Fagor LVF22 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding voor
installatie en
gebruiksaanwijzing
www.fagor.com
1
3
2
1
3
2
B
C
D
E
A
A
B
C
E
F
D
A
B
C
A B
F
H
I
J
K
G
15 cm
maxi
1,0 m maxi
0,28 mini
Ø 38mm
0,4 m mini
820 min
600
570
min
570
3.1 3.2 3.3 3.4
3.5 3.6 3.7 3.8
4.1
5.1 5.4.1
5.4.2 5.4.3
4.3
5.2.25.2.1
0,1 - 1MPa
1 - 10 bar
>10L/min
3/4’’ BSP
A
B
C
2
2
1
A
A
B
B
C
C
6.1
6.1.1 6.2
6.3.1 6.3.2
6.2.1 6.2.2
10.1 10.1.1
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR UW VAATWASSER
Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik of voor overeenkomstige
toepassing, zoals:
- keukenzones voor personeel in winkels, kantoren en andere werkomgevingen;
- boerderijen;
- gebruik door cliënten van hotels, motels en andere woonomgevingen;
- voor `bed and breakfast`-accommodaties;
BELANGRIJK: Raadpleeg de installatiehandleiding voor u het toestel in gebruik
neemt. Bewaar deze handleiding nadat u ze aandachtig gelezen heeft om de werking
van het toestel goed te leren kennen.
1.1 INSTALLATIE
• Tijdens de installatie mag het toestel niet op het elektriciteitsnet aangesloten
zijn. Nadat het toestel geïnstalleerd is, moet u probleemloos bij het stopcontact
kunnen komen. U dient het toestel uit te schakelen vooraleer eender welke tech-
nische handeling uitgevoerd wordt.
•Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten om de vaatwasser
aan te sluiten.
•De elektrische installatie dient geschikt te zijn voor het maximumvermogen ver-
meld op het typeplaatje, en de voedingskabel moet voorzien zijn van een gere-
glementeerd aardingssysteem.
• De waterdruk moet tussen 0,1 en 1 MPa (1 tot 10 bar) bedragen (Fig.3.5).
• Het verpakkingsmateriaal dient buiten het bereik van kinderen gehouden te
worden (plastiek zakken, enz.) want deze kunnen gevaarlijk zijn (verstikkings-
gevaar…).
• Indien u uw vaatwasser onder een werkblad wil installeren, hou dan rekening
met de afmetingen vermeld op de figuur (Fig. 3.1).
• Nadat u het toestel uitgepakt heeft, dient u na te kijken of het geen schade op-
gelopen heeft tijdens het transport. Indien dit wel zo is, zet het toestel niet aan en
neem contact op met uw leverancier.
• Na de installatie van het toestel, dient u na te kijken of het niet op de voedings-
kabel rust of op één van de slangen voor watertoevoer of -afvoer.
• Indien het toestel op tapijt geplaatst wordt, dienen de steunpootjes aangepast
te worden om ruimte voor luchtcirculatie vrij te laten boven de vaatwasser.
1.2 GEBRUIK
• Het maximum aantal bestekken bedraagt 13.
• Dit toestel mag bediend worden door kinderen vanaf 8 jaar en personen met
een verminderde fysieke, sensoriële of mentale capaciteit of gebrek aan ervaring
of kennis, indien ze onder toezicht staan of de juiste vorming gekregen hebben
om dit toestel op een veilige manier te kunnen bedienen en de gevaren ervan
kunnen inzien. Kinderen mogen niet met het toestel spelen.
Het reinigen en het onderhoud door de gebruiker mag niet uitgevoerd worden
door kinderen indien ze niet onder toezicht staan.
1 / VEILIGHEID
1
•Bewaar alle vaatwasmiddelen buiten het bereik van kinderen.
Deze producten bevatten irriterende stoffen en schuurmiddelen. Vermijd elk con-
tact met de ogen en de huid. Controleer of het doseervakje voor het reinigings-
middel aan het einde van de cyclus leeg is.
• Laat kinderen niet met het toestel spelen of hen op de deur zitten als deze open
staat (gevaar op kantelen), en houd huisdieren uit de buurt van het toestel.
• Gebruik alleen speciale producten die bestemd zijn voor uw vaatwasser (rege-
nereerzout, reinigingsmiddel en glansmiddel).
• Open de deur van de vaatwasser niet terwijl hij in werking is.
• De deur zou nooit mogen open staan omdat men er kan over struikelen.
. Gebruik nooit chemische oplosmiddelen in het toestel.
• GEVAAR: messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe punten dienen
met het snijvlak naar beneden gericht of horizontaal gelegd te worden.
1.3 ONDERHOUD
• Indien de voedingskabel beschadigd is, moet deze vervangen worden door
de fabrikant, de dienst na verkoop of een erkend installateur om gevaar te ver-
mijden.
• De onderdelen binnenin de vaatwasser niet aanraken. Bij eender welk pro-
bleem dat u niet kan oplossen, dient u de technische dienst te bellen.
• Gebruik steeds de slangen die bij het toestel geleverd zijn. Gebruik nooit een
gebruikte aan- of afvoerslang.
Deze gebruiksaanwijzing kan van onze website gedownload worden.
2 / MILIEU
ENERGIEBESPARING
Doseer het reinigingsmiddel in functie van de vuilheids-
graad en de hoeveelheid vuile vaat
en gebruik niet meer afwasmiddel dan de fabrikant aan-
raadt.
Verwijder de etensresten (beenderen, zaadjes...)
De vaat niet eerst met de hand afwassen.
Kies een programma aangepast aan het soort vaatwerk
en aan de vuilheidsgraad.
Benut de volledige laadcapaciteit.
U zult spaarzaam en ecologisch afwassen.
Kijk na of het toestel precies ingesteld is.
Punt 5.
Schakel de vaatwasser uit als het programma beëindigd
is. Maak, indien mogelijk, gebruik van het nachttarief om
uw vaatwasser aan te zetten.
MILIEUBESCHERMING
Deze vaatwasser is milieuvriendelijk.
Het verpakkingsmateriaal kan gerecycleerd worden.
Help het milieu te beschermen en sorteer dit materiaal
correct.
Uw vaatwasser bevat ook veel herbruikbaar materiaal
en draagt het hiernaast vermelde logo om u
eraan te herinneren dat onbruikbare toeste-
llen niet samen met ander afval mag ver-
mengd worden.
Het recycleren van het toestel dient te gebeu-
ren in navolging van Richtlijn 2002/96/CE be-
treffende het sorteren van elektrische en elektronische
toestellen.
Neem alstublieft contact op met uw gemeente of met
de verkoper om te weten waar het dichtstbij zijnde con-
tainerpark is.
2
3 / INSTALLATIE
VRIJSTAANDE VAATWASSER
De achterzijde van het toestel moet tegen een
muur geplaatst worden. Het bovenvlak van het toes-
tel mag als werkblad gebruikt worden.
Advies: Plaats de vaatwasser niet te dicht bij
een warmtebron omdat dit het deksel zou kunnen
beschadigen.
INTEGREERBARE VAATWASSER
Indien u de vaatwasser onder een werkblad plaatst, hou
dan rekening met de afmetingen vermeld op figuur (Fig.
3.1). Men kan het deksel eventueel wegnemen.
- Indien het deksel dient weggenomen te worden om het
toestel op zijn plaats te zetten, draait u de vijzen eerst uit
en schuift u het deksel naar achter zoals aangegeven
wordt op de tekening (Fig. 3.2).
- Schuif het toestel dichterbij en zet het op de juiste hoogte
door aan de achterste steunpootjes te draaien, tot er tussen
het toestel en het werkblad een ruimte van 3mm vrij blijft.
- Schuif de vaatwasser op zijn plaats.
- Hef het toestel op tot de voorkant het werkblad raakt.
Draai hiervoor aan de voorste steunpootjes met behulp
van een schroevendraaier (Fig.3.3).
- Zet de vaatwasser vast aan het werkblad. Draai hier-
voor 2 schroeven door de plastieken haakjes vooraan
(Fig. 3.4), of als het werkblad van marmer of een gelij-
kaardig materiaal is, kan u de vaatwasser aan de zijkan-
ten vastzetten met behulp van 2 L-ijzers (te koop in de
dienst-na-verkoop).
Gevaar: Indien er boven de vaatwasser een
kookplaat staat (keramische, inductie- of gaskook-
plaat), dient u boven de vaatwasser een thermis-
che isolatielaag te plaatsen. Deze is verkrijgbaar
bij uw verdeler of in de dienst-na-verkoop. Laat
ruimte vrij tussen de gasleiding en uw vaatwasser.
WATERAANSLUITING
Deze vaatwasser mag worden aangesloten op koud of
warm water met een maximumtemperatuur van 60ºC.
Voor warm water, kijk na of de originele wateraanvo-
erslang deze aansluiting mogelijk maakt (in het rood
gemarkeerd). Wij raden echter aan de vaatwasser op
koud water aan te sluiten.
Sluit de wateraanvoerslang op een kraan met een
schroefkoppeling van 20/27/ (3/4´´BSP) aan.
Opgelet: Indien u een automatische kraan
gebruikt, kijk dan na of er voldoende water doors-
troomt. Kijk na of de wateraanvoerslang een wa-
terdichte koppeling heeft en of de druk van de
aansluiting correct is (Fig.3.5).
Indien het toestel aangesloten wordt op nieuwe waterlei-
dingen of indien deze lange tijd niet gebruikt werden, laat
het water dan eerst enkele minuten stromen vooraleer u
de wateraanvoerslang aansluit om te voorkomen dat zan-
dresten of schimmel de filter zouden verstoppen.
Gevaar: Het symbool geeft aan dat de wa-
teraanvoerslang aangesloten is op het elektrici-
teitsnet (afhankelijk van het model). Knip de slang
niet door of houd ze niet in water terwijl het toestel
aangesloten is.
Advies: Sluit steeds de wateraanvoer kraan
wanneer het toestel gedurende een lange periode
niet gebruikt wordt.
WATERAFVOER
Het uiteinde van de waterafvoerslang mag aangeslo-
ten worden:
- op een geventileerde sifonbuis (Fig. 3.6) of over de
rand van de afwasbak (Fig. 3.7)
waarbij gebruik gemaakt wordt van een gebogen plas-
tieken buis die bij het toestel geleverd wordt.
- op een sifonbuis van de afwasbak (Fig. 3.8). Trek de
stop eruit en bind het uiteinde van de waterafvoers-
lang vast op de sifon eventueel door middel van een
klem.
De afloop moet de juiste afmetingen hebben (Fig. 3.6).
Indien de vaatwasser op een zuil staat, moet het af-
voersysteem minstens op 25 cm afstand van de on-
derkant van het toestel geplaatst worden.
Opgelet: Tijdens het installeren van de vaat-
wasser dient u geregeld even aan de toevoer- en
afvoerslangen te trekken zodat deze niet plooien.
Probeer te voorkomen dat deze buigen of vernau-
wen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Voor u het toestel aansluit op het netwerk, kijk goed
na of:
- De spanning aangeduid op het typeplaatje (J) van
uw toestel overeenkomt met de spanning van uw hui-
sinstallatie (Fig.4.1).
- Uw teller en schakelbord geschikt zijn voor deze
stroomsterkte. Men heeft zekeringen van minstens 16
ampère nodig.
Indien uw toestel dient aangesloten te worden op een
netspanning die verschillend is van deze vermeld op uw
toestel, dient u een geschikte transformator te gebruiken.
Opgelet: Het toestel dient noodzakelijker-
wijze aangesloten te worden op een stopcontact
met aarding.
De aansluiting dient in elk geval uitgevoerd te worden
in overeenstemming met de normen die gelden in het
betrokken land, evenals met de voorschriften van de
elektriciteitsmaatschappij.
Uw vaatwasser beantwoordt aan de Europese norm-
geving 2006/95/CE (Richtlijn voor laagspanning),
2004/108/CE (Elektromagnetische compatibiliteit).
3
5 / VOOR U HET TOESTEL IN GE-
BRUIK NEEMT
4.1 DE VAATWASSER (Fig 4.1)
A) Dekplaat B) Bovenrek
C) Doseerbakje voor reinigingsmiddel
D) Onderste sproeiarm
E) Basisfilter
F) Anti-blokkeerstaafje van de bovenste sproeiarm
(volgens model)
G) Reservoir voor regenereerzout
H) Filter voor grove resten I) Onderrek
J) Typeplaatje K) Reservoir voor naspoelmiddel
4.2 DE PRODUKTEN VOOR DE VAATWASSER
Het reinigingsmiddel: afwasmiddel speciaal voor
vaatwassers; bestaat in poedervorm, als vloeistof of in
tabletvorm.
Naspoelmiddel: vergemakkelijkt het drogen en voor-
komt druppelvorming op het vaatwerk zodat er minder
druppels op blijven, waardoor de kalkaanslag afneemt
en het vaatwerk meer glanst.
Zout: product speciaal voor vaatwassers; regenereert
de waterontharder die de kalk neutraliseert.
Combi-tabs: bevatten reinigingsmiddel, naspoelmid-
del, waterverzachter en actieve bestanddelen die het
vaatwerk beschermen.
BELANGRIJK: Bewaar deze producten op
een droge plaats en buiten het bereik van kinde-
ren. Gebruik alleen producten bestemd voor vaat-
wassers.
4.3 BEDIENINGSPANEEL (Fig. 4.3)
A) Keuzetoetsen (3 functies):
Programmakeuze: om uw programma te kiezen
drukt u op de toetsen "boven" en "onder".
Options / Set: Vanuit deze stand kiest men: de op-
ties "verkort programma" en "eco+", de instelling van
de ontkalker en het aanzetten de zoemer.
Optie 4 in 1 : Stand om een combi-tab te ge-
bruiken.
B) Voorprogrammering en bewaren van de afste-
llingen
C) Schermpje: geeft de tijdsaanduiding, de resttijd,
de programmaduur en de afstellingen weer.
D) Start / Annuleren: om een programma te annule-
ren, houd u de toets gedurende enkele seconden in-
gedrukt.
E) De controletoetsen:
In werking en resttijd ;
Combi-tabs;
Verkort programma;
+
eco Energiebesparing;
Er loopt geen water in de vaatwasser
F) Schakelaar ON/OFF
BELANGRIJK:: voor een optimaal resultaat
van wassen en drogen , moeten onderstaande pa-
rameters van de vaatwasser afgesteld worden:
5.1 METING VAN DE HARDHEID VAN HET WATER
Controleer de hardheid van het water door middel van
het bijgeleverde strookje of raadpleeg de watermaats-
chappij.
5.2 AFSTELING VAN DE ONTKALKER
Zet de keuzeknop in de stand OPTIONS / SET en
houd de toets Voorprogrammering (B) ingedrukt ge-
durende 5 seconden tot het scherm “St” vertoont
(Fig. 5.2 1).
Om deze afstelling te wijzigen afhankelijk van de hard-
heid van het water, druk op de keuzetoetsen (A).
Fabrieksinstelling:
H4
(Fig. 5.2 2).
Bewaar de afstellingen door de toets Voorprogram-
mering (B) in te drukken en schakel over naar de afs-
tellingen van de zoemer.
TABEL MET AFSTELLINGEN WATERHARDHEID /
strookje aquadur
5.3 INSTELLEN VAN DE ZOEMER
U kunt een zoemer instellen die aangeeft dat een pro-
gramma beëindigd is. Nadat de ontkalker ingesteld is,
kiest u met de keuzetoetsen (A) zoemer aanzetten
“bP1” of uitzetten “bP0”.
Bewaar instelling door te drukken op Voorprogram-
mering (B)
5.4 DOSEREN VAN DE PRODUKTEN
U dient steeds het regenereerzout en het naspoelmid-
del aan te vullen.
5.4.1 Doseren van zout (Fig. 5.4.1)
Draai de dop (A) van het zoutreservoir open. Vul het
met regenereerzout voor vaatwassers waarbij u ge-
bruik maakt van de trechter (B) die bij het toestel gele-
verd wordt. Wanneer u het reservoir voor het eerst
met regenereerzout vult, giet het dan eerst tot aan de
rand. vol met water (C).
Advies: Voer eerst een VOORSPOELPRO-
GRAMMA (of een kort programma) uit om de zou-
tresten in de spoelruimte te laten doorspoelen en
het risico op roest te verminderen.
4 / BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL
Zacht 0-10ºF P, V of T+Z +N of CT
H0
Zacht 10-18ºF P, V of T+Z +N of CT
H1
Lichtjes 18-25ºF P, V of T+Z +N of CT
H2
Hard 25-40ºF P, V of T+Z +N
H3
Hard 40-55ºF P, V of T+Z +N
H4
Hard 55-70ºF P, V of T+Z +N
H5
Heel >70ºF P, V of T+Z +N
H6
P: Poeder V: Vloeistof T: Ta b
CT: Combi-tab Z: Zout N: Naspoelmiddel
4
BELANGRIJK:
Vaatwerk dat niet in de vaatwasser mag:
- Houten snijplanken
- Gebruiksvoorwerpen die NIET van roestvrij staal
of niet hittebestendig plastiek zijn
- Voorwerpen van tin of koper
- Gelijmd vaatwerk of bestek
- Bestek met een handvat van hout, hoorn of parel-
moer
- Oud of met de hand beschilderd porselein
Kijk goed na of het vaatwerk in de vaatwasser
mag.
6.1. ONDERREK (Fig. 6.1)
Plaats uw vaatwerk steeds zo dat het water vrij kan
circuleren en overal bij kan; vermijd daarom borden of
kopjes tussen, tegen of boven elkaar te leggen.
Plaats grote borden of kookpotten aan de zijkanten.
De inklapbare servieshouders vergemakkelijken het
inladen van grote recipiënten. (Fig. 6.1 1).
Kijk goed na of bij het inschuiven van het onde-
rrek, geen enkel voorwerp tegen de staaf (F)
botst (Fig. 4.1) (volgens model) van het bovenrek
om de sproeiarm niet te blokkeren.
Kijk goed na of deze vrij kan draaien.
6.2 HET BOVENREK
Dit rek wordt vooral gebruikt voor glazen, kleine kop-
pen, kommetjes, sausschaaltjes ... Plaats ze onderste
boven.
Plaats uw vaatwerk geordend om ruimte te sparen
(glazen, kopjes, kommetjes...)
Kopjes kunnen in de inklapbare servieshouders ge-
plaatst worden. (Fig. 6.2 1).
Verstelbare hoogte van het bovenrek (Fig.6.2 2).
(volgens model)
Hef langs beide kanten het rek voorzichtig op tot het
vastklikt. Hef het lichtjes op om het te laten zakken.
De hoogte van het rek kan versteld worden terwijl het
geladen is.
BELANGRIJK: Kijk goed na of het rek
goed horizontaal staat tijdens het verstellen.
6.3 DE BESTEKKORF
De bestekkorf kan op eender welke plaats in het on-
derrek geschoven worden, waardoor de laadruimte
flexibel is. (Fig. 6.1).
De uitneembare rekjes vergemakkelijken het ordelijk
inladen zodat het wassen en drogen optimaal verlo-
pen.
Gebruik deze rekjes om zilver van andere metalen te
scheiden (Fig.6.3 1).
In het bovenrek is er nog een bestekkorf voor klein
bestek (Fig. 6.3 2).
BELANGRIJK: plaats messen en andere
scherpe gebruiksvoorwerpen met de snijkant naar
onder in de bestekkorf of in het bovenrek.
6 / ONDERDELEN VAN DE VAATWASSER
5
Indien u zout moet toevoegen, zal dat aangegeven
worden op het schermpje het woord “SA”. Deze bo-
odschap zal niet verschijnen indien de waterhardheid
H0
is of als optie 4 in 1 geactiveerd is.
5.4.2 Doseren van naspoelmiddel (Fig. 5.4.2)
Vul het reservoir van het naspoelmiddel (A) voor inge-
bruikname tot de bovenste rand van het vakje (B).
De fabrieksinstelling is 2.
Indien het vaatwerk niet goed droogt of er een witte
aanslag op hangt, dient u de keuzetoets in te stellen
op stand 3.
Indien u naspoelmiddel moet toevoegen, zal dat aan-
gegeven worden op het schermpje met “ri”.
Deze boodschap zal niet verschijnen indien de optie 4
in1 geactiveerd is.
5.4.3 Doseren van reinigingsmiddel (Fig. 5.4.3)
Haal het doseerbakje eruit (A), giet er vloeistof of
strooi er poeder in (B) tot het streepje “min” voor licht
bevuild vaatwerk of “MAX” voor erg vuil vaatwerk.
Indien het vaatwerk erg vuil is, voeg 5g extra reini-
gingsmiddel bij (een koffielepel).
Indien u tabs gebruikt, leg het dan in het vakje (C).
Deur slecht gesloten
Als de deur niet goed dicht is tijdens het verloop van het programma, knipperen de signalen op het schermpje.
Blokkeren van programmawijziging
Tijdens het verloop van een programma zijn de toetsen automatisch beschermd tegen manipulatie.
Ze worden automatisch vrijgemaakt wanneer het programma eindigt of als men gedurende enkele seconden de
toets Start/Annuleren (D) indrukt(Fig.4.3).
Anti-overloopsysteem
Dit systeem activeert automatisch de wateraflooppomp als het waterniveau in de spoelruimte het normale niveau
overschrijdt.
Anti-lekbeveiliging
Dit systeem onderbreekt de watertoevoer als het toestel een lek ontdekt.
7 / VEILIGHEID VAN HET TOESTEL
8 / PROGRAMMAOVERZICHT
PROGRAMMA min l kWh VAATWERK OPTIES
VOORSPOEL-
PROGRAMMA
15 4.5 0.02
Heel kort programma om het vaatwerk af
te spoelen vooraleer het afgewassen
wordt
VERKORT 30’
30 11 0.8
Heel kort programma voor een minimale
lading die amper vuil is
DELICAAT
60/
75
13.5 0.95
Speciaal programma voor glas. Weinig,
amper aangekoekt vuil. Breekbaar glas of
porselein
ECO 45ºC*
180 10 0.94
Normaal bevuild vaatwerk, lang pro-
gramma want het bespaart op water en
energie. Aanbevolen programma
OPTIA 60’
60
14/
16
1.3/
1.4
Korte afwastijd, 60 min, geschikt voor da-
gelijks vaatwerk
AUTO 50/65ºC
85/
115
14/
16
1.25/
1.4
Automatisch detecteren van de vuilheids-
graad. Optimale energiebesparing
INTENSIVO 70ºC
120/
140
14.5/
16.5
1.7/
1.8
Heel vuil en vettig vaatwerk en kookpot-
ten, aangekoekte resten
+
eco
Deze waarden verwijzen naar:
- Normale omstandigheden met gebruik van afzonderlijke producten (reinigingsmiddel, zout en naspoelmiddel).
- Normaal gebruik van alleen multifunctionele producten.
De waarden kunnen verschillen afhankelijk van de lading, de watertemperatuur, de dosering, het al dan niet ge-
bruiken van naspoelmiddel en van de voedingsspanning.
Aanbevolen programma’s: * EN50242
Gebruik in Modus Off:
0,5 W
Gebruik in Modus Stand-by:
1 W
6
9 / INSTELLING VAN DE PROGRAMMA’S
Advies:
Raadpleeg de tabel met programma's om het meest geschikte te kiezen afhankelijk van het soort
vaatwerk, de hoeveelheid en de soort etensresten.
9.1 HET TOESTEL AANZETTEN (Fig. 4.3)
Om het toestel aan te zetten, druk op toets ON/OFF (F)
9.2 START VAN HET PROGRAMMA (Fig. 4.3)
Onmiddellijk starten van een pro-
gramma: Kies uw programma met de keu-
zetoetsen (A).
Het schermpje (C) geeft de tijdsduur aan
van het gekozen programma.
Om het programma te starten, druk op start-
toets (D).
De resttijdaanduiding licht op. Tijdens het
verloop van het programma wordt de resttijd weergege-
ven op het schermpje.
Voorprogrammering:
U kan per uur voorprogrammeren (1h-12h)
door te drukken op de toets voorprogram-
mering (B)
Druk op de start (D)toets om uw keuze ins-
telling te bevestigen.
Op het schermpje ziet u dat de voorgepro-
grammeerde tijd om het uur afgeteld wordt tot het pro-
gramma start.
Optie 4 in 1 : Kies stand 4 in 1 door middel van
de keuzetoetsen (A) . Op het schermpje
ziet u “tA”. Bewaar uw keuze door te drukken op
Voorprogrammering (B).
Het lampje schakelt op. Selecteer vervolgens
het gewenste programma.
Ook al heeft u voor deze optie gekozen, is het moge-
lijk dat u zout en naspoelmiddel dient toe te voegen
(afhankelijk van de hardheid van het water).
De programma's passen zich automatisch aan indien
y combi-tabs gebruikt worden.
Om optie 4 in 1 te annuleren, ga op dezelfde manier
te werk. Het lampje dooft uit.
9.3 BEËINDIGEN VAN HET PROGRAMMA
Wanneer het programma afgelopen is, verschijnt op het
schermpje:
BELANGRIJK: Indien tijdens de instelling of bij
het beëindigen van een programma het toestel gedu-
rende 5 min niet bediend wordt, zal automatisch over-
geschakeld worden op de modus energiebesparing
waarbij de symbolen beginnen te knipperen.
Druk op starttoets (D) om dit ongedaan te maken.
9.4 HET TOESTEL UITZETTEN
Zet het toestel uit, eens het programma beëindigd is
door op de toets ON/OFF (F) . Hierdoor bespaart
u energie.
9.5 EEN PROGRAMMA ANNULEREN
Druk gedurende enkele seconden op de toets
Start/Annuleren (D). Het lampje dat de resttijd weer-
geeft dooft uit. Het programma ECO start automatisch.
9.6 OPTIES
Kies met de keuzetoetsen (A) OPTIONS/SET en op
het schermpje verschijnt
0P
.
Als u drukt op de toets voorprogrammering (B) kunt
u uit de verschillende opties kiezen.
- Verkort programma : kort de duur van het
programma in zonder dat dit invloed heeft op de kwali-
teit van het wassen of drogen. Geschikt voor de pro-
gramma's ECO, OptiA 60 en Intensief of Cyclone.
Het is raadzaam de deur van de vaatwasser te ope-
nen aan het einde van het programma.
-
+
eco: Beperkt het energieverbruik.
BELANGRIJK: Indien u een optie kiest die
niet gecombineerd kan worden met het pro-
gramma, zal het controlelampje langzaam knippe-
ren.
Als u de Startknop indrukt, zal het programma uit-
gevoerd worden zonder deze optie.
7
11 / TECHNISCHE PROBLEMEN
11.1 TABEL VAN MOGELIJKE FOUTMELDINGEN
De foutmeldingen knipperen op het schermpje. Problemen , d02, d14 kunnen door de gebruiker opge-
lost worden in sommigegevallen.
Voor andere problemen dient u de technische dienst te bellen en het nummer van de foutmelding door te geven.
Probleem Betekenis Mogelijke oorzaken
Er loopt geen water in de vaatwasser Kraan gesloten. Watertoevoerslang is geplooid
d02
Probleem aan de afloop
Waterafvoerslang is geplooid. Filters verstopt. Pomp
geblokkeerd. Vuil in de sifonbuis van de wasbak
d03
Probleem met het opwarmen
Annuleer het programma en herbegin.
Indien het probleem blijft bestaan, bel naar de technische
dienst en geef de foutmelding door
d04
Probleem met de temperatuur
d05
De pomp werkt niet
d06
De pomp werkt niet
d07
Probleem van overlopen/anti-leksysteem Sluit de watertoevoerkraan en bel de technische dienst
d08
Probleem met watersproeier
Annuleer het programma en herbegin.
Indien het probleem blijft bestaan, bel naar de technische
dienst en geef de foutmelding door
d11
Probleem met de druksensor
d12
Probleem met de watertoevoer
d13
Probleem met het opwarmen
d14
Probleem met de druk in de pomp. On-
regelmatige druk
Geen correcte waterafsluitverbinding. Onvoldoende water
en waterdebiet. Filters verstopt
10 / HET REINIGEN VAN HET TOESTEL
10.1 DE FILTERS (Fig. 10.1)
De filtercombinatie bestaat uit onderstaande elemen-
ten:
(A) De filter voor etensresten
(B) De grote filter
(C) De micro-filter
De filters bevinden zich onderaan in het midden van
de spoelruimte en moeten regelmatig gereinigd wor-
den onder stromend water om een optimaal resultaat
te verkrijgen.
Haal de filters er uit in de volgorde aangegeven op de
(Fig.10.1.1): eerst (A), daarna (B) en ten slotte (C).
Monteren van de filters: In omgekeerde volgorde.
BELANGRIJK: Vergrendel de filter voor
etensresten (A) met een kwartdraai.
10.2 REGELMATIG ONDERHOUD
Laat uw vaatwasser om de 3 of 4 maanden een volle-
dig programma doorlopen zonder vaatwerk om moge-
lijke resten te verwijderen met een speciaal
reinigingsproduct voor vaatwassers.
Houd dit product buiten het bereik van kinderen.
Gebruik geen schuurpoeder, metalen sponsjes, of pro-
ducten op basis van alcohol of oplosmiddelen.
Gebruik een vochtige doek of spons voor de buiten-
kant en het bedieningspaneel van de vaatwasser.
Reinig ook geregeld de deurafdichting.
Langtijdig niet gebruiken van de vaatwasser
Reinig uw vaatwasser volledig, koppel nadien de elek-
triciteit af en sluit de watertoevoer af.
Bescherm uw toestel tegen vrieskou.
11.2 HET TOESTEL AANZETTEN
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing?
De deur valt volledig naar beneden
bij het openen
(geïntegreerd model)
- de veren in de deur zijn niet vol-
doende aangespannen om het ge-
wicht van het paneel te dragen
- de 2 schroefveren onderaan,
boven de voorste steunpootjes
aanspannen
De deur "blokkeert "bij het dichtklap-
pen
- het toestel is niet stabiel, is slecht
genivelleerd
- deur niet goed gecentreerd ten op-
zichte van de spoelruimte
- pas de steunpootjes aan
- opnieuw centreren door de ach-
terste steunpootjes aan te passen
Er loopt een beetje water uit de deur
Het bovenrek blijft niet in de hoogste
stand staan
- verkeerde handeling - zie hoofdstuk aanpassen van de
hoogte van het bovenrek
Een beetje waterverlies rond of
onder het toestel (het toestel ver-
schuiven om de lek te vinden)
- lek aan de watertoevoerslang
- het toestel zelf lekt ( probleem code
07)
- controleren of de slang een dich-
ting heeft en de vijs goed vastzetten
- Sluit de watertoevoerkraan en bel
de technische dienst
8
11.3 CONTROLELAMPJES EN PROGRAMMERING
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing?
Het toestel gaat niet aan - er is geen spanning op de elektri-
citeitskabel
- stopcontact en zekering controleren,
en als het probleem blijft aanhouden,
de technische dienst bellen
Het programma start niet - u drukt te lang (>2") op de toets
Start/Annuleren
- druk kort op de toets Start/Annu-
leren om het programma te starten
Het programma start niet en het con-
trolelampje in werking knippert
- deur slecht gesloten - kijk of de deur goed gesloten is en
niet tegen het vaatwerk stoot
Het controlelampje van het zout blijft
aan
- geen zout in het reservoir
- vul het zout aan
Het toestel veroorzaakt een kortslui-
ting in het schakelbord
- onvoldoende stroomsterkte om de
toestellen die gelijktijdig aanstaan
- inwendig defect van het toestel
- de stroomsterkte van het stopcontact
(10A min. ) en de capaciteit van het
schakelbord controleren
- de technische dienst bellen
Verwarde lichtsignalen of signalen
die afwisselend aan en uitgaan
- foutieve instelling van de toetsen - druk 2 sec. op toets "Start/Annule-
ren". Indien het probleem blijft bes-
taan, bel naar de technische dienst
Het toestel slaat niet automatisch
aan
- deur open tijdens programma - wacht enkele minuten na het sluiten
van de deur tot het programma herbe-
gint
Het programma duurt lang
- de energiebesparende pro-
gramma’s duren langer (lagere
temperatuur )
- deze programma's worden aangeraden
omdat ze spaarzamer zijn
Er loopt geen water in het toestel - kraan gesloten
- wateraanvoerslang geplooid
- open de toevoerkraan van het water
- plaats de aanvoerslang opnieuw
goed
Het toestel voert geen water af (pro-
bleem d02 uit de tabel)
- vuil in de sifonbuis van de wasbak
- de waterafvoerslang is gedraaid
- filters volledig verstopt
- pomp geblokkeerd
- kuis het vuil uit
- controleer of de afvoerslang die ach-
ter het toestel hangt in orde is
- Haal de filters uit en kuis ze uit
- Laat eerst voorspoelen.
Indien het probleem zich blijft voor-
doen, bel de technische dienst
Het toestel is geblokkeerd (probleem
14 uit de tabel)
- geen correcte waterafsluitverbin-
ding
- onvoldoende water en waterde-
biet
- filters verstopt
- volg de raadgevingen op van de
handleiding voor de installatie.
- controleer de watertoevoer en indien
het probleem blijft bestaan, bel de
technische dienst
- de filters uitkuisen
11.4 HET VAATWERK IS NIET GOED DROOG
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing?
Er blijven veel druppels achter
op het vaatwerk
- geen of onvoldoende naspoelmid-
del
- het vaatwerk is niet goed geplaatst
- controleer de vloeistofmeter en vul bij
indien nodig
- om het probleem te doen afnemen,
plaats het vaatwerk op zo'n manier dat
het water zo min mogelijk vastgehouden
wordt,
- eens het programma beëindigd is, laat
de deur op een kier gedurende enkele
minuten
Waterdruppels op vaatwerk uit
plastiek of met isolatielaag
- deze gebruiksvoorwerpen zijn niet
erg hittebestendig
- beperk zo veel mogelijk het contact tus-
sen de verschillende stukken van het
vaatwerk
Bij het verkorte programma
droogt het vaatwerk slechter
- Ongeschikt programma voor een op-
timaal droogresultaat.
Bij de verkorte programma’s worden
de tº en de opdroogtijd tot een mini-
mum beperkt om de cyclus zo kort
mogelijk te houden
- kies het gepaste programma
- voor een beter resultaat, laat de deur
enkele minuten op een kier staan als het
programma beëindigd is
Condensatie op de wanden van
de deur of in de spoelruimte
- er kan zich condensatie vormen op
de wanden, vooral na de afkoeling
(de akoestische isolatie verergert dit
fenomeen)
9
11.5 TEGENVALLEND AFWASRESULTAAT
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing?
Voedselresten en vuil op
de glazen
- het vaatwerk is niet goed geplaatst (be-
dekt door andere en grotere).
- bovenste sproeiarmen geblokkeerd
door bestek, schotels, enz.
- de filter stak er slecht in en kwam los
tijdens het wassen
- ziftje van de filter verstopt
- een of meerdere gaatjes van de
sproeier geblokkeerd
- plaats de gebruiksvoorwerpen correct. Plaats elk
stuk dat afgewassen moeten worden op de meest
aangewezen plaats.
- controleer of de sproeier goed draait
- controleer de oppervlakte van de filter en kijk na of
deze correct geplaatst is
- haal alle filters eruit en reinig ze goed
- haal de sproeiarm met een kwartdraai eruit en rei-
nig hem onder l stromend water
Vetresten
- onvoldoende reinigingsmiddel; slecht rei-
nigingsmiddel; product gebruikt na verval-
datum
- programma niet gepast (te kort, tempe-
ratuur te laag)
- volg de aanwijzingen van de fabrikant van het pro-
duct, probeer eens een ander product
- kies het gepaste programma in de programmata-
bel
Witte aanslag (de aard
ervan nagaan)
- zoutresten (vaatwerk smaakt zout)
- kalkaanslag (kan afgespoeld wor-
den met azijn)
- de glazen zijn dof wegens te zacht
water (kan niet verwijderd worden)
- controleer of het zoutreservoir goed gesloten is
- controleer of er zout in het reservoir is (contro-
lelampje uit=OK)
- controleer de hardheid van het water en pas de
ontkalker aan
- te hard water voor de "4 in 1" functie zonder
zout toe te voegen
- controleer de hardheid van het water en pas de
ontkalker aan
- sommige reinigingsproducten in tabletvorm zijn
te agressief voor versierd glaswerk
(gebruik een ander product)
Er blijven kleurresten op
het vaatwerk zitten (van
thee, wijn, koffie)
- vaatwerk slecht ingeladen
- onvoldoende of ondoeltreffend reini-
gingsproduct
- programa met te lage temperatuur
- de recipiënten onderste boven leggen zoals aan-
geraden wordt in de handleiding
- volg de aanwijzingen van de fabrikant van het
product op, probeer eens een ander product uit
- Gebruik een programma met een hogere tempe-
ratuur. Raadpleeg de programmatabel
Kleurresten of droge
druppels op het vaatwerk
- geen of onvoldoende naspoelmid-
del
- de vervaldatum van het naspoel-
middel is verstreken
- u gebruikt combi-tabs
- controleer of er voldoende naspoelmiddel in het
reservoir is
- voeg naspoelmiddel bij
- gebruik een nieuw product
- kijk na of u voor de "4 in 1"-functie de correcte
hoeveelheid naspoelmiddel gebruikt
11.6 MAL FUNCIONAMIENTO
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing?
Het toestel vult voortdu-
rend water aan
- de waterafloop staat te laag ten op-
zichte van het toestel (probleem 12)
- volg de instructies van de installatiegids
Veel voedselresten in de
grote filter aan het einde
van het wasprogramma
- de filter en de afloop zijn verstopt
door te veel vuil
- de filters uithalen en reinigen
- de grootste etensresten afvegen vooraleer het vaat-
werk in de vaatwasser te steken
Roestresten op roestvrij
staal
- roestvrijstaal dat niet geschikt is
om met de vaatwasser te wassen
(vooral messen)
- bestek gebruiken dat geschikt is voor de vaat-
wasser
- controleren of het deksel van het zoutreservoir
goed gesloten is
HERSTELLINGEN
De herstelling van uw toestel dient uitgevoerd te worden door een vakman die erkend is door het merk.
Wanneer u belt , vermeld dan:
- de volledige referentie van uw toestel (model, type, serienummer). Deze gegevens komen voor op het typeplaatje
(Fig. 4.1).
- het probleem dat u hebt en beschrijf het zo gedetailleerd mogelijk.
ORIGINELE ONDERDELEN
Vraag bij een onderhoudsbeurt dat er uitsluitend originele onderdelen gebruikt worden
12 / DIENST NA VERKOOP
10
Fagor Electrodomésticos, S.Coop.
B° San Andrés, 18
20500 Mondragon (SPAIN)
info@fagor.com
www.fagor.com
DW3M00452_00 - 1/1 - 04/13
LVF22
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Fagor LVF22 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor