73
Beveiligingen tegen wateroverlast
De afwasmachine is met beveiligingen tegen wateroverlast uitgerust.
Naast een overloopbeveiliging, die ervoor zorgt dat het water in het toestel
niet ongecontroleerd kan stijgen, bezit de machine een uitstroombeveiliging
(speciale vlotterschakelaar in de bodem). Deze treedt in werking bij een
eventuele lekkage in het toestel.
In geval van storing onderbreekt het veiligheidsventiel in het toestel direct de
watertoevoer en de afvoerpomp wordt ingeschakeld.
Daardoor kan er geen water uit- of overlopen. Restwater dat zich nog in het
toestel bevindt wordt automatisch weggepompt.
Dit functioneert ook als het toestel uitgeschakeld is - het mag echter niet
van het stroomnet gescheiden zijn.
Dat er sprake is van een defect, hoort u aan het pompgeluid, ook als de
machine uitgeschakeld is.
● In geval van storing draait u eerst de waterkraan dicht. Dan trekt u de
stekker uit het stopcontact. Bij vaste aansluiting: zekering in de
huisinstallatie uitschakelen.
Elektrische aansluiting
Het apparaat dient altijd op een geaard stopcontact aangesloten te worden.
Een vaste aansluiting op het lichtnet mag alleen door een deskundige
elektricien uitgevoerd worden met inachtneming van de technische
voorschriften van het elektriciteitsbedrijf.
Gegevens betreffende de elektrische aansluiting vindt u op het typeplaatje
dat zich rechts op de binnenkant van de deur bevindt. Indien uw apparaat
niet voorzien is van een adaptor voor verschillende voltages, dient u de
aanwijzingen op te volgen die vermeld staan op het omschakelingsschema
van het contactpunt.
Controleer voordat u tot de elektrische aansluiting overgaat of de
netspanning overeenkomt met de spanning die op het typeplaatje
vermeld staat.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele ongevallen ontstaan
door het niet opvolgen van bovenstaande veiligheidsvoorschriften.
Trek de steker uit het stopcontact om het apparaat van het elektrische net af
te sluiten. Mocht het apparaat een vaste elektrische aansluiting hebben, dan
dient u op de elektrische installatie stroomafsluiters aan te brengen
(zekeringen, automatische schakelaar, interruptors of dergelijke met minstens
3 mm afstand tussen de steekcontacten).