Telair DUALCLIMA 12400H Handleiding

Type
Handleiding
INSTALLATIE EN GEBRUIKSHANDLEIDING
VOOR DE GEBRUIKER
v.001 Januari 2016
2
NL
Via E. Majorana , 49 48022 Lugo (RA) ITALY
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
volgens de Machinerichtlijn 2006/42/EEG
Hierbij wordt verklaard dat de airconditioner, waarvan de gegevens hieronder vermeld worden, ontworpen
en geconstrueerd is op een manier die in overeenstemming is met de essentiële veiligheids- en
gezondheidseisen zoals bepaald door de Europese Richtlijn ten aanzien van de Veiligheid van Machines.
Deze verklaring is niet geldig meer in geval van verkeerde montage, verkeerd gebruik of indien er zonder
onze schriftelijke goedkeuring wijzigingen aan de machine aangebracht worden.
Machine: AIRCONDITIONER
Model: DUALCLIMA 12400H
Serienummer: .........................................
Referentierichtlijnen:
Machinerichtlijn 2006/42/CE
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/CE
Elektromagnetische compatibiliteitsrichtlijn 2004/108/EC
In het bijzonder toegepaste geharmoniseerde normen: EN55014-1 ; EN55014-2 ; EN61000-3-2 ;
EN61000-3-3 ; EN62233 ; IEC/EN 60335-1 ; IEC/EN 60335-2-40 ; 2009/19/CE ; DIN EN 378-2
DATUM ..... 25/01/2016.......
DE PRESIDENT
3
NL
INHOUDSOPGAVE
1 INLEIDING .................................................................................................................................. 4
1.1 Doel en toepassingsgebied van de handleiding ................................................................ 4
1.2 Symbolen en definities ...................................................................................................... 4
1.3 Algemene informatie ......................................................................................................... 4
2 IDENTIFICATIE VAN DE AIRCONDITIONER ............................................................................ 5
2.1 Onderdelen (fig. 1) ............................................................................................................ 5
2.2 Typeplaatje ....................................................................................................................... 5
2.3 Technische specificaties ................................................................................................... 6
3 TRANSPORT, HANTERING EN OPSLAG ................................................................................. 6
3.1 Opslag .............................................................................................................................. 6
3.2 Gewicht............................................................................................................................. 6
3.3 Hantering .......................................................................................................................... 6
4 INSTALLATIE............................................................................................................................. 6
4.1 Inleidende informatie......................................................................................................... 6
4.2 Installatieoplossingen........................................................................................................ 7
4.2.1 Het gat van het ventilatiepaneel gebruiken .................................................................... 7
4.2.2 Een nieuw gat maken .................................................................................................... 8
4.2.3 Voedingskabel ............................................................................................................... 8
4.3 Plaatsing van de airconditioner ......................................................................................... 9
4.4 Aansluiting van de voedingskabel ..................................................................................... 9
4.5 Installatie van de stromingsspreider ................................................................................ 10
5 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ................................................................................................ 11
5.1 Voorwoord ...................................................................................................................... 11
5.2 Controles vooraf ............................................................................................................. 11
5.3 Gebruikstips .................................................................................................................... 12
5.4 De batterijen in de afstandsbediening doen .................................................................... 12
5.5 Informatie over het gebruik van de afstandsbediening .................................................... 12
5.6 Definitie en functies van de afstandsbediening (fig. 18) .................................................. 13
5.7 Display van de afstandsbediening (fig. 19) ...................................................................... 13
5.8 Instellen van de systeemtijd op de afstandsbediening ..................................................... 14
5.9 Werkingsmodus Automatisch .......................................................................................... 14
5.10 Werkingsmodus Koelen............................................................................................... 14
5.11 Werkingsmodus Verwarmen ....................................................................................... 14
5.12 Display van de stromingsspreider ................................................................................ 14
5.13 Instellen van de timer .................................................................................................. 15
5.14 Werking zonder afstandsbediening ............................................................................. 15
5.15 Luchtomleider .............................................................................................................. 15
5.16 Reiniging van de filters ................................................................................................ 15
6 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................................................................. 16
7 LOKALISEREN VAN STORINGEN .......................................................................................... 16
8 HET APPARAAT AFDANKEN ................................................................................................. 17
9 ONDERHOUD .......................................................................................................................... 17
ALGEMENE GARANTIEVOORWAARDEN ................................................................................. 18
ELEKTRISCH SCHEMA ............................................................................................................... 19
LIJST VAN DE RESERVEONDERDELEN ................................................................................... 20
4
NL
1 INLEIDING
Lees alvorens ook
maar iets aan de airconditioner te gaan
doen eerst deze handleiding aandachtig
door.
1.1 Doel en toepassingsgebied van de
handleiding
Deze handleiding is geschreven door de
fabrikant met het doel alle inlichtingen en
aanwijzingen te verstrekken die noodzakelijk
zijn om alle handelingen in het kader van de
installatie, het onderhoud en het gebruik van
de airconditioner op een juiste en veilige
manier te kunnen verrichten.
De handleiding maakt onlosmakelijk deel uit
van het materiaal dat bij de levering van de
airconditioner inbegrepen is; de handleiding
dient gedurende heel de levensduur van
airconditioner goed bewaard te worden en
dient beschermd te worden tegen alle
invloeden waardoor de handleiding aangetast
kan worden. De handleiding moet altijd bij de
airconditioner zitten ook indien het apparaat
op een nieuw voertuig geïnstalleerd wordt of
indien het apparaat van eigenaar wisselt.
De inlichtingen die in deze handleiding
opgenomen zijn, zijn bestemd voor degenen
die de airconditioner zullen installeren en
voor al degenen die bij het onderhoud en het
gebruik betrokken zijn.
In de handleiding is het doel vastgesteld
waarvoor het apparaat geconstrueerd is en
de handleiding bevat alle inlichtingen die
noodzakelijk zijn om een veilig en juist
gebruik ervan te waarborgen.
De constante inachtneming van de
aanwijzingen die in deze handleiding staan is
een garantie voor de veiligheid van de
gebruiker, een zuinig bedrijf en een langere
levensduur van het apparaat.
Om het lezen ervan te bevorderen is de
handleiding ingedeeld in verschillende delen
waarin de belangrijkste beginselen naar
voren komen; raadpleeg de beschrijvende
inhoudsopgave om de verschillende
onderwerpen snel te kunnen vinden.
De tekstgedeelten waar niet aan voorbij
gegaan mag worden zijn vetgedrukt en
worden voorafgegaan door de hieronder
afgebeelde en vastgestelde symbolen.
Er wordt dringend geadviseerd om datgene
wat in deze handleiding en in de documenten
waarnaar verwezen wordt staat aandachtig te
lezen; alleen op die manier wordt ook na
verloop van tijd de goede werking van de
airconditioner, de betrouwbaarheid ervan en
de bescherming van personen en
voorwerpen tegen schade gewaarborgd.
NB: De inlichtingen die in deze publicatie
opgenomen zijn, zijn juist op het moment van
het ter perse gaan van deze publicatie, maar
kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
gewijzigd worden.
1.2 Symbolen en definities
Geeft aan dat er
oplettendheid geboden is om niet aan
ernstige gevolgen blootgesteld te worden die
aanleiding kunnen geven tot de dood van het
personeel of mogelijke schade aan de
gezondheid.
Geeft een situatie aan
die kan optreden tijdens de levensduur van
een product, een systeem of een installatie
die geacht wordt gevaren met zich mee te
brengen voor wat betreft schade aan
personen, aan eigendommen, aan de
omgeving of financiële verliezen.
Geeft aan dat er
oplettendheid geboden is om niet aan
ernstige gevolgen blootgesteld te worden die
aanleiding kunnen geven tot schade aan
materiële zaken zoals de bronnen of het
product.
Aanwijzingen die
bijzonder belangrijk zijn.
De tekeningen en de foto’s worden bij wijze
van voorbeeld verstrekt.
Ook als het apparaat waar u over beschikt
verschilt van de illustraties die in deze
handleiding opgenomen zijn gelden de
veiligheid en de aanwijzingen eveneens voor
dat apparaat.
De fabrikant, bij het hanteren van een beleid
in het kader waarvan ernaar gestreefd wordt
het product constant te ontwikkelen en te
vernieuwen, kan zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigingen aanbrengen.
1.3 Algemene informatie
De airconditioner DUALCLIMA 12400H is
ontworpen om op het dak van voertuigen
5
NL
geïnstalleerd te worden. De airconditioner
werkt op een voeding van sinusvormige
wisselstroom van 230 V a.c. - 50 Hz.
De voedingsspanning
mag nooit minder zijn dan 210 V a.c. en de
frequentie moet stabiel zijn op 50 Hz.
Het gebruik van de airconditioner op een
andere spanning dan de aangegeven
spanning heeft niet alleen nadelige gevolgen
voor het goede rendement ervan maar kan
bovendien riskant blijken te zijn voor de
ongeschonden toestand van het apparaat.
2 IDENTIFICATIE VAN DE
AIRCONDITIONER
2.1 Onderdelen (fig. 1)
1 Ventilatieroosters
2 Bovenste kap
3 Machineblok
4 Sticker met technische gegevens
5 Verbindingsprofiel voor luchtverspreider
6 Luchtverspreider
7 Verwijderbare luchtinlaatfilters
8 Draaibare luchtuitlaatmondstukken
9 Lampjes
10 Display luchtverspreider
11 Afstandsbediening
2.2 Typeplaatje
1 Model
2 Serienummer
3 Type elektrische voeding
4 Koelcapaciteit
5 Verwarmingscapaciteit
6 Soort en hoeveelheid koelmiddel (gas)
7 GWP koelgas
8 Luchtdoorstroomhoeveelheid
9 Stroomopname op de koelstand
10 Stroomopname op de verwarmingsstand
11 Beschermingsgraad
12 Gewicht van de machine
Het plaatje dat hier
afgebeeld is geldt als voorbeeld.
De gebruiker moet er rekening mee
houden dat de gegevens die op het plaatje
op de airconditioner staan juist zijn.
3
Fig. 1
9
9
8
4
8
7
11
3
1
1
2
5
7
9
10
6
2
4
8
9
1
6
5
3
7
10
11
12
6
NL
2.3 Technische specificaties
DUALCLIMA 12400H
Stroomvoorziening
230 V 50 Hz
Verbruik
6,7 Ampère
Aanloopstroom
27 A (0,15 sec.)
Stroomopname op de koelstand
1520 Watt
Stroomopname op de verwarmingsstand
1600 Watt
Koelcapaciteit
10500 Btu/h
Verwarmingscapaciteit
10900 Btu/h
Koelmiddel soort en hoeveelheid
R 407c … 650 gr.
Aantal snelheden ventilator
3
Luchtdoorstroomhoeveelheid
480 m
3
/h
Beschermingsgraad
IP X4
Vereiste generator
2200 W
Afmetingen stromingsspreider (hxlxb)
5,4x60x52 cm
Afmetingen monoblok (hxlxb)
23,9x98x65 cm
Gewicht
39 kg
Sommige technische
specificaties die in deze tabel vermeld
zijn kunnen verschillen.
De gebruiker moet er rekening mee
houden dat de gegevens die op het
plaatje op de airconditioner staan juist
zijn.
3 TRANSPORT, HANTERING EN
OPSLAG
3.1 Opslag
De airconditioner wordt met het oog op het
transport met een adequate kartonnen
verpakking beschermd.
De airconditioner moet horizontaal
opgeslagen worden op een overdekte, droge
en geventileerde plaats.
De verpakking laat het toe om maximaal 5
(vijf) airconditioners bovenop elkaar te
stapelen.
De verpakking mag
niet ondersteboven geplaatst worden. De
juiste stand blijkt uit het betreffende
symbool (↑↑) dat op de verpakking
aangegeven is.
Het bovenop elkaar
stapelen van meer dan 5 airconditioners
inclusief verpakking tast niet alleen de
goede staat van het apparaat aan maar
brengt bovendien risico’s voor personen
met zich mee.
3.2 Gewicht
Het gewicht DUALCLIMA 12400H zonder
verpakking bedraagt: 39 kg
3.3 Hantering
De airconditioners kunnen inclusief de
verpakking met behulp van gangbare hef- en
transportwerktuigen verplaatst worden.
Tijdens het ophijsen
en verplaatsen van de apparaten moeten
de veiligheids- en de
ongevalpreventievoorschriften in acht
genomen worden. Er dienen hef- en
transportwerktuigen gebruikt te worden
waarvan het draagvermogen groter is dan
de last die opgehesen dient te worden.
4 INSTALLATIE
4.1 Inleidende informatie
Alvorens de
airconditioner te installeren is het
absoluut noodzakelijk om deze
aanwijzingen te lezen om geen
installatiefouten te begaan.
Een verkeerde
installatie van de airconditioner kan
onherstelbare schade aan het apparaat
berokkenen en de veiligheid van de
gebruiker in gevaar brengen.
Mocht de installatie van de airconditioner niet
overeenstemmen met de aanwijzingen die in
deze handleiding opgenomen zijn dan wijst
de fabrikant elke aansprakelijkheid voor de
slechte werking en de veiligheid van de
7
NL
airconditioner op grond van de
Machinerichtlijn 2006/42/EEG van de hand.
Bovendien kan de fabrikant op geen enkele
wijze aansprakelijk gesteld worden voor
schade aan voorwerpen of personen.
De
installatiewerkzaamheden mogen
uitsluitend door vakmensen die naar
behoren geïnstrueerd zijn uitgevoerd
worden.
4.2 Installatieoplossingen
Alvorens tot de
installatie over te gaan moeten eerst alle
elektrische voedingen van het voertuig
uitgeschakeld worden:
de pluspool van de accu
het generatoraggregaat (indien
aanwezig)
de elektrische aansluiting aan de
buitenkant.
Indien de hierboven
vermelde aanwijzingen niet in acht
genomen worden kan dit elektrische
ontlading tot gevolg hebben.
Alvorens op het dak
van het voertuig te klimmen is het
verplicht om na te gaan of het dak
gebouwd is om erop te lopen. Controleer
dit samen met de bouwer van het
voertuig. Als dit niet het geval is moet er
gebruik gemaakt worden van een speciale
stelling met afrastering.
De eerste handeling die verricht moet worden
om de airconditioner op de juiste manier te
installeren is zorgvuldig controleren of het
dak van het voertuig berekend is op het
gewicht ervan; als dit niet het geval is moet u
het dak naar behoren verstevigen. Kies een
plaats in het midden van het dak die vlak en
horizontaal genoeg is en ga aan de
binnenkant van het voertuig na of er geen
enkel obstakel is waardoor de bevestiging
van de stromingsspreider (fig. 1 ref. 6) en het
uitstromen van koele lucht uit de draaibare
luchtspreidingsmondstukken (fig. 1 ref. 8)
belemmerd wordt.
Om de airconditioner op het dak te installeren
kunt u kiezen uit twee mogelijkheden:
u kunt gebruik maken van de
ventilatieopeningen die reeds in het
voertuig aanwezig zijn (ventilatiepaneel);
een nieuw gat maken.
4.2.1 Het gat van het ventilatiepaneel
gebruiken
Dit is mogelijk mits het gat de volgende
afmetingen heeft: 395 x 395 mm (fig. 2).
Draai alle schroeven waarmee het paneel
aan het dak bevestigd is eruit en haal het
paneel uit het gat. Verwijder al het
afdichtingsmateriaal dat rondom het gat
aangebracht is (fig. 3 ref. 1) met een
plaatmes en dicht alle gaten van de
schroeven en de verbindingsleidingen af met
kit of stopverf die makkelijk verkrijgbaar is bij
speciaalzaken (fig. 3 ref. 2).
8
NL
Al het afvalmateriaal,
lijm, silicone en afdichtingen mogen niet
achteloos weggegooid worden maar
moeten in speciale afvalbakken
gedeponeerd worden en ingeleverd
worden bij de inzamel- en
afvalverwerkingsdiensten.
4.2.2 Een nieuw gat maken
Kies een plaats in het midden van het dak
tussen de beide langsliggers en teken met
een stift de contouren af van een vierkant gat
van 395 mm aan weerskanten (fig. 2) en (fig.
4 ref. 1).
Zaag het gat voorzichtig met een handzaag
in het dak en pas op dat u eventuele
elektrische kabels niet doorzaagt (fig.4 ref.
2).
Zet een
veiligheidsbril op en trek beschermende
handschoenen aan voordat u elektrisch
gereedschap of handzagen gebruikt.
Maak ter versteviging een omrandingsprofiel
rondom het gat (fig. 5).
4.2.3 Voedingskabel
Voor de elektrische voeding van de
airconditioner moet er een driepolige kabel
(fase-nul-aarde) met een minimum
doorsnede van 2,5 mm
2
aangelegd worden.
De elektrische voedingskabel moet aan het
ene uiteinde op de thermische
magneetschakelaar aangesloten worden,
uiteinde moet u bij het gat dat in het dak
aangebracht is laten uitkomen, waarbij u de
die eerst in de elektrische verdeelkast van
het voertuig gemonteerd is en het andere
kabel uit het gat in het verstevigingsprofiel
moet laten lopen en circa 50 cm extra moet
doortrekken zodat u de kabel makkelijker op
de airconditioner kunt aansluiten (fig. 6).
4
1
2
5
9
NL
Verzeker u er altijd
van alvorens welke elektrische aansluiting
dan ook tot stand te brengen dat er in de
verdeelkast en op het uiteinden van de
kabels geen spanning staat.
Het is absoluut noodzakelijk dat de voeding
van de airconditioner tot stand gebracht
wordt met een aparte kabel en voorzien
wordt van een thermische
magneetschakelaar van 10 A.
De elektrische
voedingskabel moet in kabelmantels
gelegd worden die in staat zijn om onder
alle gebruiksomstandigheden van het
voertuig een goede isolatie te
waarborgen.
4.3 Plaatsing van de airconditioner
Alvorens het apparaat te
gaan installeren moet u controleren of de
ronde afdichting aan de onderkant van de
airconditioner nog goed op de betreffende
plaats rondom het apparaat aangebracht
is (fig. 7 ref. 1).
Alvorens de airconditioner op het dak van het
voertuig te plaatsen moet er rondom de
randen van de opening een voldoende
hoeveelheid langzaam drogende
afdichtingskit aangebracht worden.
Zet de airconditioner op het dak van het
voertuig (fig. 7 ref. 2), maar schuif hem niet
over het dak heen en plaats hem op het gat
van 395x395 mm. dat u daarvoor van
afdichtingskit voorzien heeft. Als de
airconditioner op de juiste manier in het
midden van het dak geplaatst is dan zijn de 4
bevestigingsschroefdraadopeningen van
binnenuit de motorhome te zien.
De op figuur 7 afgebeelde pijl geeft de
rijrichting van het voertuig aan.
Ga via de binnenkant van het voertuig te
werk en verplaats de airconditioner net
zolang totdat de afdichting precies in het
midden van het vierkante gat van 395x395
mm. in de opening in het dak komt te zitten.
Controleer of de ronde afdichting aan de
onderkant van de airconditioner goed op zijn
plaats aangebracht is.
4.4 Aansluiting van de voedingskabel
Sluit de voedingskabel van 230 V a.c. aan op
die van de installatie die u eerst aangelegd
heeft (fig. 9).
Wij herinneren eraan dat de kabelkleuren ten
opzichte van het gebruik ervan als volgt zijn:
blauwe draad: nul
bruine draad: fase
geel-groene draad: aardaansluiting ( )
6
10
NL
Controleer of de voedingskabel niet te
lang is en op die manier de
luchtinstroommondstukken afdekt.
4.5 Installatie van de stromingsspreider
Demonteer de twee luchtinlaatfilters van de
luchtverspreider door er druk naar buiten op
uit te oefenen (fig. 10).
Sluit de stekkerverbinding van het kabeltje
dat afkomstig is van het display van de
luchtverspreider aan op de betreffende
stekkerverbinding die afkomstig is van de
elektronische kaart van de airconditioner (fig.
12).
Plaats de luchtverspreider horizontaal en
breng afhankelijk van de dikte van het
camperdak twee of meer verbindingsprofielen
(fig 14, ref. 2) op het profiel van het
luchtinlaatmondstuk (fig 14, ref. 1) aan. De
profielen zijn voorzien van een plakzijde
zodat de eerste vastgeplakt kan worden aan
de luchtverspreider en de volgende aan de
profielen eronder. De profielen dienen om het
luchtinlaatmondstuk van de luchtverspreider
met het luchtuitlaatmondstuk van de
airconditioner te verbinden.
Bevestig de luchtverspreider met de 4
meegeleverde M6 schroeven aan de
onderkant van de airconditioner zodat hij op
die manier vastgezet wordt aan het
camperdak (fig. 16).
Het bevestigen moet gebeuren door de
schroeven met een aanhaalmoment van 2
Nm, gelijk aan 0,2 kgm, aan te draaien. Er
wordt geadviseerd om een momentsleutel te
gebruiken.
11
NL
Als het aanhalen niet op
de juiste manier gebeurt dan kan het
steunvlak van de airconditioner
beschadigd worden, dit heeft nadelige
gevolgen voor de perfecte waterdichte
sluiting van de afdichting en kan tijdens
de werking bovendien veel lawaai in het
voertuig teweegbrengen.
Monteer de twee inlaatfilters die u daarvoor
gedemonteerd heeft weer in de
luchtverspreider. De filters moeten er op de
betreffende plaatsen in aangebracht worden
door erop te drukken.
5 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
5.1 Voorwoord
De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor schade
die voortgevloeid is uit verkeerd gebruik
van de airconditioner.
De airconditioner DUALCLIMA 12400H
bestaat uit negen fundamentele delen:
compressor die de taak heeft om het
koelmiddel (gas) in de installatie te laten
circuleren;
condensator die de taak heeft om het
koelmiddel te koelen en ervoor te zorgen
dat het koelmiddel van de gasvormige
toestand in de vloeibare toestand
overgaat;
verdamper die, gekoeld door de
verandering van de toestand van het
koelmiddel, de taak heeft om de lucht die
erdoor heen stroomt te koelen;
ventilatoren die de taak hebben om de
lucht die door de condensator en
verdamper stroomt te bewegen;
elektromagnetische klep die de taak
heeft om het circuleren van het gas om te
schakelen om de koel- of de
verwarmingsfunctie te verkrijgen;
afstandsbediening om de gewenste
functie te kunnen programmeren;
ontvanger die in de stromingsspreider
geplaatst is en die de taak heeft om de
signalen van de afstandsbediening te
ontvangen;
elektronische kaart die de taak heeft om
de signalen van de ontvanger te
ontvangen en ze om te zetten in
bedieningen voor de diverse elektrische
onderdelen van de airconditioner.
De airconditioner DUALCLIMA 12400H kan
in de zomerperiode koude lucht verstrekken
en in de winterperiode warme lucht.
Alvorens de airconditioner in werking te
stellen, nadat uw voertuig lange tijd in de zon
heeft gestaan, doet u er goed aan om de
deuren en de ramen open te zetten om de
warmte die binnen is ontstaan te laten
ontsnappen. Doe zodra de
binnentemperatuur hetzelfde niveau als de
buitentemperatuur heeft bereikt alle ramen en
deuren weer dicht en stel de
airconditioningsinstallatie in werking. Doe de
ramen en de deuren nu niet meer open, maar
doe dit alleen als het nodig is.
5.2 Controles vooraf
Alvorens de airconditioner aan te zetten moet
u enkele eenvoudige handelingen verrichten.
Controleer of de
condensafvoeropeningen niet verstopt
zijn.
Controleer of de voedingsspanning en -
frequentie overeenstemmen met de
gegevens die in de vorige paragraaf
staan vermeld.
Controleer of er niets is dat de
luchtcirculatie in de betreffende leidingen
en ventilatieopeningen kan belemmeren.
De ventilatieroosters aan de buitenkant
moeten altijd vrij zijn om ervoor te kunnen
zorgen dat de werking van de
airconditioner altijd uiterst doeltreffend is.
Bij de eerste
inschakeling met de afstandsbediening
starten de ventilatie en de compressor
binnen een paar seconden. Na een
uitschakeling, zal de compressor op het
moment dat het apparaat opnieuw
ingeschakeld wordt pas minimaal 3
minuten nadat het apparaat uitgeschakeld
was weer gaan functioneren.
12
NL
5.3 Gebruikstips
Verbeter de warmte-isolatie van de
motorhome door openingen dicht te
maken en dek de glazen oppervlakken af
met weerkaatsende gordijnen.
Als het niet nodig is doe deuren en ramen
dan niet te vaak open.
Stel de meest geschikte temperatuur en
ventilatiesnelheid in.
Draai de luchtgeleidelamellen in de juiste
richting.
Doe tijdens de werking nooit allebei de
luchtgeleidelamellen dicht.
Wacht minimaal 2 minuten tussen het uit-
en aanzetten om de compressor niet te
beschadigen.
Maak de filters van de stromingsspreider
schoon door ze met een reinigingsmiddel
af te wassen en door ze voordat u ze
opnieuw monteert eerst goed te laten
drogen.
Dek de in- of uitlaat van de ventilatielucht
niet met stof, papier of voorwerpen af.
Spuit geen water in de airconditioner.
Haal tijdens lange perioden waarin u het
apparaat niet gebruikt de batterijen uit de
afstandsbediening.
Controleer regelmatig of de
condensafvoeropeningen niet verstopt
zijn.
Controleer regelmatig of de
ventilatieroosters aan de buitenkant altijd
vrij zijn om ervoor te kunnen zorgen dat
de werking van de airconditioner altijd
uiterst doeltreffend is.
Gebruik alleen reinigingsproducten om de
airconditioner schoon te maken en nooit
benzine of oplosmiddelen.
Tijdens de winterstalling adviseren wij u
om de stekker van de airconditioner uit
het stopcontact te halen en de
airconditioner van de accu los te
koppelen.
5.4 De batterijen in de
afstandsbediening doen
1. Doe het dekseltje
open door hem in
de door de pijl
aangegeven
richting te
schuiven.
2. Doe twee nieuwe
batterijen AAA van
1,5 V erin en let
op de polen (+ en
-).
3. Doe het dekseltje
weer op zijn plaats.
5.5 Informatie over het gebruik van de
afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de
binnenunit van de airconditioner.
Er mogen geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de binnenunit zijn.
Laat de afstandsbediening niet vallen en
gooi er niet mee.
Stel de afstandsbediening niet bloot aan
zonlicht, verwarmingsinstallaties of
andere warmtebronnen.
Gebruik twee batterijen type AAA.
Als de afstandsbediening lang niet
gebruikt wordt, wordt geadviseerd om de
batterijen eruit te halen.
Als het geluidssignaal van de ontvangst
van het bedieningssignaal niet meer in de
binnenunit hoorbaar is of als het
zendsignaal niet meer zichtbaar is op het
scherm van het display moeten de
batterijen vervangen worden.
Als het verschijnsel van reset van de
afstandsbediening zich voordoet door op
een toets van de afstandsbediening te
drukken, dan is de stroomvoorziening
13
NL
onvoldoende en moeten de batterijen
vervangen worden.
5.6 Definitie en functies van de
afstandsbediening (fig. 18)
1 - Klepje dat toegang geeft tot de secundaire
toetsen
2 - Display (zie fig. 19)
3 - On/Off voor aan- of uitzetten van de
airconditioner
4 - +TEMP en -TEMP om de gewenste
temperatuur tussen 16 en 31°C in te stellen
5 - LIGHT toets, hiermee kunt u de lampjes
op de luchtverspreider aan of uit doen.
6 - FAN hiermee is het mogelijk om één van
de drie beschikbare snelheden te selecteren
of de airconditioner de meest geschikte
snelheid te laten selecteren
7 - MODE hiermee is het mogelijk om de
werkingsmodus Automatisch, Koelen of
Verwarmen te selecteren
8 - TIMER hiermee is het mogelijk om de
timerfunctie in te schakelen en de start- en
stoptijden van de airconditioner in te stellen
9 - +HOUR en –HOUR om de tijd van de
afstandsbediening en de werkings- en
stoptijden van de timerfunctie te regelen
10 - SET om in de tijdregelfunctie van de
afstandsbediening te komen of om de
werkings- en stoptijden van de timerfunctie te
bevestigen
11 - CLEAR hiermee kan de programmering
van de timerfunctie gewist worden
12 - RESET om de afstandsbediening
volledig te resetten (verborgen knop die
ingedrukt moet worden met een klein puntig
voorwerp)
5.7 Display van de afstandsbediening
(fig. 19)
1. Automatische modus
2. Koelmodus
3. Verwarmingsmodus
4. Niet ondersteunde functie
5. Datatransmissie-indicator
6. Timer: starttijd (alleen zichtbaar als de
timer ingeschakeld is)
7. Timer: stoptijd (alleen zichtbaar als de
timer ingeschakeld is)
8. Systeemtijd
9. Indicator lampjes ingeschakeld
10. Ingestelde temperatuur
11. Niet ondersteunde functie
12. Ventilatorsnelheid display (als de AUTO
bericht wordt weergegeven, wordt de
snelheid automatisch beheerd door de
airconditioner)
18
1
2
3
5
4
8
6
7
10
11
9
12
14
NL
5.8 Instellen van de systeemtijd op de
afstandsbediening
Stel nadat u de batterijen erin gedaan heeft
de systeemtijd op de afstandsbediening in:
Druk op de SET toets op de
afstandsbediening en houd deze toets
ingedrukt totdat de cijfers van de
systeemtijd beginnen te knipperen.
Stel met de toetsen +HOUR en –HOUR
de systeemtijd in.
Druk opnieuw op de SET toets.
5.9 Werkingsmodus Automatisch
1) Druk op de On/Off toets.
2) Druk herhaaldelijk op de MODE toets
totdat het symbool van de
werkingsmodus Automatisch op het
display weergegeven wordt.
3) Stel de gewenste temperatuur in door op
de toetsen +TEMP en –TEMP te drukken.
4) Druk herhaaldelijk op de FAN toets om de
gewenste ventilatiesnelheid in te stellen.
5.10 Werkingsmodus Koelen
1) Druk op de On/Off toets.
2) Druk herhaaldelijk op de MODE toets
totdat het symbool van de
werkingsmodus KOELEN op het display
weergegeven wordt.
3) Stel de gewenste temperatuur in door op
de toetsen +TEMP en –TEMP te drukken.
4) Druk herhaaldelijk op de FAN toets om de
gewenste ventilatiesnelheid in te stellen.
5.11 Werkingsmodus Verwarmen
1) Druk op de On/Off toets.
2) Druk herhaaldelijk op de MODE toets
totdat het symbool van de
werkingsmodus VERWARMEN op het
display weergegeven wordt.
3) Stel de gewenste temperatuur in door op
de toetsen +TEMP en –TEMP te drukken.
4) Druk herhaaldelijk op de FAN toets om de
gewenste ventilatiesnelheid in te stellen.
In de werkingsmodus
VERWARMEN is de airconditioner
doeltreffend bij een buitentemperatuur tot
-2°C; daaronder neemt het geleverde
vermogen drastisch af.
Als de airconditioner
tijdens de werking op de
verwarmingsstand uitschakelt dan blijft de
ventilator in ieder geval nog enkele
minuten in werking; dit om de warmte die
zich in de airconditioner zelf opgehoopt
heeft te verwijderen; daarna zal de
airconditioner vanzelf stoppen.
5.12 Display van de stromingsspreider
Op de luchtverspreider is een display
aangebracht waarin ook de IR ontvanger van
de afstandsbediening geplaatst is.
19
1
2
5
7
6
8
9
10
11
3
4
12
15
NL
Als het rode Power lampje (fig. 20 ref. A) op
het display aan is dan betekent dit dat de
airconditioner door het elektriciteitsnet van
230 Vac van stroom voorzien wordt.
Als het Run lampje (fig. 20 ref. B) op het
display groen oplicht, dan betekent dat dat
de airconditioner in de werkingsmodus
Koelen functioneert; licht het Run lampje
rood op, dan betekent dat de airconditioner
in de modus Verwarmen functioneert.
De twee cijfers (fig. 20 ref. C) geven normaal
de omgevingstemperatuur aan die door de
airconditioner in het interieur van de camper
is waargenomen.
Tijdens het instellen van de gewenste
temperatuur met de afstandsbediening, geeft
het display de temperatuur weer die op dat
moment ingesteld is; ongeveer 30 seconden
na het instellen, toont het display de
binnentemperatuur in de camper weer.
5.13 Instellen van de timer
Druk op de TIMER toets op de
afstandsbediening: de indicator ON van
de starttijd wordt geactiveerd.
Stel met de toetsen +HOUR en –HOUR
de starttijd in.
Druk opnieuw op de TIMER toets: de
indicator OFF van de stoptijd wordt
geactiveerd.
Stel met de toetsen +HOUR en –HOUR
de stoptijd in.
Druk opnieuw op de TIMER toets
Druk na het instellen op de SET toets.
Druk om de timerprogrammering te wissen
op de CLEAR toets.
De start- en stoptijd
kunnen met stappen van 10 minuten
geprogrammeerd worden.
5.14 Werking zonder afstandsbediening
In geval van verlies van de afstandsbediening
of indien de afstandsbediening niet
functioneert kunt u de airconditioner
gebruiken door het verborgen resetknopje in
het gat in de buurt van het display met een
puntig voorwerp in te drukken (fig. 22, ref.
D).
Door het knopje in te drukken start de
airconditioner in de automatische modus, met
automatische ventilatiesnelheid, temperatuur
ingesteld op 24°C.
5.15 Luchtomleider
Op de luchtverspreider is een klepje
aanwezig. Daaronder bevindt zich een
draaiknop (fig. 24, ref. A) waarmee, als deze
losgedraaid is, de richting van de lucht die uit
de voorste en achterste mondstukken
stroomt geregeld kan worden.
5.16 Reiniging van de filters
Om de volledige doeltreffende werking van
de airconditioner te garanderen moeten beide
filters van de luchtverspreider regelmatig
16
NL
gereinigd worden. Indien het niet voldoende
is om het stof te verwijderen moeten zij met
een neutrale reinigingsoplossing gewassen
worden waarna u ze goed moet laten drogen
voordat u ze weer terugplaatst in de
luchtverspreider.
6
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gebruik altijd geaarde stopcontacten
die beveiligd zijn met een
aardlekschakelaar.
Gebruik de airconditioner niet in de
buurt van brandbare vloeistoffen.
Gebruik de airconditioner niet voor
andere doeleinden dan de door de
fabrikant bepaalde doeleinden.
Verander en stel geen enkel
onderdeel van de airconditioner op
eigen gezag af.
Gebruik originele reserveonderdelen.
De onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden dienen door
vakmensen uitgevoerd te worden.
De installatie moet door vakmensen
uitgevoerd worden.
Laat kinderen of dieren niet in de
buurt van het apparaat komen.
Steek uw handen niet in de
ventilatieroosters.
Doe geen vreemde voorwerpen in de
ventilatieopeningen.
Indien de airconditioner aan stoten
blootgesteld is moet u voordat u het
apparaat weer in gebruik neemt eerst
door vakmensen laten controleren of
het apparaat intact is.
In geval van brand mag de bovenste
kap van de airconditioner absoluut
niet opengedaan worden maar moet u
goedgekeurde blusapparaten
gebruiken.
In geval van brand mag u geen water
gebruiken om de brand te blussen.
7 LOKALISEREN VAN
STORINGEN
Een niet bevredigende prestatie van de
airconditioner is in de meeste gevallen niet
afhankelijk van een slechte werking van het
apparaat maar van verkeerd gebruik.
De airconditioner is te klein voor de
hoeveelheid lucht die behandeld moet
worden.
De wanden van het voertuig zijn niet
voldoende geïsoleerd.
De deuren worden te vaak opengedaan.
Er bevinden zich te veel personen in het
voertuig.
De spanning is lager dan 230 V.
Hieronder volgt een lijst met storingen die
eventueel kunnen optreden met de
betreffende oorzaken en oplossingen.
Indien de airconditioner
niet goed functioneert moet u alvorens iets
aan de airconditioner te doen eerst
controleren:
of de voedingsspanning nooit minder is
dan 205 V;
of de aanzuigroosters niet verstopt zijn;
of de luchtuitstroommondstukken open
zijn.
1) De airconditioner start niet:
Controleer of de batterijen van de
afstandsbediening doelmatig zijn.
Controleer of de installatie onder spanning
staat door er een ander elektrisch apparaat
op aan te sluiten of door dit met een
voltmeter te testen.
2) De ventilatie is onvoldoende:
Controleer of de luchtgeleidelamellen ver
genoeg open zijn.
Controleer of de filters van de
stromingsspreider schoon genoeg zijn.
3) Functioneert niet in de modus Koelen:
Controleer of de ingestelde temperatuur
lager is dan de omgevingstemperatuur.
4) Functioneert niet in de modus
Verwarmen:
Controleer of de ingestelde temperatuur
hoger is dan de omgevingstemperatuur.
17
NL
5) Het rendement van de airconditioner is
gering:
Als het rendement van de airconditioner
gering is moet het luchtfilter, de
condensator en de verdamper met
speciale reinigingsmiddelen
schoongemaakt worden. Het verdient
aanbeveling om als de airconditioner lange
tijd niet in gebruik is geweest deze
onderdelen voor gebruik eerst schoon te
maken.
Als de airconditioner ondanks het
schoonmaken van de warmtewisselaars
nog steeds het oorspronkelijke rendement
niet levert dan moet de hoeveelheid
koelmiddel gecontroleerd worden.
8 HET APPARAAT AFDANKEN
Indien u het apparaat wilt afdanken is het
verstandig om u tot gespecialiseerde
bedrijven te wenden.
Al het afvalmateriaal
mag niet achteloos weggegooid worden
maar moet bij de speciale Inzameldiensten
ingeleverd worden.
9 ONDERHOUD
9.1 Onderhoudswerkzaamheden
Alle werkzaamheden waarvoor de kappen
van de unit opengemaakt moeten worden
moeten door vakkundig personeel uitgevoerd
worden (hetzelfde personeel dat de installatie
uitvoert).
Alvorens aan de
binnenkant van de airconditioner te gaan
werken is het absoluut noodzakelijk dat u
de voeding van 230 V uitschakelt en wacht
totdat alle onderdelen afgekoeld zijn.
Haal de buitenste kap eraf en spuit een
speciaal reinigingsmiddel op de
warmtewisselaars (verdamper en
condensator) en spoel ze af met water
om al het vuil te verwijderen. Controleer
of de condensafvoeropeningen vrij zijn.
Controleer of de afdichtingen in goede
staat verkeren en of er geen water in het
voertuig binnendringt.
Alle sporen van oxidatie moeten
verwijderd worden en de metalen delen
moeten met geschikte lak beschermd
worden.
Controleer of de isolatie van de
elektrische kabels intact is en verwijder
eventuele sporen van vocht.
Controleer of alle schroeven goed
aangedraaid zijn.
18
NL
ALGEMENE GARANTIEVOORWAARDEN
TELAIR verleent garantie op haar producten voor gebreken door materiaal-
en/of fabrieksfouten.
Het recht op garantie op nieuwe producten geldt gedurende een periode
van 24 maanden vanaf het moment van levering aan
de eindgebruiker of
gedurende maximaal 1000 bedrijfsuren, afhankelijk van welke van deze
maximum termijnen het eerste bereikt wordt.
In ieder geval verloopt de
garantieperiode uiterlijk na 26 maanden (28 maanden als de levering buiten
Europa plaatsvindt) na levering franco fabriek.
Voor wat betreft elektrische en hydraulische onderdelen, slangen, riemen,
dichtingselementen, injectieverstuivers, koppelingen, transmissie is de
garantietermijn 12 maanden vanaf het moment van levering aan de
eindgebruiker of
maximaal 1000 bedrijfsuren afhankelijk van welke van
deze maximum termijnen het eerste bereikt wordt.
In ieder geval verloopt
de garantieperiode uiterlijk na 14 maanden (16 maanden als de levering
buiten Europa plaatsvindt) na levering franco fabriek.
De kosten van smeermiddelen en verbruiksmaterialen zullen in ieder geval
wel in rekening gebracht worden.
Eventuele verzendkosten zijn voor rekening van de koper en de kosten van
inspecties waar de koper om gevraagd heeft en die door TELAIR aanvaard
zijn, zijn ook voor rekening van de koper.
De garantie is alleen geldig als:
de klant de periodieke onderhoudsvoorschriften in acht genomen heeft en
als de klant zich indien nodig onmiddellijk tot het dichtstbijzijnde
servicecentrum gewend heeft;
de klant in staat is om een bewijs te laten zien waaruit de verkoopdatum
blijkt (rekening of kassabon).
Het bewijs moet zodanig bewaard worden dat het intact blijft en moet bij
het aanvragen van service aan het Servicecentrum van TELAIR getoond
worden.
In ieder geval wordt elk recht van de koper op het volgende uitgesloten
geacht:
het contract te ontbinden;
schadevergoeding voor schade aan personen en voorwerpen te vragen;
in geval van gebreken of storingen aan het product om verlenging van de
garantie te vragen.
19
NL
ELEKTRISCH SCHEMA
20
NL
LIJST VAN DE RESERVEONDERDELEN
21
NL
22
NL
Pos/Code/Q.tà Descrizione/Description Dèsignation/Bezeichnung Beschrijving/Descripcion
1 / 06224 / n.1
Coperchio superiore Couvercle supérieur Bovenste afdekking
Top lid Obere Abdeckung Tapa superior
2 / 06427 / n.1
Coperchio dell’evaporatore Couvercle de l’évaporateur Deksel van de verdamper
Evaporator cover Deckel des Verdampfers Tapa del evaporador
3 / 06257 / n.1
Gruppo Evaporatore Unité d'évaporation Verdamper
Evaporator unit Verdampfereinheit Unidad Evaporador
4 / 05660 / n.1
Ventilatore Evaporante Ventilateur l'évaporateur Ventilator van de verdamper
Evaporator Fan Lüfter des Verdampfers Ventilador de evaporador
7 / 06431 / n.1
Fondo grigio antracite Fond gris anthracite Onderkant antracietgrijs
Anthracite grey bottom Kunststoffbasis, Anthrazitgrau Fondo gris marengo
8 / 06425 / n.1
Cablaggio softstart Câblage électrique de softstart Elektrische bedrading voor SoftStart
SoftStart Electrical wiring Elektrische Verkabelung für SoftStart Cableado eléctrico de SoftStart
9 / 06423 / n.1
Cablaggio elettrico Câblage électrique Elektrische bedrading
Electrical wiring Verkabelung Cableado eléctrico
10 / 06113 / n.6
Rivetto di fissaggio coperchio Rivet pour Couvercle supérieur Klinknagel voor Bovenste afdekking
Rivet for Top lid Niete für Obere Abdeckung Remache para Tapa superior
11 / 06301 / n.1
Staffa rigida del fondo Châssis rigide pour le bas Stijf frame voor de basis
Rigid frame for the bottom Starren Rahmen für den Basis Marco rígido para el fondo
13 / 06180 / n.1
Scatola condensatore Boîte de condensateur Doos van de condensator
Condenser box Kondensatorkasten Caja del condensador
14 / 06181 / n.1
Coperchio del condensatore Couvercle du condenseur Deksel van de condensator
Condenser cover Deckel des Kondensators Tapa del condensador
15 / 06426 / n.1
Gruppo condensante Groupe de condensation Condensatie unit
Condenser unit Kondensatoreinheit Unidad de condensacion
16 / 06183 / n.1
Ventilatore Condensante Ventilateur de condenseur Ventilator van de condensator
Condenser Fan Lüfter des Kondensators Ventilador del condensador
17 / 06299 / n.1
Supporto SX per antivibranti
Support SX pour amortisseurs de
vibrations
SX Ondersteuning voor trillingsdempers
SX support for vibration damper
SX Unterstützung für
Schwingungsdämpfern
Apojo SX para amortiguadores de
vibraciones
18 / 06302 / n.1
Supporto DX per antivibranti
Support DX pour amortisseurs de
vibrations
DX Ondersteuning voor trillingsdempers
DX support vibration damper
DX Unterstützung für
Schwingungsdämpfern
Apojo DX para amortiguadores de
vibraciones
19 / 06298 / n.1
Staffa fissaggio compressore Étrier de fixation compresseur Bevestigingsbeugel voor de compressor
Compressor fastening bracket Befestigungsbügel Kompressor Abrazadera de fijación del compresor
20 / 03486 / n.4
Antivibrante per compressore Antivibration pour compresseur Trillingsdempers voor compressor
Vibration damper for compressor Schwingungs dämpfer für Kompressor Anti-vibrador por compresor
21 / 05045 / n.1
Compressore rotativo Compresseur rotatif Roterende compressor
Sliding-vane compressor Kapselkompressor Compresor rotatorio
32 / 03497 / n.1
Guarnizione toroidale Aerstop Joint d'étanchéité toroïdal Aerstop Toroidal afdichting Aerstop
Toroidal gasket Aerstop Ringkern Dichtung Aerstop Anillo tórico Aerstop
38 / 06428 / n.4
Vite di fissaggio M6x70 Vis de fixation M6x70 Bevestigingsschroef M6x70
Fixing screw M6x70 Befestigungsschraube M6x70 Tornillo de implantaciones M6x70
45 / 03525 / n.1
Elettrovalvola 4 vie Électrovanne à 4 voies 4-weg magneetventiel
4-way solenoid valve Magnetventil 4-Wege Electroválvula de 4 vías
46 / 03475 / n.1
Bobina per Elettrovalvola 4vie Bobine pour électrovanne 4 voies Spoel voor 4-weg magneetventiel
Coil for 4-way solenoid valve Spule für 4-Wege-Magnetventil Bobina para electroválvula de 4 vías
47 / 03501 / n.1
Sonda Antighiaccio evaporatore Sonde anti-givrage évaporateur Anti-ijs probe van de verdamper
Anti-icing probe for evaporator Fühler Anti-Eis für Verdampfer Sonda anti-hielo del evaporador
23
NL
Pos/Code/Q.tà Descrizione/Description Dèsignation/Bezeichnung Beschrijving/Descripcion
48 / 03502 / n.1
Sonda Antighiaccio condensatore Sonde anti-givrage condensateur Anti-ijs probe van de condensator
Anti-icing probe for condenser Fühler Anti-Eis Kondensatoreinheit Sonda anti-hielo del condensador
49 / 06040 / n.1
Scheda Elettronica Comando Carte électronique Elektronische kaart
Electronic Card Karte elektronisch Tarjeta electrónica
51 / 02487 / n.1
Trasformatore Transformateur Transformator
Transformer Transformator Transformador
52 / 06420 / n.1
Staffa fissaggio condensatori Support pour condensateurs Steun voor condensatoren
Support for capacitors Unterstützung für die Kondensatoren Apoyo por condensadores
53 / 06421 / n.1
Staffa fissaggio condensatori + relè Support pour condensateurs et relais Steun voor condensatoren en relais
Support for capacitors and relay
Unterstützung für Kondensatoren und
Relais
Apoyo por condensadores y relé
54 / 05574 / n.1
Relè avviamento compressore Relais démarrage du compresseur Relais voor de compressor start
Compressor start relay Relais für Kompressor start Relé para arranque del compresor
55 / 06349 / n.2
Condensatore 35uF 450V Condensateur 35uF 450V Condensator 35uF 450V
Capacitor 35uF 450V Kondensator 35uF 450V Condensador 35uF 450V
56 / 03505 / n.1
Condensatore 3uF 450V Condensateur 3uF 450V Condensator 3uF 450V
Capacitor 3uF 450V Kondensator 3uF 450V Condensador 3uF 450V
57 / 04417 / n.1
Condensatore 5uF 450V Condensateur 5uF 450V Condensator 5uF 450V
Capacitor 5uF 450V Kondensator 5uF 450V Condensador 5uF 450V
74 / 06239 / n.2
Cornice rettangolare condotto aria Cadre rectangulaire conduit d'air Rechthoekig frame voor luchtkanaal
Rectangular frame for air duct Rechteckiger Rahmen für Luftkanal Marco rectangular para conducto aire
75 / 06225 / n.1
Diffusore aria Diffuseur de l'air Diffuser voor de lucht
Air diffuser Diffusor für Luft Difusor de aire
76 / 06238 / n.2
Filtro aria in ingresso Filtre pour l'air entrant Filter inkomende lucht.
Incoming air filter Filter einströmende Luft Filtro de aire entrante
77 / 06230 / n.2
Cornice per uscita aria diffusore Cadre pour sortie d'air du diffuseur Frame voor luchtuitlaat van de diffuser
Frame for diffuser air outlet Rahmen zum Luftauslass Diffusors Marco para salida de aire del difusor
78 / 06231 / n.4
Gruppo alette orientabili Groupe des ailettes réglables Groep van verstelbare lamellen
Adjustable fins group Gruppe der verstellbaren Lamellen Grupo de aletas ajustables
80 / 06226 / n.1
Targa trasparente Telair Plat trasparent Telair Trasparente plaat Telair
Transparent plate Telair Trasparent platte Telair Placa trasparent Telair
81 / 06227 / n.1
Targa trasparente ricevitore Plat trasparent pour le récepteur Trasparente plaat voor de ontvanger
Transparent plate for the receiver Trasparent platte für den Empfänger Placa trasparent para el receptor
83 / 06233 / n.1
Sportello accesso deviatore flusso Porte d'accès pour deflécteur de l'air Instapluik voor stromingdeflector
Access door for flow diverter Zugangstür für Durchflusstrenner Puerta de acceso desviador de flujo.
85 / 06039 / n.1
Ricevitore del Telecomando Récepteur pour le Télécommande Ontvanger voor de afstandsbediening
Receiver for the remote control Empfänger für den Fernbedienung Receptor para el mando a distancia
86 / 06240 / n.2
Luce led A1 Lumière à led A1 LED-licht A1
LED light A1 LED-Licht A1 Luz LED A1
87 / 06193 / n.1
Telecomando Télécommande Afstandsbediening
Remote control Fernbedienung Mando a distancia
88 / 06145 / n.1
Porta Telecomando Support pour la télécommande Behuizing voor afstandsbediening
Holder for remote control Wohnung zur Fernbedienung Alojamiento para el mando a distancia
88 / 06145 / n.1
Porta Telecomando Support pour la télécommande Behuizing voor afstandsbediening
Holder for remote control Wohnung zur Fernbedienung Alojamiento para el mando a distancia
89 / 06318 / n.2
Luce led B1 Lumière à led B1 LED-licht B1
LED light B1 LED-Licht B1 Luz LED B1
24
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Telair DUALCLIMA 12400H Handleiding

Type
Handleiding