Canon 4K601Z Handleiding

Type
Handleiding
Veiligheidsinstructies
Vóór gebruik
Basis
Installatieprocedure
Aansluitprocedure
Projectieprocedure
Handige functies
Geavanceerd
Menu’s gebruiken
Menuconfiguratie
Menu-instellingen
Gebruik van de projector
met een netwerk
Geavanceerde projectie
Overige informatie
Onderhoud
Productspecificaties
Problemen oplossen
NLD
MULTIMEDIAPROJECTOR
Gebruikershandleiding
2
Gebruik van deze handleiding
Hartelijk dank voor uw aankoop van een Canon-projector.
De multimediaprojector 4K600STZ/4K601STZ/4K600Z/4K601Z is een
kwaliteitslaserprojector waarmee u computerschermen met een hoge
resolutie en hoogwaardige digitale beelden op een groot scherm kunt
projecteren.
Deze handleiding
Dit is de gebruikershandleiding voor de 4K600STZ/4K601STZ/4K600Z/4K601Z
multimediaprojector (hierna “de projector” genoemd). In het gedeelte “Basis”
worden de installatie en de voornaamste handelingen met de projector beschreven.
Beschrijvingen van menu’s en de aansluiting van de projector op een netwerk vindt
u in het gedeelte “Geavanceerd”. Lees deze handleiding grondig door om zoveel
mogelijk plezier te beleven aan uw projector. De projector kan het beste
geïnstalleerd worden door een bevoegde monteur. Neem voor verdere informatie
contact op met het Canon Call Center.
Symbolen die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt.
Hier vindt u voorzorgsmaatregelen en nuttige informatie voor het gebruik
van de projector.
Symbolen van de knoppen
De projector kan worden bediend via de knoppen op de afstandsbediening of de
knoppen aan de zijkant van de projector.
In deze handleiding wordt de bediening van de knoppen als volgt aangeduid.
Knoppen aan de
zijkant van de
projector
Knoppen op
afstandsbediening
Geeft de knoppen aan
waarop gedrukt moet
worden
3
Inhoudsopgave
Gebruik van deze handleiding ..... 2
Belangrijke kenmerken van de
projector ........................................ 5
Veiligheidsinstructies................... 7
Veiligheidssymbolen in deze
handleiding........................................... 12
Voorzorgsmaatregelen voor
gebruik .................................................. 13
Netvoeding ........................................... 13
Installatie en gebruik ........................... 14
Laserlichtbron ...................................... 16
Batterijen afstandsbediening.............. 18
Behandeling ......................................... 19
Voor veilig gebruik...................... 20
Dragen en installatie............................ 20
Vóór de installatie ....................... 21
Voorzorgsmaatregelen bij het dragen/
vervoeren van de projector................. 21
Voorzorgsmaatregelen voor
installatie .............................................. 21
Open-sourcesoftware ................. 27
Vóór gebruik................................ 29
Meegeleverde accessoires.................. 29
Benaming van de onderdelen............. 30
De afstandsbediening
voorbereiden ........................................ 38
Basis .......................................41
Installatieprocedure.................... 42
De projector opstellen ......................... 42
Relatie tussen beeldformaat en
projectieafstand ................................... 44
Lensinstelfunctie ................................. 46
Aansluitprocedure ...................... 48
Een computer aansluiten .................... 48
Een AV-apparaat aansluiten ............... 49
4K-projectie .......................................... 50
De projector op het stopcontact
aansluiten ............................................. 55
Projectieprocedure ..................... 56
Stap 1 De projector inschakelen ........ 56
Stap 2 Een ingangssignaal
selecteren ............................................. 59
Stap 3 Het beeld instellen ................... 61
Stap 4 Een aspectverhouding
(schermaspect) selecteren die
overeenkomt met het scherm ............. 67
Stap 5 Trapeziumvervorming
corrigeren ............................................. 68
Stap 6 De beeldkwaliteit selecteren
(beeldmodus) ....................................... 71
Stap 7 De projector uitschakelen ....... 74
Handige functies .........................75
Geavanceerd ..........................77
Menu’s gebruiken........................ 78
Menuconfiguratie ................................. 78
Basisbediening van menu’s................ 79
Menuconfiguratie ........................82
Menu-instellingen........................ 95
Invoerinstellingen ................................ 95
Beeldinstelling ................................... 100
Installatie-instellingen ....................... 110
Systeeminstelling .............................. 121
Netwerkinstelling ............................... 139
Draadloze LAN (Wi-Fi) ....................... 142
Projectorinstellingen opgeven ......... 143
Projectorinformatie controleren ....... 159
Gebruik van de projector met een
netwerk.......................................161
Computerinstellingen voor een
netwerkverbinding opgeven ............. 161
Het netwerk instellen ......................... 164
De projector besturen vanuit een
computer............................................. 189
Geavanceerde projectie............191
Projecteren vanuit meerdere
projectoren tegelijkertijd
(randovergang)................................... 191
Geavanceerde registratie om
geprojecteerde beelden in te
stellen.................................................. 195
De scherpte bij de randen
instellen .............................................. 199
Overige informatie...............201
Onderhoud .................................202
De projector schoonmaken............... 202
Het luchtfilter vervangen................... 202
Productspecificaties .................205
Testpatronen weergeven................... 205
Ondersteunde signaalsoorten .......... 206
Specificaties ....................................... 211
Inhoudsopgave
4
Problemen oplossen................. 217
Informatie over LED-lampjes ............ 217
Symptomen en oplossingen ............. 218
Index........................................... 223
Opties......................................... 225
5
Belangrijke kenmerken van de projector
4K-model met superscherp 4096 x 2400 LCOS-
paneel
Voor uitstekende projectie met een resolutie tot maar liefst 4096 x 2400 bij gebruik
van drie 0,76-inch LCOS-schermen (Liquid Crystal on Silicon) in combinatie met
dubbele krachtige beeldprocessoren en een nieuwe 4K-compatibele
groothoekzoomlens.
Helder, maar compact, met een laserlichtbron
Een 4k-projector met sterk licht (6000 lumen) die ook compact is, met afmetingen
van 559 x 624 x 201 mm (b x d x h). Voorzien van een laserlichtbron die langer
meegaat dan traditionele kwiklampen.
Ondersteunt volledig digitale invoer
Compatibel met HDMI: 2 (4K/Deep Color/HDCP2.2) is deze projector geschikt voor
4K-projectie (tot 4096 x 2160 bij 60 Hz) via een enkele HDMI-kabel bij aansluiting
op apparatuur zoals een Blu-ray diskspeler/recorder. Ook de 4K-projectie van
meerdere ingangsaansluitingen – twee voor HDMI en vier voor DVI – is mogelijk
door de meervoudige ingangsbronfunctie.
Scherp beeld aan de randen
Het beeld kan aan de randen van het scherm worden scherpgesteld, waardoor
projectie in koepels mogelijk is.
Randovergang
U kunt de overlappende randen van beelden van meerdere projectoren in elkaar
laten overgaan, zodat het totale beeld praktisch naadloos is.
Zeer nauwkeurige beeldregistratie
U kunt een verkeerde kleuruitlijning in verschillende schermgebieden nauwkeurig
per kleur (rood, groen, blauw) en per gebied corrigeren.
Superieure videoweergave
Een verbeterde onderdrukking van bewegingsonscherpte maakt het bekijken van
geprojecteerde videobeelden nog aangenamer.
Vaste helderheidsfunctie
Wanneer de projector lange tijd wordt gebruikt, neemt de helderheid geleidelijk af.
Met deze functie wordt de helderheid van het eerste gebruik vooraf op een lager
niveau ingesteld en wordt het rendement van de lichtbron automatisch aangepast
zodat hetzelfde helderheidsniveau wordt aangehouden.
Belangrijke kenmerken van de projector
6
Groter dynamisch bereik
De projector is klaar voor HDR-inhoud (High Dynamic Range) en biedt een
uitgebreid beeldluminantiebereik zodat details niet verloren gaan in lichte partijen
en schaduwen.
Schema instellen
Projectortaken worden op basis van uw schema’s geautomatiseerd. Schakel de
projector in of uit, schakel tussen ingangssignalen enzovoort.
Wi-Fi-connectiviteit (4K600STZ/4K600Z)
De projector ondersteunt niet alleen LAN-verbindingen met kabel, maar ook Wi-Fi.
In de Pj AP-modus (Projector Access Point, projectortoegangspunt) kunt u de
projector zonder draadloos toegangspunt aansluiten op maximaal vijf computers.
Modus stil
Deze functie verlaagt de lasersterkte van de lichtbron tot minder dan de helft en
verlaagt het toerental van de koelventilator om het geluid te dempen.
Canon Service Tool for PJ (Canon ST) (4K600STZ/
4K600Z)
Deze iOS-app wordt gebruikt om een Wi-Fi-verbinding met de projector tot stand te
brengen en maakt bediening op afstand en beheer van de projectorstatus
eenvoudig mogelijk. Sluit de projector aan als een toegangspunt (P140), of sluit de
projector aan met gebruikmaking van een bestaand toegangspunt (P140). Een
wachtwoord (P168) is vereist bij gebruik van Canon ST.
7
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
Lees deze handleiding zorgvuldig door alvorens de projector te installeren en in
gebruik te nemen.
De projector beschikt over vele handige gebruiksmogelijkheden en functies. Door
een juist gebruik van de projector leert u deze functies te gebruiken en kunt u de
projector gedurende een aanzienlijke tijd in goede conditie houden.
Verkeerd gebruik kan niet alleen de levensduur van de projector verkorten, maar
ook storingen, brandgevaar of andere ongevallen veroorzaken.
Als uw projector niet juist lijkt te werken, lees dan deze handleiding nogmaals door,
controleer de werking en de kabelaansluitingen en probeer de oplossingen uit die
vermeld staan in het hoofdstuk “Problemen oplossen” aan het einde van deze
handleiding. Als het probleem blijft voortbestaan, neem dan contact op met het
Canon Call Center.
DIT SYMBOOL DUIDT OP DE AANWEZIGHEID VAN
GEVAARLIJKE SPANNINGEN IN DIT TOESTEL DIE GEVAAR
VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK INHOUDT.
DIT SYMBOOL GEEFT AAN DAT ER ZICH IN DE HANDLEIDING
BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD
VAN DIT TOESTEL BEVINDEN.
VOORZICHTIG
Niet geschikt voor gebruik in een computerruimte zoals bepaald in de Standaard
voor de Beveiliging van Elektronische Computers / Gegevensverwerkende
Apparatuur, ANSI / NFPA 75.
VOORZICHTIG
GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE
SCHOKKEN NIET OPENEN
Veiligheidsinstructies
8
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING:
DIT APPARAAT MOET GEAARD WORDEN.
OM HET GEVAAR VOOR BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
BEPERKEN DIT TOESTEL NIET BLOOTSTELLEN AAN REGEN OF VOCHT.
De projectielens van deze projector produceert een sterk licht. Staar niet
rechtstreeks in de lens, anders bestaat de kans op oogletsel. Let er vooral op dat
kinderen niet rechtstreeks in de lichtstraal kijken.
Installeer de projector in de juiste positie. Anders kan er brandgevaar ontstaan.
Dek de ventilatieopeningen van de projector niet af. Overmatige warmteontwikkeling
kan de levensduur van uw projector verkorten en kan ook gevaarlijk zijn.
Haal de stekker van de projector uit het stopcontact als hij voor langere tijd niet
zal worden gebruikt.
Projecteer hetzelfde beeld niet gedurende langere tijd.
Als gevolg van de karakteristieken van het paneel kan er een nabeeld achterblijven
op de LCD panelen.
EXTRA AANDACHT BIJ
PLAFONDBEVESTIGING
Wanneer de projector aan het plafond wordt opgehangen, de luchtinlaatroosters en
de bovenkant van de projector regelmatig met een stofzuiger reinigen. Als u de
projector gedurende langere tijd niet reinigt, kunnen de koelventilatoren door stof
verstopt raken en kan dit een defect of ongeval veroorzaken.
INSTALLEER DE PROJECTOR NIET OP PLAATSEN WAAR DEZE WORDT
BLOOTGESTELD AAN VETTE DAMPEN, STOOM OF ROOK ZOALS IN EEN
KEUKEN OM DEFECT RAKEN OF EEN ONGEVAL TE VOORKOMEN. ALS DE
PROJECTOR IN AANRAKING KOMT MET OLIE OF CHEMISCHE STOFFEN,
KAN HET TOESTEL BESCHADIGD RAKEN.
9
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
LEES DEZE HANDLEIDING GOED DOOR EN BEWAAR
HEM ZODAT U ER LATER NOG EENS IETS IN KUNT
OPZOEKEN.
Lees alle veiligheids- en bedieningsvoorschriften voordat u het toestel gebruikt.
Lees alle instructies die hier worden gegeven en bewaar ze voor later gebruik. Haal
de stekker van de projector uit het stopcontact voordat u hem reinigt. Gebruik geen
vloeibare reinigingsproducten of producten in spuitbussen. Reinig het toestel met
een vochtige doek.
Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de projector staan aangegeven.
Als extra beveiligingsmaatregel voor de projector tijdens een onweer of wanneer de
projector gedurende langere tijd onbeheerd en ongebruikt wordt gelaten, de
stekker uit het stopcontact halen. Dit voorkomt beschadiging als gevolg van
blikseminslag en stroomstoten.
Stel dit toestel niet bloot aan regen en gebruik het niet in de buurt van water ...
bijvoorbeeld in een vochtige kelder, aan de rand van een zwembad, enz.
Gebruik geen hulpstukken die niet door de fabrikant zijn aanbevolen, aangezien
deze gevaar kunnen opleveren.
Plaats deze projector niet op een onstabiel rolwagentje of op een wankele steun of
tafel. De projector zou kunnen vallen, wat ernstig letsel aan een kind of volwassene
en ernstige schade aan de projector kan toebrengen. Gebruik alleen een
rolwagentje of een steun die door de fabrikant wordt aanbevolen of die bij de
projector wordt verkocht. Volg bij bevestiging aan een wand of schap de
aanwijzingen van de fabrikant en gebruik bevestigingsmateriaal dat door de
fabrikant is goedgekeurd.
Wees voorzichtig wanneer u het toestel verplaatst op een
rolwagentje. Plotseling stoppen, te hard voortduwen en
oneffenheden kunnen het toestel en het rolwagentje doen kantelen.
Aan de achterkant en op de voorkant van de behuizing zijn gleuven
en openingen voor ventilatie aangebracht welke zorgen voor een betrouwbaar
functioneren van het toestel en het beschermen tegen oververhitting.
Dek de openingen nooit af met een doek of iets dergelijks en de opening aan de
onderkant mag nooit geblokkeerd worden door de projector op een bed, bank, tapijt
of soortgelijk oppervlak te plaatsen. Plaats deze projector nooit dichtbij of boven
een radiator of rooster waaruit warme lucht wordt geblazen.
Deze projector mag niet op een omsloten plaats zoals in een boekenkast
geïnstalleerd worden, tenzij er voor een goede ventilatie wordt gezorgd.
Veiligheidsinstructies
10
Steek nooit voorwerpen van enigerlei soort in deze projector door de openingen in
de behuizing, aangezien delen die onder gevaarlijk hoge spanning staan geraakt
kunnen worden of kortsluiting veroorzaakt kan worden met gevaar voor brand of
een elektrische schok. Mors geen vloeistof van enigerlei aard op de projector.
Installeer de projector niet in de buurt van het ventilatiekanaal van
airconditioningapparatuur.
Deze projector mag alleen worden aangesloten op het type stroomvoorziening dat
is aangegeven op het kenplaatje. Als u niet zeker weet welk type
stroomvoorziening ter plekke wordt geleverd, neem dan contact op met het Canon
Call Center of plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
Stopcontacten en verlengsnoeren niet overbelasten, aangezien dit brand of
elektrische schokken kan veroorzaken. Zorg dat er niets op het netsnoer staat.
Gebruik deze projector niet op plaatsen waar het netsnoer beschadigd kan worden
doordat er over wordt gelopen.
Probeer deze projector niet zelf te repareren, aangezien u door het open maken of
verwijderen van afdekkingen blootgesteld kunt worden aan gevaarlijke spanningen
of andere gevaren. Laat alle reparaties uitvoeren door bevoegd
onderhoudspersoneel.
Haal onder de volgende omstandigheden de stekker uit het stopcontact en laat de
projector repareren door bevoegd onderhoudspersoneel:
a. Het netsnoer of de stekker is beschadigd of gerafeld.
b. Er is vloeistof gemorst in de projector.
c. De projector is blootgesteld aan regen of water.
d. De projector werkt niet normaal, alhoewel de bedieningsinstructies zijn
opgevolgd. Stel alleen die regelaars af die worden beschreven in de
bedieningsinstructies, aangezien het verkeerd instellen van overige regelaars
schade kan veroorzaken en het van een bevoegde monteur vaak veel werk
vergt om de projector in zijn normale toestand te herstellen.
e. De projector is gevallen of de behuizing is beschadigd.
f. Als de prestaties van de projector duidelijk verminderen geeft dit aan dat
reparatie noodzakelijk is.
Wanneer vervangingsonderdelen nodig zijn, er op letten dat de
onderhoudsmonteur vervangingsonderdelen heeft gebruikt die door de fabrikant
zijn voorgeschreven en die dezelfde eigenschappen hebben als het originele
onderdeel. Ongeoorloofde vervanging van onderdelen kan brand, een elektrische
schok of letsel veroorzaken.
Vraag na het voltooien van onderhoud of reparaties aan deze projector of de
onderhoudsmonteur de gebruikelijke routinecontroles uitvoert om te bepalen of de
projector veilig kan worden gebruikt.
11
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET
NETSNOER
Het bij deze projector geleverde netsnoer voldoet aan de voorschriften voor gebruik
in het land van aankoop.
HET STOPCONTACT MOET ZICH DICHT BIJ HET APPARAAT BEVINDEN EN
GEMAKKELIJK BEREIKBAAR ZIJN.
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie en EER
(Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
Met deze symbolen wordt aangegeven dat dit product in
overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2012/19/EU), de richtlijn
2006/66/EG betreffende batterijen en accu’s en/of de plaatselijk
geldende wetgeving waarin deze richtlijnen zijn geïmplementeerd,
niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid.
Indien onder het hierboven getoonde symbool een chemisch
symbool gedrukt staat, geeft dit in overeenstemming met de richtlijn
betreffende batterijen en accu’s aan dat deze batterij of accu een
zwaar metaal bevat (Hg = kwik, Cd = cadmium, Pb = lood) waarvan
de concentratie de toepasselijke drempelwaarde in
overeenstemming met de genoemde richtlijn overschrijdt.
Dit product dient te worden ingeleverd bij een hiervoor aangewezen
inzamelpunt, bijv. door dit in te leveren bij een hiertoe erkend
verkooppunt bij aankoop van een gelijksoortig product, of bij een
officiële inzameldienst voor de recycling van elektrische en
elektronische apparatuur (EEA) en batterijen en accu’s. Door de
potentieel gevaarlijke stoffen die gewoonlijk gepaard gaan met EEA,
kan onjuiste verwerking van dit type afval mogelijk nadelige
gevolgen hebben voor het milieu en de menselijke gezondheid. Uw
medewerking bij het op juiste wijze weggooien van dit product
draagt bij tot effectief gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst
voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op
www.canon-europe.com/weee
, of www.canon-europe.com/battery.
Waarschuwing:
Dit is een klasse-A product. Bij gebruik in de huiselijke omgeving kan dit
product radiostoring veroorzaken, zodanig dat de gebruiker genoodzaakt
kan zijn maatregelen te treffen.
De kabel met de ferrietkern die bij de projector is bijgeleverd, moet bij dit
apparaat worden gebruikt om te voldoen aan klasse A. Het gebruik van een
afgeschermde kabel is vereist om te voldoen aan klasse A.
Veiligheidsinstructies
12
Veiligheidssymbolen in deze handleiding
In dit gedeelte worden de veiligheidssymbolen beschreven die in deze handleiding
worden gebruikt. Belangrijke veiligheidsinformatie over de projector wordt
aangegeven door de volgende symbolen. Neem altijd de veiligheidsinformatie die
door deze symbolen wordt aangegeven in acht.
Geeft het risico aan op overlijden of ernstig letsel door verkeerd
gebruik als deze informatie niet in acht wordt genomen. Neem
voor een veilig gebruik deze informatie altijd in acht.
Geeft het risico aan op letsel door verkeerd gebruik als deze
informatie niet in acht wordt genomen. Neem voor een veilig
gebruik deze informatie altijd in acht.
Dit symbool geeft het risico op elektrische schokken door onjuist
gebruik aan als de informatie niet in acht wordt genomen. Neem
voor een veilig gebruik deze informatie altijd in acht.
Geeft het risico aan van brandwonden door verkeerd gebruik als
deze informatie niet in acht wordt genomen. Neem voor een
veilig gebruik deze informatie altijd in acht.
Dit symbool geeft het risico op oogletsel als gevolg van het
laserlicht aan als de gebruiksbeperkingen niet in acht worden
genomen.
Geeft verboden handelingen aan.
Geeft vereiste handelingen aan of informatie die in acht moet
worden genomen.
Waarschuwing
Voorzichtig
Voorzichtig
13
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Aangezien dit hoofdstuk belangrijke informatie bevat met betrekking tot de
veiligheid, moet u het hiernavolgende zorgvuldig doorlezen alvorens u uw projector
correct en veilig kunt gebruiken.
Netvoeding
Zorg er tijdens de installatie voor dat de stekker van de projector gemakkelijk
toegankelijk is, zodat u de projector zo nodig direct kunt loskoppelen van de netvoeding.
Of zorg voor een stroomonderbreker binnen handbereik.
Als zich de volgende situaties voordoen, schakelt u de projector uit, trekt u de stekker uit
het stopcontact en neemt u contact op met het Canon Call Center. Als u dit niet doet, kan
er brandgevaar ontstaan of kunt u een elektrische schok krijgen.
Als er rook uit het apparaat komt.
Als het apparaat een ongebruikelijke geur of vreemd geluid
produceert.
Als er water of een andere vloeistof in de projector is
terechtgekomen.
Als er metaal of ander vreemd materiaal in de projector is
terechtgekomen.
Als de projector is omgestoten of gevallen en de behuizing stuk
is gegaan.
Let voor wat betreft de stroomvoorziening, de stekker en de behandeling van de
connector op de volgende punten. Wanneer u deze instructies niet naleeft, kunnen brand
of een elektrische schok het gevolg zijn.
Plaats geen voorwerpen op het netsnoer en zorg ervoor dat het
netsnoer niet onder de projector beklemd raakt.
Leg het netsnoer nooit onder een kleed of de vloerbedekking.
Breng geen wijzigingen aan het netsnoer aan en zorg ervoor dat
u het snoer niet met kracht buigt, verdraait, bundelt of eraan
trekt.
Houd het netsnoer uit de buurt van verwarmingsapparaten of
andere warmtebronnen.
Gebruik nooit een beschadigd netsnoer. Koop bij de dealer een
nieuw netsnoer als het is beschadigd.
Gebruik geen stroomvoorziening met een andere spanning dan de
aangegeven spanning (100–240 V wisselstroom).
Steek geen metalen voorwerpen in de contactonderdelen van de
stekker of connector.
Het bij deze projector geleverde netsnoer is uitsluitend bedoeld
voor gebruik in combinatie met dit product. Gebruik dit snoer niet
voor andere producten.
Waarschuwing
Veiligheidsinstructies
14
Let voor wat betreft de stroomvoorziening, de stekker en de behandeling van de
connector op de volgende punten. Wanneer u deze instructies niet naleeft, kunnen brand
of een elektrische schok het gevolg zijn.
De stekker of connector niet met natte handen losmaken.
Steek de stekker en connector volledig in het stopcontact.
Gebruik ook geen beschadigde stekker of een loszittend
stopcontact.
Trek niet aan het netsnoer en houd bij het verwijderen van het
netsnoer de stekker of connector vast. Het netsnoer kan
beschadigd raken als u het niet op de juiste manier gebruikt.
Voor het gebruik van een verlengsnoer dient u zorgvuldig de
capaciteit ervan te controleren, om overbelasting van het snoer
te voorkomen.
Controleer regelmatig het netsnoer en het stopcontact en
verwijder alle stof en vuil dat zich tussen de stekker en het
stopcontact heeft verzameld.
Raak de projector zelf, het netsnoer of de kabel niet aan
wanneer het bliksemt.
De projector niet verplaatsen alvorens het apparaat uit te
schakelen, de stekker uit het stopcontact te verwijderen en alle
overige kabels los te maken.
Haal de stekker van de projector uit het stopcontact voordat u de
projector reinigt of er onderhoud aan pleegt.
Installatie en gebruik
Let bij het installeren en de behandeling van de projector op de volgende punten. Als u
dit niet doet, bestaat er de kans op brandgevaar, elektrische schokken of lichamelijk
letsel.
Gebruik de projector niet in omgevingen waar deze nat kan
worden, zoals in de buitenlucht of in een badkamer.
Plaats geen houders met vloeistof bovenop de projector.
De behuizing van de projector niet verwijderen of demonteren.
Het interne gedeelte van de projector bevat
hoogspanningsonderdelen, alsmede onderdelen die zeer heet
worden. Neem contact op met het Canon Call Center als
inspectie, onderhoud of reparatie vereist is.
De projector (inclusief Verbruiksonderdelen) of de
afstandsbediening niet demonteren of aanpassen.
Waarschuwing
Voorzichtig
15
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
Let bij het installeren en de behandeling van de projector op de volgende punten. Als u dit
niet doet, bestaat er de kans op brandgevaar, elektrische schokken of lichamelijk letsel.
Installeer de projector niet in een vochtige of stoffige ruimte of op een plaats
met vettige rook of stoom.
Zorg ervoor dat u valpreventiemaatregelen neemt, bijvoorbeeld door een
veiligheidskabel te gebruiken, als u de projector op een hoge plaats
installeert, bijvoorbeeld aan het plafond.
Kijk tijdens gebruik niet rechtstreeks in de luchtuitlaatroosters.
Steek geen voorwerpen in de ventilatieopeningen van de projector, zoals in
de luchtinlaat- of luchtuitlaatroosters.
Plaats geen spuitbussen voor de luchtuitlaatroosters. De druk van de inhoud
van de bus kan toenemen als gevolg van de hitte van de luchtuitlaatroosters
en dit kan een explosie veroorzaken.
Wanneer u stof of vuil verwijdert van projectoronderdelen zoals de lens of
het filter, mag u nooit brandbare sprays gebruiken. Interne onderdelen die
heet worden, kunnen ontvlammen en brand veroorzaken.
Gebruik voor het onderhoud van de projector geen hechtmiddelen,
smeerolie, andere olie of alkalische schoonmaakmiddelen.
Aangezien tijdens het gebruik van de
projector krachtige lichtstralen worden
uitgezonden, mag u nooit rechtstreeks in de
projectorlens kijken. Als u dit toch doet, kan
dit oogletsel veroorzaken. Let vooral op dat
kleine kinderen dit niet doen.
Het licht van deze projector is geclassificeerd als Risico-Groep 2 (RG2)
volgens de norm IEC 62471-5:2015.
Als kinderen de projector kunnen bereiken of aanraken, zorg dan altijd dat
de projector onder toezicht van een volwassene wordt gebruikt.
Houd of plaats geen optische instrumenten (zoals een vergrootglas, een
reflecterend voorwerp of een bril) in de lichtbundel van de projector.
Wanneer geprojecteerd licht breekt of wordt weerkaatst en in iemands ogen
schijnt, kan dit oogletsel veroorzaken.
Til de projector niet alleen op. Doe dit minstens met zijn tweeën.
Controleer of het oppervlak vlak en stabiel is als u de projector voor gebruik
op een hoge plek zet.
Gebruik de projector niet op een zacht oppervlak zoals een vloerkleed, een
schuimrubberen mat enzovoort.
Laat plafondbevestiging of andere installatiewerkzaamheden uitvoeren door
een bevoegde monteur of het Canon Call Center. Ondeugdelijke
installatiewerkzaamheden kunnen tot ongevallen leiden.
Waarschuwing
Voorzichtig
Veiligheidsinstructies
16
Labels met uitleg en waarschuwingslabels bevinden zich op de volgende posities
op de projector.
Laserlichtbron
De projector is geclassificeerd als een laserapparaat van Klasse 1 conform
IEC/EN 60825-1:2014.
Het apparaat is geclassificeerd als een laserapparaat van Klasse 3R
conform IEC/EN 60825-1:2007.
Voldoet aan de FDA-prestatienormen voor laserapparaten behalve voor
afwijkingen ingevolge Laser Notice nr. 50, gedateerd 24 juni 2007.
Laserparameters
Golflengte: 450 – 460 nm
Maximaal vermogen: 144 W
Bundelafwijking: 2°
De projector bevat een lasermodule. Demontage of wijziging is gevaarlijk en
is niet toegestaan.
U mag de projector alleen bedienen en afstellen zoals in deze handleiding
wordt beschreven. Onjuiste bediening of aanpassing vormt een risico op
blootstelling aan potentieel gevaarlijk laserlicht.
Gebruik de projector niet wanneer deze is beschadigd. Zelfs als de projector
volgens de beschrijving in deze handleiding wordt gebruikt, kan het niet
stoppen met het gebruik in geval van beschadiging (die kan worden herkend
door afwijkingen van de schermweergave) leiden tot brand, elektrische
schokken of oogletsel als gevolg van laserlicht.
Dit apparaat is uitgerust met een lasermodule. Het gebruik van
bedieningsorganen of afstellingen, of het uitvoeren van andere procedures
dan die hierin worden beschreven, kan leiden tot blootstelling aan
gevaarlijke straling.
Neem voor hulp bij het verwijderen van de projector contact op met het
Canon Call Center. Demonteer de projector niet zelf wanneer u deze
verwijdert.
Waarschuwing
Voorzichtig
17
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
18
Batterijen afstandsbediening
Let bij de behandeling van de batterijen op de volgende punten. Als u dat niet doet, kan
dit brand of lichamelijk letsel veroorzaken.
De batterijen niet verwarmen, kortsluiten of uit elkaar halen, en ze ook niet in
een vuur leggen.
Probeer de batterijen die met de afstandsbediening worden meegeleverd
niet op te laden.
Verwijder de batterijen wanneer deze volledig opgebruikt zijn of wanneer de
afstandsbediening gedurende lange tijd niet gebruikt zal worden.
Bij het vervangen van de batterijen, beide batterijen altijd tegelijkertijd
vervangen. Gebruik ook nooit twee batterijen van een ander type
tegelijkertijd.
Breng de batterijen in met de + en - polen in de juiste richting.
Als er vloeistof uit de batterijen lekt dat in contact komt met uw huid, moet u
dat er direct goed afwassen.
Waarschuwing
Voorzichtig
19
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
Behandeling
Let bij het installeren en de behandeling van de projector op de volgende punten.
Haal voor de veiligheid de stekker van de projector uit het
stopcontact als deze voor langere tijd niet zal worden gebruikt.
Als u dit niet doet, kan er brand ontstaan door stofophoping op
de stekker of het stopcontact.
Raak de delen van de behuizing rond en boven de
luchtuitlaatroosters niet aan, want deze kunnen tijdens het
projecteren heet worden. Let vooral op dat kleine kinderen deze
onderdelen niet aanraken. Plaats ook geen metalen voorwerpen
rondom of boven de luchtuitlaatroosters. Dergelijke voorwerpen
kunnen door de projector heet worden, en dit kan tot
brandwonden of ander letsel leiden.
Plaats geen zware voorwerpen bovenop de projector en ga er
niet op zitten / staan. Let vooral op dat kleine kinderen dit niet
doen. De projector kan hierdoor mogelijk omgestoten worden en
dit kan beschadiging of lichamelijk letsel veroorzaken.
Plaats de projector niet op een onstabiel of hellend oppervlak. De
projector kan hierdoor mogelijk komen te vallen of omgestoten
worden en dit kan beschadiging of lichamelijk letsel veroorzaken.
Plaats tijdens het projecteren geen
voorwerpen voor de lens. Start ook nooit de
projectie terwijl de lensdop er nog op zit. Als u
dit toch doet kan dit brand veroorzaken.
De lens wordt met een motor omhoog, omlaag, naar links en
naar rechts bewogen als reactie op de lensinstellingsfunctie.
Raak de lens niet aan wanneer deze beweegt. U loopt een kans
op letsel.
Voorzichtig
20
Voor veilig gebruik
Dragen en installatie
Let op het volgende wanneer u de projector draagt of vervoert.
Deze projector is een precisie-instrument. Laat de projector niet vallen en
stel deze niet bloot aan schokken. Als u dit toch doet, kan dit storingen
veroorzaken.
Draai de verstelvoetjes helemaal terug voordat u de projector verplaatst.
Uitstekende voetjes kunnen schade veroorzaken.
Raak de lens niet met blote handen aan. Door vegen of vingerafdrukken op
de lens kan de beeldkwaliteit verslechteren.
De bescherming van de projector kan niet gewaarborgd zijn als gebruikte
verpakkings- of schokabsorberende materialen opnieuw gebruikt worden.
Stukjes van het schokabsorberend materiaal kunnen bovendien in de
projector terecht komen en een storing veroorzaken.
Let op het volgende bij installatie en gebruik van de projector.
Pas op met condens.
Als de projector plotseling naar een warmere ruimte wordt verplaatst of
wanneer de temperatuur in de ruimte plotseling stijgt, kan zich condens
vormen op de lens of spiegels. Dit zorgt voor wazig beeld. In dit geval dient u
even te wachten en zeker te weten dat het vocht is verdampt voordat u de
projector weer in gebruik neemt.
Installeer de projector niet op een plaats met een hoge of lage temperatuur.
Als u dit toch doet, kan dit storingen veroorzaken. Het temperatuurbereik voor
gebruik en opslag is als volgt.
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot 45°C
Vochtigheid: tot 85%
Opslagtemperatuur: -20°C tot 60°C
Wanneer u de projector gebruikt op een hoogte van 2.300 m of hoger: stel in
het projectormenu [Grote hoogte] in op [Aan]. (P115)
Blokkeer de luchtinlaat- of luchtuitlaatroosters niet. Als de roosters
geblokkeerd zijn, kan de hitte in de projector er niet uit. Dit kan de
levensduur van de optische of andere onderdelen verkorten en de projector
beschadigen.
Installeer de projector met ten minste 50 cm open tussen de luchtinlaat-/-
uitlaatroosters en de wanden aan beide zijden van de projector. Laat een
opening van ten minste 2 cm open aan de onderkant van de projector. Er
bevindt zich een luchtinlaat onder de projector. Wanneer u onvoldoende
ruimte openlaat, kan de hitte in de projector er niet uit en kan de projector
beschadigd raken.
Plaats geen voorwerpen boven op de projector die door de hitte kunnen
vervormen of verkleuren.
Installeer de projector niet nabij elektrische hoogspanningsleidingen of een
elektrische stroombron.
Voorzichtig
Voorzichtig
Voorzichtig
Ten minste 50 cm
Ten minste
50 cm
Ten minste 50 cm
Ten minste
2cm
Ten minste 50 cm
21
Vóór de installatie
Vóór de installatie
Voorzorgsmaatregelen bij het dragen/
vervoeren van de projector
Voorzorgsmaatregelen voor installatie
Zorg ervoor dat u de gedeelten “Veiligheidsinstructies” en “Voor veilig
gebruik” (P7P20) leest. Neem tijdens de installatie ook de volgende
voorzorgsmaatregelen.
De projector niet in de volgende omgevingen gebruiken
Neem de volgende voorzorgen in acht bij het verplaatsen of vervoeren van de
projector.
Maak de kabels los die aan de projector zijn aangesloten. Het
meedragen van de projector terwijl de kabels nog aangesloten
zijn kan een ongeluk veroorzaken.
Draai de verstelvoetjes helemaal terug voordat u de projector
verplaatst. Als de voetjes uitgedraaid staan wanneer u de
projector verplaatst, kan dat schade veroorzaken.
Stel de projector niet bloot aan heftige schokken of trillingen.
De projector is zwaar. Draag deze niet alleen, maar minstens met
zijn tweeën.
Stoot niet tegen de projector en stel de projector niet bloot aan
schokken. Als u dit toch doet kan dit storingen veroorzaken.
Zet de projector niet op slechts één kant neer of in andere
instabiele posities. De projector kan beschadigd raken als deze
omvalt.
Locaties waar sprake is van extreme vochtigheid, stof, vettige
rook of tabaksrook
Vastzetting aan de lens, spiegels of andere optische onderdelen kan
de beeldkwaliteit verminderen.
In de buurt van hoogspanningslijnen of elektriciteitsbronnen
Dit kan leiden tot storingen.
Op een zachte ondergrond, zoals een vloerkleed of dikke mat
In de projector kan de warmte oplopen, waardoor deze beschadigd
kan raken.
Locaties waar sprake is van extreme temperaturen of
vochtigheid
Hierdoor kan de projector beschadigd raken. Het temperatuurbereik
in bedrijf en bij opslag en het vochtigheidsbereik zijn als volgt.
Bedrijfstemperatuur
Bedrijfsluchtvochtigheid
Opslagtemperatuur
0°C – 45°C
Tot 8 5 %
-20°C – 60°C
Voorzichtig
Voorzichtig
Voorzichtig
Vóór de installatie
22
Raak de lens niet met blote handen aan
Laat de projector zo mogelijk ongeveer 30 minuten opwarmen
voordat u scherpstelt (P62)
Direct na het opstarten kan de hitte van de lichtbron ertoe leiden dat niet goed kan
worden scherpgesteld. Bij het scherpstellen is het ook handig het testpatroon (10)
(P120, P205) te gebruiken.
Installeer de projector op voldoende afstand van muren en eventuele
andere obstakels
Pas op voor condensatie
Als de kamertemperatuur plotseling mocht toenemen, kan de vochtigheid in de
lucht condenseren op de projectorlens en -spiegel, waardoor het beeld onscherp
wordt. Wacht totdat de condens verdampt is en het geprojecteerde beeld weer
normaal wordt.
Pas de instellingen aan bij een hoogte van meer dan 2.300 m
Projectorinstellingen moeten worden aangepast als u de projector gebruikt op een
hoogte van 2.300 m of meer. Raadpleeg met name de instructies voor [Grote
hoogte] (P115) in het menu [Installatie-instellingen].
Raak de lens niet met blote handen aan. Door vegen of
vingerafdrukken op de lens kan de beeldkwaliteit verslechteren.
Als het luchtinlaat- of
luchtuitlaatrooster geblokkeerd
is, zal de warmte binnenin de
projector toenemen, wat
mogelijk kan leiden tot een
storing of een kortere
levensduur van de projector.
Installeer de projector ook niet
in een smalle, nauw omsloten
ruimte met slechte ventilatie.
Installeer het toestel op een
goed geventileerde plaats. Zorg
voor een minimale ruimte van
50 cm aan de bovenkant, de
zijkanten en achterkant van de projector. Zie de afbeelding hierna.
Houd ook een minimale ruimte van 2 cm open onder de projector.
Voorzichtig
Voorzichtig
Luchtinlaatrooster
Luchtinlaatrooster
Luchtuitlaat-
rooster
23
Vóór de installatie
Vóór de installatie
Bij plafondbevestiging
Wanneer u de projector gebruikt als
deze aan het plafond is bevestigd of op
een hoge locatie is geïnstalleerd, dient u
regelmatig te reinigen rond de
luchtinlaat- en -uitlaatroosters. Stof dat
zich ophoopt in luchtinlaat- of
uitlaatroosters, kan de ventilatie
verslechteren, waardoor de temperatuur
in de projector oploopt en er risico op
schade of brand ontstaat. Gebruik een
stofzuiger of iets vergelijkbaars om stof
te verwijderen uit het luchtinlaat- en
luchtuitlaatrooster.
Voorzichtig
Vóór de installatie
24
Installatie om omhoog, omlaag of in een hoek te
projecteren
Voorzichtig
U kunt omhoog, omlaag of in verschillende richtingen projecteren,
maar u mag de luchtinlaat- en -uitlaatroosters niet blokkeren. Zorg
vooral altijd voor ten minste 2 cm ruimte vanaf het
luchtinlaatrooster aan de onderkant van de projector.
Er zijn geen opties voor het installeren van de projector dan alleen
hangend aan de plafondarmatuur.
Bij montage aan het plafond is het handiger om de projector
rechtop (met de verstelvoetjes naar beneden) te installeren.
25
Vóór de installatie
Vóór de installatie
Voorzorgsmaatregelen voor staande installatie (rechtop)
Lichtbron
De projector maakt gebruik van een laser als lichtbron. De laser heeft het volgende
kenmerk.
U mag de luchtinlaat- en -uitlaatroosters niet blokkeren. Omdat
er zich een luchtinlaatrooster aan de onderkant van de projector
bevindt, dient u vooral altijd te zorgen voor ten minste 2 cm
ruimte aan de onderkant.
Er zijn geen montagebeugels of soortgelijke accessoires
verkrijgbaar voor staande installatie.
Factoren zoals langdurig gebruik en veranderingen in de
omgeving kunnen van invloed zijn op de beeldkwaliteit. U kunt
veranderingen in de helderheid als gevolg van urenlang gebruik
of van de omgevingstemperatuur tegengaan door [Lichtbron
kalibreren] in [Kalibreren] uit te voeren (P137).
Voorzichtig
Voorzichtig
Vóór de installatie
26
Copyrightmededeling
Houd er rekening mee dat als u een beeld voor commerciële doeleinden of
publieke presentaties vergroot of verkleint u mogelijk inbreuk maakt op de
wettelijk beschermde auteursrechten van de auteursrechtenhouder van het
oorspronkelijke materiaal.
Zorgen voor een goede netwerkbeveiliging
Neem maatregelen voor een goede netwerkbeveiliging. Canon is op geen
enkele manier aansprakelijk voor directe of indirecte schade als gevolg van
problemen met de netwerkbeveiliging, zoals toegang door onbevoegden.
Voorafgaand aan gebruik dient u de projector, de computer en
netwerkbeveiligingsinstellingen correct te configureren.
Stel de projector alleen in voor verbindingen binnen uw beveiligde netwerk,
achter een firewall of iets dergelijks, in plaats van via een directe
internetverbinding.
Wanneer u de projector in een draadloos netwerk gebruikt, dient u ook de
Wi-Fi-beveiligingsinstellingen te configureren.
Verander regelmatig de Wi-Fi-beveiligingscode.
Handelsmerken
Ethernet is een gedeponeerd handelsmerk van Xerox Corporation.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en / of andere landen.
Mac, Mac OS en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Inc.,
gedeponeerd in de Verenigde Staten en / of andere landen.
HDMI, het HDMI-logo en High Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC.
PJLink is een gedeponeerd handelsmerk van JBMIA en aangevraagd
handelsmerk in bepaalde landen.
PJLink is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk in aanvraag in
Japan, de Verenigde Staten en / of andere landen of gebieden.
AMX is een gedeponeerd handelsmerk van Harman International Industries,
Inc.
Crestron®, Crestron RoomView® en Crestron Connected™ zijn
gedeponeerde handelsmerken van Crestron Electronics, Inc.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
Wi-Fi CERTIFIED, WPA, WPA2 en het Wi-Fi CERTIFIED-logo worden
gebruikt in verwijzingen naar configuratiemethoden die door de Wi-Fi
Alliance zijn ontwikkeld.
Alle overige handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve
eigenaren.
27
Open-sourcesoftware
Open-sourcesoftware
Het product bevat modules met open-sourcesoftware. Voor meer informatie de
procedure, download het gecomprimeerde archiefbestand met de
gebruikershandleiding van de Canon-website. Extraheer de inhoud van het
gecomprimeerde archiefbestand en lees het bestand “ThirdPartySoftware.pdf”
(licenties voor software van derden) in de map [LICENSE].
In dezelfde map vindt u ook de licentievoorwaarden voor elke module.
Software onder de General Public License versie 2 van
GNU
Ingesloten programma’s zijn vrije software. U kunt ze verder verspreiden en/of
aanpassen onder de voorwaarden van de General Public License van GNU, die is
bijgesloten bij elk exemplaar van het programma.
Elk programma wordt verspreid in de hoop dat het nuttig is, maar ZONDER ENIGE
GARANTIE, zonder zelfs de impliciete garantie van VERKOOPBAARHEID of
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Zie de gedeelten “GEEN
GARANTIE” en “GEEN ONDERSTEUNING” hierna. Raadpleeg de volledige tekst
van de General Public License van GNU voor meer informatie.
GEEN GARANTIE
OMDAT HET PROGAMMA GRATIS IN LICENTIE WORDT GEGEVEN, IS ER
GEEN GARANTIE VOOR HET PROGRAMMA, VOOR ZOVER DIT IS
TOEGESTAAN ONDER TOEPASBAAR RECHT. TENZIJ SCHRIFTELIJK
ANDERS OVEREENGEKOMEN BIEDEN DE AUTEURSRECHTENHOUDERS
EN/OF ANDERE PARTIJEN HET PROGRAMMA “AS IS” AAN, ZONDER ENIGE
GARANTIE, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, INCLUSIEF, MAAR NIET BEPERKT
TOT, DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. HET VOLLEDIGE RISICO MET
BETREKKING TOT DE KWALITEIT EN PRESTATIES VAN HET PROGRAMMA
LIGT BIJ U. ALS HET PROGRAMMA DEFECT BLIJKT TE ZIJN, BENT U
VERANTWOORDELIJK VOOR DE KOSTEN VAN ALLE NOODZAKELIJKE
ONDERHOUDS-, REPARATIE- OF CORRECTIEWERKZAAMHEDEN.
IN GEEN GEVAL, TENZIJ VERPLICHT ONDER TOEPASBAAR RECHT OF
SCHRIFTELIJK OVEREENGEKOMEN, ZIJN AUTEURSRECHTENHOUDERS,
OF ENIGE ANDERE PARTIJ, DIE HET PROGAMMA ZOALS HIERBOVEN
TOEGESTAAN, MOGEN AANPASSEN EN/OF VERDER VERSPREIDEN,
AANSPRAKELIJK JEGENS U VOOR SCHADE, MET INBEGRIP VAN
ALGEMENE, SPECIALE OF INCIDENTELE SCHADE OF VERVOLGSCHADE
DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIK VAN OF HET NIET KUNNEN
GEBRUIKEN VAN HET PROGRAMMA (MET INBEGRIP VAN MAAR NIET
BEPERKT TOT HET VERLIES OF HET ONNAUWKEURIG WORDEN VAN
GEGEVENS, OF VERLIEZEN DIE DOOR U OF DERDEN ZIJN GELEDEN OF
HET NIET WERKEN VAN HET PROGRAMMA IN COMBINATIE MET ANDERE
PROGRAMMA’S), ZELFS INDIEN EEN DERGELIJKE HOUDER OF ANDERE
PARTIJ IN KENNIS IS GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE
SCHADE.
Open-sourcesoftware
28
GEEN ONDERSTEUNING
Canon Inc., en al haar dochterondernemingen en dealers, bieden geen enkele
ondersteuning met betrekking tot de broncode. Canon Inc., en al haar
dochterondernemingen en dealers, reageren niet op vragen of verzoeken om
inlichtingen, van u of van andere klanten, met betrekking tot de broncode.
29
Vóór gebruik
Vóór gebruik
Meegeleverde accessoires
Controleer of de verpakking de volgende items bevat voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Lenskap
Verwijder de lenskap altijd voordat u de
projector gebruikt. Als u tijdens de projectie
vergeet de lensdop te verwijderen, kan die
krom trekken en ook de projector
beschadigen.
Afstandsbediening (Onderdeelnr.: RS-RC05)
U kunt de afstandsbediening ook via
een kabel aansluiten op de projector.
(P39)
Netsnoer (1,8 m)
Belangrijke informatie
Batterijen voor afstandsbediening
(AA-formaat x2)
Lenskap
Garantiebewijs
Lenskap
Vóór gebruik
30
Benaming van de onderdelen
Projector
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Aansluitingen en connectoren (P35)
Projectielens
Zijbedieningspaneel (P32)
Luchtinlaatrooster
Luchtfilter (P202)
Blokkeer de
luchtinlaat niet.
Als u dit wel doet, kan
dit storingen
veroorzaken.
Voorzichtig
Infraroodontvanger (P39) Verstelvoetjes (P42)
LED-lampjes (P33)
Bevestigingsgat diefstalbeveiliging
Een diefstalbeveiligingskabel (niet
meegeleverd) kan bevestigd worden.
Verwijder de lenskap
altijd voordat u de
projector gebruikt.
Als u dit vergeet, kan
het storingen
veroorzaken.
Voorzichtig
Netsnoerconnector
(P55)
Luchtuitlaatrooster
Blokkeer de luchtuitlaat
niet. Als u dit toch doet kan
dit storingen veroorzaken.
Voorzichtig
Infraroodontvanger (P39)
Verankeringspunt
Voor bevestiging van een kabel of draad ter voorkoming van diefstal.
Er is een opening van 2 mm aanwezig waar de kabel doorheen kan worden geleid.
31
Vóór gebruik
Vóór gebruik
Onderkant
Luchtinlaatrooster
Vóór gebruik
32
Zijbedieningspaneel
(3)
(5)
(1) (2)
(4) (6) (7)
(1) POWER-knop (P56, P74)
Schakelt de projector in of uit.
(2) INPUT-knop (P59)
Schakelt over op een ander
ingangssignaal.
(3) LENS-knop (P62)
Bij elke druk op de knop verandert
het instelvenster, van
scherpstelling (P62) naar zoom
(beeldformaat) (P63) naar
lensverschuiving (beeldpositie)
(P65).
Stel het beeld in met de [ ] / [ ] of
de [ ] / [ ]-knoppen.
Afhankelijk van de instelling voor
[Marginale scherpstelling] (P116)
verschijnt na het scherpstelvenster
ook het venster voor marginale
scherpstelling, voor de
scherpstelling van beeldranden
(P199).
(4) KEYSTONE-knop (P68)
Corrigeert de
trapeziumvervorming.
(5) OK-knop (P80)
Bevestigt het item dat uit het menu
geselecteerd is.
(6) Pijl / VOL-knoppen (P79)
Omhoog, omlaag, naar links of
naar rechts bij het navigeren in
menu’s of andere handelingen.
Stelt het geluidsvolume in.
[ ] / VOL –-knoppen: Verlaagt het
volume.
[ ] / VOL +-knoppen: Verhoogt het
volume.
(7) MENU-knop (P78)
Laat een menu zien op het scherm.
33
Vóór gebruik
Vóór gebruik
LED-lampjes
De status van de projector wordt aangegeven door de LED-lampjes (uit / brandt /
knippert).
POWER (groen) : Brandt tijdens de projectie.
Anders knippert deze in de volgende
situaties.
Wanneer de projector van stand-by
naar projectie gaat
Terwijl de lichtbron uit is in de
energiebesparingsfunctie
STAND BY (rood): Brandt tijdens stand-by.
Anders knippert deze in de volgende
situaties.
Wanneer de projector van projectie
naar stand-by gaat
Terwijl de lichtbron uit is in de
energiebesparingsfunctie
WARNING (rood) : Brandt of knippert wanneer zich een
fout voordoet.
LIGHT (oranje) : Brandt of knippert in geval van een
probleem met de lichtbron.
TEMP (rood) : Brandt of knippert wanneer de interne
temperatuur hoog is.
Vóór gebruik
34
Overzicht van LED-lampjes
De werkingsstand van de projector wordt aangegeven met vijf LED-lampjes, zoals
getoond in het onderstaand overzicht.
Zie “Informatie over LED-lampjes” (P217) voor meer informatie over
waarschuwingen.
Voorbeeld van het POWER-lampje : Uit : Brandt : Knippert
LED indicator
Bedrijfstoestand
POWER
(groen)
STAND BY
(rood)
WARNING
(rood)
LIGHT
(oranje)
TEMP
(rood)
De stekker van de projector zit niet in
het stopcontact.
In de standbystand.
Gebruik (projectie) wordt hervat na
standby.
Afkoelen en overstap van
ingeschakelde stand naar
standbystand of
energiebesparingsfunctie.
Ingeschakeld. (Er worden beelden
geprojecteerd.)
In de energiebesparingsfunctie, met
de lichtbron uit. (Knippert groen en
dan rood.)
Interne temperatuur is hoog. (In de
standbystand.)
Interne temperatuur is hoog. (Tijdens
het projecteren.)
Er heeft zich een fout voorgedaan
met de lichtbron.
Er is een temperatuurfout
opgetreden.
Knippert 3 keer: Luchtfilterfout.
Knippert 4 keer: Ventilatorfout.
Knippert 5 keer: Voedingsfout.
35
Vóór gebruik
Vóór gebruik
Aansluitingen
(1) Activeringsaansluiting (TRIGGER) (P200)
Gebruikt voor de activering van een scherm of een ander extern apparaat
wanneer de projector in of uit wordt geschakeld.
(2) HDMI-aansluiting (HDMI) (P48, P49)
Voor de ontvangst van digitale videosignalen (HDMI).
Verzendt zowel video- als audiosignalen over een enkele kabel.
(3) Digital PC-/DVI-D-aansluiting (DVI-D) (P48)
Voor aansluiting van de externe monitoruitgang van een computer.
Ontvangt digitaal pc-signaal (Digital PC).
(4) Servicepoort (CONTROL) (P214)
Voor de uitvoering van gebruikersopdrachten (P215P216).
(5) LAN-poort (P139)
Voor aansluiting van de LAN-kabel (Shielded Twisted Pair).
Wordt gebruikt voor het op een netwerk aansluiten van de projector.
(6) USB-poort (P138)
Voor aansluiting van een USB-flashstation. Voor firmware-updates.
(7) AUDIO IN-aansluiting (AUDIO IN) (P48)
Voor audio-invoer. Audiosignalen die via deze aansluiting binnenkomen,
worden afgespeeld via de ingebouwde luidspreker als u [Audio in] selecteert
als de audiobronaansluiting voor de geselecteerde videobron.
(8) AUDIO OUT-aansluiting (AUDIO OUT) (P48, P49)
Stuurt het gekozen geluidssignaal uit. (Bij aansluiten van een audiokabel op
deze aansluitbus wordt de luidsprekerweergave gedempt.)
(9) Aansluiting voor afstandsbediening met kabel (REMOTE) (P39)
Voor aansluiting van de afstandsbediening met kabel.
(6) (7) (8)(5)
(1) (3)
(4)
(2)
(9)
36
Vóór gebruik
Afstandsbediening
(1) POWER-knop (P56, P74)
Schakelt de projector in of uit.
(2) ASPECT-knop (P67, P96)
Verandert de aspectverhoudingmodus.
(3) Pijlknoppen (P79)
Selecteert het bovenste, onderste,
linker of rechter item in het menu.
(4) OK-knop (P80)
Bevestigt het item dat uit het menu
geselecteerd is.
(5) ZOOM-knop (P63)
Stelt het beeldformaat in.
[ ] / [ ]-knoppen:
Vergroot het beeldformaat.
[ ] / [ ]-knoppen:
Verkleint het beeldformaat.
(6) FOCUS-knop (P62)
Past de scherpstelling aan.
[ ] / [ ]-knoppen:
Plaatst de scherpstelpositie verder weg.
[ ] / [ ]-knoppen:
Plaatst de scherpstelpositie dichterbij.
Door tweemaal indrukken van de
FOCUS-toets kunt u de scherpte langs
de randen van het beeld regelen
(P199).
[Marginale scherpstelling] functie
(P116).
(7) TEST PATTERN-knop (P120)
Toont het testpatroon.
(8) D.ZOOM-knop
Wordt niet gebruikt bij dit product.
(9) Ch-knop (P126)
Wijzigt de kanaalinstelling van de
afstandsbediening als de
afstandsbediening wordt gebruikt via de
infraroodzender.
(10) IMAGE-knop (P71)
Schakelt over op een andere
beeldmodus (beeldkwaliteit).
(11) AUTO PC-knop
Wordt niet gebruikt bij dit product.
(12) INPUT-knop (P59)
Schakelt over op een ander
ingangssignaal.
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(7)
(6)
(8)
(9)
(11)
(12)
(10)
37
Vóór gebruik
Vóór gebruik
(13) Knoppen om invoer te wijzigen
Wijzigt het ingangssignaal van Digital
PC naar HDMI en vice versa.
ANALOG 1, ANALOG 2 en
COMPONENT worden bij dit product
niet gebruikt.
(14) MENU-knop (P78)
Laat een menu zien op het scherm.
(15) EXIT-knop (P81)
Annuleert tijdens de bediening functies
zoals menuweergave of testpatroon af
(terugkeer naar beeldweergave).
(16) SHIFT-knop (P65)
Verschuift het beeld omhoog, omlaag,
naar links of naar rechts.
[ ] / [ ] / [ ] / [ ]-knoppen:
Voor verplaatsen van het beeld.
(17) KEYSTONE-knop (P68)
Corrigeert de trapeziumvervorming.
Via [Trapezium] kunt u zowel de hoeken
als het horizontale/verticale trapezium
(via aanpassing van de lengte boven/
onder/links/rechts) corrigeren.
(18) VOL-knop
Stelt het geluidsvolume in.
[ ]-knop, [3]-knop:
Verhoogt het volume.
[ ]-knop, [6]-knop:
Verlaagt het volume.
(19) MUTE-knop
Dempt het geluid.
(20) Nummerknoppen (P131, P144,
P147)
Voor de invoer van het wachtwoord en
de TCP/IP-instellingen.
(21) Fn-knop
Wordt niet gebruikt bij dit product.
(22) BLANK-knop (P75)
Maakt het beeld tijdelijk zwart.
(23) FREEZE-knop (P75)
Zet het geprojecteerde beeld stil.
(24) Aansluiting voor
afstandsbediening met kabel (P39)
Hiermee sluit u de afstandsbediening
aan op de projector, voor bediening op
afstand.
(14)
(15)
(16)
(17)
(18)
(19)
(24)
(23)
(22)
(21)
(20)
(13)
Vóór gebruik
38
De afstandsbediening voorbereiden
De batterijen van de afstandsbediening installeren
Als niet alle knoppen op de afstandsbediening werken wanneer u de projector probeert
te bedienen, vervang de batterijen dan door nieuwe.
Laat de afstandsbediening niet vallen en stel hem niet bloot aan schokken.
Mors geen vloeistoffen op de afstandsbediening. Als u dit toch doet kan dit storingen
veroorzaken.
Verwijder gebruikte batterijen in overeenstemming met lokale voorschriften.
Let bij het inbrengen en verwijderen van batterijen op de volgende
punten. Als u dat niet doet, kan dit brand of lichamelijk letsel
veroorzaken.
De batterijen niet verwarmen, kortsluiten of uit elkaar halen, en ze
ook niet in een vuur leggen.
Probeer de batterijen die met de afstandsbediening worden
meegeleverd niet op te laden.
Verwijder de batterijen wanneer deze volledig opgebruikt zijn of
wanneer de afstandsbediening gedurende lange tijd niet gebruikt
zal worden.
Bij het vervangen van de batterijen, beide batterijen altijd
tegelijkertijd vervangen. Gebruik ook nooit twee batterijen van
een ander type tegelijkertijd.
Breng de batterijen in met de + en - polen in de juiste richting.
Als er vloeistof uit de batterijen lekt dat in contact komt met uw
huid, moet u dat er direct goed afwassen.
3 Doe het klepje van
het vakje weer dicht.
Steek het lipje in de
gleuf in de
afstandsbediening (1)
en duw het
batterijklepje dicht (2).
2 Doe de batterijen
er in.
Steek 2 nieuwe AA-
batterijen in het vakje
met de + en de – polen
op de juiste plaats.
1 Maak het klepje van
het batterijenvakje
open.
Trek het lipje van het
batterijklepje omhoog
terwijl u erop drukt.
(1)
(2)
Waarschuwing
Voorzichtig
39
Vóór gebruik
Vóór gebruik
Bedieningsbereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening is van het type dat infrarood gebruikt. Richt het op de
infraroodontvanger op de voor- of achterkant van de projector om het te bedienen.
De afstandsbediening (RS-RC05) met kabel gebruiken
U kunt de afstandsbediening ook via een kabel aansluiten op de projector.
Gebruik hiervoor een kabel met een stereoministekker van 3,5 mm ø (niet meegeleverd).
Gebruik de afstandsbediening binnen een hoek van 25° in alle richtingen vanaf recht
voor de infraroodontvanger.
De afstandsbediening werkt niet wanneer er zich een object tussen de
afstandsbediening en de projector bevindt, of wanneer de infraroodontvanger op de
projector blootstaat aan direct zonlicht of sterk licht vanuit verlichtingsapparatuur.
Wanneer u 2 of meer projectoren tegelijkertijd gebruikt, kunt u de kanaalinstellingen
veranderen om te voorkomen dat de ene afstandsbediening de andere stoort. (P126)
Infrarood zal niet werken wanneer een kabel is aangesloten op de projector of de
afstandsbediening.
Gebruik een kabel met een stereoministekker van 3,5 mm ø (niet meegeleverd) en een
lengte van 30 m of minder.
8 m
25°
8 m
25°
25°
25°
Kabel met stereoministekker van
3,5 mm ø (niet meegeleverd)
Aansluiting voor
afstandsbediening
met kabel
Afstandsbediening
(RS-RC05)
40
41
Veiligheidsinstructies
Vóór gebruik
Basis
Installatieprocedure
Aansluitprocedure
Projectieprocedure
Handige functies
Geavanceerd
Menu’s gebruiken
Menuconfiguratie
Menu-instellingen
Gebruik van de projector
met een netwerk
Geavanceerde projectie
Overige informatie
Onderhoud
Productspecificaties
Problemen oplossen
Basis
42
Installatieprocedure
Zorg ervoor dat u “Vóór de installatie” (P21) leest voordat u de projector
opstelt.
De projector opstellen
De projector voor het scherm plaatsen
Plaats de projector voor het scherm.
Installatie op de grond
Om de projectiestand af te stellen wanneer de projector op de vloer is
geïnstalleerd, gebruikt u de lensverschuivingsfunctie (P46, P65) om het beeld
omhoog / omlaag / naar links / naar rechts bij te stellen.
Raadpleeg pagina 44 voor informatie over de relatie tussen beeldformaat en
projectieafstand.
Voorkom trapeziumvervorming en
installeer de projector zodanig dat deze
zich ten opzichte van het scherm in een
rechte hoek bevindt.
Het scherm mag niet blootgesteld
worden aan direct zonlicht of licht uit
verlichtingsapparatuur. In een
helderverlichte ruimte is het aanbevolen
de lichten uit te doen, de gordijnen te
sluiten en al het overige te doen om
ervoor te zorgen dat het scherm goed te
zien is.
Met sommige schermen kunnen de
kleuren onnatuurlijk lijken wanneer u de
beelden van opzij bekijkt. Gebruik voor
het beste resultaat een mat scherm met
een brede kijkhoek.
Scherm
Optische as
Optische as
Scherm
Lensverschuiving
43
Installatieprocedure
Basis Installatieprocedure
Installatie op een hoge locatie
Met de lensinstelfunctie (P46) kunt u beelden iets lager projecteren. Let er bij
projectie vanaf een hoog oppervlak op dat het oppervlak vlak en stabiel is en
installeer de projector rechtop (met de verstelvoetjes naar beneden).
Bevestiging aan het plafond of projectie vanaf de achterkant
U kunt de projector aan het plafond bevestigen (plafondbevestiging) of u kunt hem
achter een doorschijnend scherm plaatsen (achterwaartse projectie).
Bij montage aan het plafond is het handiger om de projector rechtop (met de
verstelvoetjes naar beneden) te installeren.
Controleer of het
oppervlak vlak en
stabiel is als u de
projector opstelt op
een hoge plek. Als u
dat niet doet, kan de
projector vallen en dit
kan leiden tot
ongelukken of letsel.
Waarschuwing
Plafondbevestiging
Projectie vanaf de achterkant
Installatieprocedure
44
Relatie tussen beeldformaat en
projectieafstand
De grootte van het geprojecteerde beeld wordt bepaald door de afstand tussen de
projector en het scherm (projectieafstand) en de zoompositie. Raadpleeg volgende
tabel en bepaal de afstand tussen projector en scherm.
4K600STZ/4K601STZ
Relatie tussen beeldformaat en projectieafstand (referentiewaarden)
Beeldformaat
(diag.)
4096 x 2160 4096 x 2400
Beeldformaat
[cm]
Projectieafstand
[m]
Beeldformaat
[cm]
Projectieafstand
[m]
Breedte Hoogte
Breedte-
limiet
Telelimiet Breedte Hoogte
Breedte-
limiet
Telelimiet
40 90 47 0,9 1,2 88 51 0,9 1,1
60 135 71 1,3 1,8 131 77 1,3 1,7
80 180 95 1,8 2,4 175 103 1,8 2,3
100 225 118 2,3 3,0 219 128 2,2 2,9
120 270 142 2,7 3,6 263 154 2,7 3,5
140 315 166 3,2 4,2 307 180 3,1 4,1
160 359 190 3,7 4,8 351 205 3,6 4,7
180 404 213 4,1 5,4 394 231 4,0 5,3
200 449 237 4,6 6,0 438 257 4,5 5,8
220 494 261 5,1 6,6 482 282 4,9 6,4
240 539 284 5,5 7,2 526 308 5,4 7,0
260 584 308 6,0 7,8 570 334 5,9 7,6
280 629 332 6,5 8,4 614 360 6,3 8,2
300 674 355 6,9 9,0 657 385 6,8 8,8
350 786 415 8,1 10,5 767 449 7,9 10,3
400 899 474 9,3 12,1 877 514 9,0 11,8
450 1011 533 10,4 13,6 986 578 10,2 13,2
500 1123 592 11,6 15,1 1096 642 11,3 14,7
550 1236 652 12,8 16,6 1205 706 12,4 16,2
600 1348 711 1315 770 13,6 17,7
Hoogte
Breedte
Beeldformaat
(diagonaal)
45
Installatieprocedure
Basis Installatieprocedure
4K600Z/4K601Z
Relatie tussen beeldformaat en projectieafstand (referentiewaarden)
Beeldformaat
(diag.)
4096 x 2160 4096 x 2400
Beeldformaat
[cm]
Projectieafstand
[m]
Beeldformaat
[cm]
Projectieafstand
[m]
Breedte Hoogte
Breedte-
limiet
Telelimiet Breedte Hoogte
Breedte-
limiet
Telelimiet
40 90 47 1,2 2,1 88 51 1,2 2,1
60 135 71 1,8 3,2 131 77 1,8 3,1
80 180 95 2,4 4,2 175 103 2,3 4,1
100 225 118 3,0 5,3 219 128 2,9 5,2
120 270 142 3,6 6,3 263 154 3,5 6,2
140 315 166 4,2 7,4 307 180 4,1 7,2
160 359 190 4,8 8,5 351 205 4,7 8,2
180 404 213 5,4 9,5 394 231 5,3 9,3
200 449 237 6,0 10,6 438 257 5,9 10,3
220 494 261 6,6 11,6 482 282 6,4 11,3
240 539 284 7,2 12,7 526 308 7,0 12,4
260 584 303 7,8 13,7 570 334 7,6 13,4
280 629 332 8,4 14,8 614 360 8,2 14,4
300 674 355 9,0 15,9 657 385 8,8 15,5
350 786 415 10,5 18,5 767 449 10,3 18,0
400 899 474 12,0 21,1 877 514 11,7 20,6
450 1011 533 13,5 23,8 986 578 13,2 23,2
500 1123 592 15,0 26,4 1096 642 14,6 25,8
550 1236 652 16,5 29,1 1205 706 16,1 28,3
600 1378 711 1315 770 17,6 30,9
Installatieprocedure
46
Lensinstelfunctie
U kunt het beeld in alle richtingen verplaatsen door op de afstandsbediening op de
SHIFT-knop te drukken. Daarmee draait u de lens omhoog, omlaag, naar links of
naar rechts. Raadpleeg “De beeldpositie instellen” (P65) voor instructies.
Mate van lensverschuiving
De mate van verschuiving wordt in percentages aangegeven in verhouding tot
hoogte en breedte van het beeld. Het bereik van de lensverschuivingsfunctie voor
de projector is als volgt.
U kunt de lens omhoog, omlaag, naar links en naar rechts verschuiven. De
projector functioneert naar behoren als u de lens instelt binnen het hierna
beschreven aanbevolen bereik. De hoeken en randen van het beeld kunnen echter
onscherp of donker worden buiten de laatste 10% van het horizontale
verschuifbereik van de lens en buiten de laatste 15% van het verticale
lensverschuifbereik. Gebruik in dat geval een lensinstelling binnen het aanbevolen
bereik.
A (Mate van verticale verschuiving) ±60%
B (Mate van horizontale verschuiving) ±10%
A
Aanbevolen lensinstelbereik
Lensinstelbereik
10%
15%
A
A
A
BB
47
Installatieprocedure
Basis Installatieprocedure
Maximale verticale (A) en horizontale (B) verschuiving via lensinstelling
(referentiewaarden [cm])
Beeldformaat (diag.)
4096 x 2160 4096 x 2400
ABAB
40 28 9 31 9
60 43 13 46 13
80 57 18 62 18
100 71 22 77 22
120 85 27 92 26
140 100 31 108 31
160 114 36 123 35
180 128 40 139 39
200 142 45 154 44
220 156 49 169 48
240 171 54 185 53
260 185 58 200 57
280 199 63 216 61
300 213 67 231 66
350 249 79 270 77
400 284 90 308 88
450 320 101 347 99
500 355 112 385 110
550 391 124 424 121
600 427 135 462 131
(A)-waarden geven bij benadering de verticale lensverschuiving aan vanaf de
beeldpositie in het midden binnen het ondersteunde lensinstelbereik.
(B)-waarden geven bij benadering de horizontale lensverschuiving aan vanaf de
beeldpositie in het midden binnen het ondersteunde lensinstelbereik.
Bekijk de geprojecteerde beelden terwijl u de lens instelt.
Als het beeld niet langer beweegt, hebt u de grens van het lensinstelbereik bereikt.
48
Aansluitprocedure
Een computer aansluiten
Schakel zowel de projector als het andere apparaat uit voordat u de projector
aansluit op andere apparatuur.
Zie “4K-projectie” (P50) voor informatie over het aansluiten van meerdere
ingangsbronnen voor 4K-projectie.
Voorzichtig
Versterkte luidsprekers
Ministekker RCA-
aansluiting
Audiokabel
(niet inbegrepen)
AUDIO OUT-
aansluiting
DVI-D-aansluiting
AUDIO IN-aansluiting
DVI-D-kabel
(niet inbegrepen)
AUDIO-
uitgangsaansluiting
Monitoruitgang
(DVI-D-aansluiting)
Computer
HDMI-
aansluiting
HDMI-
aansluiting
Audiokabel
(niet inbegrepen)
Audiokabel
(niet inbegrepen)
HDMI-kabel
(niet inbegrepen)
49
Aansluitprocedure
Basis Aansluitprocedure
Een AV-apparaat aansluiten
Versterkte luidsprekers
Ministekker RCA-aansluiting
Audiokabel
(niet inbegrepen)
HDMI-
aansluitng
AUDIO OUT-
aansluiting
AV-apparaat
HDMI-kabel
(niet inbegrepen)
HDMI-aansluiting
Audiokabel
(niet
inbegrepen)
Audiokabel
(niet
inbegrepen)
Activerings-
aansluiting
Ministekker
Scherm of ander product
compatibel met de
activeringsaansluiting
Aansluitprocedure
50
4K-projectie
Definitie van 4K
Diverse beeldrasterspecificaties worden aangeduid als 4K, inclusief 3840 x 2160,
3840 x 2400, 4096 x 2160 en 4096 x 2400, zoals aangegeven in de volgende
vergelijkende simulatie.
De projector is geschikt voor ingangssignalen tot de maximale 4K-resolutie van
4096 x 2400.
Zie de tabel met ondersteunde signalen voor meer informatie. (P206)
Geschiktheid voor 4K digitale signalen
De projector is voorzien van DVI-D en HDMI: 2 (4K/Deep Color/HDCP2.2*
1
)
ingangen. Afhankelijk van de dotklok worden DVI-D ingangssignalen
geclassificeerd als single-link of dual-link.
Voor de projectie van resoluties met een dotklok die hoger is dan 165 MHz is een
dual-linkstekker en -kabel nodig.
Voornaamste DVI-D ingangsresoluties
4096 x 2160 (dual-link; verticale frequentie: 24 Hz)
Voornaamste HDMI 2.0 ingangsresoluties
3840 x 2160 (verticale frequentie: 60 Hz)
4096 x 2160 (verticale frequentie: 60 Hz)
Resolutie QFHD (3840 x 2160)
Frequentie 24 Hz 60 Hz
Subsampling 422 444 422 444
Kleurdiepte 8 bits 10 bits 8 bits 10 bits 8 bits 10 bits 8 bits 10 bits
HDMI 1.4
(bandbreedte 10,2 Gbps) x 1
HDMI 2.0*
2
(bandbreedte 18 Gbps) x 1
1920 x 1080
3840 x 2160
4096 x 2400
Single-linkstekker
Dual-linkstekker
51
Aansluitprocedure
Basis Aansluitprocedure
*1 HDCP, de afkorting voor Hoge-bandbreedte Digitale Inhoudsbeveiliging, is een
vorm van digitale kopieerbeveiliging ter voorkoming van het onwettig kopiëren
van inhoud, door de versleuteling van digitale signalen overgebracht via HDMI
van afspeelapparatuur zoals computers naar weergaveapparatuur zoals
projectors. De HDCP-specificaties zijn vastgesteld en worden bijgehouden door
Digital Content Protection, LLC.
*2 Gebruik een HDMI-kabel die geschikt is voor 18 Gbps.
Meervoudige ingangsmodus
DVI-D
Met vier DVI-D dual-link kabels kunt u signalen tot 4096 x 2400 (verticale
frequentie: 60 Hz) toevoeren. De binnenkomende signalen via de vier kabels
worden gecombineerd tot een enkel beeld.
Resolutie DCI (4096 x 2160)
Frequentie 24 Hz 60 Hz
Subsampling 422 444 422 444
Kleurdiepte 8 bits 10 bits 8 bits 10 bits 8 bits 10 bits 8 bits 10 bits
HDMI 1.4
(bandbreedte 10,2 Gbps) x 1
HDMI 2.0*
2
(bandbreedte 18 Gbps) x 1
Workstations aansluiten via vier dual-link DVI-kabels
Aansluitprocedure
52
HDMI
Met twee HDMI-kabels kunt u signalen van 4096 x 2160 pixels (verticale frequentie:
60 Hz) projecteren als een enkel beeld. De binnenkomende signalen via de twee
kabels worden gecombineerd tot een enkel beeld.
U kunt geen beelden projecteren op twee of vier schermen als de projector is
aangesloten op meerdere afspeelapparaten.
Eén beeld kan niet worden geprojecteerd door twee HDMI 2.0-kabels met signalen van
4096 x 2160 (verticale frequentie: 120 Hz) te gebruiken.
Desktopcomputers aansluiten via twee HDMI-kabels
53
Aansluitprocedure
Basis Aansluitprocedure
Instellingen voor de meerdere invoermodus
Kies voor het combineren van twee HDMI- of vier DVI-ingangssignalen tot een
enkel beeld. Controleer vooraf de video-uitgangsinstellingen van de computer,
omdat deze moeten overeenkomen met de weergave-indeling (gesplitste
weergave of weergave in vier kwadranten).
Zie voor aanwijzingen over het inschakelen van de projector “Stap 1 De projector
inschakelen” (P56).
1 Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele
instellingen] > [Meerdere invoermodus selecteren].
2 Selecteer de gewenste invoermodus.
Meerdere invoermodus
Geef het type beeld (inclusief resolutie) op dat wordt aangeleverd. Gebruik voor de
meeste signalen de instelling [Normaal]. Gebruik voor specifieke signalen [Enkel], [1x2],
[2x2] of [1x4] afhankelijk van het signaal. Zie de tabel met ondersteunde signalen voor
meer informatie. (P206)
Instelling [Normaal]
Ondersteunt de meeste beelden, waaronder [Enkel], [1x2], [2x2] en [1x4].
Instelling [Enkel]
Ondersteunt veel speciale signalen via één enkele aansluiting.
Instelling [1x2]
Ondersteunt veel speciale signalen via twee ingangsaansluitingen.
Instelling [2x2]
Ondersteunt veel speciale signalen via vier ingangsaansluitingen, voor projectie in een
2x2 opstelling.
Instelling [1x4]
Ondersteunt veel speciale signalen via vier ingangsaansluitingen, voor projectie naast
elkaar.
Aansluitprocedure
54
DVI-invoermodus
Geef de combinatie van DVI-invoer op. Kies [Normaal], [Enkel], [DVI 1x2],
[DVI 2x2] of [DVI 1x4].
Als u signalen wilt gebruiken die niet zijn opgenomen in [Normaal] (P208
P209) wanneer de meervoudige ingang in het menu [Ingang] (P59) is
ingesteld op [DVI 1x2], [DVI 2x2] of [DVI 1x4], stelt u het menu DVI-
invoermodus in op [DVI 1x2], [DVI 2x2] of [DVI 1x4].
Als u signalen wilt gebruiken die niet zijn opgenomen in [Normaal] (P207)
wanneer de enkelvoudige ingang in het menu [Ingang] (P59) is ingesteld op
[DVI-1], [DVI-2], [DVI-3] of [DVI-4], stelt u het menu DVI-invoermodus in op
[Enkel].
HDMI-invoermodus
Geef de combinatie van HDMI-invoer op. Kies [Normaal], [Enkel] of
[HDMI 1x2].
Als u signalen wilt gebruiken die niet zijn opgenomen in [Normaal] (P207)
wanneer de meervoudige ingang in het menu [Ingang] (P59) is ingesteld op
[HDMI 1x2], stelt u het menu HDMI-invoermodus in op [HDMI 1x2].
Als u signalen wilt gebruiken die niet zijn opgenomen in [Normaal] (P206)
wanneer de enkelvoudige ingang in het menu [Ingang] (P59) is ingesteld op
[HDMI-1] of [HDMI-2], stelt u het menu HDMI-invoermodus in op [Enkel].
Als deze optie is ingesteld op [Normaal], is de EDID (unieke ID die aan computers
het model en de instellingswaarden van aangesloten weergaveapparatuur
doorgeeft) een lijst die bestaat uit videosignalen die worden gebruikt met een of
meer projectoraansluitingen. Op de video-uitvoerapparatuur kunt u de
videosignalen opgeven die worden gebruikt met een ander aantal aansluitingen.
Het venster [Meerdere invoermodus selecteren] verschijnt automatisch als de ingangen
niet overeenkomen met de instellingen die zijn geconfigureerd met de INPUT-knop.
55
Aansluitprocedure
Basis Aansluitprocedure
De projector op het stopcontact aansluiten
Sluit het netsnoer aan op de projector en steek de stekker in het stopcontact.
Ontkoppel het netsnoer als u de projector een langere periode niet gebruikt.
[Datum- en tijdinstellingen] kan zijn gereset als de projector lange tijd niet op het
stopcontact aangesloten is geweest. (P132)
56
Projectieprocedure
Stap 1 De projector inschakelen
1 Controleer de verbinding tussen de projector en de computer of AV-
apparaat. (P48, P49)
Zie “De projector op het stopcontact aansluiten” (P55) voor informatie over het
aansluiten van het netsnoer.
2 Druk op de POWER-knop.
Het [POWER]-lampje begint te knipperen (groen) en blijft daarna constant
branden.
U ziet ongeveer 20 seconden het aftelscherm. Daarna start de projectie. Druk
op de OK-knop of de EXIT-knop om het aftelscherm te sluiten.
3 Schakel de voeding van de computer of het AV-apparaat in.
Er worden nu beelden van de computer of het AV-apparaat geprojecteerd.
De eerste 40 seconden na aansluiting van de projector zijn er geen netwerkfuncties
beschikbaar.
De eerste paar minuten kan er in het geprojecteerde beeld sprake zijn van ruis. Deze
verdwijnt als het beeld is gestabiliseerd.
Afstandsbediening
Projector
Bediening wijzigen bij ingeschakelde projector
Wanneer de projector is ingeschakeld, kunt u de bediening als volgt wijzigen.
U kunt de projector inschakelen door alleen de netsnoerstekker in het
stopcontact te steken, zonder op de POWER-knop te drukken. (P129)
U kunt het aftelvenster wijzigen. (P122)
U kunt het aftelvenster overslaan. (P122)
Om deze de volgende keer sneller te laten opstarten, kunt u de
projectorstatus opslaan direct voordat de projector wordt uitgeschakeld.
(P128)
Als de projector niet actief is
Als er geen signaal wordt ontvangen, wordt de projector na een bepaalde
periode van inactiviteit (standaard 15 min.) automatisch uitgeschakeld via de
energiebesparingsfunctie. (P128)
Projectieprocedure
57
Basis Projectieprocedure
Het scherm voor taalkeuze wordt weergegeven
Als u de projector voor de eerste keer inschakelt, verschijnt er een scherm. U kunt
een taal selecteren die de projector gebruikt voor bijv. menu’s die in het venster te
zien zijn. Selecteer met de pijlknoppen de gewenste taal en druk op de OK-knop.
U kunt de taal op een later tijdstip in het menu wijzigen. (P130)
Stel de scherpte in als het taalkeuzescherm niet scherp is. (P62
)
Het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven
Als u een wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het wachtwoordinvoerscherm.
Voer uw wachtwoord in. (P131)
Het bericht “Geen signaal” wordt weergegeven
Voor een laptop geldt dat de gebruiker de externe monitoruitgang moet inschakelen.
(P58)
Druk op de INPUT-knop om het ingangssignaal te selecteren. (P59)
Het computerscherm van de laptop wordt niet
weergegeven
Stel uw laptop zodanig in dat signalen naar een externe monitor worden
doorgegeven. Raadpleeg “De schermuitvoer van een laptop wijzigen” (P58) voor
meer informatie.
Het beeld instellen
Stel de schermresolutie van de computer in op de hoogste resolutie of de
resolutie die daar het dichtst bij komt. (P61)
Pas het formaat van het geprojecteerde beeld aan met de ZOOM-knop op de
afstandsbediening. (P63)
Stel scherp met de FOCUS-knop op de afstandsbediening als het beeld onscherp
is. (P62)
Indien nodig kunt u trapeziumvervorming corrigeren met de KEYSTONE-knop.
(P68)
Selecteer een schermmodus (aspect) die overeenkomt met de aspectverhouding
van het scherm, het type beeldingangssignaal, enzovoort. (P67)
Selecteer een beeldmodus afhankelijk van het geprojecteerde beeld. (P71)
Er kan een verscheidenheid aan testpatronen (P205) worden geprojecteerd, wat handig
is voor het maken van de beeldinstellingen.
Afstandsbediening
Projector
Een item dat oranje is gemarkeerd, wordt geselecteerd.
58
Projectieprocedure
De schermuitvoer van een laptop wijzigen
Voor projectie van beelden vanaf een laptopcomputer moet u de
computerinstellingen wijzigen om een andere schermuitgang te kiezen.
U hoeft deze handeling niet uit te voeren voor een desktopcomputer.
De externe monitoruitgang inschakelen
U kunt de externe monitoruitgang via het toetsenbord inschakelen.
Bij de meeste computers schakelt u als volgt de externe monitoruitgang in: houd de
[Fn]-toets ingedrukt en druk tegelijkertijd op de functietoets ([F1] tot [F12]) die
gemarkeerd is met het pictogram voor de externe monitor.
De functietoets die u gebruikt en de methode die wordt gebruikt om de externe
monitoruitgang in te schakelen, verschillen per model. Raadpleeg de handleiding voor
uw laptop voor meer informatie.
Met Windows 10, Windows 8.1 of Windows 7 kan de beelduitgang ingeschakeld
worden door de Windows logotoets ingedrukt te houden en op de [P]-toets te drukken.
Terwijl u op de -toets drukt,
drukt u op een toets zoals of .
Projectieprocedure
59
Basis Projectieprocedure
Stap 2 Een ingangssignaal selecteren
Selecteer het ingangssignaal in het menu [Ingang] wanneer u een signaal van een
digitale PC of een AV-apparaat wilt projecteren of om over te schakelen tussen
ingangssignalen wanneer meerdere computers of AV-apparaten zijn aangesloten.
Sla deze stap over als u het ingangssignaal niet veranderd hebt sinds de laatste
projectie.
1 Druk op de INPUT-knop om het onderstaande venster te openen.
Het ingangssignaal dat op dit moment actief is, is met een groene cirkel en
oranje kader gemarkeerd.
Namen van ingangssignalen die beschikbaar zijn voor projectie, zijn wit.
Namen van signalen die niet beschikbaar zijn, zijn grijs.
2 Druk op de [ ] / [ ]-knoppen om het ingangssignaal te selecteren.
U kunt ook met de DIGITAL-knop naar de volgende DVI-D-ingangsbron of met
de HDMI-knop naar de volgende HDMI-ingangsbron overschakelen.
Afstandsbediening
Projector
60
Projectieprocedure
3 Druk op de OK-knop om het type ingangssignaal te bepalen.
Voor meerdere ingangssignalen is de projectieopstelling als volgt ingedeeld.
De cijfers 1, 2, 3 en 4 in vierkantjes staan voor de nummers van de
ingangsaansluitingen.
U kunt ook naar het gewenste ingangssignaal voor projectie gaan via de
afstandsbediening (de DIGITAL- of HDMI-knop).
Met de meervoudige ingangsmodus van de projector kunt u een enkel beeld via twee of
vier kabels aanleveren. Kies [DVI 1x2], [DVI 2x2], [DVI 1x4] of [HDMI 1x2] als
ingangsbronnen voor projectie met 4K of een andere resolutie. (P50)
Signalen die u aanlevert voor de meerdere invoermodus moeten aan bepaalde
voorwaarden voldoen. Als de signalen hieraan niet voldoen, verschijnt het pictogram
“”.
[HDMI 1x2]
12
[DVI 2x2] [DVI 1x4][DVI 1x2]
Bij gebruik van
meerdere HDMI-
ingangen
Bij gebruik van meerdere DVI-ingangen
13
24
1324
13
Projectieprocedure
61
Basis Projectieprocedure
Stap 3 Het beeld instellen
De schermresolutie van de computer instellen
Stel de schermresolutie van de computer, op basis van de maximale resolutie van
de projector, in op de resolutie die het dichtst bij de uitgangssignaalresolutie van de
projector komt. (P206)
Maximale resolutie
4096 x 2160: als [Paneelaandrijfmodus] is ingesteld op [4096x2160].
4096 x 2400: als [Paneelaandrijfmodus] is ingesteld op [4096x2400].
Zie voor nadere details over de paneelaandrijfmodus de beschrijving onder
[Paneelaandrijfmodus] in [Professionele instellingen] (P112).
Windows 10
1 Open vanuit het startmenu het [Configuratiescherm] en selecteer
vervolgens [Vormgeving en persoonlijke instellingen] -
[Beeldschermresolutie aanpassen] onder [Start configuratiescherm].
2 Klik op het tabblad [Resolutie] en selecteer met de schuifregelaar de
resolutie die het dichtst bij de maximale uitgangssignaalresolutie van de
projector komt.
3 Klik op de [OK]-knop.
Windows 8.1
1 Verplaats de cursor naar de rechterboven- of onderhoek om het menu te
openen.
2 Klik op [Instellingen] en vervolgens op [Configuratiescherm].
3 Ga naar het [Configuratiescherm] en kies [Vormgeving en persoonlijke
instellingen]. Kies de optie [Beeldschermresolutie aanpassen].
4 Klik op het tabblad [Resolutie] en selecteer met de schuifregelaar de
resolutie die het dichtst bij de maximale uitgangssignaalresolutie van de
projector komt.
5 Klik op de [OK]-knop.
Windows 7
1 Open het [Configuratiescherm] vanuit het menu Start en selecteer
vervolgens [Vormgeving en persoonlijke instellingen] -
[Beeldschermresolutie aanpassen].
2 Klik op het tabblad [Resolutie] en selecteer met de schuifregelaar de
resolutie die het dichtst bij de maximale uitgangssignaalresolutie van de
projector komt.
3 Klik op de [OK]-knop.
62
Projectieprocedure
Mac OS X
1 Open het Apple-menu en selecteer [Systeemvoorkeuren].
2 Klik in het venster [Systeemvoorkeuren] op het pictogram
[Beeldschermen] om het beeldschermvenster weer te geven.
3 Selecteer het tabblad [Beeldscherm] en selecteer de resolutie die het
dichtst ligt bij de uitgangssignaalresolutie van de projector van de lijst
[Resoluties].
4 Sluit het venster [Systeemvoorkeuren].
Het beeld scherpstellen, vergroten, verkleinen of verplaatsen
De beeldscherpte instellen
Druk op de FOCUS-knop op de afstandsbediening of de LENS-knop op de
projector om de scherpte in te stellen.
1 Druk op de FOCUS-knop op de afstandsbediening of de LENS-knop op de
projector om het scherpstelvenster weer te geven.
2 Druk op de pijlknoppen om de scherpte in te stellen.
3 Druk op de OK-knop of de FOCUS-knop als de scherpte goed is
ingesteld.
Bij projectie op een gebogen scherm kunt u de scherpte langs de beeldranden instellen.
Raadpleeg “Marginale scherpstelling” (P116) en “De scherpte bij de randen instellen”
(P199).
Afstandsbediening
Projector
Stel de scherpte in met de [ ] / [ ]-knop op de afstandsbediening of projector.
Afstandsbediening
Projector
Projectieprocedure
63
Basis Projectieprocedure
Het beeldformaat instellen
U kunt de grootte van het geprojecteerde beeld aanpassen met de ZOOM-knop op
de afstandsbediening of de LENS-knop op de projector. Verander de positie van de
projector als het beeld te groot of te klein is om in te stellen met de zoomfunctie.
(P42)
1 Druk op de ZOOM-knop op de afstandsbediening om het
zoominstelvenster te openen.
Druk herhaaldelijk op de LENS-knop op de projector om naar een ander
venster te gaan voor parameters die worden ingesteld door de lens te
bedienen.
Druk tweemaal op de LENS-knop (of driemaal als u [Marginale scherpstelling]
hebt ingesteld op [Aan]) om naar het zoominstelvenster te gaan.
Afstandsbediening
Als [Marginale scherpstelling]
is ingesteld op [Aan].
Als [Marginale
scherpstelling] is
ingesteld op [Uit].
Projector
Druk tweemaal.
64
Projectieprocedure
2 Druk op de pijlknoppen om het beeldformaat in te stellen.
3 Druk op de OK-knop of de ZOOM-knop als u het gewenste beeldformaat
hebt geselecteerd.
Vergroot het beeld met de [ ]-knop op de afstandsbediening of de projector.
Verklein het beeld met de [ ]-knop op de afstandsbediening of de projector.
Scherm
Afstandsbediening
Projector
Projectieprocedure
65
Basis Projectieprocedure
De beeldpositie instellen
Druk op de SHIFT-knop op de afstandsbediening of de LENS-knop op de projector
om de schermpositie naar boven, onder, links of rechts af te stellen. Door de lens
omhoog/omlaag/naar links/naar rechts te verplaatsen kunt u het geprojecteerde
scherm een optimale positie geven. (P46)
1 Druk op de SHIFT-knop op de afstandsbediening om het
lensinstelvenster te openen.
Druk herhaaldelijk op de LENS-knop op de projector om naar een ander
venster te gaan voor parameters die worden ingesteld door de lens te
bedienen.
Druk driemaal op de LENS-knop (of viermaal als u [Marginale scherpstelling]
hebt ingesteld op [Aan]) om naar het lensinstelvenster te gaan.
Afstandsbediening
Als [Marginale scherpstelling]
is ingesteld op [Aan].
Als [Marginale
scherpstelling] is
ingesteld op [Uit].
Projector
Druk driemaal.
66
Projectieprocedure
2 Druk op de pijlknoppen om in te stellen.
Plaats het beeld hoger of lager met de [ ] / [ ]-knoppen op de
afstandsbediening of de projector.
Verplaats het beeld naar links of rechts met de [ ] / [ ]-knoppen op de
afstandsbediening of de projector.
Houd de bijbehorende knop ingedrukt als u het beeld verder in een specifieke
richting wilt verplaatsen.
3 Druk op de OK-knop als u de gewenste positie hebt bereikt.
De positie terugstellen
De lens wordt na verplaatsing met de lensinstelfunctie niet teruggezet naar de
uitgangspositie als u de projector uitschakelt. Dit moet u zelf doen.
Houd tijdens het instellen van de schermpositie de SHIFT-knop op de
afstandsbediening of de LENS-knop op de projector ingedrukt om het venster
[Lens terugstellen] te openen.
Er zijn drie opties beschikbaar: +50%, -50%, 0% (uitgangspositie). Selecteer met
de pijlknoppen de gewenste optie en druk vervolgens op de OK-knop.
De lenspositie kan bij het resetten iets afwijken van de positie die u hebt gekozen
(+50%, -50%, 0% (uitgangspositie)).
Stel de positie nauwkeurig in met de lensinstelfunctie.
Afstandsbediening
Projector
Scherm
Projectieprocedure
67
Basis Projectieprocedure
Stap 4 Een aspectverhouding (schermaspect)
selecteren die overeenkomt met het scherm
Selecteer een schermmodus (aspect) die overeenkomt met de aspectverhouding
van het scherm, het type beeldingangssignaal, enzovoort, zodat u het
schermformaat optimaal gebruikt voor de projectie.
Het aspect selecteren
Selecteer [Aspect] op basis van het type ingangssignaal, de aspectverhouding van
het scherm en de resolutie.
Types aspectverhoudingen
Automatisch
Het beeld wordt geprojecteerd zo groot als mogelijk is met de aspectverhouding
van het ingangssignaal. Selecteer deze modus voor normale beeldprojectie.
Ware grootte
Het beeld wordt met de oorspronkelijke resolutie van het ingangssignaal
geprojecteerd. Computerschermen met een lagere schermresolutie dan die van de
projector worden kleiner, maar helderder weergegeven dan in andere
aspectverhoudingen.
Een aspectverhouding selecteren
Druk op de ASPECT-knop op de afstandsbediening om de juiste aspectverhouding
te selecteren. Druk op de ASPECT-knop om het type aspectverhouding te wijzigen.
U kunt ook elke aspectverhouding uit [Aspect] in het menu selecteren. (P96)
Er kunnen gevallen zijn waarin dit niet geselecteerd kan worden, afhankelijk van het
ingangssignaal en/of de resolutie.
Voorbeeld:
Afstandsbediening
68
Projectieprocedure
Stap 5 Trapeziumvervorming corrigeren
Om trapeziumvervorming te corrigeren (Trapeziumcorrectie), drukt u op de
KEYSTONE-knop.
Er zijn twee soorten correctie beschikbaar: horizontale/verticale correctie en
hoekaanpassing.
Gebruik de horizontale/verticale trapeziumcorrectie om de vervorming van de
beeldbreedte of -hoogte afzonderlijk te corrigeren, en gebruik de hoekaanpassing
om de positie van elke hoek van het beeld te corrigeren.
Nadere aanwijzingen voor het omschakelen van de trapeziumcorrectie vindt u
onder “Trapezium” (P111).
Horizontale/verticale trapeziumcorrectie
1 Druk op de KEYSTONE-knop op de afstandsbediening of projector om
het venster Horizontale-verticale trapeziumcorrectie te openen. (Wanneer
[Trapezium] staat ingesteld op [Horiz.-verticaal trapezium].)
Trapeziumcorrectie is bij sommige lensinstelposities niet effectief.
Als de trapeziumvervorming te groot is voor volledige correctie, zet u de projector recht,
zodat deze recht tegenover het scherm staat.
De signalen worden digitaal verwerkt wanneer de trapeziumvervorming wordt
gecorrigeerd. Het beeld kan verschillen van het oorspronkelijke beeld. Bovendien kan
de aspectverhouding van het beeld wijzigen.
Afstandsbediening
Projector
Projectieprocedure
69
Basis Projectieprocedure
2 Druk op de pijlknoppen om de afmetingen in te stellen.
3 Wanneer de trapeziumvervorming is gecorrigeerd, drukt u op de OK-
knop.
Hoekaanpassing
1 Druk op de KEYSTONE-knop op de afstandsbediening of projector om
het venster Hoekaanpassing te openen. (Wanneer [Trapezium] staat
ingesteld op [Hoekaanpassing].)
Corrigeer de vervorming
boven met de [ ]-knop.
Corrigeer de vervorming onder
met de [ ]-knop.
Corrigeer de vervorming
rechts met de [ ]-knop.
Scherm
Corrigeer de vervorming links
met de [ ]-knop.
Afstandsbediening
Projector
Afstandsbediening
Projector
70
Projectieprocedure
2 Druk op de pijlknop van de hoek die u wilt corrigeren en druk vervolgens
op de OK-knop.
3 Druk op de pijlknoppen om de hoek aan te passen.
4 Als u de correctie hebt voltooid, druk dan op de OK-knop.
De trapeziumcorrectie terugstellen
U stelt de trapeziumcorrectie als volgt terug.
Druk eerst tweemaal op de KEYSTONE-knop op de afstandsbediening om het
venster [Trapeziumcorrectie terugstellen] te openen.
Selecteer vervolgens met de [ ]-knop de optie [OK] en druk op de OK-knop.
De door u opgegeven trapeziumcorrectie wordt ongedaan gemaakt.
Afstandsbediening
Projector
Afstandsbediening
Projector
Projectieprocedure
71
Basis Projectieprocedure
Stap 6 De beeldkwaliteit selecteren
(beeldmodus)
U kunt een beeldmodus selecteren die geschikt is voor het beeld dat moet worden
geprojecteerd.
In elke beeldmodus kunt u de helderheid, het contrast, de scherpte, het gamma,
het HDR-bereik, de kleuraanpassing (P103), de geavanceerde aanpassing (P103),
de lichtbronmodus (P107) en het helderheidsniveau aanpassen. (P107)
Beeldmodi
Beschikbare beeldmodi zijn afhankelijk van het geselecteerde ingangssignaal.
: Compatibel : Niet compatibel
Beeldmodus
Compatibele ingangssignalen
Digital PC HDMI
Standaard
(1) Helder
(2) Computerschermen of media die worden
afgespeeld met videosoftware
(3) Wittinten en natuurlijke kleuren
Presentatie
(1) Helder
(2) Beelden die voornamelijk uit tekst bestaan
(3) Helder scherm
Dynamisch
(1) Helder
(2) Media die worden afgespeeld via
videosoftware
(3) Helder scherm
Video
(1) Enigszins donker
(2) Videobeelden van camcorders
(3) Benadert de kleurruimte van tv’s
Foto/sRGB
(1) Enigszins donker
(2) Digitale beelden van sRGB-compatibele
camera’s
(3) Voldoet aan de sRGB-standaard
DICOM SIM
(1) Enigszins donker
(2) Zwart-wit (bijvoorbeeld medische beelden)
(3) Ingesteld op de GSDF-curve die is
gedefinieerd in DICOM-norm deel 14.
Gebruiker
1– 3
U kunt in het geheugen maximaal 3
gebruikerscombinaties van
beeldkwaliteitinstellingen opslaan (P102).
Opgeslagen instellingen kunnen als
beeldmodus geselecteerd worden.
Functies
(1) Omgevingslicht in projectieruimte
(2) Type beelden
(3) Goed voor beeldinstelling
72
Projectieprocedure
Een beeldmodus selecteren
Druk op de afstandsbediening op de IMAGE-knop om een modus te selecteren.
De beeldmodus verandert telkens wanneer u op de IMAGE-knop drukt. (De
weergegeven beeldmodi veranderen afhankelijk van het geselecteerde
ingangssignaal.)
U kunt ook een beeldmodus selecteren via het menu [Beeldmodus]. (P101)
Gebruikerinstellingen 1 - 3 worden getoond wanneer de gewenste
beeldinstellingen zijn gemaakt en opgeslagen met behulp van de
gebruikersgeheugenfunctie in het beeldinstellingsmenu. (P101)
Een beeld projecteren in de DICOM SIM-modus
In de DICOM-simulatiemodus (hierna “DICOM SIM” genoemd) kan deze projector
monochrome medische afbeeldingen, zoals röntgenfoto’s, CT-beelden, MRI-
beelden, etc., weergeven in een toon die de DICOM-standaard (DICOM: Digital
Imaging and Communications in Medicine) benadert. Om beelden te projecteren
volgens de DICOM-standaard, is doorgaans een op de omgeving gebaseerde
grijswaardencorrectie met behulp van een lichtmeter vereist. Deze projector
beschikt echter over 21 tooninstellingen voor diverse soorten omgevingslicht. U
kunt de grijstinten corrigeren op een vereenvoudigde manier door keuze van het
DICOM-testpatroon (P205).
De projector is geschikt om beelden te projecteren tijdens medische colleges,
wetenschappelijke conferenties, ziekenhuisconferenties, etc.
Deze projector is geen medisch apparaat. De projector mag dan ook niet door
medici worden gebruikt voor het bestuderen van radiologische beelden of het
stellen van diagnoses.
Het is raadzaam om bij elk gebruik de toon opnieuw te
controleren, aangezien de projector niet beschikt over
tooncorrectie- en calibratiefuncties die automatisch reageren op
veranderingen in de omgeving.
Het kan ongeveer 30 minuten duren voor de helderheid van het
beeld dat door de projector wordt weergegeven, stabiel is.
Afstandsbediening
Voorbeeld:
Voorzichtig
Projectieprocedure
73
Basis Projectieprocedure
Schakelen naar de DICOM SIM-modus
1 Druk op de IMAGE-knop op de afstandsbediening totdat [DICOM SIM]
wordt weergegeven of selecteer [DICOM SIM] onder [Beeldmodus] in het
menu [Beeldinstelling].
2 Geef testpatronen weer door op de knop TEST PATTERN op de
afstandsbediening te drukken of [Aan] te selecteren in [Testpatroon] in
het menu [Installatie-instellingen]. Druk op de knoppen [ ] / [ ] om het
DICOM-testpatroon te selecteren.
3 Terwijl u het testpatroon bekijkt, verricht u de [Gamma]-instelling in het
menu [Beeldinstelling] (P102) totdat het beeld optimaal wordt
weergegeven.
4 Druk na het instellen op de OK-knop.
Volg een van de onderstaande methoden voor het verkrijgen van een juiste projectie:
Dim het omgevingslicht.
Verklein het beeldformaat.
Verklein de projectieafstand.
74
Projectieprocedure
Stap 7 De projector uitschakelen
1 Druk op de POWER-knop om het onderstaande venster weer te geven.
2 Druk in dit scherm nogmaals op de POWER-knop om de projector uit te
schakelen.
Nadat u de projector uit hebt gezet, stopt de projectie, knippert de indicator
[STAND BY] rood en begint de projector af te koelen. Na het afkoelen schakelt
de projector over op de standbystand. In de standbystand knippert het [STAND
BY]-lampje niet langer, maar brandt het continu.
Als u door wilt gaan met de projectie en de projector niet wilt uitschakelen,
drukt u op een andere knop dan de POWER-knop of wacht u totdat het
bevestigingsbericht is verdwenen.
De projector kan tijdens het afkoelen niet worden ingeschakeld.
Wanneer u de projector gedurende langere tijd gebruikt, kan de levensduur van de
interne optische onderdelen worden verkort.
Haal de stekker van de projector uit het stopcontact als u de projector gedurende
langere tijd niet gebruikt.
Afstandsbediening
Projector
75
Basis Handige functies
Handige functies
In dit gedeelte worden functies beschreven die handig zijn tijdens presentaties en
in andere situaties.
Tijdelijk het beeld zwart maken
U kunt het beeld tijdelijk zwart maken, bijvoorbeeld na afloop van een presentatie
of om de aandacht van het publiek op iets anders te richten dan het scherm.
Druk op de BLANK-knop om het beeld zwart te maken.
Druk nogmaals op de BLANK-knop om het beeld weer te laten
zien.
U kunt de status van het scherm instellen terwijl u het beeld in het menu
zwart maakt. (P122)
Het beeld stilzetten
U kunt de projectie tijdelijk stilzetten, bijvoorbeeld tijdens afleidende
computerhandelingen of om video- of animatiebeelden te onderbreken.
Druk op de FREEZE-knop om het bewegende beeld stil te zetten.
De projector geeft het volgende pictogram weer.
Druk nogmaals op de FREEZE-knop om terug te keren naar de
oorspronkelijke weergave.
De functie wordt ook geannuleerd nadat het ingangssignaal is beëindigd.
Projecteren van een testpatroon
Zelfs zonder ingangssignalen kan de projector een testpatroon
projecteren. U kunt tijdens de installatie een testpatroon
projecteren om de installatie te controleren.
Druk op de TEST PATTERN-knop op de afstandsbediening om
een testpatroon weer te geven.
Druk nogmaals op de TEST PATTERN-knop als u projectie van
het testpatroon wilt stopzetten.
Zie “Installatie-instellingen” (P110) of “Testpatronen weergeven” (P205) voor details
over het projecteren van testpatronen.
Afstandsbediening
Afstandsbediening
Scherm
Afstandsbediening
76
Handige functies
Energiebesparingsinstellingen opgeven
Kies de gewenste energiebesparingsinstellingen.
De volgende vier instellingen zijn mogelijk. Raadpleeg de pagina met de
beschrijving van elke functie voor meer informatie.
Lichtbronmodus (P107)
Hiermee kunt u energie besparen door een minder heldere stand te kiezen.
Energiebesparingsfunctie (P128)
Hiermee wordt de lichtbron of de voeding na een bepaalde periode uitgeschakeld
als de projector inactief is zonder ingangssignaal.
Duur energiebesparing (P129)
Geef hier de periode op waarna de lichtbron of de projector automatisch moet
worden uitgeschakeld wanneer deze inactief is zonder ingangssignaal wanneer
[Energiebesparingsfunctie] is ingesteld op [Lichtbron uit] of [Standby].
Standbyenergie-instelling (P128)
Hiermee bespaart u energie in de stand-bystand door bepaalde netwerkfuncties
uit te schakelen.
77
Veiligheidsinstructies
Vóór gebruik
Basis
Installatieprocedure
Aansluitprocedure
Projectieprocedure
Handige functies
Geavanceerd
Menu’s gebruiken
Menuconfiguratie
Menu-instellingen
Gebruik van de projector
met een netwerk
Geavanceerde projectie
Overige informatie
Onderhoud
Productspecificaties
Problemen oplossen
Geavanceerd
78
Menu’s gebruiken
Gebruik de menu’s om de bediening van de projector tot in detail in te stellen.
Menuconfiguratie
Het menuscherm wordt in 6 tabbladen onderverdeeld, zoals hieronder getoond.
Tabblad [Systeeminstelling] (P121)
Hier kunt u de bediening van de projector instellen.
Tabblad [Beeldinstelling] (P100)
Hier kunt u de beeldkwaliteit en de kleuren
naar uw eigen voorkeur instellen.
Tabblad [Netwerkinstelling] (P139)
Deze instelling is voor wanneer de projector
vanaf een PC via een netwerk gebruikt wordt.
Tabblad [Informatie] (P159)
U kunt informatie over de signaaltypes
van de geprojecteerde beelden en
andere informatie bekijken.
Tabblad [Installatie-instellingen] (P110)
Deze instellingen wordt gebruikt bij het installeren van de projector.
Tabblad [Invoerinstellingen] (P95)
Hier kunt u het type signaal of de projectiemethode
van de ingevoerde beelden instellen.
Inhoud van menu
Menu-items
79
Menu’s gebruiken
Geavanceerd Menu’s gebruiken
Basisbediening van menu’s
1 Druk op de MENU-knop om het menuscherm weer te geven.
2 Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen een tabblad.
Als de tabpositie niet oranje is gemarkeerd, drukt u op de [ ] / [ ]-knoppen
om met de selectiecursor naar boven te gaan.
3 Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen een item.
Afstandsbediening
Projector
Afstandsbediening
Projector
Afstandsbediening
Projector
Menu’s gebruiken
80
4 Selecteer de gegevens.
Het selecteren van de gegevens kan per item verschillen.
Selecteren in een lijst Voorbeeld: Aspect (P96)
Afstellen met de [ ] / [ ]-knoppen Voorbeeld: Contrast (P102)
Selecteren vanaf een ander scherm (1) Voorbeeld: Netw.wachtwrd
registreren (P144)
1. Selecteer [Aspect].
2.
Druk op de
OK
-knop of [ ]-knop om
een gegevenslijst weer te geven.
3. Gebruik de [ ] / [ ]-knoppen om
de gewenste gegevens te
selecteren.
4.
Druk op de
OK
-knop of [ ] als u de
gewenste gegevens hebt gevonden.
1. Selecteer [Contrast].
2. Gebruik de [ ] / [ ]-knoppen voor
het afstellen van de instelling.
1. Select [Netw.wachtwrd registreren].
2. Druk op de OK-knop om een ander
scherm weer te geven.
3. Voer met de [ ] / [ ] / [ ] / [ ]-
knoppen of de nummerknoppen op
de afstandsbediening het
netwerkwachtwoord van de
projector in.
81
Menu’s gebruiken
Geavanceerd Menu’s gebruiken
Selecteren vanaf een ander scherm (2) Voorbeeld: Willekeurige-
ruisonderdrukking (P104)
5 Als u op de MENU-knop drukt, verdwijnt het menuscherm.
Het menuscherm verdwijnt ook als u op de EXIT-knop drukt.
1. Selecteer [Geavanceerde
instellingen].
2. Druk op de OK-knop om een ander
scherm weer te geven.
3. Selecteer [Willekeurige-
ruisonderdrukking].
4. Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen
de instelling.
5. Druk op de OK-knop als u de
instellingen hebt voltooid.
82
Menuconfiguratie
Invoerinstellingen (P95)
Beeldinstelling (P100)
Aspect Automatisch* P96
Ware grootte
Ingangsniveau
HDMI
P96
Automatisch*
Normaal
Uitgebreid
Superwit
HDMI
P96
Uit
Aan*
Kleurruimte
HDMI
P97
Automatisch*
RGB
YCbCr
Progressief
HDMI
P97
Uit
Film/auto*
Video 1
Video 2
25p/30p(PsF)
Details ingangssignaal Ingangssignaal P98
HDR-informatie
HDMI
P99
EOTF
Display primaries [0]
Display primaries [1]
Display primaries [2]
White point
Max display mastering luminance
Min display mastering luminance
Max content light level
Max frame-average light level
Beeldmodus
Algemeen
P101
Standaard*
Presentatie
Foto/sRGB
DICOM SIM
Gebruiker 1 - 3
HDMI
Dynamisch
Video
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
Menuconfiguratie
83
Geavanceerd Menuconfiguratie
Profiel maken
(Wordt weergegeven wanneer [Beeldmodus]
niet gelijk is aan [Gebruiker 1] - [Gebruiker 3])
Gebruiker 1 P102
Gebruiker 2
Gebruiker 3
Profiel opslaan
(Wordt weergegeven wanneer [Beeldmodus]
gelijk is aan [Gebruiker 1] - [Gebruiker 3])
P102
Basisbeeldmodus
(Wordt weergegeven wanneer [Beeldmodus]
gelijk is aan [Gebruiker 1] - [Gebruiker 3])
P102
Helderheid P102
Contrast P102
Scherpte P102
Gamma (1) P102
HDR-bereik (2) P102
Kleurinstelling Kleurniveau P103
Kleurbalans
Kleurtemperatuur
Voorinstelling 1 (3)
Voorinstelling 2 (3)
Voorinstelling 3 (3)
Voorinstelling 4 (transp.) (3)
Voorinstelling 5 (blauw) (3)
Rood-versterking
Groen-versterking
Blauw-versterking
Rood-verschil
Groen-verschil
Blauw-verschil
Geavanceerde instellingen P103
Omgevingslicht (4) Uit* P104
Instellen
Type Gloeilamp
TL*
Niveau L
H*
Willekeurige-ruisonderdrukking Uit* P104
Zwak
Normaal
Sterk
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
De menu-items worden weergegeven onder de volgende
omstandigheden.
(1) Wanneer [HDR-bereik] niet in het menu wordt weergegeven
(2) Wanneer de beeldmodus is ingesteld op [Video] en HDR
[Aan] is of wanneer de beeldmodus is ingesteld op [Video]
en HDR [Automatisch] is en HDR-signalen worden
toegevoerd
(3) In de beeldmodus [DICOM SIM]
(4) In de beeldmodus [Foto/sRGB]
84
Menuconfiguratie
MPEG-ruisonderdrukking Uit* P104
Zwak
Normaal
Sterk
Dynamisch gamma Uit*1 P105
Zwak
Normaal
Sterk
Dynamisch contrast Uit* P105
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Colorimetrie (1) Automatisch* P105
BT.709
BT.2020
HDR Automatisch* P105
Uit
Aan
Geheugenkleurcorrect Huid Uit*2 P106
Lucht Zwak
Groen Normaal
Sterk
6-weg kleurinst. Uit* P106
Instellen
Tint
Verzadiging
Helderheid
Terugstellen
Gammacorrectie (2) P107
Lichtbronmodus Normaal* P107
Stil 1
Stil 2
Instellen
Helderheidsniveau aanpassen
Helderheidsniveau (3) P108
Terugstellen P108
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
De weergave van een menu is anders onder de volgende
omstandigheden.
*1 [Zwak] in de beeldmodus [Dynamisch] met de HDMI-ingang.
*2 [Zwak] in de beeldmodus [Dynamisch/Video] met de HDMI-
ingang.
De menu-items worden weergegeven onder de volgende
omstandigheden.
(1) In de beeldmodus [Video]
(2) Wanneer de beeldmodus niet gelijk is aan [DICOM SIM] en
[HDR-bereik] niet wordt weergegeven in het menu
(3) Wanneer de werkingsstand niet [Normaal] is
Menuconfiguratie
85
Geavanceerd Menuconfiguratie
Installatie-instellingen (P110)
Positievergrendeling Uit* P111
Aan
Beeldomkeer H/V GEEN* P111
Plafondbevestiging
Achter
Achter, aan plafond
Trapezium Horiz.-verticaal trapezium* P111
Hoekaanpassing
Terugstellen
Professionele instellingen P112
Paneelaandrijfmodus 4096x2160* P112
4096x2400
Meerdere invoermodus selecteren DVI-invoermodus P112
Normaal*
Enkel
DVI 1x2
DVI 2x2
DVI 1x4
HDMI-invoermodus
Normaal*
Enkel
HDMI 1x2
DVI-optimalisatie DVI DL-instelling Auto P113
Uit
Aan*
DVI-1 - 4-equalizerinstelling
HDMI EDID-modus selecteren P113
HDMI-1 EDID-modus Grote brandbreedte(4K60Hz)*
Grote compatibiliteit
HDMI-2 EDID-modus Grote brandbreedte(4K60Hz)*
Grote compatibiliteit
RGB-uitlijning Micro-digitale beeldverschuiving P114
Uit*
Instellen
Registratie
Uit*
Instellen
Geavanceerde registratie
Uit*
Instellen
5-punts aanpassing
Uit*
Instellen
Handmatige aanpassing
Te ru g s t e l l e n
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
86
Menuconfiguratie
Systeeminstelling (P121)
Grote hoogte Uit* P115
Aan
Bedieningsmodus Normaal* P115
Vaste helderheid
Lange duur 1
Lange duur 2
Marginale scherpstelling Uit* P116
Aan
Terugstellen
Randovergang Uit* P116
Instellen
Links
Rechts
Boven
Onder
Randovergang instellen
Zwartniveau-instelling
Markering
Terugstellen
Lens - positie Positie 1 - 3 laden P119
Positie 1 - 3 opslaan
Lens terugstellen
Schermkleur Normaal* P119
Groen schoolbord
Instellen
Rood/Groen/Blauw-versterking
Rood/Groen/Blauw-verschil
Iris Openen* P120
1 - 3 sluiten
Te st pa tr o on Uit P120
Aan
Gebruikers beeldinstellingen P122
Logo-opname P122
Positie van logo Linksboven P122
Rechtsboven
Midden*
Linksonder
Rechtsonder
Geen-signaal beeld Zwart P122
Blauw*
Gebruikerslogo
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
Menuconfiguratie
87
Geavanceerd Menuconfiguratie
Scherm indien blanco Zwart* P122
Blauw
Lichtbron uit
Gebruikerslogo
Projector inschakelen Overslaan P122
Canon-logo*
Gebruikerslogo
Op het scherm P123
Menupositie Linksboven P123
Rechtsboven
Midden*
Linksonder
Rechtsonder
Menuweergavetijd Normaal* P123
Uitgebreid
Menu roteren Automatisch P124
Uit*
90 graden linksom
90 graden rechtsom
Gids Uit P124
Aan*
Ingangsstatus weergeven Uit P124
Aan*
Luchtfilterwaarschuwing Uit P125
Aan*
Oververhit.waarschuwing Uit* P125
Aan
Afstandsbediening/zijbediening P125
Pieptoon Uit
P125
Aan*
Toetsherhaling Uit
P125
Aan*
Toetsvergrendeling Uit* P126
Apparaat
Afstand (draadloos)
Kanaal afstandsbediening Kanaal 1 - 4 P126
Zelfstndig*
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
88
Menuconfiguratie
Audio-ingang selecteren P127
DVI-1 Uit
Audio in*
DVI-2 Uit
Audio in*
DVI-3 Uit
Audio in*
DVI-4 Uit
Audio in*
HDMI-1 Uit
Audio in
HDMI-1*
HDMI-2 Uit
Audio in
HDMI-2*
DVI 1x2 Uit
Audio in*
DVI 2x2 / 1x4 Uit
Audio in*
HDMI 1x2 Uit
Audio in
HDMI-1*
HDMI-2
Seriële communicatie Baudrate P127
Gegevensbits
Pariteit
Stopbit 1*
2
Energie-instellingen P127
Standbyenergie-instelling Normaal P128
Energiebesparing*
Snel starten Uit* P128
Aan
Energiebesparingsfunctie Uitgeschakeld P128
Lichtbron uit
Standby*
Duur energiebesparing 5 min. P129
10 min.
15 min.*
20 min.
30 min.
60 min.
Direct inschakelen Uit* P129
Aan
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
Menuconfiguratie
89
Geavanceerd Menuconfiguratie
Onderdr. bewegingsonscherpte Uit* P129
Zwak
Sterk
Taal Engels* Turks P130
Duits Pools
Frans Hongaars
Italiaans Tsjechisch
Spaans Deens
Portugees Arabisch
Zweeds Vereenvoudigd Chinees
Russisch Traditioneel Chinees
Nederlands Koreaans
Fins Japans
Noors
Overige instellingen P130
Wachtwoordinstellingen Uit* P131
Aan
Wachtwoord registreren P131
Datum- en tijdinstellingen P132
Datum en tijd Datum* P132
Tijd
Datumnotatie Jaar/maand/datum* P132
Maand/datum/jaar
Datum/maand/jaar
Zomertijd Uit* P132
Aan
Bewerken
Startdatum en -tijd
Maand
Dag van de week
Tijd
Einddatum en -tijd
Maand
Dag van de week
Tijd
Regio P132
SNTP Aan (IPv4) P133
Aan (IPv6)
Uit*
Schema P133
Standaard Uit*
Aan
Bewerken
Dag van de week
Schema bewerken
Terugstellen
Schema kopiëren naar andere dag
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
90
Menuconfiguratie
Speciale periode 1 Uit*
Aan
Bewerken
Periode
Dag van de week
Schema bewerken
Terugstellen
Schema kopiëren naar andere dag
Speciale periode 2 Uit*
Aan
Bewerken
Periode
Dag van de week
Schema bewerken
Terugstellen
Schema kopiëren naar andere dag
Speciale periode 3 Uit*
Aan
Bewerken
Periode
Dag van de week
Schema bewerken
Terugstellen
Schema kopiëren naar andere dag
Speciale periode 4 Uit*
Aan
Bewerken
Periode
Dag van de week
Schema bewerken
Terugstellen
Schema kopiëren naar andere dag
Speciale periode 5 Uit*
Aan
Bewerken
Periode
Dag van de week
Schema bewerken
Terugstellen
Schema kopiëren naar andere dag
Kalibreren P136
Gamma herstellen Uit* P136
Instellen
Paneeltemperatuur aanpassen Uit* P137
Instellen
Lichtbron kalibreren OK / Annuleren P137
Trigger Out Uit* P137
Koppeling met voeding
Luchtfilterteller Terugstellen / Terug P137
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
Menuconfiguratie
91
Geavanceerd Menuconfiguratie
Netwerkinstelling (P139)
Stroomteller P137
Firmware Ja / Nee P138
Fabrieksinstellingen OK / Annuleren P138
Netwerkinst. vergrendelen Vrijgeven P144
Vergrendelen*
Netw.wachtwoordinstelling Uit P144
Aan*
Netw.wachtwrd registreren P144
Netwerk (kabel/draadloos) Uit/uit* P145
4K600STZ/4K600Z Aan/uit
Aan/aan (Pj AP)
Uit/aan (Pj AP)
Uit/aan (Infra)
Netwerkfunctie Uit*
4K601STZ/4K601Z Aan
Gedetailleerde instellingen(kabel) P145
4K600STZ/4K600Z
Gedetailleerde instellingen
4K601STZ/4K601Z
MAC-adres
Gedetaill. IPv4-adresinstellingen IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
DHCP
Uit*
Aan
TCP/IP-instel.
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
IPv6 Uit
Aan*
Gedetaill. IPv6-adresinstellingen Locatie van koppeling
Automatisch
Handmatig
Gateway
Auto-instellingen
Uit*
Aan
Handmatige instellingen
IP-adres
Prefixlengte
Gateway-adres
Initialiseren netwerkinstel. Ja / Nee
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
92
Menuconfiguratie
Gedetailleerde inst. (draadloos) P150
4K600STZ/4K600Z
Modus
SSID
Beveiliging
Kanaal
Signaalsterkte
MAC-adres
Wi-Fi Protected Setup PBC
PIN
Handmatige instellingen Modus
SSID
Beveiliging
Openen
WEP
WPA2 AES
WPA / WPA2 TKIP / AES
Kanaal
Sleutel-ID
Sleuteltype
Sleutel
Gedetaill. IPv4-adresinstellingen IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
DHCP
Uit*
Aan
TCP/IP-instel.
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
IPv6 Uit*
Aan
Gedetaill. IPv6-adresinstellingen Locatie van koppeling
Automatisch
Handmatig
Gateway
Auto-instellingen
Uit
Aan*
Handmatige instellingen
IP-adres
Prefixlengte
Gateway-adres
Initialiseren netwerkinstel. Ja / Nee
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
Menuconfiguratie
93
Geavanceerd Menuconfiguratie
Informatie (P159)
PJLink Uit P156
Aan*
AMX Device Discovery Uit* P157
Aan
Crestron RoomView Uit* P157
Aan
Informatie Adres afzender e-mail P158
Adres ontvanger e-mail
Gedetaill. informatie (bedraad)
4K600STZ/4K600Z
Gedetaill. informatie
4K601STZ/4K601Z
IPv4
IPv6
Locatie van koppeling
Automatisch
Handmatig
Gedetaill. informatie (draadloos)
4K600STZ/4K600Z
IPv4
IPv6
Locatie van koppeling
Automatisch
Handmatig
Modelnaam
Ingangssignaal
Firmware
Serienr.
Gebruikstijd projector
IP-adres (kabel)
4K600STZ/4K600Z
IP-adres
4K601STZ/4K601Z
IP-adres (draadloos)
4K600STZ/4K600Z
Projectornaam
Opmerkingen
Systeeminformatie-ID
* Fabrieksinstelling, of toestand nadat [Fabrieksinstellingen]
wordt uitgevoerd.
Menuconfiguratie
94
De volgende instellingen worden niet teruggesteld, ook niet bij terugkeer naar de
fabrieksinstellingen.
Geselecteerd ingangssignaal
Beeldinstelling
- Profiel opslaan
- Basisbeeldmodus
- Lichtbronmodus
- Helderheidsniveau
Installatie-instellingen
- Lens - positie
Systeeminstelling
- Registratie
- Geavanceerde registratie
- Grote hoogte
- Bedieningsmodus
- Marginale scherpstelling
- Kanaal afstandsbediening
- Seriële communicatie (Stopbit)
- Standbyenergie-instelling
- Snel starten
- Taal
- Datum- en tijdinstellingen
- Schema
- Gamma herstellen
- Paneeltemperatuur aanpassen
- Trigger Out
- Stroomteller
- Luchtfilterteller
- Firmware
Netwerkinstelling
Informatie
95
Geavanceerd Menu-instellingen
Menu-instellingen
Invoerinstellingen
In dit gedeelte worden de instellingen voor aspectverhouding, enzovoort,
beschreven.
Menuscherm bij HDMI-1-ingangssignalen
Menu’s die niet beschikbaar zijn, zijn grijs of niet zichtbaar.
Menu Functie Details
Aspect Selecteer de beeldaspectverhouding. P96
Ingangsniveau Selecteer het ingangsniveau voor HDMI-signalen. P96
Superwit Selecteer de stand superwit voor HDMI-signalen. P96
Kleurruimte Selecteer de kleurruimte voor HDMI-signalen. P97
Progressief
Selecteert de I/P-conversiemethode voor inkomende
geïnterlinieerde signalen.
P97
Details ingangssignaal
Toont details voor ingangssignalen voor elke gebruikte
ingangsaansluiting.
P98
HDR-informatie
Hier worden het dynamische bereik en het Mastering
InfoFrame voor HDMI-signalen weergegeven.
P99
Menu-instellingen
96
Aspect
> [Invoerinstellingen] > [Aspect]
Selecteer een aspectverhouding voor beelden die u wilt projecteren.
Menu’s die niet beschikbaar zijn, zijn niet zichtbaar.
Ingangsniveau
> [Invoerinstellingen] > [Ingangsniveau]
Stel het ingangsniveau in voor beelden die u via HDMI projecteert.
Superwit
> [Invoerinstellingen] > [Superwit]
Selecteer deze optie om witsignalen in HDMI-invoer binnen een bereik van 16-235
te projecteren met een helderheid van 100%-109% (235-255).
Optie Functie
Automatisch
Een beeld wordt geprojecteerd met de aspectverhouding van het
ingangssignaal.
Ware grootte
Het beeld wordt met de oorspronkelijke resolutie van het
ingangssignaal geprojecteerd.
U kunt ook met de ASPECT-knop op de afstandsbediening de [Aspect]-instellingen
selecteren.
Optie Functie
Automatisch
Verandert automatisch het ingangsniveau op basis van het ingangssignaal.
Normaal Beperkt het ingangsniveau tot 16 - 235.
Uitgebreid Stelt het volledige ingangsniveaubereik van 0 - 255 beschikbaar.
Deze instelling is alleen beschikbaar bij RGB HDMI-signalen.
In de modus [Automatisch] wordt het signaalniveau automatisch geselecteerd. (Het is
mogelijk dat sommige apparatuur dit niet ondersteunt.)
Als de HDMI-uitgang van de aangesloten apparatuur kan worden ingesteld op
[Normaal] of [Uitgebreid], verdient het aanbeveling voor [Uitgebreid] te kiezen. Het
contrast tussen beelden verbetert en donkere scènes worden realistischer
doorgegeven. Stel in dit geval het [Ingangsniveau] van de projector in op [Automatisch]
of [Uitgebreid].
Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding voor de apparatuur die op
de projector is aangesloten.
Optie Functie
Uit
Schakel superwit uit. Projecteer witsignalen met een ingangsniveau van
235 met een helderheid van 100%. Alle witsignalen met een hoger
ingangsniveau dan 235 worden ook met een helderheid van 100%
geprojecteerd.
Aan
Converteer ingangssignalen binnen een bereik van 16-235 zodanig dat
een ingangsniveau van 255 wordt geprojecteerd als wit 109% met een
helderheid van 100%.
97
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Kleurruimte
> [Invoerinstellingen] > [Kleurruimte]
Selecteer de kleurruimte voor HDMI-signalen.
Progressief
> [Invoerinstellingen] > [Progressief]
Hiermee voert u progressieve beeldverwerking uit die is geoptimaliseerd voor
stilstaande beelden in films of bewegende beelden in video’s, als er
geïnterlinieerde HDMI-ingangssignalen worden aangeleverd.
Superwit heeft geen effect als [Ingangsniveau] is ingesteld op [Uitgebreid].
Kies [Uit] als het geprojecteerde beeld vervormd of onnatuurlijk lijkt bij de instelling [Aan].
Als u deze optie instelt op [Aan], wordt het algehele beeld donkerder.
Optie Functie
Automatisch Selecteert het optimale kleurformaat voor ingangssignalen.
RGB
Zorgt ervoor dat de projector het ingangssignaal als een RGB-signaal
behandelt.
YCbCr
Zorgt ervoor dat de projector het ingangssignaal als een
kleurverschilsignaal behandelt.
Optie Functie
Uit Voert progressieve beeldverwerking niet uit.
Film/auto
Geschikt voor stilstaande beelden of normale bewegende beelden.
Voert progressieve verwerking uit geoptimaliseerd voor video of film.
Video 1
Geschikt voor de projectie van video met een hoge beeldkwaliteit en
relatief trage bewegingen. Voert progressieve beeldverwerking uit die is
geoptimaliseerd voor HD-video.
Video 2
Geschikt voor de projectie van video met snellere bewegingen. Voert
progressieve beeldverwerking uit die is geoptimaliseerd voor video met
snelle bewegingen.
25p/30p(PsF)
Voert progressieve beeldverwerking uit die is geoptimaliseerd voor
1080 Psf/25- of 1080 Psf/30-video (respectievelijk 25 en 30 fps).
Selecteer [Uit] wanneer u flikkeringen en horizontale lijnen ziet in beeldmateriaal met veel
snelle actiebeelden.
Menu-instellingen
98
Details ingangssignaal
> [Invoerinstellingen] > [Details ingangssignaal]
Hier worden details over het ingangssignaal voor elke gebruikte ingangsbron
weergegeven, voor de geselecteerde ingangssignalen.
HDMI-ingangsignaal
Hier worden de resolutie, de verticale frequentie, de kleurinstelling (voor YCbCr
de kleurinstelling en subsampling, voor RGB de kleurinstelling en het bereik), de
kleurdiepte, VIC en de colorimetriegegevens weergegeven.
In het hierboven genoemde voorbeeld heeft het HDMI-1/2 ingangssignaal een
resolutie van 2048 x 2160, een verticale frequentie van 60,000 Hz, een
kleurformaat van YCbCr/subsampling 444 en een kleurdiepte van 8 bits.
Als er geen extra informatie voor het ingangssignaal wordt weergegeven, wordt
het gemarkeerd met “*”.
DVI-ingangsignaal
Geeft de resolutie en de verticale frequentie aan.
In het bovenstaande voorbeeld heeft het DVI-1/2/3/4 ingangssignaal een
resolutie van 1024 x 2160 en een verticale frequentie van 60,000 Hz.
In de meervoudige ingangsstand zijn aansluitingen met een onjuist ingangssignaal
herkenbaar aan een “ ” uitroepteken, dat wordt getoond voor ingangsaansluitingen met
signalen die niet aan de vereisten voldoen.
99
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
HDR-informatie
> [Invoerinstellingen] > [HDR-informatie]
Wanneer HDMI-signalen worden toegevoerd, wordt de informatie over het
dynamische bereik en Mastering InfoFrame weergegeven.
De projector bepaalt en geeft aan of HDMI-signalen SDR of HDR zijn.
HDR HDMI-signalen hebben een gebied dat kleur- en luminantiegegevens bevat
en deze informatie wordt aangeduid. De volgende informatie wordt weergegeven.
Item Weergegeven informatie Details
EOTF
Traditional gamma-SDR
SDR-
signaal
Geeft
verschillende
gamma-
informatie
over de video-
inhoud weer
SMPTE ST 2084
HDR-
signaal
Display primaries [0],[1],[2]
x: 0.00002 – 1.00000
y: 0.00002 – 1.00000
Coördinaten van de drie
hoekpunten van de
kleurenbereikdriehoek in de
kleurruimte
White point
x: 0.00002 – 1.00000
y: 0.00002 – 1.00000
Coördinaten van “wit” in de
kleurruimte
Max display mastering
luminance
1 – 65535 cd/m
2
Maximale luminantie van de
weergave die is gebruikt bij
het produceren van de
videogegevens
Min display mastering
luminance
0.0001 – 6.5535 cd/m
2
Minimale luminantie van de
weergave die is gebruikt bij
het produceren van de
videogegevens
Max content light level 1 – 65535 cd/m
2
Maximale luminantie van
scènes in de videogegevens
Max frame-average light
level
1 – 65535 cd/m
2
Gemiddelde luminantie van
scènes in de videogegevens
Menu-instellingen
100
Beeldinstelling
In dit gedeelte worden instellingen voor de beeldkwaliteit beschreven, zoals
helderheid, contrast en scherpte.
Menuscherm bij HDMI-1-ingangssignalen
Menu Functie Details
Beeldmodus *
Selecteer een algehele beeldkwaliteit die is afgestemd
op het geprojecteerde beeld.
P101
Profiel maken Sla gewenste beeldkwaliteitsinstellingen op als profiel. P102
Basisbeeldmodus
Wordt alleen weergegeven wanneer de beeldmodus
wordt ingesteld op een profiel uit [Gebruiker 1] tot
[Gebruiker 3]. Toont de beeldmodus die werd
aangepast bij het maken van het profiel.
P102
Helderheid * Pas de helderheid van het beeld aan. P102
Contrast * Pas het contrast van het beeld aan. P102
Scherpte * Pas de scherpte van het beeld aan. P102
Gamma *
Corrigeer detailverlies in schaduwen of fel verlichte
delen.
P102
HDR-bereik *
Binnen het dynamische bereik van SMPTE ST 2084
stelt u het te gebruiken bereik in.
P102
Kleurinstelling * Stel beeldkleuren nauwkeurig in. P103
Geavanceerde
instellingen *
Stel ruisonderdrukking en kleurtoon nauwkeurig in. P103
Lichtbronmodus *
Hiermee past u de helderheid en de
bedieningsgeluiden van de projectie aan.
P107
Helderheidsniveau *
Hiermee past u de helderheid van de projectie aan
zoals bepaald door de aandrijfstroom van de
laserdiode.
P108
101
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Menu’s die niet beschikbaar zijn, zijn grijs of niet zichtbaar.
* Aanpassingen worden opgeslagen als gewijzigde instellingen voor het huidige
ingangssignaal en de huidige beeldmodus.
Beeldmodus
> [Beeldinstelling] > [Beeldmodus]
Selecteer een algehele beeldkwaliteit voor geprojecteerde beelden. U kunt deze
optie ook selecteren met de IMAGE-knop op de afstandsbediening.
Menu’s die niet beschikbaar zijn, zijn grijs of niet zichtbaar.
Terugstellen
Zet de huidige instellingen voor beeldkwaliteit terug
naar de standaardinstellingen.
P108
Optie Type beelden Eigenschappen
Standaard
Computerschermen of media
die worden afgespeeld met
videosoftware
Algeheel helder, wit, met natuurlijke
kleuren.
Presentatie
Beelden die voornamelijk uit
tekst bestaan
Algeheel helder
Dynamisch Videobeelden Algeheel helder
Video Videobeelden van camcorders
Enigszins donker; kleuren zoals in tv-
beelden.
Foto/sRGB
Digitale foto’s van sRGB-
compatibele camera’s
Enigszins donker; voldoet aan de
sRGB-norm.
DICOM SIM
Medische of andere zwart-
witbeelden
Voldoet aan DICOM-norm deel 14. De
projector is echter niet geschikt voor
diagnose of vergelijkbare toepassingen.
Gebruiker 1 - 3
U kunt maximaal drie gebruikersprofielen met instellingen voor
beeldkwaliteit opslaan. Opgeslagen profielen zijn in deze instelling
beschikbaar als beeldmodus.
U bepaalt de beeldkwaliteit door de volgende items in elke beeldmodus in te stellen:
[Helderheid], [Contrast], [Scherpte], [Gamma], [HDR-bereik], [Kleurinstelling],
[Geavanceerde instellingen], [Lichtbronmodus] en [Helderheidsniveau].
Als er sprake is van flikkerend beeld wanneer de beeldmodus is ingesteld op
[Presentatie], schakel dan over naar [Foto/sRGB] of [Standaard].
Menu Functie Details
Menu-instellingen
102
Profiel maken
> [Beeldinstelling] > [Profiel maken]
Sla de gewenste instellingen voor beeldkwaliteit op in maximaal drie
gebruikersprofielen.
Helderheid
> [Beeldinstelling] > [Helderheid]
Pas de helderheid van het beeld aan.
Contrast
> [Beeldinstelling] > [Contrast]
Maak het beeldcontrast scherper of zachter.
Scherpte
> [Beeldinstelling] > [Scherpte]
Pas de scherpte van het beeld aan.
Gamma
> [Beeldinstelling] > [Gamma]
Corrigeer beeldgebieden die te donker of te helder zijn om ze goed te zien.
HDR-bereik
> [Beeldinstelling] > [HDR-bereik]
Binnen het dynamische bereik van SMPTE ST 2084 stelt u het te gebruiken bereik in.
[Gamma] wordt niet weergegeven wanneer het menu [HDR-bereik] bevat.
De opgeslagen instellingen zijn [Helderheid], [Contrast], [Scherpte], [Gamma], [HDR-
bereik], [Kleurinstelling], [Geavanceerde instellingen], [Lichtbronmodus] en
[Helderheidsniveau].
Hoewel er slechts drie gebruikersprofielen worden weergegeven, worden er voor
DVI-D- en HDMI-signalen afzonderlijke profielen gebruikt. Hierdoor kunt u in totaal zes
instellingen opslaan.
De naam van de beeldmodus die de basis was voor de instellingswijziging wordt ook in
het gebruikersgeheugen opgeslagen. Wanneer een gebruikersgeheugen als de
beeldmodus wordt geselecteerd, wordt de beeldmodus die de basis was voor dat
gebruikersgeheugen in het menu getoond als [Basisbeeldmodus].
Gebruik Gammacorrectie (P107) voor een nog nauwkeurigere instelling.
[HDR-bereik] kan alleen in de volgende gevallen worden ingesteld.
Beeldmodus (P101) is ingesteld op [Video] en HDR (P105) is [Aan]
Beeldmodus (P101) is ingesteld op [Video], HDR (P105) is [Automatisch] en HDR-
signalen worden toegevoerd
103
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Kleurinstelling
> [Beeldinstelling] > [Kleurinstelling]
Maak de kleurinstellingen zoals die voor kleurniveau, kleurbalans en
kleurtemperatuur.
Menuscherm in andere beeldmodi dan DICOM SIM
Geavanceerde instellingen
> [Beeldinstelling] > [Kleurinstelling]
Stel ruisonderdrukking en kleurtoon nauwkeurig in.
Submenu Functie
Kleurniveau Stelt de intensiteit van de kleuren in.
Kleurbalans Stelt de kleurbalans in van een paarsachtig of groenachtig beeld.
Kleurtemperatuur Stelt de kleurtemperatuur van wit in.
R / G / B-versterking Stelt de versterking van elke kleur in.
R / G / B-verschil Stelt het kleurverschil in voor elke kleur.
In de beeldmodus [DICOM SIM] wordt [Kleurtemperatuur] niet ingesteld via een
numerieke waarde, maar wordt gekozen uit een van de volgende vijf voorinstellingen.
Voorinstelling 1: Benadrukt de helderheid, volgens de DICOM-norm deel 14.
Voorinstelling 2: Benadrukt de kleurtint, volgens de DICOM-norm deel 14.
Voorinstelling 3: Regel de kleur overeenkomstig de DICOM-norm deel 14.
Voorinstelling 4: Toont de kleuren van röntgenfotofilm (Transparante basis).
Voorinstelling 5: Toont de kleuren van röntgenfotofilm (Blauwe basis).
Menu-instellingen
104
Omgevingslicht
Minimaliseer het effect van het omgevingslicht op het scherm.
Submenu Functie
Uit Er wordt geen correctie uitgevoerd.
Instellen
Type
Gloeilamp
Voor omgevingslicht dat afkomstig is van
conventionele gloeilampen of TL-licht van deze
kleur.
TL
Voor omgevingslicht van een TL-lamp die wit
daglicht uitstraalt.
Niveau
L Voor omgevingslicht van normale helderheid.
H Voor helder omgevingslicht.
Willekeurige ruisonderdrukking
Hiermee beperkt u beeldruis geassocieerd met willekeurige frequenties en amplituden.
Optie Functie
Uit Schakelt willekeurige ruisonderdrukking uit.
Zwak
Geef een van de drie intensiteitsniveaus op voor de willekeurige
ruisonderdrukking.
Normaal
Sterk
MPEG-ruisonderdrukking
Onderdruk MPEG-beeldruis.
Optie Functie
Uit Schakelt MPEG-ruisonderdrukking uit.
Zwak
Geef een van de drie intensiteitsniveaus op voor MPEG-ruisonderdrukking.Normaal
Sterk
V
oor
b
ee
ld
en van
i
ns
t
e
lli
ngen van
h
e
t
omgev
i
ngs
li
c
ht
Niveau Voorbeeldlocatie
L Projectiezaal, sportbar, enz.
H Conferentiezaal, collegezaal, enz.
Deze instelling is beschikbaar wanneer de beeldmodus is ingesteld op [Foto/sRGB].
Deze instelling is beschikbaar wanneer de basisbeeldmodus is ingesteld op [Foto/
sRGB].
Selecteer [Zwak] voor snelbewegende beelden. Selecteer [Sterk] voor langzaam
bewegende beelden.
105
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Dynamisch gamma
U kunt de gradatierepresentatie van lichte en donkere delen van een beeld automatisch
instellen.
Optie Functie
Uit Schakel de dynamische gamma-instelling uit.
Zwak
Geef een van de drie niveaus voor de dynamische gamma-instelling op.Normaal
Sterk
Dynamisch contrast
Voor donkere beelden, maakt donkere beeldgebieden nog donkerder.
Optie Functie
Uit Hiermee schakelt u de dynamische contrastaanpassing uit.
Modus 1
Geschikt voor video’s en diashows.
Hiermee verbetert u het contrast licht. Deze instelling is geschikt voor lichte
weergaveomgevingen. Het contrast wordt automatisch aangepast als
reactie op veranderingen in het ingangssignaal.
Modus 2
Geschikt voor diashows en video’s met scènes met geleidelijke overgangen
en voor landschappen. Hiermee verbetert u het contrast, geschikt voor
donkere weergaveomgevingen. Het contrast wordt automatisch aangepast
als reactie op veranderingen in het ingangssignaal.
Modus 3
Geschikt voor video’s met veel scènewisselingen. Hiermee verbetert u het
contrast, geschikt voor donkere weergaveomgevingen. Het contrast wordt
automatisch en sterker aangepast als reactie op veranderingen in het
ingangssignaal.
Colorimetrie
Hiermee selecteert u de kleurruimte van het ingangssignaal.
Optie Functie
Automatisch
Hiermee laat u automatisch de optimale kleurruimte (BT.709 of BT.2020)
bepalen op basis van ingangssignalen.
BT.709 Hiermee wordt het gebruik van de kleurruimte BT.709 geforceerd.
BT.2020 Hiermee wordt het gebruik van de kleurruimte BT.2020 geforceerd.
HDR (High Dynamic Range)
De HDR-bereikaanpassing projecteert een groter beeldluminantiebereik, waarbij de details in
lichte partijen en schaduwen behouden blijven.
Optie Functie
Automatisch
HDR wordt automatisch gebruikt wanneer er HDR-signalen worden
toegevoerd.
Uit HDR kan niet worden gebruikt.
Aan HDR moet worden gebruikt.
[Colorimetrie] kan alleen worden ingesteld wanneer de beeldmodus (P101) gelijk is
aan [Video].
[HDR] kan alleen worden ingesteld wanneer de beeldmodus (P101) gelijk is aan
[Video].
Menu-instellingen
106
Geheugenkleurcorrect (Huid/Lucht/Groen)
Maakt huidtinten, blauwe luchten en groene kleuren intensiever, zodat ze meer overeenkomen
met wat mensen zich herinneren.
Optie Functie
Uit Schakel correctie uit.
Zwak
Geef de mate van correctie op.Normaal
Sterk
6-weg kleurinstelling
Stel RGB- (rood, groen en blauw) en CMY-tinten (cyaan, magenta en geel) in beelden nauwkeurig in.
Submenu Functie
Uit Schakelt 6-weg kleurinstelling uit.
Instellen
Selecteer met de [ ] / [ ]-knoppen de optie [ Tint], [ Verzadiging] of
[ Helderheid] en stel ze vervolgens met de [ ] / [ ]-knoppen in.
Terugstellen Stelt alle instelbare waarden terug op nul.
De beeldresolutie kan minder lijken als u [Willekeurige-ruisonderdrukking] of [MPEG-
ruisonderdrukking] toepast.
107
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Lichtbronmodus
> [Beeldinstelling] > [Lichtbronmodus]
Wanneer de helderheid van de projectie wordt beperkt, worden het stroomverbruik
en het geluid van de ventilator beperkt.
Gammacorrectie
Stel witte, rode, groene en blauwe gammacurves in. Rood, groen en blauw kunnen apart
worden ingesteld. Als u wit afstelt, wordt de afstelling ook toegepast op de overige drie
kleuren. Als u een van de kleuren instelt, worden eerdere afstellingen overschreven.
Gebruik de [ ] / [ ]-knoppen om een kleur te kiezen en druk dan op de OK-knop. Gebruik
vervolgens de [ ] / [ ]-knoppen om een instelpunt te kiezen en de [ ] / [ ]-knoppen om de
gewenste instelling te maken.
Optie Functie
Normaal Beelden worden op volledige helderheid geprojecteerd.
Stil 1
Selecteer deze optie om de helderheid te beperken of wanneer stille
projectie is vereist.
Stil 2 Hiermee beperkt u de helderheid en het geluid nog verder.
Instellen
Op basis van de door u opgegeven helderheid wordt de
ventilatorsnelheid aangepast.
Met de knoppen [ ] / [ ] past u de helderheid aan op het scherm voor
aanpassing van het helderheidsniveau dat verschijnt.
[Gammacorrectie] is beschikbaar in andere beeldmodi dan [DICOM SIM] en
wanneer [HDR-bereik] niet wordt weergegeven in het menu.
•Zie pagina 102 voor informatie over gammacorrectie.
Gebruik ingangssignalen of een testpatroon voor het instellen.
[Helderheidsniveau] wordt weergegeven wanneer de
lichtbronmodus is ingesteld op [Instellen].
Menu-instellingen
108
Helderheidsniveau
> [Beeldinstelling] > [Helderheidsniveau]
Bedien de laserdiode om de helderheid van de projectie aan te passen.
Pas de helderheid aan met de knoppen [ ] / [ ].
Terugstellen
> [Beeldinstelling] > [Terugstellen]
Zet de huidige instellingen voor beeldkwaliteit terug naar de standaardinstellingen.
[Lichtbronmodus] wordt weergegeven wanneer de werkingsstand [Normaal] is. Als de
werkingsstand (P115) niet is ingesteld op [Normaal], verschijnt [Helderheidsniveau] in
plaats van [Lichtbronmodus].
[Helderheidsniveau] verschijnt in plaats van [Lichtbronmodus] wanneer de werkingsstand
(P115) niet is ingesteld op [Normaal].
Optie Functie
OK Stelt de beeldinstellingen terug.
Annuleren Annuleert het terugstellen van de beeldinstellingen.
109
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Als u de instellingen terugstelt wanneer [Beeldmodus] is ingesteld op een profiel
([Gebruiker 1] tot/met [Gebruiker 3]), herstelt u de instellingen die oorspronkelijk voor
dat gebruikersprofiel zijn opgeslagen.
Alleen de instelling voor de combinatie van ingangssignaal en beeldmodus voor de
huidige projectie wordt teruggesteld.
De volgende instellingen worden teruggesteld (geïnitialiseerd).
Helderheid Contrast Scherpte
Gamma HDR-bereik Kleurniveau
Kleurbalans Kleurtemperatuur Rood/Groen/Blauw-
versterking
Rood/Groen/Blauw-
verschil
Omgevingslicht (Type/
Niveau)
Willekeurige-
ruisonderdrukking
•MPEG-
ruisonderdrukking
Dynamisch gamma Dynamisch contrast
Colorimetrie HDR Geheugenkleurcorrect
6-weg kleurinst. (Tint/
Verzadiging/Helderheid)
Gammacorrectie (Wit/
Rood/Groen/Blauw)
Lichtbronmodus
Helderheidsniveau
Menu-instellingen
110
Installatie-instellingen
Stel de projectie af op het scherm, het type beelden of de manier waarop de
projector is geïnstalleerd.
Menuscherm bij HDMI-1-ingangssignalen
Menu’s die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven.
Menu Functie Details
Positievergrendeling
Bediening van functies die aan installatie gerelateerd
zijn kan verhinderd worden.
P111
Beeldomkeer H/V
Geef instellingen op voor projectie van achter het
scherm, voor plafondprojectie of voor beide.
P111
Trapezium Bepaalt het soort trapeziumcorrectie. P111
Professionele instellingen Geef geavanceerde installatie-instellingen op. P112
Lens - positie
Sla informatie over de lenspositie (waaronder
scherpstel-, zoom- en lensinstellingen) op, zodat u later
de lens kunt terugzetten in deze positie.
P119
Schermkleur Stem projectiekleuren af op de schermkleur. P119
Iris
De diafragmawaarde is instelbaar van 1-3.
Een kleinere diaframa-opening vermindert de
helderheid, maar verbetert het contrast.
P120
Testpatroon
Projecteer een testpatroon om tijdens de installatie de
projectieresolutie en -kleur te controleren.
P120
111
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Positievergrendeling
> [Installatie-instellingen] > [Positievergrendeling]
U kunt het gebruik van installatie-gerelateerde functies verhinderen.
Beeldomkeer H/V • Trapezium • Professionele instellingen
Lens - positie (Positie opslaan, Lens terugstellen)
Beeldomkeer H/V
> [Installatie-instellingen] > [Beeldomkeer H/V]
Geef aan hoe de projector is geïnstalleerd.
Trapezium
> [Installatie-instellingen] > [Trapezium]
Kies voor [Horiz.-verticaal trapezium] of [Hoekaanpassing] voor de
trapeziumcorrectie. De trapeziumcorrectie kan ook geheel worden teruggesteld. U
kunt de trapeziumcorrectie ook inschakelen met de KEYSTONE-knop op de
afstandsbediening.
Optie Functie
Uit Biedt instelmogelijkheden voor bepaalde installatiefuncties.
Aan
Voorkomt aanpassing van functies die betrekking hebben op de
installatie.
Optie Functie
GEEN Selecteer deze optie voor normale projectie, zonder omkering.
Plafondbevestiging
Selecteer deze optie wanneer de projector ondersteboven is
geïnstalleerd.
Het geprojecteerde beeld wordt in verticale richting omgekeerd.
Achter
Selecteer dit om een beeld te projecteren van achter het scherm.
Het geprojecteerde beeld wordt in horizontale richting omgekeerd.
Achter, aan plafond
Selecteer deze optie als de projector ondersteboven aan het
plafond en achter het scherm is geïnstalleerd.
Het geprojecteerde beeld wordt in zowel verticale als horizontale
richting omgekeerd. Selecteer deze optie wanneer de projector
ondersteboven is geïnstalleerd.
Wanneer de projector aan een plafond wordt bevestigd, gebruikt u de optionele
plafondsteun (RS-CL15) en plafondmontagearm (RS-CL17). Neem voor meer
informatie contact op met het Canon Call Center.
Als u de beeldweergave omkeert, worden eventuele instellingen voor
trapeziumvervorming teruggesteld. Voer in dit geval de instellingen opnieuw in.
Het aanpassen van de instelling voor [Beeldomkeer H/V] heeft geen invloed op de
knoptoewijzingen op het zijbedieningspaneel van de projector.
Optie Functie
Horiz.-verticaal
trapezium
Toepassen van de horizontale-verticale trapeziumcorrectie. De
beeldhoogte- en lengte worden ingesteld.
Hoekaanpassing
Pas hoeken aan. U kunt de positie van elke beeldhoek
aanpassen.
Terugstellen Terugstellen van alle aanpassingen aan de trapeziumwaarde.
Menu-instellingen
112
Professionele instellingen
> [Installatie-instellingen] > [Professionele instellingen]
Geef geavanceerde installatie-instellingen op.
Paneelaandrijfmodus
Selecteer de gewenste verticale resolutie voor het LCD-scherm.
Optie Functie
4096x2160 Gebruik een resolutie van 4096 x 2160 lijnen.
4096x2400 Gebruik een resolutie van 4096 x 2400 lijnen.
Meerdere invoermodus selecteren
Kies hoe u vier DVI-ingangen of twee HDMI-ingangen combineert tot één beeld.
Submenu Optie Functie
DVI-invoermodus
Normaal
Voor gebruik met DVI-invoer [Enkel], [DVI 1x2], [DVI 2x2]
of [DVI 1x4].
Enkel
Voor gebruik met een enkele aansluiting die DVI-
ingangssignalen toevoert.
DVI 1x2 Voor gebruik met DVI-ingangssignalen via twee kabels.
DVI 2x2
Voor gebruik met DVI-ingangssignalen via vier kabels,
geprojecteerd in een 2x2 opstelling.
DVI 1x4
Voor gebruik met DVI-ingangssignalen via vier kabels,
geprojecteerd naast elkaar.
HDMI-invoermodus
Normaal Voor gebruik met HDMI-invoer [Enkel] of [HDMI 1x2].
Enkel
Voor gebruik met een enkele aansluiting die HDMI-
ingangssignalen toevoert.
HDMI 1x2 Voor gebruik met HDMI-ingangssignalen via twee kabels.
Selecteer [4096x2400] alleen wanneer er een signaal met een resolutie van 4096 x
2400 wordt toegevoerd.
Als u de paneelaandrijfmodus wijzigt, worden de volgende waarden opnieuw
ingesteld.
- Horizontaal-verticaal trapezium
- Hoekaanpassing
Aanpassingswaarden die worden opgeslagen voor randovergangen zijn afhankelijk
van de paneelaandrijfmodus.
113
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
DVI-optimalisatie
Optimaliseert beelden van DVI-signalen.
Submenu Optie Functie
DVI DL-instelling
Auto
Uit
Schakel automatische bepaling van single-link- of dual-
linkmodus voor DVI-aansluitingen uit en projecteer
beelden in single-linkmodus.
Aan
Bepaal automatisch of DVI-aansluitingen in single-link- of
in dual-linkmodus worden gebruikt en pas automatisch
instellingen hierop aan.
Optie Functie
DVI-1-
equalizerinstelling
Pas de equalizerwaarde voor DVI-aansluitingen aan.
Kies lagere waarden voor meer versterking of hogere waarden voor
minder versterking.
Voorbeeld van equalizerinstellingen
Kies lagere waarden om signalen te versterken die zijn verzwakt door
een lange kabel.
Signalen kunnen te sterk zijn als er ruis optreedt bij gebruik van een
korte kabel of bij gebruik van een actieve kabel, signaalcorrector of
repeater. Kies in dat geval voor hogere waarden om de signalen af te
zwakken of te corrigeren.
DVI-2-
equalizerinstelling
DVI-3-
equalizerinstelling
DVI-4-
equalizerinstelling
HDMI EDID-modus selecteren
Kies een HDMI-aansluiting (1 of 2) EDID die geschikt is voor de aangesloten apparatuur.
Submenu Functie
HDMI-1 EDID-
modus
HDMI-2 EDID-
modus
Bij gebruik van een dual-linkkabel kan ruis in de signaallijn normale projectie
verhinderen. Stel [DVI DL-instelling Auto] in op [Uit] als dit gebeurt.
In sommige gevallen waar DVI-aansluitingen worden gebruikt, is de kabel misschien
niet goed afgestemd op de projector. Dit kan videoruis veroorzaken of ervoor zorgen
dat het signaal niet wordt gedetecteerd. Kies in dat geval bij elke instelling de optie
[DVI-4-equalizerinstelling] in plaats van [DVI-1-equalizerinstelling].
Optie Functie
Grote
brandbreedte
(4K60Hz)
Kies deze als de aangesloten apparatuur signalen met
hoge bandbreedte kan aanleveren, zoals 3840 x 2160
(4K) bij 60 Hz, YCbCr 4:4:4.
Grote
compatibiliteit
Kies deze in het geval van onjuiste video- of audio-
weergave van de projector omdat de EDID niet juist
wordt gelezen door de aangesloten apparatuur bij
instelling op Grote brandbreedte(4K60Hz).
Ook al gebruikt u deze functie, dan nog kan de lijst van ondersteunde videoformaten
niet altijd worden bijgewerkt wanneer [HDMI-invoermodus] onder [Meerdere
invoermodus selecteren] is ingesteld op [HDMI 1x2].
Menu-instellingen
114
RGB-uitlijning
Hiermee kunt u een verkeerde kleuruitlijning corrigeren.
Submenu Functie
Micro-digitale
beeldverschuiving
Met de positiefijnregeling corrigeert u afwijkingen ten opzichte van de
beelden van gelijktijdig gebruikte andere projectors, in stapjes van 1 pixel.
Registratie
Een verkeerde kleuruitlijning die het hele beeld aantast, kan worden
gecorrigeerd door rode, groene of blauwe componenten in positie te
brengen, in stapjes van 1 pixel.
Geavanceerde
registratie
U kunt een verkeerde kleuruitlijning in verschillende schermgebieden
nauwkeurig per kleur (rood, groen, blauw) en per gebied corrigeren.
Raadpleeg “Geavanceerde registratie om geprojecteerde beelden in te
stellen” (P195) voor meer informatie.
[Uit] Schakel lokale correctie van verkeerde kleuruitlijning uit.
[Instellen] Geef een menu weer waarmee een verkeerde kleuruitlijning
lokaal kan worden gecorrigeerd.
Submenu Functie
Uit Schakelt de micro-digitale beeldverschuiving uit.
Instellen
Submenu Functie
Instellen
Voor verstellen van het beeld in
horizontale en verticale richting.
Grafiek
Toont een instelraster (het
puntselectievenster).
Submenu Functie
5-punts
aanpassing
Uit Schakel de aanpassing uit.
Instellen
Voer een 5-punts aanpassing (in
schermhoeken en in het midden) uit.
Handmatige
aanpassing
Pas de uitlijning nauwkeurig aan op basis van
54 punten (in een raster van 6 x 9).
Terugstellen
Herstel de oorspronkelijke positie van vóór de
aanpassing.
Bij Geavanceerde registratie kunnen gebieden met een
dambordpatroon of gebieden waarop een halftooneffect is
toegepast, ongelijkmatig kleuren of beeldartefacten vertonen.
115
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Grote hoogte
Stel de ventilatorstand af op de hoogte (geringe of grote hoogte (meer dan 2.300 m)).
Optie Functie
Uit Instelling voor hoogtes die lager zijn dan 2.300 m.
Aan Instelling voor hoogtes van 2.300 m of hoger.
Bedieningsmodus
Schakel de methode van het regelen van de lichtbron en de ventilator.
Optie Functie
Normaal Normale aandrijfstand. De helderheid neemt na verloop van tijd af.
Vaste helderheid
Bijna dezelfde helderheid die bij installatie is ingesteld, blijft behouden.
Slijtage van de laserdiode wordt door een sensor waargenomen en de
stroomsterkte neemt toe om de slijtage te compenseren.
Lange duur 1
De bruikbare levensduur van optische onderdelen wordt relatief langer
door het helderheidsniveau van de lichtbronmodus te beperken en de
ventilatoraandrijving te reguleren.
Lange duur 2
De bruikbare levensduur van optische onderdelen wordt nog langer door
het helderheidsniveau van de lichtbronmodus nog verder te verlagen en
de ventilatoraandrijving nog meer te reguleren.
De instellingen voor [Registratie] en [Geavanceerde registratie] blijven behouden,
ook als u de paneelaandrijfmodus wijzigt.
Bij 5-punts aanpassing kunt u verkeerd uitgelijnde kleuren op het hele scherm
basaal corrigeren door aanpassingspunten in het midden en in elke hoek te
verplaatsen. Kies Handmatige aanpassing als u de registratie alleen in bepaalde
gebieden wilt corrigeren.
Waarden die u via 5-punts aanpassing hebt ingesteld, blijven behouden als u
vervolgens een handmatige aanpassing uitvoert. Voer een handmatige aanpassing
uit als u na een 5-punts aanpassing de kleuruitlijning nog nauwkeuriger wilt
corrigeren.
Als u na Handmatige aanpassing overgaat op 5-punts aanpassing, worden de
waarden voor Handmatige aanpassing gewist.
Door onjuiste instellingen kan de bruikbare levensduur van andere onderdelen worden
verkort.
Wanneer u de projector 24 uur of langer continu gebruikt, of wanneer u de projector
uitschakelt door het netsnoer te ontkoppelen, dient u kalibratie van de lichtbron uit te
voeren met een van de onderstaande instellingen. Als de kalibratie niet wordt
uitgevoerd, houdt de projector geen vaste helderheid aan.
Geef regelmatig [OK] op in [Lichtbron kalibreren] in [Kalibreren] (P136).
Geef CALIBRATION op in [Schema] (P133).
Menu-instellingen
116
Marginale scherpstelling
Bij projectie in koepels kunt u de scherpte aan de randen van het scherm instellen. Met de
afstandsbediening kunt u deze scherpstelling inschakelen en uitschakelen. Raadpleeg “De
scherpte bij de randen instellen” (P199) voor gedetailleerde instructies.
Optie Functie
Uit Schakel scherpstelling van beeldranden via de afstandsbediening uit.
Aan
Schakel scherpstelling van beeldranden via de afstandsbediening in. Om
toegang te krijgen tot het aanpassingsvenster drukt u twee keer op de
knop LENS op de projector of twee keer op de knop FOCUS op de
afstandsbediening.
Terugstellen Herstel de standaardpositie van de randscherpstelling.
Randovergang
Als u beelden projecteert vanuit meerdere projectoren, kunnen beeldranden elkaar overlappen.
U kunt de helderheid en kleuren van deze overlappende randen (het overgangsgebied)
instellen voor een meer vloeiende weergave. Zie “Projecteren vanuit meerdere projectoren
tegelijkertijd (randovergang)” (P191) voor gedetailleerde instructies.
[Uit] Schakel een geleidelijke overgang uit.
[Instellen] Open het menu voor het instellen van het overgangsgebied.
Als u deze functie instelt op [Uit], voorkomt u alleen dat het instelvenster wordt
weergegeven. Aanpassingswaarden blijven bewaard. Gebruik deze instelling om
scherpstelling van beeldranden via de afstandsbediening te voorkomen.
Startmarkering Eindmarkering
Overgangsgebied
Bij aanpassing van het beeld
geprojecteerd van de rechterkant
Met deze instelling is het verschil in kleuren of helderheid mogelijk niet helemaal
verdwenen.
Gebruik voor de beste overgangen dezelfde beeldmodus op alle projectoren
(optimale beeldmodus: [Foto/sRGB]) en maak de volgende instellingen.
(1) Helderheid, contrast, R/G/B-versterking, R/G/B-verschil, zwartniveau, randovergangen,
kleurtemperatuur, kleurniveau, kleurbalans, scherpte, gamma, HDR-bereik,
lichtbronmodus, helderheidsniveau.
(2) Pas de kleuren aan via 6-weg kleurinstelling.
(3) Pas gamma aan via Gammacorrectie.
(4) Pas hoeken aan via Trapeziumcorrectie.
117
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Submenu Functie
Zijkant
Randovergang
instellen
Stel ongewenste kleuren of kleurverschillen in het overgangsgebied bij.
Submenu Functie
Links
Selecteer waar u het overgangsgebied wilt instellen.
Rechts
Boven
Onder
Breedte Geeft de breedte tussen de start- en eindmarkering aan.
Startpositie
Verschuift de positie van de startmarkering.
Grote overgangsgebieden kunnen
dialoogvensters voor ingangssignalen en
andere interface-elementen bedekken. Stel
in dat geval Randovergang tijdelijk in op [Uit]
en controleer de weergave.
Hoewel de startmarkering normaal is
uitgelijnd met de rand van het beeld, kunt u
deze ook naar het midden van het beeld
uitlijnen. In dat geval ligt het zwarte
overgangsgebied buiten de startmarkering.
Submenu Functie
Uit
Stel niet de kleuren bij van beelden die in elkaar
overgaan.
Instellen
Stel ongewenste kleuren of kleurverschillen in het
overgangsgebied bij.
Optie Functie
Wit
Stel rood, groen en blauw in één keer
in om ongewenste kleuren of
kleurverschillen in het
overgangsgebied te corrigeren.
Rood/Groen/
Blauw
Stel rood, groen en blauw
afzonderlijk in om ongewenste
kleuren of kleurverschillen in het
overgangsgebied te corrigeren.
Menu-instellingen
118
Submenu Functie
Zwartniveau-
instelling
Omdat zwart lichter is in het overgangsgebied dan in andere gebieden,
kunt u het zwartniveau buiten het overgangsgebied instellen, zodat dit
verschil in helderheid minder opvalt.
Uit
Stel het zwartniveau niet in.
Gebied
Pas gebieden C-A aan voor meer vloeiende grenzen van het
overgangsgebied.
Zwartniveau
Stel de helderheid en kleur van het zwartniveau voor gebied B en D in.
Markering
Geef de markeringen van het overgangsgebied weer.
Terugstellen Stelt de markeringsinstellingen terug.
Linkerbeeld
Positie van eindmarkering
(verborgen)
Gebied D
Overgangsgebied
Gebieden C-A (standaard: 0)
Gebied A: Zwartniveau kan niet worden
ingesteld.
Gebied B: Stel in op een ander zwartniveau dan
dat van gebied D.
Gebied C: Stel in voor een vloeiende overgang
ten opzichte van het zwartniveau van
gebied B en D.
Submenu Functie
Zijkant
Selecteer waar u aanpassingen wilt maken (Links/
Rechts/Boven/Onder).
A-breedte/
B-breedte/
C-breedte
Stel de breedte van gebied A-C in.
Submenu Functie
B/D-gebied
basis
Stel de helderheid van het zwartniveau voor gebied B/
D in.
B/D-gebied
rood / groen /
blauw
Stel de rode, groene en blauwe onderdelen van de
zwartniveaus van het B/D-gebied afzonderlijk in.
Aanpassingswaarden worden hersteld, zelfs als het
dialoogvenster niet meer wordt weergegeven als u opnieuw
[Instellen] hebt geselecteerd nadat u [Zwartniveau-instelling] hebt
ingesteld op [Uit].
Optie Functie
Uit Verberg de markeringen van het overgangsgebied.
Aan
Geef de markeringen van het overgangsgebied weer.
De startmarkering is rood en de eindmarkering is
groen.
119
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Lens - positie
> [Installatie-instellingen] > [Lens - positie]
U kunt in de projector informatie opslaan over de lenspositie. U kunt maximaal drie
sets met lensinformatie (waaronder scherpstel-, zoom- en lensinstellingen)
opslaan, zodat u de lens later kunt terugzetten in deze posities.
Schermkleur
> [Installatie-instellingen] > [Schermkleur]
U kunt de kleurkwaliteit van de geprojecteerde beelden aanpassen overeenkomstig
de kleur van het projectiescherm.
Submenu Functie
Positie 1-3 laden
Zet de lens terug in de posities die zijn opgeslagen via [Positie 1
opslaan] - [Positie 3 opslaan].
Positie 1-3 opslaan
Slaat de lenspositie op als een van de beschikbare posities (1-3).
Lens terugstellen Zet de lens terug in de oorspronkelijke positie.
Als u de lens terugzet in een opgeslagen positie, worden beelden soms enigszins
verkeerd uitgelijnd.
Als u een beeldformaat opgeeft dat iets kleiner is dan het schermformaat
(beeldgebied), kunt u tussen meerdere lensposities schakelen zonder dat delen van
het beeld buiten het scherm worden geprojecteerd.
Gebruik lensinstel-, zoom- en scherpstelfuncties voor een nauwkeurige positionering.
[Positie opslaan] en [Lens terugstellen] zijn niet beschikbaar als [Positievergrendeling]
is ingesteld op [Aan] (P111).
[Positie laden] is grijs en niet beschikbaar tenzij er posities zijn opgeslagen via [Positie
opslaan].
De volgende instellingen worden opgeslagen: scherpstelling, zoom, lensinstelling,
trapezium, hoekaanpassing en schermkleur.
Submenu Functie
Normaal
Selecteer dit als u een standaard projectiescherm gebruikt. De beelden
worden geprojecteerd met een lichtkwaliteit die vergelijkbaar is met die
van natuurlijk licht.
Groen schoolbord
Selecteer deze optie als u een donkergroene achtergrond, zoals een
schoolbord, als scherm gebruikt. Een kleurkwaliteit die vergelijkbaar is
met [Normaal] wordt dan op het groene schoolbord verkregen.
Instellen
Selecteer deze optie om de versterking en de verschillen voor rood,
blauw en groen nauwkeurig in te stellen.
Menu-instellingen
120
Iris
> [Installatie-instellingen] > [Iris]
Gebruik deze functie voor projectie met meer nadruk op contrast dan op
helderheid.
Testpatroon
> [Installatie-instellingen] > [Testpatroon]
U kunt een testpatroon (P205) projecteren om zonder ingangssignaal de resolutie,
kleur en andere details te controleren. Ook beschikbaar via de TEST PATTERN-
knop op de afstandsbediening.
Submenu Functie
Openen Schakelt diafragma-instelling uit.
1-3 sluiten Geef de diafragmawaarde op (1-3).
De instelling voor [Iris] heeft geen invloed op het energieverbruik.
Optie Functie
Uit Schakel de weergave van het testpatroon uit.
Aan Schakel de weergave van het testpatroon in.
Terwijl het testpatroon wordt weergegeven, kunt u van patroon wisselen met de
knoppen [ ] / [ ]. Bovendien kunt u testpatroonopties wijzigen met de [ ] / [ ]-
knoppen.
Na korte tijd verdwijnt het testpatroonmenu, maar met de [ ] / [ ]-knoppen kunt u het
opnieuw weergeven.
121
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Systeeminstelling
Kies de gewenste instellingen voor de projector en afstandsbediening,
pieptonen en andere details na het opstarten, in de standbystand en in
andere situaties.
Menuscherm bij HDMI-1-ingangssignalen
Menu’s die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven.
Menu Functie Details
Gebruikersbeeldinstellingen
Pas de gebruikersschermen aan die worden
weergegeven bij het opstarten, bij het ontbreken van
een signaal en in andere situaties.
P122
Op het scherm
Stel de weergavepositie in en geef aan of u menu’s,
Help-informatie en waarschuwingspictogrammen wilt
weergeven of verbergen.
P123
Afstandsbediening/
zijbediening
Geef aan of u de projector wilt bedienen met de
afstandsbediening of met de knoppen op de projector.
P125
Audio-ingang selecteren Selecteer de audio-ingang. P127
Seriële communicatie Geef instellingen voor de seriële communicatie weer. P127
Energie-instellingen
Geef hiermee op hoe energie moet worden bespaard
bij het opstarten, in stand-by en wanneer er geen
signaal wordt ontvangen.
P127
Onderdrukking
bewegingsonscherpte
Bewegingsonscherpte is onscherpte die ontstaat
tijdens het afspelen van videobeelden. Met
Onderdrukking bewegingsonscherpte kunt u ervoor
zorgen dat dit minder opvalt.
P129
Taal
U kunt de taal selecteren waarin de menu’s worden
getoond.
P130
Overige instellingen
Stel hier een wachtwoord in, controleer de timing voor
vervanging van het luchtfilter, gebruik een schema en
ga naar andere instellingen en informatie.
P130
Menu-instellingen
122
Gebruikersbeeldinstellingen
> [Systeeminstelling] > [Gebruikersbeeldinstellingen]
Maak een opname van uw logo en geef instellingen op voor de weergave ervan.
Logo-opname
Registreert het huidige beeld als gebruikerslogo. U kunt een geregistreerd gebruikerslogo
weergeven als er geen signaal wordt ontvangen, als u op de
BLANK
-knop drukt of bij het opstarten.
Optie Functie
OK
Geef het beeld voor logoregistratie weer.
Lijn het beeld uit met de rode grenslijnen om het gedeelte aan te geven
dat wordt opgeslagen en druk daarna op de OK-knop. Het gedeelte van
het beeld binnen de grenslijnen is nu geregistreerd.
Annuleren Annuleert logoregistratie.
Positie van logo
Geef als volgt de positie van geregistreerde gebruikerslogo’s op.
U kunt de positie opgeven nadat u een logo hebt geregistreerd. Kies Linksboven,
Rechtsboven, Midden, Linksonder of Rechtsonder.
Geen-signaal beeld
Stel het scherm in dat wordt weergegeven als er geen ingangssignalen zijn.
Optie Functie
Zwart Het scherm is helemaal zwart.
Blauw Het scherm is helemaal blauw.
Gebruikerslogo Het gebruikerslogo wordt geprojecteerd.
Scherm indien blanco
Selecteer het scherm dat wordt weergegeven als de projectie tijdelijk op zwart wordt gezet via
de
BLANK
-knop
op de afstandsbediening.
Optie Functie
Zwart Het scherm is helemaal zwart.
Blauw Het scherm is helemaal blauw.
Lichtbron uit De lichtbron wordt uitgeschakeld.
Gebruikerslogo Het gebruikerslogo wordt geprojecteerd.
Projector inschakelen
Kies een logo dat na het inschakelen wordt weergegeven totdat er ingangssignalen kunnen
worden geprojecteerd.
Optie Functie
Overslaan Er wordt een zwart scherm geprojecteerd.
Canon-logo Geeft het Canon-logo weer dat in de fabriek vooringesteld is.
Gebruikerslogo Het gebruikerslogo wordt geprojecteerd.
123
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Op het scherm
> [Systeeminstelling] > [Op het scherm]
Geef weergavedetails op voor menu’s, Help-informatie en
waarschuwingspictogrammen op het scherm.
Menupositie
Geef menu’s op een andere positie weer.
Kies Linksboven, Rechtsboven, Midden, Linksonder of Rechtsonder.
Menuweergavetijd
Verleng de menuweergave van standaard 10 of 30 seconden naar 3 minuten.
Optie Functie
Normaal Het menu wordt 10 of 30 seconden weergegeven.
Uitgebreid Het menu wordt 3 minuten weergegeven.
De weergavetijden van de volgende menu’s worden ook gewijzigd.
Bij gebruik van randovergangen is alleen de optie [Midden] beschikbaar. Andere
weergaveposities zijn grijs.
Item [Normaal] [Uitgebreid]
Menuscherm 30 sec. 3 min.
- Ingang (P59)
- Trapeziumcorrectie (P68)
- Trapeziumcorrectie terugstellen (P70)
- Scherpstelling (P62), Zoom (P63),
Lensinstelling (P65), Lens terugstellen (P66)
- Marginale scherpstelling (P116)
- Aspect (P67)
- Beeldmodus (P71)
-Gamma (P102)
- Volume-instelling (P32, P37)
10 sec. 3 min.
De vensters voor handmatige aanpassing of 5-punts aanpassing in RGB-uitlijning, en
voor andere instellingen zoals datum- en tijdinstellingen, worden 3 minuten
weergegeven, ongeacht de instelling van de optie [Normaal] of [Uitgebreid].
Menu-instellingen
124
Menu roteren
Hiermee kunt u de menuweergave draaien. Wanneer u bijvoorbeeld staand projecteert, met
de projector geïnstalleerd in een hoek van 90°, geeft u de weergaverichting van
geprojecteerde menu’s op om deze uit te lijnen met de boven- of onderkant van
geprojecteerde beelden.
Optie Functie
Automatisch
Hiermee worden menu’s automatisch gedraaid voor zover nodig nadat
een versnellingsmeter is gebruikt om te bepalen of de projector staand
(90° rechtsom of linksom) of horizontaal is geplaatst.
Uit
Menu’s worden niet gedraaid. Menu’s worden in leesbare richting
weergeven voor horizontaal geplaatste projectoren.
90 graden linksom
Menu’s worden 90° gedraaid. Menu’s worden in een leesbare richting
weergegeven voor projectoren die staand (90° rechtsom of linksom)
worden geplaatst.
90 graden
rechtsom
Gids
Terwijl u de projector gebruikt, worden berichten weergegeven als richtlijn voor de introductie
van functies en de werking.
Optie Functie
Uit Verbergt het gidsscherm.
Aan Geeft het gidsscherm weer.
Ingangsstatus weergeven
De status van ingangssignalen wordt weergegeven wanneer er geen signaal is of wanneer u
de signaalinstellingen invoert.
Optie Functie
Uit De ingangsstatus wordt niet getoond.
Aan De ingangsstatus wordt getoond.
Om de draairichting van de menu’s te bepalen, wordt de richting van de projector
direct na het opstarten gedetecteerd of wanneer deze instelling wordt geschakeld
naar [Automatisch].
Menu’s worden niet automatisch gedraaid als reactie op wijzigingen in de richting
van de projector tijdens de projectie.
Het gidsscherm wordt in de volgende gevallen weergegeven.
Er wordt geen ingangssignaal gedetecteerd.
Er is in de [BLANK]- of [FREEZE]-modus op een ongeldige knop gedrukt. (P37)
Wanneer de positievergrendeling (P111) op [Aan] is gezet en de knoppen die door
deze functie zijn vergrendeld, worden ingedrukt.
125
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Afstandsbediening/zijbediening
> [Systeeminstelling] > [Afstandsbediening/zijbediening]
Geef op welke handelingen beschikbaar zijn via knoppen op de afstandsbediening
of het zijbedieningspaneel van de projector.
Luchtfilterwaarschuwing
Er wordt een waarschuwing weergegeven dat het luchtfilter moet worden vervangen wanneer
vervanging is vereist.
Optie Functie
Uit De luchtfilterwaarschuwing wordt niet weergegeven.
Aan De luchtfilterwaarschuwing wordt weergegeven.
Oververhit. waarschuwing
Er wordt een waarschuwingspictogram weergegeven wanneer de interne temperatuur hoog
is en de projector oververhit kan raken.
Optie Functie
Uit Geef het waarschuwingspictogram voor hoge temperaturen niet weer.
Aan Geef het waarschuwingspictogram voor hoge temperaturen weer.
Pieptoon
U kunt selecteren of u wel of geen pieptoon wilt horen wanneer u de projector bedient.
Optie Functie
Uit Schakelt de pieptoon uit.
Aan Schakelt de pieptoon in.
Toetsherhaling
Met Toetsherhaling kunt u knoppen op de projector of afstandsbediening ingedrukt houden in
plaats van er herhaaldelijk op te drukken.
Optie Functie
Uit Toetsherhaling staat uit.
Aan Toetsherhaling staat aan.
Wanneer [Luchtfilterwaarschuwing] op [Uit] wordt ingesteld, wordt de waarschuwing
voor vervanging van het luchtfilter niet langer weergegeven. We raden u aan de
luchtfilterteller (P137) af en toe te controleren, zodat u weet wanneer u het filter moet
vervangen.
Als u het geluid van de projector dempt met de MUTE-knop op de afstandsbediening,
hoort u geen pieptoon.
Menu-instellingen
126
Toetsvergrendeling
Hiermee wordt de projector of de afstandsbediening (draadloos) vergrendeld om gebruik te
voorkomen.
Optie Functie
Uit
Schakelt de toetsvergrendeling uit. Bediening is zowel op het toestel
zelf als via de afstandsbediening mogelijk.
Apparaat
Bediening via het hoofdapparaat is niet mogelijk.
Gebruik de afstandsbediening.
Afstand
(draadloos)
Schakelt infraroodbediening via de afstandsbediening uit (P39).
Gebruik de knoppen op het hoofdapparaat.
Bediening is ook mogelijk via een afstandsbediening met kabel.
Kanaal afstandsbediening
U kunt aparte kanalen toewijzen aan maximaal vier projectoren, zodat u voor alle projectoren
één afstandsbediening kunt gebruiken.
Het projectorkanaal selecteren
Bij gebruik van een afstandsbediening met kabel hoeft u geen kanaal voor de
afstandsbediening in te stellen.
Optie Functie
Kanaal 1
Selecteer het afstandsbedieningskanaal dat u met deze projector wilt
gebruiken.
Kanaal 2
Kanaal 3
Kanaal 4
Zelfstndig
De projector kan worden bediend via een afstandsbediening die is
ingesteld op een willekeurig kanaal.
Een kanaal kiezen op de afstandsbediening
Als u via het menu het projectorkanaal wijzigt, moet u op de afstandsbediening hetzelfde
kanaal instellen.
De toetsvergrendelingsfunctie ontgrendelen
Zet de projector uit en haal de stekker uit het stopcontact. Druk op de OK-knop op het
hoofdapparaat en steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact terwijl u de OK-
knop ingedrukt blijft houden. Na een paar tellen hoort u een geluidssignaal en zijn de
knoppen ontgrendeld.
Als u naar deze instelling gaat via de knoppen op het zijbedieningspaneel van de
projector, is de optie [Apparaat] niet beschikbaar. Als u naar deze instelling gaat via de
knoppen op de afstandsbediening, is de optie [Afstand (draadloos)] niet beschikbaar.
Kanaal 1 Houd zowel de Ch-knop als de [1]-knop 3 seconden ingedrukt.
Kanaal 2 Houd zowel de Ch-knop als de [
2]-knop 3 seconden ingedrukt.
Kanaal 3 Houd zowel de Ch-knop als de [
3]-knop 3 seconden ingedrukt.
Kanaal 4 Houd zowel de Ch-knop als de [
4]-knop 3 seconden ingedrukt.
Zelfstndig Houd zowel de Ch-knop als de [
0]-knop 3 seconden ingedrukt.
127
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Audio-ingang selecteren
> [Systeeminstelling] > [Audio-ingang selecteren]
Selecteer de aansluiting voor de audio-ingang die met de diverse ingangssignalen
wordt gebruikt.
Seriële communicatie
> [Systeeminstelling] > [Seriële communicatie]
U kunt de instellingen bekijken voor de servicepoort (CONTROL) die wordt gebruikt
voor seriële communicatie.
Energie-instellingen
> [Systeeminstelling] > [Energie-instellingen]
Hier geeft u op hoe energie wordt bespaard bij het opstarten, in stand-by of
wanneer er geen signaal wordt ontvangen.
Submenu Functie
DVI-1
Selecteer de audio-ingang.
DVI-2
DVI-3
DVI-4
HDMI-1
HDMI-2
DVI 1x2
DVI 2x2 / 1x4
HDMI 1x2
Optie Functie
Baudrate Modulatiefrequentie, in bits per seconde.
Gegevensbits Aantal bits gegevens.
Pariteit Aantal pariteitbits.
Stopbit
Lengte stopbit.
Optie Functie
Uit Er is geen audio-uitvoer.
Audio in
Gebruikt audiosignalen van AUDIO IN voor
audio-uitvoer.
HDMI-1
Alleen beschikbaar wanneer het submenu
[HDMI-1] of [HDMI 1x2] is. Audiosignalen van
HDMI-1 worden uitgevoerd.
HDMI-2
Alleen beschikbaar wanneer het submenu
[HDMI-2] of [HDMI 1x2] is. Audiosignalen van
HDMI-2 worden uitgevoerd.
Optie Functie
1 Stelt de stopbitlengte in op 1.
2 Stelt de stopbitlengte in op 2.
Menu-instellingen
128
Standbyenergie-instelling
Hier geeft u de werkingsstatus van de netwerkfunctie in stand-bymodus op.
Optie Functie
Normaal
Alle netwerkfuncties zijn beschikbaar wanneer de netwerkfuncties zijn
ingeschakeld, inclusief het webscherm en PJLink.
Energiebesparing
Alle netwerkfuncties zijn zelfs in de stand-bymodus beschikbaar.
De projector reageert mogelijk echter minder goed dan normaal
wanneer sommige functies voor het eerst worden gebruikt.
Snel starten
Hiermee zorgt u dat de projector de volgende keer sneller wordt opgestart door enkele
circuits na uitschakeling van de projector 90 minuten ingeschakeld te laten. Om echter
plotselinge intensiteitspieken te voorkomen, wordt de projectie met ten minste ongeveer
1,7 seconden vertraagd.
Optie Functie
Uit Snel starten uitschakelen.
Aan Snel starten inschakelen.
Energiebesparingsfunctie
U kunt opgeven om de lichtbron uit te schakelen of naar stand-by te gaan als er geen
ingangssignaal is. Met deze functie wordt de lichtbron of de voeding na een bepaalde
periode automatisch uitgeschakeld als de afstandsbediening of projector niet wordt bediend.
Optie Functie
Uitgeschakeld Schakel de energiebesparingsfunctie uit.
Lichtbron uit Hiermee wordt alleen de lichtbron uitgeschakeld.
Standby Schakelt de projector uit en zet deze in de standbystand.
Als [Energiebesparing] is geselecteerd, duurt het mogelijk lang om toegang te
krijgen tot bepaalde functies via het netwerk. Selecteer [Normaal] voor snellere
toegang.
[Standbyenergie-instelling] is niet beschikbaar wanneer [Snel starten] is ingesteld op
[Aan].
[Standbyenergie-instelling] is ingesteld op [Normaal] en kan niet worden gewijzigd
wanneer een schema is ingeschakeld (P133).
[Standbyenergie-instelling] is ingesteld op [Normaal] en kan niet worden gewijzigd
wanneer het draadloze LAN is ingeschakeld (P140). (4K600STZ/4K600Z)
De projectie wordt hervat wanneer hetzelfde ingangssignaal wordt hersteld,
wanneer de afstandsbediening of de projector wordt bediend of wanneer opdrachten
van de gebruiker naar de projector worden verzonden wanneer deze is
ingeschakeld.
Vanuit de standbystand hervat u de projectie op dezelfde manier als wanneer u de
projector normaal inschakelt.
Als [Uitgeschakeld] is geselecteerd, is [Direct inschakelen] niet beschikbaar.
129
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Onderdrukking bewegingsonscherpte
> [Systeeminstelling] > [Onderdr. bewegingsonscherpte]
Bewegingsonscherpte is onscherpte die ontstaat tijdens het afspelen van
videobeelden. Met Onderdrukking bewegingsonscherpte kunt u ervoor zorgen dat
dit minder opvalt.
Duur energiebesparing
Geef op hoeveel tijd er moet verstrijken voordat de lichtbron uitgaat of de projector naar
stand-by gaat, afhankelijk van de instelling [Energiebesparingsfunctie].
Optie Functie
5 min. - 60 min.
Als de projector inactief is en 30 sec. geen ingangssignaal heeft
ontvangen, verschijnt een aftelscherm tot de geselecteerde tijd is
verstreken.
Direct inschakelen
U kunt de projector inschakelen door alleen de netsnoerstekker in het stopcontact te steken,
zonder op de POWER-knop te drukken.
Optie Functie
Uit U moet op de POWER-knop drukken om de projector in te schakelen.
Aan
U kunt de projector inschakelen door alleen de netsnoerstekker in het
stopcontact te steken.
Optie Functie
Uit De bewegingsonscherpte wordt niet onderdrukt.
Zwak
Verminder de bewegingsonscherpte voor snelbewegende
beelden. Beelden worden mogelijk iets donkerder en er kan
sprake zijn van flikkering.
Sterk
Verminder de bewegingsonscherpte voor beelden die sneller
bewegen dan met [Zwak] kan worden gecorrigeerd. Beelden
worden mogelijk donkerder en er kan sprake zijn van flikkering.
Als instellen van de projector op [Sterk] of [Zwak] leidt tot hinderlijke beeldflikkering,
kiest u dan de [Uit]-stand.
[Onderdrukking bewegingsonscherpte] is in de beeldmodus [DICOM SIM] niet
beschikbaar. Het menu is grijs.
Als bij een tijdelijk zwartgemaakt scherm wordt voldaan aan de voorwaarden voor
het aftellen, wordt het zwartmaken geannuleerd.
Zodra het aftellen begint, worden audiosignalen niet meer uitgevoerd.
Voordat u direct inschakelen selecteert, moet u [Energiebesparingsfunctie] instellen
op een andere optie dan [Uitgeschakeld]. Als [Uitgeschakeld] is geselecteerd, is
[Direct inschakelen] niet beschikbaar.
De projector is ook voorzien van een directe uitschakelingsfunctie. Er wordt geen
schade aan de projector veroorzaakt, zelfs niet als de stekker tijdens de projectie
wordt ontkoppeld om de projector uit te schakelen zonder op de
POWER-knop te
drukken. Aanpassingen van de instellingen die direct vóór het ontkoppelen van de
projector zijn ingevoerd, worden echter mogelijk niet opgeslagen.
Menu-instellingen
130
Taal
> [Systeeminstelling] > [Taal]
Selecteer de taal voor de menu’s.
Overige instellingen
> [Systeeminstelling] > [Overige instellingen]
Hiermee registreert u een wachtwoord, stelt u een wachtwoord in, zet u de teller
van het luchtfilter terug op de beginwaarde, plant u wanneer de projector wordt
ingeschakeld en hebt u toegang tot andere instellingen en informatie.
Taal
Engels Russisch Tsjechisch
Duits Nederlands Deens
Frans Fins Arabisch
Italiaans Noors Vereenvoudigd Chinees
Spaans Turks Traditioneel Chinees
Portugees Pools Koreaans
Zweeds Hongaars Japans
131
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Wachtwoordinstellingen
Schakelt de projector uit tenzij het juiste wachtwoord wordt ingevoerd.
Optie Functie
Uit
U kunt de projector gebruiken zelfs als u geen wachtwoord hebt
ingevoerd.
Aan U kunt de projector niet gebruiken tenzij u uw wachtwoord invoert.
Wachtwoord registreren
U kunt een wachtwoord instellen om de projectie te starten.
Voer een 4-cijferig wachtwoord in.
Voer het wachtwoord in met de pijlknoppen [ ] (1) / [ ] (2) / [ ] (3) / [ ] (4) of de
nummerknoppen op de afstandsbediening.
Het 4-cijferige wachtwoord wordt met de cijfers van links naar rechts ingevoerd. Wanneer het
laatste cijfer is ingevoerd, wordt het wachtwoord automatisch geregistreerd.
Druk op de MENU-knop om de registratie af te breken.
Het wachtwoord annuleren
Annuleren op de
projector
Zet de projector uit en haal de stekker uit het stopcontact.
Houd de MENU-knop op het zijbedieningspaneel ingedrukt en steek de
stekker in het stopcontact. Houd de MENU-knop ingedrukt totdat u een
pieptoon hoort. Als u een pieptoon hoort, is het wachtwoord
geannuleerd. (Het ingevoerde wachtwoord wordt ook teruggesteld.)
Annuleren op de
afstandsbediening
Druk in de standbystand 3 maal op de MENU-knop van de
afstandsbediening en druk vervolgens op de POWER-knop om het
wachtwoord geforceerd te annuleren.
U kunt [Aan] niet instellen tenzij u [Wachtwoord registreren] hebt voltooid.
Als u eenmaal een wachtwoord hebt ingesteld, verschijnt een invoerscherm voor het
wachtwoord als u het apparaat inschakelt.
Voer een 4-cijferig wachtwoord in.
Voer het wachtwoord in met de
[] / [] / [] / []-knoppen of de nummerknoppen op
de afstandsbediening.
Als het wachtwoord klopt, begint de projectie. Als u drie keer achter elkaar een verkeerd
wachtwoord invoert, wordt de projector uitgeschakeld.
De projector gaat ook uit als er drie minuten geen activiteit is in het
wachtwoordscherm.
Menu-instellingen
132
Datum- en tijdinstellingen
Hiermee stelt u tijdinstellingen in zoals de huidige datum en tijd, de weergavenotatie van
datum/tijd, zomertijd en de tijdzone.
Submenu Functie
Datum en tijd
Hiermee stelt u de datum en tijd in. De momenteel ingestelde datum en
tijd worden weergegeven en elke seconde bijgewerkt.
Datumnotatie
Kies [Jaar/maand/datum], [Maand/datum/jaar] of [Datum/maand/jaar]
als de datumnotatie die wordt weergegeven voor de datum en tijd, in
schema’s en op andere locaties.
Zomertijd
Zet de tijd één uur vooruit aan het begin van de zomertijd en één uur
achteruit aan het einde. De timing van de zomertijd moet vooraf worden
ingesteld.
Regio
Selecteer een stad in de tijdzone waar de projector wordt geplaatst.
De tijdzone wordt weergegeven van de stad die in [Tijdzone] is
geselecteerd.
Velden zijn leeg tenzij de real-time klok is ingesteld.
Submenu Functie
Datum Voer hier de datum in.
Tijd Voer hier de tijd in.
Invoeren
Uw ingevoerde waarden worden bevestigd. Wanneer
u deze instelling voltooit, wordt de real-time klok
geactiveerd.
De weergavenotatie van datum/tijd wordt ingesteld in
[Datumnotatie].
De instellingen worden mogelijk gereset als de projector een
lange periode niet op het stopcontact is aangesloten.
Optie Functie
Uit Hiermee schakelt u de zomertijd uit.
Aan Hiermee schakelt u de zomertijd in.
Bewerken
Hier kunt u bewerken wanneer de zomertijd begint en
eindigt. Stel hier de maand, de dag en de tijd op het
bewerkingsscherm in dat hierna wordt weergegeven
voor de begin- en einddatum/-tijd.
[Aan] in [Zomertijd] is pas beschikbaar als de begin- en eindtijd
zijn ingesteld.
133
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Submenu Functie
SNTP
Selecteer of u de tijd op de projector wilt synchroniseren met SNTP
(Simple Network Time Protocol).
Schema
Sommige projectortaken kunnen worden geautomatiseerd door een schema in te stellen.
Kies als timing van geplande taken [Standaard]. Dit is niet tijdens een bepaalde periode, of in
een van de vijf speciale perioden die u hebt ingesteld.
Optie Functie
Standaard
Hiermee stelt u een algemeen schema in dat niet tijdens een specifieke
periode plaatsvindt.
Speciale periode
1-5
Hiermee stelt u maximaal vijf specifieke periode voor gebruik van het
schema in.
Submenu Functie
Aan (IPv4) Hiermee gebruikt u SNTP over een IPv4-verbinding.
Aan (IPv6) Hiermee gebruikt u SNTP over een IPv6-verbinding.
Uit Hiermee schakelt u SNTP uit.
[SNTP] is niet beschikbaar wanneer [Netwerk (kabel/
draadloos)] wordt ingesteld op [Uit/uit]. (4K600STZ/4K600Z)
[SNTP] is niet beschikbaar wanneer [Netwerkfunctie] wordt
ingesteld op [Uit]. (4K601STZ/4K601Z)
Stel in het webscherm het IP-adres van de SNTP-server in.
[SNTP] is alleen beschikbaar als het IP-adres van de SNTP-
server is ingesteld.
De instelling [Periode] van een speciale periode kan niet zo worden ingesteld dat
deze met een andere periode overlapt.
Menu-instellingen
134
Gedetailleerde schema-instelling
Optie Functie
Uit Hiermee schakelt u het schema uit.
Aan Hiermee schakelt u het schema in.
Bewerken
Hiermee kunt u het schema bewerken.
Standaard
[Aan] wordt grijs weergegeven totdat u de periode instelt in [Speciale periode 1] tot
[Speciale periode 5].
Wanneer u een schema instelt op [Aan], wordt [Standbyenergie-instelling] (P128)
gewijzigd in [Normaal].
Taken die zijn gepland onder de instelling [Standaard], worden niet uitgevoerd
terwijl speciale periode-instellingen van kracht zijn.
135
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Optie Functie
Bewerken
Speciale periode
Selecteer een dag in [Dag van de week] en selecteer de tijden,
bewerkingen en parameters.
Lichtbronkalibratie kan ook worden gepland tijdens uw opgegeven
periode door CALIBRATION te selecteren. (Zie pagina 136 voor meer
informatie.) De projector moet echter ten minste 30 minuten projecteren
voordat deze kan worden gekalibreerd, dus u moet deze van tevoren
inschakelen.
Submenu Functie
Periode
Bewerk de periode (begin- en einddatums) voor
geplande werking. Er wordt geen instelling voor
[Periode] gebruikt voor het schema [Standaard].
Dag van de
week
Hiermee wijzigt u de dag van de week voor
bewerking.
Schema
bewerken
Hiermee bewerkt u de taken die voor uw
geselecteerde [Dag van de week] zijn gepland. U kunt
de vermelde tijden, bewerkingen en parameters
(POWER ON/OFF, INPUT, CALIBRATION) instellen
en verwijderen.
Menu-instellingen
136
Optie Functie
Bewerken
Kalibreren
Met kalibratie past u de projector aan om te compenseren voor veranderingen in
beeldkwaliteit als gevolg van langdurig gebruik of verschillen in de gebruiksomgeving.
Submenu Functie
Gamma herstellen
Herstel de oorspronkelijke gamma als u merkt dat tooncurves zijn
gewijzigd of neutrale kleuren een tint krijgen wanneer u de projector
enige tijd hebt gebruikt. U kunt het gamma alleen herstellen na
ongeveer 30 minuten projecteren.
Submenu Functie
Terugstellen
Hiermee wist u instellingsdetails voor het
geselecteerde schema. Instellingsdetails voor
[Periode] en dag van de week worden gereset.
Schema
kopiëren naar
andere dag
Hiermee kopieert u de taken die zijn gepland voor uw
geselecteerde [Dag van de week] naar een andere
dag in het menu voor het kopiëren van het schema.
Optie Functie
Uit
Keert terug naar de fabrieksinstelling zonder
gammaherstelling uit te voeren.
Instellen
Zet de oorspronkelijke gamma terug en pas het
resultaat toe.
Bij het herstellen van de gamma worden de standaardwaarden
van tooncurves en neutrale kleuren zo goed mogelijk
teruggezet, maar het resultaat komt niet helemaal overeen met
de oorspronkelijke projectie.
Bij Gamma herstellen ziet u het instelscherm gedurende
ongeveer acht minuten.
Druk op de POWER- of EXIT-knop om gammaherstel te
beëindigen. Bij annulering keert de instelling terug naar de
[Uit]-stand.
137
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Submenu Functie
Paneeltemperatuur
aanpassen
Deze optie gebruikt u als de gamma is gewijzigd ten gevolge van
andere wijzigingen, bijvoorbeeld veranderingen in de
omgevingstemperatuur.
Het is compensatie voor gradatiewijzigingen die worden veroorzaakt
door een wijziging in de temperatuur van het LCOS-scherm. Deze
functie kan alleen worden gebruikt na ongeveer 2 minuten projecteren.
Lichtbron
kalibreren
Gebruik deze functie wanneer er zorgen zijn over verslechtering van de
kleur en de luminantie van de lichtbron als gevolg van langdurig
gebruik.
Trigger Out
De werking van een scherm of ander extern apparaat kan worden geactiveerd door de
projector in of uit te schakelen.
Optie Functie
Uit Geen signaal uit de activeringsaansluiting.
Koppeling met
voeding
Signaal van 12 V uit de activeringsaansluiting tijdens de projectie.
Wordt gebruikt om de werking van een scherm of ander extern apparaat
te activeren tegelijkertijd als de projector wordt in- of uitgeschakeld.
Luchtfilterteller
Hier wordt een teller weergegeven om u eraan te herinneren wanneer u het luchtfilter moet
vervangen.
Ook wordt een scherm weergegeven om de teller te resetten.
Stroomteller
Toont de totale tijdsduur dat de projector op een stroombron aangesloten is geweest.
Optie Functie
Uit Pas de schermen niet aan de temperatuur aan.
Instellen Pas de schermen aan de temperatuur aan.
Optie Functie
OK De lichtbronkalibratie wordt uitgevoerd.
Annuleren De lichtbronkalibratie wordt niet uitgevoerd.
De lichtbronkalibratie kan alleen worden gebruikt na ongeveer 30 minuten
projecteren.
Na vervanging van het luchtfilter reset u de teller van het luchtfilter.
•Zie P202 - P204 voor meer informatie over vervanging van het luchtfilter.
Deze waarde wordt niet teruggesteld, zelfs niet als u [Fabrieksinstellingen] kiest.
Menu-instellingen
138
Firmware
Update de projectorfirmware.
Controleer de aangegeven versie voordat u de firmware gaat updaten.
Update de projectorfirmware als volgt.
1. Download bijgewerkte firmware van de website van Canon en sla deze in de hoofdmap
van een USB-flashstation op.
2. Plaats het USB-flashstation in de USB-poort.
3. Volg de instructies op het scherm om het updateproces te voltooien.
Fabrieksinstellingen
U kunt de menu-instellingen terugzetten en de systeeminstellingen terugstellen naar de
fabrieksinstellingen.
Optie Functie
OK De fabrieksinstellingen worden teruggesteld.
Annuleren De fabrieksinstellingen worden niet teruggesteld.
Firmwareversies die u hier ziet, zijn alleen ter illustratie en wijken af van de
daadwerkelijke versies.
In bepaalde gevallen is het niet mogelijk de update te downloaden. Neem voor
details contact op met het Canon Call Center.
Het updaten van de firmware duurt enkele minuten. Tijdens de update knippert het
LED-lampje rood. Schakel de projector niet uit als het LED-lampje knippert. Na de
update wordt de projector automatisch uitgeschakeld en wordt de standbystand
geactiveerd.
139
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Netwerkinstelling
Aansluiten op een netwerk - overzicht
Als u de projector aansluit op een netwerk, kunt u de projector bedienen via een
computer en per e-mail berichten ontvangen over projectorfouten.
Afhankelijk van de methode waarop het netwerk verbonden is kan voorbereiding
via de computer noodzakelijk zijn. Hieronder volgt een beschrijving van
voorbereiding via de computer.
Verbindingsmethodes
4K600STZ/4K600Z ondersteunen zowel bekabelde als draadloze verbindingen en
4K601STZ/4K601Z ondersteunen bekabelde verbindingen.
Netwerken met kabels
Gebruik een LAN-kabel als u de projector wilt aansluiten op een computernetwerk.
Afgeschermde (STP) LAN-kabel
(niet inbegrepen)
Hub of router, enz.
LAN-poort
Menu-instellingen
140
Draadloze netwerken (4K600STZ/4K600Z)
Pj AP-modus (Projector Access Point)
U kunt de projector gebruiken als toegangspunt voor directe communicatie met
computers die compatibel zijn met draadloos LAN.
U kunt maximaal vijf computers tegelijkertijd aansluiten.
Infrastructuurmodus
U kunt de projector ook gebruiken als draadloze LAN-cliënt voor aansluiting op
een draadloos LAN-toegangspunt.
In dit geval wordt de projector aangesloten op computers via het draadloze LAN-
toegangspunt.
De volgende netwerkfuncties zijn beschikbaar in de Pj AP-modus.
- Internetfuncties
- Gebruikersopdrachten
Overige netwerkfuncties (met name SNMP, PJLink, E-mail, AMX Device Discovery en
Crestron RoomView) zijn niet beschikbaar.
IPv6-connectiviteit is niet beschikbaar in de Pj AP-modus.
Computers compatibel met
draadloos LAN
Projector (in Pj AP-modus)
Computers
compatibel met
draadloos LAN
Computers via LAN-
kabel aangesloten
op het netwerk
Toegangspunt
Projector
(in infrastructuurmodus)
141
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Verbindingen
De volgende netwerkfuncties zijn beschikbaar in de infrastructuurmodus.
- Internetfuncties
- E-mailfuncties
- Gebruikersopdrachten
Overige netwerkfuncties (met name SNMP, PJLink, AMX Device Discovery en
Crestron RoomView) zijn niet beschikbaar.
Voor de infrastructuurmodus gelden de volgende beperkingen.
- SSID’s van het toegangspunt die niet in ASCII-code staan (letters, cijfers of
symbolen van één byte) kunnen ertoe leiden dat tekens niet goed worden
weergegeven bij de weergave van zoekresultaten.
- Connectiviteit kan niet worden gegarandeerd als SSID’s van het toegangspunt
tekens bevatten die niet in ASCII-code staan (letters, cijfers of symbolen van
één byte).
Als meerdere toegangspunten dezelfde SSID hebben, ziet u alleen
zoekresultaten voor het toegangspunt met het sterkste signaal.
Vergeet niet uw netwerk (bekabeld of draadloos) in te stellen op [Aan] als
[Netwerk (kabel/draadloos)] op de projector is ingesteld op [Uit/uit] en de
netwerkverbinding is uitgeschakeld. (P145) Kies het verbindingstype voor
draadloze netwerken.
Ga naar “Projectorinformatie controleren” (P159) en controleer dat het bekabelde
of draadloze IP-adres van de projector niet gelijk is als dat van andere computers
in het netwerk. Volg de instructies in “Computerinstellingen voor een
netwerkverbinding opgeven” (P161) en stel het IP-adres van de projector in via
het webscherm of de TCP/IP-instellingen van de projector. (P147, P152)
Voordat u verbinding maakt met een netwerkomgeving die een DHCP-server
gebruikt, zet u [DHCP] in het menu op [Aan] om de DHCP-functie in te
schakelen. (P146, P152)
Functies van het bekabelde LAN en de infrastructuurmodus kunnen niet tegelijkertijd
worden gebruikt.
U kunt niet tegelijkertijd de Pj AP-modus en de infrastructuurmodus gebruiken.
De modus Bekabeld LAN en Pj AP kunnen niet in hetzelfde subnetwerk worden
gebruikt.
Als u voor het eerst de computer verbindt met het netwerk, dient u ook de instellingen
op de computer uit te voeren. Raadpleeg in dit geval de netwerkbeheerder betreffende
de nodige instellingen.
Menu-instellingen
142
Draadloze LAN (Wi-Fi)
Landen en regio’s waar het gebruik van draadloze LAN is
toegestaan
Het gebruik van de draadloze LAN-functie is onderhevig aan de wetten en regelgeving
van het land en de regio waarin u deze functie gebruikt. Schending hiervan kan leiden
tot strafvervolging. Ga naar de website van Canon voor een lijst met landen en regio’s
waar het gebruik van de draadloze LAN-functie is toegestaan.
Canon aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor problemen, enzovoort, die
zich kunnen voordoen bij het gebruik van de draadloze LAN-functie in andere
landen en regio’s dan diegene die staan vermeld.
Modelnummer
4K600STZ/4K600Z (inclusief WLAN-module model CH9-1346)
Verklaring betreffende EG-richtlijn
Hierbij verklaart Canon Inc. dat dit toestel in overeenstemming is met richtlijn 2014/
53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het
volgende internetadres:
http://www.canon-europe.com/ce-documentation
Draadloze LAN-specificaties
4K600STZ/4K600Z
Frequentieband(en): 2.401 MHz - 2.473 MHz
Maximaal radiofrequentievermogen: 12,7 dBm
Complies with
IMDA Standards
DB00671
143
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Projectorinstellingen opgeven
Instellingen die in dit gedeelte worden beschreven, gelden voor bekabelde
en draadloze netwerkverbindingen (4K600STZ/4K600Z), het instellen van
een netwerkwachtwoord en andere aspecten van projectie via een netwerk.
Menuscherm voor 4K600STZ, bij HDMI-1-ingangssignalen
*Alleen beschikbaar voor bekabelde verbindingen.
Menu Functie Details
Netwerkinst.
vergrendelen
Vergrendel netwerkinstellingen om wijzigingen te
voorkomen.
P144
Netw.wachtwoord-
instelling
Geef op of u netwerkinstellingen met een wachtwoord
wilt beveiligen.
P144
Netw.wachtwrd
registreren
Stel een netwerkwachtwoord in. P144
Netwerk (kabel/
draadloos)
4K600STZ/4K600Z
Schakel bekabelde of draadloze netwerkconnectiviteit
en de modus in of uit.
P145
Netwerkfunctie
4K601STZ/4K601Z
U kunt de netwerkfunctie in- of uitschakelen.
Gedetailleerde
instellingen (kabel)
4K600STZ/4K600Z
Geef geavanceerde instellingen voor bekabelde
verbindingen weer en wijzig ze.
P145
Gedetailleerde instellingen
4K601STZ/4K601Z
Gedetailleerde inst.
(draadloos)
4K600STZ/4K600Z
Geef geavanceerde instellingen voor draadloze
verbindingen weer en wijzig ze.
P150
PJLink* Schakel PJLink in of uit. P156
AMX Device Discovery* Schakel AMX Device Discovery in of uit. P157
Crestron RoomView* Schakel Crestron RoomView in of uit. P157
Informatie Hiermee geeft u netwerkinformatie weer. P158
Menu-instellingen
144
Netwerkinstelling vergrendelen
> [Netwerkinstelling] > [Netwerkinst. vergrendelen]
U kunt de netwerkinstellingen vergrendelen zodat ze niet gewijzigd kunnen worden.
Netwerkwachtwoordinstelling
> [Netwerkinstelling] > [Netw.wachtwoordinstelling]
U kunt opgeven of er een wachtwoord moet worden ingevoerd om de
netwerkinstellingen van de projector te wijzigen.
Netwerkwachtwoord registreren
> [Netwerkinstelling] > [Netw.wachtwrd registreren]
Voer met de [ ] / [ ] / [ ] / [ ]-knoppen of de nummerknoppen op de
afstandsbediening het netwerkwachtwoord van de projector in.
Optie Functie
Vrijgeven
Heft de vergrendeling op, zodat andere netwerkinstellingen gewijzigd
kunnen worden. Het wachtwoord moet ingevoerd worden om de
vergrendeling te kunnen opheffen. Voer met de [ ] / [ ] / [ ] / [ ]-
knoppen of de nummerknoppen op de afstandsbediening het
viercijferige netwerkwachtwoord in.
Vergrendelen De instellingen vergrendelen.
De netwerkvergrendeling geforceerd opheffen
Druk in onderstaande volgorde op de volgende knoppen om de vergrendeling op te
heffen: [ ] [OK] [ ] [OK] [ ] [OK]. Hiermee zet u het netwerkwachtwoord terug naar
[ ] [ ] [ ] [ ] ([1] [1] [1] [1]).
Als u [Netw.wachtwoordinstelling] instelt op [Uit], zijn uw netwerkinstellingen niet
vergrendeld.
Optie Functie
Uit Er wordt geen netwerkwachtwoord gebruikt.
Aan Er wordt een netwerkwachtwoord gebruikt.
145
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Netwerk (kabel/draadloos) (4K600STZ/4K600Z)
> [Netwerkinstelling] > [Netwerk (kabel/draadloos)]
Schakel bekabelde of draadloze netwerkconnectiviteit en de modus in of uit.
Als u [Uit] kiest, kan dit energie besparen.
Netwerkfunctie (4K601STZ/4K601Z)
> [Netwerkinstelling] > [Netwerkfunctie]
Schakel de netwerkfunctie in of uit.
Als u [Uit] kiest, kan dit energie besparen.
Gedetailleerde instellingen (kabel) (4K600STZ/4K600Z)
> [Netwerkinstelling] > [Gedetailleerde instellingen (kabel)]
Gedetailleerde instellingen (4K601STZ/4K601Z)
> [Netwerkinstelling] > [Gedetailleerde instellingen]
Geef het bekabelde IP-adres, gateway-adres en andere instellingen weer en wijzig
deze handmatig. Alleen beschikbaar als het bekabelde netwerk is ingesteld op
[Aan].
Menuscherm voor 4K600STZ/4K600Z
(Voor 4K601STZ/4K601Z wordt “(kabel)” niet weergegeven in de menutitel.)
Optie Functie
Uit/Uit Schakelt de netwerkfunctie uit.
Aan/Uit Schakel alleen bekabelde netwerken in.
Aan/Aan (Pj AP)
Schakel zowel bekabelde als draadloze netwerken (Pj AP-modus)
in.
Uit/Aan (Pj AP) Schakel alleen draadloze netwerken (Pj AP-modus) in.
Uit/Aan (Infra) Schakel alleen draadloze netwerken (infrastructuurmodus) in.
Opmerkingen bij draadloze verbindingen
Als u de eerste keer opstart in de Pj AP-modus (P140) wordt u gevraagd instellingen voor
de beveiligingssleutel te controleren.
Optie Functie
Uit Schakelt de netwerkfunctie uit.
Aan Schakelt de netwerkfunctie in.
Menu-instellingen
146
Menu Functie
MAC-adres Bekabelde MAC-adres van de projector.
Gedetaill. IPv4-
adresinstellingen
Hiermee configureert u details van de functie voor het bekabelde LAN
(IPv4) van de projector.
Menuscherm voor 4K600STZ/4K600Z
(Voor 4K601STZ/4K601Z wordt “(kabel)” niet weergegeven in de
menutitel.)
Submenu Functie
IP-adres IP-adres van het bekabelde LAN (IPv4).
Subnetmasker
Subnetmasker van het bekabelde LAN (IPv4).
Gateway-
adres
Gatewayadres van het bekabelde LAN (IPv4).
DHCP
Optie Functie
Uit
Schakelt de DHCP-functie uit. TCP/IP-
instellingen kunnen handmatig worden
geconfigureerd.
Aan
Schakelt de DHCP-functie in. Zoekt de
DHCP-server. U kunt niet langer
handmatig TCP/IP-instellingen invoeren
(het IP-adres, het subnetmasker en het
gatewayadres), omdat het IP-adres van
de DHCP-server wordt gehaald.
147
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Gedetaill. IPv4-
adresinstellingen
IPv6
Menu Functie
Submenu Functie
TCP/IP-instel.
Wijzig het IP-adres, subnetmasker en gateway-adres
dat u wilt gebruiken voor verbindingen of geef deze
op.
Menuscherm voor 4K600STZ/4K600Z
(Voor 4K601STZ/4K601Z wordt “(kabel)” niet
weergegeven in de menutitel.)
Dit menu is niet beschikbaar (wordt grijs
weergegeven) wanneer [DHCP] (P146)
[Aan] is.
Als een ongeldige waarde wordt ingevoerd,
wordt “Ongeldige invoer.” weergegeven.
Voer in dit geval een geldige waarde in.
Wanneer [Netwerk (kabel/draadloos)] is
ingesteld op [Aan/Aan (Pj AP)], wordt
“Identieke segment-IP niet toegestaan”
weergegeven als u hetzelfde subnetwerk
opgeeft als in de modus Pj AP. Voer een
ander subnetwerk in of verander [Netwerk
(kabel/draadloos)] in [Aan/uit] voordat u het
IP-adres van het bekabelde netwerk
opnieuw invoert. (4K600STZ/4K600Z)
Optie Functie
Uit
Hiermee schakelt u de bekabelde LAN-functie (IPv6)
van de projector uit.
Aan
Hiermee schakelt u de bekabelde LAN-functie (IPv6)
van de projector in. [Gedetaill. IPv6-adresinstellingen]
is nu beschikbaar.
Menu-instellingen
148
Gedetaill. IPv6-
adresinstellingen
Hiermee configureert u details van de functie voor het bekabelde LAN
(IPv6) van de projector.
Menuscherm voor 4K600STZ/4K600Z
(Voor 4K601STZ/4K601Z wordt “(kabel)” niet weergegeven in de
menutitel.)
Menu Functie
Submenu Functie
Locatie van
koppeling
Lokaal adres koppeling van het bekabelde LAN (IPv6).
Automatisch
Automatische adressen (max. 5) van het bekabelde
LAN (IPv6).
Handmatig Handmatig adres van het bekabelde LAN (IPv6).
Gateway
Gatewayadres van het bekabelde LAN (IPv6).
Auto-
instellingen
Hiermee schakelt u de automatische instelling van het
adres van het bekabelde LAN (IPv6) in of uit.
Handmatige
instellingen
Hiermee kunt u de instellingen van het bekabelde LAN
(IPv6) handmatig configureren. U kunt het IPv6-adres,
de prefixlengte en het gatewayadres wijzigen of
opgeven.
Menuscherm voor 4K600STZ/4K600Z
(Voor 4K601STZ/4K601Z wordt “(kabel)” niet
weergegeven in de menutitel.)
Dit menu is niet beschikbaar (wordt grijs
weergegeven) wanneer [Auto-instellingen]
[Aan] is.
Als een ongeldige waarde wordt ingevoerd,
wordt “Ongeldige invoer.” weergegeven.
Voer in dit geval een geldige waarde in.
149
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Initialiseren
netwerkinstel.
De volgende netwerkinstellingen worden teruggesteld.
Instellingen die u kunt aanpassen via het projectormenu.
Standbyenergie-instelling (P128)
Netwerkinstelling vergrendelen (P144)
Netwerkwachtwoordinstelling (P144)
Netwerkwachtwoord registreren (P144)
Netwerk (kabel/draadloos) (4K600STZ/4K600Z) (P145)
Netwerkfunctie (4K601STZ/4K601Z) (P145)
Gedetailleerde instellingen (kabel) (4K600STZ/4K600Z) /
Gedetailleerde instellingen (4K601STZ/4K601Z) (P145)
- Gedetaill. IPv4-adresinstellingen (P146)
- DHCP (bekabeld LAN (IPv4)) (P146)
- TCP/IP-instel. (P147)
- IP-adres (bekabeld LAN (IPv4)) (P146)
- Subnetmasker (bekabeld LAN (IPv4)) (P146)
- Gateway-adres (bekabeld LAN (IPv4)) (P146)
- IPv6 (P147)
- Gedetaill. IPv6-adresinstellingen (P148)
- Auto-instellingen (P148)
- Handmatige instellingen (P148)
- IP-adres (bekabeld LAN (IPv6)) (P148)
- Prefixlengte (P148)
- Gateway-adres (bekabeld LAN (IPv6)) (P148)
PJLink (P156)
AMX Device Discovery-instellingen (P157
)
Crestron RoomView-instellingen (P157)
Instellingen die u kunt aanpassen via het internetscherm.
[Password] (P168)
[Wired] (P176)
- IPv4
- DHCP (P176)
- IP address (P176)
- Subnet mask (P176)
- Default gateway (P176)
- IPv6
- IPv6 (P177)
- Autoconfiguration (P177)
- IP address (P177)
- Prefix length (P177)
- Default gateway (P177)
[Mail] (P180)
[SNMP] (P182)
[Projector info.] (P183)
[PJLink] (P184)
Menu Functie
Menu-instellingen
150
Gedetailleerde instellingen (draadloos) (4K600STZ/4K600Z)
> [Netwerkinstelling] > [Gedetailleerde inst. (draadloos)]
Geef het draadloze IP-adres, gateway-adres en andere instellingen weer en wijzig
deze handmatig. Alleen beschikbaar als het draadloze netwerk is ingesteld op
[Aan].
Menu Functie
Modus Geeft de draadloze verbindingsmodus weer. (P140)
SSID Geeft de SSID van het toegangspunt weer.
Beveiliging Geeft de beveiligingsinstelling weer.
Kanaal Geeft het kanaal weer dat wordt gebruikt voor de verbinding.
Signaalsterkte Geeft de daadwerkelijke gemeten signaalsterkte weer.
MAC-adres Draadloze MAC-adres van de projector.
Wi-Fi Protected
Setup
Selecteer de verbindingsmethode in de infrastructuurmodus.
Submenu Functie
PBC
Sluit aan in PBC-modus (Push-Button).
Druk conform de instructies op het scherm op de knop
van het draadloze basisstation (toegangspunt) en
selecteer binnen 2 minuten [OK] op het scherm.
PIN
Sluit aan in PIN-modus.
Voer conform de instructies op het scherm van het
draadloze basisstation (toegangspunt) de
weergegeven 8-cijferige PIN-code in en selecteer
binnen 10 minuten [OK] op het scherm.
151
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Handmatige
instellingen
Geef handmatig de draadloze instellingen van de projector op.
Menu Functie
Submenu Functie
Modus Geeft de draadloze verbindingsmodus weer. (P140)
SSID
Er verschijnt een lijst met SSID’s van beschikbare
toegangspunten. U kunt beschikbare toegangspunten
in de omgeving zoeken of via het toetsenbord een
SSID van een toegangspunt invoeren.
Beveiliging
Selecteer draadloze beveiliging. Kies [Openen],
[WEP], [WPA2 AES] of [WPA/WPA2 TKIP/AES]. Kies
in de Pj AP-modus [Openen] of [WPA2 AES].
Kanaal Geeft het huidige draadloze kanaal weer (1 - 11).
Sleutel-ID
Selecteer de draadloze WEP-sleutel-ID. Alleen
beschikbaar als de beveiliging is ingesteld op [WEP].
Sleuteltype
Selecteer het invoertype van de draadloze
beveiligingssleutel. Niet beschikbaar als de
beveiliging is ingesteld op [Openen].
Sleutel
Niet beschikbaar als de beveiliging is ingesteld op
[Openen].
Toepassen Sluit aan met de huidige instellingen.
Menu-instellingen
152
Gedetaill. IPv4-
adresinstellingen
Hier kunt u details van de draadloze LAN-functie (IPv4) van de projector
specificeren.
Menu Functie
Submenu Functie
IP-adres
IP-adres van het draadloze LAN (IPv4) van de
projector.
Subnet-
masker
Subnetmasker van het draadloze LAN (IPv4) van de
projector.
Gateway-
adres
Gatewayadres van het draadloze LAN (IPv4) van de
projector.
DHCP
Schakel draadloze DHCP op de projector in of uit.
TCP/IP-instel.
Configureer de draadloze TCP/IP-instellingen van de
projector.
Optie Functie
Uit
Schakelt de DHCP-functie uit. TCP/IP-
instellingen kunnen handmatig worden
geconfigureerd.
Aan
Schakelt de DHCP-functie in. Zoekt de
DHCP-server. U kunt niet langer
handmatig TCP/IP-instellingen invoeren
(het IP-adres, het subnetmasker en het
gatewayadres), omdat het IP-adres van
de DHCP-server wordt gehaald.
Dit menu is niet beschikbaar (wordt grijs
weergegeven) wanneer [DHCP] [Aan] is.
Als een ongeldige waarde wordt ingevoerd,
wordt “Ongeldige invoer.” weergegeven.
Voer in dit geval een geldige waarde in.
153
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
IPv6
Menu Functie
Optie Functie
Uit
Hiermee schakelt u de draadloze LAN-functie (IPv6)
van de projector uit.
Aan
Hiermee schakelt u de draadloze LAN-functie (IPv6)
van de projector in. [Gedetaill. IPv6-adresinstellingen]
is nu beschikbaar.
IPv6-connectiviteit is niet beschikbaar in de Pj AP-modus
(P140). De menu’s [IPv6] en [Gedetaill. IPv6-adresinstellingen]
worden grijs weergegeven.
Menu-instellingen
154
Gedetaill. IPv6-
adresinstellingen
Hier kunt u details van de draadloze LAN-functie (IPv6) van de projector
specificeren.
Menu Functie
Submenu Functie
Locatie van
koppeling
Lokaal adres koppeling van het draadloze LAN (IPv6).
Automatisch
Automatische adressen (max. 5) van het
draadloze
LAN (IPv6).
Handmatig Handmatig adres van het
draadloze
LAN (IPv6).
Gateway
Gatewayadres van het
draadloze
LAN (IPv6).
Auto-
instellingen
Hiermee schakelt u de automatische instelling van het
adres van het
draadloze
LAN (IPv6) in of uit.
Handmatige
instellingen
Hiermee kunt u de instellingen van het
draadloze
LAN
(IPv6) handmatig configureren. U kunt het IPv6-adres,
de prefixlengte en het gatewayadres wijzigen of
opgeven.
Als een ongeldige waarde wordt ingevoerd,
wordt “Ongeldige invoer.” weergegeven. Voer
in dit geval een geldige waarde in.
155
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Initialiseren
netwerkinstel.
De volgende netwerkinstellingen worden teruggesteld.
Instellingen die u kunt aanpassen via het projectormenu.
Standbyenergie-instelling (P128)
Netwerkinstelling vergrendelen (P144)
Netwerkwachtwoordinstelling (P144)
Netwerkwachtwoord registreren (P144)
Netwerk (kabel/draadloos) (P145)
Gedetailleerde inst. (draadloos) (P150)
- Gedetaill. IPv4-adresinstellingen (P152)
- DHCP (draadloos LAN (IPv4)) (P152)
- TCP/IP-instel. (P152)
- IP-adres (draadloos LAN (IPv4)) (P152)
- Subnetmasker (draadloos LAN (IPv4)) (P152)
- Gateway-adres (draadloos LAN (IPv4)) (P152)
- IPv6 (P153)
- Gedetaill. IPv6-adresinstellingen (P154)
- Auto-instellingen (P154)
- Handmatige instellingen (P154)
- IP-adres (draadloos LAN (IPv6)) (P154)
- Prefixlengte (P154)
- Gateway-adres (draadloos LAN (IPv6)) (P154)
Instellingen die u kunt aanpassen via het internetscherm.
[Password] (P168)
[Wireless] (P178)
- IPv4
- DHCP (P178)
- IP address (P178)
- Subnet mask (P178)
- Default gateway (P178)
- IPv6
- IPv6 (P179)
- Autoconfiguration (P179)
- IP address (P179)
- Prefix length (P179)
- Default gateway (P179)
[Mail] (P180)
[Projector info.] (P183)
Menu Functie
Menu-instellingen
156
PJLink
> [Netwerkinstelling] > [PJLink]
U kunt de PJLink-netwerkfunctie van de projector in- en uitschakelen.
Als de functie is ingeschakeld, kunt u de projector bedienen via het netwerk, met
opdrachten die voldoen aan de PJLink-normen.
Optie Functie
Uit Schakelt de PJLink-functie uit.
Aan Schakelt de PJLink-functie in.
De projector voldoet aan de normen voor PJLink Klasse 1 zoals bepaald in de PJLink-
normen van de Japan Business Machine and Information System Industries
Association (JBMIA). Deze projector ondersteunt alle opdrachten die bepaald worden
door de PJLink klasse 1-norm en is bewezen in overeenstemming te zijn met de PJLink
Klasse 1-norm.
Zie “PJLink instellen [PJLink]” (P184) voor informatie over het gebruik van PJLink.
Wat is PJLink?
In september 2003 werd de PJLink Working Group opgericht onder het Data Projector
Committee. Gedurende het eerste jaar heeft de PJLink Working Group het PJLink-protocol
gestandaardiseerd als nieuwe interfacespecificatie voor projectoren.
PJLink is een geünificeerde norm voor bediening en controle van projectoren.
Het biedt aan alle projectoren ongeacht de fabrikant de mogelijkheid tot centrale controle
van de projectoren en bediening via een controller.
Het doel van JBMIA is het gemak voor de gebruikers te vergroten en het gebruik van
projectoren uit te breiden door middel van vroegtijdige systeemoptimalisering voor
netwerkcontrole en bediening van projectoren, wat de heersende stroming zal worden in
de toekomst.
Klasse 1: Standaardisatie van bediening en controle van specificaties voor basisfuncties
van de projector
Basisbediening van de projector: Vermogensregeling, ingangsselectie, enz.
Acquisitie van projectorinformatie en -status: Stroomvoorzieningstatus,
ingangsselectiestatus, foutstatus, enz.
JBMIA: Japan Business Machine and Information System Industries Association.
De JBMIA is een organisatie die in 1960 werd opgericht en op 1 april 2002 haar naam heeft
gewijzigd.
PJLink website: http://pjlink.jbmia.or.jp/english/
PJLink is een gedeponeerd handelsmerk van JBMIA en aangevraagd handelsmerk in bepaalde
landen.
PJLink is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk in aanvraag in Japan, de
Verenigde Staten en / of andere landen of gebieden.
157
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
AMX Device Discovery
> [Netwerkinstelling] > [AMX Device Discovery]
Met deze instelling kan de projector via een netwerk worden gedetecteerd door
andere apparatuur die compatibel is met AMX Device Discovery. Selecteer [Uit]
voor netwerken zonder AMX Device Discovery.
Crestron RoomView
> [Netwerkinstelling] > [Crestron RoomView]
Met Crestron RoomView kunt u meerdere projectoren centraal via een netwerk
beheren. Projectoren in een netwerk kunnen op afstand worden bediend om
problemen op te sporen of de projectoren in of uit te schakelen. Geef op of u
Crestron RoomView wilt gebruiken.
Optie Functie
Uit Schakelt AMX Device Discovery uit.
Aan
Schakelt AMX Device Discovery in. De projector verzendt
regelmatig AMX-bakenpakketten via het netwerk.
Voor meer informatie over AMX Device Discovery gaat u naar de AMX-website.
http://www.amx.com
Optie Functie
Uit Schakel Crestron RoomView uit.
Aan
Schakelt Crestron RoomView in. Er wordt een poort voor
RoomView geopend en de projector reageert op CIP-pakketten.
Communicatie is mogelijk via het programma RoomView Express/
Server of via Crestron Controller. (P184)
Ga naar de Crestron
®
-website voor meer Informatie.
http://www.crestron.com
Menu-instellingen
158
Informatie
> [Netwerkinstelling] > [Informatie]
Hier worden netwerkgegevens weergegeven.
Menu Informatie
Adres afzender e-mail
E-mailadres afzender voor verzending van
foutmeldingen. (P181)
Adres ontvanger e-mail
[Reeds ingesteld] of [Niet ingesteld] wordt
weergegeven, als indicatie of het e-mailadres
van een ontvanger is ingesteld voor
foutmeldingen. (P181)
Gedetaill. informatie
(bedraad)
4K600STZ/4K600Z
Gedetaill. informatie
4K601STZ/4K601Z
IPv4 IP-adres van het bekabelde LAN (IPv4).
IPv6
Locatie van
koppeling
Lokaal adres koppeling van het bekabelde LAN
(IPv6).
Automatisch
Automatisch IP-adres van het bekabelde LAN
(IPv6).
Handmatig
Handmatig IP-adres van het bekabelde LAN
(IPv6).
Gedetaill. informatie
(draadloos)
4K600STZ/4K600Z
IPv4 IP-adres van het draadloze LAN (IPv4).
IPv6
Locatie van
koppeling
Lokaal adres koppeling van het draadloze LAN
(IPv6).
Automatisch
Automatisch IP-adres van het draadloze LAN
(IPv6).
Handmatig
Handmatig IP-adres van het draadloze LAN
(IPv6).
Informatie uit het menu [Gedetaill. informatie (bedraad)] wordt weergegeven wanneer
[Netwerk (kabel/draadloos)] is ingesteld op [Aan/*]. (4K600STZ/4K600Z)
Informatie uit het menu [Gedetaill. informatie (draadloos)] wordt weergegeven
wanneer [Netwerk (kabel/draadloos)] is ingesteld op [*/Aan]. (4K600STZ/4K600Z)
Informatie uit het menu [Gedetaill. informatie] wordt weergegeven wanneer
[Netwerkfunctie] is ingesteld op [Aan]. (4K601STZ/4K601Z)
159
Menu-instellingen
Geavanceerd Menu-instellingen
Projectorinformatie controleren
U kunt informatie over de signaaltypes van de geprojecteerde beelden en
andere informatie bekijken.
Menuscherm voor 4K600STZ/4K600Z
*1 Er wordt geen informatie weergegeven wanneer [Netwerk (kabel/draadloos)] is
ingesteld op [Uit/uit].
*2 Er wordt geen informatie weergegeven wanneer [Netwerkfunctie] is ingesteld op
[Uit].
Menu Informatie
Modelnaam Geeft de modelnaam weer.
Ingangssignaal
Informatie over het momenteel geselecteerde ingangssignaal
U ziet informatie zoals type, resolutie, frequentie en kleurformaat
van het signaal.
Firmware Huidige firmwareversie
Serienr. Unieke serienummer van deze projector
Gebruikstijd projector Toont de totale tijdsduur dat de projector ingeschakeld is geweest.
IP-adres (kabel)*
1
4K600STZ/4K600Z
IP-adres*
2
4K601STZ/4K601Z
IP-adres voor verbindingen met kabel.
IP-adres (draadloos)*
1
4K600STZ/4K600Z
IP-adres voor draadloze verbindingen.
Projectornaam*
1
*
2
Naam welke deze projector op het netwerk identificeert
Opmerkingen*
1
*
2
Geeft opmerkingen weer, zoals de locatie waar de projector is
geïnstalleerd. (P183)
Systeeminformatie-ID Systeeminformatie. Dit wordt normaliter niet weergegeven.
Menu-instellingen
160
Beschikbaarheid van informatie
Sommige informatie wordt mogelijk niet weergegeven, afhankelijk van het in- of
uitschakelen van de functies voor kabel of draadloos. ( : weergegeven, —: niet
weergegeven)
4K600STZ/4K600Z
4K601STZ/4K601Z
Netwerk
(kabel/draadloos)
Uit/Uit Aan/Uit
Aan/Aan
(Pj AP)
Uit/Aan
(Pj AP)
Uit/Aan
(Infra)
IP-adres (kabel)
IP-adres (draadloos)
Projectornaam
Opmerkingen
Netwerkfunctie Uit Aan
IP-adres
Projectornaam
Opmerkingen
161
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
Gebruik van de projector met een netwerk
Computerinstellingen voor een
netwerkverbinding opgeven
Een IP-adres opgeven
Instructies voor de instelling van het IP-adres van een computer (voor bekabelde of
draadloze verbindingen) zijn als volgt voor elk besturingssysteem.
Windows 10
1 Klik met de rechter muisknop op de Start-knop (het Windows beeldmerk)
in de linker benedenhoek van het scherm.
In desktopstand (vanaf het scherm van de desktopcomputer)
Dezelfde bediening is mogelijk door indrukken van Win+X.
2 Klik in het snelmenu dat links onder verschijnt op [Configuratiescherm].
3 Klik op [Netwerkstatus en -taken weergeven].
In de pictogramweergave:
Klik op [Netwerkcentrum].
4 Klik op [Adapterinstellingen wijzigen].
5 Klik met de rechtermuisknop op [Ethernet] voor een verbinding met kabel
en op [Wi-Fi] voor een draadloze verbinding. Klik vervolgens op
[Eigenschappen].
6 Selecteer in de lijst [Deze verbinding heeft de volgende onderdelen
nodig] de optie [Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4)] en klik op de knop
[Eigenschappen]. Noteer de oorspronkelijke netwerkinstellingen
(IP-adres, subnetmasker, standaardgateway, enz.).
7 Selecteer [Het volgende IP-adres gebruiken] en stel het IP-adres en het
subnetmasker in.
Het eigen standaard-IP-adres van de projector is “192.168.254.254” voor
verbindingen met kabel en “192.168.253.254” voor draadloze verbindingen.
Geef een ander IP-adres op.
8 Klik na afloop op de [OK]-knop en vervolgens op de [Sluiten]-knop in het
venster [Eigenschappen van Ethernet] om het te sluiten.
Gebruik van de projector met een netwerk
162
Windows 8.1
1 Klik links onder in het startscherm op de pijl omlaag.
2 Klik op [Configuratiescherm].
Vanuit het bureaublad:
Druk op Win+X.
Klik in het snelmenu dat links onder verschijnt op [Configuratiescherm].
3 Klik op [Netwerkstatus en -taken weergeven].
In de pictogramweergave:
Klik op [Netwerkcentrum].
4 Klik op [Adapterinstellingen wijzigen].
5 Klik met de rechtermuisknop op [Ethernet] voor een verbinding met kabel
en op [Wi-Fi] voor een draadloze verbinding. Klik vervolgens op
[Eigenschappen].
6 Selecteer in de lijst [Deze verbinding heeft de volgende onderdelen
nodig] de optie [Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4)] en klik op de knop
[Eigenschappen]. Noteer de oorspronkelijke netwerkinstellingen
(IP-adres, subnetmasker, standaardgateway, enz.).
7 Selecteer [Het volgende IP-adres gebruiken] en stel het IP-adres en het
subnetmasker in.
Het eigen standaard-IP-adres van de projector is “192.168.254.254” voor
verbindingen met kabel en “192.168.253.254” voor draadloze verbindingen.
Geef een ander IP-adres op.
8 Klik na afloop op de [OK]-knop en vervolgens op de [Sluiten]-knop in het
venster [Eigenschappen van Ethernet] om het te sluiten.
163
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
Windows 7
1 In het [Start]-menu van de PC selecteert u [Configuratiescherm].
2 Klik op [Netwerk en internet] en vervolgens op [Netwerkstatus en -taken
weergeven].
3 In het menu aan de linkerkant van het venster klikt u op
[Adapterinstellingen wijzigen].
4 Klik met de rechtermuisknop op [LAN-verbinding] voor een verbinding
met kabel en op [Draadloze netwerkverbinding] voor een draadloze
verbinding. Klik vervolgens op [Eigenschappen].
5 Selecteer [Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4)] en klik op de knop
[Eigenschappen]. Noteer de oorspronkelijke netwerkinstellingen
(IP-adres, subnetmasker, standaardgateway, enz.).
6 Selecteer [Het volgende IP-adres gebruiken] en stel het IP-adres en het
subnetmasker in.
Het eigen standaard-IP-adres van de projector is “192.168.254.254” voor
verbindingen met kabel en “192.168.253.254” voor draadloze verbindingen.
Geef een ander IP-adres op.
7 Als u de instellingen hebt voltooid, klik dan op de [OK]-knop en
vervolgens op de [OK]-knop in het venster [Eigenschappen voor lokale
netwerkverbinding] om het te sluiten.
Mac OS X
1 Open het Apple-menu en selecteer [Systeemvoorkeuren].
2 Klik in het systeemvoorkeurenvenster op [Netwerk] om het
netwerkvenster weer te geven.
3 Selecteer [Ingebouwde Ethernet] voor een verbinding met kabel en [Wi-
Fi] voor een draadloze verbinding. Klik vervolgens op het tabblad [TCP/
IP]. Noteer de oorspronkelijke netwerkinstellingen (IP-adres,
subnetmasker, router, DNS-server, enzovoort).
4 Creëer een nieuwe netwerkomgeving en stel IP-adres en subnetmasker
in.
Het eigen standaard-IP-adres van de projector is “192.168.254.254” voor
verbindingen met kabel en “192.168.253.254” voor draadloze verbindingen.
Geef een ander IP-adres op.
5 Klik op [Pas toe] om het netwerkvoorkeurvenster te sluiten.
Het IP-adres van de computer terugzetten
Volg dezelfde procedure als voor het wijzigen van het IP-adres en zet de waarden
terug naar de originele waarden gebaseerd op de aantekeningen die gemaakt zijn
vóór de wijziging.
Gebruik van de projector met een netwerk
164
Het netwerk instellen
In deze instructies worden de schermafbeeldingen van de 4K600STZ gebruikt.
Het netwerkconfiguratiescherm weergeven
1 Zet de computer en projector aan.
2 Start een webbrowser, typ “http://(IP-adres van de projector)” in de
adresbalk en druk op Enter.
Het webscherm van de projector wordt weergegeven.
De volgende informatie wordt weergegeven.
De eerste 40 seconden na het opstarten van de projector zijn de netwerkfuncties niet
beschikbaar.
Projector control Geeft het scherm voor projectorbesturing weer.
Settings Geeft het scherm met instellingen weer.
Projector name De naam van de projector in het netwerk
Comment
Relevante aantekeningen, bijvoorbeeld de plaats waar
de projector is geïnstalleerd
MAC address (Wired)
4K600STZ/4K600Z
MAC address
4K601STZ/4K601Z
MAC-adres van het bekabelde LAN
IP address (Wired)
4K600STZ/4K600Z
IP address
4K601STZ/4K601Z
IP-adres van het bekabelde LAN (IPv4)
MAC address (Wireless)
4K600STZ/4K600Z
MAC-adres van het draadloze LAN
IP address (Wireless)
4K600STZ/4K600Z
IP-adres van het draadloze LAN (IPv4)
Power status De status van de stroomvoorziening van de projector
Filter time De totale tijd dat het luchtfilter is gebruikt
165
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
3 Klik in het webscherm op [Settings].
Het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven.
4 Voer in het wachtwoordinvoerscherm de gebruikersnaam en het
wachtwoord in en klik op [OK].
De fabrieksinstelling voor de gebruikersnaam is “root” en het wachtwoord
“system”.
Het scherm met instellingen verschijnt. Voer de netwerkinstellingen op dit
scherm in.
Alert
Foutmelding (als er zich een fout heeft voorgedaan)
Temperature abnormality (Abnormale temperatuur)
Faulty light (Defecte lichtbron)
Faulty air filter unit (Defecte luchtfiltereenheid)
Faulty cooling fan (Defecte koelventilator)
Faulty power supply (Defecte stroomvoorziening)
Het standaard-IP-adres is “192.168.254.254” voor bekabelde verbindingen (IPv4) en
“192.168.253.254” voor draadloze verbindingen (IPv4). Als DHCP-instellingen gebruikt
worden, vraag dan aan de netwerkbeheerder het IP-adres van de projector. Het is
mogelijk het IP-adres te controleren in het projectormenu. (P145, P152)
Klik op [Projector control] om de projector te bedienen via de computer. (P189)
Gebruik van de projector met een netwerk
166
Het netwerk instellen
1 Selecteer in het menu van het scherm met instellingen de functie die u
wilt instellen.
2 Voer instellingen in de gemarkeerde velden in (1) en klik vervolgens op
[OK] (2).
(1)
(2)
167
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
3 Een bevestigingsscherm wordt weergegeven. Controleer de gegevens en
als deze correct zijn klikt u op [Apply].
De instellingen worden op de projector toegepast.
Als u in het menu [Wired], [Wireless] of [Password] selecteert, verschijnt het
volgende bericht: “Save completed. Please change setting and reconnect.”
Als u andere functies dan de bovengenoemde selecteert, ziet u alleen “Save
Completed”. Klik op [Back to top] om naar de beginpagina van het webscherm
terug te keren.
Gebruik van de projector met een netwerk
168
Een wachtwoord instellen [Password]
Via [Password] in het scherm met instellingen kunt u een gebruikersnaam en
wachtwoord instellen voor aanmelding op het webscherm. Raadpleeg “Het netwerk
instellen” (P166) voor de instellingsprocedure.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
User name Voer bij het inloggen op het webscherm de
gebruikersnaam in 1-byte alfanumerieke
tekens en symbolen in (4 -15 tekens).
root
New password Voer bij het inloggen op het webscherm
het wachtwoord in 1-byte alfanumerieke
tekens en symbolen in (4 -15 tekens).
system
Confirm new password Voer voor bevestiging hetzelfde
wachtwoord in dat u bij [New password]
hebt ingevoerd.
system
Het wordt aanbevolen om het standaard wachtwoord te veranderen in een zelf gekozen
wachtwoord.
169
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
De datum en tijd instellen [Date and time settings]
Vanuit [Date and time settings] in het instelscherm kunt u tijdinstellingen instellen
zoals de huidige datum en tijd, de datum- en tijdnotatie, de tijdzone en de zomertijd.
Raadpleeg “Het netwerk instellen” (P166) voor de instelprocedure.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Date and
time
Day Voer de datum in cijfers van
1 byte in.
2017/01/01
Indication order Kies [YYYY/MM/DD], [MM/
DD/YYYY] of [DD/MM/YYYY]
als datumnotatie.
YYYY/MM/DD
Time Voer de tijd in cijfers van
1 byte in, in het bereik
00:00:00 tot 23:59:59.
00:00:00
Time zone Selecteer een stad in uw
tijdzone.
(GMT) Dublin, Lisbon,
London
SNTP Selecteer of u de functie
SNTP (Simple Network Time
Protocol) in of uit wilt
schakelen.
Wanneer u ON (IPv4) kiest,
kunt u de volgende
instellingen niet configureren.
[Day]
[Time]
[IPv6 SNTP server IP
address]
Wanneer u ON (IPv6) kiest,
kunt u de volgende
instellingen niet configureren.
[Day]
[Time]
[IPv4 SNTP server IP
address]
OFF
Gebruik van de projector met een netwerk
170
Date and
time
IPv4 SNTP
server IP address
Voer het IP-adres van de IPv4
SNTP-server in cijfers van
1 byte in.
0.0.0.0
IPv6 SNTP
server IP address
Voer het IP-adres van de IPv6
SNTP-server in cijfers van
1 byte in.
<Blanco>
Summer
time
ON / OFF Selecteer of u de
zomertijdfunctie in of uit wilt
schakelen (tijdscorrectie met
één uur vooruit aan het begin
van de zomertijd en met één
uur achteruit aan het einde).
Wanneer u OFF kiest, kunt u
de volgende instellingen niet
configureren.
[Start point Month]
[Start point Week]
[Start point Day]
[Start point Time]
[Finish point Month]
[Finish point Week]
[Finish point Day]
[Finish point Time]
OFF
Start point Month Selecteer de maand waarin
de zomertijd begint.
1
Start point Week Selecteer de week waarin de
zomertijd begint.
1
Start point Day Selecteer de dag waarop de
zomertijd begint.
Mon
Start point Time Voer de begintijd voor de
zomertijd in cijfers van 1 byte
in, in het bereik 00:00 tot
23:59.
00:00
Finish point
Month
Selecteer de maand waarin
de zomertijd eindigt.
1
Finish point
Week
Selecteer de week waarin de
zomertijd eindigt.
1
Finish point Day Selecteer de dag waarop de
zomertijd eindigt.
Mon
Finish point Time Voer de eindtijd voor de
zomertijd in cijfers van 1 byte
in, in het bereik 00:00 tot
23:59.
00:00
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
171
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
Een schema instellen [Schedule]
Vanuit [Schedule] in het instelscherm kunt u bepaalde projectortaken
automatiseren door deze te plannen. Als timing van de geplande bewerking kunt u
kiezen uit [Usually], wat niet tijdens een bepaalde periode is, of een van de vijf
special perioden (Period.1 – Period.5) die u hebt ingesteld. Raadpleeg “Het
netwerk instellen” (P166) voor de instelprocedure.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Schedule
view
Select period Hier selecteert u een
specifieke periode om te
configureren.
Period.1
Time setting In het linkervak voert u de
begindatum in van de
specifieke periode die u plant
en in het rechtervak de
einddatum, met cijfers van
1byte.
De datums van perioden
mogen niet overlappen.
2017/01/01
Usually Hier wordt het gebruikelijke
schema weergegeven, dat u
kunt in- of uitschakelen door
de selectievakjes in of uit te
schakelen.
Gewist (OFF)
Period.1 Hier wordt de timing van de
geplande periode 1
weergegeven. U kunt deze in-
of uitschakelen door het
selectievakje in of uit te
schakelen.
Gewist (OFF)
Gebruik van de projector met een netwerk
172
Schedule
view
Period.2 Hier wordt de timing van de
geplande periode 2
weergegeven. U kunt deze in-
of uitschakelen door het
selectievakje in of uit te
schakelen.
Gewist (OFF)
Period.3 Hier wordt de timing van de
geplande periode 3
weergegeven. U kunt deze in-
of uitschakelen door het
selectievakje in of uit te
schakelen.
Gewist (OFF)
Period.4 Hier wordt de timing van de
geplande periode 4
weergegeven. U kunt deze in-
of uitschakelen door het
selectievakje in of uit te
schakelen.
Gewist (OFF)
Period.5 Hier wordt de timing van de
geplande periode 5
weergegeven. U kunt deze in-
of uitschakelen door het
selectievakje in of uit te
schakelen.
Gewist (OFF)
Time Schedule Hier worden de tijdstippen en
de dagen van de week van
het gebruikelijke schema of
periodeschema weergegeven
die in [Schedule view] is
geselecteerd.
Groene verticale lijn: projector
aan; grijze verticale lijn:
projector uit; blauwe verticale
lijn: schakelen tussen
ingangssignalen; paarse
verticale lijn: kalibratie.
U kunt maximaal 8 schema’s
per dag instellen.
<Blanco>
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
173
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
Wanneer u op een item in [Time Schedule] klikt, wordt het scherm [Edit schedule]
weergegeven, waarin u het schema van de geselecteerde dag of tijd kunt
bewerken.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Edit
schedule
Day Hier wordt de dag van de
week voor het geselecteerde
schema weergegeven.
Time Voer de automatische
uitvoeringstijd in cijfers van
1 byte in, in het bereik 00:00
tot 23:59.
<Blanco>
Operation Als de werking voor de
automatische uitvoering kiest
u [Power], [Input] of
[Calibration].
Power
Parameter Als parameters voor de
automatische uitvoering kiest
u een van de volgende opties.
Wanneer [Operation] is
ingesteld op [Power]:
ON / OFF
Wanneer [Operation] is
ingesteld op [Input]:
DVI-1 / DVI-2 / DVI-3 /
DVI-4 / HDMI-1 / HDMI-2 /
DVI 1x4 / DVI 2x2 /
DVI 1x2 / HDMI 1x2
Wanneer [Operation] is
ingesteld op [Calibration]:
LIGHT
ON
Gebruik van de projector met een netwerk
174
Wanneer u op [Add schedule] in [Time Schedule] klikt, wordt het scherm [Add
schedule] weergegeven, waarin u een nieuw schema kunt toevoegen aan het
geselecteerde gebruikelijke schema of periodeschema.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Add
schedule
Day Selecteer een dag van de
week voor automatische
uitvoering. U kunt meerdere
dagen selecteren.
Gewist
Time Voer de automatische
uitvoeringstijd in cijfers van
1 byte in, in het bereik 00:00
tot 23:59.
<Blanco>
Operation Als de werking voor de
automatische uitvoering kiest
u [Power], [Input] of
[Calibration].
Power
Parameter Als parameters voor de
automatische uitvoering kiest
u een van de volgende opties.
Wanneer [Operation] is
ingesteld op [Power]:
ON / OFF
Wanneer [Operation] is
ingesteld op [Input]:
DVI-1 / DVI-2 / DVI-3 /
DVI-4 / HDMI-1 / HDMI-2 /
DVI 1x4 / DVI 2x2 /
DVI 1x2 / HDMI 1x2
Wanneer [Operation] is
ingesteld op [Calibration]:
LIGHT
ON
175
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
Wanneer u op [Copy schedule to different day] in [Time Schedule] klikt, wordt het
scherm [Schedule copy] weergegeven, waarin u een schema naar elke dag kunt
kopiëren voor het geselecteerde gebruikelijke schema of periodeschema.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Schedule
copy
Copy origin
Selecteer hier de dag waaruit u
wilt kopiëren.
Mon
Registration
Events
De schemadetails op de
geselecteerde dag worden
weergegeven.
<Blanco>
Copy to day Selecteer hier de dag
waarnaar u wilt kopiëren. U
kunt meerdere dagen
selecteren.
Gewist
Gebruik van de projector met een netwerk
176
Basisinstellingen voor bekabelde netwerken [Wired]
Kies in het scherm met instellingen [Wired]. Voer vervolgens
basisnetwerkgegevens in voor bekabelde verbindingen. Raadpleeg “Het netwerk
instellen” (P166) voor de instellingsprocedure.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
MAC address Geeft het bekabelde MAC-
adres van de projector.
Het bekabelde MAC-adres
van de projector
IPv4
address
DHCP Selecteer hier of u de DHCP-
functie in of uit wilt schakelen
voor het bekabelde LAN
(IPv4). De volgende
instellingen kunnen niet
handmatig worden
geconfigureerd wanneer deze
instelling [ON] is, omdat het
IP-adres van de DHCP-server
wordt gehaald.
[IP address]
[Subnet mask]
[Default gateway]
OFF
IP address Voer hier het IP-adres voor
het bekabelde LAN (IPv4) van
de projector in cijfers van
1 byte in.
192.168.254.254
Subnet mask Voer hier het subnetmasker
voor het bekabelde LAN
(IPv4) in cijfers van 1 byte in.
255.255.255.0
Default gateway Voer hier het
standaardgatewayadres voor
het bekabelde LAN (IPv4) in
cijfers van 1 byte in.
0.0.0.0
177
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
IPv6
address
IPv6 Geef hier op of u de IPv6-
functie van het bekabelde
LAN (IPv6) in of uit wilt
schakelen.
Wanneer u OFF kiest, kunt u
de volgende instellingen niet
configureren.
[Autoconfiguration]
[IP address]
[Prefix length]
[Default gateway]
OFF
Autoconfiguration Selecteer hier of u de
automatische instelfunctie
van het bekabelde LAN (IPv6)
in of uit wilt schakelen.
Wanneer u ON kiest, kunt u
de volgende instellingen niet
configureren.
[IP address]
[Prefix length]
[Default gateway]
ON
IP address Voer hier het adres van het
bekabelde LAN (IPv6) in
cijfers van 1 byte in.
<Blanco>
Prefix length Voer hier de prefixlengte van
het bekabelde LAN (IPv6) in
cijfers van 1 byte in.
<Blanco>
Default gateway Voer hier het
standaardgatewayadres van
het bekabelde LAN (IPv6) in
cijfers van 1 byte in.
<Blanco>
Als instellingen die verband houden met TCP/IP zijn gewijzigd, is het noodzakelijk de
verbinding te verbreken en opnieuw verbinding met het netwerk te maken.
Als het netwerk-subnetmasker is gewijzigd, selecteert u [Subnet mask] in bovenstaand
scherm en stelt u een nieuw subnetmasker in.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Gebruik van de projector met een netwerk
178
Basisinstellingen voor draadloze netwerken [Wireless] (4K600STZ/4K600Z)
Kies in het scherm met instellingen [Wireless]. Voer vervolgens
basisnetwerkgegevens in voor draadloze verbindingen. Raadpleeg “Het netwerk
instellen” (P166) voor de instellingsprocedure.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
MAC address Geeft het draadloze MAC-
adres van de projector.
Het draadloze MAC-adres
van de projector
IPv4
address
DHCP
Selecteer hier of u de DHCP-
functie in of uit wilt schakelen
voor het draadloze LAN (IPv4).
De volgende instellingen
kunnen niet handmatig worden
geconfigureerd wanneer deze
instelling [ON] is, omdat het IP-
adres van de DHCP-server
wordt gehaald.
[IP address]
[Subnet mask]
[Default gateway]
OFF
IP address Voer hier het adres van het
draadloze LAN (IPv4) in
cijfers van 1 byte in.
192.168.253.254
Subnet mask Voer hier het subnetmasker
van het draadloze LAN (IPv4)
in cijfers van 1 byte in.
255.255.255.0
Default gateway Voer hier het
standaardgatewayadres van
het draadloze LAN (IPv4) in
cijfers van 1 byte in.
0.0.0.0
179
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
IPv6
address
IPv6 Geef hier op of u de
draadloze LAN-functie (IPv6)
in of uit wilt schakelen.
Wanneer u OFF kiest, kunt u
de volgende instellingen niet
configureren.
[Autoconfiguration]
[IP address]
[Prefix length]
[Default gateway]
OFF
Autoconfiguration Selecteer hier of u de
automatische instelfunctie
van het draadloze LAN (IPv6)
in of uit wilt schakelen.
Wanneer u ON kiest, kunt u
de volgende instellingen niet
configureren.
[IP address]
[Prefix length]
[Default gateway]
ON
IP address Voer hier het IP-adres van het
draadloze LAN (IPv6) in
cijfers van 1 byte in.
<Blanco>
Prefix length Voer hier de prefixlengte van
het draadloze LAN (IPv6) in
cijfers van 1 byte in.
<Blanco>
Default gateway Voer hier het
standaardgatewayadres van
het draadloze LAN (IPv6) in
cijfers van 1 byte in.
<Blanco>
Wireless
setting
Wi-Fi Protected
Setup
Selecteer een eenvoudige
methode voor het tot stand
brengen van een draadloze
verbinding.
None (Manual)
Mode
Selecteer de draadloze
verbindingsmodus.
infrastructure mode
Select SSID Selecteer de SSID van het
draadloze toegangspunt. Klik
op de [Refresh]-knop om de
lijst te updaten. Als de SSID
niet wordt weergegeven,
voert u deze in alfanumerieke
tekens van 1 byte in (1-32
tekens).
<Blanco>
Security Selecteer de
beveiligingsinstelling voor de
draadloze verbinding.
Open
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Gebruik van de projector met een netwerk
180
E-mail instellen [Mail]
Vanuit [Mail] in het scherm met instellingen kunt u de items instellen die
noodzakelijk zijn om foutmails en testmails te kunnen versturen. Raadpleeg “Het
netwerk instellen” (P166) voor de instellingsprocedure.
Wireless
setting
Channel
Geeft het kanaalnummer van de
draadloze verbinding weer. Als u
[Mode] hebt ingesteld op Pj AP
(projectortoegangspunt), kunt u
een kanaal selecteren.
1
Key ID Selecteer de draadloze WEP-
sleutel-ID.
1
Key type Selecteer het invoertype van
de draadloze
beveiligingssleutel.
ASCII
Key Voer de beveiligingssleutel
voor de draadloze verbinding
in.
<Blanco>
Als instellingen die verband houden met TCP/IP zijn gewijzigd, is het noodzakelijk de
verbinding te verbreken en opnieuw verbinding met het netwerk te maken. Als het
netwerk-subnetmasker is gewijzigd, selecteert u [Subnet mask] in bovenstaand scherm
en stelt u een nieuw subnetmasker in.
IPv6-connectiviteit is niet beschikbaar in de Pj AP-modus (P140). [IPv6 address] wordt
grijs weergegeven.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
181
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
* Wanneer het interval op 0 seconden is ingesteld, worden herhaaldelijk pogingen
gedaan om e-mail te verzenden (zoals ingesteld in [Mail resend times]) zonder te
pauzeren tussen de pogingen.
Mail-authenticatieinstellingen
Vanuit [Mail auth] onder [Mail] in het instelscherm kunt u de instellingen
configureren voor authenticatie van e-mail die wordt verzonden in geval van een
fout. Raadpleeg “Het netwerk instellen” (P166) voor de instellingsprocedure.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Error report
Selecteer hier of u de functie van
verzending van een e-mailbericht bij een
fout in of uit wilt schakelen, en IPv4 of
IPv6 voor het te gebruiken netwerk.
OFF
To:
Voer het adres van de ontvanger voor
foutmails in 1-byte alfanumerieke tekens
en symbolen in (1 - 63 tekens).
MailUserAccount
Cc:
Voer het CC-adres voor foutmails in 1-byte
alfanumerieke tekens en symbolen in (1 -
63 tekens).
<Blanco>
From:
Voer het afzenderadres voor foutmails in
1-byte alfanumerieke tekens en
symbolen in (1 - 63 tekens).
IPv4 SMTP server IP
address
Voer het IP-adres (IPv4) van de SMTP-
server in 1-byte nummers in.
0.0.0.0
IPv4 SMTP server port
number
Voer het poortnummer
(IPv4)
van de
SMTP-server in 1-byte nummers in (1 -
65535).
25
IPv6 SMTP server IP
address
Voer het IP-adres (IPv6) van de SMTP-
server in 1-byte nummers in.
<Blanco>
IPv6 SMTP server port
number
Voer het poortnummer
(IPv6)
van de
SMTP-server in 1-byte nummers in (1 -
65535).
25
Mail resend interval*
Voer bij een fout de interval voor het
opnieuw versturen van mail in (eenheid:
seconden) binnen het bereik van 0 - 59
seconden met gebruik van 1-byte nummers.
10
Mail resend times Voer bij een fout het aantal keren voor
het opnieuw versturen van mail in
binnen het bereik van 0 - 255 met
gebruik van 1-byte nummers.
3
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Mail authentication Selecteer de mail-
authenticatiemethode. Als OFF is
geselecteerd, kunnen de overige mail-
authenticatieinstellingen niet gewijzigd
worden.
OFF
Gebruik van de projector met een netwerk
182
Versturen van een testmail
U kunt een test-emailbericht verzenden naar het e-mailadres dat wordt opgegeven
in [Mail] onder [Mail] in het instelscherm door op [Send test mail] aan de onderkant
van het scherm te klikken.
SNMP-instellingen [SNMP]
Vanuit [SNMP] in het scherm met instellingen kunt u de instellingen configureren
die verband houden met de besturing van projectoren die gebruik maken van
SNMP (Simple Network Management Protocol). Raadpleeg “Het netwerk instellen”
(P166) voor de instellingsprocedure.
User name
Voer de gebruikersnaam voor gebruik
voor mail-authenticatie in 1-byte
alfanumerieke tekens en symbolen in
(1 - 63 tekens).
<Blanco>
Password
Voer het wachtwoord voor mail-
authenticatie in 1-byte alfanumerieke
tekens en symbolen in (1 - 63 tekens).
<Blanco>
Confirm password Voer voor bevestiging hetzelfde
wachtwoord in dat u bij [Password]
hebt ingevoerd.
<Blanco>
IPv4 POP3 server IP
address
Voer het IP-adres (IPv4) van de POP3-
server in 1-byte nummers in.
0.0.0.0
IPv4 POP3 server port
number
Voer het poortnummer (IPv4) van de
POP3-server in 1-byte nummers in (1 -
65535).
110
IPv6 POP3 server IP
address
Voer het IP-adres (IPv6) van de POP3-
server in 1-byte nummers in.
<Blanco>
IPv6 POP3 server port
number
Voer het poortnummer (IPv6) van de
POP3-server in 1-byte nummers in (1 -
65535).
110
POP before SMTP
response time
Voer de time-outperiode (in
milliseconden) in voor SMTP-verificatie
na POP3-verificatie. Gebruik cijfers van 1
byte (0 - 9999 milliseconden).
300
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
183
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
Projectorinformatie instellen [Projector info.]
Via [Projector info.] in het scherm met instellingen kunt u relevante opmerkingen
invoeren, zoals namen van projectoren en locaties waar projectoren zijn
geïnstalleerd. Hiermee kunt u projectoren identificeren als er meerdere projectoren
in het netwerk zijn geïnstalleerd. Raadpleeg “Het netwerk instellen” (P166) voor de
instellingsprocedure.
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
SNMP Selecteer de SNMP-functieversie. Als
OFF is geselecteerd, kunnen de andere
instellingen in dit scherm niet worden
geconfigureerd.
OFF
Receive community Voer de communitynaam in die
projectorinformatie ontvangt in 1-byte
alfanumerieke tekens en symbolen in
(1 - 15 tekens).
<Blanco>
Password Voer het community-instellingen-
wachtwoord in 1-byte alfanumerieke
tekens en symbolen in (8 - 15 tekens).
Dit kan alleen ingesteld worden
wanneer de SNMP-versie V3 is.
<Blanco>
Confirm password Voer voor bevestiging hetzelfde
wachtwoord in dat u bij [Password] hebt
ingevoerd.
<Blanco>
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
Projector name Voer de projectornaam in 1-byte
alfanumerieke tekens en symbolen in
(1 - 63 tekens).
Canon Projector001
Comment
Voer relevante aantekeningen in,
bijvoorbeeld de plaats waar de projector is
geïnstalleerd.
<Blanco>
U kunt sommige tekens, bijvoorbeeld #, niet gebruiken in [Projector name] en [Comment].
Gebruik van de projector met een netwerk
184
PJLink instellen [PJLink]
Vanuit [PJLink] in het scherm met instellingen kunt u de PJLink-functies instellen
die de standaard zijn voor het beheer van projectoren in een netwerk. Raadpleeg
“Het netwerk instellen” (P166) voor de instellingsprocedure. Raadpleeg voor
informatie over PJLink “Wat is PJLink?” (P156).
Een controller van Crestron Electronics instellen [Crestron Controller]
Het scherm [Crestron e-Control] verschijnt. Ga naar de website van Crestron voor
meer informatie over de Crestron-controller.
http://www.crestron.com/
Item Verklaring
Standaard
fabrieksinstelling
PJLink Schakelt de PJLink functie in of uit. Als
OFF is geselecteerd, kunnen de
andere instellingen in dit scherm niet
worden geconfigureerd.
ON
PJLink authentication Selecteer of u de PJLink-
authenticatiefunctie wilt in- of
uitschakelen. Als OFF is geselecteerd,
is het niet mogelijk de volgende items
te wijzigen.
[Password]
[Confirm password]
ON
Password Voer het PJLink-
authenticatiewachtwoord in 1-byte
alfanumerieke tekens en symbolen in
(1 - 32 tekens).
system
Confirm password Voer voor bevestiging hetzelfde
wachtwoord in dat u bij [Password]
hebt ingevoerd.
system
185
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
Instellingsfouten
Bij een instellingsfout wordt de foutnaam op het scherm getoond en wordt een “
teken getoond naast het invoerveld dat de fout heeft veroorzaakt.
De foutbetekenissen zijn hieronder weergegeven.
De netwerkinstellingen terugstellen naar de fabrieksinstellingen
1 Voer stap 1 - 3 van “Het netwerkconfiguratiescherm weergeven” (P164)
uit om het scherm met instellingen te openen.
Fout Betekenis
Input error U hebt een ongeldige instelling ingevoerd op het
scherm met instellingen.
Password setting error Het ingestelde wachtwoord en
bevestigingswachtwoord komen niet overeen.
Invalid SMTP Het IP-adres van de SMTP-server is niet
ingesteld.
System failed to connect SMTP server. Bij het versturen van een testmail kan geen
verbinding worden gemaakt met de SMTP-
server.
System failed to connect POP3 server. Bij het versturen van een testmail kan geen
verbinding worden gemaakt met de POP3-server.
System doesn’t support this auth type. Een type authenticatie is ingesteld dat niet door
de server wordt ondersteund.
System failed to authenticate. Authenticatie is gefaald bij het versturen van een
testmail.
The system failed to send the test mail. Versturen van een testmail is gefaald als gevolg
van een verbindingsfout met de SMTP-server of
een abnormale fout.
Gebruik van de projector met een netwerk
186
2 Klik op [Initialize network settings].
3 Een bevestigingsscherm wordt weergegeven. Klik op [OK].
187
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
Foutmeldingsmails
De berichten die in onderstaande lijst met foutmeldingen worden getoond worden
verstuurd wanneer er zich een fout in de projector voordoet.
Lijst met foutmeldingen
Fouten die
betrekking hebben
op de temperatuur
Foutnaam Temperature abnormality (Abnormale temperatuur)
Tekst The internal temperature of the projector is abnormally
high, or else the ambient air temperature exceeds the
threshold. If the problem is with the projector, verify that
it is properly installed and is being used correctly, and
let the inside of the projector cool down for a while with
the power plug disconnected from the wall outlet before
resuming projection. Remove any objects that are
blocking the air intake or exhaust vent.
If the air filter is clogged, try cleaning or replacing it.
If the same warning is displayed again, the main unit
may be faulty. Please contact your dealer.
Betekenis De inwendige temperatuur van de projector is
abnormaal hoog of anders overschrijdt de temperatuur
van de omgevingslucht de drempel. Als het probleem
bij de projector ligt, controleer dan of deze correct is
geïnstalleerd en correct wordt gebruikt, en laat het
inwendige van de projector een tijdje afkoelen met de
stekker uit het stopcontact voordat u de projector weer
gaat gebruiken. Verwijder voorwerpen die het
luchtinlaat- of -uitlaatrooster blokkeren.
Als het luchtfilter verstopt zit, reinigt of vervangt u het.
Als dezelfde waarschuwing opnieuw wordt
weergegeven, kan er een storing zijn in de
hoofdeenheid. Neem contact op met uw leverancier.
Fouten gerelateerd
aan de lichtbron
Foutnaam Light source abnormality (Lichtbron abnormaal)
Tekst The light source unit or a related component may be
faulty. With the power off, disconnect the power plug
from the wall outlet, wait for a while, and then plug it in
again and turn the power back on. If the same warning
is displayed again, please contact your dealer.
Betekenis De lichtbroneenheid of een gerelateerd onderdeel is
mogelijk defect. Haal als de projector uitgeschakeld is,
de stekker uit het stopcontact, wacht even, steek de
stekker dan weer in het stopcontact en schakel de
projector weer in. Neem contact op met uw leverancier
als dezelfde waarschuwing opnieuw wordt
weergegeven.
Gebruik van de projector met een netwerk
188
Fouten die
betrekking hebben
op het luchtfilter
Foutnaam Faulty air filter unit (Defecte luchtfiltereenheid)
Tekst The air filter is incorrectly installed, or a related
component may be faulty. With the power off, re-install
the air filter correctly, then turn the power back on. If the
same warning is displayed again, please contact your
dealer.
Betekenis Het luchtfilter is onjuist geïnstalleerd, of een gerelateerd
onderdeel is defect. Schakel de projector uit, installeer
het luchtfilter opnieuw op de juiste manier en schakel
de projector weer in. Neem contact op met uw
leverancier als dezelfde waarschuwing opnieuw wordt
weergegeven.
Fouten die
betrekking hebben
op de ventilator
Foutnaam Faulty cooling fan (Defecte koelventilator)
Tekst The cooling fan or a related component may be faulty.
With the power off, disconnect the power plug from the
wall outlet, and then plug it in again and turn the power
back on. If the same warning is displayed again, please
contact your dealer.
Betekenis De koelventilator of een gerelateerd onderdeel is
mogelijk defect. Schakel de projector uit, haal de
stekker uit het stopcontact, steek de stekker weer in het
stopcontact en schakel de projector weer in. Neem
contact op met uw leverancier als dezelfde
waarschuwing opnieuw wordt weergegeven.
Fouten die
betrekking hebben
op de voeding
Foutnaam Faulty power supply (Defecte stroomvoorziening)
Tekst The power supply voltage may be abnormal, or a
related component may be faulty. With the power off,
disconnect the power plug from the wall outlet, and then
plug it in again and turn the power back on. If the same
warning is displayed again, please contact your dealer.
Betekenis De voedingsspanning is mogelijk abnormaal of een
gerelateerd onderdeel is defect. Schakel de projector
uit, haal de stekker uit het stopcontact, steek de stekker
weer in het stopcontact en schakel de projector weer in.
Neem contact op met uw leverancier als dezelfde
waarschuwing opnieuw wordt weergegeven.
189
Gebruik van de projector met een netwerk
Geavanceerd Gebruik van de projector met een netwerk
De projector besturen vanuit een computer
De projector kan worden bediend vanaf een computer over een bekabelde of
draadloze netwerkverbinding.
1 Zet de computer en projector aan.
2 Start een webbrowser, typ “http://(IP-adres van de projector)” in de
adresbalk en druk op Enter.
Het webscherm van de projector wordt weergegeven.
3 Klik in het webscherm op [Projector control].
Het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven.
4 Voer in het wachtwoordinvoerscherm de gebruikersnaam en het
wachtwoord in en klik op [OK].
De fabrieksinstelling voor de gebruikersnaam is “root” en het wachtwoord
“system”.
Door de standaard gebruikersnaam en het standaard wachtwoord onveranderd
te gebruiken, bestaat de kans dat de projector onbevoegd wordt bediend door
kwaadwillende derden.
Voor een betere veiligheid wordt het sterk aanbevolen de gebruikersnaam en
het wachtwoord te veranderen. (P168)
Het projectorbesturingsscherm wordt weergegeven.
U kunt de projector vanuit dit scherm besturen.
Het standaard-IP-adres is “192.168.254.254” voor bekabelde verbindingen en
“192.168.253.254” voor draadloze verbindingen (4K600STZ/4K600Z). Als DHCP-
instellingen gebruikt worden, vraag dan aan de netwerkbeheerder het IP-adres van de
projector. Het is mogelijk het IP-adres te controleren in het projectormenu.
Item Verklaring
Projector name Geeft de naam van de aangesloten projector weer. (P183)
Comment Geeft aantekeningen weer, bijvoorbeeld de plaats waar de projector is
geïnstalleerd. (P183)
Refresh Vernieuwt de weergegeven inhoud en laat de meest recente informatie
zien.
Power Schakelt de voeding van de projector in of uit.
Input Selecteer een ingangssignaal en klik op [Apply] om over te schakelen
naar dat ingangssignaal. (P59)
Aspect Selecteer een aspect en klik op [Apply] om naar dat aspect te wijzigen.
(P67)
Gebruik van de projector met een netwerk
190
5 Klik wanneer de bewerkingen voltooid zijn op [Back to top] om terug te
keren naar de begin-webpagina.
Image mode Selecteer een beeldmodus en klik op [Apply] om naar die beeldmodus
te wijzigen. (P71)
Blank Schakelt de blanco-instelling in of uit. (P75)
Mute Schakelt de dempinginstelling in of uit. (P37)
Information Toont de resultaten van de computersturing, of
besturingsfoutgegevens, bovenin het scherm.
Item Verklaring
191
Geavanceerd Geavanceerde projectie
Geavanceerde projectie
Projecteren vanuit meerdere projectoren
tegelijkertijd (randovergang)
Bij overlappende beeldranden van meerdere gelijktijdig gebruikte projectors kunt u
de helderheid van de beeldranden aanpassen om ze beter te laten aansluiten.
Basisinstructies
Volg onderstaande stappen als u twee projectoren naast elkaar gebruikt.
1 Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele
instellingen] > [Randovergang] > [Instellen].
2 Stel [Markering] in op [Aan].
Er worden markeringslijnen op de beelden geprojecteerd. Met de rode
markering wordt de startpositie voor de instelling aangegeven en met de
groene markering de eindpositie.
3 Stel [Startpositie] in voor de kant waar de beelden elkaar overlappen.
Verplaats de startmarkering naar de buitenste rand van het
overlappingsgebied of druk op een nummerknop op de
afstandsbediening om de startpositie op te geven.
4
Stel [Breedte] in. Verplaats de eindmarkering naar de binnenste rand van het
overlappingsgebied of druk op een nummerknop op de afstandsbediening
om de breedte op te geven van het gebied dat u wilt corrigeren.
Het gebied tussen de start- en eindmarkeringen wordt het overgangsgebied
genoemd. Waarden die zijn aangegeven voor dit overgangsgebied, worden
aangepast aan de handmatig ingevoerde waarden voor het overgangsgebied.
Op dit gebied wordt gradatie toegepast en de helderheid wordt afgestemd op
de delen die overlappen met andere gebieden. Nadat u de instellingen voor het
ene beeld hebt voltooid, doet u hetzelfde voor het andere beeld om het
overgangsgebied op te geven. Pas de instellingen aan om het
overgangsgebied voor elk beeld hetzelfde te maken.
5 Stel [Markering] in op [Uit].
Als u de randovergangsinstellingen al hebt voltooid en [Instellen] selecteert, worden de
instellingen toegepast.
Om de instelling vanaf het begin opnieuw te verrichten, drukt u op [Terugstellen].
Standaard worden de groene en rode markering op dezelfde positie weergegeven, dus is
alleen de rode markering zichtbaar.
Geavanceerde projectie
192
Kleurinstelling
Bij overlappende beelden vallen delen in het overlappingsgebied die andere
kleuren overnemen of een verkeerde kleur hebben, vaak meer op. Door de
randovergang in te stellen kunt u dit overlappingsgebied minder opvallend maken.
1 Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele
instellingen] > [Randovergang] > [Instellen] > [Randovergang instellen] >
[Instellen].
2 Kijk goed naar het beeld en pas de waarde aan om ongewenste kleuren in
het overlappingsgebied te verwijderen.
Stel eerst gezamenlijk rood, groen en blauw in door de waarde voor [Wit] te
wijzigen en stel vervolgens [Rood], [Groen] en [Blauw] afzonderlijk in.
3 Herhaal deze instelling op alle projectoren.
Zwartniveau-instelling
Bij overlappende projectie worden donkere kleuren in het overlappende gebied met
minder intensiteit geprojecteerd dan andere kleuren. U kunt deze overlappende
gebieden minder opvallend maken door het zwartniveau van niet-overlappende
beeldgebieden aan te passen.
Het niet-overlappende beeldgebied (van de eindmarkering richting het midden van
het beeld) wordt gebied “D” genoemd.
Gewoonlijk worden er drie gebieden geïdentificeerd als het gaat om
eindmarkeringen: A, B en C.
In de volgende instructies wordt alleen gebied D aangepast. De breedte van A, B
en C blijft ingesteld op de standaardwaarde (0).
Stel ter voorbereiding op het instellen [Geen-signaal beeld] in op [Zwart] en start de
projectie zonder ingangssignaal. Doe de lampen in de kamer uit, zodat u de donkere
beeldgebieden kunt controleren. (P122)
Gebied waar donkere kleuren lichter lijken
Linkerbeeld Rechterbeeld
Positie van eindmarkering (verborgen)
D-gebied Overgangsgebied
193
Geavanceerde projectie
Geavanceerd Geavanceerde projectie
1 Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele
instellingen] > [Randovergang] > [Instellen] > [Zwartniveau-instelling] >
[Instellen].
2 Selecteer [Instellingstype] > [Zwartniveau].
3 Selecteer [D-gebied basis] en stel de waarden in terwijl u naar het beeld
kijkt. Zorg ervoor dat de helderheid en kleuren van het overgangsgebied
overeenkomen met die van gebied D.
Stel [D-gebied basis] in om het zwartniveau lichter te maken en stel [Rood],
[Groen] en [Blauw] in om zo nodig de zwartniveaukleurtoon te optimaliseren.
4 Herhaal deze instelling op alle projectoren.
Meer vloeiende overlapping
Het zwartniveau langs de rechterrand van gebied D (langs het overgangsgebied)
kan meer opvallen dan dat van de omliggende gebieden.
Door het zwartniveau van gebied B aan te passen kunt u de overgang vloeiender
maken.
Stel ter compensatie elk gebied als volgt in.
Wanneer het geprojecteerde beeld meerdere overgangsgebieden heeft (aan de
bovenkant, onderkant en aan beide zijkanten), moet de breedte van de gebieden A,
B en C aan deze overgangsgebieden worden aangepast.
In dit voorbeeld worden instructies gegeven voor het instellen van gebied B.
1 Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele
instellingen] > [Randovergang] > [Instellen] > [Zwartniveau-instelling] >
[Instellen].
2 Selecteer [Instellingstype] > [Gebied] > [Zijkant] > [Rechts].
Gebied A: Zwartniveau kan niet worden ingesteld.
Gebied B: Stel in op een ander zwartniveau dan dat van
gebied D.
Gebied C: Stel in voor een vloeiende overgang ten opzichte
van het zwartniveau van gebied B en D.
Linkerbeeld
Positie van eindmarkering (verborgen)
D-gebied Overgangsgebied
Gebieden C-A (Uitgangsstand breedte: 0)
Geavanceerde projectie
194
3 Selecteer [B-breedte] en geef de breedte van gebied B op.
Pas de breedte van gebied B aan zodat het ruwweg overeenkomt met het
gebied waar het zwartniveau van gebied B opvalt. Hierdoor wordt de breedte
van gebied D kleiner.
4 Selecteer [Instellingstype] > [Zwartniveau]. Stel [B-gebied basis] in terwijl
u naar het beeld kijkt.
5 Stel de breedte van gebied A, B en C in terwijl u naar het beeld kijkt.
6 Stel desgewenst het zwartniveau van gebied B opnieuw in.
Voer [Randovergang instellen] uit om het aantal storende en niet goed uitgelijnde kleuren in
overlappingsgebieden te verminderen. Richt u hierbij op de hoofdtint van het gewenste
geprojecteerde beeld.
De resultaten van de instelling van het zwartniveau van gebied B worden toegepast op
alle zijkanten.
U kunt de overgang nauwkeurig instellen via [Instellingstype] > [Zwartniveau] > [Rood],
[Groen] en [Blauw].
Aanpassingen die u doorvoert via [Randovergang instellen] of andere menu’s,
verwijderen mogelijk niet de storende kleuren en verschillen in helderheid in gebieden
waar de beelden elkaar overlappen.
195
Geavanceerde projectie
Geavanceerd Geavanceerde projectie
Geavanceerde registratie om geprojecteerde
beelden in te stellen
Met deze functie kunt u een verkeerde kleuruitlijning (rood, groen, blauw) in
verschillende schermgebieden nauwkeurig corrigeren per kleur en per gebied.
Er zijn twee registratiemethoden beschikbaar: 5-punts aanpassing (met punten in
elke hoek en in het midden van het scherm) en een meer nauwkeurige,
handmatige aanpassing gebaseerd op 54 punten (in een raster van 6 x 9).
Waarden die u via 5-punts aanpassing hebt ingesteld, blijven behouden als u
vervolgens een handmatige aanpassing uitvoert. Voer een handmatige aanpassing uit
als u na een 5-punts aanpassing de kleuruitlijning nog nauwkeuriger wilt corrigeren.
Registratie via 5-punts aanpassing
Bij 5-punts aanpassing kunt u verkeerd uitgelijnde kleuren in het hele scherm
basaal corrigeren door aanpassingspunten in elke hoek en in het midden te
verplaatsen.
1 Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele
instellingen] > [RGB-uitlijning] > [Geavanceerde registratie] > [Instellen] >
[5-punts aanpassing] > [Instellen].
De projector komt in de 5-punts aanpassingsstand en er verschijnt een
instelraster.
Stel de zoomverhouding en de lensverschuiving naar vereist in voordat u de
[Geavanceerde registratie] gaat verrichten.
Het verrichten van de trapeziumcorrectie zal een nauwkeurige instelling met de
[Geavanceerde registratie] verhinderen. Als de trapeziumcorrectie vereist is, maakt u
dan eerst een volledige instelling met [Geavanceerde registratie].
Instelrasters (puntselectievensters) van twee verschillende formaten worden
toegepast, afhankelijk van de instelling voor [Paneelaandrijfmodus].
Bij Geavanceerde registratie kunnen gebieden met een dambordpatroon of gebieden
waarop een halftooneffect is toegepast, ongelijkmatig kleuren of beeldartefacten
vertonen.
Geavanceerde projectie
196
2 Selecteer met de [ ] / [ ] / [ ] / [ ]-knoppen het punt dat u wilt
corrigeren en druk vervolgens op de OK-knop.
De kleurselectiemodus wordt geactiveerd.
3 Selecteer [Rood] of [Blauw] en druk vervolgens op de OK-knop.
4 Lijn met de [ ] / [ ] / [ ] / [ ]-knoppen de aanpassingspunten uit.
5 Druk op de OK-knop om terug te keren naar het venster voor de
kleurselectiemodus.
6 Herhaal dit proces om de resterende kleuren en aanpassingspunten uit te
lijnen.
Druk op de MENU-knop om terug te keren naar [Geavanceerde registratie].
Telkens wanneer u [Grafiek] selecteert en op de OK-knop drukt, schakelt het scherm
over tussen het instelraster en het bronsignaal.
Openen van het instelvenster voor 5-punts aanpassing tijdens projectie van een
testpatroon zal het testpatroon weergeven in plaats van uw aangeleverde signaal.
197
Geavanceerde projectie
Geavanceerd Geavanceerde projectie
Handmatige registratie
Kies Handmatige aanpassing als u alleen in bepaalde gebieden de registratie wilt
corrigeren.
1 Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele
instellingen] > [RGB-uitlijning] > [Geavanceerde registratie] > [Instellen] >
[Handmatige aanpassing].
De projector komt in de handmatige aanpassingsstand en er verschijnt een
instelraster.
2 Selecteer met de [ ] / [ ] / [ ] / [ ]-knoppen het punt dat u wilt
corrigeren en druk vervolgens op de OK-knop.
De kleurselectiemodus wordt geactiveerd.
Als u na Handmatige aanpassing overgaat op 5-punts aanpassing, worden de waarden
voor Handmatige aanpassing gewist.
Instelrasters (puntselectievensters) van twee verschillende formaten worden
toegepast, afhankelijk van de instelling voor [Paneelaandrijfmodus].
Bij Geavanceerde registratie kunnen gebieden met een dambordpatroon of gebieden
waarop een halftooneffect is toegepast, ongelijkmatig kleuren of beeldartefacten
vertonen.
Druk op de MENU-knop om terug te keren naar [Geavanceerde registratie].
Geavanceerde projectie
198
3 Selecteer [Rood], [Groen] of [Blauw] en druk vervolgens op de OK-knop.
4 Lijn met de [ ] / [ ] / [ ] / [ ]-knoppen de aanpassingspunten uit.
5 Druk op de OK-knop om terug te keren naar het venster voor de
kleurselectiemodus.
6 Herhaal dit proces om de resterende kleuren en aanpassingspunten uit te
lijnen.
De beeldregistratie terugstellen
Hiermee worden de waarden die zijn ingesteld met 5-punts of handmatige
aanpassing gewist.
1 Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele
instellingen] > [RGB-uitlijning] > [Geavanceerde registratie] > [Instellen] >
[Terugstellen].
Er verschijnt een bevestigingsscherm.
2 Selecteer [OK] om de aanpassing terug te stellen.
De volgende taken worden uitgevoerd.
De waarden die zijn ingesteld met 5-punts aanpassing worden gewist.
5-punts aanpassing wordt gedeactiveerd.
De waarden die zijn ingesteld met handmatige aanpassing worden gewist.
Telkens wanneer u [Grafiek] selecteert en op de OK-knop drukt, schakelt het scherm
over tussen het instelraster en het bronsignaal.
Openen van het handmatige-aanpassingsvenster tijdens projectie van een testpatroon
zal het testpatroon weergeven in plaats van uw aangeleverde signaal.
199
Geavanceerde projectie
Geavanceerd Geavanceerde projectie
De scherpte bij de randen instellen
Met deze functie kunt u de scherpte bij de randen van het scherm instellen.
Gebruik Marginale scherpstelling voor gebogen schermen, zoals koepels.
Gebruik Marginale scherpstelling om de scherpte van beelden op platte schermen
in te stellen als beeldranden vervormd blijven nadat u de algehele scherpstelling
hebt aangepast.
Beeldranden scherpstellen
Druk op de FOCUS-knop op de afstandsbediening of de LENS-knop op de
projector om de scherpte van randen in te stellen.
1 Druk tweemaal op de FOCUS-knop op de afstandsbediening om het
venster voor de marginale scherpstelling te openen.
Druk herhaaldelijk op de LENS-knop op de projector om naar een ander
venster met lensparameters te gaan.
Druk tweemaal op de LENS-knop om het venster voor de marginale
scherpstelling weer te geven.
[Marginale scherpstelling] moet vooraf worden ingesteld op [Aan]. (P116)
Afstandsbediening
Druk tweemaal.
Als [Marginale scherpstelling] is
ingesteld op [Aan].
Als [Marginale
scherpstelling] is
ingesteld op [Uit].
Projector
Druk tweemaal.
Geavanceerde projectie
200
2 Druk op de pijlknoppen om de scherpte aan de beeldranden in te stellen.
Druk op de toetsen [ ] / [ ] / [ ] / [ ] om de scherpstelling van de beeldranden
te regelen.
3 Druk op de OK- of FOCUS-knop als de beeldranden scherp zijn.
Aanpassingen terugstellen
Hiermee wist u de waarden die u hebt ingesteld bij Aanpassing marginale
scherpstelling.
Selecteer in het menu [Installatie-instellingen] de optie [Professionele instellingen] >
[Marginale scherpstelling] > [Terugstellen] om de aanpassing ongedaan te maken.
De volgende taken worden uitgevoerd.
De waarden die zijn ingesteld met Aanpassing marginale scherpstelling worden
gewist.
[Marginale scherpstelling] is ingesteld op [Uit].
Activeringsuitgang gebruiken
Als u een scherm of ander extern apparaat op de activeringsuitgang van de
projector (P35) aansluit en [Systeeminstelling], [Trigger Out], [Koppeling met
voeding] (P137) selecteert, kan de werking van het apparaat worden geactiveerd
door de projector in of uit te schakelen.
Als u [Marginale scherpstelling] instelt op [Uit], wordt de ingestelde waarde voor
marginale scherpstelling niet teruggesteld.
Afstandsbediening
Projector
201
Veiligheidsinstructies
Vóór gebruik
Basis
Installatieprocedure
Aansluitprocedure
Projectieprocedure
Handige functies
Geavanceerd
Menu’s gebruiken
Menuconfiguratie
Menu-instellingen
Gebruik van de projector
met een netwerk
Geavanceerde projectie
Overige informatie
Onderhoud
Productspecificaties
Problemen oplossen
Overige informatie
202
Onderhoud
De projector schoonmaken
Maak de projector zeer regelmatig schoon om te voorkomen dat het apparaat te
stoffig wordt.
Een vuile lens kan de kwaliteit van de geprojecteerde beelden aantasten.
Veeg de behuizing van de projector voorzichtig af met een zachte doek.
Als de projector erg vies is, kunt u een doek weken in water met wat afwasmiddel.
Knijp de doek vervolgens goed uit en veeg de projector er mee af. Veeg de
projector na het schoonmaken af met een droge doek.
Het luchtfilter vervangen
Het volgende scherm wordt weergegeven wanneer u de projector inschakelt als het
luchtfilter moet worden vervangen. Vervang het luchtfilter als dit scherm wordt
weergegeven.
Gebruik voor het onderhoud van de projector geen hechtmiddelen,
smeerolie, andere olie of alkalische schoonmaakmiddelen.
Voordat u de projector schoonmaakt, schakelt u deze altijd uit, haalt u
de stekker uit het stopcontact nadat de koelventilator is gestopt en
wacht u minimaal één uur. Als u dit niet doet, kunt u zich branden
aangezien het apparaat zeer heet is direct nadat de projector wordt
uitgeschakeld.
Gebruik nooit agressieve schoonmaakmiddelen of
wasbenzine; hiermee kunt u de afwerking van de
projector beschadigen.
Gebruik geen chemisch reinigingsdoekje.
Gebruik geen harde doeken of gewone tissues,
want het lensoppervlak beschadigt zeer snel.
Het luchtfilter beschermt de lens en de spiegel binnen in de projector
tegen stof en vuil. Als het luchtfilter vol is geraakt met stof kan dit de
luchttoevoer belemmeren waardoor de temperatuur binnenin de
projector toeneemt. Hierdoor kan de projector beschadigd raken.
Alleen de [ ]-, [ ]-, OK-, POWER-, EXIT-, FOCUS-,
ZOOM- en SHIFT-knoppen zijn beschikbaar als dit
scherm wordt weergegeven. (Als u op de POWER-
knop drukt, verschijnt het bericht “Druk nogmaals op de
POWER-knop om de projector uit te schakelen”.)
Wanneer dit scherm 10 seconden is weergegeven en
daarna is verdwenen, zijn alle knoppen actief.
Waarschuwing
Voorzichtig
Voorzichtig
203
Onderhoud
Overige informatie Onderhoud
Voer onderstaande procedure uit als u het luchtfilter vervangt.
1 Zet de projector uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2 Trek de filterkap naar buiten door
de twee lipjes aan de onderkant
vast te pakken en op te tillen.
3 Open het filterdeksel en
verwijder het.
4 Pak het luchtfilter bij de
handgrepen vast en verwijder
het.
Onderhoud
204
5 Houd het nieuwe luchtfilter vast
bij het lipje en plaats het in de
projector.
6 Lijn het lipje van het filterdeksel
uit met de gleuf en sluit het
deksel.
Na vervanging van het luchtfilter reset u [Luchtfilterteller] (P137).
Wees voorzichtig met het luchtfilter. Als het filter beschadigd is, werkt het niet goed
meer.
Voor aanschaf van een vervangend luchtfilter (onderdeelnr.: RS-FL04) neemt u contact
op met het Canon Call Center.
205
Overige informatie Productspecificaties
Productspecificaties
Testpatronen weergeven
Ga naar het menu [Installatie-instellingen] en selecteer [Testpatroon] (P120) > [Aan] of druk
op de
TEST PATTERN
-knop op de afstandsbediening om het testpatroonmenu te openen.
Tijdens de weergave van het testpatroon kunt u met de [ ] / [ ]-knoppen een
ander testpatroon selecteren.
En als er een optiepatroon beschikbaar is, kunt u met
[ ] / [ ] van patroon wisselen.
De volgende testpatronen kunnen weergegeven worden.
Schakel met
[ ] / [ ] over op
een ander patroon
Schakel met
[ ] / [ ] over op een
ander optiepatroon
Raster 100%
(Wit / rood / groen / blauw)
Raster 50%
(Wit / rood / groen / blauw)
Kleurenbalk
(1)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
(12)
(13)
Traptreden H
Traptreden V
Kruisarcering
Rand
Focus
Multi
Dambord
Kleurstappen
Karakter
DICOM
Productspecificaties
206
Ondersteunde signaalsoorten
De projector zal ingangssignalen van computers of audio/video-apparatuur die
overeenkomen met de volgende signaaltypen automatisch juist projecteren.
HDMI (enkel)
FP : Front porch (voorstoep)
SW : Sync-breedte
BP : Back porch (achterstoep)
Signaalre-
solutie
Horizontale
frequentie
[kHz]
Verticale
frequentie
[Hz]
Dotklok
[MHz]
Meerdere
invoermodus
HDMI
Onderdrukkingsintervallen
Horizontaal
FP, SW, BP
Verticaal
FP, SW, BP
640x480 31,469 59,940 25,175 Normaal, Enkel 16, 96, 48 10, 2, 33
720x480 31,469 59,940 27,000 Normaal, Enkel 16, 62, 60 9, 6, 30
720x576 31,250 50,000 27,000 Normaal, Enkel 12, 64, 68 5, 5, 39
800x600 37,879 60,317 40,000 Normaal, Enkel 40, 128, 88 1, 4, 23
1280x720
18,000 24,000 59,400 Normaal, Enkel 1760, 40, 220 5, 5, 20
37,500 50,000 74,250 Normaal, Enkel 440, 40, 220 5, 5, 20
45,000 60,000 74,250 Normaal, Enkel 110, 40, 220 5, 5, 20
1024x768 48,363 60,004 65,000 Normaal, Enkel 24, 136, 160 3, 6, 29
1366x768
47,712 59,790 85,500 Enkel 70, 143, 213 3, 3, 24
48,000 60,000 72,000 14, 56, 64 1, 3, 28
1440x900
55,469 59,901 88,750 Normaal, Enkel 48, 32, 80 3, 6, 17
55,935 59,887 106,500 Normaal, Enkel 80, 152, 232 3, 6, 25
1280x1024 63,981 60,020 108,000 Normaal, Enkel 48, 112, 248 1, 3, 38
1920x1080(I)
28,125 50,000 74,250 Normaal, Enkel 528, 44, 148 4,5, 10, 30,5
31,250 50,000 72,000 32, 168, 184 45,5, 10, 114,5
33,750 60,000 74,250 Normaal, Enkel 88, 44, 148 4,5, 10, 30,5
1920x1080
27,000 24,000 74,250 Normaal, Enkel 638, 44, 148 4, 5, 36
56,250 50,000 148,500 Normaal, Enkel 528, 44, 148 4, 5, 36
67,500 60,000 148,500 Normaal, Enkel 88, 44, 148 4, 5, 36
2048x1080
66,576 59,924 147,000 Normaal, Enkel 48, 32, 80 3, 10, 18
67,500 60,000 148,500 Normaal, Enkel 44, 44, 64 4, 5, 36
2560x1080
26,400 24,000 99,000 Normaal, Enkel 998, 44, 148 4, 5, 11
56,250 50,000 185,625 Normaal, Enkel 548, 44, 148 4, 5, 36
66,636 59,978 181,250 48, 32, 80 3, 10, 18
66,000 60,000 198,000 Normaal, Enkel 248, 44, 148 4, 5, 11
1920x1200
74,038 59,950 154,000 Normaal, Enkel 48, 32, 80 3, 6, 26
74,556 59,885 193,250 Normaal, Enkel 136, 200, 336 3, 6, 36
2048x1200
74,582 59,905 205,250 Normaal, Enkel 136, 216, 352 3, 10, 32
74,100 60,000 157,684 8, 32, 40 21, 8, 6
2560x1440 88,787 59,951 241,500 Enkel 48, 32, 80 3, 5, 33
2560x1600 98,713 59,972 268,500 Normaal, Enkel 48, 32, 80 3, 6, 37
3840x2160
52,593 23,993 266,750 216, 400, 616 3, 5, 24
52,438 23,999 209,750 48, 32, 80 3, 5, 17
54,000 24,000 297,000 Normaal, Enkel 1276, 88, 296 8, 10, 72
56,250 25,000 297,000 Normaal, Enkel 1056, 88, 296 8, 10, 72
67,500 30,000 297,000 Normaal, Enkel 176, 88, 296 8, 10, 72
112,500 50,000 594,000 Normaal
*
3
, Enkel
*
3
1056, 88, 296 8, 10, 72
135,000 60,000 594,000 Normaal
*
3
, Enkel
*
3
176, 88, 296 8, 10, 72
4096x2160
52,561 23,979 284,250 224, 432, 656 3, 10, 19
52,397 23,980 223,000 48, 32, 80 3, 10, 12
54,000 24,000 297,000 Normaal, Enkel 1020, 88, 296 8, 10, 72
56,250 25,000 297,000 Normaal, Enkel 968, 88, 128 8, 10, 72
67,500 30,000 297,000 Normaal, Enkel 88, 88, 128 8, 10, 72
112,500 50,000 594,000 Normaal
*
3
, Enkel
*
3
968, 88, 128 8, 10, 72
135,000 60,000 594,000 Normaal
*
3
, Enkel
*
3
88, 88, 128 8, 10, 72
1
207
Productspecificaties
Overige informatie Productspecificaties
Als u de instellingen in de kolom Meerdere invoermodus HDMI toepast, worden de indelingen in de
bijbehorende rijen aangeduid in de EDID. Er wordt geen informatie gegeven in de EDID voor blanco
velden, dus daarvoor zult u het computer-uitvoerformaat handmatig moeten configureren.
Als u de instellingen in de kolom Meerdere invoermodus HDMI toepast, worden de indelingen in de
bijbehorende rijen aangeduid in de EDID. Er wordt geen informatie gegeven in de EDID voor blanco
velden, dus daarvoor zult u het computer-uitvoerformaat handmatig moeten configureren.
HDMI 1x2
FP : Front porch (voorstoep)
SW : Sync-breedte
BP : Back porch (achterstoep)
Gecombi-
neerde
resolutie
meerdere
invoeren
Resolutie bij
elke ingang
Horizontale
frequentie
[kHz]
Verticale
frequentie
[Hz]
Dotklok
[MHz]
Meerdere
invoermodus
HDMI
Onderdrukkingsintervallen
Horizontaal
FP, SW, BP
Verticaal
FP, SW, BP
1280x480 640x480 31,469 59,940 25,175 Normaal, 1x2 16, 96, 48 10, 2, 33
1440x480 720x480 31,469 59,940 27,000 Normaal, 1x2 16, 62, 60 9, 6, 30
1440x576 720x576 31,250 50,000 27,000 Normaal, 1x2 12, 64, 68 5, 5, 39
2560x720 1280x720
37,500 50,000 74,250 Normaal, 1x2 440, 40, 220 5, 5, 20
45,000 60,000 74,250 Normaal, 1x2 110, 40, 220 5, 5, 20
3840x1080 1920x1080(I)
28,125 50,000 74,250 Normaal, 1x2 528, 44, 148 4,5, 10, 30,5
33,750 60,000 74,250 Normaal, 1x2 88, 44, 148 4,5, 10, 30,5
3840x1080 1920x1080 67,500 60,000 148,500 Normaal, 1x2 88, 44, 148 4, 5, 36
2560x1600 1280x1600 98,611 59,910 142,000 1x2 48, 32, 80 3, 10, 33
3840x2160 1920x2160
52,404 23,983 109,000 48, 32, 80 3, 10, 12
54,000 24,000 148,500 1x2*
2
638, 44, 148 8, 10, 72
112,500 50,000 297,000 1x2 528, 44, 148 8, 10, 72
133,293 59,988 277,250 48, 32, 80 3, 10, 49
135,000 60,000 297,000 Normaal, 1x2 88, 44, 148 8, 10, 72
133,320 60,000 266,640 8, 32, 40 48, 8, 6
4096x2160 2048x2160
52,515 23,957 142,000 112, 216, 328 3, 10, 19
52,423 23,992 115,750 48, 32, 80 3, 10, 12
54,000 24,000 148,500 1x2 510, 44, 148 8, 10, 72
112,500 50,000 297,000 1x2 484, 44, 64 8, 10, 72
133,265 59,975 294,250 48, 32, 80 3, 10, 49
133,320 60,000 283,704 8, 32, 40 48, 8, 6
135,000 60,000 297,000 Normaal, 1x2 44, 44, 64 8, 10, 72
3200x2400 1600x2400 148,011 59,948 260,500 1x2*
1
48, 32, 80 3, 10, 56
3840x2400 1920x2400 148,140 60,000 296,280 8, 32, 40 55, 8, 6
DVI (enkel)
FP : Front porch (voorstoep)
SW : Sync-breedte
BP : Back porch (achterstoep)
Signaalre-
solutie
Horizontale
frequentie
[kHz]
Verticale
frequentie
[Hz]
Dotklok
[MHz]
Meerdere
invoermodus DVI
Onderdrukkingsintervallen
Horizontaal
FP, SW, BP
Verticaal
FP, SW, BP
640x480 31,469 59,940 25,175 Normaal, Enkel 16, 96, 48 10, 2, 33
800x600 37,879 60,317 40,000 Normaal, Enkel 40, 128, 88 1, 4, 23
1280x720 45,000 60,000 74,250 Normaal, Enkel 110, 40, 220 5, 5, 20
1024x768 48,363 60,004 65,000 Normaal, Enkel 24, 136, 160 3, 6, 29
1366x768
47,712 59,790 85,500 Enkel 70, 143, 213 3, 3, 24
48,000 60,000 72,000 14, 56, 64 1, 3, 28
1440x900
55,469 59,901 88,750 Normaal, Enkel 48, 32, 80 3, 6, 17
55,935 59,887 106,500 Normaal, Enkel 80, 152, 232 3, 6, 25
1280x1024 63,981 60,020 108,000 Normaal, Enkel 48, 112, 248 1, 3, 38
1920x1080
27,000 24,000 74,250 Normaal, Enkel 638, 44, 148 4, 5, 36
67,500 60,000 148,500 Normaal, Enkel 88, 44, 148 4, 5, 36
1 2
1
Productspecificaties
208
Als u de instellingen in de kolom Meerdere invoermodus DVI toepast, worden de indelingen in de
bijbehorende rijen aangeduid in de EDID. Er wordt geen informatie gegeven in de EDID voor blanco
velden, dus daarvoor zult u het computer-uitvoerformaat handmatig moeten configureren.
Als u de instellingen in de kolom Meerdere invoermodus DVI toepast, worden de indelingen in de
bijbehorende rijen aangeduid in de EDID. Er wordt geen informatie gegeven in de EDID voor blanco
velden, dus daarvoor zult u het computer-uitvoerformaat handmatig moeten configureren.
2048x1080
66,576 59,924 147,000 48, 32, 80 3, 10, 18
67,500 60,000 148,500 Normaal, Enkel 44, 44, 64 4, 5, 36
2560x1080
66,636 59,978 181,250 48, 32, 80 3, 10, 18
66,000 60,000 198,000 Enkel 248, 44, 148 4, 5, 11
1920x1200
74,038 59,950 154,000 Normaal, Enkel 48, 32, 80 3, 6, 26
74,556 59,885 193,250 Normaal, Enkel 136, 200, 336 3, 6, 36
2048x1200 74,049 59,959 163,500 Normaal, Enkel 48, 32, 80 3, 10, 22
2560x1440 88,787 59,951 241,500 Enkel 48, 32, 80 3, 5, 33
3840x2160 52,438 23,999 209,750 Enkel 48, 32, 80 3, 5, 17
4096x2160 52,397 23,980 223,000 48, 32, 80 3, 10, 12
DVI 1x2
FP : Front porch (voorstoep)
SW : Sync-breedte
BP : Back porch (achterstoep)
Gecombi-
neerde
resolutie
meerdere
invoeren
Resolutie bij
elke ingang
Horizontale
frequentie
[kHz]
Verticale
frequentie
[Hz]
Dotklok
[MHz]
Meerdere
invoermodus
DVI
Onderdrukkingsintervallen
Horizontaal
FP, SW, BP
Verticaal
FP, SW, BP
2560x1080 1280x1080 66,493 59,850 95,750 1x2 48, 32, 80 3, 10, 18
2560x1440 1280x1440 88,715 59,902 127,750 1x2 48, 32, 80 3, 10, 28
2560x1600 1280x1600 98,611 59,910 142,000 Normaal, 1x2 48, 32, 80 3, 10, 33
3840x2160 1920x2160
52,512 23,956 132,750 104, 200, 304 3, 10, 19
52,404 23,983 109,000 48, 32, 80 3, 10, 12
54,000 24,000 148,500 Normaal*
2
, 1x2 638, 44, 148 8, 10, 72
67,500 30,000 148,500 1x2 88, 44, 148 8, 10, 72
4096x2160 2048x2160
52,515 23,957 142,000 112, 216, 328 3, 10, 19
52,423 23,992 115,750 48, 32, 80 3, 10, 12
54,000 24,000 148,500 Normaal*
2
, 1x2 510, 44, 148 8, 10, 72
67,500 30,000 148,500 1x2 44, 44, 64 8, 10, 72
DVI 2x2
FP : Front porch (voorstoep)
SW : Sync-breedte
BP : Back porch (achterstoep)
Gecombi-
neerde
resolutie
meerdere
invoeren
Resolutie bij
elke ingang
Horizontale
frequentie
[kHz]
Verticale
frequentie
[Hz]
Dotklok
[MHz]
Meerdere
invoermodus
DVI
Onderdrukkingsintervallen
Horizontaal
FP, SW, BP
Verticaal
FP, SW, BP
3840x2160 1920x1080
27,000 24,000 74,250 Normaal, 2x2 638, 44, 148 4, 5, 36
33,750 30,000 74,250 Normaal, 2x2 88, 44, 148 4, 5, 36
66,587 59,934 138,500 Normaal, 2x2 48, 32, 80 3, 5, 23
67,158 59,963 173,000 Normaal, 2x2 128, 200, 328 3, 5, 32
67,500 60,000 148,500 Normaal, 2x2 88, 44, 148 4, 5, 36
Signaalre-
solutie
Horizontale
frequentie
[kHz]
Verticale
frequentie
[Hz]
Dotklok
[MHz]
Meerdere
invoermodus DVI
Onderdrukkingsintervallen
Horizontaal
FP, SW, BP
Verticaal
FP, SW, BP
1 3
1 3
2 4
209
Productspecificaties
Overige informatie Productspecificaties
Als u de instellingen in de kolom Meerdere invoermodus DVI toepast, worden de indelingen in de
bijbehorende rijen aangeduid in de EDID. Er wordt geen informatie gegeven in de EDID voor blanco
velden, dus daarvoor zult u het computer-uitvoerformaat handmatig moeten configureren.
Als u de instellingen in de kolom Meerdere invoermodus DVI toepast, worden de indelingen in de
bijbehorende rijen aangeduid in de EDID. Er wordt geen informatie gegeven in de EDID voor blanco
velden, dus daarvoor zult u het computer-uitvoerformaat handmatig moeten configureren.
4096x2160 2048x1080
27,000 24,000 74,250 2x2*
2
594, 44, 64 4, 5, 36
33,750 30,000 74,250 2x2*
2
44, 44, 64 4, 5, 36
66,576 59,924 147,000 2x2 48, 32, 80 3, 10, 18
67,160 59,964 183,750 128, 216, 344 3, 10, 27
67,500 60,000 148,500 Normaal, 2x2 44, 44, 64 4, 5, 36
4096x2304 2048x1152
70,992 59,909 156,750
Normaal*
1
,
2x2*
1
48, 32, 80 3, 5, 25
71,584 59,903 197,000
Normaal*
1
,
2x2*
1
136, 216, 352 3, 5, 35
72,000 60,000 162,000
Normaal*
1
,
2x2*
1
26, 80, 96 1, 3, 44
3200x2400 1600x1200
74,006 59,924 130,250 2x2*
1
48, 32, 80 3, 4, 28
75,000 60,000 162,000 2x2*
1
64, 192, 304 1, 3, 46
3840x2400 1920x1200
74,556 59,885 193,250 Normaal, 2x2*
1
136, 200, 336 3, 6, 36
74,038 59,950 154,000 Normaal, 2x2*
1
48, 32, 80 3, 6, 26
4096x2400 2048x1200
74,582 59,905 205,250 136, 216, 352 3, 10, 32
74,049 59,959 163,500 Normaal, 2x2*
1
48, 32, 80 3, 10, 22
DVI 1x4
FP : Front porch (voorstoep)
SW : Sync-breedte
BP : Back porch (achterstoep)
Gecombi-
neerde reso-
lutie
meerdere
invoeren
Resolutie bij
elke ingang
Horizontale
frequentie
[kHz]
Verticale
frequentie
[Hz]
Dotklok
[MHz]
Meerdere
invoermodus
DVI
Onderdrukkingsintervallen
Horizontaal
FP, SW, BP
Verticaal
FP, SW, BP
3840x2160 960x2160
134,036 59,918 178,000 80, 104, 184 3, 10, 64
133,259 59,973 149,250 1x4*
2
48, 32, 80 3, 10, 49
133,319 60,000 138,652 8, 32, 40 48, 8, 6
135,000 60,000 148,500 Normaal, 1x4 44, 22, 74 8, 10, 72
4096x2160 1024x2160
134,055 59,926 188,750 80, 112, 192 3, 10, 64
133,235 59,962 157,750 1x4*
2
48, 32, 80 3, 10, 49
133,320 60,000 147,185 8, 32, 40 48, 8, 6
135,000 60,000 148,500 Normaal, 1x4 22, 22, 32 8, 10, 72
4096x2304 1024x2304
142,103 59,959 168,250 1x4*
1
48, 32, 80 3, 10, 53
143,111 59,979 201,500 80, 112, 192 3, 10, 69
142,199 60,000 156,988 1x4*
1
8, 32, 40 52, 8, 6
3840x2400 960x2400
147,991 59,940 165,750 1x4*
1
48, 32, 80 3, 10, 56
149,096 59,974 198,000 80, 104, 184 3, 10, 73
148,139 60,000 154,065
Normaal*
1
,
1x4*
1
8, 32, 40 55, 8, 6
4096x2400 1024x2400
148,970 59,924 209,750 80, 112, 192 3, 10, 73
148,015 59,949 175,250 1x4*
1
48, 32, 80 3, 10, 56
148,139 60,000 163,546
Normaal*
1
,
1x4*
1
8, 32, 40 55, 8, 6
Gecombi-
neerde
resolutie
meerdere
invoeren
Resolutie bij
elke ingang
Horizontale
frequentie
[kHz]
Verticale
frequentie
[Hz]
Dotklok
[MHz]
Meerdere
invoermodus
DVI
Onderdrukkingsintervallen
Horizontaal
FP, SW, BP
Verticaal
FP, SW, BP
123 4
Productspecificaties
210
*1 Alleen als [Paneelaandrijfmodus] is ingesteld op [4096x2400].
*2 Alleen als [Paneelaandrijfmodus] is ingesteld op [4096x2160].
*3 Alleen YCbCr 4:2:0 wordt ondersteund wanneer [HDMI-1(2) EDID] staat ingesteld op [9Gbps].
(RGB, YCbCr 4:4:4 en YCbCr 4:2:2 worden niet ondersteund.)
Onderdrukkingsinterval
Actieve
video
FP SW BP
Actieve
video
Video-
signaal
Sync-
signaal
211
Productspecificaties
Overige informatie Productspecificaties
Specificaties
Projector
Modelnaam 4K600STZ/4K601STZ/4K600Z/4K601Z
Weergavesysteem Reflecterend vloeibaar kristal (LCOS): 3 panelen
Optisch systeem
Kleurscheiding door dichroïsche spiegel / polariserende
straalsplitter en kleurcompositie door prisma
Beeldschermapparaat
Effectief weergavegebied 0,76'' / 128:75 (ongeveer 17:10)
Effectieve pixels 9.830.400 (4096 x 2400)
Andere kenmerken Actief matrixsysteem
Projectielens
Zoom
1,3x
(gemotoriseerd) (4K600STZ/4K601STZ)
1,76x (gemotoriseerd) (4K600Z/4K601Z)
Scherpstelling Gemotoriseerd
Lensverschuiving V: ±60% (gemotoriseerd) H: ±10% (gemotoriseerd)
Brandpuntslengte
f = 17,2 – 22,3 mm (4K600STZ/4K601STZ)
f = 22,7 – 39,8 mm (4K600Z/4K601Z)
Diafragma
F2,6 (4K600STZ/4K601STZ)
F2,6 – F2,75 (4K600Z/4K601Z)
Lichtbron
Type Blauwe laserdiode + geel fosfor
Beeldformaat en projectieafstand
Minimum: 101,6 cm; maximum: 1.524 cm
Projectieafstand: 1,2 – 30,9 m
(4K600Z/4K601Z)
0,9 - 17,7 m
(4K600STZ/4K601STZ)
Aantal kleuren 16.770.000 kleuren
Lichtweergave(*1)(*2)
(Lichtbronmodus: Normaal /
Stil 1 / Stil 2)
6000 / 4560 / 2400lm
Contrastverhouding(*1)(*3)(*7) 4000:1 (volledig wit:volledig zwart, eigen)
Helderheidsverhouding vanaf
omtrek naar middenpunt(*1)
80%
Luidspreker 5 W, mono
Ondersteunde ingangssignalen Zie “Ondersteunde signaalsoorten” (P206P210).
Weergaveresolutie
Computersignaalingang Maximale ingangsresolutie: 4096 x 2400
Videosignaalingang Maximale ingangsresolutie: 4096 x 2160
Productspecificaties
212
Videosignalen
DVI-ingang
DVI
(enkel)
640 x 480, 800 x 600, 1280 x 720, 1024 x 768, 1366 x 768,
1440 x 900, 1280 x 1024, 1920 x 1080, 2048 x 1080, 2560 x
1080, 1920 x 1200, 2048 x 1200, 2560 x 1440, 3840 x
2160(*4), 4096 x 2160(*4)(*5)
DVI (1 x 2)
2560 x 1080, 2560 x 1440, 2560 x 1600, 3840 x 2160(*4),
4096 x 2160(*4)
DVI (2 x 2)
3840 x 2160, 4096 x 2160, 4096 x 2304(*6), 3200 x
2400(*6), 3840 x 2400(*6), 4096 x 2400(*6)
DVI (1 x 4)
3840 x 2160, 4096 x 2160, 4096 x 2304(*6), 3840 x
2400(*6), 4096 x 2400(*6)
HDMI-ingang
HDMI
(enkel)
640 x 480, 720 x 480, 720 x 576, 800 x 600, 1280 x 720,
1024 x 768, 1366 x 768, 1440 x 900, 1280 x 1024, 1920 x
1080, 2048 x 1080, 2560 x 1080, 1920 x 1200, 2048 x
1200, 2560 x 1440, 2560 x 1600, 3840 x 2160, 4096 x 2160
HDMI
(1 x 2)
1280 x 480, 1440 x 480, 1440 x 576, 2560 x 720, 3840 x
1080, 2560 x 1600, 3840 x 2160, 4096 x 2160, 3200 x
2400(*6), 3840 x 2400(*5)(*6)
Beeldsignaal-
ingangen
DVI-D x 4 Digital PC (29-pens DVI-aansluiting)
HDMI x 2 Digital PC, Digital video
Andere ingangen/
uitgangen
Ministekker Audio-ingang
Ministekker Audio-uitgang
Ministekker Afstandsbediening met kabel
Ministekker Activeringsuitgang (12 V)
RS-232C CONTROL (Dsub9)
USB USB type A
RJ-45
Netwerkaansluiting (1000BASE-T/100BASE-TX/10BASE-T)
Geluid 37 / 32 / 29 dB (Lichtbronmodus: Normaal / Stil 1 / Stil 2)
Bedrijfstemperatuur 0 – 45°C
Stroomvoorziening AC 100 V – 240 V 50 / 60 Hz
Maximaal stroomverbruik 665 W
Stroomverbruik
in stand-by
LAN OFF 0,4 W
LAN ON 0,8 W
Standaardafmetingen 559 mm (B) x 201 mm (H) x 624 mm (D)
Gewicht 26,0 kg
Accessoires
Afstandsbediening, droge celbatterijen van
afstandsbediening, netsnoer, lenskap, belangrijke
informatie en garantiebewijs
Draadloze
verbinding(*8)
Normen IEEE802.11b/g/n
Ondersteunde kanalen CH1-11
Frequentieband 2,4 GHz
Modelnaam 4K600STZ/4K601STZ/4K600Z/4K601Z
213
Productspecificaties
Overige informatie Productspecificaties
(*1) Voldoet aan ISO21118-2012
(*2) In de beeldmodus [Presentatie], met bewegingsonscherptebeperking ingesteld op [Uit] en de
lichtbronmodus ingesteld op [Normaal].
Ter bescherming van de projector kan de lichtsterkte afnemen naarmate de
omgevingstemperatuur stijgt.
(*3) In de paneelaandrijfmodus [4096x2400], met bewegingsonscherptebeperking ingesteld op [Uit]
en de lichtbronmodus ingesteld op [Normaal].
(*4) Alleen lage frequenties (24-30 Hz) ondersteund
(*5) EDID niet ondersteund
(*6) Wanneer [Paneelaandrijfmodus] is ingesteld op [4096x2400].
(*7) Wanneer [3 sluiten] is geselecteerd in [Iris].
(*8) Alleen 4K600STZ/4K600Z
* 99,99% of meer van de LCD-paneelpixels zijn effectief. Tijdens de projectie kunnen maximaal
0,01% van de pixels blijven branden of uitblijven door de kenmerken van het LCD-paneel.
* Het langdurig achter elkaar gebruiken van de projector kan de verslechtering van optische delen
versnellen.
* Wijzigingen in de specificaties en de uitvoering van het apparaat zijn voorbehouden, zonder
kennisgeving.
Afstandsbediening
Extern aanzicht
Onderdeelnummer RS-RC05
Stroomvoorziening DC 3,0 V, met gebruik van twee batterijen type AA
Bedieningsbereik Ongeveer 8 m ± 25° horizontaal en verticaal (tot infraroodontvanger)
Afmetingen 51 mm (B) x 28 mm (H) x 176 mm (D)
Gewicht 100 g
4K600STZ/4K601STZ/
4K600Z/4K601Z
605 mm
624 mm
177 mm
90 mm
559 mm
201 mm
133 mm
Productspecificaties
214
Servicepoort (CONTROL)
Pentoewijzing
Communicatie-indeling
Communicatiemodus : RS-232C, asynchrone, half-duplex communicatie
Communicatiesnelheid : 19200 bps
Tekenlengte : 8 bits
Stopbits : 1/2 bits
Pariteit : Geen
Datatransportbesturing : Geen
Pennr. Signaal
1OPEN
2RxD
3TxD
4OPEN
5GND
6OPEN
7 Interne pull-up
8OPEN
9OPEN
215
Productspecificaties
Overige informatie Productspecificaties
Voornaamste gebruikersopdrachten
Opdrachten ASCII-representatie Binaire representatie
Stroom-
voorziening
Inschakelen POWER=ON<CR> 50h 4Fh 57h 45h 52h 3Dh 4Fh 4Eh 0Dh
Uitschakelen POWER=OFF<CR>
50h 4Fh 57h 45h 52h 3Dh 4Fh 46h 46h
0Dh
Stroomvoorzieningstatus
acquisitie
GET=POWER<CR>
47h 45h 54h 3Dh 50h 4Fh 57h 45h 52h
0Dh
Ingangsbron
HDMI-1 INPUT=HDMI1<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 48h 44h 4Dh
49h 31h 0Dh
HDMI-2 INPUT=HDMI2<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 48h 44h 4Dh
49h 32h 0Dh
HDMI 1x2 INPUT=HDMI1X2<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 48h 44h 4Dh
49h 31h 58h 32h 0Dh
DVI-1 INPUT=D-RGB1<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 44h 2Dh 52h
47h 42h 31h 0Dh
DVI-2 INPUT=D-RGB2<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 44h 2Dh 52h
47h 42h 32h 0Dh
DVI-3 INPUT=D-RGB3<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 44h 2Dh 52h
47h 42h 33h 0Dh
DVI-4 INPUT=D-RGB4<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 44h 2Dh 52h
47h 42h 34h 0Dh
DVI 1x2 INPUT=D-RGB1X2<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 44h 2Dh 52h
47h 42h 31h 58h 32h 0Dh
DVI 2x2 INPUT=D-RGB2X2<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 44h 2Dh 52h
47h 42h 32h 58h 32h 0Dh
DVI 1x4 INPUT=D-RGB1X4<CR>
49h 4Eh 50h 55h 54h 3Dh 44h 2Dh 52h
47h 42h 31h 58h 34h 0Dh
Ingangsbron acquisitie GET=INPUT<CR>
47h 45h 54h 3Dh 49h 4Eh 50h 55h 54h
0Dh
Beeldmodus
Standaard IMAGE=STANDARD<CR>
49h 4Dh 41h 47h 45h 3Dh 53h 54h 41h
4Eh 44h 41h 52h 44h 0Dh
Presentatie IMAGE=PRESENTATION<CR>
49h 4Dh 41h 47h 45h 3Dh 50h 52h 45h
53h 45h 4Eh 54h 41h 54h 49h 4Fh 4Eh
0Dh
Foto/sRGB IMAGE=PHOTO_SRGB<CR>
49h 4Dh 41h 47h 45h 3Dh 50h 48h 4Fh
54h 4Fh 5Fh 53h 52h 47h 42h 0Dh
DICOM SIM IMAGE=DCM_SIM<CR>
49h 4Dh 41h 47h 45h 3Dh 44h 43h 4Dh
5Fh 53h 49h 4Dh 0Dh
Dynamisch IMAGE=DYNAMIC<CR>
49h 4Dh 41h 47h 45h 3Dh 44h 59h 4Eh
41h 4Dh 49h 43h 0Dh
Video IMAGE=VIDEO<CR>
49h 4Dh 41h 47h 45h 3Dh 56h 49h 44h
45h 4Fh 0Dh
Gebruiker 1 IMAGE=USER_1<CR>
49h 4Dh 41h 47h 45h 3Dh 55h 53h 45h
52h 5Fh 31h 0Dh
Gebruiker 2 IMAGE=USER_2<CR>
49h 4Dh 41h 47h 45h 3Dh 55h 53h 45h
52h 5Fh 32h 0Dh
Gebruiker 3 IMAGE=USER_3<CR>
49h 4Dh 41h 47h 45h 3Dh 55h 53h 45h
52h 5Fh 33h 0Dh
Beeldmodus acquisitie GET=IMAGE<CR>
47h 45h 54h 3Dh 49h 4Dh 41h 47h 45h
0Dh
Productspecificaties
216
Helderheid
Instelling
helderheids-
waarde
BRI=<waarde>CR 42h 52h 49h 3Dh <numerieke code> 0Dh
Helderheidsacquisitie GET=BRI<CR> 47h 45h 54h 3Dh 42h 52h 49h 0Dh
Scherpte
Instelling
scherptewaarde
SHARP=<waarde><CR>
53h 48h 41h 52h 50h 3Dh <numerieke
code> 0Dh
Scherpte acquisitie GET=SHARP<CR>
47h 45h 54h 3Dh 53h 48h 41h 52h 50h
0Dh
Contrast
Instelling
contrastwaarde
CONT=<waarde><CR>
43h 4Fh 4Eh 54h 3Dh <numerieke code>
0Dh
Contrast acquisitie GET=CONT<CR> 47h 45h 54h 3Dh 43h 4Fh 4Eh 54h 0Dh
Aspect
Automatisch ASPECT=AUTO<CR>
41h 53h 50h 45h 43h 54h 3Dh 41h 55h
54h 4Fh 0Dh
Ware grootte ASPECT=TRUE<CR>
41h 53h 50h 45h 43h 54h 3Dh 54h 52h
55h 45h 0Dh
Aspectwaarde acquisitie
GET=ASPECT<CR>
47h 45h 54h 3Dh 41h 53h 50h 45h 43h
54h 0Dh
Blanco
Blanco aan BLANK=ON<CR> 42h 4Ch 41h 4Eh 4Bh 3Dh 4Fh 4Eh 0Dh
Blanco uit BLANK=OFF<CR>
42h 4Ch 41h 4Eh 4Bh 3Dh 4Fh 46h 46h
0Dh
Blanco acquisitie GET=BLANK<CR>
47h 45h 54h 3Dh 42h 4Ch 41h 4Eh 4Bh
0Dh
Opdrachten ASCII-representatie Binaire representatie
217
Overige informatie
Problemen
oplossen
Problemen oplossen
Informatie over LED-lampjes
Wanneer de projector wordt uitgeschakeld terwijl deze te maken heeft met een
probleem, gaat het LED-lampje aan de zijkant van de projector branden of
onophoudelijk knipperen.
Als u het probleem wilt verhelpen, wacht u eerst totdat de koelventilator is gestopt en haalt u
de stekker uit het stopcont
act.
Status LED-
lampje
Betekenis Oorzaak en maatregel
De WARNING-
en TEMP-
lampjes
branden.
Abnormale
temperatuur
De temperatuur binnenin de projector is om één of
andere reden te hoog of de buitentemperatuur is
hoger dan het bereik. Als het probleem in de
projector zelf zit, controleert u eerst of de projector
correct is geïnstalleerd en op de juiste wijze is
bediend. Haal vervolgens de stekker uit het
stopcontact om de binnenkant van de projector af
te laten koelen en probeer het daarna opnieuw.
Als de luchtinlaat of -uitlaat is geblokkeerd,
verwijder dan het obstakel. Als een luchtfilter
verstopt is, vervangt u het. (P202) Als dezelfde
waarschuwing opnieuw verschijnt, kan er een
storing zitten in de projector.*
De WARNING-
en LIGHT-
lampjes
branden.
Defecte
lichtbron
De lichtbron brandt niet. Start de projector
opnieuw op en controleer de projectie. Als de
lichtbron hierna niet gaat branden, is het
aandrijfcircuit van de lichtbron mogelijk
beschadigd.*
Het WARNING-
lampje knippert
herhaaldelijk
(niet meer dan)
3 keer.
Filterfout Het luchtfilter is niet correct geïnstalleerd.
Installeer het luchtfilter correct en start de
projector opnieuw op. Als dezelfde
waarschuwing opnieuw verschijnt, kan er een
storing zitten in de projector.*
Het WARNING-
lampje knippert
herhaaldelijk
(niet meer dan)
4 keer.
Defecte
koelventilator
Er kan een storing zitten in de koelventilator of in
een ander onderdeel. Haal de stekker van de
projector uit het stopcontact. Steek vervolgens de
stekker weer in het stopcontact en schakel de
projector in. Als dezelfde waarschuwing opnieuw
verschijnt, kan er een storing zitten in de
projector.*
Problemen oplossen
218
* Neem contact op met het Canon Call Center.
Symptomen en oplossingen
U kunt de projector niet inschakelen
U kunt geen beeld projecteren vanaf de projector
Het WARNING-
lampje knippert
herhaaldelijk
(niet meer dan)
5 keer.
Defecte
stroomvoor-
ziening
Er wordt een abnormaal spanning geleverd aan
sommige delen van de stroomvoorziening of er
heeft zich een ander probleem voorgedaan. Haal
de stekker van de projector uit het stopcontact.
Steek vervolgens de stekker weer in het
stopcontact en schakel de projector in. Als
dezelfde waarschuwing opnieuw verschijnt, kan
er een storing zitten in de projector. Haal de
stekker van de projector uit het stopcontact.*
Oorzaak Maatregel
Het netsnoer is niet
correct aangesloten.
Controleer of het netsnoer correct is aangesloten.
(P55)
Het netsnoer is onlangs
aangesloten.
Steek de stekker van de projector in het stopcontact
en wacht ten minste één seconde voordat u op de
POWER-knop drukt. U kunt de projector niet
onmiddellijk inschakelen nadat u de stekker in het
stopcontact hebt gestoken. (P56)
De beveiliging wordt
geactiveerd omdat de
luchtinlaat of -uitlaat is
geblokkeerd en de
temperatuur binnenin de
projector is toegenomen.
Als de beveiliging is geactiveerd, gaat het [POWER]-
lampje niet branden wanneer u het netsnoer aansluit.
U kunt deze beveiliging niet uitschakelen. Verwijder
alle obstakels die de luchtinlaat of -uitlaat blokkeren
en neem contact op met het Canon Call Center.
Het luchtfilter is niet op
de juiste manier
geïnstalleerd.
Controleer of het luchtfilter op de juiste manier
geïnstalleerd is. (P202)
Toetsvergrendeling staat
aan.
Controleer of de Toetsvergrendeling (P126) is
aangezet voor de projector of de afstandsbediening.
Oorzaak Maatregel
Een kabel is niet correct
aangesloten.
Controleer of de projector correct op de computer of
op het AV-apparaat is aangesloten. (P48, P49)
Status LED-
lampje
Betekenis Oorzaak en maatregel
219
Problemen oplossen
Overige informatie
Problemen
oplossen
Er zijn nog geen
20 seconden voorbij
sinds het inschakelen
van de projector.
Wanneer de projector is ingeschakeld, wordt
gedurende ongeveer 20 seconden een
openingsscherm getoond. Druk op de OK-knop op
de afstandsbediening of op het zijbedieningspaneel
om direct een beeld te projecteren. (P32, P36)
Er wordt geen beeld
gestuurd vanaf het AV-
apparaat.
Controleer of het beeld wordt afgespeeld op de
video-camcorder, dvd-speler, enz.
Aansluiting met de
ingang is niet correct
uitgevoerd.
Controleer of het AV-apparaat correct is aangesloten
op de ingang van de projector. (P35)
Er is geen type
ingangssignaal
geselecteerd voor het
aangesloten AV-
apparaat.
Controleer of hetzelfde ingangssignaal correct is
geselecteerd in the [Ingang]-menu voor het
aangesloten AV-apparaat. (P59)
Het type ingangssignaal
is onjuist.
Controleer of het geselecteerde type ingangssignaal
juist is. (P59, P206)
De BLANK-functie is
ingeschakeld.
Druk op de BLANK-knop op de afstandsbediening.
(P75)
Er wordt geen beeld
geprojecteerd door een
probleem in de
computer.
Schakel eerst de projector en dan de computer uit en
dan weer in.
De externe
monitoruitgang is niet
correct ingesteld op de
laptop.
Schakel de uitgang van de externe monitor van de
laptop in. Druk om de externe monitoruitgang in te
schakelen op de [LCD] of [VGA]-functietoets of een
toets met een pictogram voor de externe monitor
terwijl u op de [Fn]-toets op het toetsenbord van de
laptop drukt. Met Windows 10 / Windows 8.1 /
Windows 7 kunt u de beelduitvoer inschakelen door
de Windows-logotoets ingedrukt te houden en op de
[P]-toets te drukken. (P58)
De combinatie van toetsen die gebruikt wordt om
deze handeling uit te voeren varieert afhankelijk van
het model laptop. Zie voor meer details de
handleiding van uw computer.
Het getoonde beeld is
niet hetzelfde als het
beeld dat op uw
computer wordt getoond.
Controleer of de dubbele schermmodus
(multidisplay) op uw computer is geselecteerd. Wijzig
bij selectie van de dubbele schermmodus de
computerschermuitgang in de spiegelmodus.
De uitgangsinstellingmethode varieert tussen de
verschillende computerfabrikanten. Zie voor meer
details de handleiding van uw computer.
Oorzaak Maatregel
Problemen oplossen
220
Er is geen geluid
Het geprojecteerde beeld is vaag
Oorzaak Maatregel
De audiokabel is niet
correct aangesloten.
Controleer de aansluiting van de audiokabel. (P48,
P49)
De MUTE-functie is
ingeschakeld.
Druk op de MUTE-knop op de afstandsbediening.
(P37)
Het volumeniveau is
ingesteld op het
minimum.
Druk op de VOL-knop op de afstandsbediening of op
de VOL+-knop op het zijbedieningspaneel om het
volume aan te passen. (P32, P37)
Er is een audiokabel met
een ingebouwde
weerstand gebruikt.
Gebruik een audiokabel zonder ingebouwde
weerstand.
Audio-ingang selecteren
staat op [Uit].
Verander the selectie voor Audio-ingang naar de
juiste instelling. (P127)
Oorzaak Maatregel
Het beeld is onscherp. Stel de scherpstelling in. (P62)
De afstand tot het
scherm is te klein.
Controleer of de afstand tot het scherm goed is.
(P44)
De projector is niet recht
voor het scherm
geplaatst.
Controleer of de projector schuin voor het scherm
staat. Een kleine fout in de projectiehoek kan worden
gecorrigeerd door middel van de
trapeziumcorrectiefunctie. (P68)
De projector is verplaatst
naar een plaats waar de
temperatuur veel
varieert.
Als de projector van een koude naar een warme plek
verplaatst wordt, dan kan er zich condens vormen op
de lens. De condensatie zal na enige tijd verdampen
en de projector kan dan weer een normaal beeld
projecteren.
De lens is vies. Maak de lens schoon. (P202)
De videobeelden zijn
onscherp.
Activeer de onderdrukking van de
bewegingsonscherpte. (P129)
De onderdrukking van
de
bewegingsonscherpte is
niet beschikbaar.
Onderdrukking van de bewegingsonscherpte is niet
mogelijk in de beeldmodus DICOM SIM.
221
Problemen oplossen
Overige informatie
Problemen
oplossen
U kunt een beeld niet goed projecteren
De projector schakelt zichzelf uit
De projector kan geen verbinding met het netwerk maken.
Oorzaak Maatregel
Het geprojecteerde
beeld is in verticale of
horizontale richting
omgekeerd.
De instelling voor plafondbevestiging of plaatsing
aan de achterkant is onjuist. Controleer de instelling
[Beeldomkeer H/V] in het menu [Installatie-
instellingen]. (P111)
U gebruikt een
computerkabel waarvan
sommige pennen niet
zijn aangesloten.
Gebruik een computerkabel waarvan alle pennen zijn
aangesloten.
Oorzaak Maatregel
De luchtinlaat of -uitlaat
is geblokkeerd.
Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat is geblokkeerd.
Als de luchtinlaat of -uitlaat is geblokkeerd, gaat de
temperatuur binnenin de projector omhoog en wordt
de stroom automatisch uitgeschakeld om de
projector te beschermen. (De [WARNING]- en
[TEMP]-lampjes branden.) Wacht totdat de
projectortemperatuur zakt en controleer dat de
luchtinlaat of -uitlaat (P30) niet langer geblokkeerd is,
schakel vervolgens de projector in. (P56)
Het luchtfilter is vies. Controleer of het luchtfilter verstopt is met stof.
Als een luchtfilter verstopt is, vervangt u het. (P202)
De gebruiksomstandig-
heden zijn niet geschikt.
Controleer of de bedrijfstemperatuur tussen 0°C en
45°C ligt. (P21)
Projectorinstellingen moeten worden aangepast als u
de projector gebruikt op een hoogte van 2.300 m of
meer. Stel in het menu [Installatie-instellingen] bij
[Professionele instellingen] de optie [Grote hoogte]
op [Aan]. (P115)
Oorzaak Maatregel
De LAN-kabel (Shielded
Twisted Pair) is niet
correct aangesloten.
Controleer of de LAN-kabel (Shielded Twisted Pair)
correct is aangesloten op de projector. (P139)
De projector staat nog
niet lang genoeg aan
(minder dan
40 seconden).
De eerste 40 seconden na het opstarten zijn de
netwerkverbindingen nog niet beschikbaar. Wacht
tenminste 40 seconden en probeer dan opnieuw
verbinding te maken. (P164)
Problemen oplossen
222
De afstandsbediening werkt niet
Deze projector past niet
in een draadloos
netwerk. (4K600STZ/
4K600Z)
Volg de aanwijzingen onder “Het netwerk instellen”
(P166P167), “Draadloze LAN (Wi-Fi)” (P142) en
“Gedetailleerde instellingen (draadloos) (4K600STZ/
4K600Z)” (P150P155) voor het opnieuw instellen
van de projector. Probeer in de modus Pj AP het
draadloze kanaal op de projector te wijzigen (P150
P151). Probeer in de infrastructuurmodus het
draadloze kanaal op het toegangspunt te wijzigen.
Als er nog steeds geen verbinding tot stand komt,
raadpleegt u dan het Canon Call Center.
Oorzaak Maatregel
De batterijen zijn niet
goed geïnstalleerd of zijn
leeg.
Controleer of de batterijen goed geïnstalleerd zijn.
Als de batterijen goed zijn geïnstalleerd, vervang ze
dan door nieuwe batterijen. (P38)
U bedient de
afstandsbediening
buiten het bruikbare
bereik van de
afstandsbediening.
Controleer of u de afstandsbediening gebruikt binnen
het werkingsbereik van de afstandsbediening ten
opzichte van het hoofdapparaat van de projector.
(P39)
Er bevindt zich een
obstakel tussen de
projector en de
afstandsbediening.
Verwijder het obstakel tussen de infraroodontvanger
van het hoofdapparaat van de projector en de
afstandsbediening, of richt de afstandsbediening
zodanig dat er geen obstakels tussen
afstandsbediening en hoofdapparaat van de
projector zijn.
U gebruikt de
afstandsbediening onder
verkeerde
omstandigheden.
Controleer of de infraroodontvanger van het
hoofdapparaat van de projector is blootgesteld aan
direct zonlicht, sterk licht of verlichtingsapparatuur.
(P39)
De kanaalinstelling van
de afstandsbediening
komt niet overeen met
de instelling van de
projector.
Controleer of de kanaalinstelling van de
afstandsbediening is veranderd. U kunt de instelling
[Kanaal afstandsbediening] controleren in het menu
[Systeeminstelling]. (P126)
De toetsvergrendelings-
functie verhindert de
werking van de
afstandsbediening.
Controleer of de [Toetsvergrendeling] is ingeschakeld
om de bediening van de afstandsbediening uit te
schakelen.
Stel in het menu [Systeeminstelling] de optie
[Toetsvergrendeling] in op [Uit]. (P126)
Oorzaak Maatregel
223
Index
Index
Cijfers
6-weg kleurinstelling ....................... 106
A
Aansluiten op een AV-apparaat ........ 49
Afstandsbediening ........ 36, 37, 38, 126
AMX Device Discovery ................... 157
ASPECT............................................ 67
Aspect ............................................... 67
AUDIO IN-aansluiting........................ 35
AUDIO OUT-aansluiting.................... 35
Auto (aspect)..................................... 67
B
Beeldinstelling........................... 78, 100
Beeldmodus (beeldkwaliteit) ............. 71
BLANK .............................................. 75
C
Contrast .......................................... 102
Crestron RoomView........................ 157
D
De externe monitoruitgang
inschakelen .................................... 58
Digital PC-/DVI-D-aansluiting............ 35
Direct inschakelen........................... 129
Draadloze netwerken ...... 140, 145, 150
Dynamisch gamma ......................... 105
E
Effect van omgevingslicht ............... 104
F
FREEZE............................................ 75
G
Gamma ........................................... 102
Geheugenkleurcorrectie..................106
H
HDMI-aansluiting...................35, 48, 49
Helderheid.......................................102
Hoekaanpassing................................69
I
IMAGE...............................................72
Informatie ..................................78, 159
Ingangsaansluitingen ........................35
Ingangssignaalkeuze ........................59
INPUT ...............................................59
K
KEYSTONE....................................... 68
L
LAN-poort..........................................35
LED-lampje ...............................33, 217
Lensverschuiving ........................46, 65
Luchtfilter...................................30, 202
M
Meerdere invoeren ....................51, 112
MENU................................................78
Menu .................................................78
N
Netwerken met kabels.....................145
Netwerkinstelling .......................78, 139
Netwerkwachtwoord........................144
O
OK ...............................................32, 36
Omgevingslicht................................104
Optische zoom ..................................63
224
Index
P
PJLink ..................................... 156, 184
Plafondbevestiging.................... 43, 111
POWER ...................................... 56, 74
Projecteren vanuit meerdere
projectoren tegelijkertijd
(randovergang)............................. 191
Projectie vanaf de achterkant ... 43, 111
Projector inschakelen...................... 122
R
Randovergang .................... 5, 116, 191
Ruisonderdrukking .......................... 104
S
Schermkleur.................................... 119
Schermresolutie (Computer
voorbereiden) ................................. 61
Scherpte.......................................... 102
Signaalsoort .................................... 206
Superwit............................................ 96
Systeeminstelling...................... 78, 121
T
Taal ................................................. 130
Taal selecteren.......................... 57, 130
Terugstellen....................... 70, 108, 138
Testpatroon ..................................... 205
Toetsvergrendeling.......................... 126
Trapezium ......................................... 68
Trapeziumvervorming corrigeren ...... 68
U
USB-poort ......................................... 35
W
Wachtwoord ....................................131
Ware grootte (aspect)........................67
WARNING-lampje .....................33, 217
Weergavestatus instellen ............78, 95
Wi-Fi....................................................6
Z
Zijbedieningspaneel ..........................32
225
Opties
Plafondbevestiging
Onderdeelnr.: RS-CL15*
1
Plafondmontagearm
Onderdeelnr.: RS-CL17*
1
Plafondbevestigingspijp
(400 - 600 mm)
Onderdeelnr.: RS-CL08*
2
Plafondbevestigingspijp
(600 - 1.000 mm)
Onderdeelnr.: RS-CL09*
2
Luchtfilter
Onderdeelnr.: RS-FL04
Afstandsbediening
Onderdeelnr.: RS-RC05
*1 Voor bevestiging van de projector aan het plafond zijn zowel de plafondsteun (RS-CL15)
als de plafondmontagearm (RS-CL17) vereist.
*2 Gebruik deze materialen om de projector aan het plafond op te hangen.
©CANON INC.2017
CANON INC.
30-2, Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo 146-8501, Japan
CANON U.S.A. INC.
One Canon Park, Melville, New York 11747, U.S.A.
For all inquires concerning this product, call toll free in the U.S. 1-800-OK-CANON
CANON EUROPE LTD.
3 The Square, Stockley Park, Uxbridge, Middlesex, UB11 1ET United Kingdom
CANON EUROPA N.V.
Bovenkerkerweg 59, 1185 XB Amstelveen, The Netherlands
YT1-7521-002
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226

Canon 4K601Z Handleiding

Type
Handleiding