27
NL
Aanvullende informatie
GTK-XB5.4-597-264-34(1)
Voorzorgsmaatregelen
Voor uw veiligheid
• Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact als het apparaat gedurende
een lange tijd niet gebruikt gaat worden.
Als u de stekker uit het stopcontact trekt,
moet u altijd de stekker vastpakken. Trek
nooit aan het snoer zelf.
• In het geval een voorwerp of vloeistof
in het systeem terechtkomt, trekt u de
stekker uit het stopcontact en laat u het
systeem controleren door vakbekwaam
servicepersoneel voordat u het weer
gebruikt.
• Het netsnoer mag alleen worden
vervangen door een vakbekwame
reparateur.
Installeren
• Stel het systeem niet op een aflopend
oppervlak op, of op plaatsen waar het
extreem heet, koud, stoffig, vuil of vochtig
is, of onvoldoende ventilatie is, of op
plaatsen die worden blootgesteld aan
trillingen, direct zonlicht of zeer helder
licht.
• Wees voorzichtig wanneer u het
systeem opstelt op oppervlakken die zijn
behandeld (bijvoorbeeld met was, olie of
polish) omdat vlekken in en verkleuring
van het oppervlak kan optreden.
• Let erop dat u geen water spettert op het
apparaat. Dit apparaat is niet waterdicht.
Ontwikkeling van hitte
• Tijdens gebruik is warmteophoping in
het systeem normaal en geen reden tot
bezorgdheid.
• Raak de behuizing niet aan als
het apparaat continu op een hoog
volumeniveau is gebruikt omdat de
behuizing heet kan zijn geworden.
• Dek de ventilatieopeningen niet af.
Luidsprekersysteem
Het ingebouwde luidsprekersysteem is niet
magnetisch afgeschermd waardoor het
beeld op een televisie die in de buurt staat
magnetisch vervormd kan raken. In dat
geval schakelt u de televisie uit, wacht u 15
tot 30 minuten en schakelt u de televisie
weer in.
Als geen verbetering optreedt, stelt u het
systeem verder van de televisie op.
Reiniging van de behuizing
Maak het systeem schoon met een zachte
doek die een beetje bevochtigd is met een
oplossing van een licht schoonmaakmiddel
in water. Gebruik nooit een schuursponsje,
schuurpoeder, of een oplosmiddel zoals
verdunner, wasbenzine of alcohol.
Over BLUETOOTH-communicatie
• BLUETOOTH-apparaten moeten worden
gebruikt binnen een afstand van ongeveer
10 meter (vrij van obstakels) van elkaar.
Het effectieve communicatiebereik kan
korter zijn in de volgende situaties:
— Wanneer een persoon, metalen
voorwerp, muur of andere obstakel zich
bevindt tussen de apparaten met een
BLUETOOTH-verbinding
— Locaties waar een draadloos-LAN
aanwezig is
— In de buurt van een magnetron die in
gebruik is
— Locaties waarin andere
elektromagnetische straling wordt
gegenereerd
• BLUETOOTH-apparaten en draadloos-LAN-
apparaten (IEEE 802.11b/g) maken gebruik
van dezelfde frequentieband (2,4 GHz).
Wanneer u uw BLUETOOTH-apparaat
gebruikt in de buurt van een apparaat
met een draadloos-LAN-functie,
kan elektromagnetische storing
optreden. Dit kan leiden tot lagere
gegevensoverdrachtsnelheden, ruis
of problemen bij het maken van een
verbinding. Als dit gebeurt, probeert u de
volgende oplossingen:
— Gebruik dit systeem op minstens
10meter afstand van het draadloos-
LAN-apparaat.
— Schakel de stroom naar de draadloos-
LAN-apparatuur uit wanneer u uw
BLUETOOTH-apparaat dichterbij dan
10meter gebruikt.
— Plaats dit systeem en het
BLUETOOTH-apparaat zo dicht mogelijk
bij elkaar.
• De radiogolven die door dit systeem
worden uitgezonden, kunnen de werking
van sommige medische apparaten storen.
Aangezien deze storing kan leiden tot een
defect, schakelt u altijd dit systeem en het
BLUETOOTH-apparaat uit op de volgende
locaties:
— In ziekenhuizen, treinen en vliegtuigen,
bij benzinestations en op iedere plaats
waar brandbare gassen aanwezig
kunnen zijn
— Vlakbij automatische deuren of
brandalarmen