Vega FIBERTRAC 31 Supplementary instructions

Type
Supplementary instructions

Deze handleiding is ook geschikt voor

Aanvullende handleiding
Luchtkoeling - FIBERTRAC
31
Actief lucht-koelsysteem voor radiometri-
sche sensoren
Document ID: 50339
2
Inhoudsopgave
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
Inhoudsopgave
1 Productbeschrijving
1.1 Constructie ....................................................................................................................... 3
2 Montage
3 Reserve-onderdelen
3.1 Beschikbare reservedelen - luchtkoeling ........................................................................ 18
4 Bijlage
4.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 19
4.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 21
Uitgave: 2016-10-06
3
1 Productbeschrijving
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
1 Productbeschrijving
1.1 Constructie
Het actieve luchtkoelsysteem is geschikt voor radiometrische senso-
ren uit de serie FIBERTRAC 31.
Het luchtkoelsysteem bestaat uit meerdere modulen.
De behuizingskoelbox wordt over de behuizing van het instrument
geplaatst en maakt koeling mogelijk.
De koelmodule voor de behuizing wordt door de behuizingskoelbox
(A) meegekoeld.
De exibele koelmodule voor de scintillator koelt het meetactieve deel
van de sensor.
B
A
C
Fig. 1: Actief lucht-koelsysteem met bevestigingsbeugel
A Behuizingskoelbox
B Behuizingskoeling
C Scintillatorkoeling(exibel)
De volgende onderdelen behoren tot de leveringsomvang van het
luchtkoelsysteem:
Behuizingskoelbox (A)
Behuizingskoeling (B)
Scintillatorkoeling (C)
Leveringsomvang
4
1 Productbeschrijving
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
Scintillator-koelslang (1 stuks)
Bevestigingsens, gedeeld (2 stuks)
Inbusbout M5 x 12 (6 stuks)
Inbusbout M5 x 14 (6 stuks)
Veerring voor M5 (6 stuks)
Afdichtingsring ø 42 x 6 mm (2 stuks)
Wartelmoer, boven (1 stuks)
Wartelmoer, onder (1 stuks)
Montageklem (aantal afhankelijk van sensorlengte)
Bevestigingsbeugel
Behuizingskoelbox met afneembaar deksel
Isolatiebus (6 stuks)
Bevestigingsbout M8 x 35 (2 stuks)
Bevestigingsbout M8 x 40 (4 stuks)
Vulring voor M8 (10 stuks)
Veerring voor M8 (2 stuks)
Zeskantmoer M8, zelfborgend (4 stuks)
Wervelstroomkoeler (type FOS 208SS HVE BSP) voor behui-
zingskoelbox
Wervelstroomkoeler (type FOS 208SS 35 HVE BSP) voor scintil-
latorkoeling
Blindplug ¼" (3 stuks)
NPT-schroefdraadadapter voor wervelstroomkoeler (optie)
Haaksleutel grootte 68-75, DIN 1810, vorm B
Informatie:
Wanneer de sensor met koeling wordt besteld, worden sensor en
luchtkoelsysteem voorgemonteerd geleverd.
Wanneer de koeling naderhand wordt besteld, moet u het luchtkoel-
systeem op de sensor monteren.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Montage".
5
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
2 Montage
Montagevoorbereidingen
Houd de handleidingen aan van de bijbehorende radiometrische
sensor en de stralingsbronbehuizing.
Waarschuwing:
Bij alle montage- en demontagewerkzaamheden moet de stralings-
bronbehuizing in de schakelaarstand "UIT" staan en zijn beveiligd met
een slot.
Voer alle werkzaamheden zo snel mogelijk en op zo groot mogelijke
afstand uit. Zorg voor een geschikte afscherming.
Vermijd gevaar voor andere personen door geschikte maatregelen
(bijv. afzettingen enz.)
De montage mag alleen door toegelaten specialistisch personeel,
voor wie de stralingsblootstelling wordt bewaakt, worden uitgevoerd
conform de lokale wetgeving resp. de gebruikstoestemming. Let
hiervoor op de bepalingen in de gebruikstoestemming. Houd rekening
met de plaatselijke omstandigheden.
Opgelet:
Het koelsysteem wordt binnen bereiken met hoge temperaturen
gebruikt. Gebruik daarom temperatuurbestendige kabels en installeer
deze zodanig, dat deze nooit met hete onderdelen in aanraking
komen.
Informatie:
Wanneer de sensor met koeling wordt besteld, worden sensor en
luchtkoelsysteem voorgemonteerd geleverd.
Wanneer de koeling naderhand wordt besteld, moet u het luchtkoel-
systeem op de sensor monteren.
Benodigd gereedschap:
Haaksleutel grootte 68-75, DIN 1810, vorm B, voor vastschroeven
van de scintillator-koelslang (meegeleverd met luchtkoelsysteem)
Inbussleutel grootte 4 - voor de tweedelige bevestigingsens
Steeksleutel SW10 mm - voor de bevestigingsklemmen
Steeksleutel SW13 mm (2 stuks) - voor de behuizingskoeling
Steeksleutel SW19 mm (2 stuks) - voor de wervelstroomkoeler
Zuurvrij vet - voor gemakkelijker inschroeven van de wartelmoeren
Houd de volgende algemene montage-instructies aan:
Monteer eerst de bevestigingsbeugel en de behuizingskoeling,
dan pas de sensor.
De kleine deksel van de instrumentbehuizing moet na de montage
op de bevestigingsbeugel naar voren wijzen (x)
De sensor is samen met het luchtkoelsysteem zeer zwaar. Gebruik
bij de montage een hijswerktuig, bijvoorbeeld een hijsbandinstal-
latie.
Om het binnendringen van vocht en vuil te voorkomen, verwijdert
u de beschermkap van de aansluitopeningen pas vlak voor het
aansluiten.
Handleiding
Algemene monta-
ge-instructies
6
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
Montage
1. Plaats de isolatiebussen (4) tussen de behuizingskoeling (5) en
de bevestigingsbeugel (1).
1
2
3
4
5
6
Fig. 2: Behuizingskoeling met gemonteerde sensor
1 Bevestigingsbeugel
2 ZeskantboutM8(4stuks)
3 VulringenvoorM8(4stuks)
4 Isolatiebus(4stuks)
5 Behuizingskoeling
6 ZeskantmoerM8,zelfborgend(2stuks)
2. Plaats de bevestigingsbeugel (1) op de behuizingskoeling (5).
Let erop, dat de koelluchtaansluitingen in een geschikte richting
wijzen. Naderhand verdraaien van de bevestigingsbeugel (1) is
zeer ingewikkeld.
3. Verbind de bevestigingsbeugel (1) conform de afbeelding met de
behuizingskoeling (5) en trek de bouten (2, 6) met een draaimo-
ment van 15 Nm vast. Houd daarbij met een tweede steeksleutel
tegen.
1. Plaats de sensor in de behuizingskoeling.
De kleine deksel van de instrumentbehuizing moet na de monta-
ge op de bevestigingsbeugel naar voren wijzen (x).
Bevestigingsbeugel
monteren
Plaatsen van de sensor
7
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
5
1
x
Fig. 3: Montagerichting van de sensor ten opzichte van de bevestigingsbeugel
1 Bevestigingsbeugel
5 Behuizingskoeling
x Montagerichting van de behuizing
2. Het is handig, de sensor en de behuizingskoeling voor het
inschuiven vlak op de vloer te plaatsen. Bescherm daarbij de sen-
sor, door de sensorbehuizing tijdens de montage af te dekken.
Monteer de sensor met de beide schroeven (7) in de betreende
positie.
1
7
8
9
4
Fig. 4: Montage van de sensor
1 Bevestigingsbeugel
4 Isolatiebus(2stuks)
7 ZeskantboutM8(2stuks)
8 BorgringvoorM8(2stuks)
9 VulringenvoorM8(4stuks)
Houd de volgende algemene montage-instructies aan:
Monteer eerst de bevestigingsbeugel en de behuizingskoeling,
dan pas de sensor
De kleine deksel van de instrumentbehuizing moet na de montage
op de bevestigingsbeugel naar voren wijzen (x)
De sensor is samen met het luchtkoelsysteem erg zwaar. Gebruik
bij de montage een geschikt hijswerktuig
Behuizingskoeling
8
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
Monteer de scintillatorkoeling conform de volgende montagetekening:
10
11
12
13
14
15
Fig. 5: Montage van de scintillatorkoeling - bovenste deel
10 Behuizingskoeling
11 Bevestigingsens(tweedelig)
12 Inbusbout(6stuks)
13 Wartelmoer - boven
14 Afdichtingsring
15 Scintilatorkoelslang(metaansluitschroefdraad)
1. Schuif de bovenste wartelmoer (13) van onderen op de zwarte
scintillator van de sensor. Let erop, dat de bovenste wartelmoer
(13) een bevestigingsgroef heeft en dat deze bevestigingsgroef in
de richting van de behuizingskoeling (10) wijst.
2. Schuif de afdichtingsring (14) van onderen op de scintillatorkoel-
slang van de sensor. De afdichtingsring (14) omsluit de scintilla-
torkoelslang zeer nauw en moet met een rollende beweging over
de gehele lengte van de scintillatorkoelslang worden bewogen.
Let erop, dat de afdichtingsring daarbij niet beschadigd of ver-
vuild raakt.
3. Schuif de bovenste wartelmoer (13) van onderen tegen de behui-
zingskoeling (10).
4. Plaats de beide halfschalen van de bevestigingsens (11) vanaf
de zijkant op de bovenste wartelmoer (13) en bevestig deze met
de meegeleverde inbusbouten (12) op de behuizingskoeling (10).
De wartelmoer blijft daarbij draaibaar.
5. Smeer het bovenste schroefdraad van de scintillator-koelslang
(15) in met een zuurvrij vet, bijv. Fuchs Lubritech Gleitmo 155
(hittebestendige schroefpasta). Daardoor kunnen de onderdelen
gemakkelijker worden geschroefd.
Montage van de scintilla-
torkoeling
9
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
6. Schuif de scintillator-koelslang (15) van onderen op de scintillator
van de sensor.
7. Schuif de afdichtingsring (14) van onderen in de opening van de
bovenste wartelmoer (13). Let er daarbij op, dat de afdichtingsring
(14) schoon is en onbeschadigd en daarbij niet verdraaid wordt.
8. Schuif het schroefdraad van de scintillator-koelslang (15) van
onderen in de bovenste wartelmoer (13). Schroef de scintilla-
tor-koelslang (15) langzaam tot aan de aanslag in de bovenste
wartelmoer (13).
Draai de wartelmoer (13) met de meegeleverde haaksleutel. De
scintillator-koelslang wordt daarbij aan het schroefdraad in de
richting van de behuizingskoeling getrokken. Draai de bovenste
wartelmoer (13) op het blok vast met de meegeleverde haaksleu-
tel.
9. Het bovenste deel van de scintilatorkoeling is daarmee al afge-
dicht. Monteer het onderste deel als volgt:
15
14
16
17
Fig. 6: Montage van de scintillatorkoeling - onderste deel
14 Afdichtingsring
15 Scintilatorkoelslang(metaansluitschroefdraad)
16 Sensor(scintilatorslang)
17 Wartelmoer - onder
Tip:
De lengte van de scintillator-koelslang is exact bepaald. Toch kan de
indruk ontstaan dat de scintillator-koelslang te lang is.
Lijn de scintillator-koelslang uit in een rechte lijn en let erop, dat de
koelslang niet is gebogen. Indien nodig kan de koelslang in de lengte
iets samen worden gedrukt.
Let erop, dat de zwarte scintillator van de sensor een stuk uit de
scintillator-koelslang steekt.
10. Smeer het onderste schroefdraad van de scintillator-koelslang
(15) in met een zuurvrij vet. Daarmee kunnen de onderdelen
gemakkelijker worden samengeschroefd.
11. Schuif een afdichtingsring (14) van onderen op de scintillator-
slang (16) van de sensor. Let erop, dat de afdichtingsring (14)
daarbij niet beschadigd raakt of wordt vervuild.
12. Schijf de onderste wartelmoer (17) van onderen op het schroef-
draad van de scintillator-koelslang (15).
13. Schroef de onderste wartelmoer (17) langzaam tot aan de aan-
slag op de scintillator-koelslang (15). Houd het vaste pijpdeel van
de scintillatorkoelslang (15) met een bandsleutel (olieltersleutel)
10
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
tegen en trek de onderste wartelmoer (17) met de meegeleverde
haaksleutel op het blok vast.
De scintillatorkoeling is daarmee afgedicht.
Informatie:
De sensor is samen met het luchtkoelsysteem erg zwaar. Gebruik bij
de montage een geschikt hijswerktuig.
Gebruik een hijsband met voldoende draagkracht. Let op de mar-
kering op de hijsband. Het betreende gewicht van het luchtkoelsy-
steem vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens".
Plaats de hijsband direct onder de ens om de koelpijp. De lus is een
zogenaamde eenvoudige ankersteek.
Bevestig de hijsband conform de volgende afbeelding.
Fig. 7: Aanbrengen van de hijsband
Optillen van het
luchtkoelsysteem
11
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
Zodra het luchtkoelsysteem is gemonteerd, kunt u de sensor met het
luchtkoelsysteem op uw installatie monteren.
U kunt de sensor met de meegeleverde montageklemmen op uw tank
monteren. Afhankelijk van de sensorlengte worden met het luchtkoel-
systeem meerdere montageklemmen meegeleverd.
Plaats circa elke 450 mm (17.72 inch) een montageklem. Zorg voor
gelijkmatige afstanden tussen de meegeleverde montageklemmen.
Houd de minimale buigradius van de behuizingskoeling aan van
294 mm (11.57 in).
1. Bepaal de exacte montagepositie van één of meerdere montage-
klemmen en teken de boringen af.
Een boorschema vindt u in de technische gegevens.
Bepaal de montageposities exact in lijn en middel de afstanden
van de meegeleverde montageklemmen.
Boor de betreende gaten (max. M12) voor bevestiging van de
montageklemmen.
Opmerking:
De montageklemmen hebben geen bevestigingsschroeven. Kies
het bevestigingsmateriaal dat past bij de omstandigheden van uw
installatie.
2. Plaats de bodemplaat (35) en bevestig deze op de daarvoor
bedoelde montagepositie.
3. Bevestig de overige montageklemmen exact in lijn op dezelfde
wijze.
Montage van de sensor
12
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
28
30
31
32
34
35
Fig. 8: Montageklemmen
28 Zeskantschroef M6x100
30 Afdekplaat - metaal
31 Bovenste klembek
32 Bevestigingsschroeven(lokaal)
34 Onderste klembek
35 Bodemplaat - metaal
4. Plaats de onderste klembek (34) op de bodemplaat (35).
5. Plaats de sensor met het koelsysteem in de onderste klembek
(34) en lijn het koelsysteem uit.
6. Plaats de afdekplaat (30) op de bovenste klembek (31) en plaats
de beide delen op de onderste klembek (34).
7. Steek de beide zeskantschroeven (28) in de boringen van de
afdekplaat (30) en de bovenste klembek (31) en schuif de zes-
kantschroeven (28) door de beide klembekken.
8. Trek de beide zeskantschroeven (28) vast met een moment van 8
Nm.
Meer informatie over de sensormontage vindt u in de handleiding van
de sensor.
1. Open de spansluiting (36) en neem het deksel (37) van het on-
derste deel van de behuizingskoelbox (38) af.
2. Draai de kabelwartels van de sensor voor een eenvoudiger mon-
tage uit de instrumentbehuizing.
3. Plaats het onderste deel van de behuizingskoelbox (38) op de
bevestigingsbeugel (1).
4. Steek de 6 inbusbouten (39) van onderen door de bevestigings-
beugel (1) en draai de schroeven vast met een aandraaimoment
van 4,5 Nm (3.3 lbf ft).
Montage van de behui-
zingskoelbox
13
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
40
39
38
41
41
36
37
Fig. 9: Montage van de behuizingskoelbox
36 Spansluiting met veiligheidsborgingen
37 Deksel van de behuizingskoelbox
38 Onderste deel van de behuizingskoelbox
39 VeerringvoorM5(6stuks)
40 InbusboutM5x14(6stuks)
41 Aansluitopeningvoorwervelstroomkoeler(typeFOS208SS25HVEBSP)
1. Open de spansluiting (36) en neem het deksel (37) van de behui-
zingskoelbox (37) af.
2. Bepaal, welke kabelwartels u voor de aansluiting van de sensor
nodig heeft.
3. Maak met een spits gereedschap (bijv. naald enz.) een klein gat
in het midden door het betreende rubberen membraan (42).
Gebruik voor het doorsteken geen mes o.i.d.
Wanneer u per ongeluk een verkeerde membraan heeft doorsto-
ken, dan kunt u de rubberen membranen eenvoudig verwisselen.
Indien een membraan teveel is doorstoken, dan kunt u deze met
zelfklevend band weer sluiten.
Elektrische aansluiting
14
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
42
38
36
37
Fig. 10: Voorbereidingen voor de elektrische aansluiting
36 Spansluiting met veiligheidsborgingen
37 Deksel van de behuizingskoelbox
38 Onderste deel van de behuizingskoelbox
42 Rubberen membraan
4. Steek de kabelwartel door de opening en schroef deze op de
sensorbehuizing vast.
Let erop, dat het rubberen membraan de kabelwartel goed om-
sluit, zodat er niet teveel koellucht ontsnapt.
5. Sluit de sensor aan op de voedingsspanning. Let op de instruc-
ties in de handleiding van de betreende sensor of het aansluit-
schema in het deksel van de behuizing.
Opmerking:
Het koelsysteem wordt binnen bereiken met hoge temperaturen
gebruikt. Gebruik daarom temperatuurbestendige kabels en installeer
deze zodanig, dat deze nooit met hete onderdelen in aanraking
komen.
6. Plaats het deksel van de behuizingskoelbox (37) van voren op het
onderste deel van de behuizingskoelbox (38).
7. Sluit de beide spansluitingen aan de zijkant (36).
Let erop, dat de spansluitingen (36) beschikken over veiligheids-
borgingen tegen onbedoeld openen. Voor het openen moet u de
veiligheidsborgingen indrukken.
De scintillatorkoeling en de behuizingskoelbox moeten op een koelsy-
steem worden aangesloten.
Koelsystemen (wervelstroomkoeler)
Wervelstroomkoelers of zogenaamde vortex-koelers, zijn een bewe-
zen mogelijkheid, de sensor te koelen.
Koeling aansluiten
15
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
U kunt de koeluitgang van de wervelstroomkoeler direct op de behui-
zingskoelbox of op de scintillatorkoeling aansluiten.
De beide wervelstroomkoelers zijn meegeleverd. Daardoor passen de
wervelstroomkoelers qua grootte, koelvermogen en capaciteit perfect
bij uw luchtkoelsysteem.
X
Z
Y
Fig.11:Wervelstroomkoeler(vortex-koeler)
x Heteafvoerlucht
y Aanvoerlucht
z Koellucht
Opgelet:
De wervelstroomkoeler kan bij gebruik zeer heet worden. Aan de
afvoerluchtopening stroomt hete lucht uit van circa 100 °C (212 °F).
Bovendien kan de koeler of de sensor aan de koude luchtzijde zeer
koud zijn. Draag geschikte beschermende kleding en voorkom door
afzettingen en dergelijke, dat personen het koelsysteem kunnen
aanraken.
Zorg ervoor, dat de afvoerluchtstroom vrij kan uitstromen. Let erop,
dat er geen hittegevoelige componenten of kabels in de afvoer-
luchtstroom aanwezig zijn.
Wanneer u de afvoerluchtstroom in een andere richting wilt sturen,
gebruik dan standaard haakse metalen ttingen met ¼"-schroef-
draadaansluiting.
1. De behuizingskoelbox heeft twee aansluitopeningen met ¼"-aan-
sluiting.
Sluit de niet gebruikte opening af met een passende blindplug.
2. De beide openingen aan de zijkant van de behuizingskoeling
hebben geen functie. Sluit de openingen af met de meegeleverde
blindpluggen, om binnendringen van vuil en vocht te voorkomen.
3. Sluit de wervelstroomkoeler aan.
16
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
De wervelstroomkoeler van het type FOS 208SS 25 HVE BSP
voedt de behuizingskoelbox. De wervelstroomkoeler type FOS
208SS 35 HVE BSP wordt op de scintillatorkoeling aangesloten.
Draai daarvoor de korte koelluchtuitgang van de wervelstroom-
koeler in en trek de aansluiting met een draaimoment van 25 Nm
(18.43 lbf ft) vast.
b
a
d
c
c
Fig.12:Aansluitingvandekoelluchtsystemen(wervelstroomkoeler)
a Inlaat van de koellucht - scintillatorkoeling
(wervelstroomkoelertypeFOS208SS35HVEBSP)
b Uitlaat van de koellucht - scintillatorkoeling
c Inlaat van de koellucht - behuizingskoelbox
(wervelstroomkoelertypeFOS208SS25HVEBSP)
Aansluiting links of rechts mogelijk
Gebruik voor het koelen schone, droge perslucht klasse 3:3:2 con-
form ISO 8573-1:2010. Let op voldoende capaciteit van uw compres-
sor. Informatie over de kwaliteit, druk, capaciteit en temperatuur van
de koellucht vindt u in hoofdstuk "Technische gegevens".
Let erop, dat de koelluchtinlaten, bijvoorbeeld bij stilstand van de
installatie, niet bevriezen.
Opgelet:
Maak tijdens bedrijf geen schroeven of verbindingen los en zorg voor
een betrouwbare koelluchttoevoer zonder onderbrekingen. Stel de
17
2 Montage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
benodigde procedure op voor het mogelijke geval van een perslucht-
uitval.
Wij adviseren, een temperatuursensor in de behuizingskoelbox op
te nemen, die bij het bereiken van een kritische temperatuur een
alarmmelding geeft.
Wanneer u de luchtkoeling in een toepassing wilt gebruiken, die con-
form SIL is gekwaliceerd, dan moet u de SIL-uitvalspecicaties van
het totale luchtkoelsysteem en de koelluchtaanvoer zelf beoordelen.
Houd de handleidingen aan van de bijbehorende radiometrische
sensor en de stralingsbronbehuizing.
Bij het omgaan met radioactieve stralingsbronnen moet elke onnodi-
ge stralingsbelasting worden vermeden.
Indien na de montage van het koelsysteem gaten of tussenruimten
overblijven, moet met afzettingen en beschermroosters ingrijpen in
de gevaarlijke zone worden verhinderd. Dergelijke zones moeten
overeenkomstig worden gemarkeerd.
Breng op het koelsysteem aan beide zijden een beschermrooster
aan. Een bekleding met een metalen plaat of een passend gevormde
kunststofplaat zijn ook mogelijk.
Beschermrooster aan-
brengen
18
3 Reserve-onderdelen
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
3 Reserve-onderdelen
3.1 Beschikbare reservedelen - luchtkoeling
Gekozen onderdelen van de koeling zijn als reservedelen leverbaar.
De volgende onderdelen zijn verkrijgbaar:
Het opgegeven aantal is de leveringshoeveelheid.
2
1
3456
57
Fig.13:Reservedelen-luchtkoelingmetwervelstroomkoeler
1 Rubberenmembraan(2stuks)
2 Deksel van de behuizingskoelbox
3 Schroefdraadadapter¼NPT(1stuks)
4 Afstandsschroefdraadadaptervoorwervelstroomkoeler¼NPT(1stuks)
5 Schroefdraadadaptervoorwervelstroomkoeler¼NPT(1stuks)
6 WervelstroomkoelertypeFOS208SS35HVEBSP(inlaatvandekoellucht-
scintillatorkoeling)
7 WervelstroomkoelertypeFOS208SS25HVEBSP(inlaatvandekoellucht-
behuizing-koelbox)
Luchtkoeling - wervel-
stroomkoeler
19
4 Bijlage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
4 Bijlage
4.1 Technische gegevens
Algemene specicaties
Houd de instructies in de handleiding van de ingebouwde niveausensor FIBERTRAC 31 en de
stralingsbronhouder aan
Materiaal 316 L komt overeen met 1.4404 of 1.4435.
Materialen
Ʋ Behuizingskoeling 316L
Ʋ Behuizingskoelbox 316L
Ʋ Metalen gevlochten slang van de
scintillatorkoeling
RVS
Ʋ Afdichting NBR
Bedrijfstemperatuur Zie hierna "Capaciteit - koelmiddel lucht"
Gewicht
Ʋ Behuizingskoeling 2,3 kg (5.1 lbs)
Ʋ Scintillatorkoeling 8,8 kg/m (1.62 oz/in)
Ʋ Behuizingskoelbox 3,2 kg (7.1 lbs)
Ʋ Bevestigingsbeugel 4,8 kg (10.6 lbs)
Ʋ Bevestigingsklem 0,48 kg (1.06 lbs)
Totale lengte van het luchtkoelsysteem max. 7 m (275.6 in)
Aandraaimomenten
Ʋ Schroeven - sensorbevestiging (M8) 15 Nm (11.06 lbf ft)
Ʋ Moeren - behuizingskoeling (M8) 15 Nm (11.06 lbf ft)
Ʋ Inbusbouten - bevestigingsens (M6) 4,5 Nm (3.3 lbf ft)
Ʋ Schroefdraadaansluiting - wervel-
stroomkoeler
25 Nm (18.43 lbf ft)
Ʋ Schroeven voor montageklemmen 8 Nm (5.9 lbf ft)
Aansluitschroefdraad koelluchtinlaten ¼" DIN ISO 228 (aansluitadapter voor NPT-aansluitingen
meegeleverd bij betreende uitvoering)
Capaciteit - koelmiddel lucht
Kwaliteit perslucht ISO 8573-1:2010 [3:3:2]
Capaciteit - compressor
1)
Ʋ Type FOS 208SS 25 HVE BSP 708 L/min (25 SCFM)
Ʋ Type FOS 208SS 35 HVE BSP 991 L/min (35 SCFM)
Luchtdruk van de aanvoerlucht 5 … 7,9 bar (72 … 114 psig)
Temperatuur aanvoerlucht < +20 … 25 °C (+68 … 77 °F)
Omgevingstemperatuur
Ʋ Sensorlengte 0,3 … 5 m (1 … 16.4 in) +80 °C (+176 °F)
Ʋ Sensorlengte 5 … 7 m (16.4 … 23 in) +70 °C (+158 °F)
1)
bij 6,9 bar (100 psig)
20
4 Bijlage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
Toelatingen
Waarborg bij gebruik van het luchtkoelsysteem in explo-
siegevaarlijke omgeving, dat aan de sensor de maximaal
toegstane temperaturen uit de Ex-veiligheidsinstructies
worden aangehouden. In dit geval kan de sensor ook in
combinatie met het luchtkoelsysteem in explosiegevaar-
lijke omgeving worden toegepast.
21
4 Bijlage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
4.2 Afmetingen
Actief luchtkoelsysteem
ø 141,3 mm
(5.56")
38 mm
(1.50")
192 mm
(7.56")
273 mm
(10.75")
127 mm
(5.00")
51 mm
(2.01")
30 mm
(1.18")
14 mm
(0.55")
152,5 mm
(6.00")
211 mm
(8.31")
111,5 mm
(4.39")
20 mm
(0.79")
G 1/4
63,5 mm
(2.50")
82 mm
(3.23")
82 mm
(3.23")
150 mm
(5.91")
136 mm
(5.35")
G 1/4
R 294 mm
(11.57")
126,6 mm
(4.98")
254,6 mm
(10.02")
L
L1
L1
ø 64 mm
(2.52")
1
1
22
4 Bijlage
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
Fig. 14: Actief luchtkoelsysteem met scintillatorkoeling en behuizingskoelbox
1 Positievanhetonderstemeetbereikeinde(opdebovensterandvandeonderstewartelmoer)
L Totale lengte van het luchtkoelsysteem
L1 Afstandtussendebevestigingsklemmen=ca.450mm(17.72in)
23
Notes
Luchtkoeling - FIBERTRAC 31 • Actief lucht-koelsysteem voor radiometrische sensoren
50339-NL-161027
Printing date:
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
50339-NL-161027
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandighe-
den van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2016
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Vega FIBERTRAC 31 Supplementary instructions

Type
Supplementary instructions
Deze handleiding is ook geschikt voor