Smeg SI364BM de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Inhoudsopgave
115
NL
1 Waarschuwingen 116
1.2 Beoogd gebruik 120
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 121
2 Beschrijving 122
2.1 Algemene beschrijving 122
2.2 Kookzones 122
2.3 Symbolen 124
3 Gebruik 125
3.1 Voorbereiding 126
3.2 Het gebruik van de kookplaat 126
4 Reiniging en onderhoud 134
4.1 Reiniging van de oppervlakken 134
4.2 Wekelijkse gewone reiniging 134
4.3 Voedselresten of -vlekken 134
4.4 Wekelijkse reiniging 135
4.5 Oplossingen voor problemen… 136
5 Installatie 137
5.1 Veiligheidswaarschuwingen 137
5.2 Insnijding van het werkblad 137
5.3 Inbouw 140
5.4 Elektrische aansluiting 141
5.5 Voor de installateur 142
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
Waarschuwingen
116
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Het apparaat en de bereikbare
delen ervan worden heel warm
tijdens het gebruik.
• Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
• Draag hittebestendige
handschoenen tijdens het gebruik.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een deksel of een
brandwerende deken.
• Gebruik van dit apparaat door
kinderen vanaf 8 jaar, personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke
of mentale capaciteiten of met
een gebrek aan ervaring of
kennis is alleen toegestaan onder
toezicht en begeleiding van
volwassenen die verantwoordelijk
zijn voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet spelen met het
apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
die niet onder toezicht staan
verwijderd van het apparaat.
• Kinderen jonger dan 8 jaar
mogen het apparaat tijdens zijn
werking niet benaderen.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud van
het apparaat mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Let op voor de snelle verwarming
van de kookzones. Plaats geen
lege potten of pannen op de
ingeschakelde plaat: gevaar voor
oververhitting.
• Vetten en oliën kunnen vlam vatten
als ze oververhit raken. Het is
aanbevolen bij het apparaat te
blijven tijdens de voorbereiding
van voedsel dat olie of vet bevat.
Als de oliën of vetten vlam
zouden vatten, mag geen water
gebruikt worden om te blussen.
Plaats het deksel op de pan en
schakel de kookzone uit.
• Het kookproces moet altijd
bewaakt worden. Een kort
kookproces moet voortdurend
bewaakt worden.
• Tijdens het gebruik geen metalen
voorwerpen zoals vaatwerk of
bestek op het oppervlak van de
kookplaat plaatsen omdat deze
oververhit zouden kunnen raken.
Waarschuwingen
117
NL
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Giet geen water rechtstreeks op
hete ovenschalen.
• Ontvlambare materialen niet in de
buurt van het apparaat of direct
onder de kookplaat gebruiken of
bewaren.
• GEBRUIK GEEN SPUITBUSSEN
IN DE BUURT VAN HET
APPARAAT TERWIJL HET WERKT.
• Na gebruik het apparaat
uitschakelen.
• VOER GEEN WIJZIGINGEN
UIT OP HET APPARAAT.
• Voorafgaand op iedere ingreep
op het apparaat (installatie,
onderhoud, plaatsing of
verplaatsing) moet u altijd zorgen
voor persoonlijke
beschermingsmiddelen.
• Voorafgaand op iedere ingreep
op het apparaat moet de
algemene elektrische voeding
gedeactiveerd worden.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische
dienst die voor de vervanging van
de kabel zal zorgen.
Beschadiging van het apparaat
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Gebruik eventueel houten of
plastic gereedschappen.
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Gebruik de kookplaat niet als
werk- en/of snijvlak.
• Zorg er voor dat de openingen
en de spleten voor de ventilatie
en de warmteafvoer niet verstopt
raken.
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Laat het apparaat niet onbeheerd
tijdens bereidingen waarbij vetten
en oliën vrijkomen die heet
worden en vlam kunnen vatten.
Wees heel voorzichtig.
Waarschuwingen
118
• Brandgevaar: laat geen
voorwerpen achter op de
kookoppervlakken.
• GEBRUIK HET APPARAAT
NOOIT OM DE RUIMTE TE
VERWARMEN.
• De houders of de grillplaten
moeten binnen de omtrek van de
kookplaat geplaatst worden.
• Alle houders moeten een vlakke
en regelmatige bodem hebben.
• In geval van overstroming of
overkoken moet de vloeistof
onmiddellijk van de kookplaat
verwijderd worden.
• Geen bijtende stoffen zoals
citroensap of azijn op de
kookplaat morsen.
• Mors tijdens de bereiding geen
suiker of zoete mengsels op de
kookplaat.
• Plaats geen materialen of stoffen
die zouden kunnen smelten
(plastic of aluminium).
• Plaats geen lege potten of
pannen op ingeschakelde
kookzones.
• Gebruik geen ruw, schurend of
scherp materiaal.
• Gebruik op de stalen delen of de
delen waarvan het oppervlak met
metalen afwerkingen werd
behandeld (bijv. elektrolytische
oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
Installatie
• DIT APPARAAT MAG NIET
GEÏNSTALLEERD WORDEN IN
BOTEN OF CARAVANS.
• Plaats het apparaat met behulp
van een tweede persoon in het
meubel.
• Controleer of het materiaal van
het meubel brandbestendig is.
• Controleer of het meubel
voorzien is van de vereiste
openingen.
• Om de mogelijke oververhitting
van het apparaat te vermijden
moet het niet achter een
decoratieve deur of een paneel
geïnstalleerd worden.
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch
personeel.
• De aardverbinding van het
elektrische systeem is verplicht en
moet in overeenstemming met de
geldende veiligheidsnormen
worden uitgevoerd.
Waarschuwingen
119
NL
• Gebruik kabels die bestand zijn
tegen temperaturen van minstens
90 °C.
• Het aandraaimoment van de
schroeven van de
stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm
bedragen.
• Laat de voedingskabel uitsluitend
door ervaren technisch personeel
installeren en eventueel
vervangen.
Voor dit apparaat
• Als barsten of scheuren
opgemerkt worden, of als het
oppervlak van de glaskeramische
plaat zou breken, moet het
apparaat onmiddellijk
uitgeschakeld worden. Schakel
de stroom uit en neem contact op
met de Technische Dienst.
• Vermijd dat harde en zware
voorwerpen op de kookplaat
kunnen vallen zodat deze niet
kan beschadigd worden.
• Gebruik de kookplaat niet als in
de oven het proces van de
pyrolyse bezig is.
• Raak het oppervlak van de
kookplaat niet aan, of reinig het
niet, tijdens de functionering of
wanneer de controlelampen van
de restwarmte oplichten.
• Activeer de toetsblokkering indien
u kinderen of huisdieren heeft die
de kookplaat kunnen bereiken.
• De kookzones blijven ook na
gebruik gedurende een
bepaalde periode nog zeer
warm, ook al zijn deze
uitgeschakeld. Raak de
oppervlakken van de kookplaat
niet aan.
Schakel de platen na het gebruik
uit. Vertrouw nooit alleen op de
panherkenningsindicatie.
Waak over kinderen, ze kunnen
de brandende controlelamp voor
de restwarmte moeilijk zien. De
kookzones blijven na gebruik
voor een bepaalde periode zeer
warm, ook al zijn ze
uitgeschakeld. Houd kinderen uit
de buurt zodat ze niet kunnen
aanraken.
Het glaskeramische oppervlak is
schokbestendig, maar u dient te
voorkomen dat er zware en
harde voorwerpen vallen op de
kookplaat: die zou kunnen breken
als het om puntige voorwerpen
gaat.
Waarschuwingen
120
Het glaskeramische
kookoppervlak mag niet als
steunvlak gebruikt worden.
• Verwijder eventueel aanwezige
vloeistof van de dekplaat voor u
die opent.
• Laat de kookplaat afkoelen voor
u de dekplaat sluit.
• Personen met een pacemaker of
een gelijkaardig apparaat
moeten zich ervan vergewissen
dat de werking van deze
apparaten niet wordt beïnvloed
door het inductieveld, waarvan
het frequentiebereik tussen 20 en
50 kHz ligt.
• Overeenkomstig de bepalingen
van de elektromagnetische
compatibiliteit behoort de
elektromagnetische inductieplaat
tot Groep 2 en Klasse B (EN
55011).
1.2 Beoogd gebruik
• Dit apparaat is bedoeld om thuis
voedsel te bereiden. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
• Het apparaat is niet ontworpen
om te functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
1.3 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
• De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan personen en
voorwerpen ten gevolge van:
• een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
• het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
• het forceren van ook slechts één
deel van het apparaat;
• het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.4 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje bevat de
technische gegevens, het
serienummer en de markering. Het
plaatje mag in geen geval worden
verwijderd.
1.5 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een
belangrijk onderdeel van het
apparaat en moet gedurende de
volledige levensduur intact en op
een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
Deze gebruiksaanwijzing
aandachtig voor het gebruik van het
apparaat doorlezen.
Waarschuwingen
121
NL
1.6 Verwerking
Het apparaat moet gescheiden
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het product bevat geen
delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
• Oude of gebruikte apparaten aan het
einde van hun levensduur moeten door
de gebruiker worden ingeleverd bij
geschikte centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en elektronisch
afval, of overhandigd worden aan de
verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
Het apparaat is verpakt in milieuvriendelijke
en recyclebare materialen.
• Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
• Enkele gebruiksaanwijzing.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Schakel de algemene stroomtoevoer uit.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
• Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
• Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires,
kooktips.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte
schoonmaak en onderhoud van het
apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Advies / Informatie
Beschrijving
122
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
Voordelen van inductiekoken
Energiebesparing, dankzij de
rechtstreekse overdracht van energie
naar de pan (u moet daarvoor bestemde
pannen van magnetiseerbaar materiaal
gebruiken) in vergelijking met het
traditioneel elektrisch koken.
Grotere veiligheid dankzij de overdracht
van energie naar alleen het houder dat
op de kookplaat geplaatst is.
Hoog rendement bij de overdracht van
energie van de bereidingszone naar de
onderkant van de pan.
•Snelle verwarming.
Kleinere kans op brandwonden, omdat
het kookoppervlak enkel wordt
verwarmd door de onderkant van de
pan; overgekookt voedsel bakt niet aan.
2.2 Kookzones
Modellen met rechte rand Modellen met afgeschuinde rand
De kookplaat is voorzien van een
inductiegenerator voor elke
kookzone. Elke generator onder
het glaskeramische oppervlak
heeft een elektromagnetisch veld
dat een thermische stroom op de
onderkant van de pan
veroorzaakt. De warmte wordt niet
aan de kookzone overgedragen,
maar wordt direct door de
inductieve stromen in het houder
gecreëerd.
Beschrijving
123
NL
Modellen met sierlijst
* de vermogens zijn slechts indicatief, en kunnen variëren afhankelijk van de geselecteerde
instellingen en de netspanning.
Zone
diameter
externe (mm)
Min. pan Ø
(mm)
Max. geabsorbeerd
vermogen (W)*
Geabsorbeerd vermogen in
Boosterfunctie (W)*
1 180 110 1300 1400
2 230 120 2300 3000
3 180 110 1300 1400
4 230 120 2300 3000
Beschrijving
124
2.3 Symbolen
Knoppen
Draai de knop rechts- of linksom om het
vermogen van de kookzone te verhogen of
te verlagen (waarde zichtbaar op display).
OFF-positie
De kookzone is uit.
Boosterpositie
In deze positie wordt de boosterfunctie van
de kookzone geactiveerd.
Versnellerpositie
In deze positie wordt de versnellerfunctie
van de kookzone geactiveerd.
Kookzones
/ / Links vooraan
/ / Links achteraan
/ / Rechts achteraan
/ / Rechts vooraan
Gebruik
125
NL
3 Gebruik
Waarschuwingen
Hoge temperatuur
Gevaar op verbranding
• Draag hittebestendige handschoenen
tijdens het gebruik.
• Raak het oppervlak van de kookplaat
niet aan, of reinig het niet, tijdens de
functionering of wanneer de
controlelampen van de restwarmte
oplichten.
• Plaats geen lege potten of pannen op
de kookzones wanneer ze zijn
ingeschakeld.
• Kinderen jonger dan 8 jaar mogen het
apparaat tijdens zijn werking niet
benaderen.
• Activeer de toetsblokkering indien u
kinderen of huisdieren heeft die de
kookplaat kunnen bereiken.
• De kookzones blijven ook na gebruik
gedurende een bepaalde periode nog
zeer warm, ook al zijn deze
uitgeschakeld. Raak de oppervlakken
van de kookplaat niet aan.
Hoge temperatuur
Brand- en ontploffingsgevaar
• Ontvlambare materialen niet in de buurt
van het apparaat of direct onder de
kookplaat gebruiken of bewaren.
• Gebruik geen dozen, gesloten bakjes,
keukengerei en plastic potjes voor de
bereiding.
• Laat het apparaat niet onbewaakt
achter tijdens bereidingen waar vetten
en olies kunnen vrijkomen.
• In geval van barsten of scheuren, en
indien het apparaat niet kan
uitgeschakeld worden, moet de
stroomtoevoer uitgeschakeld worden en
moet contact met de assistentie worden
opgenomen.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
• Gebruik de kookplaat niet als in de
oven het proces van de pyrolyse bezig is.
• Plaats nooit pannen op de kookplaat
die geen perfect gladde en regelmatige
bodem hebben.
• Vermijd dat harde en zware
voorwerpen op de kookplaat kunnen
vallen zodat deze niet kan beschadigd
worden.
• In geval van barsten of scheuren, moet
het apparaat onmiddellijk uitgeschakeld
worden, moet de stroomtoevoer
uitgeschakeld worden en moet contact
met de assistentie worden opgenomen.
• Gebruik de kookplaat niet als werk-
en/of snijvlak.
Gebruik
126
3.1 Voorbereiding
Om de eventuele vochtigheid te
verwijderen die wordt opgehoopt tijdens
de bewerkingen in de fabriek, voor een
correcte functionering van de elektronische
circuits en van de bedieningen:
1. Verwijder de beschermfolie van de
externe oppervlakken van het apparaat
en van de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
het plaatje met de technische gegevens).
3. Positioneer een volle pan water op elke
kookzone vooraan, en schakel ze
gedurende minstens 30 minuten op het
maximale vermogen in.
4. Schakel na 30 minuten de kookzones
vooraan uit, en herhaal de handeling op
de kookzones achteraan en op de
eventuele centrale kookzone.
5. Indien de bedieningen nadat deze
handelingen zijn uitgevoerd niet correct
zouden functioneren, kan het
noodzakelijk zijn om de handeling
langer uit te voeren tot de vochtigheid
helemaal is verdampt.
3.2 Het gebruik van de kookplaat
Alle bedieningen en schakelaars bevinden
zich op het frontpaneel. Ter hoogte van
elke knop wordt de bijbehorende
kookzone aangegeven.
Draai de knop rechtsom op de gewenste
vermogenswaarde.
Houders die geschikt zijn voor
inductiekoken
De voor het inductiekoken gebruikte
houders moeten van metaal zijn en
beschikken over magnetische
eigenschappen en een bodem van
geschikte afmetingen.
Geschikte houders:
• Recipiënten van geëmailleerd staal met
dikke bodem.
• Houders van gietijzer met geëmailleerde
bodem.
• Houders van meerlagig roestvrij staal,
roestvrij ferritisch staal en aluminium met
speciale bodem.
Gedurende de eerste aansluiting
op het stroomnet wordt een
automatische controle uitgevoerd
die alle controlelampen enkele
seconden doet oplichten.
Gebruik
127
NL
Niet geschikte houders:
• Recipiënten van koper, roestvrij staal,
aluminium, vuurvast glas, hout, keramiek
en terracotta.
Om te controleren of de pan geschikt is,
volstaat het om een magneet tegen de
onderkant te houden: als de magneet wordt
aangetrokken is de pan geschikt voor een
inductiekookplaat. Als u niet over een
magneet beschikt, kunt u in het houder een
kleine hoeveelheid water gieten, het op
een kookzone plaatsen en de plaat
inschakelen. Indien op het display het
symbool verschijnt, is de pan niet
geschikt.
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een kookzone staat
of als de pan te klein is, wordt geen energie
overgedragen en verschijnt het symbool
op het display.
Als een geschikte pan op de kookzone
staat, detecteert het herkenningssysteem de
aanwezigheid van de pan en schakelt het
systeem de plaat in op het vermogen dat
ingesteld werd met de draaiknop. Het
overdragen van energie wordt ook
onderbroken wanneer de pan wordt
verwijderd van de kookzone (op het
display wordt het symbool
weergegeven).
Wanneer de panherkenningsfunctie
geactiveerd wordt, ondanks de beperkte
afmetingen van de pannen of de potten die
zich op de kookzone bevinden, wordt
enkel de noodzakelijke energie
overgedragen.
Limieten bij de herkenning van de pan: De
minimale diameter van de onderkant van
de pan wordt (afhankelijk van de modellen)
aangeduid door een cirkel of een kruis op
de kookzone.
De aanwezigheid van pannen met een
kleinere diameter zou niet herkend kunnen
worden, waardoor de inductiestroom niet
wordt ingeschakeld.
Gebruik uitsluitend pannen met
een perfect vlakke onderkant, die
geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Het gebruik
van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed
werkt of dat het systeem de pan
niet herkent.
Gebruik
128
Beperking van de bereidingsduur
De kookplaat is voorzien van een
automatisch systeem dat de werkingsduur
beperkt.
Indien de instellingen van de kookzone niet
gewijzigd worden, is de maximale
werkingsduur van elke afzonderlijke zone
afhankelijk van het geselecteerde
vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de
beperking van de werkingsduur wordt
geactiveerd, wordt de kookzone
uitgeschakeld, hoort u een kort
geluidssignaal en wordt, indien de zone
heet is, het symbool weergegeven op
het display.
Bescherming tegen oververhitting
Wanneer de kookplaat voor een lange
periode op het maximale vermogen wordt
gebruikt, kan de elektronica moeite hebben
om af te koelen als de
omgevingstemperatuur hoog is.
Het vermogen van de kookzone wordt
automatisch verlaagd om te vermijden dat
in de elektronica een te hoge temperatuur
ontstaat.
Advies om energie te besparen
• De diameter van de basis van de pan
moet overeenkomen met de diameter
van de kookzone.
• Tijdens de aankoop van een pan moet u
controleren of de aangeduide diameter
de bodem of de bovenkant van het
houder betreft, omdat deze laatste bijna
altijd groter is dan de bodem.
• Wanneer u gerechten maakt waarvoor
lange bereidingstijden noodzakelijk zijn,
kunt u tijd en energie besparen door
gebruik te maken van een snelkookpan
waardoor bovendien de vitamines die
het voedsel bevat bewaard blijven.
• Controleer of de snelkookpan
voldoende vloeistof bevat, omdat een
oververhitting, die veroorzaakt wordt
door gebrek aan vloeistof, de pan en de
kookzone zou kunnen beschadigen.
• Bedek indien mogelijk de pannen steeds
met een gepast deksel.
• Kies een pan die geschikt is voor de
hoeveelheid voedsel die klaargemaakt
moet worden. Wanneer u een grote pan
gebruikt die half leeg is, wordt energie
verspild.
Ingesteld
vermogensniveau
Maximale
bereidingsduur in uren
1 8
26
3 - 4 5
54
6 - 7 - 8 - 9 1 ½
Indien de kookplaat en de oven
gelijktijdig gebruikt worden, kan in
bepaalde omstandigheden het
maximale nuttige vermogen van
uw elektrische installatie worden
overschreden.
Gebruik
129
NL
Vermogensniveaus
Het vermogen van de kookzone kan op
verschillende niveaus geregeld worden. In
de tabel vindt u de aanduidingen met
betrekking tot de verschillende types van
bereidingen.
* zie boosterfunctie
Restwarmte
Als de kookzone na uitschakeling nog
warm is, wordt het symbool op het
display weergegeven. Als de temperatuur
60°C of minder bedraagt, verdwijnt het
symbool.
Boosterfunctie
• Draai de knop rechtsom twee seconden
lang op en laat de knop los. Op het
display wordt weergegeven.
(Uitsluitend op de kookzones 2 en 4): De
functie Booster wordt na 5 minuten
automatisch gedeactiveerd, en de
bereiding zal verder uitgevoerd worden
met vermogensniveau 9.
Vermogens-
niveau
Geschikt voor:
0 Positie OFF
1 - 2
Bereiding van beperkte
hoeveelheden voedsel
(minimaal vermogen)
3 - 4 Bereiding
5 - 6
Bereidingen van grote
hoeveelheden voedsel, het
braden van grotere stukken
7 - 8 Braden, fruiten met meel
9 Braden
P *
Braden / Aanbraden, koken
(maximaal vermogen)
Incorrect gebruik
Gevaar op verbranding
• Let goed op voor kinderen omdat ze de
aanduiding van de restwarmte
waarschijnlijk niet kunnen zien. De
kookzones blijven na gebruik voor een
bepaalde periode zeer warm, ook al
zijn ze uitgeschakeld. Houd kinderen
dus uit de buurt, zodat ze hun handen
niet verbranden.
Met de boosterfunctie kan de
kookzone maximaal 5 minuten
lang op het maximale vermogen
geactiveerd worden. Dit is nuttig
voor het snel aan de kook
brengen van een grote
hoeveelheid water of voor het
aanbraden van vlees.
De boosterfunctie heeft de prioriteit
over de verwarmingsversneller.
Gebruik
130
Verwarmingsversneller
1. Draai de knop rechtsom op en laat
de knop los. Op het display wordt
weergegeven.
2. Selecteer binnen 3 seconden het
gewenste verwarmingsvermogen (1...8).
Het geselecteerde vermogen en het
symbool worden afwisselend
weergegeven op het display.
Het vermogensniveau kan te allen tijde
worden verhoogd. De periode „maximaal
vermogen” wordt automatisch aangepast.
Vermogensbeheer
De plaat is voorzien van een
vermogensbeheermodule die het verbruik
optimaliseert/beperkt. Als de gezamenlijk
ingestelde vermogensniveaus de maximale
toegelaten limiet overschrijden, beheert de
elektronische kaart automatisch het door de
kookplaten afgegeven vermogen.
De module probeert het maximale
leverbare vermogensniveau te behouden.
Op het display worden de niveaus
weergegeven die door het automatische
beheer zijn ingesteld.
Een knipperend vermogensniveau geeft
aan dat deze automatisch beperkt wordt tot
een nieuwe waarde die door de
vermogensbeheermodule geselecteerd
wordt.
Elke kookzone is voorzien van een
verwarmingsversneller die de het
maximale vermogen kan afgeven
gedurende een tijd die
proportioneel is aan het gekozen
vermogen (de zone wordt
ingeschakeld met de hoogste
instelling, om vervolgens verder te
gaan naar het geselecteerde
vermogen).
Schakel de verwarmingsversneller
uit door de knop te plaatsen op
het vermogen 9. Plaats de knop
vervolgens op het gewenste
verwarmingsvermogen (1...8).
Als de verwarmingsversneller is
ingesteld op vermogensniveau 9,
draait u de knop linksom.
De als eerste ingestelde zone
heeft de voorrang.
De module voor vermogensbeheer
heeft geen invloed op het totale
opgenomen vermogen van het
apparaat.
Gebruik
131
NL
Toetsblokkering
1. Draai beide knoppen van de linker
kookzone tegelijkertijd linksom (positie )
terwijl alle kookzones uit zijn.
2. Houd de knoppen gedraaid tot op het
display wordt weergegeven.
3. Laat de knoppen los.
Om de toetsblokkering te verwijderen,
moeten de eerder beschreven handelingen
herhaald worden.
Foutcodes
Indien het display één van de volgende
foutcodes , weergeeft, moet
contact worden opgenomen met de
technische bijstand.
Vermogensbeperking
1. Koppel het apparaat van het
elektriciteitsnet af en wacht 10 seconden
alvorens de voeding weer in te
schakelen.
De toetsblokkering is een
mechanisme waarmee het
apparaat kan worden beschermd
tegen onbedoeld of onjuist
gebruik.
Als een knop langer dan 30
seconden op positie staat,
verschijnt er een foutmelding op
het display
De inductiekookplaat is
geconfigureerd voor de werking
met een vermogen van 7,4 kW.
Dit vermogen kan echter worden
beperkt tot 4,5 kW, 3,8 kW, 3 kW,
2,6 kW of 1,9 kW.
Stel het vermogen in binnen 2
minuten na de aansluiting op het
elektriciteitsnet.
Gebruik
132
2. Draai de bedieningsknop van de
kookzone linksvoor en die van de
kookzone rechtsvoor tegelijkertijd
linksom (stand ) en houd ze in deze
stand.
Op de displays van de zones links- en
rechtsachter worden “7” en “4
weergegeven.
3. Laat de knoppen los.
4. Draai de beide knoppen opnieuw
linksom en houd ze in deze stand.
Op de displays van de zones links- en
rechtsachter wordt het vermogen met de
waarden “4.” en “5” weergegeven.
5. Laat de knoppen los.
6. Draai de beide knoppen opnieuw
linksom en houd ze in deze stand.
Op de displays van de zones links- en
rechtsachter wordt het vermogen met de
waarden “3.” en “8” weergegeven.
7. Laat de knoppen los.
8. Draai de beide knoppen opnieuw
linksom en houd ze in deze stand.
Op de displays van de zones links- en
rechtsachter wordt het vermogen met de
waarden “3.” en “0” weergegeven.
9. Laat de knoppen los.
10. Draai de beide knoppen opnieuw
linksom en houd ze in deze stand.
Op de displays van de zones links- en
rechtsachter wordt het vermogen met de
waarden “2.” en “6” weergegeven.
11. Laat de knoppen los.
12. Draai de beide knoppen opnieuw
linksom en houd ze in deze stand.
Op de displays van de zones links- en
rechtsachter wordt het vermogen met de
waarden “1.” en “9” weergegeven.
13. Laat de knoppen los.
Wacht tot de displays uit gaan
wanneer u de knoppen heeft
losgelaten.
Binnen 4 minuten na de
uitschakeling van de displays kunt
u het vermogen opnieuw wijzigen
(zonder dat u het apparaat van
het elektriciteitsnet moet
afkoppelen).
Gebruik
133
NL
Herhaal de configuratie om het originele
vermogen (of een ander vermogen) te
herstellen.
Mogelijke combinaties van de bereidingszones
Het laatst ingestelde vermogen
blijft ook actief in het geval van
een stroomonderbreking.
VERMOGEN
Zone
1
Zone
2
Zone
3
Zone
4
7,4 kW
9999
7P7P
P97P
P9P9
79P9
4,5 kW
8888
8-99
88 - 9
-889
989 -
9-98
89 - 8
-988
3,8 kW
7777
--99
-8-9
9- -9
--7P
8- -P
9-P7
97P -
P79-
P-97
VERMOGEN
Zone
1
Zone
2
Zone
3
Zone
4
3,0 kW
8-88
-8-8
--79
7- -9
-89-
9-9-
-89-
9-9-
--98
2,6 kW
7-77
-7-7
--88
8- -8
9-9-
-79-
--97
97 - -
9- -7
88 - -
1,9 kW
7- -7
--77
---8
7-9-
-88-
-8- -
Reiniging en onderhoud
134
4 Reiniging en onderhoud
Waarschuwingen
4.1 Reiniging van de oppervlakken
Om de oppervlakken in goede staat te
houden, moeten ze na elk gebruik
gereinigd worden nadat ze afgekoeld zijn.
4.2 Wekelijkse gewone reiniging
Reinig en verzorg de kookplaat wekelijks
met behulp van een gewoon product voor
de reiniging van het glas. Neem de
aanwijzingen van de producent altijd in
acht. Het silicone dat aanwezig is in deze
producten produceert een beschermend
waterafstotend en vuilbestendig laagje. Alle
vlekken blijven achter op dat laagje en
kunnen dus makkelijk verwijderd worden.
Droog daarna het oppervlak met een
schone doek. Let op dat er geen resten
reinigingsmiddel achterblijven op de
kookplaat, omdat ze een bijtende reactie
zouden kunnen hebben wanneer de plaat
verwarmd wordt en de structuur ervan
zouden kunnen wijzigen.
4.3 Voedselresten of -vlekken
Eventuele lichtgekleurde sporen,
veroorzaakt door pannen met een
aluminium bodem, kunnen worden
verwijderd met een met azijn bevochtigde
doek.
Als er na het gebruik van de kookplaat
verbrande resten achterblijven, moeten
deze worden verwijderd. Spoel af met
water en maak goed droog met een
schone doek.
Zandkorrels die eventueel op de
kookplaat gevallen zijn tijdens het wassen
van sla of aardappelen zouden de plaat
kunnen krassen wanneer de pannen
verschoven worden.
Verwijder eventuele zandkorrels dus
onmiddellijk van het oppervlak van de
kookplaat.
Incorrect gebruik
Gevaar voor beschadiging van
de oppervlakken
• Reinig het apparaat niet met een
stoomreiniger.
• Mors tijdens de bereiding geen suiker of
zoete mengsels op de kookplaat.
• Plaats geen materialen of stoffen die
zouden kunnen smelten (plastic of
aluminium).
• Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidatie, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
• Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes). Gebruik eventueel
houten of plastic gereedschappen.
Er wordt aanbevolen om
reinigingsproducten van de
fabrikant te gebruiken.
Reiniging en onderhoud
135
NL
Kleurwijzigingen zijn niet van invloed op
de werking en de stabiliteit van het glas.
Het betreft geen wijzigingen van het
materiaal van de kookplaat, maar
eenvoudige resten die niet verwijderd
werden en die dus verbrandden.
Er kunnen glanzende oppervlakken
gevormd worden als het gevolg van het
verschuiven van de bodems van de pannen,
vooral indien ze van aluminium zijn, en indien
niet geschikte reinigingsmiddelen gebruikt
worden. Het is moeilijk om deze te
verwijderen met behulp van gewone
reinigingsproducten. Het kan zijn dat de
reiniging meerdere keren herhaald moet
worden. Het gebruik van bijtende
reinigingsmiddelen, of de wrijving met de
bodem van de pannen, kan de decoratie van
de kookplaat mettertijd polijsten en zou de
vorming van vlekken kunnen bevorderen.
Knoppen
De knoppen moeten gereinigd worden met
een zachte doek en lauw water, en moeten
daarna goed gedroogd worden. De
knoppen kunnen verwijderd worden door
ze uit hun zitting te trekken.
Na de reinigingshandelingen moet
het apparaat zorgvuldig gedroogd
worden omdat eventueel druipend
reinigingsmiddel en water de
correcte werking en het esthetische
aspect kunnen aantasten.
Gebruik voor de reiniging van de
knoppen geen agressieve
producten die alcohol bevatten of
producten voor de reiniging van
staal en van glas, omdat deze
permanente schade kunnen
veroorzaken.
Reiniging en onderhoud
136
4.4 Oplossingen voor problemen…
De kookplaat werkt niet:
• Controleer of de kookplaat is
aangesloten en de hoofdschakelaar is
ingeschakeld.
• Controleer of zich geen
stroomonderbrekingen kunnen
voordoen.
• Controleer of de zekering niet is
afgesprongen. In dit geval moet de
zekering worden vervangen.
• Controleer of de aardlekschakelaar van
de huiselijke installatie niet is geschakeld.
In dit geval moet de schakelaar weer
geactiveerd worden.
De resultaten van de bereiding zijn niet
bevredigend:
• Controleer of de temperatuur van de
bereiding niet te hoog of te laag is.
De kookplaat produceert rook:
• Laat de kookplaat afkoelen, en reinig
deze, nadat de bereiding klaar is.
• Controleer of het voedsel niet uit het
recipiënt komt, en gebruik eventueel een
groter recipiënt.
De zekeringen of de magnetothermische
schakelaar van de huiselijke installatie
springen regelmatig:
• Neem contact op met het
servicecentrum of met een elektricien.
Scheuren of barsten in de kookplaat:
• moet het apparaat onmiddellijk
uitgeschakeld worden, moet de
stroomtoevoer uitgeschakeld worden en
moet contact met de assistentie worden
opgenomen.
Installatie
137
NL
5 Installatie
5.1 Veiligheidswaarschuwingen
Fineerbewerkingen, kleefstoffen of kunststof
bekledingen van aangrenzende meubels
moeten warmtebestendig zijn (>90°C),
anders kunnen deze mettertijd vervormen.
De minimale afstand die gerespecteerd
moet worden tussen afzuigkappen en de
kookvlakken moet minstens overeenkomen
met diegene die aangeduid wordt in de
aanwijzingen voor de montage van de
afzuigkap.
Ook de minimale afstanden van de vrije
delen van het vlak op de achterzijde
moeten gerespecteerd worden, zoals
wordt aangeduid op de afbeelding van de
montage.
5.2 Insnijding van het werkblad
Maak een opening met de aangeduide
afmetingen in het werkblad van het meubel
(mm).
Kookplaten met sierlijst en afgeschuinde
rand
Warmteontwikkeling tijdens
werking van het apparaat
Brandgevaar
Controleer of het materiaal van het
meubel brandbestendig is.
Controleer of het meubel voorzien is van
de vereiste openingen.
OPGELET: Het oppervlak bereikt een
temperatuur van meer dan 95°C. De
toegang tot de ruimte onder het
kookplaat moet zoveel mogelijk worden
beperkt om gevaren te vermijden.
De volgende ingreep vergt metsel-
en/of timmerwerk, en moet dus
uitgevoerd worden door een
bevoegd technicus.
De installatie kan uitgevoerd
worden op structuren van
verschillende materialen, zoals
metselwerk, metaal, massief hout
en met kunststof gelamineerd hout,
mits het hittebestendig is (>90°C).
L X Y
600 555÷560 478÷482
A B C D E
min.
50
min.
460
min.
750
20÷60
min.
50
Installatie
138
Pakking van de kookplaat
Voordat de montage wordt uitgevoerd,
moet de bijgeleverde pakking langs de
omtrek van de kookplaat worden
aangebracht om te voorkomen dat
vloeistoffen tussen de omlijsting van de
kookplaat en het werkblad kunnen komen.
Kookplaten met rechte rand
Voor dit type van kookplaten moet de
opening gefreesd worden indien de
kookplaat gelijk met de rand van het
werkblad moet geïnstalleerd worden.
Bevestig de kookplaat niet met
behulp van silicone. Indien dit toch
wordt gedaan, kan de kookplaat
niet verwijderd worden zonder
deze te beschadigen.
L X Y G H
600 555÷560 478÷482 604 514
A B C D E
min.
50
min.
460
min.
750
20÷60
min.
50
Installatie
139
NL
Nadat de zelfklevende pakking (A) is
aangebracht en de kookplaat is voorzien
van de beugels en geplaatst is, moeten de
randen met isolerende silicone (B) worden
gevuld; verwijder het eventuele teveel aan
product.
Als de kookplaat moet worden verwijderd,
moet het silicone met behulp van een mesje
worden weggesneden voordat wordt
geprobeerd om de plaat te verwijderen (C).
Bevestigingsklemmen
Om de bevestiging en een optimale
centrering te garanderen, moeten de
bijgeleverde klemmen geplaatst worden:
1. Plaats de klemmen horizontaal en met
een lichte druk in de daarvoor
bestemde gleuf.
2. Draai ze vervolgens naar boven zodat
ze definitief geklemd worden.
Bevestigingsbeugels
Draai de bevestigingsbeugels vast in de
daarvoor bestemde openingen in de
zijkanten van de bekleding onderaan
om de kookplaat correct op de structuur
te bevestigen.
Draai niet te vast aan omdat
anders het glas te hard kan
gespannen worden en dus zou
kunnen breken.
Installatie
140
5.3 Inbouw
Op inbouwruimte voor oven
De afstand tussen de kookplaat en de
keukenmeubels of de inbouwapparaten
moet zodanig zijn dat een voldoende
ventilatie en een voldoende luchtafvoer
gegarandeerd wordt.
Bij installatie boven een oven moet een
tussenruimte worden gelaten tussen de
onderkant van de kookplaat en de
bovenzijde van het onderaan geplaatste
apparaat.
Op neutrale ruimte of laden
Wanneer andere meubelen (zijwanden,
laden, enz.), afwasautomaten of koelkasten
aanwezig zijn onder de kookplaat, moet
een dubbele houten bodem worden
geïnstalleerd op een minimum afstand van
20 mm van de onderkant van de
kookplaat, zodat toevallig contact wordt
vermeden. De dubbele bodem mag alleen
met geschikt gereedschap worden
verwijderd.
met opening onderaan
met opening achteraan
Wanneer de kookplaat boven een
oven wordt geïnstalleerd, moet
deze voorzien worden van een
ventilator voor de koeling.
Als geen dubbele houten bodem
wordt geïnstalleerd, kan de
gebruiker ongewenst hete of
scherpe onderdelen raken.
Installatie
141
NL
5.4 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het identificatieplaatje.
Het identificatieplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
merknaam van het apparaat en is zichtbaar
op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Zorg voor de aardverbinding met een
kabel die ten minste 20 mm langer is dan
de andere kabels.
Het apparaat kan op de volgende
manieren functioneren:
220-240 V 2~
Driepolige kabel 3 x 6 mm².
220-240 V 3~
Vierpolige kabel 4 x 1,5 mm².
220-240 V 1N~
Driepolige kabel 3 x 6 mm².
380-415 V 2N~
Vierpolige kabel 4 x 1,5 mm².
380-415 V 3N~
Vijfpolige kabel 5 x 1,5 mm².
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
• Laat het apparaat aansluiten door
gekwalificeerd technisch personeel.
• Gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen.
• De aardverbinding van het elektrische
systeem is verplicht en moet in
overeenstemming met de geldende
veiligheidsnormen worden uitgevoerd.
• Schakel de algemene stroomtoevoer uit
• Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
• Gebruik kabels die bestand zijn tegen
temperaturen van minstens 90 °C.
• Het aandraaimoment van de schroeven
van de stroomgeleiders van het
klemmenbord moet 1,5-2 Nm
bedragen.
Installatie
142
Het schema hieronder toont het
klemmenbord van de stroomtoevoer,
onderaanzicht, zonder aangesloten kabels.
De aansluiting tussen de klemmen 4 en 5
moet altijd aanwezig zijn.
Aansluiting met stekker en stopcontact
Controleer of de stekker en het stopcontact
van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters of
aftakkingen, omdat ze oververhitting of
brand zouden kunnen veroorzaken.
Vaste aansluiting
Breng op de lijn een alpolige
scheidingsschakelaar aan met een
contactopening die, overeenkomstig de
installatievoorschriften, de volledige
scheiding volgens overspanningscategorie
III mogelijk maakt.
Test
Voer na de installatie een korte test uit. Bij
een slechte werking van het apparaat,
terwijl u heeft geconstateerd dat u de
instructies correct heeft uitgevoerd, moet u
het apparaat loskoppelen van het
elektriciteitsnet en het dichtstbijzijnde
Technische Servicecentrum informeren.
5.5 Voor de installateur
• De stekker moet na de installatie
toegankelijk blijven. De kabel voor de
verbinding met het stroomnet mag niet
verbogen of vastgeklemd worden.
• Het apparaat moet volgens de
installatieschema’s worden geïnstalleerd.
• In geval het apparaat, na het verrichten
van alle controles, niet correct werkt,
neem dan contact op met het plaatselijke
erkende servicecentrum.
• Na de correcte installatie van het
apparaat wordt u verzocht de gebruiker
te informeren over de correcte
functioneringswijze.
Doe de kabel achter het meubel
passeren. Let op dat deze niet
tegen de onderkant van de
kookplaat of een eventuele
daaronder ingebouwde oven
komt.
Let op wanneer bijkomende
elektrische apparaten aangesloten
worden. De kabels voor de
aansluiting mogen niet in contact
komen met de warme kookzones.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Smeg SI364BM de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding