Samsung sgh s 410i Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

* Mogelijk is niet alle informatie in deze gebruiksaanwijzing van toepassing op uw telefoon. Dit hangt af
van welke software is geïnstalleerd en welke provider u hebt. Drukfouten voorbehouden.
* Afhankelijk van het land kunnen de telefoon en de accessoires afwijken van de illustraties in deze
gebruiksaanwijzing.
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Printed in Korea
Code No.:GH68-xxxxxx
Dutch. 06/2005. Rev 1.0
SGH-S410i
Gebruiksaanwijzing
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer
eerst de auto.
Uitschakelen bij het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de
buurt van brandstoffen of chemicaliën.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in
vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan.
Uitschakelen in de nabijheid van medische
apparatuur
In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt
vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen
externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende
regels of voorschriften.
Belangrijke
veiligheids-
informatie
Het niet opvolgen van deze richtlijnen
kan tot gevaarlijke situaties leiden en
kan in strijd met de wet zijn.
Belangrijke veiligheids-informatie
1
Storingen
De werking van een mobiele telefoon kan worden
verstoord door de radiosignalen van andere
apparatuur.
Speciale voorschriften
Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon
uit op plaatsen waar het gebruik ervan niet is
toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.
Waterbestendigheid
De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de
telefoon droog blijft.
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen
uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als
de telefoon is ingeschakeld.
Alarmnummer bellen
Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer) en druk op de toets .
De telefoon buiten het bereik van kleine
kinderen houden
Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen. Het gebruik van niet-
goedgekeurde accessoires kan de telefoon
beschadigen en kan gevaarlijk zijn.
Deskundige technische service
Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan
gekwalificeerde technici.
Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en
veiligheid" op pagina 109 voor meer informatie over
veiligheid.
• De telefoon kan ontploffen als u de batterij
vervangt door een batterij van een onjuist type.
• Gooi oude batterijen weg volgens de richtlijnen
van de fabrikant.
2
Over deze handleiding
In deze gebruiksaanwijzing wordt op een beknopte manier
uitgelegd hoe u de telefoon moet gebruiken. Raadpleeg
"Aan de slag" en "Andere functies van de telefoon
gebruiken" om de belangrijkste functies snel onder de knie
te krijgen.
In deze handleiding worden de volgende pictogrammen
gebruikt:
Deze informatie heeft betrekking op de veiligheid
of de functies van de telefoon. Neem deze
informatie zorgvuldig door.

Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt u
meer informatie.
→
U moet op de navigatietoetsen drukken om naar
de betreffende optie te gaan en deze vervolgens
selecteren.
[ ]
Een toets op de telefoon. Bijvoorbeeld: [Midden]
< >
Een functietoets, waarvan de functie in het scherm
van de telefoon wordt weergegeven. Bijvoorbeeld
<
Menu
>
• Camera en camcorder
U kunt de cameramodule op uw
telefoon gebruiken om een foto te
nemen of een video-opname te
maken.
Speciale functies op uw
telefoon
•MP3-speler
U kunt uw telefoon gebruiken als
mediaspeler om MP3-bestanden af
te spelen.
•Bluetooth
Met behulp van de gratis,
draadloze Bluetooth-technologie
kunt u foto's, afbeeldingen, video's
en andere persoonlijke gegevens
verzenden en verbinding maken
met andere apparaten.
3
Speciale functies op uw telefoon
• Aan de foto of videoclip kunt u
zien door wie u wordt gebeld
U kunt zien door wie u wordt
gebeld, doordat de foto of videoclip
van de beller wordt weergegeven.
• Visitekaartje
U kunt visitekaartjes maken met
uw telefoonnummer en uw profiel.
Dit elektronische visitekaartje is
een handig middel om uzelf aan
anderen voor te stellen.
• WAP-browser
Hiermee krijgt u draadloze
toegang tot het web en tot diverse
diensten en actuele informatie.
• MMS (Multimedia Message Service)
U kunt MMS-berichten met een combinatie van
tekst, afbeeldingen, video en geluid verzenden en
ontvangen.
•E-mail
U kunt e-mailberichten met afbeeldingen, video
en geluid in bijlagen ontvangen en verzenden.
•Java
U kunt de meegeleverde, op Javaâ„¢
gebaseerde spelletjes spelen en
nieuwe downloaden.
•Agenda
Hiermee kunt u uw dagelijkse,
wekelijkse en maandelijkse
afspraken bijhouden.
•Spraakmemo
Hiermee kunt u memo's of
geluiden opnemen.
4
Inhoud
Uitpakken 6
Overzicht van de onderdelen
De telefoon 6
Knoppen, functies en locaties
Aan de slag 7
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
De telefoon gebruiksklaar maken ............................. 7
De telefoon aan- en uitzetten .................................. 8
Toetsen en display ................................................. 9
Toegang tot menufuncties..................................... 12
De instellingen aanpassen..................................... 13
Bellen en oproepen beantwoorden.......................... 16
Andere functies van de telefoon gebruiken 16
De camera, muziek en andere speciale functies
De camera .......................................................... 16
MP3-bestanden afspelen ....................................... 17
Surfen op het internet........................................... 19
De telefoonlijst gebruiken...................................... 19
Berichten verzenden............................................. 21
Berichten bekijken................................................ 22
Bluetooth gebruiken ............................................. 23
Tekst invoeren 25
AB-, T9-, cijfer- en symboolstand
Telefoneren 28
Uitgebreide belfuncties
Menuopties 34
Een overzicht van alle menuopties
Problemen oplossen 107
Hulp bij problemen
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid 109
Index 117
5
Overzicht van de menuopties
Druk in de standby-stand op [Midden] om het menu te openen.
1 Oproepenlijst

p. 34
1 Laatste oproepen
2 Gemiste oproepen
3 Uitgaande oproepen
4 Ontvangen oproepen
5 Alles wissen
6 Gespreksduur
7 Gesprekskosten
*

p. 34

p. 35

p. 35

p. 35

p. 35

p. 35

p. 36
2 Telefoonlijst

p. 37
1 Contacten
2 Nieuw contact
toevoegen
3 Groep
4 Verkort kiezen
5 Mijn visitekaartje
6 Eigen nummer
7 Beheer
8 Servicenummer
*

p. 37

p. 38

p. 38

p. 39

p. 40

p. 41

p. 41

p. 42
3 Toepassingen

p. 42
1 Java-wereld
2 MP3-speler
3 Spraakmemo
4 Wereldtijd
5 Alarm
6 Organizer synchr.
7 Calculator
8 Omrekenen
9 Timer
0 Stopwatch

p. 42

p. 42

p. 45

p. 47

p. 48

p. 49

p. 50

p. 50

p. 50

p. 51
4 Berichten

p. 51
1 Bericht maken
2 Mijn berichten
3 Sjablonen
4 Alles wissen
5 Instellingen
6 Geheugenstatus

p. 51

p. 52

p. 57

p. 57

p. 57

p. 59
5 i-mode

p. 59
1 Menu
2 Mail
3 Javadiensten
4 SMS
5 Favorieten
6 Naar webpagina
7 Opgeslagen pag’s
8 Instellingen

p. 59

p. 61

p. 69

p. 70

p. 70

p. 71

p. 71

p. 72
6 Mijn bestanden

p. 72
Foto’s
Video's
Muziek
Geluiden
Overige bestanden
Geheugenstatus

p. 73

p. 73

p. 74

p. 75

p. 76

p. 76
7 Agenda

p. 77
8 Camera

p. 82
9 Instellingen

p. 91
1 Tijd en datum
2 Telefoonopties
3 Displayinstellingen
4 Geluidopties
5 Netwerkdiensten
6 Bluetooth
7 Beveiliging
8 Instellingen
9 Instellingen
terugzetten

p. 91

p. 92

p. 93

p. 94

p. 96

p. 100

p. 103

p. 105

p. 106
* Deze optie wordt alleen weergegeven
als deze door de SIM-kaart wordt
ondersteund.
6
Uitpakken
Overzicht van de onderdelen
Bij de lokale Samsung-dealer kunt u
diverse accessoires kopen.
Telefoon
Reisadapter
De onderdelen die bij de telefoon
worden meegeleverd en de
accessoires die verkrijgbaar zijn bij de
Samsung-dealer kunnen per land en
per provider verschillen.
Batterij
Gebruiksaanwijzing
De telefoon
Knoppen, functies en locaties
Toetsen voor
speciale functies
Luidspreker
Display
Aan/uit/menu
afsluiten
Functietoets
(rechts)
Microfoon
Navigatietoetsen
(Omhoog/
Omlaag/Links/
Rechts)
Menu-
toegangstoets/
bevestigings-
toets (midden)
Annuleren/
Corrigeren
Besturingstoetsen
voor MP3-speler
Functietoets
(links)
Aansluitpunt
headset
Volumetoetsen
Nummer kiezen
Alfanumerieke
toetsen
Camcorder-
microfoon
Cameratoets
Camera
Flitser
Extern
display
7
Aan de slag
De eerste stappen bij de bediening van de telefoon
Informatie over de SIM-kaart
Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity
Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PIN-
code, beschikbare extra diensten en dergelijke)
opgeslagen.
De telefoon gebruiksklaar maken
Verwijder de batterij.
Als de
telefoon al aan
staat, moet u deze eerst
uitschakelen door
[]
ingedrukt te houden.
Plaats de SIM-kaart.
Zorg dat de goudkleurige
contactpunten op de
kaart naar de telefoon
gericht zijn.
1 2
Plaats de batterij. Sluit de reisadapter
aan op de telefoon.
Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon
stopcontact.
Het lampje op de adapter geeft het oplaadproces
aan:
• Rood: de batterij wordt opgeladen.
• Groen: de batterij is volledig opgeladen.
• Oranje: de batterij is niet goed aangesloten of
wordt bij een te hoge of te lage temperatuur
gebruikt.
Wanneer de telefoon helemaal is opgeladen
(lampje op de adapter is groen), haalt u het snoer
van de adapter uit het stopcontact.
3 4
5
6
8
Aan de slag
Batterijsymbool
Wanneer de batterij bijna leeg is:
• hoort u een waarschuwingstoon,
• wordt een melding gegeven dat de batterij bijna
leeg is en
• knippert het batterijsymbool .
Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer
gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer
opladen.
De telefoon aan- en uitzetten
Haal de adapter uit de telefoon.
7
De telefoon
aanzetten
Zet de telefoon
niet aan op
plaatsen waar
het gebruik van
mobiele
telefoons
verboden is.
1. Open de telefoon.
2. Houd [ ] ingedrukt om de
telefoon aan te zetten.
3. Voer, indien nodig, de PIN-code
in en druk op <
OK
>.
De telefoon
uitzetten
1. Open de telefoon.
2. Houd [ ] ingedrukt
9
Aan de slag
Toetsen en display
De functie uitvoeren die op de onderste
regel van het display wordt aangegeven.
In de standby-stand: rechtstreeks uw
favoriete menuopties openen.

p. 92
In de menustand: door de menuopties
bladeren.
In de standby-stand: de menustand
activeren. Ingedrukt houden om de i-
mode-browser te starten.
In de menustand: de gemarkeerde
menuoptie selecteren.
Tekens in het display wissen.
In de menustand: teruggaan naar het
vorige menuniveau.
Zelf bellen of een oproep beantwoorden.
In de standby-stand: de meest recente
nummers weergeven die u hebt gebeld of
waarvan u een oproep hebt gemist of
ontvangen.
Een oproep beëindigen.
Ingedrukt houden om de telefoon aan en
uit te zetten.
In de menustand: invoer annuleren en
teruggaan naar de standby-stand.
Cijfers, letters en speciale tekens
invoeren.
In de standby-stand:
[
1
] ingedrukt
houden voor toegang tot uw
voicemailserver. Houd [
0
] ingedrukt om
het internationale toegangsnummer in te
voeren.
Speciale tekens invoeren.
Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt
om een pauze tussen nummers in te
voeren. [
]
ingedrukt houden om de
Stille stand in of uit te schakelen.
(aan de
linkerkant)
Het volume van de telefoon regelen.
In de standby-stand met de telefoon
open: het toetsvolume aanpassen. Met de
telefoon gesloten: ingedrukt houden om
de verlichting in te schakelen.
10
Aan de slag
Display
(aan de
rechterkant)
In de standby-stand: ingedrukt houden
om de camera aan te zetten.
In de camerastand: een foto of video-
opname maken.
(aan de
voorkant)
Ingedrukt houden om de MP3-speler te
starten of sluiten.
Muziek afspelen.
(aan de
voorkant)
Terug naar het vorige bestand tijdens
afspelen.
(aan de
voorkant)
Naar het volgende bestand tijdens
afspelen.
Indeling
Symbolen
*
Sterkte ontvangstsignaal
In gesprek
Buiten bereik van uw
servicegebied; u kunt geen
oproepen verzenden of ontvangen
Nieuw bericht
Nieuw voicemailbericht
Tekst en afbeeldingen
hier worden berichten,
instructies en ingevoerde
informatie weergegeven.
Functietoetsindicatoren
hier worden de functies
weergegeven die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn
toegewezen.
Mail i-mode
Symbolen
hier worden diverse
symbolen weergeven.
11
Aan de slag
Symbolen
(vervolg)
Doorschakelfunctie is geactiveerd
Bluetooth-functie is geactiveerd
Aangesloten op handsfree of
headset
Gesynchroniseerd met een
computer
GPRS-netwerk
Roaming-netwerk
Thuisnetwerk, als u zich hebt
aangemeld voor de betreffende
dienst
Beltoon ingesteld op trilstand
Microfoon is uitgeschakeld tijdens
een gesprek
Stille stand is actief (Micr. uit)
Stille stand is actief (Trillen)
Alarm ingesteld
Symbolen
(vervolg)
Nieuw i-mail- of i-MMS-bericht:
• Grijs: een nieuw i-mail- of i-MMS-
bericht op de telefoon. Het
symbool knippert wanneer een i-
mail- of i-MMS-bericht wordt
gedownload.
• Geel: een nieuw i-mail- of i-MMS-
bericht in het i-mode-centre
• Rood: postvak IN is vol
i-mode is geactiveerd:
• Geel: in een GPRS-netwerk
• Grijs: in een GSM-netwerk
i-mode-verbinding wordt
gemaakt
i-mode is geblokkeerd
Batterijsterkte
* Welke symbolen op het scherm worden weergegeven,
is afhankelijk van het land en de provider.
12
Aan de slag
Toegang tot menufuncties
Functietoetsen
De functie van de functietoetsen
hangt af van de context waarin ze
worden gebruikt. Onderin het
display ziet u welke functie de
toets op dat moment vervult.
Druk op de
linkerfunctietoets
om het menu
Mail
te openen.
Druk op de
rechterfunctietoets
om het menu
i-mode
te openen.
Mail i-mode
Een optie
selecteren
1. Druk op de betreffende
functietoets.
2. Druk op de navigatietoetsen om
naar de vorige of volgende optie
te gaan.
3. Druk op <
Kies
> of [Midden]
om de weergegeven functie of
de gemarkeerde optie te
bevestigen.
4. Als u wilt afsluiten, kiest u een
van de volgende methoden.
•Druk op <
Terug
> of [
C
]
om één niveau omhoog te
gaan.
• Druk op [ ] om terug te
keren naar de standby-
stand.
Sneltoetsen
gebruiken
Druk op de cijfertoets die
overeenkomt met de gewenste
optie.
13
Aan de slag
De instellingen aanpassen
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Instellingen
→
Telefoonopties
→
Taal
.
2. Selecteer een taal.
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Instellingen
→
Geluidopties
→
Inkomend
gesprek
→
Beltoon
.
2. Selecteer een categorie.
3. Selecteer een belmelodie.
4. Druk op <
Opslaan
>.
Displaytaal
Belmelodie
U kunt een achtergrond instellen
voor het hoofddisplay of het
externe display.
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Instellingen
→
Displayinstellingen
→
Achtergrond
→
Hoofddisplay
of
Extern display
.
2. Selecteer een
afbeeldingscategorie.
3. Selecteer een foto en druk op
<
Kies
>.
4. Druk op <
Opslaan
>.
Achtergrond
standby-stand
14
Aan de slag
U kunt de kleur van de
displayonderdelen zoals de titelbalk
en de markeringsbalk aanpassen.
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Instellingen
→
Displayinstellingen
→
Kleur
.
2. Selecteer een kleurenpatroon.
U kunt de telefoon in de Stille stand
zetten zodat andere mensen niet
worden gestoord door de geluiden
van uw telefoon.
Houd
[
]
in de standby-stand
ingedrukt.
Kleur
menustand
Stille stand
U kunt de navigatietoetsen
gebruiken als sneltoetsen om
rechtstreeks vanuit de standby-
stand bepaalde menu's te openen.
Ga als volgt te werk om de
toewijzing van een sneltoets te
wijzigen:
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Instellingen
→
Telefoonopties
→
Sneltoets
.
2. Blader naar een toets.
3. Druk op <
Opties
> en kies
Wijzigen
.
4. Selecteer het menu dat u aan
de toets wilt toewijzen.
Sneltoetsen
voor menu's
15
U kunt de telefoon met een
wachtwoord beschermen tegen
ongeoorloofd gebruik. Bij het
aanzetten van de telefoon wordt u
dan om het wachtwoord gevraagd.
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Instellingen
→
Beveiliging
→
Wachtwoord
wijzigen
.
2. Voer het standaardwachtwoord,
"00000000", in en druk op
<
OK
>.
3. Voer een nieuw wachtwoord
van vier tot acht cijfers in en
druk op <
OK
>.
4. Voer het nieuwe wachtwoord
nogmaals in en druk op <
OK
>.
Toestel
blokkeren
5. Selecteer
Toestel blokkeren
.
6. Selecteer
Activeren
.
7. Voer het wachtwoord in en druk
op <
OK
>.
16
Andere functies van de telefoon gebruiken
Bellen en oproepen beantwoorden
Andere functies van de telefoon
gebruiken
De camera, muziek en andere speciale functies
De camera
1. Voer een netnummer en
abonneenummer in.
2. Druk op
[]
.
3. Druk op
[]
om de oproep te
beëindigen.
1. Druk wanneer de telefoon
overgaat op
[]
.
2. Druk op
[]
om de oproep te
beëindigen.
Druk op [ / ].
Een gesprek tot
stand brengen
Een oproep
beantwoorden
Het volume
bijstellen
tijdens een
gesprek
1. Open de telefoon.
2. Houd in de standby-stand [
]
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
3. Richt de lens op het onderwerp
en kies de gewenste instellingen.
4. Druk op
[
] om de foto te
nemen. De foto wordt
automatisch opgeslagen.
5.
Dru
k op <
Voorbeeld
> om
nog
een foto te nemen.
Een foto nemen
17
Andere functies van de telefoon gebruiken
MP3-bestanden afspelen
1. Druk in de fotostand op de
linkerfunctietoets en kies
Ga
naar Foto's
.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om
een fotocategorie te selecteren.
3. Selecteer de gewenste foto.
1. Houd in de standby-stand
[
]
ingedrukt om de camera aan te
zetten.
2. Druk op [
1
] om over te schakelen
naar de videostand.
3. Druk op
[
] om de opname te
starten.
4. Druk op
[
] om de opname te
stoppen. De video-opname wordt
automatisch opgeslagen.
5. Druk op <
Voorbeeld
> als u nog
een video-opname wilt maken.
Een foto
bekijken
Een video-
opname maken
1. Druk in de videostand
op de
linkerfunctietoets en kies
Ga
naar Video's
.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om
een videocategorie te
selecteren.
3. Selecteer de gewenste video-
opname.
U kunt de volgende methoden
gebruiken:
• Downloaden van een computer
met behulp van Samsung PC
Studio

Gebruiksaanwijzing
Samsung PC Studio
• Ontvangen via Bluetooth

p. 103
Een video-
opname
afspelen
MP3-bestanden
naar de
telefoon
kopiëren
18
Andere functies van de telefoon gebruiken
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Toepassingen
→
MP3-speler
.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Toevoegen aan playlist
→
Alles toevoegen
of
Bestanden toevoegen
.
3. Voor
Bestanden toevoegen
selecteert u bepaalde
bestanden en drukt u op
<
Kies
>. Herhaal deze
procedure vanaf stap 2.
Een playlist
samenstellen
1. Druk in het scherm MP3-speler
op [Midden].
2. Tijdens het afspelen kunt u de
volgende toetsen gebruiken:
• [Midden]: hiermee
onderbreekt/hervat u het
afspelen.
• [Links]: hiermee gaat u
terug naar het vorige
bestand.
• [Rechts]: hiermee gaat u
naar het volgende bestand.
• [Omhoog]: hiermee opent u
de playlist.
• [Omlaag]: hiermee stopt u
het afspelen.
• [ / ]: hiermee past u het
volume aan.
MP3-bestand
afspelen
19
Andere functies van de telefoon gebruiken
Surfen op het internet
Met de ingebouwde i-mode-browser kunt u draadloos
surfen op het internet en kunt u een groot aantal
verschillende actuele diensten en informatie opvragen
en handig materiaal van websites downloaden.
De telefoonlijst gebruiken
Houd in de standby-stand [Midden]
ingedrukt.
• Druk op [Omhoog] of [Omlaag]
om door de browseropties te
bladeren.
• Druk op [Midden] om een item
te selecteren.
• Druk op [Links] of [
C
] om terug
te gaan naar de vorige pagina.
•Druk op <
Menu
> voor toegang
tot de browseropties.
De browser
starten
Navigeren met
de i-mode-
browser
In het telefoongeheugen:
1. Voer in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk op
<
Opties
>.
2. Kies
Contact opslaan
→
Telefoon
→
een type nummer.
3. Voer detailgegevens voor de
contactpersoon in: Voornaam,
Achternaam, Mobiel, Privé,
Kantoor, Fax, Andere, E-mail,
Foto beller, Beltoon, Groep en
Memo.
4. Druk op
<
Opslaan
>
om de
vermelding op te slaan.
Een nummer
toevoegen
20
Andere functies van de telefoon gebruiken
Op de SIM-kaart:
1. Voer in de standby-stand een
telefoonnummer in en druk op
<
Opties
>.
2. Kies
Contact opslaan
→
SIM
.
3. Voer een naam in.
4. Druk op
<
Opslaan
>
om de
vermelding op te slaan.
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Telefoonlijst
→
Contacten
.
2. Selecteer een vermelding.
3. Selecteer een nummer en druk
op
[]
om te bellen of op
<
Opties
> om opties weer te
geven.
Een nummer
toevoegen
(vervolg)
Een nummer
opzoeken
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Telefoonlijst
→
Mijn visitekaartje
.
2. Voer detailgegevens voor uzelf
in.
3. Druk op
<
Opslaan
>
om het
visitekaartje op te slaan.
4. Als u het visitekaartje wilt
verzenden, drukt u op
<
Opties
> en kiest u
Verzenden via Bluetooth
.
Een
visitekaartje
maken en
verzenden
21
Andere functies van de telefoon gebruiken
Berichten verzenden
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Berichten
→
Bericht maken
.
2. Voer de berichttekst in.
3. Druk op <
Opties
> en selecteer
Opslaan en verzenden
of
Verzenden
.
4. Toets de bestemmingsnummers
in.
5. Druk op [Midden] om het
bericht te verzenden.
Een
tekstbericht
verzenden
(SMS)
1. Druk in de standby-stand op
<
Mail
> en kies
MMS
opstellen
.
2. Selecteer
Zend
en vervolgens
Ja
.
3. Selecteer het veld
Naar:1
.
4. Voer een bestemmingsnummer
of e-mailadres in en druk op
[Midden].
5. Selecteer het veld
Onderwerp
.
6. Voer het onderwerp van het
bericht in en druk op [Midden].
7. Selecteer het veld
MMS
bewerken
en voeg media-
items toe.
8. Wanneer u klaar bent, drukt u
op <
Verzenden
>.
9. Selecteer
Zend
om het bericht
te verzenden.
Een
multimedia-
bericht
verzenden
(MMS)
22
Andere functies van de telefoon gebruiken
Berichten bekijken
1. Druk in de standby-stand op
<
Mail
> en kies
E-mail
opstellen
.
2. Selecteer het veld
Naar:1
.
3. Voer een e-mailadres in en druk
op [Midden].
4. Selecteer het veld
Onderwerp
.
5. Voer het onderwerp van het e-
mailbericht in en druk op
[Midden].
6. Selecteer het veld
Bericht
.
7. Voer de tekst van het e-
mailbericht in en druk op
[Midden].
8. Selecteer het veld
Bijlagen
.
9. Voeg afbeeldingen, geluiden of
videoclips toe.
10.Selecteer
Zend
om het e-
mailbericht te verzenden.
Een
e-mailbericht
verzenden
(i-mail)
Wanneer een melding verschijnt:
1. Druk op <
Tonen
>.
2. Selecteer een bericht in het
Postvak IN.
Vanuit het Postvak IN:
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en selecteer
Berichten
→
Mijn berichten
→
Postvak IN
.
2. Selecteer een bericht.
1. Druk in de standby-stand op
<
Mail
> en kies
Postvak IN
.
2. Selecteer een bericht.
Een
tekstbericht
bekijken
Een
i-mailbericht of
i-MMS-bericht
bekijken
23
Andere functies van de telefoon gebruiken
Bluetooth gebruiken
De telefoon is uitgerust met Bluetooth-technologie
waardoor u de telefoon draadloos met andere
Bluetooth-apparaten kunt verbinden zodat hiertussen
gegevensuitwisseling mogelijk is. Ook kunt u hierdoor
handsfree spreken en de telefoon op afstand
bedienen.
Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Instellingen
→
Bluetooth
→
Aanzetten
→
AAN
.
1. Druk in de standby-stand op
[Midden] en kies
Instellingen
→
Bluetooth
→
Mijn
apparaten
→
Nieuw apparaat
zoeken
.
2. Selecteer een apparaat.
Bluetooth
activeren
Zoeken naar
een Bluetooth-
apparaat en dit
koppelen
3. Toets een Bluetooth-PIN-code
in of de Bluetooth-PIN-code
(indien vereist) van het andere
apparaat en druk op <
OK
>.
Wanneer de eigenaar van het
andere apparaat dezelfde code
intoetst, zijn de apparaten
gekoppeld.
1. Open een toepassing.
2. Blader naar een item.
3. Druk op <
Opties
> en kies
Verzenden via
→
Bluetooth
,
of
Verzenden via Bluetooth
.
4. Selecteer een apparaat.
5. Toets, indien nodig, de
Bluetooth-PIN-code in en druk
op <
OK
>.
Gegevens
verzenden
24
Andere functies van de telefoon gebruiken
Als u gegevens wilt ontvangen via
Bluetooth, moet de Bluetooth-
functie op de telefoon ingeschakeld
zijn.
Druk, indien nodig, op <
Ja
> om de
ontvangst te bevestigen.
Gegevens
ontvangen
25
Tekst invoeren
AB-, T9-, cijfer- en symboolstand
Voor bepaalde functies zoals berichten, Telefoonlijst of
Agenda kunt u tekst invoeren met de AB-, T9-, cijfer-
of symboolstand.
De tekstinvoerstand wijzigen
Het symbool voor de tekstinvoerstand wordt
weergegeven wanneer de cursor in een tekstveld
staat.
• Houd [ ] ingedrukt om te schakelen tussen de T9-
en de AB-stand. Afhankelijk van het land is het ook
mogelijk een invoerstand weer te geven voor de
taal van uw land.
• Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen
hoofdletters en kleine letters of om naar de
cijferstand te schakelen.
• Houd [ ] ingedrukt naar de symboolstand te
schakelen.
De AB-stand gebruiken
Druk op de betreffende toets totdat het gewenste
teken op het scherm wordt weergegeven.
Tips bij het gebruik van de AB-stand
• Als u tweemaal dezelfde letter of een andere letter
op dezelfde toets wilt invoeren, wacht u tot de
cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u
op [Rechts]. Voer dan de volgende letter in.
Toets
Tekens in de weergegeven volgorde
Hoofdletter
Kleine letter
26
Tekst invoeren
• Druk op [ ] om een spatie in te voegen.
• Druk op de navigatietoetsen om de cursor te
verplaatsen.
•Druk op [
C
] om tekens één voor één te
verwijderen. Houd de toets [
C
] ingedrukt om het
display leeg te maken.
De T9-stand gebruiken
Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u
slechts één keer op een toets te drukken om een teken
in te voeren.
Een woord invoeren in de T9-stand
1. Druk op [
2
] t/m [
9
]
om te beginnen met het
invoeren van een woord. Druk voor elke letter de
toets slechts één keer in.
Als u bijvoorbeeld "Hallo" wilt invoeren, moet u in
de T9-stand achtereenvolgens op [
4
], [
2
], [
5
], [
5
]
en [
6
] drukken.
T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het
woord steeds als u op een toets drukt kan
veranderen.
2. Voer het hele woord in voordat u tekens wijzigt of
verwijdert.
3. Ga naar stap 4, als het juiste woord wordt
weergegeven. Druk op [
0
] om alternatieve
woorden voor de ingedrukte toetsen weer te
geven.
Voor "of" en "me" worden bijvoorbeeld [
6
] en [
3
]
gebruikt.
4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het
volgende woord in te voeren.
Tips bij het gebruik van de T9-stand
•Druk op [
1
] om automatisch een punt of apostrof
in te voeren.
• Druk op [ ] om een spatie in te voegen.
• Druk op de navigatietoetsen om de cursor te
verplaatsen.
•Druk op [
C
] om tekens één voor één te
verwijderen. Houd de toets [
C
] ingedrukt om het
display leeg te maken.
Tekst invoeren
27
Een nieuw woord toevoegen aan het
woordenboek van T9
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle
talen.
1. Voer het woord in dat u wilt toevoegen.
2. Druk op [
0
] om alternatieve woorden weer te
geven wanneer u op een toets hebt gedrukt.
Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn,
wordt onder in het display
VoegToe
weergegeven.
3. Druk op <
VoegToe
>.
4. Voer het gewenste woord in met de AB-stand en
druk op <
OK
>.
De cijferstand gebruiken
In de cijferstand kunt u cijfers invoeren.
Druk op de desbetreffende cijfertoetsen.
Speciale tekens invoeren
In de symboolstand kunt u symbolen en speciale
tekens invoegen.
Houd [ ] ingedrukt om de symboolstand te activeren.
Gewenste actie Werkwijze
Meer symbolen weergeven Druk op [Omhoog] of
[Omlaag].
Een symbool selecteren Druk op de
desbetreffende
cijfertoets.
Een of meer ingevoerde
symbolen wissen
Druk op [
C
].
Een of meer symbolen
invoegen
Druk op <
OK
>.
28
Telefoneren
Uitgebreide belfuncties
Een nummer bellen
1. Voer in de standby-stand het netnummer en
abonneenummer in.
2. Druk op [ ].
Internationaal bellen
1. Houd in de standby-stand [
0
] ingedrukt. Het teken
+
verschijnt.
2. Toets achtereenvolgens het landnummer,
netnummer en abonneenummer in en
druk op [ ].
Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen
1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met
recente nummers weer te geven.
2. Blader naar het gewenste nummer en
druk op [ ].
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst,
kunt u dit nummer bellen door dit in de telefoonlijst te
selecteren.

p. 37
U kunt ook de functie voor verkort kiezen gebruiken
om uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan
bepaalde cijfertoetsen.

p. 39
Een nummer kiezen vanaf de SIM-kaart
1. Voer in de standby-stand het locatienummer in van
het telefoonnummer dat u wilt bellen en druk op
[].
2. Druk op [Links] of [Rechts] om door de nummers
te bladeren.
3. Druk op <
Kies nr.
> of op [ ] om het gewenste
nummer te bellen.
Druk op
[
C
]
om het laatste cijfer te wissen of houd
[
C
]
ingedrukt om het hele display leeg te maken. U
kunt de cursor verplaatsen om een onjuist cijfer te
wijzigen.
Telefoneren
29
Een gesprek beëindigen
Sluit de telefoon of druk op [ ].
Een oproep beantwoorden
Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en
wordt de afbeelding voor een inkomende oproep
weergegeven.
Druk op <
Opnemen
> of [ ] om de oproep aan te
nemen.
Tips bij het beantwoorden van een oproep
• Wanneer de optie
Antwoord met
elke toets
in
het menu
Extra
instellingen
is ingeschakeld,
kunt u op elke toets drukken om een oproep te
beantwoorden, behalve <
Weiger
> en [ ].

p. 93
• Wanneer de optie
Klepje actief
in het menu
Extra
instellingen
is ingeschakeld, hoeft u alleen maar
de telefoon te openen om de oproep te
beantwoorden.

p. 93
•Druk op <
Weiger
> of op [ ] om een oproep te
weigeren.
• Houd [ / ] ingedrukt om een oproep te weigeren
of de beltoon uit te schakelen, afhankelijk van de
instelling van de toets op de zijkant.

p. 92
Gemiste oproepen bekijken
Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm
hoeveel dit er zijn.
1. Druk op <
Tonen
>.
2. Blader, indien nodig, door de gemiste oproepen.
3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen.
De headset gebruiken
Gebruik de headset om te bellen en oproepen te
beantwoorden zonder de telefoon vast te hoeven
houden.
Sluit de headset aan op het aansluitpunt aan de
linkerkant van de telefoon.
30
Te l e f o n e r e n
De knoppen op de headset werken als volgt:
Beschikbare opties tijdens een
gesprek
Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies
gebruiken.
Het volume bijstellen tijdens een gesprek
Gebruik [ / ] om het volume van de luidspreker
tijdens een gesprek bij te stellen.
Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om
het te verlagen.
Een gesprek in de wacht zetten en er uit
halen
Druk op <
In wacht
> of <
Haal wacht
> om een
oproep in de wacht te zetten of uit de wacht te halen.
Twee gesprekken voeren
U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als dit
door het netwerk wordt ondersteund.
1. Druk op <
In wacht
> om het gesprek in de wacht
te zetten.
2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke
manier.
3. Druk op <
Wissel
> om tussen de gesprekken heen
en weer te schakelen.
4. Druk op <
Opties
> en selecteer
Stop
wacht
om
het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen.
5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
[ ] te drukken.
Gewenste actie Werkwijze
Nummer van het laatste
gesprek herhalen
Houd de knop twee keer
ingedrukt.
Oproep beantwoorden Druk de knop in.
Gesprek beëindigen Druk de knop in.
Telefoneren
31
Een tweede oproep beantwoorden
U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u
al in gesprek bent, als dit door het netwerk wordt
ondersteund en als u de functie Wisselgesprek hebt
ingeschakeld.

p. 97
1. Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te
nemen. Het eerste telefoongesprek wordt
automatisch in de wacht gezet.
2. Druk op <
Wissel
> om tussen de gesprekken heen
en weer te schakelen.
3. Druk op <
Opties
> en selecteer
Stop
wacht
om
het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen.
4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
[ ] te drukken.
Een oproep doorschakelen
U kunt het actieve gesprek doorschakelen naar een
beller in de wacht, als het netwerk dit ondersteunt.
Met deze optie kunnen de twee bellers met elkaar
praten, maar wordt uw verbinding met het gesprek
verbroken.
Druk op <
Opties
> en kies
Doorverbinden
.
Een externe luidspreker gebruiken
Gebruik een optionele externe luidspreker om op een
korte afstand telefoongesprekken te voeren. U moet
eerst een luidspreker op de telefoon aansluiten.
De Bluetooth-headset gebruiken
U kunt een optionele Bluetooth-headset gebruiken om
gesprekken te voeren zonder de telefoon bij uw oor te
houden. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de
headset eerst registreren en op de telefoon
aansluiten.

p. 100
Druk op <
Opties
> en kies
Overschakelen naar
headset
of
Overschakelen naar telefoon
.
De menuopties gebruiken
U kunt de menustand activeren en menufuncties
gebruiken.
Druk op <
Opties
> en selecteer
Menu
.
Tijdens een oproep zijn sommige menufuncties niet
beschikbaar.
32
Te l e f o n e r e n
De microfoon uitschakelen
(Microfoon uit)
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan
horen.
Druk op <
Opties
> en selecteer
Micr. uit
of
Micr.
aan
.
Toetstonen in- en uitschakelen
U kunt toetstonen in- en uitschakelen.
Druk op <
Opties
> en selecteer
DTMF uit
of
DTMF
aan
.
Een serie DTMF-tonen verzenden
DTMF-tonen (Dual Tone Multi Frequency) zijn de tonen
die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen.
U kunt de DTMF-tonen als groep verzenden nadat u
het volledige nummer hebt ingetoetst dat u wilt
verzenden of nadat u een nummer uit de telefoonlijst
hebt opgehaald. Deze functie is handig bij het
invoeren van een wachtwoord of rekeningnummer
wanneer u een geautomatiseerd systeem belt,
bijvoorbeeld van een bank.
1. Druk wanneer u verbinding hebt met een
teleservicesysteem op <
Opties
> en kies
Zend
DTMF
.
2. Voer het nummer in dat u wilt verzenden en druk
op <
OK
>.
Telefoonlijst gebruiken
Via het menu
Telefoonlijst
kunt u vermeldingen
opzoeken en opslaan.

p. 37
Druk op <
Opties
> en kies
Telefoonlijst
.
Als u wilt kunnen communiceren met
antwoordapparaten of telefooncentrales moet u de
optie
DTMF aan
selecteren.
Telefoneren
33
SIM-diensten gebruiken
Het menu
SIM-diensten
is beschikbaar als u een
SIM-kaart in de telefoon gebruikt die extra diensten
ondersteunt. Via de SIM-kaart worden diensten
geleverd op diverse gebieden zoals nieuws, weer,
sport, ontspanning en locaties.
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider of raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart.
Multiparty-gesprekken
Met deze functie kunt u met maar liefst zes mensen
deelnemen aan een multiparty-gesprek of een
telefonische vergadering.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet die wel worden
ondersteund door uw provider.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel de eerste deelnemer.
2. Bel de tweede deelnemer. Het eerste
telefoongesprek wordt automatisch in de wacht
gezet.
3. Druk op <
Opties
> en selecteer
Deelnemen
. De
eerste deelnemer wordt toegevoegd aan het
multiparty-gesprek.
4. Bel desgewenst nog iemand of beantwoord een
inkomend gesprek.
5. Druk op <
Opties
> en selecteer
Deelnemen
.
6. Herhaal stap 4 en 5 zo vaak als nodig is.
Een privé-gesprek voeren met een van de
deelnemers
1. Druk op <
Opties
> en selecteer
Privé
.
2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met
deelnemers.
U kunt met die persoon een privé-gesprek voeren,
terwijl de andere deelnemers met elkaar spreken.
3. U kunt terugkeren naar het multiparty-gesprek
door op <
Opties
> te drukken en
Deelnemen
te
selecteren.
34
Eén deelnemer verwijderen
1. Druk op <
Opties
> en kies
Verwijderen
.
2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met
deelnemers.
Het gesprek met deze deelnemer wordt beëindigd,
terwijl de andere partijen blijven deelnemen aan
het gesprek.
3. Sluit de telefoon of druk op [ ] om het
multiparty-gesprek te beëindigen.
Menuopties
Een overzicht van alle menuopties
Oproepenlijst
(menu 1)
Gebruik dit menu om te zien welke nummers u hebt
gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist,
en wat de duur en de kosten zijn van uw gesprekken.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op [Midden] en kiest u
Oproepenlijst
.
Laatste oproepen
(menu 1.1)
In dit menu worden de meest recente oproepen
(gekozen nummers, beantwoorde en gemiste
oproepen) weergegeven.
Gegevens van een oproep bekijken
1. Druk op [Links] of [Rechts] om een type oproep te
selecteren.
2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst
met oproepen te bladeren.
Menuopties
Oproepenlijst
(menu 1)
35
3. Druk op [Midden] om de gegevens van een oproep
te bekijken of op [ ] om een nummer te bellen.
Opties voor oproepen
Wanneer u de oproepenlijst bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Details
: hiermee kunt u de details van de
geselecteerde oproep bekijken.
•
Bewerken
: hiermee kunt u het telefoonnummer
wijzigen.
•
Contact opslaan
: hiermee kunt u het nummer in
de telefoonlijst opslaan.
•
Verzenden
: hiermee kunt u een SMS-, i-mail- of
MMS-bericht verzenden.
•
Wissen
: hiermee kunt u de geselecteerde oproep
of alle oproepen wissen.
Gemiste oproepen
(menu 1.2)
In dit menu worden de meest recente gemiste
oproepen weergegeven.
Uitgaande oproepen
(menu 1.3)
In dit menu worden de meest recent gekozen
nummers weergegeven.
Ontvangen oproepen
(menu 1.4)
In dit menu worden de meest recent ontvangen
oproepen weergegeven.
Alles wissen
(menu 1.5)
Met dit menu kunt u alle gegevens van elk type oproep
wissen.
1. Druk op [Midden] om de typen oproepen te
selecteren die u wilt wissen.
2. Druk op <
Wissen
>.
3. Druk op <
Ja
> om het wissen te bevestigen.
Gespreksduur
(menu 1.6)
In dit menu staat de tijdsduur van uitgaande en
inkomende oproepen. De werkelijke duur op de
rekening van uw provider kan iets afwijken.
36
Menuopties
•
Duur
laatste
gesprek
: hiermee kunt u de duur
van het laatste gesprek bekijken.
•
Alle uitgaande
oproepen
: hiermee kunt u de
totale duur van alle uitgaande oproepen bekijken.
•
Alle inkomende
oproepen
: hiermee kunt u de
totale duur van alle inkomende oproepen bekijken.
Druk op <
Reset
> om de gesprekstellers op nul te
zetten. U moet het wachtwoord voor de telefoon
invoeren.
Gesprekskosten
(menu 1.7)
Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten
weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als uw
SIM-kaart deze functie ondersteunt. Deze functie is
niet bedoeld voor factureringsdoeleinden.
•
Kosten
laatste
oproep
: hiermee kunt u de
kosten van de laatste oproep bekijken.
•
Totale
kosten
: hiermee kunt u de totale kosten
van alle gesprekken bekijken. Als de totale kosten
de maximumkosten zoals ingesteld bij
Maximale
kosten instellen
overschrijden, moet u de teller
terugzetten op nul voordat u een nieuw nummer
kunt bellen.
•
Maximale
kosten
: hiermee kunt u de maximale
kosten controleren die zijn ingesteld bij
Maximale
kosten
instellen
.
•
Op nul
zetten
: hiermee kunt u de kostentellers
terugzetten op nul. Hiervoor moet u uw PIN2-code
invoeren.
•
Maximale
kosten
instellen
: hiermee kunt u de
maximaal toegestane kosten instellen voor uw
gesprekken. Hiervoor moet u uw PIN2-code
invoeren.
•
Prijs per eenheid
: hiermee kunt u de prijs per
eenheid instellen die wordt toegepast bij de
berekening van de gesprekskosten. Hiervoor moet
u uw PIN2-code invoeren.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op
00000000
.
U kunt dit wachtwoord wijzigen.

p. 104
Menuopties
Telefoonlijst
(menu 2)
37
Telefoonlijst
(menu 2)
U kunt telefoonnummers op de SIM-kaart en in het
geheugen van de telefoon opslaan. Hoewel beide
geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen
ze in de praktijk één geheel: de telefoonlijst.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op [Midden] en kiest u
Telefoonlijst
.
Contacten
(menu 2.1)
In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst
opzoeken.
Een nummer opzoeken
1. Voer de eerste letters in van de naam die u zoekt.
2. Selecteer de gewenste naam in de lijst.
3. Selecteer het gewenste nummer.
4. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op
<
Opties
> om de opties voor de telefoonlijst weer
te geven.
Opties voor de telefoonlijst
Druk terwijl u de lijst met contacten of de
detailgegevens van een contactpersoon bekijkt op
<
Opties
> om de volgende opties weer te geven:
•
Tonen
: hiermee geeft u details weer over de
contactpersoon.
•
Wijzigen
: hiermee kunt u de detailgegevens voor
de contactpersoon wijzigen.
•
Bericht sturen
: hiermee kunt u een SMS-, i-mail-
of MMS-bericht verzenden.
•
Nieuw contact toevoegen
: hiermee voegt u een
nieuwe contactpersoon toe aan de telefoonlijst.
•
Kopiëren
: hiermee kunt u de contactpersoon naar
het telefoongeheugen of de SIM-kaart kopiëren.
•
Verzenden via Bluetooth
: hiermee verzendt u
de contactgegevens via Bluetooth.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u de geselecteerde
contactpersoon of alle contactpersonen.
38
Menuopties
Nieuw contact toevoegen
(menu 2.2)
In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de
telefoonlijst toevoegen.
Een nummer opslaan in het geheugen van de
telefoon
1. Selecteer
Telefoon
.
2. Wijzig de instellingen of voer gegevens voor de
contactpersoon in.
•
Voornaam
/
Achternaam
: voer een naam in.
•
Mobiel
/
Privé
/
Kantoor
/
Fax
/
Andere
: voer
een nummer in voor de gewenste categorie.
•
E-mail
: voer een e-mailadres in.
•
Foto beller
: koppel een foto aan het nummer,
die wordt weergegeven als u een oproep van
dat nummer ontvangt.
•
Beltoon
: koppel een beltoon aan het nummer,
die u hoort als u een oproep van dat nummer
ontvangt.
•
Groep
: wijs het nummer toe aan een belgroep.
•
Memo
: voeg een notitie over de persoon toe.
3. Druk op <
Opslaan
> om de contactpersoon op te
slaan.
Een nummer opslaan op de SIM-kaart
1. Selecteer
SIM
en voer een naam in.
2. Druk op [Omlaag] en voer een telefoonnummer in.
3. Druk op [Omlaag] en wijzig zo nodig het
locatienummer.
4. Druk op <
Opslaan
> om de contactpersoon op te
slaan.
Groep
(menu 2.3)
In dit menu kunt u de contactpersonen in belgroepen
indelen.
Een nieuwe belgroep maken
1. Druk op <
Opties
> en kies
Toevoegen
.
2. Voer een naam in voor de groep.
3. Selecteer de regel voor de nummerweergave en
selecteer een foto.
4. Selecteer de regel voor de beltoon en selecteer een
melodie.
Menuopties
Telefoonlijst
(menu 2)
39
5. Druk op <
Opslaan
> om de groep op te slaan.
Leden toevoegen aan een belgroep
1. Selecteer een groep.
2. Druk op <
VoegToe
>. De lijst met
contactpersonen die zijn opgeslagen in het
geheugen van de telefoon wordt weergegeven.
3. Druk op [Midden] om de contactpersonen te
selecteren die u aan de geselecteerde groep wilt
toevoegen en druk op <
Kies
>.
4. Als u meer leden wilt toevoegen, drukt u op
<
Opties
> en kiest u
Toevoegen
→
een contact.
5. Herhaal desgewenst stap 4.
Belgroepen beheren
Druk terwijl u de lijst met groepen of de
detailweergave bekijkt op <
Opties
> voor toegang tot
de volgende opties:
•
Tonen
: hiermee kunt u de leden van de
geselecteerde groep weergeven.
•
Toevoegen
: hiermee kunt u een nieuwe groep
toevoegen.
•
Wijzigen
: hiermee kunt u de eigenschappen van
de geselecteerde groep wijzigen.
•
Verzenden
: hiermee kunt u een SMS-, i-mail- of
MMS-bericht naar de geselecteerde leden
verzenden.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u de geselecteerde
groep of alle groepen. Groepsleden worden echter
niet verwijderd uit de telefoonlijst.
Verkort kiezen
(menu 2.4)
In dit menu kunt u de meest gebelde nummers
toewijzen aan de toetsen 2 tot en met 9, zodat u die
nummers snel kunt kiezen.
Nummers voor verkort kiezen toewijzen
1. Selecteer een cijfertoets (
2
t/m
9
). Toets [
1
] is
gereserveerd voor het nummer van uw
voicemailserver.
2. Selecteer de gewenste contactpersoon in de lijst
met contacten.
40
Menuopties
Nummers voor verkort kiezen beheren
Druk in het scherm Verkort kiezen op <
Opties
> om
de volgende opties weer te geven:
•
Toevoegen
: hiermee kunt u een nummer aan een
toets toewijzen.
•
Tonen
: hiermee kunt u het nummer bekijken dat
aan de toets is toegewezen.
•
Wijzigen
: hiermee kunt u een ander nummer
toewijzen aan de toegewezen toets.
•
Verwijderen
: hiermee wist u het snelkiesnummer
voor de geselecteerde toets.
Nummers voor verkort kiezen bellen
Houd in de standby-stand de betreffende toets
ingedrukt.
Mijn visitekaartje
(menu 2.5)
In dit menu kunt u een visitekaartje maken en dit naar
anderen verzenden.
Visitekaartje opslaan
De procedure voor het maken van een visitekaartje is
identiek aan die voor het opslaan van een nummer in
het telefoongeheugen.

p. 38
Opties voor visitekaartjes
Wanneer u een visitekaartje hebt opgeslagen, kunt u
op <
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Wijzigen
: hiermee kunt u het visitekaartje
wijzigen.
•
Verzenden via Bluetooth
: hiermee verzendt u
het visitekaartje via Bluetooth.
•
Visitekaartje uitwisselen
: hiermee kunt u via
Bluetooth visitekaartjes uitwisselen met andere
personen.
•
Wissen
: hiermee kunt u het visitekaartje wissen.
Menuopties
Telefoonlijst
(menu 2)
41
Eigen nummer
(menu 2.6)
Met deze functie kunt u zien wat uw eigen
telefoonnummers zijn en kunt u een naam toewijzen
aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier
aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke
abonneenummers op uw SIM-kaart.
Beheer
(menu 2.7)
In dit menu kunt u de telefoonlijst beheren.
•
Standaard geheugen
: hiermee kunt u een
standaard geheugenlocatie selecteren waarin
contactpersonen moeten worden opgeslagen.
Wanneer u
Vragen bij opslaan
selecteert, wordt
u gevraagd een geheugenlocatie te selecteren
wanneer u een nummer opslaat.
•
Alles naar telefoon kopiëren
: hiermee kunt u
alle contactpersonen die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen naar het geheugen van de telefoon
kopiëren.
•
Alles wissen
: hiermee kunt u alle
contactpersonen in het telefoongeheugen, op de
SIM-kaart, of beide wissen.
1. Druk op [Midden] om de locaties te selecteren
die u wilt wissen.
2. Druk op <
Wissen
>.
3. Voer het wachtwoord voor de telefoon in en
druk op <
OK
>.
4. Druk nogmaals op <
Ja
> om het wissen te
bevestigen.
•
Geheugenstatus
: hiermee kunt u bekijken
hoeveel contactpersonen u in de telefoonlijst hebt
opgeslagen.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op
00000000
. U kunt dit wachtwoord
wijzigen.

p. 104
42
Menuopties
Servicenummer
(menu 2.8)
Dit menu is beschikbaar als de SIM-kaart SDN-
nummers ondersteunt. In dit menu kunt u de lijst met
SDN-nummers bekijken die door de provider zijn
toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de
nummers voor inlichtingen en de voicemailnummers.
1. Ga naar het gewenste nummer en druk op
<
Tonen
>.
2. Druk op <
Kies nr.
> of [ ].
Toepassingen
(menu 3)
In dit menu kunt u Java-spelletjes spelen,
muziekbestanden afspelen, spraakmemo's opnemen,
tijdzones en alarmsignalen instellen, of de telefoon als
rekenmachine, timer of stopwatch gebruiken. U kunt
ook contactpersonen of agendagegevens in het
geheugen van de telefoon synchroniseren met
gegevens in een computer.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op [Midden] en kiest u
Toepassingen
.
JAVA-wereld
(menu 3.1)
Dit menu biedt toegang tot de lijst met toepassingen
die u hebt gedownload van internet.

p. 69
MP3-speler
(menu 3.2)
Dit menu kunt u gebruiken om naar muziek te
luisteren. Eerst moet u de MP3-bestanden opslaan in
het telefoongeheugen.
Muziekbestanden downloaden en ontvangen
U kunt de volgende methoden gebruiken om MP3-
bestanden op te slaan in het geheugen van de
telefoon:
• Downloaden van een computer met behulp van het
programma Samsung PC Studio

Gebruikershandleiding Samsung PC Studio
• Via een actieve Bluetooth-verbinding

p. 103
De gedownloade of ontvangen bestanden worden
opgeslagen in de map
Muziek
.

p. 74
Menuopties
Toepassingen
(menu 3)
43
Een playlist samenstellen
Voeg MP3-bestanden toe aan de playlist.
1. Druk in het scherm MP3-speler op <
Opties
> en
kies
Toevoegen aan playlist
.
2. Selecteer een van de volgende opties:
•
Alles toevoegen
: hiermee voegt u alle
bestanden in het telefoongeheugen toe aan de
playlist.
•
Bestanden toevoegen
: hiermee kunt u
bepaalde bestanden toevoegen aan de playlist.
3. Als u
Bestanden toevoegen
hebt gekozen, moet
u op [Midden] drukken om de toe te voegen
bestanden te markeren. Vervolgens drukt u op
<
Kies
>.
4. Druk op <
Terug
> om terug te gaan naar het
scherm MP3-speler.
Muziekbestanden afspelen
Druk in het scherm MP3-speler op [Midden].
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Toetsen Functie
[Midden] Het afspelen onderbreken/hervatten
[Links] Teruggaan naar het vorige bestand
[Rechts] Verdergaan naar het volgende bestand
[Omhoog] De playlist openen
[Omlaag] Het afspelen stoppen
[ / ] Het volume aanpassen
[
1
] Het 3D-geluid in-/uitschakelen
[
2
] De kleur wijzigen
[
3
] De herhaalstand wijzigen
[
4
] De equalizerstand wijzigen
[
6
] De shufflestand in-/uitschakelen
44
Menuopties
Opties voor MP3-bestanden
Druk in het scherm MP3-speler op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Afspelen
: hiermee begint u het afspelen.
•
Playlist openen
: hiermee geeft u de playlist weer.
•
Ga naar Muziek
: hiermee gaat u naar de map
Muziek
.
•
Verzenden via Bluetooth
: hiermee verzendt u
het geselecteerde bestand via Bluetooth
•
Instellen als
: hiermee kunt u de melodie instellen
als beltoon voor inkomende oproepen of als
beltoon aan een van uw contactpersonen
koppelen.
•
Uit playlist verwijderen
: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand uit de playlist verwijderen.
•
Instellingen
: hiermee kunt u de
standaardinstellingen voor het afspelen van
muziekbestanden wijzigen.
Herhaalstand
: hiermee kunt u een herhaalstand
instellen.
Shuffle
: de muziekbestanden worden in
willekeurige volgorde afgespeeld door de MP3-
speler.
Equalizer
: hiermee kunt u een equalizerinstelling
selecteren.
3D-geluid
: hiermee schakelt u 3D-geluid in of uit.
Kleur
: hiermee selecteert u een kleur.
Volume
: hiermee kunt u een volumeniveau
selecteren.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
De playlist openen
1. Druk in het scherm MP3-speler op <
Opties
> en
kies
Playlist openen
om de playlist weer te
geven.
2. Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
•
Afspelen
: hiermee kunt u het geselecteerde
bestand afspelen.
Menuopties
Toepassingen
(menu 3)
45
•
Toevoegen aan playlist
: hiermee kunt u
bestanden toevoegen aan de playlist.
•
Volgorde wijzigen
: hiermee kunt u het
geselecteerde bestand verplaatsen naar de
gewenste positie in de playlist.
•
Verwijder
: hiermee kunt u het geselecteerde
bestand of alle bestanden uit de playlist
verwijderen.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
MP3-bestanden afspelen als de telefoon
dichtgeklapt is
• Met de volgende toetsen kunt u de MP3-speler
besturen:
•Houd [
] ingedrukt
als u de toetsen wilt
vergrendelen zodat u ze niet per ongeluk kunt
indrukken en zo het afspelen verstoort. Het
toetsvergrendelingssymbool ( ) verschijnt op de
onderste regel.
Spraakmemo
(menu 3.3)
Via dit menu kunt u gesproken memo's opnemen. Een
spraakmemo kan maximaal één uur lang zijn.
Een spraakmemo opnemen
1. Druk op [Midden] om de opname te starten.
Toetsen Functie
[ ] U moet deze toets ingedrukt houden
om de MP3-speler te starten of sluiten.
Hiermee start u het afspelen van de
muziek en kunt u het afspelen
onderbreken.
[ ] Hiermee gaat u terug naar het vorige
bestand.
[ ] Hiermee gaat u naar het volgende
bestand.
[ / ] Hiermee kunt u het volume regelen.
Toetsen Functie
46
Menuopties
2. Spreek uw boodschap in de microfoon in.
Druk op [Midden] om de opname te onderbreken
of hervatten.
3. Wanneer u klaar bent, drukt u op [Omlaag]. Het
spraakmemo wordt automatisch opgeslagen.
4. Druk op [Omhoog] om nog een spraakmemo op te
nemen, of druk op <
Opties
> om de volgende
opties weer te geven:
•
Afspelen
: hiermee kunt u het spraakmemo
afspelen.
•
Opnemen
: hiermee kunt u nog een
spraakmemo opnemen.
•
Lijst met spraakmemo's openen
: hiermee
geeft u de lijst met spraakmemo's weer.
•
Verzenden via
: hiermee kunt u het
spraakmemo via i-mail, MMS of Bluetooth
verzenden.
•
Wissen
: hiermee kunt u het spraakmemo
wissen.
•
Hernoemen
: hiermee kunt u de naam van het
spraakmemo wijzigen.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
het spraakmemo wordt verwijderd.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt de
eigenschappen van het spraakmemo bekijken.
Een spraakmemo afspelen
1. Druk in het scherm Spraakmemo op <
Opties
> en
kies
Lijst met spraakmemo's openen
.
2. Selecteer een spraakmemo. Het memo wordt
afgespeeld.
Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen
gebruiken:
Toetsen Functie
[Midden] Het afspelen onderbreken/hervatten
[Links] Achteruit gaan
[Rechts] Vooruit gaan
[Omlaag] of
<
Stop
>
Het afspelen stoppen
[ / ] Hiermee kunt u het volume regelen.
Menuopties
Toepassingen
(menu 3)
47
Opties voor spraakmemo's gebruiken
Druk in het scherm Spraakmemo op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Opnemen
: hiermee kunt u een nieuw
spraakmemo opnemen.
•
Lijst met spraakmemo's openen
: hiermee gaat
u naar de lijst met opgenomen spraakmemo's.
•
Instelling
: hiermee kunt u een instelling voor de
opnametijd selecteren.
Berichtlimiet
: hiermee neemt u een spraakmemo
op dat kan worden toegevoegd aan een i-mail- of
MMS-bericht.
Max. 1 uur
: hiermee neemt u een spraakmemo
op van maximaal 1 uur.
Wereldtijd
(menu 3.4)
In dit menu kunt u uw lokale tijdzone instellen en zien
hoe laat het in andere delen van de wereld is.
De lokale tijdzone instellen
1. Druk op de wereldkaart op [Links] of [Rechts] om
de plaats te selecteren die bij uw tijdzone hoort.
Voor Nederland kiest u Parijs. De tijdlijn verschuift
en de lokale tijd en datum van de desbetreffende
zone worden weergegeven.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Opslaan
om de
tijdzone op te slaan.
Zomertijd toepassen
1. Druk op de wereldkaart op <
Opties
> en kies
Zomertijd instellen
.
2. Druk op [Midden] om een of meer tijdzones te
selecteren.
3. Druk op <
Opslaan
>.
48
Menuopties
Alarm
(menu 3.5)
Gebruik dit menu om in te stellen dat op een bepaald
tijdstip een alarm afgaat.
Een alarm instellen
1. Selecteer het type alarm.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om
AAN
te selecteren
op de regel
Alarm
en druk op [Omlaag].
3. Geef de tijd op waarop het alarm moet afgaan en
druk op [Omlaag].
4. Selecteer
am
of
pm
in de 12-uursnotatie en druk
op [Omlaag].
5. Selecteer u een herhaaloptie.
6. Selecteer de regel
Alarmtoon
en selecteer een
melodie voor het alarm.
7. Druk op <
Opslaan
>.
Een alarm uitzetten
• Druk terwijl het alarm afgaat op <
Einde
> of op
een willekeurige toets om het alarm te stoppen.
• Druk terwijl een wekalarm afgaat op <
OK
> of
[Midden] om het alarm te stoppen.
Druk op <
Sluimeren
> of een willekeurige toets
om het alarm te stoppen en het na 5 minuten weer
te laten afgaan. Dit kunt u maximaal vijf keer
doen.
Het alarm laten afgaan wanneer de telefoon
uitgeschakeld is
Selecteer in het scherm Alarm
Autopower
→
AAN
.
Als de telefoon uitgeschakeld is op het moment dat
het alarm moet afgaan, wordt de telefoon
ingeschakeld en gaat het alarm af.
Uw telefoon gebruikt standaard de 12-
uursnotatie. U kunt de tijdnotatie
wijzigen.

p. 91
Menuopties
Toepassingen
(menu 3)
49
Organizer synchr.
(menu 3.6)
Met dit menu kunt u persoonlijke gegevens
synchroniseren met overeenkomstige pc-toepassingen
via het optionele programma WideSync.
Een synchronisatieprofiel maken
1. Druk op <
VoegToe
>.
2. Geef de volgende informatie op voor het profiel:
•
Profielnaam
: hier voert u de profielnaam in.
•
Synchronisatiecategorie
: hier selecteert de
toepassingen die u wilt synchroniseren.
•
Synchronisatietype
: hier selecteert u een
synchronisatietype.
•
Synchronisatieprotocol
: hier selecteert u
een verbindingsmethode.
3. Druk op <
Opslaan
> om het profiel op te slaan.
Synchronisatie starten
1. Controleer of MS Outlook en het programma
WideSync zijn geïnstalleerd op de pc en of de
telefoon en de pc op elkaar zijn aangesloten met
een USB-kabel of een actieve Bluetooth-
verbinding.
2. Open MS Outlook.
3. Selecteer een profiel in het scherm Organizer
synchr.
4. Druk op [Midden].
Synchronisatieopties gebruiken
Druk in het scherm Organizer synchr. op <
Opties
>
om de volgende opties weer te geven:
•
Synchronisatie starten
: hiermee start u een
synchronisatie voor het geselecteerde profiel.
•
Resultaat bekijken
: hiermee bekijkt u het
resultaat van de laatste synchronisatie.
•
Nieuw synchronisatieprofiel
: hiermee voegt u
een nieuw profiel toe.
•
Synchronisatieprofiel wijzigen
: hiermee wijzigt
u de eigenschappen van het profiel.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het geselecteerde
profiel of alle profielen.
50
Menuopties
Calculator
(menu 3.7)
Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige
functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
1. Voer het eerste getal in.
Druk op de linkerfunctietoets om een
decimaalteken of een haakje in te voegen.
2. Druk op een van de navigatietoetsen om toegang
te krijgen tot de gewenste rekenkundige functies.
3. Voer het tweede getal in.
4. Druk op [Midden] om de uitkomst te bekijken.
Omrekenen
(menu 3.8)
Met dit menu kunt u eenheden als vreemde valuta en
temperaturen omrekenen.
1. Selecteer een omrekenfunctie.
2. Druk op [Links] of [Rechts] om de oorspronkelijke
eenheid te selecteren en druk op [Omlaag].
3. Voer de waarde in die u wilt omrekenen en druk op
[Omlaag].
• Druk op [ ] om een decimaalteken in te
voeren.
• Druk op [ ] om de temperatuur te wijzigen in
boven nul (+) of onder nul (-).
4. Druk op [Links] of [Rechts] om de beoogde
eenheid voor de omrekening te selecteren.
De overeenkomstige waarde voor het ingevoerde
getal wordt weergegeven.
Timer
(menu 3.9)
Met dit menu kunt u de telefoon af laten tellen. Via de
telefoon hoort u een alarmtoon wanneer de
opgegeven periode is verstreken.
Druk op
[]
of
[]
om de cursor te
verplaatsen.
Voor het omrekenen van valuta's kunt u de
wisselkoersen bekijken en instellen door op
<
Koers bekijken
> te drukken.
Menuopties
Berichten
(menu 4)
51
De timer starten
1. Druk op <
Stel in
>.
2. Voer de tijdsduur in voordat het alarm afgaat en
druk op <
OK
>.
3. Druk op [Midden] om de aftelprocedure te starten.
De timer stoppen
•Druk op <
Einde
> of op een willekeurige toets om
de timer te stoppen wanneer deze afgaat.
• Druk in het scherm Timer op [Midden] om de timer
te stoppen voordat deze afgaat.
Stopwatch
(menu 3.0)
Met dit menu kunt u de verstreken tijd meten. De
stopwatch kan tijden tot op éénhonderdste van een
seconde meten. U kunt maximaal tien uur meten.
1. Druk op [Midden] om de stopwatch te starten.
2. Druk op [Midden] om de tussentijd op te Nemen. u
kunt dit maximaal vier keer doen.
3. Druk op <
Reset
> om de stopwatch op nul te
zetten.
Berichten
(menu 4)
Via het menu
Berichten
kunt u tekstberichten
verzenden en ontvangen. U kunt ook de functie voor
infoberichten gebruiken.
Druk in de standby-stand op <
Menu
> en selecteer
Berichten
om dit menu te openen.
Bericht maken
(menu 4.1)
Met SMS (Short Message Service) kunt u
tekstberichten verzenden en ontvangen, die
afbeeldingen, animaties en melodieën kunnen
bevatten.
1. Voer het bericht in.
2. Druk op <
Opties
> voor toegang tot een van de
volgende opties:
Het maximum aantal tekens dat toegestaan is in
een tekstbericht varieert per provider. Als het
maximum aantal tekens in een bericht wordt
overschreden, wordt het bericht gesplitst.
52
Menuopties
•
Opslaan en verzenden
: hiermee slaat u een
kopie van het bericht op en verzendt u het
bericht.
•
Verzenden
: hiermee verzendt u het bericht.
•
Invoegen
: hiermee voegt u een
standaardbericht, vermelding uit de
telefoonlijst of een favoriet toe.
•
Foto toevoegen
/
Animatie toevoegen
/
Melodie toevoegen
: hiermee kunt u een
afbeelding, foto, animatie of melodie
toevoegen.
•
Opslaan in
: hiermee slaat u het bericht op in
Concepten
of in een van de mappen die u hebt
gemaakt.
•
Taal kiezen
: hiermee kunt u de taal wijzigen
die wordt gebruikt in de T9-invoerstand.
•
Tekstopmaak
: hiermee kunt u de
opmaakopties wijzigen.
•
Invoermethode
: hiermee wijzigt u de
tekstinvoerstand.
3. Als u klaar bent, drukt u op <
Opties
> en kiest u
Opslaan en verzenden
of
Verzenden
.
4. Voer het bestemmingsnummer in.
Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt
verzenden, drukt u op [Omlaag] en vult u de
velden voor de aanvullende bestemmingen in.
5. Druk op [Midden] om het bericht te verzenden.
Mijn berichten
(menu 4.2)
Via dit menu kunt u alle berichten opslaan die u hebt
ontvangen of verzonden of die niet kunnen worden
verzonden.
Postvak IN
(menu 4.2.1)
In deze map worden alle berichten opgeslagen die u
hebt ontvangen.
Een bericht bekijken wanneer u het ontvangt
Als u een bericht hebt ontvangen, waarschuwt de
telefoon u op de volgende manier:
• Er wordt een berichtsymbool met een tekstmelding
weergegeven
• Er klinkt een toon of de telefoon trilt, afhankelijk
van de instelling voor berichtsignalen.
Menuopties
Berichten
(menu 4)
53
Als u een bericht meteen wilt lezen, drukt u op
<
Tonen
> en selecteert u een bericht in het Postvak
IN.
Een bericht in het Postvak IN bekijken
De volgende symbolen kunnen worden weergegeven
in de lijst met berichten. De symbolen kunnen
variëren afhankelijk van het type en de status van het
bericht:
• SMS
• Infoberichten
• Ontvangstbevestiging voor uw verzonden
berichten
Wanneer u de lijst met berichten bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Tonen
: hiermee opent u het bericht.
•
Wissen
: hiermee wist u het bericht.
•
Verplaatsen naar Mijn map
: hiermee verplaatst
u het bericht naar een van de mappen die u hebt
gemaakt in het menu
Mijn mappen
.
•
Sorteren op
: hiermee wijzigt u de
sorteervolgorde van de berichten.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
• Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights
Management) kunnen berichten met webinhoud
mogelijk niet worden doorgestuurd. Deze worden
aangegeven met .
• Met het symbool
naast een bericht wordt
aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit
heeft. Met een grijs berichtsymbool wordt
aangegeven dat het bericht een lage prioriteit
heeft.
De beschikbare opties variëren, afhankelijk van uw
provider of het land waarin u zich bevindt.
54
Menuopties
Berichtopties gebruiken
Druk terwijl u een bericht bekijkt op <
Opties
> voor
toegang tot de volgende opties:
SMS-berichten
•
Antwoorden
: hiermee stuurt u een bericht naar
de afzender.
•
Doorsturen
: hiermee stuurt u het bericht door.
•
Wissen
: hiermee wist u het bericht.
•
Verplaatsen naar telefoon
/
Verplaatsen naar
SIM
: hiermee kunt u berichten van de SIM-kaart
naar het telefoongeheugen verplaatsen en vice
versa.
•
Adres overnemen
: hiermee kunt u URL's,
e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
•
Media overnemen
: hiermee kunt u media-inhoud
uit het bericht in het telefoongeheugen opslaan.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist. U kunt alleen berichten
beveiligen die zijn opgeslagen in het geheugen van
de telefoon.
Infoberichten
•
Opslaan
: hiermee slaat u het bericht op in het
geheugen van de telefoon.
•
Adres overnemen
: hiermee kunt u URL's,
emailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
•
Wissen
: hiermee wist u het bericht.
Ontvangstbevestigingsberichten
•
Adres overnemen
: hiermee kunt u URL's,
emailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
•
Wissen
: hiermee wist u het bericht.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
Concepten
(menu 4.2.2)
In deze map worden tekstberichten opgeslagen die u
hebt opgeslagen om ze later te verzenden.
Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
•
Wijzigen
: hiermee kunt u het bericht bewerken.
Menuopties
Berichten
(menu 4)
55
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bericht of alle
berichten.
•
Verplaatsen naar Mijn map
: hiermee verplaatst
u het bericht naar een van de mappen die u hebt
gemaakt in het menu
Mijn mappen
.
•
Sorteren op
: hiermee wijzigt u de
sorteervolgorde van de berichten.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
Postvak UIT
(menu 4.2.3)
In deze map worden tekstberichten opgeslagen
waarvan de verzending is mislukt. Het symbool bij
een bericht geeft aan dat de verzending is mislukt.
Druk terwijl u een bericht of de lijst met berichten
bekijkt op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
•
Tonen
: hiermee geeft u het bericht weer.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bericht of alle
berichten.
•
Verplaatsen naar Mijn map
: hiermee verplaatst
u het bericht naar een van de mappen die u hebt
gemaakt in het menu
Mijn mappen
.
•
Sorteren op
: hiermee wijzigt u de
sorteervolgorde van de berichten.
•
Opnieuw verzenden
: hiermee verzendt u het
bericht.
•
Doorsturen
: hiermee stuurt u het bericht door
naar andere mensen.
•
Adres overnemen
: hiermee kunt u URL's,
emailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
56
Menuopties
Verzonden
(menu 4.2.4)
In deze map worden berichten opgeslagen die u hebt
verzonden.
Druk terwijl u een bericht of de lijst met berichten
bekijkt op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
•
Tonen
: hiermee opent u het bericht.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het bericht of alle
berichten.
•
Verplaatsen naar Mijn map
: hiermee verplaatst
u het bericht naar een van de mappen die u hebt
gemaakt in het menu
Mijn mappen
.
•
Sorteren op
: hiermee wijzigt u de
sorteervolgorde van de berichten.
•
Doorsturen
: hiermee stuurt u het bericht door
naar andere mensen.
•
Adres overnemen
: hiermee kunt u URL's,
emailadressen of telefoonnummers uit het bericht
overnemen.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
Mijn mappen
(menu 4.2.5)
Met dit menu kunt u nieuwe mappen maken om uw
berichten op te slaan en te ordenen.
Een nieuwe map maken
1. Druk op<
Ja
>.
2. Voer een mapnaam in en druk op <
OK
>.
Mapopties gebruiken
Druk in de lijst met mappen op <
Opties
> voor
toegang tot de volgende opties:
•
Openen
: hiermee opent u de map.
•
Map toevoegen
: hiermee voegt u een nieuwe
map toe.
•
Map hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van
de map.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u de geselecteerde
map.
Menuopties
Berichten
(menu 4)
57
Sjablonen
(menu 4.3)
Met dit menu kunt u standaardberichten maken en
gebruiken voor berichten die u veel gebruikt.
Een standaardtekstbericht maken
1. Selecteer een lege locatie.
2. Voer een bericht in en druk op <
OK
>.
Opties voor standaardberichten gebruiken
Druk in de lijst met standaardberichten op <
Opties
>
om de volgende opties weer te geven:
•
Wijzigen
: hiermee kunt u het standaardbericht
wijzigen.
•
Verzenden
: hiermee verzendt u een nieuw bericht
op basis van het standaardbericht.
•
Wissen
: hiermee wist u het standaardbericht.
•
Nieuw
: hiermee voegt u een nieuw
standaardbericht toe.
Alles wissen
(menu 4.4)
Met dit menu kunt u berichten één voor één of
allemaal tegelijk uit een berichtenmap verwijderen. U
kunt ook alle berichten in alle mappen in een keer
verwijderen.
Instellingen
(menu 4.5)
Met dit menu kunt u verschillende opties instellen voor
het gebruik van de berichtendienst.
Tekstbericht
(menu 4.5.1)
U kunt standaard-SMS-instellingen configureren voor
het verzenden of ontvangen van berichten.
•
Verzendinstellingen
: hiermee stelt u de
volgende opties in voor het verzenden van een
tekstbericht:
Antwoordpad
: de ontvanger kan u antwoorden
via de server van uw provider.
Ontvangstbevestiging
: hiermee kunt u instellen
dat u op de hoogte wordt gesteld zodra uw bericht
is afgeleverd.
58
Menuopties
Ondersteunde tekenset
: hier kunt u een type
tekencodering selecteren. Als u
Automatisch
kiest, wordt het type codering automatisch
gewijzigd van GSM-alfabet in Unicode zodra u een
Unicode-teken invoert. Het gebruik van de
Unicode-codering brengt het maximum aantal
tekens in een bericht ongeveer tot de helft terug.
Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt
Automatisch standaard gebruikt voor de
tekencodering.
Drager kiezen
: hier kunt u kiezen tussen
GSM
en
Voorkeur GPRS
, afhankelijk van uw netwerk.
•
Huidig profiel
: hiermee selecteert u een profiel.
•
Profielinstellingen
: hiermee stelt u de volgende
eigenschappen in een profiel in:
SMS-centrale
: hier kunt u het nummer van de
SMS-centrale opslaan of wijzigen.
Standaardbestemming
: hier voert u de
standaardbestemming in. Deze wordt
weergegeven in het eerste veld bij Bestemmingen.
Standaardtype
: hier kunt u het
standaardberichttype instellen. De provider zet de
berichten om in de gekozen indeling.
Standaardgeldigheid
: hier kunt u instellen hoe
lang uw berichten bij de SMS-centrale worden
bewaard terwijl wordt geprobeerd ze te bezorgen.
Naam instelling
: hier voert u een profielnaam in.
Infoberichten
(menu 4.5.2)
U kunt de instellingen voor het ontvangen van
infoberichten wijzigen. De volgende opties zijn
beschikbaar:
•
Ontvangen
: hiermee selecteert u de ontvangst
van infoberichten.
•
Kanalen
: hiermee geeft u de kanalen aan
waarvan u infoberichten wilt ontvangen. Neem
voor meer informatie contact op met uw provider.
•
Taal
: hiermee kunt u de voorkeurstaal selecteren
waarin infoberichten worden weergegeven.
Menuopties
i-mode
(Menu 5)
59
Geheugenstatus
(menu 4.6)
In deze map worden tekstberichten opgeslagen die u
hebt verzonden. U kunt ook bekijken hoeveel
geheugen momenteel wordt gebruikt voor elke map.
i-mode
(Menu 5)
Via dit menu kunt u de i-mode-browser gebruiken, i-
mail- en i-MMS-berichten verzenden en ontvangen, en
Java-toepassingen openen.
Druk in de standby-stand op [Midden] en kies
i-mode
om dit menu te openen. U kunt dit menu ook snel
openen door in de standby-stand op <
i-mode
> te
drukken.
Menu
(menu 5.1)
Dit menu biedt toegang tot het hoofdmenu van i-
mode.
Info over i-mode
Met i-mode kunt u uw favoriete tijdschriften lezen,
tickets kopen, hotels voor de vakantie boeken, uw
favoriete kroeg zoeken, de beste beltonen en
spelletjes voor de laagste prijs downloaden, en live e-
mailberichten met foto's verzenden. U kunt dit
allemaal heel goedkoop doen doordat voor i-mode niet
de duur dat u on line bent in rekening wordt gebracht
maar alleen de hoeveelheid gegevens die u verzendt
en ontvangt.
Navigeren met de i-mode-browser
U kunt de browser snel starten door in de standby-
stand [Midden] ingedrukt te houden.
Gewenste actie Werkwijze
Door de browseritems
bladeren
Druk op [Omhoog] of
[Omlaag].
Een item selecteren Druk op [Midden].
Teruggaan naar de vorige
pagina
Druk op [Links] of
[
C
].
60
Menuopties
Browseropties gebruiken
Er zijn verschillende opties beschikbaar wanneer u de
i-mode-browser gebruikt. Druk op <
Menu
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Favoriet toev.
: hiermee voegt u een favoriet voor
de huidige webpagina toe.
•
Favorieten
: hiermee opent u de lijst met
favorieten.
•
Afb. opsl.
: hiermee kunt u een afbeelding van de
huidige webpagina opslaan.
•
Pagina opslaan
: hiermee kunt u de huidige
webpagina opslaan.
•
Toev. aan Tel.lijst
: hiermee kunt u het
geselecteerde telefoonnummer of e-mailadres
opslaan in de telefoonlijst.
•
Certificaatnr.
: hiermee krijgt u toegang tot het
servercertificaat van de huidige webpagina, als dit
een SSL-pagina (Secure Sockets Layer) is.
•
Naar webpagina
: hier kunt u een URL-adres
invoeren of een adres selecteren in de historielijst.
•
Opnieuw laden
: hiermee kunt u de huidige
webpagina bijwerken.
•
Pag. info
: hiermee kunt u het URL-adres van de
huidige webpagina bekijken.
•
Bericht maken
: hiermee kunt u het URL-adres
van de huidige pagina via i-mail naar anderen
verzenden.
De i-mode-browser afsluiten
Als u de browser wilt afsluiten, drukt u op [ ].
• Functies van toetsen in een i-mode-scherm zijn
afhankelijk van de inhoud van het scherm.
• U kunt een oproep beantwoorden terwijl u de
i-mode-functie gebruikt. Als de oproep beëindigd
is, wordt op het display het functiescherm
weergegeven dat u vóór de oproep gebruikte.
Menuopties
i-mode
(Menu 5)
61
Mail
(menu 5.2)
Via dit menu kunt u i-mail- en i-MMS-berichtdiensten
gebruiken.
E-mail opstellen
(menu 5.2.1)
U kunt een bericht opstellen en verzenden en diverse
typen mediabestanden als bijlage toevoegen.
Een i-mailbericht opstellen en verzenden
1. Selecteer het veld
Naar:1
.
2. Voer een bestemmingsadres in en druk op
[Midden].
3. Selecteer het veld
Onderwerp
.
4. Voer het onderwerp van het e-mailbericht in en
druk op [Midden].
5. Selecteer het veld
Bericht
.
6. Voer de tekst van het e-mailbericht in en druk op
[Midden].
Als u pictogrammen in de tekst wilt invoegen,
drukt u op <
Opties
> en kiest u Als pictogram.
Met knippen en plakken kunt u snel en gemakkelijk
tekst invoeren.

p. 62
7. Selecteer het veld
Bijlagen
.
8. Voeg afbeeldings-, geluids- of videobestanden toe.
9. Selecteer
Zend
om het e-mailbericht te
verzenden.
Opties voor e-mailberichten
Wanneer u een e-mailbericht opstelt, kunt u op
<
Menu
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Zend
: hiermee verzendt u het e-mailbericht.
•
Opslaan
: hiermee slaat u het bericht op in
Concepten.
•
Afbeelding toev.
: hiermee kunt u een
afbeeldingsbestand aan het bericht toevoegen.
U kunt dit menu snel openen door in de standby-
stand op <
Mail
> te drukken.
De beschikbare opties kunnen variëren. Dit is
afhankelijk van het geselecteerde veld.
62
Menuopties
•
Melodie toev.
: hiermee kunt u een
geluidsbestand aan het bericht toevoegen.
•
Video toevoegen
: hiermee kunt u een
videobestand aan het bericht toevoegen.
•
Bijlage verwijderen
: hiermee kunt u een bijlage
verwijderen.
•
Bestand afspelen
/
bekijken
: hiermee kunt u een
bijlage afspelen of bekijken.
•
Tel.lijst openen
: hiermee kunt u een e-mailadres
ophalen uit de telefoonlijst.
•
Adres toevoegen
: hiermee kunt u adressen
toevoegen in het veld Aan.
•
Cc toevoegen
: hiermee kunt u adressen
toevoegen in het veld Cc.
•
Bcc toevoegen
: hiermee kunt u adressen
toevoegen in het veld Bcc.
•
Wijzig in Aan
: hiermee wijzigt u een Cc- of Bcc-
adres in een Aan-adres.
•
Wijzig in Cc
: hiermee wijzigt u een Aan- of Bcc-
adres in een Cc-adres.
•
Wijzig in Bcc
: hiermee wijzigt u een Aan- of Cc-
adres in een Bcc-adres.
•
Adres wissen
: hiermee wist u het geselecteerde
adres.
•
Koptekst toev
: hiermee kunt een koptekst
toevoegen die is opgegeven in de optie Koptekst
van de instellingen.
•
Handtek. toev.
: hiermee kunt een handtekening
toevoegen die is opgegeven in de optie
Handtekening
van de instellingen.
•
Wis tekst
: hiermee wist u de tekst van het
bericht.
•
Wis bericht
: hiermee wist u het bericht.
Tekst kopiëren en plakken
1. Wanneer u tekst invoert in een bericht, kunt u de
navigatietoetsen gebruiken om de cursor op de
gewenste plaats te zetten.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Kopieer bericht
.
3. Druk op <
Kopie Aan
>.
Menuopties
i-mode
(Menu 5)
63
4. Markeer de gewenste tekst door op de
navigatietoetsen te drukken en druk vervolgens op
[Midden].
5. Selecteer
Kopiëren
of
Alles kopiëren
om alle
tekst te kopiëren.
Kies Knippen om de geselecteerde tekst te
knippen.
6. Druk op <
Opties
> en kies
Invoegen
om de
gekopieerde tekst te plakken.
MMS opstellen
(menu 5.2.2)
MMS (Multimedia Message Service) is een dienst
waarmee u berichten die een combinatie van tekst,
afbeeldingen, videoclips en geluidsbestanden
bevatten, van de ene telefoon naar een andere
telefoon of naar een e-mailadres kunt verzenden.
Een i-MMS-bericht opstellen en verzenden
1. Kies
Zend
→
Ja
in het menu Schrijf nieuwe.
2. Selecteer het veld
Naar:1
.
3. Voer een telefoonnummer of bestemmingsadres in
en druk op [Midden].
4. Selecteer het veld
Onderwerp
.
5. Voer het onderwerp van het bericht in en druk op
[Midden].
6. Selecteer het veld
MMS bewerken
.
7. Gebruik de volgende opties om een SMIL-dia te
maken:
•
Media toevoegen
: hiermee kunt u media-items
zoals afbeeldingen, geluiden en videoclips
toevoegen, inclusief tekst.
•
Media wissen
: hiermee wist u het geselecteerde
media-item.
•
Geluid afspelen
: hiermee speelt u het
geselecteerde geluidsbestand af.
•
Zend
: hiermee verzendt u het bericht.
•
Opslaan
: hiermee slaat u het bericht op in
Concepten
.
Media-inhoud die u via internet hebt gekocht,
kunt u niet toevoegen aan een SMIL-dia.
De beschikbare opties kunnen variëren. Dit is
afhankelijk van het geselecteerde veld.
64
Menuopties
•
Voorbeeld
: hiermee kunt u de berichtdia bekijken
die u hebt gemaakt.
•
Dia toevoegen
: hiermee kunt u een nieuwe dia
toevoegen na de laatste dia. Wanneer u dia's hebt
toegevoegd, kunt u door de dia's bladeren door op
[Links] of [Rechts] te drukken.
•
Wis dia
: hiermee wist u de geselecteerde dia.
•
Tekstkleur
: hiermee kunt u een kleur voor de
tekst selecteren.
•
Achtergrondkleur
: hiermee kunt u een
achtergrondkleur voor de dia selecteren.
•
Formaat
: hiermee selecteert u de grootte waarin
de afbeelding wordt weergegeven.
Werk.grootte
: hiermee wordt de afbeelding op
werkelijke grootte weergegeven.
Uitvullen
: de afbeelding wordt aangepast aan het
weergavegebied.
Langste zijde
: de afbeelding wordt aangepast
zodat de langste zijde, of het nou de hoogte of de
breedte is, overeenkomt met desbetreffende zijde
van het weergavegebied.
Kortste zijde
: de afbeelding wordt aangepast
zodat de kortste zijde, of het nou de hoogte of de
breedte is, overeenkomt met desbetreffende zijde
van het weergavegebied.
•
Opties
: hiermee kunt u de weergavetijd voor elk
item in het bericht wijzigen, zoals een dia, tekst,
een afbeelding of een geluidsfragment.
•
Grootte wijzigen
: hiermee kunt u de grootte van
het weergavegebied wijzigen. Druk op [Omhoog]
of [Omlaag] om de rand te verplaatsen.
•
Posities wisselen
: hiermee wijzigt u de volgorde
van de afbeelding en de tekst.
•
Vorige dia
: hiermee gaat u terug naar de vorige
dia.
•
Vlg. dia
: hiermee gaat u vooruit naar de volgende
dia.
8. Wanneer u klaar bent, drukt u op <
Verzenden
>.
9. Selecteer
Zend
om het bericht te verzenden.
Menuopties
i-mode
(Menu 5)
65
Opties voor berichten
Wanneer u een i-MMS-bericht opstelt, kunt u toegang
krijgen tot allerlei opties door op <
Menu
> te
drukken.

p. 61
Postvak IN
(menu 5.2.3)
Dit menu biedt toegang tot ontvangen i-mail- en
i-MMS-berichten.
Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <
Menu
>
drukken om de volgende opties weer te geven:
•
Antwoord
: hiermee stuurt u een antwoord naar
de afzender.
•
Antw. met tekst
: hiermee stuurt u een antwoord
met de oorspronkelijke berichttekst naar de
afzender.
•
Antwoord allen
: hiermee kunt u de afzender en
alle ontvangers van het bericht een antwoord
sturen.
•
Antw. allen met tekst
: hiermee stuurt u een
antwoord met de oorspronkelijke berichttekst naar
de afzender en alle ontvangers van het bericht.
•
Doorsturen
: hiermee kunt u het bericht
doorsturen naar iemand anders. Als het bericht
media-inhoud bevat die u hebt gekocht via
internet, is doorsturen niet beschikbaar.
•
Wissen
: hiermee wist u het huidige bericht.
•
Adres opslaan
: hiermee kunt u het adres van de
afzender opslaan in de telefoonlijst.
•
Toev. aan Tel.lijst
: hiermee kunt u
telefoonnummers en e-mailadressen in de tekst
opslaan in de telefoonlijst.
•
Bericht maken
: hiermee kunt u een nieuw bericht
opstellen.
•
Melodie opsl.
: hiermee kunt u de melodie opslaan
die als bijlage aan het bericht is toegevoegd.
Wanneer de maximumlimiet van Postvak IN is
bereikt, worden oude berichten die al gelezen
zijn, overschreven door nieuwe i-mail- of i-MMS-
berichten.
66
Menuopties
•
Bijlage opslaan
: hiermee kunt u het bijgevoegde
geluids- en afbeeldingsbestand opslaan.
•
Kopieer bericht
: hiermee kopieert u de inhoud
van het bericht.
•
Kopieer onderw.
: hiermee kopieert u het
onderwerp van het bericht.
•
Kopieer adres
: hiermee kopieert u het adres van
het bericht.
•
SMIL afspelen
: hiermee kunt u de SMIL-dia's van
een MMS-bericht afspelen.
•
Browse SMIL
: hiermee kunt u de SMIL-dia's in de
bewerkmodus weergeven.
•
Beveil.aan/uit
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
Druk in de lijst met berichten op <
Menu
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Toon alle
: alle ontvangen berichten worden
weergeven.
•
Toon ongelezen
: alleen ongelezen berichten
worden weergeven.
•
Toon gelezen
: alleen gelezen berichten worden
weergeven.
•
Toon beveiligde
: alleen beveiligde berichten
worden weergeven.
•
Eén wissen
: hiermee wist u het geselecteerde
bericht.
•
Wis gelezen ber.
: hiermee wist u alle gelezen
berichten, behalve de beveiligde.
•
Wis alles
: hiermee wist u alle berichten.
•
Alles+bev. wissen
: hiermee wist u alle
berichten, inclusief de beveiligde.
•
Sorteren/titel
: berichten worden op titel
gesorteerd.
•
Sorteren/adres
: berichten worden op adres
gesorteerd.
•
Sorteren/datum
: berichten worden op datum
gesorteerd.
Menuopties
i-mode
(Menu 5)
67
Postvak UIT
(menu 5.2.4)
Dit menu biedt toegang tot verzonden i-mail- en
i-MMS-berichten.
Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <
Menu
>
drukken om de volgende opties weer te geven:
•
Wijzigen
: hiermee kunt u het bericht wijzigen en
vervolgens verzenden.
•
Wissen
: hiermee wist u het huidige bericht.
•
Adres opslaan
: hiermee kunt u het adres van een
ontvanger opslaan in de telefoonlijst.
•
Toev. aan Tel.lijst
: hiermee kunt u
telefoonnummers en e-mailadressen in de tekst
opslaan in de telefoonlijst.
•
Bericht maken
: hiermee kunt u een nieuw bericht
opstellen.
•
Kopieer bericht
: hiermee kopieert u de inhoud
van het bericht.
•
Kopieer onderw.
: hiermee kopieert u het
onderwerp van het bericht.
•
SMIL afspelen
: hiermee kunt u de SMIL-dia's van
een MMS-bericht afspelen.
•
Browse SMIL
: hiermee kunt u de SMIL-dia's in de
bewerkmodus weergeven.
•
Beveil.aan/uit
: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
Druk in de lijst met berichten op <
Menu
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Sorteren/titel
: berichten worden op titel
gesorteerd.
•
Sorteren/adres
: berichten worden op adres
gesorteerd.
•
Sorteren/datum
: berichten worden op datum
gesorteerd.
•
Eén wissen
: hiermee wist u het geselecteerde
bericht.
•
Wis alles
: hiermee wist u alle berichten.
•
Alles+bev. wissen
: hiermee wist u alle
berichten, inclusief de beveiligde.
Wanneer de maximumlimiet van Postvak UIT is
bereikt, worden oude berichten die al gelezen
zijn, overschreven door nieuwe i-mail- of i-MMS-
berichten.
68
Menuopties
Concepten
(menu 5.2.5)
Dit menu biedt toegang tot i-mail- en i-MMS-berichten
die u hebt opgeslagen alvorens ze te verzenden.
Druk in de lijst met berichten op <
Menu
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Eén wissen
: hiermee wist u het geselecteerde
bericht.
•
Wis alles
: hiermee wist u alle berichten.
E-mail filter
(menu 5.2.6)
Met behulp van dit menu kunt u selecteren welke
gedeelten van berichten u wilt ophalen van de server,
zoals het adres, het onderwerp of de berichttekst van
de afzender.
E-mail ophalen
(menu 5.2.7)
Met behulp van dit menu kunt bij het i-mode-centre
controleren of er nieuwe i-mail- of i-MMS-berichten
zijn en deze downloaden naar de telefoon.
Instellingen
(menu 5.2.8)
Met behulp van dit menu kunt u de verschillende
instellingen voor het verzenden en ontvangen van i-
mail- en i-MMS-berichten wijzigen.
•
Koptekst
: hier kunt u een koptekst invoeren die
moet worden ingevoegd aan het begin van de
berichttekst. Als u
Auto koppel
selecteert, wordt
de koptekst automatisch ingevoegd in alle
uitgaande berichten.
•
Handtekening
: hier kunt u een vaste regel
invoeren die moet worden ingevoegd aan het einde
van de berichttekst. Als u
Auto koppel
selecteert,
wordt de handtekening automatisch ingevoegd in
alle uitgaande berichten.
•
Antw. mark.
: hiermee stelt u in dat er een
markering wordt ingevoegd aan het begin van de
tekst wanneer u een antwoord verzendt.
Wanneer de maximumlimiet van Concepten is
bereikt, worden oude berichten die al gelezen
zijn, overschreven door nieuwe i-mail- of i-MMS-
berichten.
Menuopties
i-mode
(Menu 5)
69
•
Autom. afsp.
: hiermee stelt u in dat een melodie
of SMIL-dia automatisch wordt afgespeeld wanneer
u een bericht opent.
•
Auto-ontvangst
: hiermee stelt u in dat nieuwe
berichten automatisch worden gedownload naar de
telefoon wanneer deze door de server worden
ontvangen.
•
Incl. bijlagen
: hier selecteert u de typen bijlagen
die u wilt ontvangen.
•
Bijl. met data
: hiermee kunt MFi-bestanden
ontvangen die aan berichten zijn gekoppeld.
•
Inst. contr.
: hiermee kunt u de huidige
mailinstellingen bekijken.
•
Terug
: hiermee verlaat u het menu
Instellingen
en gaat u terug naar het vorige menuniveau.
Mailboxstatus
(menu 5.2.9)
Met behulp van dit menu kunt u bekijken hoeveel
geheugen er in totaal beschikbaar is en hoeveel
geheugen momenteel door elk postvak wordt gebruikt.
Terug
(menu 5.2.0)
Met behulp van dit menu kunt u het menu
Mail
verlaten.
Javadiensten
(menu 5.3)
Dit menu biedt toegang tot spelletjes en MIDlets
(Java-toepassingen die op mobiele telefoons worden
uitgevoerd) die u met behulp van de i-mode-browser
uit diverse bronnen kunt downloaden en in de telefoon
opslaan.
Druk in de lijst met toepassingen op <
Menu
> om de
volgende Java-systeemopties weer te geven:
•
Informatie
: hiermee kunt u instellen of een
beschrijving van de toepassing wordt weergegeven
voordat deze wordt gedownload.
•
Wis alles
: hiermee wist u alle Java-toepassingen.
•
Geheugenstatus
: hiermee kunt u bekijken
hoeveel geheugen er gebruikt is en hoeveel er
beschikbaar is voor het opslaan van Java-
toepassingen.
70
Menuopties
•
Java rapportage
: hiermee kunt u
rapportagegegevens van een Java-toepassing
bekijken.
•
Java versie info
: hiermee kunt u de versie- en
copyrightgegevens van de Java-VM (Java Virtual
Machine) in uw telefoon bekijken.
Druk in de lijst met toepassingen op <
Menu
> om de
volgende opties voor toepassingen weer te geven:
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van de toepassing bekijken.
•
Vernieuwen
: hiermee kunt u de geselecteerde
toepassing bijwerken.
•
Wissen
: hiermee wist u de toepassing.
•
Netwerk gebruik
: hiermee kunt u selecteren of
de toepassing verbinding maakt met het netwerk
wanneer deze wordt uitgevoerd als het een on line
toepassing betreft.
•
Auto-start
: hiermee kunt u selecteren of de
toepassing automatisch wordt gestart wanneer
deze wordt geselecteerd.
SMS
(menu 5.4)
U kunt dit menu gebruiken om het menu Berichten
direct te openen.

p. 51
Favorieten
(menu 5.5)
Via dit menu kunt u de URL-adressen van websites
openen die u tijdens het surfen hebt ingesteld als
Favorieten.
Druk op <
Menu
> om de volgende opties weer te
geven:
•
Openen
: hiermee geeft u de favoriet weer.
•
Kopieer adres
: hiermee kunt u het URL-adres van
de favoriet kopiëren.
•
Titel wijzigen
: hiermee kunt u de titel van de
favoriet wijzigen.
•
Bericht maken
: hiermee kunt u de favoriet via
een bericht verzenden.
De beschikbare opties kunnen verschillen. Dit is
afhankelijk van het geselecteerde type
toepassing.
Menuopties
i-mode
(Menu 5)
71
•
Eén wissen
: hiermee wist u de geselecteerde
favoriet.
•
Wis alles
: hiermee wist u alle favorieten.
Naar webpagina
(menu 5.6)
Met behulp van dit menu kunt u een website openen
door handmatig een URL-adres in te voeren of er een
in de historielijst te selecteren.
Opgeslagen pag's
(menu 5.7)
Dit menu biedt toegang tot de lijst met opgeslagen
webpagina's.
Wanneer u een pagina bekijkt, kunt u op <
Menu
>
drukken om de volgende opties weer te geven:
•
Afb. opsl.
: hiermee kunt u een afbeelding op een
pagina opslaan.
•
Titel wijzigen
: hiermee kunt u de titel van de
pagina wijzigen.
•
Certificaatnr.
: hiermee krijgt u toegang tot het
servercertificaat van de pagina.
•
Pag. info
: hiermee kunt u het URL-adres van de
pagina bekijken.
•
Beveil.aan/uit
: hiermee kunt u voorkomen dat
de pagina wordt gewist.
•
Wissen
: hiermee wist u de pagina.
Druk in de lijst met pagina's op <
Menu
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Openen
: hiermee opent u de geselecteerde
pagina.
•
Titel wijzigen
: hiermee kunt u de titel van de
geselecteerde pagina wijzigen.
•
Beveil.aan/uit
: hiermee kunt u voorkomen dat
de geselecteerde pagina wordt gewist.
•
Eén wissen
: hiermee wist u de geselecteerde
pagina.
•
Wis alles
: hiermee wist u alle opgeslagen
pagina's.
•
Alles+bev. wissen
: hiermee wist u alle
opgeslagen pagina's, inclusief de beveiligde.
72
Menuopties
Instellingen
(menu 5.8)
Via dit menu kunt u de instellingen voor de
browserverbindingen en -weergave wijzigen.
•
Time-out
: hiermee kunt u instellen dat de
telefoon de verbinding met het netwerk verbreekt
na een opgegeven periode van inactiviteit.
•
Afb. tonen
: hiermee kunt u instellen of
afbeeldingen op webpagina's worden
weergegeven.
•
Tekstomloop
: hiermee kunt u instellen of
tekstomloop wordt toegepast zodat webpagina's in
het display van de telefoon passen, of dat de tekst
wordt weergegeven zoals die op de webpagina
staat.
•
Certificaten
: hiermee kunt u de lijst met tijdens
het surfen ontvangen servercertificaten bekijken
en de status van geselecteerde certificaten
wijzigen van geldig in ongeldig en vice versa.
•
Terminal-info verz.
: hiermee kunt u instellen of
de telefoon tijdens het surfen informatie verzendt
naar de webserver.
•
Video autom. afsp.
: hiermee kunt u instellen of
videoclips na het downloaden automatisch worden
afgespeeld.
•
Inst. contr.
: hiermee kunt u de huidige
instellingen bekijken.
•
Terug
: hiermee verlaat u het menu
Instellingen
en gaat u terug naar het vorige menuniveau.
Mijn bestanden
(menu 6)
In het menu
Mijn bestanden
kunt u toegang krijgen
tot afbeeldingen, video's, muziekbestanden en
geluidsbestanden die in het telefoongeheugen zijn
opgeslagen.
Druk in de standby-stand op [Midden] en selecteer
Mijn bestanden
om dit menu te openen.
Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights
Management) is het mogelijk dat webinhoud niet
kan worden doorgestuurd.
De inhoud wordt
aangegeven door
.
Menuopties
Mijn bestanden
(menu 6)
73
Foto’s
In dit menu worden foto's weergegeven die u hebt
genomen en foto’s en afbeeldingen die u hebt
gedownload of hebt ontvangen in berichten.
Een foto of afbeelding bekijken
1. Selecteer een map met afbeeldingen.
2. Blader naar een foto of afbeelding en druk op
[Midden].
Opties gebruiken
Wanneer u een foto of afbeelding of de lijst met
afbeeldingen bekijkt, kunt u op <
Opties
> drukken om
de opties weer te geven.

p. 85
Video's
In dit menu worden videoclips weergegeven die u hebt
opgenomen of gedownload of die u in een bericht hebt
ontvangen.
Een videoclip afspelen
1. Selecteer een map met video's.
2. Blader naar een bestand en druk op [Midden].

p. 89
Opties voor videoclips gebruiken
Wanneer u de lijst met videoclips bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de opties weer te geven.
•
Afspelen
: hiermee speelt u de videoclip af.
•
Verzenden via
: hiermee kunt u de videoclip via
i-mail, MMS of Bluetooth verzenden.
•
Instellen als
: hiermee kunt u de videoclip
instellen als achtergrond voor het standby-scherm,
als afbeelding voor de beller voor een vermelding
in de telefoonlijst, of als belsignaal
•
Wissen
: hiermee verwijdert u de videoclip.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van de
videoclip.
•
Verplaatsen naar Favoriete video's
: hiermee
verplaatst u het bestand naar de map
Favoriete
video's
.
Videoclips die zijn opgenomen met andere
apparaten, zoals camcorders, worden mogelijk niet
goed afgespeeld.
74
Menuopties
•
Verplaatsen naar Video-album
: hiermee
verplaatst u het bestand naar de map
Video-
album
.
•
Verplaatsen naar Gedownloade video's
:
hiermee verplaatst u het bestand naar de map
Gedownloade video's
.
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat de
videoclip wordt verwijderd.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van de videoclip bekijken.
Muziek
In dit menu worden MP3-bestanden weergegeven die
u hebt gedownload, die u hebt ontvangen in berichten
of die u vanuit uw computer hebt geïmporteerd.
Een muziekbestand afspelen
Blader naar een bestand en druk op [Midden].

p. 43
Opties voor muziekbestanden gebruiken
Wanneer u de lijst met muziekbestanden bekijkt, kunt
u op <
Opties
> drukken om de volgende opties weer
te geven:
•
Afspelen
: hiermee begint u het afspelen.
•
Verzenden via Bluetooth
: hiermee verzendt u
het bestand via e-mail of Bluetooth.
•
Toevoegen aan playlist
: hiermee voegt u een
bestand toe aan de playlist.
•
Instellen als
: hiermee kunt u de melodie instellen
als beltoon voor inkomende oproepen of als
beltoon aan een van uw contactpersonen
koppelen.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het geselecteerde
bestand of alle bestanden.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van het
bestand.
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
Menuopties
Mijn bestanden
(menu 6)
75
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat het
bestand wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
Geluiden
In dit menu worden geluidsfragmenten weergegeven
die u hebt opgenomen of gedownload of die u in een
bericht hebt ontvangen.
Een geluidsfragment afspelen
1. Selecteer een map met geluiden.
2. Blader naar een bestand en druk op [Midden].
Opties voor geluidsbestanden
Wanneer u de lijst met geluidsbestanden bekijkt, kunt
u op <
Opties
> drukken om de volgende opties weer
te geven:
•
Afspelen
: hiermee speelt u het geluidsbestand af.
•
Verzenden via
: hiermee kunt u het bestand via
i-mail, MMS of Bluetooth verzenden.
•
Instellen als
: hiermee kunt u de melodie instellen
als beltoon voor inkomende oproepen of als
beltoon aan een van uw contactpersonen
koppelen.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het geselecteerde
bestand of alle bestanden.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van het
bestand.
•
Verplaatsen naar Favoriete geluiden
: hiermee
verplaatst u het bestand naar de map
Favoriete
geluiden
.
•
Verplaatsen naar Memolijst
: hiermee verplaatst
u het bestand naar de map
Memolijst
.
•
Verplaatsen naar Gedownloade geluiden
:
hiermee verplaatst u het bestand naar de map
Gedownloade geluiden
.
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat het
bestand wordt gewist.
76
Menuopties
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
Overige bestanden
Bestanden die u hebt ontvangen maar die niet worden
ondersteund door uw telefoon, worden opgeslagen in
deze map. U kunt deze bestanden niet openen op de
telefoon. Niet-ondersteunde bestandsindelingen zijn
onder andere *.doc, *.ppt en *.txt.
Wanneer u de lijst met bestanden bekijkt, kunt u op
<
Opties
> drukken om de volgende opties weer te
geven:
•
Verzenden via Bluetooth
: hiermee verzendt u
het bestand via Bluetooth.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het geselecteerde
bestand of alle bestanden.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van het
bestand.
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat het
bestand wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van het bestand bekijken.
Geheugenstatus
Met dit menu kunt u de maximale hoeveelheid
geheugen en het beschikbare geheugen qua grootte
en qua aantal media-items bekijken. U kunt ook
bekijken hoeveel geheugen momenteel wordt gebruikt
voor elke mediamap.
Menuopties
Agenda
(menu 7)
77
Agenda
(menu 7)
Agenda is een functie waarmee u uw afspraken en
taken kunt bijhouden, gemiste alarmsignalen voor
items kunt bekijken en memo's kunt maken.
Druk in de standby-stand op [Midden] en selecteer
Agenda
om dit menu te openen.
De kalender bekijken
Als u het menu
Agenda
opent, wordt de kalender in
de maandweergave weergegeven, waarin de huidige
datum wordt aangegeven met een blauw vak.
Onderin de kalender wordt het aantal items voor de
desbetreffende dag weergegeven. De volgende
symbolen geven aan om wat voor type item het gaat:
Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
•
Weergave
: hiermee wijzigt u de weergavemodus
van de kalender.
•
Nieuw
: hiermee voegt u een nieuw item toe.
•
Terug
: hiermee gaat u naar de huidige datum of
kunt u een bepaalde datum opgeven.
•
Sorteren op
: hiermee kunt u items op type
sorteren.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u items die zijn
opgeslagen in de kalender, waarvoor u
verschillende opties kunt gebruiken.
•
Gemist alarm agenda-item
: hiermee bekijkt u
items waarvan u het alarm hebt gemist.
•
Geheugenstatus
: hiermee bekijkt u de
geheugenstatus voor items in het geheugen van de
telefoon.
• Afspraak • Verjaardag
• Actieitem • Memo
Afspraken met een herhalend alarm kunt u
alleen verwijderen in de dagweergave.
78
Menuopties
Een item toevoegen
U kunt maximaal 400 items in de agenda opnemen.
Voor elke dag kunt u meerdere items invoeren.
Een nieuwe afspraak invoeren
1. Blader naar een datum op de kalender.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
→
Agenda
.
3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of
de instellingen wijzigen:
•
Onderwerp
: hier voert u de titel van het item
in.
•
Details
: hier voert u de detailgegevens voor
het item in.
•
Begindatum
en
Begintijd
: hier voert u de
begindatum en -tijd voor het item in.
•
am/pm
: hier selecteert u
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
•
Deadline
en
Eindtijd
: hier voert u de
einddatum en -tijd voor het item in.
•
am/pm
: hier selecteert u
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
•
Locatie
: hier kunt u locatiegegevens voor het
item invoeren.
•
Alarm
: hier kunt u een alarm voor het item
instellen.
•
Voor
: hier kunt u instellen hoe lang voor de
begintijd van het item het alarm moet afgaan
om u te waarschuwen.
•
Alarmtoon
: hier selecteert u een alarmtoon.
•
Herhalen
: hier kunt u een herhaalpatroon
voor het item instellen.
•
Tot
: hier kunt u de einddatum voor het
herhaalpatroon voor het item instellen.
4. Druk op <
Opslaan
> om het item op te slaan.
Een nieuwe verjaardag invoeren
1. Selecteer een datum op de kalender.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
→
Verjaardag
.
3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of
de instellingen wijzigen:
•
Gebeurtenis
: hier voert u de gegevens van de
verjaardag in.
Menuopties
Agenda
(menu 7)
79
•
Datum
: hier voert u de datum in.
•
Alarm
: hier kunt u een alarm voor de
verjaardag instellen.
•
Voor
: hier kunt u instellen hoe lang voor de
begintijd van het item het alarm moet afgaan
om u te waarschuwen.
•
Alarmtijd
: hier voert u de tijd in waarop het
alarm moet afgaan.
•
am/pm
: hier selecteert u
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
•
Alarmtoon
: hier selecteert u een alarmtoon.
•
Ieder jaar herhalen
: hier kunt u instellen dat
u elk jaar aan de verjaardag wilt worden
herinnerd.
4. Druk op <
Opslaan
> om het item op te slaan.
Een memo invoeren
1. Selecteer een datum op de kalender.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
→
Memo
.
3. Voer een memo in en druk op <
Opslaan
>
Een actiepunt invoeren
1. Selecteer een datum op de kalender.
2. Druk op <
Opties
> en kies
Nieuw
→
Actielijst
.
3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of
de instellingen wijzigen:
•
Actielijst
: hier voert u de gegevens van het
item in.
•
Begindatum
: hier voert u de begindatum in.
•
Deadline
: hier voert u de einddatum in.
•
Kies prioriteit
: hiermee stelt u de prioriteit in.
4. Druk op <
Opslaan
> om het item op te slaan.
Een item bekijken
Door middel van rechte haken bij een datum in de
agenda worden de volgende typen items voor die dag
aangeduid:
1. Selecteer een datum in de kalender om de items
voor die dag weer te geven.
• Blauw: afspraak • Oranje: verjaardag
• Rood: actiepunt • Groen: memo
80
Menuopties
2. Selecteer een item om de detailgegevens te
bekijken.
Druk terwijl u een item of de lijst met items bekijkt op
<
Opties
> voor toegang tot de volgende opties:
•
Tonen
: hiermee geeft u details voor het item
weer.
•
Wijzigen
: hiermee wijzigt u het item.
•
Nieuw
: hiermee voegt u een nieuw item toe.
•
Verzenden via Bluetooth
: hiermee verzendt u
het agenda-item via Bluetooth.
•
Weergave
: hiermee wijzigt u de weergavemodus
van de kalender.
•
Sorteren op
: hiermee kunt u items op type
sorteren.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u items die zijn
opgeslagen in de kalender, waarvoor u
verschillende opties kunt gebruiken.
•
Gemist alarm agenda-item
: hiermee bekijkt u
items waarvan u het alarm hebt gemist.
•
Geheugenstatus
: hiermee bekijkt u de
geheugenstatus voor items in het geheugen van de
telefoon.
Een item bekijken in een andere weergave
De kalender wordt standaard in de weergave
Maandoverzicht weergegeven.
Druk op <
Opties
> en selecteer
Weergave
om de
weergave te wijzigen.
Dagoverzicht
U kunt items voor de geselecteerde datum bekijken.
Selecteer een item om de detailgegevens te bekijken.
De volgende symbolen worden weergegeven,
afhankelijk van het type en de status van het item:
• Alarm ingesteld
• Terugkerend item
• Voltooid actiepunt
• Actieprioriteit; de kleur geeft de prioriteit aan
(rood: hoog, blauw: normaal en grijs: laag)
Menuopties
Agenda
(menu 7)
81
Weekoverzicht
U kunt items bekijken voor de geselecteerde week
(alleen agenda-items).
Een cel op het rooster geeft aan of er informatie over
het item is.
Selecteer de cel met het gewenste item.
Een
gemist alarm agenda-item
bekijken
Wanneer u niet reageert op een ingesteld alarm voor
een item, wordt op de telefoon een melding
weergegeven dat u een alarm hebt gemist.
•Druk op <
Tonen
> om het desbetreffende item te
bekijken.
•Druk op <
Einde
>.
Een item met een gemist alarmsignaal openen
1. Druk op <
Opties
> en kies
Gemist alarm
agenda-item
.
2. Selecteer een item.
3. Druk op <
OK
> om het item te bevestigen en
verwijderen.
Opties voor items met gemiste alarmsignalen
gebruiken
Druk in de lijst met items op <
Opties
> om de
volgende opties weer te geven:
•
Tonen
: hiermee geeft u details voor het item
weer.
•
Wissen
: hiermee wist u het item.
•
Alles wissen
: hiermee wist u alle items.
82
Menuopties
Camera
(menu 8)
U kunt de in de telefoon ingebouwde cameramodule
gebruiken om foto's te nemen en video-opnamen te
maken.
Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standby-
stand op [Midden] en kiest u
Camera
, of houdt u
[
]
ingedrukt.
Een foto maken
U kunt met de telefoon foto's nemen in verschillende
standen. De telefoon maakt JPEG-foto's.
1. Open het menu
Camera
om de camera in te
schakelen.
Het beeld verschijnt op het display.
2. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de
camera op het onderwerp te richten.
• Druk op de linkerfunctietoets om de
cameraopties te gebruiken.
• U kunt via het toetsenbord de camera-
instellingen wijzigen of naar andere standen
overschakelen.

p. 84
3. Druk op [
]
om een foto te nemen. De foto wordt
opgeslagen in de map
Foto's
.
• Maak geen foto's van personen zonder hun
toestemming.
• Maak geen foto's op plaatsen waar het gebruik
van camera's niet is toegestaan.
• Maak geen foto's op plaatsen waar u mogelijk
inbreuk maakt op de privacy van een ander.
Als u in direct zonlicht of bij helder weer een foto
maakt, kunnen op de foto schaduwen verschijnen.
4.
Gewenste actie Werkwijze
Foto-opties gebruiken Druk op
<
Opties
>.

p. 84
De foto wissen Druk op [
C
] en
vervolgens op <
Ja
>.
Terugkeren naar de
fotostand
Druk op <
Voorbeeld
>.
Menuopties
Camera
(menu 8)
83
De cameraopties gebruiken in de fotostand
Druk in de fotostand op de linkerfunctietoets om de
volgende opties te gebruiken:
•
Video opnemen
: hiermee schakelt u over naar de
videostand.
•
Fotostand
: hiermee kunt u een foto nemen in de
volgende standen:
Eén opname
: hiermee neemt u een foto in de
normale stand.
Multishot
: hiermee neemt u een reeks foto's
achter elkaar. Selecteer het aantal foto's dat moet
worden genomen.
Mozaïekopname
: hiermee neemt u een reeks
foto's die u in één kader opslaat. Selecteer het
aantal foto's dat moet worden genomen.
•
Effecten
: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
speciale effecten toepassen op foto's die in de
normale stand worden genomen.
•
Kaders
: hiermee kunt u een decoratief kader
toepassen op foto's die in de normale stand
worden genomen.
•
Flitser
: hiermee bepaalt u het gebruik van de
flitser.
•
Zelfontspanner
: hiermee kunt u een vertraging
instellen voordat een foto wordt genomen.
•
Ga naar Foto's
: hiermee gaat u naar de map
Foto's
.
•
Instellingen
: hiermee kunt u de
standaardinstellingen voor het maken van foto's
wijzigen.
Grootte
: hier kunt u een beeldgrootte selecteren.
Kwaliteit
: hiermee kunt u een instelling voor de
beeldkwaliteit selecteren.
Zoekerstand
: hiermee kunt u een
voorbeeldscherm selecteren.
Geluid sluiter
: hiermee kunt u het geluid
selecteren dat u hoort als u de sluiterknop [
]
indrukt.
•
Sneltoetsen
: hiermee geeft u de functies weer
van de toetsen die u kunt gebruiken.
84
Menuopties
Functies van de toetsen in de fotostand
In de fotostand kunt u met de toetsen de camera-
instellingen aanpassen.
Foto-opties gebruiken
Druk nadat u een foto hebt opgeslagen op <
Opties
>
voor toegang tot de volgende opties:
•
Nog een foto nemen
: hiermee gaat u terug naar
de fotostand.
•
Verzenden via
: hiermee kunt u de foto via i-mail,
MMS of Bluetooth verzenden.
Toets Functie
[ ] Het beeld verticaal spiegelen
[ ] Het spiegelbeeld weergeven
[Links/
Rechts]
De helderheid van het beeld aanpassen
[Omhoog/
Omlaag]
In- of uitzoomen
[
1
] Overschakelen naar de videostand.

p. 86
[
2
] De beeldgrootte wijzigen
[
3
] De beeldkwaliteit wijzigen
[
4
] De camerastand wijzigen
[
5
] De kleurtoon wijzigen of een speciaal
effect toepassen op de foto
[
6
] De vervorming van het beeld
verminderen voor optimale details en
scherptediepte
[
7
] Een decoratieve rand selecteren
[
8
] De zelfontspanner instellen
[
9
] Naar de map
Foto's
gaan
[
0
] Het gebruik van de flitser bepalen
[ ] Het voorbeeldscherm wijzigen
Toets Functie
Menuopties
Camera
(menu 8)
85
•
Instellen als
: hiermee kunt u de foto instellen als
achtergrond voor de schermen of als afbeelding
voor de nummerweergave voor een vermelding in
de telefoonlijst.
•
Wissen
: hiermee wist u de foto.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van de
foto.
•
Ga naar Foto's
: hiermee gaat u naar de map
Foto's
.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat de
foto wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van de foto bekijken.
Een foto bekijken
1. Druk in de fotostand op de linkerfunctietoets en
kies
Ga naar Foto's
.
2. Blader naar een foto en druk op [Midden].
Druk terwijl u een foto of de lijst met foto's bekijkt op
<
Opties
> voor toegang tot de volgende opties:
•
Lijst
: hiermee gaat u terug naar de lijst met
foto's.
•
Tonen
: hiermee bekijkt u de foto in het volledige
scherm.
•
Verzenden via
: hiermee kunt u de foto via i-mail,
MMS of Bluetooth verzenden.
•
Instellen als
: hiermee kunt u de foto instellen als
achtergrond voor de schermen of als afbeelding
voor de nummerweergave voor een vermelding in
de telefoonlijst.
•
Wissen
: hiermee wist u de foto.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van de
foto.
•
Verplaatsen naar Favoriete afbeeldingen
:
hiermee verplaatst u de foto naar de map
Favoriete afbeeldingen
.
86
Menuopties
•
Diapresentatie
: hiermee bekijkt u alle foto's na
elkaar als een diapresentatie. U kunt kiezen met
welke snelheid de foto's worden gewisseld.
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of dit
bestand al dan niet mag worden geopend door
andere Bluetooth-apparaten.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat de
foto wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van de foto bekijken.
Een foto nemen als de telefoon gesloten is
1. Houd [
]
ingedrukt.
2. Druk, indien nodig, op [ ] om te markeren.
3. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de
camera op het onderwerp te richten.
5. Druk op [
]
om een foto te nemen. De foto wordt
automatisch opgeslagen in de map
Foto's
.
Een video opnemen
U kunt een video opnemen van wat wordt
weergegeven op het camerascherm en deze video
opslaan.
1. Druk in de fotostand op [
1
].
2. Richt de lens van de camera op het onderwerp en
pas het beeld aan.
4.
Gewenste actie Druk op
Het beeld verticaal
spiegelen
[].
Het spiegelbeeld
weergeven
[].
De flitser in- of
uitschakelen
[ / ] ingedrukt
houden.
De helderheid van het
beeld aanpassen
[].
In- of uitzoomen [ ].
4.
Gewenste actie Druk op
Menuopties
Camera
(menu 8)
87
• Druk op de linkerfunctietoets om de
cameraopties te gebruiken.

p. 87
• U kunt via het toetsenbord de camera-
instellingen wijzigen of naar andere standen
overschakelen.

p. 88
3. Druk op [
]
om de opname te starten.
4. Druk op [
]
of de rechterfunctietoets om de
opname te stoppen. De video wordt automatisch
opgeslagen in de map
Video-album
.
De cameraopties gebruiken in de videostand
Druk in de videostand op de linkerfunctietoets om de
volgende opties te gebruiken:
•
Foto nemen
: hiermee schakelt u over naar de
fotostand.
•
Effecten
: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
speciale effecten op een video toepassen.
•
Flitser
: hiermee bepaalt u het gebruik van de
flitser.
•
Zelfontspanner
: hiermee kunt een vertraging
instellen voordat de camera begint met opnemen.
•
Ga naar Video's
: hiermee gaat u naar de map
Video-album
.
•
Instellingen
: hiermee kunt u de volgende
instellingen voor het opnemen van een video
wijzigen:
Opnamestand
: hiermee kunt u een opnamestand
voor de video kiezen.
5.
Gewenste actie Werkwijze
De videoclip afspelen Druk op [Midden].
De video-opties
gebruiken
Druk op
<
Opties
>.

p. 89
De videoclip wissen Druk op [
C
] en
vervolgens op <
Ja
>.
Terugkeren naar de
videostand
Druk op <
Voorbeeld
>.
88
Menuopties
Kies Berichtlimiet om een video op te nemen die
geschikt is voor een i-mail- of MMS-bericht. De
videoclip wordt opgeslagen in de 3GP-indeling.
Kies
Normaal
om een video op te nemen binnen
de limiet van het geheugen dat op dat moment
beschikbaar.
Grootte
: hiermee kunt u de kadergrootte
selecteren.
Videokwaliteit
: hiermee kunt u een instelling
voor de beeldkwaliteit selecteren.
Schermmodus
: hiermee kunt u een
voorbeeldscherm selecteren.
Geluidsopname
: hiermee kunt u geluiden
opnemen bij een videoclip.
•
Sneltoetsen
: hiermee geeft u de functies weer
van de toetsen die u kunt gebruiken.
Functies van de toetsen in de videostand
In de videostand kunt u met de toetsen de camera-
instellingen aanpassen:
Toetsen Functie
[ ] Het beeld verticaal spiegelen
[ ] Het spiegelbeeld weergeven
[Links]/
[Rechts]
De helderheid van het beeld aanpassen
[Omhoog]/
[Omlaag]
In- of uitzoomen
[
1
] Overschakelen naar de fotostand.

p. 82
[
2
] De kadergrootte wijzigen
[
3
] De beeldkwaliteit wijzigen
[
4
] De video-opnamestand wijzigen
[
5
] De kleurtoon wijzigen of een speciaal
effect toepassen op de videoafbeelding
Menuopties
Camera
(menu 8)
89
Opties voor videoclips gebruiken
Druk nadat u een videoclip hebt opgeslagen op
<
Opties
> voor toegang tot de volgende opties:
•
Nog een opname maken
: hiermee gaat u terug
naar de videostand.
•
Verzenden via
: hiermee kunt u de videoclip via i-
mail, MMS of Bluetooth verzenden.
•
Instellen als
: hiermee kunt u de videoclip
instellen als achtergrond voor het standby-scherm,
als afbeelding voor de beller voor een vermelding
in de telefoonlijst, of als belsignaal
•
Wissen
: hiermee wist u de videoclip.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van de
videoclip.
•
Ga naar Video's
: hiermee gaat u naar de map
Video-album
.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat de
videoclip wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van de videoclip bekijken.
Een videoclip afspelen
1. Druk in de videostand op de linkerfunctietoets en
kies
Ga naar Video's
.
2. Blader naar een videoclip en druk op [Midden].
U kunt tijdens het afspelen de volgende knoppen
op het display gebruiken:
[
6
] De vervorming van het beeld
verminderen voor optimale details en
scherptediepte
[
7
] Het geluid in- of uitschakelen
[
8
] De zelfontspanner instellen
[
9
] Naar de map
Video-album
gaan.
[
0
] Het gebruik van de flitser bepalen
[ ] Het voorbeeldscherm wijzigen
Toetsen Functie
90
Menuopties
3. Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
•
Lijst
: hiermee gaat u terug naar de lijst met
videoclips.
•
Verzenden via
: hiermee kunt u de videoclip
via i-mail, MMS of Bluetooth verzenden.
•
Instellen als
: hiermee kunt u de videoclip
instellen als achtergrond voor het standby-
scherm, als afbeelding voor de beller voor een
vermelding in de telefoonlijst, of als belsignaal
•
Wissen
: hiermee wist u de videoclip.
•
Hernoemen
: hiermee wijzigt u de naam van
de videoclip.
•
Verplaatsen naar Favoriete video's
:
hiermee verplaatst u de videoclip naar de map
Favoriete video's
.
•
Delen voor Bluetooth
: hiermee stelt u in of
dit bestand al dan niet mag worden geopend
door andere Bluetooth-apparaten.
•
Beveiliging
: hiermee kunt u voorkomen dat
de videoclip wordt gewist.
•
Eigenschappen
: hiermee kunt u de
eigenschappen van de videoclip bekijken.
Een video opnemen als de telefoon gesloten is
1. Houd [
]
ingedrukt.
2. Druk, indien nodig, op [ ] om te markeren.
3. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de
camera op het onderwerp te richten.
Toetsen Functie
[Midden] Afspelen onderbreken/hervatten
[Omlaag] Het afspelen stoppen
[Links] Achteruit bladeren in een bestand
[Rechts] Vooruit bladeren in een bestand
[ / ] Het volume regelen
4.
Gewenste actie Druk op
Het beeld verticaal
spiegelen
[].
Het spiegelbeeld
weergeven
[].
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
91
5. Druk op [
]
om de opname te starten.
6. Druk op [
]
om de opname te stoppen. De
videoclip wordt automatisch opgeslagen in de map
Video-album
.
Instellingen
(menu 9)
Via dit menu kunt u de telefooninstellingen aanpassen.
U kunt ook de oorspronkelijke instellingen herstellen.
Druk in de standby-stand op [Midden] en selecteer
Instellingen
om dit menu te openen.
Tijd en datum
(menu 9.1)
Gebruik dit menu om de tijd en datum te wijzigen die
op de telefoon worden weergegeven. Voordat u de tijd
en datum instelt, moet u in het menu
Wereldtijd
de
tijdzone opgeven.

p. 47
•
Klok instellen
: hier kunt u de huidige tijd
invoeren.
•
am/pm
: hiermee selecteert u
am
of
pm
in de
12-uursnotatie.
•
Tijdnotatie
: hiermee selecteert u de tijdnotatie.
•
Datum instellen
: hier kunt u de huidige datum
invoeren.
•
Eerste dag van agenda
: hiermee stelt u in met
welke dag van de week de agenda begint.
De flitser in- of
uitschakelen
[/] ingedrukt
houden.
De helderheid aanpassen
van het beeld
[].
In- of uitzoomen [ ].
4.
Gewenste actie Druk op
92
Menuopties
Telefoonopties
(menu 9.2)
U kunt de instelling van veel functies van de telefoon
aan uw eigen wensen aanpassen.
Taal
(menu 9.2.1)
Via dit menu kunt u een van de vele talen selecteren
voor de tekst in het display.
Begroeting
(menu 9.2.2)
Via dit menu kunt u de begroeting invoeren die kort
wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt
ingeschakeld.
Sneltoets
(menu 9.2.3)
U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen
om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde
menu's te openen. Via dit menu kunt u een sneltoets
aan een toets toewijzen.
Een sneltoets toewijzen aan een menu
1. Blader naar de toets die u als sneltoets wilt
gebruiken.
2. Druk op <
Opties
> en kies Wijzigen.
3. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt
toewijzen.
Opties voor sneltoetsen gebruiken
Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
•
Wijzigen
: hiermee kunt u een sneltoetsmenu
toewijzen of wijzigen.
•
Verwijderen
: hiermee wordt de toewijzing van de
sneltoets aan de geselecteerde toets ongedaan
gemaakt.
•
Alles verwijderen
: hiermee worden alle
sneltoetstoewijzingen ongedaan gemaakt.
Toets op zijkant
(menu 9.2.4)
Via dit menu kunt u instellen wat de functie van de
volumetoets is wanneer u gebeld wordt.
•
Stilte
: hiermee kunt u het belvolume uitschakelen
door de toets ingedrukt te houden.
•
Weiger
: hiermee kunt u oproepen weigeren door
de toets ingedrukt te houden.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
93
Extra instellingen
(menu 9.2.5)
U kunt de functies voor automatische
nummerherhaling en beantwoording van oproepen in-
en uitschakelen, en de externe toetsen vergrendelen.
•
Nummer herhalen
: hiermee stelt u in dat
maximaal tien maal wordt geprobeerd een
telefoonnummer opnieuw te bellen wanneer het
niet gelukt is verbinding te krijgen.
•
Klepje actief
: hiermee kunt u een inkomende
oproep beantwoorden door de telefoon te openen.
•
Antwoord met
elke toets
: hiermee kunt u een
inkomende oproep beantwoorden door op een
willekeurige toets te drukken, behalve [ ] of
<
Weiger
>.
Als deze optie niet is geselecteerd, moet u op [ ]
of op <
Opnemen
> drukken om een oproep te
beantwoorden.
•
Ext. toetsen blokkeren
: hiermee vergrendelt u
de toetsen zodat u de telefoon niet per ongeluk in
werking kunt stellen als deze gesloten is door op
de toetsen te drukken.
Displayinstellingen
(menu 9.3)
Via dit menu kunt u de instellingen voor het display en
de verlichting wijzigen.
Achtergrond
(menu 9.3.1)
U kunt het standby-scherm op beide displays instellen.
•
Hoofddisplay
: hiermee selecteert u een foto of
videoclip die moet worden weergegeven op het
hoofddisplay.
•
Extern display
: hiermee selecteert u een foto die
moet worden weergegeven op het externe display.
•
Plaats van tekst
: hiermee selecteert u een
tekstpositie op het display. Als u niet wilt dat tekst
wordt weergegeven in de standby-stand,
selecteert u
UIT
.
•
Tekstmodus
: hiermee selecteert u de wijze
waarop de tekst wordt weergegeven.
•
Tekstkleur
: hiermee selecteert u de tekstkleur.
94
Menuopties
•
Logo provider
: hiermee kunt u instellen dat in
het standby-scherm van de telefoon een pictogram
wordt weergegeven in plaats van het logo van de
provider. Dit is alleen beschikbaar als u een
pictogram hebt ontvangen in een bericht.
Kleur
(menu 9.3.2)
U kunt een kleur kiezen voor de menustand.
Helderheid display
(menu 9.3.3)
U kunt de helderheid van het display afstemmen op
veranderende lichtomstandigheden.
Verlichting
(menu 9.3.4)
U kunt selecteren hoe lang de verlichting en het
display aan moeten blijven in de dimstand, waarin de
verlichting is uitgeschakeld.
•
Hoofddisplay AAN
: hier selecteert u hoe lang de
verlichting aan moet blijven.
•
Hoofddisplay dimmen
: hier selecteert u hoe lang
het display gedimd blijft nadat de verlichting uit
gaat. Na een bepaalde tijd wordt het display
uitgeschakeld.
•
Symbolen ext.disp.
: hier kunt u instellen of de
symbolen van het hoofddisplay worden
weergegeven op het externe display.
Kleur bij kiezen nr.
(menu 9.3.5)
Via dit menu kunt u een kleur selecteren voor de
cijfers die u invoert wanneer u een nummer kiest.
Geluidopties
(menu 9.4)
Met dit menu kunt u verschillende geluidsopties
aanpassen.
Inkomend gesprek
(menu 9.4.1)
Met dit menu kunt u een volume en een
waarschuwingssignaal selecteren voor inkomende
oproepen.
•
Beltoon
: hiermee selecteert u een beltoon de
oproep.
•
Belvolume
: hiermee selecteert u een belvolume.
•
Type belsignaal
: hier kunt u instellen hoe u
wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep.
Melodie
: de telefoon laat de geselecteerde
beltoon horen.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
95
Trillen
: de telefoon trilt maar gaat niet over.
Trillen + melodie
: de telefoon trilt drie keer en
daarna gaat de telefoon over.
Toetstoon
(menu 9.4.2)
Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij
het indrukken van een toets.
Berichtsignaal
(menu 9.4.3)
Met dit menu kunt u het belsignaal instellen voor
inkomende SMS-, i-mail-, i-MMS- en infoberichten.
•
Toon
: hiermee selecteert u een van de
berichtsignalen.
•
Type belsignaal
: hiermee geeft u op hoe u wilt
worden gewaarschuwd bij inkomende berichten.
•
Herhaling
: hier kunt u opgeven hoe vaak de
telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is.
Toon bij in-/uitschakelen
(menu 9.4.4)
Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort
wanneer u de telefoon aan- of uitzet.
Klepsignaal
(menu 9.4.5)
Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij het
openen of sluiten van de telefoon.
Stille stand
(menu 9.4.6)
Met dit menu kunt u instellen hoe de telefoon reageert
bij een bepaalde gebeurtenis in de stille stand, in
plaats van dat een geluid klinkt.
•
Trillen
: hiermee stelt u de telefoon in op trillen.
•
Micr. uit
: hiermee schakelt u alle
geluidsinstellingen uit.
Andere tonen
(menu 9.4.7)
Met dit menu kunt u aanvullende tonen opgeven voor
de telefoon.
•
Minutenteller
: hiermee stelt u in dat de telefoon
tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een
pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden
van de gespreksduur.
U kunt het toetsvolume aanpassen met
[/]
in
de standby-stand.
96
Menuopties
•
Verbindingstoon
: hiermee stelt u in dat de
telefoon een pieptoon laat horen wanneer deze
wordt aangesloten op het systeem.
•
Waarschuwing bij oproep
: hiermee stelt u in
dat de telefoon tijdens een oproep een pieptoon
laat horen wanneer u een nieuw bericht ontvangt
of wanneer het alarm moet afgaan.
•
Fouttoon
: hiermee stelt u in dat de telefoon een
pieptoon laat horen als u een fout maakt of als er
iets verkeerds gebeurt op de telefoon.
Netwerkdiensten
(menu 9.5)
Met dit menu krijgt u toegang tot de netwerkdiensten.
Neem contact op met uw provider voor informatie over
de beschikbaarheid van deze diensten of voor een
abonnement.
Doorschakelen
(menu 9.5.1)
Met deze netwerkdienst worden inkomende oproepen
doorgeschakeld naar een door u opgegeven
telefoonnummer.
1. Selecteer een doorschakeloptie:
•
Alles doorschakelen
: alle oproepen worden
doorgeschakeld.
•
In gesprek
: oproepen worden doorgeschakeld
wanneer u in gesprek bent.
•
Neemt niet
op
: oproepen worden
doorgeschakeld als u niet opneemt.
•
Buiten bereik
: oproepen worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van
uw provider bevindt of als uw telefoon is
uitgeschakeld.
•
Alles
opheffen
: hiermee worden alle
doorschakelopties geannuleerd.
2. Selecteer de typen oproepen die u wilt
doorschakelen.
3. Selecteer
Activeren
om de doorschakelfunctie aan
te zetten.
Selecteer anders
Uitzetten
.
4. Ga naar de regel
Doorschakelnr
.
5. Voer het nummer in waarnaar de oproepen moeten
worden doorgeschakeld en druk op <
Kies
>.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
97
6. Als u
Neemt niet op
hebt geselecteerd, gaat u
naar de regel
seconden
en selecteert u hoe lang
wordt gewacht voordat een oproep wordt
doorgeschakeld.
Blokkeren
(menu 9.5.2)
Met deze netwerkdienst kunt u oproepen blokkeren.
1. Selecteer een blokkeeroptie:
•
Alle
uitgaande
: alle uitgaande oproepen
worden geblokkeerd.
•
Internationaal
: internationale oproepen
worden geblokkeerd.
•
Internationaal behalve thuisland
: hiermee
is het alleen toegestaan te bellen naar
nummers binnen het land waar u zich bevindt
als u in het buitenland bent, en naar uw eigen
land.
•
Alle
inkomende
: inkomende oproepen
worden geblokkeerd.
•
Inkomend
in
buitenland
: alle inkomende
oproepen worden geblokkeerd wanneer u de
telefoon in het buitenland gebruikt.
•
Alles
opheffen
: alle blokkeeropties worden
geannuleerd, zodat u weer gewoon nummers
kunt bellen en oproepen ontvangen.
•
Blokkeerwachtwoord wijzigen
: hiermee
wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw
provider hebt gekregen.
2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren.
3. Selecteer
Activeren
. Als u de blokkeerfunctie wilt
uitzetten, selecteert u
Uitzetten
.
4. Voer het blokkeerwachtwoord in dat u hebt
gekregen van uw provider en druk op <
Kies
>.
Wisselgesprek
(menu 9.5.3)
Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer
iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
1. Selecteer de typen oproepen waarop de
wisselgesprekfunctie van toepassing is.
2. Selecteer
Activeren
en druk op <
Kies
>. Kies
Uitzetten
om de wisselgesprekfunctie uit te
zetten.
98
Menuopties
Netwerk kiezen
(menu 9.5.4)
Met deze netwerkdienst kunt u automatisch of
handmatig het gebruikte netwerk selecteren tijdens
roaming buiten uw eigen netwerk.
U kunt alleen netwerken kiezen waarmee uw provider
een roamingcontract heeft afgesloten.
•
Automatisch
: hiermee wordt er verbinding
gemaakt met het eerste beschikbare netwerk
tijdens roaming.
•
Handmatig
: hiermee kunt u zelf het gewenste
netwerk selecteren.
Nummerweergave
(menu 9.5.5)
Met deze netwerkdienst kunt u voorkomen dat uw
telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon
van degene die u belt. Bij sommige providers kunt u
deze instelling echter niet wijzigen.
•
Standaard
: de standaardinstellingen worden
gebruikt die uw provider voor u heeft ingesteld.
•
Nummer
verbergen
: hiermee zorgt u ervoor dat
uw telefoonnummer niet wordt weergegeven op de
telefoon van degene die u belt.
•
Nummer
weergeven
: uw telefoonnummer wordt
weergegeven op de telefoon van degene die u belt.
Voicemailserver
(menu 9.5.6)
Via dit menu kunt u het nummer van de
voicemailserver opslaan en uw voicemailberichten
openen.
•
Verbinden met voicemailserver
: hiermee
maakt u verbinding met de voicemailserver zodat u
uw berichten kunt afluisteren. Ook kunt u direct
verbinding maken met de voicemailserver door in
de standby-stand [
1
] ingedrukt te houden.
•
Telefoonnummer voicemailserver
: hier voert u
het telefoonnummer van de voicemailserver in.
U moet het nummer van de voicemailserver
invoeren voordat u toegang kunt krijgen tot uw
voicemailberichten. Informeer bij uw provider naar
het nummer van de voicemailserver.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
99
Gesloten gebruikersgroep
(menu 9.5.7)
Met dit menu kunt u inkomende en uitgaande
oproepen beperken tot een geselecteerde
gebruikersgroep. Neem contact op met uw provider
voor gedetailleerde informatie over het maken van
gesloten gebruikersgroepen.
•
Indexlijst
: hiermee kunt u indexnummers voor
gesloten gebruikersgroepen toevoegen,
verwijderen of activeren. Druk op <
Opties
> voor
toegang tot de opties voor het opstellen van een
indexlijst.
•
Externe toegang
: hiermee kunnen ook nummers
worden gebeld die niet in de gesloten
gebruikersgroep voorkomen. De werking van deze
optie is afhankelijk van uw abonnement.
•
Standaardgroep
: hiermee schakelt u de
standaardgebruikersgroep in, als u er een hebt
ingesteld bij uw provider. Als u wilt bellen, kunt u
de standaardgebruikersgroep kiezen, zonder dat u
een groep in de lijst hoeft te selecteren.
•
Uitzetten
: hiermee zet u de functie voor de
gesloten gebruikersgroep uit als de
standaardgroep is ingeschakeld of een
indexnummer is geselecteerd.
Bandkeuze
(menu 9.5.8)
U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en
gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de
beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor
de volgende netwerktypen (banden): GSM 1900 en
een combinatie van GSM 900/1800.
Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is
afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt
aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat, kan
het zijn dat u op een andere band moet
overschakelen.
Wanneer u een nieuwe band selecteert, wordt
automatisch gezocht naar alle beschikbare netwerken.
De telefoon wordt aangemeld bij een
voorkeursnetwerk op de gekozen band.
100
Menuopties
Bluetooth
(menu 9.6)
Met dit menu kunt u de Bluetooth-functie activeren.
Met de Bluetooth-functie kunt u de telefoon draadloos
aansluiten op andere Bluetooth-apparaten en daar
gegevens mee uitwisselen, handsfree spreken of de
telefoon op afstand bedienen.
Met de Bluetooth-technologie kunt u gratis draadloos
verbinding maken tussen elektronische apparaten die
compatibel zijn met Bluetooth. Het bereik is maximaal
10 meter. Omdat de apparaten communiceren via
radiogolven, hoeft u het andere Bluetooth-apparaat
niet te kunnen zien.
De Bluetooth-functie instellen
Het menu
Bluetooth
bevat de volgende opties:
•
Aanzetten
: hiermee kunt u Bluetooth-functie in-
of uitschakelen.
•
Mijn apparaten
: hiermee zoekt u naar Bluetooth-
apparaten waarmee u verbinding kunt maken.
•
Zichtbaarheid van mijn telefoon
: hiermee stelt
u in dat andere Bluetooth-apparaten mogen
zoeken naar uw telefoon.
•
Naam van mijn telefoon
: hiermee wijst u een
Bluetooth-apparaatnaam toe aan de telefoon. Deze
naam wordt op andere apparaten weergegeven.
•
Veilige modus
: hiermee bepaalt u of u om
bevestiging wordt gevraagd wanneer uw gegevens
worden geopend via andere apparaten.
•
Bluetooth diensten
: hiermee kunt u de
beschikbare Bluetooth-diensten weergeven.
• Voor goede prestaties is het aan te raden de
Bluetooth-functie niet te gebruiken terwijl u
gebruikmaakt van multimediafuncties zoals
Spraakmemo, Camera en MP3-speler of
omgekeerd.
• Sommige apparaten zijn mogelijk niet compatibel
met de telefoon.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
101
Zoeken naar een Bluetooth-apparaat en dit
koppelen
1. Kies
Mijn apparaten
vanuit de Bluetooth-
instellingsopties.
2. Kies
Nieuw apparaat zoeken
.
Als u eerder naar apparaten hebt gezocht, worden
de optie
Meer apparaten
en de apparaten
waarnaar u eerder hebt gezocht, weergegeven.
Kies
Meer apparaten
om nieuwe apparaten te
zoeken.
Als het zoeken is voltooid, wordt een lijst
weergegeven met apparaten waarmee u
verbinding kunt maken. De volgende symbolen
geven aan om wat voor type apparaat het gaat:
De kleur van het symbool geeft de status van het
apparaat aan:
• Grijs voor niet-gekoppelde apparaten
• Blauw voor gekoppelde apparaten
• Rood voor apparaten die momenteel verbinding
hebben met uw telefoon
3. Selecteer een apparaat.
4. Voer een Bluetooth-PIN-code in en druk op <
OK
>.
Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u hoeft
deze niet te onthouden.
Wanneer de eigenaar van het andere apparaat
dezelfde code intoetst, zijn de apparaten
gekoppeld.
• Handsfree of
headset
• Mobiele telefoon
• Computer • PDA
• Printer • Onbekend
apparaat
Sommige apparaten, met name headsets en
handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PIN-
code, zoals
0000
. Als het andere apparaat een code
heeft, moet u deze invoeren.
102
Menuopties
Apparaatopties gebruiken
1. Blader in de lijst met apparaten naar het gewenste
apparaat.
2. Als uw telefoon geen Bluetooth-diensten heeft
gevonden voor het geselecteerde apparaat, drukt
u op <
Kies
>.
3. Druk op <
Opties
> voor toegang tot de volgende
opties:
•
Verbinden
: hiermee maakt u verbinding met
het momenteel geselecteerde apparaat.
•
Verbinding verbreken
: hiermee verbreekt u
de verbinding met het apparaat.
•
Bestanden doorzoeken
: hiermee kunt u
zoeken naar gegevens op het apparaat en deze
rechtstreeks importeren in de telefoon.
•
Lijst met services
: hiermee kunt u de lijst
met Bluetooth-diensten vernieuwen.
•
Hernoemen
: hiermee kunt u het gekoppelde
apparaat hernoemen.
•
Apparaat goedkeuren
/
Niet-toegestaan
apparaat
: hiermee bepaalt u of u wilt worden
gevraagd om toestemming wanneer andere
apparaten proberen verbinding maken te met
de telefoon.
•
Wissen
: hiermee verwijdert u het apparaat uit
de lijst met apparaten.
Gegevens verzenden via Bluetooth
1. Activeer de Bluetooth-functie.
2. Selecteer de toepassing waarin het item is
opgeslagen dat u wilt verzenden.
3. Blader naar het gewenste item en druk op
<
Opties
>.
4. Kies
Verzenden via
→
Bluetooth
u
Verzenden
via Bluetooth
.
Er kunnen verschillende opties beschikbaar zijn,
afhankelijk van het gekoppelde apparaat.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
103
De telefoon zoekt naar apparaten binnen het
bereik en er wordt een lijst met beschikbare
apparaten weergegeven.
5. Selecteer een apparaat.
6. Voer, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in die
vereist is voor het koppelen en druk op <
OK
>.
Gegevens ontvangen via Bluetooth
Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de
Bluetooth-functie op de telefoon ingeschakeld zijn.
Als via een niet-geautoriseerd Bluetooth-apparaat
gegevens naar uw telefoon worden verzonden, wordt
een bevestigingsbericht weergegeven op de telefoon.
Druk op <
Ja
> als u gegevens wilt ontvangen.
Beveiliging
(menu 9.7)
Via dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen
gebruik zonder uw toestemming door verschillende
toegangscodes te hanteren voor uw telefoon en SIM-
kaart.
PIN-controle
(menu 9.7.1)
Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen
gebruik door onbevoegden. Wanneer deze functie
ingeschakeld is, moet u elke keer als u de telefoon
aanzet, de PIN-code invoeren.
Ontvangen afbeeldings-, video- en
geluidsbestanden worden opgeslagen in de
desbetreffende downloadmap in
Mijn bestanden
.
Als u driemaal achtereenvolgens een onjuiste PIN/
PIN 2-code invoert, wordt de SIM-kaart
geblokkeerd. U kunt deze blokkering opheffen door
uw PUK/PUK2-code (Personal Unblocking Key) in te
voeren. Deze codes hebt u van uw provider
gekregen.
104
Menuopties
PIN wijzigen
(menu 9.7.2)
Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. U moet de
functie PIN-controle hebben ingeschakeld om deze
functie te kunnen gebruiken.
Toestel blokkeren
(menu 9.7.3)
Met deze functie vergrendelt u de telefoon zodat deze
niet ongeoorloofd kan worden gebruikt.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds
als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot
acht cijfers invoeren.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op
00000000
. Ga
naar het menu
Wachtwoord wijzigen
om het
wachtwoord te wijzigen.
Wachtwoord wijzigen
(menu 9.7.4)
Via dit menu kunt u het wachtwoord voor de telefoon
wijzigen. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op
00000000
.
Privacy
(menu 9.7.5)
Met dit menu kunt u alle menuopties op de telefoon
blokkeren, behalve oproepopties.
Als deze functie is ingeschakeld, moet u het
wachtwoord van de telefoon invoeren als u
menuopties wilt gebruiken. Het wachtwoord is vooraf
ingesteld op
00000000
.
SIM blokkeren
(menu 9.7.6)
Met de functie SIM blokkeren kunt u instellen dat uw
telefoon alleen werkt met de huidige SIM-kaart door
er een SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet
de blokkeringscode voor de SIM invoeren als u een
andere SIM-kaart wilt gebruiken.
Menuopties
Instellingen
(menu 9)
105
FDN-modus
(menu 9.7.7)
Als de SIM-kaart de FDN-modus (Fixed Dialing
Number) ondersteunt, kunt u uw uitgaande
gesprekken beperken tot een bepaald aantal
telefoonnummers. Wanneer deze functie is
ingeschakeld, kunt u alleen bellen naar de
telefoonnummers die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u
uw PIN2-code invoeren.
PIN2 wijzigen
(menu 9.7.8)
Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u met de
functie PIN2 wijzigen uw huidige PIN2-code wijzigen.
i-mode blokkeren
(menu 9.7.9)
Met behulp van dit menu kunt u het menu
i-mode
blokkeren en de blokkering ervan weer opheffen. U
moet het wachtwoord voor de telefoon invoeren om
deze functie in te schakelen.
Instellingen
(menu 9.8)
Met dit menu kunt u de i-mode-profielen maken en
aanpassen waarin de instellingen staan voor
verbindingen tussen de telefoon en het netwerk. U
hebt deze instellingen nodig als u de WAP-browser wilt
gebruiken of als u i-mail- of i-MMS-berichten wilt
versturen.
Voor elk profiel zijn de volgende opties beschikbaar.
•
Profielnaam
: hier voert u een profielnaam in.
•
Proxypoort
: hier voert u het poortnummer van de
proxyserver in.
•
SSL-poort
: hier voert u het poortnummer van de
SSL-server in.
•
Proxyhost
: hier voert u het IP-adres van de
proxyserver in.
De telefoon is standaard geschikt voor verbindingen
met het netwerk. Als u de instellingen wijzigt
zonder de instructies van de provider te raadplegen,
is het mogelijk dat de functies voor i-mail en i-MMS
niet goed werken.
106
Menuopties
•
Portal-URL
: hier voert u het URL-adres van de
i-mode-server in.
•
Mail-URL
: hier voert u het URL-adres van de
i-mailserver in.
•
MMS-URL
: hier voert u het URL-adres van de
i-MMS-server in.
•
APN
: hier geeft u de naam van het toegangspunt
op dat u gebruikt voor het adres van het GPRS-
netwerk.
•
Gebr.ID
: hier voert u de gebruikers-ID in die
vereist is om verbinding te maken met het GPRS-
netwerk.
•
Wachtwoord
: hier voert u het wachtwoord in dat
u gebruikt om verbinding te maken met het GPRS-
netwerk.
Instellingen terugzetten
(menu 9.9)
Met dit menu kunt u de instellingen van de telefoon,
de displayinstellingen en de geluidsinstellingen
afzonderlijk terugzetten. U kunt ook alle instellingen in
de telefoon tegelijk terugzetten.
1. Druk op [Midden] om de categorieën instellingen
te selecteren die u wilt terugzetten.
2. Druk op <
Reset
> om de gemarkeerde items terug
te zetten.
3. Druk op <
Ja
> om het terugzetten te bevestigen.
4. Voer het wachtwoord voor de telefoon in en druk
op <
OK
>.
Het wachtwoord is vooraf ingesteld op
00000000
. U kunt dit wachtwoord wijzigen

p. 104
107
Problemen oplossen
Hulp bij problemen
U kunt uzelf de tijd en kosten van een onnodig telefoontje
naar een medewerker van de klantenservice besparen,
door eerst een aantal eenvoudige controles uit te voeren,
die in deze paragraaf worden besproken.
Als u de telefoon aanzet, kunnen de volgende
berichten worden weergegeven:
"Plaats SIM-kaart"
• Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
"Geef wachtwoord in"
• De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld.
U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven
voordat u de telefoon kunt gebruiken.
"Geef PIN in"
• U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de
PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
invoeren die u bij de SIM-kaart hebt gekregen.
• De functie PIN-controle is ingeschakeld. Telkens
wanneer u de telefoon inschakelt, moet u de PIN-
code invoeren. U kunt deze functie uitschakelen
met de menuoptie
PIN-controle
.
"Geef PUK in"
• Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code
ingevoerd. Daarom is de telefoon nu geblokkeerd.
Toets de PUK-code in die u van uw provider hebt
gekregen.
"Geen netwerk", "Netwerkfout" of "Niet uitgevoerd"
wordt weergegeven.
• De verbinding met het netwerk is verbroken. Het
kan zijn dat het signaal te zwak is waar u zich
bevindt. Probeer het opnieuw vanaf een andere
locatie.
• U probeert een functie te gebruiken waarvoor u
geen abonnement hebt bij uw provider. Neem
contact op met uw provider voor meer informatie.
108
Problemen oplossen
U hebt een nummer ingetoetst, maar het is
niet gekozen.
• Hebt u op de toets [ ] gedrukt?
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien hebt u uitgaande oproepen geblokkeerd.
Iemand probeert u tevergeefs te bellen.
• Staat uw telefoon aan (houd de toets [ ] langer
dan één seconde ingedrukt)?
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien hebt u inkomende oproepen
geblokkeerd.
Uw gesprekspartner hoort u niet.
• Is de microfoon wel ingeschakeld?
• Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond? De
microfoon bevindt zich aan de onderzijde van de
telefoon.
De telefoon begint te piepen en het bericht
"Batterij bijna leeg!" knippert op het display.
• De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de
batterij op.
De geluidskwaliteit van de oproep is slecht.
• Controleer de signaalsterkte-indicator op het
display ( ): hoe meer staafjes er worden
weergegeven, des te sterker is het signaal (van
sterk ( ) tot zwak ( ).
• Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een
gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast.
Wanneer u een nummer uit Contacten kiest,
wordt er geen nummer gebeld.
• Controleer in de lijst Contacten of het nummer op
de juiste wijze is opgeslagen.
• Sla het nummer zo nodig opnieuw op.
109
De batterij wordt niet goed opgeladen of de
telefoon wordt soms automatisch
uitgeschakeld.
• Maak de contactpunten voor het opladen van de
telefoon en de batterij schoon met een zachte
doek.
Mocht u het probleem aan de hand van de
bovenstaande richtlijnen niet kunnen
oplossen, dan kunt u contact opnemen met uw
leverancier of de klantenservice van Samsung.
Zorg ervoor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt:
• Het typenummer en het serienummer van de
telefoon
• Uw garantie-informatie
• Een duidelijke beschrijving van het probleem
Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de
klantenservice van Samsung.
Informatie met betrekking tot
gezondheid en veiligheid
SAR-certificeringsinformatie
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de Europese
Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan
radiogolven.
De mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De
telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat de
limieten die door de EU zijn vastgesteld voor blootstelling
aan radiogolven, niet worden overschreden. Deze limieten
maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en geven aan
welke niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie)
zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de
volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld door
onafhankelijke wetenschappelijke organisaties op basis
van periodiek uitgevoerd en grondig geëvalueerd
wetenschappelijk onderzoek. De vastgestelde limieten
kennen een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid
van iedereen, ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand,
te kunnen garanderen.
110
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt
uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate). De door de
EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.
*
De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was
0,472 W/kg.
SAR-tests worden uitgevoerd onder normale
gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met
maximale signaalsterkte op alle geteste frequentiebanden
uitzendt. Hoewel de SAR-waarde is vastgesteld op basis
van de maximale signaalsterkte, kan het feitelijke SAR-
niveau bij gebruik van de telefoon ver onder deze norm
liggen. De telefoon werkt namelijk met verschillende
signaalsterkten en gebruikt nooit meer dan de sterkte die
nodig is om het netwerk te kunnen bereiken. Over het
algemeen geldt dat hoe dichter u in de buurt van een
basisstation bent, hoe lager de signaalsterkte van de
telefoon is.
Voordat een nieuw type telefoon mag worden verkocht,
moet worden aangetoond dat de telefoon voldoet aan de
Europese R&TTE-richtlijn. Een van de belangrijkste
voorwaarden die in deze richtlijn worden gesteld, is de
bescherming van de gezondheid en veiligheid van de
gebruiker en alle andere personen.
Voorschriften voor het gebruik van
batterijen
• Gebruik nooit batterijen of opladers die beschadigd
zijn.
• Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven
manier.
• Als u de telefoon dicht bij het basisstation van een
netwerk gebruikt, wordt er minder stroom verbruikt.
De standby- en beltijd is sterk afhankelijk van de
signaalsterkte van het mobiele netwerk en van de
parameters die door de provider zijn ingesteld.
• De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type batterij
en oplader. De batterij kan honderden keren worden
opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd gaat
de kwaliteit van de batterij achteruit. Als de
gebruikstijd (standby- en beltijd) steeds korter wordt,
is het tijd om een nieuwe batterij te kopen.
* De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik is 2,0
watt/kilogram (W/kg) als gemiddelde per tien gram lichaamsweefsel.
In deze limiet is als extra zekerheid een aanzienlijke veiligheidsmarge
ingebouwd waarbij ook rekening is gehouden met eventuele
meetafwijkingen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van de
nationale rapportagevereisten en de netwerkband.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
111
• Een volledig opgeladen batterij die niet wordt
gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch
ontladen.
• Gebruik alleen batterijen en opladers die door
Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet
gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen.
Sluit de batterij niet langer dan een week op een
oplader aan. Een batterij die wordt overladen, gaat
minder lang mee.
• Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed
op de laadcapaciteit van de batterij.
• Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of
opwarmen.
• Leg de batterij niet in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem zomer- of
winterweer, om te voorkomen dat de capaciteit en
levensduur van de batterij verminderen. Probeer de
batterij altijd op kamertemperatuur te houden. Het
kan zijn dat een telefoon met een zeer warme of
koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij
volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken met
name niet goed bij temperaturen onder de
0 °C (32 °F).
• Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan kortsluiting
ontstaan wanneer een metalen voorwerp, zoals een
muntstuk, paperclip of pen, ervoor zorgt dat de + en –
polen van de batterij (de metalen strips op de batterij)
direct contact maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren
wanneer u een reservebatterij in uw jaszak of tas
bewaart. Door kortsluiting kan de batterij (maar ook
het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt)
beschadigd raken.
• Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor
batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en gooi
ze niet in het vuur.
Verkeersveiligheid
Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid om bijna
overal en altijd mondeling te communiceren. Dit grote
voordeel brengt echter ook een belangrijke
verantwoordelijkheid met zich mee, een
verantwoordelijkheid die iedereen moet nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw eerste
verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree bellen tijdens
het autorijden is dan ook in veel landen verboden. Houd u
aan de speciale voorschriften die gelden in het betreffende
gebied of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden
wilt gebruiken.
112
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel de
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon
niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.
Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op een
ander apparaat wilt aansluiten, moet u de
veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij dat
apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele producten.
Evenals voor andere mobiele apparaten die radiosignalen
uitzenden, geldt dat u deze telefoon voor een juiste
werking en voor uw persoonlijke veiligheid alleen in de
normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de
antenne over uw schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter
apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de
radiosignalen van uw mobiele telefoon. Neem in dergelijke
gevallen contact op met de fabrikant voor een andere
oplossing.
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen een
mobiele telefoon en een pacemaker een afstand van
minimaal 15 cm aan te houden om storingen in de
pacemaker te voorkomen. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen
van Wireless Technology Research. Als u ook maar een
vermoeden hebt dat er storingen optreden, moet u de
telefoon onmiddellijk uitzetten.
Gehoorapparaten
Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken storingen
in bepaalde gehoorapparaten. Als dit gebeurt, adviseren
wij u contact op te nemen met de fabrikant van uw
gehoorapparaat voor een andere oplossing.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
113
Andere medische apparaten
Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel gebruikt,
neemt u contact op met de fabrikant van dat apparaat om
na te gaan of het afdoende afgeschermd is tegen externe
radiosignalen.
U kunt ook uw huisarts of specialist om advies vragen.
Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het
gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan.
Voertuigen
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische
systemen in motorvoertuigen. Neem hierover contact op
met de fabrikant of dealer van uw auto.
Neem ook contact op met de fabrikant van de apparatuur
die in uw auto is geïnstalleerd.
Verbod op mobiel bellen
Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is
aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons niet
toegestaan is.
Omgevingen met explosiegevaar
Schakel de telefoon uit in een omgeving met
explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en
instructies. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving
een explosie of brand veroorzaken met lichamelijk letsel of
zelfs de dood tot gevolg.
Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen bij een
tankstation. Houd u aan de voorschriften met betrekking
tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots
(zowel voor opslag als distributie), chemische fabrieken en
plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt.
Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er
explosiegevaar is in een bepaalde omgeving. Denk
bijvoorbeeld aan het benedendek van een schip, op- en
overslaglocaties voor chemicaliën, voertuigen die op LPG
rijden, omgevingen waar chemicaliën of kleine deeltjes in
de lucht zitten, zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en
elk ander gebied waar u normaal gesproken de motor van
uw voertuig moet uitzetten.
114
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Alarmnummer bellen
Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze telefoon
gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en
door de gebruiker ingestelde functies. Het is dan ook niet
vanzelfsprekend dat u onder alle omstandigheden
verbinding kunt krijgen. Vertrouw daarom voor essentiële
communicatie, zoals voor medische noodgevallen, nooit
alleen op uw mobiele telefoon.
U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon is
ingeschakeld en u zich in een servicegebied met
voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat het
bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele
netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn
ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider.
Zo belt u een alarmnummer:
1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is.
2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land
verschillen.
3. Druk op de toets [ ].
Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het
blokkeren van gesprekken, moet u deze functies
misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer kunt
bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of neem
contact op met uw provider.
Overige belangrijke veiligheidsinformatie
• Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde technici
repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste
installatie of reparatie kan gevaar opleveren en kan
ertoe leiden dat de garantie op de telefoon komt te
vervallen.
• Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in uw
auto goed is gemonteerd en naar behoren werkt.
• Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en gassen
en explosief materiaal niet in dezelfde ruimte als de
telefoon of de onderdelen of accessoires van de
telefoon.
• Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er
rekening mee houden dat deze met flink veel kracht
wordt opgeblazen. Plaats geen voorwerpen, dus ook
niet de gemonteerde of draagbare telefoonapparatuur,
in de ruimte rond de airbag of daar waar de airbag zal
uitklappen. Als draadloze apparatuur niet op de juiste
manier is geïnstalleerd, kan het opblazen van de
airbag ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
115
• Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig
stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in een
vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het
vliegtuig en is daarom verboden.
• Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan u het
gebruik van mobiele diensten tijdelijk of permanent
worden ontzegd en kunt u strafrechtelijk worden
vervolgd.
Verzorging en onderhoud
De telefoon is een kwaliteitsproduct dat met vakmanschap
is gemaakt en voorzichtig behandeld moet worden. Als u
de volgende aanbevelingen opvolgt, wordt er aan de
garantievoorwaarden voldaan en kunt u vele jaren plezier
hebben van dit product.
• Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren. Zij kunnen het apparaat beschadigen of
stikken in de kleine onderdelen.
• Houd de telefoon droog. Regen, vocht en vloeistoffen
bevatten mineralen die de elektronica aantasten.
• Raak de telefoon niet met natte handen aan. Hierdoor
kunt u namelijk een elektrische schok krijgen. Ook kan
de telefoon beschadigd raken.
• Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige,
vieze ruimte, aangezien de bewegende onderdelen
dan beschadigd kunnen raken.
• Bewaar de telefoon niet in een extreem warme ruimte.
Door de hoge temperatuur gaan elektronische
apparaten minder lang mee, kunnen batterijen
beschadigd raken en kan het plastic kromtrekken of
smelten.
• Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij
verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich
condens in de telefoon vormen, waardoor de
elektronische componenten van de telefoon
beschadigd kunnen raken.
• Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens tegen
aan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat, kunnen
de interne onderdelen beschadigd raken.
• Maak de telefoon niet schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een
zachte doek gedrenkt in een sopje van water en
zachte zeep.
116
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
• Wanneer de telefoon of de batterij nat wordt,
verandert het label in de telefoon dat waterschade
aanduidt, van kleur. In dit geval valt de reparatie van
de telefoon niet meer onder de garantie van de
fabrikant, ook al is de garantietermijn nog niet
verstreken.
• Gebruik de flitser of de verlichting van de telefoon niet
vlakbij de ogen van mensen of dieren. Dit kan
oogbeschadigingen opleveren.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes
of aangepaste accessoires kunnen de telefoon
beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer
voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent
radioapparatuur.
• Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de
accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het
dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum. Daar
zal men u van advies dienen en indien nodig voor
reparatie zorgen.
117
Index
A
AB-stand, tekstinvoer • 25
Afbeeldingen, gedownload • 73
Agenda • 77
Alarm • 48
Alarmnummer bellen • 114
Antwoorden met elke toets •
93
B
Bandkeuze • 99
Batterij
bijna leeg, symbool • 8
opladen • 7
voorschriften • 110
Beantwoorden
oproep • 29
tweede oproep • 31
Begroeting • 92
Belgroep
beheren • 39
maken • 38
Belsignaal
berichten • 95
inkomende oproepen •
94
Berichten
begroeting • 92
i-mail • 61
i-MMS • 63
info • 54
spraak • 98
tekst • 51
Berichten maken
i-mail • 61
i-MMS • 63
SMS • 51
Berichtsignaal • 95
Beveiliging, oproepen • 103
Blokkeren
menuopties • 104
SIM-kaart • 104
telefoon • 104
Blokkeren, oproepen • 97
Bluetooth
instellingen • 100
ontvangen, gegevens •
103
verzenden, gegevens •
102
C
Calculator • 50
Camera
foto's • 82
opties • 83
video's • 86
D
Display
instellingen • 93
taal • 92
Doorschakelen, oproepen • 96
Doorsturen
i-mail/MMS • 65
SMS • 54
DTMF-tonen verzenden • 32
E
Eigen nummer • 41
Externe luidspreker • 31
F
FDN-modus (Fixed Dialing
Number) • 105
Foto's
bekijken • 85
maken • 82
wissen • 85
G
Geheugenstatus
gedownloade items • 76
i-mail/MMS • 69
tekstberichten • 59
telefoonlijst 41
Geluiden, gedownload • 75
Geluidopties • 94
Gemist alarm agenda-item • 81
Gemiste oproepen • 35
Gespreksduur • 35
Gesprekskosten • 36
Gezondheids- en
veiligheidsinformatie • 109
H
Herhalen
automatisch • 93
handmatig • 28
I
i-mail
instellingen • 68
opstellen/verzenden • 61
wissen • 67
i-menu • 59
118
Index
i-MMS
instellingen • 68
opstellen/verzenden • 63
wissen • 66
i-mode
blokkeren • 105
instellingen • 72
openen • 59
In- en uitschakelen
microfoon • 32
telefoon • 8
Infoberichten • 54
Internationale gesprekken • 28
K
Kleur bij kiezen nr. • 94
L
Laatste nummer herhalen • 28
M
Mijn visitekaartje • 40
Minutenteller • 95
MP3-speler
afspelen • 42
opties • 44
Multiparty-gesprekken • 33
Muziek, gedownload • 74
N
Namen
invoeren • 25
zoeken • 37
Netwerk kiezen • 98
Netwerkband selecteren • 99
Netwerkdiensten • 96
Nummer herhalen • 93
Nummerweergave • 98
O
Omrekenen • 50
Ontvangen berichten
i-mail/MMS • 65
SMS • 52
Ontvangen oproepen • 35
Ontvangstbevestiging, bericht
• 57
Opnemen
spraakmemo's • 45
video's • 86
Oproepen
beantwoorden • 29
blokkeren • 97
doorschakelen • 96
in de wacht zetten • 30
nummer herhalen • 28
weigeren • 29
wisselgesprek • 97
Oproepenlijst
gemist • 35
ontvangen • 35
uitgaand • 35
Organizer
agenda-items • 78
memo’s • 79
taken • 79
verjaardagen • 78
Organizer synchroniseren
een profiel maken • 49
starten • 49
P
PIN2-code, wijzigen • 105
PIN-code, wijzigen • 104
Postvak IN, berichten
i-mail/MMS • 65
SMS • 52
Postvak UIT, berichten
i-mail/MMS • 67
SMS • 55
Privacy • 104
Problemen oplossen • 107
R
Roaming • 98
S
SIM-kaart
blokkeren • 104
plaatsen • 7
Sjablonen • 57
SMS-berichten
bekijken • 52
wissen • 53
Spelletjes • 42
Spraakmemo
afspelen • 46
opnemen • 45
Stopwatch • 51
Symbolen, beschrijving • 10
T
Taal selecteren • 92
Tekens invoeren • 25
Tekst invoeren • 25
Tekstinvoerstand, wijzigen •
25
Telefonisch vergaderen • 33
119
Index
Telefoon
aan- en uitzetten • 8
blokkeren • 104
display • 10
instellingen terugzetten •
106
symbolen • 10
uitpakken • 6
wachtwoord • 104
Telefoonlijst
beheren • 41
kopiëren • 37
opties • 37
verkort kiezen • 39
wijzigen • 37
wissen • 41
Terugzetten,
telefooninstellingen • 106
Timer • 50
Toetstonen
inschakelen • 32
selecteren • 95
Toetsvolume • 95
Toon
bericht • 95
fout • 96
in-/uitschakelen • 95
klepje • 95
minutenteller • 95
toetsen • 95
verbinding • 96
waarschuwing • 96
U
Uitgaande oproepen • 35
Uitzetten
microfoon • 32
toetstonen • 32
V
Veiligheidsinformatie • 109
Verbindingstoon • 96
Verkeersveiligheid • 111
Verkort kiezen • 39
Verlichtingstijd instellen • 94
Verzonden berichten
i-mail/MMS • 67
tekst • 56
Verzorging en onderhoud • 115
Video's
afspelen • 89
opnemen • 86
wissen • 90
Voicemailserver
verbinden • 98
wijzigen • 98
W
Wachtstand, gesprek • 30
Wachtwoord
oproepen blokkeren • 97
telefoon • 104
Wereldtijd • 47
Wisselgesprek • 97
Wissen
berichten • 53
foto's • 85
gemiste alarmsignalen •
81
i-mail/MMS • 66, 67
items • 80
oproepenlijst • 34
telefoonlijst 41
videoclips • 90
Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)
Het volgende product:
GSM900/GSM1800/GSM1900 met Bluetooth
Draagbare mobiele telefoon
(Productbeschrijving)
SGH-S401
I
(Typenaam)
Gefabriceerd door:
- Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsoo-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350
(naam en adres van fabrikant
*
)
waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of andere
normatieve documenten.
Veiligheid : EN 60950-1:2001
EMC : EN 301 489-01 v1.5.1 (11-2004)
EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002)
EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002)
SAR : EN 50360:2001
EN 50361:2001
Netwerk : EN 301 511 v9.0.2 (03-2003)
EN 300 328 v1.4.1 (04-2003)
Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd
product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld.
De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die wordt
beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking met de
volgende aangemelde instantie(s):
BABT, Claremont House, 34 Molesey Road,
Walton-on-Thames, KT12 4RQ, UK
Kenmerk: 0168
De technische documentatie wordt beheerd door:
Samsung Electronics Euro QA Lab.
en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.
(Vertegenwoordiging in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK
2005. 05. 09
Yong-Sang Park / verkoopmanager
(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van bevoegde persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact op met de winkel waar
u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Centre.

Documenttranscriptie

* Mogelijk is niet alle informatie in deze gebruiksaanwijzing van toepassing op uw telefoon. Dit hangt af van welke software is geïnstalleerd en welke provider u hebt. Drukfouten voorbehouden. * Afhankelijk van het land kunnen de telefoon en de accessoires afwijken van de illustraties in deze gebruiksaanwijzing. World Wide Web http://www.samsungmobile.com Printed in Korea Code No.:GH68-xxxxxx Dutch. 06/2005. Rev 1.0 SGH-S410i Gebruiksaanwijzing Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Uitschakelen bij het tanken Belangrijke veiligheidsinformatie Het niet opvolgen van deze richtlijnen kan tot gevaarlijke situaties leiden en kan in strijd met de wet zijn. Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de buurt van brandstoffen of chemicaliën. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan. Uitschakelen in de nabijheid van medische apparatuur In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende regels of voorschriften. Storingen De telefoon buiten het bereik van kleine kinderen houden Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. Speciale voorschriften Accessoires en batterijen Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik ervan niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen. Het gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan de telefoon beschadigen en kan gevaarlijk zijn. Waterbestendigheid De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de telefoon droog blijft. Stand van de telefoon Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Alarmnummer bellen Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk op de toets . Belangrijke veiligheids-informatie De werking van een mobiele telefoon kan worden verstoord door de radiosignalen van andere apparatuur. • De telefoon kan ontploffen als u de batterij vervangt door een batterij van een onjuist type. • Gooi oude batterijen weg volgens de richtlijnen van de fabrikant. Deskundige technische service Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan gekwalificeerde technici. Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid" op pagina 109 voor meer informatie over veiligheid. 1 Over deze handleiding In deze gebruiksaanwijzing wordt op een beknopte manier uitgelegd hoe u de telefoon moet gebruiken. Raadpleeg "Aan de slag" en "Andere functies van de telefoon gebruiken" om de belangrijkste functies snel onder de knie te krijgen. In deze handleiding worden de volgende pictogrammen gebruikt: Deze informatie heeft betrekking op de veiligheid of de functies van de telefoon. Neem deze informatie zorgvuldig door.  Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt u meer informatie. → U moet op de navigatietoetsen drukken om naar de betreffende optie te gaan en deze vervolgens selecteren. [ ] < > 2 Een toets op de telefoon. Bijvoorbeeld: [Midden] Een functietoets, waarvan de functie in het scherm van de telefoon wordt weergegeven. Bijvoorbeeld <Menu> • Camera en camcorder U kunt de cameramodule op uw telefoon gebruiken om een foto te nemen of een video-opname te maken. Speciale functies op uw telefoon • MP3-speler U kunt uw telefoon gebruiken als mediaspeler om MP3-bestanden af te spelen. • Bluetooth Met behulp van de gratis, draadloze Bluetooth-technologie kunt u foto's, afbeeldingen, video's en andere persoonlijke gegevens verzenden en verbinding maken met andere apparaten. Aan de foto of videoclip kunt u zien door wie u wordt gebeld U kunt zien door wie u wordt gebeld, doordat de foto of videoclip van de beller wordt weergegeven. • Visitekaartje U kunt visitekaartjes maken met uw telefoonnummer en uw profiel. Dit elektronische visitekaartje is een handig middel om uzelf aan anderen voor te stellen. • • WAP-browser Hiermee krijgt u draadloze toegang tot het web en tot diverse diensten en actuele informatie. • E-mail U kunt e-mailberichten met afbeeldingen, video en geluid in bijlagen ontvangen en verzenden. • Java U kunt de meegeleverde, op Java™ gebaseerde spelletjes spelen en nieuwe downloaden. • Agenda Hiermee kunt u uw dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse afspraken bijhouden. • Spraakmemo Hiermee kunt u memo's of geluiden opnemen. Speciale functies op uw telefoon • MMS (Multimedia Message Service) U kunt MMS-berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen, video en geluid verzenden en ontvangen. 3 Inhoud Uitpakken 6 Overzicht van de onderdelen De telefoon 6 Knoppen, functies en locaties Aan de slag 7 De eerste stappen bij de bediening van de telefoon De telefoon gebruiksklaar maken ............................. 7 De telefoon aan- en uitzetten .................................. 8 Toetsen en display ................................................. 9 Toegang tot menufuncties ..................................... 12 De instellingen aanpassen ..................................... 13 Bellen en oproepen beantwoorden.......................... 16 Andere functies van de telefoon gebruiken 16 Surfen op het internet........................................... De telefoonlijst gebruiken...................................... Berichten verzenden ............................................. Berichten bekijken................................................ Bluetooth gebruiken ............................................. 19 19 21 22 23 Tekst invoeren 25 AB-, T9-, cijfer- en symboolstand Telefoneren 28 Uitgebreide belfuncties Menuopties 34 Een overzicht van alle menuopties Problemen oplossen 107 Hulp bij problemen Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid 109 Index 117 De camera, muziek en andere speciale functies De camera .......................................................... 16 MP3-bestanden afspelen ....................................... 17 4 Overzicht van de menuopties Druk in de standby-stand op [Midden] om het menu te openen. 1 Oproepenlijst 1 2 3 4 5 6 7 Laatste oproepen Gemiste oproepen Uitgaande oproepen Ontvangen oproepen Alles wissen Gespreksduur Gesprekskosten* 2 Telefoonlijst 1 Contacten 2 Nieuw contact toevoegen 3 Groep 4 Verkort kiezen 5 Mijn visitekaartje 6 Eigen nummer 7 Beheer 8 Servicenummer* p. 34 p. 34 p. 35 p. 35 p. 35 p. 35 p. 35 p. 36 p. 37 p. 37 p. 38 p. 38 p. 39 p. 40 p. 41 p. 41 p. 42 3 Toepassingen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 Java-wereld MP3-speler Spraakmemo Wereldtijd Alarm Organizer synchr. Calculator Omrekenen Timer Stopwatch 4 Berichten 1 2 3 4 5 6 Bericht maken Mijn berichten Sjablonen Alles wissen Instellingen Geheugenstatus p. 42 p. 42 p. 42 p. 45 p. 47 p. 48 p. 49 p. 50 p. 50 p. 50 p. 51 p. 51 p. 51 p. 52 p. 57 p. 57 p. 57 p. 59 5 i-mode 1 2 3 4 5 6 7 8 Menu Mail Javadiensten SMS Favorieten Naar webpagina Opgeslagen pag’s Instellingen 6 Mijn bestanden Foto’s Video's Muziek Geluiden Overige bestanden Geheugenstatus p. 59 p. 59 p. 61 p. 69 p. 70 p. 70 p. 71 p. 71 p. 72 p. 72 p. 73 p. 73 p. 74 p. 75 p. 76 p. 76 7 Agenda p. 77 8 Camera p. 82 9 Instellingen p. 91 p. 91 p. 92 p. 93 p. 94 p. 96 p. 100 p. 103 p. 105 p. 106 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Tijd en datum Telefoonopties Displayinstellingen Geluidopties Netwerkdiensten Bluetooth Beveiliging Instellingen Instellingen terugzetten * Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart wordt ondersteund. 5 Uitpakken De telefoon Overzicht van de onderdelen Knoppen, functies en locaties Luidspreker Telefoon Reisadapter Display Camcordermicrofoon Batterij Gebruiksaanwijzing Bij de lokale Samsung-dealer kunt u diverse accessoires kopen. De onderdelen die bij de telefoon worden meegeleverd en de accessoires die verkrijgbaar zijn bij de Samsung-dealer kunnen per land en per provider verschillen. 6 Aansluitpunt headset Functietoets (links) Volumetoetsen Nummer kiezen Alfanumerieke toetsen Toetsen voor speciale functies Navigatietoetsen (Omhoog/ Omlaag/Links/ Rechts) Menutoegangstoets/ bevestigingstoets (midden) Functietoets (rechts) Aan/uit/menu afsluiten Annuleren/ Corrigeren Microfoon Flitser Camera Cameratoets Extern display Besturingstoetsen voor MP3-speler Aan de slag 3 Plaats de batterij. 5 Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon stopcontact. Het lampje op de adapter geeft het oplaadproces aan: • Rood: de batterij wordt opgeladen. • Groen: de batterij is volledig opgeladen. • Oranje: de batterij is niet goed aangesloten of wordt bij een te hoge of te lage temperatuur gebruikt. 6 Wanneer de telefoon helemaal is opgeladen (lampje op de adapter is groen), haalt u het snoer van de adapter uit het stopcontact. De eerste stappen bij de bediening van de telefoon 4 Sluit de reisadapter aan op de telefoon. Informatie over de SIM-kaart Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PINcode, beschikbare extra diensten en dergelijke) opgeslagen. De telefoon gebruiksklaar maken 1 Verwijder de batterij. Als de telefoon al aan staat, moet u deze eerst ] uitschakelen door [ ingedrukt te houden. 2 Plaats de SIM-kaart. Zorg dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar de telefoon gericht zijn. 7 Aan de slag 7 Haal de adapter uit de telefoon. De telefoon aan- en uitzetten De telefoon aanzetten Batterijsymbool Wanneer de batterij bijna leeg is: • hoort u een waarschuwingstoon, • wordt een melding gegeven dat de batterij bijna leeg is en • knippert het batterijsymbool . Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer opladen. 8 Zet de telefoon niet aan op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is. De telefoon uitzetten 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt om de telefoon aan te zetten. 3. Voer, indien nodig, de PIN-code in en druk op <OK>. 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt Toetsen en display De functie uitvoeren die op de onderste regel van het display wordt aangegeven. In de standby-stand: rechtstreeks uw favoriete menuopties openen.p. 92 In de menustand: door de menuopties bladeren. Aan de slag Een oproep beëindigen. Ingedrukt houden om de telefoon aan en uit te zetten. In de menustand: invoer annuleren en teruggaan naar de standby-stand. Cijfers, letters en speciale tekens invoeren. In de standby-stand: [1] ingedrukt houden voor toegang tot uw voicemailserver. Houd [0] ingedrukt om het internationale toegangsnummer in te voeren. In de standby-stand: de menustand activeren. Ingedrukt houden om de imode-browser te starten. In de menustand: de gemarkeerde menuoptie selecteren. Tekens in het display wissen. In de menustand: teruggaan naar het vorige menuniveau. Speciale tekens invoeren. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt om een pauze tussen nummers in te voeren. [ ] ingedrukt houden om de Stille stand in of uit te schakelen. Zelf bellen of een oproep beantwoorden. In de standby-stand: de meest recente nummers weergeven die u hebt gebeld of waarvan u een oproep hebt gemist of ontvangen. Het volume van de telefoon regelen. In de standby-stand met de telefoon open: het toetsvolume aanpassen. Met de telefoon gesloten: ingedrukt houden om de verlichting in te schakelen. (aan de linkerkant) 9 Aan de slag (aan de rechterkant) (aan de voorkant) (aan de voorkant) (aan de voorkant) In de standby-stand: ingedrukt houden om de camera aan te zetten. In de camerastand: een foto of videoopname maken. Display Indeling Symbolen hier worden diverse symbolen weergeven. Ingedrukt houden om de MP3-speler te starten of sluiten. Muziek afspelen. Tekst en afbeeldingen hier worden berichten, instructies en ingevoerde informatie weergegeven. Terug naar het vorige bestand tijdens afspelen. Naar het volgende bestand tijdens afspelen. Mail Symbolen* i-mode Functietoetsindicatoren hier worden de functies weergegeven die op dat moment aan de twee functietoetsen zijn toegewezen. Sterkte ontvangstsignaal In gesprek Buiten bereik van uw servicegebied; u kunt geen oproepen verzenden of ontvangen Nieuw bericht Nieuw voicemailbericht 10 Symbolen Doorschakelfunctie is geactiveerd Symbolen (vervolg) Bluetooth-functie is geactiveerd (vervolg) Gesynchroniseerd met een computer GPRS-netwerk Roaming-netwerk Thuisnetwerk, als u zich hebt aangemeld voor de betreffende dienst Beltoon ingesteld op trilstand Microfoon is uitgeschakeld tijdens een gesprek Stille stand is actief (Micr. uit) Stille stand is actief (Trillen) Alarm ingesteld Aan de slag Aangesloten op handsfree of headset Nieuw i-mail- of i-MMS-bericht: • Grijs: een nieuw i-mail- of i-MMSbericht op de telefoon. Het symbool knippert wanneer een imail- of i-MMS-bericht wordt gedownload. • Geel: een nieuw i-mail- of i-MMSbericht in het i-mode-centre • Rood: postvak IN is vol i-mode is geactiveerd: • Geel: in een GPRS-netwerk • Grijs: in een GSM-netwerk i-mode-verbinding wordt gemaakt i-mode is geblokkeerd Batterijsterkte * Welke symbolen op het scherm worden weergegeven, is afhankelijk van het land en de provider. 11 Aan de slag Toegang tot menufuncties Functietoetsen De functie van de functietoetsen hangt af van de context waarin ze worden gebruikt. Onderin het display ziet u welke functie de toets op dat moment vervult. Mail Druk op de linkerfunctietoets om het menu Mail te openen. Een optie selecteren 2. Druk op de navigatietoetsen om naar de vorige of volgende optie te gaan. 3. Druk op <Kies> of [Midden] om de weergegeven functie of de gemarkeerde optie te bevestigen. i-mode 4. Als u wilt afsluiten, kiest u een van de volgende methoden. • Druk op <Terug> of [C] om één niveau omhoog te gaan. • Druk op [ ] om terug te keren naar de standbystand. Druk op de rechterfunctietoets om het menu i-mode te openen. Sneltoetsen gebruiken 12 1. Druk op de betreffende functietoets. Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de gewenste optie. De instellingen aanpassen 2. Selecteer een taal. Belmelodie 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Instellingen → Geluidopties → Inkomend gesprek → Beltoon. 2. Selecteer een categorie. 3. Selecteer een belmelodie. 4. Druk op <Opslaan>. Achtergrond standby-stand U kunt een achtergrond instellen voor het hoofddisplay of het externe display. 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Instellingen → Displayinstellingen → Achtergrond → Hoofddisplay of Extern display. Aan de slag Displaytaal 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Instellingen → Telefoonopties → Taal. 2. Selecteer een afbeeldingscategorie. 3. Selecteer een foto en druk op <Kies>. 4. Druk op <Opslaan>. 13 Aan de slag Kleur menustand U kunt de kleur van de displayonderdelen zoals de titelbalk en de markeringsbalk aanpassen. 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Instellingen → Displayinstellingen → Kleur. 2. Selecteer een kleurenpatroon. Stille stand U kunt de telefoon in de Stille stand zetten zodat andere mensen niet worden gestoord door de geluiden van uw telefoon. Houd [ ] in de standby-stand ingedrukt. 14 Sneltoetsen voor menu's U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen om rechtstreeks vanuit de standbystand bepaalde menu's te openen. Ga als volgt te werk om de toewijzing van een sneltoets te wijzigen: 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Instellingen → Telefoonopties → Sneltoets. 2. Blader naar een toets. 3. Druk op <Opties> en kies Wijzigen. 4. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt toewijzen. Toestel blokkeren U kunt de telefoon met een wachtwoord beschermen tegen ongeoorloofd gebruik. Bij het aanzetten van de telefoon wordt u dan om het wachtwoord gevraagd. 5. Selecteer Toestel blokkeren. 6. Selecteer Activeren. 7. Voer het wachtwoord in en druk op <OK>. 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Instellingen → Beveiliging → Wachtwoord wijzigen. 2. Voer het standaardwachtwoord, "00000000", in en druk op <OK>. 3. Voer een nieuw wachtwoord van vier tot acht cijfers in en druk op <OK>. 4. Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk op <OK>. 15 Andere functies van de telefoon gebruiken Bellen en oproepen beantwoorden Een gesprek tot 1. Voer een netnummer en abonneenummer in. stand brengen 2. Druk op [ ]. 3. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. Een oproep beantwoorden Het volume bijstellen tijdens een gesprek 16 1. Druk wanneer de telefoon overgaat op [ ]. Andere functies van de telefoon gebruiken De camera, muziek en andere speciale functies De camera Een foto nemen 1. Open de telefoon. 2. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt om de camera aan te zetten. 2. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. 3. Richt de lens op het onderwerp en kies de gewenste instellingen. Druk op [ / ]. 4. Druk op [ ] om de foto te nemen. De foto wordt automatisch opgeslagen. 5. Druk op <Voorbeeld> om nog een foto te nemen. 1. Druk in de fotostand op de linkerfunctietoets en kies Ga naar Foto's. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om een fotocategorie te selecteren. 3. Selecteer de gewenste foto. Een videoopname maken 1. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt om de camera aan te zetten. 2. Druk op [1] om over te schakelen naar de videostand. 3. Druk op [ starten. ] om de opname te 4. Druk op [ ] om de opname te stoppen. De video-opname wordt automatisch opgeslagen. 5. Druk op <Voorbeeld> als u nog een video-opname wilt maken. Een videoopname afspelen 1. Druk in de videostand op de linkerfunctietoets en kies Ga naar Video's. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om een videocategorie te selecteren. 3. Selecteer de gewenste videoopname. MP3-bestanden afspelen MP3-bestanden U kunt de volgende methoden gebruiken: naar de telefoon • Downloaden van een computer kopiëren met behulp van Samsung PC Studio Gebruiksaanwijzing Samsung PC Studio • Andere functies van de telefoon gebruiken Een foto bekijken Ontvangen via Bluetooth p. 103 17 Andere functies van de telefoon gebruiken Een playlist samenstellen 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Toepassingen → MP3-speler. 2. Druk op <Opties> en kies Toevoegen aan playlist → Alles toevoegen of Bestanden toevoegen. 3. Voor Bestanden toevoegen selecteert u bepaalde bestanden en drukt u op <Kies>. Herhaal deze procedure vanaf stap 2. MP3-bestand afspelen 1. Druk in het scherm MP3-speler op [Midden]. 2. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: • • • • • • 18 [Midden]: hiermee onderbreekt/hervat u het afspelen. [Links]: hiermee gaat u terug naar het vorige bestand. [Rechts]: hiermee gaat u naar het volgende bestand. [Omhoog]: hiermee opent u de playlist. [Omlaag]: hiermee stopt u het afspelen. [ / ]: hiermee past u het volume aan. De telefoonlijst gebruiken Met de ingebouwde i-mode-browser kunt u draadloos surfen op het internet en kunt u een groot aantal verschillende actuele diensten en informatie opvragen en handig materiaal van websites downloaden. Een nummer toevoegen De browser starten Houd in de standby-stand [Midden] ingedrukt. Navigeren met de i-modebrowser • Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de browseropties te bladeren. • Druk op [Midden] om een item te selecteren. Druk op [Links] of [C] om terug te gaan naar de vorige pagina. Druk op <Menu> voor toegang tot de browseropties. • • In het telefoongeheugen: 1. Voer in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opties>. 2. Kies Contact opslaan → Telefoon → een type nummer. 3. Voer detailgegevens voor de contactpersoon in: Voornaam, Achternaam, Mobiel, Privé, Kantoor, Fax, Andere, E-mail, Foto beller, Beltoon, Groep en Memo. 4. Druk op <Opslaan> om de vermelding op te slaan. Andere functies van de telefoon gebruiken Surfen op het internet 19 Andere functies van de telefoon gebruiken Een nummer toevoegen (vervolg) Op de SIM-kaart: 1. Voer in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opties>. 2. Kies Contact opslaan → SIM. 3. Voer een naam in. 4. Druk op <Opslaan> om de vermelding op te slaan. Een nummer opzoeken 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Telefoonlijst → Contacten. 2. Selecteer een vermelding. 3. Selecteer een nummer en druk op [ ] om te bellen of op <Opties> om opties weer te geven. 20 Een visitekaartje maken en verzenden 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Telefoonlijst → Mijn visitekaartje. 2. Voer detailgegevens voor uzelf in. 3. Druk op <Opslaan> om het visitekaartje op te slaan. 4. Als u het visitekaartje wilt verzenden, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden via Bluetooth. Berichten verzenden 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Berichten → Bericht maken. 2. Voer de berichttekst in. 3. Druk op <Opties> en selecteer Opslaan en verzenden of Verzenden. 4. Toets de bestemmingsnummers in. 5. Druk op [Midden] om het bericht te verzenden. Een multimediabericht verzenden (MMS) 1. Druk in de standby-stand op <Mail> en kies MMS opstellen. 2. Selecteer Zend en vervolgens Ja. 3. Selecteer het veld Naar:1. 4. Voer een bestemmingsnummer of e-mailadres in en druk op [Midden]. 5. Selecteer het veld Onderwerp. 6. Voer het onderwerp van het bericht in en druk op [Midden]. 7. Selecteer het veld MMS bewerken en voeg mediaitems toe. Andere functies van de telefoon gebruiken Een tekstbericht verzenden (SMS) 8. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Verzenden>. 9. Selecteer Zend om het bericht te verzenden. 21 Andere functies van de telefoon gebruiken Een e-mailbericht verzenden (i-mail) 1. Druk in de standby-stand op <Mail> en kies E-mail opstellen. 2. Selecteer het veld Naar:1. 3. Voer een e-mailadres in en druk op [Midden]. 4. Selecteer het veld Onderwerp. 5. Voer het onderwerp van het emailbericht in en druk op [Midden]. 6. Selecteer het veld Bericht. 7. Voer de tekst van het emailbericht in en druk op [Midden]. 8. Selecteer het veld Bijlagen. 9. Voeg afbeeldingen, geluiden of videoclips toe. 10. Selecteer Zend om het emailbericht te verzenden. 22 Berichten bekijken Een tekstbericht bekijken Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Selecteer een bericht in het Postvak IN. Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op [Midden] en selecteer Berichten → Mijn berichten → Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. 1. Druk in de standby-stand op Een <Mail> en kies Postvak IN. i-mailbericht of 2. Selecteer een bericht. i-MMS-bericht bekijken Bluetooth gebruiken Bluetooth activeren Druk in de standby-stand op [Midden] en kies Instellingen → Bluetooth → Aanzetten → AAN. 1. Druk in de standby-stand op Zoeken naar [Midden] en kies Instellingen een Bluetooth→ Bluetooth → Mijn apparaat en dit apparaten → Nieuw apparaat koppelen zoeken. 2. Selecteer een apparaat. Gegevens verzenden 1. Open een toepassing. 2. Blader naar een item. 3. Druk op <Opties> en kies Verzenden via → Bluetooth, of Verzenden via Bluetooth. 4. Selecteer een apparaat. Andere functies van de telefoon gebruiken 3. Toets een Bluetooth-PIN-code in of de Bluetooth-PIN-code (indien vereist) van het andere apparaat en druk op <OK>. Wanneer de eigenaar van het andere apparaat dezelfde code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld. De telefoon is uitgerust met Bluetooth-technologie waardoor u de telefoon draadloos met andere Bluetooth-apparaten kunt verbinden zodat hiertussen gegevensuitwisseling mogelijk is. Ook kunt u hierdoor handsfree spreken en de telefoon op afstand bedienen. 5. Toets, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>. 23 Andere functies van de telefoon gebruiken Gegevens ontvangen Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de Bluetoothfunctie op de telefoon ingeschakeld zijn. Druk, indien nodig, op <Ja> om de ontvangst te bevestigen. 24 Tekst invoeren AB-, T9-, cijfer- en symboolstand Voor bepaalde functies zoals berichten, Telefoonlijst of Agenda kunt u tekst invoeren met de AB-, T9-, cijferof symboolstand. De AB-stand gebruiken Druk op de betreffende toets totdat het gewenste teken op het scherm wordt weergegeven. Toets Tekens in de weergegeven volgorde Hoofdletter Kleine letter De tekstinvoerstand wijzigen Het symbool voor de tekstinvoerstand wordt weergegeven wanneer de cursor in een tekstveld staat. • Houd [ ] ingedrukt om te schakelen tussen de T9en de AB-stand. Afhankelijk van het land is het ook mogelijk een invoerstand weer te geven voor de taal van uw land. • Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters of om naar de cijferstand te schakelen. • Houd [ ] ingedrukt naar de symboolstand te schakelen. Tips bij het gebruik van de AB-stand • Als u tweemaal dezelfde letter of een andere letter op dezelfde toets wilt invoeren, wacht u tot de cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u op [Rechts]. Voer dan de volgende letter in. 25 Tekst invoeren • • • Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd de toets [C] ingedrukt om het display leeg te maken. De T9-stand gebruiken Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u slechts één keer op een toets te drukken om een teken in te voeren. Een woord invoeren in de T9-stand 1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het invoeren van een woord. Druk voor elke letter de toets slechts één keer in. Als u bijvoorbeeld "Hallo" wilt invoeren, moet u in de T9-stand achtereenvolgens op [4], [2], [5], [5] en [6] drukken. T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het woord steeds als u op een toets drukt kan veranderen. 26 2. Voer het hele woord in voordat u tekens wijzigt of verwijdert. 3. Ga naar stap 4, als het juiste woord wordt weergegeven. Druk op [0] om alternatieve woorden voor de ingedrukte toetsen weer te geven. Voor "of" en "me" worden bijvoorbeeld [6] en [3] gebruikt. 4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het volgende woord in te voeren. Tips bij het gebruik van de T9-stand • Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof in te voeren. • Druk op [ ] om een spatie in te voegen. • Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen. • Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd de toets [C] ingedrukt om het display leeg te maken. De cijferstand gebruiken In de cijferstand kunt u cijfers invoeren. Druk op de desbetreffende cijfertoetsen. Speciale tekens invoeren In de symboolstand kunt u symbolen en speciale tekens invoegen. Houd [ ] ingedrukt om de symboolstand te activeren. Gewenste actie Werkwijze Meer symbolen weergeven Druk op [Omhoog] of [Omlaag]. Een symbool selecteren Druk op de desbetreffende cijfertoets. Een of meer ingevoerde symbolen wissen Druk op [C]. Een of meer symbolen invoegen Druk op <OK>. Tekst invoeren Een nieuw woord toevoegen aan het woordenboek van T9 Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle talen. 1. Voer het woord in dat u wilt toevoegen. 2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te geven wanneer u op een toets hebt gedrukt. Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt onder in het display VoegToe weergegeven. 3. Druk op <VoegToe>. 4. Voer het gewenste woord in met de AB-stand en druk op <OK>. 27 Telefoneren Uitgebreide belfuncties Een nummer bellen 1. Voer in de standby-stand het netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. Druk op [C] om het laatste cijfer te wissen of houd [C] ingedrukt om het hele display leeg te maken. U kunt de cursor verplaatsen om een onjuist cijfer te wijzigen. Internationaal bellen 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken + verschijnt. 2. Toets achtereenvolgens het landnummer, netnummer en abonneenummer in en druk op [ ]. 28 Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen 1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recente nummers weer te geven. 2. Blader naar het gewenste nummer en druk op [ ]. Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst, kunt u dit nummer bellen door dit in de telefoonlijst te selecteren.p. 37 U kunt ook de functie voor verkort kiezen gebruiken om uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan bepaalde cijfertoetsen.p. 39 Een nummer kiezen vanaf de SIM-kaart 1. Voer in de standby-stand het locatienummer in van het telefoonnummer dat u wilt bellen en druk op [ ]. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om door de nummers te bladeren. 3. Druk op <Kies nr.> of op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Een gesprek beëindigen Sluit de telefoon of druk op [ ]. Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt de afbeelding voor een inkomende oproep weergegeven. Druk op <Opnemen> of [ nemen. ] om de oproep aan te Tips bij het beantwoorden van een oproep • Wanneer de optie Antwoord met elke toets in het menu Extra instellingen is ingeschakeld, kunt u op elke toets drukken om een oproep te beantwoorden, behalve <Weiger> en [ ]. p. 93 • Wanneer de optie Klepje actief in het menu Extra instellingen is ingeschakeld, hoeft u alleen maar de telefoon te openen om de oproep te beantwoorden.p. 93 • Druk op <Weiger> of op [ ] om een oproep te weigeren. Houd [ / ] ingedrukt om een oproep te weigeren of de beltoon uit te schakelen, afhankelijk van de instelling van de toets op de zijkant.p. 92 Gemiste oproepen bekijken Telefoneren Een oproep beantwoorden • Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm hoeveel dit er zijn. 1. Druk op <Tonen>. 2. Blader, indien nodig, door de gemiste oproepen. 3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen. De headset gebruiken Gebruik de headset om te bellen en oproepen te beantwoorden zonder de telefoon vast te hoeven houden. Sluit de headset aan op het aansluitpunt aan de linkerkant van de telefoon. 29 Telefoneren De knoppen op de headset werken als volgt: Gewenste actie Werkwijze Nummer van het laatste gesprek herhalen Houd de knop twee keer ingedrukt. Oproep beantwoorden Druk de knop in. Gesprek beëindigen Druk de knop in. Beschikbare opties tijdens een gesprek Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies gebruiken. Het volume bijstellen tijdens een gesprek Gebruik [ / ] om het volume van de luidspreker tijdens een gesprek bij te stellen. Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om het te verlagen. 30 Een gesprek in de wacht zetten en er uit halen Druk op <In wacht> of <Haal wacht> om een oproep in de wacht te zetten of uit de wacht te halen. Twee gesprekken voeren U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als dit door het netwerk wordt ondersteund. 1. Druk op <In wacht> om het gesprek in de wacht te zetten. 2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke manier. 3. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 4. Druk op <Opties> en selecteer Stop wacht om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 5. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. Een externe luidspreker gebruiken U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u al in gesprek bent, als dit door het netwerk wordt ondersteund en als u de functie Wisselgesprek hebt ingeschakeld.p. 97 1. Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te nemen. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 3. Druk op <Opties> en selecteer Stop wacht om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. Gebruik een optionele externe luidspreker om op een korte afstand telefoongesprekken te voeren. U moet eerst een luidspreker op de telefoon aansluiten. Een oproep doorschakelen U kunt de menustand activeren en menufuncties gebruiken. U kunt het actieve gesprek doorschakelen naar een beller in de wacht, als het netwerk dit ondersteunt. Met deze optie kunnen de twee bellers met elkaar praten, maar wordt uw verbinding met het gesprek verbroken. De Bluetooth-headset gebruiken U kunt een optionele Bluetooth-headset gebruiken om gesprekken te voeren zonder de telefoon bij uw oor te houden. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de headset eerst registreren en op de telefoon aansluiten.p. 100 Telefoneren Een tweede oproep beantwoorden Druk op <Opties> en kies Overschakelen naar headset of Overschakelen naar telefoon. De menuopties gebruiken Tijdens een oproep zijn sommige menufuncties niet beschikbaar. Druk op <Opties> en selecteer Menu. Druk op <Opties> en kies Doorverbinden. 31 Telefoneren De microfoon uitschakelen (Microfoon uit) Een serie DTMF-tonen verzenden U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan horen. DTMF-tonen (Dual Tone Multi Frequency) zijn de tonen die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. Druk op <Opties> en selecteer Micr. uit of Micr. aan. Toetstonen in- en uitschakelen U kunt toetstonen in- en uitschakelen. Druk op <Opties> en selecteer DTMF uit of DTMF aan. Als u wilt kunnen communiceren met antwoordapparaten of telefooncentrales moet u de optie DTMF aan selecteren. U kunt de DTMF-tonen als groep verzenden nadat u het volledige nummer hebt ingetoetst dat u wilt verzenden of nadat u een nummer uit de telefoonlijst hebt opgehaald. Deze functie is handig bij het invoeren van een wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van een bank. 1. Druk wanneer u verbinding hebt met een teleservicesysteem op <Opties> en kies Zend DTMF. 2. Voer het nummer in dat u wilt verzenden en druk op <OK>. Telefoonlijst gebruiken Via het menu Telefoonlijst kunt u vermeldingen opzoeken en opslaan.p. 37 Druk op <Opties> en kies Telefoonlijst. 32 SIM-diensten gebruiken Neem voor meer informatie contact op met uw provider of raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart. Multiparty-gesprekken Met deze functie kunt u met maar liefst zes mensen deelnemen aan een multiparty-gesprek of een telefonische vergadering. Als u deze functie wilt gebruiken, moet die wel worden ondersteund door uw provider. Een multiparty-gesprek starten 1. Bel de eerste deelnemer. 2. Bel de tweede deelnemer. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 3. Druk op <Opties> en selecteer Deelnemen. De eerste deelnemer wordt toegevoegd aan het multiparty-gesprek. 4. Bel desgewenst nog iemand of beantwoord een inkomend gesprek. 5. Druk op <Opties> en selecteer Deelnemen. 6. Herhaal stap 4 en 5 zo vaak als nodig is. Telefoneren Het menu SIM-diensten is beschikbaar als u een SIM-kaart in de telefoon gebruikt die extra diensten ondersteunt. Via de SIM-kaart worden diensten geleverd op diverse gebieden zoals nieuws, weer, sport, ontspanning en locaties. Een privé-gesprek voeren met een van de deelnemers 1. Druk op <Opties> en selecteer Privé. 2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met deelnemers. U kunt met die persoon een privé-gesprek voeren, terwijl de andere deelnemers met elkaar spreken. 3. U kunt terugkeren naar het multiparty-gesprek door op <Opties> te drukken en Deelnemen te selecteren. 33 Eén deelnemer verwijderen 1. Druk op <Opties> en kies Verwijderen. 2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met deelnemers. Het gesprek met deze deelnemer wordt beëindigd, terwijl de andere partijen blijven deelnemen aan het gesprek. 3. Sluit de telefoon of druk op [ ] om het multiparty-gesprek te beëindigen. Menuopties Een overzicht van alle menuopties Oproepenlijst (menu 1) Gebruik dit menu om te zien welke nummers u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist, en wat de duur en de kosten zijn van uw gesprekken. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op [Midden] en kiest u Oproepenlijst. Laatste oproepen (menu 1.1) In dit menu worden de meest recente oproepen (gekozen nummers, beantwoorde en gemiste oproepen) weergegeven. Gegevens van een oproep bekijken 1. Druk op [Links] of [Rechts] om een type oproep te selecteren. 2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst met oproepen te bladeren. 34 3. Druk op [Midden] om de gegevens van een oproep te bekijken of op [ ] om een nummer te bellen. In dit menu worden de meest recente gemiste oproepen weergegeven. Ontvangen oproepen (menu 1.4) In dit menu worden de meest recent ontvangen oproepen weergegeven. Oproepenlijst (menu 1) Gemiste oproepen (menu 1.2) In dit menu worden de meest recent gekozen nummers weergegeven. Menuopties Opties voor oproepen Wanneer u de oproepenlijst bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Details: hiermee kunt u de details van de geselecteerde oproep bekijken. • Bewerken: hiermee kunt u het telefoonnummer wijzigen. • Contact opslaan: hiermee kunt u het nummer in de telefoonlijst opslaan. • Verzenden: hiermee kunt u een SMS-, i-mail- of MMS-bericht verzenden. • Wissen: hiermee kunt u de geselecteerde oproep of alle oproepen wissen. Uitgaande oproepen (menu 1.3) Alles wissen (menu 1.5) Met dit menu kunt u alle gegevens van elk type oproep wissen. 1. Druk op [Midden] om de typen oproepen te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. Gespreksduur (menu 1.6) In dit menu staat de tijdsduur van uitgaande en inkomende oproepen. De werkelijke duur op de rekening van uw provider kan iets afwijken. 35 Menuopties • • • Duur laatste gesprek: hiermee kunt u de duur van het laatste gesprek bekijken. Alle uitgaande oproepen: hiermee kunt u de totale duur van alle uitgaande oproepen bekijken. Alle inkomende oproepen: hiermee kunt u de totale duur van alle inkomende oproepen bekijken. Druk op <Reset> om de gesprekstellers op nul te zetten. U moet het wachtwoord voor de telefoon invoeren. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen.p. 104 Gesprekskosten (menu 1.7) Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. Deze functie is niet bedoeld voor factureringsdoeleinden. • Kosten laatste oproep: hiermee kunt u de kosten van de laatste oproep bekijken. 36 • • • • • Totale kosten: hiermee kunt u de totale kosten van alle gesprekken bekijken. Als de totale kosten de maximumkosten zoals ingesteld bij Maximale kosten instellen overschrijden, moet u de teller terugzetten op nul voordat u een nieuw nummer kunt bellen. Maximale kosten: hiermee kunt u de maximale kosten controleren die zijn ingesteld bij Maximale kosten instellen. Op nul zetten: hiermee kunt u de kostentellers terugzetten op nul. Hiervoor moet u uw PIN2-code invoeren. Maximale kosten instellen: hiermee kunt u de maximaal toegestane kosten instellen voor uw gesprekken. Hiervoor moet u uw PIN2-code invoeren. Prijs per eenheid: hiermee kunt u de prijs per eenheid instellen die wordt toegepast bij de berekening van de gesprekskosten. Hiervoor moet u uw PIN2-code invoeren. Telefoonlijst (menu 2) Contacten (menu 2.1) In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst opzoeken. Een nummer opzoeken 1. Voer de eerste letters in van de naam die u zoekt. 2. Selecteer de gewenste naam in de lijst. 3. Selecteer het gewenste nummer. 4. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op <Opties> om de opties voor de telefoonlijst weer te geven. Telefoonlijst (menu 2) Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op [Midden] en kiest u Telefoonlijst. Menuopties U kunt telefoonnummers op de SIM-kaart en in het geheugen van de telefoon opslaan. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel: de telefoonlijst. Opties voor de telefoonlijst Druk terwijl u de lijst met contacten of de detailgegevens van een contactpersoon bekijkt op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Tonen: hiermee geeft u details weer over de contactpersoon. • Wijzigen: hiermee kunt u de detailgegevens voor de contactpersoon wijzigen. • Bericht sturen: hiermee kunt u een SMS-, i-mailof MMS-bericht verzenden. • Nieuw contact toevoegen: hiermee voegt u een nieuwe contactpersoon toe aan de telefoonlijst. • Kopiëren: hiermee kunt u de contactpersoon naar het telefoongeheugen of de SIM-kaart kopiëren. • Verzenden via Bluetooth: hiermee verzendt u de contactgegevens via Bluetooth. • Wissen: hiermee verwijdert u de geselecteerde contactpersoon of alle contactpersonen. 37 Menuopties Nieuw contact toevoegen (menu 2.2) In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de telefoonlijst toevoegen. Een nummer opslaan in het geheugen van de telefoon 1. Selecteer Telefoon. 2. Wijzig de instellingen of voer gegevens voor de contactpersoon in. • Voornaam/Achternaam: voer een naam in. • Mobiel/Privé/Kantoor/Fax/Andere: voer een nummer in voor de gewenste categorie. • E-mail: voer een e-mailadres in. • Foto beller: koppel een foto aan het nummer, die wordt weergegeven als u een oproep van dat nummer ontvangt. • Beltoon: koppel een beltoon aan het nummer, die u hoort als u een oproep van dat nummer ontvangt. • Groep: wijs het nummer toe aan een belgroep. • Memo: voeg een notitie over de persoon toe. 38 3. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te slaan. Een nummer opslaan op de SIM-kaart 1. Selecteer SIM en voer een naam in. 2. Druk op [Omlaag] en voer een telefoonnummer in. 3. Druk op [Omlaag] en wijzig zo nodig het locatienummer. 4. Druk op <Opslaan> om de contactpersoon op te slaan. Groep (menu 2.3) In dit menu kunt u de contactpersonen in belgroepen indelen. Een nieuwe belgroep maken 1. Druk op <Opties> en kies Toevoegen. 2. Voer een naam in voor de groep. 3. Selecteer de regel voor de nummerweergave en selecteer een foto. 4. Selecteer de regel voor de beltoon en selecteer een melodie. 5. Druk op <Opslaan> om de groep op te slaan. • Telefoonlijst (menu 2) Belgroepen beheren Druk terwijl u de lijst met groepen of de detailweergave bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Tonen: hiermee kunt u de leden van de geselecteerde groep weergeven. • Toevoegen: hiermee kunt u een nieuwe groep toevoegen. • Wijzigen: hiermee kunt u de eigenschappen van de geselecteerde groep wijzigen. Verzenden: hiermee kunt u een SMS-, i-mail- of MMS-bericht naar de geselecteerde leden verzenden. Wissen: hiermee verwijdert u de geselecteerde groep of alle groepen. Groepsleden worden echter niet verwijderd uit de telefoonlijst. Menuopties Leden toevoegen aan een belgroep 1. Selecteer een groep. 2. Druk op <VoegToe>. De lijst met contactpersonen die zijn opgeslagen in het geheugen van de telefoon wordt weergegeven. 3. Druk op [Midden] om de contactpersonen te selecteren die u aan de geselecteerde groep wilt toevoegen en druk op <Kies>. 4. Als u meer leden wilt toevoegen, drukt u op <Opties> en kiest u Toevoegen → een contact. 5. Herhaal desgewenst stap 4. • Verkort kiezen (menu 2.4) In dit menu kunt u de meest gebelde nummers toewijzen aan de toetsen 2 tot en met 9, zodat u die nummers snel kunt kiezen. Nummers voor verkort kiezen toewijzen 1. Selecteer een cijfertoets (2 t/m 9). Toets [1] is gereserveerd voor het nummer van uw voicemailserver. 2. Selecteer de gewenste contactpersoon in de lijst met contacten. 39 Menuopties Nummers voor verkort kiezen beheren Druk in het scherm Verkort kiezen op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Toevoegen: hiermee kunt u een nummer aan een toets toewijzen. • Tonen: hiermee kunt u het nummer bekijken dat aan de toets is toegewezen. • Wijzigen: hiermee kunt u een ander nummer toewijzen aan de toegewezen toets. • Verwijderen: hiermee wist u het snelkiesnummer voor de geselecteerde toets. Nummers voor verkort kiezen bellen Houd in de standby-stand de betreffende toets ingedrukt. Mijn visitekaartje (menu 2.5) In dit menu kunt u een visitekaartje maken en dit naar anderen verzenden. 40 Visitekaartje opslaan De procedure voor het maken van een visitekaartje is identiek aan die voor het opslaan van een nummer in het telefoongeheugen.p. 38 Opties voor visitekaartjes Wanneer u een visitekaartje hebt opgeslagen, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee kunt u het visitekaartje wijzigen. • Verzenden via Bluetooth: hiermee verzendt u het visitekaartje via Bluetooth. • Visitekaartje uitwisselen: hiermee kunt u via Bluetooth visitekaartjes uitwisselen met andere personen. • Wissen: hiermee kunt u het visitekaartje wissen. Eigen nummer (menu 2.6) • In dit menu kunt u de telefoonlijst beheren. • Standaard geheugen: hiermee kunt u een standaard geheugenlocatie selecteren waarin contactpersonen moeten worden opgeslagen. Wanneer u Vragen bij opslaan selecteert, wordt u gevraagd een geheugenlocatie te selecteren wanneer u een nummer opslaat. • Alles naar telefoon kopiëren: hiermee kunt u alle contactpersonen die op de SIM-kaart zijn opgeslagen naar het geheugen van de telefoon kopiëren. Telefoonlijst (menu 2) Beheer (menu 2.7) Menuopties Met deze functie kunt u zien wat uw eigen telefoonnummers zijn en kunt u een naam toewijzen aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke abonneenummers op uw SIM-kaart. Alles wissen: hiermee kunt u alle contactpersonen in het telefoongeheugen, op de SIM-kaart, of beide wissen. 1. Druk op [Midden] om de locaties te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Voer het wachtwoord voor de telefoon in en druk op <OK>. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen.p. 104 • 4. Druk nogmaals op <Ja> om het wissen te bevestigen. Geheugenstatus: hiermee kunt u bekijken hoeveel contactpersonen u in de telefoonlijst hebt opgeslagen. 41 Menuopties Servicenummer (menu 2.8) JAVA-wereld (menu 3.1) Dit menu is beschikbaar als de SIM-kaart SDNnummers ondersteunt. In dit menu kunt u de lijst met SDN-nummers bekijken die door de provider zijn toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de nummers voor inlichtingen en de voicemailnummers. 1. Ga naar het gewenste nummer en druk op <Tonen>. 2. Druk op <Kies nr.> of [ ]. Dit menu biedt toegang tot de lijst met toepassingen die u hebt gedownload van internet.p. 69 Toepassingen (menu 3) In dit menu kunt u Java-spelletjes spelen, muziekbestanden afspelen, spraakmemo's opnemen, tijdzones en alarmsignalen instellen, of de telefoon als rekenmachine, timer of stopwatch gebruiken. U kunt ook contactpersonen of agendagegevens in het geheugen van de telefoon synchroniseren met gegevens in een computer. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op [Midden] en kiest u Toepassingen. 42 MP3-speler (menu 3.2) Dit menu kunt u gebruiken om naar muziek te luisteren. Eerst moet u de MP3-bestanden opslaan in het telefoongeheugen. Muziekbestanden downloaden en ontvangen U kunt de volgende methoden gebruiken om MP3bestanden op te slaan in het geheugen van de telefoon: • Downloaden van een computer met behulp van het programma Samsung PC Studio Gebruikershandleiding Samsung PC Studio • Via een actieve Bluetooth-verbindingp. 103 De gedownloade of ontvangen bestanden worden opgeslagen in de map Muziek.p. 74 Muziekbestanden afspelen Druk in het scherm MP3-speler op [Midden]. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Toetsen Functie [Midden] Het afspelen onderbreken/hervatten Teruggaan naar het vorige bestand [Rechts] Verdergaan naar het volgende bestand [Omhoog] De playlist openen [Omlaag] Het afspelen stoppen [ / ] Het volume aanpassen [1] Het 3D-geluid in-/uitschakelen [2] De kleur wijzigen [3] De herhaalstand wijzigen [4] De equalizerstand wijzigen [6] De shufflestand in-/uitschakelen Toepassingen (menu 3) [Links] Menuopties Een playlist samenstellen Voeg MP3-bestanden toe aan de playlist. 1. Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> en kies Toevoegen aan playlist. 2. Selecteer een van de volgende opties: • Alles toevoegen: hiermee voegt u alle bestanden in het telefoongeheugen toe aan de playlist. • Bestanden toevoegen: hiermee kunt u bepaalde bestanden toevoegen aan de playlist. 3. Als u Bestanden toevoegen hebt gekozen, moet u op [Midden] drukken om de toe te voegen bestanden te markeren. Vervolgens drukt u op <Kies>. 4. Druk op <Terug> om terug te gaan naar het scherm MP3-speler. 43 Menuopties Opties voor MP3-bestanden Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Afspelen: hiermee begint u het afspelen. • Playlist openen: hiermee geeft u de playlist weer. • Ga naar Muziek: hiermee gaat u naar de map Muziek. • Verzenden via Bluetooth: hiermee verzendt u het geselecteerde bestand via Bluetooth • Instellen als: hiermee kunt u de melodie instellen als beltoon voor inkomende oproepen of als beltoon aan een van uw contactpersonen koppelen. • Uit playlist verwijderen: hiermee kunt u het geselecteerde bestand uit de playlist verwijderen. • Instellingen: hiermee kunt u de standaardinstellingen voor het afspelen van muziekbestanden wijzigen. Herhaalstand: hiermee kunt u een herhaalstand instellen. 44 • Shuffle: de muziekbestanden worden in willekeurige volgorde afgespeeld door de MP3speler. Equalizer: hiermee kunt u een equalizerinstelling selecteren. 3D-geluid: hiermee schakelt u 3D-geluid in of uit. Kleur: hiermee selecteert u een kleur. Volume: hiermee kunt u een volumeniveau selecteren. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. De playlist openen 1. Druk in het scherm MP3-speler op <Opties> en kies Playlist openen om de playlist weer te geven. 2. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Afspelen: hiermee kunt u het geselecteerde bestand afspelen. • • • MP3-bestanden afspelen als de telefoon dichtgeklapt is • Met de volgende toetsen kunt u de MP3-speler besturen: Toetsen Functie [ ] U moet deze toets ingedrukt houden om de MP3-speler te starten of sluiten. Hiermee start u het afspelen van de muziek en kunt u het afspelen onderbreken. [ ] Hiermee gaat u terug naar het vorige bestand. [ ] Hiermee gaat u naar het volgende bestand. [ / ] • Hiermee kunt u het volume regelen. Toepassingen (menu 3) • Toetsen Functie Menuopties Toevoegen aan playlist: hiermee kunt u bestanden toevoegen aan de playlist. Volgorde wijzigen: hiermee kunt u het geselecteerde bestand verplaatsen naar de gewenste positie in de playlist. Verwijder: hiermee kunt u het geselecteerde bestand of alle bestanden uit de playlist verwijderen. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. Houd [ ] ingedrukt als u de toetsen wilt vergrendelen zodat u ze niet per ongeluk kunt indrukken en zo het afspelen verstoort. Het toetsvergrendelingssymbool ( ) verschijnt op de onderste regel. Spraakmemo (menu 3.3) Via dit menu kunt u gesproken memo's opnemen. Een spraakmemo kan maximaal één uur lang zijn. Een spraakmemo opnemen 1. Druk op [Midden] om de opname te starten. 45 Menuopties 2. Spreek uw boodschap in de microfoon in. Druk op [Midden] om de opname te onderbreken of hervatten. 3. Wanneer u klaar bent, drukt u op [Omlaag]. Het spraakmemo wordt automatisch opgeslagen. 4. Druk op [Omhoog] om nog een spraakmemo op te nemen, of druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Afspelen: hiermee kunt u het spraakmemo afspelen. • Opnemen: hiermee kunt u nog een spraakmemo opnemen. • Lijst met spraakmemo's openen: hiermee geeft u de lijst met spraakmemo's weer. • Verzenden via: hiermee kunt u het spraakmemo via i-mail, MMS of Bluetooth verzenden. • Wissen: hiermee kunt u het spraakmemo wissen. • Hernoemen: hiermee kunt u de naam van het spraakmemo wijzigen. 46 • • Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het spraakmemo wordt verwijderd. Eigenschappen: hiermee kunt de eigenschappen van het spraakmemo bekijken. Een spraakmemo afspelen 1. Druk in het scherm Spraakmemo op <Opties> en kies Lijst met spraakmemo's openen. 2. Selecteer een spraakmemo. Het memo wordt afgespeeld. Tijdens het afspelen kunt u de volgende toetsen gebruiken: Toetsen Functie [Midden] Het afspelen onderbreken/hervatten [Links] Achteruit gaan [Rechts] Vooruit gaan [Omlaag] of <Stop> Het afspelen stoppen [ / ] Hiermee kunt u het volume regelen. Wereldtijd (menu 3.4) In dit menu kunt u uw lokale tijdzone instellen en zien hoe laat het in andere delen van de wereld is. Toepassingen (menu 3) De lokale tijdzone instellen 1. Druk op de wereldkaart op [Links] of [Rechts] om de plaats te selecteren die bij uw tijdzone hoort. Voor Nederland kiest u Parijs. De tijdlijn verschuift en de lokale tijd en datum van de desbetreffende zone worden weergegeven. 2. Druk op <Opties> en kies Opslaan om de tijdzone op te slaan. Menuopties Opties voor spraakmemo's gebruiken Druk in het scherm Spraakmemo op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Opnemen: hiermee kunt u een nieuw spraakmemo opnemen. • Lijst met spraakmemo's openen: hiermee gaat u naar de lijst met opgenomen spraakmemo's. • Instelling: hiermee kunt u een instelling voor de opnametijd selecteren. Berichtlimiet: hiermee neemt u een spraakmemo op dat kan worden toegevoegd aan een i-mail- of MMS-bericht. Max. 1 uur: hiermee neemt u een spraakmemo op van maximaal 1 uur. Zomertijd toepassen 1. Druk op de wereldkaart op <Opties> en kies Zomertijd instellen. 2. Druk op [Midden] om een of meer tijdzones te selecteren. 3. Druk op <Opslaan>. 47 Menuopties Alarm (menu 3.5) Gebruik dit menu om in te stellen dat op een bepaald tijdstip een alarm afgaat. Een alarm instellen 1. Selecteer het type alarm. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om AAN te selecteren op de regel Alarm en druk op [Omlaag]. 3. Geef de tijd op waarop het alarm moet afgaan en druk op [Omlaag]. 4. Selecteer am of pm in de 12-uursnotatie en druk op [Omlaag]. Uw telefoon gebruikt standaard de 12uursnotatie. U kunt de tijdnotatie wijzigen.p. 91 5. Selecteer u een herhaaloptie. 6. Selecteer de regel Alarmtoon en selecteer een melodie voor het alarm. 7. Druk op <Opslaan>. 48 Een alarm uitzetten • Druk terwijl het alarm afgaat op <Einde> of op een willekeurige toets om het alarm te stoppen. • Druk terwijl een wekalarm afgaat op <OK> of [Midden] om het alarm te stoppen. Druk op <Sluimeren> of een willekeurige toets om het alarm te stoppen en het na 5 minuten weer te laten afgaan. Dit kunt u maximaal vijf keer doen. Het alarm laten afgaan wanneer de telefoon uitgeschakeld is Selecteer in het scherm Alarm Autopower → AAN. Als de telefoon uitgeschakeld is op het moment dat het alarm moet afgaan, wordt de telefoon ingeschakeld en gaat het alarm af. Organizer synchr. (menu 3.6) Synchronisatie starten 1. Controleer of MS Outlook en het programma WideSync zijn geïnstalleerd op de pc en of de telefoon en de pc op elkaar zijn aangesloten met een USB-kabel of een actieve Bluetoothverbinding. Synchronisatieopties gebruiken Druk in het scherm Organizer synchr. op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Synchronisatie starten: hiermee start u een synchronisatie voor het geselecteerde profiel. • Resultaat bekijken: hiermee bekijkt u het resultaat van de laatste synchronisatie. • Nieuw synchronisatieprofiel: hiermee voegt u een nieuw profiel toe. • Synchronisatieprofiel wijzigen: hiermee wijzigt u de eigenschappen van het profiel. • Wissen: hiermee verwijdert u het geselecteerde profiel of alle profielen. Toepassingen (menu 3) Een synchronisatieprofiel maken 1. Druk op <VoegToe>. 2. Geef de volgende informatie op voor het profiel: • Profielnaam: hier voert u de profielnaam in. • Synchronisatiecategorie: hier selecteert de toepassingen die u wilt synchroniseren. • Synchronisatietype: hier selecteert u een synchronisatietype. • Synchronisatieprotocol: hier selecteert u een verbindingsmethode. 3. Druk op <Opslaan> om het profiel op te slaan. Menuopties Met dit menu kunt u persoonlijke gegevens synchroniseren met overeenkomstige pc-toepassingen via het optionele programma WideSync. 2. Open MS Outlook. 3. Selecteer een profiel in het scherm Organizer synchr. 4. Druk op [Midden]. 49 Menuopties Calculator (menu 3.7) Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 1. Voer het eerste getal in. Druk op de linkerfunctietoets om een decimaalteken of een haakje in te voegen. Druk op [ ] of [ ] om de cursor te verplaatsen. 2. Druk op een van de navigatietoetsen om toegang te krijgen tot de gewenste rekenkundige functies. 3. Voer het tweede getal in. 4. Druk op [Midden] om de uitkomst te bekijken. Omrekenen (menu 3.8) Met dit menu kunt u eenheden als vreemde valuta en temperaturen omrekenen. 1. Selecteer een omrekenfunctie. 2. Druk op [Links] of [Rechts] om de oorspronkelijke eenheid te selecteren en druk op [Omlaag]. 50 3. Voer de waarde in die u wilt omrekenen en druk op [Omlaag]. • Druk op [ ] om een decimaalteken in te voeren. • Druk op [ ] om de temperatuur te wijzigen in boven nul (+) of onder nul (-). Voor het omrekenen van valuta's kunt u de wisselkoersen bekijken en instellen door op <Koers bekijken> te drukken. 4. Druk op [Links] of [Rechts] om de beoogde eenheid voor de omrekening te selecteren. De overeenkomstige waarde voor het ingevoerde getal wordt weergegeven. Timer (menu 3.9) Met dit menu kunt u de telefoon af laten tellen. Via de telefoon hoort u een alarmtoon wanneer de opgegeven periode is verstreken. Stopwatch (menu 3.0) Met dit menu kunt u de verstreken tijd meten. De stopwatch kan tijden tot op éénhonderdste van een seconde meten. U kunt maximaal tien uur meten. 1. Druk op [Midden] om de stopwatch te starten. 2. Druk op [Midden] om de tussentijd op te Nemen. u kunt dit maximaal vier keer doen. 3. Druk op <Reset> om de stopwatch op nul te zetten. Via het menu Berichten kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen. U kunt ook de functie voor infoberichten gebruiken. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten om dit menu te openen. Bericht maken (menu 4.1) Berichten (menu 4) De timer stoppen • Druk op <Einde> of op een willekeurige toets om de timer te stoppen wanneer deze afgaat. • Druk in het scherm Timer op [Midden] om de timer te stoppen voordat deze afgaat. Berichten (menu 4) Menuopties De timer starten 1. Druk op <Stel in>. 2. Voer de tijdsduur in voordat het alarm afgaat en druk op <OK>. 3. Druk op [Midden] om de aftelprocedure te starten. Met SMS (Short Message Service) kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen, die afbeeldingen, animaties en melodieën kunnen bevatten. Het maximum aantal tekens dat toegestaan is in een tekstbericht varieert per provider. Als het maximum aantal tekens in een bericht wordt overschreden, wordt het bericht gesplitst. 1. Voer het bericht in. 2. Druk op <Opties> voor toegang tot een van de volgende opties: 51 Menuopties • Opslaan en verzenden: hiermee slaat u een kopie van het bericht op en verzendt u het bericht. • Verzenden: hiermee verzendt u het bericht. • Invoegen: hiermee voegt u een standaardbericht, vermelding uit de telefoonlijst of een favoriet toe. • Foto toevoegen/Animatie toevoegen/ Melodie toevoegen: hiermee kunt u een afbeelding, foto, animatie of melodie toevoegen. • Opslaan in: hiermee slaat u het bericht op in Concepten of in een van de mappen die u hebt gemaakt. • Taal kiezen: hiermee kunt u de taal wijzigen die wordt gebruikt in de T9-invoerstand. • Tekstopmaak: hiermee kunt u de opmaakopties wijzigen. • Invoermethode: hiermee wijzigt u de tekstinvoerstand. 3. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Opslaan en verzenden of Verzenden. 52 4. Voer het bestemmingsnummer in. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, drukt u op [Omlaag] en vult u de velden voor de aanvullende bestemmingen in. 5. Druk op [Midden] om het bericht te verzenden. Mijn berichten (menu 4.2) Via dit menu kunt u alle berichten opslaan die u hebt ontvangen of verzonden of die niet kunnen worden verzonden. Postvak IN (menu 4.2.1) In deze map worden alle berichten opgeslagen die u hebt ontvangen. Een bericht bekijken wanneer u het ontvangt Als u een bericht hebt ontvangen, waarschuwt de telefoon u op de volgende manier: • Er wordt een berichtsymbool met een tekstmelding weergegeven • Er klinkt een toon of de telefoon trilt, afhankelijk van de instelling voor berichtsignalen. • Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights Management) kunnen berichten met webinhoud mogelijk niet worden doorgestuurd. Deze worden aangegeven met . • Met het symbool naast een bericht wordt aangegeven dat het bericht een hoge prioriteit heeft. Met een grijs berichtsymbool wordt aangegeven dat het bericht een lage prioriteit heeft. De beschikbare opties variëren, afhankelijk van uw provider of het land waarin u zich bevindt. • • • • • Tonen: hiermee opent u het bericht. Wissen: hiermee wist u het bericht. Verplaatsen naar Mijn map: hiermee verplaatst u het bericht naar een van de mappen die u hebt gemaakt in het menu Mijn mappen. Sorteren op: hiermee wijzigt u de sorteervolgorde van de berichten. Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. Berichten (menu 4) Een bericht in het Postvak IN bekijken De volgende symbolen kunnen worden weergegeven in de lijst met berichten. De symbolen kunnen variëren afhankelijk van het type en de status van het bericht: • SMS • Infoberichten • Ontvangstbevestiging voor uw verzonden berichten Wanneer u de lijst met berichten bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Menuopties Als u een bericht meteen wilt lezen, drukt u op <Tonen> en selecteert u een bericht in het Postvak IN. 53 Menuopties Berichtopties gebruiken Druk terwijl u een bericht bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: SMS-berichten • Antwoorden: hiermee stuurt u een bericht naar de afzender. • Doorsturen: hiermee stuurt u het bericht door. • Wissen: hiermee wist u het bericht. • Verplaatsen naar telefoon/Verplaatsen naar SIM: hiermee kunt u berichten van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen verplaatsen en vice versa. • Adres overnemen: hiermee kunt u URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. • Media overnemen: hiermee kunt u media-inhoud uit het bericht in het telefoongeheugen opslaan. • Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. U kunt alleen berichten beveiligen die zijn opgeslagen in het geheugen van de telefoon. 54 Infoberichten • Opslaan: hiermee slaat u het bericht op in het geheugen van de telefoon. • Adres overnemen: hiermee kunt u URL's, emailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. • Wissen: hiermee wist u het bericht. Ontvangstbevestigingsberichten • Adres overnemen: hiermee kunt u URL's, emailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. • Wissen: hiermee wist u het bericht. • Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. Concepten (menu 4.2.2) In deze map worden tekstberichten opgeslagen die u hebt opgeslagen om ze later te verzenden. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Wijzigen: hiermee kunt u het bericht bewerken. • Postvak UIT (menu 4.2.3) In deze map worden tekstberichten opgeslagen waarvan de verzending is mislukt. Het symbool bij een bericht geeft aan dat de verzending is mislukt. • • • • Druk terwijl u een bericht of de lijst met berichten bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Tonen: hiermee geeft u het bericht weer. • Wissen: hiermee verwijdert u het bericht of alle berichten. • • • • Verplaatsen naar Mijn map: hiermee verplaatst u het bericht naar een van de mappen die u hebt gemaakt in het menu Mijn mappen. Sorteren op: hiermee wijzigt u de sorteervolgorde van de berichten. Opnieuw verzenden: hiermee verzendt u het bericht. Doorsturen: hiermee stuurt u het bericht door naar andere mensen. Adres overnemen: hiermee kunt u URL's, emailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. Berichten (menu 4) • Menuopties Wissen: hiermee verwijdert u het bericht of alle berichten. Verplaatsen naar Mijn map: hiermee verplaatst u het bericht naar een van de mappen die u hebt gemaakt in het menu Mijn mappen. Sorteren op: hiermee wijzigt u de sorteervolgorde van de berichten. Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. 55 Menuopties 56 Verzonden (menu 4.2.4) In deze map worden berichten opgeslagen die u hebt verzonden. Mijn mappen (menu 4.2.5) Met dit menu kunt u nieuwe mappen maken om uw berichten op te slaan en te ordenen. Druk terwijl u een bericht of de lijst met berichten bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Tonen: hiermee opent u het bericht. • Wissen: hiermee verwijdert u het bericht of alle berichten. • Verplaatsen naar Mijn map: hiermee verplaatst u het bericht naar een van de mappen die u hebt gemaakt in het menu Mijn mappen. • Sorteren op: hiermee wijzigt u de sorteervolgorde van de berichten. • Doorsturen: hiermee stuurt u het bericht door naar andere mensen. • Adres overnemen: hiermee kunt u URL's, emailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. • Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. Een nieuwe map maken 1. Druk op<Ja>. 2. Voer een mapnaam in en druk op <OK>. Mapopties gebruiken Druk in de lijst met mappen op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Openen: hiermee opent u de map. • Map toevoegen: hiermee voegt u een nieuwe map toe. • Map hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van de map. • Wissen: hiermee verwijdert u de geselecteerde map. Alles wissen (menu 4.4) Met dit menu kunt u standaardberichten maken en gebruiken voor berichten die u veel gebruikt. Met dit menu kunt u berichten één voor één of allemaal tegelijk uit een berichtenmap verwijderen. U kunt ook alle berichten in alle mappen in een keer verwijderen. Een standaardtekstbericht maken 1. Selecteer een lege locatie. 2. Voer een bericht in en druk op <OK>. Instellingen (menu 4.5) Berichten (menu 4) Opties voor standaardberichten gebruiken Druk in de lijst met standaardberichten op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee kunt u het standaardbericht wijzigen. • Verzenden: hiermee verzendt u een nieuw bericht op basis van het standaardbericht. • Wissen: hiermee wist u het standaardbericht. • Nieuw: hiermee voegt u een nieuw standaardbericht toe. Menuopties Sjablonen (menu 4.3) Met dit menu kunt u verschillende opties instellen voor het gebruik van de berichtendienst. Tekstbericht (menu 4.5.1) U kunt standaard-SMS-instellingen configureren voor het verzenden of ontvangen van berichten. • Verzendinstellingen: hiermee stelt u de volgende opties in voor het verzenden van een tekstbericht: Antwoordpad: de ontvanger kan u antwoorden via de server van uw provider. Ontvangstbevestiging: hiermee kunt u instellen dat u op de hoogte wordt gesteld zodra uw bericht is afgeleverd. 57 Menuopties • • 58 Ondersteunde tekenset: hier kunt u een type tekencodering selecteren. Als u Automatisch kiest, wordt het type codering automatisch gewijzigd van GSM-alfabet in Unicode zodra u een Unicode-teken invoert. Het gebruik van de Unicode-codering brengt het maximum aantal tekens in een bericht ongeveer tot de helft terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt Automatisch standaard gebruikt voor de tekencodering. Drager kiezen: hier kunt u kiezen tussen GSM en Voorkeur GPRS, afhankelijk van uw netwerk. Huidig profiel: hiermee selecteert u een profiel. Profielinstellingen: hiermee stelt u de volgende eigenschappen in een profiel in: SMS-centrale: hier kunt u het nummer van de SMS-centrale opslaan of wijzigen. Standaardbestemming: hier voert u de standaardbestemming in. Deze wordt weergegeven in het eerste veld bij Bestemmingen. Standaardtype: hier kunt u het standaardberichttype instellen. De provider zet de berichten om in de gekozen indeling. Standaardgeldigheid: hier kunt u instellen hoe lang uw berichten bij de SMS-centrale worden bewaard terwijl wordt geprobeerd ze te bezorgen. Naam instelling: hier voert u een profielnaam in. Infoberichten (menu 4.5.2) U kunt de instellingen voor het ontvangen van infoberichten wijzigen. De volgende opties zijn beschikbaar: • Ontvangen: hiermee selecteert u de ontvangst van infoberichten. • Kanalen: hiermee geeft u de kanalen aan waarvan u infoberichten wilt ontvangen. Neem voor meer informatie contact op met uw provider. • Taal: hiermee kunt u de voorkeurstaal selecteren waarin infoberichten worden weergegeven. Geheugenstatus (menu 4.6) i-mode (Menu 5) Druk in de standby-stand op [Midden] en kies i-mode om dit menu te openen. U kunt dit menu ook snel openen door in de standby-stand op <i-mode> te drukken. Menu (menu 5.1) Dit menu biedt toegang tot het hoofdmenu van imode. i-mode (Menu 5) Via dit menu kunt u de i-mode-browser gebruiken, imail- en i-MMS-berichten verzenden en ontvangen, en Java-toepassingen openen. Menuopties In deze map worden tekstberichten opgeslagen die u hebt verzonden. U kunt ook bekijken hoeveel geheugen momenteel wordt gebruikt voor elke map. Info over i-mode Met i-mode kunt u uw favoriete tijdschriften lezen, tickets kopen, hotels voor de vakantie boeken, uw favoriete kroeg zoeken, de beste beltonen en spelletjes voor de laagste prijs downloaden, en live emailberichten met foto's verzenden. U kunt dit allemaal heel goedkoop doen doordat voor i-mode niet de duur dat u on line bent in rekening wordt gebracht maar alleen de hoeveelheid gegevens die u verzendt en ontvangt. U kunt de browser snel starten door in de standbystand [Midden] ingedrukt te houden. Navigeren met de i-mode-browser Gewenste actie Werkwijze Door de browseritems bladeren Druk op [Omhoog] of [Omlaag]. Een item selecteren Druk op [Midden]. Teruggaan naar de vorige pagina Druk op [Links] of [C]. 59 Menuopties • Functies van toetsen in een i-mode-scherm zijn afhankelijk van de inhoud van het scherm. • U kunt een oproep beantwoorden terwijl u de i-mode-functie gebruikt. Als de oproep beëindigd is, wordt op het display het functiescherm weergegeven dat u vóór de oproep gebruikte. Browseropties gebruiken Er zijn verschillende opties beschikbaar wanneer u de i-mode-browser gebruikt. Druk op <Menu> om de volgende opties weer te geven: • Favoriet toev.: hiermee voegt u een favoriet voor de huidige webpagina toe. • Favorieten: hiermee opent u de lijst met favorieten. • Afb. opsl.: hiermee kunt u een afbeelding van de huidige webpagina opslaan. • Pagina opslaan: hiermee kunt u de huidige webpagina opslaan. • Toev. aan Tel.lijst: hiermee kunt u het geselecteerde telefoonnummer of e-mailadres opslaan in de telefoonlijst. 60 • • • • • Certificaatnr.: hiermee krijgt u toegang tot het servercertificaat van de huidige webpagina, als dit een SSL-pagina (Secure Sockets Layer) is. Naar webpagina: hier kunt u een URL-adres invoeren of een adres selecteren in de historielijst. Opnieuw laden: hiermee kunt u de huidige webpagina bijwerken. Pag. info: hiermee kunt u het URL-adres van de huidige webpagina bekijken. Bericht maken: hiermee kunt u het URL-adres van de huidige pagina via i-mail naar anderen verzenden. De i-mode-browser afsluiten Als u de browser wilt afsluiten, drukt u op [ ]. Mail (menu 5.2) U kunt dit menu snel openen door in de standbystand op <Mail> te drukken. Een i-mailbericht opstellen en verzenden 1. Selecteer het veld Naar:1. 2. Voer een bestemmingsadres in en druk op [Midden]. 3. Selecteer het veld Onderwerp. 4. Voer het onderwerp van het e-mailbericht in en druk op [Midden]. 5. Selecteer het veld Bericht. 6. Voer de tekst van het e-mailbericht in en druk op [Midden]. i-mode (Menu 5) E-mail opstellen (menu 5.2.1) U kunt een bericht opstellen en verzenden en diverse typen mediabestanden als bijlage toevoegen. Menuopties Via dit menu kunt u i-mail- en i-MMS-berichtdiensten gebruiken. Als u pictogrammen in de tekst wilt invoegen, drukt u op <Opties> en kiest u Als pictogram. Met knippen en plakken kunt u snel en gemakkelijk tekst invoeren.p. 62 7. Selecteer het veld Bijlagen. 8. Voeg afbeeldings-, geluids- of videobestanden toe. 9. Selecteer Zend om het e-mailbericht te verzenden. Opties voor e-mailberichten Wanneer u een e-mailbericht opstelt, kunt u op <Menu> drukken om de volgende opties weer te geven: De beschikbare opties kunnen variëren. Dit is afhankelijk van het geselecteerde veld. • • • Zend: hiermee verzendt u het e-mailbericht. Opslaan: hiermee slaat u het bericht op in Concepten. Afbeelding toev.: hiermee kunt u een afbeeldingsbestand aan het bericht toevoegen. 61 Menuopties • • • • • • • • • • 62 Melodie toev.: hiermee kunt u een geluidsbestand aan het bericht toevoegen. Video toevoegen: hiermee kunt u een videobestand aan het bericht toevoegen. Bijlage verwijderen: hiermee kunt u een bijlage verwijderen. Bestand afspelen/bekijken: hiermee kunt u een bijlage afspelen of bekijken. Tel.lijst openen: hiermee kunt u een e-mailadres ophalen uit de telefoonlijst. Adres toevoegen: hiermee kunt u adressen toevoegen in het veld Aan. Cc toevoegen: hiermee kunt u adressen toevoegen in het veld Cc. Bcc toevoegen: hiermee kunt u adressen toevoegen in het veld Bcc. Wijzig in Aan: hiermee wijzigt u een Cc- of Bccadres in een Aan-adres. Wijzig in Cc: hiermee wijzigt u een Aan- of Bccadres in een Cc-adres. • • • • • • Wijzig in Bcc: hiermee wijzigt u een Aan- of Ccadres in een Bcc-adres. Adres wissen: hiermee wist u het geselecteerde adres. Koptekst toev: hiermee kunt een koptekst toevoegen die is opgegeven in de optie Koptekst van de instellingen. Handtek. toev.: hiermee kunt een handtekening toevoegen die is opgegeven in de optie Handtekening van de instellingen. Wis tekst: hiermee wist u de tekst van het bericht. Wis bericht: hiermee wist u het bericht. Tekst kopiëren en plakken 1. Wanneer u tekst invoert in een bericht, kunt u de navigatietoetsen gebruiken om de cursor op de gewenste plaats te zetten. 2. Druk op <Opties> en kies Kopieer bericht. 3. Druk op <Kopie Aan>. 3. Voer een telefoonnummer of bestemmingsadres in en druk op [Midden]. 4. Selecteer het veld Onderwerp. 5. Voer het onderwerp van het bericht in en druk op [Midden]. 6. Selecteer het veld MMS bewerken. MMS opstellen (menu 5.2.2) MMS (Multimedia Message Service) is een dienst waarmee u berichten die een combinatie van tekst, afbeeldingen, videoclips en geluidsbestanden bevatten, van de ene telefoon naar een andere telefoon of naar een e-mailadres kunt verzenden. 7. Gebruik de volgende opties om een SMIL-dia te maken: • Media toevoegen: hiermee kunt u media-items zoals afbeeldingen, geluiden en videoclips toevoegen, inclusief tekst. • Media wissen: hiermee wist u het geselecteerde media-item. • Geluid afspelen: hiermee speelt u het geselecteerde geluidsbestand af. • Zend: hiermee verzendt u het bericht. • Opslaan: hiermee slaat u het bericht op in Concepten. Een i-MMS-bericht opstellen en verzenden 1. Kies Zend → Ja in het menu Schrijf nieuwe. 2. Selecteer het veld Naar:1. De beschikbare opties kunnen variëren. Dit is afhankelijk van het geselecteerde veld. i-mode (Menu 5) Media-inhoud die u via internet hebt gekocht, kunt u niet toevoegen aan een SMIL-dia. Menuopties 4. Markeer de gewenste tekst door op de navigatietoetsen te drukken en druk vervolgens op [Midden]. 5. Selecteer Kopiëren of Alles kopiëren om alle tekst te kopiëren. Kies Knippen om de geselecteerde tekst te knippen. 6. Druk op <Opties> en kies Invoegen om de gekopieerde tekst te plakken. 63 Menuopties • • • • • • 64 Voorbeeld: hiermee kunt u de berichtdia bekijken die u hebt gemaakt. Dia toevoegen: hiermee kunt u een nieuwe dia toevoegen na de laatste dia. Wanneer u dia's hebt toegevoegd, kunt u door de dia's bladeren door op [Links] of [Rechts] te drukken. Wis dia: hiermee wist u de geselecteerde dia. Tekstkleur: hiermee kunt u een kleur voor de tekst selecteren. Achtergrondkleur: hiermee kunt u een achtergrondkleur voor de dia selecteren. Formaat: hiermee selecteert u de grootte waarin de afbeelding wordt weergegeven. Werk.grootte: hiermee wordt de afbeelding op werkelijke grootte weergegeven. Uitvullen: de afbeelding wordt aangepast aan het weergavegebied. Langste zijde: de afbeelding wordt aangepast zodat de langste zijde, of het nou de hoogte of de breedte is, overeenkomt met desbetreffende zijde van het weergavegebied. Kortste zijde: de afbeelding wordt aangepast zodat de kortste zijde, of het nou de hoogte of de breedte is, overeenkomt met desbetreffende zijde van het weergavegebied. • Opties: hiermee kunt u de weergavetijd voor elk item in het bericht wijzigen, zoals een dia, tekst, een afbeelding of een geluidsfragment. • Grootte wijzigen: hiermee kunt u de grootte van het weergavegebied wijzigen. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om de rand te verplaatsen. • Posities wisselen: hiermee wijzigt u de volgorde van de afbeelding en de tekst. • Vorige dia: hiermee gaat u terug naar de vorige dia. • Vlg. dia: hiermee gaat u vooruit naar de volgende dia. 8. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Verzenden>. 9. Selecteer Zend om het bericht te verzenden. Wanneer de maximumlimiet van Postvak IN is bereikt, worden oude berichten die al gelezen zijn, overschreven door nieuwe i-mail- of i-MMSberichten. Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Menu> drukken om de volgende opties weer te geven: • Antwoord: hiermee stuurt u een antwoord naar de afzender. • Antw. met tekst: hiermee stuurt u een antwoord met de oorspronkelijke berichttekst naar de afzender. • • • • • • • Antwoord allen: hiermee kunt u de afzender en alle ontvangers van het bericht een antwoord sturen. Antw. allen met tekst: hiermee stuurt u een antwoord met de oorspronkelijke berichttekst naar de afzender en alle ontvangers van het bericht. Doorsturen: hiermee kunt u het bericht doorsturen naar iemand anders. Als het bericht media-inhoud bevat die u hebt gekocht via internet, is doorsturen niet beschikbaar. Wissen: hiermee wist u het huidige bericht. Adres opslaan: hiermee kunt u het adres van de afzender opslaan in de telefoonlijst. Toev. aan Tel.lijst: hiermee kunt u telefoonnummers en e-mailadressen in de tekst opslaan in de telefoonlijst. Bericht maken: hiermee kunt u een nieuw bericht opstellen. Melodie opsl.: hiermee kunt u de melodie opslaan die als bijlage aan het bericht is toegevoegd. i-mode (Menu 5) Postvak IN (menu 5.2.3) Dit menu biedt toegang tot ontvangen i-mail- en i-MMS-berichten. • Menuopties Opties voor berichten Wanneer u een i-MMS-bericht opstelt, kunt u toegang krijgen tot allerlei opties door op <Menu> te drukken.p. 61 65 Menuopties • • • • • • • Bijlage opslaan: hiermee kunt u het bijgevoegde geluids- en afbeeldingsbestand opslaan. Kopieer bericht: hiermee kopieert u de inhoud van het bericht. Kopieer onderw.: hiermee kopieert u het onderwerp van het bericht. Kopieer adres: hiermee kopieert u het adres van het bericht. SMIL afspelen: hiermee kunt u de SMIL-dia's van een MMS-bericht afspelen. Browse SMIL: hiermee kunt u de SMIL-dia's in de bewerkmodus weergeven. Beveil.aan/uit: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. Druk in de lijst met berichten op <Menu> om de volgende opties weer te geven: • Toon alle: alle ontvangen berichten worden weergeven. • Toon ongelezen: alleen ongelezen berichten worden weergeven. 66 • • • • • • • • • Toon gelezen: alleen gelezen berichten worden weergeven. Toon beveiligde: alleen beveiligde berichten worden weergeven. Eén wissen: hiermee wist u het geselecteerde bericht. Wis gelezen ber.: hiermee wist u alle gelezen berichten, behalve de beveiligde. Wis alles: hiermee wist u alle berichten. Alles+bev. wissen: hiermee wist u alle berichten, inclusief de beveiligde. Sorteren/titel: berichten worden op titel gesorteerd. Sorteren/adres: berichten worden op adres gesorteerd. Sorteren/datum: berichten worden op datum gesorteerd. Wanneer de maximumlimiet van Postvak UIT is bereikt, worden oude berichten die al gelezen zijn, overschreven door nieuwe i-mail- of i-MMSberichten. • • • Kopieer onderw.: hiermee kopieert u het onderwerp van het bericht. SMIL afspelen: hiermee kunt u de SMIL-dia's van een MMS-bericht afspelen. Browse SMIL: hiermee kunt u de SMIL-dia's in de bewerkmodus weergeven. Beveil.aan/uit: hiermee kunt u voorkomen dat het bericht wordt gewist. i-mode (Menu 5) Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Menu> drukken om de volgende opties weer te geven: • Wijzigen: hiermee kunt u het bericht wijzigen en vervolgens verzenden. • Wissen: hiermee wist u het huidige bericht. • Adres opslaan: hiermee kunt u het adres van een ontvanger opslaan in de telefoonlijst. • Toev. aan Tel.lijst: hiermee kunt u telefoonnummers en e-mailadressen in de tekst opslaan in de telefoonlijst. • Bericht maken: hiermee kunt u een nieuw bericht opstellen. • Kopieer bericht: hiermee kopieert u de inhoud van het bericht. • Menuopties Postvak UIT (menu 5.2.4) Dit menu biedt toegang tot verzonden i-mail- en i-MMS-berichten. Druk in de lijst met berichten op <Menu> om de volgende opties weer te geven: • Sorteren/titel: berichten worden op titel gesorteerd. • Sorteren/adres: berichten worden op adres gesorteerd. • Sorteren/datum: berichten worden op datum gesorteerd. • Eén wissen: hiermee wist u het geselecteerde bericht. • Wis alles: hiermee wist u alle berichten. • Alles+bev. wissen: hiermee wist u alle berichten, inclusief de beveiligde. 67 Menuopties Concepten (menu 5.2.5) Dit menu biedt toegang tot i-mail- en i-MMS-berichten die u hebt opgeslagen alvorens ze te verzenden. Wanneer de maximumlimiet van Concepten is bereikt, worden oude berichten die al gelezen zijn, overschreven door nieuwe i-mail- of i-MMSberichten. Druk in de lijst met berichten op <Menu> om de volgende opties weer te geven: • Eén wissen: hiermee wist u het geselecteerde bericht. • Wis alles: hiermee wist u alle berichten. E-mail filter (menu 5.2.6) Met behulp van dit menu kunt u selecteren welke gedeelten van berichten u wilt ophalen van de server, zoals het adres, het onderwerp of de berichttekst van de afzender. 68 E-mail ophalen (menu 5.2.7) Met behulp van dit menu kunt bij het i-mode-centre controleren of er nieuwe i-mail- of i-MMS-berichten zijn en deze downloaden naar de telefoon. Instellingen (menu 5.2.8) Met behulp van dit menu kunt u de verschillende instellingen voor het verzenden en ontvangen van imail- en i-MMS-berichten wijzigen. • Koptekst: hier kunt u een koptekst invoeren die moet worden ingevoegd aan het begin van de berichttekst. Als u Auto koppel selecteert, wordt de koptekst automatisch ingevoegd in alle uitgaande berichten. • Handtekening: hier kunt u een vaste regel invoeren die moet worden ingevoegd aan het einde van de berichttekst. Als u Auto koppel selecteert, wordt de handtekening automatisch ingevoegd in alle uitgaande berichten. • Antw. mark.: hiermee stelt u in dat er een markering wordt ingevoegd aan het begin van de tekst wanneer u een antwoord verzendt. • • • • Mailboxstatus (menu 5.2.9) Met behulp van dit menu kunt u bekijken hoeveel geheugen er in totaal beschikbaar is en hoeveel geheugen momenteel door elk postvak wordt gebruikt. Javadiensten (menu 5.3) Dit menu biedt toegang tot spelletjes en MIDlets (Java-toepassingen die op mobiele telefoons worden uitgevoerd) die u met behulp van de i-mode-browser uit diverse bronnen kunt downloaden en in de telefoon opslaan. i-mode (Menu 5) • Terug (menu 5.2.0) Met behulp van dit menu kunt u het menu Mail verlaten. Menuopties • Autom. afsp.: hiermee stelt u in dat een melodie of SMIL-dia automatisch wordt afgespeeld wanneer u een bericht opent. Auto-ontvangst: hiermee stelt u in dat nieuwe berichten automatisch worden gedownload naar de telefoon wanneer deze door de server worden ontvangen. Incl. bijlagen: hier selecteert u de typen bijlagen die u wilt ontvangen. Bijl. met data: hiermee kunt MFi-bestanden ontvangen die aan berichten zijn gekoppeld. Inst. contr.: hiermee kunt u de huidige mailinstellingen bekijken. Terug: hiermee verlaat u het menu Instellingen en gaat u terug naar het vorige menuniveau. Druk in de lijst met toepassingen op <Menu> om de volgende Java-systeemopties weer te geven: • Informatie: hiermee kunt u instellen of een beschrijving van de toepassing wordt weergegeven voordat deze wordt gedownload. • Wis alles: hiermee wist u alle Java-toepassingen. • Geheugenstatus: hiermee kunt u bekijken hoeveel geheugen er gebruikt is en hoeveel er beschikbaar is voor het opslaan van Javatoepassingen. 69 Menuopties • • Java rapportage: hiermee kunt u rapportagegegevens van een Java-toepassing bekijken. Java versie info: hiermee kunt u de versie- en copyrightgegevens van de Java-VM (Java Virtual Machine) in uw telefoon bekijken. Druk in de lijst met toepassingen op <Menu> om de volgende opties voor toepassingen weer te geven: De beschikbare opties kunnen verschillen. Dit is afhankelijk van het geselecteerde type toepassing. • • • • 70 Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van de toepassing bekijken. Vernieuwen: hiermee kunt u de geselecteerde toepassing bijwerken. Wissen: hiermee wist u de toepassing. Netwerk gebruik: hiermee kunt u selecteren of de toepassing verbinding maakt met het netwerk wanneer deze wordt uitgevoerd als het een on line toepassing betreft. • Auto-start: hiermee kunt u selecteren of de toepassing automatisch wordt gestart wanneer deze wordt geselecteerd. SMS (menu 5.4) U kunt dit menu gebruiken om het menu Berichten direct te openen.p. 51 Favorieten (menu 5.5) Via dit menu kunt u de URL-adressen van websites openen die u tijdens het surfen hebt ingesteld als Favorieten. Druk op <Menu> om de volgende opties weer te geven: • Openen: hiermee geeft u de favoriet weer. • Kopieer adres: hiermee kunt u het URL-adres van de favoriet kopiëren. • Titel wijzigen: hiermee kunt u de titel van de favoriet wijzigen. • Bericht maken: hiermee kunt u de favoriet via een bericht verzenden. • • • Pag. info: hiermee kunt u het URL-adres van de pagina bekijken. Beveil.aan/uit: hiermee kunt u voorkomen dat de pagina wordt gewist. Wissen: hiermee wist u de pagina. • Met behulp van dit menu kunt u een website openen door handmatig een URL-adres in te voeren of er een in de historielijst te selecteren. Druk in de lijst met pagina's op <Menu> om de volgende opties weer te geven: • Openen: hiermee opent u de geselecteerde pagina. • Titel wijzigen: hiermee kunt u de titel van de geselecteerde pagina wijzigen. • Beveil.aan/uit: hiermee kunt u voorkomen dat de geselecteerde pagina wordt gewist. • Eén wissen: hiermee wist u de geselecteerde pagina. • Wis alles: hiermee wist u alle opgeslagen pagina's. • Alles+bev. wissen: hiermee wist u alle opgeslagen pagina's, inclusief de beveiligde. Opgeslagen pag's (menu 5.7) Dit menu biedt toegang tot de lijst met opgeslagen webpagina's. Wanneer u een pagina bekijkt, kunt u op <Menu> drukken om de volgende opties weer te geven: • Afb. opsl.: hiermee kunt u een afbeelding op een pagina opslaan. • Titel wijzigen: hiermee kunt u de titel van de pagina wijzigen. • Certificaatnr.: hiermee krijgt u toegang tot het servercertificaat van de pagina. i-mode (Menu 5) Naar webpagina (menu 5.6) Menuopties • Eén wissen: hiermee wist u de geselecteerde favoriet. Wis alles: hiermee wist u alle favorieten. 71 Menuopties Instellingen (menu 5.8) Via dit menu kunt u de instellingen voor de browserverbindingen en -weergave wijzigen. • Time-out: hiermee kunt u instellen dat de telefoon de verbinding met het netwerk verbreekt na een opgegeven periode van inactiviteit. • Afb. tonen: hiermee kunt u instellen of afbeeldingen op webpagina's worden weergegeven. • Tekstomloop: hiermee kunt u instellen of tekstomloop wordt toegepast zodat webpagina's in het display van de telefoon passen, of dat de tekst wordt weergegeven zoals die op de webpagina staat. • Certificaten: hiermee kunt u de lijst met tijdens het surfen ontvangen servercertificaten bekijken en de status van geselecteerde certificaten wijzigen van geldig in ongeldig en vice versa. • Terminal-info verz.: hiermee kunt u instellen of de telefoon tijdens het surfen informatie verzendt naar de webserver. 72 • • • Video autom. afsp.: hiermee kunt u instellen of videoclips na het downloaden automatisch worden afgespeeld. Inst. contr.: hiermee kunt u de huidige instellingen bekijken. Terug: hiermee verlaat u het menu Instellingen en gaat u terug naar het vorige menuniveau. Mijn bestanden (menu 6) In het menu Mijn bestanden kunt u toegang krijgen tot afbeeldingen, video's, muziekbestanden en geluidsbestanden die in het telefoongeheugen zijn opgeslagen. Druk in de standby-stand op [Midden] en selecteer Mijn bestanden om dit menu te openen. Afhankelijk van het DRM-systeem (Digital Rights Management) is het mogelijk dat webinhoud niet kan worden doorgestuurd. De inhoud wordt aangegeven door . Foto’s Opties gebruiken Wanneer u een foto of afbeelding of de lijst met afbeeldingen bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de opties weer te geven.p. 85 Video's In dit menu worden videoclips weergegeven die u hebt opgenomen of gedownload of die u in een bericht hebt ontvangen. Videoclips die zijn opgenomen met andere apparaten, zoals camcorders, worden mogelijk niet goed afgespeeld. Opties voor videoclips gebruiken Wanneer u de lijst met videoclips bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de opties weer te geven. • Afspelen: hiermee speelt u de videoclip af. • Verzenden via: hiermee kunt u de videoclip via i-mail, MMS of Bluetooth verzenden. • Instellen als: hiermee kunt u de videoclip instellen als achtergrond voor het standby-scherm, als afbeelding voor de beller voor een vermelding in de telefoonlijst, of als belsignaal • Wissen: hiermee verwijdert u de videoclip. • Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van de videoclip. • Verplaatsen naar Favoriete video's: hiermee verplaatst u het bestand naar de map Favoriete video's. Mijn bestanden (menu 6) Een foto of afbeelding bekijken 1. Selecteer een map met afbeeldingen. 2. Blader naar een foto of afbeelding en druk op [Midden]. Menuopties In dit menu worden foto's weergegeven die u hebt genomen en foto’s en afbeeldingen die u hebt gedownload of hebt ontvangen in berichten. Een videoclip afspelen 1. Selecteer een map met video's. 2. Blader naar een bestand en druk op [Midden]. p. 89 73 Menuopties • • • • • Verplaatsen naar Video-album: hiermee verplaatst u het bestand naar de map Videoalbum. Verplaatsen naar Gedownloade video's: hiermee verplaatst u het bestand naar de map Gedownloade video's. Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat de videoclip wordt verwijderd. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van de videoclip bekijken. Muziek In dit menu worden MP3-bestanden weergegeven die u hebt gedownload, die u hebt ontvangen in berichten of die u vanuit uw computer hebt geïmporteerd. Een muziekbestand afspelen Blader naar een bestand en druk op [Midden].p. 43 74 Opties voor muziekbestanden gebruiken Wanneer u de lijst met muziekbestanden bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Afspelen: hiermee begint u het afspelen. • Verzenden via Bluetooth: hiermee verzendt u het bestand via e-mail of Bluetooth. • Toevoegen aan playlist: hiermee voegt u een bestand toe aan de playlist. • Instellen als: hiermee kunt u de melodie instellen als beltoon voor inkomende oproepen of als beltoon aan een van uw contactpersonen koppelen. • Wissen: hiermee verwijdert u het geselecteerde bestand of alle bestanden. • Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. • Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. • Geluiden Een geluidsfragment afspelen 1. Selecteer een map met geluiden. 2. Blader naar een bestand en druk op [Midden]. Opties voor geluidsbestanden Wanneer u de lijst met geluidsbestanden bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Afspelen: hiermee speelt u het geluidsbestand af. • Verzenden via: hiermee kunt u het bestand via i-mail, MMS of Bluetooth verzenden. • • • • • • • Instellen als: hiermee kunt u de melodie instellen als beltoon voor inkomende oproepen of als beltoon aan een van uw contactpersonen koppelen. Wissen: hiermee verwijdert u het geselecteerde bestand of alle bestanden. Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. Verplaatsen naar Favoriete geluiden: hiermee verplaatst u het bestand naar de map Favoriete geluiden. Verplaatsen naar Memolijst: hiermee verplaatst u het bestand naar de map Memolijst. Verplaatsen naar Gedownloade geluiden: hiermee verplaatst u het bestand naar de map Gedownloade geluiden. Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. Mijn bestanden (menu 6) In dit menu worden geluidsfragmenten weergegeven die u hebt opgenomen of gedownload of die u in een bericht hebt ontvangen. • Menuopties • Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. 75 Menuopties • Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. Overige bestanden Bestanden die u hebt ontvangen maar die niet worden ondersteund door uw telefoon, worden opgeslagen in deze map. U kunt deze bestanden niet openen op de telefoon. Niet-ondersteunde bestandsindelingen zijn onder andere *.doc, *.ppt en *.txt. Wanneer u de lijst met bestanden bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: • Verzenden via Bluetooth: hiermee verzendt u het bestand via Bluetooth. • Wissen: hiermee verwijdert u het geselecteerde bestand of alle bestanden. • Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het bestand. • Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. 76 • • Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat het bestand wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van het bestand bekijken. Geheugenstatus Met dit menu kunt u de maximale hoeveelheid geheugen en het beschikbare geheugen qua grootte en qua aantal media-items bekijken. U kunt ook bekijken hoeveel geheugen momenteel wordt gebruikt voor elke mediamap. Agenda (menu 7) Druk in de standby-stand op [Midden] en selecteer Agenda om dit menu te openen. Als u het menu Agenda opent, wordt de kalender in de maandweergave weergegeven, waarin de huidige datum wordt aangegeven met een blauw vak. Onderin de kalender wordt het aantal items voor de desbetreffende dag weergegeven. De volgende symbolen geven aan om wat voor type item het gaat: • Afspraak • Verjaardag • Actieitem • Memo Agenda (menu 7) De kalender bekijken Menuopties Agenda is een functie waarmee u uw afspraken en taken kunt bijhouden, gemiste alarmsignalen voor items kunt bekijken en memo's kunt maken. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Weergave: hiermee wijzigt u de weergavemodus van de kalender. • Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe. • Terug: hiermee gaat u naar de huidige datum of kunt u een bepaalde datum opgeven. • Sorteren op: hiermee kunt u items op type sorteren. • Wissen: hiermee verwijdert u items die zijn opgeslagen in de kalender, waarvoor u verschillende opties kunt gebruiken. Afspraken met een herhalend alarm kunt u alleen verwijderen in de dagweergave. • • Gemist alarm agenda-item: hiermee bekijkt u items waarvan u het alarm hebt gemist. Geheugenstatus: hiermee bekijkt u de geheugenstatus voor items in het geheugen van de telefoon. 77 Menuopties Een item toevoegen U kunt maximaal 400 items in de agenda opnemen. Voor elke dag kunt u meerdere items invoeren. Een nieuwe afspraak invoeren 1. Blader naar een datum op de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Agenda. 3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of de instellingen wijzigen: • Onderwerp: hier voert u de titel van het item in. • Details: hier voert u de detailgegevens voor het item in. • Begindatum en Begintijd: hier voert u de begindatum en -tijd voor het item in. • am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. • Deadline en Eindtijd: hier voert u de einddatum en -tijd voor het item in. • am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. 78 Locatie: hier kunt u locatiegegevens voor het item invoeren. • Alarm: hier kunt u een alarm voor het item instellen. • Voor: hier kunt u instellen hoe lang voor de begintijd van het item het alarm moet afgaan om u te waarschuwen. • Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon. • Herhalen: hier kunt u een herhaalpatroon voor het item instellen. • Tot: hier kunt u de einddatum voor het herhaalpatroon voor het item instellen. 4. Druk op <Opslaan> om het item op te slaan. • Een nieuwe verjaardag invoeren 1. Selecteer een datum op de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Verjaardag. 3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of de instellingen wijzigen: • Gebeurtenis: hier voert u de gegevens van de verjaardag in. • • Agenda (menu 7) Een memo invoeren 1. Selecteer een datum op de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Memo. 3. Voer een memo in en druk op <Opslaan> Een actiepunt invoeren 1. Selecteer een datum op de kalender. 2. Druk op <Opties> en kies Nieuw → Actielijst. 3. In de volgende velden kunt u gegevens invoeren of de instellingen wijzigen: • Actielijst: hier voert u de gegevens van het item in. • Begindatum: hier voert u de begindatum in. • Deadline: hier voert u de einddatum in. • Kies prioriteit: hiermee stelt u de prioriteit in. 4. Druk op <Opslaan> om het item op te slaan. Menuopties Datum: hier voert u de datum in. Alarm: hier kunt u een alarm voor de verjaardag instellen. • Voor: hier kunt u instellen hoe lang voor de begintijd van het item het alarm moet afgaan om u te waarschuwen. • Alarmtijd: hier voert u de tijd in waarop het alarm moet afgaan. • am/pm: hier selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. • Alarmtoon: hier selecteert u een alarmtoon. • Ieder jaar herhalen: hier kunt u instellen dat u elk jaar aan de verjaardag wilt worden herinnerd. 4. Druk op <Opslaan> om het item op te slaan. Een item bekijken Door middel van rechte haken bij een datum in de agenda worden de volgende typen items voor die dag aangeduid: • Blauw: afspraak • Oranje: verjaardag • Rood: actiepunt • Groen: memo 1. Selecteer een datum in de kalender om de items voor die dag weer te geven. 79 Menuopties 2. Selecteer een item om de detailgegevens te bekijken. Druk terwijl u een item of de lijst met items bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Tonen: hiermee geeft u details voor het item weer. • Wijzigen: hiermee wijzigt u het item. • Nieuw: hiermee voegt u een nieuw item toe. • Verzenden via Bluetooth: hiermee verzendt u het agenda-item via Bluetooth. • Weergave: hiermee wijzigt u de weergavemodus van de kalender. • Sorteren op: hiermee kunt u items op type sorteren. • Wissen: hiermee verwijdert u items die zijn opgeslagen in de kalender, waarvoor u verschillende opties kunt gebruiken. • Gemist alarm agenda-item: hiermee bekijkt u items waarvan u het alarm hebt gemist. 80 • Geheugenstatus: hiermee bekijkt u de geheugenstatus voor items in het geheugen van de telefoon. Een item bekijken in een andere weergave De kalender wordt standaard in de weergave Maandoverzicht weergegeven. Druk op <Opties> en selecteer Weergave om de weergave te wijzigen. Dagoverzicht U kunt items voor de geselecteerde datum bekijken. Selecteer een item om de detailgegevens te bekijken. De volgende symbolen worden weergegeven, afhankelijk van het type en de status van het item: • Alarm ingesteld • Terugkerend item • Voltooid actiepunt • Actieprioriteit; de kleur geeft de prioriteit aan (rood: hoog, blauw: normaal en grijs: laag) Een cel op het rooster geeft aan of er informatie over het item is. Selecteer de cel met het gewenste item. Agenda (menu 7) Een gemist alarm agenda-item bekijken Opties voor items met gemiste alarmsignalen gebruiken Druk in de lijst met items op <Opties> om de volgende opties weer te geven: • Tonen: hiermee geeft u details voor het item weer. • Wissen: hiermee wist u het item. • Alles wissen: hiermee wist u alle items. Menuopties Weekoverzicht U kunt items bekijken voor de geselecteerde week (alleen agenda-items). Wanneer u niet reageert op een ingesteld alarm voor een item, wordt op de telefoon een melding weergegeven dat u een alarm hebt gemist. • Druk op <Tonen> om het desbetreffende item te bekijken. • Druk op <Einde>. Een item met een gemist alarmsignaal openen 1. Druk op <Opties> en kies Gemist alarm agenda-item. 2. Selecteer een item. 3. Druk op <OK> om het item te bevestigen en verwijderen. 81 Menuopties Camera (menu 8) U kunt de in de telefoon ingebouwde cameramodule gebruiken om foto's te nemen en video-opnamen te maken. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op [Midden] en kiest u Camera, of houdt u [ ingedrukt. • Maak geen foto's van personen zonder hun toestemming. • Maak geen foto's op plaatsen waar het gebruik van camera's niet is toegestaan. • Maak geen foto's op plaatsen waar u mogelijk inbreuk maakt op de privacy van een ander. 4. Gewenste actie Werkwijze Een foto maken Foto-opties gebruiken U kunt met de telefoon foto's nemen in verschillende standen. De telefoon maakt JPEG-foto's. Druk op <Opties>.p. 84 De foto wissen Druk op [C] en vervolgens op <Ja>. Terugkeren naar de fotostand Druk op <Voorbeeld>. Als u in direct zonlicht of bij helder weer een foto maakt, kunnen op de foto schaduwen verschijnen. 82 ] 1. Open het menu Camera om de camera in te schakelen. Het beeld verschijnt op het display. 2. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de camera op het onderwerp te richten. • Druk op de linkerfunctietoets om de cameraopties te gebruiken. • U kunt via het toetsenbord de camerainstellingen wijzigen of naar andere standen overschakelen.p. 84 3. Druk op [ ] om een foto te nemen. De foto wordt opgeslagen in de map Foto's. • • • • Camera (menu 8) • Flitser: hiermee bepaalt u het gebruik van de flitser. Zelfontspanner: hiermee kunt u een vertraging instellen voordat een foto wordt genomen. Ga naar Foto's: hiermee gaat u naar de map Foto's. Instellingen: hiermee kunt u de standaardinstellingen voor het maken van foto's wijzigen. Grootte: hier kunt u een beeldgrootte selecteren. Kwaliteit: hiermee kunt u een instelling voor de beeldkwaliteit selecteren. Zoekerstand: hiermee kunt u een voorbeeldscherm selecteren. Geluid sluiter: hiermee kunt u het geluid selecteren dat u hoort als u de sluiterknop [ ] indrukt. Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer van de toetsen die u kunt gebruiken. Menuopties De cameraopties gebruiken in de fotostand Druk in de fotostand op de linkerfunctietoets om de volgende opties te gebruiken: • Video opnemen: hiermee schakelt u over naar de videostand. • Fotostand: hiermee kunt u een foto nemen in de volgende standen: Eén opname: hiermee neemt u een foto in de normale stand. Multishot: hiermee neemt u een reeks foto's achter elkaar. Selecteer het aantal foto's dat moet worden genomen. Mozaïekopname: hiermee neemt u een reeks foto's die u in één kader opslaat. Selecteer het aantal foto's dat moet worden genomen. • Effecten: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of speciale effecten toepassen op foto's die in de normale stand worden genomen. • Kaders: hiermee kunt u een decoratief kader toepassen op foto's die in de normale stand worden genomen. 83 Menuopties Functies van de toetsen in de fotostand In de fotostand kunt u met de toetsen de camerainstellingen aanpassen. 84 Toets Functie [6] De vervorming van het beeld verminderen voor optimale details en scherptediepte Toets Functie [ ] Het beeld verticaal spiegelen [7] Een decoratieve rand selecteren [ ] Het spiegelbeeld weergeven [8] De zelfontspanner instellen [Links/ Rechts] De helderheid van het beeld aanpassen [9] Naar de map Foto's gaan [0] Het gebruik van de flitser bepalen [Omhoog/ Omlaag] In- of uitzoomen [ Het voorbeeldscherm wijzigen [1] Overschakelen naar de videostand. p. 86 [2] De beeldgrootte wijzigen [3] De beeldkwaliteit wijzigen [4] De camerastand wijzigen [5] De kleurtoon wijzigen of een speciaal effect toepassen op de foto ] Foto-opties gebruiken Druk nadat u een foto hebt opgeslagen op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Nog een foto nemen: hiermee gaat u terug naar de fotostand. • Verzenden via: hiermee kunt u de foto via i-mail, MMS of Bluetooth verzenden. • • • Een foto bekijken 1. Druk in de fotostand op de linkerfunctietoets en kies Ga naar Foto's. 2. Blader naar een foto en druk op [Midden]. Camera (menu 8) • Druk terwijl u een foto of de lijst met foto's bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met foto's. • Tonen: hiermee bekijkt u de foto in het volledige scherm. • Verzenden via: hiermee kunt u de foto via i-mail, MMS of Bluetooth verzenden. • Instellen als: hiermee kunt u de foto instellen als achtergrond voor de schermen of als afbeelding voor de nummerweergave voor een vermelding in de telefoonlijst. • Wissen: hiermee wist u de foto. • Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van de foto. • Verplaatsen naar Favoriete afbeeldingen: hiermee verplaatst u de foto naar de map Favoriete afbeeldingen. Menuopties • • Instellen als: hiermee kunt u de foto instellen als achtergrond voor de schermen of als afbeelding voor de nummerweergave voor een vermelding in de telefoonlijst. Wissen: hiermee wist u de foto. Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van de foto. Ga naar Foto's: hiermee gaat u naar de map Foto's. Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat de foto wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van de foto bekijken. 85 Menuopties • • • • Diapresentatie: hiermee bekijkt u alle foto's na elkaar als een diapresentatie. U kunt kiezen met welke snelheid de foto's worden gewisseld. Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat de foto wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van de foto bekijken. Een foto nemen als de telefoon gesloten is 1. Houd [ ] ingedrukt. 2. Druk, indien nodig, op [ ] om te markeren. 3. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de camera op het onderwerp te richten. 4. Gewenste actie Het beeld verticaal spiegelen 86 Druk op [ ]. 4. Gewenste actie Druk op Het spiegelbeeld weergeven [ ]. De flitser in- of uitschakelen [ / ] ingedrukt houden. De helderheid van het beeld aanpassen [ ]. In- of uitzoomen [ ]. 5. Druk op [ ] om een foto te nemen. De foto wordt automatisch opgeslagen in de map Foto's. Een video opnemen U kunt een video opnemen van wat wordt weergegeven op het camerascherm en deze video opslaan. 1. Druk in de fotostand op [1]. 2. Richt de lens van de camera op het onderwerp en pas het beeld aan. • Werkwijze De videoclip afspelen Druk op [Midden]. De video-opties gebruiken Druk op <Opties>.p. 89 De videoclip wissen Druk op [C] en vervolgens op <Ja>. Terugkeren naar de videostand Druk op <Voorbeeld>. Camera (menu 8) 5. Gewenste actie De cameraopties gebruiken in de videostand Druk in de videostand op de linkerfunctietoets om de volgende opties te gebruiken: • Foto nemen: hiermee schakelt u over naar de fotostand. • Effecten: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of speciale effecten op een video toepassen. • Flitser: hiermee bepaalt u het gebruik van de flitser. • Zelfontspanner: hiermee kunt een vertraging instellen voordat de camera begint met opnemen. • Ga naar Video's: hiermee gaat u naar de map Video-album. • Instellingen: hiermee kunt u de volgende instellingen voor het opnemen van een video wijzigen: Opnamestand: hiermee kunt u een opnamestand voor de video kiezen. Menuopties Druk op de linkerfunctietoets om de cameraopties te gebruiken.p. 87 • U kunt via het toetsenbord de camerainstellingen wijzigen of naar andere standen overschakelen.p. 88 3. Druk op [ ] om de opname te starten. 4. Druk op [ ] of de rechterfunctietoets om de opname te stoppen. De video wordt automatisch opgeslagen in de map Video-album. 87 Menuopties • 88 Kies Berichtlimiet om een video op te nemen die geschikt is voor een i-mail- of MMS-bericht. De videoclip wordt opgeslagen in de 3GP-indeling. Kies Normaal om een video op te nemen binnen de limiet van het geheugen dat op dat moment beschikbaar. Grootte: hiermee kunt u de kadergrootte selecteren. Videokwaliteit: hiermee kunt u een instelling voor de beeldkwaliteit selecteren. Schermmodus: hiermee kunt u een voorbeeldscherm selecteren. Geluidsopname: hiermee kunt u geluiden opnemen bij een videoclip. Sneltoetsen: hiermee geeft u de functies weer van de toetsen die u kunt gebruiken. Functies van de toetsen in de videostand In de videostand kunt u met de toetsen de camerainstellingen aanpassen: Toetsen Functie [ ] Het beeld verticaal spiegelen [ ] Het spiegelbeeld weergeven [Links]/ [Rechts] De helderheid van het beeld aanpassen [Omhoog]/ [Omlaag] In- of uitzoomen [1] Overschakelen naar de fotostand. p. 82 [2] De kadergrootte wijzigen [3] De beeldkwaliteit wijzigen [4] De video-opnamestand wijzigen [5] De kleurtoon wijzigen of een speciaal effect toepassen op de videoafbeelding [6] De vervorming van het beeld verminderen voor optimale details en scherptediepte [7] Het geluid in- of uitschakelen [8] De zelfontspanner instellen [9] Naar de map Video-album gaan. [0] [ Het gebruik van de flitser bepalen ] • • • • • Het voorbeeldscherm wijzigen Opties voor videoclips gebruiken Druk nadat u een videoclip hebt opgeslagen op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Nog een opname maken: hiermee gaat u terug naar de videostand. • Verzenden via: hiermee kunt u de videoclip via imail, MMS of Bluetooth verzenden. • Instellen als: hiermee kunt u de videoclip instellen als achtergrond voor het standby-scherm, als afbeelding voor de beller voor een vermelding in de telefoonlijst, of als belsignaal Wissen: hiermee wist u de videoclip. Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van de videoclip. Ga naar Video's: hiermee gaat u naar de map Video-album. Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat de videoclip wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van de videoclip bekijken. Camera (menu 8) Functie Menuopties Toetsen Een videoclip afspelen 1. Druk in de videostand op de linkerfunctietoets en kies Ga naar Video's. 2. Blader naar een videoclip en druk op [Midden]. U kunt tijdens het afspelen de volgende knoppen op het display gebruiken: 89 Menuopties Toetsen Functie [Midden] Afspelen onderbreken/hervatten [Omlaag] Het afspelen stoppen [Links] Achteruit bladeren in een bestand [Rechts] Vooruit bladeren in een bestand [ / ] Het volume regelen 3. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Lijst: hiermee gaat u terug naar de lijst met videoclips. • Verzenden via: hiermee kunt u de videoclip via i-mail, MMS of Bluetooth verzenden. • Instellen als: hiermee kunt u de videoclip instellen als achtergrond voor het standbyscherm, als afbeelding voor de beller voor een vermelding in de telefoonlijst, of als belsignaal • Wissen: hiermee wist u de videoclip. • Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van de videoclip. 90 • • • • Verplaatsen naar Favoriete video's: hiermee verplaatst u de videoclip naar de map Favoriete video's. Delen voor Bluetooth: hiermee stelt u in of dit bestand al dan niet mag worden geopend door andere Bluetooth-apparaten. Beveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat de videoclip wordt gewist. Eigenschappen: hiermee kunt u de eigenschappen van de videoclip bekijken. Een video opnemen als de telefoon gesloten is 1. Houd [ ] ingedrukt. 2. Druk, indien nodig, op [ ] om te markeren. 3. U kunt het beeld aanpassen door de lens van de camera op het onderwerp te richten. 4. Gewenste actie Druk op Het beeld verticaal spiegelen [ ]. Het spiegelbeeld weergeven [ ]. Via dit menu kunt u de telefooninstellingen aanpassen. U kunt ook de oorspronkelijke instellingen herstellen. De helderheid aanpassen van het beeld [ ]. Druk in de standby-stand op [Midden] en selecteer Instellingen om dit menu te openen. In- of uitzoomen [ ]. Tijd en datum (menu 9.1) 5. Druk op [ ] om de opname te starten. 6. Druk op [ ] om de opname te stoppen. De videoclip wordt automatisch opgeslagen in de map Video-album. Instellingen (menu 9) Instellingen (menu 9) [ / ] ingedrukt houden. Menuopties Druk op De flitser in- of uitschakelen 4. Gewenste actie Gebruik dit menu om de tijd en datum te wijzigen die op de telefoon worden weergegeven. Voordat u de tijd en datum instelt, moet u in het menu Wereldtijd de tijdzone opgeven.p. 47 • Klok instellen: hier kunt u de huidige tijd invoeren. • am/pm: hiermee selecteert u am of pm in de 12-uursnotatie. • Tijdnotatie: hiermee selecteert u de tijdnotatie. • Datum instellen: hier kunt u de huidige datum invoeren. • Eerste dag van agenda: hiermee stelt u in met welke dag van de week de agenda begint. 91 Menuopties Telefoonopties (menu 9.2) U kunt de instelling van veel functies van de telefoon aan uw eigen wensen aanpassen. Taal (menu 9.2.1) Via dit menu kunt u een van de vele talen selecteren voor de tekst in het display. Begroeting (menu 9.2.2) Via dit menu kunt u de begroeting invoeren die kort wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Sneltoets (menu 9.2.3) U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde menu's te openen. Via dit menu kunt u een sneltoets aan een toets toewijzen. Een sneltoets toewijzen aan een menu 1. Blader naar de toets die u als sneltoets wilt gebruiken. 2. Druk op <Opties> en kies Wijzigen. 92 3. Selecteer het menu dat u aan de toets wilt toewijzen. Opties voor sneltoetsen gebruiken Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Wijzigen: hiermee kunt u een sneltoetsmenu toewijzen of wijzigen. • Verwijderen: hiermee wordt de toewijzing van de sneltoets aan de geselecteerde toets ongedaan gemaakt. • Alles verwijderen: hiermee worden alle sneltoetstoewijzingen ongedaan gemaakt. Toets op zijkant (menu 9.2.4) Via dit menu kunt u instellen wat de functie van de volumetoets is wanneer u gebeld wordt. • Stilte: hiermee kunt u het belvolume uitschakelen door de toets ingedrukt te houden. • Weiger: hiermee kunt u oproepen weigeren door de toets ingedrukt te houden. Displayinstellingen (menu 9.3) Via dit menu kunt u de instellingen voor het display en de verlichting wijzigen. 93 Instellingen (menu 9) Achtergrond (menu 9.3.1) U kunt het standby-scherm op beide displays instellen. • Hoofddisplay: hiermee selecteert u een foto of videoclip die moet worden weergegeven op het hoofddisplay. • Extern display: hiermee selecteert u een foto die moet worden weergegeven op het externe display. • Plaats van tekst: hiermee selecteert u een tekstpositie op het display. Als u niet wilt dat tekst wordt weergegeven in de standby-stand, selecteert u UIT. • Tekstmodus: hiermee selecteert u de wijze waarop de tekst wordt weergegeven. • Tekstkleur: hiermee selecteert u de tekstkleur. Menuopties Extra instellingen (menu 9.2.5) U kunt de functies voor automatische nummerherhaling en beantwoording van oproepen inen uitschakelen, en de externe toetsen vergrendelen. • Nummer herhalen: hiermee stelt u in dat maximaal tien maal wordt geprobeerd een telefoonnummer opnieuw te bellen wanneer het niet gelukt is verbinding te krijgen. • Klepje actief: hiermee kunt u een inkomende oproep beantwoorden door de telefoon te openen. • Antwoord met elke toets: hiermee kunt u een inkomende oproep beantwoorden door op een willekeurige toets te drukken, behalve [ ] of <Weiger>. Als deze optie niet is geselecteerd, moet u op [ ] of op <Opnemen> drukken om een oproep te beantwoorden. • Ext. toetsen blokkeren: hiermee vergrendelt u de toetsen zodat u de telefoon niet per ongeluk in werking kunt stellen als deze gesloten is door op de toetsen te drukken. Menuopties • Logo provider: hiermee kunt u instellen dat in het standby-scherm van de telefoon een pictogram wordt weergegeven in plaats van het logo van de provider. Dit is alleen beschikbaar als u een pictogram hebt ontvangen in een bericht. Kleur (menu 9.3.2) U kunt een kleur kiezen voor de menustand. Helderheid display (menu 9.3.3) U kunt de helderheid van het display afstemmen op veranderende lichtomstandigheden. Verlichting (menu 9.3.4) U kunt selecteren hoe lang de verlichting en het display aan moeten blijven in de dimstand, waarin de verlichting is uitgeschakeld. • Hoofddisplay AAN: hier selecteert u hoe lang de verlichting aan moet blijven. • Hoofddisplay dimmen: hier selecteert u hoe lang het display gedimd blijft nadat de verlichting uit gaat. Na een bepaalde tijd wordt het display uitgeschakeld. 94 • Symbolen ext.disp.: hier kunt u instellen of de symbolen van het hoofddisplay worden weergegeven op het externe display. Kleur bij kiezen nr. (menu 9.3.5) Via dit menu kunt u een kleur selecteren voor de cijfers die u invoert wanneer u een nummer kiest. Geluidopties (menu 9.4) Met dit menu kunt u verschillende geluidsopties aanpassen. Inkomend gesprek (menu 9.4.1) Met dit menu kunt u een volume en een waarschuwingssignaal selecteren voor inkomende oproepen. • Beltoon: hiermee selecteert u een beltoon de oproep. • Belvolume: hiermee selecteert u een belvolume. • Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep. Melodie: de telefoon laat de geselecteerde beltoon horen. Berichtsignaal (menu 9.4.3) Met dit menu kunt u het belsignaal instellen voor inkomende SMS-, i-mail-, i-MMS- en infoberichten. • Toon: hiermee selecteert u een van de berichtsignalen. • Type belsignaal: hiermee geeft u op hoe u wilt worden gewaarschuwd bij inkomende berichten. • Herhaling: hier kunt u opgeven hoe vaak de telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is. Klepsignaal (menu 9.4.5) Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij het openen of sluiten van de telefoon. Stille stand (menu 9.4.6) Met dit menu kunt u instellen hoe de telefoon reageert bij een bepaalde gebeurtenis in de stille stand, in plaats van dat een geluid klinkt. • Trillen: hiermee stelt u de telefoon in op trillen. • Micr. uit: hiermee schakelt u alle geluidsinstellingen uit. Instellingen (menu 9) Toetstoon (menu 9.4.2) Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij het indrukken van een toets. U kunt het toetsvolume aanpassen met [ / ] in de standby-stand. Toon bij in-/uitschakelen (menu 9.4.4) Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort wanneer u de telefoon aan- of uitzet. Menuopties Trillen: de telefoon trilt maar gaat niet over. Trillen + melodie: de telefoon trilt drie keer en daarna gaat de telefoon over. Andere tonen (menu 9.4.7) Met dit menu kunt u aanvullende tonen opgeven voor de telefoon. • Minutenteller: hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden van de gespreksduur. 95 Menuopties • • • Verbindingstoon: hiermee stelt u in dat de telefoon een pieptoon laat horen wanneer deze wordt aangesloten op het systeem. Waarschuwing bij oproep: hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een oproep een pieptoon laat horen wanneer u een nieuw bericht ontvangt of wanneer het alarm moet afgaan. Fouttoon: hiermee stelt u in dat de telefoon een pieptoon laat horen als u een fout maakt of als er iets verkeerds gebeurt op de telefoon. Netwerkdiensten (menu 9.5) Met dit menu krijgt u toegang tot de netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider voor informatie over de beschikbaarheid van deze diensten of voor een abonnement. Doorschakelen (menu 9.5.1) Met deze netwerkdienst worden inkomende oproepen doorgeschakeld naar een door u opgegeven telefoonnummer. 96 1. Selecteer een doorschakeloptie: • Alles doorschakelen: alle oproepen worden doorgeschakeld. • In gesprek: oproepen worden doorgeschakeld wanneer u in gesprek bent. • Neemt niet op: oproepen worden doorgeschakeld als u niet opneemt. • Buiten bereik: oproepen worden doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt of als uw telefoon is uitgeschakeld. • Alles opheffen: hiermee worden alle doorschakelopties geannuleerd. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt doorschakelen. 3. Selecteer Activeren om de doorschakelfunctie aan te zetten. Selecteer anders Uitzetten. 4. Ga naar de regel Doorschakelnr. 5. Voer het nummer in waarnaar de oproepen moeten worden doorgeschakeld en druk op <Kies>. Instellingen (menu 9) Blokkeren (menu 9.5.2) Met deze netwerkdienst kunt u oproepen blokkeren. 1. Selecteer een blokkeeroptie: • Alle uitgaande: alle uitgaande oproepen worden geblokkeerd. • Internationaal: internationale oproepen worden geblokkeerd. • Internationaal behalve thuisland: hiermee is het alleen toegestaan te bellen naar nummers binnen het land waar u zich bevindt als u in het buitenland bent, en naar uw eigen land. • Alle inkomende: inkomende oproepen worden geblokkeerd. • Inkomend in buitenland: alle inkomende oproepen worden geblokkeerd wanneer u de telefoon in het buitenland gebruikt. Alles opheffen: alle blokkeeropties worden geannuleerd, zodat u weer gewoon nummers kunt bellen en oproepen ontvangen. • Blokkeerwachtwoord wijzigen: hiermee wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren. 3. Selecteer Activeren. Als u de blokkeerfunctie wilt uitzetten, selecteert u Uitzetten. 4. Voer het blokkeerwachtwoord in dat u hebt gekregen van uw provider en druk op <Kies>. • Menuopties 6. Als u Neemt niet op hebt geselecteerd, gaat u naar de regel seconden en selecteert u hoe lang wordt gewacht voordat een oproep wordt doorgeschakeld. Wisselgesprek (menu 9.5.3) Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek bent. 1. Selecteer de typen oproepen waarop de wisselgesprekfunctie van toepassing is. 2. Selecteer Activeren en druk op <Kies>. Kies Uitzetten om de wisselgesprekfunctie uit te zetten. 97 Menuopties Netwerk kiezen (menu 9.5.4) Met deze netwerkdienst kunt u automatisch of handmatig het gebruikte netwerk selecteren tijdens roaming buiten uw eigen netwerk. U kunt alleen netwerken kiezen waarmee uw provider een roamingcontract heeft afgesloten. • Automatisch: hiermee wordt er verbinding gemaakt met het eerste beschikbare netwerk tijdens roaming. • Handmatig: hiermee kunt u zelf het gewenste netwerk selecteren. Nummerweergave (menu 9.5.5) Met deze netwerkdienst kunt u voorkomen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die u belt. Bij sommige providers kunt u deze instelling echter niet wijzigen. • Standaard: de standaardinstellingen worden gebruikt die uw provider voor u heeft ingesteld. • • Voicemailserver (menu 9.5.6) Via dit menu kunt u het nummer van de voicemailserver opslaan en uw voicemailberichten openen. U moet het nummer van de voicemailserver invoeren voordat u toegang kunt krijgen tot uw voicemailberichten. Informeer bij uw provider naar het nummer van de voicemailserver. • • 98 Nummer verbergen: hiermee zorgt u ervoor dat uw telefoonnummer niet wordt weergegeven op de telefoon van degene die u belt. Nummer weergeven: uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die u belt. Verbinden met voicemailserver: hiermee maakt u verbinding met de voicemailserver zodat u uw berichten kunt afluisteren. Ook kunt u direct verbinding maken met de voicemailserver door in de standby-stand [1] ingedrukt te houden. Telefoonnummer voicemailserver: hier voert u het telefoonnummer van de voicemailserver in. • Uitzetten: hiermee zet u de functie voor de gesloten gebruikersgroep uit als de standaardgroep is ingeschakeld of een indexnummer is geselecteerd. Instellingen (menu 9) Bandkeuze (menu 9.5.8) U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor de volgende netwerktypen (banden): GSM 1900 en een combinatie van GSM 900/1800. Menuopties Gesloten gebruikersgroep (menu 9.5.7) Met dit menu kunt u inkomende en uitgaande oproepen beperken tot een geselecteerde gebruikersgroep. Neem contact op met uw provider voor gedetailleerde informatie over het maken van gesloten gebruikersgroepen. • Indexlijst: hiermee kunt u indexnummers voor gesloten gebruikersgroepen toevoegen, verwijderen of activeren. Druk op <Opties> voor toegang tot de opties voor het opstellen van een indexlijst. • Externe toegang: hiermee kunnen ook nummers worden gebeld die niet in de gesloten gebruikersgroep voorkomen. De werking van deze optie is afhankelijk van uw abonnement. • Standaardgroep: hiermee schakelt u de standaardgebruikersgroep in, als u er een hebt ingesteld bij uw provider. Als u wilt bellen, kunt u de standaardgebruikersgroep kiezen, zonder dat u een groep in de lijst hoeft te selecteren. Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat, kan het zijn dat u op een andere band moet overschakelen. Wanneer u een nieuwe band selecteert, wordt automatisch gezocht naar alle beschikbare netwerken. De telefoon wordt aangemeld bij een voorkeursnetwerk op de gekozen band. 99 Menuopties Bluetooth (menu 9.6) Met dit menu kunt u de Bluetooth-functie activeren. • Voor goede prestaties is het aan te raden de Bluetooth-functie niet te gebruiken terwijl u gebruikmaakt van multimediafuncties zoals Spraakmemo, Camera en MP3-speler of omgekeerd. • Sommige apparaten zijn mogelijk niet compatibel met de telefoon. Met de Bluetooth-functie kunt u de telefoon draadloos aansluiten op andere Bluetooth-apparaten en daar gegevens mee uitwisselen, handsfree spreken of de telefoon op afstand bedienen. Met de Bluetooth-technologie kunt u gratis draadloos verbinding maken tussen elektronische apparaten die compatibel zijn met Bluetooth. Het bereik is maximaal 10 meter. Omdat de apparaten communiceren via radiogolven, hoeft u het andere Bluetooth-apparaat niet te kunnen zien. 100 De Bluetooth-functie instellen Het menu Bluetooth bevat de volgende opties: • Aanzetten: hiermee kunt u Bluetooth-functie inof uitschakelen. • Mijn apparaten: hiermee zoekt u naar Bluetoothapparaten waarmee u verbinding kunt maken. • Zichtbaarheid van mijn telefoon: hiermee stelt u in dat andere Bluetooth-apparaten mogen zoeken naar uw telefoon. • Naam van mijn telefoon: hiermee wijst u een Bluetooth-apparaatnaam toe aan de telefoon. Deze naam wordt op andere apparaten weergegeven. • Veilige modus: hiermee bepaalt u of u om bevestiging wordt gevraagd wanneer uw gegevens worden geopend via andere apparaten. • Bluetooth diensten: hiermee kunt u de beschikbare Bluetooth-diensten weergeven. Sommige apparaten, met name headsets en handsfree carkits, hebben een vaste Bluetooth-PINcode, zoals 0000. Als het andere apparaat een code heeft, moet u deze invoeren. Instellingen (menu 9) De kleur van het symbool geeft de status van het apparaat aan: • Grijs voor niet-gekoppelde apparaten • Blauw voor gekoppelde apparaten • Rood voor apparaten die momenteel verbinding hebben met uw telefoon 3. Selecteer een apparaat. 4. Voer een Bluetooth-PIN-code in en druk op <OK>. Deze code wordt slechts eenmaal gebruikt en u hoeft deze niet te onthouden. Wanneer de eigenaar van het andere apparaat dezelfde code intoetst, zijn de apparaten gekoppeld. Menuopties Zoeken naar een Bluetooth-apparaat en dit koppelen 1. Kies Mijn apparaten vanuit de Bluetoothinstellingsopties. 2. Kies Nieuw apparaat zoeken. Als u eerder naar apparaten hebt gezocht, worden de optie Meer apparaten en de apparaten waarnaar u eerder hebt gezocht, weergegeven. Kies Meer apparaten om nieuwe apparaten te zoeken. Als het zoeken is voltooid, wordt een lijst weergegeven met apparaten waarmee u verbinding kunt maken. De volgende symbolen geven aan om wat voor type apparaat het gaat: • Handsfree of • Mobiele telefoon headset • Computer • PDA • Printer • Onbekend apparaat 101 Menuopties Apparaatopties gebruiken 1. Blader in de lijst met apparaten naar het gewenste apparaat. 2. Als uw telefoon geen Bluetooth-diensten heeft gevonden voor het geselecteerde apparaat, drukt u op <Kies>. 3. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: Er kunnen verschillende opties beschikbaar zijn, afhankelijk van het gekoppelde apparaat. • • • • 102 Verbinden: hiermee maakt u verbinding met het momenteel geselecteerde apparaat. Verbinding verbreken: hiermee verbreekt u de verbinding met het apparaat. Bestanden doorzoeken: hiermee kunt u zoeken naar gegevens op het apparaat en deze rechtstreeks importeren in de telefoon. Lijst met services: hiermee kunt u de lijst met Bluetooth-diensten vernieuwen. • • • Hernoemen: hiermee kunt u het gekoppelde apparaat hernoemen. Apparaat goedkeuren/Niet-toegestaan apparaat: hiermee bepaalt u of u wilt worden gevraagd om toestemming wanneer andere apparaten proberen verbinding maken te met de telefoon. Wissen: hiermee verwijdert u het apparaat uit de lijst met apparaten. Gegevens verzenden via Bluetooth 1. Activeer de Bluetooth-functie. 2. Selecteer de toepassing waarin het item is opgeslagen dat u wilt verzenden. 3. Blader naar het gewenste item en druk op <Opties>. 4. Kies Verzenden via → Bluetooth u Verzenden via Bluetooth. Als via een niet-geautoriseerd Bluetooth-apparaat gegevens naar uw telefoon worden verzonden, wordt een bevestigingsbericht weergegeven op de telefoon. Druk op <Ja> als u gegevens wilt ontvangen. Ontvangen afbeeldings-, video- en geluidsbestanden worden opgeslagen in de desbetreffende downloadmap in Mijn bestanden. Via dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen gebruik zonder uw toestemming door verschillende toegangscodes te hanteren voor uw telefoon en SIMkaart. Als u driemaal achtereenvolgens een onjuiste PIN/ PIN 2-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U kunt deze blokkering opheffen door uw PUK/PUK2-code (Personal Unblocking Key) in te voeren. Deze codes hebt u van uw provider gekregen. PIN-controle (menu 9.7.1) Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer) van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen gebruik door onbevoegden. Wanneer deze functie ingeschakeld is, moet u elke keer als u de telefoon aanzet, de PIN-code invoeren. Instellingen (menu 9) Gegevens ontvangen via Bluetooth Als u gegevens wilt ontvangen via Bluetooth, moet de Bluetooth-functie op de telefoon ingeschakeld zijn. Beveiliging (menu 9.7) Menuopties De telefoon zoekt naar apparaten binnen het bereik en er wordt een lijst met beschikbare apparaten weergegeven. 5. Selecteer een apparaat. 6. Voer, indien nodig, de Bluetooth-PIN-code in die vereist is voor het koppelen en druk op <OK>. 103 Menuopties PIN wijzigen (menu 9.7.2) Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. U moet de functie PIN-controle hebben ingeschakeld om deze functie te kunnen gebruiken. Toestel blokkeren (menu 9.7.3) Met deze functie vergrendelt u de telefoon zodat deze niet ongeoorloofd kan worden gebruikt. Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot acht cijfers invoeren. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. Ga naar het menu Wachtwoord wijzigen om het wachtwoord te wijzigen. Wachtwoord wijzigen (menu 9.7.4) Via dit menu kunt u het wachtwoord voor de telefoon wijzigen. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. 104 Privacy (menu 9.7.5) Met dit menu kunt u alle menuopties op de telefoon blokkeren, behalve oproepopties. Als deze functie is ingeschakeld, moet u het wachtwoord van de telefoon invoeren als u menuopties wilt gebruiken. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. SIM blokkeren (menu 9.7.6) Met de functie SIM blokkeren kunt u instellen dat uw telefoon alleen werkt met de huidige SIM-kaart door er een SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet de blokkeringscode voor de SIM invoeren als u een andere SIM-kaart wilt gebruiken. i-mode blokkeren (menu 9.7.9) Met behulp van dit menu kunt u het menu i-mode blokkeren en de blokkering ervan weer opheffen. U moet het wachtwoord voor de telefoon invoeren om deze functie in te schakelen. Met dit menu kunt u de i-mode-profielen maken en aanpassen waarin de instellingen staan voor verbindingen tussen de telefoon en het netwerk. U hebt deze instellingen nodig als u de WAP-browser wilt gebruiken of als u i-mail- of i-MMS-berichten wilt versturen. De telefoon is standaard geschikt voor verbindingen met het netwerk. Als u de instellingen wijzigt zonder de instructies van de provider te raadplegen, is het mogelijk dat de functies voor i-mail en i-MMS niet goed werken. Voor elk profiel zijn de volgende opties beschikbaar. • Profielnaam: hier voert u een profielnaam in. • Proxypoort: hier voert u het poortnummer van de proxyserver in. • SSL-poort: hier voert u het poortnummer van de SSL-server in. • Proxyhost: hier voert u het IP-adres van de proxyserver in. Instellingen (menu 9) PIN2 wijzigen (menu 9.7.8) Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u met de functie PIN2 wijzigen uw huidige PIN2-code wijzigen. Instellingen (menu 9.8) Menuopties FDN-modus (menu 9.7.7) Als de SIM-kaart de FDN-modus (Fixed Dialing Number) ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal telefoonnummers. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u alleen bellen naar de telefoonnummers die op de SIM-kaart zijn opgeslagen. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u uw PIN2-code invoeren. 105 Menuopties • • • • • • 106 Portal-URL: hier voert u het URL-adres van de i-mode-server in. Mail-URL: hier voert u het URL-adres van de i-mailserver in. MMS-URL: hier voert u het URL-adres van de i-MMS-server in. APN: hier geeft u de naam van het toegangspunt op dat u gebruikt voor het adres van het GPRSnetwerk. Gebr.ID: hier voert u de gebruikers-ID in die vereist is om verbinding te maken met het GPRSnetwerk. Wachtwoord: hier voert u het wachtwoord in dat u gebruikt om verbinding te maken met het GPRSnetwerk. Instellingen terugzetten (menu 9.9) Met dit menu kunt u de instellingen van de telefoon, de displayinstellingen en de geluidsinstellingen afzonderlijk terugzetten. U kunt ook alle instellingen in de telefoon tegelijk terugzetten. 1. Druk op [Midden] om de categorieën instellingen te selecteren die u wilt terugzetten. 2. Druk op <Reset> om de gemarkeerde items terug te zetten. 3. Druk op <Ja> om het terugzetten te bevestigen. 4. Voer het wachtwoord voor de telefoon in en druk op <OK>. Het wachtwoord is vooraf ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen p. 104 Problemen oplossen Hulp bij problemen U kunt uzelf de tijd en kosten van een onnodig telefoontje naar een medewerker van de klantenservice besparen, door eerst een aantal eenvoudige controles uit te voeren, die in deze paragraaf worden besproken. Als u de telefoon aanzet, kunnen de volgende berichten worden weergegeven: "Plaats SIM-kaart" • Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is geplaatst. "Geef wachtwoord in" • De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld. U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven voordat u de telefoon kunt gebruiken. "Geef PIN in" • U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer) invoeren die u bij de SIM-kaart hebt gekregen. • De functie PIN-controle is ingeschakeld. Telkens wanneer u de telefoon inschakelt, moet u de PINcode invoeren. U kunt deze functie uitschakelen met de menuoptie PIN-controle. "Geef PUK in" • Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code ingevoerd. Daarom is de telefoon nu geblokkeerd. Toets de PUK-code in die u van uw provider hebt gekregen. "Geen netwerk", "Netwerkfout" of "Niet uitgevoerd" wordt weergegeven. • De verbinding met het netwerk is verbroken. Het kan zijn dat het signaal te zwak is waar u zich bevindt. Probeer het opnieuw vanaf een andere locatie. • U probeert een functie te gebruiken waarvoor u geen abonnement hebt bij uw provider. Neem contact op met uw provider voor meer informatie. 107 Problemen oplossen U hebt een nummer ingetoetst, maar het is niet gekozen. • Hebt u op de toets [ ] gedrukt? • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien hebt u uitgaande oproepen geblokkeerd. Iemand probeert u tevergeefs te bellen. • Staat uw telefoon aan (houd de toets [ ] langer dan één seconde ingedrukt)? • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien hebt u inkomende oproepen geblokkeerd. Uw gesprekspartner hoort u niet. • Is de microfoon wel ingeschakeld? • Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond? De microfoon bevindt zich aan de onderzijde van de telefoon. 108 De telefoon begint te piepen en het bericht "Batterij bijna leeg!" knippert op het display. • De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de batterij op. De geluidskwaliteit van de oproep is slecht. • Controleer de signaalsterkte-indicator op het display ( ): hoe meer staafjes er worden weergegeven, des te sterker is het signaal (van sterk ( ) tot zwak ( ). • Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast. Wanneer u een nummer uit Contacten kiest, wordt er geen nummer gebeld. • Controleer in de lijst Contacten of het nummer op de juiste wijze is opgeslagen. • Sla het nummer zo nodig opnieuw op. De batterij wordt niet goed opgeladen of de telefoon wordt soms automatisch uitgeschakeld. • Maak de contactpunten voor het opladen van de telefoon en de batterij schoon met een zachte doek. Mocht u het probleem aan de hand van de bovenstaande richtlijnen niet kunnen oplossen, dan kunt u contact opnemen met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. Zorg ervoor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: • Het typenummer en het serienummer van de telefoon • Uw garantie-informatie • Een duidelijke beschrijving van het probleem Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid SAR-certificeringsinformatie Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan radiogolven. De mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat de limieten die door de EU zijn vastgesteld voor blootstelling aan radiogolven, niet worden overschreden. Deze limieten maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en geven aan welke niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie) zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties op basis van periodiek uitgevoerd en grondig geëvalueerd wetenschappelijk onderzoek. De vastgestelde limieten kennen een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid van iedereen, ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand, te kunnen garanderen. 109 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate). De door de EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.* De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was 0,472 W/kg. SAR-tests worden uitgevoerd onder normale gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met maximale signaalsterkte op alle geteste frequentiebanden uitzendt. Hoewel de SAR-waarde is vastgesteld op basis van de maximale signaalsterkte, kan het feitelijke SARniveau bij gebruik van de telefoon ver onder deze norm liggen. De telefoon werkt namelijk met verschillende signaalsterkten en gebruikt nooit meer dan de sterkte die nodig is om het netwerk te kunnen bereiken. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u in de buurt van een basisstation bent, hoe lager de signaalsterkte van de telefoon is. Voordat een nieuw type telefoon mag worden verkocht, moet worden aangetoond dat de telefoon voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn. Een van de belangrijkste voorwaarden die in deze richtlijn worden gesteld, is de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de gebruiker en alle andere personen. Voorschriften voor het gebruik van batterijen • • • • 110 * De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik is 2,0 watt/kilogram (W/kg) als gemiddelde per tien gram lichaamsweefsel. In deze limiet is als extra zekerheid een aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd waarbij ook rekening is gehouden met eventuele meetafwijkingen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van de nationale rapportagevereisten en de netwerkband. Gebruik nooit batterijen of opladers die beschadigd zijn. Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven manier. Als u de telefoon dicht bij het basisstation van een netwerk gebruikt, wordt er minder stroom verbruikt. De standby- en beltijd is sterk afhankelijk van de signaalsterkte van het mobiele netwerk en van de parameters die door de provider zijn ingesteld. De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de resterende batterijlading en het gebruikte type batterij en oplader. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. Als de gebruikstijd (standby- en beltijd) steeds korter wordt, is het tijd om een nieuwe batterij te kopen. • • • • • • Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp, zoals een muntstuk, paperclip of pen, ervoor zorgt dat de + en – polen van de batterij (de metalen strips op de batterij) direct contact maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw jaszak of tas bewaart. Door kortsluiting kan de batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt) beschadigd raken. Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en gooi ze niet in het vuur. Verkeersveiligheid Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid om bijna overal en altijd mondeling te communiceren. Dit grote voordeel brengt echter ook een belangrijke verantwoordelijkheid met zich mee, een verantwoordelijkheid die iedereen moet nemen. Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw eerste verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree bellen tijdens het autorijden is dan ook in veel landen verboden. Houd u aan de speciale voorschriften die gelden in het betreffende gebied of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden wilt gebruiken. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • Een volledig opgeladen batterij die niet wordt gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch ontladen. Gebruik alleen batterijen en opladers die door Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen. Sluit de batterij niet langer dan een week op een oplader aan. Een batterij die wordt overladen, gaat minder lang mee. Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed op de laadcapaciteit van de batterij. Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of opwarmen. Leg de batterij niet in een zeer warme of koude ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem zomer- of winterweer, om te voorkomen dat de capaciteit en levensduur van de batterij verminderen. Probeer de batterij altijd op kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat een telefoon met een zeer warme of koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken met name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C (32 °F). 111 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Gebruiksomgeving Elektronische apparatuur Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. De meeste moderne elektronische apparaten zijn afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de radiosignalen van uw mobiele telefoon. Neem in dergelijke gevallen contact op met de fabrikant voor een andere oplossing. Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op een ander apparaat wilt aansluiten, moet u de veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij dat apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele producten. Evenals voor andere mobiele apparaten die radiosignalen uitzenden, geldt dat u deze telefoon voor een juiste werking en voor uw persoonlijke veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst). Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen een mobiele telefoon en een pacemaker een afstand van minimaal 15 cm aan te houden om storingen in de pacemaker te voorkomen. Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen van Wireless Technology Research. Als u ook maar een vermoeden hebt dat er storingen optreden, moet u de telefoon onmiddellijk uitzetten. Gehoorapparaten Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken storingen in bepaalde gehoorapparaten. Als dit gebeurt, adviseren wij u contact op te nemen met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een andere oplossing. 112 Omgevingen met explosiegevaar Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel gebruikt, neemt u contact op met de fabrikant van dat apparaat om na te gaan of het afdoende afgeschermd is tegen externe radiosignalen. Schakel de telefoon uit in een omgeving met explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en instructies. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of brand veroorzaken met lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg. U kunt ook uw huisarts of specialist om advies vragen. Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan. Voertuigen Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische systemen in motorvoertuigen. Neem hierover contact op met de fabrikant of dealer van uw auto. Neem ook contact op met de fabrikant van de apparatuur die in uw auto is geïnstalleerd. Verbod op mobiel bellen Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons niet toegestaan is. Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen bij een tankstation. Houd u aan de voorschriften met betrekking tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots (zowel voor opslag als distributie), chemische fabrieken en plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er explosiegevaar is in een bepaalde omgeving. Denk bijvoorbeeld aan het benedendek van een schip, op- en overslaglocaties voor chemicaliën, voertuigen die op LPG rijden, omgevingen waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten, zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en elk ander gebied waar u normaal gesproken de motor van uw voertuig moet uitzetten. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Andere medische apparaten 113 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Alarmnummer bellen Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze telefoon gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en door de gebruiker ingestelde functies. Het is dan ook niet vanzelfsprekend dat u onder alle omstandigheden verbinding kunt krijgen. Vertrouw daarom voor essentiële communicatie, zoals voor medische noodgevallen, nooit alleen op uw mobiele telefoon. U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon is ingeschakeld en u zich in een servicegebied met voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat het bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider. Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het blokkeren van gesprekken, moet u deze functies misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of neem contact op met uw provider. Overige belangrijke veiligheidsinformatie • • • Zo belt u een alarmnummer: 1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is. 2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land verschillen. 3. Druk op de toets [ ]. 114 • Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde technici repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste installatie of reparatie kan gevaar opleveren en kan ertoe leiden dat de garantie op de telefoon komt te vervallen. Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in uw auto goed is gemonteerd en naar behoren werkt. Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en gassen en explosief materiaal niet in dezelfde ruimte als de telefoon of de onderdelen of accessoires van de telefoon. Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er rekening mee houden dat deze met flink veel kracht wordt opgeblazen. Plaats geen voorwerpen, dus ook niet de gemonteerde of draagbare telefoonapparatuur, in de ruimte rond de airbag of daar waar de airbag zal uitklappen. Als draadloze apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd, kan het opblazen van de airbag ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. • • • • Verzorging en onderhoud De telefoon is een kwaliteitsproduct dat met vakmanschap is gemaakt en voorzichtig behandeld moet worden. Als u de volgende aanbevelingen opvolgt, wordt er aan de garantievoorwaarden voldaan en kunt u vele jaren plezier hebben van dit product. • • Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Zij kunnen het apparaat beschadigen of stikken in de kleine onderdelen. Houd de telefoon droog. Regen, vocht en vloeistoffen bevatten mineralen die de elektronica aantasten. • • • Raak de telefoon niet met natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een elektrische schok krijgen. Ook kan de telefoon beschadigd raken. Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige, vieze ruimte, aangezien de bewegende onderdelen dan beschadigd kunnen raken. Bewaar de telefoon niet in een extreem warme ruimte. Door de hoge temperatuur gaan elektronische apparaten minder lang mee, kunnen batterijen beschadigd raken en kan het plastic kromtrekken of smelten. Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich condens in de telefoon vormen, waardoor de elektronische componenten van de telefoon beschadigd kunnen raken. Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens tegen aan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat, kunnen de interne onderdelen beschadigd raken. Maak de telefoon niet schoon met bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een zachte doek gedrenkt in een sopje van water en zachte zeep. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in een vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het vliegtuig en is daarom verboden. Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan u het gebruik van mobiele diensten tijdelijk of permanent worden ontzegd en kunt u strafrechtelijk worden vervolgd. 115 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • • • • 116 Wanneer de telefoon of de batterij nat wordt, verandert het label in de telefoon dat waterschade aanduidt, van kleur. In dit geval valt de reparatie van de telefoon niet meer onder de garantie van de fabrikant, ook al is de garantietermijn nog niet verstreken. Gebruik de flitser of de verlichting van de telefoon niet vlakbij de ogen van mensen of dieren. Dit kan oogbeschadigingen opleveren. Gebruik alleen de meegeleverde of een andere goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes of aangepaste accessoires kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent radioapparatuur. Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum. Daar zal men u van advies dienen en indien nodig voor reparatie zorgen. Index A AB-stand, tekstinvoer • 25 Afbeeldingen, gedownload • 73 Agenda • 77 Alarm • 48 Alarmnummer bellen • 114 Antwoorden met elke toets • 93 B Bandkeuze • 99 Batterij bijna leeg, symbool • 8 opladen • 7 voorschriften • 110 Beantwoorden oproep • 29 tweede oproep • 31 Begroeting • 92 Belgroep beheren • 39 maken • 38 Belsignaal berichten • 95 inkomende oproepen • 94 Berichten begroeting • 92 i-mail • 61 i-MMS • 63 info • 54 spraak • 98 tekst • 51 Berichten maken i-mail • 61 i-MMS • 63 SMS • 51 Berichtsignaal • 95 Beveiliging, oproepen • 103 Blokkeren menuopties • 104 SIM-kaart • 104 telefoon • 104 Blokkeren, oproepen • 97 Bluetooth instellingen • 100 ontvangen, gegevens • 103 verzenden, gegevens • 102 C Calculator • 50 Camera foto's • 82 opties • 83 video's • 86 D Display instellingen • 93 taal • 92 Doorschakelen, oproepen • 96 Doorsturen i-mail/MMS • 65 SMS • 54 DTMF-tonen verzenden • 32 E Eigen nummer • 41 Externe luidspreker • 31 F FDN-modus (Fixed Dialing Number) • 105 Foto's bekijken • 85 maken • 82 wissen • 85 G Geheugenstatus gedownloade items • 76 i-mail/MMS • 69 tekstberichten • 59 telefoonlijst 41 Geluiden, gedownload • 75 Geluidopties • 94 Gemist alarm agenda-item • 81 Gemiste oproepen • 35 Gespreksduur • 35 Gesprekskosten • 36 Gezondheids- en veiligheidsinformatie • 109 H Herhalen automatisch • 93 handmatig • 28 I i-mail instellingen • 68 opstellen/verzenden • 61 wissen • 67 i-menu • 59 117 Index i-MMS instellingen • 68 opstellen/verzenden • 63 wissen • 66 i-mode blokkeren • 105 instellingen • 72 openen • 59 In- en uitschakelen microfoon • 32 telefoon • 8 Infoberichten • 54 Internationale gesprekken • 28 K Kleur bij kiezen nr. • 94 L Laatste nummer herhalen • 28 M Mijn visitekaartje • 40 Minutenteller • 95 MP3-speler afspelen • 42 opties • 44 Multiparty-gesprekken • 33 Muziek, gedownload • 74 118 N Namen invoeren • 25 zoeken • 37 Netwerk kiezen • 98 Netwerkband selecteren • 99 Netwerkdiensten • 96 Nummer herhalen • 93 Nummerweergave • 98 O Omrekenen • 50 Ontvangen berichten i-mail/MMS • 65 SMS • 52 Ontvangen oproepen • 35 Ontvangstbevestiging, bericht • 57 Opnemen spraakmemo's • 45 video's • 86 Oproepen beantwoorden • 29 blokkeren • 97 doorschakelen • 96 in de wacht zetten • 30 nummer herhalen • 28 weigeren • 29 wisselgesprek • 97 Oproepenlijst gemist • 35 ontvangen • 35 uitgaand • 35 Organizer agenda-items • 78 memo’s • 79 taken • 79 verjaardagen • 78 Organizer synchroniseren een profiel maken • 49 starten • 49 P PIN2-code, wijzigen • 105 PIN-code, wijzigen • 104 Postvak IN, berichten i-mail/MMS • 65 SMS • 52 Postvak UIT, berichten i-mail/MMS • 67 SMS • 55 Privacy • 104 Problemen oplossen • 107 R Roaming • 98 S SIM-kaart blokkeren • 104 plaatsen • 7 Sjablonen • 57 SMS-berichten bekijken • 52 wissen • 53 Spelletjes • 42 Spraakmemo afspelen • 46 opnemen • 45 Stopwatch • 51 Symbolen, beschrijving • 10 T Taal selecteren • 92 Tekens invoeren • 25 Tekst invoeren • 25 Tekstinvoerstand, wijzigen • 25 Telefonisch vergaderen • 33 Toon bericht • 95 fout • 96 in-/uitschakelen • 95 klepje • 95 minutenteller • 95 toetsen • 95 verbinding • 96 waarschuwing • 96 U Uitgaande oproepen • 35 Uitzetten microfoon • 32 toetstonen • 32 V Veiligheidsinformatie • 109 Verbindingstoon • 96 Verkeersveiligheid • 111 Verkort kiezen • 39 Verlichtingstijd instellen • 94 Verzonden berichten i-mail/MMS • 67 tekst • 56 Verzorging en onderhoud • 115 Video's afspelen • 89 opnemen • 86 wissen • 90 Voicemailserver verbinden • 98 wijzigen • 98 Index Telefoon aan- en uitzetten • 8 blokkeren • 104 display • 10 instellingen terugzetten • 106 symbolen • 10 uitpakken • 6 wachtwoord • 104 Telefoonlijst beheren • 41 kopiëren • 37 opties • 37 verkort kiezen • 39 wijzigen • 37 wissen • 41 Terugzetten, telefooninstellingen • 106 Timer • 50 Toetstonen inschakelen • 32 selecteren • 95 Toetsvolume • 95 W Wachtstand, gesprek • 30 Wachtwoord oproepen blokkeren • 97 telefoon • 104 Wereldtijd • 47 Wisselgesprek • 97 Wissen berichten • 53 foto's • 85 gemiste alarmsignalen • 81 i-mail/MMS • 66, 67 items • 80 oproepenlijst • 34 telefoonlijst 41 videoclips • 90 119 Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn) : EN 50360:2001 EN 50361:2001 : EN 301 511 v9.0.2 (03-2003) EN 300 328 v1.4.1 (04-2003) EMC SAR Netwerk (naam en handtekening van bevoegde persoon) Yong-Sang Park / verkoopmanager * Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact op met de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Centre. (plaats en datum van uitgifte) Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK 2005. 05. 09 en wordt op verzoek ter beschikking gesteld. (Vertegenwoordiging in de EU) Samsung Electronics Euro QA Lab. De technische documentatie wordt beheerd door: BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames, KT12 4RQ, UK Kenmerk: 0168 De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking met de volgende aangemelde instantie(s): Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld. : EN 60950-1:2001 : EN 301 489-01 v1.5.1 (11-2004) EN 301 489-07 v1.2.1 (08-2002) EN 301 489-17 v1.2.1 (08-2002) Veiligheid waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of andere normatieve documenten. (naam en adres van fabrikant*) - Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsoo-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350 Gefabriceerd door: (Typenaam) SGH-S401I (Productbeschrijving) GSM900/GSM1800/GSM1900 met Bluetooth Draagbare mobiele telefoon Het volgende product:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124

Samsung sgh s 410i Handleiding

Categorie
Mobieltjes
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor