Volvo 2009 Snelstartgids

Type
Snelstartgids

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEFELICITEERD MET DE AANKOOP VAN UW
NIEUWE VOLVO!
Het is altijd spannend een nieuwe auto te leren kennen.
Neem deze Quick Guide door om nog meer plezier te hebben van uw
nieuwe Volvo. Gedetailleerde informatie vindt u in het instructieboekje.
Waarschuwingsteksten en andere belangrijke informatie staan alleen in
het instructieboekje, niet in deze folder. Het instructieboekje bevat de
recentste gegevens.
Opties staan aangegeven met een sterretje (*).
VOLVO XC90
quick guide
D
E
C
0
F
G
AUTOSTART (ALLEEN 3.2 EN V8)
De contactsleutel/startknop naar stand III
draaien en loslaten. De motor start automa-
tisch.
Een dieselmotor altijd laten voorgloeien in
stand II voordat u de motor start.
SERVICESLEUTEL
*
Past alleen op bestuurdersportier, contact- en
stuurslot.
KOUDE START
N.B.
Om te zorgen dat de emissieregeling snel
op temperatuur komt, is het mogelijk dat de
motor korte tijd iets hogere stationaire toeren
maakt.
SLEUTEL EN AFSTANDSBEDIENING
Vergrendelt portieren, tankvul-
/achterklep en activeert het alarm*.
Ontgrendelt portieren alsmede
tankvul-/achterklep en deactiveert
het alarm
1
.
Ontgrendelt achterklep. (Klep wordt
niet geopend.)
Activeert 30 seconden
2
lang de
verlichting van de buitenspiegels*,
het interieur, de voetruimte en de
kentekenplaat. Richtingaanwijzers
en stadslichten vóór/achterlichten
branden.
“Paniek”-toets, in een noodsitu-
atie de toets ca. 3 seconden lang
ingedrukt houden om het alarm te
laten afgaan. Het alarm uitschakelen
met UNLOCK.
RUITENWISSERS EN REGENSENSOR*
#
Enkele wisslag
0
Uit
$
Intervalstand wissers, voor instellen
aan (2) draaien.
%
Normale snelheid
F
Hoge snelheid
G
Ruiten- en koplampsproeiers
H
Ruitensproeier achterklep
3
Ruitenwisser achterklep interval-
stand/normale stand
1
Activeert regensensor, stand DF
deactiveert regensensor.
2
Gevoeligheid instellen met duimwiel.
Displaysymbool bij regensensor aan.
1. Als geen van de portieren noch de achterklep binnen
2 minuten na ontgrendeling wordt geopend, worden deze na
enige tijd automatisch opnieuw vergrendeld.
2. De tijd is in te stellen op 30, 60 of 90 seconden (zie instruc-
tieboekje).
1
2
2
1
A
B
BEDIENINGSPANEEL OP BESTUURDERSPORTIER
L R
Buitenspiegel instellen, op L of R
drukken. Instellen met hendeltje.
Elektrisch bediende ruiten hand-
matig openen/sluiten
2
Elektrisch bediende ruiten auto-
matisch openen
Vergrendelt/ontgrendelt alle por-
tieren, tankvul-/achterklep.
Sluit alle achterste zijruiten.
VERLICHTINGSBEDIENING
Automatisch dimlicht en grootlicht-
signalen. Het is niet mogelijk het groot
licht te voeren.
Stadslichten voor/achterlichten
Dimlicht, het dimlicht dooft bij het
afzetten van de motor. Het is mogelijk
het groot licht te voeren.
Koplamphoogteverstelling, automa-
tisch voor Bi-Xenonverlichting*
Display- en instrumentenverlichting
Mistlampen, vóór
Mistachterlicht, (één lamp)
Grootlichtsignalen
B
Wisselen groot licht/dimlicht en
Approach-verlichting.
Voor de lak is het beter om de auto met de
hand te wassen dan in een automatische
wasstraat. Een nieuwe laklaag is bovendien
kwetsbaarder dan een oude laag. U wordt
daarom geadviseerd de eerste maanden na
aankoop van een nieuwe auto deze alleen met
de hand te wassen.
Leren bekleding heeft regelmatige verzorging
nodig. Gebruik daarom een- à viermaal per
jaar (zo nodig vaker) een leerverzorgingspro-
duct. Leerverzorgingsproducten zijn verkrijg-
baar bij de erkende Volvo-werkplaats.
AUTOVERZORGING
AUDIOSYSTEEM
TANKEN
Dieselmodellen zijn uitgerust met een
roetfilter, waardoor een nog efficiëntere
emissieregeling mogelijk is. Onder normale
rijomstandigheden blijven de roetdeeltjes
uit de uitlaatgassen in het filter achter. Om
de roetdeeltjes te verbranden en het filter
te legen wordt een zogeheten regeneratie
gestart. Tijdens de regeneratie ligt het mo-
torvermogen mogelijk iets lager.
REGENERATIE (DIESELMODEL)
1
Aan/uit en volume, indrukken om aan/uit
te zetten. Omdraaien voor instellen
volume. Individueel vastgelegde volu-
mestanden voor radio, TP, handsfree* en
RTI*.
2
Geluidsweergave, indrukken om te kie-
zen uit BAS, Dolby II* of SUBWOOFER*.
Omdraaien om bij te regelen.
2
Geluidsbron, omdraaien om te kiezen uit
FM1, FM2, AM, CD of AUX
1
.
RADIO
5
Zenders automatisch vastleggen.
AUTO ca. 2 seconden indrukken. De
tien best doorkomende zenders worden
vastgelegd. Op 09 drukken om een van
de vastgelegde zenders te kiezen.
6
Automatisch/handmatig zenders zoe-
ken
Kort indrukken om automatisch te zoeken.
Lang indrukken om handmatig te zoeken.
Bij lang indrukken van 09 worden ge-
vonden zenders vastgelegd. Er kunnen
voor FM1/FM2 elk 10 zenders worden
vastgelegd.
CD-SPELER
3
Andere cd
2
ook met de toetsen 1–6 van
de toetsenset (5).
4
Cd uitwerpen. Bij kort indrukken wordt
alleen de beluisterde cd uitgeworpen. Bij
lang indrukken worden alle cd’s uitgewor-
pen
2
.
6
Andere track
1. AUX-ingang voor bijvoorbeeld mp3-speler.
2. Alleen cd-wisselaar*.
Tankdop ophangen tijdens het tanken.
AUTOMATISCHE REGELING
In de stand AUTO regelt het ECC-systeem
automatisch alle functies voor een groter bedie-
ningsgemak en optimale luchtkwaliteit.
1
Temperatuur
Knop naar gewenste temperatuurstand
draaien.
2
Automatische functie
Op AUTO drukken om de ingestelde tem-
peratuur en de overige functies automa-
tisch te laten regelen.
ELEKTRONISCHE KLIMAATREGELING, ECC*
WAARSCHUWING
Onoordeelkundig gebruik kan levensgevaar-
lijke situaties opleveren. Bij twijfel over het
juiste gebruik het instructieboekje raadple-
gen.
HANDMATIGE REGELING
Ventilatorsnelheid
Luchtverdeling
Ontwaseming om de voorruit en zijrui-
ten snel van condens te ontdoen.
Interior Air Quality System aan, druk
op AUT. Recirculatie aan, druk op
MAN.
Airconditioning aan/uit.
Elektrische verwarming achter-
ruit en buitenspiegels. Automatisch
uitschakelen
1
PACOS*, PASSAGIERSAIRBAG UITSCHAKELEN
PACOS (Passenger Airbag Cut Off Switch)
Contactsleutel gebruiken voor omzetten
ON/OFF.
OFF: Airbag gedeactiveerd.
Het waarschuwingslampje PASS AIRBAG OFF
boven de achteruitkijkspiegel brandt.
Kinderen op een comfortkussen of in een
kinderzitje mogen op de voorstoel zitten, maar
nooit passagiers groter dan 1,40 m.
ON: Airbag geactiveerd.
Passagiers groter dan 1,40 m mogen op de
voorstoel zitten, maar nooit kinderen op een
comfortkussen of in een kinderzitje.
1. Achterruit 12 minuten. Spiegels 6 minuten.
7
6
9
10
8
1
Display boordcomputer, boordcomputer
instellen met (9).
8
Indrukkenom een melding te verwijderen.
9
Omdraaien om bijvoorbeeld KILOMETER
TOT LEGE TANK op display (1) weer te
geven.
10
Actuele functie resetten.
BOORDCOMPUTER EN DAGTELLER
Melding informatiedisplay lezen Fout in remsysteem, auto op veilige
wijze tot stilstand brengen. Rem-
vloeistof controleren
1
.
Auto op veilige wijze tot stilstand
brengen, storing verhelpen aan de
hand van displaymelding.
Stabiliteitssysteem DSTC*, knip-
pert bij actief systeem.
Lage oliedruk,
auto op veilige wijze
tot stilstand brengen. Oliepeil con-
troleren
1
.
6
Brandstofmeter
7
Laag brandstofpeil
Het lampje brandt, wanneer er nog 8 liter
benzine (7 liter dieselolie) in de tank zit.
DAGTELLERS
3
Op het display staan twee verschillende
dagtellers, T1 & T2.
2
Wisselen tussen T1 & T2 door kort in-
drukken. Lang indrukken om actuele teller
te resetten.
KLOK
5
Tot aanslag omdraaien en in deze stand
vasthouden om klok (4) in te stellen.
BOORDCOMPUTER
1. Auto laten bergen als het lampje blijft branden.
BELANGRIJK
Bereik tot lege tank is een schatting van de
actieradius op basis van eerdere rijomstan-
digheden.
BRANDSTOF
CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
RUGGEDEELTEN ACHTERBANK OMKLAPPEN
Derde zitrij* (model met zeven zitplaatsen)
Tweede zitrij zo ver mogelijk naar voren schui-
ven.
A. Handgreep optillen.
B. Zitgedeelte zo ver mogelijk naar achteren
duwen en verankeringsogen inklappen.
C. Ruggedeelte vooroverklappen.
Tweede zitrij
De stoelen zo ver mogelijk naar achteren zetten
(alleen modellen met zeven zitplaatsen).
A. Lus uittrekken.
B. Hoofdsteun omlaagklappen.
C. Pal vrijgeven.
D. Ruggedeelte vooroverklappen en aanduwen
om het in neergeklapte stand te vergrendelen.
Ook de passagiersstoel is omlaag te klappen.
Zie punt 6 onder Voorstoel instellen.
EMERGENCY BRAKE ASSIST, EBA
RICHTINGAANWIJZERS
A. Korte signalen, drie knipperlichtsignalen.
B. Onafgebroken serie knipperlichtsignalen.
WAARSCHUWING! Stel het stuurwiel in,
voordat u gaat rijden. Doe dit nooit tijdens het
rijden.
STUURWIEL INSTELLEN
BLIS, BLIND SPOT INFORMATION
SYSTEM*
Het EBA helpt de remkracht verhogen om
op die manier de remweg te verkorten. Wan-
neer het EBA geactiveerd wordt, zakt het
rempedaal iets verder omlaag dan normaal.
Bedien het rempedaal (houd het ingedrukt)
zolang dat nodig is. Zodra u het rempedaal
loslaat, worden de remmen volledig gelost.
Als het controlelampje voor BLIS soms
oplicht zonder dat u andere voertuigen in de
dode hoeken kunt waarnemen, betekent dit
niet dat het systeem een storing vertoont.
Bij een storing in het BLIS-systeem ver-
schijnt op het display de melding
BLINDE-HOEKSYST. SERVICE VEREIST.
+
-
VOORSTOEL INSTELLEN
OPBERGMOGELIJKHEDEN, 12V-AANSLUITINGEN & AUX
1
Lendensteun
2
Hellingshoek ruggedeelte
3
Stoel omhoog/omlaag
4
Voorkant zitting omhoog/omlaag
5
Vooruit/achteruit
6
Rugleuning passagiersstoel omklappen
BELANGRIJK
Bij gebruik van de 12V-aansluiting in de
bagageruimte met de motor afgezet kan de
accu uitgeput raken.
De 12V-aansluitingen in de middenconsole
voor/achter werken wanneer het contactslot
in stand I of hoger staat.
De 12V-aansluiting rechts in de bagageruim-
te is altijd actief.
Met de AUX-ingang (achter aan onderkant
bedieningspaneel voor klimaatregeling) is het
mogelijk om muziek op bijvoorbeeld een mp3-
speler te beluisteren via het audiosysteem van
de auto.
TP
9569
(Dutch). AT 0720. Printed in Sweden, Göteborg 2007. Copyright © 2000–2007 Volvo Car Corporation.
HOUDER VOOR BOODSCHAPPENTAS-
SEN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Volvo 2009 Snelstartgids

Type
Snelstartgids
Deze handleiding is ook geschikt voor