9
Montage-instructies
Capacitief
29982-NL-161027
Fig. 16: Instromend medium
Druk/vacuüm
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdichten.
Controleer of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen het product en
de procestemperatuur.
Isolerende maatregelen zoals bijv. het omwikkelen van het schroefdraad
met teonband kunnen bij metalen silo's de noodzakelijke elektrische
verbinding met de silo onderbreken. Aard daarom de meetsonde op de
silo.
Lengte van de niveaudetectie-elektrode
Houd er al bij de bestelling van de meetsonde rekening mee, dat de
elektrode bij het gewenste vulniveau overeenkomstig de elektrische ei-
genschappen van het medium (diëlektrische constante) voldoende moet
worden bedekt. Zo heeft bijv. een elektrode voor de niveaudetectie in olie
(diëlektrische constante ~2) een duidelijke grotere bedekking nodig dan
in water (diëlektrische constante ~81).
Als vuistregel geldt:
•
Niet geleidende media > 50 mm
•
Geleidende media > 30 mm
Zijwaartse belasting
Let erop, dat de elektrode niet aan sterke zijwaartse krachten wordt
blootgesteld. Monteer de meetsonde op een plaats in de silo, waar geen
storende invloeden zoals bijv. van roerwerken, vulopeningen enz. kunnen
optreden. Dit geldt vooral voor bijzonder lange staaf- en kabelmeetson-
den.
Mediumbeweging
Monteer de meetsonde zodanig, dat de elektrode niet tegen de silowand
aan kan slaan en dat breuk van de mantelbuis met zekerheid kan worden
uitgesloten.
Meetsonde inkorten
Deels geïsoleerde kabel- resp. staafelektroden kunnen naderhand wor-
den ingekort. Let erop, dat vanwege de daardoor ontstane verandering
van de eigen capaciteit ook het schakelpunt kan veranderen.
De meetsonde is tot de betreende elektrodenlengte gecompenseerd.
Daarom moet u al bij de bestelling opgeven, of de elektrode eventueel
moet worden ingekort.
Trekkrachten
Bij sterke trekkrachten zoals die bijv. in geval van pulsgewijs vullen of bij
naglijdend product ontstaan, kunnen hoge trekbelastingen optreden. Ge-
bruik in deze situaties bij korte meetlengten een staafmeetsonde, omdat
een staaf over het algemeen stabieler is.
Wanneer vanwege de lengte of de montagepositie een kabelmeetsonde
nodig is, dan moet deze niet worden afgespannen, omdat de kabel de
mediumbewegingen dan beter kan volgen. Let erop, dat de elektrodeka-
bel daarbij geen contact maakt met de silowand.
Metalen silo
Let erop, dat de mechanische aansluiting van de meetsonde met de tank
elektrisch geleidend is, om voldoende massa te waarborgen.
Gebruik geleidende afdichtingen zoals bijv. koper, lood, enz.
Isolerende maatregelen, zoals bijv. het omwikkelen van het schroefdraad
met teonband, kunnen de noodzakelijke elektrische verbinding onder-
breken. In dit geval gebruikt u de massaklem op de behuizing, om de
meetsonde met de tankwand te verbinden.
Niet geleidende silo
Bij niet geleidende silo's, bijv. van kunststof, moet de tweede pool van de
condensator afzonderlijk worden gerealiseerd, bijv. via de metalen draag-
constructie van de silo o.i.d. Bij het gebruik van een standaardmeetsonde
is het aanbrengen van een geschikt massavlak nodig. Breng daarvoor
buiten op de silowand een zo breed mogelijk massa-oppervlak aan, bijv.
een draadraster, dat in de wand wordt opgenomen resp. een metaalfolie
die op de tankwand wordt gelijmd.
Verbind het massaoppervlak met de massaklem op de behuizing.
Geleidbaarheid van het medium
Deels geïsoleerde elektroden kunnen in bijzondere gevallen in geleiden-
de media voor niveaudetectie worden toegepast. De elektronica van de
meetsonde is kortsluitvast.
Invloedsfactoren
De diëlektrische constante heeft in de praktijk een bepaalde variatie.
De volgende invloedsfactoren kunnen de capacitieve meetmethode
beïnvloeden:
•
Stortgewicht
•
Concentratie (mengverhouding van het medium)
•
Temperatuur
•
Geleidbaarheid
Des te constanter de voornoemde factoren zijn, des te beter zijn de
omstandigheden voor de capacitieve meting. Veranderingen van de
omstandigheden zijn in media met hoge diëlektrische constante over het
algemeen niet kritisch.
Wanneer het schakelpunt zo exact mogelijk moet zijn, bij wisselende
media of in media met een lage diëlektrische constante, verdient de
horizontale inbouw van de meetsonde aanbeveling, omdat de horizontaal
ingebouwde staaf over de gehele lengte sprongsgewijs wordt bedekt.
Daardoor heeft de meetsonde een meer betrouwbare schakelfunctie.
U kunt de meetsonde daarvoor aan de zijkant monteren of u gebruikt een
haakse meetsonde.
Bedrijfstemperaturen
Wanneer aan de behuizing hoge omgevingstemperaturen optreden,
moet u vanaf een procestemperatuur van 200 °C een temperatuurtus-
senstuk gebruiken of de elektronica van de meetsonde scheiden en in
een separate behuizing op een koelere plaats onderbrengen.
Bij procestemperaturen tot 300 °C kunt u een hogetemperatuurmeets-
onde gebruiken. Bij temperaturen tot 400 °C moet u de elektronica
bovendien in een separate behuizing onderbrengen.
Let erop, dat de meetsonde niet door een eventueel aanwezige isolatie
wordt omsloten.
De temperatuurbereiken van de meetsonden vindt u in het hoofdstuk
"Technische gegevens".
Betonnen silo
Om in betonnen silo's voldoende massa te waarborgen, moet de
massa-aansluiting van de meetsonde met de stalen wapening van de
betonnen silo worden verbonden.
Diëlektrische constante
Bij media met lage diëlektrische constante en kleine niveauveranderin-
gen moet u proberen, de capaciteitsverandering te vergroten. bij een
diëlektrische constante < 1,5 zijn bijzondere maatregelen nodig, zodat
het niveau betrouwbaar kan worden gedetecteerd. voor de niveaudetec-
tie zijn dat bijv. het aanbrengen van extra oppervlakken of het gebruik van
een mantelbuis bij hoge aansluitsokken enz.