Philips CD 445 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding
CD445
www.philips.com/support
NL Digitale draadloze telefoon
Waarschuwing
Gebruik uitsluitend oplaadbare batterijen.
Laad de handset gedurende 24 uur op alvorens deze te gebruiken.
!
Inhoudsopga
v
e
1
Inhoudsopgave
1 Belangrijk 3
1.1 Voeding 3
1.2 Conformiteit 3
1.3 Recycling en afvalverwijdering 3
2 Uw telefoon 5
2.1 Verpakkingsinhoud 5
2.2 Bedieningselementen van de telefoon 6
2.2.1 Handset 6
2.2.2 Displaysymbolen op de handset 8
2.2.3 Basisstation 9
3 In gebruik nemen 10
3.1 Basisstation aansluiten 10
3.2 Batterijen plaatsen 10
3.3 Handset in de oplader zetten 11
3.4 Telefoon configureren 11
3.5 Handset uit-/inschakelen 11
4 Telefoneren 12
4.1 Bellen 12
4.1.1 Voorbereid kiezen 12
4.1.2 Rechtstreeks kiezen 12
4.1.3 Bellen met de bellijst 12
4.1.4 Bellen met het telefoonboek 12
4.1.5 Bellen met de automatische
nummerherhalingslijst 12
4.1.6 Gespreksteller 12
4.2 Gesprek aannemen 13
4.3 Gesprek in de handsfree-modus
aannemen 13
4.4 Gesprek beëindigen 13
4.5 R-functie 13
4.5.1 Tweede nummer kiezen 13
4.5.2 Tweede gesprek aannemen 13
4.6 Intern gesprek 14
4.6.1 Andere handset bellen 14
4.6.2 Extern gesprek naar een andere
handset doorverbinden 14
4.6.3 Groepsgesprek 14
4.6.4 Nummerweergave (CLIP) 15
4.6.5 Wachtgesprek 15
4.7 Handset(s) zoeken (Paging) 15
4.8 Eisen van de GAP-standaard 15
4.9 Elektrische, magnetische en
elektr
omagnetische velden (“EMF”) 15
5 Andere functies van uw telefoon 16
5.1 Tijdens een gesprek 16
5.1.1 Microfoon uitschakelen / weer activeren 16
5.1.2 Hoornvolume instellen 16
5.1.3 Luidspreker inschakelen 16
5.2 Telefoonboek 16
5.2.1 Nummer in het telefoonboek opslaan 17
5.2.2 Telefoonboek weergeven 17
5.2.3 Telefoonboeknotitie wijzigen 17
5.2.4 Afzonderlijke telefoonboeknotitie
wissen 17
5.2.5 Alle telefoonboeknotities wissen 17
5.2.6 Direct geheugen toewijzen 18
5.2.7 Telefoonboek overzetten 18
5.3 Bellijst 18
5.3.1 Bellijst oproepen 18
5.3.2 Bellijstnotitie in het telefoonboek
opslaan 19
5.3.3 Afzonderlijke bellijstnotitie wissen 19
5.3.4 Gehele bellijst wissen 19
5.4 Automatische nummerherhalingslijst 19
5.4.1 Automatische nummerherhalingslijst
oproepen 19
5.4.2 Notitie uit de automatische
nummerherhalingslijst
in het telefoonboek opslaan 19
5.4.3 Afzonderlijke notitie uit de automatische
nummerherhalingslijst wissen 19
5.4.4 Gehele automatische
nummerherhalingslijst wissen 20
5.5 Klok en alarm 20
5.5.1 Tijd instellen 20
5.5.2 Alarm instellen 20
5.5.3 Alarmmelodie instellen 20
5.5.4 Datum- en tijdsformaat instellen 20
5.6 Persoonlijke instellingen 21
5.6.1 Handsetmelodieën 21
5.6.2 Contrast instellen 22
5.6.3 Handset hernoemen 22
5.6.4 Automatisch beantwoorden instellen 22
5.6.5 Automatisch ophangen instellen 22
5.6.6 Menutaal instellen 23
5.6.7
V
er
lichting v
oor bedieningsv
eld
en display in-/uitschakelen 23
Inhoudsopga
v
e
2
5.7 Geavanceerde instellingen 23
5.7.1 Flashsignaalduur instellen 23
5.7.2 Kiesmodus instellen 23
5.7.3 Gespreksblokkering 23
5.7.4 Babyfoonfunctie 24
5.7.5 Basisstation handmatig selecteren 25
5.7.6 Extra handset aanmelden 25
5.7.7 Handset afmelden 25
5.7.8 PIN-code wijzigen 26
5.7.9 Standaardinstellingen terugzetten 26
5.7.10 Voorkiesnummer instellen 26
5.7.11 Land instellen 26
5.7.12 Conferentiemodus in-/uitschakelen 27
5.8 Netwerkdiensten 27
5.8.1 Gesprek doorschakelen 27
5.8.2 Voicemail/antwoordapparaat op het
netwerk 28
5.8.3 Informatiediensten van de
netwerkaanbieder 28
5.8.4 Terugbellen 29
5.8.5 Terugbellen deactiveren 29
5.8.6 Identiteit verbergen/nummerweergave
onderdrukken 29
5.9 Tekst- en cijferinvoer 30
5.9.1 Tekst en cijfers invoeren 30
5.9.2 Overschakelen van kleine letters naar
hoofdletters 30
6 Antwoordapparaat 31
6.1 Toetsen van het antwoordapparaat
op het basisstation 31
6.2 Antwoordapparaat in-/uitschakelen 31
6.3 Antwoordapparaat uitschakelen 32
6.4 Nieuwe en oude berichten beluisteren 32
6.5 Alle berichten wissen 33
6.6 Antwoordapparaat-instellingen 33
6.6.1 Antwoordapparaat-modus instellen 33
6.6.2 Aantal beltonen instellen 34
6.6.3 Geluidstoon instellen 35
6.6.4 Bediening op afstand 35
6.6.6 Meeluisteren op het basisstation 36
7 Standaardinstellingen 37
8 Menustructuur 38
9 Veelgestelde vragen 41
10
T
r
efw
oor
dregister 43
Belangrijk
3
1 Belangrijk
Neem enige tijd om de bedieningshandleiding
door te lezen alvorens de telefoon CD445 te
gebruiken. Deze bevat belangrijke informatie en
aanwijzingen voor de bediening van uw nieuwe
telefoon.
1.1 Voeding
Dit product heeft een voeding nodig van
220-240 Volt met eenfasige wisselstroom.
Tijdens een stroomstoring kan de verbinding
worden verbroken.
Het elektrische net wordt als gevaarlijk
geclassificeerd. De stroomvoorziening naar
het apparaat kan alleen worden onderbroken
door de netstekker uit het stopcontact te
trekken. Gebruik daarom een goed bereikbare
wandcontactdoos.
Waarschuwing
De oplaadcontacten en de accu mogen niet
met geleidende voorwerpen in aanraking
komen.
Houd de basisstation uit de buurt van
vloeistoffen.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven accu's
/ batterijen, anders bestaat het risico op
explosie.
Gebruik alleen de meegeleverde
aansluitkabels.
Het activeren van de handsfree-functie kan
het volume van de luidspreker plotseling zeer
sterk verhogen. Houd de handset daarom niet
te dicht bij uw oor.
Deze apparaatuitvoering kan tijdens een
stroomstoring niet worden gebruikt voor het
bellen van een alarmnummer. Gebruik in geval
van nood een ander apparaat, bijv. een
mobiele telefoon.
!
1.2 Conformiteit
Hierbij verklaart Philips Consumer Electronics
dat deze CD445 voldoet aan de essentiële eisen
en aan de overige relevante bepalingen van
Richtlijn 1999/5/EC.
De conformiteitsverklaring is beschikbaar op:
www.p4c.philips.com.
1.3 Recycling en afvalverwijdering
Instructies voor het op verantwoorde
wijze verwijderen van oude producten:
De WEEE-richtlijn ('Waste of Electrical and
Electronic Equipment', afval uit elektrische en
elektronische apparatuur; 2002/96/EG) werd
opgesteld ter bescherming van de gezondheid
van mensen en van het milieu, om ervoor te
zorgen dat uitgediende producten worden
verwijderd onder gebruikmaking van de beste
technische mogelijkheden voor hergebruik en
recycling.
Uw product werd ontwikkeld en gemaakt van
hoogwaardige materialen en componenten die
kunnen worden gerecycled en hergebruikt. Gooi
uw oude product niet bij het huisvuil.
Stel u op de hoogte van de plaatselijke
inzamelpunten voor elektrische en elektronische
afvalproducten die zijn voorzien van dit
symbool:
Maak gebruik van één van de onderstaan-
de verwijderingsmogelijkheden:
Verwijder het complete product (inclusief de
kabels, stekkers en de accessoires) bij het
bevoegde WEEE-inzamelpunt.
Wanneer u een vervangend product koopt,
kunt u uw oude apparaat bij de speciaalzaak
afgeven. Overeenkomstig de WEEE-richtlijn is
de detailhandel verplicht oude apparaten
terug te nemen.
Aanbevelingen voor de afvalverwijdering
van batterijen:
Batterijen mogen niet bij het huisvuil
worden gegooid.
Aanbevelingen voor de afvalverwijdering
van het verpakkingsmateriaal:
Philips heeft de verpakkingen van de apparatuur
gemerkt met standaardsymbolen om te
bevorderen dat deze volgens de
milieuvoorschriften worden verwijderd.
Er werd een financiële bijdrage geleverd
aan het nationale systeem voor
hergebruik en recycling.
Het verpakkingsmateriaal met dit
symbool kan gerecycled worden.
Belangr
ijk
4
Uw telefoon
5
2 Uw telefoon
2.1 Verpakkingsinhoud
Aanwijzing
In de verpakking kan zich een telefoonadapter bevinden.Wanneer u voor uw telefoonaansluiting
een adapter nodig heeft, sluit dan eerst de adapter aan op het telefoonsnoer, alvorens deze in de
telefooncontactdoos te steken.
In de multi-handset-verpakkingen treft u extra handsets, opladers, netadapters en batterijen aan.
Handset
Telefoonsnoer
Bedieningshandleiding Garantiebewijs
Korte
bedieningshandleiding
2 oplaadbare
batterijen AAA
Basisstation
Netadapter voor
het basisstation
+
-
+
-
Uw telef
oon
6
A Gebeurtenisweergave
UIT: Geen nieuwe gebeurtenissen.
KNIPPERT ROOD: Nieuwe gebeurtenissen
(bijv. gemist gesprek, wanneer u de
nummerweergave (CLIP) bij uw
netwerkaanbieder heeft aangevraagd).
B Menu-/OK-toets
In de stand-by modus: Hoofdmenu oproepen.
In de menu-modus: Functie selecteren die
direct boven de toets op het display wordt
weergegeven.
C Toets voor automatische
nummerherhaling/geluid uit/doorgaan
In de stand-by modus:Automatische
nummerherhalingslijst oproepen.
In de tekstinvoermodus/bij het voorbereid
kiezen: Kort indrukken om een teken/cijfer te
wissen.
In de tekstinvoermodus/bij het voorbereid
kiezen: Lang indrukken om alle tekens/cijfers
te wissen.
Tijdens een gesprek: De microfoon
uitschakelen.
In de menu-modus:Terugkeren naar het
vorige menuniveau.
DBellijst/Naar boven scrollen
In de stand-by modus: Bellijst oproepen.
In de menu-modus: In de menulijst naar boven
scrollen.
Tijdens de weergave van het
telefoonboek/bellijst/automatische
nummerherhalingslijst: Door de notities naar
boven scrollen.
Tijdens een gesprek: Het hoornvolume
verhogen.
In de tekstinvoermodus: Naar het vorige
teken/cijfer gaan.
E Telefoonboek/Naar beneden scrollen
In de stand-by modus:Telefoonboek
oproepen.
In de menu-modus: In de menulijst naar
beneden scrollen.
Tijdens de weergave van het
telefoonboek/bellijst/automatische
nummerherhalingslijst: Door de notities naar
beneden scrollen.
Tijdens een gesprek: Het hoornvolume
verlagen.
In de tekstinvoermodus: Naar het volgende
teken/cijfer gaan.
2.2 Bedieningselementen van de
telefoon
2.2.1 Handset
A
B
C
D
E
F Ophang-/Beëindigen-toets
In de stand-by modus: Ca. 5 seconden
indrukken om de handset uit te schakelen.
Vervolgens kort indrukken om de handset
weer in te schakelen.
In de menu-modus: Lang indrukken om terug
te keren naar de stand-by modus; kort
indrukken om terug te keren naar het vorige
menu.
Uw telefoon
7
Tijdens een verbinding: Gesprek beëindigen.
GOpneem-/R-toets
In de stand-by modus: Extern of intern
gesprek aannemen.
Tijdens een verbinding: R-functie invoegen
voor diensten van netwerkaanbieders.
HAlfanumeriek toetsenveld
I Hekje-toets
In de stand-by modus/bij nummer kiezen:
Kort indrukken om het hekje-teken # in te
voegen.
In de stand-by modus: Lang indrukken om de
beltoon uit te schakelen.
Bij het nummer kiezen: Lang indrukken om
een kiespauze in te voeren.
In de tekstinvoermodus: Kort indrukken om
van hoofdletters naar kleine letters over te
schakelen.
J Sterretje-toets
In de stand-by modus/bij nummer kiezen:
Kort indrukken om het sterretje-teken * in te
voegen.
In de stand-by modus: Lang indrukken om de
toetsblokkering in of uit te schakelen.
K Doorverbinden/Intern
gesprek/Conferentie
In de stand-by modus: Kort indrukken om een
intern gesprek te beginnen.
Tijdens een extern gesprek: Kort indrukken
om een intern nummer te kiezen of om
tussen de interne en externe
gespreksdeelnemer heen en weer te
schakelen.
Lang indrukken om een conferentiegesprek
met een externe en een interne deelnemer
tot stand te brengen.
L Luidspreker-toets
Tijdens een gesprek: De luidspreker in-
/uitschakelen.
MBus voor koptelefoon (afhankelijk van
het land)
Telefoneren in de handsfree-modus via de
koptelefoon, door de koptelefoon aan te
sluiten op de bus voor de koptelefoon.
F
G
H
J
K
L
I
M
Uw telef
oon
8
2.2.2 Displaysymbolen op de handset
Geeft de laadstatus van de batterij aan:
de batterijen zijn volledig ontladen
de batterijen zijn bijna leeg
de batterijen zijn half leeg
de batterijen zijn volledig opgeladen
Tijdens het opladen bewegen de balkjes in het batterijsymbool.
Licht continu op, wanneer de lijn bezet is. Knippert bij een inkomend gesprek
Knippert wanneer er nieuwe, nog niet beluisterde berichten (voicemails) zijn.
De bellijst staat uitsluitend ter beschikking, wanneer u de nummerweergave (CLIP) bij uw
netwerkaanbieder heeft aangevraagd.
Licht continu op tijdens het bladeren door de bellijst. Knippert, wanneer er gemiste
gesprekken zijn (voorwaarde: U heeft de nummerweergave (CLIP) bij uw
netwerkaanbieder aangevraagd).
Licht continu op tijdens het bladeren door het telefoonboek.
Licht continu op, wanneer het wekalarm geactiveerd is.
Licht continu op, wanneer de luidspreker geactiveerd is.
Licht continu op, wanneer de beltoon uitgeschakeld is.
Licht continu op, wanneer het antwoordapparaat (AA) ingeschakeld is. Knippert, wanneer
er nieuwe berichten op het antwoordapparaat zijn.
Licht continu op, wanneer de handset is aangemeld en zich binnen reikwijdte van het
basisstation bevindt. Knippert, wanneer de handset buiten reikwijdte is en naar het
basisstation zoekt.
Uw telefoon
9
P1
continu: De meldtekst voor
'Antwoordapparaat + Opnemen' wordt
afgespeeld.
P2
continu: De meldtekst voor 'Alleen
antwoordapparaat' wordt afgespeeld.
rE
continu: Het antwoordapparaat neemt net
een nieuw bericht op.
rA
continu: Knippert tijdens de bediening op
afstand.
C Antwoordapparaat AAN-/UIT-toets
Het antwoordapparaat in- of uitschakelen.
DWissen-toets
Het actuele bericht tijdens de weergave
wissen.
In de inactieve stand lang indrukken om alle
berichten op het antwoordapparaat te wissen.
Aanwijzing
Nog niet-beluisterde berichten worden niet
gewist.
E Terug-toets
Tijdens de berichtenweergave binnen één
seconde indrukken om naar het vorige
bericht terug te keren.
Tijdens de berichtenweergave na ca. één
seconde indrukken om het actuele bericht
nogmaals af te spelen.
F Vooruit-toets
Tijdens de berichtenweergave naar het
volgende bericht springen.
G+ / – toets
Tijdens de berichtenweergave het
luidsprekervolume verhogen (+)
of verlagen (–).
HPaging-toets (handset zoeken)
Kort indrukken: Handset(s) zoeken.
Ca. 3 seconden ingedrukt houden:
Aanmeldprocedure starten.
A
B
2.2.3 Basisstation
A Stop-/weergave-toets
Weergave van de berichten (het
eerstopgenomen bericht wordt het eerst
afgespeeld).
Berichtenweergave stoppen.
B Weergave van het aantal berichten
Wanneer het antwoordapparaat uitgeschakeld
is:
--
continu: Geeft aan dat het
antwoordapparaat uitgeschakeld is.
FU
en
--
knippert afwisselend: Het geheugen
van het antwoordapparaat is vol.
09
en
--
knippert afwisselend: Er zijn nieuwe
berichten (bijv. in totaal 09 berichten op het
antwoordapparaat).
Wanneer het antwoordapparaat ingeschakeld
is:
00
continu: Er zijn geen nieuwe berichten.
02
knippert: Er zijn nieuwe berichten (bijv. twee
nieuwe berichten of een nieuw en een oud
bericht).
02
continu:Weergave van het aantal oude
berichten (bijv. twee oude berichten op het
antwoordapparaat).
03
licht ca. één seconde op: het
luidsprekervolume van het basisstation is
ingesteld op niveau 3 (er staan in totaal zes
luidsprekervolumeniveaus van 00 tot 05 voor
het basisstation ter beschikking; in de
instelling 00 is de luidspreker uitgeschakeld en
05 is het hoogste luidsprekervolume).
Ao
continu: De antwoordapparaatmodus
'Alleen antwoordapparaat' is geactiveerd.
F
G
H
D
E
C
In gebr
uik nemen
10
Sluit de stekker van het telefoonsnoer aan
op de bus aan de onderzijde van het
basisstation.
Steek het andere uiteinde van het
telefoonsnoer in een telefooncontactdoos
en de netadapter in een stopcontact.
Aanwijzing
De telefoonadapter is mogelijkerwijs niet op het
telefoonsnoer aangesloten.Wanneer u voor uw
telefoonaansluiting een adapter nodig heeft, sluit
dan eerst de adapter op het telefoonsnoer aan
en steek deze vervolgens in uw
telefooncontactdoos.
3.2 Batterijen plaatsen
Uw CD445 wordt geleverd met twee
oplaadbare batterijen.Alvorens het toestel te
gebruiken moeten de batterijen in de handset
worden geplaatst en volledig worden opgeladen.
Open het batterijvakje.
1
3
2
3 In gebruik nemen
3.1 Basisstation aansluiten
Let op
Zet het basisstation niet in de directe nabijheid
van metalen deuren, metalen kasten,
verwarmingselementen of andere elektrische
apparaten. Daardoor kunnen de reikwijdte en
geluidskwaliteit negatief worden beïnvloed. In
gebouwen met dikke binnen- en buitenmuren
kan de radioverbinding naar het basisstation
eveneens worden beperkt.
Let op
Zodra de netadapter op het basisstation en op
de stroomvoorziening is aangesloten, wordt het
toestel van stroom voorzien. De
stroomvoorziening naar het toestel kan alleen
worden onderbroken, wanneer de netstekker
uit het stopcontact wordt getrokken. Gebruik
daarom een goed toegankelijk stopcontact in de
buurt van het toestel.
Sluit de netadapter en het telefoonsnoer op de
juiste wijze aan, anders kan het toestel worden
beschadigd.
Gebruik uitsluitend het bijgeleverde
telefoonsnoer.Anders heeft u mogelijkerwijs
geen kiestoon.
Sluit de stekker van de netadapter aan op de
bus aan de onderzijde van het basisstation.
1
!
In gebruik nemen
11
Aanwijzing
Nadat het land is geselecteerd worden de
netwerkafhankelijke standaardinstellingen voor
het desbetreffende land automatisch in uw
telefoon ingesteld.
Tip
Wanneer u per ongeluk een verkeerd land heeft
geselecteerd of naderhand een ander land wilt
instellen, drukt u in de stand-by modus op
om het hoofdmenu op te roepen.Voer
vervolgens ##**793 in om de
fabrieksinstellingen weer terug te zetten. Na ca.
30 seconden geeft uw telefoon weer de
WELKOM-weergave aan en kunt u nogmaals
een land selecteren.
3.5 Handset uit-/inschakelen
U kunt de handset uitschakelen om de
batterijen te ontzien.
Wanneer u de handset wilt uitschakelen,
houdt u de -toets ca. 5 seconden
ingedrukt.
Om de handset weer in te schakelen drukt
u kort op .
2
1
Place the batteries as indicated in the
battery compartment and replace the Plaats
de batterijen volgens de aanwijzingen in het
vakje en sluitje het batterijvakje.battery
cover.
3.3 Handset in de oplader zetten
Bij volledig opgeladen batterijen bedraagt de
totale gespreksduur ca. 12 uur en de
batterijcapaciteit in de inactieve stand ca.
150 uur.
Plaats de handset in de oplader van het
basisstation.
Laat de handset in de oplader staan, totdat
de batterijen volledig zijn opgeladen.
Wanneer de handset volledig is opgeladen,
wordt het symbool weergegeven.
3.4 Telefoon configureren
De WELKOM-weergave is afhankelijk van het
land en verschijnt niet altijd, wanneer het toestel
voor de eerste keer in gebruik wordt genomen.
Wanneer deze weergave niet verschijnt, hoeft u
uw landcode niet te selecteren, dan is uw
telefoon al geconfigureerd.
Anders moet uw telefoon vóór gebruik op het
land worden afgestemd, waarin deze wordt
gebruikt. Na enkele minuten oplaadduur
verschijnt de WELKOM-weergave.Volg de
aanwijzingen op het display om uw telefoon te
configureren:
Druk op om de landenkeuzelijst weer
te geven.
De beschikbare landen worden op het display
weergegeven.
Aanwijzing
Wanneer de -toets ingedrukt worden,
verschijnt de WELKOM-weergave opnieuw.
Selecteer met / uw land.
Bevestig uw keuze met .
De instellingen van uw telefoon worden nu
overeenkomstig het geselecteerde land
geconfigureerd, vervolgens verschijnt de
weergave voor de stand-by modus.
3
2
1
3
2
1
2
T
elef
oneren
12
4.1.4 Bellen met het telefoonboek
In de stand-by modus:
Roep het telefoonboek op met .
Selecteer met / de gewenste
telefoonboeknotitie.
Druk op om het nummer te kiezen.
De verbinding wordt tot stand gebracht.
Tip
In plaats van te bladeren door de
telefoonboeknotities met of , kunt u ook
de beginletter van de gezochte naam via de
alfanumerieke toetsen invoeren.Wanneer u bijv.
de -toets eenmaal indrukt, worden alle
notities weergegeven die met een A beginnen.
Wanneer u de -toets tweemaal indrukt,
verschijnen alle notities die met een B beginnen.
4.1.5 Bellen met de automatische
nummerherhalingslijst
In de stand-by modus:
Roep de automatische nummerherhalingslijst
op met .
Op het display verschijnt het laatstgekozen
telefoonnummer of de naam, wanneer het
nummer van de gesprekspartner al in het
telefoonboek is opgeslagen.
Selecteer met / de gewenste notitie.
Druk op om het nummer te kiezen.
De verbinding wordt tot stand gebracht.
Tip
In de automatische nummerherhalingslijst
worden de 10 laatstgekozen telefoonnummers
opgeslagen. Het laatstgekozen nummer
verschijnt aan het begin van de lijst.Wanneer
het telefoonnummer al in het telefoonboek is
opgeslagen, wordt de naam weergegeven.
4.1.6 Gespreksteller
Nadat een gesprek beëindigd is, verschijnt de
gespreksteller. De gespreksduur wordt
weergegeven in minuten en seconden (MM:SS).
3
2
1
3
2
1
4 Telefoneren
4.1 Bellen
4.1.1 Voorbereid kiezen
Voer het telefoonnummer in (max.
24 cijfers).
Druk op om het nummer te kiezen.
De verbinding wordt tot stand gebracht.
4.1.2 Rechtstreeks kiezen
Druk op om de lijn te bezetten.
Voer het telefoonnummer in.
De verbinding wordt tot stand gebracht.
4.1.3 Bellen met de bellijst
De bellijst staat alleen ter beschikking, wanneer
u de nummerweergave (CLIP) bij uw
netwerkaanbieder heeft aangevraagd.
In de stand-by modus:
Druk op om de functie BELLIJST te
selecteren.
Druk op .
Selecteer met / de gewenste notitie.
Aanwijzing
De volgende gegevens kunnen worden
weergegeven:
het nummer van de beller*
de naam van de beller (wanneer deze
overeenstemt met de telefoonboeknotitie)*
ONBESCHIKB., wanneer de beller niet kon
worden vastgesteld**
De datum- en tijdgegevens zijn afhankelijk van
de netwerkaanbieder.
* CLIP noodzakelijk, moet bij de
netwerkaanbieder worden aangevraagd
** Onbekend nummer, onderdrukte
nummerweergave.
Druk op voor de nummerweergave.
De verbinding wordt tot stand gebracht.
Aanwijzing
Het laatstgemiste gesprek verschijnt aan het
begin van de bellijst. De oudste notitie wordt
automatisch ge
wist,
zodra het geheugen v
ol is.
4
3
2
1
2
1
2
1
Telefoneren
13
4.5 R-functie
Het gebruik van deze functie hangt af van het
abonnement en moet bij de netwerkaanbieder
worden aangevraagd. U kunt de R-functie
gebruiken, wanneer u tijdens een verbinding een
tweede nummer wilt kiezen of een tweede
gesprek wilt aannemen. De in de hoofdstukken
4.5.1 en 4.5.2 aangegeven bedieningsstappen
kunnen, afhankelijk van het land en van de
netwerkaanbieder, verschillend zijn.
Bijzonderheden over de R-functie en de daaraan
gekoppelde diensten krijgt u van uw
netwerkaanbieder.
4.5.1 Tweede nummer kiezen
Tijdens een bestaande verbinding:
Druk op en selecteer met / de
functie 2DE GESPREK
Druk op om het tweede
telefoonnummer te kiezen.
Het tweede gesprek wordt tot stand gebracht.
Aanwijzing
U kunt de -toets indrukken en met /
de functies GESPR SCHAK. of
CONFERENTIE selecteren, wanneer u tussen
beide gesprekken heen en weer wilt schakelen
of een conferentiegesprek tot stand wilt
brengen.
4.5.2 Tweede gesprek aannemen
Deze mogelijkheid moet bij de
netwerkaanbieder worden aangevraagd.
Wanneer er tijdens een telefoongesprek een
tweede gesprek binnenkomt, hoort u de
aankloptoon:
Druk tijdens de nummerweergave op en op
/ om het tweede gesprek aan te nemen
of te weigeren.
Aanwijzing
Nadat het tweede gesprek is aangenomen, kunt
u de -toets indrukken en met / de
functie GESPR SCHAK. of CONFERENTIE
selecteren om tussen de beide gesprekken heen
en weer te schakelen of om een
conferentiegesprek tot stand te brengen.
2
1
4.2 Gesprek aannemen
Wanneer de beltoon van de telefoon klinkt,
drukt u op .
De verbinding is tot stand gebracht.
4.3 Gesprek in de handsfree-modus
aannemen
Wanneer de beltoon van de telefoon klinkt,
drukt u op .
De verbinding is tot stand gebracht en het
-symbool licht op. U kunt met de beller
praten zonder de handset vast te houden.
Let op
Het activeren van de handsfreefunctie kan het
hoornvolume plotseling zeer sterk verhogen.
Houd daarom de handset uit de buurt van uw
oor, wanneer de beltoon klinkt bij een
inkomend gesprek of wanneer de handsfree-
modus werd geactiveerd.
Aanwijzing
Inkomende gesprekken hebben voorrang boven
andere gebeurtenissen.Wanneer er een gesprek
binnenkomt, worden begonnen functies, bijv. het
instellen van functies of het navigeren door de
menu's, enz. afgebroken.
Tip
Wanneer de modus 'Automatisch gesprek
aannemen' geactiveerd is, kan het gesprek
worden aangenomen door de handset uit het
basisstation/de oplader te nemen.
4.4 Gesprek beëindigen
Druk tijdens een verbinding op .
De verbinding wordt beëindigd.
OF
Plaats de handset in het basisstation.
De verbinding wordt beëindigd.
!
T
elef
oneren
14
Aanwijzing
Wanneer u de nummerweergave heeft
aangevraagd, wordt het telefoonnummer van de
beller op het display weergegeven.
4.6 Intern gesprek
Om deze functie te kunnen gebruiken moeten
er ten minste twee handsets zijn aangemeld. Met
de interne gespreksfunctie kunt u gratis interne
gesprekken voeren, externe gesprekken naar
een andere handset doorverbinden en
conferentiegesprekken voeren.
4.6.1 Andere handset bellen
In de stand-by modus:
Druk op
De beschikbare handsets worden op het display
weergegeven.
Selecteer de gewenste handset met / .
Druk op (op de handset die belt).
De beltoon van de handset die wordt gebeld,
klinkt.
Druk op om het gesprek op de gebelde
handset aan te nemen.
De interne verbinding wordt tot stand gebracht.
Aanwijzing
Wanneer de gebelde handset in gesprek is,
hoort u de bezettoon.
4.6.2 Extern gesprek naar een andere
handset doorverbinden
Tijdens een extern gesprek:
Druk op om een intern gesprek tot
stand te brengen.
De beschikbare handsets worden weergegeven
en het externe gesprek wordt automatisch
vastgehouden.
Selecteer met / de gewenste handset.
Druk op om de geselecteerde handset
te bellen.
De beltoon van de gebelde handset klinkt.
Neem op de gebelde handset het interne
gesprek aan met .
4
3
2
1
4
3
2
1
Aanwijzing
Met de -toets kunt u tussen het interne en
externe gesprek heen en weer schakelen
(wisselgesprek houden).
Druk op de eerste handset op .
Het externe gesprek wordt naar de andere
handset doorverbonden.
4.6.3 Groepsgesprek
Met de functie 'conferentie' kan een
groepsgesprek met een externe en twee interne
deelnemers (met de interne gespreksfunctie) tot
stand worden gebracht. De drie
gespreksdeelnemers kunnen met elkaar spreken;
dit soort conferentiegesprekken hoeft niet bij de
netwerkaanbieder te worden aangevraagd.
Tijdens een extern gesprek:
Druk op om een intern gesprek tot
stand te brengen.
De beschikbare handsets worden weergegeven
en het externe gesprek wordt automatisch
vastgehouden.
Selecteer met / de gewenste handset.
Druk op om de gewenste handset te
bellen.
De beltoon van de gebelde handset klinkt.
Neem op de gebelde handset het interne
gesprek aan met .
Aanwijzing
Met de -toets kunt u tussen het interne en
externe gesprek heen en weer schakelen.
Houd de -toets op de eerste handset
ingedrukt.
Er wordt een groepsgesprek tot stand gebracht
met de beide handsets en de externe
deelnemer.
Tijdens een conferentiegesprek:
Druk op om het externe gesprek vast te
houden en het interne gesprek voort te
zetten.
Het externe gesprek wordt automatisch
vastgehouden.
Houd de -toets ingedrukt om het
groepsgesprek weer tot stand te brengen.
2
1
5
4
3
2
1
5
Telefoneren
15
4.8 Eisen van de GAP-standaard
De GAP-standaard is een garantie voor het feit,
dat alle handsets en basisstations die geschikt
zijn voor DECT™ en GAP voldoen aan de
minimumeisen van de standaard, ongeacht het
merk. Uw handset en uw basisstation
CD440/445 voldoen aan de GAP-eisen, d.w.z. de
werking van de volgende functies wordt
gegarandeerd: handset aanmelden, lijn bezetten,
gesprekken ontvangen en telefoonnummers
kiezen.
De uitgebreide functies kunnen mogelijk niet ter
beschikking staan, wanneer u een handset van
een ander merk (geen CD440/445) op uw
basisstation gebruikt.Wanneer u de handset
CD440/445 op een basisstation dat geschikt is
voor GAP van een ander merk wilt aanmelden
en gebruiken, dient u eerst de aanwijzingen in
de technische gegevens van de fabrikant op te
volgen en vervolgens de stappen voor het
aanmelden die in deze gebruiksaanwijzing staan
vermeld, zie hoofdstuk 5.7.6.
Om een handset van een ander merk aan te
melden op de basis CD440/445, zet u de basis
in de aanmeldmodus (zie hoofdstuk 5.7.6) en
volgt u vervolgens de aanwijzingen op in de
technische gegevens van de fabrikant.
4.9 Elektrische, magnetische en
elektromagnetische velden
(“EMF”)
1. Philips Royal Electronics produceert en
verkoopt een groot aantal producten voor
eindverbruikers die, net als alle
elektronische apparaten, elektromagnetische
signalen kunnen verzenden en ontvangen.
2. Een belangrijk principe van het bedrijfsbeleid
van Philips is het naleven van alle
noodzakelijke gezondheids- en
veiligheidsmaatregelen voor Philips-
producten om te garanderen dat deze
producten overeenstemmen met alle
voorgeschreven richtlijnen en voldoen aan
de EMF-normen op het tijdstip waar
op deze
producten werden gefabriceerd.
Aanwijzing
Wanneer het conferentiegesprek op één
handset wordt beëindigd, blijft de andere
handset met de externe deelnemer verbonden.
4.6.4 Nummerweergave (CLIP)
De functie nummerweergave (CLIP) moet bij de
netwerkaanbieder worden aangevraagd.
Wanneer u deze functie heeft aangevraagd,
verschijnt bij een inkomend gesprek het
telefoonnummer of de naam van de beller op
het display van de handset, op voorwaarde dat
de beller het doorgeven van zijn
telefoonnummer niet heeft onderdrukt. U kunt
dan beslissen of u het gesprek wilt aannemen of
niet. Meer bijzonderheden over de
nummerweergave krijgt u van uw
netwerkaanbieder.
4.6.5 Wachtgesprek
Wanneer u de functie 'Wachtgesprek' bij uw
netwerkaanbieder heeft aangevraagd, hoort u bij
een tweede inkomend gesprek de aankloptoon
in de hoorn.Waneer u de nummerweergave
(CLIP) heeft aangevraagd, wordt ook het
nummer of de naam van de tweede beller
weergegeven. Meer bijzonderheden over de
nummerweergave krijgt u van uw
netwerkaanbieder.
Druk op om het tweede gesprek aan te
nemen.
4.7 Handset(s) zoeken (Paging)
U kunt een zoekgeraakte handset zoeken door
de -toets op het basisstation in te drukken.
De beltonen van alle handsets die op dit
basisstation zijn aangemeld, zullen dan klinken.
U kunt de paging-toon beëindigen door op één
van de volgende toetsen te drukken / /
/ of opnieuw de -toets op het
basisstation in te drukken.
Andere functies van uw telef
oon
16
3. Philips heeft de verplichting aangegaan
producten te ontwikkelen, te fabriceren en
te verkopen die geen enkel
gezondheidsrisico veroorzaken.
4. Philips bevestigt dat bij een juiste bediening
en gebruik volgens het doel waarvoor het
product bestemd is, voor alle Philips-
producten een absolute veiligheid tijdens het
gebruik gegarandeerd is, overeenkomstig de
op dat tijdstip geldige, wetenschappelijke
inzichten.
5. Philips neemt actief deel aan de ontwikkeling
van internationale EMF- en
veiligheidsnormen en heeft daardoor de
mogelijkheid nieuwe richtlijnen reeds
vroegtijdig in de producten te integreren.
5 Andere functies van uw
telefoon
5.1 Tijdens een gesprek
Tijdens een bestaande verbinding staan er nog
andere functies ter beschikking. Druk tijdens
een gesprek op de desbetreffende toets om de
gewenste functie op te roepen.
De volgende functies staan ter beschikking:
5.1.1 Microfoon uitschakelen / weer
activeren
Tijdens een gesprek:
Druk op
De microfoon is uitgeschakeld en GELUID
UIT wordt weergegeven.
Druk opnieuw op om de microfoon
weer in te schakelen.
5.1.2 Hoornvolume instellen
Tijdens een gesprek:
Druk op / om het actuele
hoornvolumeniveau weer te geven.
Selecteer het gewenste volumeniveau met
de toetsen / (niveau 1 tot 5).
Het hoornvolume is ingesteld en de telefoon
geeft de gespreksweergave weer aan.
5.1.3 Luidspreker inschakelen
Tijdens een gesprek:
Druk op om de luidspreker in te
schakelen.
5.2 Telefoonboek
Uw telefoonboek kan maximaal 100 telefoon-
boeknotities opslaan.Voor telefoonnummers die
u vaak gebruikt staan negen telefoonn
ummerge-
heugens waartoe u direct toegang heeft, ter
beschikking. Ieder telefoonnummer kan uit
maximaal 24 tekens bestaan.Wanneer u meer-
dere handsets gebruikt, beschikt iedere handset
over zijn eigen telefoonboek.
1
2
1
2
1
Andere functies van uw telef
oon
17
5.2.1 Nummer in het telefoonboek
opslaan
In de stand-by modus:
Roep met het hoofdmenu op.
Druk op om TELEFOONBOEK te
selecteren.
Druk op om NW INVOER te
selecteren.
Voer de naam in (maximaal 12 tekens).
Druk op om het nummer in te voeren
(maximaal 24 cijfers).
Druk op om een groep te selecteren
(<GEEN GROEP>, <GROEP A>,
<GROEP B>, <GROEP C>).
Druk op om de notitie op te slaan.
U hoort een pieptoon en de telefoonboeknotitie
is opgeslagen.
Aanwijzing
Wanneer u bij uw netwerkaanbieder de
nummerweergave heeft aangevraagd, kunt u aan
iedere bellergroep een speciale beltoon
toewijzen. U hoort dan de toegewezen
groepsbeltoon, wanneer een beller uit deze
groep u belt. U kunt ook naderhand aan
willekeurige notities een speciale bellergroep
toewijzen.
5.2.2 Telefoonboek weergeven
In de stand-by modus:
Roep met het hoofdmenu op.
Druk op om TELEFOONBOEK te
selecteren.
Selecteer met / de functie
TEL.BOEK OPN.
Druk op en selecteer met / de
gewenste telefoonboeknotitie.
Druk op om de details van de
geselecteerde notitie weer te geven.
Tip
U kunt in de stand-by modus met het
telefoonboek oproepen, selecteer vervolgens
met / de gewenste telefoonboeknotitie
en druk op om de details van de
geselecteerde notitie weer te geven.
5
4
3
2
1
7
6
5
4
3
2
1
5.2.3 Telefoonboeknotitie wijzigen
In de stand-by modus:
Roep met het hoofdmenu op.
Druk op om TELEFOONBOEK te
selecteren.
Selecteer met / de functie
GEGEVENS BEW.
Druk op en selecteer met / de
notitie die u wilt wijzigen.
Druk op .
Met kunt u teken voor teken wissen,
wijzig de naam en druk op .
Met kunt u afzonderlijke cijfers wissen,
wijzig het nummer en druk op .
Selecteer met / een groep (<GEEN
GROEP>, <GROEP A>, <GROEP B>,
<GROEP C>).
Druk op om de notitie op te slaan.
U hoort een pieptoon en de geselecteerde
telefoonboeknotitie is geactualiseerd.
5.2.4 Afzonderlijke telefoonboeknotitie
wissen
In de stand-by modus:
Roep met het hoofdmenu op.
Druk op om TELEFOONBOEK te
selecteren.
Selecteer met / de functie
GEGEVENS WIS.
Druk op en selecteer met / de
notitie die u wilt wissen.
Bevestig met .
U hoort een pieptoon en de geselecteerde
telefoonboeknotitie is gewist.
5.2.5 Alle telefoonboeknotities wissen
Roep met het hoofdmenu op.
Druk op om TELEFOONBOEK te
selecteren.
Selecteer met / de functie ALLES
WISSEN.
Bevestig met .
Bevestig nogmaals met .
U hoort een pieptoon en alle
telefoonboeknotities zijn gewist.
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
9
8
7
6
5
4
3
2
1
Andere functies van uw telef
oon
18
5.2.6 Direct geheugen toewijzen
Er kunnen 9 telefoonnummers aan de directe
geheugens (toetsen tot ) worden
toegewezen.Wanneer u vervolgens in de stand-
by modus de desbetreffende toets ingedrukt
houdt, wordt het opgeslagen telefoonnummer
automatisch gekozen.
Afhankelijk van het land kunnen de toetsen 1 en
2 reeds met het telefoonnummer voor de voi-
cemailbox en met het servicenummer van uw
netwerkaanbieder voorgeprogrammeerd zijn.
Wanneer de toetsen 1 en 2 reeds zijn toegewe-
zen, worden ze in de keuzelijst niet weergege-
ven.Wanneer het voicemailboxnummer en het
servicenummer van uw netwerkaanbieder niet
beschikbaar zijn, worden de toetsen 1 en 2
boven de toets 3 als directe geheugenopties
weergegeven, zie de hoofdstukken 5.8.2 en 5.8.3
voor meer bijzonderheden.
In de stand-by modus:
Roep met het hoofdmenu op.
Druk op om TELEFOONBOEK te
selecteren.
Selecteer met / de functie DIRECT
GEH..
Druk op en selecteer met / een
geheugenplaats (TOETS 1 tot TOETS 9).
Druk tweemaal op om de functie
TOEVOEGEN te selecteren.
Druk op en selecteer met / de
telefoonboeknotitie die u op deze
geheugenplaats wilt opslaan.
Bevestig met .
U hoort een pieptoon en de telefoonboeknotitie
is in het directe geheugen van de geselecteerde
toets opgeslagen.
Tip
Het opgeslagen telefoonnummer wordt
automatisch gekozen, wanneer u de
desbetreffende snelkeuzetoets ingedrukt houdt.
5.2.7 Telefoonboek overzetten
Met deze functie kunt u het telefoonboek van
een handset naar een andere handset overzet-
ten. Daarvoor moeten er ten minste twee hand-
sets op hetzelfde basisstation zijn aangemeld.
7
6
5
4
3
2
1
In de stand-by modus:
Roep met het hoofdmenu op.
Druk op om TELEFOONBOEK te
selecteren.
Selecteer met / de functie
TEL.BOEK OVZ.
Druk op .
De beschikbare handsets worden weergegeven.
Aanwijzing
Wanneer er meer dan twee handsets op het
basisstation zijn aangemeld, kunt u met /
de gewenste handset selecteren.
Op de gebelde handset verschijnt de
melding “OVERZ.VAN”.
Om het overzetten van het telefoonboek
aan te nemen, drukt u op de gebelde
handset op of drukt u op , wanneer
u het overzetten wilt weigeren.
Alle telefoonboeknotities worden naar de
gebelde handset overgezet.Wanneer het
overzetten voltooid is, wordt op beide handsets
VOLTOOID
weergegeven.
5.3 Bellijst
Deze functie staat alleen ter beschikking,
wanneer u de nummerweergave (CLIP) bij uw
netwerkaanbieder heeft aangevraagd. Uw
telefoon kan maximaal 50 gemiste gesprekken
opslaan.
Het symbool en de led op de handset
knipperen om gemiste gesprekken aan te geven.
Wanneer de beller zijn identiteit niet heeft
onderdrukt, wordt zijn naam (of zijn nummer)
weergegeven. De gemiste gesprekken worden in
chronologische volgorde weergegeven, het
laatste gemiste gesprek verschijnt aan het begin
van de lijst.
5.3.1 Bellijst oproepen
Roep met de bellijst op.
Druk op om de BELLIJST te openen.
Het laatste, gemiste gesprek wordt
weergegeven.
Met de toetsen / kunt u de
resterende notities weergeven.
3
2
1
6
5
4
3
2
1
Andere functies van uw telef
oon
19
5.3.2 Bellijstnotitie in het telefoonboek
opslaan
In de stand-by modus:
Roep met de bellijst op.
Druk op om de BELLIJST te openen.
Selecteer een notitie met / .
Druk op om de functie
OPSL.TELBOEK te selecteren.
Druk op om de naam in te voeren.
Druk op om het telefoonnummer van
het gemiste gesprek weer te geven. Indien
nodig kunt u het nummer wijzigen.
Druk op om een groep te selecteren
(<GEEN GROEP>, <GROEP A>,
<GROEP B>, <GROEP C>).
Bevestig met .
U hoort een pieptoon en de geselecteerde
bellijstnotitie is in het telefoonboek opgeslagen.
5.3.3 Afzonderlijke bellijstnotitie wissen
In de stand-by modus:
Roep met de bellijst op.
Druk op om de BELLIJST te openen.
Selecteer een notitie met / .
Druk op en selecteer met / de
functie WISSEN.
Bevestig met .
U hoort een pieptoon en de geselecteerde
bellijstnotitie is gewist.
5.3.4 Gehele bellijst wissen
In de stand-by modus:
Roep met de bellijst op.
Druk op om de BELLIJST te openen.
Selecteer een notitie met / .
Druk op om de functie ALLES
WISSEN te selecteren.
Bevestig met .
Bevestig nogmaals met .
U hoort een pieptoon. Alle bellijstnotities zijn
gewist.
6
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
8
7
6
5
4
3
2
1
5.4 Automatische
nummerherhalingslijst
Uw telefoon slaat de 10 laatstgekozen
telefoonnummers op. De eerste 24 tekens van
ieder telefoonnummer worden opgeslagen.
5.4.1 Automatische
nummerherhalingslijst oproepen
In de stand-by modus:
Druk op
Het laatstgekozen telefoonnummer wordt aan
het begin van de lijst weergegeven.
Met de toetsen / kunt u de andere
gekozen telefoonnummers weergeven.
Tip
Wanneer het telefoonnummer uit meer dan
12 cijfers bestaat, druk dan op om de
overige cijfers weer te geven.
5.4.2 Notitie uit de automatische
nummerherhalingslijst in het
telefoonboek opslaan
In de stand-by modus:
Roep met de automatische
nummerherhalingslijst op.
Selecteer met / een notitie.
Druk op om de functie
OPSL.TELBOEK te selecteren.
Druk op om de naam in te voeren.
Druk op om het nummer van de
geselecteerde notitie weer te geven. Indien
nodig kunt u het nummer wijzigen.
Druk op om een groep te selecteren
(<GEEN GROEP>, <GROEP A>,
<GROEP B>, <GROEP C>).
Bevestig met .
U hoort een pieptoon. De geselecteerde notitie
wordt naar het telefoonboek gekopieerd.
5.4.3 Afzonderlijke notitie uit de
automatische
nummerherhalingslijst wissen
Roep met
de automatische
nummerherhalingslijst op.
Selecteer met
/
een notitie.
2
1
7
6
5
4
3
2
1
2
1
Andere functies van uw telef
oon
20
Druk op en selecteer met / de
functie WISSEN.
Bevestig met .
U hoort een pieptoon en de geselecteerde
notitie is gewist.
5.4.4 Gehele automatische nummerher-
halingslijst wissen
Roep met de automatische
nummerherhalingslijst op.
Druk op en selecteer met /
ALLES WISSEN.
Bevestig met .
Bevestig nogmaals met .
U hoort een pieptoon en de gehele
automatische nummerherhalingslijst is gewist.
5.5 Klok en alarm
5.5.1 Tijd instellen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
KLOK&ALARM.
Druk op om de functie KLOK INSTL.
te selecteren.
Druk op en voer de actuele datum in
(DD/MM/JJ).
Druk op en voer de actuele tijd
(SS:MM) in het 24-uursformaat in.
Aanwijzing
Om het datum- en tijdsformaat te wijzigen, zie
hoofdstuk 5.5.4.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.5.2 Alarm instellen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
KLOK&ALARM.
Druk op en selecteer met / de
functie ALARM.
Druk op en selecteer met / de
optie UIT, EENMALIG AAN of
DGLIJKS
AAN
.
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
4
3
2
1
4
3
Aanwijzing
Wanneer u de instelling EENMALIG AAN of
DGLIJKS AAN heeft geselecteerd, voert u de
alarmtijd in.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Aanwijzing
Wanneer de alarminstelling EENMALIG AAN
of DGLIJKS AAN werd ingesteld, wordt het
symbool op het display weergegeven.
Wanneer de alarmtijd is bereikt, klinkt er een
alarmmelodie en op het display knippert
ALARM. Druk op om de alarmmelodie uit
te schakelen.
5.5.3 Alarmmelodie instellen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
KLOK&ALARM.
Druk op en selecteer met / de
functie ALARMMELODIE.
Druk op om selecteer met / de
gewenste alarmmelodie;
Selectiemogelijkheden: MELODIE 1 tot
MELODIE 10.
Aanwijzing
Wanneer u door de melodieënlijst bladert,
wordt de desbetreffende melodie afgespeeld.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.5.4 Datum- en tijdsformaat instellen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
KLOK&ALARM.
Druk op en selecteer met / de
functie TIJD/DATUM.
Druk op en selecteer met / het
gewenste tijdsformaat de displayweergave
(12-UUR of 24-UUR).
Bevestig de tijdsformaatinstelling met .
Selecteer met / het gewenste
datumformaat voor de displayweergave
(DD/MM of MM/DD).
Bevestig de datumformaatinstelling met .
7
6
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
Andere functies van uw telef
oon
21
Met deze functie kunt u voor uw
telefoonboeknotities groepsmelodieën
selecteren. Bij een inkomend gesprek hoort u de
ingestelde groepsmelodie en kunt u de belgroep
al aan de melodie herkennen. U kunt voor
iedere groep een speciale belmelodie instellen.
Er staan drie belgroepen (GROEP A, B, C)
voor uw telefoonboeknotities ter beschikking.
Aan iedere belgroep kan een speciale melodie
worden toegewezen.
Druk op om het hoofdmenu op te
roepen.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op om de functie HANDSET
MELO te selecteren.
Druk op en selecteer met / de
functie GROEPMELODIE.
Druk op en selecteer met / de
gewenste groep (GROEP A, GROEP B,
GROEP C).
Druk op en selecteer met / de
gewenste groepsmelodie.
Aanwijzing
Terwijl u door de melodieënlijst bladert, wordt
de desbetreffende melodie afgespeeld.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.6.1.4 Toetstoon in-/uitschakelen
Iedere keer wanneer u op een toets drukt,
wordt dat bevestigd d.m.v. een pieptoon. U kunt
de toetstoon uit- of inschakelen. Standaard staat
de toetstoon op Aan.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op om de functie HANDSET
MELO te selecteren.
Druk op en selecteer met / de
functie TOETSTOON.
Druk op en selecteer met / de
optie AAN of UIT.
Druk op om de instellingen op te slaan.
6
5
4
3
2
1
7
6
5
4
3
2
1
5.6 Persoonlijke instellingen
5.6.1 Handsetmelodieën
5.6.1.1 Volume beltoon instellen
Er is keuze uit vijf volumeniveaus voor de
beltoon (één tot vijf balkjes) en een in volume
toenemende beltoon.
Let op
Houd de handset bij een inkomend gesprek niet
bij uw oor, omdat de beltoon uw gehoor kan
beschadigen.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op om de functie HANDSET
MELO te selecteren.
Druk op om de functie
BELTOONVOLUM te selecteren.
Druk op en selecteer met / het
gewenste beltoonvolume.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Tip
U kunt de beltoon uitschakelen door de
-toets ingedrukt te houden. Op het display
verschijnt .
5.6.1.2 Belmelodie instellen
Er staan 10 belmelodieën ter beschikking voor
iedere handset.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op om de functie HANDSET
MELO te selecteren.
Druk op en selecteer met / de
functie BELT.MELODIE.
Druk op en selecteer met / de
gewenste beltoonmelodie.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.6.1.3 Groepsmelodie instellen
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u
de functie 'nummerweergave' bij uw
netwerkaanbieder hebben aangevraagd.
6
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
!
Andere functies van uw telef
oon
22
Druk op en selecteer met / het
gewenste contrastniveau.
Aanwijzing
Tijdens het bladeren door de contrastniveaus
wordt de desbetreffende contrastinstelling op
het display weergegeven.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.6.3 Handset hernoemen
U kunt uw handset een andere naam geven. De
handsetnaam wordt in de stand-by modus op
het display weergegeven.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op en selecteer met / de
functie HANDSETNAAM.
Druk op om de handsetnaam in te
voeren.
Aanwijzing
Voor de handsetnaam kunnen maximaal
10 tekens worden ingevoerd.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.6.4 Automatisch beantwoorden
instellen
Wanneer deze functie geactiveerd is, wordt het
gesprek automatisch aangenomen, zodra u de
handset uit het basisstation/de oplader neemt.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op en selecteer met / de
functie AUTO.BEANTW
Druk op en selecteer met / de
optie AAN of UIT.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.6.5 Automatisch ophangen instellen
Wanneer deze functie geactiveerd is, wordt het
gesprek automatisch beëindigd, zodra u de
handset in het basisstation/de oplader plaatst.
Roep met
het hoofdmen
u op
.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
5.6.1.5 Toetsblokkering
activeren/deactiveren
Houd de -toets ingedrukt.
Wanneer de toetsblokkering geactiveerd is
verschijnt op het display TOETS.GEBLOK.
Houd opnieuw de -toets ingedrukt om
de toetsblokkering te deactiveren.
Zodra de toetsblokkering is gedeactiveerd,
verdwijnt de aanwijzing TOETS.GEBLOK
van het display.
Tip
De toetsblokkering kan ook worden
gedeactiveerd door de batterijen te verwijderen
en terug te plaatsen.
5.6.1.6 Eerste beltoon in-/uitschakelen
Afhankelijk van het land kan het menu '1e
beltoon' niet in uw telefoon zijn opgenomen.
Wanneer u de nummerweergave bij uw
netwerkaanbieder heeft aangevraagd,
onderdrukt uw telefoon de eerste beltoon vóór
de nummerweergave. Na een reset
(terugzetten) herkent uw telefoon automatisch
of de nummerweergave is aangevraagd en
onderdrukt de eerste beltoon. Indien nodig kan
deze instelling worden gewijzigd.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op om de functie HANDSET
MELO te selecteren.
Druk op en selecteer met / de
functie 1STE BELTOON.
Druk op en selecteer met / de
optie AAN of UIT.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.6.2 Contrast instellen
Er staan vijf contrastniveaus ter beschikking
(NIVEAU 1, NIVEAU 2, NIVEAU 3,
NIVEAU4en NIVEAU5).
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op en selecteer met / de
functie CONTRAST.
3
2
1
6
5
4
3
2
1
2
1
Andere functies van uw telef
oon
23
5.7 Geavanceerde instellingen
5.7.1 Flashsignaalduur instellen
Door het indrukken van de -toets wordt
een flashsignaal verzonden. U kunt de duur van
het flashsignaal instellen. De flashsignaalduur van
uw telefoon is standaard al vooraf op het
telefoonnetwerk van uw land ingesteld. In de
regel is het niet nodig deze instelling te wijzigen.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op om de functie FLASH TIJD
te selecteren.
Druk op om de flashsignaalduur voor
uw land te selecteren.
Aanwijzing
Afhankelijk van het land staan er verschillende
opties voor de instelling van de flashsignaalduur
ter beschikking.
Bevestig met .
5.7.2 Kiesmodus instellen
De kiesmodus van uw CD445 is standaard al
vooraf op het telefoonnetwerk van uw land
ingesteld; in de regel is het daarom niet nodig
deze instelling te wijzigen.
U heeft de keuze uit twee kiesmodi: toonkiezen
of pulskiezen.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie KIESMODUS.
Druk op en selecteer met / de
functieTOON of PULS.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.7.3 Gespreksblokkering
Met de gespreksblokkering kunt u het kiezen
van telefoonnummers blokkeren, die met een
bepaald kengetal beginnen. U kunt vier
verschillende nummerdistricten blokkeren, voor
ieder geblokkeerd nummer staan telkens
4 cijfers ter beschikking.
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
Druk op en selecteer met / de
functie AUTO.OPHANG.
Druk op en selecteer met / de
optie AAN of UIT.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.6.6 Menutaal instellen
Afhankelijk van het land ondersteunt het display
van de handset verschillende talen. Zodra de
menutaal wordt gewijzigd, verschijnen alle
menu's in de geselecteerde taal. Sommige
landenvarianten zijn vanaf de fabriek in principe
in één taal ontworpen, de optie om de menutaal
te wijzigen staat dan niet ter beschikking. Het
wijzigen van de menutaal heeft geen invloed op
de taal van de meldtekst voor het
antwoordapparaat.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op en selecteer met / de
functie TAAL.
Druk op en selecteer met / de
gewenste taal.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Aanwijzing
Afhankelijk van het land staan er verschillende
talen voor het selecteren van de menutaal ter
beschikking.
5.6.7 Verlichting voor bedieningsveld en
display in-/uitschakelen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
PERS.INSTEL..
Druk op en selecteer met / de
functie VERLICHTING.
Druk op en selecteer met / de
optie AAN of UIT.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
5
4
3
Andere functies van uw telef
oon
24
Druk op om de instellingen op te slaan.
Aanwijzing
Wanneer wordt geprobeerd een geblokkeerd
telefoonnummer te kiezen, brengt de handset
geen verbinding tot stand. De handset geeft een
fouttoon en keert naar de stand-by modus
terug.
5.7.4 Babyfoonfunctie
Wanneer deze functie geactiveerd is, kan het
ingestelde telefoonnummer door het indrukken
van een willekeurige toets op de handset
worden gekozen. Deze functie is zeer nuttig,
bijv. om direct toegang te krijgen tot diensten
van alarmnummers.
Aanwijzing
U kunt een telefoonnummer van maximaal
24 tekens voor de babyfoonfunctie instellen.
5.7.4.1 Babyfoonfunctie activeren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie BABYF. GESPR
.
Druk op om BABYMODUS te
selecteren.
Druk op en selecteer met / de
optie AAN.
Druk op om de instellingen op te slaan.
De melding BABYCALL AAN wordt op
het display weergegeven.
5.7.4.2 Babyfoonfunctie deactiveren
Houd de -toets ingedrukt (wanneer de
babyfoonfunctie daarvoor werd geactiveerd).
Selecteer met / de optie UIT.
Druk op om de instellingen op te slaan.
De melding BABYCALL AAN verdwijnt
van het display.
5.7.4.3 Babyfoonnummer
instellen/wijzigen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEA
V
ANC
.INST
.
2
1
3
2
1
6
5
4
3
2
1
8
Aanwijzing
Voor het activeren of deactiveren van de
gespreksblokkering evenals voor het toevoegen
of wijzigen van de geblokkeerde
telefoonnummers, moet de viercijferige PIN-
code worden ingevoerd.
5.7.3.1 Gespreksblokkering in-
/uitschakelen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie GESPR. BLOK..
Druk op om de viercijferige PIN-code
in te voeren (standaard is de PIN-code
vooraf ingesteld op 0000).
Druk op omBLOKK. MODUS te
selecteren.
Druk op om de optie AAN of UIT te
selecteren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Aanwijzing
Wanneer de gespreksblokkering geactiveerd is,
wordt in de stand-by modus op het display
GESPRK BLOK. weergegeven.
5.7.3.2 Geblokkeerd telefoonnummer
instellen/wijzigen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie GESPR. BLOK..
Druk op om de viercijferige PIN-code
in te voeren (standaard is de PIN-code
vooraf ingesteld op 0000).
Druk op om / te
selecteren.BLOKKEER NR..
Druk op om het nummer van de
geheugenplaats (NUMMER 1,
NUMMER 2, NUMMER 3,of
NUMMER 4) te selecteren.
Druk op om het geblokkeerde
telefoonnummer in te voeren.
7
6
5
4
3
2
1
7
6
5
4
3
2
1
Andere functies van uw telef
oon
25
Aanwijzing
Wanneer het basisstation werd gevonden en de
juiste PIN-code werd ingevoerd, wordt er
automatisch aan de handset een nummer
toegewezen.
Wanneer de verkeerde PIN-code wordt
ingevoerd verschijnt VERKEER.PIN! en er
wordt een fouttoon gegeven, vervolgens
schakelt de handset naar de stand-by modus.
Wanneer er binnen een bepaalde tijd geen
basisstation wordt gevonden, verschijnt op het
display GEEN BASIS en wordt er een
fouttoon gegeven, vervolgens schakelt de
handset naar de stand-by modus.
5.7.7 Handset afmelden
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie AFMELDEN.
Druk op om de viercijferige PIN-code
in te voeren (standaard is de PIN-code
vooraf ingesteld op 0000).
Druk op en selecteer met / de
gewenste handset.
Bevestig met .
Wanneer het afmelden is gelukt, geeft de
handset een pieptoon en op het display
verschijnt AFGEMELD, vervolgens schakelt
de handset naar de stand-by modus.
Aanwijzing
Wanneer er binnen 15 seconden geen toets
wordt ingedrukt, wordt het afmelden afgebroken
en de handset keert naar de stand-by modus
terug.
6
5
4
3
2
1
Druk op en selecteer met / de
functie BABYF. GESPR.
Druk op en selecteer met / de
functie BABYNUMMER.
Druk op en voer het nummer in.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.7.5 Basisstation handmatig selecteren
Eén handset CD445 kan op vier verschillende
basisstations CD445 worden aangemeld.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie BASIS SELECT.
Druk op en selecteer met / een
voorkeurbasisstation.
Bevestig met .
5.7.6 Extra handset aanmelden
Extra handsets moeten vóór gebruik op het
basisstation worden aangemeld. Op één
basisstation kunnen maximaal vijf handsets
worden aangemeld.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie AANMELDEN.
Druk op en selecteer met / het
gewenste basisstation.
Aanwijzing
Het basisstation wordt rechts op het display
met een sterretje gemarkeerd aangegeven.
Druk op en voer de viercijferige PIN-
code in (standaard is de PIN-code vooraf
ingesteld op 0000).
Druk op en houd gelijktijdig de
-toets op het basisstation gedurende ca.
drie seconden ingedrukt.
Wanneer het aanmelden is gelukt, geeft de
handset een pieptoon en het display schakelt
naar de stand-b
y modus
.
6
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
6
5
4
3
Andere functies van uw telef
oon
26
Druk op om de viercijferige PIN-code
in te voeren (standaard is de PIN-code
ingesteld op 0000).
Bevestig met .
Bevestig nogmaals met .
U hoort een pieptoon en op het display
verschijnt de Welkom-weergave. De telefoon is
naar de standaardinstellingen teruggezet.
In sommige landen verschijnt na het
terugzetten geen Welkom-weergave, maar de
weergave van de stand-by modus.
5.7.10 Voorkiesnummer instellen
Met deze functie kunt u een gunstig
voorkiesnummer op uw telefoon instellen.
Zodra een voorkiesnummers ingesteld is, wordt
dit automatisch aan het begin van ieder
telefoonnummer ingevoegd, dat wordt gekozen.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie AUTOVOORK.NR.
Druk op om de kencijfers in te voeren.
De laatstopgeslagen kencijfers worden
weergegeven.
Aanwijzing
De maximale lengte van de kencijfers bedraagt
vijf cijfers.
Druk op om het automatische
voorkiesnummers in te voeren.
Het laatstopgeslagen automatische
voorkiesnummers wordt weergegeven.
Aanwijzing
De maximale lengte van het automatische
voorkiesnummers bedraagt 10 cijfers.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.7.11 Land instellen
De beschikbaarheid van dit menu is afhankelijk
van het land.
Met deze functie kunt u het land wijzigen dat in
de
W
elk
om-modus werd ingesteld toen het
toestel voor de eerste keer in gebruik werd
genomen.
Roep met
het hoofdmen
u op
.
1
6
5
4
3
2
1
6
5
4
5.7.8 PIN-code wijzigen
U heeft de PIN-code nodig om de
gespreksblokkering in te stellen, de handset te
resetten en voor het aan- of afmelden van
handsets. Standaard is de PIN-code vooraf
ingesteld op 0000.Als PIN-code kan een getal
van maximaal vier cijfers worden ingevoerd.
Deze PIN-code beveiligt ook de instellingen van
uw handset.Wanneer de PIN-code nodig is,
verschijnt er een desbetreffende melding op het
display.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie VERANDER PIN
Druk op om de actuele viercijferige
PIN-code in te voeren.
Druk op om de nieuwe viercijferige
PIN-code in te voeren.
Druk op om nogmaals de nieuwe
viercijferige PIN-code als bevestiging in te
voeren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Aanwijzing
Standaard is de PIN-code vooraf ingesteld op
0000.Wanneer u de PIN-code wijzigt, schrijf de
nieuwe PIN-code dan op en bewaar deze op
een veilige plaats. Let erop, dat u de PIN-code
niet verliest.
5.7.9 Standaardinstellingen terugzetten
U kunt te allen tijde uw telefoon naar de stan-
daardinstellingen terugzetten (zie hoofdstuk 7).
Na het terugzetten zijn al uw persoonlijke
instellingen evenals alle bellijstnotities gewist, het
telefoonboek blijft echter onveranderd behou-
den.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie RESETTEN.
3
2
1
7
6
5
4
3
2
1
Andere functies van uw telef
oon
27
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST.
Druk op en selecteer met / de
functie LAND.
Druk op en selecteer met / het
gewenste land.
Bevestig uw keuze met .
Aanwijzing
Na het selecteren van een ander land worden
de standaardinstellingen voor het
telefoonnetwerk van dat land automatisch op
uw telefoon ingesteld.
5.7.12 Conferentiemodus in-/uitschakelen
Wanneer de conferentiemodus geactiveerd is,
kunt u een groepsgesprek tot stand brengen
met een andere handset die op hetzelfde
basisstation is aangemeld en een externe
gespreksdeelnemer.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
GEAVANC.INST
.
Druk op en selecteer met / de
functie CONFER.MODUS.
Druk op om de optie AAN of UIT te
selecteren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.8 Netwerkdiensten
Met dit menu heeft u toegang tot
netwerkdiensten die afhankelijk zijn van het land
en het abonnement en u kunt diensten
activeren of deactiveren. Informeer bij uw
netwerkaanbieder naar de diensten die voor het
netwerk in uw land worden aangeboden.
De vooraf in uw telefoon ingestelde
standaardnummers en waarden zijn reeds op
het telefoonnetwerk van uw land afgestemd. In
de regel is het niet nodig deze instellingen te
wijzigen.
5
4
3
2
1
5
4
3
2
5.8.1 Gesprek doorschakelen
Er staan drie opties ter beschikking om een
gesprek door te schakelen:Algemene
doorschakeling, doorschakelen bij in gesprek en
doorschakelen, indien er niet wordt
geantwoord.
5.8.1.1 Gesprek doorschakelen activeren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / een
optie om het gesprek door te schakelen
(GSPR DOORSCH / DOORSCH BEZ.
/ GD GEEN ANTW).
Druk op en selecteer met / de
optie ACTIVEREN.
De cijfercombinatie voor het activeren van
de aangevraagde dienst wordt gekozen.
Druk na het kiezen van het
netwerkdienstnummer op de -toets om
naar de stand-by modus terug te keren.
Aanwijzing
Zodra het doorschakelen geactiveerd is, worden
alle inkomende gesprekken, afhankelijk van de
ingestelde optie, naar het gewenste
telefoonnummer doorgeschakeld.
5.8.1.2 Gesprek doorschakelen
deactiveren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / een
optie om het gesprek door te schakelen
(GSPR DOORSCH / DOORSCH BEZ.
/ GD GEEN ANTW).
Druk op en selecteer met / de
optie UITSCHAKELEN.
De cijfercombinatie voor het activeren van
de aangevraagde dienst wordt gekozen.
Druk na het kiezen van het
netwerkdienstnummer op de -toets om
naar de stand-by modus terug te keren.
6
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
5.8.1.3 Nummer voor de gespreksdoorscha-
keling instellen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / een
optie om het gesprek door te schakelen
(GSPR DOORSCH / DOORSCH BEZ.
/ GD GEEN ANTW).
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om het telefoonnummer in te
voeren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.8.2 Voicemail/antwoordapparaat op
het netwerk
Deze functie is afhankelijk van het land en is niet
in alle landen beschikbaar. De beller kan een
ingesproken bericht voor u achterlaten, wanneer
het gesprek niet wordt aangenomen. De
voicemail-functie is afhankelijk van het
land en moet bij uw netwerkaanbieder
worden aangevraagd.
Deze ingesproken
berichten worden automatisch op het netwerk
opgeslagen en niet op de handset.
Uitgebreide informatie over de voicemail is
verkrijgbaar bij uw netwerkaanbieder.
5.8.2.1 Voicemail activeren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie VOICEMAIL.
Druk op en selecteer met / de
functie ACTIVEREN.
De cijfercombinatie voor de aangevraagde
voicemaildienst wordt gekozen.
Druk na het kiezen van het
netwerkdienstnummer op de -toets om
naar de stand-by modus terug te keren.
6
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
5.8.2.2 Telefoonnummer van de
voicemailbox instellen
De dienst 'voicemailbox' is afhankelijk van het
land en niet in alle landen beschikbaar.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie VOICEMAIL.
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om het nummer in te voeren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Tip
Wanneer het nummer van de voicemailbox
ingesteld is, hoeft u alleen maar de -toets
ingedrukt te houden om uw voicemailbox te
bellen.
5.8.3 Informatiediensten van de
netwerkaanbieder
Met deze functie heeft u toegang tot de
informatiediensten van uw netwerkaanbieder.
Deze functie is afhankelijk van het land en
moet bij uw netwerkaanbieder worden
aangevraagd. Deze informatie is op het
netwerk opgeslagen en niet op de handset.
Bijzonderheden over de beschikbare
informatiediensten in uw land zijn verkrijgbaar
bij uw netwerkaanbieder.
5.8.3.1 Informatiedienst activeren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie INFORMATIE.
Druk op en selecteer met / de
functie ACTIVEREN.
Druk na het kiezen van het
netwerkdienstnummer op de -toets om
naar de stand-by modus terug te keren.
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
Andere functies van uw telef
oon
28
5.8.3.2 Nummer voor informatiedienst
instellen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie INFORMATIE.
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om het nummer in te voeren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Tip
Wanneer het nummer van een informatiedienst
is ingesteld, hoeft u alleen maar de -toets
ingedrukt te houden om de informatiedienst te
bellen.
5.8.4 Terugbellen
5.8.4.1 Terugbellen activeren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie TERUGBELLEN.
Druk op en selecteer met / de
optie ACTIVEREN.
Druk na het kiezen van het
netwerkdienstnummer op de -toets om
naar de stand-by modus terug te keren.
5.8.4.2 Terugbelnummer instellen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie TERUGBELLEN.
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om het nummer in te voeren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
6
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
5.8.5 Terugbellen deactiveren
5.8.5.1 Terugbelfunctie deactiveren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie TERUGBEL.UIT.
Druk op en selecteer met / de
optie ACTIVEREN.
Druk na het kiezen van het
netwerkdienstnummer op de -toets om
naar de stand-by modus terug te keren.
5.8.5.2 Nummer voor het deactiveren van
het terugbellen instellen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie TERUGBEL.UIT.
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om het nummer in te voeren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.8.6 Identiteit verbergen/nummer-
weergave onderdrukken
5.8.6.1 'Identiteit verbergen' activeren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie VERBERG NUM..
Druk op en selecteer met / de
functie ACTIVEREN.
Druk na het kiezen van het
netwerkdienstnummer op de -toets om
naar de stand-by modus terug te keren.
5.8.6.2 Nummer voor het verbergen van de
ID instellen
Roep met het hoofdmenu op.
1
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
5
4
3
2
1
Andere functies van uw telef
oon
29
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie VERBERG NUM..
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om het nummer in te voeren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.9 Tekst- en cijferinvoer
5.9.1 Tekst en cijfers invoeren
U kunt de namen voor uw telefoonboeknotities
teken voor teken invoeren. Druk daarvoor
eenmaal of meerdere malen op de
desbetreffende toets om de gewenste letters te
selecteren.
Toets Toetstoewijzing
1 Spatie 1 @ _ # = < > ( ) & £ $ ¥ [ ] {
}
2 a b c 2 à ä Ç å Æ
3 d e f 3 é è Ä Ö
4 g h i 4 ì Ã
5 j k l 5 Ë
6 m n o 6 Ñ ò ö
7 p q r s 7 ß ÐÈÓ
8 t u v 8 Ù Ü
9 w x y z 9 Ø ÙÎØ
0 . 0 , / : ; " ' ! ¡ ? * + - % \ ^ ~ |
Ga als volgt te werk, wanneer u bijv. de
voornaam 'PETER' in de tekstinvoermodus wilt
invoeren:
Druk de -toets eenmaal in: P
Druk de -toets tweemaal in: E
Druk de -toets eenmaal in: T
Druk de -toets tweemaal in: E
Druk de -toets driemaal in: R
5.9.2 Overschakelen van kleine letters
naar hoofdletters
Standaard verschijnen alle ingevoerde tekens als
hoofdletters. Met de -toets kunt u
o
verschakelen van hoofdletters naar kleine
letters en omgekeerd.
6
5
4
3
2
Andere functies van uw telef
oon
30
Antwoordappar
aat
31
6.2 Antwoordapparaat in-/uitschakelen
Het antwoordapparaat kan zowel op het
basisstation als via de handset worden
ingeschakeld.
Op het basisstation:
Druk op om het antwoordapparaat in te
schakelen.
Op de handset verschijnt het -symbool en op
de led-indicatie op het basisstation w
ordt het
aantal berichten weergegeven.
1
6 Antwoordapparaat
Uw CD445 is voorzien van een antwoordapparaat
dat, wanneer het ingeschakeld is, uw gesprekken
aanneemt. De led-indicatie op het basisstation
(zevensegmentdisplay voor twee cijfers) geeft het
aantal berichten op het antwoordapparaat aan.
Het antwoordapparaat kan maximaal 99 berichten
opnemen en heeft een maximale opnamecapaciteit
van 15 minuten.
6.1 Toetsen van het antwoordapparaat
op het basisstation
Toetsen op het
basisstation
Functionaliteit
Indrukken om het bericht weer te geven of weergave stopzetten
Indrukken om het antwoordapparaat in of uit te schakelen
Indrukken om het actuele bericht te wissen
In de stand-by modus ca. twee seconden ingedrukt houden: alle oude berichten
wissen
Binnen één seconde na het begin van de weergave van een bericht indrukken:
terugkeren naar het vorige bericht
Na één seconde na weergave van een bericht indrukken: actuele bericht
nogmaals afspelen
Indrukken om het actuele bericht over te slaan en het volgende af te spelen
Tijdens het weergeven van de berichten het luidsprekervolume verhogen (+) of
verlagen (–)
Indrukken om de handset te zoeken
Langer dan drie seconden ingedrukt houden om met de aanmeldprocedure te
beginnen
Antw
oordappar
aat
32
Nieuwe berichten op het basisstation
beluisteren:
Druk op om de weergave van de
nieuwe berichten te starten.
De nieuwe berichten worden in de opgenomen
volgorde afgespeeld en zijn via de luidspreker
van het basisstation te horen.
Tijdens de berichtenweergave kunt u met
het luidsprekervolume instellen.
Aanwijzing
Er staan 5 volumeniveaus voor de
luidspreker ter beschikking.
Nieuwe berichten op de handset
beluisteren:
Druk op en selecteer met / de
functie ANTW.APP..
Druk op om de functie AFSPELEN te
selecteren.
Druk op om de weergave van de
nieuwe berichten te starten (op voorwaarde
dat er nieuwe berichten zijn).
De nieuwe berichten worden in de opgenomen
volgorde afgespeeld en zijn via de luidspreker
van de handset te horen.
Aanwijzing
Wanneer er op het antwoordapparaat geen
nieuwe berichten zijn, verschijnt op het display
van de handset GEEN BERICHT. De handset
keert naar de vorige weergave terug.
Tijdens de berichtenweergave heeft u toegang
tot de volgende functies:
3
2
1
2
1
Met de handset:
Druk op en selecteer met / de
functie ANTW.APP..
Druk op en selecteer met / de
functie ANT.AAN/UIT.
Druk op en selecteer met / de
optie AAN.
Bevestig met .
Op de handset verschijnt het -symbool en
op de led-indicatie op het basisstation wordt het
aantal berichten weergegeven.
6.3 Antwoordapparaat uitschakelen
Het antwoordapparaat kan zowel op het
basisstation als via de handset worden
uitgeschakeld.
Op het basisstation:
Druk op om het antwoordapparaat uit
te schakelen.
Het -symbool op het display van de
handset verdwijnt en de led-indicatie op het
basisstation geeft
--
weer.
Met de handset:
Druk op en selecteer met / de
functie ANTW.APP..
Druk op en selecteer met / de
functie ANT.AAN/UIT.
Druk op en selecteer met / de
optie UIT.
Bevestig met .
Het -symbool op het display van de handset
verdwijnt en de led-indicatie op het basisstation
geeft
--
weer.
6.4 Nieuwe en oude berichten
beluisteren
Wanneer er op het antwoordapparaat nieuwe
berichten zijn, knippert het -symbool op het
display van de handset en de led op het basisstation
knippert eveneens, totdat alle nieuwe berichten
werden beluisterd. Eerst worden alle nieuwe
berichten afgespeeld, vervolgens de oude. Na het
afspelen licht het -symbool continu op en op
het basisstation w
or
dt het aantal oude berichten
op het antwoordapparaat weergegeven
4
3
2
1
1
4
3
2
1
Volume instellen Toetsen / indrukken
Weergave
stoppen
Druk op om de weergave
van het actuele bericht te
stoppen en om terug te keren
naar het menu AFSPELEN,
of druk op om de
weergave af te breken en
terug te keren naar de stand-
by modus.
Herhalen Druk op , selecteer met
/
de functie
HERHALEN en druk
op .
Antwoordappar
aat
33
Tip
U kunt de berichtenweergave in de stand-by
modus ook activeren door de -toets in te
drukken, met / de functie ANTW.APP.
te selecteren, op te drukken en nogmaals
op te drukken om de berichten af te spelen.
6.5 Alle berichten wissen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
ANTW.APP..
Druk op en selecteer met / de
functie ALLES WISSEN.
Bevestig met .
Druk nogmaals op om het wissen van
alle berichten opnieuw te bevestigen.
Aanwijzing
Nog niet-beluisterde berichten worden niet
gewist.
6.6 Antwoordapparaat-instellingen
Gebruik het antwoordapparaatmenu op de
handset om de instellingen van het
antwoordapparaat te wijzigen.
5
4
3
2
1
6.6.1 Antwoordapparaat-modus
instellen
Standaard is het antwoordapparaat ingesteld op
de modus ANTW & OPN. (de bellers kunnen
berichten achterlaten). U kunt ook de modus
ZONDER OPN. instellen (de bellers kunnen
geen berichten achterlaten, ze worden verzocht
om op een later tijdstip nogmaals te bellen).
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
ANTW.APP..
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om ANTW.MODUS te
selecteren.
Druk op om de optie ANTW &
OPN. of ZONDER OPN. te selecteren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Aanwijzing
U kunt uw eigen meldtekst opnemen of de
standaardmeldtekst gebruiken, zie hoofdstuk
6.6.1.1.
6.6.1.1 Meldtekst instellen
Wanneer het antwoordapparaat een gesprek
overneemt, wordt allereerst de meldtekst
afgespeeld. U kunt de standaardmeldtekst
gebruiken of uw eigen meldtekst opnemen.
Zodra u een eigen meldtekst heeft opgeslagen,
gebruikt het antwoordapparaat in principe uw
persoonlijke meldtekst.Wanneer u uw
persoonlijke meldtekst wist, is automatisch weer
de standaardmeldtekst actief.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
ANTW.APP..
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om ANTW.MODUS te
selecteren.
Druk op om de optie ANTW &
OPN. of ZONDER OPN. te selecteren.
Druk op en selecteer met / de
soort meldtekst uit VOORAF GEDEF of
PERS.INSTL.
6
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
Volgend bericht Druk op , selecteer met
/ de functie
VOLGENDE en druk
op .
Vorig bericht Druk op , selecteer met
/ de functie VORIGE
en druk
op .
Actuele bericht
wissen
Druk op , selecteer met
/ de functie WISSEN
en druk
op .
Bij weergave
overschakelen
van de hoorn
naar de
luidspreker
Druk op .
Antw
oordappar
aat
34
Bevestig met .
Aanwijzing
Wanneer u de instelling PERS.INSTL
selecteert, kunt u de meldtekst afspelen,
opnemen of wissen.Voor meer bijzonderheden
zie hoofdstuk 6.6.1.1.1.
Wanneer u de instelling VOORAF GEDEF
selecteert, kunt u de standaardmeldtekst
afspelen of de taal wijzigen.Voor meer
bijzonderheden zie hoofdstuk 6.6.1.1.2.
6.6.1.1.1 Persoonlijke meldtekst
Wanneer u voor de meldtekst de instelling
PERS.INSTL heeft geselecteerd, heeft u met
/ toegang tot de volgende opties:
7
6.6.1.1.2 Standaardmeldtekst
Wanneer u voor de meldtekst de instelling
VOORAF GEDEF heeft geselecteerd, heeft u
met / toegang tot de volgende opties:
Opties voor de
persoonlijke
meldtekst
Functionaliteit
TEKST AFSP.* Druk op om de meldtekst
weer te geven (indien
aanwezig).
TEKST OPN.** Druk op om het
opnemen van de meldtekst te
starten en druk vervolgens op
om het opnemen te
beëindigen, de meldtekst op
te slaan en de opgeslagen
meldtekst nogmaals af te
spelen.
Aanwijzing
De maximale opnameduur
voor de meldtekst bedraagt
60 seconden.
TEKST WISSEN Druk op om de meldtekst
te wissen.
Opties voor de
standaardmeld-
tekst
Functionaliteit
TAAL* Druk op en selecteer met
/ de gewenste taal
voor de meldtekst.
TEKST AFSP. Druk op om de
standaardtekst af te spelen.
Aanwijzing
* Wanneer er geen persoonlijke meldtekst
aanwezig is, verschijnt op het display GEEN
BERICHT, vervolgens wordt het vorige menu
weer weergegeven.
** Door het opnemen van een nieuw
e
,
persoonlijke meldtekst, wordt automatisch de
vorige meldtekst overschreven.
Aanwijzing
* Afhankelijk van het land kan het
antwoordapparaat alleen zijn voorzien van een
standaardmeldtekst, het wijzigen van de taal is
dan niet mogelijk.
6.6.2 Aantal beltonen instellen
U kunt het aantal beltonen instellen, voordat
het antwoordapparaat het gesprek aanneemt en
met het afspelen van de meldtekst begint.
Instelmogelijkheden: drie tot acht beltonen of
Spaarfunctie.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
ANTW.APP..
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op en selecteer met / de
functie BELTOON VERT (AANTAL
BELT. ).
Druk op en selecteer met / het
gewenste aantal beltonen;
keuzemogelijkheden: 3 tot 8 beltonen of
SPAARFUNCT.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Aanwijzing
Met de functie 'SPAARFUNCTIE' kunt u bij het
bedienen op afstand van uw antwoordapparaat
kosten besparen.Wanneer er nieuwe berichten
op het antw
oor
da
pparaat zijn,
w
ordt de
meldtekst al na drie beltonen afgespeeld.
6
5
4
3
2
1
Antwoordappar
aat
35
Druk op en voer de actuele code voor
bediening op afstand in (standaard is de
code voor bediening op afstand ingesteld op
0000).
Druk op en voer de nieuwe code voor
bediening op afstand in.
Druk op en voer de nieuwe code voor
bediening op afstand nogmaals in.
Druk op om de instellingen op te slaan.
6.6.4.2 Bediening op afstand
activeren/deactiveren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
ANTW.APP..
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op en selecteer met / de
functie REMOTE MODUS.
Druk op en selecteer met / de
optie ACTIVEREN of
UITSCHAKELEN.
Druk op om de instellingen op te slaan.
6.6.4.3 Antwoordapparaat op afstand
bedienen
Bel met een externe telefoon uw CD445.
Zodra het antwoordapparaat het gesprek
heeft aangenomen en met het afspelen van
de meldtekst begint, drukt u op de externe
telefoon de hekjestoets in om
# in te
voeren.
Voer de viercijferige code voor bediening op
afstand in.
Aanwijzing
Wanneer de juiste code voor de bediening op
afstand werd ingevoerd, begint automatisch de
weergave van de opgenomen berichten.
Wanneer er een foutieve code voor de
bediening op afstand werd ingevoerd, hoort u
een fouttoon. U heeft dan nogmaals de
mogelijkhed om de juiste code v
oor de
bediening op afstand in te voeren.
3
2
1
6
5
4
3
2
1
8
7
6
5
Wanneer er geen nieuwe berichten op het
antwoordapparaat zijn, wordt de meldtekst pas
na de vijfde beltoon afgespeeld.Wanneer u dus
bij het bedienen op afstand na de vierde beltoon
ophangt, kunt u gratis controleren of er nieuwe
berichten voor u zijn.
6.6.3 Geluidstoon instellen
Een terugkerende geluidstoon informeert u
wanneer er nieuwe berichten zijn. U kunt de
geluidstoon in- of uitschakelen.
De standaardinstelling is UIT.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
ANTW.APP..
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om de functie
GELUIDSTOON te selecteren.
Druk op om de optie AAN of UIT te
selecteren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
6.6.4 Bediening op afstand
Met deze functie kunt u uw antwoordapparaat
onderweg met behulp van een telefoon met
toonkiezen op afstand bedienen en uw nieuwe
berichten beluisteren of het antwoordapparaat
op afstand instellen.
6.6.4.1 Code voor bediening op afstand
wijzigen
Om veiligheidsredenen moet bij het bedienen
op afstand van het antwoordapparaat de
viercijferige code voor bediening op afstand
worden ingevoerd.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
ANTW.APP.
.
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op en selecteer met / de
functie VERANDER PIN.
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
Antw
oordappar
aat
36
Aanwijzing
Wanneer het antwoordapparaat uitgeschakeld
is, wordt de modus voor de bediening op
afstand pas na de tiende beltoon op de CD445
geactiveerd.
Vervolgens kan de viercijferige code voor de
bediening op afstand (standaard 0000) worden
ingevoerd om de functie 'bediening op afstand'
te activeren.
6.6.5 Meeluisteren op de handset
Wanneer de functie 'Meeluisteren' AAN staat,
kunt u de -toets indrukken om mee te
luisteren, wanneer de beller een bericht op het
antw
oor
da
pparaat inspr
eekt.
Wanneer u het
gesprek wilt aannemen, drukt u op .
Wanneer er bij de tweede poging ook een
verkeerde code voor de bediening op afstand
werd ingevoerd, verbreekt het
antwoordapparaat de verbinding.
Wanneer er nieuwe berichten op het
antwoordapparaat zijn, worden alle nieuwe
berichten afgespeeld en na een lange pieptoon
worden de oude berichten afgespeeld.
Druk één van de volgende toetsen op de
externe telefoon in om de gewenste functie
uit te voeren:
4
Zodra u het gesprek heeft aangenomen, breekt het
antwoordapparaat het opnemen van het bericht af.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie ANTW.APP..
Druk op en selecteer met / de functie
INSTELLINGEN.
Druk op en selecteer met / de functie
MEELUISTEREN.
Druk op om de optie AAN of UIT te
selecteren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Aanwijzing
Tijdens het meeluisteren kan de functie niet worden
uitgeschakeld, alleen de toetsen en / op de
handset kunnen worden ingedrukt.
6.6.6 Meeluisteren op het basisstation
Wanneer het antwoordapparaat een gesprek
aanneemt, is het meeluisteren op het basisstation
automatisch geactiveerd, tenzij het volumeniveau op
00
. is ingesteld. Druk op om het
volumeniveau van het basisstation op
00
in te stellen,
wanneer u het meeluisteren op het basisstation wilt
uitschakelen.
6
5
4
3
2
1
Toetsen Functionaliteit
1 Naar het vorige bericht
springen
2 Bericht afspelen
3 Naar het volgende bericht
springen
6 Actuele bericht wissen
7 Antwoordapparaat inschakelen
8 Weergave stopzetten
9 Antwoordapparaat uitschakelen
# Code voor bediening op
afstand invoeren, wanneer het
antwoordapparaat ingeschakeld
is en de meldtekst afgespeeld
wordt.
Standaardinstellingen
37
7 Standaardinstellingen
Functies Standaardwaarden
Handsetnaam: PHILIPS
Datum: --.--
Tijd: --:--
Hoornvolume: Niveau 3
Belmelodie: MELODIE 1
Beltoonvolume: Niveau 3
Alarm: UIT
Alarmmelodie: MELODIE 1
Toetstoon: AAN
Contrast: Niveau 3
Autom.
beantwoorden:
UIT
Autom. ophangen: AAN
Eerste beltoon: Afhankelijk van het
land
Taal: Afhankelijk van het
land
Verlichting: AAN
Flashduur: Afhankelijk van het
land
Gespreksblokkering: UIT
Kiesmodus: MFV
Babyfoon-modus: UIT
PIN-code: 0000
Conferentie-modus: UIT
Antwoordapparaat: AAN
Antwoordapparaat-
modus:
ANTW + OPNEM
Aantal beltonen (AA): 6 BELTONEN
Geluidstoon (AA): UIT
Bediening op afstand: GEACTIVEERD
Code voor bediening
op afstand:
0000
Meeluisteren: AAN
Luidsprekervolume
basisstation:
03
Men
ustr
uctuur
38
8 Menustructuur
In de onderstaande tabel staat de menustructuur van uw telefoon vermeld.
TELEFOONBOEK
NW INVOER
TEL.BOEK OPN
GEGEVENS BEW
GEGEVENS
WIS
ALLES
WISSEN
DIRECT GEH. SLEUTEL 1
...
SLEUTEL 9
TEL.BOEK OVZ
KLOK&ALARM KLOK INSTL. DATUM INST. en TIJD INST.
ALARM UIT
EENMALIG AAN
DGLIJKS AAN
ALARMMELODIE MELODIE 1
...
MELODIE 10
TIJD/DATUM 12-UUR DD/MM
MM/DD
24-UUR DD/MM
MM/DD
PERS.INSTEL. HANDSET MELO BELTOONVOLUM Een balkje
Twee balkjes
Drie balkjes
Vier balkjes
Vijf balkjes
OPLOPEND
BELT.MELODIE MELODIE 1
...
MELODIE 10
GROEPMELODIE GROEP A Naam van de melodie MELODIE 1 tot 10
GROEP B Naam van de melodie MELODIE 1 tot 10
GROEP C Naam van de melodie MELODIE 1 tot 10
TOETSTOON AAN
UIT
1STE BELTOON
AAN
UIT
CONTRAST NIVEAU 1
NIVEAU 2
NIVEA
U 3
NIVEAU 4
NIVEAU 5
* Toets 1 en toets 2 staan evt. niet in het menu, deze functies
zijn afhankelijk van het land.
Menustructuur
39
HANDSETNAAM
A
UTO.BEANTW
AAN
UIT
A
UTO.OPHANG AAN
UIT
T
AAL Taakeuzelijst
VERLICHTING
AAN
UIT
GEAVANC.INST FLASH TIJD
KIESMODUS TOON
PULS
GESPR. BLOK. BLOKK. MODUS AAN
UIT
BLOKKEER NR. NUMMER 1
NUMMER 2
NUMMER 3
NUMMER 4
BABYF. GESPR BABYMODUS AAN
UIT
BABYNUMMER
BASIS SELECT BASIS 1
BASIS 2
BASIS 3
BASIS 4 *Alleen de beschikbare basisstations verschijnen.
AANMELDEN
AFMELDEN
VERANDER PIN
RESET
AUTOVOORK.NR
LAND Lijst met beschikbare talen
CONFER.MODUS UIT
AAN
NETWERK SERV GSPR DOORSCH ACTIVEREN
UITSCHAKELEN
INSTELLINGEN
DOORSCH BEZ. ACTIVEREN
UITSCHAKELEN
INSTELLINGEN
GD GEEN ANTW
ACTIVEREN
UITSCHAKELEN
INSTELLINGEN
VOICEMAIL ACTIVEREN
INSTELLINGEN
INFORMATIE ACTIVEREN
INSTELLINGEN
TER
UGBELLEN
A
CTIVEREN
INSTELLINGEN
TERUGBEL.UIT ACTIVEREN
INSTELLINGEN
Men
ustr
uctuur
40
VERBERG NUM. ACTIVEREN
INSTELLINGEN
ANTW
.APP.
AFSPELEN Tijdens het afspelen HERHALEN
V
OLGENDE
V
ORIGE
WISSEN
ALLES WISSEN
ANT.AAN/UIT AAN
UIT
INSTELLINGEN ANTW.MODUS ZONDER OPN. VOORAF GEDEF TAAL
BERICHTAFSP.
PERS.INSTL BERICHTAFSP.
BERICHT OPN.
BERICHT WIS.
ANTW & OPN. VOORAF GEDEF TAAL
BERICHTAFSP.
PERS.INSTL BERICHTAFSP.
BERICHT OPN.
BERICHT WIS.
BELTOON VERT 3 BELTONEN
4 BELTONEN
5 BELTONEN
6 BELTONEN
7 BELTONEN
8 BELTONEN
SPAARFUNCT.
GELUIDSTOON AAN
UIT
VERANDER PIN
REMOTE MODUS ACTIVEREN
UITSCHAKELEN
MEELUISTEREN AAN
UIT
Veelgestelde vr
agen
41
9 Veelgestelde vragen
In dit hoofdstuk vindt u veelgestelde vragen en
voorstellen om de problemen op te lossen.
Aansluiting/verbinding
De handset schakelt niet in.
Batterijen opladen: Plaats de handset in het
basisstation/de oplader. Na enkele minuten
schakelt de handset in.
Controleer de steekverbindingen van het
basisstation/de oplader.
GEBRUIK UITSLUITEND
OPLAADBARE BATTERIJEN.
De telefoon functioneert niet.
Controleer de aansluiting van het
telefoonsnoer en de netkabel.
Controleer of de batterijen correct zijn
geplaatst en zijn opgeladen.
Bij een stroomuitval kan de telefoon niet
worden gebruikt.
De verbinding wordt verbroken.
Laad de batterijen op.
Verklein de afstand tussen basisstation en
handset.
Slechte geluidskwaliteit.
Verklein de afstand tussen basisstation en
handset.
Tussen het basisstation en andere
elektrische apparaten moet een
minimumafstand van één meter in acht
worden genomen.
Geen kiestoon.
Controleer de steekverbindingen.Voer een
reset uit: trek de stekker uit het stopcontact
en sluit deze weer aan.
Laad de batterijen ten minste 24 uur op.
Verklein de afstand tussen basisstation en
handset.
Gebruik uitsluitend het bijgeleverde
telefoonsnoer.
Sluit de telefoonadapter (indien nodig) op
het telefoonsnoer aan.
Het symbool knippert kort nadat de
batterijen werden opgeladen.
Verklein de afstand tussen basisstation en
handset.
Controleer de laadstatus van de batterijen.
Meld de handset op het basisstation aan.
Het symbool wordt weergegeven.
Plaats nieuwe batterijen (gebruik uitsluitend
OPLAADBARE batterijen).
In gebruik nemen
De nummerweergave functioneert niet.
De nummerweergave moet bij de
netwerkaanbieder worden aangevraagd.
Wacht, alvorens het gesprek aan te nemen,
totdat de beltoon van de telefoon ten
minste eenmaal heeft geklonken.
Tweede gesprek kan niet worden
aangenomen.
Deze functie moet bij de netwerkaanbieder
worden aangevraagd; flashsignaalduur
controleren/instellen.
Het display van de handset geeft niets
aan.
Trek de netkabel uit het basisstation en sluit
deze weer aan en meld de handset aan (zie
hoofdstuk 5.7.6).
Controleer of de batterijen correct in het
batterijvakje zijn geplaatst.
Neem de batterijen uit het vakje en plaats
ze weer terug.
Controleer of de batterijen zijn opgeladen.
V
eelgestelde vr
agen
42
Op het display van de handset verschijnt
AFGEMELD.
Meld de handset op het basisstation aan en
volg de aanwijzingen.
Geluid
De beltoon van de handset klinkt niet.
Verhoog het volume van de beltoon.
Controleer de aansluiting van de
telefoonadapter en het telefoonsnoer.
Verklein de afstand tussen basisstation en
handset.
Controleer of de beltoon op de handset is
ingeschakeld.
De bellers horen mij niet.
Mogelijkerwijs is de microfoon
uitgeschakeld: druk tijdens de verbinding
op .
Storende geluiden op uw radio of
televisie.
Verwijder de netadapter en het basisstation
zo ver mogelijk van andere elektrische
apparaten.
Functies
Nummerweergave (CLIP) functioneert
niet.
De nummerweergave moet bij de
netwerkaanbieder worden aangevraagd;
controleer uw abonnement.
Telefoonboeknotitie kan niet worden
opgeslagen.
Het geheugen van het telefoonboek kan vol
zijn.Wis oude notities.
Handset kan niet worden aangemeld.
Houd de -toets op het basisstation ten
minste 3 seconden ingedrukt.
Op een basisstation kunnen maximaal vier
handsets worden aangemeld.
Antwoordapparaat
Het antwoordapparaat neemt geen
gesprekken op.
Controleer of de netadapter correct op het
basisstation en de stroomvoorziening is
aangesloten.
Controleer of het antwoordapparaat evt.
niet is ingeschakeld of dat de modus 'Alleen
antwoordapparaat' is ingesteld.
Het geheugen van het antwoordapparaat
kan vol zijn.Wis oude berichten of alle
berichten.
Schakel de stroomvoorziening uit en schakel
deze na een minuut weer in.
De bediening op afstand functioneert niet.
Controleer of de functie 'bediening op
afstand' geactiveerd is (zie
hoofdstuk 6.6.4.2).
Controleer of de juiste code voor de
bediening op afstand werd ingevoerd.
Voor de bediening op afstand dient een
externe telefoon met toonkiezen te worden
gebruikt.
Aanwijzing
Wanneer het probleem niet kon worden
verholpen, trek dan de stekker uit het
basisstation.
Wacht een minuut en probeer het opnieuw.
Trefwoordregister
43
10 Trefwoordregister
Aanmelden 9, 25, 39
Accessoires 4
Achtergrondverlichting 23, 37, 39
Afmelden 25, 39
Afspelen, bericht 40
Alarm 8, 20, 37, 38
Alarmmelodie 3 20, 38
Antwoordapparaat 8, 9, 31
Automatisch aannemen 22, 37, 39
Automatisch ophangen 22, 37, 39
Automatisch voorkiezen 26, 39
Automatische nummerherhaling 6, 19
Babyfoon 24, 25, 37, 39
Basisstation 5, 8, 9, 10, 25, 31
Batterijen installeren (oplaadbare) 10
Batterijlaadstatus 8
Beantwoorden, gesprek 13
Beantwoorden, gesprek in handsfree-modus 13
Bediening op afstand 35, 37
Beëindigen, gesprek 7, 13
Bellen 12
Bellen met de aut.nummerherhalingslijst 12
Bellen met de bellijst 12
Bellen met het telefoonboek 12
Bellijst 6, 8, 18
Belmelodie 21, 37, 38
Beltoon 8, 37
Belvolume 21, 37, 38
Bus voor koptelefoon (afhankelijk van
het land) 7
Conferentiegesprek 7, 14
Configureren, uw telefoon 11
Conformiteit 3
Contrast 22, 37, 38
C
B
A
Datum- en tijdsformaat 20
Direct geheugen 18
Doorschakelen, gesprek 27, 28, 39
Doorverbinden, gesprek 7
Eerste beltoon in-/uitschakelen 22, 37, 38
Elektrische, magnetische en elektromagnetische
velden (’EMF’) 15
Flashsignaalduur 23, 37, 39
Geavanceerde instellingen 23, 39
Gesprek voeren 12
Gespreksblokkering 23, 24, 39
Gespreksteller 12
Groepsgesprek 27, 37
Groepsmelodie instellen 21, 38
Handset, geluiden 21, 22, 38
Handset, stroomvoorziening aan/uit 11
Handsetnaam 22, 37, 39
Handsfree bellen 3
Hoornvolume 6, 16, 37
Intern gesprek 7, 14
Invoeren, naam en nummer 30
Kiesmodus 23, 37, 39
Klok & alarm 20, 38
Korte bedieningshandleiding 5
Landcode 26
LED, gebeurtenis 6
LED-w
eergave aantal berichten 9, 31
Luidspreker 7, 8, 16, 32
L
K
I
H
G
F
E
D
T
refw
oordregister
44
Meeluisteren 36, 37
Meldtekst 9, 33
Menustructuur 38
Microfoon inschakelen 16
Microfoon uitschakelen 6, 7, 16
Netwerkdiensten 27
Nummerweergave 8, 15
Nummerweergave onderdrukken 29, 30, 40
Opslaan, notitie uit aut.nummerhalingslijst 19
Opslaan, nummer in het telefoonboek 17
Overzetten, telefoonboek 18
Paging-toets (handset zoeken) 9
Pauze 7
Persoonlijke instellingen 21, 22, 38
Persoonlijke meldtekst 34
PIN-code 26, 37
Puls 23, 39
Rechtstreeks kiezen 12
Recycling en afvalverwijdering 3
Reset 11, 26, 39
R-toets 13
Snelkeuzetoetsen 18
Standaardinstellingen 11, 26, 37
Standaardmeldtekst 34
Stand-by modus 6
Stoppen, weergave bericht 9
Symbool 8
S
R
P
O
N
M
Taal 23, 37, 39, 40
Tekst 30
Telefoonboek 6, 8, 16, 17, 18, 38
Telefoonsnoer 5
Terugbellen 29, 39
Toetsblokkering 7, 22
Toetsen, basisstation 9
Toetstonen 21, 37, 38
Tonen, kies-, bel-, bezettoon 37
Veelgestelde vragen 41
Voicemail 28, 39
Voorkiezen 6, 12
Wachtgesprek 15
Wijzigen, telefoonboeknotitie 17
Wisselgesprek 7, 13
Wissen, actuele bericht 9
Wissen, alle telefoonboeknotities 17
Wissen, gehele aut.nummerherhalingslijst 20
Wissen, gehele bellijst 19
Wissen, notitie in de bellijst 19
Wissen, nummer uit de
aut.nummerherhalingslijst 19
Wissen, telefoonboeknotitie 17
W
V
T
© 2007 Koninklijke Philips Electronics N.V.
All rights reserved.
Reproduction in whole or in part is prohibited without
the written consent of the cop
yright o
wner
.
Document number: 3111 285 38341
Printed in PRC
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47

Philips CD 445 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding