GEBRUIK - 75914779596/A
‘beschadigen’.
Een gedeeltelijke ontdooiing vermindert de
voedingswaarde van het voedsel, en vooral
van fruit en groenten en van kant-en-klaar
voedsel.
Lawaai tijdens de werking
De koeling van de koelcel en van de vriescel
gebeurt door middel van een
compressiesysteem. Om de geselecteerde
temperatuur in de cellen te behouden, wordt de
compressor in werking gesteld die, indien
noodzakelijk, continu in werking kan blijven
afhankelijk van de ingestelde temperatuur.
Wanneer de compressor in werking wordt
gesteld, klinkt er een gezoem dat na enkele
minuten zal afnemen.
Een ander lawaai dat normaal is tijdens de
werking van het apparaat is het geklater van
koelmiddel dat in de leidingen van het circuit
stroomt. Dit lawaai is normaal, en duidt niet op
een slechte werking van de machine. Als het
lawaai te erg zou zijn, kan dit te wijten zijn aan
andere oorzaken. Controleer dus het volgende:
• of de koelkast correct genivelleerd is op de
vloer, en niet trilt tijdens de werking van de
compressor: voer een correcte regeling van
de voorziene voetjes uit;
• of de laden, de leggers en de bakjes in de
deur correct in de daarvoor bestemde
zittingen geplaatst zijn: zorg er voor dat
deze correct zijn gepositioneerd;
• of de flessen en de bakjes stabiel op de
leggers geplaatst zijn, en niet tegen elkaar
komen: trillingen als gevolg van de werking
van de compressor zouden lawaaierigheid
kunnen veroorzaken;
• Plaats de koelkast niet tegen meubels of
andere huishoudelijke apparaten.
Warm oppervlak vooraan
Binnenin de behuizing is een
verwarmingssysteem van het oppervlak
vooraan aanwezig, waardoor de vorming van
condens in de zone van de sluiting van de
deurpakkingen beperkt wordt.
Uitschakelen
Indien het apparaat lang niet zal gebruikt
worden, wordt aanbevolen om het uit te
schakelen.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Maak de cellen leeg.
3. Droog na het ontdooien de eventuele
resterende vochtigheid op met behulp van
een zachte doek.
Adviezen voor het conserveren
Algemeen advies
• Controleer altijd de vervaldatum op de
verpakking van het voedsel.
• Het voedsel moet in goed gesloten bakjes
of verpakkingen bewaard worden, die
geen geurtjes of vochtigheid kunnen
verspreiden of absorberen.
• Indien u langdurig afwezig zult zijn, moet u
gemakkelijk bederfelijk voedsel uit het
apparaat halen.
Deur koelcel
• Bewaar eieren, boter, kaas, enz. bovenaan
en in het midden.
• Bewaar dranken, blikjes, flessen, enz.
onderaan.
Koelcel
• Bewaar conserven, wijn, koekjes, enz.
bovenaan.
• Bewaar zuivelproducten, kant-en-klaar
voedsel, patisserie, fruitsapjes, bier, enz. in
het midden.
• Bewaar vlees, vleeswaren, enz. onderaan.
• Bewaar vers fruit, tropisch fruit, groenten,
wortelen, aardappelen, uien, enz. in de
lade voor fruit en groenten.
Vriescel
• Op de verpakking moeten het type van
voedsel, de hoeveelheid voedsel en de
datum van invriezing aangeduid worden.
• Gebruik kleine en indien mogelijk al koude
verpakkingen.
• De hoeveelheid vers voedsel die
tegelijkertijd kan worden ingevroren, wordt
aangeduid op het gegevensplaatje in de
koelcel.
• Gebruik alleen daarvoor bestemde
diepvrieszakjes, aluminiumfolie, plasticfolie
voor voedingswaren en vriesbakjes.
• Gebruik geen papieren zakjes of cellofaan
die niet bestemd zijn voor
voedingsmiddelen, boodschappentassen of
diepvrieszakjes die al gebruikt zijn.
Laat de deuren op een kier staan om te
vermijden dat de vochtigheid en de
stilstaande lucht slechte geurtjes kunnen
ontwikkelen.