Fujitsu ASYA004GTAH Handleiding

Type
Handleiding
ONDERDEELNr. 9377772282-02
Nederlands
GEBRUIKERSHANDLEIDING
BINNENEENHEID (Muurmodel)
Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.
EEV model binnenshuis
ASYA004GTAH/ASHA004GTAH
ASYA007GTAH/ASHA007GTAH
ASYA009GTAH/ASHA009GTAH
EEV model buitenshuis
ASYE004GTAH/ASHE004GTAH
ASYE007GTAH/ASHE007GTAH
ASYE009GTAH/ASHE009GTAH
ASYA030GTAH/ASHA030GTAH
ASYA034GTAH/ASHA034GTAH
Nl-1
● Zorg dat de airconditioner niet in direct contact met water komt.
● Bedien de airconditioner niet als uw handen nat zijn.
● Controleer de installatiestand op schade.
● Gebruik het apparaat alleen met de luchtlters geïnstalleerd.
● Drink geen water dat door de airconditioner wordt afgevoerd.
● Oefen geen hevige druk uit op de lamellen van de radiator.
● Gebruik geen ontvlambare gassen in de buurt van de airconditioner.
● Raak de leidingen tijdens de werking van het apparaat niet aan.
● Controleer dat de afstand tussen elektrische apparaten en de binnen-
eenheid en de buiteneenheid ten minstens 1 m is.
● Dit apparaat is niet bestemd voor personen (waaronder kinderen) met
beperkte fysische, visuele of mentale mogelijkheden, of die een gebrek
hebben aan ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen omtrent het gebruik van het apparaat door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Houd toezicht
over kinderen zodat ze niet met het apparaat spelen.
Opmerking:
Als u de bedrijfsstand in het warmteterugwinningssysteem wijzigt, kan
het enige tijd duren voordat het apparaat opnieuw gebruiksklaar is. Dit
is geen fout.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ INSTALLATIE
OPGELET
● Probeer niet om deze airconditioner eigenhandig te installeren.
● Dit apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker gerepareerd
kunnen worden.
Raadpleeg altijd een erkende vakman als reparatie nodig is.
● Als u het apparaat in een andere ruimte wilt installeren, raadpleeg een
erkende vakman om het apparaat te ontkoppelen en te installeren.
● Het apparaat moet worden geaard.
● Zorg dat de afvoerwerkzaamheden voor de uitlaat juist zijn uitgevoerd.
● Installeer de airconditioner niet in de buurt van een open haard of
ander verwarmingstoestel.
● Houd kinderen uit de buurt wanneer u een binnen- of buiteneenheid
installeert.
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
004/007/009 model
(1)
(11)
(5)
(7)
(8)
(2)
(3)
(4)
(6)
(10)
(9)
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
● Voordat u het apparaat gebruikt, lees deze “VOORZORGSMAATRE-
GELEN” grondig door en bedien dit apparaat op de juiste manier.
● Alle aanwijzingen in deze sectie zorgen voor een veiliger gebruik van
het apparaat, leef ze aldus altijd na.
● “WAARSCHUWING” en “OPGELET” hebben in deze aanwijzingen de
volgende betekenis:
WAARSCHUWING
Deze markering geeft procedures aan die indien
ze verkeerd worden uitgevoerd, kunnen leiden
tot ernstig letsel of de dood van de gebruiker.
OPGELET
Deze markering geeft procedures aan die
indien ze verkeerd worden uitgevoerd, kunnen
leiden tot persoonlijk letsel van de gebruiker of
schade aan eigendommen.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
WAARSCHUWING
● Stel uzelf niet langdurig bloot aan de directe wind van de airconditioner.
● Steek geen vingers of voorwerpen in de uitlaatpoort of de inlaatroosters.
● Uitgezonderd bij een NOODGEVAL, schakel de hoofd- of subschake-
laar van de binnenapparaten tijdens de werking nooit uit. Dit leidt tot
een storing van de compressor en het lekken van water.
Stop eerst het binnenapparaat met behulp van de bedieningseenheid,
omzetter of extern invoerapparaat en schakel dan pas de schakelaar uit.
Bedien het apparaat altijd via de bedieningseenheid, omzetter of
extern invoerapparaat.
● Als het snoer van dit apparaat beschadigd is, laat het alleen vervangen
door een erkende vakman. Speciaal gereedschap en een speciek
snoer zijn vereist.
● Als er koelmiddel lekt, doof eventuele vlammen, lucht de kamer en
neem contact op met een erkende vakman.
OPGELET
● Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens gebruik.
● Niet te gebruiken voor toepassingen met opslag van voedsel, precisie-
apparatuur of kunstwerken.
● Plaats geen dieren of planten in de directe luchtstroom van het apparaat.
● Richt de luchtstroom niet naar open haarden of verwarmingstoestellen.
● Let er op dat de inlaat- en uitlaatpoort nooit mogen worden geblok-
keerd of afgedekt.
● Klim niet op of plaats geen voorwerpen op de airconditioner.
● Plaats geen bloemenvazen of andere houders met water op de aircon-
ditioner.
● Hang geen voorwerpen aan het binnenapparaat.
● Plaats geen voorwerpen onder het binnenapparaat die niet nat mogen
worden.
● Schakel de elektrische schakelaar altijd uit voordat u de airconditioner
of luchtlter schoonmaakt.
● Giet geen water of een schoonmaakmiddel direct op het apparaat en
maak het apparaat niet met deze middelen schoon.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
ONDERDEELNR. 9377772282-02
VRF-systeem binneneenheid (Muurmodel)
INHOUD
VEILIGHEIDSMAATREGELEN .............................................................. 1
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN ............................................. 1
MANUAL AUTO WERKING .................................................................... 2
LUCHTSTROOM RICHTING ................................................................. 2
MENSELIJKE SENSOR (uitsluiten voor model 030/034)....................... 3
GEBRUIKSTIPS ..................................................................................... 3
REINIGING EN ONDERHOUD .............................................................. 4
PROBLEEMOPLOSSING ...................................................................... 5
SPECIFICATIES ..................................................................................... 6
Nl-2
030/034 model
(11)
(12)
(1)
(7)
(8)
(2)
(3)
(4)
(5)
(6)
(10)
(13)
(9)
(1) Inlaatrooster
(2) MANUAL AUTO knop: Dit wordt gebruikt om te bedienen wanneer
de afstandsbediening niet beschikbaar is.
(3) Voorpaneel
(4) Verticale luchtstroom richtingslamellen
(5) Horizontale luchtstoom richtingslamellen (achter de Verticale lucht-
stroom richtingslamellen)
(6) Afstandsbediening signaalontvanger: Dit is de plek waar de signa-
len van de afstandsbediening worden ontvangen.
(7) OPERATION-controlelampje (groen): Het gaat branden wanneer
het in gebruik is.
(8) TIMER-controlelampje (oranje): Het gaat branden wanneer de
timer werkt.
(9) FILTER-controlelampje (rood): Het lampje gaat branden als het
lter vuil is geworden. Reinig het lter volgens “REINIGEN EN ON-
DERHOUD”. Het lampje gaat uit wanneer de RESET-knop wordt
ingedrukt na het reinigen.
(10) Afvoerslang
(11) Luchtlter
(12) Luchtreinigingslter (uitsluiten voor model 030/034)
(13) Menselijke sensor (uitsluiten voor model 030/034)
Bedieningseenheid (optioneel)
Types van afstandsbediening:
● Draadloze afstandsbediening
● Bedrade afstandsbediening
● Eenvoudige afstandsbediening
Voor de juiste bediening, raadpleeg de gebruikershandleiding van elk
apparaat.
MANUAL AUTO WERKING
Gebruik de MANUAL AUTO werking in geval de afstandsbediening verlo-
ren of niet voorhanden is.
OPGELET
Druk niet met uw natte handen of een scherp voorwerp op de knop MA-
NUAL AUTO, dit kan een elektrische schok of storing veroorzaken.
Werking starten
Druk op de knop MANUAL AUTO op het bedieningspa-
neel.
De werking kan met de volgende instelling ingesteld worden.
Bedrijfsstand AUTO:
Wanneer de stand Auto kiezen niet mogelijk
is, werkt het apparaat in dezelfde stand als de
andere binneneenheid in hetzelfde systeem.
(Wanneer de andere binneneenheid in hetzelfde
systeem niet werkt, dan werkt de airconditioner
in de koelstand.)
Ventilatorsnelheid AUTO
Temperatuurinstelling
23 °C
Werking stoppen
Druk op de knop MANUAL AUTO op het bedieningspa-
neel.
LUCHTSTROOM RICHTING
Verticale luchtstroom richting
De verticale windrichting kan worden geregeld met de afstandsbediening.
004/007/009 model 030/034 model
1
1
2
2
3
3
4
4
Koelen en
drogen
Verwarmen
1
1
2
2
3
3
4
4
Koelen en
drogen
Verwarmen
Horizontale luchtstroom richting
004/007/009 model
De horizontale luchtstroom richting kan handmatig worden ingesteld door
het aanpassen van de rechter-linker lamellen.
Knop (2 plaatsen)
Lamellen
Knop
030/034 model
De verticale luchtstroom richting
kan worden geregeld met de
afstandsbediening.
3
4
5
2
1
Nl-3
GEBRUIKSTIPS
Werking en vermogen
Over de prioriteitsstatus en de stand-bystatus
● Er kunnen meerdere binnenapparaten binnen hetzelfde systeem
verbonden worden. De keuze aan bedrijfsmodi is beperkt naargelang
het systeem.
Koelen prioriteitsstatus:
Wanneer de andere binneneenheden binnen hetzelfde systeem in de
koel- of droogstand werken, is het niet mogelijk gelijktijdig verwarmen
te selecteren.
Verwarmen prioriteitsstatus:
Wanneer de andere binneneenheden binnen hetzelfde systeem in de
verwarmingsstand werken, is het niet mogelijk gelijktijdig koelen of
drogen te selecteren.
Stand-bystatus:
De stand-bystatus wordt geactiveerd wanneer 2 of meerdere binnen-
apparaten in een verschillende modus worden opgestart. Alle bin-
nenapparaten die zich niet in de prioriteitsmodus bevinden worden in
stand-by gezet totdat de prioriteitsmodus wordt gewijzigd (de werking
start zodra de prioriteit wordt gewijzigd).
Het operation controlelampje (groen) brandt en het timer controlelamp-
je (oranje) knippert.
Lage omgevingskoeling
● Als de buitentemperatuur zakt, is het mogelijk dat de ventilatoren van
het buitenapparaat naar Low Speed (langzaam) schakelen of dat een
van de ventilatoren tijdelijk stopt.
Verwarmingsvermogen
● De verwarmingsmodus werkt volgens het warmtepompprincipe, waar-
bij warmte uit de buitenlucht wordt opgenomen en vervolgens in de
binnenruimte wordt afgegeven. De bedrijfsprestaties nemen aldus af
naarmate de buitentemperatuur zakt. Als u het gevoel hebt dat onvol-
doende warmte wordt geproduceerd, adviseren wij u deze airconditio-
ner in combinatie met een ander verwarmingstoestel te gebruiken.
● De verwarmingsstand warmt de volledige ruimte op door de lucht in de
ruimte te laten circuleren. Na het inschakelen van de airconditioner kan
het aldus enige tijd duren voordat de kamer is verwarmd.
Microcomputer-gestuurd automatisch ontdooien
● Wanneer de verwarmingsstand bij een lage buitentemperatuur en hoge
luchtvochtigheid wordt gebruikt, kan er ijs op de buiteneenheid worden
gevormd, waardoor de prestaties afnemen. Om dit te vermijden is het
apparaat uitgerust met een microcomputer-gestuurde automatische
ontdooifunctie. Als ijsvorming optreedt, zal de airconditioner tijdelijk
stoppen en zal het ontdooicircuit kortstondig werken (circa 4 tot 15
minuten).
Tijdens de automatische ontdooiing zal het OPERATION-controlelamp-
je (groen) knipperen.
Olieterugwinningsproces
● Er vindt regelmatig een olieterugwinningsproces plaats dat ervoor zorgt
dat de compressorolie naar het buitenapparaat terugkeert.
Tijdens de olieterugwinning knippert het OPERATION controlelampje
(groen) (gedurende ongeveer 10 minuten).
Temperatuur- en luchtvochtigheidsbereik
● De temperatuur en vochtigheid, die voor de werking van dit apparaat
nodig zijn, zijn in onderstaande tabel vermeld.
Koel-/droogstand Verwarmingsstand
Buitentemperatuur
Raadpleeg de specicaties van de buitenapparaten.
Binnentemperatuur
18 tot 32 °C DB 10 tot 30 °C DB
Luchtvochtig-
heid binnen
Circa 80% of lager
MENSELIJKE SENSOR (uitsluiten voor
model 030/034)
Over de menselijke sensor
De menselijke sensor detecteert of er mensen in de ruimte zijn door naar
beweging door mensen in de ruimte te zoeken.
Instellingen van de Menselijke sensor kunnen worden uitgevoerd met
de afstandsbedieningnsor. Raadpleeg de bedieningshandleiding van de
afstandsbediening.
● UTY-RNR*Z* (bedrade afstandsbediening)
Over de Auto opslaan bewerking
Indien iemand de kamer binnengaat tijdens de ingestelde tijd (15, 30, 60,
90, 120, 180 minuten) wordt ingestelde temperatuur wordt automatisch
bediend.
(Als iemand de ruimte weer betreedt zal de menselijke sensor dit detec-
teren en automatisch de originele instellingen weer aannemen.)
Over de Auto off werking
Indien iemand de kamer binnengaat tijdens de ingestelde tijd (1 tot 24
uur met tussenpozen van 1 uur)wordt ingestelde temperatuur wordt
automatisch bediend.
OPMERKINGEN:
● Teneinde de werking te herstarten, drukt u op de [On/Off] knop van de
afstandsbediening.
● De Auto off werking mag niet worden bediend, zelf indien er zich nog
iemand in de kamer bevindt. De sensor kan mogelijk incorrect mensen
detecteren, zelf indien er zich nog iemand in de kamer bevindt.
Toepassingsbereik
Verticale hoek 90° (zij-aanzicht)
Horizontale hoek 100° (bovenaanzicht)
90°
7 m
50° 50°
7 m
OPMERKINGEN:
● De energiebesparingsfunctie werkt mogelijk niet als de
kamertemperatuur veel verschilt van de temperatuur die is gedenieerd
in de temperatuurinstelling, zoals direct na het starten van de werking.
● Het kan voorkomen dat de detectie onjuist is gezien de menselijke
sensor infrarood licht detecteert dat mensen afgeven.
Situaties waarin de sensor geen mensen in de ruimte detecteert,
zelfs als er wel iemand in de ruimte is
● Als de temperatuur oog is en het verschil met de lichaamstemperatuur
van mensen klein is. (Zoals in de zomer, wanneer de temperatuur 30°C
of hoger is.)
● Als er iemand in de ruimte is, maar diegene langere tijd niet beweegt.
● Als er iemand verborgen is achter een bank, andere meubels, glas of
in soortgelijke situaties.
● Als iemand zeer dikke kleding draagt en met de rug naar de sensor is
gericht.
Situaties waarin de sensor onjuist mensen in de ruimte detecteert,
zelfs als er niemand in de ruimte is
● Als een hond of kat beweegt in de ruimte.
● Als de wind ervoor zorgt dat gordijnen of planten bewegen.
● Als er verwarmingseenheden, bevochtigers of elektrische apparatuur
zoals oscillerende ventilators in werking zijn.
Nl-4
● Als de airconditioner bij een hogere temperatuur wordt gebruikt dan
hierboven vermeld, kan de ingebouwde beveiligingscircuit in werking
worden gesteld om schade aan het intern circuit te vermijden. Het is
tevens mogelijk dat in de koel- en droogmodi, wanneer het apparaat
bij een lagere temperatuur wordt gebruikt dan hierboven vermeld,
de warmtewisselaar bevriest, dit kan het lekken van water of andere
schade veroorzaken.
● Als het apparaat gedurende een lange periode bij een hoge luchtvoch-
tigheid wordt gebruikt, kan condensatie op de buitenkant van het bin-
nenapparaat worden gevormd, die op de vloer of andere voorwerpen
eronder kan druppelen.
● Gebruik dit apparaat alleen voor het koelen, verwarmen, ontvochtigen
en het circuleren van lucht in kamers van normale woningen.
REINIGING EN ONDERHOUD
OPGELET
● Voordat u het apparaat schoonmaakt, schakel het apparaat uit en
ontkoppel het van de voeding.
● Sta tijdens het schoonmaken niet op een onstabiele ondergrond.
● Als u de luchtlters verwijdert of vervangt, raak de warmtewisselaar
niet aan. Risico op persoonlijk letsel.
● Zorg ervoor dat het inlaatrooster stevig wordt gemonteerd.
● Maak de binnenkant van het apparaat niet zelf schoon. Om de bin-
nenkant schoon te maken, neem altijd contact op met een erkende
vakman.
● Maak de behuizing van het apparaat niet schoon met water warmer
dan 40 °C, agressieve schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen zoals
benzeen of verdunner.
● Vuil, dat op de luchtlter ophoopt. zorgt voor een afname van de lucht-
stroom, lagere bedrijfsprestaties en meer lawaai.
Maak de luchtlters elke 2 weken schoon bij normaal gebruik.
Reinigen van het inlaatrooster en het luchtlter
Dagelijkse verzorging
Tijdens het reinigen van het chassis van de binneneenheid moet u op het
volgende letten:
● Gebruik geen water warmer dan 40 °C.
● Gebruik geen schurend reinigingsmiddel, vluchtige oplosmiddelen
zoals benzeen of thinner.
● Veeg het apparaat voorzichtig met behulp van een zachte doek.
Het reinigen van het inlaatrooster
(1) Open het inlaatrooster in de richting van de pijl [a]. Terwijl u de linker-
en rechter montage-assen van het inlaatrooster zachtjes naar buiten
duwt , verwijder het inlaatrooster in de richting van de pijl [c].
a
a
b
c
c
b
(2) Was het inlaatrooster voorzichtig met water of veeg het voorzichtig
schoon met een zachte doek bevochtigd met warm water. Veeg deze
vervolgens af met een droge en zachte doek.
(3) Tijdens het horizontaal houden van het rooster, plaatst u de linker- en
rechter montage-assen in de kussenblokken bovenaan het paneel
. Voor het juist vergrendelen van elke as, plaats u de as totdat deze
vastklikt. Sluit dan het inlaatrooster [b].
b
b
a
a
(4) Druk op 4 plaatsen op het inlaatrooster totdat hij volledig sluit.
004/007/009 model 030/034 model
Het reinigen van de luchtlters
Zorg ervoor dat u periodiek de luchlter reinigd, teneinde te voorkomen
dat de efciëntie van het product wordt gereduceerd.
Het gebruik van verstopte luchtlters zal de prestaties van de lamellen
reduceren, en kan leiden tot reduceren van de luchtstroom of verhogen
van het geluidsniveau.
Bij normaal gebruik, moeten de luchtlters één keer per twee weken
worden gereinigd.
(1) De handgreep van het [a] lter in de richting van het pijltje trekken
en de 2 klemmen loslaten [b]. Vervolgens het lter voorzichtig naar
beneden eruit trekken [c].
a
a
c
bb
(2) Verwijder het stof met een stofzuiger of door te wassen. Wanneer u
het lter gaat wassen, moet u neutrale huishoudelijk schoonmaakmid-
del en warm water gebruiken. Vervolgens het lter goed afspoelen,
goed drogen in een plek met schaduw alvorens u het opnieuw gaat
installeren.
(3) Bevestig het luchtlter door het uit te lijnen met beide zijden van het
lter met het paneel, en het lter volledig naar binnen duwen.
OPMERKINGEN:
Zorg ervoor dat de 2 klemmen goed in de openingen van het paneel zijn
bevestigd.
Luchtreinigingslter installatie (uitsluiten voor model 030/034)
(1) Open het inlaatrooster en het luchtlter verwijderen.
Air lter (Right & Left)
Luchtlter (rechts & links)
Nl-5
(2) Plaats de luchtreinigende lterset (set van 2).
1) Plaats het luchtzuiveringslter in het frame van het luchtzuiverings-
lter.
Air cleaning lter
Air cleaning lter frame
Luchtreinigingslter
Frame luchtreiniginglter
2) Vergrendel de hendel aan beide uiteinden van het lter met de
twee haakjes aan de achterkant van het frame van het luchtzuive-
ringslter.
Hook (2 places at the rear)
Latch (2 places)
Haak (2 plaatsen aan achterzijde)
Hendel (2 plaatsen)
Zorg ervoor dat het luchtzuiveringslter niet uit het frame steekt.
3) Maak de zes bevestigingslocaties boven en onder het frame van
het luchtzuiveringslter vast met de haakjes van het luchtlter.
Rear of the lter
Fixing location,
hook (6 places)
Achterzijde lter
Bevestigingslocatie,
haak (6 plaatsen)
(3) Plaats de twee luchtlters en sluit het inlaatrooster.
● Als luchtzuiveringslters worden gebruikt zal het effect worden vergroot
door de snelheid van de ventilator in te stellen op "HIGH".
Vervangen van de Luchtreinigingslter (uitsluiten voor model 030/034)
Vervang lters door de volgende onderdelen (afzonderlijk verkrijgbaar).
● APPLE-CATECHIN FILTER: UTR-FA13-1
● ION DEODORIZATION FILTER: UTR-FA13-2
(1) Open het inlaatrooster en het luchtlter verwijderen.
(2) Vervang ze door twee nieuwe luchtzuiveringslters.
1) Verwijder de oude luchtzuiveringslters in omgekeerde volgorde
voor installatie.
2) Plaats deze op dezelfde manier als voor installatie van de set
luchtzuiveringslters.
(3) Plaats de twee luchtlters en sluit het inlaatrooster.
Met betrekking tot de luchtzuiveringslters
APPLE-CATECHIN FILTER (1 blad)
● De lters zijn wegwerplters. (Deze kunt u niet wassen en hergebruiken.)
● Voor opslag van de lters, gebruikt u de lters zo spoedig mogelijk
nadat de verpakking is geopend.
● (Het luchtreinigende effect wordt minder goed als de lters in een
geopende verpakking worden achtergelaten)
● Over het algemeen moet u de lters elke 3 maanden vervangen.
Koop speciale APPLE-CATECHIN FILTERS (UTR-FA13-1) (afzonderlijk
verkrijgbaar) ter vervanging van vieze luchtzuiveringslters.
ION DEODORIZATION FILTER ( 1 blad) - lichtblauw
● De lters moeten elke 3 jaar worden vervangen om het reukverdrij-
vende effect te behouden.
Koop speciale ION DEODORIZATION FILTERS (UTR-FA13-2) (afzon-
derlijk verkrijgbaar) ter vervanging van de lters.
Onderhoud van ION DEODORIZATION FILTER
Om het reukverdrijvend effect te behouden maakt u het lter elke 3
maanden op de volgende manier schoon.
(1) Verwijder het lter.
(2) Maak het schoon in water en droog het aan de lucht.
1) Spoel de lters met heet hogedrukwater totdat het oppervlak wordt
bedekt met water. Spoel met een neutraal reinigingsmiddel. (Nooit
wassen door te wrijven of te schuren, hierdoor kan het geurverdrij-
vende effect verloren gaan.)
2) Spoel onder stromend water.
3) Droog in de schaduw.
(3) Plaats het lter opnieuw.
Chassis reinigen
Was het chassis met warm water, en droog het dan met een schone en
zachte doek.
Wanneer het apparaat gedurende een lange periode niet gebruikt zal worden
Laat de schakelaar minstens 12 uur ingeschakeld voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
Na langdurig niet-gebruik van het apparaat
Als u de binneneenheid voor 1 maand of langer hebt afgesloten, voer
dan voor een halve dag de FAN bewerking uit om de interne delen goed
te drogen voordat u de normale werking uit kunt voeren.
Aanvullende inspectie
Na een lange gebruiksperiode kan het opgehoopte stof in de binnen-
eenheid de productprestatie beperken, zelfs als u het apparaat hebt
onderhouden met dagelijkse verzorgings- of reinigingsprocedures zoals
beschreven in deze handleiding.
In dat geval wordt een productinspectie aanbevolen.
Vraag voor meer informatie advies aan geautoriseerd servicepersoneel.
PROBLEEMOPLOSSING
De volgende omstandigheden zijn geen defecten of
storingen.
Werkt niet onmiddellijk:
● Als het apparaat wordt gestopt en vervolgens onmiddellijk opnieuw
wordt gestart, werkt de compressor niet gedurende 3 minuten om het
doorbranden van de zekeringen te vermijden.
● Wanneer de elektrische schakelaar wordt uitgeschakeld en opnieuw
wordt ingeschakeld, werkt het beveiligingscircuit circa 3 minuten. Het
apparaat zal gedurende deze periode niet werken.
Luchtstroom is zwak of stopt:
● Wanneer de verwarmingsstand is ingeschakeld, zal de ventilator van
de binneneenheid misschien tijdelijk tot stilstand komen zodat de
interne onderdelen kunnen opwarmen.
● Als de kamertemperatuur tijdens het verwarmen boven de thermo-
staatinstelling komt, stopt zowel het buitenapparaat als de ventilator
van het binnenapparaat. Als u de kamer meer wilt verwarmen, zet de
thermostaat dan op een hogere stand.
● Tijdens het olieterugwinningsproces kan de luchtstroom gedurende
circa 10 minuten tot stilstand komen. (Zie bladzijde 3)
● Het apparaat zal tijdens het verwarmen tijdelijk stoppen (tussen 4 en
15 minuten) wanneer de automatische ontdooimodus in werking treedt.
(Zie bladzijde 3)
● De ventilator kan tijdens het droogproces of wanneer de unit de kamer-
temperatuur bewaakt op een lage snelheid werken.
● Bij AUTO-monitoring werkt de ventilator op een lage snelheid.
Knipperende lampjes:
● Het OPERATION controlelampje knippert (groen):
Een olieterugwinningsproces wordt uitgevoerd. (Zie bladzijde 3)
● Het OPERATION controlelampje knippert (groen):
Een automatisch ontdooiproces wordt uitgevoerd. (Zie bladzijde 3)
Nl-6
● Het OPERATION controlelampje (groen) en het TIMER controlelampje
(oranje) knipperen afwisselend:
Het apparaat werkt weer normaal na een stroomonderbreking.
● Het OPERATION controlelampje (groen) en het TIMER controlelampje
(oranje) knipperen gelijktijdig:
Het apparaat werkt in de teststand. Neem contact op met een mana-
ger, onderhoud kan gaande zijn.
● Het OPERATION controlelampje (groen) brandt en het TIMER contro-
lelampje (oranje) knippert:
Dit is de stand-bystatus. (Zie bladzijde 3)
Er worden geluiden gehoord:
● In de volgende omstandigheden kunt u water horen stromen vanaf de
binneneenheid en maakt de unit meer lawaai. Dit wordt veroorzaakt
door het stromen van koelmiddel.
Wanneer de werking start
Wanneer het olieterugwinningsproces stopt
Wanneer het automatisch ontdooiproces stopt
● Tijdens de werking kan een licht piepgeluid worden gehoord. Dit is het
resultaat van een minieme uitzetting en inkrimping van het paneel dat
door een wijziging van de temperatuur wordt veroorzaakt.
● Een sissend geluid kan occasioneel tijdens het verwarmen worden
gehoord. Dit geluid wordt door het automatisch ontdooiproces veroor-
zaakt. (Zie bladzijde 3)
Geuren:
● De binneneenheid kan geuren afgeven. Deze geuren worden door
kamergeuren (meubilair, tabak, etc.) veroorzaakt, die door de aircondi-
tioner worden aangezogen.
Er komt damp uit de binneneenheid:
● Er kan tijdens het koelen een lichte nevel uit de binneneenheid op-
stijgen. Dit wordt veroorzaakt door een plotselinge afkoeling van de
kamerlucht door de lucht die door de airconditioner wordt afgegeven,
wat tot condensatie en nevelvorming leidt.
Er komt stoom uit de binneneenheid:
● De ventilator van de buiteneenheid kan tijdens het verwarmen tot stil-
stand komen en er kan stoom uit het apparaat opstijgen. Dit wordt door
het automatisch ontdooiproces veroorzaakt. (Zie bladzijde 3)
Er stroomt water uit de buiteneenheid:
● Er kan tijdens het verwarmen water uit de buiteneenheid stromen, wat
wordt veroorzaakt door de automatische ontdooiing.
De volgende omstandigheden zullen misschien niet
op een defect wijzen, dus controleer de unit nog-
maals.
Werkt helemaal niet:
● Is er een stroomonderbreking?
● Is de zekering doorgebrand of is de beveiligingsschakelaar geactiveerd?
● Is de hoofdschakelaar op de stand OFF ingesteld?
● Probeert u de unit in een andere stand te laten werken dan de priori-
teitsstand? (Zie bladzijde 3)
● Is het apparaat in de stand-bystatus? (Zie bladzijde 3)
● Is de Auto off bewerking van de Menselijk sensor instelling activef?
(Zie bladzijde 3)
De bedrijfsstand kan niet worden gewijzigd:
● Probeert u de unit in een andere stand te laten werken dan de priori-
teitscondities? (Zie bladzijde 3)
Zwakke prestaties tijdens het koelen (of verwarmen):
● Hebt u de kamertemperatuurinstellingen (thermostaat) juist aangepast?
● Is het luchtlter vuil? (Zie bladzijde 4)
● Is de inlaat- of uitlaatpoort van de airconditioner geblokkeerd?
● Staat er een raam of deur open?
● Tijdens het koelen, is er een raam die fel zonlicht binnenlaat? (Doe de
gordijnen dicht.)
● Tijdens het koelen, bevinden er zich verwarmingstoestellen, computers
of veel mensen in de kamer?
● Is de ventilatorsnelheid te laag ingesteld?
● Is de Auto opslaan bewerking van de Menselijk sensor instelling acti-
vef? (Zie bladzijde 3)
Stel de temperatuur lager dan de kamertemperatuur in en gebruikt
het:
● Temperatuur zakt niet zoals gewenst.
De temperatuur zakt niet zoals gewenst naargelang de kameromstan-
digheden.
(Bij een hoge vochtigheid of hoge kamertemperatuur.) (Zie bladzijde 3)
In de volgende omstandigheden, stop onmiddellijk
met het gebruik van het apparaat en neem contact op
met een erkende vakman.
● Het probleem kan niet worden opgelost, zelfs na het uitvoeren van de
controles die in de sectie probleemoplossing zijn vermeld.
● Het FILTER-controlelampje (rood) knippert zeer snel.
● De bedrade afstandsbediening of eenvoudige afstandsbediening geeft
Er aan (wanneer aangesloten).
● Er is een brandgeur.
SPECIFICATIES
MODEL
AS*A004
GTAH
AS*A007
GTAH
AS*A009
GTAH
AS*E004
GTAH
AS*E007
GTAH
AS*E009
GTAH
VOEDINGSBRON
220-240V ~ 50Hz, 230V ~ 60Hz
BESCHIKBAAR
SPANNINGSBEREIK
198 tot 264 V (50Hz)
198 tot 253 V (60Hz)
KOELCAPA-
CITEIT
[kW]
1,1
2,2 2,8
1,1
2,2 2,8
[Btu/h]
3.800
7.500 9.600
3.800
7.500 9.600
VERWAR-
MINGSCAPA-
CITEIT
[kW]
1,3
2,8 3,2
1,3
2,8 3,2
[Btu/h]
4.400
9.600 10.900
4.400
9.600 10.900
INGANGS-
VERMOGEN
[W]
13 19 34 13 19 34
STROOM
[A]
0,13 0,19 0,31 0,13 0,19 0,31
GELUIDSDRUKNIVEAU
HOOG
dB [A]
31 35 43 31 35 43
MED - HOOG
dB [A]
30 32 38 30 32 38
MIDDEN
dB [A]
28 30 34 28 30 34
MID - LAAG
dB [A]
26 27 29 26 27 29
LAAG
dB [A]
24 24 24 24 24 24
STIL
dB [A]
22 22 22 22 22 22
AFMETINGEN & GEWICHT
HOOGTE
[mm]
262
BREEDTE
[mm]
820
DIEPTE
[mm]
206
GEWICHT
[kg]
7,5 7
MODEL
AS*A030GTAH AS*A034GTAH
VOEDINGSBRON
220-240V ~ 50Hz, 230V ~ 60Hz
BESCHIKBAAR
SPANNINGSBEREIK
198 tot 264 V (50Hz)
198 tot 253 V (60Hz)
KOELCAPA-
CITEIT
[kW]
9,0 10,0
[Btu/h]
30.700 34.100
VERWAR-
MINGSCAPA-
CITEIT
[kW]
10,0 11,2
[Btu/h]
34.100 38.200
INGANGS-
VERMOGEN
[W]
74 103
STROOM
[A]
0,55 0,72
GELUIDSDRUKNIVEAU
HOOG
dB [A]
53 55/54
(*1)
MED - HOOG
dB [A]
49 51
MIDDEN
dB [A]
45 47
MID - LAAG
dB [A]
42 43
LAAG
dB [A]
39 39
STIL
dB [A]
33 33
AFMETINGEN & GEWICHT
HOOGTE
[mm]
340
BREEDTE
[mm]
1.150
DIEPTE
[mm]
280
GEWICHT
[kg]
18
*1: De waarde is “koelen operatie/verwarmen operatie”.
Informatie over akoestisch geluid:
Het maximum geluidsdrukniveau is minder dan 70 dB (A) voor zowel
het binnen- als het buitenapparaat. In overeenstemming met IEC 704-1
en ISO 3744.
● Dit product bevat geuoreerde broeikasgassen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Fujitsu ASYA004GTAH Handleiding

Type
Handleiding