NL
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ..............................2
Inhoud ......................................................................................3
Klimaatklasse ........................................................................... 3
EPREL-database ...................................................................... 3
Symbolen op het apparaat: ......................................................3
Aanwijzing m.b.t. afdanken.......................................................4
Beschrijving van het apparaat .................................................. 4
Toepassingen van het apparaat ...............................................4
Bedieningspaneel ....................................................................5
Inschakelen van het apparaat ..................................................5
Veranderen van de taal en de temperatuureenheid ................5
Hoofdmenu ...............................................................................6
Temperatuur instellen ...............................................................6
SuperFrost ................................................................................7
Aanwijzingen voor het invriezen ............................................... 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen voor de IceMaker . 8
IceMaker beschrijving ..............................................................8
Inschakelen van de IceMaker ...................................................8
Uitschakelen van de IceMaker .................................................9
Omschakelen van de IceMaker naar maximale ijsproductie....9
PartyMode ..............................................................................10
SabbathMode .........................................................................10
Uitschakelen van het apparaat ............................................... 11
Onderhoudsmelding .............................................................. 11
Onderhoudsbevestiging .........................................................12
Set-up menu ........................................................................... 12
SmartDeviceBox (niet in alle landen bijgevoegd)................... 14
Beschrijving van het SmartDevice-display ............................15
Alarmmeldingen .....................................................................15
Uitrusting ................................................................................ 18
Binnenverlichting ....................................................................18
Reinigen .................................................................................19
Onderhoudsmenu ..................................................................20
Onderhoud .............................................................................21
Extra functies .........................................................................22
Energie besparen ................................................................... 25
Storing .................................................................................... 25
Buiten werking stellen ............................................................25
BELANGRIJK
Alle types en modellen worden continu verbeterd. De
fabrikant behoudt zich het recht voor veranderingen aan de
vorm, uitrusting en technologie uit te voeren.
EPREL-database
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake ener-
gieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp te vinden
in de Europese productdatabase (EPREL). U krijgt toegang tot
de productdatabase via de link https://eprel.ec.europa. eu/. Hier
wordt u gevraagd de modelidentificatie in te voeren. De modeli-
dentificatie vindt u op het typeplaatje
Klimaatklasse
Met de klimaatklasse wordt aangegeven,
op welke omgevingstemperatuur het
apparaat gebruikt mag worden, om de
volledige koeling te bereiken.
De klimaatklasse wordt op het typeplaatje
aangegeven.
De positie van het typeplaatje is te vinden in het hoofdstuk Be-
schrijving van het apparaat.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +16 °C tot +38 °C
T +16 °C tot +43 °C
SN-ST +10 °C tot +38 °C
SN-T +10 °C tot +43 °C
Het apparaat niet buiten de aangegeven om-
gevingstemperaturen gebruiken!
GEVAARGEVAAR!
Gevaar wijst op een onmiddellijk gevaarlijke
situatie die leidt tot zware lichamelijke
letsels of de dood, wanneer ze niet wordt
vermeden.
WAARSCHUWING!WAARSCHUWING!
Waarschuwing wijst op een gevaarlijke
situatie die kan leiden tot de dood of zware
lichamelijke letsels, wanneer ze niet wordt
vermeden.
VOORZICHTIG!VOORZICHTIG!
Voorzichtig wijst op een potentieel
gevaarlijke situatie die kan leiden tot
lichte of middelzware lichamelijke letsels,
wanneer ze niet wordt vermeden.
BELANGRIJK
Hier vindt u informatie die voor een probleemloze installatie
en bediening bijzonder relevant is.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor be-
vinden. Het heeft betrekking op de olie in de
compressor en wijst op het volgende gevaar:
Kan bij het inslikken en indringen in de luchtwe-
gen dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor
het recyclingproces van belang. In de normale
modus bestaat er geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor en
wijst op het gevaar van ontvlambare stoffen. De
sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op de
achterkant van het apparaat zijn aangebracht.
Deze wijst erop dat er zich vacuümisolatiepane-
len (VIP) of perlietpanelen in de deur en/of de
behuizing bevinden. Deze aanwijzing is alleen
van belang voor het recyclingproces. De sticker
niet verwijderen.
3