PX560-D-1B
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Zorg er voor eerst aandachtig de
“Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de
veiligheid” te lezen voordat u de Digitale Piano
probeert te gebruiken.
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
PX
-
560M
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de
wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland.
MA1612-B
PX560-D-1B.indd 1 2016/12/15 11:39:38
B
Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
• Voordat u de los verkrijgbare AD-A12150LW netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet
beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige
beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is.
• Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
• Gebruik enkel de CASIO AD-A12150LW netadapter.
• De netadapter is geen stuk speelgoed.
• Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.
Manufacturer:
CASIO COMPUTER CO., LTD.
6-2, Hon-machi 1-chome, Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
Responsible within the European Union:
Casio Europe GmbH
Casio-Platz 1, 22848 Norderstedt, Germany
www.casio-europe.com
Verklaring van overeenkomst met de EU richtlijnen
NL-1
PX560-D-1B.indd 3 2016/12/15 11:39:38
NL-2
Inhoudsopgave
Algemene gids NL-4
Installeren van de muziekbladstandaard. . . . . . NL-5
Opslaan van instellingen en gebruiken
van de paneelvergrendeling. . . . . . . . . . . . . . NL-6
Terugzetten van de Digitale Piano naar de
standaardinstellingen die in de fabriek
ingesteld waren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-6
Stopcontact NL-7
Gebruik van een netadapter . . . . . . . . . . . . . . . NL-7
In- en uitschakelen van de stroom . . . . . . . . . . NL-7
Aansluitingen NL-9
Aansluiten van de hoofdtelefoon. . . . . . . . . . . . NL-9
Aansluiten van een pedaal . . . . . . . . . . . . . . . . NL-9
Aansluiten van audio-apparatuur of
een versterker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-10
Meegeleverde en los verkrijgbare
accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-11
Gemeenschappelijke bediening
voor alle functies NL-12
Gebruik van het displayscherm. . . . . . . . . . . . NL-12
Bedieningsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-13
Spelen met verschillende tonen NL-15
Selecteren en spelen van een toon. . . . . . . . . NL-15
Splitsen van het toetsenbord tussen
twee tonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-16
Lagen van twee tonen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-17
Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel. . NL-17
Afstellen van de volumebalans van
het toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-19
Gebruik van de metronoom. . . . . . . . . . . . . . . NL-19
Veranderen van de tempo-instelling . . . . . . . . NL-20
Gebruik van de toonhoogteregelaar . . . . . . . . NL-20
Wijzigen van noten met de
modulatieregelaar en de
modulatieknoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-20
Verschuiven van de toonhoogte van de
Digitale Piano in eenheden van een
halve toon (Transponeren). . . . . . . . . . . . . . NL-21
Automatisch Arpeggio frasen laten klinken
(Arpeggiator) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-22
Bewerken van een toon NL-23
Bewerken van een toon . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-23
Veranderen van de naam van een toon . . . . . NL-24
Wissen van een toon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-24
Gebruik van automatische
begeleiding NL-38
Spelen van een automatische begeleiding . . . NL-38
Gebruik van de aanbevolen tonen en
tempo’s (Eén-toets voorkeuzes) . . . . . . . . . NL-41
Toevoegen van harmonie aan de
melodienoten
(automatische harmonisatie) . . . . . . . . . . . . NL-42
Bewerken van een ritme (Ritme bewerken) . . NL-42
Wissen van een gebruikersritme. . . . . . . . . . . NL-44
Demonstratiemelodie NL-45
Weergeven van demonstratiemelodieën. . . . . NL-45
Muziekvoorkeuzes NL-46
Oproepen van muziekvoorkeuzes. . . . . . . . . . NL-46
Creëren van een originele
gebruikersvoorkeuze
(Gebruikersvoorkeuzes). . . . . . . . . . . . . . . . NL-47
Wissen van een gebruikersvoorkeuze . . . . . . NL-51
Registreren van de toon- en
ritme-instellingen NL-52
Opname en weergave NL-54
Opnemen in het geheugen van de
Digitale Piano (MIDI-recorder) . . . . . . . . . . . NL-56
Opnemen naar een USB flash-drive
(Audiorecorder) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-65
Configureren van de instellingen
van de Digitale Piano NL-68
Configureren van de instellingen van de
Digitale Piano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-68
USB flash-drive NL-82
Aansluiten van een USB flash-drive op de
Digitale Piano en loskoppelen ervan . . . . . . NL-83
Formatteren van een USB flash-drive. . . . . . . NL-84
Opslaan van standaard melodiegegevens
op een USB flash-drive . . . . . . . . . . . . . . . . NL-84
Opslaan van gegevens van de Digitale
Piano op een USB flash-drive . . . . . . . . . . . NL-84
Laden van gegevens van een USB
flash-drive naar het geheugen van de
Digitale Piano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-85
Wissen van gegevens op een
USB flash-drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-85
B
PX560-D-1B.indd 4 2016/12/15 11:39:38
Inhoudsopgave
NL-3
Aansluiting op een computer NL-86
Minimale computersysteemvereisten . . . . . . . NL-86
Gebruik van MIDI . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-87
Referentie NL-88
Foutmeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-88
Oplossen van moeilijkheden . . . . . . . . . . . . . . NL-89
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-91
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . NL-93
Informatie A-1
Vingerzettinggids. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1
Akkoordvoorbeeldlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-3
Toewijzing van de delen en MIDI-kanalen
en het blokdiagram . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-5
Blokschema. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-6
MIDI Implementation Chart
Merk- en productnamen die in deze
gebruiksaanwijzing worden gebruikt kunnen
geregistreerde handelsmerken van anderen zijn.
PX560-D-1B.indd 5 2016/12/15 11:39:38
NL-4
Algemene gids
cp cq cr cs ct dk
ck cl cn co
bs
dl
2
bp
bq
br
7 8 9 bk bl bm
bt
531 4
bodm dn
∗
6
bn
cm
Onderkant
Achterkant
PHONES
aansluitingen
Voorkant
AUDIO VOLUME regelaar
LINE OUT R, L/MONO
aansluitingen
Pedaalaansluiting
MIDI OUT/THRU, IN
aansluitingen
USB poort
DAMPER, ASSIGNABLE PEDAL aansluitingen
AUDIO IN aansluiting
DC 12V
aansluiting
LINE IN R, L/MONO aansluitingen
PX560-D-1B.indd 6 2016/12/15 11:39:38
Algemene gids
NL-5
• Deze handleiding gebruikt de hieronder gegeven nummers en namen die verwijzen naar de toetsen en
bedieningsorganen.
Steek de onderkant van de muziekstandaard
in de groef aan de bovenkant van het
controlepaneel van de Digitale Piano.
* Installeren van de muziekbladstandaard
1P (aan/uit) toets
2Volumeregelaar (VOLUME)
3Opnamefunctietoets (REC MODE)
4MIDI-toets (MIDI a)
5Audiotoets (AUDIO a)
6Transponeertoetsen (TRANSPOSE w, q)
7Introtoets (INTRO)
8Normaal/invulpatroontoets (NORMAL/FILL-IN)
9Variatie/invulpatroontoets (VARIATION/FILL-IN)
bkSynchro/eindpatroontoets (SYNCHRO/ENDING)
bla toets
bmBegeleiding aan/uit-toets (ACCOMP ON/OFF)
bnK1 t/m K3 knoppen
boDisplay
bpMenuscherm (MENU)
bqHoofdscherm (MAIN)
brVorige scherm (EXIT)
bsDraairegelaar
btNee/ja-toetsen (w/NO, q/YES)
ckToontoets (TONE)
clRitmetoets (RHYTHM)
cmTempotoetsen (TEMPO)
cnMetronoomtoets (METRONOME)
coVleugeltoets (GRAND PIANO)
cpBanktoets (BANK)
cqRegistratietoets 1 (REGISTRATION 1)
crRegistratietoets 2 (REGISTRATION 2)
csRegistratietoets 3 (REGISTRATION 3)
ctRegistratietoets 4 (REGISTRATION 4)
dkOpslagtoets (STORE)
dlUSB flash-drive poort
dmToonhoogteregelaar (PITCH BEND)
dnModulatieregelaar (MODULATION)
PX560-D-1B.indd 7 2016/12/15 11:39:39
NL-6
Algemene gids
Het paneel van vloeibare kristallen van het
monitorscherm maakt gebruik van hoge-precisie
technologie die een pixelopbrengst levert van meer dan
99,99%. Er is slechts een hoeveelheid pixels die niet
oplichten of voortdurend oplichten. Dit is een
intrinsieke eigenschap van het paneel van vloeibare
kristallen en duidt niet op een defect.
Uw Digitale Piano stelt u in staat om de huidige
instellingen op te slaan en de toetsen te vergrendelen
ter bescherming tegen bedieningsfouten. Zie “Auto
Resume” (pagina NL-75) en “Operation Lock” (pagina
NL-75) voor details.
Voer de volgende procedure uit wanneer u de
opgeslagen gegevens en instellingen van de Digitale
Piano wilt terugzetten op de standaard-
fabrieksinstellingen.
1.
Schakel de Digitale Piano uit.
2.
Houd de cm TEMPO w, q toetsen
ingedrukt en druk op de 1 P toets.
• De Digitale Piano wordt ingeschakeld en zal het
interne systeem initialiseren. U zult de Digitale Piano
na even wachten kunnen gebruiken.
• Zie “In- en uitschakelen van de stroom” (pagina
NL-7) voor informatie over het in- en uitschakelen
van de stroom.
LCD-paneel
Opslaan van instellingen en
gebruiken van de
paneelvergrendeling
Terugzetten van de Digitale
Piano naar de
standaardinstellingen die in de
fabriek ingesteld waren
PX560-D-1B.indd 8 2016/12/15 11:39:39
NL-7
Stopcontact
Uw Digitale Piano werkt op de spanning van het
lichtnet. Vergeet niet de stroom uit te schakelen
wanneer u de Digitale Piano niet gebruikt.
Gebruik enkel de netadapter (JEITA standaard, met
een uniforme polariteitsstekker) die gespecificeerd is
voor deze Digitale Piano. De Digitale Piano kan defect
raken als een ander type netadapter gebruikt wordt.
Voorgeschreven netadapter: AD-A12150LW
• Sluit de netadapter aan d.m.v. het meegeleverde
netsnoer zoals aangegeven in de onderstaande
afbeelding.
Neem de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen
in acht om schade aan het netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
• Trek nooit met geweld aan het snoer.
• Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
• Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de
aansluiting.
Wanneer het toestel wordt verplaatst
• Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te
trekken voordat u de Digitale Piano verplaatst.
Tijdens opslag
• Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer
maar wind het snoer nooit om de netadapter.
• Gebruik nooit de netadapter (JEITA standaard, met
een uniforme polariteitsstekker) die met deze Digitale
Piano meegeleverd wordt om een ander toestel aan
te sluiten dan deze Digitale Piano. Dit brengt namelijk
het risico op een defect met zich mee.
• Vergeet niet de Digitale Piano uit te schakelen
voordat u de netadapter in het stopcontact steekt of
hem er uit trekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit
is normaal en duidt niet op een defect.
• Gebruik de netadapter met het label naar beneden.
De netadapter staat bloot aan elektromagnetische
golven wanneer het label naar boven wijst.
1.
Druk op de 1 P toets om de stroom in te
schakelen.
• Raak het toetsenbord, de pedalen en de toetsen niet
aan terwijl het startscherm op de display wordt
aangegeven. Dit kan namelijk een probleem
veroorzaken met de bediening.
• Stel het volumeniveau in met de VOLUME regelaar
(2) van de Digitale Piano.
2.
Houd om de Digitale Piano uit te schakelen
de 1 P toets ingedrukt totdat de display
van de Digitale Piano wit wordt.
• Het onderstaande bericht kan verschijnen wanneer
er gegevens in het geheugen van de Digitale Piano
worden opgeslagen of meteen nadat u de Digitale
Piano heeft ingeschakeld.
Schakel de Digitale Piano nooit uit terwijl dit bericht
wordt weergegeven.
• Door de 1 P toets in te drukken om de stroom uit
te schakelen wordt de Digitale Piano op standby
gezet. Er blijven nog kleine hoeveelheden stroom in
de Digitale Piano lopen terwijl deze standby staat.
Als u de Digitale Piano voor langere tijd niet
gebruikt of als er onweer in de buurt is, dient u de
stekker uit het stopcontact te trekken.
Gebruik van een netadapter
Stopcontact
Netsnoer
DC 12V aansluiting Netadapter
• Configuratie en type hangen af
van de plaats waar u zich bevindt.
In- en uitschakelen van de
stroom
PX560-D-1B.indd 9 2016/12/15 11:39:39
NL-8
Stopcontact
Deze Digitale Piano is ontworpen om automatisch
uitgeschakeld te worden om te voorkomen dat stroom
wordt verspild als gedurende een vooringestelde tijd
geen bewerking wordt uitgevoerd. De activeringstijd
voor de automatische stroomonderbreker is ongeveer
vier uur.
• Indien gewenst, kunt u de automatische
stroomonderbreker annuleren. Zie “Auto Power
Off” onder “SYSTEM SETTING scherm” (pagina
NL-74).
Automatische stroomonderbreker
PX560-D-1B.indd 10 2016/12/15 11:39:39
NL-9
Aansluitingen
• Voordat u een hoofdtelefoon aansluit dient u eerst
de 2 VOLUME regelaar van de Digitale Piano op
een laag niveau in te stellen. Stel het volume in op
het gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand
gebracht heeft.
• Wanneer de geluidsweergave via de luidsprekers is
uitgeschakeld *, optimaliseert de Digitale Piano
automatisch het geluid voor het luisteren met de
hoofdtelefoon en via de LINE OUT. Tijdens
geluidsweergave via de luidsprekers is het geluid
automatisch geoptimaliseerd voor het luisteren met
de luidsprekers.
* Er zit een stekker in de PHONES aansluiting of
het “Speaker” SYSTEM SETTING scherm (pagina
NL-74) is uitgeschakeld.
Voorkant
Sluit los verkrijgbare hoofdtelefoons aan op de
PHONES aansluitingen. Door een hoofdtelefoon aan te
sluiten op één van beide PHONES aansluitingen wordt
de weergave van de luidsprekers uitgeschakeld wat
betekent dat u zelfs midden in de nacht kunt oefenen
zonder de buren wakker te houden. Om uw gehoor te
beschermen moet u erop letten dat het volumeniveau
niet te hoog staat wanneer u een hoofdtelefoon
gebruikt.
• Let erop dat u de stekker van de hoofdtelefoon zo
ver mogelijk in één van de PHONES aansluitingen
steekt. Als u dat niet doet, kunt u het geluid mogelijk
van slechts één van beide kanten van de
hoofdtelefoon horen.
• Mocht de hoofdtelefoon die u gebruikt niet passen
bij één van de PHONES aansluitingen, gebruik dan
een passende adapterstekker die u apart in de
winkel kunt aanschaffen.
• Gebruikt u een hoofdtelefoon waarbij een
adapterstekker nodig is, let er dan op dat de adapter
niet ingestoken blijft als u de aansluiting van de
hoofdtelefoon verbreekt. Mocht dit het geval zijn,
dan zal er geen geluid te horen zijn via de
luidsprekers.
De achterkant van de Digitale Piano heeft twee
pedaalaansluitingen, één voor een demppedaal en één
voor een zacht/sostenuto pedaal.
Afhankelijk van het type bewerking dat u wilt dat het
pedaal uitvoert, sluit u de pedaalkabel aan op ofwel de
DAMPER PEDAL aansluiting of op de ASSIGNABLE
PEDAL aansluiting van de Digitale Piano.
Achterkant
Pedaalfuncties
z Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen
zullen de noten die u aanslaat blijven nagalmen.
• Telkens bij het selecteren van een pianotoon, zal het
resonerende effect van de Digitale Piano’s demper
worden geactiveerd waardoor noten op dezelfde
manier gaan resoneren als wanneer het demppedaal
bij een akoestische piano ingetrapt wordt.
z
Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen worden de op het
toetsenbord aangeslagen noten onderdrukt na het
intrappen van het pedaal waardoor de noten zachter
klinken.
z
Sostenuto pedaal
Alleen de noten van de toetsen die aangeslagen zijn op
het moment van het intrappen van dit pedaal worden
aangehouden, totdat het pedaal wordt losgelaten. Dit
geldt ook wanneer de klaviertoetsen worden
losgelaten.
Aansluiten van de
hoofdtelefoon
PHONES aansluitingen
Los verkrijgbare hoofdtelefoon
Aansluiten van een pedaal
Aansluiten op de pedaalaansluiting
PEDAL aansluitingen
PX560-D-1B.indd 11 2016/12/15 11:39:39
NL-10
Aansluitingen
z Expressiepedaal
U kunt een pedaal gebruiken om het volumeniveau en
de effecttoepassing te regelen.
Sluit het expressiepedaal aan op de ASSIGNABLE
PEDAL aansluiting. Gebruik de “Pedal Edit” op het
CONTROLLER scherm om in te stellen dat er een
expressiepedaal aan de ASSIGNABLE PEDAL
aansluiting is toegewezen.
• Gebruik een in de handel verkrijgbaar
expressiepedaal dat aan de onderstaande
specificaties voldoet. * Houd er rekening mee dat de
polariteit van de pedalen van sommige fabrikanten
verschilt van de polariteit die voor deze Digitale
Piano vereist is.
* Een juiste werking is geverifieerd voor de onderstaande
pedalen.
Roland EV-5: Stel het minimumvolume in op 0 (nul).
KURZWEIL CC-1
FATAR VP-25, VP-26
U kunt de los verkrijgbare 3-pedalen eenheid (SP-33)
aansluiten op de pedaalaansluiting aan de onderkant
van de Digitale Piano. U kunt de pedalen dan
gebruiken voor expressie die lijkt op die beschikbaar is
op een akoestische piano.
• De los verkrijgbare CS-67P speciale standaard is
nodig voor het gebruik van de pedaaleenheid SP-33.
U kunt audio-apparatuur of een versterker aansluiten
op de Digitale Piano en het geluid dan via externe
luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van
een betere kwaliteit te verkrijgen.
• Wanneer de geluidsweergave via de luidsprekers is
uitgeschakeld *, optimaliseert de Digitale Piano
automatisch het geluid voor het luisteren met de
hoofdtelefoon en via de LINE OUT. Tijdens
geluidsweergave via de luidsprekers is het geluid
automatisch geoptimaliseerd voor het luisteren met
de luidsprekers.
* Er zit een stekker in de PHONES aansluiting of
het “Speaker” SYSTEM SETTING scherm (pagina
NL-74) is uitgeschakeld.
• Stel het volume altijd in op een laag niveau d.m.v. de
VOLUME regelaar telkens wanneer u een apparaat
aan gaat sluiten op de Digitale Piano. Stel het
volume in op het gewenste niveau nadat u de
aansluiting tot stand gebracht heeft.
• Lees telkens wanneer u een apparaat op de Digitale
Piano wilt aansluiten eerst de gebruiksaanwijzing
door die met dat apparaat meegeleverd wordt.
Pedaalaansluiting
10 kΩ ±20%
Pedaalaansluiting
Onderkant
Aansluiten van audio-
apparatuur of een versterker
INPUT 1
INPUT 2
4
1
3
2
Gitaarversterker,
toetsenbordversterker enz.
Standaardstekker
Standaard-
aansluiting
LEFT (links-wit)
RIGHT (rechts-rood)
MIDI-geluidsbron enz.
Penstekker
AUX IN aansluiting enz.
van de geluidsversterker
Smartphone enz.
Stereo ministekker
B
PX560-D-1B.indd 12 2016/12/15 11:39:39
Aansluitingen
NL-11
Een externe geluidsbron die op de LINE IN R (rechts)
is aangesloten, wordt via de rechter luidspreker van de
Digitale Piano weergegeven en een geluidsbron die op
de LINE IN L/MONO is aangesloten, wordt via de
linker luidspreker weergegeven. Gebruik los
verkrijgbare aansluitsnoeren die passen bij de
apparatuur waarop aangesloten wordt. Wanneer alleen
op de LINE IN L/MONO een externe geluidsbron is
aangesloten, wordt het geluid via beide luidsprekers
weergegeven.
U kunt een smartphone of andere muziekspeler op
AUDIO IN aansluiten.
Gebruik de AUDIO VOLUME knop om het
volumeniveau van een smartphone in te stellen. Het
volume van een smartphone kan niet met de 2
VOLUME knop worden ingesteld.
• De ingebouwde effecten van de Digitale Piano
(nagalm, chorus, DSP) worden ook op het
ingangssignaal van de LINE IN aansluiting
toegepast. Het ingangssignaal van de LINE IN kan
met de audiorecorder worden opgenomen.
• De ingebouwde effecten van de Digitale Piano
(nagalm, chorus, DSP) worden niet op het
ingangssignaal van de AUDIO IN aansluiting
toegepast. Het ingangssignaal van de AUDIO IN
kan niet met de audiorecorder worden opgenomen.
Gebruik los verkrijgbare aansluitsnoeren om de
externe geluidsapparatuur aan te sluiten op de LINE
OUT aansluitingen van de Digitale Piano zoals
aangegeven in Afbeelding
2
. Het uitgangssignaal van
de LINE OUT R aansluiting is het rechter
kanaalgeluid, terwijl het uitgangssignaal van de LINE
OUT L/MONO aansluiting het linker kanaalgeluid is.
Het wordt aan u overgelaten om aansluitkabels aan te
schaffen zoals de in de afbeelding getoonde kabel voor
het aansluiten van audio-apparatuur. Gewoonlijk dient
u in deze configuratie de ingangskeuzeschakelaar van
de audio-apparatuur in te stellen op de instelling die
hoort bij de aansluiting (zoals AUX IN) waarop de
Digitale Piano aangesloten is. Stel het volumeniveau in
d.m.v. de VOLUME regelaar van de Digitale Piano.
Gebruik los verkrijgbare aansluitsnoeren om de
versterker aan te sluiten op de LINE OUT
aansluitingen van de Digitale Piano zoals aangegeven
in Afbeelding
3
. Het uitgangssignaal van de LINE
OUT R aansluiting is het rechter kanaalgeluid, terwijl
het uitgangssignaal van de LINE OUT L/MONO
aansluiting het linker kanaalgeluid is. Door aan te
sluiten op de LINE OUT L/MONO aansluiting worden
beide kanalen als een gemengd signaal afgegeven. Het
wordt aan u overgelaten om aansluitkabels aan te
schaffen zoals de in de afbeelding getoonde kabel voor
het aansluiten van de versterker. Stel het
volumeniveau in d.m.v. de VOLUME regelaar van de
Digitale Piano.
• Bij gebruik van de LINE OUT aansluiting steekt u
een stekker in de aansluiting of schakelt u de
instelling “Speaker” op het SYSTEM SETTING
scherm uit (pagina NL-74). Er wordt dan
overschakeld naar een timbre geschikt voor de
lijnuitgang.
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor
het gebruik met deze Digitale Piano.
Het gebruik van niet erkende accessoires kan het
gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel
met zich meebrengen.
• U kunt informatie betreffende de accessoires die los
verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO catalogus die
beschikbaar is bij uw winkelier en van de CASIO
website bij de volgende URL.
http://world.casio.com/
Gebruik van de Digitale Piano voor
weergave van de geluiden van een externe
geluidsbron (Afbeelding
1
en
4
)
Aansluiten van geluidsapparatuur
(Afbeelding
2
)
Aansluiten op een
muziekinstrumentversterker
(Afbeelding
3
)
Meegeleverde en los
verkrijgbare accessoires
PX560-D-1B.indd 13 2016/12/15 11:39:40
NL-12
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
Wanneer u de Digitale Piano inschakelt, verschijnt er
een MENU scherm en een MAIN scherm (dit toont de
huidige instellingen) op de display. U kunt deze
schermen gebruiken om een groot scala aan functies
naar wens in te stellen. De navigatiepictogrammen op
het snelpalet aan de rechterzijde van de display
worden gebruikt om snel tussen de schermen te
navigeren.
■ MENU scherm
Bij het aantippen van een menupictogram verschijnt
het scherm voor het configureren van de toon, ritme en
andere instellingen.
■ MAIN scherm
Het MAIN scherm is voor het controleren en wijzigen
van de hoofdinstellingen. De huidige instellingen
worden onderaan op het scherm getoond.
1
USB flash-drive aangesloten
2
Luidsprekers uit
3
Akkoord
4
Tempo
5
Maat
6
Maatslag
7
Transponeren
8
Splitspunt
9
Registratiebank
■ Snelpalet
Het snelpalet wordt altijd aan de rechterzijde van het
scherm getoond. Tip de pictogrammen op het snelpalet
aan om tussen de schermen te navigeren.
Aan de hand van de kleuren kunt u zien welke items er
zijn geselecteerd en welke bedieningsfuncties zijn
ingeschakeld.
Rood: Nu geselecteerd of aangezet
Blauw: Bedieningsfunctie is ingeschakeld
Voorbeeld: “Soft Rock” is geselecteerd in de “Rock” groep.
• De betekenis van de symbolen die verschijnen nadat
gegevens zijn opgenomen of bewerkt, wordt
hieronder uitgelegd.
! : Niet opgeslagen gegevens
*: Opgeslagen gegevens
Niet opgeslagen gegevens ( ! ) worden verwijderd
als u de bewerkings- of opnamebediening verlaat
door een ander nummer te selecteren. Als u niet wilt
dat opgeslagen of bewerkte gegevens worden
verwijderd, moet u deze opslaan voordat u iets
anders gaat doen.
Gebruik van het displayscherm
Overzicht van het displayscherm
Toont het MAIN
scherm.
Terugkeren naar
het vorige scherm.
Snelpalet
3 4 5 6 7 8 9
Toont het MENU
scherm.
Snelpalet
21
Scherminhoud
bp MENU: Toont het MENU scherm.
bq MAIN: Toont het MAIN scherm.
br EXIT: Terugkeren naar het vorige scherm.
Naar de volgende groep.
Naar de vorige groep of de volgende pagina.
PX560-D-1B.indd 14 2016/12/15 11:39:40
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
NL-13
Uw Digitale Piano heeft een aanraakpaneel. U kunt het
aanraakpaneel gebruiken om een groot scala aan
functies naar wens in te stellen.
• Gebruik geen scherp of spits voorwerp om
bedieningen op het aanraakpaneel uit te voeren. Dit
kan resulteren in beschadiging van de LCD.
Aantippen
Lichtjes met uw vinger op de display drukken.
Vegen
Van links naar rechts met uw vinger over de display
vegen. Bij het vegen over een MENU scherm wordt er
naar een andere pagina met menu-items gegaan.
U kunt de toetsen van het beeldschermtoetsenbord
aantippen om de namen voor de gegevensbestanden in
te voeren. De Digitale Piano ondersteunt de invoer van
alfanumerieke tekens en symbolen.
1
Toont de letters die u invoert.
2
Selecteert het type tekens.
3
Verplaatst de cursor naar voren en terug.
4
Verwijdert de letter links naast de cursor.
5
Voert een van deze letters in op de plaats van de
cursor.
6
Voert een spatie in op de plaats van de cursor.
Bedieningsaanwijzingen
Gebruik van het aanraakpaneel
Invoeren van teksttekens
1 3 4
65
2
PX560-D-1B.indd 15 2016/12/15 11:39:40
NL-14
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
Een item dat met behulp van een lijst kan worden
geselecteerd, wordt aangegeven door het “X”
pictogram.
1.
Tip op het item waarvan u de instelling wilt
veranderen.
2.
Op de lijst die verschijnt tipt u het item aan
dat u wilt instellen.
Een ingestelde waarde die kan worden veranderd,
wordt aangegeven door het “ ” pictogram.
1.
Tip op het item waarvan u de instelling wilt
veranderen.
2.
Gebruik de bs regelaar of de bt w, q
toetsen om de ingestelde waarde te
veranderen.
• Door één van beide bt w, q toetsen ingedrukt te
houden worden de waarden met verhoogde snelheid
doorlopen.
Om een functie in of uit te schakelen, tipt u het item of
pictogram van de functie aan.
Selecteren van een item in een lijst Veranderen van een ingestelde waarde
In- of uitschakelen van een functie
PX560-D-1B.indd 16 2016/12/15 11:39:40
NL-15
Spelen met verschillende tonen
Uw Digitale Piano heeft 650 tonen. De tonen zijn
verdeeld in 13 groepen.
• Zie de afzonderlijke Appendix voor details.
1.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Het MAIN scherm verschijnt.
2.
Tip de “Upper 1” toon aan.
Het TONE SELECT scherm verschijnt.
3.
Tip de groep aan die de toon bevat die u wilt
gebruiken.
• Om tussen de groepen te navigeren, tipt u “UU” of
“II” aan.
4.
Tip de toon aan die u wilt gebruiken.
• Om tussen de toonlijstpagina’s te navigeren, tipt u
“ ” of “ ” aan.
5.
Tip bq MAIN op het scherm aan om terug te
keren naar het MAIN scherm.
• Wanneer het Upper 1 pictogram wordt aangetipt om
dit uit te schakelen, wordt de selectie van de
toetsenbordtoon geannuleerd zodat het toetsenbord
geen geluid meer voortbrengt.
• Bij indrukken van de co GRAND PIANO toets
wordt er overgeschakeld naar de vleugeltoon en
worden de instellingen van de Digitale Piano
opnieuw geconfigureerd om deze te optimaliseren
voor het vleugelspel. Zie de afzonderlijke Appendix
voor details.
bq
co
bt
cncm6 bn
bp
Selecteren en spelen van een
toon
Upper 1
PX560-D-1B.indd 17 2016/12/15 11:39:40
NL-16
Spelen met verschillende tonen
U kunt het toetsenbord zodanig splitsen dat de
linkerkant (lager bereik) één toon speelt en de
rechterkant (hoger bereik) een andere toon speelt.
• Op een gesplitst toetsenbord wordt de toon die aan
het lage bereik is toegewezen een “splitstoon”
(Lower 1) genoemd.
Voorbeeld: Wanneer “GM Slap Bass 1” als de splitstoon is
geselecteerd
1.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Het MAIN scherm verschijnt.
2.
Selecteer de hoofdtoon.
3.
Tip “Split” op het MAIN scherm aan.
De splitsfunctie wordt ingeschakeld.
4.
Tip “Lower 1” aan.
Het TONE SELECT scherm verschijnt.
5.
Tip de groep aan die de toon bevat die u als
de splitstoon wilt gebruiken.
6.
Tip de toon aan die u als de splitstoon wilt
gebruiken.
7.
Tip bq MAIN op het scherm aan om terug te
keren naar het MAIN scherm.
8.
Tip “Split” op het MAIN scherm aan om de
splitsing in het toetsenbord ongedaan te
maken en terug te keren naar een enkele
toon.
De splitsing in het toetsenbord wordt opgeheven.
• U kunt lagen maken van de hoofdtoon en de
splitstoon door de lagenfunctie (pagina NL-17) in te
schakelen. U kunt de lageninstelling ook
configureren nadat u de splitsfunctie heeft
ingeschakeld.
• Bij het uitschakelen van Upper 1, Upper 2, Lower 1
of Lower 2 door het pictogram aan te tippen wordt
de betreffende toon gedempt.
• Wanneer tonen met DSP als hoofdtoon en als
splitstoon zijn toegewezen, wordt het effect van een
van deze tonen uitgeschakeld.
U kunt de procedure hieronder volgen om de plaats op
het toetsenbord te specificeren waar dit gesplitst wordt
in de linkerkant en rechterkant. Deze plaats wordt het
“splitspunt” genoemd.
1.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Het MAIN scherm verschijnt.
2.
Tip “Split Point” aan.
3.
Gebruik de bt w, q toetsen om het
splitspunt te specificeren. Dit punt is de
meest linkse toets van het bovenste bereik.
• U kunt het splitspunt ook specificeren door “Split
Point” aan te tippen en vast te houden terwijl u de
gewenste toetsenbordtoets indrukt.
Splitsen van het toetsenbord
tussen twee tonen
Lower 1
Lower 2
Upper 1
Upper 2
Splitstoon:
GM Slap Bass 1
Hoofdtoon:
Grand Piano Concert
Rood
Verplaatsen van het
toetsenbordsplitspunt
Laag bereik Hoog bereik
Splitspunt
Rood
PX560-D-1B.indd 18 2016/12/15 11:39:41
Spelen met verschillende tonen
NL-17
U kunt lagen aanbrengen tussen twee verschillende
tonen zodat ze tegelijkertijd spelen wanneer u een
klaviertoets indrukt.
• De Upper 1 toon wordt de “hoofdtoon” genoemd en
de Upper 2 toon wordt de “gelaagde toon”
genoemd.
1.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Het MAIN scherm verschijnt.
2.
Selecteer de hoofdtoon.
3.
Tip het Upper 2 pictogram aan.
De lagenfunctie wordt ingeschakeld en de twee tonen
worden gelaagd.
4.
Tip de “Upper 2” toon aan.
Het TONE SELECT scherm verschijnt.
5.
Tip de groep aan die de toon bevat die u als
de gelaagde toon wilt gebruiken.
6.
Tip de toon aan die u als de gelaagde toon
wilt gebruiken.
7.
Tip bq MAIN op het scherm aan om terug te
keren naar het MAIN scherm.
8.
Tip het Upper 2 pictogram op het MAIN
scherm aan om de lageninstelling van het
toetsenbord ongedaan te maken en terug te
keren naar een enkele toon.
De lageninstelling voor de tonen wordt uitgeschakeld.
• U kunt de balans afstellen tussen de hoofdtoon en de
gelaagde toon.
Zie “Afstellen van de volumebalans van het
toetsenbord” (pagina NL-19).
• Bij het aantippen van het Upper 1 of Upper 2
pictogram wordt de betreffende toon uitgeschakeld
zodat deze niet klinkt.
• Wanneer tonen met DSP als hoofdtoon en als
gelaagde toon zijn toegewezen, wordt het effect van
een van deze tonen uitgeschakeld.
U kunt het toetsenbord in het midden splitsen voor
duet-spel zodat de linker- en de rechterkant hetzelfde
bereik hebben. Het linker buitenste pedaal werkt als
het demppedaal voor het linker toetsenbord terwijl het
rechter buitenste pedaal fungeert als het demppedaal
voor het rechter toetsenbord.
Met duet-spel kan de leraar op de linkerkant van het
toetsenbord laten zien hoe gespeeld moet worden
terwijl de leerling dezelfde melodie op de rechterkant
van het toetsenbord speelt.
Pedalen
z Gebruik van de los verkrijgbare SP-33
pedaaleenheid
z
Gebruik van de bijgeleverde SP-3 pedaaleenheid
Voor gebruik als het rechter toetsenbord-demppedaal,
aansluiten op de DAMPER PEDAL aansluiting.
Voor gebruik als het linker toetsenbord-demppedaal,
aansluiten op de ASSIGNABLE PEDAL aansluiting.
1.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Het MAIN scherm verschijnt.
Lagen van twee tonen
Rood
Splitsen van het toetsenbord
voor duet-spel
C4 C4
Rechter toetsenbordLinker toetsenbord
(Midden C)(Midden C)
Linker en rechter
demppedaal
Linker toetsenbord-
demppedaal
Rechter demppedaal
(ondersteuning van half-
ingedrukte pedaalbewerkingen)
PX560-D-1B.indd 19 2016/12/15 11:39:41
NL-18
Spelen met verschillende tonen
2.
Tip “Duet” aan.
Het duet-spel wordt ingeschakeld.
• Tip “Pan” aan om Duet Pan in te schakelen. Wanneer
Duet Pan is ingeschakeld (aan), wordt het geluid van
het linker toetsenbord via de linker luidspreker
weergegeven en het geluid van het rechter
toetsenbord wordt via de rechter luidspreker
weergegeven. De onderstaande effecten worden niet
toegepast.
– Akoestieksimulator (behalve voor hamerrespons)
– Nagalm
– Vertraging
– Chorus
– DSP
3.
Tip “Duet” nog een keer aan om duet-spel uit
te schakelen.
Er wordt teruggekeerd naar de toestand die gold
voordat duet-spel werd ingeschakeld.
U kunt de volgende procedure gebruiken om de octaaf
te veranderen van de linker en rechter toetsenborden
van de duetmodus.
1.
Voer stap 1 en 2 uit van de procedure onder
“Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel”.
2.
Tip “Left Octave” aan en gebruik dan de bt
w, q toetsen om de octaaf van het linker
toetsenbord te veranderen.
Voorbeeld: De onderstaande afbeelding toont hoe het
veranderen van de instelling voor de
verschuiving van de linker octaaf naar “+1”
van invloed is op de octaaf van het linker
toetsenbord.
3.
Tip “Right Octave” aan en gebruik dan de bt
w, q toetsen om de octaaf van het rechter
toetsenbord te veranderen.
• Bij het uitschakelen van het duet-spel worden de
instellingen voor de octaafverschuiving gewist en
keert het toetsenbord terug naar de oorspronkelijke
standaardinstellingen voor de octaaf.
Rood
Veranderen van de octaaf van een
duetmodus-toetsenbord
(Duet Octave Shift)
C4 C5 C6 C7 C3 C4 C5 C6
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
Onveranderd
Meest linkse C-toets
PX560-D-1B.indd 20 2016/12/15 11:39:41
Spelen met verschillende tonen
NL-19
Gebruik deze procedure om de volumebalans tussen
de hoofdtoon en de gelaagde toon af te stellen.
1.
Tip bp MENU op het scherm aan.
Het MENU scherm verschijnt.
2.
Tip “BALANCE” aan.
3.
Tip de toon aan die u wilt afstellen en gebruik
dan de bt w, q toetsen om het volume in
te stellen.
Upper 1: Hoofdtoon
Upper 2: Gelaagde toon
Lower 1: Splitstoon (hoofdtoon)
Lower 2: Splitstoon (gelaagde toon)
4.
Tip bq MAIN op het scherm aan om terug te
keren naar het MAIN scherm.
• Zie “BALANCE scherm” onder “Configureren van
de instellingen van de Digitale Piano” (pagina NL-68
t/m NL-81) voor andere BALANCE
scherminstellingen.
1.
Druk op de cn METRONOME toets.
De metronoom start.
2.
Druk nogmaals op de cn METRONOME
toets om de metronoom te stoppen.
De metronoom stopt.
U kunt tussen 0 en negen maatslagen per maat
instellen voor de metronoom.
Wanneer 0 wordt ingesteld, wordt elke maatslag
aangegeven door hetzelfde geluid. Met deze instelling
kunt u oefenen met een vaste maatslag.
1.
Tip “SYSTEM SETTING” op het MENU
scherm aan.
2.
Tip “Metronome Count” aan.
3.
Gebruik de bt w, q toetsen om de
gewenste waarde voor het aantal maatslagen
per maat te selecteren.
4.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Er wordt teruggekeerd naar het MAIN scherm.
U kunt de volgende procedure gebruiken om het
volumeniveau van de metronoom af te stellen zonder
dat dit van invloed is op het volume van de
geluidsweergave van het toetsenbord.
1.
Tip bp MENU op het scherm aan.
Het MENU scherm verschijnt.
2.
Tip “BALANCE” aan.
3.
Tip “Metronome Volume” aan.
4.
Gebruik de bt w, q toetsen om het
metronoomvolume af te stellen (0 t/m 127).
5.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Er wordt teruggekeerd naar het MAIN scherm.
Afstellen van de volumebalans
van het toetsenbord
Gebruik van de metronoom
Knippert in het tempo van de maatslag.
Veranderen van het aantal maatslagen per
maat
Afstellen van de balans tussen de
metronoom en het toetsenbordvolume
(Metronome Volume)
PX560-D-1B.indd 21 2016/12/15 11:39:41
NL-20
Spelen met verschillende tonen
Er zijn twee verschillende methoden die u kunt
gebruiken om de tempo-instelling te veranderen:
gebruik van de cm TEMPO w, q toetsen voor een
geleidelijke verandering of tikken van de maat met de
cm TEMPO TAP toets (tikken-invoer).
■ Methode 1:
Instellen van het tempo met de
cm TEMPO
w, q toetsen
1.
Gebruik de cm TEMPO w, q toetsen om
de tempo-instelling te veranderen.
Telkens wanneer een toets wordt ingedrukt, wordt de
tempowaarde (maatslag per minuut) met één verhoogd
of verlaagd.
• Door één van beide toetsen ingedrukt te houden
verandert de waarde versneld.
• U kunt een tempowaarde instellen in het bereik
lopend van 20 t/m 255.
■ Methode 2:
Instellen van het tempo door een maat te
tikken (tikken-invoer)
1.
Tik het gewenste tempo met de cm TEMPO
TAP toets.
• De instelling voor het tempo verandert in
overeenstemming met uw tikken.
• Nadat u deze methode heeft gebruikt om het tempo
bij benadering in te stellen, kunt u daarna de
procedure gebruiken onder “Instellen van het tempo
met de cm TEMPO w, q toetsen” om de instelling
nauwkeurig bij te regelen.
U kunt de hoogte van de noten d.m.v. de
toonhoogteregelaar geleidelijk omhoog en omlaag
verschuiven. Deze functie maakt het mogelijk om het
smorende effect van een saxofoon of een elektrische
gitaar te reproduceren.
1.
Draai de dm PITCH BEND
toonhoogteregelaar aan de
linkerkant van het toetsenbord
omhoog of omlaag terwijl u een
noot op het toetsenbord aan het
spelen bent.
De mate van toonbuiging hangt af van
hoe ver u de toonhoogteregelaar draait.
• Raak de toonhoogteregelaar niet aan op het moment
dat u de Digitale Piano inschakelt.
• U kunt de bewerking van de toonhoogteregelaar ook
configureren door de hoeveelheid
toonhoogteverandering te specificeren bij maximale
rotatie in één van beide richtingen. Zie
“CONTROLLER scherm” (pagina NL-76) voor
verdere informatie.
U kunt noten ook wijzigen terwijl u aan het spelen
bent. Elke toon is vooringesteld met de effecten die
ervoor geschikt zijn.
1.
Tijdens het spelen op het toetsenbord met uw
rechterhand gebruikt u uw linkerhand om de
dn MODULATION regelaar of de bn
knoppen (K1 t/m K3) te bedienen.
De hoeveelheid effect die wordt toegepast hangt af van
hoeveel de regelaar of knop wordt verzet.
• De normale stand (geen modulatie) van de
MODULATION regelaar is zo ver mogelijk omlaag
(naar u toe). Gebruik deze stand voor normale
weergave.
• Draai de MODULATION regelaar omhoog (van u
weg) om modulatie toe te passen overeenkomstig
hoeveel de regelaar wordt gedraaid (bij meer draaien
is er meer modulatie).
Veranderen van de tempo-
instelling
Tik tweemaal of vaker.
Gebruik van de
toonhoogteregelaar
Wijzigen van noten met de
modulatieregelaar en de
modulatieknoppen
B
PX560-D-1B.indd 22 2016/12/15 11:39:41
Spelen met verschillende tonen
NL-21
• Raak de regelaar of knoppen niet aan op het moment
dat u de Digitale Piano inschakelt.
• U kunt de effecten en functies die aan de
modulatieregelaar en modulatieknoppen zijn
toegewezen veranderen. Zie “CONTROLLER
scherm” onder “Configureren van de instellingen
van de Digitale Piano” (pagina NL-68 t/m NL-81).
1.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Het MAIN scherm verschijnt.
2.
Tip op het MAIN scherm de knop aan
waarvan u de instelling wilt veranderen.
3.
Verander de instelling.
Zie “CONTROLLER scherm” onder “Configureren van
de instellingen van de Digitale Piano” (pagina NL-68
t/m NL-81) voor gedetailleerde informatie over de
instellingen.
• Er kunnen twee doelen aan een knop worden
toegewezen. Wanneer er twee doelen aan een knop
zijn toegewezen, toont de display het eerste doel en
de bijbehorende instelling.
• Wanneer er een controleverandering (CC) of andere
MIDI-melding is die kan worden toegewezen aan
elk deel toegewezen aan het eerste doel, toont de
display de instelling van Deel 1.
De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte
van de Digitale Piano verhogen of verlagen in stappen
van een halve toon. U kunt d.m.v. deze functie de
toonschaal van het toetsenbord bijstellen op een sleutel
die beter past bij een zanger, een ander
muziekinstrument, enz.
1.
Gebruik de 6 TRANSPOSE w, q toetsen
om de instelling te veranderen.
• U kunt de toonschaal van het toetsenbord veranderen
binnen het bereik lopend van –12 tot 00 tot +12.
• Wanneer de 6 TRANSPOSE w, q toetsen
tegelijk worden ingedrukt, verandert de instelling
naar 0.
• De huidige transponeerinstelling wordt aangegeven
op het MAIN scherm.
Veranderen van een functie die aan een
knop is toegewezen
Stand voor normale weergave (volledig omlaag gedraaid)
Huidige instelling, toegewezen doel
Verschuiven van de
toonhoogte van de Digitale
Piano in eenheden van een
halve toon (Transponeren)
B
PX560-D-1B.indd 23 2016/12/15 11:39:42
NL-22
Spelen met verschillende tonen
Met de arpeggiator kunt u automatisch verschillende
arpeggio’s en andere frasen spelen door gewoonweg
klaviertoetsen aan te slaan op het toetsenbord. U kunt
uit een aantal verschillende arpeggio-opties kiezen,
inclusief het spelen van arpeggio’s van een akkoord,
het automatisch spelen van verschillende frasen en
andere keuzes.
1.
Tip “ARPEGGIATOR” op het MENU scherm
aan.
Het ARPEGGIATOR scherm verschijnt.
2.
Tip “ ” aan om de arpeggiator in te
schakelen.
• U kunt de arpeggiator beurtelings in- en uitschakelen
door “Arpeggiator” op het MAIN scherm aan te
tippen.
3.
Tip de getoonde arpeggionaam aan.
4.
Tip het arpeggiatortype aan dat u wilt
gebruiken.
5.
Configureer de arpeggiator-instellingen naar
wens.
6.
Speel een akkoord of een enkele noot op het
toetsenbord.
Arpeggio wordt gespeeld in overeenstemming met het
op dat moment geselecteerde arpeggiatortype en de
noot (noten) die u speelt.
7.
Tip “ ” aan om de arpeggiator uit te
schakelen.
Automatisch Arpeggio frasen
laten klinken (Arpeggiator)
Item Beschrijving Instelling
Arpeggiator
Part
U kunt Upper of Lower
opgeven als het toetsenbord dat
de arpaggio speelt.
Upper All,
Upper 1,
Upper 2,
Lower All,
Lower 1,
Lower 2
Hold ON (Aan): De arpeggio blijft
spelen zelfs nadat de
klaviertoetsen losgelaten zijn.
OFF (Uit): De arpeggio speelt
terwijl klaviertoetsen worden
ingedrukt.
One Touch Bij aantippen van “One Touch”
wordt automatisch de toon
geselecteerd aanbevolen voor
het op dat moment
geselecteerde arpeggiatortype.
Die toon wordt toegewezen aan
het deel geselecteerd met het
Arpeggiator Part.
B
PX560-D-1B.indd 24 2016/12/15 11:39:42
NL-23
Bewerken van een toon
Gebruik de onderstaande procedures om tonen te
bewerken en effecten toe te passen op de gewenste
Upper 1 (hoofd) toon.
1.
Specificeer Upper 1 als de toon die bewerkt
moet worden.
2.
Tip bp MENU aan.
3.
Tip “TONE” op het MENU scherm aan.
4.
Tip “Edit” aan.
5.
Tip “Edit” aan.
Het bewerkingsscherm wordt getoond.
6.
Tip op het item waarvan u de instelling wilt
veranderen.
• De instelitems die op het bewerkingsscherm
verschijnen, hangen af van de toon die u selecteert.
• Voor informatie over de bewerkbare parameters
wordt u verwezen naar de uitleg in de tabellen van
de tooncategorieën vanaf “Bewerkbare melodietoon-
parameters” (pagina NL-25) t/m “Bewerkbare Hex
Laag toonparameters” (pagina NL-30).
7.
Verander de parameterinstellingen naar
vereist.
8.
Druk op br EXIT nadat u klaar bent met uw
bewerkingen.
9.
Tip “Write” aan nadat u alles naar wens heeft
bewerkt.
10.
Tip “Rename” aan.
11.
Voer een naam voor de toon in.
12.
Tip “Enter” aan na het invoeren van een
toonnaam.
13.
Tip het bestemming-toonnummer aan.
• Als er reeds gegevens aan het toonnummer zijn
toegewezen, staat er een sterretje (*) naast.
14.
Tip “Execute” aan.
Als er geen gegevens aan het geselecteerde
voorkeuzenummer zijn toegewezen, verschijnt de
melding “Sure?”. Als er wel gegevens aan zijn
toegewezen, verschijnt de melding “Replace?”.
15.
Tip “Yes” aan.
De gegevens worden in het geheugen opgeslagen.
• Tip “No” aan om terug te keren naar het scherm in
stap 13 zonder de gegevens op te slaan.
bqbp br
Bewerken van een toon
PX560-D-1B.indd 25 2016/12/15 11:39:42
NL-24
Bewerken van een toon
1.
Tip “TONE” op het MENU scherm aan.
2.
Tip “Edit” aan.
3.
Tip “Rename” aan.
4.
Tip de toon aan die u wilt hernoemen.
5.
Voer een nieuwe naam in.
6.
Tip “Enter” aan nadat u klaar bent met het
invoeren van de naam.
1.
Tip “Edit” op het MENU scherm aan.
2.
Tip “Edit” aan.
3.
Tip “Clear” aan.
4.
Tip de toon aan die u wilt wissen.
5.
Tip “Execute” aan.
6.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
Veranderen van de naam van
een toon
Wissen van een toon
PX560-D-1B.indd 26 2016/12/15 11:39:42
Bewerken van een toon
NL-25
Bewerkbare parameters
• De gearceerde cellen geven een groep aan die bestaat uit meerdere instelitems. Tip “Enter” aan om de instelitems
van een groep te tonen.
■ Bewerkbare melodietoon-parameters
Displaytekst Beschrijving Instellingen
Pitch Toonhoogtekromme. De bewerkbare parameters in deze groep zijn van
invloed op de toonhoogte van de noten.
Octave Shift Octaafverschuiving. Verandert de toon van noten in eenheden van een
octaaf.
–2 tot 0 tot +2
Envelope • De onderstaande afbeelding is ook van toepassing op filter-,
versterker- en andere krommen. Bij de toonhoogtekromme
correspondeert de toonhoogte van het geluid met de verticale (Level)
as.
• Bij een hex laag toonkromme kan de Wegsterftijd worden verdeeld in
drie delen en kan de Loslaattijd worden verdeeld in twee delen waarna
bewerking mogelijk is.
• Wanneer Decay Level 3 wordt bereikt tijdens toetsloslaat-noot aan,
wordt er een onmiddellijke overgang zonder aanhouding gemaakt
naar Release Level 1.
• De instelbereiken van de onderstaande parameters zijn relatieve
veranderingen (relatief t.o.v. de voorkeuzes van de toon) in het geval
van melodietonen en drumtonen. Wanneer een hex laag toon wordt
bewerkt, zijn het absolute veranderingen die niet in relatie staan tot de
voorkeuzes van de toon.
– Tijd en niveau van elke kromme
– Snelheid, diepte, vertraging, stijging, modulatiediepte van LFO
(pagina NL-27)
Initial Level Oorspronkelijk niveau. Toonhoogte van het geluid bij oorspronkelijke
noot aan.
–64 tot 0 tot +63
Attack Time Aanslagtijd. Tijd die nodig is totdat het aanslagniveau bereikt wordt
vanaf het oorspronkelijke niveau.
–64 tot 0 tot +63
Release Time Loslaattijd. Tijd die nodig is om het Loslaatniveau te bereiken nadat een
toets wordt losgelaten.
–64 tot 0 tot +63
Release Level Loslaatniveau. Doelniveau dat bereikt wordt onmiddellijk nadat een
klaviertoets wordt losgelaten.
–64 tot 0 tot +63
Stretch Tune Uitgerekte stemming. Verscherpt de hoge noten en vlakt de lage noten af
om een karakteristieke uitgerekte pianostemschaal mogelijk te maken.
Schakel deze instelling uit om met de normale (niet-uitgerekte)
stemschaal te spelen.
Off, Piano1, Piano2,
Piano3, Piano4, Piano5,
E.Piano1, E.Piano2
IL
AL
DL1
DL2 DL3
RL1
RL2
AT DT1 DT3DT2 RT1 RT2
Level
Time
DT RT
DL
RL
IL : Initial Level RT : Release Time
AT : Attack Time (RT1: Release Time 1)
AL
DT
: Attack Level (RT2: Release Time 2)
: Decay Time RL : Release Level
(DT1: Decay Time 1) (RL1: Release Level 1)
(DT2: Decay Time 2) (RL2: Release Level 2)
(DT3: Decay Time 3)
DL : Decay Level
(DL1: Decay Level 1)
(DL2: Decay Level 2)
(DL3: Decay Level 3)
PX560-D-1B.indd 27 2016/12/15 11:39:42
NL-26
Bewerken van een toon
Filter Filter. Dit is een groep van bewerkbare parameters die verband houdt
met filters (tonen).
• Bij deze groep correspondeert de verticale (Level) as in het
toonhoogtekrommediagram met hoe het filter wordt toegepast.
Cutoff Afkapfrequentie. Specificeert de afkapfrequentie van het filter. –64 tot 0 tot +63
Resonance Resonantie. Specificeert de resonantie van de toon in de buurt van de
afkapfrequentie.
–64 tot 0 tot +63
Velocity Sense Aanslaggevoeligheid. Specificeert de mate van verandering in het filter
overeenkomstig de verandering in de speelgevoeligheid van het
toetsenbord.
–64 tot 0 tot +63
Envelope • Zie “Toonhoogtekromme” voor details betreffende de onderstaande
parameters.
Initial Level, Attack Time, Release Time, Release Level
Envelope Depth Krommediepte. Specificeert hoe de kromme wordt uitgeoefend. 0 t/m 127
Attack Level Aanslagniveau. Doelniveau dat bereikt wordt onmiddellijk na noot aan. –64 tot 0 tot +63
Decay Time Wegsterftijd. Tijd die nodig is voor het geluid om het wegsterfniveau te
bereiken vanaf het aanslagniveau.
–64 tot 0 tot +63
Decay Level Wegsterfniveau. Niveau waarop het geluid wordt aangehouden zolang
een klaviertoets of het pedaal ingedrukt wordt gehouden.
–64 tot 0 tot +63
Amp Versterker. Dit is een groep van bewerkbare parameters die verband
houdt met de versterker (volume).
Volume Volume. Specificeert het volume van de versterker. 0 t/m 127
Velocity Sense Aanslaggevoeligheid. Specificeert de mate van verandering in het
volume overeenkomstig de verandering in de speelgevoeligheid van het
toetsenbord.
–64 tot 0 tot +63
Envelope • De verticale (Level) as van het toonhoogtekrommediagram
correspondeert met het volume in het geval van deze groep.
• Zie “Toonhoogtekromme” voor details betreffende de onderstaande
parameters.
Initial Level, Attack Time, Release Time
• Zie “Filters” voor details betreffende de onderstaande instelitems.
Attack Level, Decay Time, Decay Level
Effect Effect. Dit is een groep van bewerkbare effectfunctie-parameters. Zie
“EFFECT scherm” (pagina NL-71) voor verdere informatie.
DSP DSP bewerking. Dit is een groep van bewerkbare effectfunctie-DSP’s
(pagina NL-34). Tip “ENTER” aan om het DSP-bewerkingsscherm te
laten verschijnen.
Reverb Send Nagalm zenden. Specificeert hoe nagalm (pagina NL-71) wordt
uitgeoefend op een toon.
0 t/m 127
Chorus Send Zweving zenden. Specificeert hoe zweving (pagina NL-71) wordt
uitgeoefend op een toon.
0 t/m 127
Delay Send Vertraging zenden. Specificeert hoe vertraging (pagina NL-71) wordt
uitgeoefend op een toon.
0 t/m 127
Displaytekst Beschrijving Instellingen
PX560-D-1B.indd 28 2016/12/15 11:39:42
Bewerken van een toon
NL-27
LFO Laag-frequentie oscillator. Dit is een groep van bewerkbare LFO-
parameters uitgeoefend op de toonhoogte, filter en versterker.
Pitch Wave
FilterAmpWave
Golftype. Specificeert een van de volgende golftypen die gebruikt moet
worden voor LFO. FilterAmpWave wordt gemeenschappelijk voor filter
en versterker gebruikt.
Zie de cel links hiernaast.
Pitch Rate
FilterAmpRate
Snelheid. LFO-snelheid (frequentie). FilterAmpRate wordt
gemeenschappelijk voor filter en versterker gebruikt.
–64 tot 0 tot +63
Pitch Depth
Filter Depth
Amp Depth
Diepte. Specificeert hoe LFO wordt uitgeoefend. –64 tot 0 tot +63
Pitch Delay
Filter Delay
Amp Delay
Vertraging. Specificeert de mate van vertraging in de tijd voor het
uitoefenen van LFO.
–64 tot 0 tot +63
Pitch Rise
Filter Rise
Amp Rise
Stijging. Specificeert de tijd die het duurt vanaf de start van het
uitoefenen van de LFO totdat het effect het niveau bereikt dat
gespecificeerd is door Diepte hierboven.
–64 tot 0 tot +63
Pitch Mod.Depth
Filter Mod.Depth
Amp Mod.Depth
Modulatiediepte. Specificeert hoe de modulatie uitgeoefend wordt op de
LFO.
–64 tot 0 tot +63
Portamento Portamento. Dit is een groep van bewerkbare portamento-parameters.
Portamento On/Off Portamento aan/uit. Selecteer “On” voor een soepele glissando van de
ene toon naar de volgende of “Off” wanneer een soepele glissando niet
vereist is.
Off, On
Portamento Time Tijd. Specificeert de lengte van de tijd voor de toonverandering. 0 t/m 127
Pan Pan. Dit is een groep van bewerkbare parameters die verband houdt met
de pan (geluidstereopositie) werking.
Dynamic Panning Dynamische panning. Selecteer “On” voor deze instelling om
veranderingen in de onderdeelpanning te reflecteren in het geluid dat
wordt geproduceerd. Selecteer “Off” als u de veranderingen niet wilt
reflecteren.
Off, On
Pan Position Panningpositie. Selecteer “PreDSP” om de panning vóór de DSP toe te
passen of “PostDSP” om de panning na de DSP toe te passen.
PreDSP, PostDSP
Displaytekst Beschrijving Instellingen
Sin
(sinusgolf)
Puls 1:3
(blokgolf 1:3)
Tri
(driehoeksgolf)
Puls 2:2
(blokgolf 2:2)
Saw up
(zaagtand-
omhooggolf)
Puls 3:1
(blokgolf 3:1)
Saw down
(zaagtand-
omlaaggolf)
PX560-D-1B.indd 29 2016/12/15 11:39:43
NL-28
Bewerken van een toon
■ Bewerkbare drumtoon-parameters
Displaytekst Beschrijving Instellingen
Inst Edit Instrumentbewerking. Dit is een groep van bewerkbare instrumenten
toegewezen aan elk toetsenbord.
• Druk op een klaviertoets om de toets te specificeren die moet worden
bewerkt.
C-1 - G9
Inst Select Instrumentnummer-selectie. Specificeert het nummer van de drumtoon
die is toegewezen aan elke klaviertoets.
Zie de
“Instrumentenlijst” in de
afzonderlijke Appendix.
Note Off Mode Noot-uit modus. Door deze instelling in te schakelen wordt noot-uit
uitgevoerd wanneer een klaviertoets wordt losgelaten.
Off, On
Assign Group Toewijzingsgroep. Specificeert als een waarde van 1 t/m 15 in welke
groep de op de moment geselecteerde klaviertoets dient te worden
geplaatst. Er wordt slechts één toetsenbord in een groep op een bepaald
moment weergegeven (niet-polyfoon).
Off, 1 t/m 15
Pitch Toonhoogtekromme. Zie de melodietoon “Toonhoogtekromme” (pagina
NL-25) voor details.
• Zie de melodietoon “Toonhoogtekromme” (pagina NL-25) voor details
betreffende de onderstaande instelitems.
Initial Level, Attack Time
Coarse Tune Ruwe stemming. Verandert de toonhoogte van noten met eenheden van
een halve toon.
–24 tot 0 tot +24
Fine Tune Fijnstemmen. Verfijnt afstemmen van de toonhoogte van het geluid.
Verlaagt de waarde tot –256 of verhoogt de waarde tot +255 in stappen
van een halve toon.
–256 tot 0 tot +255
Filter Filter. Zie de melodietoon “Filter” (pagina NL-26) voor details.
• Zie de melodietoon “Filter” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
Cutoff, Resonance, Envelope Depth, Attack Level, Decay Time,
Decay Level
• Zie de melodietoon “Toonhoogtekromme” (pagina NL-25) voor details
betreffende de onderstaande instelitems.
Initial Level, Attack Time
Amp Versterker. Zie de melodietoon “Versterker” (pagina NL-26) voor details.
• Zie de melodietoon “Versterker” (pagina NL-26) voor details
betreffende de onderstaande instelitems.
Volume
• Zie de melodietoon “Toonhoogtekromme” (pagina NL-25) voor details
betreffende de onderstaande instelitems.
Initial Level, Attack Time
• Zie de melodietoon “Filter” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
Attack Level, Decay Time, Decay Level
Pan Pan. Regelt of het geluid van het onderdeel gehoord kan worden vanaf
de linker- of rechterkant.
–64 tot +63
Effect Effect. Dit is een groep van bewerkbare effectfunctie-parameters.
• Zie de melodietoon “Effect” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
Chorus Send, Delay Send, Reverb Send
• De waarden die geproduceerd worden door vermenigvuldigen van de
zendwaarden geconfigureerd voor instrument-specifieke effecten
(Effect) en de zendwaarden geconfigureerd voor globale effecten
(Effect) worden naar het systeem gezonden.
• Wanneer “DSP On/Off” is ingeschakeld (DSP toegepast), kunnen de
zweving-, vertraging- en nagalminstellingen binnen het onderstaande
“Effect” worden geconfigureerd.
DSP On/Off DSP aan/uit. Specificeert of DSP al dan niet uitgeoefend dient te worden
op tonen.
Off, On
PX560-D-1B.indd 30 2016/12/15 11:39:43
Bewerken van een toon
NL-29
Effect Gemeenschappelijk effect. Dit is een groep van bewerkbare effectfunctie-
parameters. Zie de melodietoon “Effect” (pagina NL-26) voor details.
• Zie de melodietoon “Effect” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
Chorus Send, Delay Send, Reverb Send
Pan Pan. Dit is een groep van bewerkbare parameters die verband houdt met
de pan (geluidstereopositie) werking.
• Zie de melodietoon “Pan” (pagina NL-27) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
Dynamic Panning, Pan Position
Displaytekst Beschrijving Instellingen
PX560-D-1B.indd 31 2016/12/15 11:39:43
NL-30
Bewerken van een toon
■ Bewerkbare Hex Laag toonparameters
Displaynaam Beschrijving I nstellingen
Volume Volume. Totale hex laag volume. 0 t/m 127
Keyoff Velocity Mode Toets-uit gevoeligheidsmodus (toets-loslaatsnelheid). Selecteer “KeyOff”
om de toets-uit gevoeligheid als toets-uit gevoeligheid te gebruiken of
“KeyOn” om de toets-aan gevoeligheid te selecteren. Selecteer “Both” om
beide gevoeligheden (toets-aan en toets-uit) te reflecteren.
KeyOff, KeyOn, Both
Layer Laag. Dit is een groep van bewerkbare parameters voor elke laag. Tip de
laag aan die u wilt bewerken en wijzig dan de instelitems naar vereist.
• Wanneer “ALL” (alle lagen) als het laagnummer wordt geselecteerd,
kan er een x-teken aan de linkerkant op de display verschijnen om het
onderdeel aan te geven dat wordt bewerkt. Hiermee wordt
aangegeven dat alle lagen niet dezelfde instelling hebben voor de op
dit moment geselecteerde parameter.
Layer On/Off Lagen aan/uit. Selecteren van uit deactiveert de laag. Off, On
Wave Number Golfnummer. Selecteert een golftype.
Zie de “Golflijst” in de afzonderlijke Appendix voor informatie over de
golftypen.
Zie de “Golflijst” in de
afzonderlijke
Appendix.
Key Range Low Laag toetsbereik. Specificeert de lagere limiet van het ingeschakelde
toetsenbordbereik. Er klinkt niets wanneer een klaviertoets beneden dit
bereik wordt ingedrukt.
• Tip een instelling aan en gebruik dan de toetsenbordtoetsen om de
instelling te veranderen.
C-1 - G9
Key Range High Hoog toetsbereik. Specificeert de hogere limiet van het ingeschakelde
toetsenbordbereik. Er klinkt niets wanneer een klaviertoets boven dit
bereik wordt ingedrukt.
• Tip een instelling aan en gebruik dan de toetsenbordtoetsen om de
instelling te veranderen.
C-1 - G9
Velocity Range Low Laag gevoeligheidsbereik. Specificeert de minimumwaarde van de
effectieve gevoeligheid. Er klinkt niets wanneer met een gevoeligheid
beneden deze instelling wordt gespeeld.
0 t/m 127
Velocity Range High Hoog gevoeligheidsbereik. Specificeert de maximumwaarde van de
effectieve gevoeligheid. Er klinkt niets wanneer met een gevoeligheid
boven deze instelling wordt gespeeld.
0 t/m 127
Start Trigger Start-activering. Specificeert of een noot klinkt wanneer een klaviertoets
wordt ingedrukt (KeyOn) of wanneer een klaviertoets wordt losgelaten
(KeyOff).
KeyOn, KeyOff
Pitch Toonhoogtekromme. Zie de melodietoon “Toonhoogtekromme” (pagina
NL-25) voor details.
• Zie de melodietoon “Toonhoogtekromme” (pagina NL-25) voor details
betreffende de onderstaande instelitems.
Octave Shift
• Zie de drumtoon “Toonhoogtekromme” (pagina NL-28) voor details
betreffende de onderstaande instelitems.
Coarse Tune, Fine Tune
Envelope • Zie de melodietoon “Toonhoogtekromme” (pagina NL-25) voor details
betreffende de onderstaande instelitems. U kunt “Initial Level”,
“Attack Level” en “Release Level” waarden in het bereik lopend van
–256 tot 0 tot +255 invoeren. U kunt “Attack Time”, “Decay Time” en
“Release Time” waarden in het bereik lopend van 0 t/m 127 invoeren.
Initial Level, Attack Time, Release Time, Release Level
• Zie de melodietoon “Filter” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems. U kunt “Attack Level” en “Decay Level”
waarden in het bereik lopend van –256 tot 0 tot +255 invoeren. U kunt
een “Decay Time” in het bereik lopend van 0 t/m 127 invoeren.
Attack Level, Decay Time, Decay Level
Key Follow Toetsopeenvolging. Stelt de hoeveelheid toonhoogteverandering tussen
aangrenzende klaviertoetsen bij. Een hogere waarde stelt een grotere
verandering voor.
–128 tot 0 tot +127
Key Follow Base Toetsopeenvolgingbasis. Klaviertoets die het midden is van
toetsopeenvolging.
C-1 - G9
PX560-D-1B.indd 32 2016/12/15 11:39:43
Bewerken van een toon
NL-31
Split Shift Splitsingsverschuiving. Tellend vanaf de klaviertoets die wordt
ingedrukt, is de golfvorm die klinkt de vorm die is toegewezen aan de
klaviertoets die de gespecificeerde hoeveelheid splitsingsverschuiving
boven of beneden de ingedrukte toets is. De gebruikte toonhoogte is de
toonhoogte die correspondeert met de ingedrukte klaviertoets.
–12 tot 0 tot +12
LFO Layer Depth LFO-laagdiepte. Stelt af hoe LFO op elke laag wordt uitgeoefend. 0 t/m 127
Filter Filter. Zie de melodietoon “Filter” (pagina NL-26) voor details.
• Zie de melodietoon “Filter” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems. U kunt een waarde invoeren in het bereik
lopend van 0 t/m 127.
Cutoff, Resonance
Filter Type Filtertype. Specificeert het bereik dat door het filter wordt afgesneden.
LPF1: 6dB/oct filter voor de lage-frequentieband componenten. Geen
resonantie-effect. Geschikt voor akoestische instrumenten.
LPF2: 12dB/oct filter voor de lage-frequentieband componenten. Geen
resonantie-effect. Geschikt voor akoestische instrumenten.
LPF3: 12dB/oct filter voor de lage-frequentieband componenten. Met
resonantie-effect. Geschikt voor gesynthetiseerde tonen.
BPF: 6dB/oct filter voor frequentieband-componenten in de buurt van
de afkapfrequentie. Met resonantie-effect.
HPF: 12dB/oct filter voor de hoge-frequentieband componenten. Met
resonantie-effect.
Zie de cel links
hiernaast.
Velocity Sense Aanslaggevoeligheid. Specificeert de mate van verandering in het filter
overeenkomstig de verandering in de speelgevoeligheid van het
toetsenbord.
–64 tot 0 tot +63
Envelope • Zie de melodietoon “Filter” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems. U kunt een waarde invoeren in het bereik
lopend van 0 t/m 127.
Attack Level, Envelope Depth
• Zie de melodietoon “Toonhoogtekromme” (pagina NL-25) voor details
betreffende de onderstaande instelitems. U kunt een waarde invoeren
in het bereik lopend van 0 t/m 127.
Initial Level, Attack Time
Decay 1 Time Wegsterftijd 1. Tijd die nodig is voor het geluid om Wegsterfniveau 1 te
bereiken vanaf het aanslagniveau.
0 t/m 127
Decay 1 Level Wegsterfniveau 1. Doelniveau voor verandering vanaf het aanslagniveau
tot aan Wegsterfniveau 1.
0 t/m 127
Decay 2 Time Wegsterftijd 2. Tijd die nodig is voor het geluid om Wegsterfniveau 2 te
bereiken vanaf Wegsterfniveau 1.
0 t/m 127
Decay 2 Level Wegsterfniveau 2. Tweede doelniveau voor verandering vanaf
Wegsterfniveau 1 tot aan Wegsterfniveau 2.
0 t/m 127
Decay 3 Time Wegsterftijd 3. Tijd die nodig is voor het geluid om Wegsterfniveau 3 te
bereiken vanaf Wegsterfniveau 2.
0 t/m 127
Decay 3 Level Wegsterfniveau 3. Derde doelniveau voor verandering vanaf
Wegsterfniveau 2 tot aan Wegsterfniveau 3.
0 t/m 127
Release 1 Time Loslaattijd 1. Tijd die nodig is om Loslaatniveau 1 te bereiken nadat een
toets wordt losgelaten.
0 t/m 127
Release 1 Level Loslaatniveau 1. Doelniveau dat bereikt wordt onmiddellijk nadat een
klaviertoets wordt losgelaten.
0 t/m 127
Release 2 Time Loslaattijd 2. Tijd die nodig is om Loslaatniveau 2 te bereiken vanaf
Loslaatniveau 1.
0 t/m 127
Release 2 Level Loslaatniveau 2. Tweede doelniveau dat bereikt wordt onmiddellijk
nadat een klaviertoets wordt losgelaten.
0 t/m 127
Low Key Follow Laag toetsopeenvolging. Stelt de hoeveelheid filterverandering tussen
aangrenzende klaviertoetsen bij. Een grotere waarde betekent een grotere
verandering. Een positieve (+) waarde specificeert een lagere
afkapfrequentie voor het laagbereik-toetsenbord.
–128 tot 0 tot +127
Displaynaam Beschrijving I nstellingen
PX560-D-1B.indd 33 2016/12/15 11:39:43
NL-32
Bewerken van een toon
Low Key Laag toets. Past het laag toetsopeenvolgingseffect toe op de toetsen aan
de laagbereik (links) zijde van de toets die door deze instelling is
gespecificeerd.
C-1 - G9
(Low Key High Key)
High Key Follow Hoog toetsopeenvolging. Stelt de hoeveelheid filterverandering tussen
aangrenzende klaviertoetsen bij. Een grotere waarde betekent een grotere
verandering. Een positieve (+) waarde specificeert een hogere
afkapfrequentie voor het hoogbereik-toetsenbord.
–128 tot 0 tot +127
High Key Hoog toets. Past het hoog toetsopeenvolgingseffect toe op de toetsen aan
de hoogbereik (rechts) zijde van de toets die door deze instelling is
gespecificeerd.
C-1 - G9
(Low Key High Key)
LFO Layer Depth LFO-laagdiepte. Stelt af hoe LFO op elke laag wordt uitgeoefend. 0 t/m 127
Amp Versterker. Zie de melodietoon “Versterker” (pagina NL-26) voor details.
• Zie de melodietoon “Versterker” (pagina NL-26) voor details
betreffende de onderstaande instelitems.
Volume, Velocity Sense
• Zie de drumtoon “Versterker” (pagina NL-28) voor details betreffende
de onderstaande instelitems.
Pan
Envelope • Zie de melodietoon “Toonhoogtekromme” (pagina NL-26) voor details
betreffende de onderstaande instelitems. U kunt een waarde invoeren
in het bereik lopend van 0 t/m 127.
Initial Level, Attack Time
• Zie de melodietoon “Filter” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems. U kunt een waarde invoeren in het bereik
lopend van 0 t/m 127.
Attack Level
• Zie het hex laag “Filter” (pagina NL-31) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
Decay 1 Time, Decay 1 Level, Decay 2 Time, Decay 2 Level,
Decay 3 Time, Decay 3 Level, Release 1 Time, Release 1 Level,
Release 2 Time
Low Key Follow Laag toetsopeenvolging. Stelt de hoeveelheid volumeverandering tussen
aangrenzende klaviertoetsen bij. Een grotere waarde betekent een grotere
verandering. Een positieve (+) waarde specificeert een lager volume voor
het laagbereik-toetsenbord.
–128 tot 0 tot +127
Low Key Laag toets. Past het laag toetsopeenvolgingseffect toe op de toetsen aan
de laagbereik (links) zijde van de toets die door deze instelling is
gespecificeerd.
C-1 - G9
(Low Key High Key)
High Key Follow Hoog toetsopeenvolging. Stelt de hoeveelheid volumeverandering tussen
aangrenzende klaviertoetsen bij. Een grotere waarde betekent een grotere
verandering. Een positieve (+) waarde specificeert een hoger volume
voor het hoogbereik-toetsenbord.
–128 tot 0 tot +127
High Key Hoog toets. Past het hoog toetsopeenvolgingseffect toe op de toetsen aan
de hoogbereik (rechts) zijde van de toets die door deze instelling is
gespecificeerd.
C-1 - G9
(Low Key High Key)
LFO Layer Depth LFO-laagdiepte. Stelt af hoe LFO op elke laag wordt uitgeoefend. 0 t/m 127
Effect Zie de melodietoon “Effect” (pagina NL-26) voor details.
• Zie de drumtoon “Effect” (pagina NL-28) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
DSP On/Off
• Zie de melodietoon “Effect” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
Chorus Send, Delay Send, Reverb Send
• De zendwaarde ingesteld voor het effect van elke laag (Effect) wordt
vermenigvuldigd met de zendwaarde ingesteld voor het totale
instrumenteffect (Effect) en de resultaten worden in een keer naar het
systeem verzonden.
• Wanneer “DSP On/Off” is ingeschakeld (DSP toegepast), kunnen de
zweving-, vertraging- en nagalminstellingen binnen het onderstaande
“Effect” worden geconfigureerd.
Displaynaam Beschrijving I nstellingen
PX560-D-1B.indd 34 2016/12/15 11:39:43
Bewerken van een toon
NL-33
Pitch Toonhoogte. De bewerkbare parameters in deze groep zijn van invloed
op de toonhoogte van de noten.
Detune Ontstemmen. Hierdoor zal de stemming van de Lagen 1 - 6 ietwat
afwijken van elkaar. Een hogere instelwaarde verhoogt de mate van
ontstemming. De maximumwaarde (31) geeft een verschil van 100 cent
(halve tonen) tussen Laag 1 en Laag 6.
0 t/m 31
Pitch Lock Layer 1&2
Pitch Lock Layer 3&4
Pitch Lock Layer 5&6
Toonhoogtevergrendeling. Wanneer deze instelling ingeschakeld wordt
voor Laag 1 en 2, wordt de toonhoogte van Laag 2 veranderd naar
dezelfde toonhoogte als die van Laag 1 zodat beide dezelfde toonhoogte
hebben. Hetzelfde geldt voor Laag 3 en 4 en Laag 5 en 6.
Off, On
Stretch Tune Zie de melodietoon “Uitgerekte stemming” (pagina NL-25) voor details.
Effect Gemeenschappelijk effect. Dit is een groep van bewerkbare effectfunctie-
parameters. Zie de melodietoon “Effect” (pagina NL-26) voor details.
• Zie de melodietoon “Effect” (pagina NL-26) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
Chorus Send, Delay Send, Reverb Send
LFO Laag-frequentie oscillator. Dit is een groep van bewerkware LFO-
parameters die toegepast worden op de toonhoogte van een gelaagde
toon. Zie de melodietoon “LFO” (pagina NL-27) voor details.
• Zie de melodietoon “LFO” (pagina NL-27) voor details betreffende de
onderstaande instelitems. U kunt een waarde invoeren in het bereik
lopend van 0 t/m 127.
Pitch Rate, Pitch Delay, Pitch Rise, Pitch Mod.Depth, Filter Amp Rate,
Filter Delay, Filter Rise, Filter Mod.Depth, Amp Delay, Amp Rise,
Amp Mod.Depth
• Zie de melodietoon “LFO” (pagina NL-27) voor details betreffende de
onderstaande instelitems. Het instelbereik van elke “Depth” is –128 tot
0 tot +127.
Pitch Wave, FilterAmpWave, Pitch Depth, Filter Depth, Amp Depth
Portamento Portamento. Dit is een groep van bewerkbare portamento-parameters.
• Zie de melodietoon “Portamento” (pagina NL-27) voor details
betreffende de onderstaande instelitems.
Portamento On/Off, Portamento Time
Pan Pan. Dit is een groep van bewerkbare parameters die verband houdt met
de pan (geluidstereopositie) werking. Zie de melodietoon “Pan” (pagina
NL-27) voor details.
• Zie de melodietoon “Pan” (pagina NL-27) voor details betreffende de
onderstaande instelitems.
Dynamic Panning, Pan Position
Displaynaam Beschrijving I nstellingen
Detune = 31
+50cent
−
50cent
Detune = 0
Layer2 Layer3Layer1
Layer6Layer5Layer4
PX560-D-1B.indd 35 2016/12/15 11:39:43
NL-34
Bewerken van een toon
■ Bewerkbare DSP-parameters
• Selecteer “Through” als u de toepassing van DSP
wilt uitschakelen.
- -: Through
Selecteer deze optie als u geen DSP-effect wilt toepassen. Er zijn
geen parameters die kunnen worden ingesteld wanneer deze optie is
geselecteerd.
01: Equalizer
Dit is een equalizer met drie frequentiebanden.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :EQ1 Frequency (100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630,
800, 1.0k, 1.3k, 1.6k, 2.0k, 2.5k, 3.2k, 4.0k, 5.0k, 6.3k, 8.0k [Hz])
Regelt de middenfrequentie van Equalizer 1.
2 :EQ1 Gain (–12 tot 0 tot +12)
Regelt de versterking van Equalizer 1.
3 :EQ2 Frequency (100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630,
800, 1.0k, 1.3k, 1.6k, 2.0k, 2.5k, 3.2k, 4.0k, 5.0k, 6.3k, 8.0k [Hz])
Regelt de middenfrequentie van Equalizer 2.
4 :EQ2 Gain (–12 tot 0 tot +12)
Regelt de versterking van Equalizer 2.
5 :EQ3 Frequency (100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630,
800, 1.0k, 1.3k, 1.6k, 2.0k, 2.5k, 3.2k, 4.0k, 5.0k, 6.3k, 8.0k [Hz])
Regelt de middenfrequentie van Equalizer 3.
6 :EQ3 Gain (–12 tot 0 tot +12)
Regelt de versterking van Equalizer 3.
7 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau.
8 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
9 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
Opmerking: De versterkingwaarde is niet een dB waarde.
02: Compressor
Comprimeert het ingangssignaal, hetgeen het effect kan hebben van
het onderdrukken van variatie in niveau en wat het mogelijk kan
maken om gedempte klanken langer aan te houden.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Attack (0 t/m 127)
Regelt de hoeveelheid aanzet van het ingangssignaal. Bij een
lagere waarde wordt de werking van de compressor geactiveerd,
hetgeen de aanzet van het ingangssignaal onderdrukt. Bij een
hogere waarde wordt de werking van de compressor uitgesteld,
waardoor de aanzet van het ingangssignaal afgegeven wordt
zonder verandering.
2 :Release (0 t/m 127)
Regelt de tijd vanaf het punt dat het ingangssignaal tot beneden
een bepaald niveau zakt totdat de werking van de compressor
stopt.
Wanneer een aanzet gewenst is (geen compressie vanaf het
begin van het geluid), stel deze parameter dan op een zo laag
mogelijke waarde in. Stel in op een hoge waarde om compressie
altijd uit te oefenen.
3 :Depth (0 t/m 127)
Regelt de compressie van het geluidssignaal.
4 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
Het uitgangsvolume verandert in overeenstemming met de
diepte-instelling en de karakteristieken van de ingangstoon.
5 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
03: Limiter
Beperkt het ingangssignaalniveau zodat het niet boven een
vooringesteld niveau uitkomt.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Limit (0 t/m 127)
Regelt het volumeniveau voor de limiet waarbij de beperking
uitgeoefend dient te worden.
2 :Attack (0 t/m 127)
Regelt de hoeveelheid aanzet van het ingangssignaal.
3 :Release (0 t/m 127)
Regelt de tijd vanaf het punt dat het ingangssignaal tot beneden
een bepaald niveau zakt totdat de beperkingswerking stopt.
4 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid. Het uitgangsvolume
verandert in overeenstemming met de beperkingsinstelling en de
karakteristieken van de ingangstoon. Corrigeer d.m.v. deze
parameter voor dergelijke veranderingen.
5 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
04: Enhancer
Verbetert de profielen het lage bereik en het hoge bereik van het
ingangssignaal
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Low Frequency (0 t/m 127)
Regelt de enhancerfrequentie van het lage bereik.
2 :Low Gain (0 t/m 127)
Regelt de enhancerversterking van het lage bereik.
3 :High Frequency (0 t/m 127)
Regelt de enhancerfrequentie van het hoge bereik.
4 :High Gain (0 t/m 127)
Regelt de enhancerversterking van het hoge bereik.
5 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau.
6 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
7 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
05: Early Reflection
Een effect dat vroege weerkaatsingen van de nagalm extraheert.
Oefent akoestische aanwezigheid uit op noten.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 :Feedback (0 t/m 127)
Regelt de herhaling van het teruggekaatste geluid.
3 :Tone (0 t/m 127)
Regelt de toon van het teruggekaatste geluid.
4 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau.
5 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
B
PX560-D-1B.indd 36 2016/12/15 11:39:44
Bewerken van een toon
NL-35
06: Phaser
Produceert een karakteristiek pulserend, breed geluid door een LFO
te gebruiken om de fase te veranderen van het ingangssignaal en dat
dan met het oorspronkelijke ingangssignaal te mengen.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Resonance (0 t/m 127)
Regelt de sterkte van de feedback.
2 :Manual (–64 tot 0 tot +63)
Regelt de hoeveelheid verschuiving van de referentie-phaser.
3 :LFO Rate (0 t/m 127)
Regelt de LFO-snelheid.
4 :LFO Depth (0 t/m 127)
Regelt de LFO-diepte.
5 :LFO Waveform (Sin, Tri, Random)
Selecteert de LFO-golfvorm.
6 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau.
7 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
8 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
07: Chorus
Geeft diepte en breedte aan de noten.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :LFO Rate (0 t/m 127)
Regelt de LFO-snelheid.
2 :LFO Depth (0 t/m 127)
Regelt de LFO-diepte.
3 :LFO Waveform (Sin, Tri)
Selecteert de LFO-golfvorm.
4 :Feedback (–64 tot 0 tot +63)
Regelt de sterkte van de feedback.
5 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6 :Polarity (–, +)
Keert de LFO van één kanaal om.
7 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau.
8 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
08: Flanger
Oefent een wild pulserende en metaalachtige nagalm uit op noten.
Selecteert de LFO-golfvorm.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :LFO Rate (0 t/m 127)
Regelt de LFO-snelheid.
2 :LFO Depth (0 t/m 127)
Regelt de LFO-diepte.
3 :LFO Waveform (Sin, Tri, Random)
Selecteert de LFO-golfvorm.
4 :Feedback (–64 tot 0 tot +63)
Regelt de sterkte van de feedback.
5 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau.
7 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
09: Tremolo
Verschuift het volume van het ingangssignaal d.m.v. een LFO.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :LFO Rate (0 t/m 127)
Regelt de LFO-snelheid.
2 :LFO Depth (0 t/m 127)
Regelt de LFO-diepte.
3 :LFO Waveform (Sin, Tri, Tra)
Selecteert de LFO-golfvorm.
4 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
5 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
10: Auto Pan
Verschuift de doorlopende panning van het linker- en rechterkanaal
van het ingangssignaal m.b.v. een LFO.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :LFO Rate (0 t/m 127)
Regelt de LFO-snelheid.
2 :LFO Depth (0 t/m 127)
Regelt de LFO-diepte.
3 :LFO Waveform (Sin, Tri, Tra)
Selecteert de LFO-golfvorm.
4 :Manual (–64 tot 0 tot +63)
Regelt de panpositie (stereopositie). –64 is volledig links, 0 is
midden en +63 is volledig rechts.
5 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
11: Rotary
Dit effect is een nabootsing van een roterende luidspreker.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Speed (Slow, Fast)
Schakelt de snelheidmodus om tussen snel en langzaam.
2 :Brake (Rotate, Stop)
Stopt het roteren van de luidspreker.
3 :Fall Accel (0 t/m 127)
Regelt de versnelling wanneer de snelheidsmodus
omgeschakeld wordt van snel naar langzaam.
4 :Rise Accel (0 t/m 127)
Regelt de versnelling wanneer de snelheidsmodus
omgeschakeld wordt van langzaam naar snel.
5 :Slow Rate (0 t/m 127)
Regelt de rotatiesnelheid van de luidspreker tijdens de lage
snelheidmodus.
6 :Fast Rate (0 t/m 127)
Regelt de rotatiesnelheid van de luidspreker tijdens de hoge
snelheidmodus.
7 :Vibrato/Chorus (Off, V1, C1, V2, C2, V3, C3)
Selecteert het type vibrato (V) en zweving (C).
8 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
9 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
12: Drive Rotary
Dit is een nabootsing van een roterende luidspreker die overdrive
mogelijk maakt.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Overdrive Gain (0 t/m 127)
Regelt de overdrive-versterking.
2 :Overdrive Level (0 t/m 127)
Regelt het overdrive-uitgangsniveau.
3 :Speed (Slow, Fast)
Schakelt de snelheidmodus om tussen snel en langzaam.
4 :Brake (Rotate, Stop)
Stopt het roteren van de luidspreker.
5 :Fall Accel (0 t/m 127)
Regelt de versnelling wanneer de snelheidsmodus
omgeschakeld wordt van snel naar langzaam.
6 :Rise Accel (0 t/m 127)
Regelt de versnelling wanneer de snelheidsmodus
omgeschakeld wordt van langzaam naar snel.
7 :Slow Rate (0 t/m 127)
Regelt de rotatiesnelheid van de luidspreker tijdens de lage
snelheidmodus.
8 :Fast Rate (0 t/m 127)
Regelt de rotatiesnelheid van de luidspreker tijdens de hoge
snelheidmodus.
9 :Vibrato/Chorus (Off, V1, C1, V2, C2, V3, C3)
Selecteert het type vibrato (V) en zweving (C).
10 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
11 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
PX560-D-1B.indd 37 2016/12/15 11:39:44
NL-36
Bewerken van een toon
13: LFO Wah
Dit is een “wah” effect dat de frequentie automatisch kan beïnvloeden
d.m.v. een LFO.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd
raken wanneer het niveau van het ingangssignaal, het aantal
akkoorden of de resonantiewaarde groot is. Regel deze
parameter om dergelijke vervorming te elimineren.
2 :Resonance (0 t/m 127)
Regelt de sterkte van de feedback.
3 :Manual (0 t/m 127)
Regelt de referentiefrequentie van het wah-filter.
4 :LFO Rate (0 t/m 127)
Regelt de LFO-snelheid.
5 :LFO Depth (0 t/m 127)
Regelt de LFO-diepte.
6 :LFO Waveform (Sin, Tri, Random)
Selecteert de LFO-golfvorm.
7 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
8 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
14: Auto Wah
Dit is een “wah” effect dat de frequentie automatisch kan verschuiven
in overeenstemming met het niveau van het ingangssignaal.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd
raken wanneer het niveau van het ingangssignaal, het aantal
akkoorden of de resonantiewaarde groot is. Regel deze
parameter om dergelijke vervorming te elimineren.
2 :Resonance (0 t/m 127)
Regelt de sterkte van de feedback.
3 :Manual (0 t/m 127)
Regelt de referentiefrequentie van het wah-filter.
4 :Depth (–64 tot 0 tot +63)
Regelt de diepte van het wah-effect in overeenstemming met het
niveau van het ingangssignaal.
Door een positieve waarde in te stellen zal het wah-filter
opengaan in directe verhouding tot de grootte van het
ingangssignaal, waardoor een helder geluid wordt geproduceerd.
Door een negatieve waarde in te stellen zal het wah-filter
dichtgaan in directe verhouding tot de grootte van het
ingangssignaal, waardoor een matter geluid wordt geproduceerd.
5 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
15: Distortion
Vervorming + Wah + Versterkersimulator
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Dist Gain (0 t/m 127)
Regelt de ingangssignaalversterking van de vervorming.
2 :Dist Level (0 t/m 127)
Regelt het uitgangsniveau van de vervorming.
3 :Dist Low (0 t/m 127)
Regelt de laagbereikversterking van de vervorming.
4 :Dist High (0 t/m 127)
Regelt de hoogbereikversterking van de vervorming.
5 :Wah Depth (–64 tot 0 tot +63)
Regelt de diepte van het wah-effect in overeenstemming met het
niveau van het ingangssignaal.
6 :Wah Manual (0 t/m 127)
Regelt de referentiefrequentie van het wah-filter.
7 :Routing (Dist, Wah, Wah-Dist, Dist-Wah)
Specificeert de vervorming en de wah-verbinding.
8 :Amp (Bypass, TCombo, FCombo, ACombo, BCombo, JCombo,
MStack, RStack, BassC, BassS)
Specificeert het versterkernabootsingstype.
9 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
10 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
16: Pitch Shifter
Dit effect transformeert de toonhoogte van het ingangssignaal.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Pitch (–24 tot 0 tot +24)
Regelt de hoeveelheid toonhoogteverschuiving in stappen van
een kwarttoon.
2 :High Damp (0 t/m 127)
Regelt de demping van het hoge bereik. Een kleinere waarde
levert een grotere demping.
3 :Feedback (0 t/m 127)
Regelt de hoeveelheid feedback.
4 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau.
5 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
7 :Fine (–50 tot 0 tot +50)
Regelt de hoeveelheid verschuiving.
–50 betekent een kwarttoon lager.
+50 betekent een kwarttoon hoger.
17: Multi Chorus
Dit is een zwevingseffect met zes verschillende LFO-frasen.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :LFO Rate (0 t/m 127)
Regelt de LFO-snelheid.
2 :LFO Depth (0 t/m 127)
Regelt de LFO-diepte.
3 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
4 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
B
PX560-D-1B.indd 38 2016/12/15 11:39:44
Bewerken van een toon
NL-37
18: Ring Modulator
Vermenigvuldigt het ingangssignaal met een intern oscillatorsignaal
om een metaalachtig geluid aan te maken.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :OSC frequency (0 t/m 127)
Stelt de referentiefrequentie van de interne oscillator in.
2 :LFO Rate (0 t/m 127)
Regelt de LFO-snelheid.
3 :LFO Depth (0 t/m 127)
Regelt de LFO-diepte.
4 :Tone (0 t/m 127)
Regelt het timbre van het ingangsgeluid van de ringmodulator.
5 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
6 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
19: Delay
Vertraagt het ingangssignaal en leidt dit terug om een
herhalingseffect te creëren.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Delay Time (0 t/m 127)
Regelt de totale vertragingstijd.
2 :Delay Ratio L (0 t/m 127)
Regelt de verhouding van het linker kanaal ten opzichte van de
totale vertragingstijd.
3 :Delay Ratio R (0 t/m 127)
Regelt de verhouding van het rechter kanaal ten opzichte van de
totale vertragingstijd.
4 :Delay Level L (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het linker kanaal.
5 :Delay Level R (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het rechter kanaal.
6 :Feedback Type (Stereo, Cross)
Selecteert het feedbacktype.
Stereo: Stereo-feedback
Cross: Cross-feedback
7 :Feedback (0 t/m 127)
Regelt de hoeveelheid feedback.
8 :High Damp (0 t/m 127)
Regelt de demping van het hoge bereik. Een kleinere waarde
levert een grotere demping.
9 :Delay Tempo Sync (Off, 1/4, 1/3, 3/8, 1/2, 2/3, 3/4, 1)
Specificeert hoe de feitelijke totale vertragingstijd wordt
gesynchroniseerd met het tempo.
• Off: Gebruikt de waarde van de vertragingstijd.
• 1/4 t/m 1: Gebruikt de waarde die overeenkomt met het aantal
maatslagen.
10 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau.
11 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
12 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
20: Piano Effect
Dit effect is geschikt voor akoestisch pianospel.
Parameterwaarde-bereiken:
1 :Lid Type (Closed, Semi Opened, Full Opened)
Regelt hoe het geluid resoneert overeenkomstig de
openingsstand van het deksel van een vleugel.
2 :Reflection Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van de eerste weerkaatsing.
3 :Input Level (0 t/m 127)
Regelt het ingangsniveau.
4 :Wet Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het effectgeluid.
5 :Dry Level (0 t/m 127)
Regelt het niveau van het directe geluid.
B
PX560-D-1B.indd 39 2016/12/15 11:39:44
NL-38
Gebruik van automatische begeleiding
Bij automatische begeleiding kunt u gewoonweg het
gewenste begeleidingsritme selecteren en zal de
begeleiding (drums, gitaar enz.) automatisch spelen
terwijl u een akkoord speelt met uw linkerhand. Het is
net alsof u uw persoonlijke band heeft die u begeleidt
waar u maar gaat.
1.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Het MAIN scherm verschijnt.
2.
Tip de “Rhythm” ritmenaam aan.
3.
Tip de groep aan die het ritme bevat dat u wilt
gebruiken.
• Om tussen de groepen te navigeren, tipt u “UU” of
“II” aan.
4.
Tip het ritme aan dat u wilt gebruiken.
• Om tussen de ritmelijstpagina’s te navigeren, tipt u
“ ” of “ ” aan.
5.
Gebruik de cm TEMPO w, q toetsen om
de tempo-instelling te veranderen.
• Zie “Veranderen van de tempo-instelling” (pagina
NL-20) voor informatie betreffende de instelmethode
van het tempo.
• Druk de cm TEMPO w, q toetsen tegelijk in om
het ritme terug te stellen op de aanbevolen tempo-
instelling.
bq bt
cmcl
7 8 9 bp brbk bl bm
Spelen van een automatische
begeleiding
B
PX560-D-1B.indd 40 2016/12/15 11:39:44
Gebruik van automatische begeleiding
NL-39
6.
Druk op de bm ACCOMP ON/OFF toets
zodat het lampje gaat branden.
Hierdoor gaat ACCOMP aan zodat alle
begeleidingsdelen klinken.
• Schakel ACCOMP uit zodat het ACCOMP lampje uit
is om enkel de slagwerkdelen (drum, percussie) te
laten klinken.
• Bij meermalen indrukken van de toets wordt
ACCOMP beurtelings in- en uitgeschakeld.
7.
Druk op de bk SYNCHRO/ENDING toets.
Hierdoor wordt de automatische begeleiding op
“gesynchroniseerde standby” ingesteld. Door tijdens
gesynchroniseerde standby een akkoord te spelen
wordt ervoor gezorgd dat de weergave van de
automatische begeleiding automatisch gaat spelen.
• Door de 7 INTRO toets in te drukken terwijl de
automatische begeleiding op gesynchroniseerde
standby staat, wordt intro-standby ingeschakeld.
Door op de 9 VARIATION toets te drukken wordt
de variatiestandbymodus ingeschakeld. Zie
“Wijzigen van automatische begeleidingspatronen”
(pagina NL-41) voor details betreffende de intro- en
variatiepatronen.
8.
Speel het gewenste akkoord op het akkoord-
toetsenbord (klaviertoetsen op het linker
toetsenbord).
De automatische begeleiding begint met spelen
wanneer u het akkoord speelt.
• Om het slagwerkgedeelte (percussie) te starten
zonder een akkoord te spelen, drukt u op de bl a
toets.
Voorbeeld: Om een C akkoord te spelen
9.
Speel andere akkoorden met de linkerhand
terwijl u de melodie met uw rechterhand
speelt.
• U kunt “CASIO Chord” (CASIO akkoord) gebruiken
of andere vereenvoudigde akkoord-vingerzetmodi
om akkoorden te spelen. Zie “Selecteren van een
akkoord-vingerzetmodus” in het volgende gedeelte
voor details.
• U kunt d.m.v. de 8 NORMAL en 9 VARIATION
toetsen de begeleidingspatronen veranderen. Zie
“Wijzigen van automatische begeleidingspatronen”
(pagina NL-41) voor details.
10.
Wanneer u klaar bent, drukt u nogmaals op
de bl a toets om de automatische
begeleiding te stoppen.
• Door op de bk SYNCHRO/ENDING toets te
drukken in plaats van op de bl a toets wordt een
eindpatroon gespeeld voordat de weergave van de
automatische begeleiding gestopt wordt. Zie
“Wijzigen van automatische begeleidingspatronen”
(pagina NL-41) voor details betreffende de
eindpatronen.
• U kunt het volumeniveau van de automatische
begeleiding afstellen zonder dat dit van invloed is
op het volume van de geluidsweergave van de
Digitale Piano. Zie “BALANCE scherm” (pagina
NL-70) voor details.
• U kunt de grootte van het akkoord-toetsenbord
veranderen door de splitsfunctie te gebruiken om
het splitspunt te verplaatsen (pagina NL-16). De
klaviertoetsen links van het splitspunt vormen het
akkoord-toetsenbord.
Brandt
Knippert
Akkoord-toetsenbord Melodie-toetsenbord
PX560-D-1B.indd 41 2016/12/15 11:39:44
NL-40
Gebruik van automatische begeleiding
U kunt kiezen uit de volgende vijf akkoord-
vingerzetmodi.
Fingered 1
Fingered 2
Fingered 3
CASIO Chord
Full Range
1.
Tip “RHYTHM” op het MENU scherm aan.
2.
Tip “Chord Input Type” aan.
3.
Tip de akkoord-invoermethode aan die u wilt
gebruiken.
Er wordt overgeschakeld naar de geselecteerde
akkoord-invoermethode.
■ Fingered 1, 2, 3
Met deze drie akkoord-vingerzetmodi speelt u
akkoorden op het akkoord-toetsenbord d.m.v. de
normale akkoord-vingerzettingen. Sommige
akkoordvormen zijn afgekort en voor de vingerzetting
zijn slechts één of twee klaviertoetsen nodig.
Zie de “Vingerzettinggids” (pagina A-1) voor
informatie betreffende de typen akkoorden en hun
vingerzettingen.
■ CASIO CHORD
Bij “CASIO Chord” (CASIO akkoord) gebruikt u
vereenvoudigde vingerzettingen om de vier typen
akkoorden te spelen die hieronder worden beschreven.
Bij indrukken van meer dan één akkoord-klaviertoets
maakt het geen verschil of de andere klaviertoetsen wit
of zwart zijn.
■ FULL RANGE CHORD
Bij deze akkoord-vingerzetmodus kunt u het volledige
bereik van het toetsenbord gebruiken om akkoorden en
de melodie te spelen.
Zie de “Vingerzettinggids” (pagina A-1) voor
informatie betreffende de typen akkoorden en hun
vingerzettingen.
Selecteren van een akkoord-
vingerzetmodus
Fingered 1: Speel de componentnoten van het akkoord op
het toetsenbord.
Fingered 2: In tegenstelling tot Fingered 1, is een 6de invoer
niet mogelijk bij deze modus.
Fingered 3: In tegensteling tot Fingered 1, maakt deze modus
de invoer van gedeeltelijke akkoorden mogelijk
met de laagste noot op het toetsenbord als de
basnoot.
Akkoord-toetsenbord
Akkoordtype Voorbeeld
Majeur akkoorden
Druk op een klaviertoets
waarvan de noot
correspondeert met de
akkoordnaam.
• Druk voor een C majeur op
een willekeurige C toets op
het akkoord-toetsenbord.
De octaaf van de noot doet
er niet toe.
C (C majeur)
Mineur akkoorden
Druk op de akkoord-
klaviertoets die
correspondeert met het
majeur akkoord en druk
tegelijkertijd op één van de
akkoord-klaviertoetsen rechts
ervan.
Cm (C mineur)
Septiem akkoorden
Druk op de akkoord-
klaviertoets die
correspondeert met het
majeur akkoord en druk
tegelijkertijd op twee van de
akkoord-klaviertoetsen rechts
ervan.
C7 (C septiem)
Mineur septiem akkoorden
Druk op de akkoord-
klaviertoets die
correspondeert met het majeur
akkoord en druk tegelijkertijd
op drie van de akkoord-
klaviertoetsen rechts ervan.
Cm7 (C mineur septiem)
Akkoord-toetsenbord
C
C
DE F
#
b
E
F
#
G
A
b
A
B
B
b
C
C
DE F
E
#
b
Nootnaam
C
C
DE F
#
b
E
F
#
G
A
b
A
B
B
b
C
C
DE F
E
#
b
C
C
DE F
#
b
E
F
#
G
A
b
A
B
B
b
C
C
DE F
E
#
b
C
C
DE F
#
b
E
F
#
G
A
b
A
B
B
b
C
C
DE F
E
#
b
Melodie-toetsenbord
Akkoord-toetsenbord
PX560-D-1B.indd 42 2016/12/15 11:39:45
Gebruik van automatische begeleiding
NL-41
Er zijn zes verschillende automatische
begeleidingspatronen, zoals hieronder getoond. U kunt
overschakelen tussen patronen tijdens de
begeleidingsweergave en zelfs patronen wijzigen.
Gebruik de toetsen 7 t/m bk om het gewenste
patroon te selecteren.
*1 Druk hierop aan het begin van een melodie.
De begeleidingsweergave gaat door met het
normale patroon nadat het intropatroon voltooid is.
Als op de 9 VARIATION/FILL-IN toets wordt
gedrukt voordat het intropatroon is voltooid, wordt
er doorgegaan met het variatiepatroon nadat het
intropatroon is voltooid.
*2 Om een invulpatroon in te voegen, drukt u hierop
terwijl een normaal patroon aan het spelen is.
*3 Om een invul variatiepatroon in te voegen, drukt u
hierop terwijl een variatiepatroon aan het spelen is.
*4 Druk hierop aan het einde van een melodie.
Hierdoor wordt het eindpatroon weergegeven
waarna de weergave van de automatische
begeleiding stopt.
Eén-toets voorkeuze geeft u toegang door indrukken
van slechts één toets tot de toon- en tempo-instellingen
die goed passen bij het op dat moment geselecteerde
ritmepatroon van de automatische begeleiding.
1.
Tip “RHYTHM” op het MENU scherm aan.
Het RHYTHM scherm verschijnt.
• U kunt het RHYTHM scherm ook laten verschijnen
door op de cl RHYTHM toets te drukken.
2.
Tip “One Touch” aan.
Hierdoor worden de instellingen van de toon en het
tempo en andere instellingen geconfigureerd voor
aanpassing aan het op dat moment geselecteerde
ritmepatroon.
Op dat moment zal de weergave van de automatische
begeleiding naar gesynchroniseerde standby gaan
hetgeen betekent dat de automatische begeleiding
automatisch gaat starten wanneer u een akkoord-
vingerzetting uitvoert.
3.
Speel een akkoord op het toetsenbord.
Hierdoor gaat de weergave van de automatische
begeleiding starten.
• Eén-toets voorkeuzes worden niet ondersteund voor
de gebruikersritmes (001 t/m 030 van de
gebruikersgroep).
Wijzigen van automatische
begeleidingspatronen
Intropatroon *
1
Normaal Variatie Eindpatroon *
4
7 8 9 bk
Normaal
invulpatroon *
2
Variatie
invulpatroon *
3
Gebruik van de aanbevolen
tonen en tempo’s (Eén-toets
voorkeuzes)
PX560-D-1B.indd 43 2016/12/15 11:39:45
NL-42
Gebruik van automatische begeleiding
Met automatische harmonisatie (Auto Harmonize)
wordt harmonie toegevoegd aan de melodienoten die
u speelt met de rechterhand om meer melodische
diepte te verkrijgen. U kunt kiezen uit één van de 12
typen automatische harmonisatie.
1.
Tip bq MAIN op het scherm aan.
Het MAIN scherm verschijnt.
2.
Tip “Auto Harmonize” aan om de functie in te
schakelen.
3.
Tip bp MENU aan.
4.
Tip “RHYTHM” op het MENU scherm aan.
5.
Tip “Auto Harmonize Type” aan.
6.
Tip het type automatische harmonisatie aan
dat u wilt gebruiken.
7.
Speel de akkoorden en de melodie op het
toetsenbord.
Harmonie zal worden toegevoegd aan uw
melodienoten gebaseerd op de akkoorden die u speelt.
U kunt de ritme-editor gebruiken om een ingebouwde
automatische begeleiding te wijzigen en daarna kunt u
het resultaat opslaan als een “gebruikersritme”.
U kunt een onderdeel (drum, bas enz.) selecteren van
een normaal patroon, een intropatroon of een ander
patroon (pagina NL-41) en het in- en uitschakelen, het
volumeniveau afstellen en andere bewerkingen
uitvoeren.
1.
Voer stap 1 t/m 4 uit onder “Spelen van een
automatische begeleiding” (pagina NL-38)
om het ritme te selecteren dat u wilt
bewerken.
2.
Tip “RHYTHM” op het MENU scherm aan.
3.
Tip “Edit” aan.
4.
Tip “Edit” aan.
Toevoegen van harmonie aan
de melodienoten
(automatische harmonisatie)
Typenaam Beschrijving
Duet 1 Voegt een hechte (met twee t/m vier
graden gescheiden) harmonie van 1 noot
toe onder de melodienoot.
Duet 2 Voegt een open (met meer dan 4 t/m 6
graden gescheiden) harmonie van 1 noot
toe onder de melodienoot.
Country Voegt een harmonie in country-stijl toe.
Octave Voegt de noot toe van de naastliggende
lagere octaaf.
5th Voegt een noot in de vijfde graad toe.
3-Way Open Voegt een open harmonie van 2 noten toe,
voor een totaal van drie noten.
3-Way Close Voegt een gesloten harmonie van 2 noten
toe, voor een totaal van drie noten.
Strings Voegt een harmonie toe die optimaal is
voor snaarinstrumenten.
4-Way Open Voegt een open harmonie van 3 noten toe,
voor een totaal van vier noten.
Rood
4-Way Close Voegt een gesloten harmonie van 3 noten
toe, voor een totaal van vier noten.
Block Voegt een pakket akkoordnoten toe.
Big Band Voegt een harmonie toe in big band stijl.
Bewerken van een ritme
(Ritme bewerken)
Typenaam Beschrijving
B
PX560-D-1B.indd 44 2016/12/15 11:39:45
Gebruik van automatische begeleiding
NL-43
5.
Gebruik de toetsen 7 t/m bk om het
begeleidingspatroon te selecteren dat u wilt
bewerken.
De toets die u indrukt gaat branden om aan te geven
dat het patroon bewerkt wordt.
• Bij enkele malen indrukken van 8 wordt er
omgeschakeld tussen NORMAL en FILL-IN en bij
enkele malen indrukken van 9 wordt er
omgeschakeld tussen VARIATION en FILL-IN. De
betreffende toets knippert terwijl het invulpatroon
wordt geselecteerd.
Voorbeeld: Wanneer intro geselecteerd is
6.
Tip het display-item aan voor het
instrumentgedeelte dat u wilt bewerken.
Ritme, toon: Tip het display-item aan en maak dan een
selectie in de lijst die verschijnt.
Om andere instellingen of items dan de bovenstaande
te veranderen, gebruikt u de bt w, q toetsen om de
weergegeven waarde te veranderen.
• Ritmepatronen bestaan uit de acht hieronder
aangegeven onderdelen.
Drum, percussie, bas, akkoord 1, akkoord 2, akkoord
3, akkoord 4, akkoord 5
• Door tijdens een montagebewerking op de bl a
toets te drukken wordt het begeleidingspatroon
weergegeven samen met de montages die u tot op dat
punt gemaakt hebt. Door “Solo” aan te tippen wordt
alleen het instrumentgedeelte weergegeven dat u aan
het bewerken bent.
• De onderstaande tabel geeft een beschrijving van de
parameters die u kunt bewerken.
7.
Nadat het bewerken is voltooid, moet het
tempo van het ritme naar wens worden
ingesteld.
• Het hier ingestelde tempo wordt het oorspronkelijke
standaardtempo.
8.
Tip br EXIT op het scherm aan.
9.
Tip “Write” aan.
Er verschijnt een scherm voor het specificeren van het
bestemming-gebruikersritmenummer en de
ritmenaam.
• Als u de montagebewerking wilt verlaten zonder
deze op te slaan, tip dan br EXIT aan.
10.
Tip “Rename” aan.
11.
Voer een naam voor het ritme in.
12.
Tip “Enter” aan na het invoeren van een
ritmenaam.
Item Beschrijving Instelling
Rhythm
(Ritme)
Vervangt de
begeleidingsgegevens van
het onderdeel door die van
het gespecificeerde
ritmenummer. *
1
Ritmenummer *
2
Gedeelte Schakelt elk onderdeel aan
of uit.
Wit:
Onderdeel is
gedempt.
Rood:
Onderdeel
klinkt.
Tone
(Toon)
Verandert de toon
(instrument) voor het spel
van het onderdeel.
Toonnaam *
3
Volume
(Volume)
Regelt het volumeniveau
van elk onderdeel.
000 t/m 127
Pan (Pan) Regelt of het geluid van
het onderdeel gehoord kan
worden van de linker- of
rechterkant.
–64 tot 0 tot 63 *
4
789bk
Brandt
Reverb
Send
(Nagalm
zenden)
Specificeert hoeveel
nagalm (pagina NL-71)
uitgeoefend wordt op elk
onderdeel.
000 t/m 127
Chorus
Send
(Zweving
zenden)
Specificeert hoeveel
zweving (pagina NL-71)
uitgeoefend wordt op elk
onderdeel.
000 t/m 127
Delay Send
(Vertraging
zenden)
Specificeert hoeveel
vertraging (pagina NL-71)
uitgeoefend wordt op elk
onderdeel.
000 t/m 127
*1 Door begeleidingsgegevens van een onderdeel te
vervangen worden alle montages gewist die tot op dat
punt zijn gemaakt.
*2 Voor een intro wordt hetzelfde ritmenummer toegepast
op alle acht de instrumentgedeelten. Wanneer u
bijvoorbeeld ritme 003 toewijst aan akkoord 1, wordt
ritme 003 ook automatisch toegewezen aan de andere
zeven instrumentgedeelten. Als u naderhand akkoord 2
verandert naar ritme 004, wordt het ritme van akkoord 1
ook veranderd naar 004.
Evenals de intro, krijgen ook alle acht de gedeelten van
een einde hetzelfde ritmenummer.
*3 Alleen drumsettonen kunnen voor de drum- en
precussiegedeelten worden geselecteerd.
Drumsetklanken kunnen niet worden geselecteerd voor
de bas en de akkoord 1 t/m 5 gedeelten.
*4 Een kleinere waarde verschuift de panpositie naar links
terwijl een grotere waarde deze naar rechts verschuift.
Een waarde van nul specificeert het midden.
Item Beschrijving Instelling
PX560-D-1B.indd 45 2016/12/15 11:39:45
NL-44
Gebruik van automatische begeleiding
13.
Tip het bestemming-gebruikersritmenummer
aan.
• Als er reeds gegevens aan het ritmenummer zijn
toegewezen, staat er een sterretje (*) naast.
14.
Tip “Execute” aan.
Als er geen gegevens aan het geselecteerde
ritmenummer zijn toegewezen, verschijnt de melding
“Sure?”. Als er wel gegevens aan zijn toegewezen,
verschijnt de melding “Replace?”.
15.
Tip “Yes” aan.
De gegevens worden in het geheugen opgeslagen.
• Tip “No” aan om terug te keren naar het scherm in
stap 4 zonder de gegevens op te slaan.
• Als gebruikersritmegegevens opgeslagen worden bij
een gebruikersritmenummer dat reeds gegevens
bevat, worden de bestaande gegevens vervangen
door de nieuwe gegevens.
• Als de hoeveelheid begeleidingspatroon- of
instrumentdeelgegevens te groot is om te worden
bewerkt, verschijnt een geheugen-vol melding
(Memory Full) op de display. Mocht dit gebeuren,
selecteer dan een ander begeleidingspatroon- of
instrumentdeel voor het bewerken.
1.
Tip “RHYTHM” op het MENU scherm aan.
2.
Tip “Edit” aan.
3.
Tip “Clear” aan.
4.
Tip het gebruikersritme aan dat u wilt wissen
en tip dan “Execute” aan.
5.
Tip “Yes” aan.
Het geselecteerde gebruikersritme wordt gewist.
• Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
Wissen van een
gebruikersritme
Bestemming-gebruikersritmenummer
PX560-D-1B.indd 46 2016/12/15 11:39:46
NL-45
Demonstratiemelodie
1.
Houd de bm ACCOMP ON/OFF toets
ingedrukt en druk dan op de bl a toets.
Hierdoor wordt opeenvolgende weergave gestart van
de demonstratiemelodieën, beginnend bij melodie 1.
• U kunt de bt w, q toetsen gebruiken om over te
schakelen naar een andere demonstratiemelodie.
2.
Druk op de bl a toets.
Hierdoor wordt de weergave van de
demonstratiemelodie gestopt.
De weergave van de demonstratiemelodieën blijft
doorgaan in een eindeloze lus totdat u op bl a
toets drukt om de weergave te stoppen.
• Alleen de hierboven beschreven bewerking kan
worden uitgevoerd terwijl de weergave van de
demonstratiemelodie aan de gang is.
btbl bm
Weergeven van
demonstratiemelodieën
PX560-D-1B.indd 47 2016/12/15 11:39:46
NL-46
Muziekvoorkeuzes
Met de muziekvoorkeuzes kunt u door middel van een
druk op één toets toon-, ritme-, akkoord- en andere
instellingen maken die geoptimaliseerd zijn voor
specifieke muziekgenres en melodieën.
Naast ingebouwde voorkeuzes kunt u uw eigen
originele muziekvoorkeuzes (gebruikersvoorkeuzes)
creëren.
Er zijn in totaal 305 ingebouwde muziekvoorkeuzes,
die verdeeld zijn in negen groepen. Er is een tiende
groep voor de gebruikersvoorkeuzes.
• Zie de afzonderlijke Appendix voor details.
1.
Tip “MUSIC PRESET” op het MENU scherm
aan.
Het MUSIC PRESET scherm verschijnt en Auto Chord
wordt ingeschakeld.
2.
Tip de voorkeuzenaam aan.
3.
Tip de groep aan die de voorkeuze bevat die
u wilt gebruiken en tip dan de
voorkeuzenaam aan.
Hierdoor wordt de Digitale Piano geconfigureerd met
de instellingen (toon, ritme enz.) van de geselecteerde
voorkeuze.
4.
Druk op de bl a toets om de
automatische begeleiding te starten met de
voorkeuze-akkoordprogressie. Speel de
melodie op het toetsenbord.
• De voorkeuze-akkoordprogressie blijft zich herhalen
totdat u deze stopt door nogmaals op de bl a
toets te drukken.
• Tip “Auto Chord” aan om de voorkeuze-
akkoordprogressie uit te schakelen zodat spelen van
het normale automatische begeleidingspatroon
mogelijk is.
• Om de tonaliteit van een voorkeuze-
akkoordprogressie te veranderen, tipt u “Key Shift”
aan en gebruikt dan de bt w, q toetsen om de
verandering aan te brengen.
• Druk op de bm ACCOMP ON/OFF toets om Auto
Chord uit te schakelen.
• Zie de afzonderlijke Appendix voor details
betreffende de instellingen voor een opgeroepen
voorkeuze.
btbrbl bm
Oproepen van
muziekvoorkeuzes
Knippert
PX560-D-1B.indd 48 2016/12/15 11:39:46
Muziekvoorkeuzes
NL-47
Er is een muziekvoorkeuze-editor om u uw eigen
originele muziekvoorkeuzes (gebruikersvoorkeuzes) te
laten creëren. Er kunnen maximaal 100
gebruikersvoorkeuzes worden opgeslagen in de
gebruikersgroep.
1.
Voer stap 1 t/m 3 uit in de procedure onder
“Oproepen van muziekvoorkeuzes” (pagina
NL-46) om de voorkeuze te selecteren die u
wilt gebruiken als de basis voor uw
gebruikersvoorkeuze.
2.
Tip “Edit” aan.
3.
Bewerk de parameters van de
muziekvoorkeuze.
4.
Tip “Write” aan nadat u alles naar wens heeft
bewerkt.
5.
Tip “Rename” aan.
6.
Voer een naam in voor de voorkeuze.
7.
Tip “Enter” aan na het invoeren van een
voorkeuzenaam.
8.
Tip het bestemming-voorkeuzenummer aan.
• Als er reeds gegevens aan het voorkeuzenummer zijn
toegewezen, staat er een sterretje (*) naast.
9.
Tip “Execute” aan.
Als er geen gegevens aan het geselecteerde
voorkeuzenummer zijn toegewezen, verschijnt de
melding “Sure?”. Als er wel gegevens aan zijn
toegewezen, verschijnt de melding “Replace?”.
10.
Tip “Yes” aan.
De gegevens worden in het geheugen opgeslagen.
• Tip “No” aan om terug te keren naar het scherm in
stap 8 zonder de gegevens op te slaan.
1.
Tip op het montagebewerking-selectiescherm
(pagina NL-47) “Chord Edit” aan om het
onderstaande akkoordprogressie-
bewerkingsscherm te laten verschijnen.
Stap (timing en akkoord)
De timing van een akkoordprogressie wordt
uitgedrukt als een serie van drie waarden (zoals
001:1:00) wat de maat
*1
(001), de maatslag (1) en
de tik (00) aangeeft
*2
. Deze serie van drie waarden
wordt in zijn geheel aangeduid als een “stap”.
*1 Maximaal 999 maten
*2 Er zijn 12 tikken per maatslag, zoals hieronder
getoond.
Creëren van een originele
gebruikersvoorkeuze
(Gebruikersvoorkeuzes)
3-1. Bewerken van de akkoordprogressie
Tip “Chord Edit” aan om het akkoordprogressie-
bewerkingsscherm te laten verschijnen.
Voer daarna de montagebewerking uit die
beschreven is onder “Bewerken van een
akkoordprogressie” (pagina NL-47). Wanneer u
klaar bent, tipt u br EXIT aan om terug te keren
naar het bovenstaande scherm.
3-2. Veranderen hoe een automatische begeleiding
wordt gespeeld
Tip “Parameter Edit” aan om het parameter-
bewerkingsscherm te laten verschijnen.
Voer daarna de montagebewerking uit die
beschreven is onder “Veranderen hoe een
automatische begeleiding wordt gespeeld”
(pagina NL-49). Wanneer u klaar bent, tipt u
br EXIT aan om terug te keren naar het
bovenstaande scherm.
Bewerken van een akkoordprogressie
Stap (timing en akkoord)
01 02 09 10 1100
Akkoordprogressie
Maat 1
Maatslag 1 Maatslag 2 Maatslag 3 Maatslag 4 Maatslag 1 Maatslag 2
Tik
001:1:00
002:1:00
Bij de bovenstaande display
vindt hier de verandering
van het akkoord van C naar
Am7 plaats.
Maat 2
PX560-D-1B.indd 49 2016/12/15 11:39:46
NL-48
Muziekvoorkeuzes
2.
Bewerk de stap naar wens.
• U kunt de bewerkte progressie weergeven en
controleren door op de bl a toets te drukken.
Bewerken van een akkoordprogressie is niet mogelijk
terwijl de akkoordprogressie wordt weergegeven.
3.
Wanneer u klaar bent, tipt u br EXIT aan om
terug te keren naar het bewerkingstype-
selectiescherm (pagina NL-47).
• Een enkele voorkeuze kan maximaal ongeveer 999
maten bevatten.
Mochten uw bewerkingen deze limiet overschrijden,
dan verschijnt de melding “Measure Limit” op het
scherm en is verder bewerken niet meer mogelijk.
■ Bewerken van de voorkeuze-
akkoordinformatie
1.
Gebruik de “e” en “r” pictogrammen op het
scherm om de stap te selecteren die u wilt
veranderen.
2.
Voer de timinginformatie of een akkoord in.
• Om de timing te veranderen, tipt u de huidige
“Measure”, “Beat” of “Tick” waarde aan en gebruikt
dan de bt w, q toetsen om de timingwaarde te
veranderen.
• Om een akkoord te veranderen, tipt u dit aan en
speelt dan het gewenste akkoord op het toetsenbord.
• De timing van de eerste stap (001:1:00) ligt vast en
kan niet worden veranderd. De laatste stap is ook
altijd één maat, ongeacht de resolutie.
■ Invoegen van een nieuw akkoord
1.
Gebruik de “e” en “r” pictogrammen op het
scherm om de stap te selecteren die meteen
vóór de plaats is waar u het nieuwe akkoord
wilt invoegen.
2.
Tip “Insert” aan en speel dan het gewenste
akkoord op het toetsenbord.
■ Invoegen van een opeenvolgende serie
stappen
1.
Gebruik de “e” en “r” pictogrammen op het
scherm om de stap te selecteren die meteen
vóór de plaats is waar u de stap wilt
invoegen.
2.
Tip “Step Rec” aan.
3.
Tip het nootpictogram aan.
4.
Tip de noot aan die u wilt gebruiken.
5.
Speel een akkoord op het toetsenbord.
Er wordt nu een stap ingevoerd met de lengte die u
heeft ingesteld in stap 4 hierboven waarna wordt
doorgegaan naar de volgende stap.
• Door “Tie” aan te tippen zonder een akkoord in te
voeren wordt er een boogverbinding ingesteld.
• Door “Rest” aan te tippen zonder een akkoord in te
voeren wordt er geen akkoord gespeeld tijdens die
stap.
6.
Nadat u klaar bent met het invoegen van
stappen, tipt u “Step Rec” opnieuw aan om
het bewerken van gegevens af te sluiten.
■ Wissen van een stap
1.
Gebruik de “e” en “r” pictogrammen op het
scherm om de stap te selecteren die u wilt
wissen.
2.
Tip “Delete” aan.
• U kunt de eerste of de laatste stap niet wissen.
PX560-D-1B.indd 50 2016/12/15 11:39:46
Muziekvoorkeuzes
NL-49
1.
Tip op het bewerkingstype-selectiescherm (pagina NL-47) “Parameter Edit” aan om het
onderstaande bewerkingsscherm voor automatische begeleiding te laten verschijnen.
2.
Tip de parameter aan waarvan u de instelling wilt veranderen en gebruik dan de bt w, q toetsen
om de ingestelde waarde te veranderen.
3.
Wanneer u klaar bent, tipt u br EXIT aan om terug te keren naar het bewerkingstype-selectiescherm
(pagina NL-47).
Veranderen hoe een automatische begeleiding wordt gespeeld
Parameter Beschrijving Instelling
Synchro Type:
Gesynchroniseerd
type
Selecteer de gesynchroniseerde standbystatus en
het type wanneer de muziekvoorkeuze
geselecteerd is.
Off (geen standby)
Normal: Van standby naar normaal patroon
Variation: Van standby naar variatiepatroon
Intro: Van standby naar intropatroon
Intro Chord:
Intro-akkoord
Selecteert uit majeur (12 klaviertoetsen) en mineur
(12 klaviertoetsen) voor de intro-akkoorden.
C t/m B: Majeur (C t/m B)
Cm t/m Bm: Mineur (Cm t/m Bm)
Ending Chord:
Eindakkoord
Selecteert uit majeur (12 klaviertoetsen) en mineur
(12 klaviertoetsen) voor de eindakkoorden.
C t/m B: Majeur (C t/m B)
Cm t/m Bm: Mineur (Cm t/m Bm)
Auto Fill-In:
Automatische
invulling aan/uit
Specificeert of een invulling al dan niet ingevoegd
dient te worden bij de laatste maat van een
akkoordprogressie.
Off: Geen invulpatroon ingevoegd
On: Invulpatroon ingevoegd
Timing Set:
Akkoordprogressie
variatie
Deze parameter laat u verschillende variaties
toevoegen aan de timing van de
akkoordprogressie die wordt bewerkt. U kunt de
akkoordprogressie aanpassen aan de maatslag
van een specifiek ritme.
Zie “Instelling van de timing en de
akkoordprogressieweergave” (pagina NL-50)
voor informatie betreffende de verschillen in
weergave voor elke instelwaarde.
Normal, Half, Double, 3/4, 3/2
Parameter Instelling
PX560-D-1B.indd 51 2016/12/15 11:39:47
NL-50
Muziekvoorkeuzes
■ Instelling van de timing en de akkoordprogressieweergave
In dit gedeelte wordt beschreven hoe akkoordprogressies worden weergegeven overeenkomstig de “Timing Set”
instellingen in stap 2 onder “Veranderen hoe een automatische begeleiding wordt gespeeld” (pagina NL-49). Merk
op dat deze instelling alleen de weergave beïnvloed. Het verandert de akkoordprogressiegegevens niet.
z Normal
Speelt akkoorden op dezelfde timing als de opname.
z Half
Speelt akkoorden maat-voor-maat bij een timing die de helft is van de opname.
Voorbeeld:
Het volgende toont wat er gebeurt wanneer de “Half” instelling wordt gebruikt om een gebruikersvoorkeuze
weer te geven die gecreëerd was op basis van een muziekvoorkeuze waarvan het ritme in 4/4 tijd is.
Half Weergave wanneer een 4/4 tijdritme toegewezen is aan de gebruikersvoorkeuze
Half Weergave wanneer een 2/4 tijdritme toegewezen is aan de gebruikersvoorkeuze
z Double
Speelt akkoorden maat-voor-maat bij een timing die het dubbele is van de opname.
Weergeven van een akkoordprogressie zoals die getoond voor “Half” hierboven terwijl “Double” gespecificeerd
is, geeft het resultaat in de progressie die hieronder wordt getoond.
Dubbel Weergave wanneer een 4/4 tijdritme toegewezen is aan de gebruikersvoorkeuze
Dubbel Weergave wanneer een 8/4 tijdritme toegewezen is aan de gebruikersvoorkeuze
1 2 3 4
Dm A7
1
1 2 3 4
Dm G7
2
1 2 3 4
C Em
3
1 2 3 4
Am C7
4
Maat
Maatslag
Akkoordprogressie
1 2 3 4
Dm A7
1
1 2 3 4
Dm G7
2
1 2 3 4
C Em
3
1 2 3 4
Am C7
4
Maat
Maatslag
Akkoordprogressie
1 2 1 2
Dm A7
1
1 2 1 2
C EmDm G7 Am C7
324
Maat
Maatslag
Akkoordprogressie
1 2 3 4
Dm
1
1 2 3 4
Dm
2
1 2 3 4
C
3
1 2 3 4
Am
4
Maat
Maatslag
Akkoordprogressie
1 2 3 4
Dm
1
5 6 7 8
A7
1 2 3 4
Dm
2
5 6 7 8
G7
1 2
C
3
Maat
Maatslag
Akkoordprogressie
PX560-D-1B.indd 52 2016/12/15 11:39:47
Muziekvoorkeuzes
NL-51
z 3/4
Speelt akkoorden maat-voor-maat bij een timing die 3/4 is van die van de opname. Deze instelling is het beste
voor gebruik met een 6/8 tijdritme.
Weergeven van een akkoordprogressie zoals die getoond voor “Half” hierboven terwijl “3/4” gespecificeerd is,
geeft het resultaat in de progressie die hieronder wordt getoond.
3/4 Weergave wanneer een 4/4 tijdritme toegewezen is aan de gebruikersvoorkeuze
3/4 Weergave wanneer een 6/8 tijdritme toegewezen is aan de gebruikersvoorkeuze
z 3/2
Speelt akkoorden maat-voor-maat bij een timing die 3/2 is van die van de opname. Deze instelling is het beste
voor gebruik met een 6/4 tijdritme.
Weergeven van een akkoordprogressie zoals die getoond voor “Half” hierboven terwijl “3/2” gespecificeerd is,
geeft het resultaat in de progressie die hieronder wordt getoond.
3/2 Weergave wanneer een 4/4 tijdritme toegewezen is aan de gebruikersvoorkeuze
3/2 Weergave wanneer een 6/4 tijdritme toegewezen is aan de gebruikersvoorkeuze
• Wanneer “Double” of “3/2” geselecteerd is, wordt de akkoordtiming verschoven naar een latere timing. Alle
akkoorden die niet binnen een maat passen worden niet gespeeld.
1.
Tip “MUSIC PRESET” op het MENU scherm aan.
2.
Tip “Edit” aan.
3.
Tip “Clear” aan.
4.
Tip de gebruikersvoorkeuze aan die u wilt wissen en tip dan “Execute” aan.
5.
Tip “Yes” aan.
De geselecteerde gebruikersvoorkeuze wordt gewist.
• Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
Wissen van een gebruikersvoorkeuze
1 2 3 4
Dm A7
1
1 2 3 4
Dm G7
2
1 2 3 4
C Em
3
1 2 3 4
Am C7
4
Maat
Maatslag
Akkoordprogressie
1 2 3 4
Dm A7 Dm G7 C Em Am
1
5 6 1 2
2
3 4 5 6
3
1 2 3 4 5 6 1 2
4
Maat
Maatslag
Akkoordprogressie
1 2 3 4
Dm A7
1
1 2 3 4
Dm G7
2
1 2 3 4
C Em
3
1 2 3 4
Am C7
4
Maat
Maatslag
Akkoordprogressie
1 2 3 4
Dm A7 Dm G7 C Em Am
1
5 6 1 2
2
3 4 5 6
3
1 2 3 4 5 6 1 2
4
Maat
Maatslag
Akkoordprogressie
PX560-D-1B.indd 53 2016/12/15 11:39:47
NL-52
Registreren van de toon- en ritme-instellingen
Het registratiegeheugen laat u basisinstellingen (toon,
ritme enz.) van de Digitale Piano opslaan voor
onmiddellijk oproepen wanneer u deze instellingen
nodig heeft. Het registratiegeheugen vereenvoudigt
het uitvoeren van complexe stukken waarbij
achtereenvolgende veranderingen in toon en ritme
nodig zijn.
U kunt maximaal 96 basisinstellingen opgeslagen
hebben in het registratiegeheugen. Om een
basisinstelling te selecteren, gebruikt u de cp BANK
toets en de REGISTRATION toetsen cq t/m ct.
• Druk op de cp BANK toets en gebruik dan de bt
w, q toetsen om het banknummer te veranderen.
• Door op een REGISTRATION toets (cq t/m ct) te
drukken wordt het corresponderende gebied in de
op dat moment geselecteerde bank geselecteerd.
• Zie de afzonderlijke Appendix voor details.
1.
Configureer de Digitale Piano met de toon,
het ritme en andere instellingen die u wilt
opslaan.
2.
Houd de dk STORE toets ingedrukt en voer
dan de onderstaande bediening uit.
Gebruik de bt w, q toetsen om de bank te selecteren
waarin u de gegevens wilt opslaan en druk dan op een
REGISTRATION toets (cq t/m ct) om een gebied te
specificeren.
De gegevens worden in de door u gespecificeerde bank
en het gebied opgeslagen.
Voorbeeld: Bank 4, Gebied 1
bt cs ct dkcp cq cr
Gebied 1 Gebied 2 Gebied 3 Gebied 4
Bank 1
Basisinstelling
1-1
Basisinstelling
1-2
Basisinstelling
1-3
Basisinstelling
1-4
Bank 2
Basisinstelling
2-1
Basisinstelling
2-2
Basisinstelling
2-3
Basisinstelling
2-4
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Bank 24
Basisinstelling
24-1
Basisinstelling
24-2
Basisinstelling
24-3
Basisinstelling
24-4
cp cq cr cs ct
Opslaan van de registratiegegevens
dkcq cr cs ct
Bank
Brandt
PX560-D-1B.indd 54 2016/12/15 11:39:47
Registreren van de toon- en ritme-instellingen
NL-53
1.
Druk op de cp BANK toets om de bank te
selecteren die de basisinstelling bevat die u
wilt oproepen.
• Het huidige geselecteerde bank- en gebiednummer
worden op het MAIN scherm en door de lampjes van
de toetsen aangegeven.
2.
Gebruik de REGISTRATION toetsen (cq t/m
ct) om het gebied te selecteren waarvan u
de basisinstelling wilt oproepen.
Hierdoor wordt de basisinstelling van het
registratiegeheugen opgeroepen en de instellingen van
de Digitale Piano worden automatisch hiermee in
overeenkomst geconfigureerd.
Voorbeeld: Bij oproepen van de registratiegegevens in
Bank 4, Gebied 1
• U kunt instellen welke bijzondere items
onveranderd moeten blijven wanneer een
basisinstelling van het registratiegeheugen wordt
toegepast. Zie “REGISTRATION scherm” onder
“Configureren van de instellingen van de Digitale
Piano” (pagina’s NL-68 t/m NL-81) voor details.
■ Opslaan van basisinstelling-
registratiegegevens op externe apparatuur
Zie “Aansluiting op een computer” (pagina NL-86).
Oproepen van een registratie-
basisinstelling
Brandt
PX560-D-1B.indd 55 2016/12/15 11:39:47
NL-54
Opname en weergave
Uw Digitale Piano kan opnemen wat u op het toetsenbord speelt en dit naderhand weergeven. De Digitale Piano
heeft twee opnamefuncties: een MIDI-recorder en een audiorecorder. Selecteer de functie die geschikt is voor het
type opname dat u wilt maken.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van winsten of eisen
van derden die ontstaan uit het verlies van opgenomen gegevens die verloren raken door defecten, reparaties of
om ongeacht welke andere reden.
■ Opnamekenmerken
MIDI-recorde r Audiorecorder
De toetsenbord-uitvoeringsinformatie wordt als MIDI-
gegevens* op een systeemspoor of 16 sporen (opslaggebieden
voor toetsenbord-uitvoeringsgegevens) in het geheugen van
de Digitale Piano opgenomen.
De toetsenbord-uitvoeringsinformatie wordt als
geluidsgegevens op een USB flash-drive opgenomen.
• De toetsenbord-uitvoeringsinformatie (indrukken/loslaten
van klaviertoetsen, aanslagdruk enz.) wordt als MIDI-
gegevens opgenomen.
• De grootte van de MIDI-gegevens is veel kleiner vergeleken
met de grootte van de geluidsgegevens, waardoor deze later
gemakkelijker op een computer enz. kunnen worden
bewerkt.
• Ondersteunde opnamecapaciteit: 100 melodieën, ongeveer
50.000 noten per melodie (totaal van alle sporen)
• Evenals bij een draagbare muziekspeler of taperecorder
worden de noten opgenomen als geluidsgegevens.
• Geluidsgegevensbestanden zijn veel groter vergeleken met
MIDI-gegevensbestanden. Het voordeel van
geluidsgegevensbestanden is dat ze gemakkelijk op een
computer, draagbare muziekspeler enz. kunnen worden
afgespeeld.
• Ondersteunde opnamecapaciteit: Tot 100 bestanden, elk
bestand met een maximale lengte van 74 minuten
bt
3 4 5
MIDI
USB
PX560-D-1B.indd 56 2016/12/15 11:39:48
Opname en weergave
NL-55
■ Weergavekenmerken
* MIDI
MIDI is de afkorting voor “Musical Instrument Digital Interface”. Dit is een universele standaard die het mogelijk
maakt voor muziekinstrumenten, computers en andere apparaten om uitvoeringsinformatie met elkaar uit te
wisselen (indrukken/loslaten van klaviertoetsen, aanslagdruk enz.), ongeacht de fabrikant van de apparatuur.
De uitvoeringsgegevens worden in dit geval “MIDI-gegevens” genoemd.
MIDI-recorder Audiorecorder
Bij weergave worden het systeemspoor en de sporen 1 t/m 16
weergegeven.
• Bij de MIDI-recorder voert de Digitale Piano automatisch de
weergave uit met gebruik van de interne geluidsbron
overeenkomstig de uitvoeringsinformatie opgenomen als
MIDI-gegevens.
U kunt de geluidsgegevens van een USB flash-drive
weergeven.
• De audiorecorder geeft de golfvorm weer van het geluid
opgenomen als geluidsgegevens.
MIDI-recorder Audiorecorder
Wat u kunt doen...
Opnemen op één spoor tijdens weergave van het andere
spoor
Systeemspoor
Toetsenbordspel
3
Tijdens de
weergave...
Spoor 1
Toetsenbordspel
·
·
·
Wat u kunt doen...
Opnemen van de uitvoering tijdens weergave van een
melodie opgenomen met de MIDI-recorder
Weergave van
MIDI-recorder
melodie
+
Toetsenbordspel 3 Opnemen
Opnemen van het ingangssignaal van een extern apparaat
aangesloten op de LINE IN aansluiting samen met de
uitvoering en weergave van de Digitale Piano.
• Het ingangssignaal van de AUDIO IN wordt niet
opgenomen.
Wat u kunt doen...
Speel op het toetsenbord samen met de weergave van de
sporen
Systeemspoor 3 Tijdens de weergave...
Spoor 1 3 Tijdens de weergave...
Toetsenbordspel
Wat u kunt doen...
U kunt op het toetsenbord spelen terwijl de
geluidsgegevens worden weergegeven.
Weergave van een
melodie op een USB flash-
drive
+
Toetsenbordspel
PX560-D-1B.indd 57 2016/12/15 11:39:48
NL-56
Opname en weergave
Voer de onderstaande stappen uit om uw
toetsenbordspel in het geheugen van de Digitale Piano
op te nemen.
1.
Configureer de toon, het ritme en andere
instellingen die u wilt gebruiken.
• De instellingen die u hier configureert zullen worden
inbegrepen als onderdeel van de opgenomen MIDI-
gegevens.
• Zie “Systeemspoor” (pagina NL-57) voor details
betreffende wat er inbegrepen is in de opgenomen
MIDI-gegevens.
2.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
3.
Tip “0” aan.
Hierdoor worden de recorder en de opnamemodus
ingeschakeld.
• Bij enkele malen indrukken van “0” worden de
modi doorlopen zoals hieronder is aangegeven.
Weergavemodus
Opnamemodus
4.
Tip “New Data” aan.
Er kunnen nu nieuwe gegevens op het systeemspoor
worden opgenomen.
5.
Speel iets op het toetsenbord.
Het opnemen begint zodra u iets begint te spelen.
• U kunt ook beginnen met opnemen door “X” aan te
tippen.
• U kunt de piano ook zo configureren dat de
automatische begeleiding is inbegrepen bij de
opgenomen gegevens.
• De 4 MIDI a toets licht op terwijl er een opname
wordt gemaakt.
6.
Tip “Y” aan wanneer u klaar bent met
opnemen.
De lampjes van de 3 REC MODE toets en de 4
MIDI a toets gaan uit en de weergavemodus wordt
ingeschakeld.
• U kunt de opnamemodus ook inschakelen door op
de 3 REC MODE toets te drukken en dan “MIDI
RECORDER” aan te tippen. Deze methode kan
alleen worden gebruikt voor het inschakelen van de
opnamemodus bij het maken van een nieuwe
opname.
• De capaciteit van het opnamegeheugen is ongeveer
50.000 noten per melodie. Wanneer de resterende
capaciteit 100 noten of minder is, gaat het lampje van
de 4 MIDI a toets versneld knipperen. Het
opnemen stopt automatisch wanneer de toegestane
limiet wordt bereikt.
• De Digitale Piano heeft een geheugen voor 100
melodieën.
• Als de stroomvoorziening naar de digitale piano
wordt onderbroken terwijl er een opname wordt
gemaakt, zal alles dat tot op dat punt opgenomen is,
verloren gaan. Let er dus op dat de stroom niet per
ongeluk wordt uitgeschakeld tijdens
opnamebewerkingen.
Opnemen in het geheugen van
de Digitale Piano
(MIDI-recorder)
Brandt niet
Brandt Knippert
Brandt niet: Weergavemodus
PX560-D-1B.indd 58 2016/12/15 11:39:48
Opname en weergave
NL-57
U kunt specifieke instrumenten, het linker- en
rechterhand gedeelte of andere gedeelten van een
melodie afzonderlijk opnemen en ze dan combineren
tot een uiteindelijke melodie.
■ Wat is een spoor?
Een “spoor” is een afzonderlijk opgenomen onderdeel
van een melodie. De MIDI-recorder van deze Digitale
Piano heeft in totaal 17 sporen, waarvan er een het
systeemspoor is zoals hieronder beschreven.
z
Systeemspoor
Naast de noten die u op het toetsenbord speelt en
andere bewerkings- en bedieningsgegevens, bevat
het systeemspoor ook een grote hoeveelheid
instellingsinformatie voor de melodie, waaronder
lagenfunctie aan/uit, splitsing aan/uit, tempo,
automatische begeleidingsinstellingen, nagalmtype
enz. Wanneer u een melodie met een enkel spoor
opneemt in het recordergeheugen, zoals getoond
onder “Opnemen in het geheugen van de Digitale
Piano (MIDI-recorder)” (pagina NL-56), wordt alles
opgenomen op het systeemspoor.
z Sporen 01 t/m 16
Deze sporen kunnen worden gebruikt om noten op
te nemen, de bediening van de toonhoogteregelaar
en de pedalen, en de instelling van de
toetsenbordtoon. Deze sporen kunnen worden
gecombineerd met het systeemspoor en met elkaar
om de uiteindelijke melodie te creëren.
■ Ondersteunde spoorgegevens
Hieronder volgt een beschrijving van de gegevens die
opgenomen kunnen worden naar elk type spoor.
Systeemspoor, Sporen 01 t/m 16
Uitvoering op het toetsenbord*
1
, tooninstelling van het
toetsenbord*
1
, bediening van de pedalen en
toonhoogteregelaar, mixerinstellingen (behalve voor
onderdeel aan/uit), onderdeelmanipulatie door een
bedieningsregelaar
Alleen systeemspoor
Ritme, balansinstelling, effectinstelling (nagalm,
zweving, vertraging), tempo, uitvoering/instelling van
de automatische begeleiding, één-toets voorkeuze,
uitvoering van de muziekvoorkeuze*
2
, registratie*
2, 3
,
systeemmanipulatie door een bedieningsregelaar*
4
1.
Neem het eerste gedeelte op naar het
systeemspoor.
• Gebruik de procedure onder “Opnemen in het
geheugen van de Digitale Piano (MIDI-recorder)”
(pagina NL-56) om naar het systeemspoor op te
nemen.
2.
Selecteer vervolgens de toon van het
gedeelte dat u wilt spelen en opnemen.
3.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
4.
Tip “0” aan om de opnamemodus in te
schakelen.
5.
Tip de spoornaam aan.
6.
Tip het spoor (Solo Track 1 t/m Solo Track
16) aan waarop u wilt opnemen.
Opnemen op een specifiek spoor
(Gedeelte)
*1 Alleen Bovenste 1 voor de sporen 1 t/m 16
*2 Alleen oproepen
*3 Het volumeniveau van de automatische begeleiding
en de transponeerinstelling van de opgeroepen
gegevens worden niet opgenomen in de opname.
*4 De instellingen van functies zoals Master Comp en
Master EQ worden echter niet opgenomen.
PX560-D-1B.indd 59 2016/12/15 11:39:48
NL-58
Opname en weergave
7.
Speel iets op het toetsenbord.
Het opnemen begint samen met de weergave van wat u
op het systeemspoor heeft opgenomen, zodat u samen
met het systeemspoor kunt spelen.
8.
Tip “Y” aan wanneer u klaar bent met spelen.
Hierdoor wordt de weergavemodus ingeschakeld. Tip
“X” aan om weer te geven wat u tot nu toe heeft
opgenomen. Tip “Y” aan om te stoppen met
weergeven.
• U kunt de volgende procedure gebruiken om
specifieke sporen in te schakelen (weergave
geactiveerd) of uit te schakelen (weergave
gedeactiveerd). Hierdoor is het mogelijk om alleen
naar het gewenste spoor (de gewenste sporen) te
luisteren bij het opnemen van een nieuw spoor.
U kunt specifieke opgenomen sporen dempen zodat
deze niet worden weergegeven wanneer u een nieuw
spoor opneemt.
9.
Herhaal de bovenstaande stappen 2 t/m 8
naar vereist om alle gedeelten op te nemen
die nodig zijn voor uw melodie.
• U kunt het huidige geselecteerde spoor opnieuw
opnemen zonder dat er instellingen worden
veranderd. Tip eenvoudigweg “Rec Type” aan op
het scherm dat in de opnamemodus wordt getoond
en selecteer dan “Re-Recording”.
U kunt d.m.v. toets-voor-toets opname een specifiek
gedeelte opnieuw opnemen van een recordermelodie
die u wilt verbeteren of corrigeren.
1.
Schakel de opnamemodus van de MIDI-
recorder in en selecteer dan het spoor waar u
toets-voor-toets opname wilt uitvoeren.
• Zie stap 4 en 5 onder “Opnemen op een specifiek
spoor (Gedeelte)” (pagina NL-57) voor informatie
betreffende het selecteren van een spoor.
2.
Tip “Rec Type” aan.
3.
Tip “Punch In Sync” aan.
• Als u op het spoor alle gegevens wilt wissen die
volgen op het gedeelte dat u heeft opgenomen met
toets-voor-toets opname, tipt u “Punch Out Erase”
aan.
4.
Tip “X” aan.
De weergave van het geselecteerde spoor begint.
5.
Wanneer de weergave het punt bereikt dat u
opnieuw wilt opnemen, speelt u de gewenste
noot (noten) op het toetsenbord.
De toets-voor-toets opname begint, dus u kunt
doorgaan met spelen.
• Wanneer een pedaal of de toonhoogteregelaar wordt
bediend, wordt er ook begonnen met toets-voor-toets
opname.
• Behalve spelen op het toetsenbord kunt u ook een
van de onderstaande bedieningen uitvoeren om te
beginnen met toets-voor-toets opname.
Tip “Punch In”*
1
aan, verander de toon, verander het
ritme*
2
, verander het tempo*
2
.
*1 Wordt gebruikt wanneer u wilt beginnen met
toets-voor-toets opname zonder het spel of de
instellingen te wijzigen.
*2 Alleen systeemspoor
• Tijdens toets-voor-toets opname kunt u “s”
aantippen om terug te springen of “d” om vooruit
te springen. Op deze wijze kunt u sneller naar de
plaats gaan waar u wilt opnemen. U kunt de
weergave ook pauzeren door “k” aan te tippen.
6.
Tip “Y” aan wanneer u klaar bent met toets-
voor-toets opname.
Alles op het spoor dat volgt na het punt waar u “Y”
heeft aangetipt blijft behouden zoals het is.
• Als u toets-voor-toets opname tussentijds wilt
annuleren en de oorspronkelijke spoorgegevens wilt
behouden, tipt u “Cancel Punch” aan.
(1) Tip “Monitor” aan.
Het weergave-eigenschappenscherm van de
MIDI-recorder verschijnt.
(2) U kunt “Mute” of “Solo” voor elk van de sporen
selecteren.
Mute: Spoor wordt niet weergegeven.
Solo: Alleen het geselecteerde spoor wordt
weergegeven.
Opnieuw opnemen van een gedeelte van
een recordermelodie (Toets-voor-toets
opname)
Fout
Weergave
Neem dit gedeelte
nogmaals op met toets-
voor-toets opname.
PX560-D-1B.indd 60 2016/12/15 11:39:48
Opname en weergave
NL-59
U kunt de volgende procedure gebruiken om een
bepaald bereik voor toets-voor-toets opname te
specificeren.
1.
Schakel de opnamemodus van de MIDI-
recorder in en selecteer de melodie die het
gedeelte bevat dat u opnieuw wilt opnemen.
2.
Gebruik “s” en “d” om de eerste maat
aan te geven van het gedeelte dat u wilt
opnemen en tip dan “Set A” aan.
3.
Gebruik “s” en “d” om de laatste maat
aan te geven en tip dan “Set B” aan.
4.
Tip “
Y
W” aan om terug te keren naar het begin
van de melodie of gebruik “
s” en “d” om
de positie af te stellen waar de weergave
moet beginnen.
5.
Tip “0” aan.
Hierdoor wordt de opname op standby gezet.
6.
Tip “Rec Type” aan.
7.
Tip “Punch In A-B” aan.
8.
Tip “X” aan.
• Toets-voor-toets opname begint automatisch vanaf
de startmaat en stopt bij de eindmaat.
■ Opnieuw opnemen van een gedeelte dat
kleiner is dan één maat
Gebruik de onderstaande procedure om een toets-
voor-toets opnamegebied te specificeren dat een
gedeelte van een maat omvat.
Voorbeeld: Opnieuw opnemen vanaf maatslag 3 van maat 2
tot en met maatslag 1 van maat 4
1.
Gebruik de MIDI-recorder om de weergave te
beginnen van de melodie die het gedeelte
bevat dat u opnieuw wilt opnemen.
2.
Wanneer de weergave het punt bereikt vanaf
waar u wilt beginnen met toets-voor-toets
opname, tipt u “Set A” aan.
• Na aantippen van “Measure”, “Beat” of “Tick” voor
Punt A kunt u de bt w, q toetsen gebruiken om
fijnafstellingen voor het startpunt te maken.
3.
Wanneer de weergave het punt bereikt waar
u wilt stoppen met toets-voor-toets opname,
tipt u “Set B” aan.
• Na aantippen van “Measure”, “Beat” of “Tick” voor
Punt B kunt u de bt w, q toetsen gebruiken om
fijnafstellingen voor het eindpunt te maken.
4.
Tip “Y” aan om te stoppen met weergeven.
Opnieuw opnemen van een specifiek
bereik (Automatische toets-voor-toets
opname)
Startmaat Eindmaat
Toets-voor-toets opnamebereik
Opnieuw opnemen van dit
gedeelte
PX560-D-1B.indd 61 2016/12/15 11:39:49
NL-60
Opname en weergave
5.
Tip “
Y
W” aan om terug te keren naar het begin
van de melodie of gebruik “
s” en “d” om
de positie af te stellen waar de weergave
moet beginnen.
6.
Tip “0” aan om de opnamemodus in te
schakelen en selecteer dan het spoor waar u
toets-voor-toets opname wilt uitvoeren.
• Zie stap 4 en 5 onder “Opnemen op een specifiek
spoor (Gedeelte)” (pagina NL-57) voor informatie
betreffende het selecteren van een spoor.
7.
Tip “Rec Type” aan.
8.
Tip “Punch In A-B” aan.
9.
Tip “X” aan.
• Toets-voor-toets opname wordt automatisch gestart
wanneer de weergave het startpunt bereikt en stopt
wanneer het eindpunt bereikt wordt dat u in stap 3
heeft ingesteld.
* Wanneer u begint met weergeven, worden diverse
mixerinstellingen als headerinformatie in de MIDI-
gegevensheader opgenomen.
Herschreven informatie
1.
Tip “MIDI RECORDER” aan op het MENU
scherm.
Het MIDI RECORDER scherm verschijnt.
2.
Tip de naam aan van het MIDI-
gegevensbestand dat de headerinformatie
bevat die u wilt herschrijven.
3.
Tip “MIXER” aan op het MENU scherm.
Het MIXER scherm verschijnt.
4.
Selecteer een deel en verander dan de
gewenste parameterinstellingen.
• Herhaal deze stap naar vereist om andere parameters
te herschrijven.
5.
Houd de dk STORE toets ingedrukt terwijl u
op de 4 MIDI a toets drukt nadat alle
parameters zijn zoals u wilt.
De melding “Complete!” verschijnt wanneer het
herschrijven van de MIDI-gegevensheaderinformatie is
voltooid.
U kunt de onderstaande procedure gebruiken voor
automatische weergave van MIDI-gegevens (MIDI-
opnamegegevens of SMF-bestanden) opgeslagen in het
geheugen van de Digitale Piano of op een USB flash-
drive, en dan samen hiermee oefenen op het
toetsenbord.
• Zie “Laden van gegevens van een USB flash-drive
naar het geheugen van de Digitale Piano” (pagina
NL-85) voor informatie betreffende het plaatsen van
een USB flash-drive in de Digitale Piano en het
importeren van MIDI-gegevens in het geheugen van
de Digitale Piano.
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
Het MIDI RECORDER scherm verschijnt.
2.
Tip de bestandsnaam aan.
3.
Tip het “User” tabblad aan om MIDI-
gegevens weer te geven die in het geheugen
van de Digitale Piano zijn opgeslagen of tip
het “Media” tabblad aan om MIDI-gegevens
weer te geven van een USB flash-drive.
4.
Tip de MIDI-gegevens aan die u wilt
weergeven.
5.
Tip “X” aan.
De weergave begint.
• U kunt ook beginnen met weergeven door op de
4 MIDI a toets te drukken.
• De onderstaande bedieningsfuncties worden
ondersteund wanneer MIDI-gegevens worden
weergegeven, tijdens weergavestandby of wanneer
de weergave gepauzeerd is.
Herschrijven van MIDI-
gegevensheaderinformatie*
Delen : Systeemspoor (Poort B delen 1 t/m 5), sporen
01 t/m 16 (Poort C delen 1 t/m 16)
Parameters : Tone, Volume, Pan, Coarse Tune, Fine
Tune, Bend Range, Reverb Send, Chorus
Send, Delay Send
Weergeven van MIDI-gegevens
Dit pictogram: Doet dit:
Voert herhaalde weergave uit.
Y
W Terugkeren naar het begin van een
melodie.
s Snel terugwaarts gaan. Eenmaal
aantippen om één maat terug te gaan,
vasthouden om continu snel terugwaarts
te gaan.
B
PX560-D-1B.indd 62 2016/12/15 11:39:49
Opname en weergave
NL-61
6.
Tip “Y” aan om te stoppen met weergeven.
• U kunt ook stoppen met weergeven door op de
4 MIDI a toets te drukken.
U kunt het volumeniveau van enkel de automatische
weergave van de MIDI-gegevens veranderen, zonder
dat dit van invloed is op het volume van het
toetsenbord. Zie “BALANCE scherm” onder
“Configureren van de instellingen van de Digitale
Piano” (pagina’s NL-68 t/m NL-81) voor details.
U kunt de piano configureren om een gedeelte van een
melodie te herhalen dat u wilt oefenen. U kunt
bijvoorbeeld herhalingsweergave instellen vanaf maat
5 t/m maat 8.
1.
Tip “X” aan.
Hierdoor wordt automatische weergave gestart.
2.
Wanneer het begin van het gedeelte dat u wilt
herhalen wordt bereikt, tipt u “Set A” aan.
Dit maakt de maat waar u “Set A” hebt aangetipt de
“startmaat”.
• U kunt ook fijnafstellingen uitvoeren aan het
startpunt. Na aantippen van “Measure”, “Beat” of
“Tick” voor Punt A kunt u de bt w, q toetsen
gebruiken voor de fijnafstelling.
3.
Wanneer het einde van het gedeelte dat u wilt
herhalen wordt bereikt, tipt u “Set B” aan.
Dit maakt de maat waar u “Set B” hebt aangetipt de
“eindmaat”.
• U kunt ook fijnafstellingen uitvoeren aan het
eindpunt. Na aantippen van “Measure”, “Beat” of
“Tick” voor Punt B kunt u de bt w, q toetsen
gebruiken voor de fijnafstelling.
4.
Tip “A-B Repeat” aan om de herhaalde
weergave in te schakelen.
De herhaalde weergave van het ingestelde gedeelte
begint.
5.
Om de herhaalde weergave uit te schakelen,
tipt u “A-B Repeat” nogmaals aan, waarna er
wordt teruggekeerd naar normale weergave.
• Tip “Reset A-B” aan om de instellingen voor de
startmaat en de eindmaat te wissen.
d Snel voorwaarts gaan. Eenmaal
aantippen om één maat vooruit te gaan,
vasthouden om continu snel voorwaarts
te gaan.
k Pauzeert of hervat de MIDI-gegevens die
nu worden weergegeven.
Het pictogram knippert wanneer de
weergave gepauzeerd is.
a Start de weergave van de MIDI-gegevens
of stopt de weergave.
0 Beurtelings omschakelen tussen de
opnamemodus en de weergavemodus.
Afstellen van de balans tussen het
weergavevolume en het
toetsenbordvolume (MIDI-volume)
Herhaalde weergave van een bepaald
gedeelte (Herhalen)
Dit pictogram: Doet dit:
Begin Einde
Herhaalde maten
B
PX560-D-1B.indd 63 2016/12/15 11:39:49
NL-62
Opname en weergave
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip de gegevensnaam aan.
3.
Tip “User Data Edit” aan.
4.
Tip “Rename” aan.
5.
Tip de gegevens aan die u wilt hernoemen.
6.
Voer een nieuwe naam in.
7.
Tip “Enter” aan nadat u klaar bent met het
invoeren van de naam.
8.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de hernoembewerking te
annuleren.
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip de gegevensnaam aan.
3.
Tip “User Data Edit” aan.
4.
Tip “Copy” aan.
5.
Tip de gegevens aan die u wilt kopiëren.
6.
Tip “Execute” aan.
7.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de kopieerbewerking te annuleren.
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip de gegevensnaam aan.
3.
Tip “User Data Edit” aan.
4.
Tip “Delete” aan.
5.
Tip de gegevens aan die u wilt wissen.
6.
Tip “Execute” aan.
7.
Tip “Yes” aan.
De geselecteerde MIDI-gegevens worden gewist.
• Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip “Monitor” aan.
3.
Tip “Edit” aan.
4.
Tip “Rename” aan.
5.
Tip het spoor aan dat u wilt hernoemen.
6.
Voer een nieuwe naam in.
7.
Tip “Enter” aan nadat u klaar bent met het
invoeren van de naam.
8.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de hernoembewerking te
annuleren.
Hernoemen van opgenomen MIDI-
gegevens
Kopiëren van opgenomen MIDI-gegevens
Wissen van opgenomen gegevens
Hernoemen van een spoor
PX560-D-1B.indd 64 2016/12/15 11:39:49
Opname en weergave
NL-63
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip “Monitor” aan.
3.
Tip “Edit” aan.
4.
Tip “Copy” aan.
5.
Tip in de “Source” lijst het spoor aan dat u wilt
kopiëren.
6.
Tip in de “Destination” lijst het
bestemmingsspoor aan.
7.
Tip “Execute” aan.
8.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de kopieerbewerking te annuleren.
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip “Monitor” aan.
3.
Tip “Edit” aan.
4.
Tip “Clear” aan.
5.
Tip het spoor aan dat u wilt wissen.
6.
Tip “Execute” aan.
7.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip “Monitor” aan.
3.
Tip “Edit” aan.
4.
Tip “Insert Measure” aan.
5.
Tip het spoor aan waarin u een blanco maat
wilt invoegen.
6.
Tip het item aan waarvan u de instelling wilt
veranderen en gebruik dan de bt w, q
toetsen om de instelling te veranderen.
Measure: Specificeert het maatnummer vanaf waar de
invoeging begint.
Size: Specificeert het aantal maten dat moet worden
ingevoegd.
7.
Tip “Execute” aan nadat u klaar bent met het
configureren van de instellingen.
8.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de invoegbewerking te annuleren.
• Als Punt A en Punt B zijn opgegeven met behulp
van de procedure onder “Herhaalde weergave van
een bepaald gedeelte (Herhalen)” (pagina NL-61)
voordat deze bewerking wordt uitgevoerd, worden
de “Measure” en “Size” instellingen automatisch
geconfigureerd.
Kopiëren van het ene naar het andere
spoor
Wissen van een spoor
Invoegen van een blanco maat op een
specifieke plaats in een specifiek spoor
PX560-D-1B.indd 65 2016/12/15 11:39:49
NL-64
Opname en weergave
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip “Monitor” aan.
3.
Tip “Edit” aan.
4.
Tip “Delete Measure” aan.
5.
Tip het spoor aan dat de maat bevat die u wilt
wissen.
6.
Tip het item aan waarvan u de instelling wilt
veranderen en gebruik dan de bt w, q
toetsen om de instelling te veranderen.
Measure: Specificeert het maatnummer vanaf waar het
wissen begint.
Size: Specificeert het aantal maten dat moet worden
gewist.
7.
Tip “Execute” aan nadat u klaar bent met het
configureren van de instellingen.
8.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
• Als Punt A en Punt B zijn opgegeven met behulp
van de procedure onder “Herhaalde weergave van
een bepaald gedeelte (Herhalen)” (pagina NL-61)
voordat deze bewerking wordt uitgevoerd, worden
de “Measure” en “Size” instellingen automatisch
geconfigureerd.
* Quantiseren is een bewerking die automatisch de
timing van een noot afstelt bij uitvoering van elke
stap voor aanpassing aan een referentienoot.
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip “Monitor” aan.
3.
Tip “Edit” aan.
4.
Tip “Quantize” aan.
5.
Tip het spoor aan dat u wilt quantiseren.
6.
Tip het nootpictogram aan.
7.
Tip de noot aan die u wilt gebruiken als de
referentienoot voor quantiseren.
8.
Tip het item aan waarvan u de instelling wilt
veranderen en gebruik dan de bt w, q
toetsen om de instelling te veranderen.
Measure: Specificeert het maatnummer vanaf waar het
quantiseren begint.
Size: Specificeert het aantal maten dat moet worden
gequantiseerd.
9.
Tip “Execute” aan.
10.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de quantiseerbewerking te
annuleren.
• Als Punt A en Punt B zijn opgegeven met behulp
van de procedure onder “Herhaalde weergave van
een bepaald gedeelte (Herhalen)” (pagina NL-61)
voordat deze bewerking wordt uitgevoerd, worden
de “Measure” en “Size” instellingen automatisch
geconfigureerd.
Wissen van een specifieke maat van een
specifiek spoor
Quantiseren van een specifeke stap*
PX560-D-1B.indd 66 2016/12/15 11:39:50
Opname en weergave
NL-65
1.
Tip “MIDI RECORDER” op het MENU scherm
aan.
2.
Tip “Monitor” aan.
3.
Tip “Edit” aan.
4.
Tip “Key Shift” aan.
5.
Tip het spoor aan waarvan u de toonsleutel
wilt verschuiven.
6.
Tip het item aan waarvan u de instelling wilt
veranderen en gebruik dan de bt w, q
toetsen om de instelling te veranderen.
Shift: Specificeert de omvang van de
toonsleutelverschuiving. U kunt een waarde
specificeren in het bereik lopend van –24 t/m
+24.
Measure: Specificeert het maatnummer vanaf waar de
toonsleutelverschuiving begint.
Size: Specificeert het aantal maten waarop de
toonsleutelverschuiving betrekking heeft.
7.
Tip “Execute” aan nadat u klaar bent met het
configureren van de instellingen.
8.
Tip “Yes” aan.
• Tip “No” aan om de bewerking van de
toonsleutelverschuiving te annuleren.
• Als Punt A en Punt B zijn opgegeven met behulp
van de procedure onder “Herhaalde weergave van
een bepaald gedeelte (Herhalen)” (pagina NL-61)
voordat deze bewerking wordt uitgevoerd, worden
de “Measure” en “Size” instellingen automatisch
geconfigureerd.
Iets dat gespeeld wordt op de Digitale Piano wordt als
geluidsgegevens opgenomen op de USB flash-drive
(WAV-bestanden*). Als u meespeelt op de Digitale
Piano terwijl u gegevens weergeeft die opgeslagen zijn
in het geheugen van de Digitale Piano, worden zowel
de geheugenweergave als het toetsenbordspel op de
USB flash-drive opgenomen.
* Lineaire PCM, 16-bit, 44,1 kHz, stereo
• Elke nieuwe opname van geluidsgegevens op een
USB flash-drive wordt automatisch een nieuwe
bestandsnaam toegekend zodat bestaande gegevens
niet worden overschreven.
• Verwijder nooit de USB flash-drive terwijl de
audiorecorder bezig is met opnemen of weergeven.
Hierdoor kunnen de gegevens op de USB flash-drive
en de USB flash-drive poort beschadigd worden.
VOORBEREIDINGEN
• Formatteer de USB flash-drive op de Digitale Piano
voordat u deze gebruikt. Zie “USB flash-drive” op
pagina NL-82 voor meer informatie.
1.
Steek de USB flash-drive in de USB flash-
drive poort van de Digitale Piano.
• Bij het uitvoeren van een USB flash-drive bewerking
of wanneer de Digitale Piano ingeschakeld wordt
terwijl een USB flash-drive aangesloten is, dient de
Digitale Piano aanvankelijk een “koppeling” reeks uit
te voeren om de apparatuur voor te bereiden op het
uitwisselen van gegevens met de USB flash-drive. De
bewerkingen van de Digitale Piano kunnen
kortstondig worden gedeactiveerd terwijl deze
koppelingsreeks wordt uitgevoerd. Tijdens de
koppelingsprocedure wordt de melding “Media
Mounting” op de display getoond. Het kan 10 of 20
seconden of zelfs langer duren voordat het koppelen
aan de USB flash-drive uitgevoerd is. Probeer geen
bewerkingen op de Digitale Piano uit te voeren
terwijl het koppelingsproces plaatsvindt. Telkens
wanneer een USB flash-drive wordt aangesloten op
de Digitale Piano dient er gekoppeld te worden met
de USB flash-drive.
2.
Tip “AUDIO RECORDER” op het MENU
scherm aan.
Toonsleutelverschuiving van een
specifieke maat van een specifiek spoor
Opnemen naar een USB flash-
drive (Audiorecorder)
Opnemen van het toetsenbordspel op een
USB flash-drive
PX560-D-1B.indd 67 2016/12/15 11:39:50
NL-66
Opname en weergave
3.
Tip “0” aan.
Hierdoor worden de recorder en de opnamemodus
ingeschakeld.
• Bij enkele malen indrukken van “0” worden de
modi doorlopen zoals hieronder is aangegeven.
Weergavemodus
Opnamemodus
4.
Speel iets op het toetsenbord.
Hierdoor wordt het opnemen naar de USB flash-drive
gestart.
• U kunt ook beginnen met opnemen door “X” aan te
tippen.
• De 5 AUDIO a toets licht op terwijl er een
opname wordt gemaakt.
• Verwijder de USB flash-drive niet uit de USB flash-
drive poort terwijl het lampje van de 5 AUDIO
a toets brandt of knippert. Als u dit wel doet, zal
de opname worden onderbroken en kunnen
gegevens vernietigd worden.
5.
Tip “Y” aan om te stoppen met opnemen.
• U kunt de opnamemodus ook inschakelen door op
de 3 REC MODE toets te drukken en dan “AUDIO
RECORDER” aan te tippen.
1.
Tip “AUDIO RECORDER” op het MENU
scherm aan.
2.
Tip “0” aan om de opnamemodus in te
schakelen.
3.
Tip “X” aan.
4.
Druk op de 4 MIDI a toets.
• De weergave van de geheugeninhoud van de Digitale
Piano begint. Speel mee op het toetsenbord.
5.
Tip “Y” aan om te stoppen met opnemen.
Brandt niet
Brandt Knippert
Opnemen van het toetsenbordspel met
weergave uit het geheugen van de Digitale
Piano
Brandt Knippert
PX560-D-1B.indd 68 2016/12/15 11:39:50
Opname en weergave
NL-67
1.
Tip “AUDIO RECORDER” op het MENU
scherm aan.
• De bovenstaande stap is niet nodig als u opgenomen
gegevens weergeeft meteen nadat ze opgenomen zijn
(terwijl het AUDIO RECORDER scherm wordt
getoond).
2.
Tip de bestandsnaam aan.
Hierdoor wordt het geluidsbestand-selectiescherm
getoond.
3.
Tip de melodie aan die u wilt weergeven.
4.
Tip “X” aan.
Hierdoor wordt de weergave van de geselecteerde
melodie gestart.
• U kunt ook beginnen met weergeven door op de 5
AUDIO a toets te drukken.
• De 5 AUDIO a toets knippert terwijl de
weergave aan de gang is.
• De onderstaande bedieningsfuncties worden
ondersteund wanneer geluidsgegevens worden
weergegeven, tijdens weergavestandby of wanneer
de weergave gepauzeerd is.
Merk op dat snel terugwaarts (s) en snel
voorwaarts (d) alleen worden ondersteund tijdens
weergave van geluidsgegevens of wanneer de
weergave is gepauzeerd.
5.
Tip “Y” aan om de melodie te stoppen.
• U kunt ook stoppen met weergeven door op de 5
AUDIO a toets te drukken.
Bestanden kunnen een voor een worden gewist.
• De onderstaande procedure wist alle gegevens van
de geselecteerde melodie. Merk op dat de
wisbewerking niet ongedaan gemaakt kan worden.
Controleer of u de gegevens in het geheugen van de
Digitale Piano echt niet meer nodig heeft voordat u
de volgende stappen uitvoert.
1.
Tip “AUDIO RECORDER” op het MENU
scherm aan.
2.
Tip de bestandsnaam aan.
3.
Tip “Delete” aan.
4.
Tip de gegevens aan die u wilt wissen.
5.
Tip “Execute” aan.
6.
Tip “Yes” aan.
De geselecteerde geluidsgegevens worden gewist.
• Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
Meespelen met geluidsgegevens die
opgenomen zijn op een USB flash-drive
Dit pictogram: Doet dit:
Prev Weergeven van de vorige
geluidsgegevens.
Next Weergeven van de volgende
geluidsgegevens.
Y
W Terugkeren naar het begin van een
melodie.
s Snel terugwaarts gaan. Eenmaal
aantippen om één seconde terug te gaan,
vasthouden om continu snel terugwaarts
te gaan.
d Snel voorwaarts gaan. Eenmaal
aantippen om één seconde vooruit te
gaan, vasthouden om continu snel
voorwaarts te gaan.
k Pauzeert of hervat de geluidsgegevens
die nu worden weergegeven.
Het pictogram knippert wanneer de
weergave gepauzeerd is.
a Start de weergave vanaf het begin van de
geluidsgegevens of stopt de weergave.
0 Beurtelings omschakelen tussen de
opnamemodus en de weergavemodus.
Wissen van een geluidsbestand van een
USB flash-drive
Dit pictogram: Doet dit:
PX560-D-1B.indd 69 2016/12/15 11:39:50
NL-68
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
Op het MENU scherm kunt u de geselecteerde toon en
het ritme veranderen en tevens kunt u de instellingen
voor de klaviertoetsen, de aanslaggevoeligheid, de
pedaal- en MIDI-instellingen en diverse andere
instellingen veranderen. Dit betekent dat u de
bediening en het gebruik van de Digitale Piano
volledig kunt aanpassen aan uw eigen wensen.
1.
Tip op het MENU scherm het menu aan voor
de instellingen die u wilt configureren.
2.
Tip op het item waarvan u de instelling wilt
veranderen.
3.
Gebruik de bs regelaar of de bt w, q
toetsen om de instelling te veranderen.
bt
bs ckbn1
br
Configureren van de
instellingen van de Digitale
Piano
PX560-D-1B.indd 70 2016/12/15 11:39:50
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
NL-69
■ TONE scherm
Gebruik dit scherm om de toon en andere toetsenbordinstellingen te configureren.
• U kunt het TONE scherm ook laten verschijnen door op de ck TONE toets te drukken.
■ RHYTHM scherm
Gebruik dit scherm om de instellingen voor de automatische begeleiding te configureren. Zie “Gebruik van
automatische begeleiding” (pagina NL-38) voor verdere informatie.
Item Beschrijving Instelling
Upper 1, Upper 2,
Lower 1, Lower 2
Schakelt elk gedeelte in of uit en specificeert de toon ervan. Off (uit), On (aan)
Edit Zie pagina NL-23. –
Octave Verandert het bereik van elk gedeelte in eenheden van een octaaf. –2 tot 0 tot 2
Auto Harmonize Zie pagina NL-42. Off (uit), On (aan)
Duet Zie pagina NL-17. Off (uit), On (aan)
Split Zie pagina NL-16. Off (uit), On (aan)
Arpeggiator Schakelt de arpeggiator aan of uit. Off (uit), On (aan)
PX560-D-1B.indd 71 2016/12/15 11:39:51
NL-70
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
■ BALANCE scherm
Gebruik dit scherm om de volume-instellingen voor het toetsenbord, de automatische begeleiding enz. aan te
passen.
Item Beschrijving Instelling
Upper 1 Volume Zie pagina NL-19. 0 t/m 127
Upper 2 Volume Zie pagina NL-19. 0 t/m 127
Lower 1 Volume Zie pagina NL-19. 0 t/m 127
Lower 2 Volume Zie pagina NL-19. 0 t/m 127
Keyboard Volume Stelt de volumeniveaus in van alle gedeelten die geregeld worden door het
toetsenbord.
0 t/m 127
Accomp Volume Stelt het volumeniveau van de automatische begeleiding in zonder het
volumeniveau van de toetsenbordtoon te veranderen.
0 t/m 127
MIDI Volume Stelt het volumeniveau van de MIDI-gegevens in zonder het volumeniveau
van de toetsenbordtoon te veranderen.
0 t/m 127
Audio Volume Stel het volumeniveau in van de geluidsgegevens die op een USB flash-drive
zijn opgeslagen.
0 t/m 127
Line In Volume Stel het volume in van het ingangssignaal van de LINE IN aansluiting. 0 t/m 127
Metronome Volume Zie pagina NL-19. 0 t/m 127
PX560-D-1B.indd 72 2016/12/15 11:39:51
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
NL-71
■ EFFECT scherm
Gebruik dit scherm om diverse akoestische effecten op de noten toe te passen.
Uw Digitale Piano heeft drie typen effecten; elk van deze bevat de effecten die hieronder worden beschreven.
A) Digitale signaalverwerker (DSP)
Een verzameling van veelzijdige normale DSP-effecten die helpen om het geluid van de tonen te verbeteren.
Vervorming kan bijvoorbeeld toegepast worden op een elektrische gitaar waardoor deze krachtiger klinkt. Er zijn 20
verschillende normale DSP-typen en de meest geschikte voor de geselecteerde toon wordt automatisch toegepast.
B) Systeemeffecten (SYSTEM)
Deze effecten worden gemeenschappelijk gebruikt door alle onderdelen van de Digitale Piano. De diepte van een
effect kan worden ingesteld door het zendniveau te specificeren vanaf het onderdeel naar elk systeemeffect.
• Zweving (Chorus): Combineert meerdere lagen van dezelfde noot om een geluid te creëren met meer diepte.
• Vertraging (Delay): Vertraagt het ingangssignaal en leidt het terug om een herhalingseffect te creëren en de noten
meer breedte te geven.
• Nagalm (Reverb): Voegt nagalm toe om het geluid te laten klinken alsof u in een kamer speelt of in een zaal.
• Akoestieksimulator (Acoustic Simulator): Bootst de resonanctie van akoestische pianosnaren na. Snaarresonantie
(String Reso): Genereert de resonantie voor de snaren van de toetsen die worden ingedrukt. Dempresonantie
(Damper Reso): Genereert de snaarresonantie wanneer het demppedaal wordt ingetrapt. Merk op dat het gebruik
van snaarresonantie en dempresonantie alleen voor bepaalde tonen wordt ondersteund.
C) Hoofdeffecten (MASTER)
Deze effecten worden op het hoofduitgangssignaal van de Digitale Piano toegepast.
• Equalizer (Master Equalizer (EQ)): Regelt de karakteristieken van de hoofdfrequenties. De hoofdequalizer kan
worden gebruikt om de frequentie en de versterking van vier frequentiebanden in te stellen: low (laag), mid1
(middenbereik1), mid2 (middenbereik2) en high (hoog).
• Compressor (Master Compressor): Comprimeert het hoofduitgangssignaal van het instrument. Dit effect kan
worden gebruikt om niveauspreiding te onderdrukken en het niveau van het ingangssignaal te beperken zodat
dit niet de instelwaarde overschrijdt.
Item Beschrijving Instelling
Reverb Edit
Reverb Type Selecteert het nagalmtype. Room1, Room2, Room3, Hall1,
Hall2, Hall3, Plate1, Plate2,
Plate3, Delay, Pan Delay,
Large Room1, Large Room2,
Stadium1, Stadium2,
Long Delay1, Long Delay2
Time Stelt de nagalmtijd in. 0 t/m 127
Early Reflection Regelt het niveau van de eerste weerkaatsing. 0 t/m 127
High Damp Regelt de demping van het hoge bereik. Een kleinere waarde
levert een grotere demping.
0 t/m 127
Tone Regelt de toon. 0 t/m 127
Return Regelt het terugkeerniveau. 0 t/m 127
PX560-D-1B.indd 73 2016/12/15 11:39:51
NL-72
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
Chorus Edit
Chorus Type Selecteert het zwevingstype. Chorus1, Chorus2, Chorus3,
Chorus4, FB Chorus, Flanger1,
Flanger2, Flanger3, Flanger4,
Short Delay1, Short Delay2,
Short Delay3, Short Delay4,
Soft Chorus, Bright Chorus,
Deep Chorus
LFO Rate Regelt de LFO snelheid. 0 t/m 127
LFO Depth Regelt de LFO diepte. 0 t/m 127
Feedback Regelt de hoeveelheid feedback. 0 t/m 127
Tone Regelt de toon. 0 t/m 127
Delay Time Stelt de vertragingstijd in. 0 t/m 127
Delay Send Regelt het zendniveau naar de systeemvertraging. 0 t/m 127
Reverb Send Regelt het zendniveau naar de systeemnagalm. 0 t/m 127
Return Regelt het terugkeerniveau. 0 t/m 127
Delay Edit
Delay Type Selecteert het vertragingstype. Short 1, Short 2, Echo,
Short Tempo, Mid Tempo,
Long Tempo
Time Regelt de totale vertragingstijd. 0 t/m 127
Feedback Regelt de hoeveelheid feedback van het middenkanaal. 0 t/m 127
High Damp Regelt de demping van het hoge bereik. Een kleinere waarde
levert een grotere demping.
0 t/m 127
Ratio L Regelt de verhouding van het linker kanaal ten opzichte van
de totale vertragingstijd.
0 t/m 127
Ratio C Regelt de verhouding van het middenkanaal ten opzichte van
de totale vertragingstijd.
0 t/m 127
Ratio R Regelt de verhouding van het rechter kanaal ten opzichte van
de totale vertragingstijd.
0 t/m 127
Level L Regelt het niveau van het linker kanaal. 0 t/m 127
Level C Regelt het niveau van het middenkanaal. 0 t/m 127
Level R Regelt het niveau van het rechter kanaal. 0 t/m 127
Tempo Sync Specificeert hoe de feitelijke totale vertragingstijd wordt
gesynchroniseerd met het tempo.
Off: Gebruikt de Delay Time waarde.
1/4 t/m 2: Gebruikt de waarde die overeenkomt met het
aantal maatslagen.
Off, 1/4, 1/3, 3/8, 1/2, 2/3, 3/4,
1, 4/3, 3/2, 2
Reverb Send Regelt het zendniveau naar de systeemnagalm. 0 t/m 127
Return Regelt het terugkeerniveau. 0 t/m 127
Master Comp Edit
Threshold Regelt het drempelniveau (waar de toepassing van een effect
begint). Stel een lage waarde in voor een compressoreffect en
een hoge waarde voor een beperkingseffect.
0 t/m 127
Ratio Regelt de compressieverhouding. Stel een lage waarde in voor
een compressoreffect en de maximumwaarde voor een
beperkingseffect.
0 t/m 127
Level Regelt het uitgangsniveau. 0 t/m 127
Item Beschrijving Instelling
PX560-D-1B.indd 74 2016/12/15 11:39:51
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
NL-73
■ MIDI RECORDER scherm
Gebruik dit scherm om een uitvoering in het geheugen van de Digitale Piano op te nemen en om opnamen weer te
geven. Zie “Opnemen in het geheugen van de Digitale Piano (MIDI-recorder)” (pagina NL-56) voor verdere
informatie.
■ AUDIO RECORDER scherm
Gebruik dit scherm om een uitvoering op een los verkrijgbare USB flash-drive op te nemen en de opgenomen
geluidsgegevens op de Digitale Piano weer te geven. Zie “Opnemen naar een USB flash-drive (Audiorecorder)”
(pagina NL-65) voor verdere informatie.
■ MUSIC PRESET scherm
Met de muziekvoorkeuzes kunt u door middel van een druk op één toets toon-, ritme-, akkoord- en andere
instellingen maken die geoptimaliseerd zijn voor specifieke muziekgenres en melodieën. Naast ingebouwde
voorkeuzes kunt u uw eigen originele muziekvoorkeuzes (gebruikersvoorkeuzes) creëren. Zie “Muziekvoorkeuzes”
(pagina NL-46) voor verdere informatie.
Attack Regelt de tijd totdat het compressie-effect begint. Bij een lagere
waarde wordt de werking van de compressor geactiveerd,
hetgeen de aanzet van het ingangssignaal onderdrukt. Bij een
hogere waarde wordt de werking van de compressor
uitgesteld, waardoor de aanzet van het ingangssignaal
afgegeven wordt zonder verandering.
0 t/m 127
Release Regelt de vrijgavetijd. Regelt de tijd totdat het compressie-
effect wordt opgeheven.
0 t/m 127
Position Selecteert de verbindingsstand met de compressor EQ. PreEQ, PostEQ
Master EQ Edit Zie pagina NL-81.
Acoustic Simulator
Hammer Response Regelt het tijdsverloop tussen wanneer een klaviertoets wordt
aangeslagen en wanneer de noot uiteindelijk klinkt.
0 t/m 7: Bij een hogere waarde is
het tijdsverloop langer.
Damper Resonance Regelt het zendniveau van de dempresonantie. 0 t/m 15: Bij een hogere waarde
neemt het zendniveau toe.
String Resonance Past de karakteristieke snaarresonantie van een akoestische
piano aan.
0 t/m 15: Bij een hogere waarde
neemt het resonantieniveau toe.
Damper Noise
Level
Specificeert de ruisvolume-uitvoer wanneer het demppedaal
wordt ingetrapt.
0 t/m 15: Bij een hogere waarde
neemt het ruisvolume toe.
SysFX Bypass Schakelt de systeemeffecten tijdelijk uit (effecten worden
overgeslagen).
Off, On
MasFX Bypass Schakelt de hoofdeffecten tijdelijk uit (effecten worden
overgeslagen).
Off, On
DSP Bypass Schakelt de DSP-effecten tijdelijk uit (effecten worden
overgeslagen).
Off, On
Item Beschrijving Instelling
PX560-D-1B.indd 75 2016/12/15 11:39:51
NL-74
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
■ SYSTEM SETTING scherm
Gebruik dit scherm om globale instellingen van de Digitale Piano te configureren.
Item Beschrijving Instelling
Speaker Specificeert of het geluid via de luidsprekers van de Digitale Piano
moet worden weergegeven (On) of moet worden gedempt (Off).
Off, On
Touch Response Stelt de toetsaanslag bij. Off: Uitgeschakeld
Light: Sterk geluid zelfs bij
weinig druk
Normal: Normale
toetsaanslag
Heavy: Normaal geluid
zelfs bij een sterke druk
Touch Off Velocity Specificeert de snelheidswaarde wanneer de Touch Response
instelling op Off staat.
0 t/m 127
Metronome Beat Specificeert het aantal maatslagen per maat van de metronoom. 0 t/m 9
Tuning Verhoogt of verlaagt de algehele toonhoogte van de Digitale Piano
vanaf van de standaard toonhoogte van A4 = 440 Hz in stappen van
0,1 Hz.
415,5 Hz tot 440,0 Hz tot
465,9 Hz
Temperament Verandert het temperament van het toetsenbord en de automatische
begeleiding vanaf het standaard gelijkzwevend temperament naar
een andere toonschaal die geschikter is voor het spelen van
klassieke muziek, Arabische muziek enz.
Equal, Pure Major,
Pure Minor, Pythagorean,
Kirnberger 3,
Werckmeister,
Mean-Tone, Rast, Bayati,
Hijaz, Saba, Dashti,
Chahargah, Segah,
Gurjari Todi,
Chandrakauns,
Charukeshi
Temperament Base Note Bij indrukken van een klaviertoets wordt de ingedrukte toets de
grondtoon van het temperament.
C t/m B (12 typen)
Acmp Temperament Schakel deze instelling uit om de automatische begeleiding met
standaard gelijkzwevend temperament weer te geven, ongeacht de
huidige toonschaalinstelling geselecteerd met de bovenstaande
Temperament Base Note parameter.
Off, On
Stretch Tuning Verscherpt de hoge noten en vlakt de lage noten af om een
uitgerekte stemschaal mogelijk te maken. Dit type stemming wordt
“uitgerekte stemming” genoemd.
Schakel deze instelling uit om met de normale (niet-uitgerekte)
stemschaal te spelen.
Off, On
Brightness Gebruik dit item om de helderheid van de display in te stellen. 1 t/m 13
N. Gate Thresh Snijdt het ingangsgeluid van de LINE IN aansluiting dat beneden
een vooraf ingesteld niveau is af, waardoor ruis wordt verminderd.
Bij een hogere waarde is het afsnijniveau voor het geluid hoger.
1, 2, 3
Int By Wave Selecteer “On” om de kromme en andere parameters te koppelen
wanneer een golf is geselecteerd of “Off” om geen koppeling uit te
voeren.
Off, On
PX560-D-1B.indd 76 2016/12/15 11:39:51
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
NL-75
Operation Lock Wanneer deze functie wordt aangezet, worden de toetsen van de
Digitale Piano vergrendeld (behalve de 1 P toets en de toetsen
die vereist zijn voor het ontgrendelen), zodat geen bediening kan
worden uitgevoerd. Schakel de bedieningsvergrendeling in
wanneer u wilt beveiligen tegen per ongeluk bedienen van de
toetsen en het controlepaneel.
Off, On
Auto Resume Wanneer “On” wordt geselecteerd voor deze functie, onthoudt de
Digitale Piano de instellingen wanneer deze wordt uitgeschakeld en
herstelt de instellingen dan weer wanneer deze opnieuw wordt
ingeschakeld.
Wanneer “Off” is geselecteerd, worden de instellingen teruggesteld
op de oorspronkelijke standaardinstellingen telkens wanneer de
Digitale Piano wordt ingeschakeld.
Off, On
Auto Power Off Specificeert of de automatische stroomonderbreker (pagina NL-8)
ingeschakeld is (On) of uitgeschakeld (Off).
Off, On
Exp.pedal Calibration Voert een kalibratie van het expressiepedaal uit.
1. Wanneer de melding “Move the expression pedal to the highest
position and Press "OK"” verschijnt, houdt u het pedaal ingetrapt
(uw tenen omlaag) terwijl u op “OK” drukt.
2. Wanneer de melding “Move the expression pedal to the lowest
position and Press "OK"” verschijnt, laat u het pedaal los (uw hiel
omlaag) terwijl u op “OK” drukt.
De melding “Complete” verschijnt op de display wanneer de
werking is voltooid.
• Tip br EXIT aan om de kalibratiefunctie te verlaten.
–
Factory Reset Gebruik dit scherm om de opgeslagen gegevens en instellingen van
de piano terug te zetten op de standaard-fabrieksinstellingen.
–
Information Toont de versie van de firmware die in de Digitale Piano is
geïnstalleerd. Gebruik dit item ook bij het updaten van de firmware
van de Digitale Piano.
–
Item Beschrijving Instelling
B
PX560-D-1B.indd 77 2016/12/15 11:39:52
NL-76
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
■ CONTROLLER scherm
Gebruik dit scherm om de instellingen voor de pedalen en de toonhoogteregelaar te configureren.
Item Beschrijving Instelling
Knob1-3 Edit Dit is een groep van bewerkbare parameters voor de bn knoppen (K1 t/m K3).
Target Selecteert de parameters die geregeld worden door een bedieningsregelaar.
Bijvoorbeeld, de “CC67:Soft” instelling specificeert een zacht pedaaleffect.
• Er kunnen twee doelen voor één bedieningsregelaar worden gespecificeerd.
No Assign: Geen doel gespecificeerd.
CC00 t/m CC97: MIDI-controleverandering*
1
NRPN, RPN: MIDI NRPN en RPN-parameters*
1
*
2
Pressure: MIDI-kanaaldruk*
1
Tempo: Tempo-instelling (pagina NL-20)
EQ Low Gain - EQ High Gain: Master EQ >Low Gain - High Gain (pagina NL-81)
Upper 1 On/Off t/m Lower 2 On/Off: Aan/Uit instelling van elke toon
Upper 1 Volume t/m Metronome Volume: Balansinstelling van het toetsenbord,
automatische begeleiding en andere volumeniveaus
Layer Detune: Laag-ontstemming (pagina NL-33)
Layer 1 - Layer 6: Toonparameter-instellingen van elke laag
• De volgende functies kunnen worden toegewezen: On/Off, Volume (volume),
Pan (panning), OctShift (octaafverschuiving), DspOnOff (DSP aan/uit),
LfoPitch (LFO-toonhoogte), LfoFiltr (LFO-filter), LfoAmp (LFO-versterker).
Zie de bewerkbare parameters onder “Bewerken van een toon” (pagina NL-23)
voor details betreffende de instellingen.
DSP Bypass: De DSP wordt tijdelijk overgeslagen.
Dsp Param 1-16: DSP-parameters
SysFX Bypass: De systeemeffecten worden tijdelijk overgeslagen.
MasFX Bypass: De hoofdeffecten worden tijdelijk overgeslagen.
Zie de
informatie
links
hiernaast.
Min Value Instelling van de minimum-uitgangswaarde van de bedieningsregelaar. 0 t/m 127
Max Value Instelling van de maximum-uitgangswaarde van de bedieningsregelaar. 0 t/m 127
Upper1 Enable Bij inschakelen van deze instelling worden uitgaande MIDI-meldingen op de
Upper1 toon toegepast.
Off, On
Upper2 Enable Bij inschakelen van deze instelling worden uitgaande MIDI-meldingen op de
Upper2 toon toegepast.
Off, On
Lower1 Enable Bij inschakelen van deze instelling worden uitgaande MIDI-meldingen op de
Lower1 toon toegepast.
Off, On
Lower2 Enable Bij inschakelen van deze instelling worden uitgaande MIDI-meldingen op de
Lower2 toon toegepast.
Off, On
*1 Zie de MIDI implementatietabel en/of de MIDI documentatie voor details
betreffende de instellingen.
*2 Na het selecteren van deze parameters moeten de onderstaande parameters
worden ingesteld.
MSB: CC99 voor NRPN, CC101 voor RPN (instelbereik: 000 t/m 127)
LSB: CC98 voor NRPN, CC100 voor RPN (instelbereik: 000 t/m 127)
Data Entry MSB/LSB: Specificeert welke Data Entry (MSB (CC06) of LSB
(CC38)) door een bedieningsregelaar wordt geregeld. (Instellingen: MSB, LSB)
PX560-D-1B.indd 78 2016/12/15 11:39:52
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
NL-77
Auto Resolution
(Alleen de
knoppen 1, 2, 3)
Bij inschakelen van deze instelling is de hoeveelheid verandering uitgeoefend
wanneer een knop wordt gedraaid overeenkomstig de “Target”, “Min Value” en
“Max Value” instellingen. Wanneer deze instelling is uitgeschakeld, verandert elke
klik van een knop de corresponderende instelling met één.
Off, On
Modulation Edit Dit is een groep van parameters die met de dn MODULATION regelaar kunnen
worden bewerkt. De details van de bewerkbare parameters zijn hetzelfde als bij
“Knob1 Edit” hierboven.
Pedal Edit Dit is een groep van bewerkbare parameters voor het pedaal dat op de
ASSIGNABLE PEDAL aansluiting is aangesloten. De details van de bewerkbare
parameters zijn hetzelfde als bij “Knob1 Edit” hierboven.
Pedal Type Specificeert of het pedaal aangesloten op de ASSIGNABLE PEDAL aansluiting
wordt gebruikt als een voetschakelaar of als een expressiepedaal. Verander deze
instelling niet terwijl het pedaal wordt ingetrapt.
Foot Switch,
Exp. Pedal
Pedal Mode Selecteert de bediening die wordt uitgevoerd wanneer het pedaal wordt ingetrapt.
Momentary: Aan terwijl het pedaal wordt ingetrapt en Uit terwijl het pedaal wordt
losgelaten.
Toggle: Aan nadat het pedaal is ingetrapt en blijft Aan nadat het pedaal is
losgelaten. Uit wanneer het pedaal opnieuw wordt ingetrapt.
Momentary,
Toggle
Upper1 Pedal Bij inschakelen van deze instelling wordt het effect op de Upper1 toon toegepast
wanneer het pedaal aangesloten op de DAMPER PEDAL aansluiting of de
pedaalaansluiting wordt ingetrapt.
Off, On
Upper2 Pedal Bij inschakelen van deze instelling wordt het effect op de Upper2 toon toegepast
wanneer het pedaal aangesloten op de DAMPER PEDAL aansluiting of de
pedaalaansluiting wordt ingetrapt.
Off, On
Lower1 Pedal Bij inschakelen van deze instelling wordt het effect op de Lower1 toon toegepast
wanneer het pedaal aangesloten op de DAMPER PEDAL aansluiting of de
pedaalaansluiting wordt ingetrapt.
Off, On
Lower2 Pedal Bij inschakelen van deze instelling wordt het effect op de Lower2 toon toegepast
wanneer het pedaal aangesloten op de DAMPER PEDAL aansluiting of de
pedaalaansluiting wordt ingetrapt.
Off, On
Bend Range Specificeert (in eenheden van een halve toon) hoeveel de toonhoogte van de
uitvoeringsdelen van het toetsenbord (Poort A deel 1 t/m 5) verandert wanneer de
toonhoogteregelaar helemaal omhoog of omlaag wordt gedraaid.
00 t/m 24
Item Beschrijving Instelling
B
PX560-D-1B.indd 79 2016/12/15 11:39:52
NL-78
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
■ MIXER scherm
Gebruik dit scherm om de toon van elk gedeelte te veranderen en om het volume en de nagalm ervan aan te passen.
• Wanneer een afzonderlijk deel (A01 - A16, B01 - B16) voor de instelling is geselecteerd, worden bij het aanslaan
van een klaviertoets alleen noten weergegeven van het geselecteerde deel. Alle andere types van
prestatiebewerkingen (laag, splitsing, automatische begeleiding, etc.) zijn gedeactiveerd.
Item Betekenis Instelling
Gedeelte Een gedeelte dat is ingeschakeld wordt weergegeven. Schakel de gedeelten
uit die u niet wilt weergeven.
Off (uit), On (aan)
Tone Verandert de toon. 650
Volume Stelt het volume in. Het volumeniveau van elk gedeelte wordt aangegeven
door een niveaumeter op het scherm.
0 t/m 127
Pan Specifieert de stereo-panpositie van de geluidsweergave van de Digitale
Piano. 0 geeft het midden weer, terwijl een kleinere waarde naar links
verschuift en een grotere waarde naar rechts.
–64 tot 0 tot +63
Coarse Tune Specificeert de toonhoogte van de noten van elk gedeelte in stappen van een
halve toon.
–24 tot 0 tot +24
Fine Tune Specificeert de toonhoogte van de noten van elk gedeelte in stappen van een
cent.
–99 tot 0 tot +99
Bend Range Stelt het toonhoogtebereik van elk gedeelte in stappen van een halve toon in. 0 t/m 24
Reverb Send Specificeert hoeveel nagalm wordt toegepast op elk gedeelte.
Er wordt in het geheel geen nagalm toegepast wanneer deze instelling 0 is,
terwijl de maximum nagalm wordt toegepast wanneer de instelling 127 is.
0 t/m 127
Chorus Send Specificeert hoeveel zweving wordt toegepast op elk gedeelte.
Er wordt in het geheel geen zweving toegepast wanneer deze instelling 0 is,
terwijl de maximum zweving wordt toegepast wanneer de instelling 127 is.
0 t/m 127
Delay Send Specificeert hoeveel vertraging wordt toegepast op elk gedeelte.
Er wordt in het geheel geen vertraging toegepast wanneer deze instelling 0
is, terwijl de maximum vertraging wordt toegepast wanneer de instelling 127
is.
0 t/m 127
Port Specificeert de poort. Zie “Toewijzing van de delen en MIDI-kanalen en het
blokdiagram” (pagina A-5) voor informatie betreffende de MIDI-kanalen die
aan elke poort zijn toegewezen.
Port A (poort A),
Port B (poort B),
Port C (poort C)
Niveaumeter
B
PX560-D-1B.indd 80 2016/12/15 11:39:52
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
NL-79
■ MIDI scherm
Gebruik dit scherm om de MIDI-instellingen te configureren.
Zie “Toewijzing van de delen en MIDI-kanalen en het blokdiagram” (pagina A-5) voor informatie betreffende de
MIDI-kanalen die aan elke poort zijn toegewezen.
■ MEDIA scherm
Gebruik dit scherm om gegevens op een USB flash-drive op te slaan die in de Digitale Piano is geplaatst en om
gegevens van een USB flash-drive te importeren in het geheugen van de Digitale Piano. Zie “USB flash-drive”
(pagina NL-82) voor verdere informatie.
■ ARPEGGIATOR scherm
Scherm voor het configureren van de arpeggiator-instellingen. Zie “Automatisch Arpeggio frasen laten klinken
(Arpeggiator)” (pagina NL-22) voor details.
Item Beschrijving Instelling
Keyboard Channel Selecteert het kanaal om MIDI-gegevens van het toetsenbordspel naar een
extern toestel (toetsenbordkanaal) te zenden.
01 t/m 16
Accomp Out Schakel deze instelling in om MIDI-gegevens die corresponderen met de
automatische begeleiding naar een extern toestel te zenden.
Off, On
Chord Judge Bij inschakelen van deze instelling wordt de invoer geactiveerd van de
Automatische begeleidingsakkoorden overeenkomstig de invoer van de
klaviertoets-drukinformatie in het MIDI-kanaal (een van de poorten A, B of
C) gespecificeerd door het Keyboard Channel van de MIDI IN. Evenals
wanneer akkoorden worden ingevoerd op het toetsenbord van de Digitale
Piano, is het bereik van het akkoord-invoertoetsenbord dat voor de invoer
van de Automatische begeleidingsakkoorden.
Off, On
Hi-Res Vel Out Schakelt de hoge-resolutie snelheid MIDI-uitvoer aan of uit. Off, On
Local Control Wanneer “Off” wordt geselecteerd voor de lokale sturing, wordt de
geluidsbron van de Digitale Piano uitgeschakeld waardoor er geen geluid
wordt geproduceerd door de Digitale Piano bij het aanslaan van de
klaviertoetsen.
Off, On
MIDI Out/Thru Specificeert Out of Thru als de MIDI OUT aansluitingsfunctie. Out, Thru
MIDI In Port Selecteert de poort die moet worden gebruikt voor de invoer van de MIDI In. A, B, C
PX560-D-1B.indd 81 2016/12/15 11:39:52
NL-80
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
■ REGISTRATION scherm
U kunt specificeren welke huidige instellingen onveranderd moeten blijven wanneer parameterinstellingen worden
opgeroepen met de registratiefunctie.
• Zie de Lijst met instelitems in de afzonderlijke Appendix voor details betreffende de instelitems die via registratie
zijn opgeslagen.
Item Beschrijving Instelling
Split Point Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van de
splitstpuntinstelling uitgeschakeld.
Off, On
Transpose Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van de
transponeerinstelling uitgeschakeld.
Off, On
Tone Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van TONE
gerelateerde instellingen uitgeschakeld.
Off, On
Rhythm Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van RHYTHM
gerelateerde instellingen uitgeschakeld.
Off, On
Effect Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van EFFECT
gerelateerde instellingen uitgeschakeld.
Off, On
System Setting Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van SYSTEM
SETTING gerelateerde instellingen uitgeschakeld.
Off, On
Controller Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van CONTROLLER
gerelateerde instellingen uitgeschakeld.
Off, On
Mixer Bij inschakelen van deze instelling wordt het oproepen van MIXER
gerelateerde instellingen uitgeschakeld.
Off, On
PX560-D-1B.indd 82 2016/12/15 11:39:52
Configureren van de instellingen van de Digitale Piano
NL-81
■ EQUALIZER scherm
Regelt de frequentiekarakteristieken van alle tonen.
Item Beschrijving Instelling
Low Frequency Selecteert de afkapfrequentie van het lage bereik. 50, 63, 80, 100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630,
800 (Hz)
Low Gain Regelt de versterking van het lage bereik. –12 tot 0 tot +12
Mid1 Frequency Selecteert de afkapfrequentie van het lage
middenbereik.
100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1.0k,
1.3k, 1.6k, 2.0k, 2.5k, 3.2k, 4.0k, 5.0k, 6.3k, 8.0k (Hz)
Mid1 Gain Regelt de versterking van het lage middenbereik. –12 tot 0 tot +12
Mid2 Frequency Selecteert de afkapfrequentie van het middelste
hoge bereik.
100, 125, 160, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800, 1.0k,
1.3k, 1.6k, 2.0k, 2.5k, 3.2k, 4.0k, 5.0k, 6.3k, 8.0k (Hz)
Mid2 Gain Regelt de versterking van het middelste hoge
bereik.
–12 tot 0 tot +12
High Frequency Selecteert de afkapfrequentie van het hoge bereik. 2.0k, 2.5k, 3.2k, 4.0k, 5.0k, 6.0k, 8.0k, 10k, 13k,
16k (Hz)
High Gain Regelt de versterking van het hoge bereik. –12 tot 0 tot +12
Input Level Regelt het ingangsniveau. 0 t/m 127
Output Level Regelt het uitgangsniveau. 0 t/m 127
PX560-D-1B.indd 83 2016/12/15 11:39:53
NL-82
USB flash-drive
Uw Digitale Piano ondersteunt de volgende
bewerkingen van de USB flash-drive.
z Formatteren van een USB flash-drive
z Opslaan van gegevens op een USB flash-drive
z Laden van USB flash-drive gegevens naar het
geheugen van de Digitale Piano
z Wissen van gegevens op een USB flash-drive
z Gemakkelijke weergave van melodiegegevens van
een USB flash-drive
■ Typen gegevens
* Uw Digitale Piano ondersteunt ook het importeren
van ritmegegevens die op een ander toestel zijn
gecreëerd. Ondersteunde extensies van
bestandsnamen zijn: ac7, z00 en ckf
• Melodiegegevens die opgenomen worden met de
MIDI-recorder van de Digitale Piano worden
ongewijzigd of als een MIDI-bestand (SMF
formaat 0) opgeslagen op een USB flash-drive.
• Standaard geluidsgegevens van een computer
(WAV-bestanden) kunnen ook worden
opgeslagen op een USB flash-drive en worden
weergegeven op de Digitale Piano.
• Het spel op de Digitale Piano kan direct worden
opgenomen op een USB flash-drive.
Zie “Opnemen naar een USB flash-drive
(Audiorecorder)” (pagina NL-65) voor details.
• Opslag van bewerkte automatische
begeleidingsgegevens op een USB flash-drive
• MIDI-bestanden en bestanden in het CASIO-
formaat die op een USB flash-drive zijn
opgeslagen, kunnen in de Digitale Piano worden
geladen (pagina NL-60).
Gegevens-
type
Beschrijving
(extensie van
bestandsnaam)
Ondersteunde
bewerkingen
Opslaan
naar een
USB
flash-
drive
Laden
vanaf een
USB
flash-
drive
Gebruikers-
ritmes*
(pagina
NL-42)
Automatische
begeleidingsgegevens
bewerkt met deze
Digitale Piano (AC7)
OO
Gebruikers-
tonen
Toongegevens bewerkt
met deze Digitale Piano
1. Melodietonen (ZTN)
2. Hex laag tonen (ZLT)
3. Drum-
geluidsgegevens
(ZDR)
OO
Gebruikers-
MIDI-
gegevens
(pagina’s
NL-60,
NL-54)
Eén van de volgende
twee typen
muziekgegevens
1. Standaard MIDI-
bestanden (MID)
SMF formaat 0 of
formaat 1
2. MIDI-gegevens
opgenomen met deze
Digitale Piano (ZMF)
OO
Gebruikers-
muziekvoor-
keuzes
(pagina
NL-47)
Muziekvoorkeuzegegev
ens bewerkt op deze
Digitale Piano (ZMP) OO
Registratie
(pagina
NL-52)
Basisinstellingen voor
toon en ritme (ZRM) OO
Alle tonen Alle
gebruikerstoongegevens
(ZTA)
OO
Alle
automatische
begeleidingen
Alle gegevens van
gebruikers automatische
begeleidingen (ZAA)
OO
Alle
registraties
Alle registratiegegevens
(ZRA)
OO
B
PX560-D-1B.indd 84 2016/12/15 11:39:53
USB flash-drive
NL-83
• Zorg ervoor de voorzorgsmaatregelen op te volgen
die worden gegeven in de documentatie die met de
USB flash-drive wordt meegeleverd.
• Vermijd het gebruik van een USB flash-drive onder
de volgende omstandigheden. Dergelijke
omstandigheden kunnen de gegevens beschadigen
die opgeslagen zijn op de USB flash-drive.
• Plaatsen die blootstaan aan een hoge
temperatuur, een hoge vochtigheid of bijtende
gassen
• Plaatsen die blootstaan aan sterke
elektrostatische ladingen en digitale storing
• Verwijder de USB flash-drive nooit terwijl er
gegevens naar geschreven of vanaf geladen
worden. Hierdoor kunnen de gegevens op de USB
flash-drive en de USB flash-drive poort beschadigd
worden.
• Steek nooit iets anders dan een USB flash-drive in
de USB flash-drive poort. Dit brengt namelijk het
risico op een defect met zich mee.
• Een USB flash-drive kan na lange tijd warm worden.
Dit is normaal en duidt niet op een defect.
• Als statische elektriciteit van uw hand of van een
USB flash-drive in aanraking komt met de USB
flash-drive poort kan dit problemen veroorzaken bij
de werking van de Digitale Piano. Mocht dit het
geval zijn, schakel de Digitale Piano dan uit en
vervolgens weer in.
• Steek nooit een ander apparaat dan een USB flash-
drive in de USB flash-drive poort.
• Bij het uitvoeren van een USB flash-drive bewerking
of wanneer de Digitale Piano ingeschakeld wordt
terwijl een USB flash-drive aangesloten is, dient de
Digitale Piano aanvankelijk een “koppeling” reeks uit
te voeren om de apparatuur voor te bereiden op het
uitwisselen van gegevens met de USB flash-drive.
De bewerkingen van de Digitale Piano kunnen
kortstondig worden gedeactiveerd terwijl deze
koppelingsreeks wordt uitgevoerd. Tijdens de
koppelingsprocedure wordt de melding “Media
Mounting” op de display getoond. Het kan 10 of 20
seconden of zelfs langer duren voordat het koppelen
aan de USB flash-drive uitgevoerd is. Probeer geen
bewerkingen op de Digitale Piano uit te voeren
terwijl het koppelingsproces plaatsvindt. Telkens
wanneer een USB flash-drive wordt aangesloten op
de Digitale Piano dient er gekoppeld te worden met
de USB flash-drive.
■ Insteken van een USB flash-drive
1.
Steek de USB flash-drive in de USB flash-
drive poort van de Digitale Piano, zoals
aangegeven in de onderstaande afbeelding.
• Druk de USB flash-drive voorzichtig zo ver mogelijk
in. Gebruik niet te veel kracht bij het insteken van de
USB flash-drive.
■ Verwijderen van een USB flash-drive
1.
Controleer of er geen bewerking voor het
uitwisselen van gegevens plaatsvindt en trek
de USB flash-drive dan recht uit de
aansluiting.
Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren
van de USB flash-drive poort
Auteursrechten
U kunt opnamen gebruiken voor uw eigen
persoonlijke gebruik. Het reproduceren van een
audiobestand of een muziekbestand zonder
toestemming van de eigenaar van de auteursrechten
is verboden onder de wetgeving op auteursrechten
en internationale overeenkomsten. Ook is het ten
strengste verboden onder de wetgeving op
auteursrechten en internationale overeenkomsten
om dergelijke bestanden ter beschikking te stellen
via het internet of ze te distribueren aan derden,
ongeacht of dergelijke activiteiten plaatsvinden met
of zonder compensatie. CASIO COMPUTER CO.,
LTD. kan onder geen voorwaarde verantwoordelijk
worden gesteld voor het gebruik van deze Digitale
Piano dat illegaal is onder de wetgeving aangaande
auteursrechten.
Aansluiten van een USB flash-
drive op de Digitale Piano en
loskoppelen ervan
USB flash-drive
USB flash-drive poort
PX560-D-1B.indd 85 2016/12/15 11:39:53
NL-84
USB flash-drive
• Formatteer een USB flash-drive op de Digitale Piano
voordat u deze voor de eerste maal gebruikt.
• Voordat u een USB flash-drive formatteert, moet u
controleren of er geen waardevolle gegevens op
opgeslagen zijn.
• De formatteerbewerking zoals uitgevoerd door deze
Digitale Piano is zogenaamd “snel formatteren”. Als
u alle gegevens op de kaart volledig wilt wissen,
dient u de USB flash-drive op een computer of
andere apparatuur te formatteren.
Ondersteunde USB flash-drives
Deze Digitale Piano ondersteunt USB flash-drives die
geformatteerd zijn op FAT32. Als uw USB flash-drive
op een ander bestandssysteem geformatteerd is,
formatteer deze dan opnieuw d.m.v. de Windows
formatteerfunctie naar FAT32. Gebruik niet snel
formatteren.
1.
Steek de USB flash-drive die geformatteerd
moet worden in de USB flash-drive poort van
de Digitale Piano.
2.
Tip “MEDIA” op het MENU scherm aan.
3.
Tip “FORMAT” aan.
Er verschijnt een bevestigingsmelding (“Sure?”).
4.
Tip “Yes” aan.
• De melding “Please Wait” blijft op de display terwijl
de bewerking wordt uitgevoerd. Voer geen bediening
uit terwijl deze melding op de display wordt
getoond. “Complete” verschijnt op de display nadat
het formatteren voltooid is.
• Tip “No” aan om de formatteerbewerking te
annuleren.
Zelfs wanneer het bestandsformaat WAV (algemene
geluidsgegevens) of SMF (standaard MIDI-bestand) is,
kan de onderstaande procedure worden gebruikt om
de gegevens naar de USB flash-drive op te slaan en op
de Digitale Piano weer te geven.
1.
Sluit de USB flash-drive op uw computer aan.
2.
Verplaats het melodiegegevensbestand dat u
wilt weergeven naar de MUSICDAT map op
de USB flash-drive.
• Zie “Meespelen met geluidsgegevens die opgenomen
zijn op een USB flash-drive” (pagina NL-67) voor
informatie over de weergave.
De geheugengegevens van de Digitale Piano (MIDI-
recorder melodieën) kunnen op een USB flash-drive
worden opgeslagen.
• De MIDI-recorder melodieën kunnen naar
standaard MIDI (SMF) bestanden worden omgezet
en opgeslagen op de USB flash-drive.
• Bij het opnemen van een melodie van de
audiorecorder worden de gegevens rechtstreeks op
de USB flash-drive opgeslagen, dus de onderstaande
bewerking is niet nodig.
1.
Steek de USB flash-drive in de USB flash-
drive poort van de Digitale Piano.
2.
Tip “MEDIA” op het MENU scherm aan.
3.
Tip “Save” aan.
4.
Tip het gegevenstype aan dat u wilt opslaan.
5.
Tip de gegevens aan die u wilt opslaan.
6.
Hernoem het bestand naar vereist.
7.
Tip “Enter” aan nadat het bestand is
hernoemd.
Er verschijnt een bevestigingsmelding (“Sure?”). Mocht
er op de USB flash-drive reeds een bestand bestaan met
dezelfde naam, dan verschijnt een bevestigingsmelding
(“Replace?”) om te vragen of u het wilt vervangen door
de nieuwe gegevens.
8.
Tip “Yes” aan.
• De melding “Please Wait” blijft op de display terwijl
de bewerking wordt uitgevoerd. Voer geen bediening
uit terwijl deze melding op de display wordt
getoond. “Complete” verschijnt op de display nadat
het opslaan van de gegevens voltooid is.
• Tip “No” aan om de opslaanbewerking te annuleren.
Formatteren van een USB
flash-drive
Opslaan van standaard
melodiegegevens op een USB
flash-drive
Opslaan van gegevens van de
Digitale Piano op een USB
flash-drive
PX560-D-1B.indd 86 2016/12/15 11:39:53
USB flash-drive
NL-85
U kunt d.m.v. de onderstaande procedure gegevens
laden van een USB flash-drive naar het geheugen van
de Digitale Piano.
• Plaats de gegevens (bestand) dat u wilt laden in de
MUSICDAT map op de USB flash-drive.
1.
Steek de USB flash-drive in de USB flash-
drive poort van de Digitale Piano.
2.
Tip “MEDIA” op het MENU scherm aan.
3.
Tip “Load” aan.
4.
Tip het gegevenstype aan van de gegevens
die u wilt importeren.
5.
Tip in de “USB” lijst de gegevens aan die u
wilt importeren.
6.
Tip in de “User Area” lijst de gewenste
importeerbestemming aan.
• Als u MIDI-gegevens importeert, kunt u geen
importeerbestemming specificeren.
7.
Tip “Execute” aan.
Er verschijnt een importeerbevestigingsmelding
(“Sure?”). Als er reeds gegevens in de
importeerbestemming van het geheugen van de
Digitale Piano zijn, verschijnt een melding (“Replace?“)
om te vragen of u deze wilt vervangen door de nieuwe
gegevens.
8.
Tip “Yes” aan.
• De melding “Please Wait” blijft op de display terwijl
de bewerking wordt uitgevoerd. Voer geen bediening
uit terwijl deze melding op de display wordt
getoond. “Complete” verschijnt op de display nadat
het importeren van de gegevens voltooid is.
• Tip “No” aan om de importeerbewerking te
annuleren.
Gebruik de volgende procedure om gegevens
(bestanden) van de USB flash-drive te wissen.
1.
Steek de USB flash-drive in de USB flash-
drive poort van de Digitale Piano.
2.
Tip “MEDIA” op het MENU scherm aan.
3.
Tip “Delete” aan.
4.
Tip het gegevenstype aan van de gegevens
die u wilt wissen.
5.
Tip de gegevens aan die u wilt wissen.
6.
Tip “Execute” aan.
Er verschijnt een wisbevestigingsmelding (“Sure?”).
7.
Tip “Yes” aan.
• De melding “Please Wait” blijft op de display terwijl
de bewerking wordt uitgevoerd. Voer geen bediening
uit terwijl deze melding op de display wordt
getoond. “Complete” verschijnt op de display nadat
het wissen van de gegevens voltooid is.
• Tip “No” aan om de wisbewerking te annuleren.
Laden van gegevens van een
USB flash-drive naar het
geheugen van de Digitale
Piano
Wissen van gegevens op een
USB flash-drive
PX560-D-1B.indd 87 2016/12/15 11:39:53
NL-86
Aansluiting op een computer
U kunt de Digitale Piano aansluiten op een computer
en MIDI-gegevens verzenden tussen deze apparaten. U
kunt gegevens van de Digitale Piano zenden naar de
los verkrijgbare muzieksoftware die op uw computer
draait of u kunt MIDI-gegevens vanaf uw computer
zenden naar de Digitale Piano voor weergave.
Hieronder volgen de minimale vereisten voor het
computersysteem wanneer MIDI-gegevens worden
verzonden en ontvangen. Controleer of de computer
voldoet aan deze vereisten voordat u probeert de
Digitale Piano er op aan te sluiten.
z
Besturingssysteem
Windows Vista
®
*1
Windows
®
7
*2
Windows
®
8
*3
Windows
®
8.1
*4
Mac OS
®
X (10.6.X, 10.7.X, 10.8.X, 10.9.X, 10.10.X)
z
USB-poort
• Probeer nooit aan te sluiten op een computer die
niet voldoet aan de hierboven beschreven vereisten.
Hierdoor kunnen problemen ontstaan bij uw
computer.
• Voor de laatste informatie over de ondersteunde
besturingssystemen kunt u de onderstaande website
bezoeken.
http://world.casio.com/
• Zorg ervoor de volgende stappen van de
onderstaande procedure precies te volgen. Een
foute aansluiting kan het zenden en ontvangen van
gegevens onmogelijk maken.
1.
Schakel de Digitale Piano uit en start uw
computer.
• Start de muzieksoftware op uw computer nog niet!
2.
Nadat uw computer gestart is, sluit hem dan
m.b.v. een los verkrijgbare USB-kabel aan op
de Digitale Piano.
3.
Schakel de Digitale Piano in.
• Als dit de eerste maal is dat u de Digitale Piano
aansluit op uw computer, zal de driversoftware die
vereist is voor het zenden en ontvangen van
gegevens automatisch geïnstalleerd worden op uw
computer.
4.
Start de los verkrijgbare muzieksoftware op
uw computer.
5.
Configureer de instellingen van de
muzieksoftware om “CASIO USB-MIDI” te
selecteren als het MIDI-apparaat.
• Zie de gebruikersdocumentatie die met de gebruikte
muzieksoftware wordt geleverd voor nadere
informatie over hoe u het MIDI-apparaat kunt
selecteren.
• Zorg ervoor eerst de Digitale Piano in te schakelen
voordat u de muzieksoftware van uw computer start.
Minimale
computersysteemvereisten
*1: Windows Vista (32-bit)
*2: Windows 7 (32-bit, 64-bit)
*3: Windows 8 (32-bit, 64-bit)
*4: Windows 8.1 (32-bit, 64-bit)
Aansluiten van de Digitale Piano op uw
computer
USB-poort van de computer
A-aansluiting
B-aansluiting
USB-poort van de
Digitale Piano
USB-kabel
(A-B type)
PX560-D-1B.indd 88 2016/12/15 11:39:54
Aansluiting op een computer
NL-87
• Nadat de aansluiting eenmaal goed werkt, is er geen
probleem als de USB-kabel aangesloten gehouden
wordt en uw computer en/of uw Digitale Piano
uitgeschakeld wordt.
• Deze Digitale Piano komt overeen met General MIDI
Level 1 (niveau 1 van algemene MIDI) (GM).
• Voor gedetailleerde technische gegevens en
aansluitingen die van toepassing zijn op het zenden
en ontvangen van MIDI-gegevens door deze
Digitale Piano wordt u verwezen naar de nieuwste
informatie die wordt verzorgd door de volgende
website.
http://world.casio.com/
De letters MIDI zijn de afkorting van Musical
Instrument Digital Interface (digitale interface voor
muziekinstrumenten) hetgeen een wereldwijde
standaard voor digitale signalen en aansluitingen is
waardoor het mogelijk is om muziekgegevens uit te
wisselen tussen de muziekinstrumenten en computers
(apparaten) van verschillende fabrikanten.
Zie voor details betreffende de MIDI-specificaties van
deze Digitale Piano het “MIDI Implementation”
document op de hieronder aangegeven website.
http://world.casio.com/
• U kunt de MIDI-instellingen van de Digitale Piano
veranderen door het zendkanaal van de MIDI-
gegevens of andere instellingen te wijzigen. Zie
“MIDI scherm” (pagina NL-79) voor details.
• Sluit d.m.v. een los verkrijgbare MIDI-kabel de
MIDI-aansluitingen van uw Digitale Piano aan op
een ander elektronisch muziekinstrument voor het
uitwisselen van MIDI-gegevens.
• De MIDI-aansluitingen zijn gedeactiveerd wanneer
de Digitale Piano aangesloten is op een computer via
de USB-poort.
Gebruik van MIDI
Wat is MIDI?
PX560-D-1B.indd 89 2016/12/15 11:39:54
NL-88
Referentie
Eén van de onderstaande foutmeldingen verschijnt op de display wanneer er een probleem optreedt.
• Tip br EXIT aan om een foutmelding te wissen en terug te gaan naar de normale display.
Foutmeldingen
Displaymelding Oorzaak Maatregel
No Media 1. De USB flash-drive is niet aangesloten op de USB
flash-drive poort van de Digitale Piano.
1. Steek de USB flash-drive op de juiste wijze in de
USB flash-drive poort.
2. De USB flash-drive werd verwijderd terwijl een
bewerking aan de gang was.
2. Verwijder de USB flash-drive niet terwijl een
bewerking plaatsvindt.
3. De USB flash-drive is beveiligd tegen
overschrijven.
3. Ontgrendel de beveiliging van de USB flash-
drive.
4. De USB flash-drive heeft anti-virus software. 4. Gebruik een USB flash-drive zonder anti-virus
software.
No File Er is geen bestand in de “MUSICDAT” map dat kan
worden geladen of weergegeven.
Verplaats het bestand dat u wilt laden of weergeven
naar de juiste locatie (pagina’s NL-84, NL-85) in de
“MUSICDAT” map.
No Data U probeert gebruikersgegevens
(gebruikersvoorkeuze, gebruikersritme, MIDI-
gegevens enz.) op te slaan terwijl er geen gegevens
zijn om op te slaan.
Selecteer een gebruikersgegevensitem waarvoor
gegevens aanwezig zijn die kunnen worden
opgeslagen.
Read Only Er is reeds een read-only (alleen lezen) bestand op de
USB flash-drive met dezelfde naam als die u
probeert te gebruiken.
• Wijzig de naam en sla dan de nieuwe gegevens op.
• Verwijder het read-only attribuut van het
bestaande bestand in de USB flash-drive en
overschrijf met de nieuwe gegevens.
• Gebruik een andere USB flash-drive.
Media Full Er is niet genoeg ruimte beschikbaar op de USB
flash-drive.
Wis enkele van de bestanden op de USB flash-drive
om ruimte te maken voor nieuwe gegevens (pagina
NL-85) of gebruik een andere USB flash-drive.
Too Many Files 1. Er zijn te veel bestanden op de USB flash-drive. 1. Wis enkele van de bestanden op de USB flash-
drive om ruimte te maken voor nieuwe
gegevens.
2. Er is een bestand dat TAKE99.WAV heet in de
“MUSICDAT” map.
2. Wis het WAV-bestand in de “MUSICDAT” map.
Not SMF01 U probeert SMF-formaat 2 melodiegegevens weer te
geven.
Deze Digitale Piano ondersteunt alleen de weergave
van SMF-formaat 0 of formaat 1.
Size Over 1. De MIDI-opnamegegevens op de USB flash-
drive kunnen niet worden weergegeven omdat
ze te groot zijn.
1. De Digitale Piano ondersteunt de weergave van
MIDI-opnamegegevens tot een grootte van
ongeveer 700 KB.
2. Het SMF-bestand op de USB flash-drive kan niet
worden weergegeven omdat het te groot is.
2. De Digitale Piano ondersteunt de weergave van
SMF-bestanden tot een grootte van 320 KB.
3. De gegevens die u probeert te importeren
kunnen niet worden geïmporteerd omdat ze te
groot zijn.
3. De Digitale Piano ondersteunt het importeren
van gegevens (per item) tot de onderstaande
maximale grootten.
Gebruikersritmes: Ongeveer 32 KB
Gebruikersvoorkeuzes: Ongeveer 6 KB
Wrong Data 1. De USB flash-drive gegevens zijn beschadigd. —
2. De USB flash-drive bevat gegevens die niet
worden ondersteund door deze Digitale Piano.
Memory Full 1. Er is niet genoeg geheugen beschikbaar op de
Digitale Piano om een MIDI-recorder melodie
om te zetten naar SMF-gegevens en op op de
USB flash-drive op te slaan.
1. Verminder de grootte van de melodiegegevens.
Voorbeeld:
Wis sporen die niet langer nodig zijn.
2. Er is niet genoeg resterend geheugen voor
ritmebewerkingen.
2. Selecteer een ander begeleidingspatroon.
3. De resterende hoeveelheid geheugen werd te
laag tijdens het bewerken van de
muziekvoorkeuze.
3. De Digitale Piano ondersteunt de invoer van
ongeveer 1000 akkoorden.
Format Error 1. Het huidige formaat van de USB flash-drive is
niet geschikt voor deze Digitale Piano.
1. Formatteer de USB flash-drive op de Digitale
Piano.
2. De USB flash-drive is beschadigd. 2. Gebruik een andere USB flash-drive.
Media Error De USB flash-drive is beschadigd. Gebruik een andere USB flash-drive.
Measure Limit U probeert MIDI-opnamegegevens of een
muziekvoorkeuze in te voeren die meer dan 999
maten heeft.
De Digitale Piano ondersteunt de invoer van
maximaal 999 maten.
Data Full U probeert gegevens op te slaan die meer dan het
maximaal toegestane aantal gegevensitems bevatten.
Wis onnodige gegevens.
PX560-D-1B.indd 90 2016/12/15 11:39:54
Referentie
NL-89
Oplossen van moeilijkheden
Probleem Oorzaak Maatregel
Zie
pagina
Er wordt geen geluid
geproduceerd bij het aanslaan
van een klaviertoets.
1. De VOLUME regelaar is
ingesteld op “MIN”.
1. Draai de VOLUME regelaar meer in de
richting van “MAX”.
) NL-7
2. De hoofdtelefoon of een
adapterstekker is aangesloten op
één van de PHONES
aansluitingen.
2. Haal de stekker uit de PHONES
aansluiting.
) NL-9
3. Upper 1 pictogram is uit. 3. Tip het Upper 1 pictogram aan om dit
aan te zetten.
) NL-15
4. De “Speaker” SYSTEM SETTING
staat uit.
4. Schakel de “Speaker” SYSTEM
SETTING in.
) NL-74
De toonhoogte van de Digitale
Piano is uitgeschakeld.
1. De toonschaal van de Digitale
Piano is incorrect.
1. Stel de toonschaal van de Digitale Piano
bij of schakel de stroom van de Digitale
Piano uit en vervolgens weer in.
) NL-21
2. De instelling van de sleutel van
de Digitale Piano is anders dan
“440,0 Hz”.
2. Verander de instelling van de sleutel
naar “440,0 Hz” of schakel de stroom
van de Digitale Piano uit en vervolgens
weer in.
) NL-74
3. Een niet-standaard
temperamentinstelling wordt
gebruikt.
3. Verander de temperamentinstelling naar
“Equal”, wat de standaard moderne
stemming is.
) NL-74
4. Octaafverschuiving is
geactiveerd.
4. Verander de instelling van de
octaafverschuiving naar 0.
) NL-69
De tonen en/of effecten
klinken vreemd. In- en
uitschakelen van de stroom
lossen het probleem niet op.
Voorbeeld:
De intensiteit van de
noten verandert niet zelfs als
ik de druk op de
klaviertoetsen verander.
De “Auto Resume” functie is
ingeschakeld.
Schakel de “Auto Resume” uit. Schakel
vervolgens de stroom uit en daarna weer in.
) NL-75
Het is niet mogelijk gegevens
over te sturen na het
aansluiten van de Digitale
Piano op een computer.
— 1. Controleer of de USB-kabel aangesloten
is op de Digitale Piano en de computer,
en of de juiste apparatuur geselecteerd
is met de muzieksoftware van de
computer.
) NL-86
2. Schakel de Digitale Piano uit en sluit dan
de muzieksoftware op uw computer af.
Schakel de Digitale Piano vervolgens
weer in en start dan de muzieksoftware
op uw computer weer.
Het is niet mogelijk
akkoordbegeleidingsgegeven
s op de computer op te
nemen.
“Accomp Out” is uitgeschakeld. Schakel “Accomp Out” in. ) NL-79
Ik kan geen gegevens opslaan
naar een USB flash-drive of
gegevens laden van een USB
flash-drive.
— Zie “Foutmeldingen”. ) NL-88
PX560-D-1B.indd 91 2016/12/15 11:39:54
NL-90
Referentie
De weergave stopt
halverwege tijdens het
oversturen van de
melodiegegevens vanaf de
computer.
Digitale storing van de USB-kabel of
het netsnoer is er de oorzaak van
dat gegevenscommunicatie tussen
uw computer en de Digitale Piano
onderbroken wordt.
Stop met het weergeven van melodieën,
verbreek de aansluiting van de USB-kabel
met de Digitale Piano en breng de
aansluiting daarna weer tot stand. Probeer
de melodie opnieuw weer te geven.
Mocht dit het probleem niet oplossen, sluit
dan de MIDI-software die u gebruikt af,
verbreek de aansluiting van de USB-kabel
met de Digitale Piano en breng de
aansluiting daarna weer tot stand. Start de
MIDI-software vervolgens opnieuw en
probeer de melodie opnieuw weer te geven.
) NL-86
De kwaliteit en het volume van
een toon klinken ietwat anders
afhankelijk van waar deze op
het toetsenbord gespeeld
wordt.
Dit is een onvermijdelijk resultaat van het digitale samplingproces
*
en duidt verder niet op
een storing.
* Meerdere digitale monsters worden genomen voor het lage, het midden en het hoge bereik
van het oorspronkelijke muziekinstrument. Daardoor kan er zich een klein verschil
voordoen in de toonkwaliteit en het toonvolume tussen de verschillende samplingbereiken.
Bij het indrukken van een
toets wordt de weergegeven
noot eventjes onderbroken of
is er een subtiel verschil in
hoe de effecten worden
toegepast.
Wanneer een toetsbediening wordt uitgevoerd tijdens weergave met de duetmodus, de
automatische begeleiding, de recorder of andere functies, kunnen problemen zich voordoen
wanneer de Digitale Piano overschakelt tussen interne tooneffecten. Dit duidt echter niet op
een defect.
Hoewel verschillende
bereiken van het toetsenbord
worden bespeeld, veranderen
de noten de octaven niet.
De bereiken van bepaalde tonen zijn beperkt hetgeen betekent dat octaven gewoonlijk tot
aan een bepaalde lage of hoge noot veranderen. Bij een dergelijke toon zullen de noten van
de laagste octaaf links van de laagst mogelijke noot herhaald worden en de hoogste octaaf
zal rechts van de hoogst mogelijke noot worden herhaald. Dit komt door de beperkingen in
het bereik van het oorspronkelijke muziekinstrument voor elke toon en duidt niet op een
defect van de Digitale Piano.
Probleem Oorzaak Maatregel
Zie
pagina
PX560-D-1B.indd 92 2016/12/15 11:39:54
Referentie
NL-91
Technische gegevens
Model PX-560MBE
Toetsenbord Pianotoetsenbord met 88 toetsen
• Snelheidsresolutie: Maximaal 16.256
• Laag, Splitsing
• Duet: 4 octaven (–2 tot 0 tot +2)
• Transpositie: 2 octaven (–12 tot 0 tot +12)
• Octaafverschuiving: 4 octaven (–2 tot 0 tot +2)
• Toets-uit gevoeligheid
Klankbron • Aantal tonen: 650
Melodietonen: Voorkeuze 532/Gebruiker 280
Hex laag tonen: Voorkeuze 100/Gebruiker 100
Drumgeluiden: Voorkeuze 18/Gebruiker 20
• Maximale polyfonie: 256 noten
• Aanslagvolume (3 gevoeligheidsniveaus, Uit)
• Stemming: 415,5 Hz tot 440,0 Hz tot 465,9 Hz (eenheden van 0,1 Hz)
• Temperament: Gelijkzwevende temperamenten plus 16 andere typen
• Uitgerekte stemming: Aan, Uit
Display 5,3-inch aanraakpaneel (5,0-inch 528 × 320-dot TFT kleuren-LCD)
Akoestieksimulator Lineaire morphing, dempresonantie, hamerrespons, snaarresonantie
Effecten Nagalm (17 typen), zweving (16 typen), vertraging (6 typen), DSP, 4-bands equalizer
Bewerkbaar
Automatische begeleiding Gegevensitems: 220 voorkeuze, 30 gebruiker
Muziekvoorkeuze Gegevensitems: 305 voorkeuze, 100 gebruiker
Demonstratiemelodie 6
MIDI-recorder • Functies: Real-time opname, weergave
• Aantal melodieën: 100
• Aantal sporen: 17
• Capaciteit: Maximaal ongeveer 50.000 noten per melodie
• Beveiliging van opgenomen gegevens: Ingebouwd flash-geheugen
• Volumeniveau van MIDI-recorder: Instelbaar
Audiorecorder • Real-time opname en weergave naar de USB flash-drive*
* Lineaire PCM, 16-bit, 44,1 kHz, stereo .WAV formaat
• Melodieën: 100 bestanden
• Opname ongeveer 74 minuten maximaal per bestand
• Volumeniveau van audiorecorder: Instelbaar
Registratie 96 (4 basisinstellingen × 24 banken)
Metronoom • Maatslagen: 0 t/m 9
• Tempobereik: 20 t/m 255
• Volumeniveau van metronoom: Instelbaar
Pedalen Demper (met halverwege intrappen), Zacht, Sostenuto, Expressie
Overige functies • Speciale pianotoontoetsen
• Modulatieregelaar
• Arpeggiator
• Bedieningsknoppen
• Balansinstelling
• Backup van instellingen
• Bedieningsvergrendeling
MIDI 16-kanaals multi-klankkleuren ontvangst
Toonhoogteregelaar Toonhoogtebereik: 00 t/m 24 halve tonen
USB flash-drive • Capaciteit: 32 GB of minder wordt aanbevolen
• SMF rechtstreekse weergave, gegevensopslag, gegevens laden, USB flash-drive formatteren,
weergave en opslag van geluidsgegevens
B
PX560-D-1B.indd 93 2016/12/15 11:39:55
NL-92
Referentie
• Technische gegevens en ontwerp onder voorbehoud.
Ingangsaansluitingen/
uitgangsaansluitingen
• PHONES aansluitingen: Stereo mini-aansluitingen × 2
• DAMPER PEDAL aansluiting: Standaardaansluiting × 1
• ASSIGNABLE PEDAL aansluiting: Stereo standaardaansluiting × 1
• Spanning: 12 V gelijkstroom
• MIDI OUT/IN aansluitingen
• LINE IN R, L/MONO aansluitingen: Standaardaansluitingen × 2
Ingangsimpedantie: 9,0 K
Ω
Ingangsspanning: 200 mV
• LINE OUT R, L/MONO aansluitingen: Standaardaansluitingen × 2
Uitgangsimpedantie: 2,3 K
Ω
Uitgangsspanning: 1,8 V (RMS) MAX
• Audio-ingang: Stereo mini-aansluiting
Ingangsimpedantie: 9,0 K
Ω
Ingangsspanning: 200 mV
• USB-poort: Type B
• USB flash-drive poort: Type A
• Pedaalaansluiting (alleen voor los verkrijgbare SP-33)
Luidsprekers
φ
12 cm × 2 +
φ
5 cm × 2 (Uitgangsvermogen 8 W + 8 W)
Stroomvereisten Netadapter: AD-A12150LW
• Automatische stroomonderbreker: Ongeveer 4 uur na de laatste bediening. De automatische
stroomonderbreker kan worden gedeactiveerd.
Stroomverbruik 12 V = 10 W
Afmetingen 132,2 (B) × 29,3 (D) × 14,7 (H) cm
Gewicht Ongeveer 12 kg
B
PX560-D-1B.indd 94 2016/12/15 11:39:55
Referentie
NL-93
Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te
lezen en in acht te nemen.
• Bij een model met een opnamefunctie of een andere
gegevensopslagfunctie dient u de gegevens die u
wilt behouden op een ander medium vast te leggen
voordat u dit product voor onderhoud of reparatie
afgeeft. Tijdens onderhoud of reparatie kan er
toegang plaatsvinden tot de opgeslagen gegevens of
worden deze gegevens mogelijk gewist.
■ Plaats
Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
• Plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht en
een hoge vochtigheid
• Plaatsen die blootstaan aan temperatuurextremen
• Bij een radio, televisie, videodeck of tuner
• De bovengenoemde toestellen veroorzaken geen
storingen bij het product maar het product kan wel
storing veroorzaken in het beeld of het geluid van
een toestel in de onmiddellijke omgeving.
■ Onderhoud door de gebruiker
• Gebruik nooit benzine, alcohol, verfverdunner of
andere chemische reinigingsmiddelen om het
product te reinigen.
• Veeg het product of het toetsenbord af met een
zachte doek ietwat bevochtigd met een milde
oplossing van water en een mild neutraal
reinigingsmiddel. Wring overtollig water uit de
doek voordat u het product gaat afvegen.
■ Meegeleverde en los verkrijgbare
accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor
het gebruik met dit product. Het gebruik van niet
erkende accessoires kan het gevaar op brand,
elektrische schok en persoonlijk letsel met zich
meebrengen.
■ Voeglijnen
Er kunnen lijnen zichtbaar zijn aan de buitenkant van
het product. Dit zijn “voeglijnen” die het resultaat zijn
van het proces waarbij het plastic in een vorm wordt
gegoten. Het zijn geen breuken of krassen.
■ Etiquette aangaande muziekinstrumenten
Wees altijd bedacht op anderen wanneer u dit product
gebruikt. Wees in het bijzonder ’s avonds laat
voorzichtig om het volume op een niveau te houden
dat het geluid anderen niet stoort. Andere maatregelen
die u kunt nemen wanneer u ’s nachts laat speelt zijn
het sluiten van de vensters en het gebruik van een
hoofdtelefoon.
• Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de
inhoud van deze handleiding is verboden. Met
uitzondering van uw eigen persoonlijke gebruik, is
het aanwenden van de inhoud van deze handleiding
voor niet-bedoelde doeleinden zonder de
uitdrukkelijke toestemming van CASIO verboden
onder de wetgeving inzake auteursrechten.
• IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK
ZIJN VOOR SCHADE IN ENIGE VORM
(INCLUSIEF EN ZONDER BEPERKINGEN DE
SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN,
ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE
BELANGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE
VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN OF DE
ONMOGELIJKHEID TOT HET GEBRUIK VAN
DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS
ALS CASIO EROP ATTENT GEMAAKT IS DAT DE
MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE
BESTAAT.
• De inhoud van deze handleiding is onder
voorbehoud.
■ Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van
de netadapter
• Gebruik een stopcontact dat gemakkelijk te bereiken
is zodat u de netadapter er uit kunt halen wanneer
een probleem optreedt of als u dat om een andere
reden moet doen.
• De netadapter is enkel bedoeld voor gebruik binnen.
Gebruik deze niet waar de netadapter blootgesteld is
aan spatten of vocht. Plaats geen bakken, zoals een
bloemenvaas, met water op de netadapter.
• Berg de netadapter op een droge plaats op.
• Gebruik de netadapter op een open, goed
geventileerde plaats.
• Dek de netadapter nooit af met een krant, een
tafelkleed, een gordijn of iets dergelijks.
• Haal de netadapter uit het stopcontact als u van plan
bent de Digitale Piano voor langere tijd niet te
gebruiken.
• Probeer de netadapter nooit te repareren en knutsel
er nooit aan.
• Werkingsomgeving van de netadapter
Temperatuur: 0 t/m 40°C
Vochtigheid: 10% t/m 90% vochtigheid
Uitgangspolariteit:&
Bedieningsvoorzorgsmaatre-
gelen
PX560-D-1B.indd 95 2016/12/15 11:39:55
NL-94
Referentie
Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de netadapter
Model: AD-A12150LW
1. Lees deze aanwijzingen.
2. Houd deze aanwijzingen bij de hand.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle aanwijzingen.
5. Gebruik dit product niet in de buurt van water.
6. Reinig alleen met een droge doek.
7. Niet installeren in de buurt van radiatoren, uitblaasroosters van kachels, kachels of andere warmtebronnen
(inclusief versterkers).
8. Gebruik enkel toebehoren en accessoires die gespecificeerd worden door de fabrikant.
9. Laat alle onderhoud over aan erkend onderhoudspersoneel. Onderhoud is noodzakelijk bij een van de
volgende omstandigheden: Wanneer het product beschadigd is, het netsnoer of de netstekker beschadigd
is, wanneer vloeistof over het apparaat wordt gemorst, wanneer een vreemd voorwerp in het product valt,
wanneer het product blootgesteld is aan regen of vocht, wanneer het product niet normaal werkt en
wanneer het product gevallen is.
10. Sta niet toe dat het product wordt blootgesteld aan vloeistof dat er op druipt of tegen aan spat. Plaats geen
voorwerpen met vloeistof op dit product.
11. Laat de elektrische belasting niet de nominale belasting overschrijden.
12. Let erop dat de omgeving droog is voordat u het toestel aansluit op een stroombron.
13. Let erop dat het product in de juiste richting wordt geplaatst.
14. Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweersbuien en wanneer u het apparaat voor langere tijd niet
gaat gebruiken.
15. Laat de ventilatieopeningen van het product niet geblokkeerd worden. Plaats het product overeenkomstig
de aanwijzingen van de fabrikant.
16. Let erop dat het netsnoer op een plaats ligt waar er niet op wordt getrapt of dat het te sterk gebogen is, in
het bijzonder dichtbij de stekkers en de stopcontactdoos en op plaatsen waar het snoer uit het product
komt.
17. De netadapter dient zo dicht mogelijk bij het product in de buurt op een stopcontact te worden aangesloten
opdat de stekker onmiddellijk uit het stopcontact kan worden getrokken in noodgevallen.
Het onderstaande symbool is een waarschuwing dat er niet-geïsoleerde gevaarlijke spanning aanwezig is
binnen de behuizing van het product, die sterk genoeg kan zijn om een gevaar te vormen op elektrische schok
voor de gebruiker.
’
Het onderstaande symbool is een waarschuwing die wijst op de aanwezigheid van belangrijke
onderhoudsaanwijzingen in de documentatie die met het product wordt meegeleverd.
*
PX560-D-1B.indd 96 2016/12/15 11:39:55
Referentie
NL-95
STLport
Copyright 1994 Hewlett-Packard Company
Copyright 1996,97 Silicon Graphics Computer Systems, Inc.
Copyright 1997 Moscow Center for SPARC Technology.
Permission to use, copy, modify, distribute and sell this software and
its documentation for any purpose is hereby granted without fee,
provided that the above copyright notice appear in all copies and that
both that copyright notice and this permission notice appear in
supporting documentation. Hewlett-Packard Company makes no
representations about the suitability of this software for any
purpose. It is provided "as is" without express or implied warranty.
Permission to use, copy, modify, distribute and sell this software and
its documentation for any purpose is hereby granted without fee,
provided that the above copyright notice appear in all copies and that
both that copyright notice and this permission notice appear in
supporting documentation. Silicon Graphics makes no representations
about the suitability of this software for any purpose. It is provided
"as is" without express or implied warranty.
Permission to use, copy, modify, distribute and sell this software and
its documentation for any purpose is hereby granted without fee,
provided that the above copyright notice appear in all copies and that
both that copyright notice and this permission notice appear in
supporting documentation. Moscow Center for SPARC Technology makes no
representations about the suitability of this software for any
purpose. It is provided "as is" without express or implied warranty.
PX560-D-1B.indd 97 2016/12/15 11:39:55
A-1
Informatie
Vingerzettinggids
Fingered 1, Fingered 2 akkoorden
C
Cm
Cdim
Caug
*3
C
5
Csus4
*3
Csus2
*3
C7
Cm7
*3
CM7
CmM7
Cdim7
*3
CdimM7
C7
5
*3
Cm7
5
*3
CM7
5
Caug7
CaugM7
C7sus4
C6
*1 *3
Cm6
*2 *3
Cadd9
Cmadd9
C69
*3
Cm69
*3
C7
(
9)
C7
(9)
C7
(
9)
C7
(
11)
C7
(
13)
C7
(13)
Cm7
(9)
Cm7
(11) *3
CM7
(9)
CmM7
(9)
C5
C8
(Alleen grondtoon en 5de) *
4
(Alleen grondtoon of grondtoon plus
octaaf)
*
4
*1 Met Fingered 2, geïnterpreteerd als Am7.
*2 Met Fingered 2, geïnterpreteerd als Am7
b
5
.
*3 Het geïnverteerde formaat wordt in bepaalde gevallen niet ondersteund.
*4 Full Range akkoord wordt niet ondersteund.
PX560-D-1B.indd 98 2016/12/15 11:39:55
Informatie
A-2
Naast de akkoorden waarvan de vingerzetting
gemaakt kan worden met Fingered 1 en Fingered 2
worden de volgende akkoorden ook herkend.
• Met Fingered 3 wordt de laagste noot waarvan de
vingerzetting gemaakt is, geïnterpreteerd als de
basnoot. Geïnverteerde formaten worden niet
ondersteund.
• Bij het Full Range akkoord wordt het akkoord
geïnterpreteerd als een gedeeltelijk akkoord
wanneer de laagste vingerzetting een bepaalde
afstand is van de naastliggende noot.
• In tegenstelling tot Fingered 1, 2 en 3, is het bij Full
Range akkoord nodig om minstens drie toetsen in te
drukken om een akkoord te vormen.
Fingered 3, Full Range akkoorden
C
#
C
D
C
F
#
C
F
C
G
C
A
b
C
A
C
Gm
C
Am
C
B
b
m
C
Ddim
C
Fdim
C
FM7
C
A
b
M7
C
F
#
m7
b
5
C
Gdim
C
Adin
C
Bdin
C
A
b
7
C
F7
C
Fm7
C
B
b
C
C
#
m
C
Dm
C
Fm
C
Bm
C
A
b
m
C
F
#
m
C
Gm7
C
A
b
add9
C
C
#
dim
C
F
#
din
C
A
b
din
C
PX560-D-1B.indd 99 2016/12/15 11:39:56
A-3
Informatie
Akkoordvoorbeeldlijst
(
A
)
/B
BF
/
(
G
)
G
(
G
)
/A
AFCC
/
(
D
)
D
(
D
)
/E
E
Root
Chord
Type
M
m
dim
aug
5
sus4
sus2
7
m7
M7
mM7
dim7
dimM7
7
5
m7
5
M7
5
aug7
augM7
7sus4
PX560-D-1B.indd 100 2016/12/15 11:40:00
Informatie
A-4
(
A
)
/B
BF
/
(
G
)
G
(
G
)
/A
AFCC
/
(
D
)
D
(
D
)
/E
E
Root
Chord
Type
6
m6
add9
madd9
69
m69
7
(
9
)
7
(9)
7
(
9
)
7
(
11
)
7
(
13)
7
(13)
m7
(9)
m7
(11)
M7
(9)
mM7
(9)
5
8
• Daar het invoerbereik voor akkoorden beperkt is, is het mogelijk dat dit model bepaalde akkoorden die hierboven getoond worden niet ondersteunt.
PX560-D-1B.indd 101 2016/12/15 11:40:04
A-5
Informatie
Hoewel deze Digitale Piano een geluidsbron heeft die simultane weergave van 48 gedeelten ondersteunt, biedt de MIDI-
standaard ondersteuning voor het werken met de informatie van in totaal 16 gedeelten. Daarom zijn de 48 gedeelten van de
Digitale Piano verdeeld over drie poorten van 16 gedeelten, wat resulteert in drie ingebouwde MIDI-geluidsbronnen van 16
gedeelten. De MIDI-geluidsbron waarnaar de MIDI-gegevens die via de MIDI IN van de Digitale Piano binnenkomen naar toe
worden gestuurd, wordt gespecificeerd door de instelling (Poort A, B of C) van de MIDI In Port instelling.
■ Toewijzing van de poorten en de MIDI-kanaal gedeelten
Toewijzing van de delen en MIDI-kanalen en het blokdiagram
MIDI IN
kanaal
Gedeelte
Gedeeltengroep Gedeeltentoewijzing
MIDI
OUT
kanaal
Poort
A
11
Toetsenbordspel
Keyboard Upper 1 1-16 *
2
2 2 Keyboard Upper 2 2
3 3 Keyboard Lower 1 3
4 4 Keyboard Lower 2 4
5 5 Auto Harmonize 5
66
Niet gebruikt. *
4
unused
7 7 unused
8 8 Metronoomweergave Metronome
99
Automatische
begeleidingsweergave
(Wordt gebruikt voor
automatische
begeleidingsweergave tijdens
zowel toetsenbordspel als
MIDI-recorder weergave.)
Accomp Percussion 9
10 10 Accomp Drum 10
11 11 Accomp Bass 11
12 12 Accomp Chord 1 12
13 13 Accomp Chord 2 13
14 14 Accomp Chord 3 14
15 15 Accomp Chord 4 15
16 16 Accomp Chord 5 16
Poort
B
11
MIDI-recorder weergave
Systeemspoor
MIDI Recorder System Track Upper1
22
MIDI Recorder System Track Upper2
33
MIDI Recorder System Track Lower1
44
MIDI Recorder System Track Lower2
55
MIDI Recorder System Track
Auto Harmonize
66
Niet gebruikt. *
4
unused
7 7 unused
8 8 unused
9 9 unused
10 10 unused
11 11 unused
12 12 unused
13 13 unused
14 14 unused
15 15 unused
16 16 unused
Poort
C
11
MIDI-recorder weergave
Spoor
MIDI Recorder Track 1
2 2 MIDI Recorder Track 2
3 3 MIDI Recorder Track 3
4 4 MIDI Recorder Track 4
5 5 MIDI Recorder Track 5
6 6 MIDI Recorder Track 6
7 7 MIDI Recorder Track 7
8 8 MIDI Recorder Track 8
9 9 MIDI Recorder Track 9
10 10 MIDI Recorder Track 10
11 11 MIDI Recorder Track 11
12 12 MIDI Recorder Track 12
13 13 MIDI Recorder Track 13
14 14 MIDI Recorder Track 14
15 15 MIDI Recorder Track 15
16 16 MIDI Recorder Track 16
*1 De poort die MIDI In berichten accepteert, wordt gespecificeerd door de “MIDI In Port” instelling van het MIDI scherm.
*2 Het MIDI Out kanaal wordt gespecificeerd door de “Keyboard Channel” instelling van het MIDI scherm.
*3 De MIDI gegevensinstellingen van de automatische begeleiding worden geconfigureerd door de “Accomp Out” instelling
van het MIDI scherm.
*4 Gebruik “Niet gebruikt.” gedeelten bij het invoeren van optredensinformatie van een externe bron via MIDI In.
Port A
Port BMIDI IN
Port C
*
1
MIDI OUT
On
Off
*
3
PX560-D-1B.indd 102 2016/12/15 11:40:05
Informatie
A-6
Blokschema
Tone
Generator
LINE IN
AUDIO IN
Tone
Generator
LINE/
SPEAKER
OUT
Port A : Part1-5
Port A-C : Other Part
DSP
System
Chorus
System
Delay
System
Reverb
Master
EQ
Master
Compressor
Master
EQ
Master
Compressor
DSP
Chorus Send
Mono
Stereo
Chorus Return
Chorus Send
Delay Send
Reverb Send
Volume
Audio Volume
Volume
Comp position
Pre EQ / Post EQ
Chorus sent to Reverb
Delay sent to Reverb
Reverb Return
Chorus sent to Delay
Delay Return
Delay Send
Reverb Send
Volume
Master Volume
Opmerking 1:
Twee DSP’s, één voor Poort A Gedeelte 1
t/m 5 voor het toetsenbordspel en één voor
de andere gedeelten, worden in combinatie
gebruikt.
PX560-D-1B.indd 103 2016/12/15 11:40:05
Function Transmitted Recognized Remarks
Basic
Channel
1 - 16
1 - 16
1 - 16
1 - 16
Default
Changed
Note
Number
0 - 127 0 - 127
0 - 127
*
1True voice
After
Touch
Control
Change
*2
X
X
X
O
Pitch Bender
OO
Key’s
Ch’s
Velocity
O
9nH v = 1 - 127
O
8nH v = 0 - 127
O
9nH v = 1 - 127
O
9nH v = 0, 8nH v =
0 - 127
Note ON
Note OFF
Mode
Mode 3
X
Mode 3
X
Default
Messages
Altered
0
1
5
6, 38
7
10
11
16
17
18
19
64
65
66
67
71
72
Bank select
Modulation
Portamento Time
Data entry LSB, MSB
Volume
Pan
Expression
DSP Parameter1
*3
DSP Parameter2
*3
DSP Parameter3
*3
DSP Parameter4
*3
Hold1
Portamento Switch
Sostenuto
Soft pedal
Filter resonance
Release time
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
X
O
O
O
X
X
X
X
X
O
X
O
O
X
X
*3 *3
Model PX-560M Version : 1.0
MIDI Implementation Chart
PX560-D-1B.indd 106 2016/12/15 11:40:05
Function Transmitted Recognized Remarks
Basic
Channel
1 - 16
1 - 16
1 - 16
1 - 16
Default
Changed
Note
Number
0 - 127 0 - 127
0 - 127
*
1True voice
Program
Change
OO
0 - 127:True #
After
Touch
Control
Change
*2
X
X
X
O
Pitch Bender
OO
System Exclusive
OO
Key’s
Ch’s
Velocity
O
9nH v = 1 - 127
O
8nH v = 0 - 127
O
9nH v = 1 - 127
O
9nH v = 0, 8nH v =
0 - 127
Note ON
Note OFF
Mode
Mode 3
X
Mode 3
X
Default
Messages
Altered
System
Common
X
X
X
X
X
X
: Song Pos
: Song Sel
: Tune
Aux
Messages
Remarks
O
O
X
O
O
X
O
O
O
O
O
X
: All sound off
:
Reset all controller
: Local ON/OFF
: All notes OFF
: Active Sense
: Reset
System
Real Time
X
X
X
X
: Clock
: Commands
0
1
5
6, 38
7
10
11
16
17
18
19
64
65
66
67
71
72
73
74
76
77
78
80
81
82
83
84
88
91
93
94
98, 99
100, 101
Bank select
Modulation
Portamento Time
Data entry LSB, MSB
Volume
Pan
Expression
DSP Parameter1
*3
DSP Parameter2
*3
DSP Parameter3
*3
DSP Parameter4
*3
Hold1
Portamento Switch
Sostenuto
Soft pedal
Filter resonance
Release time
Attack time
Filter cutoff
Vibrato rate
Vibrato depth
Vibrato delay
DSP Parameter5
*3
DSP Parameter6
*3
DSP Parameter7
*3
DSP Parameter8
*3
Portamento Control
High resolution velocity prefix
Reverb send level
Chorus send level
Delay send level
NRPN LSB, MSB
RPN LSB, MSB
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes
X : No
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
X
O
O
O
X
X
X
X
X
O
X
O
O
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
O
O
O
O
O
O
*3
*3
*3
*3
*3
*3
*3 *3
Model PX-560M Version : 1.0
*1: Hangt af van de toon
*2: Een controleverandering van 0 t/m 101 kan aan de bedieningsregelaar worden toegewezen en
verzonden.
*3: Zie voor nadere details MIDI implementatie op http://world.casio.com/
.
PX560-D-1B.indd 2 2016/12/15 11:39:38
PX560-D-1B
NL
GEBRUIKSAANWIJZING
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Zorg er voor eerst aandachtig de
“Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de
veiligheid” te lezen voordat u de Digitale Piano
probeert te gebruiken.
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
PX
-
560M
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de
wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland.
MA1612-B
PX560-D-1B.indd 1 2016/12/15 11:39:38
B
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
-
17
-
18
-
19
-
20
-
21
-
22
-
23
-
24
-
25
-
26
-
27
-
28
-
29
-
30
-
31
-
32
-
33
-
34
-
35
-
36
-
37
-
38
-
39
-
40
-
41
-
42
-
43
-
44
-
45
-
46
-
47
-
48
-
49
-
50
-
51
-
52
-
53
-
54
-
55
-
56
-
57
-
58
-
59
-
60
-
61
-
62
-
63
-
64
-
65
-
66
-
67
-
68
-
69
-
70
-
71
-
72
-
73
-
74
-
75
-
76
-
77
-
78
-
79
-
80
-
81
-
82
-
83
-
84
-
85
-
86
-
87
-
88
-
89
-
90
-
91
-
92
-
93
-
94
-
95
-
96
-
97
-
98
-
99
-
100
-
101
-
102
-
103
-
104
-
105
