NEDERLANDS
Voer voorafgaand aan de installatie de volgende controles uit:
• rookgasafvoer BOVEN - ACHTER - ZIJKANT
• controleer of het draagvermogen van de structuur het gewicht van uw apparaat kan ondersteunen. In geval van een onvoldoende
draagvermogen moeten passende maatregelen genomen worden. De verantwoordelijkheid van La NORDICA S.p.A. is beperkt tot de
levering van het apparaat (zie hoofdstuk TECHNISCHE GEGEVENS).
• Controleer of de vloer het gewicht van het apparaat kan dragen en zorg voor een goede isolatie in geval de vloer uit brandbaar
materiaal bestaat (AFMETINGEN VOLGENS DE REGIONALE REGELGEVING).
• Zorg ervoor dat de kamer van installatie beschikt over een voldoende ventilatie en besteed hierbij aandacht aan luchtdicht afgesloten
ramen en deuren (afdichtingen).
• Vermijd installaties in ruimten die zijn uitgerust met collectieve ventilatiekanalen, afzuigkappen met of zonder uitstootinrichting,
gastoestellen van het type B, warmtepompen of in aanwezigheid van apparaten die in geval van een gelijktijdige werking in de ruimte
een depressie kunnen veroorzaken (ref. Norm UNI 10683).
• Zorg ervoor dat het rookkanaal en de leidingen, waarop het apparaat wordt aangesloten, geschikt zijn. De aansluiting van meerdere
apparaten op dezelfde schoorsteen is NIET toegestaan.
• De diameter van de opening voor de aansluiting op de schoorsteen moet ten minste overeenkomen met de diameter van het
rookkanaal. De opening moet voorzien zijn van een aansluiting op de muur voor het doorvoeren van de afvoerpijp en een rozet.
• Plaats het apparaat op een perfect vlakke ondergrond om spanningen tijdens de rotatie te vermijden.
• De installatie moet toegang voor de reinigings- en onderhoudswerkzaamheden tot het product en het rookkanaal toestaan.
NORDICA S.p.A. wijst iedere verantwoordelijkheid af voor schade aan voorwerpen en/of personen veroorzaakt door het
systeem. NORDICA S.p.A. is verder niet aansprakelijk voor een product dat zonder toestemming gewijzigd wordt of voor
het gebruik van niet-originele reserveonderdelen.
Uw gebruikelijke plaatselijke schoorsteenveger moet geïnformeerd worden over de installatie van het product, zodat hij de goede aansluiting
op het rookkanaal en de mate van eciëntie van het rookkanaal kan controleren.
BRANDVEILIGHEID
Bij de installatie van het product moeten de volgende veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen:
a) Om een voldoende warmte-isolatie te garanderen, moeten minimale veiligheidsafstanden aan de achter- en zijkanten in acht worden
genomen tot bouwelementen en voorwerpen die ontvlambaar zijn of gevoelig voor warmte (meubilair, houten bekledingen, textiel,
enz.) (zie Afbeelding 4 - A-C-D). Alle minimale veiligheidsafstanden zijn aangegeven op het technische plaatje van het product.
Men mag NIET onder de aangegeven waarden gaan (zie PRESTATIEVERKLARING).
b) Aan de voorkant van de vuurhaard, in de stralingszone van de deur, e nell’area di rotazione (vedi Figura 4), mogen er geen voorwerpen
of bouwmaterialen aanwezig zijn die ontvlambaar of gevoelig zijn voor warmte. De minimale afstand is hier zie Afbeelding 4 - A. Deze
afstand kan beperkt worden tot 40 cm wanneer er vóór het te beschermen onderdeel een achtergeventileerde en hittebestendige
beveiliging wordt geïnstalleerd.
c) Wanneer het product geïnstalleerd wordt op een vloer van brandbaar materiaal moet gezorgd worden voor een onbrandbare
grondplaat. De vloeren van brandbaar materiaal, zoals tapijten, parket, kurk, enz., moeten bedekt worden met een laag
onbrandbaar materiaal zoals bijvoorbeeld keramiek, steen, glas of staal, enz. (afmetingen volgens de plaatselijke voorschriften). De
grondplaat moet aan de voorkant tenminste 50 cm uitsteken en aan de zijkanten nog een 30 cm ten opzichte van de opening van de
laaddeur (zie Afbeelding 4 - B);
d) Boven het product mogen geen brandbare voorwerpen aanwezig zijn (bijv. meubilair, planken (zie Afbeelding 4 - C-D)).
Het product mag alleen werken wanneer de aslade is aangebracht. Het vaste afval van de verbranding (as) moet verzameld worden in een
hermetische en vuurbestendige recipiënt. Het product moet nooit functioneren in aanwezigheid van gasvormige emissies of dampen (zoals
bijvoorbeeld lijm voor linoleum, benzine, enz.). Geen ontvlambare materialen in de nabijheid van het product opslaan.
Tijdens de verbranding wordt thermische energie vrijgegeven en vindt er dus een duidelijke verwarming van de oppervlakken, de
deuren, handgrepen, bedieningselementen, ruiten, rookkanaal en eventueel ook de voorzijde van het apparaat plaats. Vermijd
ieder contact met deze elementen zonder gebruik te maken van beschermende kleding of extra werktuigen (hittebestendige
handschoenen, bedieningseenheid).
Zorg ervoor dat kinderen zich bewust zijn van deze gevaren en houd ze tijdens de werking uit de buurt van de vuurhaard.
Wanneer er een onjuiste of te vochtige brandstof gebruikt wordt, ontstaan er teerafzettingen (creosoot) in het rookkanaal die een gevaar
vormen voor brand.
EERSTE HULP
Indien er zich een brand voordoet in de aansluiting of het rookkanaal:
a) De deuren van de lading en de aslade sluiten.
b) De regelkleppen voor de verbrandingslucht sluiten.
c) De brand blussen met brandblussers met koolstof-dioxide (CO
2
in poedervorm)
d) Waarschuw onmiddellijk de brandweer.
HET VUUR NIET MET WATERSTRALEN BLUSSEN.
Na het blussen van de brand in het rookkanaal moet dit door een specialist gecontroleerd worden op eventuele scheuren of
doorlaatbare punten.
6