DU
GEBRUIK VAN DE LUCHTONTVOCHTIGER
A. FUNCTIE VAN DE LUCHTONTVOCHTIGER
Het principe van de luchtontvochtiging bestaat erin om de vochtige lucht
in de ruimte op te zuigen, te filteren en naar een condensator te leiden
met een lagere temperatuur (de compressor perst een koelgas samen
waardoor de temperatuur van de condensator zakt) met als gevolg dat
de waterdamp in de lucht wordt omgezet naar water dat in een reservoir
wordt opgevangen. De «gedroogde» lucht wordt weer in de ruimte
geblazen. Een optimale relatieve luchtvochtigheid ligt tussen 45% en 55%.
De luchtontvochtiger kan zowel handmatig als automatisch werken.
Handmatig gebruik
• Bij handmatig gebruik hebt u de keuze tussen een zwakke (19) of sterke intensiteit van de luchtontvochtiging.
• Om de intensiteit van de luchtontvochtiging te selecteren, drukt u eerst op de Power-toets (10) en vervolgens op de
Mode-toets (11) totdat het gewenste icoontje verschijnt.
Automatisch gebruik
• Bij automatisch gebruik kunt u de gewenste vochtigheidsgraad bepalen. Deze kan variëren van 40% tot 70%.
• Om de vochtigheidsgraad te bepalen, drukt u eerst op de Power-toets (10) en vervolgens op de Mode-toets (11) totdat
het icoontje (17) verschijnt.
• Druk vervolgens op de Humidity-toets (13) om de vochtigheidsgraad te selecteren. Na de selectie zal de gekozen
vochtigheidsgraad gedurende enkele seconden knipperen. Wanneer het toestel aanstaat, zal het de vochtigheidsgraad
en de temperatuur in de ruimte weergeven.
• Het toestel past zich automatisch aan om de geselecteerde vochtigheidsgraad te behouden of te bereiken.
Automatische ontdooiing
• Dit toestel is voorzien van een automatisch ontdooiingssysteem. Wanneer de temperatuur in de ruimte lager is dan 5°C,
kan het ontvochtigingsprogramma niet werken.
• De luchtontvochtiger is eveneens voorzien van een tweede temperatuurdetector die zich vlakbij de condensator bevindt.
Deze tweede temperatuurdetector meet de luchttemperatuur in deze zone en voorkomt op die manier het risico op
bevriezing, wat de goede werking van het programma zou kunnen verstoren. Deze meting wordt om de 38 minuten
uitgevoerd. Als de gemeten temperatuur lager is dan -5°C, stopt de compressor en start het ontdooiingsprogramma
automatisch. Na de ontdooiing zal de ventilator gedurende 5 minuten in werking treden. Hierna zal de ventilator, als de
temperatuur lager is dan -1°C, opnieuw in werking treden gedurende 3 minuten. Wanneer de temperatuur hoger is dan
1°C kan de ontvochtiging worden hervat.
• Ter informatie vindt u in de onderstaande tabel de gemiddelde hoeveelheid onttrokken water in 24u bij een variabele
temperatuur en vochtigheidsgraad*:
Temperatuur Vochtigheidsgraad
60% 80%
22° 7,2L 13,5L
26° 9L 16,2L
*Deze gegevens zijn gemiddelden en kunnen verschillen naargelang de plaats van gebruik.
B. RICHTEN VAN HET LUCHTUITLAATROOSTER
Tijdens de luchtontvochtiging of zuivering, kunt u de richting van het luchtuitlaatrooster instellen. Druk hiervoor één keer
op de Swing-toets (15). Het rooster zal 90° draaien. Druk een tweede keer op de Swing-toets (15) en het rooster blijft in
20