55 NEDERLANDS
Gebruiksdoeleinden
Het gereedschap is bedoeld voor het laden en dragen
van voorwerpen.
EG-verklaring van conformiteit
Alleen voor Europese landen
DeEG-verklaringvanconformiteitisbijgevoegdals
BijlageAbijdezegebruiksaanwijzing.
VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING: Lees alle veiligheids-
waarschuwingen, aanwijzingen, afbeeldingen en
technische gegevens behorend bij dit elektrische
gereedschap aandachtig door. Als u niet alle onder-
staandeaanwijzingennaleeft,kandatresulterenin
brand, elektrische schokken en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
De term "elektrisch gereedschap" in de veiligheidsvoor-
schriften duidt op gereedschappen die op stroom van
het lichtnet werken (met snoer) of gereedschappen met
een accu (snoerloos).
Veiligheidswaarschuwingen voor
een accuaangedreven kruiwagen
1. Dit gereedschap kan niet worden gebruikt op
de openbare weg.
2. Draag tijdens gebruik van het gereedschap
altijd slipvast veiligheidsschoeisel. Slipvaste,
dichte veiligheidsschoenen of -laarzen verlagen
de kans op letsel.
3. Inspecteer de af te leggen route voordat u
voorwerpen/materialen erover transporteert.
Door uzelf bekend te maken met de route en u
ervan te verzekeren dat de route breed genoeg
is om het gereedschap met lading veilig erover
te kunnen manoeuvreren, verlaagt u de kans op
verlies van controle over het gereedschap.
4. Wees uiterst voorzichtig op een gladde, losse
en instabiele ondergrond. Natte en gladde
oppervlakken,zoalsnatgras,sneeuwenijs,en
losse en instabiele ondergronden, zoals zand of
grind, kunnen ertoe leiden dat het gereedschap
tractie verliest en kunnen de besturing, het rem-
men en de stabiliteit nadelig beïnvloeden.
5. Gebruik het gereedschap niet op zeer steile
hellingen. Hiermee wordt de kans verkleind op
verlies van controle, slippen en vallen die kunnen
leidentotpersoonlijkletsel.Hellingensteilerdan
demaximaalaanbevolenhellingsgraadenzijde-
lingse hellingen kunnen de kans op instabiliteit
vergroten en kunnen het vermogen om veilig te
stoppen nadelig beïnvloeden.
6. Verzeker u bij het werken op hellingen er altijd
van dat u stevig staat, werk altijd dwars op de
helling, nooit hellingopwaarts of -afwaarts,
en wees uiterst voorzichtig bij het veranderen
van richting. Hiermee wordt de kans verkleind op
verlies van controle, slippen en vallen die kunnen
leidentotpersoonlijkletsel.
7. Gebruik indien mogelijk een vlag gebied
om te stoppen, laden en lossen, en laat het
gereedschap nooit achter op een helling. Het
gereedschapisinstabielerwanneerhijopeen
hellingstaatdanwanneerhijopeenhorizontale
ondergrond staat.
8. Wanneer op een helling wordt gestopt, richt u
het gereedschap hellingopwaarts of -afwaarts,
en blokkeert u de ongeremde wielen. Het
gereedschap is minder stabiel wanneer het dwars
op een helling staat. Ongeremde wielen, met
namezwenkwielen,kunnenmogelijkzwenkenen
hellingafwaarts rollen ondanks dat de parkeerrem
van het voorwiel is aangetrokken.
9. Als het gereedschap onbeheerd wordt achter-
gelaten, zet u het gereedschap op een veilige
plaats neer en trekt u de parkeerrem aan. De
parkeerrem voorkomt ongewenste beweging van
het voorwiel en kan de stabiliteit verbeteren.
10. Zorg ervoor dat oprijplaten schoon, sterk en
veilig zijn. Om de kans op letsel te verkleinen,
moetenalleoprijplatenvrijzijnvanlosafvalen
sterkgenoegzijnomhetgewichttedragenvan
deladingdieueroververwachttevervoeren.Ze
moeteneronderenaandezijkantafdoendegestut
zijnomdoorbuigenenzijdelingsebewegingte
voorkomen wanneer een lading erover wordt ver-
voerd.Alleoprijplatenmoetenbreedgenoegzijn
ensteviggeplaatstzijnwanneerladingenerover
vervoerd worden.
11.
Gebruik geen oprijplaten over een open
ruimte zonder opstaande zijrand of relingen.
Hooggelegen open ruimten en open geulen vragen
om ongelukken en verhogen de kans op ernstig
letsel.Gebruikeenopstaandezijrandofrelingen
langsoprijplatenoveropenruimtenomtevoorko-
mendathetgereedschapvandeoprijplaatafrijdt.
12. Verzeker u er vóór gebruik van dat alle borg-
bouten stevig aangedraaid zijn. Borgbouten op
deachterwielenendevoor-enzijwandenvanhet
open draagrek moeten stevig vast zitten om onge-
wenste beweging van deze verstelbare onderde-
len van het gereedschap te voorkomen.
13. Gebruik het gereedschap nooit wanneer het
overbelast is. Verzeker u ervan dat het gereed-
schaphetjuistedraagvermogenheeftvoorde
voorwerpen of materialen die u wilt vervoeren.
Buitensporige ladingen maken het manoeuvreren
enstoppenmethetgereedschapmoeilijker,ver-
lengendestoptijden-afstand,enverhogenhet
gevaar van instabiliteit.