Sony SDM-HX75 de handleiding

Categorie
Tv's
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

3
Inhoudsopgave
NL
Macintosh is een handelsmerk in
licentie gegeven aan Apple Computer,
Inc., geregistreerd in de Verenigde
Staten en andere landen.
Windows
®
is een geregisteerd
handelsmerk van Microsoft Corporation
in de Verenigde Staten en andere
landen.
IBM PC/AT en VGA zijn geregistreerde
handelsmerken van IBM Corporation in
de Verenigde Staten.
•VESA en DDC
zijn handelsmerken
van de Video Electronics Standard
Association.
ENERGY STAR is een in de V.S.
geregistreerd merk.
Adobe en Acrobat zijn handelsmerken
van Adobe Systems Incorporated.
WOW, SRS en het symbool zijn
handelsmerken van SRS Labs, Inc.
WOW technologie is geinkorporeerd
met verlof van de licentiehouder SRS
Labs, Inc.
Alle andere vermelde productnamen
kunnen handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken zijn van
hun respectieve bedrijven.
Bovendien zijn "" en "®" niet telkens
vermeld in deze handleiding.
http://www.sony.net/
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Onderdelen en bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
Instelling 1: De videosignaalkabels aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . 7
Instelling 2: De audiokabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Instelling 3: Het netsnoer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Instelling 4: Snoeren en kabels bundelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Instelling 5: De monitor en de computer aanzetten . . . . . . . . . . . 9
Instelling 6: De hellingshoek en draaihoek aanpassen . . . . . . . . 10
Het ingangssignaal selecteren (INPUT toets) . . . . . . . . . . . . . . . . 11
De monitor instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
Het menu gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
BEELD/AUDIO menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
MODUS menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
BEELD menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De instelling voor BACKLIGHT aanpassen . . . . . . . . . 13
De instelling voor CONTRAST 6 aanpassen . . . . . . . . . . . 13
De instelling voor HELDERHEID aanpassen . . . . . . . . 13
Het GAMMA aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De KLEUREN aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
De instelling voor SCHERPTE aanpassen . . . . . . . . . . 14
AUDIO menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
TREBLE, BASS of BALANS aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . 14
SURROUND aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
MODUS RESET menu
(standaardinstellingen voor elke modus herstellen) 0 . . . . . . 15
SCHERM menu (alleen analoog RGB-signaal) . . . . . . . . . . . 15
POSITIE MENU menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
INGANG ZOEKEN AAN/UIT menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
LANGUAGE menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
0 RESET menu (standaardinstelling herstellen) . . . . . . . . . . . . . 17
TOETSEN SLOT menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
Het volume regelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Energiespaarfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
De MODUS instellen (BEELD/AUDIO) ( modus) . . . . . . . . . . 19
Functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid
(lichtsensor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
De beeldkwaliteit automatisch regelen
(alleen analoog RGB-signaal) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
Schermberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Foutsymptomen en oplossingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
4
Voorzorgsmaatregelen
Waarschuwing betreffende
voedingsaansluitingen
Gebruik het meegeleverde netsnoer. Als u een ander netsnoer
gebruikt, moet u nagaan of het compatibel is met de lokale
stroomvoorziening.
Voor de klanten in de Verenigde Staten
Wanneer u het juiste netsnoer niet gebruikt, beantwoordt deze
monitor niet aan de voorgeschreven FCC-normen.
Voor de klanten in het Verenigd Koninkrijk
Gebruik de monitor in het Verenigd Koninkrijk met het juiste
netsnoer voor het Verenigd Koninkrijk.
Installatie
Plaats de monitor niet:
op plaatsen waar deze blootstaat aan extreme temperaturen,
bijvoorbeeld dicht bij een radiator, heteluchtblazer of in de
volle zon. Wanneer de monitor blootstaat aan extreme
temperaturen, zoals in een auto die in de volle zon geparkeerd
staat of in de buurt van een heteluchtblazer, kan de behuizing
vervormen of de werking verstoord raken.
op een plek waar deze blootstaat aan mechanische trillingen of
schokken.
in de buurt van apparatuur die een krachtig magnetisch veld
produceert, zoals een TV of diverse andere huishoudelijke
apparaten.
op plaatsen waar deze blootstaat aan veel stof, vuil of zand,
bijvoorbeeld dicht bij een open venster of een buitendeur. Bij
tijdelijk gebruik buiten moeten de nodige maatregelen worden
getroffen ter bescherming tegen stof en vuil in de lucht. Indien
dat niet gebeurt, kan het toestel onherstelbare schade oplopen.
Behandeling van het LCD-scherm
Richt het LCD-scherm niet naar de zon om beschadiging te
voorkomen. Let op wanneer u de monitor in de buurt van een
venster plaatst.
Druk of kras niet op het LCD-scherm. Plaats geen zware
voorwerpen op het LCD-scherm. Hierdoor kan de uniformiteit
van het scherm afnemen of kan het LCD-paneel defect raken.
Wanneer de monitor in een koude omgeving wordt gebruikt,
kunnen er nabeelden op het scherm verschijnen. Dat is normaal
en duidt niet op storing. Het scherm werkt weer normaal
wanneer de normale omgevingstemperatuur is bereikt.
Wanneer een stilstaand beeld te lang op het scherm staat, kan er
gedurende enige tijd een nabeeld zichtbaar zijn. Dit nabeeld zal
na verloop van tijd verdwijnen.
Tijdens gebruik zal het LCD-paneel warm worden. Dat is
normaal en duidt niet op storing.
Betreffende de ingebouwde stereoluidsprekers
Houd magnetische opnamesystemen, cassettes en diskettes uit de
buurt van de luidsprekeropening omdat de luidsprekers een
magnetisch veld produceren. Dit magnetisch veld kan gegevens
op de magneetbanden en discs beschadigen.
Opmerking bij het LCD (Liquid Crystal Display)
Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van
precisietechnologie. Op het LCD-scherm kunnen echter
permanent heldere rode, blauwe of groene stipjes zichtbaar zijn of
er kunnen ook onregelmatig gekleurde strepen of heldere zones
zichtbaar zijn op het LCD-scherm. Dat is normaal.
(Effectieve beeldpunten: meer dan 99,99%)
Onderhoud
Trek de stekker uit het stopcontact alvorens de monitor te
reinigen.
Reinig het LCD-scherm met een zachte doek. Gebruik geen
glasreinigingsmiddel dat een antistatische oplossing of
soortgelijke toevoeging bevat omdat de coating van het LCD-
scherm hierdoor kan worden beschadigd.
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningselementen met een zachte doek die lichtjes is
bevochtigd met een mild zeepsopje. Gebruik geen
schuursponsje, schuurpoeder of solventen zoals alcohol of
benzine.
Wrijf, druk of tik niet op het scherm met een scherp of schurend
voorwerp zoals een balpen of schroevendraaier. Daardoor kan
de beeldbuis immers worden beschadigd.
Merk op dat het materiaal of de coating van het LCD-scherm
kan worden aangetast bij blootstelling aan vluchtige
oplosmiddelen zoals bijvoorbeeld insecticide of bij langdurig
contact met rubber of vinyl.
Transport
Koppel alle kabels los van de monitor en pak het LCD-scherm
met beide handen vast om het te vervoeren. Let er hierbij op dat
u het scherm niet krast. Als u de monitor laat vallen, kunt u
gewond raken of kan de monitor worden beschadigd.
Transporteer deze monitor altijd in de originele verpakking.
De monitor afvoeren
Voer de monitor niet af samen met gewoon
huishoudelijk afval.
De fluorescentiebuis in deze monitor bevat kwik.
Deze monitor dient te worden afgevoerd conform de
lokale voorschriften terzake.
Het toestel moet in de buurt van een makkelijk bereikbaar
stopcontact worden geplaatst.
alleen voor 240 V
wisselstroom
Voorbeeld van stekkertypes
voor 100 tot 120 V
wisselstroom
voor 200 tot 240 V
wisselstroom
5
NL
Onderdelen en
bedieningselementen
Zie voor nadere bijzonderheden de pagina's waarnaar tussen
haakjes wordt verwezen.
A 1 (stroom) schakelaar en 1 (stroom) indicator
(pagina's 9, 19)
Als u de monitor wilt in- of uitschakelen, drukt u op de 1
(stroom) schakelaar.
De stroomindicator brandt groen als de monitor is
ingeschakeld en brandt oranje als de monitor zich in de
stroombesparingsstand bevindt.
B Lichtsensor (pagina 19)
Met deze sensor wordt de helderheid van de omgeving
gemeten. Blokkeer de sensor niet met papier, enzovoort.
C Stereoluidsprekers (pagina 18)
De luidsprekers zetten audiosignalen om in geluid.
D MENU toets (pagina 11)
Met deze toets wordt het menuscherm in- en uitgeschakeld.
E m/M en 2 (volume) toetsen (pagina's 11, 18)
Met deze toetsen kunt u de menuonderdelen selecteren,
wijzigingen aanbrengen en het "Volume" menu weergeven
om het volume te regelen.
F OK toets (pagina 11)
Met deze toets activeert u het geselecteerde menuonderdeel
en de wijzigingen die zijn gemaakt met de m/M toetsen (5).
G INPUT toets (pagina 11)
Met deze toets kunt u het video-invoersignaal schakelen
tussen INPUT1, INPUT2 en INPUT3 als er twee computers
zijn aangesloten op de monitor.
H toets (pagina 19)
Met deze toets wijzigt u de MODUS (BEELD/AUDIO).
I Achterklep (pagina 7)
Schuif dit paneel omhoog om kabels of snoeren aan te sluiten.
J Hoofdtelefoonaansluiting (pagina 18)
Deze aansluiting voert audiosignalen naar de hoofdtelefoon.
3
OK
INPUT
MENU
OK
INPUT
MENU
1
2
Voorkant van het LCD-scherm
Zijaanzicht van het LCD-scherm
4
5
6
7
8
9
q;
6
Achterkant van het LCD-scherm
K AC IN aansluiting (pagina 8)
Hierop sluit u het netsnoer aan (meegeleverd).
L Veiligheidsvergrendeling
De veiligheidsvergrendeling moet worden gebruikt met het
Kensington Micro Saver Security System.
Micro Saver Security System is een handelsmerk van
Kensington.
M Audio-ingang voor INPUT1 (pagina 8)
Via deze aansluiting worden audiosignalen ingevoerd
wanneer de aansluiting is verbonden met de audio-uitgang
van een computer of andere audioapparatuur die is
aangesloten op INPUT1.
N HD15 ingang (analoog RGB) voor INPUT1 (pagina 7)
Via deze aansluiting worden analoge RGB-videosignalen
(0,700 Vp-p, positief) en synchronisatiesignalen ingevoerd.
O Audio-ingang voor INPUT2 (pagina 8)
Via deze aansluiting worden audiosignalen ingevoerd
wanneer de aansluiting is verbonden met de audio-uitgang
van een computer of andere audioapparatuur die is
aangesloten op INPUT2.
P HD15 ingang (analoog RGB) voor INPUT2
(pagina 7)
Via deze aansluiting worden analoge RGB-videosignalen
(0,700 Vp-p, positief) en synchronisatiesignalen ingevoerd.
Q Audio-ingang voor INPUT3 (pagina 8)
Via deze aansluiting worden audiosignalen ingevoerd
wanneer de aansluiting is verbonden met de audio-uitgang
van een computer of andere audioapparatuur die is
aangesloten op INPUT3.
R DVI-D ingang (digitaal RGB) voor INPUT3 (pagina 7)
Via deze aansluiting worden digitale RGB-videosignalen
ingevoerd conform DVI Rev. 1.0.
S Kabelhouder (pagina 9)
Hiermee worden kabels en snoeren aan de monitor bevestigd.
ql
qsqa
qd qf qg qh qj qk
INPUT 1 INPUT 2 INPUT 3
7
NL
Opstelling
Voordat u de monitor in gebruik neemt, moet u controleren of de
verpakking de volgende items bevat:
LCD-scherm
•Netsnoer
HD15-HD15 videosignaalkabel (analoog RGB)
DVI-D videosignaalkabel (digitaal RGB)
Audiokabel (stereoministekker)
CD-ROM (hulpprogramma's voor Windows/Macintosh,
gebruiksaanwijzing, enzovoort)
Garantiekaart
Installatiehandleiding
Instelling 1: De videosignaalkabels
aansluiten
Schuif de achterklep omhoog.
Een computer aansluiten die is voorzien van een
DVI uitgang (digitaal RGB)
Gebruik de bijgeleverde DVI-D-videosignaalkabel (digitale
RGB) om de computer aan te sluiten op de DVI-D-ingang van de
monitor (digitale RGB) voor INPUT3.
Een computer aansluiten die is voorzien van een
HD15 uitgang (analoog RGB)
Sluit de computer met de meegeleverde HD15-HD15
videosignaalkabel (analoog RGB) aan op de HD15 ingang
(analoog RGB) van de monitor voor INPUT1 of INPUT2.
Sluit de computer aan zoals hieronder wordt afgebeeld.
x Aansluiting op een IBM PC/AT of
compatibele computer
Zet de monitor en de computer uit voordat u deze
aansluit.
Als u de computer aansluit op de HD15 ingang (analoog
RGB) van de monitor, raadpleegt u "Een computer
aansluiten die is voorzien van een HD15 uitgang
(analoog RGB)".
Opmerking
Raak de pinnen van de videosignaalkabel niet aan omdat deze
hierdoor kunnen verbuigen.
naar de DVI uitgang (digitaal
RGB) van de computer
naar de DVI-D ingang
(digitaal RGB)
DVI-D videosignaalkabel
(digitaal RGB)
(meegeleverd)
IBM PC/AT of
compatibele computer
naar de HD 15 ingang
(analoog RGB)
naar de HD15 uitgang (analoog
RGB) van de computer
HD15-HD15
videosignaalkabel
(analoog RGB)
(meegeleverd)
8
xAansluiting op een Macintosh
Gebruik desgewenst een adapter (niet meegeleverd) bij aansluiting op
een Macintosh. Sluit de adapter aan op de computer voordat u de
videosignaalkabel aansluit.
Instelling 2: De audiokabel
aansluiten
Sluit de meegeleverde audiokabel aan op de
betreffende audio-ingang van de monitor.
U kunt het geluid van uw computer of andere audio-apparatuur
die is aangesloten op de audio-ingangen van de monitor,
beluisteren via de luidsprekers van de monitor of een
hoofdtelefoon.
Zie "Het volume regelen" op pagina 18 voor meer informatie.
Instelling 3: Het netsnoer
aansluiten
1 Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN
ingang van de monitor.
2 Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op
een stopcontact.
Macintosh
HD15-HD15
videosignaalkabel
(analoog RGB)
(meegeleverd)
naar de uitgang van
de computer
naar de HD 15 ingang
(analoog RGB)
naar de audio-ingang
naar de audio-uitgang van
de computer of andere
audio-apparatuur
audiokabel
(meegeleverd)
2
netsnoer (meegeleverd)
naar stopcontact
1
naar
AC IN
9
NL
Instelling 4: Snoeren en kabels
bundelen
1 Schuif de achterklep omhoog.
2 Zet de videosignaalkabel, de audiokabels en het
netsnoer vast met de kabelhouder op de kast.
3 Schuif de achterklep omlaag.
Instelling 5: De monitor en de
computer aanzetten
1 Druk op de 1 (stroom) schakelaar links aan de
achterkant van de monitor.
De 1 (stroom) indicator licht groen op.
2 Zet de computer aan.
3 Druk op de INPUT toets om het gewenste
ingangssignaal te selecteren.
Het beeld van de geselecteerde invoer verschijnt op het
scherm.
Zie "Het ingangssignaal selecteren (INPUT toets)" op
pagina 11 voor meer informatie.
De installatie van de monitor is voltooid. Pas desgewenst het
beeld van de monitor aan met de bedieningselementen op de
monitor (pagina 11).
achterklep
2
1
3
OK
INPUT
MENU
licht groen op
INPUT
10
Als er geen beeld verschijnt op het scherm
Controleer of het netsnoer en de videosignaalkabel goed zijn
aangesloten.
Als "GEEN INPUT SIGNAAL" op het scherm verschijnt:
De computer staat in de energiespaarstand. Druk op een
willekeurige toets op het toetsenbord of verplaats de muis.
Controleer of het ingangssignaal juist is ingesteld door op de
INPUT toets te drukken (pagina 11).
Als "KABEL NIET AANGESLOTEN" op het scherm
verschijnt:
Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten.
Controleer of het ingangssignaal juist is ingesteld door op de
INPUT toets te drukken (pagina 11).
Als "BUITEN BEREIK" op het scherm verschijnt, moet u de
oude monitor opnieuw aansluiten. Pas vervolgens de grafische
kaart van de computer aan het volgende bereik aan.
Zie "Foutsymptomen en oplossingen" op pagina 22 voor meer
informatie over berichten op het scherm.
Geen specifieke drivers vereist.
De monitor voldoet aan de "DDC" Plug & Play norm en herkent
automatisch alle monitorinformatie. Op de computer hoeft geen
specifieke driver te worden geïnstalleerd.
Wanneer u de computer voor het eerst aanzet nadat de monitor is
aangesloten, kan de installatiewizard op het scherm verschijnen. Volg in
dit geval de instructies op het scherm. De Plug & Play monitor wordt
automatisch geselecteerd zodat u deze monitor kunt gebruiken.
De verticale frequentie wordt ingesteld op 60 Hz.
De monitor produceert geen vervelend geknipper, zodat u deze meteen
kunt gebruiken. U hoeft de verticale frequentie niet hoog in te stellen.
Instelling 6: De hellingshoek en
draaihoek aanpassen
U kunt de monitor verstellen binnen de hieronder weergegeven
hoeken.
Pak beide zijden van het LCD-scherm vast en stel de
gewenste hoek in.
Comfortabel gebruik van de monitor
Pas de kijkhoek van de monitor aan de hoogte van uw bureau en
stoel aan zodat er geen licht van het scherm in uw ogen wordt
gereflecteerd.
Opmerking
Als u de hellingshoek en hoogte aanpast, moet u langzaam en voorzichtig
te werk gaan, zodat de monitor niet tegen het bureau klapt.
Analoge RGB Digitale RGB
Horizontale
frequentie
28–80 kHz 28–64 kHz
Verticale
frequentie
48–75 Hz 60 Hz
Resolutie
1280 × 1024 of
minder
1280 × 1024 of
minder
O
K
INPUT
M
ENU
ca. 45°
ca. 45°
O
K
I
N
P
U
T
M
E
N
U
ca. 20°
ca. 5°
11
NL
Het ingangssignaal selecteren
(INPUT toets)
Druk op de INPUT toets.
Het invoersignaal wordt gewijzigd als u op deze toets drukt.
De monitor instellen
Met het schermmenu kunt u veel instellingen van de monitor
wijzigen.
Het menu gebruiken
1 Geef het hoofdmenu weer.
Druk op de MENU toets om het hoofdmenu weer te geven op
het scherm.
2 Selecteer het menu.
Druk op de m/M toetsen om het gewenste menu weer te
geven. Druk op de OK toets om naar het eerste
menuonderdeel te gaan.
3 Selecteer het onderdeel dat u wilt aanpassen.
Druk op de m/M toetsen om het onderdeel te selecteren dat u
wilt aanpassen en druk vervolgens op de OK toets.
Als een van de menuonderdelen is.
Als u selecteert en op de OK toets drukt, wordt het vorige menu
weergegeven.
Bericht op het scherm
(verschijnt ongeveer 5
seconden in de
linkerbovenhoek)
Configuratie van het
invoersignaal
INPUT1: HD15 HD15 ingang (analoog RGB)
voor INPUT1
INPUT2: HD15 HD15 ingang (analoog RGB)
voor INPUT2
INPUT3: DVI-D DVI-D ingang (digitaal RGB)
voor INPUT3
INPUT
Voor het instellen
Sluit de monitor en de computer aan en zet deze aan.
Voor de beste resultaten wacht u minstens 30 minuten voordat
u de instellingen gaat aanpassen.
MENU
EX I T
BEELD/AUDIO
1280 1024 60Hzx/
FILM
,
OK
,
OK
,
12
4 Pas het onderdeel aan.
Druk op de m/M toetsen om de instelling aan te passen en
druk vervolgens op de OK toets.
Wanneer u op de OK toets drukt, wordt de instelling
opgeslagen en verschijnt het vorige menu op het scherm.
5 Sluit het menu.
Druk één keer op de MENU toets om naar het normale beeld
terug te keren. Als er geen toets wordt ingedrukt, wordt het
menu automatisch gesloten na ongeveer 45 seconden.
x Standaardinstellingen herstellen
U kunt de aanpassingen opnieuw instellen met het RESET menu.
Zie 0 (RESET) op pagina 17 voor meer informatie over het
opnieuw instellen van de aanpassingen.
BEELD/AUDIO menu
U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het BEELD/
AUDIO menu.
MODUS
(SPEL/FILM/PC/AUTO)
BEELD
AUDIO
MODUS RESET 0
x MODUS menu
U kunt de helderheid van het scherm aanpassen aan de functie
waarvoor u het scherm wilt gebruiken.
Voor elke modus kunt u BEELD/AUDIO instellingen opgeven.
Bovendien kunt u de modus veranderen voor elke ingang
(INGANG1/INGANG2/INGANG3).
1 Druk op MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om "FILM" te selecteren en
druk op de OK toets.
Het MODUS menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te
selecteren en druk op de OK toets.
De standaardinstelling is FILM.
SPEL: helder beeld.
FILM: scherp beeld met sterk contrast.
PC: beeld met zachte kleurtonen.
AUTO: hiermee wordt de helderheid van het scherm
automatisch aangepast aan de helderheid van de
omgeving (functie voor het automatisch aanpassen
van de helderheid). Zie "Functie voor het
automatisch aanpassen van de helderheid
(lichtsensor)" op pagina 19 voor meer informatie.
Opmerking
In de AUTO modus kunt u de achtergrondverlichting niet aanpassen.
OK
,
MENU
EX I T
BEELD/AUDIO
1280 1024 60Hzx/
FILM
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
SPEL
FILM
PC
AUTO
MODUS
13
NL
x BEELD menu
U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het BEELD menu.
BACKLIGHT
CONTRAST 6
HELDERHEID
GAMMA menu
KLEUREN menu
SCHERPTE
De instelling voor BACKLIGHT aanpassen
Pas de achtergrondverlichting aan wanneer het scherm te helder is
om het beter leesbaar te maken.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om " BACKLIGHT" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het "BACKLIGHT" menu verschijnt op het scherm.
5 Druk op de m/M toetsen om het verlichtingsniveau
aan te passen en druk op de OK toets.
De instelling voor CONTRAST 6 aanpassen
Pas het beeldcontrast aan.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om "6 CONTRAST" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het "CONTRAST" menu verschijnt op het scherm.
5 Druk op de m/M toetsen om het contrast aan te
passen en druk op de OK toets.
De instelling voor HELDERHEID aanpassen
Pas de beeldhelderheid (zwartniveau) aan.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om " HELDERHEID" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het "HELDERHEID" menu verschijnt op het scherm.
5 Druk op de m/M toetsen om de helderheid aan te
passen en druk op de OK toets.
Het GAMMA aanpassen
U kunt de kleurtinten op het scherm afstemmen op de originele
kleurtinten.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om " (GAMMA)" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het GAMMA menu verschijnt op het scherm.
5 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te
selecteren en druk op de OK toets.
EX I T
BEELD
1280 1024 60Hzx/
: 100
: 70
: 50
FILM
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
GAMMA 1
GAMMA 2
GAMMA 3
GAMMA 4
GAMMA
14
De KLEUREN aanpassen
U kunt het beeldkleurenniveau van het witte kleurenveld kiezen
uit de standaardinstellingen voor kleurtemperatuur.
U kunt desgewenst de kleurtemperatuur ook nauwkeuriger
aanpassen.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om " (KLEUREN)" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het KLEUREN menu verschijnt op het scherm.
5 Druk op de m/M toetsen om de gewenste
kleurtemperatuur te selecteren en druk op de OK toets.
Als u de kleurtemperatuur wijzigt van 9300K in 6500K, krijgt
de witbalans een blauwe tint in plaats van een rode tint.
De kleurtemperatuur nauwkeurig aanpassen
U kunt de kleurtemperatuur instellen voor elke modus
(SPEL/FILM/PC/AUTO).
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om " (KLEUREN)" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het KLEUREN menu verschijnt op het scherm.
5 Druk op de m/M toetsen om "AANPASSEN" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het menu voor het nauwkeurig aanpassen van de
kleurtemperatuur verschijnt op het scherm.
6 Druk op de m/M toetsen om R (Rood) of B (Blauw) te
selecteren en druk op de OK toets. Druk op m/M
toetsen om de kleurtemperatuur aan te passen en
druk vervolgens op de OK toets.
Doordat deze instelling de kleurtemperatuur verandert door
de R en B componenten ten opzichte van G (groen) te
wijzigen, is de G component vast.
7 Druk op de m/M toetsen om te selecteren en druk
vervolgens op de OK toets.
De nieuwe kleurinstelling wordt opgeslagen in het geheugen
en automatisch opgeroepen wanneer "Gebruiker" wordt
geselecteerd.
Het KLEUREN menu verschijnt op het scherm.
De instelling voor SCHERPTE aanpassen
U kunt de randen van beelden, enzovoort scherper maken.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om " SCHERPTE" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het "SCHERPTE" menu verschijnt op het scherm.
5 Druk op de m/M toetsen om de scherpte aan te
passen en druk op de OK toets.
x AUDIO menu
U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het AUDIO menu.
TREBLE
•BASS
BALANS
SURROUND
TREBLE, BASS of BALANS aanpassen
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om (AUDIO) te selecteren
en druk op de OK toets.
4 Druk op de m/M toetsen om TREBLE, BASS of
BALANS te selecteren en druk op de OK toets.
5 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te
selecteren en druk op de OK toets.
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
9300K
6500K
GEBRUIKER
AANPASSEN
KLEUREN
EX I T
128
128
128
1280 1024 60Hzx/
R
G
B
GEBRUIKERINSTEL
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
TREBLE
BASS
BALANS
SURROUND
AUD I O
FILM
15
NL
SURROUND aanpassen
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om (AUDIO) te selecteren
en druk op de OK toets.
4 Druk op de m/M toetsen om SURROUND te
selecteren en druk op de OK toets.
5 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te
selecteren en druk op de OK toets.
SRS WOW: Dankzij diepe lage tonen en heldere hoge
tonen ontstaat een krachtig surround sound
waarmee u optimaal kunt genieten van films
en spellen.
UIT: het SRS WOW-effect wordt uitgeschakeld.
Met de nieuwste technologie van SRS Labs, Inc. die is
geïmplementeerd in SRS WOW, kunt u de geluidskwaliteit van
diverse audiobronnen aanzienlijk verbeteren.
x
MODUS RESET menu (standaardinstellingen
voor elke modus herstellen)
0
U kunt de aangepaste instellingen terugzetten op de
standaardinstellingen.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om "0 RESET" te
selecteren en druk op de OK toets.
Het "RESET" menu verschijnt op het scherm.
4 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te
selecteren en druk op de OK toets.
OK: hiermee herstelt u de
standaardinstellingen voor elke modus in
het BEELD/AUDIO menu.
ANNULEREN: hiermee annuleert u het terugzetten en
keert u terug naar het BEELD/AUDIO
menu.
SCHERM menu (alleen analoog
RGB-signaal)
U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het SCHERM
menu.
AUTO
•FASE
•PITCH
H CENTRERING
V CENTRERING
x De beeldkwaliteit automatisch aanpassen
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, worden de
beeldpositie en -scherpte (fase/pitch) automatisch aangepast
zodat er een scherp beeld op het scherm verschijnt (pagina 20).
Opmerking
Als de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit is
geactiveerd, werkt alleen de 1 (stroom) schakelaar.
Als het beeld niet volledig wordt aangepast met de functie
voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit
U kunt de beeldkwaliteit voor het huidige ingangssignaal verder
automatisch aanpassen. Zie "AUTO" hieronder.
Als u de beeldkwaliteit nog verder moet aanpassen
U kunt de beeldscherpte (fase/pitch) en -positie (horizontale/verticale
positie) handmatig aanpassen.
Deze instellingen worden opgeslagen in het geheugen en
automatisch opgeroepen wanneer de monitor een eerder
ontvangen en geregistreerd ingangssignaal ontvangt.
x De beeldkwaliteit voor het huidige
ingangssignaal verder automatisch
aanpassen (AUTO)
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (SCHERM) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het SCHERM menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om "AUTO" te selecteren en
druk op de OK toets.
Pas de fase, pitch en horizontale/verticale positie van het
scherm aan voor het huidige ingangssignaal en sla deze
aanpassingen op.
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
SRS WOW
UIT
SURROUND
Opmerking
Als u digitale RGB-signalen ontvangt via de DVI-D-ingang voor
INPUT3, hoeft u geen wijzigingen aan te brengen.
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
AUTO
FASE
P TCH
H CENTRERING
V CENTRERING
SCHERM
I
16
x De beeldscherpte handmatig aanpassen
(Fase/Pitch)
U kunt de beeldscherpte als volgt aanpassen. Deze aanpassing is
effectief wanneer de computer is aangesloten op de HD15 ingang
(analoog RGB) van de monitor.
1 Stel de resolutie op de computer in op 1280 × 1024.
2 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
3 Start de CD-ROM en het model en geef het
testpatroon weer.
Voor gebruikers van Windows
Als Auto run werkt:
Klik op Display Adjustment tool (Utility).
Klik op "Aanpassen", bevestig de resolutie en klik daarna op
"Volgende".
Achtereenvolgens verschijnt het testpatroon voor PITCH en
FASE.
Als Auto run niet werkt:
1 Open "Mijn computer" en klik met uw rechtermuisknop op
het pictogram CD-ROM. Ga naar de "Verkenner" en open
het pictogram CD-ROM.
2 Open [Utility] en selecteer [Windows].
3 Start [Win_Utility.exe].
Het testpatroon verschijnt.
Voor gebruikers van Macintosh
1 Open [Utility] en selecteer [Mac].
2 Start [Mac_Utility.exe].
Het testpatroon verschijnt.
4 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
5 Druk op de m/M toetsen om (SCHERM) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het SCHERM menu verschijnt op het scherm.
6 Druk op de m/M toetsen om "FASE" te selecteren en
druk op de OK toets.
Het "FASE" aanpassingsmenu verschijnt op het scherm.
7 Druk op de m/M toetsen tot de horizontale strepen
tot een minimum zijn gereduceerd.
Pas het beeld zo aan dat de horizontale strepen tot een
minimum zijn gereduceerd.
8 Druk op de OK toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
Als er verticale strepen op het hele scherm zichtbaar zijn,
moet u de pitch als volgt aanpassen.
9 Druk op de m/M toetsen om "PITCH" te selecteren en
druk op de OK toets.
Het "PITCH" aanpassingsmenu verschijnt op het scherm.
10 Druk op m/M toetsen totdat de verticale strepen
verdwijnen.
Pas de scherminstelling zo aan dat de verticale strepen
verdwijnen.
11 Klik op [END] op het scherm om het testpatroon uit
te schakelen.
x De beeldpositie handmatig aanpassen
(H CENTRERING/V CENTRERING)
Pas de beeldcentrering als volgt aan wanneer het beeld niet in het
midden van het scherm wordt weergegeven.
1 Stel de resolutie op de computer in op 1280 × 1024.
2 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station.
3 Start de CD-ROM en het model en geef het
testpatroon weer.
Voor gebruikers van Windows
Als Auto run werkt:
Klik op Display Adjustment tool (Utility).
Klik op "Aanpassen", bevestig de resolutie en klik daarna op
"Volgende".
Achtereenvolgens verschijnt het testpatroon voor H
CENTRERING en V CENTRERING.
Als Auto run niet werkt:
1 Open "Mijn computer" en klik met uw rechtermuisknop op
het pictogram CD-ROM. Ga naar de "Verkenner" en open
het pictogram CD-ROM.
2 Open [Utility] en selecteer [Windows].
3 Start [Win_Utility.exe].
Het testpatroon verschijnt.
Voor gebruikers van Macintosh
1 Open [Utility] en selecteer [Mac].
2 Start [Mac_Utility.exe].
Het testpatroon verschijnt.
4 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
5 Druk op de m/M toetsen om (SCHERM) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het SCHERM menu verschijnt op het scherm.
6 Druk op de m/M toetsen om "H CENTRERING" of "V
CENTRERING" te selecteren en druk op de OK toets.
Het "H CENTRERING" aanpassingsmenu of "V
CENTRERING" aanpassingsmenu verschijnt op het scherm.
7 Druk op de m/M toetsen om het testpatroon in het
midden van het scherm te plaatsen.
8 Klik op [END] op het scherm om het testpatroon uit
te schakelen.
17
NL
POSITIE MENU menu
U kunt de positie van het menu wijzigen als deze een beeld op het
scherm blokkeert.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (POSITIE MENU) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het "POSITIE MENU" menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om de gewenste positie te
selecteren en druk op de OK toets.
U kunt kiezen uit 9 posities waar het menu wordt weergegeven.
INGANG ZOEKEN AAN/UIT menu
Als u AUTO AAN selecteert in het INGANG ZOEKEN AAN/
UIT menu, zoekt de monitor automatisch naar invoersignalen via
een ingang en wordt de invoer automatisch gewijzigd voordat de
stroombesparingsstand van de monitor wordt ingeschakeld.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om (INGANG ZOEKEN
AAN/UIT) te selecteren en druk op de OK toets.
Het INGANG ZOEKEN menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te
selecteren en druk op de OK toets.
AAN: als de geselecteerde ingang geen invoersignaal heeft
of als u een ingang selecteert met de INPUT toets op
de monitor en deze ingang geen invoersignaal heeft,
verschijnt het bericht (pagina 20) en zoekt de
monitor automatisch naar invoersignalen via andere
ingangen om de invoer te wijzigen.
Als de invoer is gewijzigd, wordt de geselecteerde
ingang weergegeven in de linkerbovenhoek van het
scherm. Wordt er geen invoersignaal ontvangen,
dan wordt de stroombesparingsstand van de monitor
automatisch ingeschakeld.
UIT: de invoer wordt niet automatisch gewijzigd. Druk op
de INPUT toets om de invoer te wijzigen.
LANGUAGE menu
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (LANGUAGE) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het LANGUAGE menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om een taal te selecteren en
druk op de OK toets.
English: Engels
Français: Frans
Deutsch: Duits
Español: Spaans
Italiano: Italiaans
Nederlands
Svenska: Zweeds
•: Russisch
: Japans
: Chinees
0 RESET menu
(standaardinstelling herstellen)
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om 0 (RESET) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het RESET menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om de gewenste stand te
selecteren en druk op de OK toets.
OK: hiermee worden alle
standaardinstellingen hersteld. Hierbij
wordt de " LANGUAGE" instelling
niet hersteld.
ANNULEREN: hiermee wordt het herstellen geannuleerd
en keert u terug naar het menuscherm.
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
POSITIE MENU
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
AUTO AAN
AUTO UIT
INGANG ZOEKEN
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
LANGUAGE
ENGL I SH
FRANÇA I S
DEUTSCH
ESPAÑOL
I TAL I ANO
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
OK
ANNULEREN
RESET
18
TOETSEN SLOT menu
Alle toetsen vergrendelen om ongewenst aanpassen of herstellen
te vermijden.
1 Druk op de MENU toets.
Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven.
2 Druk op de m/M toetsen om (TOETSEN SLOT) te
selecteren en druk op de OK toets.
Het TOETSEN SLOT menu verschijnt op het scherm.
3 Druk op de m/M toetsen om "AAN" of "UIT" te
selecteren.
AAN:
alleen de
1
(stroom) schakelaar en INPUT toets
werken. Als u een andere handeling probeert uit te
voeren, verschijnt het pictogram op het scherm.
UIT: schakelt " TOETSEN SLOT" uit. Als "
TOETSEN SLOT" is ingesteld op "AAN" en u op
de MENU toets drukt, wordt " TOETSEN
SLOT" automatisch geselecteerd.
Technische kenmerken
Het volume regelen
U kunt het geluid van uw computer of andere audio-apparatuur
die is aangesloten op de audio-ingangen van de monitor,
beluisteren via de luidsprekers van de monitor of een
hoofdtelefoon.
Het volume kan worden aangepast met een apart "Volume" menu
vanuit het hoofdmenu.
1 Druk op de m/M toetsen wanneer er geen menu
verschijnt op het scherm.
2 Druk op de m/M toetsen om het volume aan te
passen.
Het menu verdwijnt automatisch na ongeveer 5 seconden.
Opmerkingen
U kunt het volume niet aanpassen als het hoofdmenu wordt
weergegeven op het scherm.
Als de monitor in de energiespaarstand staat, komt er geen geluid uit de
luidsprekers of de hoofdtelefoons.
EX I T
1280 1024 60Hzx
/
AAN
UIT
TOETSEN SLOT
30
VOLUME
,
19
NL
Energiespaarfunctie
Deze monitor voldoet aan de richtlijnen voor stroombesparing die
zijn opgesteld door VESA,
ENERGY STAR (alleen voor de
SDM-HX75) en NUTEK. Wanneer de monitor is aangesloten op
een computer of een videokaart die compatibel is met DPMS
(Display Power Management Standard) voor analoge ingang/
DMPM (DVI Digital Monitor Power Management) voor digitale
ingang, gaat het automatisch minder stroom verbruiken zoals
hieronder afgebeeld.
SDM-HX75
SDM-HX95
* Als de computer overschakelt naar de modus "actief uit", valt het
ingangssignaal weg en verschijnt "GEEN INPUT SIGNAAL" op het
scherm. Na 5 seconden wordt de energiespaarstand voor de monitor
geactiveerd.
** "Diepe sluimer" is een energiespaarstand die is gedefinieerd door de
Environmental Protection Agency.
De MODUS instellen (BEELD/AUDIO)
(
modus)
Als u herhaaldelijk op de toets aan de rechterkant van de
monitor drukt, kunt u de modus kiezen uit SPEL t FILM t
PC t AUTO.
Als u "AUTO" selecteert, wordt de helderheid van het scherm
automatisch aangepast aan de helderheid van de omgeving
(functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid). Zie
"Functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid
(lichtsensor)" voor meer informatie.
Druk herhaaldelijk op de toets.
De standaardinstelling voor MODUS is "FILM". Als u één keer
op de toets drukt, wordt "FILM" (de standaardinstelling)
weergegeven. Druk u nogmaals op deze toets, dan wordt "PC"
weergegeven.
Wanneer u op de toets drukt, wordt de modus als volgt
gewijzigd:
De afzonderlijke modi verschijnen op het scherm. Het menu
verdwijnt automatisch na ongeveer 5 seconden.
Functie voor het automatisch
aanpassen van de helderheid
(lichtsensor)
Deze monitor heeft een functie waarmee de helderheid van het
scherm automatisch wordt aangepast aan de helderheid van de
omgeving. De helderheid van het scherm wordt ingesteld op het
meest geschikte niveau als u de modus instelt op AUTO met
de toets aan de rechterkant van de monitor of in het BEELD/
AUDIO menu. De helderheid van het scherm is standaard
ingesteld op FILM. Als u de modus instelt op AUTO met de
toets aan de rechterzijde van de monitor, wordt de
aanpassingsbalk ook weergegeven. U kunt de balk aanpassen met
de m/M toetsen. De helderheid van het scherm wordt aangepast
aan het niveau dat u hebt ingesteld.
Energiestand Stroomverbruik
1 (stroom)
indicator
normale werking 50 W (max.) groen
actief uit*
(diepe sluimer)**
1 W (max.) oranje
1 (stroom)
uitgeschakeld
1 W (max.) uit
Energiestand Stroomverbruik
1 (stroom)
indicator
normale werking 60 W (max.) groen
actief uit*
(diepe sluimer)**
1 W (max.) oranje
1 (stroom)
uitgeschakeld
1 W (max.) uit
50
FILM
:
PC
:
AU TO
:
SPEL
:
,
20
De beeldkwaliteit automatisch
regelen
(alleen analoog RGB-signaal)
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt,
worden de beeldpositie en -scherpte (fase/pitch)
automatisch aangepast zodat er een scherp beeld
op het scherm verschijnt.
Fabrieksinstelling
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, wordt deze
automatisch afgestemd op een van de fabrieksinstellingen die in
het geheugen van de monitor zijn opgeslagen om een beeld van
hoge kwaliteit in het midden van het scherm te verkrijgen.
Wanneer het ingangssignaal overeenkomt met de
fabrieksinstelling, wordt het beeld automatisch op het scherm
weergegeven met de juiste standaardinstellingen.
Als ingangssignalen niet overeenkomen met de
fabrieksinstellingen
Als de monitor een ingangssignaal ontvangt dat niet overeenkomt
met een van de fabrieksinstellingen, wordt de functie voor het
automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit van de monitor
geactiveerd waardoor er altijd een scherp beeld verschijnt op het
scherm (binnen het volgende frequentiebereik):
Horizontale frequentie: 28–80 kHz
Verticale frequentie: 48–75 Hz
De eerste keer dat de monitor ingangssignalen ontvangt die niet
overeenkomen met een van de fabrieksinstellingen, kan het langer
dan normaal duren voordat het beeld op het scherm verschijnt. De
instelgegevens worden automatisch opgeslagen in het geheugen
zodat de monitor op dezelfde manier werkt als wanneer de
monitor signalen ontvangt die wel overeenkomen met een van de
fabrieksinstellingen.
Fase, pitch en beeldpositie handmatig aanpassen
Voor sommige ingangssignalen kunnen beeldpositie, fase en
pitch niet helemaal automatisch worden aangepast. Deze
instellingen kunnen dan handmatig worden aangepast
(pagina 16). Wanneer u deze instellingen handmatig aanpast,
worden deze als gebruikersstanden in het geheugen opgeslagen en
automatisch weer opgeroepen wanneer de monitor dezelfde
ingangssignalen ontvangt.
Verhelpen van storingen
Lees dit gedeelte door voordat u contact opneemt met de
technische ondersteuning.
Schermberichten
Als er iets fout is met het ingangssignaal, wordt een van de
volgende berichten weergegeven op het scherm. Zie
"Foutsymptomen en oplossingen" op pagina 22 om dit probleem
op te lossen.
Als "BUITEN BEREIK" verschijnt op het scherm
Dit geeft aan dat het ingangssignaal niet wordt ondersteund door
de monitor. Controleer de volgende items.
Zie "Foutsymptomen en oplossingen" op pagina 22 voor meer
informatie over schermberichten.
Als "xxx.x kHz / xxx Hz" wordt weergegeven
Dit geeft aan dat de horizontale of verticale frequentie niet
wordt ondersteund door de monitor.
De cijfers staan voor de horizontale en verticale frequenties
van het huidige ingangssignaal.
Als "RESOLUTIE i 1280 × 1024" wordt
weergegeven
Dit geeft aan dat de resolutie niet wordt ondersteund door de
monitor (1280 × 1024 of minder).
Als "GEEN INPUT SIGNAAL" verschijnt op het
scherm
Dit geeft aan dat er geen signaal wordt ingevoerd via de gekozen
aansluiting.
Als INGANG ZOEKEN AAN/UIT (pagina 17) is ingesteld op
AAN, zoekt de monitor een ander invoersignaal en wordt de
invoer automatisch gewijzigd.
"GA NAAR STROOMSPAAR"
De monitor schakelt ongeveer 5 seconden nadat het bericht is
verschenen over naar de stroomspaarstand.
BUITEN BEREIK
INGANG#: XXXXX
XXX . XKHz / XXXHz
INFORMATI
E
RESOLUT I E > . 2180X1 420
INFORMATI
E
BUITEN BEREIK
INGANG#: XXXXX
GEEN INPUT SIGNAAL
INGANG#: XXXXX
GA NAAR STROOMSPAAR
INFORMATIE
21
NL
Als "KABEL NIET AANGESLOTEN" verschijnt op
het scherm
Dit geeft aan dat de videosignaalkabel niet is aangesloten op de
gekozen aansluiting.
Als INGANG ZOEKEN AAN/UIT (pagina 17) is ingesteld op
AAN, zoekt de monitor een ander invoersignaal en wordt de
invoer automatisch gewijzigd.
INFORMATIE
INGANG#: XXXXX
KABEL NIET AANGESLOTEN
22
Foutsymptomen en oplossingen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten computer of apparatuur wanneer u problemen hebt met een aangesloten computer of
andere apparatuur.
Probleem Controleer deze punten
Geen beeld
De 1 (stroom) indicator licht niet op
of de 1 (stroom) indicator licht niet
op wanneer de 1 (stroom)
schakelaar wordt ingedrukt.
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.
"KABEL NIET AANGESLOTEN"
verschijnt op het scherm.
Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten
(pagina 7).
Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn
gedrukt.
Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11).
Er is een videosignaalkabel aangesloten die niet is bijgeleverd. Als u een
videosignaalkabel aansluit die niet is bijgeleverd, kan "KABEL NIET AANGESLOTEN"
op het scherm verschijnen. Dit duidt niet op een storing.
"GEEN INPUT SIGNAAL" wordt
op het scherm weergegeven of de 1
(stroom) indicator brandt oranje.
Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten
(pagina 7).
Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn
gedrukt.
Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11).
xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur
en niet door de monitor
De computer staat in de energiespaarstand. Druk op een willekeurige toets op het
toetsenbord of verplaats de muis.
Controleer of de grafische kaart goed is bevestigd.
Controleer of de computer is ingeschakeld.
"BUITEN BEREIK" verschijnt op
het scherm (pagina 20).
xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur
en niet door de monitor
Controleer of het videofrequentiebereik binnen de monitorspecificaties valt. Als u een
oude monitor door deze monitor hebt vervangen, moet u de oude monitor opnieuw
aansluiten en de grafische kaart van de computer aanpassen binnen het volgende bereik:
Horizontale frequentie: 28–80 kHz (analoge RGB), 28–64 kHz (digitale RGB)
Verticale frequentie: 48–75 Hz (analoge RGB), 60 Hz (digitale RGB)
Resolutie: 1280 × 1024 of minder
Bij gebruik van Windows. Als u een oude monitor door deze monitor hebt vervangen, moet u de oude monitor
opnieuw aansluiten en de volgende procedure uitvoeren. Selecteer "SONY" in de lijst met
"fabrikanten" en "SDM-HX75 of SDM-HX95" in de lijst met "modellen" in het Windows-
venster voor apparaatselectie. Als "SDM-HX75 of SDM-HX95" niet verschijnt in de lijst
met "modellen", moet u "Plug & Play" proberen.
Bij gebruik van een Macintosh
systeem.
Gebruik desgewenst een adapter (niet meegeleverd) bij aansluiting op een Macintosh.
Sluit de adapter aan op de computer voordat u de videosignaalkabel aansluit.
Het beeld flikkert, springt,
oscilleert of is vervormd.
Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 16).
Probeer de monitor aan te sluiten op een ander stopcontact, bij voorkeur op een ander
circuit.
xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur
en niet door de monitor
Raadpleeg de handleiding van de grafische kaart voor de juiste instelling van de monitor.
Controleer of de grafische modus (VESA, Macintosh 19" Color, enzovoort) en de
frequentie van het ingangssignaal worden ondersteund door deze monitor. Sommige
grafische kaarten hebben een synchronisatiepuls die te smal is om de monitor correct te
laten synchroniseren, ook al ligt de frequentie binnen het juiste bereik.
Deze monitor verwerkt geen interlace-signalen. Stel deze in op progressieve signalen.
Pas de verversingsfrequentie van de computer aan (verticale frequentie) om een optimaal
beeld te verkrijgen (60 Hz wordt aanbevolen).
23
NL
De gegevens van deze monitor weergeven
Houd de MENU toets langer dan 5 seconden ingedrukt
terwijl de monitor een videosignaal ontvangt totdat het
infovenster verschijnt.
Als u nogmaals op de MENU toets drukt, verdwijnt het venster.
Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u contact op
met een erkende Sony dealer en geeft u de volgende informatie:
Modelnaam: SDM-HX75 of SDM-HX95
Serienummer
Gedetailleerde beschrijving van het probleem
Datum van aanschaf
Naam en specificaties van uw computer en grafische kaart
Type ingangssignalen (analoog RGB/digitaal RGB)
Het beeld is wazig. Pas het contrast en de helderheid aan (pagina 13).
Pas de scherpte aan (pagina 14).
Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 16).
xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur
en niet door de monitor
Stel de resolutie op de computer in op 1280 × 1024.
Echobeeld (ghosting). Gebruik geen videoverlengkabels en/of videoschakeldozen.
Controleer of alle stekkers goed vastzitten.
Het beeld is niet gecentreerd of
heeft niet de juiste afmetingen
(alleen analoog RGB-signaal).
Pas de pitch en fase aan (pagina 16).
Pas de beeldpositie aan (pagina 16). In sommige standen wordt het scherm niet helemaal
gevuld.
Het beeld is te klein. xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur
en niet door de monitor
Stel de resolutie op de computer in op 1280 × 1024.
Het beeld is donker. Pas de achtergrondverlichting aan (pagina 13).
Pas de helderheid aan (pagina 13).
Pas de gamma aan in het GAMMA menu (pagina 13).
Na het inschakelen van de monitor duurt het enkele minuten voordat het scherm oplicht.
Als de modus is ingesteld op AUTO, kan de monitor donker worden als er weinig
licht in de omgeving is (pagina's 12, 19).
Golvend of elliptisch patroon
(moire) is zichtbaar.
Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 16).
De kleur is niet gelijkmatig. Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 16).
Onzuivere witweergave. Pas de kleurtemperatuur aan (pagina 14).
De knoppen van de monitor
werken niet
( verschijnt op het scherm).
Als "TOETSEN SLOT" is ingesteld op "AAN", moet u deze op "UIT" instellen
(pagina 18).
De resolutie die op het
menuscherm wordt weergegeven,
is onjuist.
Afhankelijk van de instelling van de grafische kaart, kan de resolutie die op het
menuscherm wordt weergegeven, niet overeenkomen met de resolutie die in de computer
is ingesteld.
Probleem Controleer deze punten
MENU
INFORMATIE
MODEL : SDM-HX95
SER. NO : 1234567
MANUFACTURED : 2005-40
Voorbeeld
Modelnaam
Serienummer
Productieweek en
-jaar
24
Technische gegevens
LCD-scherm Type: a-Si TFT Active Matrix
Beeldgrootte:17 inch (43 cm)
(SDM-HX75)
19 inch (48 cm)
(SDM-HX95)
Ingangssignaalformaat RGB-werkingsfrequentie*
Horizontaal:
28–80 kHz (analoog RGB)
28–64 kHz (digitaal RGB)
Verticaal:
48–75 Hz (analoog RGB)
60 Hz (digitaal RGB)
Resolutie Horizontaal: Max. 1280 punten
Verticaal: Max. 1024 lijnen
Ingangssignaalniveaus Analoog RGB-videosignaal:
0,7 Vp-p, 75
, positief
SYNC signaal:
TTL-niveau, 2,2 k
,
positief of negatief
(apart horizontaal en verticaal, of
composite sync)
Digitaal RGB (DVI) signaal:
TMDS (Single link)
Audio-invoer Stereo mini-aansluiting, 0,5 Vrms
Luidsprekeruitgang 3 W × 2
Hoofdtelefoonaansluiting Stereo mini-aansluiting
Stroomvereisten SDM–HX75
100–240 V, 50–60 Hz, Max. 1,0 A
SDM–HX95
100–240 V, 50–60 Hz, Max. 1,1 A
Stroomverbruik Max. 50 W (SDM-HX75)
Max. 60 W (SDM-HX95)
Werkingstemperatuur 5–35
°C
Afmetingen (breedte/hoogte/diepte)
Display (rechtop):
SDM–HX75
Ong. 414
×
418,5
×
232 mm
SDM–HX95
Ong. 466,5
×
468
×
265 mm
Gewicht SDM–HX75
Ong. 6,5 kg
SDM–HX95
Ong. 8,5 kg
Plug & Play DDC2B
Accessoires ZieOpstelling pagina 7.
* Aanbevolen horizontale en verticale synchronisatie-conditie
Horizontale synchronisatiebreedte moet meer dan 4,8% van
de totale horizontale tijd zijn of 0,8 µsec, afhankelijk van wat
het grootst is.
Horizontale onderdrukkingsbreedte moet meer dan 2,5 µsec
zijn.
Verticale onderdrukkingsbreedte moet meer dan 450 µsec
zijn.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden
zonder voorafgaande kennisgeving.

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Onderdelen en bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Instelling 1: De videosignaalkabels aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . 7 Instelling 2: De audiokabel aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Instelling 3: Het netsnoer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Instelling 4: Snoeren en kabels bundelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Instelling 5: De monitor en de computer aanzetten . . . . . . . . . . . 9 Instelling 6: De hellingshoek en draaihoek aanpassen . . . . . . . . 10 Het ingangssignaal selecteren (INPUT toets) . . . . . . . . . . . . . . . . 11 De monitor instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 • Macintosh is een handelsmerk in licentie gegeven aan Apple Computer, Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. • Windows® is een geregisteerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. • IBM PC/AT en VGA zijn geregistreerde handelsmerken van IBM Corporation in de Verenigde Staten. • VESA en DDC™ zijn handelsmerken van de Video Electronics Standard Association. • ENERGY STAR is een in de V.S. geregistreerd merk. • Adobe en Acrobat zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. • WOW, SRS en het symbool zijn handelsmerken van SRS Labs, Inc. • WOW technologie is geinkorporeerd met verlof van de licentiehouder SRS Labs, Inc. • Alle andere vermelde productnamen kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. • Bovendien zijn "™" en "®" niet telkens vermeld in deze handleiding. Het menu gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 BEELD/AUDIO menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 MODUS menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 BEELD menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 De instelling voor BACKLIGHT aanpassen . . . . . . . . . 13 De instelling voor CONTRAST 6 aanpassen . . . . . . . . . . . 13 De instelling voor HELDERHEID aanpassen . . . . . . . . 13 Het GAMMA aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 De KLEUREN aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 De instelling voor SCHERPTE aanpassen . . . . . . . . . . 14 AUDIO menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 TREBLE, BASS of BALANS aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . 14 SURROUND aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 MODUS RESET menu (standaardinstellingen voor elke modus herstellen) 0 . . . . . . 15 SCHERM menu (alleen analoog RGB-signaal) . . . . . . . . . . . 15 POSITIE MENU menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 INGANG ZOEKEN AAN/UIT menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 LANGUAGE menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 0 RESET menu (standaardinstelling herstellen) . . . . . . . . . . . . . 17 TOETSEN SLOT menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 Het volume regelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Energiespaarfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 De MODUS instellen (BEELD/AUDIO) ( modus) . . . . . . . . . . 19 Functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid (lichtsensor) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 De beeldkwaliteit automatisch regelen (alleen analoog RGB-signaal) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20 Schermberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Foutsymptomen en oplossingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 http://www.sony.net/ 3 NL Betreffende de ingebouwde stereoluidsprekers Voorzorgsmaatregelen Houd magnetische opnamesystemen, cassettes en diskettes uit de buurt van de luidsprekeropening omdat de luidsprekers een magnetisch veld produceren. Dit magnetisch veld kan gegevens op de magneetbanden en discs beschadigen. Waarschuwing betreffende voedingsaansluitingen • Gebruik het meegeleverde netsnoer. Als u een ander netsnoer gebruikt, moet u nagaan of het compatibel is met de lokale stroomvoorziening. Voor de klanten in de Verenigde Staten Wanneer u het juiste netsnoer niet gebruikt, beantwoordt deze monitor niet aan de voorgeschreven FCC-normen. Voor de klanten in het Verenigd Koninkrijk Gebruik de monitor in het Verenigd Koninkrijk met het juiste netsnoer voor het Verenigd Koninkrijk. Opmerking bij het LCD (Liquid Crystal Display) Het LCD-scherm is vervaardigd met behulp van precisietechnologie. Op het LCD-scherm kunnen echter permanent heldere rode, blauwe of groene stipjes zichtbaar zijn of er kunnen ook onregelmatig gekleurde strepen of heldere zones zichtbaar zijn op het LCD-scherm. Dat is normaal. (Effectieve beeldpunten: meer dan 99,99%) Onderhoud Voorbeeld van stekkertypes voor 100 tot 120 V wisselstroom voor 200 tot 240 V wisselstroom • Trek de stekker uit het stopcontact alvorens de monitor te reinigen. • Reinig het LCD-scherm met een zachte doek. Gebruik geen glasreinigingsmiddel dat een antistatische oplossing of soortgelijke toevoeging bevat omdat de coating van het LCDscherm hierdoor kan worden beschadigd. • Reinig de behuizing, het voorpaneel en de bedieningselementen met een zachte doek die lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje. Gebruik geen schuursponsje, schuurpoeder of solventen zoals alcohol of benzine. • Wrijf, druk of tik niet op het scherm met een scherp of schurend voorwerp zoals een balpen of schroevendraaier. Daardoor kan de beeldbuis immers worden beschadigd. • Merk op dat het materiaal of de coating van het LCD-scherm kan worden aangetast bij blootstelling aan vluchtige oplosmiddelen zoals bijvoorbeeld insecticide of bij langdurig contact met rubber of vinyl. alleen voor 240 V wisselstroom Het toestel moet in de buurt van een makkelijk bereikbaar stopcontact worden geplaatst. Installatie Plaats de monitor niet: • op plaatsen waar deze blootstaat aan extreme temperaturen, bijvoorbeeld dicht bij een radiator, heteluchtblazer of in de volle zon. Wanneer de monitor blootstaat aan extreme temperaturen, zoals in een auto die in de volle zon geparkeerd staat of in de buurt van een heteluchtblazer, kan de behuizing vervormen of de werking verstoord raken. • op een plek waar deze blootstaat aan mechanische trillingen of schokken. • in de buurt van apparatuur die een krachtig magnetisch veld produceert, zoals een TV of diverse andere huishoudelijke apparaten. • op plaatsen waar deze blootstaat aan veel stof, vuil of zand, bijvoorbeeld dicht bij een open venster of een buitendeur. Bij tijdelijk gebruik buiten moeten de nodige maatregelen worden getroffen ter bescherming tegen stof en vuil in de lucht. Indien dat niet gebeurt, kan het toestel onherstelbare schade oplopen. Transport • Koppel alle kabels los van de monitor en pak het LCD-scherm met beide handen vast om het te vervoeren. Let er hierbij op dat u het scherm niet krast. Als u de monitor laat vallen, kunt u gewond raken of kan de monitor worden beschadigd. • Transporteer deze monitor altijd in de originele verpakking. De monitor afvoeren • Voer de monitor niet af samen met gewoon huishoudelijk afval. • De fluorescentiebuis in deze monitor bevat kwik. Deze monitor dient te worden afgevoerd conform de lokale voorschriften terzake. Behandeling van het LCD-scherm • Richt het LCD-scherm niet naar de zon om beschadiging te voorkomen. Let op wanneer u de monitor in de buurt van een venster plaatst. • Druk of kras niet op het LCD-scherm. Plaats geen zware voorwerpen op het LCD-scherm. Hierdoor kan de uniformiteit van het scherm afnemen of kan het LCD-paneel defect raken. • Wanneer de monitor in een koude omgeving wordt gebruikt, kunnen er nabeelden op het scherm verschijnen. Dat is normaal en duidt niet op storing. Het scherm werkt weer normaal wanneer de normale omgevingstemperatuur is bereikt. • Wanneer een stilstaand beeld te lang op het scherm staat, kan er gedurende enige tijd een nabeeld zichtbaar zijn. Dit nabeeld zal na verloop van tijd verdwijnen. • Tijdens gebruik zal het LCD-paneel warm worden. Dat is normaal en duidt niet op storing. 4 A 1 (stroom) schakelaar en 1 (stroom) indicator (pagina's 9, 19) Als u de monitor wilt in- of uitschakelen, drukt u op de 1 (stroom) schakelaar. De stroomindicator brandt groen als de monitor is ingeschakeld en brandt oranje als de monitor zich in de stroombesparingsstand bevindt. Onderdelen en bedieningselementen Zie voor nadere bijzonderheden de pagina's waarnaar tussen haakjes wordt verwezen. Voorkant van het LCD-scherm B Lichtsensor (pagina 19) Met deze sensor wordt de helderheid van de omgeving gemeten. Blokkeer de sensor niet met papier, enzovoort. MENU MENU C Stereoluidsprekers (pagina 18) De luidsprekers zetten audiosignalen om in geluid. OK INPUT D MENU toets (pagina 11) Met deze toets wordt het menuscherm in- en uitgeschakeld. OK E m/M en 2 (volume) toetsen (pagina's 11, 18) Met deze toetsen kunt u de menuonderdelen selecteren, wijzigingen aanbrengen en het "Volume" menu weergeven om het volume te regelen. INPUT 3 F OK toets (pagina 11) Met deze toets activeert u het geselecteerde menuonderdeel en de wijzigingen die zijn gemaakt met de m/M toetsen (5). 1 G INPUT toets (pagina 11) Met deze toets kunt u het video-invoersignaal schakelen tussen INPUT1, INPUT2 en INPUT3 als er twee computers zijn aangesloten op de monitor. 2 Zijaanzicht van het LCD-scherm H 4 5 toets (pagina 19) Met deze toets wijzigt u de MODUS (BEELD/AUDIO). I Achterklep (pagina 7) Schuif dit paneel omhoog om kabels of snoeren aan te sluiten. 9 J Hoofdtelefoonaansluiting (pagina 18) Deze aansluiting voert audiosignalen naar de hoofdtelefoon. q; 6 7 8 5 NL K AC IN aansluiting (pagina 8) Hierop sluit u het netsnoer aan (meegeleverd). Achterkant van het LCD-scherm L Veiligheidsvergrendeling De veiligheidsvergrendeling moet worden gebruikt met het Kensington Micro Saver Security System. Micro Saver Security System is een handelsmerk van Kensington. M Audio-ingang voor INPUT1 (pagina 8) Via deze aansluiting worden audiosignalen ingevoerd wanneer de aansluiting is verbonden met de audio-uitgang van een computer of andere audioapparatuur die is aangesloten op INPUT1. ql qa qd qf INPUT 1 qs qg qh INPUT 2 qj N HD15 ingang (analoog RGB) voor INPUT1 (pagina 7) Via deze aansluiting worden analoge RGB-videosignalen (0,700 Vp-p, positief) en synchronisatiesignalen ingevoerd. qk O Audio-ingang voor INPUT2 (pagina 8) Via deze aansluiting worden audiosignalen ingevoerd wanneer de aansluiting is verbonden met de audio-uitgang van een computer of andere audioapparatuur die is aangesloten op INPUT2. INPUT 3 P HD15 ingang (analoog RGB) voor INPUT2 (pagina 7) Via deze aansluiting worden analoge RGB-videosignalen (0,700 Vp-p, positief) en synchronisatiesignalen ingevoerd. Q Audio-ingang voor INPUT3 (pagina 8) Via deze aansluiting worden audiosignalen ingevoerd wanneer de aansluiting is verbonden met de audio-uitgang van een computer of andere audioapparatuur die is aangesloten op INPUT3. R DVI-D ingang (digitaal RGB) voor INPUT3 (pagina 7) Via deze aansluiting worden digitale RGB-videosignalen ingevoerd conform DVI Rev. 1.0. S Kabelhouder (pagina 9) Hiermee worden kabels en snoeren aan de monitor bevestigd. 6 Een computer aansluiten die is voorzien van een DVI uitgang (digitaal RGB) Opstelling Gebruik de bijgeleverde DVI-D-videosignaalkabel (digitale RGB) om de computer aan te sluiten op de DVI-D-ingang van de monitor (digitale RGB) voor INPUT3. Voordat u de monitor in gebruik neemt, moet u controleren of de verpakking de volgende items bevat: • LCD-scherm • Netsnoer • HD15-HD15 videosignaalkabel (analoog RGB) • DVI-D videosignaalkabel (digitaal RGB) • Audiokabel (stereoministekker) • CD-ROM (hulpprogramma's voor Windows/Macintosh, gebruiksaanwijzing, enzovoort) • Garantiekaart • Installatiehandleiding naar de DVI-D ingang (digitaal RGB) Instelling 1: De videosignaalkabels aansluiten naar de DVI uitgang (digitaal RGB) van de computer • Zet de monitor en de computer uit voordat u deze aansluit. • Als u de computer aansluit op de HD15 ingang (analoog RGB) van de monitor, raadpleegt u "Een computer aansluiten die is voorzien van een HD15 uitgang (analoog RGB)". DVI-D videosignaalkabel (digitaal RGB) (meegeleverd) NL Een computer aansluiten die is voorzien van een HD15 uitgang (analoog RGB) Opmerking Raak de pinnen van de videosignaalkabel niet aan omdat deze hierdoor kunnen verbuigen. Sluit de computer met de meegeleverde HD15-HD15 videosignaalkabel (analoog RGB) aan op de HD15 ingang (analoog RGB) van de monitor voor INPUT1 of INPUT2. Schuif de achterklep omhoog. Sluit de computer aan zoals hieronder wordt afgebeeld. x Aansluiting op een IBM PC/AT of compatibele computer naar de HD 15 ingang (analoog RGB) naar de HD15 uitgang (analoog RGB) van de computer IBM PC/AT of compatibele computer 7 HD15-HD15 videosignaalkabel (analoog RGB) (meegeleverd) xAansluiting op een Macintosh Instelling 3: Het netsnoer aansluiten 1 Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de AC IN naar de HD 15 ingang (analoog RGB) ingang van de monitor. 2 Sluit het andere uiteinde van het netsnoer aan op een stopcontact. naar de uitgang van de computer 1 naar AC IN HD15-HD15 videosignaalkabel (analoog RGB) (meegeleverd) naar stopcontact Macintosh Gebruik desgewenst een adapter (niet meegeleverd) bij aansluiting op een Macintosh. Sluit de adapter aan op de computer voordat u de videosignaalkabel aansluit. 2 netsnoer (meegeleverd) Instelling 2: De audiokabel aansluiten Sluit de meegeleverde audiokabel aan op de betreffende audio-ingang van de monitor. U kunt het geluid van uw computer of andere audio-apparatuur die is aangesloten op de audio-ingangen van de monitor, beluisteren via de luidsprekers van de monitor of een hoofdtelefoon. Zie "Het volume regelen" op pagina 18 voor meer informatie. naar de audio-ingang naar de audio-uitgang van de computer of andere audio-apparatuur audiokabel (meegeleverd) 8 Instelling 4: Snoeren en kabels bundelen Instelling 5: De monitor en de computer aanzetten 1 Schuif de achterklep omhoog. 1 Druk op de 1 (stroom) schakelaar links aan de achterkant van de monitor. De 1 (stroom) indicator licht groen op. 2 Zet de videosignaalkabel, de audiokabels en het netsnoer vast met de kabelhouder op de kast. 3 Schuif de achterklep omlaag. MENU licht groen op OK INPUT 1 achterklep 2 2 Zet de computer aan. 3 Druk op de INPUT toets om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Het beeld van de geselecteerde invoer verschijnt op het scherm. Zie "Het ingangssignaal selecteren (INPUT toets)" op pagina 11 voor meer informatie. 3 INPUT De installatie van de monitor is voltooid. Pas desgewenst het beeld van de monitor aan met de bedieningselementen op de monitor (pagina 11). 9 NL Als er geen beeld verschijnt op het scherm Instelling 6: De hellingshoek en draaihoek aanpassen • Controleer of het netsnoer en de videosignaalkabel goed zijn aangesloten. U kunt de monitor verstellen binnen de hieronder weergegeven hoeken. • Als "GEEN INPUT SIGNAAL" op het scherm verschijnt: – De computer staat in de energiespaarstand. Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord of verplaats de muis. – Controleer of het ingangssignaal juist is ingesteld door op de INPUT toets te drukken (pagina 11). Pak beide zijden van het LCD-scherm vast en stel de gewenste hoek in. • Als "KABEL NIET AANGESLOTEN" op het scherm verschijnt: – Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten. – Controleer of het ingangssignaal juist is ingesteld door op de INPUT toets te drukken (pagina 11). ca. 5° MEN ca. 20° U OK INPU T • Als "BUITEN BEREIK" op het scherm verschijnt, moet u de oude monitor opnieuw aansluiten. Pas vervolgens de grafische kaart van de computer aan het volgende bereik aan. Analoge RGB Digitale RGB Horizontale frequentie 28–80 kHz 28–64 kHz Verticale frequentie 48–75 Hz 60 Hz Resolutie 1280 × 1024 of minder 1280 × 1024 of minder MENU Zie "Foutsymptomen en oplossingen" op pagina 22 voor meer informatie over berichten op het scherm. OK INP Geen specifieke drivers vereist. De monitor voldoet aan de "DDC" Plug & Play norm en herkent automatisch alle monitorinformatie. Op de computer hoeft geen specifieke driver te worden geïnstalleerd. Wanneer u de computer voor het eerst aanzet nadat de monitor is aangesloten, kan de installatiewizard op het scherm verschijnen. Volg in dit geval de instructies op het scherm. De Plug & Play monitor wordt automatisch geselecteerd zodat u deze monitor kunt gebruiken. UT ca. 45° ca. 45° De verticale frequentie wordt ingesteld op 60 Hz. De monitor produceert geen vervelend geknipper, zodat u deze meteen kunt gebruiken. U hoeft de verticale frequentie niet hoog in te stellen. Comfortabel gebruik van de monitor Pas de kijkhoek van de monitor aan de hoogte van uw bureau en stoel aan zodat er geen licht van het scherm in uw ogen wordt gereflecteerd. Opmerking Als u de hellingshoek en hoogte aanpast, moet u langzaam en voorzichtig te werk gaan, zodat de monitor niet tegen het bureau klapt. 10 Het ingangssignaal selecteren De monitor instellen (INPUT toets) Voor het instellen Druk op de INPUT toets. Het invoersignaal wordt gewijzigd als u op deze toets drukt. Sluit de monitor en de computer aan en zet deze aan. Voor de beste resultaten wacht u minstens 30 minuten voordat u de instellingen gaat aanpassen. INPUT Met het schermmenu kunt u veel instellingen van de monitor wijzigen. Het menu gebruiken Bericht op het scherm (verschijnt ongeveer 5 seconden in de linkerbovenhoek) Configuratie van het invoersignaal INPUT1: HD15 HD15 ingang (analoog RGB) voor INPUT1 1 Geef het hoofdmenu weer. Druk op de MENU toets om het hoofdmenu weer te geven op het scherm. INPUT2: HD15 HD15 ingang (analoog RGB) voor INPUT2 INPUT3: DVI-D DVI-D ingang (digitaal RGB) voor INPUT3 B E E L D / AU D I O MENU , F I LM 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T 2 Selecteer het menu. Druk op de m/M toetsen om het gewenste menu weer te geven. Druk op de OK toets om naar het eerste menuonderdeel te gaan. OK , 3 Selecteer het onderdeel dat u wilt aanpassen. Druk op de m/M toetsen om het onderdeel te selecteren dat u wilt aanpassen en druk vervolgens op de OK toets. OK , Als een van de menuonderdelen is. Als u selecteert en op de OK toets drukt, wordt het vorige menu weergegeven. 11 NL 4 Pas het onderdeel aan. BEELD/AUDIO menu Druk op de m/M toetsen om de instelling aan te passen en druk vervolgens op de OK toets. Wanneer u op de OK toets drukt, wordt de instelling opgeslagen en verschijnt het vorige menu op het scherm. U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het BEELD/ AUDIO menu. • MODUS B E E L D / AU D I O (SPEL/FILM/PC/AUTO) F I LM • BEELD • AUDIO • MODUS RESET 0 OK , 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T x MODUS menu 5 Sluit het menu. U kunt de helderheid van het scherm aanpassen aan de functie waarvoor u het scherm wilt gebruiken. Voor elke modus kunt u BEELD/AUDIO instellingen opgeven. Bovendien kunt u de modus veranderen voor elke ingang (INGANG1/INGANG2/INGANG3). Druk één keer op de MENU toets om naar het normale beeld terug te keren. Als er geen toets wordt ingedrukt, wordt het menu automatisch gesloten na ongeveer 45 seconden. MENU 1 Druk op MENU toets. Het hoofdmenu verschijnt op het scherm. 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. x Standaardinstellingen herstellen U kunt de aanpassingen opnieuw instellen met het RESET menu. Zie 0 (RESET) op pagina 17 voor meer informatie over het opnieuw instellen van de aanpassingen. 3 Druk op de m/M toetsen om "FILM" te selecteren en druk op de OK toets. Het MODUS menu verschijnt op het scherm. MODUS SPEL FILM PC AU TO 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T 4 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te selecteren en druk op de OK toets. De standaardinstelling is FILM. • SPEL: helder beeld. • FILM: scherp beeld met sterk contrast. • PC: beeld met zachte kleurtonen. • AUTO: hiermee wordt de helderheid van het scherm automatisch aangepast aan de helderheid van de omgeving (functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid). Zie "Functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid (lichtsensor)" op pagina 19 voor meer informatie. Opmerking In de AUTO modus kunt u de achtergrondverlichting niet aanpassen. 12 De instelling voor HELDERHEID aanpassen Pas de beeldhelderheid (zwartniveau) aan. x BEELD menu U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het BEELD menu. • BACKLIGHT BEELD FILM • CONTRAST 6 : 100 • HELDERHEID : 70 : 50 • GAMMA menu • KLEUREN menu • SCHERPTE 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz 1 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. EX I T 3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD menu verschijnt op het scherm. De instelling voor BACKLIGHT aanpassen Pas de achtergrondverlichting aan wanneer het scherm te helder is om het beter leesbaar te maken. 4 Druk op de m/M toetsen om " HELDERHEID" te selecteren en druk op de OK toets. Het "HELDERHEID" menu verschijnt op het scherm. 1 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. 5 Druk op de m/M toetsen om de helderheid aan te passen en druk op de OK toets. Het GAMMA aanpassen U kunt de kleurtinten op het scherm afstemmen op de originele kleurtinten. 3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD menu verschijnt op het scherm. GAMMA 4 Druk op de m/M toetsen om " BACKLIGHT" te selecteren en druk op de OK toets. Het "BACKLIGHT" menu verschijnt op het scherm. GAMMA 1 GAMMA 2 GAMMA 3 GAMMA 4 5 Druk op de m/M toetsen om het verlichtingsniveau 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T aan te passen en druk op de OK toets. De instelling voor CONTRAST 6 aanpassen Pas het beeldcontrast aan. 1 Druk op de MENU toets. 1 Druk op de MENU toets. 2 Druk op de m/M toetsen om Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. 3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD menu verschijnt op het scherm. 3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD menu verschijnt op het scherm. 4 Druk op de m/M toetsen om " (GAMMA)" te selecteren en druk op de OK toets. Het GAMMA menu verschijnt op het scherm. 4 Druk op de m/M toetsen om "6 CONTRAST" te 5 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te selecteren en druk op de OK toets. Het "CONTRAST" menu verschijnt op het scherm. selecteren en druk op de OK toets. 5 Druk op de m/M toetsen om het contrast aan te passen en druk op de OK toets. 13 NL 6 Druk op de m/M toetsen om R (Rood) of B (Blauw) te De KLEUREN aanpassen U kunt het beeldkleurenniveau van het witte kleurenveld kiezen uit de standaardinstellingen voor kleurtemperatuur. U kunt desgewenst de kleurtemperatuur ook nauwkeuriger aanpassen. selecteren en druk op de OK toets. Druk op m/M toetsen om de kleurtemperatuur aan te passen en druk vervolgens op de OK toets. Doordat deze instelling de kleurtemperatuur verandert door de R en B componenten ten opzichte van G (groen) te wijzigen, is de G component vast. KLEUREN 9300K 6500K GEBRUIKER A A N PA S S E N 7 Druk op de m/M toetsen om te selecteren en druk vervolgens op de OK toets. De nieuwe kleurinstelling wordt opgeslagen in het geheugen en automatisch opgeroepen wanneer "Gebruiker" wordt geselecteerd. Het KLEUREN menu verschijnt op het scherm. 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T 1 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. De instelling voor SCHERPTE aanpassen U kunt de randen van beelden, enzovoort scherper maken. 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. 1 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu verschijnt op het scherm. 3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD menu verschijnt op het scherm. 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. 4 Druk op de m/M toetsen om " (KLEUREN)" te selecteren en druk op de OK toets. Het KLEUREN menu verschijnt op het scherm. 3 Druk op de m/M toetsen om (BEELD) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD menu verschijnt op het scherm. 5 Druk op de m/M toetsen om de gewenste 4 Druk op de m/M toetsen om " SCHERPTE" te selecteren en druk op de OK toets. Het "SCHERPTE" menu verschijnt op het scherm. kleurtemperatuur te selecteren en druk op de OK toets. Als u de kleurtemperatuur wijzigt van 9300K in 6500K, krijgt de witbalans een blauwe tint in plaats van een rode tint. 5 Druk op de m/M toetsen om de scherpte aan te De kleurtemperatuur nauwkeurig aanpassen passen en druk op de OK toets. U kunt de kleurtemperatuur instellen voor elke modus (SPEL/FILM/PC/AUTO). x AUDIO menu 1 Druk op de MENU toets. U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het AUDIO menu. • TREBLE AU D I O FILM • BASS • BALANS TREBLE BASS • SURROUND BALANS Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. SURROUND 3 Druk op de m/M toetsen om 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T (BEELD) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD menu verschijnt op het scherm. TREBLE, BASS of BALANS aanpassen 4 Druk op de m/M toetsen om " (KLEUREN)" te selecteren en druk op de OK toets. Het KLEUREN menu verschijnt op het scherm. 1 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu verschijnt op het scherm. 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. 5 Druk op de m/M toetsen om "AANPASSEN" te selecteren en druk op de OK toets. Het menu voor het nauwkeurig aanpassen van de kleurtemperatuur verschijnt op het scherm. 3 Druk op de m/M toetsen om R 128 G 128 B 128 (AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. GEBRUIKERINSTEL 4 Druk op de m/M toetsen om TREBLE, BASS of BALANS te selecteren en druk op de OK toets. 5 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T selecteren en druk op de OK toets. 14 SURROUND aanpassen SCHERM menu (alleen analoog 1 Druk op de MENU toets. RGB-signaal) Het hoofdmenu verschijnt op het scherm. U kunt de volgende onderdelen aanpassen met het SCHERM menu. • AUTO SCHERM • FASE • PITCH AU TO FA S E • H CENTRERING P I TCH H CENTRERING • V CENTRERING V CENTRERING 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. 3 Druk op de m/M toetsen om (AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. 4 Druk op de m/M toetsen om SURROUND te 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T selecteren en druk op de OK toets. 5 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te Opmerking Als u digitale RGB-signalen ontvangt via de DVI-D-ingang voor INPUT3, hoeft u geen wijzigingen aan te brengen. selecteren en druk op de OK toets. SURROUND S R S W OW UIT x De beeldkwaliteit automatisch aanpassen Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, worden de beeldpositie en -scherpte (fase/pitch) automatisch aangepast zodat er een scherp beeld op het scherm verschijnt (pagina 20). 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T • SRS WOW: Dankzij diepe lage tonen en heldere hoge tonen ontstaat een krachtig surround sound waarmee u optimaal kunt genieten van films en spellen. • UIT: het SRS WOW-effect wordt uitgeschakeld. Opmerking Als de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit is geactiveerd, werkt alleen de 1 (stroom) schakelaar. Als het beeld niet volledig wordt aangepast met de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit U kunt de beeldkwaliteit voor het huidige ingangssignaal verder automatisch aanpassen. Zie "AUTO" hieronder. Met de nieuwste technologie van SRS Labs, Inc. die is geïmplementeerd in SRS WOW, kunt u de geluidskwaliteit van diverse audiobronnen aanzienlijk verbeteren. Als u de beeldkwaliteit nog verder moet aanpassen U kunt de beeldscherpte (fase/pitch) en -positie (horizontale/verticale positie) handmatig aanpassen. x MODUS RESET menu (standaardinstellingen voor elke modus herstellen) 0 Deze instellingen worden opgeslagen in het geheugen en automatisch opgeroepen wanneer de monitor een eerder ontvangen en geregistreerd ingangssignaal ontvangt. U kunt de aangepaste instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. 1 Druk op de MENU toets. x De beeldkwaliteit voor het huidige ingangssignaal verder automatisch aanpassen (AUTO) Het hoofdmenu verschijnt op het scherm. 2 Druk op de m/M toetsen om (BEELD/AUDIO) te selecteren en druk op de OK toets. Het BEELD/AUDIO menu verschijnt op het scherm. 1 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 3 Druk op de m/M toetsen om "0 RESET" te selecteren en druk op de OK toets. Het "RESET" menu verschijnt op het scherm. 2 Druk op de m/M toetsen om (SCHERM) te selecteren en druk op de OK toets. Het SCHERM menu verschijnt op het scherm. 4 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te selecteren en druk op de OK toets. • OK: hiermee herstelt u de standaardinstellingen voor elke modus in het BEELD/AUDIO menu. • ANNULEREN: hiermee annuleert u het terugzetten en keert u terug naar het BEELD/AUDIO menu. 3 Druk op de m/M toetsen om "AUTO" te selecteren en druk op de OK toets. Pas de fase, pitch en horizontale/verticale positie van het scherm aan voor het huidige ingangssignaal en sla deze aanpassingen op. 15 NL 10 Druk op m/M toetsen totdat de verticale strepen x De beeldscherpte handmatig aanpassen (Fase/Pitch) verdwijnen. Pas de scherminstelling zo aan dat de verticale strepen verdwijnen. U kunt de beeldscherpte als volgt aanpassen. Deze aanpassing is effectief wanneer de computer is aangesloten op de HD15 ingang (analoog RGB) van de monitor. 1 Stel de resolutie op de computer in op 1280 × 1024. 2 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 3 Start de CD-ROM en het model en geef het testpatroon weer. Voor gebruikers van Windows Als Auto run werkt: Klik op Display Adjustment tool (Utility). Klik op "Aanpassen", bevestig de resolutie en klik daarna op "Volgende". Achtereenvolgens verschijnt het testpatroon voor PITCH en FASE. Als Auto run niet werkt: 1 Open "Mijn computer" en klik met uw rechtermuisknop op het pictogram CD-ROM. Ga naar de "Verkenner" en open het pictogram CD-ROM. 2 Open [Utility] en selecteer [Windows]. 3 Start [Win_Utility.exe]. Het testpatroon verschijnt. Voor gebruikers van Macintosh 1 Open [Utility] en selecteer [Mac]. 2 Start [Mac_Utility.exe]. Het testpatroon verschijnt. 11 Klik op [END] op het scherm om het testpatroon uit te schakelen. x De beeldpositie handmatig aanpassen (H CENTRERING/V CENTRERING) Pas de beeldcentrering als volgt aan wanneer het beeld niet in het midden van het scherm wordt weergegeven. 1 Stel de resolutie op de computer in op 1280 × 1024. 2 Plaats de CD-ROM in het CD-ROM-station. 3 Start de CD-ROM en het model en geef het testpatroon weer. Voor gebruikers van Windows Als Auto run werkt: Klik op Display Adjustment tool (Utility). Klik op "Aanpassen", bevestig de resolutie en klik daarna op "Volgende". Achtereenvolgens verschijnt het testpatroon voor H CENTRERING en V CENTRERING. Als Auto run niet werkt: 1 Open "Mijn computer" en klik met uw rechtermuisknop op het pictogram CD-ROM. Ga naar de "Verkenner" en open het pictogram CD-ROM. 2 Open [Utility] en selecteer [Windows]. 3 Start [Win_Utility.exe]. Het testpatroon verschijnt. Voor gebruikers van Macintosh 1 Open [Utility] en selecteer [Mac]. 2 Start [Mac_Utility.exe]. Het testpatroon verschijnt. 4 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 5 Druk op de m/M toetsen om (SCHERM) te selecteren en druk op de OK toets. Het SCHERM menu verschijnt op het scherm. 6 Druk op de m/M toetsen om "FASE" te selecteren en druk op de OK toets. Het "FASE" aanpassingsmenu verschijnt op het scherm. 7 Druk op de m/M toetsen tot de horizontale strepen tot een minimum zijn gereduceerd. Pas het beeld zo aan dat de horizontale strepen tot een minimum zijn gereduceerd. 4 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 5 Druk op de m/M toetsen om (SCHERM) te selecteren en druk op de OK toets. Het SCHERM menu verschijnt op het scherm. 6 Druk op de m/M toetsen om "H CENTRERING" of "V CENTRERING" te selecteren en druk op de OK toets. Het "H CENTRERING" aanpassingsmenu of "V CENTRERING" aanpassingsmenu verschijnt op het scherm. 8 Druk op de OK toets. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. Als er verticale strepen op het hele scherm zichtbaar zijn, moet u de pitch als volgt aanpassen. 7 Druk op de m/M toetsen om het testpatroon in het midden van het scherm te plaatsen. 9 Druk op de m/M toetsen om "PITCH" te selecteren en 8 Klik op [END] op het scherm om het testpatroon uit druk op de OK toets. Het "PITCH" aanpassingsmenu verschijnt op het scherm. te schakelen. 16 LANGUAGE menu POSITIE MENU menu U kunt de positie van het menu wijzigen als deze een beeld op het scherm blokkeert. POSITIE L A N G UA G E ENGL I SH FRANÇA I S DEUTSCH ESPA ÑOL I TA L I ANO MENU 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T 1 Druk op de MENU toets. 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 1 Druk op de MENU toets. 2 Druk op de m/M toetsen om (LANGUAGE) te selecteren en druk op de OK toets. Het LANGUAGE menu verschijnt op het scherm. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 2 Druk op de m/M toetsen om (POSITIE MENU) te selecteren en druk op de OK toets. Het "POSITIE MENU" menu verschijnt op het scherm. 3 Druk op de m/M toetsen om een taal te selecteren en druk op de OK toets. • English: Engels • Français: Frans • Deutsch: Duits • Español: Spaans • Italiano: Italiaans • Nederlands • Svenska: Zweeds • : Russisch • : Japans • : Chinees 3 Druk op de m/M toetsen om de gewenste positie te selecteren en druk op de OK toets. U kunt kiezen uit 9 posities waar het menu wordt weergegeven. INGANG ZOEKEN AAN/UIT menu Als u AUTO AAN selecteert in het INGANG ZOEKEN AAN/ UIT menu, zoekt de monitor automatisch naar invoersignalen via een ingang en wordt de invoer automatisch gewijzigd voordat de stroombesparingsstand van de monitor wordt ingeschakeld. 0 RESET menu (standaardinstelling herstellen) INGANG ZOEKEN AU TO A A N AU TO U I T RESET OK ANNULEREN 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T 1 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu verschijnt op het scherm. 1 Druk op de MENU toets. 2 Druk op de m/M toetsen om (INGANG ZOEKEN AAN/UIT) te selecteren en druk op de OK toets. Het INGANG ZOEKEN menu verschijnt op het scherm. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 2 Druk op de m/M toetsen om 0 (RESET) te selecteren en druk op de OK toets. Het RESET menu verschijnt op het scherm. 3 Druk op de m/M toetsen om de gewenste modus te selecteren en druk op de OK toets. • AAN: als de geselecteerde ingang geen invoersignaal heeft of als u een ingang selecteert met de INPUT toets op de monitor en deze ingang geen invoersignaal heeft, verschijnt het bericht (pagina 20) en zoekt de monitor automatisch naar invoersignalen via andere ingangen om de invoer te wijzigen. Als de invoer is gewijzigd, wordt de geselecteerde ingang weergegeven in de linkerbovenhoek van het scherm. Wordt er geen invoersignaal ontvangen, dan wordt de stroombesparingsstand van de monitor automatisch ingeschakeld. • UIT: de invoer wordt niet automatisch gewijzigd. Druk op de INPUT toets om de invoer te wijzigen. 3 Druk op de m/M toetsen om de gewenste stand te selecteren en druk op de OK toets. • OK: hiermee worden alle standaardinstellingen hersteld. Hierbij wordt de " LANGUAGE" instelling niet hersteld. • ANNULEREN: hiermee wordt het herstellen geannuleerd en keert u terug naar het menuscherm. 17 NL TOETSEN SLOT menu Technische kenmerken Alle toetsen vergrendelen om ongewenst aanpassen of herstellen te vermijden. Het volume regelen TO E T S E N S L OT AAN UIT U kunt het geluid van uw computer of andere audio-apparatuur die is aangesloten op de audio-ingangen van de monitor, beluisteren via de luidsprekers van de monitor of een hoofdtelefoon. 1 2 8 0 x 1 0 2 4 / 6 0Hz EX I T Het volume kan worden aangepast met een apart "Volume" menu vanuit het hoofdmenu. 1 Druk op de MENU toets. Het hoofdmenu wordt op het scherm weergegeven. 1 Druk op de m/M toetsen wanneer er geen menu verschijnt op het scherm. 2 Druk op de m/M toetsen om (TOETSEN SLOT) te selecteren en druk op de OK toets. Het TOETSEN SLOT menu verschijnt op het scherm. VO L U M E , 3 Druk op de m/M toetsen om "AAN" of "UIT" te selecteren. • AAN: alleen de 1 (stroom) schakelaar en INPUT toets werken. Als u een andere handeling probeert uit te voeren, verschijnt het pictogram op het scherm. • UIT: schakelt " TOETSEN SLOT" uit. Als " TOETSEN SLOT" is ingesteld op "AAN" en u op de MENU toets drukt, wordt " TOETSEN SLOT" automatisch geselecteerd. 30 2 Druk op de m/M toetsen om het volume aan te passen. Het menu verdwijnt automatisch na ongeveer 5 seconden. Opmerkingen • U kunt het volume niet aanpassen als het hoofdmenu wordt weergegeven op het scherm. • Als de monitor in de energiespaarstand staat, komt er geen geluid uit de luidsprekers of de hoofdtelefoons. 18 Energiespaarfunctie De MODUS instellen (BEELD/AUDIO) Deze monitor voldoet aan de richtlijnen voor stroombesparing die zijn opgesteld door VESA, ENERGY STAR (alleen voor de SDM-HX75) en NUTEK. Wanneer de monitor is aangesloten op een computer of een videokaart die compatibel is met DPMS (Display Power Management Standard) voor analoge ingang/ DMPM (DVI Digital Monitor Power Management) voor digitale ingang, gaat het automatisch minder stroom verbruiken zoals hieronder afgebeeld. ( Als u herhaaldelijk op de toets aan de rechterkant van de monitor drukt, kunt u de modus kiezen uit SPEL t FILM t PC t AUTO. Als u "AUTO" selecteert, wordt de helderheid van het scherm automatisch aangepast aan de helderheid van de omgeving (functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid). Zie "Functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid (lichtsensor)" voor meer informatie. SDM-HX75 Energiestand Stroomverbruik 1 (stroom) Druk herhaaldelijk op de indicator normale werking 50 W (max.) oranje 1 (stroom) uitgeschakeld 1 W (max.) uit Stroomverbruik 1 (stroom) toets. De standaardinstelling voor MODUS is "FILM". Als u één keer op de toets drukt, wordt "FILM" (de standaardinstelling) weergegeven. Druk u nogmaals op deze toets, dan wordt "PC" weergegeven. groen actief uit* 1 W (max.) (diepe sluimer)** modus) Wanneer u op de gewijzigd: toets drukt, wordt de modus als volgt SDM-HX95 Energiestand : SPEL indicator normale werking 60 W (max.) groen actief uit* 1 W (max.) (diepe sluimer)** oranje 1 (stroom) uitgeschakeld uit 1 W (max.) : FILM , Als de computer overschakelt naar de modus "actief uit", valt het ingangssignaal weg en verschijnt "GEEN INPUT SIGNAAL" op het scherm. Na 5 seconden wordt de energiespaarstand voor de monitor geactiveerd. ** "Diepe sluimer" is een energiespaarstand die is gedefinieerd door de Environmental Protection Agency. NL : PC * : AU TO 50 De afzonderlijke modi verschijnen op het scherm. Het menu verdwijnt automatisch na ongeveer 5 seconden. Functie voor het automatisch aanpassen van de helderheid (lichtsensor) Deze monitor heeft een functie waarmee de helderheid van het scherm automatisch wordt aangepast aan de helderheid van de omgeving. De helderheid van het scherm wordt ingesteld op het meest geschikte niveau als u de modus instelt op AUTO met de toets aan de rechterkant van de monitor of in het BEELD/ AUDIO menu. De helderheid van het scherm is standaard ingesteld op FILM. Als u de modus instelt op AUTO met de toets aan de rechterzijde van de monitor, wordt de aanpassingsbalk ook weergegeven. U kunt de balk aanpassen met de m/M toetsen. De helderheid van het scherm wordt aangepast aan het niveau dat u hebt ingesteld. 19 De beeldkwaliteit automatisch regelen (alleen analoog RGB-signaal) Verhelpen van storingen Lees dit gedeelte door voordat u contact opneemt met de technische ondersteuning. Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, worden de beeldpositie en -scherpte (fase/pitch) automatisch aangepast zodat er een scherp beeld op het scherm verschijnt. Schermberichten Als er iets fout is met het ingangssignaal, wordt een van de volgende berichten weergegeven op het scherm. Zie "Foutsymptomen en oplossingen" op pagina 22 om dit probleem op te lossen. Fabrieksinstelling Als de monitor een ingangssignaal ontvangt, wordt deze automatisch afgestemd op een van de fabrieksinstellingen die in het geheugen van de monitor zijn opgeslagen om een beeld van hoge kwaliteit in het midden van het scherm te verkrijgen. Wanneer het ingangssignaal overeenkomt met de fabrieksinstelling, wordt het beeld automatisch op het scherm weergegeven met de juiste standaardinstellingen. Als "BUITEN BEREIK" verschijnt op het scherm Dit geeft aan dat het ingangssignaal niet wordt ondersteund door de monitor. Controleer de volgende items. Zie "Foutsymptomen en oplossingen" op pagina 22 voor meer informatie over schermberichten. Als ingangssignalen niet overeenkomen met de fabrieksinstellingen Als "xxx.x kHz / xxx Hz" wordt weergegeven Dit geeft aan dat de horizontale of verticale frequentie niet wordt ondersteund door de monitor. De cijfers staan voor de horizontale en verticale frequenties van het huidige ingangssignaal. Als de monitor een ingangssignaal ontvangt dat niet overeenkomt met een van de fabrieksinstellingen, wordt de functie voor het automatisch aanpassen van de beeldkwaliteit van de monitor geactiveerd waardoor er altijd een scherp beeld verschijnt op het scherm (binnen het volgende frequentiebereik): Horizontale frequentie: 28–80 kHz Verticale frequentie: 48–75 Hz De eerste keer dat de monitor ingangssignalen ontvangt die niet overeenkomen met een van de fabrieksinstellingen, kan het langer dan normaal duren voordat het beeld op het scherm verschijnt. De instelgegevens worden automatisch opgeslagen in het geheugen zodat de monitor op dezelfde manier werkt als wanneer de monitor signalen ontvangt die wel overeenkomen met een van de fabrieksinstellingen. I NFORMA T I E BUITEN BEREIK INGANG#: XXXXX XXX . XKH z / XXXH z Als "RESOLUTIE i 1280 × 1024" wordt weergegeven Dit geeft aan dat de resolutie niet wordt ondersteund door de monitor (1280 × 1024 of minder). Fase, pitch en beeldpositie handmatig aanpassen I NFORMA T I E Voor sommige ingangssignalen kunnen beeldpositie, fase en pitch niet helemaal automatisch worden aangepast. Deze instellingen kunnen dan handmatig worden aangepast (pagina 16). Wanneer u deze instellingen handmatig aanpast, worden deze als gebruikersstanden in het geheugen opgeslagen en automatisch weer opgeroepen wanneer de monitor dezelfde ingangssignalen ontvangt. BUITEN BEREIK INGANG#: XXXXX RESOL UT I E > 1. 2 8 0 X 1 0 2 4 Als "GEEN INPUT SIGNAAL" verschijnt op het scherm Dit geeft aan dat er geen signaal wordt ingevoerd via de gekozen aansluiting. Als INGANG ZOEKEN AAN/UIT (pagina 17) is ingesteld op AAN, zoekt de monitor een ander invoersignaal en wordt de invoer automatisch gewijzigd. I NFORMA T I E GEEN INPUT SIGNAAL INGANG#: XXXXX G A N A A R S T R O O M S PA A R "GA NAAR STROOMSPAAR" De monitor schakelt ongeveer 5 seconden nadat het bericht is verschenen over naar de stroomspaarstand. 20 Als "KABEL NIET AANGESLOTEN" verschijnt op het scherm Dit geeft aan dat de videosignaalkabel niet is aangesloten op de gekozen aansluiting. Als INGANG ZOEKEN AAN/UIT (pagina 17) is ingesteld op AAN, zoekt de monitor een ander invoersignaal en wordt de invoer automatisch gewijzigd. I NFORMA T I E K A B E L N I E T A A N G E S L OT E N INGANG#: XXXXX NL 21 Foutsymptomen en oplossingen Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten computer of apparatuur wanneer u problemen hebt met een aangesloten computer of andere apparatuur. Probleem Controleer deze punten Geen beeld De 1 (stroom) indicator licht niet op of de 1 (stroom) indicator licht niet op wanneer de 1 (stroom) schakelaar wordt ingedrukt. • Controleer of het netsnoer goed is aangesloten. "KABEL NIET AANGESLOTEN" verschijnt op het scherm. • Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten (pagina 7). • Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn gedrukt. • Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11). • Er is een videosignaalkabel aangesloten die niet is bijgeleverd. Als u een videosignaalkabel aansluit die niet is bijgeleverd, kan "KABEL NIET AANGESLOTEN" op het scherm verschijnen. Dit duidt niet op een storing. "GEEN INPUT SIGNAAL" wordt op het scherm weergegeven of de 1 (stroom) indicator brandt oranje. • Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten (pagina 7). • Controleer of de pinnen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn gedrukt. • Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 11). xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur en niet door de monitor • De computer staat in de energiespaarstand. Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord of verplaats de muis. • Controleer of de grafische kaart goed is bevestigd. • Controleer of de computer is ingeschakeld. "BUITEN BEREIK" verschijnt op het scherm (pagina 20). xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur en niet door de monitor • Controleer of het videofrequentiebereik binnen de monitorspecificaties valt. Als u een oude monitor door deze monitor hebt vervangen, moet u de oude monitor opnieuw aansluiten en de grafische kaart van de computer aanpassen binnen het volgende bereik: Horizontale frequentie: 28–80 kHz (analoge RGB), 28–64 kHz (digitale RGB) Verticale frequentie: 48–75 Hz (analoge RGB), 60 Hz (digitale RGB) Resolutie: 1280 × 1024 of minder Bij gebruik van Windows. • Als u een oude monitor door deze monitor hebt vervangen, moet u de oude monitor opnieuw aansluiten en de volgende procedure uitvoeren. Selecteer "SONY" in de lijst met "fabrikanten" en "SDM-HX75 of SDM-HX95" in de lijst met "modellen" in het Windowsvenster voor apparaatselectie. Als "SDM-HX75 of SDM-HX95" niet verschijnt in de lijst met "modellen", moet u "Plug & Play" proberen. Bij gebruik van een Macintosh systeem. • Gebruik desgewenst een adapter (niet meegeleverd) bij aansluiting op een Macintosh. Sluit de adapter aan op de computer voordat u de videosignaalkabel aansluit. Het beeld flikkert, springt, oscilleert of is vervormd. • Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 16). • Probeer de monitor aan te sluiten op een ander stopcontact, bij voorkeur op een ander circuit. xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur en niet door de monitor • Raadpleeg de handleiding van de grafische kaart voor de juiste instelling van de monitor. • Controleer of de grafische modus (VESA, Macintosh 19" Color, enzovoort) en de frequentie van het ingangssignaal worden ondersteund door deze monitor. Sommige grafische kaarten hebben een synchronisatiepuls die te smal is om de monitor correct te laten synchroniseren, ook al ligt de frequentie binnen het juiste bereik. • Deze monitor verwerkt geen interlace-signalen. Stel deze in op progressieve signalen. • Pas de verversingsfrequentie van de computer aan (verticale frequentie) om een optimaal beeld te verkrijgen (60 Hz wordt aanbevolen). 22 Probleem Controleer deze punten Het beeld is wazig. • Pas het contrast en de helderheid aan (pagina 13). • Pas de scherpte aan (pagina 14). • Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 16). xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur en niet door de monitor • Stel de resolutie op de computer in op 1280 × 1024. Echobeeld (ghosting). • Gebruik geen videoverlengkabels en/of videoschakeldozen. • Controleer of alle stekkers goed vastzitten. Het beeld is niet gecentreerd of heeft niet de juiste afmetingen (alleen analoog RGB-signaal). • Pas de pitch en fase aan (pagina 16). • Pas de beeldpositie aan (pagina 16). In sommige standen wordt het scherm niet helemaal gevuld. Het beeld is te klein. xProbleem veroorzaakt door een aangesloten computer of andere apparatuur en niet door de monitor • Stel de resolutie op de computer in op 1280 × 1024. Het beeld is donker. • • • • • Golvend of elliptisch patroon (moire) is zichtbaar. • Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 16). De kleur is niet gelijkmatig. • Pas de pitch en fase aan (alleen analoog RGB-signaal) (pagina 16). Onzuivere witweergave. • Pas de kleurtemperatuur aan (pagina 14). De knoppen van de monitor werken niet ( verschijnt op het scherm). • Als "TOETSEN SLOT" is ingesteld op "AAN", moet u deze op "UIT" instellen (pagina 18). De resolutie die op het menuscherm wordt weergegeven, is onjuist. • Afhankelijk van de instelling van de grafische kaart, kan de resolutie die op het menuscherm wordt weergegeven, niet overeenkomen met de resolutie die in de computer is ingesteld. Pas de achtergrondverlichting aan (pagina 13). Pas de helderheid aan (pagina 13). Pas de gamma aan in het GAMMA menu (pagina 13). Na het inschakelen van de monitor duurt het enkele minuten voordat het scherm oplicht. Als de modus is ingesteld op AUTO, kan de monitor donker worden als er weinig licht in de omgeving is (pagina's 12, 19). De gegevens van deze monitor weergeven Houd de MENU toets langer dan 5 seconden ingedrukt terwijl de monitor een videosignaal ontvangt totdat het infovenster verschijnt. Als u nogmaals op de MENU toets drukt, verdwijnt het venster. Voorbeeld MENU INFORMATIE MODEL : SDM-HX95 SER. NO : 1234567 MANUFACTURED : 2005-40 Modelnaam Serienummer Productieweek en -jaar Als een probleem niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een erkende Sony dealer en geeft u de volgende informatie: • Modelnaam: SDM-HX75 of SDM-HX95 • Serienummer • Gedetailleerde beschrijving van het probleem • Datum van aanschaf • Naam en specificaties van uw computer en grafische kaart • Type ingangssignalen (analoog RGB/digitaal RGB) 23 NL Technische gegevens LCD-scherm Type: a-Si TFT Active Matrix Beeldgrootte:17 inch (43 cm) (SDM-HX75) 19 inch (48 cm) (SDM-HX95) Ingangssignaalformaat RGB-werkingsfrequentie* Horizontaal: 28–80 kHz (analoog RGB) 28–64 kHz (digitaal RGB) Verticaal: 48–75 Hz (analoog RGB) 60 Hz (digitaal RGB) Resolutie Horizontaal: Max. 1280 punten Verticaal: Max. 1024 lijnen Ingangssignaalniveaus Analoog RGB-videosignaal: 0,7 Vp-p, 75 Ω , positief SYNC signaal: TTL-niveau, 2,2 kΩ , positief of negatief (apart horizontaal en verticaal, of composite sync) Digitaal RGB (DVI) signaal: TMDS (Single link) Audio-invoer Stereo mini-aansluiting, 0,5 Vrms Luidsprekeruitgang 3W×2 Hoofdtelefoonaansluiting Stereo mini-aansluiting Stroomvereisten SDM–HX75 100–240 V, 50–60 Hz, Max. 1,0 A SDM–HX95 100–240 V, 50–60 Hz, Max. 1,1 A Stroomverbruik Max. 50 W (SDM-HX75) Max. 60 W (SDM-HX95) Werkingstemperatuur 5–35 °C Afmetingen (breedte/hoogte/diepte) Display (rechtop): SDM–HX75 Ong. 414 × 418,5 × 232 mm SDM–HX95 Ong. 466,5 × 468 × 265 mm Gewicht SDM–HX75 Ong. 6,5 kg SDM–HX95 Ong. 8,5 kg Plug & Play DDC2B Accessoires ZieOpstelling pagina 7. * Aanbevolen horizontale en verticale synchronisatie-conditie • Horizontale synchronisatiebreedte moet meer dan 4,8% van de totale horizontale tijd zijn of 0,8 µsec, afhankelijk van wat het grootst is. • Horizontale onderdrukkingsbreedte moet meer dan 2,5 µsec zijn. • Verticale onderdrukkingsbreedte moet meer dan 450 µsec zijn. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. 24
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387

Sony SDM-HX75 de handleiding

Categorie
Tv's
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor