Bauknecht EMCHE 8245 PT Gebruikershandleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
Gebrauchsanweisung
Instructions for use
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
Brugsanvisning
Bruksanvisning
Käyttöohje
Manual de utilização
Instrucciones para el uso
Instrukcje użytkowania
Használati utasítás
Οδηγίες Χρήσης
Инструкция за употреба
Návod k použití
Návod na použitie
Instrucţiuni de utilizare
Инструкции по эксплуатации
EMCHE 8245
2
INSTALLATIE
VOORDAT U DE OVEN AANSLUIT
V
ERZEKER U ERVAN DAT HET APPARAAT NIET BESCHADIGD
IS. Controleer of de ovendeur goed sluit en of
de interne deurvergrendeling niet beschadigd
is. Haal de oven leeg en reinig de binnenkant
met een zachte, vochtige doek.
NA DE AANSLUITING
D
IT APPARAAT MOET WORDEN GEAARD . De fabrikant
kan niet aansprakelijk gesteld worden voor let-
sel aan personen of dieren noch voor materië-
le schade als het apparaat niet is geaard.
De fabrikanten zijn niet aansprakeli-
jk voor eventuele problemen die worden
veroorzaakt doordat de gebruiker deze in-
structies niet in acht heeft genomen.
G
EBRUIK HET APPARAAT NIET als het netsnoer of de
stekker beschadigd is, als het apparaat niet
goed werkt of als het beschadigd of gevallen
is. Dompel het netsnoer of de stekker niet on-
der in water. Houd het snoer uit de buurt van
warme oppervlakken. Hierdoor kunnen elek-
trische schokken, brand of andere ongevallen
worden veroorzaakt.
V
ERWIJDER GEEN BESCHERMINGSPLAATJES VOOR AANZUIGO-
PENINGEN die zich aan de zijkant in het ovengedeel-
te bevinden. Deze zorgen
ervoor dat er geen vet en
voedseldeeltjes in de invoer-
kanalen van de magnetron
terecht komen.
C
ONTROLEER of het ovenge-
deelte leeg is vóór de montage.
CONTROLEER OF DE SPANNING op het typeplaatje
overeenstemt met de spanning in uw woning.
U
KUNT DE OVEN ALLEEN INSCHAKELEN als de deur
goed gesloten is.
HET APPARAAT MONTEREN
VOLG DE MEEGELEVERDE afzonderlijke montage-in-
structies voor het installeren van het apparaat.
GEBRUIK GEEN VER-
LENGSNOER:
A
LS HET NETSNOER TE KORT IS, laat dan door
een gekwalificeerde elektricien of ser-
vicetechnicus een stopcontact in de
buurt van het apparaat installeren.
3
3
3
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
VERWARM OF GEBRUIK GEEN ONTVLAMBARE MATERIALEN
in of bij de oven. De dampen kunnen brand-
gevaar of explosie veroorzaken.
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om textiel, papier,
kruiden, hout, bloemen, fruit of andere brand-
bare materialen te drogen. Daardoor kan
brand ontstaan.
L
AAT VOEDSEL NIET TE LANG KOKEN. Daardoor kan
brand ontstaan.
L
AAT DE OVEN NIET ONBEWAAKT ACHTER, vooral niet
wanneer er papier, plastic of andere brandbare
materialen bij het koken worden gebruikt. Pa-
pier kan verschroeien of vlam vatten en som-
mige kunststoffen kunnen smelten bij het op-
warmen van voedsel.
ALS MATERIAAL BINNEN OF BUITEN DE OVEN IN BRAND
VLIEGT OF ALS ER ROOKONTWIKKELING IS, laat de oven-
deur dan dicht en schakel de oven uit. Trek de
stekker uit het stopcontact of sluit de stroom
af via de zekering of stroomonderbreker.
LEES DEZE AANWIJZINGEN ZORGVULDIG DOOR EN BEWAAR ZE VOOR RAADPLEGING IN DE TOEKOMST
EIEREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om hele ei- eren te
verwarmen (met of zonder schaal)
want deze kunnen ontploffen,
zelfs nadat het verwarmen in
de magnetron is afgelopen.
netsnoer mag uitsluitend door een be-
voegde onderhoudsmonteur worden
vervangen.
G
EBRUIK GEEN bijtende chemicaliën of gassen in
dit apparaat. Dit type oven is specifiek ontwor-
pen om voedsel op te warmen of te bereiden.
De oven is niet ontworpen voor industrieel ge-
bruik of gebruik in laboratoria.
H
ET APPARAAT EN DE TOEGANKELIJKE ONDERDELEN KUN-
NEN HEET worden tijdens het gebruik.
WEES VOORZICHTIG dat u de verwarmingsele-
menten niet aanraakt.
KINDEREN JONGER DAN 8 JAAR moeten uit de buurt
van het apparaat worden gehouden, tenzij er
voortdurend toezicht is.
O
NDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MOGEN UITSLUI-
TEND DOOR EEN BEVOEGDE ONDERHOUDSMONTEUR
WORDEN UITGEVOERD. Het is gevaarlijk voor
ongetrainde personen om onderhoud-
swerkzaamheden of reparaties uit te voeren
waarbij beschermkappen moeten worden ver-
wijderd die bescherming bieden tegen bloot-
stelling aan de energie van microgolven.
VERWIJDER GEEN BESCHERMKAPPEN.
WAARSCHUWING!
DE DEURAFDICHTINGEN EN HET GEBIED ER OMHEEN
moeten regelmatig gecontroleerd worden op
beschadigingen. In geval van beschadiging
mag het apparaat niet worden gebruikt voor-
dat het is gerepareerd door een bevoegde on-
derhoudsmonteur.
D
IT APPARAAT KAN GEBRUIKT WORDEN door kinderen
van 8 jaar en ouder en door personen met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstan-
delijke vermogens of gebrek aan ervaring en
kennis, mits ze onder toezicht staan van of in-
structies hebben gekregen over hoe het appa-
raat op een veilige manier gebruikt moet wor-
den en ze de gevaren van verkeerd gebruik be-
K
INDEREN MOGEN NIET SPELEN met het apparaat.
GEBRUIK, REINIGING EN ONDERHOUD mogen niet
worden uitgevoerd door kinderen, tenzij ze 8
jaar of ouder zijn en er toezicht aanwezig is.
grijpen.
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET voor
het verwarmen van gerechten in
luchtdicht verpakte houders.
Door de toename van de druk
kunnen deze bij het openen schade veroorza-
ken of ontploffen.
A
LS HET NETSNOER VERVANGEN MOET WORDEN, moet
dat gebeuren met een origineel exemplaar,
dat verkrijgbaar is via onze klantenservice. Het
4
ZET DE MAGNETRONFUNCTIE NOOIT AAN zonder dat er
voedsel in de oven staat. Als u dat doet, is er grote
kans op schade aan het apparaat.
A
LS U WILT OEFENEN MET HET GEBRUIK VAN de oven,
zet er dan een glas water in. Het water absor-
beert dan de microgolfenergie en de oven
raakt niet beschadigd.
V
ERWIJDER SLUITSTRIPS WAAR EEN META-
ALDRAAD INZIT van papieren of plastic
zakken voordat u de zak in de oven
plaatst.
FRITUREN
G
EBRUIK UW MAGNETRON NIET om te frituren, om-
dat u de temperatuur van de olie niet
kunt regelen.
VLOEISTOFFEN
B
IJVOORBEELD DRANKEN OF WATER. Oververhitting
van vloeistof boven het kook-
punt kan optreden zonder dat
u de vloeistof ziet borrelen. Als
gevolg hiervan kan de hete
vloeistof plotseling overkoken.
Om dit te voorkomen, kunt u het beste als vol-
gt te werk gaan:
1. Vermijd het gebruik van potten of  essen
met rechte zijkanten en een nauwe hals.
2. Roer de vloeistof om voordat u de pot of
es in de oven zet en laat het lepeltje erin
staan.
3. Laat de vloeistof na het opwarmen even
staan en roer opnieuw voordat u de pot
of  es voorzichtig uit de oven haalt.
VOORZICHTIG
R
AADPLEEG ALTIJD een magnetronkookboek voor
informatie. Vooral wanneer u voedsel bereidt
of opwarmt dat alcohol bevat.
W
ANNEER U BABYVOEDING in een zuig es of
potje in de magnetron opge-
warmd hebt, moet u het altijd
doorroeren en de temperatuur
controleren voordat u het serveert. Zo zorgt u er-
voor dat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld
zodat er geen kans is op brandwonden.
Let erop dat u het deksel en de speen vóór
het opwarmen verwijdert!
G
EBRUIK PANNENLAPPEN OF OVENHANDSCHOENEN om
u na het koken niet te branden aan schalen, of
onderdelen van de oven.
G
EBRUIK DE OVENRUIMTE NIET als opslagruimte.
INDRUKKEN  DRUKKNOP
PEN
D
E KNOPPEN VAN DEZE OVEN bevin-den
zich bij aflevering op één lijn met
de toetsen op het paneel.
Wanneer de knoppen worden in-
gedrukt, komen deze naar bui-
ten, zodat de verschillende func-
ties kunnen worden ingesteld. Zij
hoeven tijdens het werken van de oven niet uit
het paneel naar buiten te steken.
Wanneer u klaar bent met instellen duwt u de
knop simpelweg terug in het paneel en kunt u
doorgaan met het gebruik van de oven.
VL
VL
VL
OE
OE
OE
IS
IS
IS
TO
TO
TO
FF
FF
FF
EN
EN
EN
ALGEMEEN
D
IT APPARAAT IS UITSLUITEND BEDOELD VOOR HUIS-
HOUDELIJK GEBRUIK!
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
DIT APPARAAT IS BEDOELD om voedsel en drank-
en op te warmen. Drogen van voedsel of kled-
ing en opwarmen van verwarmingskussens,
slippers, sponzen, vochtige doeken en soort-
gelijke kan verwondingen, ontsteking of brand
veroorzaken.
D
IT APPARAAT IS BEDOELD voor gebruik als inbou-
wapparaat. Niet gebruiken als vrijstaand ap-
paraat.
5
ACCESSOIRES
ALGEMEEN
ALS EEN METAALHOUDEND VOORWERP in aanraking
komt met de binnenkant van de oven, terwijl
de oven werkt, kunnen er vonken overschieten
die de oven zouden kunnen beschadigen.
PLATEAUDRAGER
G
EBRUIK ALTIJD DE PLATEAUDRAGER als
steun onder het glazen draaipla-
teau. Plaats nooit andere voorwer-
pen op de plateaudrager.
Plaats de plateaudrager in de oven.
GLAZEN DRAAIPLATEAU
G
EBRUIK HET GLAZEN DRAAIPLATEAU
bij alle toepassingen. Het vangt
spetters, sappen en kruimels
op waardoor de ovenruimte an-
ders vuil zou worden.
Plaats het glazen draaiplateau op de pla-
teaudrager.
C
ONTROLEER VOOR GEBRUIK OF HET KOOKGEREI DAT U
GEBRUIKT geschikt is voor de
oven en microgolven
doorlaat.
Z
ORG ERVOOR DAT VOEDSEL EN KOOKGEREI niet in aan-
raking komen met de binnenkant van de mag-
netronoven.
Dat is vooral belangrijk bij accessoires van
metaal of met metalen delen.
C
ONTROLEER ALTIJD of het draaiplateau vrij kan
draaien voordat u de oven start.
CRISPHANDGREEP
G
EBRUIK DE MEEGELEVERDE SPECIALE
CRISPHANDGREEP om de hete crispplaat
uit de oven te halen.
CRISPPLAAT
P
LAATS HET VOEDSEL DIRECT OP DE CRISPPLAAT.
Gebruik altijd het glazen
draaiplateau als steun wan-
neer u de crispplaat ge-
bruikt.
ZET GEEN KEUKENGEREI op de crispplaat
omdat deze snel erg heet wordt en
het voorwerp dan waarschijnlijk zou bescha-
digen.
DE CRISPPLAAT kan voor gebruik voorverwarmd
worden (max. 3 min.). Gebruik altijd de crispfunc-
tie bij het voorverwarmen van de crispplaat.
E
R ZIJN VERSCHILLENDE accessoires verkrijgbaar.
Let erop, voordat u deze koopt, dat zij geschikt
zijn voor magnetrongebruik.
ROOSTER
G
EBRUIK HET ROOSTER bij koken en
bakken.
BIJ GRILLEN zonder magne-
tronfunctie plaatst u het
rooster op de bakplaat zo-
dat het voedsel dichter bij
het grillelement boven in
de magnetron komt.
BAKPLAAT
G
EBRUIK DE BAKPLAAT wanneer u
iets bereidt met alleen hete
lucht of wanneer u grillt.
Gebruik deze nooit met de
magnetronfunctie.
STOOMPAN
GEBRUIK DE STOOMPAN MET HET
MANDJE erin voor voedsel
als vis, groenten en aardap-
pelen.
GEBRUIK DE STOOMPAN ZONDER
HET MANDJE erin voor voedsel
als rijst, pasta en witte bonen.
PLAATS DE STOOMPAN ALTIJD op het glazen draai-
plateau.
DEKSEL
HET DEKSEL wordt gebruikt om het
voedsel af te dekken wanneer het
alleen met microgolven wordt be-
reid en opgewarmd. Het helpt
spatten te verminderen, het vocht
in het voedsel te behouden en de
bereidingstijden te verkorten.
GEBRUIK het deksel bij het verwarmen op twee
niveaus.
6
GAARHEID (ALLEEN BIJ AUTOMATISCHE FUNCTIES)
G
AARHEID IS BESCHIKBAAR bij de meeste automa-
tische functies. U heeft de mogelijkheid om
het eindresultaat naar wens te bepalen via de
functie Gaarheid aanpassen. Met deze functie
kunt u een hogere of lagere eindtemperatuur
instellen in vergelijking met de standaardin-
stelling.
WANNEER U de automatische functies gebruikt,
kiest de oven de standaardinstelling. Die in-
stelling geeft gewoonlijk het beste resultaat.
Als u het opgewarmde voedsel echter te heet
vond om meteen te eten, kunt u dit gemakke-
lijk aanpassen voordat u de functie de volgen-
de keer gebruikt.
O
PMERKING:
DE GAARHEID kan alleen worden ingesteld of ge-
wijzigd gedurende de eerste 20 seconden na-
dat de oven gestart is.
U
DOET DIT DOOR EEN GAARHEIDNIVEAU te kiezen met
de instelknop, meteen nadat u op de Start-
toets hebt gedrukt.
STARTBEVEILIGING / TOETSVERGRENDELING
DEZE BEVEILIGING WORDT AUTOMATISCH GEACTIVEERD,
ÉÉN MINUUT NADAT de oven naar “stand-by”
is gegaan. (De oven is “stand-by” als
de 24-uursklok wordt weergegeven
of (als de klok niet is ingesteld) als het
display leeg is).
ALS DE DEUR GEOPEND EN GESLOTEN WORDT , bijvoor-
beeld om er voedsel in te zetten, wordt de vei-
ligheidsvergrendeling uitgeschakeld. Anders
verschijnt op het display “DOOR” (Deur).
GAARHEID
N
IVEAU EFFECT
HOOG +2 GEEFT DE HOOGSTE EINDTEMPERATUUR
HOOG +1 GEEFT EEN HOGERE EINDTEMPERATUUR
MID 0STANDAARDINSTELLING
LAAG -1 GEEFT EEN LAGERE EINDTEMPERATUUR
LAAG -2 GEEFT DE LAAGSTE EINDTEMPERATUUR
7
FOOD
TRY POUL (100g -
(100g - 2.0Kg) MEAT
WANNEER U DE AUTOMATISCHE FUNCTIES GEBRUIKT moet
de oven weten om welke voedselcategorie het
gaat om de juiste resultaten te bereiken. Wan-
neer u met de instelknop een voedselcategorie
selecteert, verschijnt het woord FOOD (Voedsel)
en het cijfer van de voedselcategorie.
AFKOELEN
ALS EEN FUNCTIE KLAAR IS, kan de oven een afkoel-
procedure uitvoeren. Dit is normaal.
Na deze procedure wordt de oven automatisch
uitgeschakeld.
ALS DE TEMPERATUUR HOGER IS DAN 100°C, dan wor-
den het woord “HOT” (Heet) en de huidige
oventemperatuur weergegeven. Let erop dat
u de ovenwanden niet aanraakt wanneer u het
gerecht eruit haalt. Gebruik ovenwanten.
ALS DE TEMPERATUUR LAGER DAN 50°C IS,
wordt de 24-uursklok weergegeven.
D
RUK OP DE TERUG-TOETS als u de
24-uursklok tijdelijk wilt zien terwijl
“HOT” wordt weergegeven.
B
IJ SOMMIGE AUTOMATISCHE FUNCTIES kan de oven
stoppen, afhankelijk van het gekozen program-
ma en de voedselcategorie, en kan de aanwij-
zing “STIR FOOD” (Voedsel omroeren) of “TURN
FOOD” (Voedsel omdraaien) verschijnen.
VOEDSEL OMROEREN OF OMDRAAIEN (ALLEEN BIJ AUTOMATISCHE FUNCTIES)
VOEDSELCATEGORIEËN (ALLEEN BIJ AUTOMATISCHE FUNCTIES)
OPMERKING: TIJDENS AUTOMATISCH ONTDOOIEN GAAT DE
OVEN NA 2 MIN. AUTOMATISCH VERDER als het voedsel
niet is omgedraaid / doorgeroerd. In dit geval
zal het ontdooien wel langer duren.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABELLEN voorkomt
of als het gewicht lager of hoger is dan het
aanbevolen gewicht, moet u de werkwijze
aanhouden voor “Bereiden en opwarmen met
de magnetron”.
D
E VOEDSELCATEGORIEËN vindt u in de tabellen bij
elke automatische functie.
O
M DE BEREIDING VERDER TE LATEN GAAN:
Opent u de deur.
U roert het voedsel om of draait het om.
U sluit de deur en start de oven weer door
de Starttoets in te drukken.
D
E AFKOELPROCEDURE kan zonder schadelijke ge-
volgen voor de oven worden onderbroken
door de deur te openen.
8
KLOK INSTELLEN
WANNEER HET APPARAAT VOOR HET
EERST AANGESLOTEN WORDT, wordt u
gevraagd de tijd in te stellen.
NA STROOMUITVAL gaat de klok
knipperen en moet deze op-
nieuw ingesteld worden.
U
W OVEN HEEFT een aantal functies
die kunnen worden aangepast
aan uw persoonlijke smaak.
INSTELLINGEN WIJZIGEN
DRAAI DE MULTIFUNCTIONELE KNOP naar Settings (Instellingen).
GEBRUIK DE INSTELKNOP als u een van de volgende
instellingen aan wilt passen.
Klok
Geluid
ECO
Helderheid
DRUK OP DE STOPTOETS om de instellingsfunctie te verlaten en
alle veranderingen op te slaan als u klaar bent.
DRUK OP DE OK-TOETS . (D e cijfers links (uren) knipperen).
DRAAI DE INSTELKNOP om de uren in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS. (D e twee cijfers rechts (minuten) knipperen).
DRAAI DE INSTELKNOP om de minuten in te stellen.
DRUK NOGMAALS OP DE OK-TOETS om de verandering te bevestigen.
D
E KLOK IS INGESTELD EN LOOPT.
ALS U DE KLOK VAN HET DISPLAY WILT VERWIJDEREN nadat deze is ingesteld,
dan gaat u opnieuw naar de klokinstelmodus en drukt u op de
Stoptoets terwijl de cijfers knipperen.
9
GELUID INSTELLEN
DRUK OP DE OK-TOETS .
DRAAI DE INSTELKNOP om de zoemer AAN of UIT te zetten.
DRUK NOGMAALS OP DE OK-TOETS om de verandering te bevestigen.
ECO
DRUK OP DE OK-TOETS .
DRAAI DE INSTELKNOP om de ECO-instelling AAN of UIT te zetten.
DRUK NOGMAALS OP DE OK-TOETS om de verandering te bevestigen.
A
LS ECO INGESCHAKELD IS, dan wordt het display na enige tijd automa-
tisch uitgeschakeld om energie te besparen. Het wordt automatisch
opnieuw actief als u op een toets drukt of de deur opendoet.
ALS OFF (UIT) IS INGESTELD, dan wordt het display niet uitgeschakeld
en is de 24-uursklok altijd zichtbaar.
INSTELLINGEN WIJZIGEN
10
GEBRUIK DEZE FUNCTIE als u een
kookwekker nodig heeft om de
tijd precies bij te houden, zoals
voor het koken van eieren of voor
het laten rijzen van deeg enz.
KOOKWEKKER
DRAAI DE INSTELKNOP om de gewenste tijd op de wekker in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS .
W
ANNEER DE INGESTELDE TIJD VERSTREKEN IS hoort u een geluidssignaal.
ALS U OP DE STOPTOETS DRUKT voordat de kookwekker is afgelopen,
wordt deze teruggezet op nul.
INSTELLINGEN WIJZIGEN
HELDERHEID
DRUK OP DE OK-TOETS .
DRAAI DE INSTELKNOP om de gewenste helderheid in te stellen.
DRUK NOGMAALS OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen.
TAAL
DRUK OP DE OK-TOETS .
DRAAI DE INSTELKNOP om één van de beschikbare talen te kiezen.
DRUK NOGMAALS OP DE OK-TOETS om de verandering te bevestigen.
11
BEREIDEN EN OPWARMEN MET DE MICROGOLVEN
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de magnetronfunctie.
DRAAI DE INSTELKNOP om het magnetronvermogen in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende
instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP naar rechts om de bereidingstijd in te stellen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
VERMOGEN
N
ADAT HET BEREIDINGSPROCES GESTART IS:
Kunt u de bereidingstijd eenvoudig met stappen van 30 seconden
verlengen door op de Starttoets te drukken. Bij elke druk op de
toets wordt de bereidingstijd 30 seconden langer. U kunt de be-
reidingstijd ook veranderen door de instelknop te draaien.
DOOR OP << TOETS te drukken kunt u terug keren naar waar u de
bereidingstijd en het vermogen kunt veranderen. Beide kun-
nen tijdens het koken worden veranderd met de instelknop.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE voor norma-
le bereidingen en het opwarmen
van bijvoorbeeld groenten, vis,
aardappelen en vlees.
ALLEEN MICROGOLVEN
V
ERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
900 W
O
PWARMEN VAN DRANKEN, water, heldere soepen, koffie, thee of ander voedsel met een
hoog watergehalte. Wanneer het voedsel eieren of room bevat, moet u een lager
vermogen kiezen.
750 W B
EREIDEN VAN GROENTEN, vlees etc.
650 W B
EREIDEN VAN vis.
500 W
V
OORZICHTIG BEREIDEN VAN b.v. eiwitrijke sauzen, kaas- en eiergerechten en voor het
afmaken van stoofschotels.
350 W L
ATEN SUDDEREN VAN STOOFPOTTEN, smelten van boter en chocolade.
160 W O
NTDOOIEN. Zacht laten worden van boter, kaas.
90 W IJ
S ZACHT laten worden.
0 W A
LLEEN BIJ GEBRUIK van de kookwekker.
12
JET START TURBO START
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de magnetronfunctie.
DRUK OP DE STARTTOETS OM AUTOMATISCH TE STARTEN op vol magnetronvermogen en
met de bereidingstijd ingesteld op 30 seconden. Elke keer dat de toets nog-
maals wordt ingedrukt, wordt de tijd 30 seconden langer.
DEZE FUNCTIE dient om voedsel
met een hoog watergehalte snel
op te warmen, bijvoorbeeld hel-
dere soep, koffie of thee.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE voor het snel opwarmen van voedsel met een
hoog watergehalte, zoals: heldere soepen, koffie of thee.
DEZE FUNCTIE IS ALLEEN BESCHIKBAAR als de oven is uitgeschakeld of
stand-by is terwijl de multifunctionele knop op de magnetronstand
staat.
13
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de Crisp-functie.
DRAAI DE INSTELKNOP om de bereidingstijd in te stellen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
CRISP
MET DEZE FUNCTIE kunt u pizza’s
en andere broodachtige gerech-
ten bereiden en opwarmen. Het
werkt ook goed voor het bakken
van spek, eieren, worstjes, ham-
burgers enz.
D
E OVEN WERKT AUTOMATISCH met microgolven en grill om de crispplaat te
verhitten. Daardoor komt de crispplaat zeer snel op temperatuur zodat
hij het voedsel bruin en krokant kan gaan maken.
VERZEKER u ervan dat de crispplaat goed in het midden van het glazen
draaiplateau is geplaatst.
DE OVEN EN DE CRISPPLAAT worden zeer heet wanneer u deze functie ge-
bruikt.
ZET DE HETE CRISPPLAAT NIET op een oppervlak dat kwetsbaar is voor warmte.
LET EROP dat u het grillelement niet aanraakt.
GEBRUIK OVENHANDSCHOENEN
of de bijgeleverde speciale crisphandgreep om de hete crispplaat
uit de oven te halen.
GEBRUIK ALLEEN DE bijgeleverde crispplaat bij deze functie. Andere verkrijg-
bare crispplaten zullen bij gebruik niet het
juiste resultaat geven.
14
GRILL
DRAAI DE FUNCTIEKNOP NAAR DE GRILL-FUNCTIE.
DRAAI DE INSTELKNOP om het grillvermogen in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat automatisch naar
de volgende instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om de bereidingstijd in te stellen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE om snel een
mooi bruin korstje aan gerechten
op het rooster te geven.
VOOR GERECHTEN ALS KAASTOSTIS,
STEAKS EN WORSTJES plaatst u het
rooster bovenop de bakplaat.
L
EG VOEDSEL op het rooster. Draai het voedsel tijdens de bereiding om.
CONTROLEER VOORDAT U MET GRILLEN BEGINT OF HET KOOKGEREI dat u gebruikt hitte-
bestendig en ovenvast is.
GEBRUIK GEEN PLASTIC KOOKGEREI bij het grillen. Dit smelt. Kookgerei van hout of
papier is ook niet geschikt.
V
ERWARM DE GRILL 3 à 5 minuten voor op grillvermogen High (Hoog).
HET VERMOGEN KIEZEN
GRILL
A
ANBEVOLEN GEBRUIK:VERMOGEN
KAASTOSTI'S , vismoten en
hamburgers
HOOG
WORSTJES en gerechten aan
het spit
MIDDEN
LICHT BRUINEN van voedsel
LAAG
15
COMBIGRILL
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de Combi-grillfunctie.
DRAAI DE INSTELKNOP om het grillvermogen in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende
instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om het magnetronvermogen in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende
instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om de bereidingstijd in te stellen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
H
ET MAXIMAAL MOGELIJKE magnetronvermogen bij gebruik van de Grill
Combi is in de fabriek ingesteld.
PLAATS HET GERECHT op het rooster of op het glazen draaiplateau.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE voor het be-
reiden van gerechten als lasagne,
gegratineerde vis en gegratineer-
de aardappelen.
HET VERMOGEN KIEZEN
COMBIGRILL
A
ANBEVOLEN GEBRUIK:GRILLVERMOGEN MAGNETRONVERMOGEN
LASAGNE
MIDDEN
350 - 500 W
G
EGRATINEERDE AARDAPPELEN
MIDDEN
500 - 650 W
G
EGRATINEERDE VIS
HOOG
350 - 500 W
A
PPELS UIT DE OVEN
MIDDEN
160 - 350 W
G
EGRATINEERD DIEPVRIESGERECHT
HOOG
160 - 350 W
16
TURBOGRILL COMBI
A
ANBEVOLEN GEBRUIK:GRILLVERMOGEN MAGNETRONVERMOGEN
KIPPENPOTEN
HOOG
350 - 500 W
H
ALVE KIP
MIDDEN
500 - 650 W
G
EVULDE GROENTEN
MIDDEN
350 - 500 W
G
EBAKKEN VIS
HOOG
160 - 350 W
A
ARDAPPELEN UIT DE OVEN
LAAG
500 - 650 W
F
RUIT MET KRUIMELKORST
MIDDEN
160 - 350 W
TURBOGRILL COMBI
GEBRUIK DEZE FUNCTIE VOOR het be-
reiden van gevogelte, gevulde
groenten en aardappelen uit de
oven.
P
LAATS BIJ HET KOKEN MET DEZE FUNC-
TIE HET VOEDSEL op het rooster of op
het glazen draaiplateau.
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de Turbogrill-functie.
DRAAI DE INSTELKNOP om het grillvermogen in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat au-
tomatisch naar de volgende instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om het magnetronvermogen in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat au-
tomatisch naar de volgende instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om de bereidingstijd in te stellen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
H
ET MAXIMAAL MOGELIJKE MAGNETRONVERMOGEN bij gebruik van de grill is
in de fabriek ingesteld.
PLAATS VOEDSEL op het rooster of op het glazen draaiplateau.
HET VERMOGEN KIEZEN
17
SNEL VERWARMEN
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de functie “Quick Heat” (Snel verwarmen). De standaardtemperatu-
ur wordt weergegeven.
DRAAI DE INSTELKNOP naar de gewenste temperatuur.
DRUK OP DE STARTTOETS. De huidige oventemperatuur wordt weergegeven tijdens het snelver-
warmingsproces.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE om de lege
oven voor te verwarmen.
VOORVERWARMEN moet altijd wor-
den gedaan met een lege oven,
net als bij een gewone oven.
Z
ET GEEN VOEDSEL in de oven vóór of tijdens het voorverwarmen. Dit
zal door de hoge temperatuur verbranden. Nadat het verwarmings-
proces is gestart kan de temperatuur eenvoudig worden aangepast
door de instelknop te draaien.
ALS DE INGESTELDE TEMPERATUUR IS BEREIKT , houdt de oven de ingestelde
temperatuur 10 minuten lang in stand; daarna schakelt hij zichzelf
uit. Gedurende deze tijd wacht het apparaat tot u voedsel plaatst
en een “Forced Air” (Hete lucht)-functie kiest om met de bereiding
te beginnen.
18
HETE LUCHT
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de functie “Forced Air” (Hete lucht). De standaardtemperatuur
wordt weergegeven.
DRAAI DE INSTELKNOP naar de gewenste temperatuur.
DRUK OP DE TOETS OK om de instelling te bevestigen. U gaat automatisch
naar de volgende instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om de bereidingstijd in te stellen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE voor het be-
reiden van meringues, gebak,
Moskovisch gebak, soufflés, ge-
vogelte en geroosterd vlees.
P
LAATS VOEDSEL ALTIJD OP HET ROOSTER zodat de lucht goed rond het voed-
sel kan circuleren.
GEBRUIK DE BAKPLAAT voor het bakken van kleine producten, zoals koek-
jes en broodjes.
WANNEER HET VERWARMINGSPROCES is gestart kan de bereidingstijd
eenvoudig worden bijgesteld met de instelknop. Gebruik de te-
rug-knop om terug te keren naar waar u de eindtemperatuur
kunt veranderen.
GERECHT ACCESSOIRES OVENTEMP. °C BEREIDINGSTIJD
G
EBRADEN RUNDVLEES, MEDIUM (1,3 - 1,5 kg) SCHAAL op rooster 170 - 180 °C 40 - 60 MIN.
G
EBRADEN VARKENSVLEES (1,3 - 1,5 kg) SCHAAL op rooster 160 - 170 °C 70 - 80 MIN.
H
ELE KIP (1 - 1,2 kg) SCHAAL op rooster 210 - 220 °C 50 - 60 MIN.
M
OSKOVISCH GEBAK (zwaar) CAKEVORM op rooster 160 - 170 °C 50 - 60 MIN.
M
OSKOVISCH GEBAK (licht) CAKEVORM op rooster 170 - 180 °C 30 - 40 MIN.
K
OEKJES BAKPLAAT
170 - 180 °C,
VOORVERWARMDE OVEN
10 - 12 MIN.
B
ROOD BAKVORM op rooster
180 - 200 °C,
VOORVERWARMDE OVEN
30 - 35 MIN.
B
ROODJES BAKPLAAT
210 - 220 °C,
VOORVERWARMDE OVEN
10 - 12 MIN.
M
ERINGUES BAKPLAAT
100 - 120 °C,
VOORVERWARMDE OVEN
40 - 50 MIN.
19
HETE LUCHT COMBI
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de functie “Forced Air Combi” (Hete Lucht Combi).
(De standaardtemperatuur en het magnetronvermogen worden weergegeven).
DRAAI DE INSTELKNOP om de temperatuur in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende
instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om het magnetronvermogen in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende
instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om de bereidingstijd in te stellen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE voor het be-
reiden van geroosterd vlees, ge-
vogelte, aardappelen in de schil,
diepvriesmaaltijden, Moskovisch
gebak, gebak, vis en pasteien.
P
LAATS VOEDSEL ALTIJD OP HET ROOSTER zodat de lucht goed rond het
voedsel kan circuleren.
WANNEER HET VERWARMINGSPROCES is gestart kan de bereidingstijd een-
voudig worden bijgesteld met de instelknop. Gebruik de
terug-knop om terug te keren naar waar u het vermogen of
de eindtemperatuur kunt veranderen.
HET MAX. MOGELIJKE magnetronvermogen bij gebruik van de
heteluchtfunctie is in de fabriek ingesteld.
HETE LUCHT CO MBI
V
ERMOGEN AANBEVOLEN GEBRUIK:
350 W
B
EREIDEN VAN gevogelte, vis en
gegratineerde gerechten
160 W B
EREIDEN VAN braadvlees
90 W B
EREIDEN van brood en cake
0 W
A
LLEEN EEN BRUIN KORSTJE GEVEN
tijdens de bereiding
20
HANDMATIG ONTDOOIEN
VOLG DE WERKWIJZE voor "Bereiden en opwarmen
met de magnetron" en kies vermogen 160 W
wanneer u handmatig ontdooit.
CONTROLEER EN INSPECTEER HET VOEDSEL REGELMATIG.
Ervaring zal u leren hoeveel tijd nodig is voor
verschillende hoeveelheden.
D
RAAI EEN GROOT STUK VLEES halverwege het ont-
dooien om.
BEVROREN VOEDSEL IN EEN PLASTIC ZAK, plastic fo-
lie of kartonnen verpakking kan rechtstreeks
in de oven geplaatst worden als de ver-
pakking maar geen metalen delen bevat
(b.v. metalen bindstrips).
D
E VORM VAN DE VERPAKKING heeft invloed
op de ontdooitijd. Een plat pakje ont-
dooit sneller dan een dik blok.
M
AAK STUKKEN LOS VAN ELKAAR wanneer ze begin-
nen te ontdooien.
Afzonderlijke plakken ontdooien sneller.
S
CHERM UITSTEKENDE GEDEELTEN VAN
VOEDSEL af met stukjes alumi-
niumfolie wanneer ze warm
beginnen te worden (b.v.
kippenpoten en vleugeltjes).
G
EKOOKT VOEDSEL, STOOFSCHOTELS EN VLEES-
SAUZEN ontdooien beter als ze halverwe-
ge de ontdooitijd omgeroerd worden.
B
IJ ONTDOOIEN is het beter te stoppen
kort voordat het voedsel geheel ontdooid
is; het ontdooien wordt dan voltooid terwijl u
het voedsel even laat staan.
A
LS U HET VOEDSEL NA HET ONTDOOIEN EVEN LAAT STA-
AN WORDT HET RESULTAAT ALTI-
JD BETER, omdat de tempe-
ratuur dan gelijkmatig door
het voedsel verdeeld wordt.
21
AUTO ONTDOOIEN
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de Auto-functie.
DRAAI DE INSTELKNOP naar de Auto ontdooien-functie.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om de categorie voedsel te selecteren; “FOOD" (Voedsel) en de voedsel-
categorie worden weergegeven.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat automatisch naar de volgende in-
stelling.
DRAAI DE INSTELTOETS om het gewicht in te stellen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE voor het ont-
dooien van vlees, gevogelte, vis,
groenten en brood.
Jet Defrost mag alleen gebruikt
worden als het netto gewicht tus-
sen de 100 g en 3 kg ligt.
P
LAATS HET VOEDSEL altijd op het gla-
zen draaiplateau.
22
BEVROREN VOEDSEL:
ALS HET VOEDSEL WARMER IS dan diepvriestemperatuur (-18°C),
kiest u een lager voedselgewicht.
ALS HET VOEDSEL KOUDER IS dan diepvriestemperatuur (-18°C),
kiest u een hoger voedselgewicht.
GEWICHT:
V
OOR DEZE FUNCTIE MOET het nettogewicht van het voedsel
bekend zijn. De oven berekent dan automatisch de beno-
digde tijd om het gekozen programma uit te voeren.
A
LS HET GEWICHT LAGER OF HOGER IS DAN HET AANBEVOLEN GEWICHT: Volg de
werkwijze voor "Bereiden en opwarmen met de magnetron" en kies
160 W voor ontdooien.
AUTO ONTDOOIEN
GERECHT TIPS
VLEES (100 g - 2,0 kg)
G
EHAKT, koteletten, biefstuk of braadvlees.
GEVOGELTE (100 g - 3,0 kg)
H
ELE KIP, in stukken of filets.
VIS (100 g - 2,0 kg)
H
EEL, moten of filets.
GROENTEN (100 g - 2,0 kg)
G
EMENGDE GROENTEN, doperwten, broccoli enz.
BROOD (100 g - 2,0 kg)
H
EEL BROOD, zoete broodjes en kadetjes.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL wordt genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbevo-
len gewicht, moet u de procedure voor "Bereiden en opwarmen met de magnetron" aanhouden
en 160 W kiezen voor het ontdooien.
23
AUTO OPWARMEN
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de Auto-functie.
DRAAI DE INSTELKNOP naar de functie Auto opwarmen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE voor het op-
warmen van kant-en-klare maal-
tijden: diepvries, gekoeld of op
kamertemperatuur.
P
LAATS HET VOEDSEL op een bord of
schaal (magnetronbestendig en
ovenvast).
W
ANNEER U EEN MAALTIJD IN DE KOELKAST BEWAART of
op een bord legt om het op te warmen, leg
dan dikker, compacter voedsel
aan de buitenkant en
dunner of minder
compact voedsel
in het midden.
DEK HET VOEDSEL ALTIJD AF als u deze functie ge-
bruikt, behalve wanneer u één portie gekoelde
soep opwarmt. Dan is afdekken niet nodig!
ALS HET VOEDSEL ZODANIG VERPAKT IS dat het
al afgedekt is, moet de verpakking op
2-3 plaatsen worden ingesneden zodat
opgebouwde druk tijdens het opwar-
men kan ontsnappen.
L
EG DUNNE PLAKJES VLEES boven op elkaar
of laat ze elkaar overlappen.
DIKKERE STUKKEN , bijvoorbeeld gehaktbrood en
worstjes, moeten dicht bij elkaar worden ge-
legd.
P
LASTIC FOLIE moet worden in-
gesneden of ingeprikt met een
vork zodat er geen druk op-
gebouwd wordt en open-
barsten voorkomen wordt.
Tijdens het verhitten ont-
staat er namelijk stoom.
1-2
MINUTEN NAGAARTIJD ZORGT
ALTIJD VOOR EEN BETER resul-
taat, met name bij bevroren
voedsel.
H
ET PROGRAMMA MAG NIET onderbroken worden voordat de resterende verwar-
mingstijd wordt weergegeven.
HET PROGRAMMA MAG WEL ONDERBROKEN WORDEN wanneer de verwarmingstijd wordt
weergegeven.
HET NETTO GEWICHT dient tussen de 250 g en 600 g te liggen als u deze functie ge-
bruikt. Anders dient u de handmatige functie te gebruiken om het beste resul-
taat te bereiken.
LET EROP dat de oven op kamertemperatuur is voordat u deze functie gebruikt,
om het beste resultaat te bereiken.
24
AUTO CRISP
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de Auto-functie.
DRAAI DE INSTELKNOP naar de functie Auto Crisp.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen. U gaat automa-
tisch naar de volgende instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om de categorie voedsel te selecteren; “FOOD"
(Voedsel) en de voedselcategorie worden weergegeven.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
G
EBRUIK DEZE FUNCTIE OM uw voed-
sel snel uit de diepvries op te war-
men naar serveertemperatuur.
AUTO CRISP WORDT ALLEEN GEBRUI-
KT voor kant-en-klaar diepvries-
voedsel.
Gebruik alleen de bijgeleverde crispplaat bij deze functie. Met andere
verkrijgbare crispplaten krijgt u bij deze functie niet het gewenste
resultaat.
Opmerking: de oven gaat na 1 min. automatisch verder als het voedsel
niet is omgedraaid. In dat geval zal het verwarmen langer duren.
Zet geen verpakkingen of omhulsels op de Crispplaat!
Alleen het voedsel zelfmag op de Crispplaat worden gelegd.
25
AUTO CRISP
VOEDSEL TIPS
PATAT FRITES (200 g - 600 g)
V
ERDEEL DE FRITES gelijkmatig over de crispplaat.
Indien gewenst bestrooien met zout.
ROER HET VOEDSEL OM als de oven dit aangeeft.
PIZZA, dunne bodem
(200 g - 500 g)
V
OOR PIZZA'S met een dunne bodem.
PANPIZZA (300 g - 800 g)
V
OOR PIZZA'S met een dikke bodem.
KIPVLEUGELS (200 g - 600 g)
V
OOR KIPNUGGETS bestrijkt u de crispplaat met olie
en stelt u de gaarheid in op Lo 2.
DRAAI HET VOEDSEL OM als de oven dit aangeeft.
VISSTICKS (200 g - 600 g)
V
ERWARM DE CRISPPLAAT VOOR met een beetje boter
of olie. Plaats de vissticks als de oven stopt en
aangeeft "Add Food" (Voedsel plaatsen).
DRAAI HET VOEDSEL OM als de oven dit aangeeft.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL wordt genoemd en als het gewicht lager of hoger is dan het
aanbevolen gewicht, moet u de procedure voor de handmatige Crispfunctie aanhouden.
26
AUTO STOMEN
GEBRUIK DEZE FUNCTIE voor voedsel
zoals groenten, vis, rijst en pasta.
DEZE FUNCTIE WERKT IN 2 STAPPEN.
Met de eerste stap wordt het
voedsel snel aan de kook ge-
bracht.
Bij de tweede stap gaat de
temperatuur omlaag naar
sudderen, zodat overkoken
vermeden wordt.
D EKSEL
D
EK HET VOEDSEL ALTIJD AF MET EEN DEKSEL. Contro-
leer of de schaal en het deksel geschikt zijn
voor de magnetron, voordat u ze gebruikt. Als
u geen deksel heeft dat de gekozen schaal of
pot kan afdekken, kunt u in plaats daarvan een
bord gebruiken. Dit moet dan geplaatst wor-
den met de onderkant gericht naar de binnen-
kant van de schaal.
GEBRUIK GEEN plastic of aluminium verpakkings-
materiaal om voedsel af te dekken.
BEREIDEN VAN GROENTEN
DOE DE GROENTEN in het mandje van de stoom-
pan.
Giet 100 ml water in het onderste gedeelte.
Doe het deksel erop en stel de tijd in.
ZACHTE GROENTEN zoals broccoli en prei hebben
een kooktijd van 2 à 3 minuten nodig.
HARDERE GROENTEN zoals wortels en aardappels
hebben een kooktijd van 4 à 5 minuten nodig.
RIJST KOKEN
V
OLG DE AANWIJZINGEN OP DE VERPAKKING voor de
kooktijd en de hoeveelheid water en rijst.
DOE DE INGREDIËNTEN IN HET ONDERSTE GEDEELTE, doe
het deksel erop en stel de tijd in.
SCHALEN
D
E GEBRUIKTE SCHALEN MOGEN NIET meer dan half
vol zijn. Als u grote hoeveelheden wilt koken,
dan moet u een grotere schaal nemen om er-
voor te zorg en dat deze niet verder gevuld is
dan tot de helft. Zo voorkomt u overkoken.
DRAAI DE FUNCTIEKNOP naar de Auto-functie.
DRAAI DE INSTELKNOP naar de functie Auto stomen.
DRUK OP DE OK-TOETS om de instelling te bevestigen.
U gaat automatisch naar de volgende instelling.
DRAAI DE INSTELKNOP om de stoomtijd in te stellen.
DRUK OP DE STARTTOETS.
D
E STOOMPAN IS ontworpen om uitsluitend te worden gebruikt
met microgolven!
GEBRUIK DEZE NOOIT MET EEN ANDERE FUNCTIE.
GEBRUIK VAN DE STOOMPAN bij een andere functie kan schade veroorzaken.
LET ER ALTIJD OP dat het draaiplateau vrij kan draaien voordat u de oven
start.
PLAATS de stoompan altijd op het glazen draaiplateau.
27
ONDERHOUD EN REINIGING
NORMAAL GESPROKEN IS SCHOONMAKEN de enige
vorm van onderhoud die nodig is.
A
LS DE OVEN niet goed wordt schoongehouden,
kan het ovenoppervlak aangetast worden,
waardoor de levensduur van het apparaat ver-
kort kan worden en mogelijk gevaarlijke situa-
ties ontstaan.
G
EBRUIK GEEN SCHUURSPONSJES,
SCHUURMIDDELEN, sponsjes
van staalwol, ruwe doek-
en e.d.; deze kunnen
het bedieningspaneel en
het oppervlak van de binnen- en buiten-
kant van de oven beschadigen. Gebruik
een spons met een mild schoonmaakmid-
del of een stuk keukenrol met glasreiniger.
Spuit het glasreinigingsmiddel op het keu-
kenpapier.
SPUIT HET NIET direct op de oven.
V
ERWIJDER REGELMATIG, vooral als er
voedsel gemorst is, het draai-
plateau en de plateaudrager en
maak de bodem van de magne-
tron schoon.
DEZE OVEN IS ONTWORPEN om met het draaipla-
teau te worden gebruikt.
GEBRUIK DE MAGNETRON NIET wanneer het
draaiplateau eruit genomen is om het
schoon te maken.
G
EBRUIK EEN MILD SCHOONMAAKMIDDEL, water en
een zachte doek om de ovenruimte, voor- en
achterkant van de deur en de deursponning
schoon te maken.
ZORG ERVOOR DAT ER GEEN VET- of voedsel-
resten in de deursponning achterblijven.
G
EBRUIK GEEN SCHOONMAAKAPPARATEN DIE MET
STOOM WERKEN om de magnetron schoon
te maken.
L
UCHTJES IN DE OVEN KUNT U VERWIJDEREN DOOR een
kopje water met wat citroensap op het draai-
plateau te plaatsen en dit enkele minuten te la-
ten koken.
I
N GEVAL VAN HARDNEKKIGE vlekken laat u geduren-
de 2 of 3 minuten een kopje water in de oven
koken. Vuil laat zich door de stoomvorming
makkelijker verwijderen.
H
ET GRILLELEMENT hoeft niet gereinigd te worden
omdat de intense hitte spatten zal afbranden,
maar moet regelmatig gereinigd worden. Dit
moet gebeuren met een zachte, vochtige doek
met een mild reinigingsmiddel. Als de grill niet
regelmatig wordt gebruikt, moet deze 10 mi-
nuten per maand.
28
GESCHIKT VOOR DE VAATWASMACHINE:
P
LATEAUDRAGER.
G
LAZEN DRAAIPLATEAU.
CRISPHANDGREEP.
ROOSTER.
ZORGVULDIG REINIGEN:
D
E CRISPPLAAT moet worden afgewassen in wa-
ter met een mild afwasmid-
del. Sterk vervuilde delen
kunnen worden schoonge-
maakt met een schuursponsje
en een mild schoonmaakmiddel.
LAAT DE CRISPPLAAT ALTIJD afkoelen voordat u
deze schoonmaakt.
DOMPEL DE CRISPPLAAT NIET onder in water
en spoel de crispplaat niet af wanneer
deze heet is. Door snelle afkoeling kan
de crispplaat beschadigen.
GEBRUIK GEEN STAALWOLLEN SPONSJES. Deze
kunnen krassen veroorzaken op het op-
pervlak.
B
AKPLAAT.
STORINGEN OPSPOREN
ALS DE OVEN NIET WERKT, bel dan pas de klanten-
service als u gecontroleerd heeft of:
Het draaiplateau en de drager van het
draaiplateau op hun plaats zitten.
De stekker g oed in het stopcontact zit.
De deur goed gesloten is.
De zekeringen in orde zijn en er stroom is.
De oven voldoende ventilatie heeft.
Wacht 10 minuten en probeer dan de oven
opnieuw te laten werken.
Open en sluit de deur voordat u het op-
nieuw probeert.
ZO KUNT U VOORKOMEN dat u onnodig belt, waar
kosten aan verbonden zijn.
Als u de klantenservice belt, dient u het se-
rienummer en het typenummer van de oven
door te geven (zie het serviceplaatje). Raad-
pleeg het garantieboekje voor nadere infor-
matie.
ALS HET NETSNOER MOET WORDEN VERVANGEN ,
moet dat gebeuren met een
origineel exemplaar, dat ver-
krijgbaar is via onze klan-
tenservice. Het netsnoer
mag uitsluitend door een be-
voegde onderhoudsmonteur
worden vervangen.
O
NDERHOUD MAG UITSLUITEND DOOR
EEN BEVOEGDE ONDERHOUDSMON-
TEUR WORDEN UITGEVOERD. Voor ie-
mand zonder speci eke training
is het gevaarlijk om onder-
houdswerkzaamheden of
reparaties uit te voeren; daarbij moeten be-
schermkappen verwijderd worden die be-
scherming bieden tegen blootstelling aan
de energie van microgolven.
VERWIJDER DE BESCHERMKAPPEN NIET.
ONDERHOUD EN REINIGING
STOOMPAN.
D
EKSEL
29
IN OVEREENSTEMMING MET IEC 60705.
DE INTERNATIONALE ELEKTROTECHNISCHE COMMISSIE heeft een norm ontworpen voor het vergelijkend
testen van verwarmingsprestaties van verschillende magnetronovens. Voor deze oven adviseren
wij het volgende:
GEGEVENS VOOR HET TESTEN VAN DE VERWARMINGSPRESTATIES
TECHNISCHE SPECIFICATIES
IN OVEREENSTEMMING MET IEC 60350.
DE INTERNATIONALE ELEKTROTECHNISCHE COMMISSIE heeft een norm ontworpen voor het vergelijkend
testen van verwarmingsprestaties van verschillende ovens. Voor deze oven adviseren wij het vol-
gende:
Test Hoeveelheid Geschatte tijdsduur Vermogen Ovenschaal
12.3.11000 g 12 - 13 min. 650 W Pyrex 3.227
12.3.2 475 g 5½ min. 650 W Pyrex 3.827
12.3.3900 g 13 - 14 min. 750 W Pyrex 3.838
12.3.41100 g28 - 30 min. Hete lucht 190 ºC + 350 W Pyrex 3.827
12.3.5700 g28 - 30 min. Hete lucht 175 ºC + 90 W Pyrex 3.827
12.3.61000 g 30 - 32 min
. Hete lucht 210 ºC + 350 W Pyrex 3.827
13.3500 g 10 min. 160 W
NETSPANNING 230 V/50 HZ
NOMINAAL INGANGSVERMOGEN 2800 W
Z
EKERING 16 A
U
ITGANGSVERMOGEN MAGNETRON 900 W
G
RILL 1600 W
H
ETE LUCHT 1200 W
A
FMETINGEN BUITENKANT (HXBXD) 455 X 595 X 560
A
FMETINGEN BINNENKANT (HXBXD) 210 X 450 X 420
Test Geschatte tijdsduur Temperatuur Voorverwarmde oven Accessoires
8.4.130 - 35 min. 150 °C Nee Bakplaat
8.4.2 18 - 20 min. 170 °C Ja Bakplaat
8.5.1 33 - 35 min. 160 °C Nee Rooster
8.5.2 65 - 70 min. 160 - 170 °C Ja Rooster
30
31
32
Made in Sweden.
NL
MILIEUTIPS
DE VERPAKKING kan volledig worden
gerecycled, zoals wordt aange-
geven door het recycling-
symbool. Houd u aan plaat-
selijke voorschriften voor af-
valverwerking. Houd verpak-
kingsmateriaal (plastic zakken, poly-
styreen enz.) buiten het bereik van kinderen.
D
IT APPARAAT is voorzien van het merkteken vol-
gens de Europese richtlijn 2002/96/EC inzake
Afgedankte Elektrische en Elektronische Ap-
paraten (WEEE). Door ervoor te zorg en dat dit
product op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijk negatieve gevolgen
voor het milieu en de menselijke gezondheid
te voorkomen die anders zouden kunnen wor-
den veroorzaakt door onjuist wegwerpen van
dit product.
H
ET SYMBOOL op het pro- duct of op de bij-
behorende documentatie
geeft aan dat dit apparaat
niet als huishoudelijk afval
mag worden behandeld. In
plaats daarvan moet het wor-
den afgegeven bij een verza-
melpunt voor recycling van
elektrische en elektroni-
sche apparaten.
W
EGWERPEN moet worden
gedaan in overeenstem-
ming met plaatselijke mi-
lieuvoorschriften voor afvalverwerking.
VOOR NADERE INFORMATIE over de behandeling, te-
rugwinning en recycling van dit product wordt
u verzocht contact op te nemen met het stads-
kantoor in uw woonplaats, uw afvalophaal-
dienst of de winkel waar u het product heeft
aangeschaft.
SNIJD DE VOEDINGSKABEL VAN HET APPARAAT DOOR
voordat u het apparaat afdankt, zodat het on-
bruikbaar wordt.
4000-10 5-69008
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Bauknecht EMCHE 8245 PT Gebruikershandleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor