positie in
de playlist.
Sleutel activeren: hiermee haalt u een nieuwe
licentiesleutel op als de sleutel voor het
geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is.
Verwijderen: hiermee verwijdert u het
geselecteerde bestand of alle bestanden uit de
playlist.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bestand weer.
Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven
licentiesleutels.
Spraakrecorder (menu 3.2)
Via dit menu kunt u spraakmemo's opnemen. Een
spraakmemo kan maximaal één uur lang zijn.
Een spraakmemo opnemen
1. Druk op [
] om de opname te starten.
2. Spreek uw memo in de microfoon in.
Druk op [
] als u de opname wilt onderbreken
of hervatten.
3. Druk op <Stoppen> of op [Omlaag] om de
opname te beëindigen. Het spraakmemo wordt
automatisch opgeslagen.
4. Druk op [
] om het spraakmemo te beluisteren
of op [Omhoog] om een nieuw memo op te nemen.
Een spraakmemo afspelen
1. Druk in het scherm Spraakrecorder op <Opties>
en kies Ga naar spraakmemolijst.
2. Selecteer een spraakmemo.
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Functie
Hiermee onderbreekt of hervat u het
afspelen.
•
Limiet voor e-mail: kies deze instelling als u een
spraakmemo opneemt dat moet worden
toegevoegd aan een e-mailbericht.
Max. 1 uur: hiermee neemt u een spraakmemo
op van maximaal 1 uur.
Foto bewerken (menu 3.3)
Hiermee gaat u terug in een notitie.
Rechts
Hiermee gaat u verder in een notitie.
In dit menu kunt u uw foto's bewerken met behulp van
de verschillende bewerkopties.
Hiermee regelt u het volume.
Effecten toepassen
Hiermee stopt u het afspelen.
1. Druk op <Opties> en kies Nieuwe foto →
Openen of Foto nemen
2. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
3. Druk op <Opties> en kies Effecten → een effect.
4. Druk op <Gereed>.
5. Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
6. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
/
De opnamestand wijzigen
U kunt de opnamestand voor de spraakrecorder
wijzigen. De maximale opnametijd wordt bepaald door
deze instelling. Voordat u een spraakmemo opneemt,
drukt u op <Opties> en kiest u Instellingen → een
opnamestand:
• Limiet voor MMS-bericht: kies deze instelling als
u een spraakmemo opneemt dat moet worden
toegevoegd aan een MMS-bericht.
Toepassingen (menu 3)
Links
Omlaag
Menuopties
Toets
•
45
Menuopties
Aanpassen
1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
2. Druk op <Opties> en kies Aanpassen → een
optie:
• Afmetingen wijzigen: hiermee wijzigt u de
afmetingen van de foto.
• Roteren: hiermee draait u de foto 90 graden.
• Omdraaien: hiermee spiegelt u de foto.
3. Druk op <Gereed>.
4. Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
5. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
Bijsnijden
1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
2. Druk op <Opties> en kies Bijsnijden.
3. Verplaats het kader voor bijsnijden naar het
gewenste deel van de afbeelding.
Druk op <Opties> en kies Afmetingen wijzigen
om de grootte van het kader te wijzigen.
46
4. Druk op <Opties> en kies Gereed.
5. Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
6. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
Visuele effecten toevoegen
U kunt uw foto's versieren door er een kader, een
afbeelding of een tekst aan toe te voegen.
1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
2. Druk op <Opties> en kies Invoegen → een type
effect.
3. Selecteer een item of geef tekst in die u wilt
invoegen.
4. Pas de positie van het ingevoegde item aan en
druk op <Gereed>.
5. Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
6. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
Stempel samenvoegen
6. Druk op <Opties> om de volgende opties voor het
bewerken van de stempel weer te geven:
• Afmetingen wijzigen: hiermee wijzigt u de
afmetingen van de stempel.
• Verplaatsen: hiermee wijzigt u de positie van
de stempel.
• Roteren: hiermee draait u de stempel.
• Stempelkleur: hiermee wijzigt u de kleur van
de stempel.
• Schaduw aan: hiermee past u een schaduw
op de stempel toe.
7. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u
Gereed.
8. Druk op <Opties> en kies Opslaan als.
9. Geef een nieuwe bestandsnaam in en druk op
<OK>.
Menuopties
Toepassingen (menu 3)
Met deze bewerkoptie kunt u een contourstempel van
een foto maken en deze samenvoegen met een andere
foto. Met deze optie kunt u van een foto een
ansichtkaart maken door een foto van een
handgeschreven bericht te maken en deze samen te
voegen met een foto.
1. Selecteer een foto of maak een nieuwe foto.
2. Druk op <Opties> en kies Samenvoegstempel.
De achtergrondfoto wordt weergegeven in het
afbeeldingsvak naast
.
3. Druk op <Opties> en kies Afbeelding
toevoegen.
4. Voeg een foto toe door een foto te selecteren of
een foto te maken. De toegevoegde foto wordt
weergegeven in het afbeeldingsvak naast
.
Deze wordt de stempel.
5. Druk op <Opties> en kies Samenvoegen. De
stempelfoto wordt als contour toegevoegd aan de
achtergrondfoto.
47
Menuopties
Java/Games (menu 3.4)
•
Dit menu biedt toegang tot de vooraf geïnstalleerde
Java-games en gedownloade Java-toepassingen.
•
Een vooraf geïnstalleerd game openen
1. Selecteer Mijn games → een game.
2. Druk op [
].
•
Opties voor Java-toepassingen
•
Druk in de lijst met toepassingen op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
• Start: hiermee wordt de geselecteerde toepassing
gestart.
• Verplaatsen naar: hiermee verplaatst u de
toepassing naar een andere map.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde toepassing of alle toepassingen,
behalve de vooraf geïnstalleerde games.
• Vergrendelen/Ontgrendelen: hiermee blokkeert
u de toepassing zodat deze niet kan worden
verwijderd, of heft u de blokkering op.
48
•
•
Details: hiermee bekijkt u de eigenschappen van
de toepassing.
Machtigingen: hiermee stelt u de machtigingen in
voor diensten waarvoor extra kosten worden
berekend zoals netwerktoegang en SMS.
Upgrade: hiermee kunt u de toepassing upgraden
naar de nieuwste versie.
Informatie verzenden via SMS: hiermee
verzendt u de URL van de toepassing via SMS.
Geheugenstatus: hiermee geeft u
geheugengegevens voor toepassingen weer.
Instellingen: hiermee selecteert u een
verbindingsprofiel dat moet worden gebruikt voor
toepassingen waarvoor netwerktoegang vereist is.
U kunt ook een profiel maken of bewerken.
blz. 103
Wereldklok (menu 3.5)
In dit menu kunt u uw lokale tijdzone instellen en
bekijken hoe laat het in een ander deel van de wereld
is.
1. Selecteer het type alarm.
2. Stel de alarmopties in:
• Alarm: hiermee schakelt u het alarm in.
• Alarmtijd: hier geeft u de tijd in waarop het
alarm moet afgaan.
• am/pm: selecteer am of pm in de
12-uursnotatie.
• Herhalen: hiermee selecteert u een
herhaaloptie.
• Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon.
3. Druk op <Opslaan>.
Zomertijd toepassen
1. Druk in de wereldkaart op <Opties> en kies
Zomertijd instellen.
2. Druk op [
] om de gewenste tijdzones te
selecteren.
3. Druk op <Opslaan>.
Alarm (menu 3.6)
Met dit menu kunt u een alarm instellen. Het type
belsignaal voor een normaal alarm komt overeen met
de beltoon voor inkomende oproepen. Een wekalarm
wordt niet beïnvloed door uw geluidsinstellingen.
Toepassingen (menu 3)
Een alarm instellen
1. Druk in de wereldkaart op [Links] of [Rechts] om
naar de gewenste plaats te bladeren. De tijdlijn
verschuift en de lokale tijd en datum van de
desbetreffende zone worden weergegeven.
2. Druk op [
] om de plaats als uw lokale tijdzone
op te slaan.
Menuopties
De wereldklok bekijken
Een alarm uitzetten
•
•
Als het geen wekalarm betreft, kunt u op elke
willekeurige toets drukken.
Bij de wekker moet u op <Bevest.> of [
]
drukken.
U kunt op een willekeurige toets drukken, behalve
] om het alarm vijf minuten
<Bevest.> en [
later opnieuw te laten afgaan. Dit kunt u maximaal
vijf keer doen.
49
Menuopties
Het alarm laten afgaan als de telefoon is
uitgeschakeld
Selecteer in het scherm Alarm Automatisch aan →
Aan.
Als de telefoon is uitgeschakeld op het tijdstip dat het
alarm moet afgaan, wordt de telefoon ingeschakeld en
gaat het alarm af.
Een alarm uitschakelen
1. Selecteer het alarm dat u wilt uitschakelen.
2. Selecteer Uit op de regel Alarm.
3. Druk op <Opslaan>.
Calculator (menu 3.7)
Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige
functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
1. Geef het eerste getal in.
• Druk op <.()> om een decimaalteken of een
haakje in te voegen.
• Druk op [ ] of [ ] om de cursor te
verplaatsen.
50
2. Druk op een van de navigatietoetsen om toegang
te krijgen tot de gewenste rekenkundige functies.
3. Geef het tweede getal in.
4. Druk op [
] om de uitkomst te bekijken.
5. Herhaal zo nodig de procedure vanaf stap 2 om de
berekening voort te zetten.
Omrekenen (menu 3.8)
Met dit menu kunt u veel voorkomende omrekeningen
uitvoeren, bijvoorbeeld van vreemde valuta en
temperaturen.
1. Selecteer een omrekenfunctie.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om de oorspronkelijke
eenheid te selecteren en druk op [Omlaag].
3. Geef de waarde in die u wilt omrekenen en druk op
[Omlaag].
• Druk op [ ] om een decimaalteken in te
voeren.
• Druk op [ ] om de temperatuur te wijzigen in
boven nul (+) of onder nul (-).
Voor het omrekenen van valuta's kunt u de
wisselkoersen bekijken en instellen door op
<Koersen> te drukken.
In dit menu kunt u een periode opgeven gedurende
welke de telefoon aftelt. De telefoon laat een signaal
horen wanneer de opgegeven periode is verstreken.
De timer starten
1. Druk op <Instellen>.
2. Geef de duur van de aftelperiode in en druk op
<OK>.
3. Druk op [
] om het aftellen te starten.
De timer stoppen
•
Druk op een willekeurige toets om de timer te
stoppen als deze afgaat.
Druk in het scherm Timer op [
stoppen voordat deze afgaat.
] om de timer te
Stopwatch (menu 3.10)
Met dit menu kunt u de verstreken tijd meten. De
maximale tijd is tien uur.
1. Druk op [
] om de stopwatch te starten.
2. Druk op [
] om de tussentijd te bekijken. Dit
kunt u maximaal vier keer doen.
Toepassingen (menu 3)
Timer (menu 3.9)
•
Menuopties
4. Druk op [Links] of [Rechts] om de beoogde
eenheid voor de omrekening te selecteren.
De overeenkomstige waarde voor het ingevoerde
getal wordt weergegeven.
Sleutelbeheer (menu 3.11)
Via dit menu beheert u de licentiesleutels die u hebt
aangevraagd voor het activeren van media-inhoud die
is vergrendeld door DRM-systemen.
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Tonen: hiermee opent u de desbetreffende
mediacontent.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde licentiesleutel.
51
Menuopties
•
•
•
Ga naar Mijn berichten: hiermee gaat u naar het
bericht dat de mediacontent bevat.
Ga naar Mijn bestanden: hiermee opent u de
betreffende map met bestanden.
Details: hiermee opent u de eigenschappen van
de licentiesleutel.
SIM AT (menu 3.12)
Dit menu is beschikbaar als u een SIM AT-kaart
gebruikt die het SAT-menu (SIM Application Toolkit)
ondersteunt en aanvullende diensten levert, zoals
nieuws, weer, sport, ontspanning en plaatsbepaling.
Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de
diensten die uw provider biedt. Neem voor meer
informatie contact op met uw provider of raadpleeg de
instructies bij uw SIM-kaart.
52
Browser
(menu 4)
Met behulp van de WAP-browser (Wireless Application
Protocol) kunt u met uw telefoon draadloos op internet
surfen. Zo hebt u toegang tot actuele informatie en
allerlei soorten mediacontent, zoals games,
achtergronden, beltonen en MP3-bestanden.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Browser.
Startpagina (menu 4.1)
Met dit menu maakt de telefoon verbinding met het
netwerk en wordt de startpagina van de
internetprovider geladen. U kunt dit ook doen door in
de standby-stand op [
] te drukken.
Navigeren met de webbrowser
Actie
Werkwijze
Door de browseritems
bladeren
Druk op [Omhoog] of
[Omlaag].
•
Een browseritem
selecteren
Druk op [
] of druk op
<Opties> en kies Ga
naar.
•
Teruggaan naar de
vorige pagina
Druk op <Terug> of druk
op <Opties> en kies Ga →
Terug.
•
Naar de volgende
pagina gaan
Druk op <Opties> en kies
Ga → Vooruit.
•
Opties voor webpagina's
Druk in een willekeurige webpagina op <Opties> om
de volgende opties weer te geven:
• Ga naar: hiermee opent u de gekoppelde
webpagina.
• Ga naar startpagina: hiermee gaat u terug naar
de startpagina.
• URL invoeren: hier kunt u handmatig een adres
(URL) ingeven.
•
•
•
•
Ga: hiermee gaat u achteruit of vooruit door de
pagina's in de geschiedenis.
Opnieuw laden: hiermee laadt u de huidige
pagina opnieuw met bijgewerkte informatie.
Favorieten: hiermee voegt u de huidige pagina
toe aan uw lijst met favorieten of opent u deze
lijst.
URL verzenden: hiermee verzendt u de URL van
de huidige pagina via SMS of e-mail.
Naar Bureaublad-weergave/Naar SmartFitweergave: hiermee wijzigt u de weergave van de
browser.
Opslaan: hiermee slaat u de geselecteerde
afbeelding of pagina op.
Paginadetails: hiermee geeft u de eigenschappen
van de pagina weer.
Browseropties: hier kunt u de diverse
instellingen voor de browser wijzigen.
Cache: hier kunt u de cachemodus wijzigen of de
cache legen. De cache is een tijdelijk geheugen
waarin recent bekeken webpagina's worden
opgeslagen.
Browser (menu 4)
Werkwijze
Menuopties
Actie
53
Menuopties
Cookies: hiermee kunt u de acceptatie van
cookies wijzigen en cookies verwijderen. Cookies
zijn stukjes persoonlijke gegevens die tijdens het
surfen naar de webserver worden verzonden.
Voorkeuren: hiermee wijzigt u de
browserweergave en de geluidsinstellingen.
Certificaten: hiermee geeft u gegevens van
certificaten weer.
Browserinfo: hiermee geeft u de versie- en
copyrightgegevens van de browser weer.
De browser afsluiten
Druk op [ ] om de netwerkverbinding te verbreken
en de browser af te sluiten.
URL invoeren (menu 4.2)
In dit menu kunt u handmatig een URL-adres ingeven
en de betreffende webpagina openen.
U voegt u de ingevoerde URL toe aan de lijst met
favorieten door Favoriet toevoegen te selecteren.
54
Favorieten (menu 4.3)
Gebruik dit menu om URL-adressen op te slaan zodat
u snel naar een webpagina kunt gaan.
Een favoriet toevoegen
1. Druk op <VoegToe>. Als een favoriet al is
opgeslagen, drukt u op <Opties> en kiest u
Favoriet toevoegen.
2. Geef een titel in voor de favoriet en druk op
[Omlaag].
3. Geef een URL-adres in en druk op <Opslaan>.
Een pagina uit de favorieten openen
Als u een favoriet selecteert, wordt de webbrowser
gestart en de desbetreffende webpagina geopend.
Opties voor favorieten
Druk in het scherm Favorieten op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
• Ga naar: hiermee opent u de webpagina met
favoriet.
•
•
•
•
Opgeslagen pagina's (menu 4.4)
Deze optie biedt toegang tot de lijst met pagina's die u
hebt opgeslagen tijdens het surfen.
U kunt een lijst openen met pagina's die u onlangs
hebt geopend.
Als u een URL in de lijst selecteert, wordt de
betreffende webpagina geopend.
Cache leegmaken (menu 4.6)
Browser (menu 4)
•
Geschiedenis (menu 4.5)
Menuopties
•
Ga naar startpagina: hiermee gaat u naar de
startpagina.
URL invoeren: hier kunt u handmatig een adres
(URL) ingeven.
Favoriet wijzigen: hiermee wijzigt u het URLadres en de naam van de favoriete pagina.
Favoriet toevoegen: hiermee voegt u een
nieuwe favoriet toe.
URL verzenden: hiermee verzendt u de URL van
de favoriet via SMS of e-mail.
Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde favoriet of alle favorieten.
In dit menu kunt u de gegevens wissen die tijdelijk
zijn opgeslagen in de cache.
Browserinstellingen (menu 4.7)
Via dit menu kunt u een verbindingsprofiel selecteren
dat moet worden gebruikt voor de draadloze
verbinding met internet. U kunt ook een profiel
toevoegen of wijzigen.blz. 103
Als u een koppeling selecteert, maakt de telefoon
verbinding met internet en wordt de gekoppelde
pagina geopend.
55
Menuopties
Berichten
(menu 5)
Via het menu Berichten kunt u SMS-, MMS- en
e-mailberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u
functies voor serverberichten en infoberichten
gebruiken.
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Berichten om dit menu te openen.
Bericht maken (menu 5.1)
Gebruik dit menu om berichten te maken en te
verzenden.
SMS-bericht (menu 5.1.1)
Met SMS (Short Message Service) kunt u
tekstberichten met eenvoudige afbeeldingen,
animaties en melodieën verzenden en ontvangen.
1. Geef het bericht in.
Het maximumaantal tekens dat in een bericht is
toegestaan, varieert per provider. Als het
maximumaantal tekens in een bericht wordt
overschreden, wordt het bericht gesplitst.
56
2. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven voor het maken van een bericht:
• Opslaan en verzenden: hiermee wordt het
bericht in Postvak UIT opgeslagen en
vervolgens verzonden.
• Alleen verzenden: hiermee wordt het bericht
alleen verzonden.
• Invoegen: hiermee voegt u een
standaardbericht, vermelding uit de
telefoonlijst of een favoriet toe aan de tekst.
• Afbeelding toevoegen/Animatie
toevoegen/Melodie toevoegen: hiermee
voegt u een eenvoudige afbeelding, animatie of
melodie toe.
• Bijvoegen: hiermee voegt u gegevens van een
contactpersoon als visitekaartje of
agendagegevens als databestand toe.
• Opslaan in: hiermee slaat u het bericht op in
een andere postbus.
• Taal kiezen: hiermee wijzigt u de taal voor de
T9-invoerstand.
•
•
MMS (Multimedia Message Service) is een service
waarmee u berichten met een combinatie van tekst,
afbeeldingen, videoclips en geluidsbestanden van de
ene telefoon naar een andere telefoon of naar een
e-mailadres kunt verzenden.
1. Selecteer de regel Onderwerp.
2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op
[
].
• De maximaal toegestane grootte voor een
bericht kan per provider verschillen.
• Afhankelijk van het type bestand of
DRM-systeem (Digital Rights Management)
is het mogelijk dat bepaalde bestanden niet
kunnen worden doorgestuurd.
Berichten (menu 5)
MMS-bericht (menu 5.1.2)
3. Selecteer de regel Afbeelding en video of Geluid
en voeg een afbeelding, videoclip of een
geluidsbestand toe.
Menuopties
Tekstopmaak: hiermee wijzigt u de opmaak.
Invoermethode: hiermee wijzigt u de
tekstinvoerstand.
3. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u
Opslaan en verzenden of Alleen verzenden.
4. Geef een bestemmingsnummer in.
Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt
verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in.
5. Druk op [
] om het bericht te verzenden.
4. Selecteer de regel Bericht.
5. Geef de tekst van het bericht in en druk op [
].
6. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee wijzigt u het onderwerp of
de tekst van het bericht.
• Afbeelding wijzigen/Video wijzigen/Geluid
wijzigen: hiermee vervangt u een toegevoegd
item.
• Voorbeeld: hiermee kunt u het bericht
bekijken zoals het wordt weergegeven op de
telefoon van de ontvanger.
57
Menuopties
•
•
•
•
•
•
•
•
58
Tonen: hiermee opent u de geselecteerde
bijlage.
Verzenden: hiermee verzendt u het bericht.
Opslaan in: hiermee slaat u het bericht op in
een andere postbus.
Pagina toevoegen: hiermee voegt u pagina's
toe. Blader naar een pagina door op [Links] of
[Rechts] te drukken.
Pagina verwijderen: hiermee verwijdert u
een toegevoegde pagina.
Pagina wijzigen: hiermee wijzigt u hoelang
de pagina wordt weergegeven of gaat u een
pagina verder.
Bijvoegen: hiermee voegt u vermeldingen in
de telefoonlijst als visitekaartjes, of
agendagegevens als databestand toe, of voegt
u documentbestanden toe die zijn opgeslagen
in de map Andere bestanden.
Onderwerp verwijderen/Bericht
verwijderen/Media verwijderen/Geluid
verwijderen/Verwijderen: hiermee
verwijdert u een toegevoegd item.
7. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u
Verzenden.
8. Geef een telefoonnummer of e-mailadres in.
Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt
verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in.
9. Druk op [
] om het bericht te verzenden.
E-mail (menu 5.1.3)
U kunt e-mailberichten met tekst, geluiden en
afbeeldingen maken en verzenden. Als u deze functie
wilt gebruiken, moet u zich abonneren op een
e-mailservice en uw e-mailprofiel en -account
instellen.blz. 70
1. Selecteer de regel Onderwerp.
2. Geef het onderwerp van het e-mailbericht in en
druk op [
].
3. Selecteer de regel Bericht.
4. Geef de tekst van het e-mailbericht in en druk op
[
].
5. Selecteer de regel Bijlage toevoegen en
selecteer een van de volgende opties:
•
•
Andere bestanden: hiermee voegt u
documentbestanden toe die zijn opgeslagen in
de map Andere bestanden.
• Verzenden: hiermee verzendt u het
e-mailbericht.
• Opslaan in: hiermee slaat u het e-mailbericht
op in een andere postbus.
• Bijvoegen: hiermee voegt u visitekaartjes of
agenda-items toe als databestand.
6. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee wijzigt u het onderwerp of
de tekst.
Afbeelding toevoegen/Video toevoegen/
Geluid toevoegen/Muziek toevoegen/
Andere bestanden: hiermee voegt u mediaof documentbestanden toe die zijn opgeslagen
in het telefoongeheugen.
• Tonen: hiermee opent u de geselecteerde
bijlage.
• Verzenden: hiermee verzendt u het
e-mailbericht.
• Opslaan in: hiermee slaat u het e-mailbericht
op in een andere postbus.
• Bijvoegen: hiermee voegt u visitekaartjes of
agenda-items toe als databestand.
• Onderwerp verwijderen/Bericht
verwijderen: hiermee verwijdert u het
onderwerp of de tekst.
• Bijlage verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde bijlage.
• Alle bijlagen verwijderen: hiermee
verwijdert u alle bijlagen.
7. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u
Verzenden.
Berichten (menu 5)
Afhankelijk van het type bestand of
DRM-systeem (Digital Rights Management)
is het mogelijk dat bepaalde bestanden niet
kunnen worden doorgestuurd.
•
Menuopties
Afbeelding toevoegen/Video toevoegen/
Geluid toevoegen/Muziek toevoegen:
hiermee voegt u mediabestanden toe die zijn
opgeslagen in het telefoongeheugen.
59
Menuopties
8. Geef een of meer e-mailadressen in.
Als u het e-mailbericht naar meerdere ontvangers
wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in.
9. Druk op [
] om het e-mailbericht te verzenden.
Mijn berichten (menu 5.2)
Via dit menu hebt u toegang tot de berichten die u
hebt ontvangen of verzonden, of waarvan het
verzenden is mislukt.
Postvak IN (menu 5.2.1)
In deze map worden alle berichten opgeslagen
die u hebt ontvangen, met uitzondering van
e-mailberichten.
Berichten bekijken
De volgende symbolen kunnen in de lijst met
berichten worden weergegeven om het type bericht
aan te duiden:
•
SMS
•
MMS
60
•
•
•
•
•
•
MMS-melding ( : wordt opgehaald,
: ophalen mislukt)
Voicemail
Webserverbericht
Configuratiebericht met netwerkparameters
van uw serviceprovider
Infobericht van uw provider.
Afleveringsrapport voor uw verzonden
berichten
• Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights
Management) kunnen berichten met webinhoud
mogelijk niet worden doorgestuurd.
• Met het symbool ! naast een bericht wordt
aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit
heeft. Een grijs berichtsymbool wijst op een lage
prioriteit.
Opties voor berichten
Tijdens het bekijken van een bericht kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
MMS-berichten/MMS-meldingen
• Ophalen: hiermee haalt u het MMS-bericht op van
de MMS-server.
• Beantwoorden via SMS-bericht: hiermee
beantwoordt u de afzender via SMS.
• Beantwoorden via MMS-bericht: hiermee
beantwoordt u de afzender via MMS.
• Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht.
• Overnemen: hiermee neemt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht
over.
• Media kopiëren: hiermee slaat u mediacontent
uit het bericht op in het telefoongeheugen.
• Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht
wordt gewist.
• Details: hiermee geeft u de details van het bericht
weer.
Menuopties
Berichten (menu 5)
SMS-berichten
• Antwoorden via: hiermee stuurt u een antwoord
naar de afzender via SMS of MMS.
• Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht.
• Verplaatsen naar telefoon/Verplaatsen naar
SIM: hiermee verplaatst u berichten van de
SIM-kaart naar het telefoongeheugen en vice
versa.
• Overnemen: hiermee neemt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht
over.
• Media kopiëren: hiermee slaat u mediacontent
uit het bericht op in het telefoongeheugen.
• Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht
wordt gewist. U kunt alleen berichten beveiligen
die zijn opgeslagen in het telefoongeheugen.
• Nr. blokkeren: hiermee voegt u het nummer van
de afzender toe aan de blokkeerlijst zodat de
berichten van de afzender worden geweigerd.
61
Menuopties
Configuratieberichten
• Installeren: hiermee past u de in het bericht
opgegeven configuratie toe op de telefoon.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht.
• Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht
wordt gewist.
Serverberichten
• Ga naar URL: hiermee maakt u verbinding met de
URL in het bericht.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht.
• Overnemen: hiermee neemt u URL's,
e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht
over.
• Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht
wordt gewist.
Infoberichten
• Opslaan: hiermee slaat u het bericht op in het
telefoongeheugen.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht.
62
•
Overnemen: hiermee neemt u URL's,
e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht
over.
Ontvangstbevestiging
• Verwijderen: hiermee verwijdert u de
ontvangstbevestiging.
• Overnemen: hiermee neemt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit de
ontvangstbevestiging over.
• Beveiliging: hiermee voorkomt u dat de
ontvangstbevestiging wordt verwijderd.
Concepten (menu 5.2.2)
Deze map bevat berichten die u hebt opgeslagen om
ze later te verzenden.
Als u een bericht selecteert, wordt dit in de wijzigstand
geopend zodat u het kunt bewerken en verzenden.
Postvak UIT (menu 5.2.3)
•
In deze map worden berichten opgeslagen die worden
verzonden of waarvan het verzenden is mislukt.
Verzonden berichten (menu 5.2.4)
In deze map worden berichten opgeslagen die u hebt
verzonden.
Tijdens het bekijken van een bericht kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
• Overnemen: hiermee neemt u URL's,
e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht
over.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht.
• Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht
wordt gewist.
• Details: hiermee geeft u de details van het bericht
weer.
Berichten (menu 5)
Tijdens het bekijken van een bericht kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Opnieuw verzenden: hiermee verzendt u het
bericht opnieuw.
• Doorsturen: hiermee kunt u het bericht naar
anderen doorsturen.
• Overnemen: hiermee neemt u URL's,
e-mailadressen en telefoonnummers uit het bericht
over.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bericht.
• Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bericht
wordt gewist.
Menuopties
De status van het bericht wordt door middel van de
volgende symbolen aangeduid:
•
wordt verzonden
•
verzenden mislukt
Details: hiermee geeft u de details van het bericht
weer.
63
Menuopties
E-mail Postvak IN (menu 5.2.5)
In deze map worden e-mailberichten opgeslagen die u
hebt ontvangen.
Een e-mailbericht bekijken
1. Selecteer een e-mailaccount.
2. Druk op <Ja> wanneer Controleren op nieuwe
e-mail wordt weergegeven, of druk op <Opties>
en selecteer Controleren op nieuwe e-mail. De
telefoon maakt verbinding met de e-mailserver en
nieuwe e-mailberichten worden gedownload.
De volgende pictogrammen kunnen in de lijst
worden weergegeven om de status van het
e-mailbericht aan te geven:
•
opgehaald van de server
•
wordt opgehaald
•
ophalen mislukt
Met het symbool ! naast een bericht wordt
aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit
heeft. Een grijs berichtsymbool betekent dat het
bericht een lage prioriteit heeft.
64
3. Selecteer een e-mailbericht of een berichtkop.
4. Druk op [ ] of [ ] om andere pagina's in het
e-mailbericht te verzenden.
5. Druk op [Links] of [Rechts] om het vorige of
volgende e-mailbericht te verzenden.
Opties voor e-mailberichten
Terwijl u het e-mailbericht of de berichtkop bekijkt,
kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties
weer te geven:
• Ophalen: hiermee haalt u de tekst van het
e-mailbericht op van de e-mailserver.
• Beantwoorden: hiermee stuurt u de afzender of
de afzender en alle ontvangers een antwoord.
• Doorsturen: hiermee kunt u het e-mailbericht
naar anderen doorsturen
• Verwijderen: hiermee wist u het e-mailbericht.
• Nr. blokkeren: hiermee voegt u het e-mailadres
van de afzender of het onderwerp toe aan de
filterlijst, zodat e-mailberichten van dat adres of
met dat onderwerp worden geweigerd.
•
•
Mijn mappen (menu 5.2.6)
Met dit menu kunt u nieuwe mappen maken en uw
berichten ordenen.
Een nieuwe map maken
1. Druk op <Ja>.
2. Geef een mapnaam in en druk op <OK>.
Opties voor mappen
Druk in de lijst met mappen op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
•
•
Openen: hiermee opent u de geselecteerde map.
Map toevoegen: hiermee voegt u een nieuwe
map toe.
Naam map wijzigen: hiermee wijzigt u de naam
van de map.
Verwijderen: hiermee verwijdert u de
geselecteerde map.
Berichten (menu 5)
•
•
•
Menuopties
•
Overnemen: hiermee neemt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het
e-mailbericht over.
Media kopiëren: hiermee slaat u de bijlagen van
het e-mailbericht op in het geheugen van de
telefoon.
Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het
e-mailbericht wordt verwijderd.
Details: hiermee bekijkt u de eigenschappen van
het e-mailbericht.
Standaardberichten (menu 5.3)
Met dit menu kunt u standaardberichten maken en
gebruiken voor berichten die u veel gebruikt.
Standaard SMS-berichten (menu 5.3.1)
U kunt standaard SMS-berichten maken met zinnen
die u vaak gebruikt, zodat u deze kunt ophalen en
invoegen wanneer u een SMS-bericht opstelt.
Een standaardbericht maken
1. Selecteer een lege locatie.
2. Geef een bericht in en druk op <OK>.
65
Menuopties
Opties voor standaardberichten
Druk in de lijst met standaardberichten op <Opties>
om de volgende opties weer te geven:
• Wijzigen: hiermee wijzigt u het geselecteerde
standaardbericht.
• Bericht verzenden: hiermee kunt u een nieuw
bericht opstellen en verzenden.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het
geselecteerde standaardbericht.
• Nieuwe toevoegen: hiermee voegt u een nieuw
standaardbericht toe.
Standaard MMS-berichten (menu 5.3.2)
U kunt vooraf geïnstalleerde standaard MMS-berichten
of standaardberichten die u hebt opgeslagen
gebruiken bij het opstellen van een MMS-bericht.
Druk in de lijst met standaardberichten op <Opties>
om de volgende opties weer te geven:
• Tonen: hiermee opent u het geselecteerde
standaardbericht.
• Wijzigen: hiermee wijzigt u het standaardbericht.
66
•
•
Verzenden: hiermee kunt u een nieuw bericht
opstellen en verzenden.
Verwijderen: hiermee verwijdert u het
geselecteerde standaardbericht of alle
standaardberichten, behalve de vooraf
gedefinieerde standaardberichten.
Alles verwijderen (menu 5.4)
Met dit menu kunt u alle berichten uit de verschillende
berichtenmappen tegelijk verwijderen.
1. Druk op [
] om de berichtenmappen te
selecteren die u leeg wilt maken.
Als u twee keer op de toets drukt, worden de
berichttypen weergegeven zodat u kunt opgeven
welke typen moeten worden gewist.
2. Druk op <Wissen>.
3. Druk op [
] om het selectievakje in te
schakelen voor het verwijderen van beveiligde
berichten en druk vervolgens op <Ja>.
4. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen.
Instellingen (menu 5.5)
SMS-berichten (menu 5.5.1)
•
•
Berichten (menu 5)
Via dit menu kunt u de SMS-instellingen wijzigen.
• Verzendinstellingen: hier stelt u de opties voor
het verzenden van SMS-berichten in:
Antwoordpad: hiermee verzendt u met uw
bericht een verzoek om een leesbevestiging.
Afleverbericht: hier kunt u instellen dat u op de
hoogte wordt gesteld wanneer uw berichten zijn
afgeleverd.
Ondersteunde tekenset: hier selecteert u een
tekenset. Als u Automatisch selecteert, wordt de
tekenset gewijzigd van GSM-alfabet in Unicode
zodra u een Unicode-teken ingeeft. Het gebruik
van de Unicode-tekenset brengt het maximum
aantal tekens in een bericht ongeveer tot de helft
terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt
op uw telefoon standaard Automatisch gebruikt als
tekenset.
•
Drager selecteren: selecteer hetzij GSM, hetzij
GPRS-voorkeur, afhankelijk van uw netwerk.
Nr. blokkeren: hier slaat u de telefoonnummers
op waarvan u berichten wilt weigeren.
Huidig profiel: hiermee selecteert u een profiel
voor de SMS-instellingen.
Profielinstellingen: hiermee stelt u de
eigenschappen van elk profiel in.
SMS-centrale: hier kunt u het nummer van de
SMS-server opslaan of wijzigen.
Standaardbestemming: hier geeft u de
standaardbestemming in. Deze wordt
weergegeven in het eerste veld in het veld
Ontvangers.
Standaardtype: hier stelt u het
standaardberichttype in. De provider zet de
berichten om in de gekozen indeling.
Geldigheidsduur: hier stelt u in hoelang uw
berichten op de SMS-server opgeslagen moeten
blijven.
Naam instelling: hier geeft u een profielnaam in.
Menuopties
Met dit menu kunt u verschillende opties instellen voor
het gebruik van de berichtenservice.
67
Menuopties
MMS-berichten (menu 5.5.2)
Via dit menu kunt u de MMS-instellingen wijzigen.
• Verzendinstellingen: hier kunt u de opties voor
het verzenden van MMS-berichten instellen:
Afleverbericht: hier stelt u in dat u op de hoogte
moet worden gesteld wanneer uw berichten zijn
afgeleverd.
Adres verbergen: hiermee stelt u in dat uw adres
moet worden verborgen op de telefoon van de
ontvanger.
Leesbevestiging: hiermee verzendt u met uw
berichten een verzoek om een leesbevestiging.
Prioriteit: hiermee kunt u een prioriteit instellen
voor uw berichten.
Vervaldatum: hier stelt u in hoelang uw berichten
op de MMS-server opgeslagen moeten blijven.
Aflevertijd: hier stelt u in hoelang moet worden
gewacht voordat berichten worden verzonden.
Grootte uitgaand bericht: hiermee selecteert u
een maximumgrootte voor bijgevoegde items voor
berichten.
68
•
Ophaalinstellingen: hiermee stelt u de opties in
voor het ontvangen van MMS-berichten:
Onbekende afzenders weigeren: hiermee
weigert u berichten van onbekende afzenders.
Reclame toestaan: hiermee accepteert u
reclame.
Informatie toestaan: hiermee accepteert u
infoberichten.
Rapport zenden: hier stelt u in dat de afzender
op de hoogte moet worden gesteld wanneer u zijn
bericht hebt ontvangen.
Ontvangst eigen netwerk: hier geeft u op of
nieuwe berichten automatisch moeten worden
opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van
uw eigen provider bevindt.
Ontvangst roamingnetwerk: hier geeft u op of
nieuwe berichten automatisch moeten worden
opgehaald wanneer u zich in het servicegebied van
een ander netwerk bevindt.
Via dit menu kunt u standaard e-mailinstellingen
wijzigen.
U kunt het e-mailprofiel en de instellingen voor de
e-mailaccount niet wijzigen tijdens het ophalen of
verzenden van e-mailberichten.
•
Verzendinstellingen: hier kunt u de opties
instellen voor het verzenden van e-mailberichten.
Berichten (menu 5)
E-mailberichten (menu 5.5.3)
Kopie verzenden naar uzelf: hiermee verzendt
u een kopie van uw e-mailberichten naar uw
e-mailaccount.
Afleverbericht: hier stelt u in dat u een melding
van het netwerk ontvangt wanneer uw
e-mailberichten zijn afgeleverd.
Leesbevestiging: hiermee verzendt u een
verzoek om een leesbevestiging mee met het
e-mailbericht.
Antwoordadres: hier stelt u een e-mailadres in
voor het ontvangen van leesbevestigingen van
ontvangers van uw e-mailberichten.
Prioriteit: hiermee stelt u de prioriteit van
e-mailberichten in.
Inclusief handtekening: hiermee voegt u uw
naam, telefoonnummer, een eenvoudig memo of
een vaste regel toe aan uw e-mailberichten.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam in uw
handtekening.
Telefoonnummer wijzigen: hiermee wijzigt u
het telefoonnummer in uw handtekening.
Menuopties
•
De volgende opties zijn beschikbaar voor
ontvangst binnen thuisnetwerk en ontvangst in
buitenland:
- Automatisch: berichten worden automatisch
opgehaald van de server.
- Weigeren: alle berichten worden geweigerd.
- Handmatig: er wordt een melding op de
telefoon weergegeven. Met de optie Ophalen
kunt u nieuwe berichten handmatig downloaden.
Profiel: hiermee selecteert u een
verbindingsprofiel voor MMS. U kunt ook een
profiel maken of bewerken.blz. 103
69
Menuopties
•
70
Opmerking wijzigen: hiermee wijzigt u de vaste
regel in uw handtekening.
Ontvanginstellingen: hier kunt u de opties
instellen voor het ontvangen van e-mailberichten:
Controle-interval: hiermee geeft u op hoe vaak
op de server moet worden gecontroleerd of er
e-mailberichten zijn binnengekomen. Als u Niet
melden selecteert, kunt u de functie Controleren
op nieuwe e-mail gebruiken om handmatig te
controleren of er e-mailberichten zijn
binnengekomen.
Leesbevestiging: hiermee geeft u op of de
telefoon een leesbevestiging verzendt voor
inkomende e-mailberichten. Als u
Antwoordherinnering selecteert, wordt u
gevraagd een leesbevestiging te verzenden.
Weigeren indien groter dan: hiermee geeft u de
maximum toegestane grootte voor inkomende
e-mailberichten op. De telefoon weigert
e-mailberichten die de opgegeven grootte
overschrijden.
•
•
Downloadmethode: hier stelt u in of alleen de
e-mailberichtkoppen worden gedownload of de
berichtkoppen en de tekst van het bericht.
Kopie van berichten op server laten: kopieën
van e-mailberichten blijven na het ophalen op de
e-mailserver staan.
Blokkeerlijst: hier kunt u e-mailadressen of
onderwerpen opgeven zodat berichten van die
adressen of met die onderwerpen worden
geweigerd.
E-mailaccount: hiermee stelt u uw e-mailaccount
in en selecteert u welke account moet worden
gebruikt.
Huidig account: hier selecteert u een account.
Accountinstellingen: hiermee configureert u
e-mailaccounts met verschillende e-mailservers.
Stel voor elke account de gewenste opties in:
- Accountnaam: hier geeft u een naam in voor de
geselecteerde account.
- Gebruikersnaam: hier geeft u een
gebruikersnaam in.
- POP3-poort: hier geeft u het nummer van de
POP3-poort in.
- Gebruikersnaam: hier geeft u de POP3gebruikersnaam in.
- Wachtwoord: hier geeft u het POP3wachtwoord in.
- SMTP-verificatie gebruiken: hiermee schakelt
u SMTP-verificatie in, waardoor de gebruiker zich
moet aanmelden voordat deze e-mailberichten
kan verzenden.
- Zelfde als POP3: kies of u voor de SMTP-server
dezelfde parameters wilt gebruiken als voor de
POP3-server.
- SMTP-gebruikersnaam: hier geeft u de
SMTP-gebruikersnaam in.
- SMTP-wachtwoord: hier geeft u het
SMTP-wachtwoord in.
- APOP aanmelden: hiermee maakt u een
verbinding met de server met behulp van de
APOP-aanmeldprocedure.
Menuopties
Berichten (menu 5)
- E-mailadres: hier geeft u uw e-mailadres in.
- SMTP-server: hier geeft u het IP-adres of de
hostnaam van de server voor de uitgaande
e-mailberichten in.
- SMTP-poort: hier geeft u het nummer van de
SMTP-poort in.
- Eerst verbinden met POP3-server/Eerst
verbinden met IMAP4-server: hiermee wordt
verbinding gemaakt met de POP3- of IMAP4server voor verificatie voordat er verbinding
wordt gemaakt met de SMTP-server voor het
verzenden van e-mailberichten.
- Protocoltype: hier selecteert u het protocol voor
de server voor inkomende e-mailberichten. De
overige opties zijn afhankelijk van de instellingen
voor het protocoltype.
Als het protocoltype POP3 is:
- POP3-server: hier geeft u het IP-adres of de
hostnaam in van de server voor de inkomende
e-mailberichten.
71
Menuopties
- Beveiligde verbinding: hiermee wordt een
beveiligde verbinding voor de e-mailservice
gebruikt.
Als het protocoltype IMAP4 is:
- IMAP4-server: hier geeft u het IP-adres of de
hostnaam in van de server voor de inkomende
e-mailberichten.
- IMAP4-port: hier geeft u het nummer van de
IMAP4-poort in.
- Gebruikersnaam: hier geeft u de IMAP4gebruikersnaam in.
- Wachtwoord: hier geeft u het IMAP4wachtwoord in.
- SMTP-verificatie gebruiken: hiermee schakelt
u SMTP-verificatie in, waardoor de gebruiker zich
moet aanmelden voordat deze e-mailberichten
kan verzenden.
- Zelfde als IMAP4: kies of u voor de
SMTP-server dezelfde parameters wilt gebruiken
als voor de IMAP4-server.
72
•
- SMTP-gebruikersnaam: hier geeft u de
SMTP-gebruikersnaam in.
- SMTP-wachtwoord: hier geeft u het
SMTP-wachtwoord in.
- Inclusief bijlagen: als u deze optie selecteert,
kunt u e-mailberichten met bijlagen ophalen.
- Ophaallimiet e-mail: hier stelt u het aantal
berichtkoppen in dat u wilt ophalen van de
server.
- Beveiligde verbinding: er wordt een beveiligde
verbinding voor de e-mailservice gebruikt.
E-mailprofiel: hiermee selecteert u een
verbindingsprofiel voor e-maildiensten. U kunt ook
een profiel maken of wijzigen.blz. 103
Serverberichten (menu 5.5.4)
U kunt de instellingen wijzigen voor het ontvangen van
serverberichten van de draadloze webserver.
• Ontvangen: hiermee stelt u in hoe
serverberichten worden ontvangen.
• Blokkeerlijst: hier kunt u geblokkeerde
serveradressen beheren.
Mijn bestanden (menu 6)
U kunt de instellingen voor het ontvangen van
infoberichten wijzigen.
• Ontvangen: hier geeft u op of u infoberichten wilt
ontvangen of niet.
• Kanaallijst: hiermee geeft u de kanalen aan
waarvan u infoberichten wilt ontvangen. Neem
voor meer informatie contact op met uw provider.
• Taal: hiermee selecteert u de voorkeurstalen
waarin infoberichten worden weergegeven.
Via het menu Mijn bestanden kunt u afbeeldingen,
video's, muziekbestanden en geluidsbestanden
openen die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen.
Via dit menu kunt u zien hoeveel geheugen
momenteel wordt gebruikt voor elke map.
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Mijn bestanden om dit menu te openen.
Tips voor DRM (Digital Rights Management)
Mijn bestanden (menu 6)
Geheugenstatus (menu 5.6)
Menuopties
Infoberichten (menu 5.5.5)
In verband met het DRM-systeem (Digital Rights
Management) is het mogelijk dat u een sleutel nodig
hebt om bepaalde media-items die u hebt gedownload
van het internet of via MMS hebt ontvangen, te
kunnen openen.
U kunt de sleutel aanvragen bij de website die de
rechten op de inhoud heeft. Gebruik hiervoor de optie
Sleutel activeren.
De lijst kan de volgende pictogrammen bevatten:
•
: item met geldige sleutel dat kan worden
doorgestuurd.
•
: item zonder geldige sleutel dat kan worden
doorgestuurd.
73
Menuopties
•
•
: item met geldige sleutel dat niet kan worden
doorgestuurd.
: item zonder geldige sleutel dat niet kan
worden doorgestuurd.
Uw provider ondersteunt alleen DRM-bestanden met
onbeperkte toegang of toegang op basis van
aantallen.
Afbeeldingen (menu 6.1)
Dit menu bevat foto's die u hebt genomen en
afbeeldingen die u hebt gedownload, ontvangen in
berichten of geïmporteerd via uw computer.
Een afbeelding bekijken
1. Selecteer een map met afbeeldingen.
2. Selecteer een afbeelding.
Een diapresentatie bekijken
U kunt uw foto's in de vorm van een diapresentatie
bekijken, waarbij alle foto's in de huidige map
achtereenvolgens worden weergegeven.
1. Selecteer Foto's.
74
2. Druk op <Opties> en selecteer Diapresentatie.
3. Selecteer een weergavesnelheid. De diapresentatie
begint.
4. Druk op <Stoppen> om de diapresentatie te
stoppen.
Opties voor afbeeldingen
Terwijl u een afbeelding bekijkt, kunt u op <Opties>
drukken om de volgende opties weer te geven:
• Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met
afbeeldingen.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
• Instellen als: hiermee stelt u de afbeelding in als
achtergrond of als beller-identificatie voor een
vermelding in de telefoonlijst.
• Wijzigen: hier kunt u de afbeelding bewerken met
behulp van de functie Foto bewerken als het een
foto betreft die u met de camera van de telefoon
hebt gemaakt.blz. 45
•
•
•
•
•
In dit menu worden videoclips weergegeven die u hebt
opgenomen of gedownload, die u in een bericht hebt
ontvangen of hebt geïmporteerd uit uw computer.
Videoclips die zijn opgenomen met andere
apparaten, zoals camcorders, worden mogelijk niet
goed afgespeeld.
Mijn bestanden (menu 6)
•
Video's (menu 6.2)
Menuopties
•
•
Sleutel activeren: hiermee haalt u een
licentiesleutel op als de sleutel voor het
geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is.
Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
Verplaatsen naar Favoriete afbeeldingen/
Verplaatsen naar Foto's/Verplaatsen naar
Gedownloade afbeeldingen: hiermee verplaatst
u het bestand naar een andere map.
Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand of alle bestanden delen met
andere Bluetooth-apparaten.
Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand
wordt gewist.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bestand weer.
Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven
licentiesleutels.
Videoclips afspelen
1. Selecteer een map met video's.
2. Selecteer een videoclip.
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Toets
Functie
Hiermee onderbreekt of hervat u het
afspelen.
Links
Hiermee gaat u terug naar het vorige
bestand. Als u de toets ingedrukt houdt,
gaat u in een bestand terug.
75
Menuopties
Toets
Functie
Rechts
Hiermee gaat u naar het volgende
bestand. Als u de toets ingedrukt houdt,
gaat u in een bestand vooruit.
/
Omlaag
•
Hiermee regelt u het volume.
Hiermee stopt u het afspelen.
Opties voor videoclips
Druk na het afspelen op <Opties> om de volgende
opties weer te geven:
• Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met
video's.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
• Instellen als achtergrond: hiermee stelt u de
videoclip (als deze is opgeslagen als 3GP-bestand)
in als achtergrond voor het display.
• Sleutel activeren: hiermee haalt u een
licentiesleutel op als de sleutel voor het
geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is.
76
•
•
•
•
•
•
Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
Verplaatsen naar Favoriete video's/
Verplaatsen naar Videoclips/Verplaatsen naar
Gedownloade video's: hiermee verplaatst u het
bestand naar een andere map.
Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand of alle bestanden delen met
andere Bluetooth-apparaten.
Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand
wordt gewist.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bestand weer.
Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven
licentiesleutels.
Muziek (menu 6.3)
In dit menu worden MP3-bestanden weergegeven die
u hebt gedownload of die u uit uw computer hebt
geïmporteerd.
Selecteer een bestand. De mediaspeler wordt
geopend.blz. 41
Dit menu bevat spraakmemo's die u hebt opgenomen
en geluidsbestanden die u hebt gedownload,
ontvangen in berichten of geïmporteerd uit uw
computer.
Een geluidsbestand afspelen
1. Selecteer een map met geluiden.
2. Selecteer een geluidsbestand. Zie
Spraakrecorder voor het beluisteren van een
spraakmemo.blz. 44
Opties voor geluidsbestanden
Tijdens het afspelen van een muziekbestand kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
•
•
•
•
•
Mijn bestanden (menu 6)
Geluiden (menu 6.4)
•
Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met
geluiden.
Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
Instellen als: hiermee stelt u het geluid in als
beltoon voor inkomende oproepen of als beltoon
voor een vermelding in de telefoonlijst.
Sleutel activeren: hiermee haalt u een
licentiesleutel op als de sleutel voor het
geselecteerde DRM-bestand niet meer geldig is.
Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
Verplaatsen naar Favoriete geluiden/
Verplaatsen naar Spraakmemolijst/
Verplaatsen naar Gedownloade geluiden:
hiermee verplaatst u het bestand naar een andere
map.
Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand of alle bestanden delen met
andere Bluetooth-apparaten.
Menuopties
Als u in dit menu een bestand afspeelt dat niet is
toegevoegd aan de playlist in de muziekspeler,
wordt het afspelen op de achtergrond niet
ondersteund.
•
77
Menuopties
•
•
•
Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand
wordt gewist.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bestand weer.
Sleutelbeheer: hiermee beheert u de verworven
licentiesleutels.
Andere bestanden (menu 6.5)
U kunt met de volgende toetsen het document
bekijken:
Toets
Functie
Omhoog/
Omlaag/
Links/
Rechts
Hiermee kunt u binnen de pagina
navigeren.
Via dit menu kunt u documenten en bestanden in
diverse indelingen die in het telefoongeheugen zijn
opgeslagen, bekijken zonder dat deze beschadigd
raken. Beschikbare bestandsindelingen zijn DOC, XLS,
PPT, PDF en TXT.
78
/1
Hiermee zoomt u in.
/3
Hiermee zoomt u uit.
Hiermee wordt het document
aangepast aan de paginagrootte.
Een bestand bekijken
2
Selecteer een bestand. Picsel File Viewer wordt gestart
en het bestand wordt geopend.
Hiermee gaat u terug naar de eerste
pagina.
4
Hiermee gaat u terug naar de vorige
pagina.
5
Hiermee draait u het document.
6
Hiermee gaat u naar de volgende
pagina.
• Afhankelijk van de bestandsgrootte of de
geheugencapaciteit van Picsel File Viewer is het
mogelijk dat een bestand niet op de juiste manier
wordt geopend.
• Als een document talen bevat die niet worden
ondersteund door Picsel File Viewer, wordt de
inhoud van het document niet goed weergegeven.
Functie
8
Hiermee gaat u naar de laatste
pagina.
Opties voor documenten
Terwijl u een document bekijkt, kunt u op <Opties>
drukken om de volgende opties weer te geven:
• Weergave met volledig scherm/Normale
weergave: hiermee wijzigt u de weergave in
Weergave met volledig scherm of Normale
weergave.
• Zoomen: hiermee zoomt u in- of uit.
• Passend maken: hiermee kunt u het document
aanpassen aan de paginagrootte, of de breedte of
hoogte van het scherm.
• Ga naar: hiermee gaat u naar een andere pagina
in het document.
•
•
•
•
•
•
•
Roteren: hiermee draait u het document.
Scherm pannen/Normaal pannen: hiermee
wijzigt u de navigatiemodus in per scherm of per
vooraf ingestelde pixel.
Besturingsbalk verbergen/Besturingsbalk
weergeven: hiermee kunt u de besturingsbalk
met snelkoppelingen in de weergave met volledig
scherm verbergen of weergeven.
Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
Verwijderen: hiermee verwijdert u het
geselecteerde bestand.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
Zichtbaar voor Bluetooth: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand of alle bestanden delen met
andere Bluetooth-apparaten.
Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand
wordt gewist.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bestand weer.
Mijn bestanden (menu 6)
Hiermee wijzigt u de weergave in
Weergave met volledig scherm of
Normale weergave.
•
•
Menuopties
Toets
79
Menuopties
•
Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer
van de toetsen die u kunt gebruiken in Picsel File
Viewer.
Geheugenstatus (menu 6.6)
Via dit menu kunt geheugeninformatie bekijken voor
media-items in het geheugen van de telefoon. Voor
het telefoongeheugen drukt u op [Links] of [Rechts]
om de geheugenstatus te bekijken op grootte of op
aantal items.
Agenda (menu 7)
Via het menu Agenda kunt u uw dagelijkse afspraken
bijhouden.
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Agenda om dit menu te openen.
De agenda bekijken
Als u het menu Agenda opent, wordt de agenda in de
maandweergave weergegeven, waarin de huidige
datum wordt aangegeven met een blauw vak.
80
Een dag selecteren
•
•
•
Druk op [Links] of [Rechts] om naar een andere
dag te gaan.
Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om naar een
andere week te gaan.
Druk op [ / ] om naar een andere maand te
gaan.
Opties voor de kalender
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Weergavevorm: hiermee wijzigt u de weergave
van de agenda.blz. 83
• Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe.
volgende gedeelte
• Ga naar: hiermee gaat u naar de huidige datum of
geeft u een bepaalde datum op.
• Sorteren op: hiermee kunt u items op type
sorteren.
•
U kunt terugkerende items alleen verwijderen in
de dagweergave.
•
Een agenda-item toevoegen
In de agenda kunt u afspraken, verjaardagen, notities
en taken opslaan. U kunt meerdere items op een dag
opslaan.
Een afspraak ingeven
1. Selecteer een datum in de kalender.
2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Afspraak.
3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Onderwerp: hier geeft u een titel voor de
afspraak in.
Details: hier geeft u de details van de afspraak
in.
Begindatum en Begintijd: hier geeft u de
begindatum en -tijd voor de afspraak in.
am/pm: hier selecteert u am of pm in de
12-uursnotatie.
Einddatum en Eindtijd: hier geeft u de
einddatum en -tijd voor de afspraak in.
am/pm: hier selecteert u am of pm in de
12-uursnotatie.
Locatie: hier geeft u gegevens in over de
locatie van de afspraak.
Alarm: hiermee stelt u een alarm in voor de
afspraak.
Vóór: hier stelt u in hoelang voor de begintijd
van de afspraak het alarm moet afgaan om u te
waarschuwen.
Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon.
Herhalen: hier stelt u een herhaalpatroon voor
de afspraak in.
Agenda (menu 7)
•
Gemiste alarms agenda-items: hiermee bekijkt
u items waarvan u het alarm hebt gemist.
Geheugenstatus: hiermee bekijkt u
geheugeninformatie voor de in de agenda
opgeslagen items.
•
Menuopties
Verwijderen: hiermee verwijdert u opgeslagen
items uit de agenda. Er zijn verschillende
verwijderopties.
81
Menuopties
•
Tot: hier stelt u de einddatum voor het
herhaalpatroon voor de afspraak in.
4. Druk op <Opslaan> om de afspraak op te slaan.
Een verjaardag ingeven
1. Selecteer een datum in de kalender.
2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Verjaardag.
3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen:
• Gebeurtenis: hier geeft u de gegevens van de
verjaardag in.
• Datum: hier geeft u de datum in.
• Alarm: hier stelt u een alarm voor de
verjaardag in.
• Vóór: hier stelt u in hoelang voor de
verjaardag het alarm moet afgaan om u te
waarschuwen.
• Alarmtijd: hier geeft u de tijd in waarop het
alarm moet afgaan.
• am/pm: hier selecteert u am of pm in de
12-uursnotatie.
• Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon.
82
Elk jaar herhalen: hiermee wordt u elk jaar
aan de verjaardag herinnerd.
4. Druk op <Opslaan> om de verjaardag op te
slaan.
•
Een notitie ingeven
1. Selecteer een datum in de kalender.
2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Notitie.
3. Geef een notitie in en druk op <Opslaan>
Een taak ingeven
1. Selecteer een datum in de kalender.
2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Taak.
3. Geef gegevens in of wijzig de instellingen:
• Taak: hier geeft u de gegevens voor de taak
in.
• Begindatum: hier geeft u de begindatum in.
• Einddatum: hier geeft u de einddatum in.
• Prioriteit selecteren: hiermee stelt u de
prioriteit in.
4. Druk op <Opslaan> om de taak op te slaan.
Een item bekijken
•
Afspraak
•
Verjaardag
•
Taak
•
Notitie
1. Selecteer een datum in de agenda om de items
voor die dag weer te geven.
2. Selecteer een item om de detailgegevens te
bekijken.
3. Druk op [Links] of [Rechts] om de andere items
voor de geselecteerde dag weer te geven.
Opties
Tijdens het bekijken van een item kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee wijzigt u het item.
•
•
•
Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe.
Verzenden via: hiermee verzendt u het item via
SMS, MMS, e-mail of Bluetooth.
Weergavevorm: hiermee wijzigt u de weergave
van de agenda.
Verwijderen: hiermee wist u het item.
Geheugenstatus: hiermee kunt u
geheugeninformatie bekijken voor de in de agenda
opgeslagen items.
Agenda (menu 7)
Items openen
•
•
Menuopties
Als u items in de agenda hebt ingevoerd, worden
onderaan de agenda de symbolen en het aantal items
op een dag weergegeven.
Items in een andere weergavevorm
bekijken
U kunt de agendaweergave wijzigen in Dagweergave
of Weekweergave. Druk op <Opties> en selecteer
Weergavevorm → dag- of weekweergave.
Dagweergave
In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde
datum bekijken. Selecteer een item om de
detailgegevens te bekijken.
83
Menuopties
De volgende symbolen kunnen verschijnen om de
status van het item aan te duiden:
•
Alarm ingesteld
•
Terugkerend item
•
Prioriteit taak (rood: hoog, blauw: normaal,
grijs: laag)
•
Voltooide taak
• Maak geen foto's van personen zonder hun
toestemming.
• Maak geen foto's op plaatsen waar het gebruik
van camera's niet is toegestaan.
• Maak geen foto's op plaatsen waar u mogelijk
inbreuk maakt op de privacy van een ander.
Een foto nemen
Weekweergave
In deze weergave kunt u items voor de geselecteerde
week bekijken. Een cel op het rooster geeft aan dat er
een afspraak is. Selecteer een cel van de gewenste
datum.
Camera (menu 8)
U kunt de in de telefoon geïntegreerde cameramodule
gebruiken om foto's te nemen en video-opnamen te
maken.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Camera, of houdt u [
ingedrukt.
84
]
U kunt foto's nemen in verschillende standen. De
camera maakt JPEG-foto's.
Als u in direct zonlicht of bij helder weer een foto
maakt, kunnen op de foto schaduwen verschijnen.
1. Open het menu Camera of houd [ ] ingedrukt
om de camera in te schakelen.
2. Breng eventuele gewenste wijzigingen aan.
• Druk op < > om de cameraopties weer te
geven.volgende gedeelte
• U kunt de toetsen gebruiken om de camerainstellingen te wijzigen of naar andere standen
over te schakelen.blz. 86
4. Actie
Werkwijze
Druk op <Opties>.
blz. 87
De foto verwijderen
Druk op [C] en
vervolgens op <Ja>.
Terugkeren naar de
fotostand
Druk op <OK>.
Cameraopties in de fotostand
Druk in de fotostand op < > om de volgende opties
weer te geven:
• Video opnemen: hiermee schakelt u over naar de
video-opnamestand.
• Opnamestand: hiermee kunt u een foto nemen in
de volgende standen:
•
•
•
•
•
•
85
Camera (menu 8)
Opties voor foto's
weergeven
Eén opname: hiermee maakt u een foto in de
normale stand. U kunt selecteren of een foto
automatisch moet worden opgeslagen.
Multishot: hiermee neemt u een reeks foto's
achter elkaar. U kunt aangeven hoeveel foto's
worden genomen en hoe snel dit gebeurt.
Mozaïekopname: hiermee neemt u een reeks
foto's die u in één kader opslaat. U kunt de
indeling selecteren.
Effecten: hiermee wijzigt u de kleurtoon of past u
een speciaal effect toe.
Kaders: hiermee voegt u een decoratief kader toe.
Flits: hiermee bepaalt u het gebruik van de flitser.
Timer: hiermee kunt u een vertraging instellen
voordat een foto wordt genomen.
Ga naar Foto's: hiermee wordt de map Foto's
geopend.
Instellingen: hiermee wijzigt u de
standaardinstellingen voor het maken van foto's.
Grootte: hier selecteert u een beeldgrootte.
Menuopties
3. Druk op [
] of op [ ] om een foto te nemen.
De foto wordt automatisch opgeslagen in de map
Foto's.
Menuopties
Kwaliteit: hiermee selecteert u een instelling voor
de beeldkwaliteit.
Zoeker: hiermee selecteert u een
voorbeeldscherm.
Sluitergeluid: hiermee selecteert u het geluid dat
u hoort als u de sluiterknop, [
] of [ ].
indrukt.
Zoomgeluid: hiermee schakelt u het geluidseffect
bij zoomen in of uit.
Geluid helderheid: hiermee schakelt u het
geluidseffect bij aanpassing van de helderheid in of
uit.
Witbalans: hiermee wijzigt u de kleurbalans van
het beeld. U kunt de foto warmer of koeler laten
lijken.
ISO: hiermee wijzigt u de ISO-instelling. Met deze
instelling bepaalt u de gevoeligheid van de camera.
Selecteer in situaties met weinig licht een hogere
ISO-instelling. Met een hogere ISO-waarde werkt
de sluiterknop van de camera sneller en is de
camera gevoeliger voor licht. Met hogere ISOinstellingen kan een afbeelding vervormd raken.
86
•
Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer
van de toetsen die u kunt gebruiken in de
fotostand.
Gebruik van de toetsen in de fotostand
In de fotostand kunt u met de toetsen de
camera-instellingen aanpassen.
Toets
Functie
Links/
Rechts
Hiermee past u de helderheid aan.
Omhoog/
Omlaag
Hiermee zoomt u in en uit.
Hiermee spiegelt u het beeld verticaal.
Hiermee geeft u het spiegelbeeld weer.
1
Hiermee schakelt u over naar de
opnamestand.blz. 88
2
Hiermee wijzigt u de beeldgrootte.
3
Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit.
•
4
Hiermee wijzigt u de fotostand.
•
5
Hiermee wijzigt u de kleurtoon of past u
een speciaal effect toe.
•
6
Hiermee wijzigt u de ISO-instellingen.
7
Hiermee selecteert u een decoratief
kader.
8
Hiermee stelt u de timer in.
9
Hiermee gaat u naar de map Foto's.
0
Hiermee bepaalt u het gebruik van de
flitser.
Hiermee wijzigt u het voorbeeldscherm.
Hiermee wijzigt u de witbalans.
•
•
•
•
•
Opties voor foto's
•
Als u een foto hebt opgeslagen, kunt u op <Opties>
drukken om de volgende opties weer te geven:
•
Tonen: hiermee opent u één foto uit meerdere
foto's.
Nog een foto: hiermee gaat u terug naar de
fotostand.
Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
Instellen als: hiermee stelt u de foto in als
achtergrond voor het scherm of als afbeelding voor
de nummerweergave voor een vermelding in de
telefoonlijst.
Wijzigen: hiermee kunt u de foto wijzigen via de
functie Foto bewerken.blz. 45
Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
Ga naar Foto's: hiermee wordt de map Foto's
geopend.blz. 74
Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand
wordt gewist.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bestand weer.
Camera (menu 8)
Functie
Menuopties
Toets
87
Menuopties
Een video opnemen
5. Actie
U kunt een video opnemen van het beeld dat op het
camerascherm wordt weergegeven en deze video
opslaan.
1. Druk in de fotostand op [1].
2. Breng eventuele gewenste wijzigingen aan.
• Druk op < > om de cameraopties weer te
geven.volgende gedeelte
• U kunt de toetsen gebruiken om de camerainstellingen te wijzigen of naar andere standen
over te schakelen.blz. 89
3. Druk op [
] of [ ] om de opname te starten.
4. Druk op [
], < > of [ ] om de opname te
stoppen. De video wordt automatisch opgeslagen
in de map Videoclips.
5. Actie
88
Werkwijze
De videoclip afspelen
[
].
Opties voor videoclips
weergeven
Druk op <Opties>.
blz. 90
Werkwijze
De videoclip verwijderen
Druk op [C] en
vervolgens op <Ja>.
Terugkeren naar de
opnamestand
Druk op <OK>.
Cameraopties in de opnamestand
Druk in de opnamestand op < > om de volgende
opties weer te geven:
• Foto nemen: hiermee schakelt u over naar de
fotostand.
• Effecten: hiermee wijzigt u de kleurtoon of past u
een speciaal effect toe.
• Flash: hiermee bepaalt u het gebruik van de
flitser.
• Timer: hiermee stelt een vertraging in voordat de
camera begint met opnemen.
• Ga naar video's: hiermee gaat u naar de map
Videoclips.
•
Camera (menu 8)
•
Geluid bij zoomen: hiermee schakelt u het
geluidseffect bij zoomen in of uit.
Geluid helderheid: hiermee schakelt u het
geluidseffect bij aanpassing van de helderheid in of
uit.
Witbalans: hiermee wijzigt u de kleurbalans van
het beeld. U kunt de video warmer of koeler laten
lijken.
Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer
van de toetsen die u kunt gebruiken in de
opnamestand.
Menuopties
Instellingen: hiermee kunt u de volgende
instellingen voor het opnemen van een video
wijzigen:
Opnamestand: hiermee selecteert u een
opnamestand voor de video.
Selecteer Limiet voor MMS/achtergrond om
een video op te nemen die geschikt is voor een
bericht of die kan worden ingesteld als
achtergrond. De videoclip wordt opgeslagen in de
3GP-indeling.
Kies Normaal om een video op te nemen binnen
de limiet van het geheugen dat op dat moment
beschikbaar is. De videoclip wordt opgeslagen in
de MP4-indeling.
Grootte: hier selecteert u de framegrootte.
Kwaliteit: hier selecteert u de beeldkwaliteit.
Zoeker: hiermee selecteert u een
voorbeeldscherm.
Geluid opnemen: hiermee neemt u geluiden op
bij een videoclip.
Gebruik van de toetsen in de opnamestand
In de opnamestand kunt u met de toetsen van uw
telefoon de camera-instellingen aanpassen:
Toets
Functie
Links/
Rechts
Hiermee past u de helderheid aan.
Omhoog/
Omlaag
Hiermee zoomt u in- en uit.
89
Menuopties
Toets
Functie
Toets
Functie
Hiermee spiegelt u het beeld verticaal.
0
Hiermee bepaalt u het gebruik van de
flitser.
Hiermee geeft u het spiegelbeeld weer.
1
Hiermee schakelt u over naar de
fotostand.blz. 84
2
Hiermee wijzigt u de framegrootte.
3
Hiermee wijzigt u de beeldkwaliteit.
4
Hiermee wijzigt u de opnamestand voor
de video.
5
Hiermee wijzigt u de kleurtoon of past u
een speciaal effect toe.
7
Hiermee schakelt u het geluid in- of uit.
8
Hiermee stelt u de timer in.
9
Hiermee gaat u naar de map
Videoclips.
Hiermee wijzigt u het voorbeeldscherm.
90
Hiermee wijzigt u de witbalans.
Opties voor videoclips
Als u een videoclip hebt opgeslagen, kunt u op
<Opties> drukken om de volgende opties weer te
geven:
• Nog een video: hiermee gaat u terug naar de
opnamestand.
• Verzenden via: hiermee verzendt u het bestand
via MMS, e-mail of Bluetooth.
• Instellen als achtergrond: hiermee stelt u de
videoclip (als deze is opgeslagen als 3GP-bestand)
in als achtergrond voor het display.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het bestand.
• Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het bestand.
•
•
•
•
•
•
Instellingen (menu 9)
Het menu Instellingen biedt toegang tot diverse
opties waarmee u de instellingen van uw telefoon kunt
aanpassen aan uw voorkeuren en behoeften. U kunt
hier ook de oorspronkelijke instellingen herstellen.
Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer
Instellingen om dit menu te openen.
Tijd en datum (menu 9.1)
Met dit menu kunt u de tijd en datum wijzigen die op
de telefoon worden weergegeven. Voordat u de tijd en
datum instelt, moet u in het menu Wereldklok de
tijdzone opgeven.blz. 48
•
Instellingen (menu 9)
•
Tijd instellen: hier geeft u de huidige tijd in.
am/pm: hier selecteert u am of pm in de
12-uursnotatie.
Tijdnotatie: hiermee selecteert u de tijdnotatie.
Datum instellen: hier geeft u de huidige datum
in.
Datumnotatie: hier selecteert u de indeling van
de datum.
Begindag agenda: hiermee stelt u in met welke
dag van de week de agenda begint.
Menuopties
•
Ga naar video's: hiermee gaat u naar de map
Videoclips.blz. 75
Beveiliging: hiermee voorkomt u dat het bestand
wordt gewist.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van
het bestand weer.
Telefooninstellingen (menu 9.2)
U kunt de instelling van veel functies van de telefoon
aan uw eigen wensen aanpassen.
Sommige menu's zijn mogelijk niet beschikbaar.
Dit is afhankelijk van uw provider.
Taal (menu 9.2.1)
In dit menu kunt u een van de beschikbare talen
selecteren voor de tekst in het display. Als u
Automatisch selecteert, wordt dezelfde taal als die
op de SIM-kaart gebruikt.
91
Menuopties
Welkomstbericht (menu 9.2.2)
Met dit menu kunt u de tekst ingeven die kort als
begroeting wordt weergegeven wanneer de telefoon
wordt ingeschakeld.
Schuifinstellingen (menu 9.2.3)
In dit menu kunt u instellen hoe de telefoon reageert
wanneer u deze opent voor een inkomende oproep en
wanneer u deze sluit terwijl u een functie gebruikt.
• Omhoog: hiermee stelt u in of u een oproep wilt
beantwoorden door de telefoon te openen.
• Omlaag: hiermee stelt u in of het menu dat u
gebruikt, bewaard moet blijven wanneer u de
telefoon sluit.
Als u Omlaag instelt op Bewerking voortzetten,
werkt de toetsenvergrendeling alleen in de standbystand.
Sneltoetsen (menu 9.2.4)
U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen
om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde
menu's te openen. Via dit menu kunt u een menuoptie
aan een toets toewijzen.
92
Een menu toewijzen aan een sneltoets
1. Selecteer de toets die u als sneltoets wilt
gebruiken.
2. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt
toewijzen.
Opties voor sneltoetsen
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee kunt u een menu toewijzen of
wijzigen.
• Verwijderen: hiermee kunt u de toewijzing aan
de geselecteerde sneltoets ongedaan maken.
• Alles verwijderen: hiermee worden alle
toewijzingen aan sneltoetsen ongedaan gemaakt.
Volumetoets (menu 9.2.5)
Gebruik dit menu om in te stellen of de beltoon wordt
uitgeschakeld of een oproep wordt geweigerd als u
[ / ] ingedrukt houdt wanneer er een oproep
binnenkomt.
Extra instellingen (menu 9.2.6)
Via dit menu kunt u de instellingen voor het display
wijzigen.
Achtergrond (menu 9.3.1)
U kunt het standby-scherm op het display instellen.
• Hoofddisplay: hier kunt u een afbeelding of
videoclip selecteren die moet worden weergegeven
op het display.
•
•
•
Tekstpositie: hier selecteert u een positie voor de
tekst. Als u niet wilt dat tekst wordt weergegeven
in de standby-stand, selecteert u Uit.
Lettertype: hier selecteert u een lettertype.
Tekstkleur: hier selecteert u een kleur voor het
lettertype.
Pictogram: hier stelt u in dat op het standbyscherm een pictogram wordt weergegeven in
plaats van het logo van de provider. Dit is alleen
beschikbaar als u een pictogram hebt ontvangen in
een bericht.
Instellingen (menu 9)
Displayinstellingen (menu 9.3)
•
Menuopties
U kunt de functies voor automatische
nummerherhaling en beantwoording van oproepen inen uitschakelen.
• Automatisch herhalen: hiermee stelt u in dat
maximaal tien keer wordt geprobeerd een
telefoonnummer opnieuw te bellen wanneer het
niet gelukt is verbinding te krijgen.
• Met elke toets antwoorden: hiermee kunt u een
inkomende oproep beantwoorden door op een
willekeurige toets te drukken, behalve [ ] en
<Weigeren>.
Stijl hoofdmenu (menu 9.3.2)
U kunt een weergavestijl instellen voor het scherm van
het hoofdmenu.
Kleurpatroon (menu 9.3.3)
Hier kunt u een kleurpatroon selecteren voor de
menustand.
Helderheid (menu 9.3.4)
U kunt de helderheid van het display aanpassen aan
wisselende lichtsituaties.
93
Menuopties
Kleur bij kiezen nr. (menu 9.3.5)
Toetstoon (menu 9.4.2)
In dit menu kunt u een kleur selecteren voor de cijfers
die u ingeeft wanneer u een nummer kiest.
Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij
het indrukken van een toets.
Info beller weergeven (menu 9.3.6)
Via dit menu kunt u instellen dat op de telefoon
meldingen worden weergeven over gemiste oproepen,
met de informatie over de beller van wie u het laatst
een oproep hebt gemist.
Geluidsinstellingen (menu 9.4)
Met dit menu kunt u de verschillende
geluidsinstellingen aanpassen.
Inkomende oproep (menu 9.4.1)
Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen voor
inkomende oproepen wijzigen.
• Beltoon: hiermee selecteert u een beltoon voor de
oproep.
• Volume: hiermee selecteert u een beltoonvolume.
• Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u
wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep.
94
U kunt het toetstoonvolume aanpassen met [ / ]
in de standby-stand.
Berichttoon (menu 9.4.3)
Met dit menu kunt u het belsignaal afzonderlijk
instellen voor inkomende SMS-, MMS-, e-mail- en
infoberichten.
• Toon: hier kunt u een van de vele berichttonen
selecteren.
• Type belsignaal: hier geeft u op hoe u wilt
worden gewaarschuwd wanneer er een bericht
binnenkomt.
• Herhaling: hier kunt u opgeven hoe vaak de
telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is.
Toon bij in-/uitschakelen (menu 9.4.4)
Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort
wanneer u de telefoon aan- of uitzet.
Klepsignaal (menu 9.4.5)
•
Indicatietoon: hiermee stelt u in dat de telefoon
een pieptoon laat horen wanneer er een
pop-upvenster wordt weergegeven.
Verlichting (menu 9.5)
Met dit menu kunt u instellen hoe de telefoon u in de
stille stand waarschuwt bij een inkomende oproep of
bericht, alarm, enz.
Via dit menu kunt u de instellingen voor de verlichting
wijzigen.
Extra tonen (menu 9.4.7)
Met dit menu kunt u de overige tonen van de telefoon
instellen.
• Minuutsignaal: hiermee stelt u in dat de telefoon
tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een
pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden
van de gespreksduur.
• Verbindingstoon: hiermee stelt u in dat de
telefoon een pieptoon laat horen als een uitgaande
oproep wordt verbonden met het systeem.
• Signaal bij oproep: hiermee stelt u in dat de
telefoon tijdens een oproep een pieptoon laat
horen wanneer u een nieuw bericht ontvangt of
wanneer het alarm moet afgaan.
Instellingen (menu 9)
Stille stand (menu 9.4.6)
Menuopties
Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij het
openen of sluiten van de telefoon.
Backlight (menu 9.5.1)
U kunt selecteren hoelang de verlichting of het display
aan moeten blijven.
• Hoofddisplay normaal: hier selecteert u hoelang
de achtergrondverlichting aan moet blijven.
• Hoofddisplay gedimd: hier selecteert u hoelang
het display gedimd blijft nadat de
achtergrondverlichting is uitgeschakeld. Na een
bepaalde tijd wordt het display uitgeschakeld.
Toetsverlichting (menu 9.5.2)
Hier kunt u de opties instellen voor de toetsverlichting.
• Altijd: de toetsverlichting is altijd ingeschakeld.
95
Menuopties
•
•
's Nachts: de toetsverlichting is alleen
ingeschakeld tussen vijf uur 's middags en 9 uur 's
ochtends.
Aangepast: hier kunt u zelf opgeven wanneer de
toetsverlichting moet worden ingeschakeld.
Extern lampje (menu 9.5.3)
Via dit menu kunt u het gebruik van het standbylampje op de voorzijde van de telefoon in- of
uitschakelen. Dit lampje knippert met regelmatige
tussenpozen als het netwerk beschikbaar is.
Netwerkdiensten (menu 9.6)
Met dit menu geeft u de netwerkdiensten weer. Neem
contact op met uw provider voor informatie over de
beschikbaarheid van deze diensten of voor een
abonnement.
Oproepen doorschakelen (menu 9.6.1)
Met deze netwerkdienst worden inkomende oproepen
doorgeschakeld naar een door u opgegeven
telefoonnummer.
96
1. Selecteer een doorschakeloptie:
• Altijd: hiermee worden alle oproepen
doorgeschakeld.
• In gesprek: hiermee worden oproepen
doorgeschakeld als u in gesprek bent.
• Neemt niet op: hiermee worden oproepen
doorgeschakeld als u niet opneemt.
• Onbereikbaar: hiermee worden oproepen
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van
uw provider bevindt of als uw telefoon is
uitgeschakeld.
• Alles annuleren: hiermee worden alle
doorschakelopties geannuleerd.
2. Selecteer de typen oproepen die u wilt
doorschakelen.
3. Selecteer Activeren. Selecteer Uitschakelen om
het doorschakelen van oproepen uit te schakelen.
4. Ga naar de regel Doorschakelen naar.
5. Geef het nummer in waarnaar de oproepen
moeten worden doorgeschakeld.
Oproepen blokkeren (menu 9.6.2)
Alles annuleren: hiermee annuleert u alle
blokkeeropties, zodat u weer gewoon nummers
kunt bellen en oproepen kunt ontvangen.
• Blokkeerwachtwoord wijzigen: hiermee
wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw
provider hebt gekregen.
2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren.
3. Selecteer Activeren. Als u de blokkeerfunctie wilt
uitzetten, selecteert u Uitschakelen.
4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u van uw
provider hebt gekregen en druk op <Kies>.
Instellingen (menu 9)
Met deze netwerkdienst kunt u oproepen blokkeren.
1. Selecteer een blokkeeroptie:
• Alle uitgaande oproepen: hiermee blokkeert
u alle uitgaande oproepen.
• Internationaal: hiermee blokkeert u
internationale oproepen.
• Internationaal behalve thuisland: hiermee
is het alleen toegestaan te bellen naar
nummers binnen het land waar u zich bevindt
(in het buitenland) en naar uw eigen land.
• Alle inkomende oproepen: hiermee
blokkeert u inkomende oproepen.
• Inkomend in buitenland: hiermee blokkeert
u alle inkomende oproepen wanneer u de
telefoon in het buitenland gebruikt.
•
Menuopties
6. Als u Neemt niet op hebt geselecteerd, gaat u
naar de regel Seconden en selecteert u hoelang
wordt gewacht voordat een oproep wordt
doorgeschakeld.
7. Druk op <Kies>.
Wisselgesprek (menu 9.6.3)
Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer
iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
1. Selecteer de typen oproepen waarop deze functie
van toepassing moet zijn.
2. Selecteer Activeren. Selecteer Uitschakelen om
de functie uit te zetten.
97
Menuopties
Netwerk kiezen (menu 9.6.4)
Voicemailserver (menu 9.6.6)
Met deze netwerkdienst kunt u handmatig het netwerk
selecteren dat moet worden gebruikt tijdens roaming
buiten uw eigen netwerk, of kunt u het netwerk
automatisch laten kiezen.
Met dit menu kunt u het nummer van de
voicemailserver opslaan en uw voicemailberichten
openen.
U kunt alleen een ander netwerk kiezen als er een
geldige roamingovereenkomst bestaat tussen de twee
netwerken.
U moet het nummer van de voicemailserver opslaan
voordat u toegang kunt krijgen tot de server.
Informeer bij uw provider naar het nummer.
•
Nummerweergave (menu 9.6.5)
Met deze netwerkdienst kunt u voorkomen dat uw
telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon
van degene die u belt. Als u Standaard selecteert,
wordt de standaardinstelling van het netwerk
gebruikt.
Bij sommige providers kunt u deze instellingen niet
wijzigen.
98
•
Verbinden met voicemailserver: hiermee
maakt u verbinding met de voicemailserver zodat u
uw voicemailberichten kunt beluisteren.
Nummer voicemailserver: hier geeft u het
telefoonnummer van de voicemailserver in.
Besloten gebruikersgroep (menu 9.6.7)
Met dit menu kunt u inkomende en uitgaande
oproepen beperken tot een geselecteerde
gebruikersgroep. Neem contact op met uw provider
voor gedetailleerde informatie over het maken van
besloten gebruikersgroepen.
• Indexlijst: hiermee kunt u indexnummers voor
besloten gebruikersgroepen toevoegen,
verwijderen of activeren.
•
U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en
gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de
beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor
de volgende netwerktypen: GSM 1900 en een
combinatie van GSM 900/1800.
Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is
afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt
aangeschaft. Als u naar het buitenland gaat, kan het
zijn dat u op een andere band moet overschakelen.
Met de Bluetooth-functie kunt u de telefoon draadloos
aansluiten op andere Bluetooth-apparaten en daar
gegevens mee uitwisselen, handsfree bellen of de
telefoon op afstand bedienen.
Met de Bluetooth-technologie kunt u gratis draadloos
verbinding maken tussen elektronische apparaten die
compatibel zijn met Bluetooth. Het bereik is maximaal
10 meter. Omdat de apparaten communiceren via
radiogolven, hoeft u het andere Bluetooth-apparaat
niet te kunnen zien.
Instellingen (menu 9)
Band selecteren (menu 9.6.8)
Bluetooth (menu 9.7)
Menuopties
•
Buiten groep OK: hiermee kunnen ook nummers
worden gebeld die niet in de besloten
gebruikersgroep voorkomen. De werking van deze
optie is afhankelijk van uw abonnement voor de
besloten gebruikersgroep.
Standaardgroep: hiermee schakelt u de
standaard besloten gebruikersgroep in, als u er
een hebt ingesteld bij uw provider. Als u wilt
bellen, kunt u de standaard besloten
gebruikersgroep kiezen zonder dat u een groep in
de lijst hoeft te selecteren.
• Als er voorwerpen tussen de apparaten staan,
is het mogelijk dat de afstand waarop de
apparaten kunnen communiceren, afneemt.
• Voor de beste resultaten wordt aanbevolen
de Bluetooth-functionaliteit niet samen met
andere mediafuncties zoals de spraakrecorder,
camera en MP3-speler te gebruiken.
• Sommige apparaten zijn mogelijk niet compatibel
met de telefoon.
99
Menuopties
De Bluetooth-functie instellen
Het menu Bluetooth bevat de volgende opties:
• Activering: hiermee activeert of deactiveert u de
Bluetooth-functie.
• Mijn apparaten: hiermee zoekt u naar Bluetoothapparaten waarmee u verbinding kunt maken.
• Zichtbaarheid van mijn telefoon: hiermee stelt
u in dat andere Bluetooth-apparaten mogen
zoeken naar uw telefoon.
• Naam van mijn telefoon: hiermee wijst u een
Bluetooth-apparaatnaam toe aan de telefoon. Deze
naam wordt op andere apparaten weergegeven.
• Veilige modus: hiermee bepaalt u of u om
bevestiging wordt gevraagd wanneer andere
apparaten toegang tot uw gegevens proberen te
krijgen.
• Bluetooth-services: hiermee kunt u de
beschikbare Bluetooth-diensten weergeven.
100
Zoeken naar een Bluetooth-apparaat en dit
koppelen
1. Kies Mijn apparaten vanuit de Bluetoothinstellingsopties.
2. Kies Zoeken naar nieuwe apparaten.
Nadat het zoeken is voltooid, wordt een lijst
weergegeven met apparaten waarmee u
verbinding kunt maken. De volgende symbolen
geven aan om wat voor type apparaat het gaat:
•
Stereoheadset
•
Printer
•
Computer
•
PDA
•
Mobiele telefoon
•
Onbekend apparaat
•
Mono headset/Handsfree carkit
De kleur van het symbool geeft de status van het
apparaat aan:
• Grijs voor niet-gekoppelde apparaten
• Blauw voor gekoppelde apparaten
• Rood voor apparaten die momenteel verbinding
hebben met uw telefoon
Opties voor apparaten
Druk in de lijst met apparaten op <Opties> om de
volgende opties weer te geven:
• Verbinden: hiermee maakt u verbinding met een
headset of handsfree carkit.
• Verbinding verbreken: hiermee verbreekt u de
verbinding met het apparaat.
• Door bestanden bladeren: hiermee kunt u
zoeken naar gegevens op het apparaat en deze
rechtstreeks importeren in de telefoon.
•
•
•
Servicelijst: hiermee opent u de lijst met
Bluetooth-diensten van het apparaat.
Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van
het gekoppelde apparaat.
Apparaat goedkeuren/Apparaat niet
goedkeuren: hiermee bepaalt u of u wilt worden
gevraagd om toestemming wanneer andere
apparaten proberen verbinding te maken met de
telefoon.
Verwijderen: hiermee verwijdert u het
geselecteerde apparaat of alle apparaten uit de
lijst.
Gegevens verzenden via Bluetooth
1. Activeer de Bluetooth-functie.
2. Selecteer de toepassing waarin het item is
opgeslagen dat u wilt verzenden.
3. Blader naar het gewenste item en druk op
<Opties>.
Instellingen (menu 9)
Sommige apparaten, met name headsets en
handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PINcode, zoals 0000. Als het andere apparaat een code
heeft, moet u deze ingeven.
•
Menuopties
3. Selecteer een apparaat.
4. Geef een Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>.
Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u
hoeft deze niet te onthouden.
Als de eigenaar van het andere apparaat dezelfde
code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld.
101
Menuopties
4. Kies Verzenden via → Bluetooth.
De telefoon zoekt naar apparaten binnen het
bereik en er wordt een lijst met beschikbare
apparaten weergegeven.
5. Selecteer een apparaat.
6. Geef, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in die
vereist is voor het koppelen en druk op <OK>.
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de
Bluetooth-functie op de telefoon zijn ingeschakeld.
1. Als een niet-goedgekeurd Bluetooth-apparaat
gegevens naar uw telefoon probeert te verzenden,
kunt u op <Ja> drukken als u het apparaat
toegang tot uw telefoon wilt verlenen.
2. Druk op <Ja> om de gegevens te ontvangen.
Beveiliging (menu 9.8)
Met dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen
ongeoorloofd gebruik door de verschillende
toegangscodes voor uw telefoon en SIM-kaart te
gebruiken.
102
Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-/PIN2code ingeeft, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U
kunt deze blokkering opheffen door uw PUK-/PUK2code (Personal Unblocking Key) in te voeren. Deze
codes krijgt u van uw provider.
Controle PIN-code (menu 9.8.1)
Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen
gebruik door onbevoegden. Als deze functie is
ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet,
de PIN-code ingeven.
PIN-code wijzigen (menu 9.8.2)
Met dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. De functie
Controle PIN-code moet zijn ingeschakeld om de
PIN-code te kunnen wijzigen.
Telefoon vergrendelen (menu 9.8.3)
Met dit menu kunt u de telefoon blokkeren zodat deze
niet door onbevoegden kan worden gebruikt. Als deze
functie is ingeschakeld, moet u steeds als u de
telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot acht
cijfers ingeven.
Wachtwoord wijzigen (menu 9.8.4)
In dit menu kunt u het wachtwoord voor de telefoon
wijzigen.
Met dit menu kunt u toegang tot berichten, bestanden
of alle menuopties op de telefoon blokkeren, behalve
oproepfuncties. Als een privacyoptie ingeschakeld is,
moet u het wachtwoord van de telefoon ingeven als u
de geblokkeerde items of functies wilt gebruiken.
SIM vergrendelen (menu 9.8.6)
Met dit menu kunt u instellen dat uw telefoon alleen
werkt met de huidige SIM-kaart door er een
SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet de
SIM-blokkeringscode ingeven als u een andere
SIM-kaart wilt gebruiken.
Als uw SIM-kaart de FDN-modus ondersteunt, kunt u
uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald
aantal telefoonnummers. Wanneer deze functie is
ingeschakeld, kunt u alleen bellen naar de
telefoonnummers die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen.
PIN2-code wijzigen (menu 9.8.8)
Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u dit menu
gebruiken om uw huidige PIN2-code te wijzigen.
Verbindingsinstellingen (menu 9.9)
Met dit menu kunt u de profielen maken en aanpassen
waarin de instellingen staan voor verbindingen tussen
de telefoon en het netwerk. U hebt deze instellingen
nodig als u de webbrowser wilt gebruiken of als u
MMS- of e-mailberichten wilt versturen.
Instellingen (menu 9)
Privacy (menu 9.8.5)
FDN-modus (Menu 9.8.7)
Menuopties
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. Ga
naar het menu Wachtwoord wijzigen om het
wachtwoord te wijzigen.
De telefoon is standaard ingesteld voor verbindingen
met het netwerk. Als u de instellingen wijzigt zonder
de instructies van de provider te raadplegen, is het
mogelijk dat de webbrowser, MMS- en e-mailfuncties
niet goed werken.
103
Menuopties
Een profiel maken
1. Druk op <Nieuw>. Als er al een profiel is
opgeslagen, drukt u op <Opties> en kiest u
Nieuwe verbinding toevoegen.
2. Geef de profielparameters op:
• Profielnaam: hier geeft u een profielnaam in.
• URL startpagina: hier geeft u het URL-adres
van de pagina in die u wilt instellen als
startpagina.
• Proxy: hier kunt u de proxyserver activeren en
deactiveren.
• IP-adres: hier geeft u het IP-adres van de
proxyserver in.
• Poort: hier geeft u het poortnummer van de
proxyserver in.
• Wachttijd: hiermee stelt u een periode in
waarna de verbinding met het netwerk wordt
verbroken, als er binnen de opgegeven periode
geen gegevensverkeer heeft plaatsgevonden.
104
•
•
•
•
DNS: hiermee kunt u de DNS-adressen
(Domain Name Server) activeren en
deactiveren.
DNS 1 en DNS 2: hier geeft u het primaire en
secundaire DNS-adres in.
Drager: hier selecteert u het type drager voor
het netwerk.
Geavanceerde instellingen: hiermee wijzigt
u de geavanceerde opties. Afhankelijk van de
ingestelde drager verschillen de beschikbare
opties.
Als de drager is ingesteld op GPRS:
APN: hier geeft u de naam van het
toegangspunt in.
Gebruikersnaam: hier geeft u de
gebruikersnaam in.
Wachtwoord: hier geeft u het uw wachtwoord
in.
Druk op <Opties> om de volgende opties weer te
geven:
• Wijzigen: hiermee wijzigt u het geselecteerde
profiel.
• Verwijderen: hiermee verwijdert u het profiel.
• Nieuwe verbinding toevoegen: hiermee voegt u
een nieuw profiel toe.
Via dit menu kunt u de oorspronkelijke instellingen
van de telefoon herstellen.
1. Druk op [
] om de categorieën instellingen te
selecteren die u wilt terugzetten.
2. Druk op <Opn inst.>.
3. Druk op <Ja> om het terugzetten van de
oorspronkelijke instellingen te bevestigen.
4. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk
op <OK>.
Het wachtwoord is standaard ingesteld op
00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen.
blz. 103
Instellingen (menu 9)
Opties voor profielen
Instellingen terugzetten (menu 9.10)
Menuopties
Wanneer de drager is ingesteld op GSM:
Inbelnummer: hier geeft u het PPPtelefoonnummer in.
Gebruikersnaam: hier geeft u de
gebruikersnaam in.
Wachtwoord: hier geeft u het uw wachtwoord
in.
Type data-oproep: hier selecteert u een
oproeptype voor gegevensoverdracht.
3. Druk op <Opslaan> om het profiel op te slaan.
105
Problemen oplossen
Hulp bij het oplossen van problemen
U kunt uzelf de tijd en kosten van een onnodig
telefoontje naar een medewerker van de
klantenservice besparen, door eerst een aantal
eenvoudige controles uit te voeren die in dit gedeelte
worden besproken.
Als u de telefoon aanzet, kunnen de volgende
berichten worden weergegeven:
"Plaats SIM-kaart"
• Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
"Wachtwoord ingeven"
• De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld.
U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven
voordat u de telefoon kunt gebruiken.
"PIN ingeven"
• U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de
PIN-code ingeven die u bij de SIM-kaart hebt
gekregen.
106
•
De functie Controle PIN-code is ingeschakeld.
Telkens wanneer u de telefoon inschakelt, moet u
de PIN-code ingeven. U kunt deze functie
uitschakelen met de menuoptie Controle PINcode.
"PUK invoeren"
• Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code
ingevoerd, waardoor de telefoon nu geblokkeerd
is. Toets de PUK-code in die u van uw provider hebt
gekregen.
"Geen netwerk", "Netwerkfout" of
"Niet uitgevoerd" wordt weergegeven.
• De verbinding met het netwerk is verbroken. Het
kan zijn dat het signaal te zwak is op de plaats
waar u zich bevindt. Probeer het opnieuw vanaf
een andere locatie.
• U probeert een functie te gebruiken waarvoor u
geen abonnement hebt bij uw provider. Neem
contact op met uw provider voor meer informatie.
Iemand probeert u tevergeefs te bellen.
• Controleer of de telefoon is ingeschakeld.
(Houd [ ] langer dan een seconde ingedrukt.)
• Controleer of u het juiste mobiele netwerk
gebruikt.
• Controleer of u de optie voor het blokkeren van
inkomende oproepen misschien hebt ingeschakeld.
Uw gesprekspartner hoort u niet.
• Controleer of u de microfoon hebt ingeschakeld.
• Controleer of u de telefoon dicht genoeg bij uw
mond houdt. De microfoon bevindt zich aan de
onderzijde van de telefoon.
De telefoon begint te piepen en het bericht
"Waarschuwing. Batterij bijna leeg" knippert op
het display.
• De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de
batterij weer op.
De geluidskwaliteit van de oproep is slecht.
• Controleer de signaalsterkte op het display (
).
Hoe meer staafjes er worden weergegeven, des te
sterker is het signaal (van sterk (
) tot
zwak ( )).
• Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een
gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast.
Problemen oplossen
U hebt een nummer ingetoetst, maar het is niet
gekozen.
• Controleer of u op [ ] hebt gedrukt.
• Controleer of u op toegang hebt tot het juiste
mobiele netwerk.
• Controleer of u de optie voor het blokkeren van
uitgaande oproepen misschien hebt ingeschakeld.
Wanneer u een nummer uit de telefoonlijst
opnieuw kiest, wordt er geen nummer gebeld.
• Controleer via de functie Lijst met contacten of
het nummer op de juiste manier is opgeslagen.
• Sla het nummer zo nodig opnieuw op.
107
De batterij wordt niet goed opgeladen of de
telefoon wordt soms automatisch uitgeschakeld.
• Maak de contactpunten voor het opladen van de
telefoon en de batterij schoon met een zachte
doek.
Mocht u het probleem aan de hand van de
bovenstaande richtlijnen niet kunnen oplossen,
dan kunt u contact opnemen met uw leverancier
of de klantenservice van Samsung. Zorg ervoor
dat u de volgende gegevens bij de hand hebt:
• Het typenummer en het serienummer van de
telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een duidelijke beschrijving van het probleem
Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
108
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid
SAR-certificeringsinformatie
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de Europese
Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan
radiogolven.
De mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De
telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat de
limieten die door de EU zijn vastgesteld voor blootstelling
aan radiogolven, niet worden overschreden. Deze limieten
maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en geven aan
welke niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie)
zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de
volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld door
onafhankelijke wetenschappelijke organisaties op basis
van periodiek uitgevoerd en grondig geëvalueerd
wetenschappelijk onderzoek. De vastgestelde limieten
kennen een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid
van iedereen, ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand,
te kunnen garanderen.
Over het algemeen geldt dat hoe dichter u in de buurt van
een basisstation bent, hoe lager de signaalsterkte van de
telefoon is.
De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was
0,679 W/kg.
Voordat een nieuw type telefoon mag worden verkocht,
moet worden aangetoond dat de telefoon voldoet aan de
Europese R&TTE-richtlijn. Een van de belangrijkste
voorwaarden die in deze richtlijn worden gesteld, is de
bescherming van de gezondheid en veiligheid van de
gebruiker en alle andere personen.
SAR-tests worden uitgevoerd onder normale
gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met
maximale signaalsterkte op alle geteste frequentiebanden
uitzendt. Hoewel de SAR-waarde is vastgesteld op basis
van de maximale signaalsterkte, kan het feitelijke SARniveau bij gebruik van de telefoon ver onder deze norm
liggen. De telefoon werkt namelijk met verschillende
signaalsterkten en gebruikt nooit meer dan de sterkte die
nodig is om het netwerk te kunnen bereiken.
Voorschriften voor het gebruik van
batterijen
•
•
•
* De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik is
2,0 watt/kilogram (W/kg) als gemiddelde per tien gram
lichaamsweefsel. In deze limiet is als extra zekerheid een aanzienlijke
veiligheidsmarge ingebouwd waarbij ook rekening is gehouden met
eventuele meetafwijkingen. SAR-waarden kunnen variëren,
afhankelijk van de nationale rapportagevereisten en de netwerkband.
Gebruik nooit batterijen of opladers die beschadigd
zijn.
Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven
manier.
Als u de telefoon dicht bij het basisstation van een
netwerk gebruikt, wordt er minder stroom verbruikt.
De standby- en beltijd zijn sterk afhankelijk van de
signaalsterkte van het mobiele netwerk en van de
parameters die door de provider zijn ingesteld.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt
uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate). De door de
EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.*
109
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
•
•
•
•
110
De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type batterij
en oplader. De batterij kan honderden keren worden
opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd gaat
de kwaliteit van de batterij achteruit. Als de
gebruikstijd (standby- en beltijd) steeds korter wordt,
is het tijd om een nieuwe batterij te kopen.
Een volledig opgeladen batterij die niet wordt
gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch
ontladen.
Gebruik alleen batterijen en opladers die door
Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet
gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen.
Sluit de batterij niet langer dan een week op een
oplader aan. Een batterij die wordt overladen, gaat
minder lang mee.
Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed
op de laadcapaciteit van de batterij. Het kan nodig zijn
de batterij eerst te laten afkoelen of opwarmen.
•
•
•
Leg de batterij niet in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem zomer- of
winterweer, om te voorkomen dat de capaciteit en
levensduur van de batterij verminderen. Probeer de
batterij altijd op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat een telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij
volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken met
name niet goed bij temperaturen onder de
0 °C (32 °F).
Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan kortsluiting
ontstaan wanneer een metalen voorwerp, zoals een
muntstuk, paperclip of pen, ervoor zorgt dat de + en –
polen van de batterij (de metalen strips op de batterij)
direct contact maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer u een reservebatterij in uw jaszak of tas
bewaart. Door kortsluiting kan de batterij (maar ook
het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt)
beschadigd raken.
Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor
batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en gooi
ze niet in het vuur.
Verkeersveiligheid
Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw eerste
verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree bellen tijdens
het autorijden is dan ook in veel landen verboden. Houd u
aan de speciale voorschriften die gelden in het betreffende
gebied of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden
wilt gebruiken.
Evenals voor andere mobiele apparaten die radiosignalen
uitzenden, geldt dat u deze telefoon voor een juiste
werking en voor uw persoonlijke veiligheid alleen in de
normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de
antenne over uw schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter
apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de
radiosignalen van uw mobiele telefoon. Neem in dergelijke
gevallen contact op met de fabrikant voor een andere
oplossing.
Gebruiksomgeving
Pacemakers
Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel de
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon
niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.
Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen een
mobiele telefoon en een pacemaker een afstand van
minimaal 15 cm aan te houden om storingen in de
pacemaker te voorkomen. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen
van Wireless Technology Research. Als u ook maar een
vermoeden hebt dat er storingen optreden, moet u de
telefoon onmiddellijk uitzetten.
Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op een
ander apparaat wilt aansluiten, moet u de
veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij dat
apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele producten.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid om bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Dit grote
voordeel brengt echter ook een belangrijke
verantwoordelijkheid met zich mee, een
verantwoordelijkheid die iedereen moet nemen.
111
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Gehoorapparaten
Verbod op mobiel bellen
Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken storingen
in bepaalde gehoorapparaten. Als dit gebeurt, adviseren
wij u contact op te nemen met de fabrikant van uw
gehoorapparaat voor een andere oplossing.
Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is
aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons niet
toegestaan is.
Andere medische apparaten
Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel gebruikt,
neemt u contact op met de fabrikant van dat apparaat om
na te gaan of het afdoende afgeschermd is tegen externe
radiosignalen.
U kunt ook uw huisarts of specialist om advies vragen.
Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het
gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan.
Voertuigen
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische
systemen in motorvoertuigen. Neem hierover contact op
met de fabrikant of dealer van uw auto.
Neem ook contact op met de fabrikant van de apparatuur
die in uw auto is geïnstalleerd.
112
Omgevingen met explosiegevaar
Schakel de telefoon uit in een omgeving met
explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en
instructies. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving
een explosie of brand veroorzaken met lichamelijk letsel of
zelfs de dood tot gevolg.
Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen bij een
tankstation. Houd u aan de voorschriften met betrekking
tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots
(zowel voor opslag als distributie), chemische fabrieken en
plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt.
Alarmnummer bellen
Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze telefoon
gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en
door de gebruiker ingestelde functies. Het is dan ook niet
vanzelfsprekend dat u onder alle omstandigheden
verbinding kunt krijgen. Vertrouw daarom voor essentiële
communicatie, zoals voor medische noodgevallen, nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon is
ingeschakeld en u zich in een servicegebied met
voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat het
bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele
netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn
ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider.
Zo belt u een alarmnummer:
1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is.
2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land
verschillen.
3. Druk op [
].
Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het
blokkeren van gesprekken, moet u deze functies
misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer kunt
bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of neem
contact op met uw provider.
Overige belangrijke veiligheidsinformatie
•
•
Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde technici
repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste
installatie of reparatie kan gevaar opleveren en kan
ertoe leiden dat de garantie op de telefoon komt te
vervallen.
Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in uw
auto goed is gemonteerd en naar behoren werkt.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er
explosiegevaar is in een bepaalde omgeving. Denk
bijvoorbeeld aan het benedendek van een schip, op- en
overslaglocaties voor chemicaliën, voertuigen die op LPG
rijden, omgevingen waar chemicaliën of kleine deeltjes in
de lucht zitten, zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en
elk ander gebied waar u normaal gesproken de motor van
uw voertuig moet uitzetten.
113
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
•
•
•
•
114
Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en gassen
en explosief materiaal niet in dezelfde ruimte als de
telefoon of de onderdelen of accessoires van de
telefoon.
Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er
rekening mee houden dat deze met flink veel kracht
wordt opgeblazen. Plaats geen voorwerpen, dus ook
niet de gemonteerde of draagbare telefoonapparatuur,
in de ruimte rond de airbag of daar waar de airbag zal
uitklappen. Als draadloze apparatuur niet op de juiste
manier is geïnstalleerd, kan het opblazen van de
airbag ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig
stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in een
vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het
vliegtuig en is daarom verboden.
Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan u het
gebruik van mobiele diensten tijdelijk of permanent
worden ontzegd en kunt u strafrechtelijk worden
vervolgd.
Verzorging en onderhoud
De telefoon is een kwaliteitsproduct dat met vakmanschap
is gemaakt en voorzichtig behandeld moet worden. Als u
de volgende aanbevelingen opvolgt, wordt er aan de
garantievoorwaarden voldaan en kunt u vele jaren plezier
hebben van dit product.
•
•
•
•
•
Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren. Zij kunnen het apparaat beschadigen of
stikken in de kleine onderdelen.
Houd de telefoon droog. Regen, vocht en vloeistoffen
bevatten mineralen die de elektronica aantasten.
Raak de telefoon niet met natte handen aan. Hierdoor
kunt u namelijk een elektrische schok krijgen. Ook kan
de telefoon beschadigd raken.
Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige,
vieze ruimte, aangezien de bewegende onderdelen
dan beschadigd kunnen raken.
Bewaar de telefoon niet in een extreem warme ruimte.
Door de hoge temperatuur gaan elektronische
apparaten minder lang mee, kunnen batterijen
beschadigd raken en kan het plastic kromtrekken of
smelten.
•
•
•
•
•
•
•
•
Gebruik de flitser of de verlichting van de telefoon niet
vlakbij de ogen van mensen of dieren. Dit kan
oogbeschadigingen opleveren.
Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes
of aangepaste accessoires kunnen de telefoon
beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer
voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent
radioapparatuur.
Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de
accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het
dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum. Daar
zal men u van advies dienen en indien nodig voor
reparatie zorgen.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
•
Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij
verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich
condens in de telefoon vormen, waardoor de
elektronische componenten van de telefoon
beschadigd kunnen raken.
Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens
tegenaan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat,
kunnen de interne onderdelen beschadigd raken.
Maak de telefoon niet schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een
zachte doek gedrenkt in een sopje van water en
zachte zeep.
Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
bewegende onderdelen van het apparaat verstopt
raken waardoor de telefoon niet meer goed werkt.
Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, fornuis of radiator. De telefoon
kan oververhit raken en ontploffen.
Wanneer de telefoon of de batterij nat wordt,
verandert het label in de telefoon dat waterschade
aanduidt, van kleur. In dit geval valt de reparatie van
de telefoon niet meer onder de garantie van de
fabrikant, ook al is de garantietermijn nog niet
verstreken.
115
Index
A
AB-stand, tekstinvoer • 25
Achtergrond • 93
Achtergrondafbeelding • 93
Afbeeldingen, gedownload • 74
Agenda • 80
Alarm • 49
Alarmnummer bellen • 113
Antwoorden met elke toets •
93
Automatisch herhalen • 93
B
Band kiezen • 99
Batterij
bijna leeg, symbool • 8
opladen • 7
voorschriften • 109
Batterij bijna leeg, symbool • 8
Beantwoorden
oproep • 29
tweede oproep • 30
Beldisplay, instellen • 94
Belgroepen • 37
116
Belsignaal
berichten • 94
inkomende oproepen •
94
Berichten
begroeting • 92
configuratie • 62
e-mail • 58, 64
info • 62, 73
MMS • 57, 61
server 62, 72
SMS • 56, 61
Berichten maken
e-mail • 58
MMS • 57
SMS • 56
Berichttoon • 94
Besloten gebruikersgroep
(CUG) • 98
Bestandsviewer • 78
Beveiliging, oproepen • 102
Blokkeren, oproepen • 97
Bluetooth
instellingen • 100
ontvangen, gegevens •
102
verzenden, gegevens •
101
Browser, web • 52
C
Calculator • 50
Camera
foto's • 84
video's • 88
Configuratieberichten • 60
D
Datum instellen • 91
Display
helderheid • 93
indeling • 10
instellingen • 93
symbolen • 10
taal • 91
verlichting, instellen • 95
Documentbestanden • 78
Doorschakelen, oproepen • 96
DRM (Digital Rights
Management) • 73
DTMF-tonen verzenden • 32
E
E-mailberichten
bekijken • 64
instelling • 69
maken/verzenden • 58
verwijderen • 64
F
FDN-modus • 103
Foto bewerken • 45
Foto's
bekijken • 74
bewerken • 45
maken • 84
G
Games • 48
I
In- en uitschakelen
microfoon • 31
telefoon • 8
Infoberichten • 62, 73
Internationale gesprekken • 28
Internet • 52
J
Java-toepassingen • 48
K
Kleptoon • 95
Kleur • 93
L
Laatste nummer herhalen • 28
Luidspreker • 31
Nummers
opslaan • 36
Nummerweergave • 94, 98
M
O
Menustijl • 93
Mijn bestanden • 73
Minutensignaal • 95
MMS-berichten
bekijken • 60
instelling • 68
maken/verzenden • 57
verwijderen • 61
Multiparty-gesprek • 32
Muziek, gedownload • 76
Muziekspeler • 40
N
Namen
ingeven • 25
zoeken • 35
Netwerk kiezen • 98
Netwerkband, kiezen • 99
Netwerkdiensten • 96
Nummer herhalen
automatisch • 93
handmatig • 28
Omrekenen • 50
Ontvangen berichten
e-mail • 64
MMS/SMS • 60
Ontvangen oproepen • 34
Opnemen
spraakmemo's • 44
video's • 88
Oproepen
beantwoorden • 29
blokkeren • 97
doorschakelen • 96
doorverbinden • 32
in de wacht zetten • 30
nummer herhalen • 28
tot stand brengen • 28
weigeren • 29
wisselgesprek • 97
Oproepenlijst
gemist • 33
ontvangen • 34
uitgaand • 34
P
PIN2-code wijzigen • 103
PIN-code wijzigen • 102
Postvak IN, berichten
e-mail • 64
MMS/SMS • 60
Postvak UIT, berichten • 63
Privacy • 103
Problemen oplossen • 106
Index
Geheugenstatus
berichten • 73
gedownloade items • 80
mijn bestanden • 80
telefoonlijst 40
Geluiden, gedownload • 77
Geluidsinstellingen • 94
Gemiste oproepen • 33
Gespreksduur • 34
Gesprekskosten • 34
Gezondheids- en
veiligheidsinformatie • 108
S
Serverberichten • 62, 72
SIM-kaart
plaatsen • 7
vergrendelen • 103
SMS-berichten
bekijken • 60
instelling • 67
maken/verzenden • 56
verwijderen • 61
Snelkiezen • 38
Sneltoetsen • 92
Spraakrecorder
afspelen • 44
opnemen • 44
Standaardbericht • 65
117
Index
Stille stand
ingeven • 14
instelling • 95
Stopwatch • 51
Symbolen, beschrijving • 10
T
T9-stand, tekstinvoer • 26
Taal selecteren • 91
Tekens ingeven • 25
Telefoon
aan- en uitzetten • 8
display • 10
resetten • 105
symbolen • 10
uitpakken • 6
vergrendelen • 102
wachtwoord • 103
Telefoon opnieuw instellen •
105
Telefoonlijst
beheren • 39
opties • 36
snelkiezen • 38
toevoegen • 36
verwijderen • 36, 40
zoeken • 35
118
Tijd instellen • 91
Tijd verlichting instellen • 94
display • 95
toetsen • 95
Timer • 51
Toetstonen
aan/uit • 31
selecteren • 94
volume • 94
Toon bij in-/uitschakelen • 94
U
Uitgaande oproepen • 34
V
Veiligheidsinformatie • 108
Verbindingstoon • 95
Vergrendelen
menuopties • 103
SIM-kaart • 103
telefoon • 102
Verkeersveiligheid • 111
Verlichtingsinstellingen • 95
Verwijderen
e-mail • 63, 64, 66
items • 83
MMS • 61, 63, 66
Verwijderen (vervolg)
oproepenlijsten • 33
SMS • 61, 63, 66
telefoonlijst • 36, 40
Verzonden berichten • 63
Verzorging en onderhoud • 114
Video's
afspelen • 75
opnemen • 88
Visitekaartje • 39
Voicemailserver • 98
W
Wachtstand, gesprek • 30
Wachtwoord
oproepen blokkeren • 97
telefoon • 103
Webbrowser
favorieten • 54
toegang • 52
Welkomstbericht • 92
Wereldklok • 48
Wisselgesprek • 97
: EN 60950-1:2001
: EN 301 489-01 v1.4.1 (08-2002)
EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002)
EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002)
: EN 50360:2001
EN 50361:2001
: EN 301 511 v9.0.2 (03-2003)
EN 300 328 v1.4.1 (04-2003)
* Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact op met
de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Centre.
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van bevoegde persoon)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
2006. 02. 06
Yong-Sang Park / verkoopmanager
en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.
(Vertegenwoordiging in de EU)
Samsung Electronics QA Lab.
De technische documentatie wordt beheerd door:
BABT, Balfour House, Churchfield Road,
Walton-on-Thames, Surrey, KT12 2TD, UK
Kenmerk: 0168
De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in
Artikel 10 en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/
5/EC is uitgevoerd in samenwerking met de volgende aangemelde
instantie(s):
Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en
dat] bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in
Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld.
Netwerk
SAR
Veiligheid
EMC
waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende
standaarden en/of andere normatieve documenten.
(naam en adres van fabrikant*)
- Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsoo-Dong, Gumi City, Kyung Buk,
Korea, 730-350
Gefabriceerd door:
(Typenaam)
SGH-D520
(Productbeschrijving)
GSM900/GSM1800/GSM1900 met Bluetooth
Draagbare mobiele telefoon
Het volgende product:
Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)