NI-1
Nederlands
Uw magnetronoven controleren
Pak uw magnetron uit, verwijder al het ver-
pakkingsmateriaal en controleer de magnetron op
schade zoals deuken, beschadigde deurvergren-
delingen of barsten in de deur. Waarschuw uw
dealer onmiddellijk als u beschadigingen
waarneemt. Een beschadigde magnetronoven mag
niet worden geïnstalleerd.
Aarding
BELANGRIJK: DIT APPARAAT DIENT VOOR UW
PERSOONLIJKE VEILIGHEID JUIST GEAARD TE
WORDEN AANGESLOTEN.
Indien uw stopcontact niet is geaard, is het de per-
soonlijke verantwoordelijkheid van de klant om het
te laten vervangen door een goed geaarde wand-
contactdoos.
Bedrijfsspanning
Het voltage dient in overeenstemming te zijn met
de op het label van de oven opgegeven spanning.
Wanneer een hogere spanning gebruikt wordt, kan
dit brand of andere beschadigingen veroorzaken.
Plaatsen van de oven
Deze oven is uitsluitend bestemd voor gebruik op
een werkblad en is niet bedoeld als inbouwoven of
voor gebruik in een kast.
1. Zet het toestel op een platte, stevige onder-
grond, minimaal 85 cm boven de vloer.
2. Wanneer de oven is geïnstalleerd dan moet op
een eenvoudige wijze de stroom middels een
schakelaar kunnen worden onderbroken of de
stekker uit het stopcontact worden gehaald.
3. De magnetronoven kan alleen op de juiste wijze
functioneren indien er voldoende ventilatie is.
Plaatsing op een meubel:
a. Boven de magnetronoven moet een ruimte
worden vrij gelaten van 15 cm, aan de
achterzijde 10 cm, aan de zijkant 5 cm en
aan de andere zijkant een ruimte van meer
dan 40 cm.
b. Wanneer één zijde van de magnetronoven
tegen een wand staat, mogen de andere
zijde en de bovenkant niet geblokkeerd zijn.
4. Plaats de magnetronoven niet vlak naast andere
elektrische apparatuur of een gasfornuis.
5. Verwijder de voetjes van de magnetronoven niet.
6. Deze magnetronoven is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik. Niet buitenshuis gebruiken.
7. Het is af te raden de magnetronoven in een
vochtige omgeving te gebruiken.
8. Het netsnoer mag niet in aanraking komen met
de buitenzijde van de oven. Houdt het snoer uit
de buurt van warme of hete oppervlakken. Laat
het snoer niet over de rand van een tafel of aan-
recht hangen. Dompel het snoer, de stekker of de
oven niet onder in water.
9. De ventilatie-openingen bovenop en achterop de
magnetronoven mogen niet worden geblokkeerd.
Indien deze openingen geblokkeerd zijn terwijl de
magnetronoven in gebruik is, kan deze oververhit
raken. Een thermische beveiliging zal in dit geval
de magnetronoven buiten werking stellen en de
oven weer inschakelen zodra deze is afgekoeld.
Plaatsing op een meubel
Installatie en aansluiting
WAARSCHUWING
Belangrijke veiligheidsinstructies
1. De deurafdichtingen en de plaatsen
hieromheen moeten worden schoongemaakt
met een vochtige doek. Het apparaat moet
gecontroleerd worden op beschadigingen aan
de deurafdichtingen en de plaatsen rondom
deze afdichtingen; indien er sprake van
beschadiging is, mag het apparaat niet gebruikt
worden totdat het door een door de fabrikant
erkende onderhoudstechnicus is gerepareerd.
2. Probeer niet zelf reparaties uit te voeren aan
de ovendeur, het bedieningspaneel, de vei-
ligheids-vergrendelingsschakelaars of welk
ander deel van de magnetronoven dan ook.
Verwijder de behuizing van de magnetron-oven
niet; deze biedt bescherming tegen bloot-
stelling aan magnetron (microgolf) energie.
Reparaties mogen uitsluitend door een door de
fabrikant erkende onderhoudstechnicus worden
uitgevoerd.
3. Gebruik dit apparaat niet, indien het NET-
SNOER en/of de STEKKER beschadigd zijn.
Indien het apparaat niet goed functioneert,
beschadigd of gevallen is, mogen in verband
met de veiligheid reparaties uitsluitend door
een door de fabrikant erkende onderhouds-
technicus worden uitgevoerd.
4.
Indien het netsnoer beschadigd is, moet dit
direct vervangen worden door gekwalificeerde
technici om mogelijke schade/letsel te
voorkomen.
5. Kinderen mogen de magnetronoven uitsluitend
onder toezicht gebruiken wanneer ze goed zijn
ingelicht zodat ze de oven op veilige wijze kun-
nen bedienen en zich bewust zijn van de
gevaren van onjuist gebruik.
6. Ontploffingsgevaar bestaat indien voedsel of
dranken in een gesloten blik of fles worden ver-
warmd.
Vrije
ruimte
10cm
15cm
5cm