Smeg FAB50RRD5 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Inhoudsopgave
107
NL
1 Waarschuwingen 108
1.1 Algemene veiligheidswaarschuwingen 108
1.2 Aansprakelijkheid van de fabrikant 110
1.3 Beoogd gebruik 111
1.4 Verwerking 111
1.5 Typeplaatje 112
1.6 Deze gebruiksaanwijzing 112
1.7 Wegwijs in de gebruiksaanwijzing 112
2 Beschrijving 113
2.1 Algemene beschrijving 113
2.2 Definitie van de delen 114
2.3 Beschikbare accessoires 115
2.4 NO-FROST-technologie 116
3 Gebruik 117
3.1 Waarschuwingen 117
3.2 Voorbereiding 117
3.3 Eerste gebruik 117
3.4 Gebruik van de accessoires 119
3.5 Het gebruik van de koelcel 121
3.6 Het gebruik van de vriescel 121
3.7 Lawaai tijdens de werking 122
3.8 Warm oppervlak vooraan 123
3.9 Uitschakelen 123
3.10Advies voor de bewaring 123
4 Reiniging en onderhoud 125
4.1 Waarschuwingen 125
4.2 Reiniging van het apparaat 125
4.3 Ontdooiing 126
4.4 Vervanging van de lamp 126
4.5 Oplossingen voor problemen… 127
5 Installatie 129
5.1 Elektrische aansluiting 129
5.2 Plaatsing 129
We raden aan deze handleiding aandachtig door te lezen, omdat ze alle aanwijzingen
bevat om de esthetische en functionele kwaliteiten van het apparaat te behouden.
Raadpleeg de website voor verdere informatie over dit product: www.smeg.com
Waarschuwingen
108
1 Waarschuwingen
1.1 Algemene
veiligheidswaarschuwingen
Persoonlijk letsel
• Raak geen
verwarmingselementen aan
tijdens gebruik van het apparaat.
• Houd kinderen jonger dan 8 jaar
uit de buurt van het apparaat als
zij niet voortdurend onder toezicht
staan en zorg dat zij niet met het
apparaat spelen.
• In overeenstemming met de
geldende voorschriften mogen
kinderen tussen de 3 en 8 jaar
voedsel uit het apparaat halen of
voedsel in het apparaat leggen.
Het wordt echter ten zeerste
afgeraden om kinderen onder de
8 jaar dit te laten doen en in het
algemeen om het apparaat door
hen te laten gebruiken.
• Probeer geen vlammen/brand te
doven met water: schakel het
apparaat uit en bedek het vuur
met een brandwerende deken.
• Werkzaamheden voor
schoonmaak en onderhoud die
door de gebruiker moeten
plaatsvinden, mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen die niet
onder toezicht staan.
• Laat de installatie en technische
interventies uitvoeren door
gekwalificeerd personeel
overeenkomstig de geldende
normen.
• Voer geen wijzigingen uit op het
apparaat.
• Plaats geen metalen en puntige
voorwerpen (bestek of
gereedschappen) in de spleten
van het apparaat.
• Probeer nooit om zelf het
apparaat te repareren, zonder
tussenkomst van een
gekwalificeerde technicus.
• Het diepgevroren voedsel mag
niet worden aangeraakt (en vooral
niet met natte handen) of direct in
de mond worden gedaan.
• Bewaar geen ontvlambare,
explosieve of verdampende
stoffen.
Flessen die een hoog percentage
alcohol bevatten, moeten goed
gesloten zijn en in verticale positie
worden opgeborgen.
• Als de stroomkabel beschadigd
is, moet men onmiddellijk contact
opnemen met de technische dienst
die voor de vervanging van de
kabel zal zorgen, om elk risico te
voorkomen.
Controleer of het apparaat is
uitgeschakeld en van het
elektriciteitsnet is afgekoppeld,
voordat de lamp wordt
vervangen.
Waarschuwingen
109
NL
Beschadiging van het apparaat
• WAARSCHUWING: Zorg dat bij
de plaatsing van het apparaat het
snoer niet komt vast te zitten of
wordt beschadigd.
WAARSCHUWING: Plaats
stekkerdozen of draagbare
stroomvoorzieningen nooit achter
het apparaat.
• Leg tijdens het gebruik geen
scherpe metalen voorwerpen op
het apparaat, zoals messen,
vorken, lepels en deksels.
• Gebruik geen schurende of
bijtende middelen op de glazen
onderdelen (bijv. poeders,
ontvlekkers of metaalsponsjes).
• Ga niet op het apparaat zitten.
• Oefen geen druk uit op de deur
of de handgreep om het
apparaat te verplaatsen.
Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
• Gebruik het apparaat in geen
enkel geval om de ruimte af te
koelen.
• Koppel het apparaat steeds los
van het elektriciteitsnet in geval
van defecten, het onderhoud, de
vervanging van de lamp of tijdens
de reiniging.
• Bewaar geen vloeistoffen in blik
of glas in de diepvries.
• Gebruik geen puntige metalen
voorwerpen om overtollig ijs uit de
vriescel te verwijderen.
• Om te voorkomen dat het
apparaat instabiel staat, moet het
correct volgens de instructies in
deze handleiding worden
geïnstalleerd en bevestigd.
• Plaats geen zware voorwerpen
bovenop het apparaat.
• Indien het apparaat vlakbij een
andere koelkast of vriezer wordt
geplaatst, houd dan minimaal 2
cm ruimte aan.
Het apparaat niet in de openlucht
installeren/gebruiken.
Voor dit apparaat
WAARSCHUWING:
brandgevaar / brandbare.
Het apparaat mag door kinderen
boven de 8 jaar en door mensen
met een lichamelijke, zintuigelijke
of geestelijke beperking of zonder
de noodzakelijke ervaring of
kennis gebruikt worden, mits zij
onder toezicht staan of nadat zij
geïnstrueerd zijn over het veilige
gebruik van het apparaat en zij de
bijbehorende gevaren hebben
begrepen.
Houd toezicht op kinderen zodat
zij niet met het apparaat kunnen
Waarschuwingen
110
spelen.
Ga niet steunen of zitten op de
geopende deur van het apparaat.
Controleer of er geen voorwerpen
in de deur vastzitten.
Het apparaat bevat een kleine
hoeveelheid isobutaan (R600a).
Pas tijdens het transport, de
montage of de reiniging op dat
het koelcircuit niet beschadigd
raakt.
Voorkom dat ventilatieopeningen
in de ruimte rondom het apparaat
of in de inbouwnis zijn bedekt.
Gebruik geen andere
mechanische, elektrische of
chemische middelen dan door de
fabrikant worden aanbevolen om
het ontdooien te versnellen.
Voorkom dat het koelcircuit
beschadigt (indien het
toegankelijk is).
Gebruik geen elektrische
apparaten in de compartimenten
voor de conservering van
levensmiddelen als deze niet door
de fabrikant zijn aanbevolen.
Indien het koelcircuit wordt
beschadigd, geen open vuur
gebruiken en de ruimte goed
luchten.
Gebruik het apparaat of
onderdelen ervan niet anders dan
in deze handleiding wordt
beschreven.
Als de deur langdurig open blijft
staan, kan dit een aanzienlijke
verhoging van de temperatuur in
het apparaat veroorzaken.
Maak oppervlakken die in contact
komen met voedsel en
toegankelijke afvoersystemen
regelmatig schoon.
Bewaar rauw vlees en vis in
bakjes die geschikt zijn voor de
koelkast, zodat het niet in contact
komt met andere voedingswaren
en er geen vlees- of vissappen op
andere voedingswaren
druppelen.
Als het apparaat lange perioden
leeg wordt gelaten, schakel het
dan uit, ontdooi het, maak het
schoon en droog en laat de deur
open om schimmelvorming aan de
binnenkant te voorkomen.
1.2 Aansprakelijkheid van de
fabrikant
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade aan
personen en voorwerpen ten
gevolge van:
een ander gebruik van het
apparaat dan wordt voorzien;
het niet in acht nemen van de
voorschriften van de
gebruiksaanwijzing;
het forceren van ook slechts één
Waarschuwingen
111
NL
deel van het apparaat;
het gebruik van niet-originele
reserveonderdelen.
1.3 Beoogd gebruik
Dit apparaat is bestemd voor
gebruik in huis of in een soortgelijke
omgeving:
de kantine van het personeel van
winkels, kantoren en andere
werkplekken;
vakantieboerderijen en door
gasten van hotels, motels en
andere verblijven;
in bed en breakfasts;
catering en soortgelijke
applicaties die niet voor de
detailhandel bestemd zijn.
• Het apparaat is niet bestemd voor
professioneel en commercieel
gebruik.
Dit apparaat is bestemd voor de
koeling en bewaring van vers en
diepgevroren voedsel, in een
huiselijke omgeving. Elk ander
gebruik is oneigenlijk.
Het apparaat is niet ontworpen
om te functioneren met externe
kookwekkers of
afstandsbedieningssystemen.
1.4 Verwerking
Het apparaat moet op het einde
van zijn gebruiksduur afzonderlijk
ingezameld worden (richtlijnen
2002/95/EG, 2002/96/EG,
2003/108/EG). Het apparaat bevat
geen delen die als gevaarlijk voor de
gezondheid en het milieu worden
beschouwd, conform de actuele Europese
Richtlijnen.
Verwijdering van het apparaat:
Snijd de voedingskabel af en verwijder
de elektrische kabel en de stekker.
Oude of gebruikte apparaten aan het
einde van hun levensduur moeten door
de gebruiker worden ingeleverd bij
geschikte centra voor de gescheiden
inzameling van elektrisch en elektronisch
afval, of het overhandigen aan de
verkoper wanneer een nieuw
gelijkaardig apparaat wordt gekocht.
In geval van vervanging van het
apparaat de deur verwijderen en de
leggers in hun gebruikspositie laten
liggen om te voorkomen dat kinderen
erin opgesloten kunnen raken.
Het apparaat zit verpakt in
milieuvriendelijke en recyclebare
materialen.
Breng het verpakkingsmateriaal naar de
betreffende centra voor afvalverwerking.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Schakel de stroomtoevoer uit.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Plastic verpakking
Gevaar voor verstikking
Laat de verpakking, of delen ervan, niet
onbewaakt achter.
Laat kinderen niet spelen met de plastic
zakken van de verpakking.
Waarschuwingen
112
1.5 Typeplaatje
Het typeplaatje bevat de technische
gegevens, het serienummer en de
markering. Het plaatje mag in geen geval
worden verwijderd.
1.6 Deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is een belangrijk
onderdeel van het apparaat en dient
gedurende de volledige levensduur intact
en op een eenvoudig te bereiken plaats
worden bewaard.
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig
vóór installatie.
1.7 Wegwijs in de
gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing komen de
volgende begrippen voor:
1. Volgorde van de gebruiksaanwijzingen.
Enkele gebruiksaanwijzing.
Waarschuwingen
Algemene waarschuwingen in
verband met de
gebruiksaanwijzing, veiligheid en
verwerking van afgedankte
producten.
Beschrijving
Beschrijving van het apparaat en de
accessoires.
Gebruik
Informatie over het gebruik van het
apparaat en de accessoires, advies
voor de bewaring van voedsel.
Reiniging en onderhoud
Informatie over correcte schoonmaak
en onderhoud van het apparaat.
Installatie
Informatie voor gekwalificeerde
technici: installatie, inbedrijfstelling
en keuring.
Veiligheidswaarschuwingen
Informatie
Suggestie
Beschrijving
113
NL
2 Beschrijving
2.1 Algemene beschrijving
1 Snelvriezer
2 IJsblokjeshouder
3 Thermostaat diepvries
4 Ijskuip
5 Lamp diepvries
6 Thermostaat koelkast
7 Lamp koelkast
8 Flessenvak
9 Eierbakje
10 Koelvakken
11 Vriesvakken
12 Leggers diepvries
13 Laden fruit en groenten
14 Leggers koelkast
15 Superkoud vak
16 Vriescel
Beschrijving
114
2.2 Definitie van de delen
Vriescel
Voor de bewaring van diepgevroren
voedsel, voor het invriezen van vers
voedsel en voor de productie van ijsblokjes.
Koelcel
Voor de bewaring van vers voedsel.
Watergoot voor de ontdooiing
Het dooiwater wordt afgevoerd via een
opening die uitmondt in een bak aan de
achterzijde van het apparaat.
Superkoud vak
Bestemd om delicaat voedsel, zoals vlees,
vis en licht bevroren voedsel, langer vers en
smakelijk te houden, doordat de
temperatuur hierin constant op een
temperatuur tussen -2 °C en +3 °C wordt
gehouden.
Interne verlichting
De binnenverlichting van het apparaat
wordt ingeschakeld wanneer de deur
wordt geopend en uitgeschakeld als die
wordt gesloten.
Thermostaat koelkast
Voor het regelen van de binnentemperatuur
van de koelcel.
Thermostaat diepvries
Voor het regelen van de binnentemperatuur
van de vriescel.
Snelvriezer
Om reeds bereid en vers voedsel sneller in
te vriezen door optimale benutting van het
koelvermogen van het vak met
gebruikmaking van geforceerde
luchtcirculatie.
Plaats nooit in te vriezen voedsel of
platen om ijs te produceren in het
superkoude vak.
Tijdens het koude seizoen wordt
aanbevolen om hogere
temperaturen in te stellen om het
energieverbruik te beperken.
Controleer of de deur van de
snelvriezer gesloten is voordat de
deur van de diepvries wordt
gesloten.
Beschrijving
115
NL
2.3 Beschikbare accessoires
Leggers
Om de beschikbare ruimte te optimaliseren
en om het voedsel in de koelcel te plaatsen.
Laden voor fruit en groenten
Voor het bewaren van fruit en groenten; in
deze lade wordt een constante graad van
vochtigheid gegarandeerd.
Deurhouders en -rekken
Om klein verpakt voedsel op te bergen.
De houder onderaan de deur dient om
flessen te bevatten.
IJsblokjeshouder
Voor de productie van ijsblokjes, om in de
vriescel te stoppen.
Op sommige modellen zijn niet
alle accessoires aanwezig.
Beschrijving
116
Eierbakje
Voor het bewaren van eieren in de koelcel.
2.4 NO-FROST-technologie
De NO-FROST-technologie handhaaft een
constante temperatuur en een groter
koelvermogen.
De lucht die geforceerd in het apparaat
circuleert, bevat geen vocht en droogt het
geplaatste voedsel snel.
Het interne ventilatiesysteem dat de
NO-FROST-technologie gebruikt, zorgt
voor een snellere en gelijkmatigere koeling
in het apparaat.
De accessoires die in contact
kunnen komen met het voedsel zijn
gemaakt van materialen conform
de van kracht zijnde
wetsbepalingen.
De bijgeleverde of optionele
accessoires zijn verkrijgbaar bij
erkende verkopers. Gebruik enkel
de originele accessoires van de
fabrikant.
Het voedsel goed afdichten
alvorens het in het apparaat te
plaatsen.
Gebruik
117
NL
3 Gebruik
3.1 Waarschuwingen
3.2 Voorbereiding
1. Verwijder eventuele beschermfolie aan
de binnen- en buitenzijde van het
apparaat en de accessoires.
2. Verwijder eventuele etiketten (behalve
de plaat met technische gegevens) van
de accessoires en de leggers.
3. Verwijder en was alle accessoires van
het apparaat (zie 4 Reiniging en
onderhoud).
4. Stop de stekker in het stopcontact.
3.3 Eerste gebruik
Instelling thermostaat koelkast
Om het apparaat in te schakelen, moet de
thermostaatknop op het bedieningspaneel
vanaf positie 1 op positie 5 gedraaid
worden, afhankelijk van de gewenste
temperatuur.
De posities 1 en 2 staan voor een kleiner
koelvermogen.
Incorrect gebruik.
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Verwijder het ijs of de rijp niet met
behulp van scherpe voorwerpen, om
schade aan de wanden van het
apparaat te vermijden.
Ga niet op de deur en eventuele
geopende laden hangen, en ga er niet
op zitten.
Raak de verwarmingselementen aan de
buitenkant van het apparaat niet aan.
Bewaar geen ontvlambare, explosieve
of verdampende stoffen.
Organische en zure stoffen, en
etherische oliën, kunnen de plastic delen
en de pakkingen aantasten in geval van
langdurige aanraking.
Flessen die een hoog percentage
alcohol bevatten, moeten goed
gesloten zijn en in verticale positie
worden opgeborgen.
Gebruik het apparaat of onderdelen
ervan niet anders dan in deze
handleiding wordt beschreven.
Om de luchtcirculatie onder het
apparaat te bevorderen, moet de ruimte
onderaan vrij gelaten worden. Sluit
deze niet af met een tapijt of dergelijke.
Na de installatie of een
eventuele terugplaatsing van het
apparaat, minimaal twee uur
wachten alvorens het in gebruik
te nemen.
Bij de eerste inschakeling moet
het apparaat 24 uren
achtereenvolgens functioneren
voordat een gepaste
temperatuur wordt bereikt.
Intussen mag de deur niet teveel
geopend worden en mag geen
grote hoeveelheid voedsel in het
apparaat geplaatst worden.
Gebruik
118
De posities 3 en 4 staan voor een
normaal koelvermogen.
Positie 5 staat voor het grootste
koelvermogen.
Instelling thermostaat diepvries
De temperatuur van de vriescel wordt
ingesteld met de daarvoor bestemde
thermostaatknop, van positie 1 tot 5.
De posities 1 en 2 staan voor korte
bewaartijden van het voedsel.
De posities 3 en 4 staan voor lange
bewaartijden van het voedsel.
Positie 5 is bedoeld voor het invriezen
van vers voedsel.
Instelling superkoud vak
De temperatuur van het superkoude vak is
regelbaar met de twee schuifjes in de
achterwand van het apparaat.
Met de toename van de positie van
1 tot 5 neemt de binnentemperatuur
van de koelcel af.
Met de toename van de positie van
1 tot 5 neemt de binnentemperatuur
van de vriescel af.
Gebruik
119
NL
3.4 Gebruik van de accessoires
Leggers
Deze kunnen naar wens, en op
verschillende hoogtes, in de daarvoor
bestemde geleiders geplaatst worden. Elke
legger is voorzien van een bescherming
zodat deze niet toevallig kan verwijderd
worden. Om deze te verwijderen moeten
ze horizontaal worden uitgenomen en
opgetild.
Deurhouders en -rekken
Om eieren, boter, zuivelproducten, tubes
en andere kleine pakjes te bewaren.
Onderaan de deur is een flessenvak
voorzien.
Plaats geen te zware flessen in het
flessenvak en laat ze tijdens de plaatsing
niet in de houder vallen.
Lade voor fruit en groenten
Deze lade, die zich onderaan de koelcel
bevindt, is voorzien van een glazen plaat
om verse voedingswaren te bedekken die
voor een correcte bewaring een constante
vochtigheidsgraad nodig hebben. Voedsel
kan onverpakt in de laden voor fruit en
groenten worden bewaard.
Voedsel dat gemakkelijk bederft,
moet bovenaan de leggers
geplaatst worden waar de
temperatuur lager is.
Gebruik
120
Vochtregelaar
Voor de vochtregeling in de lade voor fruit
en groenten. Verschuif de regelaar
horizontaal om de luchtstroom door de
spleten te openen of te sluiten.
IJsblokjeshouder
Vul deze houder met koud water of water
van omgevingstemperatuur. Plaats de
houder horizontaal in de diepvries.
Als de ijsblokjes klaar zijn, draai de hendel
dan om de lade te draaien, zodat ze in de
ijsbak eronder vallen.
Wanneer groenten met een hoog
vochtgehalte worden bewaard,
kan zich condens op de glazen
plaat vormen. Dit is normaal en
heeft geen invloed op de goede
werking van het apparaat.
Uitsluitend met drinkwater vullen.
Vul de ijsbak nooit met water om
beschadiging te voorkomen.
Gebruik
121
NL
3.5 Het gebruik van de koelcel
Schikking van het voedsel
Plaats het voedsel op de verschillende
leggers nadat het hermetisch werd verpakt
of afgedekt. Op deze manier
worden het aroma, de vochtigheid en de
versheid van het voedsel behouden;
wordt vermeden dat het voedsel andere
geuren of smaken krijgt;
wordt een excessieve ophoping van
vochtigheid in het compartiment
vermeden, te wijten aan de normale
transpiratie van het voedsel (vooral bij
verse groenten en fruit), wat tijdens
bepaalde werkingsomstandigheden
(verhoging van de temperatuur en de
vochtigheid van de omgeving, verhoging
van de frequentie van het openen van de
deur) condensvorming op de leggers
zou kunnen creëren.
Tabel bewaringstijden
3.6 Het gebruik van de vriescel
Voor een correcte bewaring en invriezing
van het voedsel:
Fruit en groenten in porties van maximaal
1 kg verpakken; vlees en vis in porties
van maximaal 2 kg verpakken.
Kleine verpakkingen bevriezen sneller
zodat een betere bewaring van de
nutritieve kenmerken wordt verkregen,
ook na het ontdooien/de bereiding.
Wanneer kleine hoeveelheden voedsel
worden ingevroren, hoeft de knop van
de thermostaat van de diepvries niet op
de maximum positie te worden
gedraaid.
Verpak de voedingsmiddelen in
hermetische verpakkingen en verwijder
er zoveel mogelijk lucht uit.
De maximale hoeveelheid voedsel die in
een tijdspanne van 24 uur moet worden
ingevroren, wordt aangeduid op het
typeplaatje: overschrijd deze limiet niet
omdat anders de efficiëntie van de
vriezer afneemt.
Om het vriesvermogen van het apparaat
te optimaliseren, moet de
thermostaatknop van de vriezer
gedurende 24 uur op de maximum stand
worden geplaatst alvorens er vers
voedsel in te leggen.
Gebruik geen papieren zakjes of
boodschappentassen, maar gebruik
enkel daarvoor bestemde
diepvrieszakjes.
Laat warm voedsel en warme
dranken steeds afkoelen vooraleer
ze in het apparaat worden
geplaatst.
Voedsel Tijd
Eieren, gerookt vlees,
gemarineerd voedsel, kaas
max. 10 dagen
Groenten met wortels max. 8 dagen
Boter max. 7 dagen
Patisserie, fruit, kant-en-klaar
voedsel, vers vlees
max. 2 dagen
Vis, gehakt, zeevruchten max. 1 dag
Laat warm voedsel en warme
dranken steeds afkoelen vooraleer
ze in het apparaat worden
geplaatst.
Gebruik
122
Tabel bewaringstijden diepgevroren
voedsel
Ontdooid voedsel
Ontdooid voedsel moet zo snel mogelijk
geconsumeerd worden. De koude zorgt
voor de bewaring, maar vernietigt de
micro-organismen niet die worden
geactiveerd na de ontdooiing, en die dus
het voedsel ‘beschadigen’.
Gedeeltelijk of volledig ontdooid voedsel
liefst niet opnieuw invriezen, omdat
ontdooiing de voedingswaarde van het
voedsel vermindert, en vooral van fruit en
groenten en van kant-en-klaar voedsel.
Als de geur en het aanzicht van het
ontdooide voedsel niet veranderd zijn, kan
het voor bereiding worden gegeten.
Voor een correcte ontdooiing van voedsel
kan het, naargelang het type en het
gebruik, ontdooid worden bij
omgevingstemperatuur of in de koelkast.
3.7 Lawaai tijdens de werking
De koeling van de koelcel en van de
vriescel gebeurt door middel van een
compressiesysteem. Om de geselecteerde
temperatuur in de cellen te behouden,
wordt de compressor in werking gesteld
die, indien noodzakelijk, continu in werking
kan blijven afhankelijk van de ingestelde
temperatuur. Wanneer de compressor in
werking wordt gesteld, wordt een gezoem
geproduceerd dat na enkele minuten
langzaam aan afneemt.
Een ander lawaai dat normaal is tijdens de
werking van het apparaat is het geklater
van koelmiddel dat in de leidingen van het
circuit stroomt. Dit lawaai is normaal, en
duidt niet op een slechte werking van de
machine. Als het lawaai te erg zou zijn, kan
dit te wijten zijn aan andere oorzaken.
Controleer dus het volgende:
of de koelkast correct genivelleerd is op
de vloer, en niet trilt tijdens de werking
van de compressor: voer een correcte
regeling van de voorziene voetjes uit;
of de laden, de leggers en de bakjes in
de deur correct in de daarvoor
bestemde zittingen geplaatst zijn: zorg
er voor dat deze correct zijn
gepositioneerd;
of de flessen en de bakjes stabiel op de
leggers geplaatst zijn, en niet tegen
elkaar komen: trillingen als gevolg van
de werking van de compressor zouden
lawaaierigheid kunnen veroorzaken;
Plaats de koelkast niet tegen meubels of
andere huishoudapparaten.
Voedsel Tijd
Fruit, rundvlees
max. 10-12
maanden
Groenten, kalfsvlees, pluimvee max. 8-10 maanden
Wild max. 6-8 maanden
Varkensvlees max. 4-6 maanden
Gehakt max. 4 maanden
Brood, gebak, gekookt
voedsel, vette vis
max. 3 maanden
Ingewanden max. 2 maanden
Worst, magere vis max. 1 maand
Gebruik
123
NL
3.8 Warm oppervlak vooraan
In het cabinet is een verwarmingssysteem
van het oppervlak vooraan voorzien
waardoor de vorming van condens in de
zone van de sluiting van de deurpakkingen
beperkt wordt
3.9 Uitschakelen
Indien het apparaat lang niet zal gebruikt
worden, wordt aanbevolen om het uit te
schakelen.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Maak de cellen leeg.
3. Laat het apparaat zelfstandig ontdooien
en verwijder achtergebleven vocht met
een zachte doek.
3.10 Advies voor de bewaring
Advies om energie te besparen
Een gepast gebruik van het apparaat,
de correcte verpakking van het voedsel,
de constante temperatuur en de hygiëne
van het voedsel is van fundamenteel
belang voor de kwaliteit van bewaring.
Beperk de tijd en het aantal keren dat de
deur geopend wordt, zodat een
excessieve verwarming in de cellen
wordt vermeden.
Reinig de condensator achteraan het
apparaat regelmatig om te voorkomen
dat de doeltreffendheid van het
apparaat afneemt.
Ontdooi het diepgevroren voedsel in de
koelcel zodat de koude, die zich
ophoopte in het voedsel, wordt
gerecupereerd in de koelcel zelf.
Algemeen advies
Controleer altijd de vervaldatum op de
verpakking van het voedsel.
Het voedsel moet in gepast gesloten
bakjes of verpakkingen bewaard
worden, die geen geurtjes of
vochtigheid kunnen verspreiden of
absorberen.
Indien u langdurig afwezig zult zijn, moet
u gemakkelijk bederfelijk voedsel uit het
apparaat halen.
Consumeer geen voedsel dat er niet
normaal uitziet of geur heeft.
Bij stroomuitval de deuren van het
apparaat zo min mogelijk openen,
zodat het voedsel niet helemaal of
gedeeltelijk ontdooit of opwarmt,
waardoor de voedingswaarde zou
afnemen.
Laat de deuren op een kier
staan om te vermijden dat de
vochtigheid en de stilstaande
lucht slechte geurtjes kunnen
ontwikkelen.
Wacht ten minste 5 minuten
alvorens het apparaat weer in te
schakelen of de stekker in het
stopcontact te steken om de
compressor niet te beschadigen.
Gebruik
124
De klimatologische omstandigheden, de
temperatuur van het verse voedsel dat in
de compartimenten wordt geplaatst en
de frequentie van opening van de
deuren beïnvloeden de
werkingstemperaturen van het apparaat.
Deur koelcel
Bewaar eieren, boter, kaas, enz.
bovenaan en in het midden.
Bewaar dranken, blikjes, flessen, enz.
onderaan.
Koelcel
Bewaar conserven, wijn, koekjes, enz.
bovenaan.
Bewaar zuivelproducten, kant-en-klaar
voedsel, patisserie, fruitsapjes, bier, enz.
in het midden.
Bewaar vlees, vleeswaren, enz.
onderaan.
Bewaar vers fruit, tropisch fruit, groenten,
wortelen, aardappelen, uien, enz. in de
lade voor fruit en groenten.
Vriescel
Op de verpakking moeten het type van
voedsel, de hoeveelheid voedsel en de
datum van invriezing aangeduid
worden.
Let bij de aankoop van diepgevroren
levensmiddelen op dat de verpakking
niet is beschadigd of de
houdbaarheidsdatum niet is verstreken.
Controleer of de voor verkoop
bestemde ingevroren levensmiddelen
niet worden blootgesteld aan een
temperatuur boven -18 °C.
Bescherm gekocht ingevroren voedsel
tijdens het vervoer met daarvoor
bestemde thermische houders om
ontdooiing te voorkomen. Een verhoging
van de temperatuur kan de bewaartijd
verminderen en de kwaliteit van het
voedsel beïnvloeden.
Koop geen ingevroren voedsel dat vol
rijp zit: het kan al eens ontdooid zijn.
Gebruik kleine en indien mogelijk al
koude verpakkingen.
De hoeveelheid vers voedsel die
tegelijkertijd kan worden ingevroren,
wordt aangeduid op de gegevensplaat
in de koelcel.
Gebruik enkel daarvoor bestemde
diepvrieszakjes, aluminiumpapier,
plasticfolie voor voedingswaren en
vriesbakjes.
Gebruik geen papieren zakjes of
cellofaan die niet bestemd zijn voor
voedingsmiddelen,
boodschappentassen of diepvrieszakjes
die al gebruikt werden.
Vermijd dat al ingevroren voedsel in
aanraking kan komen met vers voedsel
dat nog moet ingevroren worden.
Om verpakte groenten, ijsblokjes, ijsjes,
enz. te bewaren.
In geval van een
stroomonderbreking behoudt de
vriescel ongeveer 18 uur de
temperatuur van bewaring.
Reiniging en onderhoud
125
NL
4 Reiniging en onderhoud
4.1 Waarschuwingen
4.2 Reiniging van het apparaat
Een speciale bacteriedodende
bescherming in de bovenlaag van de
wanden van het apparaat belet de
reproductie van bacteriën, en behoudt de
reiniging. Het is alleszins belangrijk dat de
oppervlakken regelmatig worden
gereinigd.
Reiniging van de buitenkant
Het apparaat moet gereinigd worden
met water of met een vloeibaar
reinigingsmiddel op alcoholbasis (bijv.
reinigingsmiddel voor ruiten...).
Gebruik geen agressieve
reinigingsmiddelen of schuursponsjes
zodat de oppervlakken niet worden
beschadigd. Gebruik een zachte doek.
Verwijder stof en rookafzettingen van de
condensator achteraan het apparaat
met behulp van een zachte borstel.
Reinig het bakje onder de compressor.
Reiniging van de binnenkant
Reinig de binnenkant van het apparaat
met verdund vloeibaar reinigingsmiddel
en met lauw water en een beetje azijn.
De rekken en de houders van de deuren
kunnen verwijderd worden: sla met de
vuist lichtjes onderaan de vakjes, en dit
eerst aan de ene zijde van de plaatsing
en daarna aan de andere.
Gebruik geen puntige voorwerpen of
spray-oplossingen om overtollig ijs te
verwijderen.
Zorg ervoor dat de elektrische delen en
het verlichtingssysteem niet in aanraking
komen met water of reinigingsmiddelen.
Maak na het reinigen de gereinigde
delen goed droog.
Incorrect gebruik.
Beschadiging van de
oppervlakken
Gebruik geen stoomstraal om het
apparaat te reinigen.
Gebruik op de stalen delen of de delen
waarvan het oppervlak met metalen
afwerkingen werd behandeld (bijv.
elektrolytische oxidaties, vernikkeling,
verchroming) geen producten die
chloor, ammoniak of bleekmiddel
bevatten.
Gebruik geen schurende of bijtende
middelen op de glazen onderdelen
(bijv. poeders, ontvlekkers of
metaalsponsjes).
Gebruik geen ruw, schurend of scherp
materiaal.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Voordat de reiniging of het onderhoud
wordt uitgevoerd, moet het apparaat
uitgeschakeld worden en moet de
stekker uit het stopcontact gehaald
worden
Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
Verdraai of buig de stroomkabel niet.
Reiniging en onderhoud
126
Voor een hogere energiebesparing en een
efficiëntere werking van het apparaat moet
regelmatig de condensator achteraan het
apparaat worden gereinigd met een
bezem, een stofzuiger en een doek.
4.3 Ontdooiing
Ontdooiing van de koelcel
De koelcel hoeft niet ontdooid te worden,
omdat het ijs dat zich op de koelplaat vormt
automatisch wordt ontdooid gedurende de
stilstand van de compressor. De ontdooiing
verloopt automatisch.
Het dooiwater wordt rechtstreeks in de
daarvoor bestemde bak aan de
achterzijde van het apparaat afgevoerd en
verdampt door de warmte van de
compressor.
4.4 Vervanging van de lamp
Vervanging diepvrieslamp
De diepvrieslamp bevindt zich onder de
diepvriesthermostaat:
1. Verwijder de afscherming met een
schroevendraaier.
2. Vervang de lamp met een soortgelijke.
De regelmatige aanwezigheid van
rijp in de vriescel is normaal.
Gebruik voor de ontdooiing geen
elektrische apparaten (bijv.
haardroger...) of een spray, omdat
anders de plastic delen zouden
kunnen vervormen.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
Voordat de lamp wordt vervangen moet
het apparaat uitgeschakeld worden en
moet de stekker uit het stopcontact
gehaald worden
Gebruik uitsluitend LED-lampen
C25-E14, max. 1.5 W.
Reiniging en onderhoud
127
NL
Vervanging koelkastlamp
De koelkastlamp bevindt zich onder de
koelkastthermostaat; om te vervangen:
1. Verwijder de afscherming met een
schroevendraaier.
2. Vervang de lamp(en) met een
soortgelijke.
4.5 Oplossingen voor problemen…
Het apparaat functioneert niet:
Controleer dat het apparaat is
aangesloten en dat de hoofdschakelaar
is ingeschakeld.
De compressor wordt te frequent in werking
gesteld, of is ononderbroken in werking:
De buitentemperatuur is te hoog.
De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
De deur sluit niet hermetisch.
Er is teveel vers voedsel aanwezig.
Controleer dat voldoende lucht circuleert
nabij de sensor die zich in het rechter
deel van de koelcel bevindt.
Controleer dat het achterste deel van de
koelcel voldoende wordt verlucht, en dat
de condensator niet excessief vuil is.
In de koelcel wordt teveel ijs of condens
gevormd:
De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
Er werd vers voedsel (fruit en groenten)
in de koelcel geplaatst.
Voedsel niet correct verpakt of niet
hermetisch bewaard.
Het voedsel of de bakjes raken de
achterwand.
De deurpakking is vuil of beschadigd.
Reinig de pakking met lauw water en
maak hem daarna droog.
Er wordt water gevormd in de koelcel:
De opening en/of de watergoot zijn
verstopt.
Gebruik uitsluitend LED-lampen
C25-E14, max. 1.5 W.
Wacht na de vervanging van
lampen 5 minuten alvorens de
stekker in het stopcontact te steken.
Reiniging en onderhoud
128
Onvoldoende koeling van de koelcel:
De thermostaat is ingesteld op een te
hoge temperatuur.
De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
De deur sluit niet hermetisch.
De buitentemperatuur is te hoog.
De temperatuur in de koelcel is te laag en
bevriest het voedsel:
De thermostaat is ingesteld op een te
lage temperatuur.
Het voedsel is niet in daarvoor bestemde
bakjes of zakjes geplaatst.
Fruit en groenten zouden excessief nat
kunnen worden.
Het voedsel is tegen de achterwand van
de koelcel geplaatst.
De temperatuur in de vriescel zorgt niet
voor een correcte bevriezing van het
voedsel:
De thermostaat is ingesteld op een te
hoge temperatuur.
De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
De deur sluit niet hermetisch.
De deurpakking is vuil of beschadigd.
Reinig of vervang de pakking.
Er is een te grote hoeveelheid suiker
aanwezig in het in te vriezen voedsel.
In de vriescel wordt teveel ijs gevormd:
De thermostaat is ingesteld op een te
lage temperatuur.
De buitentemperatuur is te hoog.
De deur wordt te vaak of te lang
geopend.
De deur sluit niet hermetisch.
De deurpakking is vuil of beschadigd.
Reinig of vervang de pakking.
Er werd warm voedsel in de vriescel
geplaatst.
Moeilijkheden bij de opening van de
deuren onmiddellijk na de sluiting:
wanneer de deur onmiddellijk na de
sluiting weer moet geopend worden
(vooral de deur van de diepvries), zal
hiervoor veel kracht moeten uitgeoefend
worden. Dit is te wijten aan de
onderdruk die gecreëerd wordt door de
koeling van de warme lucht die in de cel
terecht kwam.
De deuren zijn niet uitgelijnd:
Controleer dat het apparaat correct is
genivelleerd.
Handel op de voetjes tot een perfecte
uitlijning wordt verkregen.
Installatie
129
NL
5 Installatie
5.1 Elektrische aansluiting
Algemene informatie
Controleer of de kenmerken van het
stroomnet overeenstemmen met de
gegevens op het typeplaatje. Het
typeplaatje met de technische gegevens,
het serienummer en de markering is
zichtbaar op het apparaat aangebracht.
Dit plaatje mag nooit verwijderd worden.
Verdraai of buig de stroomkabel niet en
gebruik geen beschadigde kabel.
Controleer of de stekker en het
stopcontact van hetzelfde type zijn.
Gebruik geen verloopstekkers, adapters
of aftakkingen, omdat ze oververhitting
of brand zouden kunnen veroorzaken.
De stekker moet bereikbaar blijven na
de installatie van het apparaat.
Voordat het apparaat de eerste maal
ingeschakeld wordt, moet het minstens
2 uren in de horizontale positie gelaten
worden.
Indien de stroomkabel moet vervangen
worden, mag dit enkel uitgevoerd
worden door een bevoegde technicus
van de technische assistentie.
5.2 Plaatsing
Keuze van de plek
Het apparaat moet op een droge plek
geplaatst worden, waar een goede
luchtverversing wordt gegarandeerd. Het
apparaat kan gebruikt worden bij
verschillende temperatuurcondities al
naargelang de klimatologische klasse van
herkomst (die wordt aangeduid op de
gegevensplaat die zich in de koelcel
bevindt).
Positioneer het apparaat op minstens
5 cm afstand van elektrische fornuizen of
gasfornuizen, en op minstens 50 cm
afstand van verwarmingssystemen of
radiatoren.
Elektrische spanning
Gevaar voor elektrische schok
De aarding moet verplicht aangebracht
worden volgens de voorziene
veiligheidsnormen van de elektrische
installatie.
Trek nooit aan de kabel om de stekker
uit het stopcontact te halen.
Voer geen elektrische aansluiting uit met
natte handen.
Zwaar apparaat
Pletgevaar
Plaats het apparaat samen met een
tweede persoon.
Druk op de open deur
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Gebruik de deur niet als hefboom om
het apparaat te plaatsen.
Oefen niet te veel kracht uit op de
geopende deur.
Het apparaat mag niet blootgesteld
worden aan zonnestralen.
Het apparaat mag niet nabij
warmtebronnen gepositioneerd
worden. Indien dit toch noodzakelijk is,
moet een gepast isolatiepaneel
voorzien worden.
Plaats het apparaat niet buiten.
Installatie
130
Het apparaat mag niet nabij
warmtebronnen gepositioneerd worden.
Indien dit toch noodzakelijk is, moet een
gepast isolatiepaneel voorzien worden.
Indien het apparaat onder een
keukenkast wordt geïnstalleerd, moet de
afstand tot deze kast minstens 15 cm
bedragen.
Plaats het apparaat op een plek waar
voldoende ruimte aanwezig is voor de
opening van de deuren, en voor de
eventuele verwijdering van de interne
leggers en laden.
Afstandhouders
Voor een correcte koeling van de
condensator mag het apparaat niet te dicht
tegen een muur worden geplaatst. Daarom
worden twee plastic afstandhouders
bijgeleverd, die geplaatst moeten worden
aan de achterzijde van het apparaat.
Plaatsing
Positioneer het toestel op een stabiele en
genivelleerde ondergrond.
Met de twee wielen (
2) die achter en voor
aan het apparaat zijn aangebracht, is een
gemakkelijke en dus correcte positionering
mogelijk.
Er wordt alleszins aanbevolen om goed op
te letten tijdens de verplaatsing, zodat de
bevloering niet wordt beschadigd tijdens
het schuiven (wanneer de koelkast
bijvoorbeeld op parket geplaatst is).
Om onregelmatigheden van de bevloering
te compenseren, is het apparaat vooraan
voorzien van twee regelbare voetjes (
1).
Klasse Omgevingstemperatuur
SN (Subnormaal) van + 10°C tot + 32°C
N (Normaal) van + 16°C tot + 32°C
ST (Subtropisch) van + 18°C tot + 38°C
T (Tropisch) van + 18°C tot + 43°C
Installatie
131
NL
Draai aan de voetjes om het apparaat
waterpas te zetten.
Zorg dat het apparaat iets naar achteren
helt, zodat de deur goed kan sluiten.
Enkele dagen na de installatie moet
gecontroleerd worden of de
beginnivellering nog correct is. Controleer,
wanneer het apparaat werkt en geladen is
met voedsel, of hij nog stabiel staat en of de
deurpakkingen hermetisch sluiten. Voer
indien nodig een nieuwe nivellering uit, en
modelleer de pakkingen weer.
Wanneer de diepvries correct
geplaatst wordt, kan de deur
correct gesloten worden.
Controleer of de pakkingen van
de deur vooral in de hoeken
zorgen voor een hermetische
sluiting.
Druk op de pakking
Gevaar voor beschadiging van
het apparaat
Oefen geen druk uit, maak geen
scheuren in de rubbers van de deur, of
trek ze niet los.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Smeg FAB50RRD5 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor