Documenttranscriptie
* Mogelijk is niet alle informatie in deze gebruiksaanwijzing van
toepassing op uw telefoon. Dit hangt af van welke software is
geïnstalleerd en welke provider u hebt. Drukfouten voorbehouden.
Printed in Korea
World Wide Web
http://www.samsungmobile.com
Code No.: GH68-05788A
Nederlands. 10/2004. Rev. 1.0
GPRS TELEFOON
SGH-S341i
Inhoud
Belangrijke veiligheidsinformatie .......................... 7
Uitpakken ............................................................ 10
De telefoon .......................................................... 11
Onderdelen ............................................................ 11
Display .................................................................. 14
Camera ................................................................. 17
Aan de slag.......................................................... 18
De SIM-kaart installeren ..........................................
De batterij opladen .................................................
De telefoon aan- en uitzetten ...................................
De functie voor het blokkeren van het
toetsenbord gebruiken .............................................
18
20
22
23
Telefoneren ......................................................... 24
Zelf bellen .............................................................
Het volume aanpassen ............................................
Een oproep beantwoorden ........................................
Gemiste oproepen bekijken ......................................
Snel overschakelen naar de stille stand ......................
24
30
31
32
34
Functies en opties selecteren .............................. 35
De functietoetsen gebruiken ..................................... 35
Opties selecteren .................................................... 36
Tekst invoeren..................................................... 37
Tekstinvoerstand wijzigen ........................................
De ABC-stand gebruiken ..........................................
De cijferstand gebruiken ..........................................
Speciale tekens invoeren .........................................
De T9-stand gebruiken ............................................
38
39
40
41
42
Tijdens een gesprek beschikbare opties .............. 44
Een gesprek in de wacht zetten ................................
De menuopties gebruiken ........................................
De microfoon uitschakelen (Micr. uit) ........................
Toetstonen in- en uitschakelen .................................
Een serie DTMF-tonen verzenden ..............................
Een nummer opzoeken in de telefoonlijst ...................
Wisselgesprek ........................................................
Multiparty-gesprekken .............................................
44
45
46
47
47
48
49
50
3
Inhoud
Inhoud
De menu's gebruiken ........................................... 53
i-mode ............................................................... 100
Een menu weergeven met de navigatietoetsen ........... 53
Sneltoetsen gebruiken ............................................. 54
Overzicht van de menuopties ................................... 55
-Menu (menu 5.1) ................................................
Mail (menu 5.2) .....................................................
Java diensten (Menu 5.3) ........................................
SMS (menu 5.4) ....................................................
Favorieten (menu 5.5) ............................................
Naar webpagina (menu 5.6) ....................................
Opgeslagen pag's (menu 5.7) ..................................
Instellingen (menu 5.8) ..........................................
Oproepenlijst....................................................... 60
Gemiste oproepen (menu 1.1) ...................................
Ontvangen oproepen (menu 1.2) ...............................
Uitgaande oproepen (menu 1.3) ................................
Alles wissen (menu 1.4) ............................................
Gespreksduur (menu 1.5) .........................................
Gesprekskosten (menu 1.6) ......................................
60
61
61
62
63
64
Telefoonlijst ........................................................ 65
Zoek (menu 2.1) .....................................................
Nieuw contact (menu 2.2) .........................................
Groep zoeken (menu 2.3) .........................................
Groep wijzigen (menu 2.4) ........................................
Verkort kiezen (menu 2.5) ........................................
Alles wissen (menu 2.6) ............................................
Geheugenstatus (menu 2.7) ......................................
Eigen nummer (menu 2.8) ........................................
SDN (Service Dialling Numbers) (menu 2.9) ................
65
67
69
70
71
72
73
74
74
Organizer............................................................. 75
Alarm (menu 3.1) ....................................................
Agenda (menu 3.2) ..................................................
Actielijst (menu 3.3) .................................................
Calculator (menu 3.4) ..............................................
Voice memo (menu 3.5) ...........................................
Valuta omrekenen (menu 3.6) ...................................
75
77
80
82
83
86
Berichten ............................................................. 87
Tekstberichten (menu 4.1) ........................................ 87
Voicemail (menu 4.2) ............................................... 98
Infoberichten (menu 4.3) .......................................... 98
4
101
104
118
119
120
121
122
123
Amusement ....................................................... 124
Toepassingen (menu 6.1) .......................................
Geluiden (menu 6.2) ..............................................
Afbeeldingen (menu 6.3) ........................................
Alles wissen (menu 6.4) ..........................................
Geheugenstatus (menu 6.5) ....................................
124
124
125
126
126
Instellingen ....................................................... 127
Tijd en datum (menu 7.1) .......................................
Telefoonopties (menu 7.2) ......................................
Displayinstellingen (menu 7.3) .................................
Geluidopties (menu 7.4) .........................................
Netwerkdiensten (menu 7.5) ...................................
Beveiliging (menu 7.6) ...........................................
Instellingen terugzetten (menu 7.7) .........................
i-mode instelling (menu 7.8) ...................................
i-mode blokk. (menu 7.9) .......................................
127
129
132
134
139
148
152
153
154
Camera .............................................................. 155
Foto's maken (menu 8.1) ........................................
Mijn foto's (menu 8.2) ............................................
Video (menu 8.3) ...................................................
Geheugenstatus (menu 8.4) ....................................
155
159
160
162
Problemen oplossen .......................................... 163
5
Inhoud
Toegangscodes .................................................. 166
Telefoonwachtwoord .............................................
PIN-code .............................................................
PUK ....................................................................
PIN2 ...................................................................
PUK2 ..................................................................
Blokkeerwachtwoord .............................................
166
167
167
168
169
169
Informatie met betrekking tot gezondheid
en veiligheid ...................................................... 170
SAR-certificeringsinformatie ...................................
Voorschriften voor het gebruik van batterijen ...........
Verkeersveiligheid .................................................
Gebruiksomgeving ................................................
Elektronische apparatuur .......................................
Omgevingen met explosiegevaar ............................
Alarmnummer bellen .............................................
Overige belangrijke veiligheidsinformatie .................
Behandeling en onderhoud .....................................
170
171
173
174
175
177
178
179
180
Verklarende woordenlijst .................................. 182
Index................................................................. 188
Naslagkaart ....................................................... 193
6
Belangrijke
veiligheidsinformatie
Lees deze richtlijnen zorgvuldig door voordat u de
mobiele telefoon in gebruik neemt. Het niet
opvolgen van deze richtlijnen kan tot gevaarlijke
situaties leiden en kan in strijd met de wet zijn.
Verkeersveiligheid voor alles
Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden.
Parkeer eerst de auto.
Uitschakelen bij het tanken
Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de
buurt van brandstoffen of chemicaliën.
Uitschakelen in een vliegtuig
Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische
systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in
vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan.
Schakel de telefoon altijd uit als u zich in de
nabijheid van medische apparatuur bevindt.
Schakel de telefoon uit als u zich in de nabijheid van
medische apparatuur bevindt. In ziekenhuizen en
andere zorginstellingen wordt vaak apparatuur
gebruikt die niet bestand is tegen externe
radiosignalen. Houd u aan alle geldende regels of
voorschriften.
Storingen
De werking van een mobiele telefoon kan worden
verstoord door de radiosignalen van andere
apparatuur.
7
Belangrijke veiligheidsinformatie
Belangrijke veiligheidsinformatie
Speciale voorschriften
Deskundige technische service
Houd u aan speciale voorschriften en zet de
telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de
telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen
kan opleveren (bijvoorbeeld in een ziekenhuis).
Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan
gekwalificeerde technici.
Waterbestendigheid
De telefoon is niet waterbestendig.
Zorg ervoor dat de telefoon droog blijft.
Stand van de telefoon
Gebruik de telefoon alleen in de normale stand
(tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de
antenne als de telefoon is ingeschakeld.
Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en
veiligheid" op pagina 170 voor meer informatie over
veiligheid.
LET OP
EXPLOSIEGEVAAR ALS EEN BATTERIJ WORDT
VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE.
GOOI OUDE BATTERIJEN VOLGENS DE
RICHTLIJNEN WEG.
Alarmnummer bellen
Toets het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer) en druk op de toets
.
Zorg ervoor dat u alle benodigde informatie zo
precies mogelijk doorgeeft. Verbreek de verbinding
pas als u daartoe opdracht hebt gekregen.
De telefoon buiten het bereik van kleine
kinderen houden
Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen,
waaronder accessoires, buiten het bereik van kleine
kinderen.
Accessoires en batterijen
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde
accessoires en batterijen. Het gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan de telefoon
beschadigen en kan gevaarlijk zijn.
Gebruik alleen batterijen en opladers die door
Samsung zijn goedgekeurd.
8
9
Uitpakken
De telefoon
In de doos vindt u de volgende onderdelen:
Onderdelen
In de volgende illustratie worden de belangrijkste
onderdelen van de telefoon aangegeven:
Reisoplader
Handset
Camera
Display
Batterij
Gebruiksaanwijzing
Luidspreker
Navigatietoetsen
(Omhoog/Omlaag/
Links/Rechts)
Menu openen/
bevestigen
(middentoets)
Aansluitpunt
hoofdtelefoon
Functietoets
(links)
Hoofdtelefoon
Displayreiniger
Uw Samsung-dealer kan de volgende accessoires
leveren:
• Standaard-/uitgebreide batterijen
Volumetoetsen/
bladertoetsen
Kiezen/
Bevestigen
menukeuze
Annuleren/
corrigeren
Alfanumerieke
toetsen
Infraroodpoort
• Eenvoudige handsfree car-kit
• Reisoplader
Functietoets
(rechts)
Aan/uit/menu
afsluiten
Toetsen voor
speciale
functies
Microfoon
• Hoofdtelefoon
• Datakabelkit voor pc
10
11
De telefoon
De telefoon
Toets(en) Beschrijving
(functietoetsen)
Toets(en) Beschrijving (vervolg)
De functie uitvoeren die erboven, op de
onderste regel van het display, wordt
aangegeven.
Tekens uit het display wissen.
In de menustand: door de menuopties
en de telefoonlijst bladeren.
Gesprek beëindigen. Door deze toets
ingedrukt te houden kunt u bovendien
de telefoon in- of uitschakelen.
Bij het invoeren van tekst: de cursor
omhoog of omlaag bewegen,
afhankelijk van de zijde waarop u drukt.
In de menustand: teruggaan naar het
vorige menuniveau in het display.
In de menustand: uw invoer annuleren
en teruggaan naar de standby-stand.
In de standby-stand: met de toets
Omhoog het menu Geluidsopties
openen en met de toets Omlaag het
menu Camera openen.
In de standby-stand: toegang tot uw
voicemail als u deze toets ingedrukt
houdt.
Bij het invoeren van tekst: de cursor
naar links of rechts verplaatsen
afhankelijk van de kant waarop u drukt.
Cijfers, letters en speciale tekens
invoeren.
In de standby-stand, met de toets Links
het menu Telefoonlijst openen en met
de toets Rechts het menu
Tekstberichten openen.
Speciale tekens invoeren.
Diverse functies uitvoeren.
In de standby-stand: de menustand
openen. Of, met de toets ingedrukt, de
i-mode-browser starten.
(linkerkant van de telefoon)
Tijdens het bellen: volume van
luidspreker aanpassen.
In de menustand: de gemarkeerde
menuoptie selecteren.
Zelf bellen of oproep beantwoorden.
In de standby-stand: laatste nummer
dat u hebt gebeld of waarvan u een
oproep hebt ontvangen bellen als u de
toets ingedrukt houdt.
In de standby-stand met de telefoon
opengeklapt: het toetsvolume
aanpassen. Met de telefoon
dichtgeklapt: het display inschakelen
als u de toets ingedrukt houdt.
In de menustand: door menuopties
bladeren.
In de menustand: menufunctie kiezen
of ingevoerde informatie (zoals een
naam) opslaan in het telefoongeheugen
of op de SIM-kaart.
12
13
De telefoon
De telefoon
Display
Symbolen
Symbool Beschrijving
Indeling van het display
Het display bestaat uit drie gedeelten:
Symbolen
Tekst en
afbeeldingen
i-mail
i-mode
Functietoetsindicatoren
Toont de sterkte van het
ontvangstsignaal. Hoe meer staafjes,
hoe sterker het signaal.
Wordt weergegeven als u buiten bereik
van uw eigen netwerk bent en bent
aangemeld bij een ander netwerk,
bijvoorbeeld in het buitenland.
Wordt weergegeven als de functie
Doorschakelen is geactiveerd.
Wordt weergegeven als er een nieuw
tekstbericht is binnengekomen.
Gedeelte
Beschrijving
Wordt weergegeven als er een nieuw
voicemailbericht is binnengekomen.
Bovenste regel
Hier worden diverse symbolen
weergegeven. Zie pagina 15.
Wordt weergegeven als u het alarm
hebt ingesteld.
Middelste regel
Hier worden meldingen,
instructies en ingevoerde
informatie (bijvoorbeeld een
telefoonnummer) weergegeven.
Wordt weergegeven tijdens een
gesprek.
Onderste regel
Hier worden de functies
weergegeven die op dat
moment aan de twee
functietoetsen zijn toegewezen.
Wordt weergegeven als u zich buiten
het servicegebied bevindt. Als dit
symbool wordt getoond, kunt u niet
bellen en geen oproepen beantwoorden.
Wordt weergegeven als de
infraroodpoort is geactiveerd. Zie
pagina 130 voor meer informatie.
Wordt weergegeven als u de microfoon
hebt uitgeschakeld.
14
15
De telefoon
De telefoon
Symbool Beschrijving (vervolg)
Verschijnt als de stille stand aanstaat of
als u de telefoon in het menu Type
belsignaal zo hebt ingesteld dat deze
trilt als u een oproep ontvangt. Zie
pagina 34 en pagina 135 voor meer
informatie.
Wordt weergegeven als er een nieuw email- of MMS-bericht is binnengekomen.
Met de kleur wordt de status van het email- of MMS-bericht aangeduid.
• Grijs: er is een nieuw e-mail- of MMSbericht op uw telefoon. Wanneer er
een e-mail- of MMS-bericht wordt
gedownload, knippert het symbool.
• Geel: er staat een nieuw e-mail- of
MMS-bericht in de i-mode-centrale.
• Rood: uw Postvak IN is vol.
De kleur geeft aan wat de i-mode status
is:
• Geel: de GPRS is aangesloten en imode is geactiveerd.
• Grijs: het GSM-netwerk is actief en de
verbinding met het GPRS-netwerk
verbroken.
Verlichting
Het display en het toetsenbord zijn verlicht. Als u op
een toets drukt of de telefoon opent, gaat de
verlichting aan. Als er geen toetsen worden
ingedrukt, gaat de verlichting na een bepaalde
periode uit, afhankelijk van de instelling in het
menu Verlichting (menu 7.3.3). Om stroom te
besparen wordt het display na een minuut
uitgeschakeld.
Met het menu Verlichting kunt u instellen hoe lang
de verlichting aan blijft. Zie pagina 133 voor meer
informatie.
Camera
Met de cameramodule linksboven op de telefoon
kunt u wanneer en waar u maar wilt een foto
nemen en een video opnemen.
Zie pagina 155 voor meer informatie over de
camerafunctie.
Wordt weergegeven wanneer de imode-verbinding tot stand wordt
gebracht.
Wordt weergegeven wanneer de i-mode
geblokkeerd is.
Geeft de batterijstatus aan. Hoe meer
staafjes, hoe voller de batterij.
16
17
Aan de slag
Aan de slag
De SIM-kaart installeren
Als u bij een provider een abonnement afsluit,
ontvangt u een SIM-kaart. Hierop zijn uw
abonnementsgegevens (PIN-code, extra diensten
en dergelijke) opgeslagen.
3. Schuif de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder,
zoals aangegeven, en zorg ervoor dat de kaart
goed vastzit in de houder.
Zorg ervoor dat de goudkleurige contactpunten
van de kaart naar de telefoon gericht zijn.
Belangrijk: de SIM-kaart en de contactpunten
hierop zijn zeer gevoelig voor
beschadiging of verbuiging. Behandel
de kaart dus zeer voorzichtig als u
deze plaatst of verwijdert.
Houd de SIM-kaart buiten het bereik
van kinderen.
1. Zet de telefoon zo nodig uit door de toets
ingedrukt te houden totdat er door middel van
een afbeelding wordt aangegeven dat de
telefoon wordt uitgeschakeld.
Opmerking: als u de SIM-kaart moet
verwijderen, schuift u deze omhoog uit de houder,
zoals aangegeven.
2. Haal de batterij van de telefoon. Zo gaat u te
werk:
➀ Trek het lipje boven de batterij naar de
bovenkant van de telefoon en houd het in die
positie vast.
➁ Haal de batterij van de telefoon af, zoals
aangegeven.
➀
18
➁
4. Plaats de batterij en zorg er hierbij voor dat de
nokjes op de batterij in de betreffende
uitsparingen aan de onderkant van de telefoon
vallen.
19
Aan de slag
5. Duw de batterij naar beneden totdat deze
vastklikt. Controleer voordat u de telefoon
aanzet of de batterij goed vastzit.
Aan de slag
2. Steek het netsnoer van de oplader in een
gewoon stopcontact.
3. Na het opladen haalt u het snoer van de oplader
uit het stopcontact en maakt u de oplader los
van de telefoon door de knoppen aan de
zijkanten van de connector in te drukken en de
connector uit de telefoon te trekken.
➀
De batterij opladen
De telefoon werkt op een oplaadbare Li-ion-batterij.
Bij de telefoon wordt een reisoplader geleverd
waarmee de batterij kan worden opgeladen.
Gebruik alleen goedgekeurde batterijen en
opladers. Uw Samsung-dealer kan u hierover meer
informatie geven.
Met de reisoplader kunt u de telefoon tijdens het
opladen van de batterij blijven gebruiken. Hierdoor
duurt het opladen wel langer.
Opmerking: laad de batterij volledig op voordat u de
telefoon de eerste keer gebruikt. Een geheel ontladen
batterij wordt in ongeveer 200 minuten volledig
opgeladen.
1. Nadat de batterij in de telefoon is geplaatst,
steekt u de connector van de reisoplader in de
aansluiting op de onderzijde van de telefoon.
20
➀
➁
Opmerking: als de telefoon wordt opgeladen, kunt u
de batterij pas verwijderen nadat u de oplader van de
telefoon hebt losgekoppeld. Als u dit niet doet, kan de
telefoon beschadigd raken.
Indicator batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar enkele
minuten kunt bellen, hoort u een
waarschuwingstoon en verschijnt met regelmatige
tussenpozen de melding "Waarschuwing, batterij is
bijna leeg" in het display. In dat geval wordt de
verlichting uitgeschakeld om zo min mogelijk van
de resterende stroom te gebruiken.
Als de batterij te zwak is om de telefoon nog te
kunnen gebruiken, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld.
21
Aan de slag
Aan de slag
De telefoon aan- en uitzetten
1. Open de telefoon.
2. Houd de toets
is ingeschakeld.
ingedrukt totdat de telefoon
3. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, voert
u dat in en drukt u op de functietoets OK of op
de middentoets.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard
ingesteld op ''00000000''. Zie pagina 166 voor
meer informatie.
4. Als u om uw PIN-code wordt gevraagd, voert u
deze in en drukt u op de functietoets OK of op
de middentoets. Zie pagina 167 voor meer
informatie.
De telefoon zoekt uw netwerk. Zodra dit
gevonden is, verschijnt het standby-scherm op
het display. Nu kunt u zelf bellen of oproepen
beantwoorden.
De functie voor het blokkeren van
het toetsenbord gebruiken
U kunt de telefoon openen om de cijfertoetsen te
gebruiken en sluiten zodat het toestel minder
ruimte in beslag neemt.
Als u de telefoon dichtklapt, wordt het display
uitgeschakeld en worden de zichtbare
functietoetsen automatisch vergrendeld, zodat er
niets gebeurt als deze per ongeluk worden
ingedrukt.
U kunt de toetsen weer deblokkeren op een van de
volgende twee manieren:
• Houd de linkerfunctietoets ingedrukt en druk op
de functietoets OK.
• Houd een van de volumetoetsen ingedrukt, druk
op de functietoets Deblokrn en druk vervolgens
op de functietoets OK.
De toetsen worden geactiveerd en u kunt de
functies van de telefoon gebruiken.
Opmerking: u kunt de taal aanpassen met het
menu Taal (menu 7.2.1). Zie pagina 129 voor
meer informatie.
5. U zet de telefoon uit door de toets
ingedrukt
te houden totdat er met een afbeelding wordt
aangegeven dat de telefoon wordt
uitgeschakeld.
22
23
Telefoneren
Telefoneren
Zelf bellen
Als de telefoon standby staat, toetst u het
netnummer en telefoonnummer in en drukt u op de
toets
.
Opmerking: als u de optie Nummer herhalen in
het menu Extra instellingen (menu 7.2.4) hebt
ingeschakeld, wordt het nummer automatisch
maximaal tien keer opnieuw gekozen wanneer de
persoon die u wilt bellen uw oproep niet beantwoordt of
in gesprek is. Zie pagina 131 voor meer informatie.
Internationaal bellen
1. Houd de toets 0 ingedrukt.
Het teken + verschijnt.
2. Toets achtereenvolgens het landnummer,
netnummer en abonneenummer in en druk op
.
Nummer corrigeren
Gewenste actie
Werkwijze
Laatste cijfer op het Druk op de toets C.
display wissen
Een ander cijfer in
Druk op de toets Links of
het telefoonnummer Rechts totdat de cursor
wissen
rechts van het cijfer staat dat
u wilt wissen en druk op de
toets C. U kunt ook een
ontbrekend cijfer invoegen.
Alle cijfers wissen
Houd de toets C ruim één
seconde ingedrukt.
Gesprek beëindigen
Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u kort op
de toets
of sluit u de telefoon.
Laatste nummer herhalen
De telefoon slaat de nummers op van uitgaande
gesprekken en van inkomende en gemiste oproepen
waarvan de gebelde of de beller bekend is. Zie
"Oproepenlijst" op pagina 60 voor meer informatie.
Deze nummers bellen:
1. Als er tekens op het display staan, drukt u op de
toets
om naar de standby-stand terug te
keren.
2. Druk op de toets
om een lijst weer te geven
met de meest recent gebruikte nummers, in de
volgorde van het tijdstip van de gesprekken of
de oproepen.
24
25
Telefoneren
Telefoneren
3. Druk op de toets Omhoog of Omlaag om door de
nummers heen te lopen totdat het gewenste
nummer wordt gemarkeerd.
Zie pagina 65 voor meer informatie over de functie
Telefoonlijst.
Een nummer opslaan in de standby-stand
4. Gewenste actie Werkwijze
Nummer kiezen
Druk op de toets
.
Nummer wijzigen Druk op de functietoets
Opties of op de middentoets
en kies Opslaan/
bewerken. Breng de
gewenste wijzigingen aan.
Zie hiervoor "Nummer
corrigeren" op pagina 25.
Nummer wissen
Alle nummers uit
de herhaallijst
wissen
Druk op de functietoets
Opties of op de middentoets
en kies Wissen.
Druk op de functietoets
Opties of op de middentoets
en kies Alles wissen. Zie
pagina 62 voor meer
informatie.
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
U kunt telefoonnummers die u regelmatig gebruikt,
opslaan op de SIM-kaart of in het geheugen van de
telefoon. Deze vermeldingen worden samen
Telefoonlijst genoemd.
Als u een nummer hebt opgeslagen in de
telefoonlijst, kunt u het bellen door op een paar
toetsen te drukken. U kunt de meest gebruikte
nummers ook toewijzen aan cijfertoetsen met de
functie Verkort kiezen.
26
Zodra u een nummer begint in te voeren, verschijnt
boven de linkerfunctietoets Opslaan. Daarmee kunt
u het ingevoerde nummer in de telefoonlijst opslaan.
1. Toets het nummer in dat u wilt opslaan.
Opmerking: als u tijdens het invoeren van een
nummer een fout maakt, kunt u deze met de toets
C corrigeren. Zie pagina 25 voor meer informatie.
2. Als het nummer juist is, drukt u op de
functietoets Opslaan of op de middentoets.
3. Geef met een symbool aan in welke categorie
het nummer moet worden opgeslagen. U kunt
kiezen uit drie categorieën:
•
: mobiel
•
: werk
•
: privé
Druk op de toets Links of Rechts en vervolgens
op de functietoets Kies of de middentoets.
4. Selecteer SIM of Telefoon als geheugenlocatie.
Druk hiertoe op de toets Omhoog of Omlaag en
op de functietoets Kies of op de middentoets.
Opmerking: als u van telefoon wisselt, blijven de
nummers die op de SIM-kaart zijn opgeslagen
beschikbaar op de nieuwe telefoon. Nummers die
in het toestel zelf zijn opgeslagen, zijn niet meer
beschikbaar en moeten opnieuw worden ingevoerd.
5. Voer een naam in en druk op de functietoets OK
of op de middentoets.
27
Telefoneren
Telefoneren
Zie pagina 37 voor meer informatie over het
invoeren van tekens.
6. Als u het nummer en de naam op een andere
dan de voorgestelde locatie wilt opslaan, drukt u
op de toets C om het nummer van de locatie te
wissen. Vervolgens kunt u met de cijfertoetsen
een andere locatie opgeven.
7. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets om de naam en het nummer op te
slaan.
Als u klaar bent, worden op de telefoon de naam
en het telefoonnummer weergegeven die u
zojuist in de telefoonlijst hebt opgeslagen.
8. Gewenste actie
Werkwijze
Invoeropties
gebruiken
Druk op de functietoets
Opties of op de
middentoets. Zie pagina 66
voor meer informatie.
Nummer kiezen
Druk op de toets
Terugkeren naar
de standby-stand
Druk op de toets
.
.
Een nummer kiezen uit de telefoonlijst
Als u telefoonnummers hebt opgeslagen in de
telefoonlijst, kunt u ze snel en gemakkelijk kiezen
via de locatienummers die eraan zijn toegewezen in
de telefoonlijst.
Opmerking: als u het locatienummer bent vergeten,
kunt u naar het menu Zoek (menu 2.1) gaan om op
naam naar de vermelding te zoeken. Zie pagina 65
voor meer informatie.
Een nummer kiezen vanaf de SIM-kaart:
1. Toets in de standby-stand het locatienummer in
van het telefoonnummer dat u wilt bellen en
druk op de toets .
De lijst met nummers op de SIM-kaart wordt
weergegeven.
2. U kunt op de toets Omhoog of Omlaag drukken
om andere nummers in de lijst te zoeken.
3. Druk op de functietoets Kies nr., de
middentoets of de toets
als u het gewenste
nummer hebt geselecteerd.
Een nummer kiezen vanuit het geheugen van de
telefoon:
1. Houd vanuit de standby-stand de toets 0
ingedrukt. Er wordt een + weergegeven.
2. Toets het locatienummer in van het gewenste
telefoonnummer en druk op de toets .
De lijst met vermeldingen in het geheugen van
de telefoon wordt weergegeven.
3. U kunt op de toets Omhoog of Omlaag drukken
om andere nummers in de lijst te zoeken.
4. Druk op de functietoets Kies nr., de
middentoets of de toets
als u het gewenste
nummer hebt geselecteerd.
Opmerking: wanneer u een e-mailadres in de lijst
hebt geselecteerd, drukt u op de functietoets i-mail of
28
29
Telefoneren
Telefoneren
op de middentoets om een e-mail- of MMS-bericht te
versturen. Zie pagina 104 en pagina 108 voor meer
informatie.
Het volume aanpassen
Tijdens een gesprek kunt u het volume van de
luidspreker aanpassen door op de volumetoetsen
aan de linkerkant van de telefoon te drukken.
Druk op om het volume te verhogen of op
het te verlagen.
om
Een oproep beantwoorden
Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt
de afbeelding voor een inkomend gesprek
weergegeven.
Het telefoonnummer of de naam van de beller
wordt weergegeven, als deze zijn opgeslagen in de
telefoonlijst.
1. Open zo nodig de telefoon. Druk op de toets
of de functietoets Opnemen om de inkomende
oproep te beantwoorden.
Als u de optie Antwoord met elke toets in het
menu Extra instellingen (menu 7.2.4)
inschakelt, kunt u een oproep beantwoorden
door op een willekeurige toets te drukken, met
uitzondering van de toets
en de functietoets
Weiger. Zie pagina 131.
Als u in het menu Extra instellingen de optie
Klep actief inschakelt, kunt u een oproep
beantwoorden door de telefoon te openen.
In de standby-stand kunt u met deze toetsen ook
het toetsvolume aanpassen.
Opmerkingen:
• als u de oproep wilt weigeren, drukt u op de
.
functietoets Weiger of op de toets
• u kunt de beltoon uitschakelen door een van de
volumetoetsen ingedrukt te houden als de
telefoon overgaat.
2. Beëindig het gesprek door het klepje te sluiten
of op de toets
te drukken.
Opmerking: u kunt een oproep beantwoorden terwijl
u menufuncties of de telefoonlijst gebruikt. Wanneer
het gesprek door uw gesprekspartner wordt beëindigd,
wordt op het display het functiescherm weergegeven
dat u hebt gebruikt vóór het gesprek. Als u het
gesprek zelf beëindigt, keert u terug naar de standbystand.
30
31
Telefoneren
Telefoneren
Gemiste oproepen bekijken
1. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets.
Als u om welke reden dan ook een oproep niet kunt
of wilt beantwoorden, kunt u zien wie heeft
geprobeerd u te bellen en deze persoon desgewenst
terugbellen.
Na een niet-beantwoorde oproep wordt in de
standby-stand meteen het aantal gemiste oproepen
weergegeven op het display.
2. Druk op de toets Omhoog of Omlaag om de
optie Wijzigen te selecteren.
3. Druk op de functietoets Kies of op de
middentoets.
4. Wijzig het nummer.
5.
Gewenste actie
Werkwijze
1. Open zo nodig het klepje van de telefoon.
Nummer bellen
Druk op de toets
2. Druk op de functietoets Bekijken of op de
middentoets.
Nummer opslaan
Druk op de functietoets
Opslaan of op de
middentoets en voer de
gewenste naam en locatie
in. Zie pagina 27 voor
meer informatie.
Een gemiste oproep direct bekijken:
Als het telefoonnummer van de laatste gemiste
oproep beschikbaar is, wordt dit getoond.
3. Gewenste actie
Door de gemiste
oproepen lopen
Werkwijze
Druk op de toets
Omhoog of Omlaag.
Weergegeven nummer Druk op de toets
bellen
Nummer van gemiste
oproep wissen of
wijzigen
Gemiste oproep wissen
.
Druk op de functietoets
Kies of op de
middentoets. Zie de
volgende paragrafen.
Nummer van een gemiste oproep
wijzigen
Opmerking: als het nummer van de gemiste oproep
niet beschikbaar is, wordt de optie Wijzigen niet
weergegeven.
32
.
1. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets.
2. Druk zo nodig op de toets Omhoog of Omlaag
om de optie Wissen te selecteren.
3. Druk op de functietoets Kies of op de
middentoets.
U kunt op elk gewenst moment op de toets
drukken om het overzicht met gemiste oproepen te
verlaten.
Opmerking: via het menu Gemiste oproepen
(menu 1.1) hebt u op elk gewenst moment toegang
tot het overzicht met gemiste oproepen. Zie pagina 60
voor meer informatie.
33
Telefoneren
Snel overschakelen naar de stille
stand
De stille stand is handig als u op een plaats bent
waar het geluid van de telefoon storend zou zijn,
bijvoorbeeld in de schouwburg.
ingedrukt tot
Houd in de standby-stand de toets
u het bericht "Stille modus AAN" en het symbool
van de trilfunctie ( ) op het display ziet.
In de stille stand worden geen geluiden afgespeeld,
maar trilt de telefoon, knippert het lampje of
gebeurt er niets, afhankelijk van de functie en de
situatie.
U kunt de stille stand uitschakelen en terugkeren
naar de vorige geluidsinstellingen door de toets
opnieuw ingedrukt te houden totdat "Stille modus
UIT" verschijnt. Het symbool
is niet langer
zichtbaar.
Opmerkingen:
• als u de telefoon uitzet, wordt de stille stand
automatisch uitgeschakeld.
• als u de stille stand activeert, wordt het geluid van
de sluiter van de camera niet uitgeschakeld.
Functies en opties
selecteren
De telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw voorkeuren kunt aanpassen.
Deze functies bevinden zich in menu's en
submenu's, die u kunt selecteren met de twee
functietoetsen
en
. In elk menu en submenu
kunt u de instellingen van een bepaalde functie
bekijken en eventueel wijzigen.
De functietoetsen gebruiken
De functietoetsen hebben in verschillende
contexten verschillende functies. Onder in het
display ziet u direct boven de toets welke functie de
functietoets op dat moment vervult.
Voorbeeld:
Provider
07:30
MA 06 MEI
i-mail
Met de
linkerfunctietoets
opent u het menu
i-mail.
34
i-mode
Met de
rechterfunctietoets
opent u het menu
i-mode.
35
Functies en opties selecteren
Tekst invoeren
Opties selecteren
U bekijkt de beschikbare functies en opties als volgt
om er één te kiezen:
1. Druk op de betreffende functietoets.
2. Gewenste actie
Werkwijze
Het volgende
selecteren:
• getoonde functie
• gemarkeerde optie
Druk op de
functietoets Kies of op
de middentoets.
De volgende functie
tonen of de volgende
optie markeren
Druk op de toets
Omlaag of op de toets
aan de linkerkant
van de telefoon.
Naar de vorige functie
of naar de vorige optie
van een lijst
Druk op de toets
Omhoog of op de toets
aan de linkerkant
van de telefoon.
Een niveau omhoog
gaan in de
menustructuur
Druk op de
functietoets
toets C.
Uw telefoon beschikt over de volgende
tekstinvoerstanden:
• ABC-stand
Hiermee kunt u letters intoetsen door de toets
met de gewenste letter in te drukken. Druk één,
twee, drie of vier keer op de toets totdat het
gewenste teken verschijnt.
• Cijferstand
In deze stand kunt u cijfers invoeren.
• Symboolstand
of op de
De menustructuur
Druk op de toets
verlaten zonder de
instellingen te wijzigen
.
Bij sommige functies wordt om een wachtwoord of
PIN-code gevraagd. Voer de code in en druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
Opmerking: als u een lijst met opties opent, wordt
de huidige optie gemarkeerd. Als er maar twee opties
zijn, Aan/Uit of Activeren/Uitzetten, wordt de
optie gemarkeerd die momenteel niet actief is, zodat u
deze direct kunt selecteren.
36
Tijdens het gebruik van de telefoon zult u merken
dat u regelmatig tekst moet intoetsen, bijvoorbeeld
voor het opslaan van een naam in de telefoonlijst,
het schrijven van een bericht, het maken van uw
begroetingsbericht of het noteren van afspraken in
uw agenda. U kunt met het toetsenbord van de
telefoon alfanumerieke tekens invoeren.
In deze stand kunt u een aantal symbolen en
speciale tekens invoeren.
• T9-stand
In deze stand hebt u slechts één toets per letter
nodig voor het invoeren van woorden. Elke toets
op het toetsenbord geeft meerdere letters aan;
als u bijvoorbeeld één keer op de toets 5 drukt,
verschijnt J, K of L. In de T9-stand worden de
tekens die u intoetst automatisch vergeleken met
een ingebouwd woordenboek en wordt op grond
daarvan het meest waarschijnlijke woord
gekozen, zodat u veel minder toetsaanslagen
nodig hebt dan bij gebruik van de normale ABCstand.
37
Tekst invoeren
Tekst invoeren
Tekstinvoerstand wijzigen
De ABC-stand gebruiken
Als u in een scherm bent waarin u tekens kunt
invoeren, ziet u in het display het symbool voor de
tekstinvoerstand.
Voer de gewenste tekst in met behulp van de
toetsen 1 t/m 0.
Voorbeeld: tekstbericht schrijven
1. Druk op de toets met de gewenste letter:
- één keer voor de eerste letter op de toets;
- twee keer voor de tweede letter;
- enzovoort.
Nieuw bericht
2. Voer alle letters op deze manier in.
Opties
Symbool voor
tekstinvoerstand
Gewenste stand
Druk op de
rechterfunctietoets totdat
ABC-stand
wordt weergegeven.
Zie pagina 39.
Cijferstand
wordt weergegeven.
Zie pagina 40.
Symboolstand
de lijst met symbolen wordt
weergegeven. Zie pagina 41.
T9-stand
wordt weergegeven.
Zie pagina 42.
Opmerking: als u op een andere toets drukt, schuift
de cursor een positie naar rechts. Als u twee keer
dezelfde letter wilt invoeren (of een andere letter van
dezelfde toets), moet u enkele seconden wachten. De
cursor gaat dan automatisch een positie verder.
Daarna kunt u de volgende letter invoeren.
Zie onderstaande tabel voor meer informatie over
de beschikbare tekens:
Tekens in de weergegeven volgorde
Toetsen
Hoofdletter
Kleine letter
_
Spatie
Opmerking: de beschikbare tekens kunnen per taal
verschillen.
38
39
Tekst invoeren
• Druk op de toets
Tekst invoeren
om een spatie in te voegen.
• In de ABC-stand kunt u met de toets
tussen
hoofdletters en kleine letters schakelen. Er zijn
drie mogelijkheden: alleen hoofdletters ( ),
alleen kleine letters ( ) en beginhoofdletters
( ).
• Met de navigatietoetsen kunt u de cursor
verplaatsen. Druk op de toets C als u letters wilt
verwijderen. Houd de toets C ingedrukt om alle
letters te wissen.
De cijferstand gebruiken
In deze stand kunt u cijfers invoegen in een
tekstbericht. Druk op de desbetreffende
cijfertoetsen.
40
Speciale tekens invoeren
In deze stand kunt u symbolen en speciale tekens
invoegen in een tekstbericht.
Gewenste actie
Werkwijze
Een symbool
selecteren
Druk op de
desbetreffende
cijfertoets.
Meer symbolen
weergeven
Druk op de toets
Omhoog of Omlaag.
Een of meer symbolen
wissen
Druk op de toets C. Als
het invoerveld leeg is,
keert u met deze toets
terug naar de vorige
stand.
Symbool invoegen in
het bericht
Druk op de functietoets
OK of op de
middentoets.
Uw invoer annuleren
en de symboolstand
verlaten
Druk op de functietoets
.
41
Tekst invoeren
De T9-stand gebruiken
Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u
slechts één keer op een toets te drukken om een
teken in te voeren. Deze tekstinvoerstand is
gebaseerd op een ingebouwd woordenboek.
Een woord invoeren in de T9-stand:
1. In de T9-invoerstand voert u een woord in met
de toetsen 2 t/m 9. Druk voor elke letter de
toets slechts één keer in.
Voorbeeld: het woord "Hallo" invoeren in de T9stand: druk op de toetsen 4, 2, 5, 5
en 6.
Het woord dat u invoert, verschijnt op het
display. Het kan na elke ingedrukte toets
veranderen.
2. Voer het hele woord in voordat u tekens wijzigt
of verwijdert.
3. Ga naar stap 4 als het woord juist wordt
weergegeven.
Als het juiste woord niet wordt weergegeven,
drukt u op de toets 0, Omhoog of Omlaag om
alternatieve woorden weer te geven die
overeenkomen met de toetsen die u hebt
ingedrukt.
Voorbeeld: voor zowel "Of" als "Me" gebruikt u
de toetsen 6 en 3. De telefoon toont
het meest gebruikte woord eerst.
4. Voeg een spatie in door op de toets
te
drukken en voer het volgende woord in.
42
Tekst invoeren
Een nieuw woord toevoegen aan het woordenboek
van T9:
1. Als u de toetsen hebt ingedrukt die het woord
vormen, drukt u op de toets 0 of op Omlaag om
alternatieve woorden weer te geven.
2. Als er geen alternatieve woorden meer zijn,
wordt op de onderste regel van het display
VoegToe weergegeven. Druk op de functietoets
VoegToe.
3. Wis indien nodig het woord met de toets C en
voer het woord dat u wilt toevoegen in met de
ABC-stand. Zie pagina 39.
4. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
Het woord wordt toegevoegd aan het
woordenboek van T9 en wordt het eerste woord
voor de bijbehorende toetsencombinatie.
Opmerking: deze functie is niet beschikbaar voor
alle talen.
• Voor een punt, streepje of apostrof drukt u op de
toets 1. In T9-stand wordt met grammaticaregels
gezorgd dat het juiste leesteken wordt gekozen.
• In de T9-stand kunt u met de toets
tussen
hoofdletters en kleine letters schakelen. Er zijn
drie mogelijkheden: beginhoofdletter ( ), alleen
hoofdletters ( ) en alleen kleine letters ( ).
• Met de toets Links of Rechts kunt u de cursor
verplaatsen. Druk op de toets C als u letters wilt
verwijderen. Houd de toets C ingedrukt om alle
letters te wissen.
43
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek
beschikbare opties
De telefoon beschikt over een aantal functies die u
ook tijdens een gesprek kunt gebruiken.
Een gesprek in de wacht zetten
U kunt het huidige gesprek op elk gewenst moment
in de wacht zetten. Als het netwerk dit ondersteunt,
kunt u vervolgens een ander nummer bellen.
U kunt een telefoongesprek in de wacht zetten door
op de functietoets In wacht te drukken. U kunt het
gesprek op elk gewenst moment uit de wacht halen
door op de functietoets UitWacht te drukken.
Als u een gesprek in de wacht hebt en daarnaast
een gesprek voert, kunt u schakelen tussen de twee
gesprekken.
U kunt tussen de twee telefoongesprekken
schakelen door op de functietoets Wissel te
drukken.
Het huidige gesprek wordt in de wacht gezet en het
andere gesprek uit de wacht gehaald, zodat u dit
gesprek kunt voortzetten.
Als u een gesprek wilt beëindigen, drukt u op de
toets
.
De menuopties gebruiken
Terwijl u aan het bellen bent, start u als volgt een
nieuw telefoongesprek:
Tijdens een gesprek kunt u de functies van het
hoofdmenu gebruiken.
1. Toets het telefoonnummer in dat u wilt bellen of
zoek het op in de telefoonlijst.
1. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets.
Zie pagina 65 voor meer informatie over het
zoeken naar een nummer in de telefoonlijst.
2. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets wanneer de optie Menu is
gemarkeerd.
2. Druk op de toets
bellen.
om het tweede nummer te
Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in
de wacht gezet.
U kunt ook als volgt te werk gaan:
1. Zet het huidige gesprek in de wacht door op de
functietoets In wacht te drukken.
3. Druk op de toets Omhoog of Omlaag om door de
lijst te lopen.
Opmerking: u kunt sommige menu's niet
gebruiken tijdens een gesprek. Deze zijn
uitgeschakeld in de lijst.
Zie de lijst op pagina 55 voor meer informatie over
de beschikbare menufuncties.
2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke
manier.
44
45
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Tijdens een gesprek beschikbare opties
De microfoon uitschakelen (Micr. uit)
Toetstonen in- en uitschakelen
U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk
uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan
horen.
Met de opties DTMF aan en DTMF uit kunt u de
toetstonen in- of uitschakelen. Als u de optie DTMF
uit inschakelt, worden de toetstonen niet
verzonden, zodat u tijdens een gesprek op de
toetsen kunt drukken zonder irritante toetstonen.
Voorbeeld: het kan zijn dat u tegen iemand bij u in
de kamer iets wilt zeggen wat de
persoon aan de andere kant van de lijn
niet mag horen.
U kunt de microfoon als volgt tijdelijk uitschakelen:
1. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets.
2. Druk op de toets Omlaag om de optie Micr. uit
te markeren.
3. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
niet meer horen.
De microfoon weer inschakelen:
1. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets.
2. Druk zo nodig op de toets Omlaag om de optie
Micr. aan te markeren.
3. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
De persoon aan de andere kant van de lijn kan u
weer horen.
Opmerking: als u wilt communiceren met
antwoordapparaten of telefooncentrales moet u de
optie DTMF aan selecteren.
Een serie DTMF-tonen verzenden
U kunt de DTMF-tonen als een groep verzenden
nadat u het volledige nummer hebt ingevoerd dat u
wilt verzenden.
Deze optie is handig bij het invoeren van een
wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een
geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van
een bank.
U verzendt de DTMF-tonen als volgt:
1. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets als u met het teleservicesysteem
bent verbonden.
2. Druk op de toets Omlaag om de optie Zend
DTMF te markeren.
3. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
4. Voer het nummer in dat u wilt verzenden en
druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
De tonen worden verzonden.
46
47
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Een nummer opzoeken in de
telefoonlijst
U kunt tijdens een gesprek een nummer opzoeken
in de telefoonlijst.
1. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets.
2. Druk op de toets Omlaag om de optie
Telefoonlijst te markeren.
3. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
De telefoonlijst wordt weergegeven.
4. Voer de naam in die u zoekt.
Terwijl u de eerste letters van de naam invoert,
wordt meteen begonnen met zoeken en worden
de gevonden items alvast weergegeven.
5. Druk op de functietoets Bekijken of op de
middentoets om het gemarkeerde item weer te
geven.
Zie pagina 65 voor meer informatie over de functie
Telefoonlijst.
48
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Wisselgesprek
U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl
u in gesprek bent, als uw netwerk deze service
ondersteunt en u de menuoptie Wisselgesprek
(menu 7.5.3) hebt ingesteld op Activeren. Zie
pagina 142. Als er een oproep binnenkomt, wordt u
daarvan met een waarschuwingstoon op de hoogte
gesteld.
Terwijl u aan het bellen bent, kunt u als volgt een
oproep beantwoorden:
1. Druk op de toets
om het inkomende gesprek
aan te nemen. Het eerste telefoongesprek wordt
automatisch in de wacht gezet.
2. U kunt tussen de twee telefoongesprekken
schakelen door op de functietoets Wissel te
drukken.
3. U kunt het wachtende gesprek beëindigen door
op de functietoets Opties of op de middentoets
te drukken en vervolgens de optie Stop wacht
te selecteren.
U kunt het huidige gesprek beëindigen door op
de toets
te drukken.
49
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Multiparty-gesprekken
Multiparty (ook wel telefonisch vergaderen of
conference call genoemd) is een netwerkdienst
waarbij maximaal zes mensen tegelijkertijd aan een
telefoongesprek kunnen deelnemen. Raadpleeg uw
provider voor meer informatie over deelname aan
deze service.
Een multiparty-gesprek starten
1. Bel de eerste deelnemer op de gebruikelijke
manier.
2. Bel de tweede deelnemer op de gebruikelijke
manier. Het eerste telefoongesprek wordt
automatisch in de wacht gezet.
3. U kunt de eerste deelnemer aan het gesprek
toevoegen door op de functietoets Opties of op
de middentoets te drukken en vervolgens de
optie In Mpty te selecteren. Druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
4. U kunt een nieuwe deelnemer aan het
multiparty-gesprek toevoegen door de persoon
in kwestie op de gebruikelijke manier te bellen
en op de functietoets Opties of op de
middentoets te drukken. Selecteer vervolgens
de optie Deelnemen en druk op de functietoets
OK of op de middentoets.
U kunt een inkomende oproep aan het multipartygesprek toevoegen door de bewuste oproep te
beantwoorden, op de functietoets Opties of op de
middentoets te drukken en de optie Deelnemen te
selecteren. Herhaal deze procedure zo vaak als
nodig.
50
Tijdens een gesprek beschikbare opties
Een privé-gesprek voeren met een van de
deelnemers
1. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets en kies de optie Kies deelnemer.
Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
De lijst met deelnemers aan het multipartygesprek wordt weergegeven.
2. Markeer een deelnemer in de lijst door op de
toets Omhoog of Omlaag te drukken en druk op
of op de
de functietoets Kies, de toets
middentoets.
3. Als de optie Privé is gemarkeerd, drukt u op de
functietoets OK of op de middentoets.
U kunt nu een privé-gesprek met de persoon in
kwestie voeren. De andere deelnemers kunnen
gewoon met elkaar blijven praten.
4. U kunt terugkeren naar het multiparty-gesprek
door op de functietoets Opties of op de
middentoets te drukken en vervolgens de optie
Deelnemen te selecteren. Druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
Nu kunnen alle deelnemers aan het multipartygesprek elkaar weer horen.
Een deelnemer verwijderen
1. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets en kies de optie Kies deelnemer.
Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
De lijst met deelnemers aan het multipartygesprek wordt weergegeven.
51
Tijdens een gesprek beschikbare opties
2. Markeer een deelnemer in de lijst door op de
toets Omhoog of Omlaag te drukken en druk op
of op de
de functietoets Kies, de toets
middentoets.
3. Selecteer de optie Verwijderen door op de
toets Omlaag te drukken en druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
De verbinding met die deelnemer wordt
verbroken, maar met de andere deelnemers
kunt u blijven spreken.
4. Beëindig het multiparty-gesprek door de
telefoon te sluiten of op de toets
te
drukken.
52
De menu's gebruiken
De telefoon heeft een aantal functies waarmee u
het toestel aan uw wensen kunt aanpassen. Deze
functies zijn toegankelijk via menu's en submenu's.
U kunt menu's en submenu's weergeven door de
navigatietoetsen of de sneltoetsen te gebruiken.
Een menu weergeven met de
navigatietoetsen
1. Druk in de standby-stand op de middentoets om
de menustand te activeren.
2. Selecteer met de navigatietoetsen een
hoofdmenu, bijvoorbeeld Instellingen en druk
op de middentoets.
3. Ga met de toets Omhoog of Omlaag naar een
menu, bijvoorbeeld Telefoonopties. Druk op
de functietoets Kies of op de middentoets.
4. Als het menu submenu's bevat, bijvoorbeeld
Taal, kunt u deze openen door op de toets
Omhoog of Omlaag te drukken en vervolgens op
de functietoets Kies of op de middentoets te
drukken.
Als het geselecteerde menu vervolgopties bevat,
herhaalt u deze stap.
5. Gewenste actie
Door de menu's
lopen
Werkwijze
Druk op de toets
Omhoog of Omlaag of
op de volumetoetsen.
De gekozen instelling Druk op de functietoets
Kies of op de
bevestigen
middentoets.
53
De menu's gebruiken
5.
De menu's gebruiken
Overzicht van de menuopties
Gewenste actie
Werkwijze
Teruggaan naar het
vorige menuniveau
Druk op de functietoets
of op de toets C.
Het menu verlaten
zonder de
instellingen te
wijzigen
Druk op de toets
.
Sneltoetsen gebruiken
U kunt snel naar menuonderdelen, zoals
hoofdmenu's, submenu's en opties gaan met de
bijbehorende cijfertoetsen. U kunt de hoofdmenu's
openen door op de cijfertoets (1 t/m 9) te drukken
die overeenkomt met de locatie van het menu op
het scherm.
Druk op de middentoets en toets het nummer van
het gewenste menu in.
Opmerking: in de lijst op pagina 55 kunt u nagaan
welke nummers aan de diverse menu's zijn
toegewezen.
Voorbeeld: het menu Taal weergeven
1. Druk op de middentoets.
2. Druk op toets 7 voor Instellingen.
3. Druk op toets 2 voor Telefoonopties.
4. Druk op toets 1 voor Taal.
De beschikbare talen worden weergegeven.
In het volgende overzicht worden de menu's
weergegeven, alsmede het nummer dat aan elke
menuoptie is toegewezen en het nummer van de
pagina waarop u meer kunt lezen over de
betreffende functie.
1. Oproepenlijst
(zie pagina 60)
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
Gemiste oproepen
Ontvangen oproepen
Uitgaande oproepen
Alles wissen
Gespreksduur
1.5.1 Duur laatste gesprek
1.5.2 Alle uitgaande oproepen
1.5.3 Alle inkomende oproepen
1.5.4 Op nul zetten
1.6 Gesprekskosten*
1.6.1 Kosten laatste oproep
1.6.2 Totale kosten
1.6.3 Maximale kosten
1.6.4 Op nul zetten
1.6.5 Maximale kosten instellen
1.6.6 Prijs per eenheid
2. Telefoonlijst
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
(zie pagina 65)
Zoek
Nieuw contact
Groep zoeken
Groep wijzigen
Verkort kiezen
Alles wissen
Geheugenstatus
Eigen nummer
SDN*
* Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart
wordt ondersteund.
54
55
De menu's gebruiken
3. Organizer
(zie pagina 75)
3.1 Alarm
3.1.1 Eenmalig
3.1.2 Dagelijks
3.1.3 Wekker
3.1.4 Alarm uitzetten
3.1.5 Automatisch aan
3.2 Agenda
3.3 Actielijst
3.4 Calculator
3.5 Voice memo
3.5.1 Opnemen
3.5.2 Memolijst
3.5.3 Alles wissen
3.5.4 Geheugenstatus
3.6 Valuta omrekenen
4. Berichten
(zie pagina 87)
4.1 Tekstberichten
4.1.1 Postvak IN
4.1.2 Postvak UIT
4.1.3 Nieuw bericht
4.1.4 Standaardberichten
4.1.5 Instellingen
4.1.6 Alles wissen
4.1.7 Geheugenstatus
4.2 Voicemail
4.2.1 Verbinden met voicemailserver
4.2.2 Telefoonnummer voicemailserver
4.3 Infoberichten
4.3.1 Lezen
4.3.2 Ontvangen
4.3.3 Kanalen
4.3.4 Taal
56
De menu's gebruiken
5. i-mode
(zie pagina 100)
5.1
-Menu
5.2 Mail
5.2.1 E-mail opstellen
5.2.2 Nieuw MMS-bericht
5.2.3 Postvak IN
5.2.4 Postvak UIT
5.2.5 Concepten
5.2.6 E-mail filter
5.2.7 E-mail/MMS ophalen
5.2.8 Instellingen
5.2.9 Mailboxstatus
5.2.0 Terug
5.3 Java diensten
5.4 SMS
5.5 Favorieten
5.6 Naar webpagina
5.6.1 Adres invoeren
5.6.2 Historie
5.6.0 Terug
5.7 Opgeslagen pag's
5.8 Instellingen
5.8.1 Time out
5.8.2 Afbeeldingen
5.8.3 Tekstomloop
5.8.4 Certificaten
5.8.5 Terminal-info verz.
5.8.6 Overzicht
5.8.0 Terug
6. Amusement
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
(zie pagina 124)
Toepassingen
Geluiden
Afbeeldingen
Alles wissen
Geheugenstatus
57
De menu's gebruiken
7. Instellingen (zie pagina 127)
7.1 Tijd en datum
7.1.1 Klok instellen
7.1.2 Datum instellen
7.1.3 Wereldtijd
7.1.4 Tijdnotatie
7.2 Telefoonopties
7.2.1 Taal
7.2.2 Begroeting
7.2.3 Infrarood aan
7.2.4 Extra instellingen
7.3 Displayinstellingen
7.3.1 Achtergrond
7.3.2 Contrast
7.3.3 Verlichting
7.3.4 Standby-lampje
7.4 Geluidopties
7.4.1 Beltoon
7.4.2 Belvolume
7.4.3 Type belsignaal
7.4.4 Toetstoon
7.4.5 Berichtsignaal
7.4.6 Kleptoon
7.4.7 Toon bij in-/uitschakelen
7.4.8 Alarm tijdens oproep
7.4.9 Andere tonen
7.5 Netwerkdiensten
7.5.1 Doorschakelen
7.5.2 Blokkeren
7.5.3 Wisselgesprek
7.5.4 Netwerk kiezen
7.5.5 Nummerweergave
7.5.6 Gesloten gebruikersgroep
7.5.7 Bandkeuze
De menu's gebruiken
7. Instellingen
(vervolg)
7.6 Beveiliging
7.6.1 PIN-controle
7.6.2 PIN wijzigen
7.6.3 Toestel blokkeren
7.6.4 Wachtwoord wijzigen
7.6.5 Privé
7.6.6 SIM blokkeren
7.6.7 FDN-modus*
7.6.8 PIN2 wijzigen*
7.7 Instellingen terugzetten
7.8 i-mode instelling
7.9 i-mode blokk.
8. Camera
(zie pagina 155)
8.1 Foto's maken
8.2 Mijn foto's
8.3 Video
8.3.1 Opnemen
8.3.2 Videoclips
8.4 Geheugenstatus
* Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart
wordt ondersteund.
58
59
Oproepenlijst
Oproepenlijst
In dit menu kunt u het volgende bekijken:
• gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen;
• lengte van gesprekken;
• kosten van gesprekken, afhankelijk van uw SIMkaart.
Opmerkingen:
drukt,
• als u in de standby-stand op de toets
verschijnt de oproepenlijst voor alle drie de soorten
gegevens.
• het aantal oproepen dat op de telefoonkaart kan
worden opgeslagen, varieert per SIM-kaart.
Gemiste oproepen
(menu 1.1)
Ontvangen oproepen
(menu 1.2)
In dit menu kunt u de twintig meest recente
binnenkomende gesprekken bekijken.
Het nummer en de naam (indien beschikbaar)
worden weergegeven, met de datum en het tijdstip
van de oproep.
Druk op de toets
om het nummer te bellen.
Als u op de functietoets Opties of op de
middentoets drukt, verschijnen de volgende opties:
Opslaan/bewerken: hiermee kunt u het nummer
(indien beschikbaar) wijzigen, het nummer bellen of
het in de telefoonlijst opslaan.
Wissen: de oproep uit de lijst verwijderen.
Via dit menu kunt u de twintig meest recente
onbeantwoorde oproepen bekijken.
Uitgaande oproepen
Het nummer en de naam (indien beschikbaar)
worden weergegeven, met de datum en het tijdstip
van de oproep.
In dit menu kunt u de twintig meest recente
nummers bekijken die u hebt gebeld.
Druk op de toets
om het nummer te bellen.
Als u op de functietoets Opties of op de
middentoets drukt, verschijnen de volgende opties:
Opslaan/bewerken: hiermee kunt u het nummer
(indien beschikbaar) wijzigen, het nummer bellen of
het in de telefoonlijst opslaan.
Wissen: de oproep uit de lijst verwijderen.
(menu 1.3)
Het nummer en de naam (indien beschikbaar)
worden weergegeven, met de datum en het tijdstip
van de oproep.
Druk op de toets
om het nummer te bellen.
Als u op de functietoets Opties of op de
middentoets drukt, verschijnen de volgende opties:
Opslaan/bewerken: hiermee kunt u het nummer
(indien beschikbaar) wijzigen, het nummer bellen of
het in de telefoonlijst opslaan.
Wissen: de oproep uit de lijst verwijderen.
60
61
Oproepenlijst
Alles wissen
Oproepenlijst
(menu 1.4)
Met dit menu kunt u voor elke oproepenlijst
afzonderlijk alle gegevens verwijderen. U kunt ook
alle gegevens in één keer wissen.
1.
Gewenste actie
Werkwijze
Een oproepenlijst
selecteren die u
wilt wissen
Druk op de toets
Omhoog of Omlaag. Als u
alle oproepgegevens wilt
verwijderen, selecteert u
Alle oproepen.
Een vinkje plaatsen
of verwijderen
Druk op de middentoets.
2. Druk op de functietoets Wissen om de
gemarkeerde records te verwijderen.
3. Als het bevestigingsbericht wordt weergegeven,
drukt u op de functietoets Ja of op de
middentoets.
4. Als u weer om bevestiging wordt gevraagd,
drukt u op de functietoets Ja of op de
middentoets.
62
Gespreksduur
(menu 1.5)
In dit menu kunt u de tijdsduur van uitgaande en
inkomende gesprekken bekijken.
Opmerking: de werkelijke duur op de rekening van
uw provider kan iets afwijken, bijvoorbeeld door de
afronding die bij het factureren wordt gehanteerd.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Duur laatste gesprek: de duur van het laatste
gesprek.
Alle uitgaande oproepen: de totale duur van alle
uitgaande gesprekken die gevoerd zijn nadat de
timer voor het laatst op nul is gezet.
Alle inkomende oproepen: de totale duur van
alle oproepen die u hebt ontvangen nadat de timer
voor het laatst op nul is gezet.
Op nul zetten: hiermee worden de
gespreksduurtellers op nul gezet. Toets eerst het
wachtwoord van de telefoon in en druk vervolgens
op de functietoets OK of op de middentoets.
Opmerking: het wachtwoord is in de fabriek
standaard ingesteld op ''00000000''. Zie pagina 149
voor meer informatie over het wijzigen van het
wachtwoord.
63
Oproepenlijst
Gesprekskosten
Telefoonlijst
(menu 1.6)
Met deze functie kunt u uw gesprekskosten
bekijken. Dit menu is mogelijk niet beschikbaar; dit
is afhankelijk van uw SIM-kaart.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Kosten laatste oproep: de kosten van het laatste
gesprek.
Totale kosten: hiermee geeft u de totale kosten
weer van alle gesprekken die gevoerd zijn nadat de
teller voor het laatst op nul is gezet. Als de totale
kosten de maximumkosten overschrijden die u met
de optie Maximale kosten instellen hebt
ingesteld, kunt u geen gesprekken meer voeren tot
u de teller op nul zet.
Maximale kosten: De maximumkosten, ingesteld
met de optie Maximale kosten instellen. Zie
hierna.
Op nul zetten: hiermee kunt u de kostenteller op
nul zetten. U moet eerst uw PIN2-code opgeven
(zie pagina 168). Vervolgens drukt u op de
functietoets OK of op de middentoets.
Maximale kosten instellen: hiermee kunt u de
maximaal toegestane kosten voor uw gesprekken
instellen. U moet eerst uw PIN2-code opgeven (zie
pagina 168). Vervolgens drukt u op de functietoets
OK of op de middentoets.
Prijs per eenheid: hiermee kunt u de kosten per
tik instellen. Deze waarde wordt gebruikt voor het
berekenen van de kosten van uw gesprekken. U
moet eerst uw PIN2-code opgeven (zie
pagina 168). Vervolgens drukt u op de functietoets
OK of op de middentoets.
64
U kunt telefoonnummers en de bijbehorende namen
opslaan op de SIM-kaart of in het geheugen van de
telefoon. Dit zijn twee aparte geheugens, maar ze
worden als één geheel gebruikt, namelijk de
telefoonlijst.
Opmerking: het aantal telefoonnummers dat u kunt
opslaan op de SIM-kaart, is afhankelijk van de SIMkaart.
Zoek
(menu 2.1)
In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst
zoeken door een naam in te voeren.
1. Voer de eerste letters in van de naam die u
zoekt.
U ziet nu de nummers in de telefoonlijst,
beginnend met de naam die het meest
overeenkomt met de ingevoerde beginletters.
2. Gewenste actie
Werkwijze
Gemarkeerd
nummer bekijken
Druk op de functietoets
Bekijken of op de
middentoets.
Andere vermelding
selecteren
Druk op de toets Omhoog
of Omlaag totdat de
gewenste vermelding
wordt gemarkeerd.
Zoeken naar een
naam die met een
andere letter begint
Druk op de toets met de
desbetreffende letter.
65
Telefoonlijst
3. Als u de vermelding gevonden hebt, drukt u op
de toets
om het nummer te bellen.
U kunt ook de opties van de telefoonlijst
weergeven door op de functietoets Opties of op
de middentoets te drukken. Zie hieronder voor
meer informatie.
Opties voor vermeldingen in de
telefoonlijst
De telefoonlijst beschikt over een aantal opties, die
u kunt weergeven door op de functietoets Opties of
op de middentoets te drukken.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Telefoonlijst
Kopiëren: hiermee kunt u het nummer naar een
andere geheugenlocatie kopiëren. U kunt de
geheugenlocatie (SIM of Telefoon) selecteren en het
locatienummer wijzigen.
Belgroep: hiermee kunt u de nummers van uw
telefoonlijst in belgroepen onderbrengen. Iedere
groep heeft een eigen belsignaal, zodat u kunt
horen tot welke groep de persoon behoort door wie
u gebeld wordt. Selecteer een van de tien
beschikbare groepen.
Selecteer de optie Geen groep als u de vermelding
uit een groep wilt verwijderen.
Zie pagina 70 voor meer informatie over het
wijzigen van de instellingen voor belgroepen.
Invoegen: hiermee kunt u in de stand voor
normaal bellen een telefoonnummer uit de
telefoonlijst invoegen. Gebruik deze optie als u een
nummer wilt bellen dat lijkt op een nummer in de
telefoonlijst, bijvoorbeeld een nummer binnen
hetzelfde bedrijf met een ander toestelnummer.
Nieuwe categorie: hiermee kunt u een nummer
toevoegen aan de momenteel geselecteerde naam.
Wijzigen: hiermee kunt u naam en nummer
wijzigen.
Met dit menu kunt u een nieuwe vermelding aan de
telefoonlijst toevoegen.
Selecteer Eén nummer als u één nummer voor de
geselecteerde naam wilt wijzigen. Als u de naam
wijzigt, wordt het nummer apart opgeslagen.
1. Selecteer het symbool voor de categorie waarin
het nummer moet worden opgeslagen. Druk
hiertoe op de toets Links of Rechts en
vervolgens op de functietoets Kies of op de
middentoets.
Selecteer Alles als u de naam van de vermelding
wilt wijzigen.
Wissen: hiermee kunt u het geselecteerde
nummer uit de telefoonlijst wissen. U wordt
gevraagd te bevestigen dat u de naam en het
nummer wilt verwijderen door op de functietoets Ja
of op de middentoets te drukken.
66
Nieuw contact
(menu 2.2)
Opmerking: in deze procedure is ook het
symbool voor e-mail (
) beschikbaar. Hiermee
kunt u in plaats van een telefoonnummer een emailadres opslaan.
67
Telefoonlijst
Telefoonlijst
2. Selecteer een geheugenlocatie (SIM of
Telefoon) en druk op de functietoets Kies of op
de middentoets.
Opmerking: de optie SIM is niet beschikbaar als
u een e-mailadres opslaat.
3. Voer een naam in en druk op de functietoets OK
of op de middentoets.
Zie pagina 37 voor meer informatie over het
invoeren van tekens.
4. Voer het nummer of het adres in dat u wilt
opslaan en druk op de functietoets Opslaan of
op de middentoets.
5. Als u het nummer en de naam op een andere
dan de voorgestelde locatie wilt opslaan, drukt u
op de toets C om het nummer van de locatie te
wissen. Vervolgens kunt u met de cijfertoetsen
een andere locatie opgeven.
6. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets om de naam en het nummer op te
slaan.
Als u klaar bent, worden op de telefoon de naam
en het telefoonnummer weergegeven die u
zojuist in de telefoonlijst hebt opgeslagen.
7. Gewenste actie
68
Werkwijze
Invoeropties
gebruiken
Druk op de functietoets
Opties of op de
middentoets. Zie pagina 66
voor meer informatie.
Nummer kiezen
Druk op de toets
Groep zoeken
(menu 2.3)
U kunt in de telefoonlijst ook op groep zoeken.
1. Voer de eerste letters in van de groepsnaam die
u zoekt.
U ziet nu de namen van de belgroepen,
beginnend met de groep die het meest
overeenkomt met de ingevoerde beginletters.
2. Ga zo nodig met de toets Omhoog of Omlaag
naar een groep en druk op de functietoets
Bekijken of op de middentoets.
U ziet een lijst met de nummers van de
belgroep.
3. Gewenste actie
Werkwijze
Gemarkeerd
nummer bekijken
Druk op de functietoets
Bekijken of op de
middentoets.
Andere vermelding
selecteren
Druk op de toets Omhoog
of Omlaag totdat de
gewenste vermelding
wordt gemarkeerd.
4. Als u de vermelding gevonden hebt, drukt u op
de toets
om het nummer te bellen.
U kunt ook de opties van de telefoonlijst
weergeven door op de functietoets Opties of op
de middentoets te drukken. Zie pagina 66 voor
meer informatie.
.
69
Telefoonlijst
Groep wijzigen
Telefoonlijst
(menu 2.4)
Via dit menu kunt u de eigenschappen van de
verschillende groepen wijzigen.
1. Loop met de toets Omhoog of Omlaag door de
lijst met groepen.
2. Wanneer de gewenste groep is gemarkeerd,
drukt u op de functietoets Opties of op de
middentoets.
3. Selecteer een optie en breng de gewenste
wijzigingen aan in de instellingen. De volgende
opties zijn beschikbaar:
• Beltoon: hiermee kunt u de beltoon kiezen die
moet worden gebruikt als u gebeld wordt door
een lid van die groep.
• SMS-toon: hiermee kunt u de beltoon kiezen
die moet worden gebruikt als u een bericht
ontvangt van een lid van die groep.
• Pictogram: hiermee kunt u een pictogram
kiezen dat moet worden weergegeven als u
gebeld wordt door een lid van die groep.
• Groepsnaam: hiermee kunt u een naam
toewijzen aan de groep. Zie pagina 37 voor
meer informatie over het invoeren van tekens.
4. Als u de instelling hebt gewijzigd, drukt u op de
functietoets Kies of OK of op de middentoets.
Verkort kiezen
(menu 2.5)
U kunt maximaal acht veelgebruikte
telefoonnummers vanuit de telefoonlijst toewijzen
aan de cijfertoetsen (2 t/m 9). Vervolgens kunt u
deze nummers wanneer u maar wilt snel en
gemakkelijk kiezen door de betreffende cijfertoets
ingedrukt te houden.
Nummers voor verkort kiezen instellen
1. Selecteer de toets die moet worden toegewezen
aan het nummer dat u verkort wilt kiezen (een
van de toetsen 2 t/m 9) en druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
Opmerking: geheugenplaats 1 is gereserveerd
voor het telefoonnummer van de voicemailserver.
Als er al een nummer aan de toets is
toegewezen, ziet u niet de functietoets OK maar
de functietoets Opties.
2. Selecteer een naam in de telefoonlijst en druk
op de functietoets Bekijken of op de
middentoets.
3. Als er meerdere nummers bij de naam horen,
selecteert u met de toets Omhoog of Omlaag het
gewenste nummer en drukt u op de functietoets
Kies of op de middentoets.
Als u een nummer aan de toets hebt toegewezen,
kunt u met behulp van de functietoets Opties of de
middentoets uit de volgende opties kiezen:
Wijzigen: hiermee kunt u een ander nummer aan
de toets toewijzen.
70
71
Telefoonlijst
Telefoonlijst
Wissen: als u hierop drukt, is er geen nummer
meer aan de toets toegewezen.
Alles wissen: hiermee wist u de toewijzingen voor
alle toetsen, zodat aan geen enkele toets een
telefoonnummer is toegewezen.
Nummer: hiermee kunt u het nummer bekijken
dat aan de toets is toegewezen.
Verkort kiezen
Als u de nummers wilt bellen die aan de toetsen 2
t/m 9 zijn toegewezen, houdt u in de standby-stand
de betreffende toets ingedrukt.
Alles wissen
Opmerking: het wachtwoord is in de fabriek
standaard ingesteld op ''00000000''. Zie
pagina 149 voor meer informatie over het wijzigen
van het wachtwoord.
4. Als het bevestigingsbericht verschijnt, drukt u
op de functietoets Ja of op de middentoets.
5. Als u weer om bevestiging wordt gevraagd,
drukt u op de functietoets Ja of op de
middentoets.
Geheugenstatus
(menu 2.7)
(menu 2.6)
U kunt alle nummers verwijderen uit het geheugen
van de telefoon, van de SIM-kaart, of beide.
1.
3. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk
op de functietoets OK of op de middentoets.
Gewenste actie
Werkwijze
Geheugen
selecteren
Druk op de toets Omhoog
of Omlaag. Als u alle
vermeldingen uit de
telefoonlijst wilt wissen,
selecteert u Alle.
Een vinkje
plaatsen of
verwijderen
Druk op de middentoets.
U kunt nagaan hoeveel namen en nummers zijn
opgeslagen in de telefoonlijst in het geheugen op de
SIM-kaart en in het geheugen van de telefoon.
Druk op de toets Omhoog of Omlaag om het aantal
opgeslagen nummers te bekijken en het totale
aantal nummers dat u kunt opslaan op de SIMkaart en in het geheugen van de telefoon.
2. Als u de gewenste vinkjes hebt geplaatst, drukt
u op de functietoets Wissen om de nummers in
de geselecteerde geheugenlocatie(s) te wissen.
72
73
Telefoonlijst
Eigen nummer
Organizer
(menu 2.8)
Met deze functie kunt u:
Deze functie kunt u gebruiken als geheugensteuntje
voor uw eigen telefoonnummers.
U kunt:
• een naam toewijzen aan de telefoonnummers die
op de SIM-kaart geregistreerd staan;
• de namen en nummers wijzigen.
• de agenda bekijken en afspraken bijhouden;
• een lijst opstellen met taken die u niet mag
vergeten;
• een spraakmemo opnemen;
Wijzigingen die u hier aanbrengt, worden niet
doorgevoerd in de werkelijke nummers op uw SIMkaart.
SDN (Service Dialling Numbers)
• een alarm instellen, zodat de telefoon op een
bepaalde tijd overgaat, bijvoorbeeld om u aan
een afspraak te herinneren;
(menu 2.9)
U kunt de lijst bekijken met SDN-nummers (Service
Dialling Numbers) die door de provider zijn
toegewezen. Voorbeelden van dergelijke nummers
zijn alarmnummers, inlichtingen en
voicemailnummers.
1. Loop met de toets Omhoog of Omlaag door de
nummers.
• de telefoon gebruiken om eenvoudige
rekenkundige bewerkingen uit te voeren of
geldbedragen naar een andere munteenheid om
te rekenen.
Alarm
(menu 3.1)
Met deze functie kunt u:
• het alarm op een bepaalde tijd laten afgaan;
• de telefoon automatisch inschakelen om het
alarm te laten horen. De telefoon hoeft dus niet al
aan te staan op het moment dat het alarm
afgaat.
De volgende opties zijn beschikbaar:
of
2. Druk op de functietoets Kies nr., de toets
de middentoets om het getoonde nummer te
bellen.
Eenmalig: het alarm gaat één keer af en wordt dan
uitgeschakeld.
Opmerking: dit menu is alleen beschikbaar als de
SIM-kaart SDN-nummers ondersteunt.
Dagelijks: het alarm gaat elke dag op dezelfde tijd
af.
Wekker: het alarm gaat 's morgens af om u te
wekken.
Een alarm instellen:
1. Kies het gewenste type alarm en druk op de
functietoets Kies of op de middentoets.
74
75
Organizer
2. Geef de tijd op waarop het alarm moet afgaan.
Opmerking: de telefoon gebruikt standaard een
tijdnotatie met 12 uur. Zie pagina 128 voor meer
informatie over het wijzigen van de tijdnotatie.
Organizer
Agenda
(menu 3.2)
Met de functie Agenda kunt u:
• de agenda bekijken en uw notities raadplegen;
Druk op de functietoets Opties als u de opties
voor het alarm wilt gebruiken. De volgende
opties zijn beschikbaar:
• notities schrijven om uw afspraken bij te houden;
• Alarm uitzetten: hiermee wordt een
ingesteld alarm uitgeschakeld.
De agenda bekijken
• Alarmmelodie instellen: hiermee selecteert
u de alarmmelodie.
Als u het menu Agenda selecteert, ziet u de
kalender. Hierin is de huidige datum gemarkeerd.
Als u op de functietoets Opties drukt, verschijnen
de volgende opties:
3. Druk op de middentoets.
4. Selecteer zo nodig a.m. of p.m. en druk op de
functietoets Kies of op de middentoets.
5. Als u bij stap 1 Wekker selecteert, kiest u de
herhaaloptie (Maandag tot vrijdag of
Maandag tot zaterdag) en drukt u op de
functietoets Kies of op de middentoets.
Als u een alarm dat afgaat wilt uitzetten, drukt u op
een van de volumetoetsen, de functietoets Einde,
of de toets
.
de toets C, de toets
Alarm uitzetten: hiermee wordt elk ingesteld
alarm uitgeschakeld.
Automatisch aan: als u deze optie instelt op
Activeren, gaat het alarm af op de opgegeven tijd,
zelfs als de telefoon uitstaat.
Als u deze optie instelt op Uitzetten, gaat het
alarm niet af als de telefoon op het opgegeven
tijdstip niet is ingeschakeld.
• een alarm instellen als herinnering.
Alles zoeken: alle notities worden getoond, te
beginnen met de oudste. U kunt door de regels
lopen met behulp van de toetsen Omhoog en
Omlaag.
Alles wissen: hiermee kunt u alle notities
verwijderen. U wordt om een bevestiging gevraagd.
Ga naar datum: hiermee gaat u naar een
bepaalde datum.
Afsluiten: hiermee verlaat u de agendafunctie en
gaat u terug naar de standby-stand.
Een notitie schrijven
U kunt maximaal 100 notities maken in de agenda.
Voor één dag kunnen meerdere notities worden
gemaakt.
Ga als volgt te werk om een notitie bij een bepaalde
datum te schrijven of te wijzigen:
1. Selecteer met de navigatietoetsen een datum in
de agenda.
76
77
Organizer
Opmerking: u kunt met de volumetoetsen aan
de linkerkant van de telefoon naar de volgende of
de vorige maand gaan.
2. Druk op de middentoets.
U ziet een leeg scherm waarin u de notitie kunt
invoeren.
3. Toets de notitie in en druk op de functietoets OK
of op de middentoets.
Als de alarmtijd voor een notitie aanbreekt en de
telefoon de geselecteerde alarmmelodie afspeelt,
drukt u op de functietoets Bekijken of op de
middentoets om de notitie te bekijken. U kunt ook
op de functietoets Einde, de toets C, de
volumetoets, de toets
of de toets
drukken
om het alarm te stoppen.
Een notitie bekijken
Opmerking: zie pagina 37 voor meer informatie
over het invoeren van tekens.
Als u een dag selecteert met meer dan één notitie,
wordt de laatste notitie voor die dag weergegeven.
U wordt gevraagd of u een alarm wilt instellen.
In dat geval kunt u met de toetsen Omhoog en
Omlaag naar de vorige of volgende notitie bladeren.
4. Druk op de middentoets als u wilt dat op de
desbetreffende dag een alarm afgaat. Ga verder
met de volgende stappen.
Druk anders op de functietoets Oversl. De
notitie wordt opgeslagen.
5. Geef de tijd op waarop het alarm moet afgaan
en druk op de middentoets.
Opmerking: de telefoon gebruikt standaard een
tijdnotatie met 12 uur. Zie pagina 128 voor meer
informatie over het wijzigen van de tijdnotatie.
U kunt met de functietoets Melodie een melodie
instellen voor het alarm.
6. Selecteer zo nodig a.m. of p.m. en druk op de
functietoets Kies of op de middentoets.
De datum wordt nu groen weergegeven, wat
betekent dat voor deze datum een notitie is
ingevoerd.
78
Organizer
Druk op de functietoets Nieuw of op de
middentoets om een nieuwe notitie voor die dag toe
te voegen.
Als u op de functietoets Opties drukt, verschijnen
de volgende opties:
Wijzigen: hiermee kunt u de notitie wijzigen.
Alarm: hiermee kunt u instellen dat u op de
opgegeven tijd door een alarm aan de notitie wordt
herinnerd. Als u al een alarm hebt ingesteld voor de
betreffende notitie, kunt u het alarm wijzigen of
verwijderen.
Wissen: hiermee kunt u de notitie wissen.
Kopiëren naar: hiermee kunt u de notitie kopiëren
naar een andere datum.
Verplaatsen naar: hiermee kunt u de datum van
de notitie veranderen.
79
Organizer
Actielijst
Organizer
(menu 3.3)
Met deze functie kunt u:
• een takenlijst invoeren;
Opmerking: u kunt de status van een bepaalde taak
wijzigen door op de toets
te drukken. Er wordt
aangegeven dat de taak op de huidige tijd en datum is
voltooid.
• de taken sorteren op prioriteit en status.
Blader naar een taak in de lijst en druk op de
middentoets om de details van die specifieke taak
te bekijken. U kunt indien nodig door de andere
taken lopen met de toetsen Omhoog of Omlaag.
Een actielijst maken
Als u op de functietoets Opties drukt, verschijnen
de volgende opties:
• aan elke taak een prioriteit en een deadline
toekennen;
1. Druk op de functietoets Nieuw of op de
middentoets.
2. Voer de eerste taak in.
Opmerking: zie pagina 37 voor meer informatie
over het invoeren van tekens.
3. Druk op de functietoets OK of op de middentoets.
4. Selecteer een prioriteit (Hoog, Normaal of
Laag) met de toetsen Omhoog en Omlaag en
druk op de functietoets Kies of op de
middentoets.
5. Voer de deadline in en druk op de functietoets
OK of op de middentoets.
Als u geen deadline wilt instellen, drukt u op de
functietoets Oversl.
De actielijst wijzigen
Wanneer u het menu Actielijst selecteert (menu
3.3), wordt naast de taken een vinkje weergegeven,
waarmee wordt aangeduid of een taak is uitgevoerd,
en het symbool voor de prioriteit (
betekent
Hoog,
betekent Normaal en
betekent Laag).
80
Nieuw: hiermee maakt u een nieuwe taak.
Markeren: hiermee kunt u de status van de taak
wijzigen in Afgehandeld of Niet afgehandeld.
Bewerken: hiermee kunt u een bestaande taak
wijzigen. U kunt de tekst, prioriteit en/of deadline
van de taak wijzigen.
Sorteren: hiermee kunt u de bestaande taken
sorteren op prioriteit of status. Selecteer een
sorteercriterium (Hoog, Laag, Afgehandeld of
Niet afgehandeld).
Kopiëren: hiermee kunt u een taak kopiëren.
Naar agenda kopiëren: een taak als notitie naar
de agenda kopiëren. U kunt de tekst en deadline
van de taak wijzigen en/of het alarm instellen.
Wissen: hiermee kunt u een taak verwijderen.
Alles wissen: hiermee kunt u alle taken
verwijderen.
Afsluiten: hiermee sluit u de actielijst af en gaat u
terug naar de standby-stand.
81
Organizer
Calculator
Organizer
(menu 3.4)
Voice memo
(menu 3.5)
Met deze functie kunt u de telefoon als
rekenmachine gebruiken. U beschikt over de
belangrijkste rekenfuncties: optellen, aftrekken,
vermenigvuldigen en delen.
U kunt spraakmemo's opnemen. Na het opnemen
kunt u het memo naar anderen verzenden via de
MMS-functie (Multimedia Message Service).
1. Voer het eerste getal in met de cijfertoetsen.
Opnemen (menu 3.5.1)
Opmerkingen:
of
om de cursor naar
• druk op de toets
links of rechts te verplaatsen.
• als u een decimaalteken of een haakje wilt
gebruiken, drukt u op de linkerfunctietoets
totdat het gewenste symbool verschijnt.
2. Geef de bewerking voor de berekening op door
op de navigatietoetsen te drukken volgens de
afbeelding op het display.
3. Voer het tweede getal in.
Met dit menu kunt u een nieuw memo opnemen. Als
u deze optie selecteert, wordt een timer van 30
seconden weergegeven.
1. Druk op de functietoets Opnemen of op de
middentoets om te beginnen met opnemen.
2. Neem het memo op door in de microfoon te
spreken.
3. Als u op de functietoets Stop of op de
middentoets drukt of als de opnametijd is
verstreken, verschijnen de volgende opties:
4. Druk op de middentoets om het resultaat te
bekijken.
• Memo afspelen: hiermee speelt u het memo
af.
5. Herhaal desgewenst stap 1 tot en met 4.
• Opnieuw opnemen: hiermee verwijdert u het
memo en kunt u een ander opnemen.
• Opslaan: hiermee kunt u het memo opslaan.
• Afsluiten: hiermee annuleert u de opname en
sluit u het menu Opnemen af.
4. Als u het memo wilt opslaan, kiest u Opslaan
en drukt u op de functietoets Kies of op de
middentoets.
5. Druk op de toets C om de standaardnaam te
wissen en geef zo nodig een naam op voor het
memo.
Zie pagina 37 voor meer informatie over het
invoeren van tekens.
82
83
Organizer
Organizer
6. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
Details: hiermee geeft u informatie weer over het
memo, zoals de naam, de datum en tijd waarop het
memo is gemaakt, de opnameduur en de
hoeveelheid geheugen.
Het memo wordt opgeslagen en u ziet de
memogegevens op het display.
Wissen: hiermee kunt u het memo verwijderen.
7. Als u op de functietoets Opties of op de
middentoets drukt, verschijnen de volgende
opties voor memo's:
Alles wissen (menu 3.5.3)
• Verzenden: hiermee verzendt u het memo
naar andere personen met de MMS-functie.
Zie pagina 108 voor meer informatie over het
verzenden van berichten.
• Hernoemen: hiermee kunt u de naam van het
memo wijzigen.
• Wissen: hiermee kunt u het memo
verwijderen.
8. Druk op de functietoets
het menu af te sluiten.
of op de toets
Met dit menu kunt u alle spraakmemo's wissen.
Als er een bevestigingsbericht verschijnt, drukt u op
de functietoets Ja of op de middentoets. Als u
opnieuw om bevestiging wordt gevraagd, drukt u
nogmaals op de functietoets Ja of op de
middentoets.
Geheugenstatus (menu 3.5.4)
om
Memolijst (menu 3.5.2)
In dit menu wordt een lijst met opgeslagen
spraakmemo's weergegeven. Ga naar een memo en
druk op de functietoets Opties of op de
middentoets. De volgende opties zijn beschikbaar:
Via dit menu kunt u nagaan hoeveel geheugen er
gebruikt en nog beschikbaar is voor spraakmemo's.
Op het display wordt de totale hoeveelheid
geheugen weergegeven, en de hoeveelheden
beschikbaar en gebruikt geheugen. Ook het aantal
opgenomen memo's en het totale aantal memo's
dat u kunt opnemen, worden vermeld.
Afspelen: hiermee kunt u het memo afspelen.
Verzenden: hiermee verzendt u het memo naar
andere personen met de MMS-functie. Zie
pagina 108 voor meer informatie over het
verzenden van berichten.
Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het
memo.
84
85
Organizer
Valuta omrekenen
Berichten
(menu 3.6)
Met dit menu kunt u vreemde valuta omrekenen.
1. Voer de huidige wisselkoers van de bronvaluta in
en druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
U kunt met de toets
invoegen.
Vanuit het menu Berichten kunt u verschillende
berichtfuncties gebruiken, zoals:
• tekstberichten;
• voicemail;
• informatieberichten.
een decimaalteken
2. Voer het om te rekenen bedrag in en druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
Op het display ziet u het ingevoerde bedrag en
de overeenkomstige waarde.
3. Druk op de functietoets Einde of op de toets C
om de omrekenfunctie af te sluiten.
Tekstberichten
(menu 4.1)
Via SMS (Short Message Service) kunnen korte
tekstberichten worden verzonden naar en
ontvangen van mobiele GSM-telefoons. Daarnaast
ondersteunt de telefoon EMS (Enhanced Messaging
Service), een dienst waarmee afbeeldingen,
melodieën en animaties in een bericht kunnen
worden opgenomen. U moet zich bij uw provider op
deze dienst abonneren om deze te kunnen
gebruiken.
Het berichtsymbool ( ) verschijnt als u een nieuw
tekstbericht hebt ontvangen. Als het geheugen vol
is, wordt een foutbericht weergegeven en kunt u
geen nieuwe berichten ontvangen. Met de optie
Wissen kunt u berichten die u niet langer wilt
bewaren uit elk postvak verwijderen.
86
87
Berichten
Postvak IN (menu 4.1.1)
In dit postvak worden ontvangen berichten
opgeslagen.
Als u dit menu opent, ziet u een lijst met ontvangen
berichten en daarbij de telefoonnummers of de
namen van de afzenders, als deze informatie in de
telefoonlijst is opgenomen.
1. Selecteer een bericht in de lijst en druk op de
functietoets Bekijken of op de middentoets om
de inhoud van het bericht te lezen.
2. Loop door de inhoud met de toets Omhoog of
Omlaag.
3. Druk op de toets
of
om naar het vorige of
volgende bericht te bladeren.
Als u tijdens het lezen van een bericht op de
functietoets Opties of op de middentoets drukt,
verschijnen de volgende opties:
Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht verzenden
of opnieuw verzenden. Zie pagina 91 voor meer
informatie over het verzenden van berichten.
Antwoorden: hiermee kunt u een antwoord
verzenden naar de afzender.
Terugbellen: hiermee kunt u de afzender bellen.
Adres opslaan: hiermee kunt u het nummer van
de afzender en URL's, e-mailadressen en
telefoonnummers uit de berichttekst halen.
88
Berichten
Verplaatsen naar telefoon: hiermee kunt u het
bericht verplaatsen van de SIM-kaart naar het
geheugen van de telefoon. Deze optie is alleen
beschikbaar voor berichten die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen.
Verplaatsen naar SIM: hiermee kunt u het
bericht verplaatsen van het geheugen van de
telefoon naar de SIM-kaart. Deze optie is alleen
beschikbaar voor berichten die in het geheugen van
de telefoon zijn opgeslagen.
Objecten selecteren: hiermee kunt u multimediaitems, zoals geluiden of afbeeldingen, vanuit het
bericht opslaan op de telefoon. U kunt deze items
gebruiken bij het schrijven van berichten. Zie
pagina 93 voor meer informatie.
Postvak UIT (menu 4.1.2)
In dit postvak worden de berichten opgeslagen die
u hebt verstuurd of wilt versturen.
Wanneer u dit menu opent, ziet u een lijst met
berichten in het postvak en daarbij de
telefoonnummers of de namen van de ontvangers,
als deze informatie in de telefoonlijst is opgenomen.
1. Selecteer een bericht in de lijst en druk op de
functietoets Bekijken of op de middentoets om
de inhoud van het bericht te lezen.
2. Loop door de inhoud met de toets Omhoog of
Omlaag.
3. Druk op de toets
of
om naar het vorige of
volgende bericht te bladeren.
89
Berichten
Als u tijdens het lezen van een bericht op de
functietoets Opties of op de middentoets drukt,
kunt u de volgende opties gebruiken:
Wissen: hiermee kunt u het bericht wissen.
Verzenden: hiermee kunt u het bericht verzenden
of opnieuw verzenden. Zie pagina 91 voor meer
informatie over het verzenden van berichten.
Adres opslaan: hiermee kunt u het nummer van
de bestemming en URL's, e-mailadressen en
telefoonnummers uit de berichttekst halen.
Verplaatsen naar telefoon: hiermee kunt u het
bericht verplaatsen van de SIM-kaart naar het
geheugen van de telefoon. Deze optie is alleen
beschikbaar voor berichten die op de SIM-kaart zijn
opgeslagen.
Verplaatsen naar SIM: hiermee kunt u het
bericht verplaatsen van het geheugen van de
telefoon naar de SIM-kaart. Deze optie is alleen
beschikbaar voor berichten die in het geheugen van
de telefoon zijn opgeslagen.
Objecten selecteren: hiermee kunt u multimediaitems, zoals geluiden of afbeeldingen, vanuit het
bericht opslaan op de telefoon. U kunt deze items
gebruiken bij het schrijven van berichten. Zie
pagina 93 voor meer informatie.
Berichten
Nieuw bericht (menu 4.1.3)
Met deze menuoptie kunt u tekstberichten schrijven
en verzenden.
Een eenvoudig tekstbericht schrijven
1. Toets het bericht in.
U kunt tekstberichten opstellen met de tekens
van het standaardalfabet of met speciale
Unicode-tekens. Dit stelt u in met het menu
Tekenset; zie pagina 96.
Opmerkingen:
• zie pagina 37 voor meer informatie over het
invoeren van tekst.
• een bericht met tekens van het standaardalfabet
kan maximaal 918 tekens bevatten. Als u tekst
met Unicode-tekens invoert, is het maximale
aantal tekens van een bericht ongeveer de helft
hiervan.
2. Wanneer u klaar bent met het invoeren van het
bericht, drukt u op de functietoets Opties of op
de middentoets. De volgende opties zijn
beschikbaar:
• Verzenden: hiermee kunt u het bericht
verzenden. Het bericht wordt gewist zodra het
is verzonden.
• Opslaan en verzenden: hiermee kunt u eerst
een kopie van het bericht opslaan en het
bericht daarna verzenden. U kunt het bericht
lezen in het Postvak UIT.
• Opslaan: hiermee kunt u het bericht opslaan
om het op een later tijdstip te verzenden. U
kunt het bericht lezen in het Postvak UIT.
90
91
Berichten
• Zie pagina 92 voor meer informatie over de
opties Tekstopmaak, Objecten toevoegen,
Standaardbericht toevoegen, Overnemen
, Favoriet toevoegen en Taal.
3. Selecteer Verzenden of Opslaan en
verzenden en druk op de functietoets Kies of
op de middentoets.
Als u het bericht alleen wilt opslaan, selecteert u
Opslaan. Als u het bericht hebt opgeslagen,
keert u terug naar het menu Tekstberichten.
4. Als u opgeeft dat het bericht moet worden
opgeslagen, kiest u de geheugenlocatie en drukt
u op de functietoets OK of op de middentoets.
5. Voer het nummer van de bestemming in en druk
op de functietoets OK of op de middentoets.
Het bericht wordt verzonden.
Berichten
• Tekstopmaak: hiermee kunt u de opmaak
van de tekst wijzigen.
Bij Grootte kunt u kiezen uit de opties
Normaal, Groot en Klein.
Bij Vet, Cursief, Onderstrepen en
Doorhalen kunt u kiezen uit AAN en UIT.
U kunt deze opties combineren.
• Objecten toevoegen: hiermee kunt u een
geluid, melodie, afbeelding of animatie aan
het bericht toevoegen. Selecteer het type
object dat u wilt toevoegen. Per type hebt u de
keuze uit diverse meegeleverde objecten. U
kunt ook een object kiezen dat u van elders
hebt ontvangen, bijvoorbeeld van het Internet
of van een andere telefoon.
Opmerking: als u multimediaobjecten aan een
bericht toevoegt, kunt u minder tekens typen.
Opmerking: als het niet lukt het bericht te
verzenden, wordt een melding getoond waarin u wordt
gevraagd of u het nog eens wilt proberen. Druk op de
functietoets OK of op de middentoets om dit te
bevestigen. Als u dit niet wilt, drukt u op de
functietoets Einde om terug te gaan naar het scherm
Nieuw bericht.
• Standaardbericht toevoegen: hiermee kunt
u een eerder door u samengesteld
standaardbericht gebruiken voor het bericht.
Selecteer een van de vijf items die zijn
opgeslagen in het menu Standaardberichten
(menu 4.1.4). Zie pagina 94 voor meer
informatie.
Een bericht schrijven met opties
• Overnemen: hiermee kunt u een item uit de
telefoonlijst in het bericht opnemen. Selecteer
een item uit de lijst.
1. Toets het bericht in.
2. Druk op de functietoets Opties of op de
middentoets.
3. Selecteer een van de volgende opties met de
toetsen Omhoog en Omlaag en druk op de
functietoets Kies of op de middentoets.
92
• Favoriet toevoegen: hiermee kunt u het
adres van een webpagina uit uw lijst met
favorieten toevoegen. Selecteer een item uit
de lijst.
• Taal: hiermee kunt u de taal voor de T9-stand
wijzigen. Selecteer de taal die u wilt gebruiken.
4. Voltooi het bericht en verzend het of sla het op
aan de hand van de stappen op pagina 91
(vanaf stap 2).
93
Berichten
Berichten
Een lang tekstbericht schrijven
Instellingen (menu 4.1.5)
Als u een tekstbericht opstelt waarin het maximale
aantal tekens voor verzending wordt overschreden,
splitst de telefoon het bericht automatisch in
meerdere berichten. Op het moment dat het bericht
wordt gesplitst, ziet u het aantal te verzenden
berichten waaruit het gesplitste bericht bestaat. Het
maximale aantal tekens van een bericht kan
verschillen per provider.
Met dit menu kunt u standaardgegevens voor
berichten opgeven. Hiervoor wordt gebruikgemaakt
van profielen. Elk profiel bevat een aantal
instellingen die nodig zijn om berichten te kunnen
verzenden. Het aantal beschikbare profielen wordt
bepaald door de capaciteit van de gebruikte SIMkaart.
Standaardberichten (menu 4.1.4)
Met dit menu kunt u maximaal vijf
standaardberichten definiëren die u het meest
gebruikt.
Selecteer een lege locatie of een van de
berichtsjablonen en druk op de functietoets Opties
of op de middentoets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Wijzigen: hiermee kunt u een nieuw
berichtsjabloon schrijven of een bestaand
berichtsjabloon bewerken.
Opmerking: zie pagina 37 voor meer informatie over
het invoeren van tekens.
Verzenden: hiermee opent u het berichtsjabloon.
Nadat u het bericht hebt aangepast, kunt u het
opslaan en/of verzenden. Zie pagina 91 voor meer
informatie over het verzenden van berichten.
Wissen: hiermee kunt u het berichtsjabloon
wissen. U wordt gevraagd deze bewerking te
bevestigen door op de functietoets Ja of op de
middentoets te drukken.
94
Opmerking: het profiel dat u als laatste hebt
geopend, wordt automatisch geactiveerd voor het
verzenden van volgende berichten.
Instelling x (waarbij x het nummer van het profiel
is): elk profiel heeft een eigen submenu.
Naam instelling: hiermee kunt u een naam aan het
huidige profiel toewijzen.
SMS-service: hiermee kunt u het nummer van uw
SMS-service opslaan of wijzigen. Dit nummer hebt
u nodig om berichten te verzenden. U krijgt dit
nummer van uw provider.
Standaardbestemming: hiermee kunt u het
nummer van een standaardbestemming opslaan.
Dit nummer wordt automatisch weergegeven in het
scherm Bestemming wanneer u een nieuw bericht
opent.
Standaardtype: hiermee kunt u het standaardtype
voor SMS-berichten instellen: Tekst, Fax, E-mail
of Pager. De provider zet de berichten om in de
gekozen indeling.
Geldigheidsduur: hiermee stelt u in hoe lang uw
tekstberichten worden bewaard op de server van de
provider als deze niet meteen op de bestemming
kunnen worden afgeleverd.
95
Berichten
Berichten
Algemeen: De volgende opties zijn beschikbaar:
Alles wissen (menu 4.1.6)
Antwoordpad: hiermee stelt u de ontvanger van uw
bericht in staat een antwoord te verzenden via uw
provider, als die deze optie ondersteunt.
Met dit menu kunt u alle tekstberichten uit de
verschillende postvakken afzonderlijk verwijderen
en ook alle informatieberichten. U kunt ook alle
berichten in een keer verwijderen.
Ontvangstbevestiging: hiermee kunt u
ontvangstbevestiging in- of uitschakelen. Als u deze
functie inschakelt, meldt de provider of berichten
zijn afgeleverd of niet.
Drager kiezen: hiermee kunt u het juiste netwerk
kiezen: GSM of GPRS.
Tekenset: hiermee kunt u een van de volgende
tekensets selecteren: GSM-alfabet, Unicode of
Automatisch. Als u Automatisch selecteert,
wordt het type codering automatisch gewijzigd van
GSM-alfabet in Unicode zodra u een Unicode-teken
invoert.
Als u Unicode selecteert, is het maximale aantal
tekens van een bericht ongeveer twee keer zo klein
als normaal. Als de telefoon van de ontvanger
Unicode-tekens niet ondersteunt, wordt uw bericht
mogelijk niet correct weergegeven op deze
telefoon. Zie pagina 187 voor meer informatie over
Unicode-tekens.
1. Gewenste actie Werkwijze
Een postvak
selecteren
waaruit u de
berichten wilt
verwijderen
Druk op de toets Omhoog of
Omlaag. Als u alle berichten
wilt verwijderen, selecteert
u Alle berichten.
Een vinkje
plaatsen of
verwijderen
Druk op de middentoets.
2. Druk op de functietoets Wissen om de
gemarkeerde berichten te verwijderen.
3. Als het bevestigingsbericht wordt weergegeven,
drukt u op de functietoets Ja of op de
middentoets.
4. Als u weer om bevestiging wordt gevraagd,
drukt u op de functietoets Ja of op de
middentoets.
Geheugenstatus (menu 4.1.7)
U kunt controleren hoeveel berichten momenteel op
de SIM-kaart, in de telefoon en in het geheugen
met infoberichten zijn opgeslagen.
96
Druk op de toets Omhoog of Omlaag om het aantal
opgeslagen berichten te bekijken en het totale
aantal berichten dat u kunt opslaan in het geheugen
van de SIM-kaart, van de telefoon en in het
infoberichtengeheugen.
97
Berichten
Voicemail
Berichten
(menu 4.2)
Met dit menu kunt u de berichten in uw
voicemailbox beluisteren, als uw provider dit
ondersteunt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Verbinden met voicemailserver voordat u
voicemail kunt gebruiken, moet u het door de
provider opgegeven nummer van de
voicemailserver invoeren. Vervolgens kunt u dit
menu selecteren en met een druk op de
functietoets OK of op de middentoets uw berichten
beluisteren.
Door in de standby-stand de toets 1 ingedrukt te
houden kunt u direct verbinding maken met de
voicemailserver.
Telefoonnummer voicemailserver: met dit
menu kunt u indien nodig het nummer van de
voicemailserver wijzigen
Opmerking: voicemail is een netwerkdienst. Neem
voor meer informatie contact op met uw provider.
Infoberichten
(menu 4.3)
Via deze netwerkdienst kunt u tekstberichten
ontvangen over diverse onderwerpen, bijvoorbeeld
het weer of de verkeerssituatie. Infoberichten
worden onmiddellijk na ontvangst weergegeven,
onder de volgende voorwaarden:
• de telefoon staat standby;
• de optie Ontvangen is ingesteld op Activeren;
De volgende opties zijn beschikbaar:
Lezen: hiermee kunt u de ontvangen infoberichten
lezen.
In het postvak Tijdelijk worden infoberichten van
het netwerk weergegeven. Deze gaan verloren
zodra u de telefoon uitzet. Loop door het bericht
met de toetsen Omhoog en Omlaag.
U kunt een infobericht opslaan in het postvak
Archiveren zodat u het later kunt ophalen. Als een
tekstmelding wordt weergegeven, drukt u op de
functietoets Opties of op de middentoets en
selecteert u Opslaan.
Ontvangen: hiermee kunt u de ontvangst van
infoberichten in- of uitschakelen.
Kanalen: hiermee kunt u de kanalen aangeven
waarvan u de infoberichten wilt ontvangen. De
volgende opties zijn beschikbaar:
Kiezen: hiermee kunt u kanalen in de lijst in- of
uitschakelen. Een geselecteerd kanaal wordt
aangeduid met een vinkje.
Kanaal toevoegen: hiermee kunt u het nummer en
de naam van een nieuw kanaal invoeren.
Wissen: hiermee kunt u een kanaal uit de lijst
verwijderen.
Wijzigen: hiermee kunt u het nummer en de naam
van een bestaand kanaal wijzigen.
Taal: hiermee kunt u de taal instellen waarin u de
infoberichten wilt weergeven.
Neem voor meer informatie contact op met uw
provider.
• het berichtenkanaal is ingeschakeld in de lijst met
kanalen.
98
99
i-mode
i-mode
Via dit menu krijgt u toegang tot diverse i-modefuncties, zoals:
-Menu
(menu 5.1)
• Java-toepassingen.
Verbinden met i-mode is bijzonder gemakkelijk. U
hoeft alleen maar -Menu en daarna Main Menu te
kiezen, waarna u kunt profiteren van de unieke
diensten. Met slechts één druk op een knop kunt u
zich laten informeren, communiceren, u vermaken
en wordt elke transactie snel en gemakkelijk.
Opmerking: u kunt dit menu snel rechtstreeks
openen door in de standby-stand op de functietoets
i-mode te drukken.
Opmerking: u kunt snel de browser starten door in
de standby-stand de middentoets ingedrukt te
houden.
Meer over i-mode
Navigeren met de i-mode-browser
• i-mode-browser;
• diensten voor multimediaberichten en e-mail per
i-mode;
In i-mode, wat internettoegang voor de mobiele
telefoon biedt, vindt u meer dan 130 bekende sites,
waardoor alles heel eenvoudig wordt. Met één
enkele klik op een knop kunt u door uw favoriete
tijdschriften bladeren, tickets en hotels voor uw
vakantie reserveren, uw favoriete club zoeken en de
weg ernaartoe op de kaart vinden, de beste
beltonen en spelletjes tegen de laagste prijzen
downloaden, de nieuwste cd-singles kopen, uw
mobiele telefoon gebruiken om e-mails met foto's
ter plaatse te verzenden tegen de helft van de prijs
van een MMS-bericht, en nog veel meer. Dit is ook
nog eens allemaal veel goedkoper omdat u met imode betaalt voor de hoeveelheid gegevens die u
verzendt en ontvangt en niet voor de tijd dat u on
line bent.
100
Gewenste actie
Werkwijze
Door de lijst met
koppelingen lopen
Druk op de toets Omhoog
of Omlaag.
Een koppeling openen Druk op de middentoets.
Teruggaan naar de
vorige pagina
Druk op de toets Links of
op de toets C.
Opmerkingen:
• u kunt alleen webpagina's openen die geschikt zijn
gemaakt voor i-mode.
• de bediening van de toetsen in een i-mode-scherm is
afhankelijk van de inhoud van het scherm op dat
moment.
• u kunt eenvoudig een telefoonnummer kiezen dat op
een website wordt weergegeven door het nummer te
selecteren. U kunt bijvoorbeeld een nummer
selecteren uit een telefoongids of een
restaurantgids. U kunt ook snel een scherm openen
voor het opstellen van e-mail door een e-mailadres
te selecteren dat op een website of in een
berichtscherm wordt weergegeven.
101
i-mode
i-mode
• u kunt een oproep beantwoorden terwijl u de imode-functie gebruikt. Als het gesprek is beëindigd,
wordt op het display het functiescherm weergegeven
dat u hebt gebruikt vóór het gesprek.
Selectie opslaan: hiermee kunt u het
telefoonnummer of het e-mailadres dat is
geselecteerd op de webpagina opslaan in uw
telefoonlijst.
De menuopties van de browser
gebruiken
Certificaatnr.: hier worden de servercertificaten
van de huidige webpagina weergegeven. Deze optie
wordt alleen weergegeven wanneer de huidige
pagina een SSL-pagina (Secure Sockets Layer) is.
Wanneer u de i-mode-browser gebruikt, staan
verschillende menuopties tot uw beschikking.
U opent een menuoptie als volgt:
Naar webpagina: hiermee kunt u een URL-adres
opgeven of er een selecteren in de lijst
Geschiedenis.
1. Druk op de functietoets Menu. Er verschijnt een
menulijst.
Opnieuw laden: de gegevens op de huidige
webpagina bijwerken.
2. Markeer een menu of menuoptie met de toets
Omhoog of Omlaag.
Pag. info: hiermee geeft u het URL-adres van de
huidige webpagina weer.
3. Selecteer een optie door op de middentoets te
drukken.
4. Ga indien nodig naar een tweede optie met de
toetsen Omhoog of Omlaag en druk op de
middentoets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Favoriet toevoegen: de huidige webpagina als
favoriet aanmerken.
Mail pagina: hiermee kunt het URL-adres van de
huidige pagina per e-mail naar iemand anders
sturen. Zie de volgende paragraaf voor meer
informatie.
De i-mode-browser afsluiten
Als u de browser wilt afsluiten, drukt u op de toets
.
Favorieten: hiermee geeft u de lijst Favorieten
weer. Deze optie wordt alleen weergegeven
wanneer er meer dan één favoriet is opgeslagen.
Afb. opsl.: een afbeelding op de huidige webpagina
opslaan.
Pagina opslaan: de huidige webpagina opslaan.
102
103
i-mode
Mail
i-mode
(menu 5.2)
Met dit menu kunt u gebruik maken van de diensten
voor e-mail- en MMS-berichten.
Opmerking: u kunt dit menu snel rechtstreeks
openen door in de standby-stand op de functietoets
i-mail te drukken.
E-mail opstellen (menu 5.2.1)
U kunt een bericht maken en verzenden, en
verschillende soorten multimediabestanden
bijvoegen.
Een e-mailbericht maken en verzenden
1. Wanneer het veld Naar:1 is gemarkeerd, drukt
u op de middentoets.
2. Voer het adres van de bestemming in en druk op
de functietoets OK of op de middentoets.
Zie pagina 37 voor meer informatie over het
invoeren van tekst.
3. Druk op de toets Omlaag om het veld
Onderwerp te markeren en druk op de
middentoets.
4. Voer een onderwerp voor het bericht in en druk
op de functietoets OK of op de middentoets.
5. Druk net zolang op de toets Omlaag tot het veld
Bericht wordt gemarkeerd en druk op de
middentoets.
6. Voer de tekst voor het bericht in en druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
7. Als u een bestand wilt bijvoegen, drukt u net
zolang op de toets Omlaag tot het veld Bijlagen
wordt gemarkeerd en drukt u op de
middentoets.
8. Selecteer Afbeelding toev. of Melodie toev.
en druk op de middentoets.
De lijst met beschikbare bestanden wordt
weergegeven.
9. Ga naar het gewenste bestand en druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
Het bestand wordt bij uw bericht gevoegd.
10.Druk op de toets Omlaag om Zend te markeren
en druk op de middentoets.
Opmerking: als tijdens het verzenden van een
bericht op de telefoon een probleem ontstaat,
wordt het bericht opgeslagen in het postvak
Concepten.
Als u een bericht meteen in het postvak
Concepten wilt opslaan, selecteert u Opslaan.
Opmerking: naast de vier normale
invoerstanden, kunt u de pictogramstand
gebruiken in de velden Onderwerp en Bericht, om
uw tekst te verlevendigen met een keur aan
pictogrammen. Op telefoons die i-mode niet
ondersteunen, worden pictogrammen mogelijk niet
goed weergegeven.
104
105
i-mode
E-mailopties gebruiken
Tijdens het opstellen van een e-mailbericht kunt u
met de functietoets Menu de volgende opties
gebruiken:
Opmerking: afhankelijk van het veld dat is
geselecteerd in het e-mailscherm, kunnen de
beschikbare opties variëren.
Zend: het bericht verzenden.
Opslaan: het bericht opslaan in het postvak
Concepten.
Afbeelding toev.: hiermee kunt u een
afbeeldingsbestand bij het bericht bijvoegen.
Melodie toev.: hiermee kunt u een geluidsbestand
bij het bericht bijvoegen.
Bijlage verwijderen: hiermee kunt u een
bijgevoegd bestand verwijderen.
Bestand afspelen/bekijken: hiermee kunt u een
bijgevoegd bestand bekijken.
i-mode
Wijzig in Cc: hiermee kunt u een Aan- of Bccadres veranderen in een Aan-adres.
Wijzig in Bcc: hiermee kunt u een Aan- of Ccadres veranderen in een Bcc-adres.
Adres wissen: hiermee kunt u het momenteel
geselecteerde adres verwijderen.
Favoriet toev.: hiermee kunt u een item
toevoegen uit uw lijst met favorieten.
Koptekst toev.: hiermee kunt u aan het bericht
een koptekst toevoegen, zoals aangegeven in de
optie Koptekst van het menu Instellingen. Zie
pagina 116.
Handtek. toev.: hiermee kunt u aan het einde van
het bericht een handtekening toevoegen, zoals
aangegeven in de optie Handtekening van het
menu Instellingen. Zie pagina 116.
Wis tekst: de tekst van het bericht wissen.
Wis bericht: het bericht wissen.
Tel.lijst openen: hiermee kunt u een e-mailadres
ophalen uit de telefoonlijst.
Adres toevoegen: hiermee kunt u meer adressen
in het veld Naar: toevoegen.
Cc toevoegen: hiermee kunt u adressen in het
veld Cc: toevoegen.
Bcc toevoegen: hiermee kunt u adressen in het
veld Bcc: toevoegen.
Wijzig in Aan: hiermee kunt u een Cc- of Bccadres veranderen in een Aan-adres.
106
107
i-mode
Nieuw MMS-bericht (menu 5.2.2)
In dit menu kunt u een MMS-bericht (Multimedia
Message Service) opstellen en verzenden.
MMS (Multimedia Message Service) is een
berichtendienst waarmee persoonlijke
multimediaberichten van de ene naar de andere
telefoon of van een telefoon naar een computer
kunnen worden verzonden.
Naast de bekende tekst, kunnen
multimediaberichten ook SMIL-dia's bevatten. Dia's
kunnen beelden, geluidsbestanden of beelden met
een geluidscomponent bevatten. Samen vormt dit
een multimediapresentatie in één bestand.
Opmerking: multimediamateriaal dat u op het
internet hebt gekocht, kunt u niet toevoegen aan een
SMIL-dia.
Een MMS-bericht maken en verzenden
1. Wanneer het veld Naar:1 is gemarkeerd, drukt
u op de middentoets.
2. Voer het adres van de bestemming of het
telefoonnummer in en druk op de functietoets
OK of op de middentoets.
Zie pagina 37 voor meer informatie over het
invoeren van tekst.
3. Druk op de toets Omlaag om het veld
Onderwerp te markeren en druk op de
middentoets.
4. Voer een onderwerp voor het bericht in en druk
op de functietoets OK of op de middentoets.
108
i-mode
Opmerking: naast de vier normale
invoerstanden, kunt u de pictogramstand
gebruiken in de velden Onderwerp en SMIL, om uw
tekst te verlevendigen met een keur aan
pictogrammen. Op telefoons die i-mode niet
ondersteunen, worden pictogrammen mogelijk niet
goed weergegeven.
5. Druk op de toets Omlaag om het veld MMS
bewerken te markeren en druk op de
middentoets.
Nu kunt u SMIL-dia's maken voor het MMSbericht met behulp van de volgende opties:
• Tekst toevoegen: hiermee kunt u een tekst
aan het bericht toevoegen.
Opmerking: u kunt een regeleinde invoeren door
een " " in te voegen vanuit de lijst met
symbolen. Wanneer de ontvanger het bericht leest,
loopt de tekst op dat punt over naar de volgende
regel.
• Wis tekst: de ingevoerde tekst verwijderen.
• Beeld toevoegen: hiermee kunt u een
afbeelding toevoegen.
• Wis beeld: de toegevoegde afbeelding
verwijderen.
• Geluid toevoegen: hiermee kunt u een
geluidsfragment toevoegen. Wanneer u een
geluidsfragment toevoegt, wordt het symbool
rechtsboven in de dia weergegeven.
• Wis geluid: het toegevoegde geluidsfragment
verwijderen.
• Voorbeeld: de berichtdia tonen die u hebt
opgesteld.
109
i-mode
i-mode
• Dia toevoegen: een nieuwe dia achter de
vorige dia toevoegen. Met de toetsen Links en
Rechts kunt door de dia's heenlopen die u hebt
toegevoegd.
• Grootte wijzigen: hiermee kunt u de grootte
van het weergavegebied wijzigen. Met de
toetsen Omhoog of Omlaag verschuift u de
kaderlijn.
• Dia invoegen: een nieuwe dia invoegen
achter de momenteel geselecteerde dia.
• Beeld/tekst wisselen: de volgorde van de
afbeelding en de tekst veranderen.
• Wis dia: de momenteel geselecteerde dia
verwijderen.
• Vorige dia: naar de vorige dia gaan.
• Tekstkleur: hiermee kunt u een kleur kiezen
voor de tekst van het bericht.
• Achtergrondkleur: hiermee kunt u een kleur
kiezen voor de achtergrond van de dia.
• Formaat: hiermee kunt u het formaat kiezen
waarin de afbeelding moet worden
weergegeven.
Werk.grootte: de afbeelding wordt op het
werkelijke formaat weergegeven.
Uitvullen: de afbeelding wordt zodanig
vergroot of verkleind tot deze in het
weergavegebied past.
Langste zijde: de afbeelding wordt zodanig
vergroot of verkleind dat de langste zijde (in
de lengte of de breedte) overeenkomt met de
desbetreffende zijde in het weergavegebied.
Hierdoor kan er in het display wat lege ruimte
overblijven.
Kortste zijde: de afbeelding wordt zodanig
vergroot of verkleind dat de kortste zijde (in
de lengte of de breedte) overeenkomt met de
desbetreffende zijde in het weergavegebied.
Hierdoor kan een deel van de afbeelding
buiten het display vallen.
• Vlg. dia: naar de volgende dia gaan.
Opmerking: afhankelijk van het veld dat is
geselecteerd in het e-mailscherm, kunnen de
beschikbare opties variëren.
6. Wanneer u klaar bent met het maken van SMILdia's, drukt u op de toets C om terug te gaan
naar het berichtscherm.
7. Druk een of meer malen op de toets Omlaag om
Zend te markeren en druk op de middentoets.
Opmerking: als er tijdens het verzenden van een
bericht op de telefoon een probleem ontstaat,
wordt het bericht opgeslagen in het postvak
Concepten.
Als u een bericht meteen in het postvak
Concepten wilt opslaan, selecteert u Opslaan.
Berichtopties gebruiken
Tijdens het opstellen van een MMS-bericht kunt u
met de functietoets Menu beschikken over een
breed scala aan opties: Zie pagina 106 voor meer
informatie over deze opties.
• Opties: hiermee kunt u de weergavetijd
wijzigen, voor elk item in het bericht,
bijvoorbeeld voor een dia, tekst, een
afbeelding of een geluidsfragment.
110
111
i-mode
Postvak IN (menu 5.2.3)
In dit postvak kunt u de lijst met ontvangen e-mails
en MMS-berichten openen.
Opmerking: wanneer dit postvak de maximumlimiet
bereikt, worden oude e-mail- of MMS-berichten die u al
hebt gelezen, overschreven door de nieuwe berichten.
Ga naar het gewenste bericht en druk op de
middentoets.
Als u tijdens het bekijken van de details van een
bericht op de functietoets Menu drukt, verschijnen
de volgende opties:
Antwoord: hiermee kunt u een antwoord
verzenden naar de afzender.
Antw. met tekst: hiermee kunt u het bericht
opnemen in uw antwoord.
Antwoord allen: hiermee kunt u de afzender en
alle andere ontvangers van het bericht een
antwoord sturen.
Antw. allen met tekst: hiermee kunt u de
afzender en alle andere ontvangers een antwoord
sturen waarin het bericht is opgenomen.
Doorsturen: hiermee kunt u het bericht
doorsturen naar een andere ontvanger. Als het
bericht multimediamateriaal bevat dat u via
internet hebt gekocht, kunt u het bericht niet
doorsturen.
Wissen: het huidige bericht verwijderen.
Adres opslaan: het adres van de afzender opslaan
in de telefoonlijst.
Selectie opslaan: een telefoonnummer en een emailadres in de tekst opslaan in de telefoonlijst.
112
i-mode
Bericht maken: hiermee kunt u een nieuw bericht
maken.
Melodie opsl.: de melodie opslaan die bij het
bericht is bijgevoegd.
Bijlage opslaan: de bijgevoegde melodie en het
afbeeldingsbestand opslaan.
SMIL afspelen: de SMIL-dia's van een MMS-bericht
afspelen.
Browse SMIL: de SMIL-dia's tonen in de
schrijfstand.
Beveil.aan/uit: hiermee kunt u voorkomen dat het
bericht wordt gewist.
Druk op de functietoets Menu in de berichtenlijst
om de volgende opties te gebruiken:
Toon alle: alle ontvangen berichten tonen.
Toon ongelezen: alleen de ongelezen berichten
tonen.
Toon gelezen: alleen de gelezen berichten tonen.
Toon beveiligde: alleen de beveiligde berichten
tonen.
Eén wissen: het momenteel geselecteerde bericht
wissen.
Wis gelezen ber.: alle gelezen berichten wissen,
met uitzondering van de beveiligde.
Alles wissen: alle berichten uit het postvak
verwijderen.
Sorteren/titel: de berichten sorteren op titel.
Sorteren/adres: de berichten sorteren op adres.
Sorteren/datum: de berichten sorteren op datum.
113
i-mode
Postvak UIT (menu 5.2.4)
In dit postvak kunt u de lijst met verzonden e-mails
en MMS-berichten openen.
Opmerking: wanneer dit postvak de maximumlimiet
bereikt, worden oude e-mail- of MMS-berichten die u
al hebt gelezen, overschreven door de nieuwe
berichten.
Ga naar het gewenste bericht en druk op de
middentoets.
Als u tijdens het bekijken van de details van een
bericht op de functietoets Menu drukt, verschijnen
de volgende opties:
Wijzigen: hiermee kunt u het bericht wijzigen en
het vervolgens verzenden.
Wissen: het huidige bericht verwijderen.
Adres opslaan: het adres van de ontvanger
opslaan in de telefoonlijst.
Selectie opslaan: hiermee kunt u het
telefoonnummer of het e-mailadres in de tekst
opslaan in de telefoonlijst.
i-mode
Druk op de functietoets Menu in de berichtenlijst
om de volgende opties te gebruiken:
Sorteren/titel: de berichten sorteren op titel.
Sorteren/adres: de berichten sorteren op adres.
Sorteren/datum: de berichten sorteren op datum.
Eén wissen: het momenteel geselecteerde bericht
wissen.
Alles wissen: alle berichten uit het postvak
verwijderen.
Concepten (menu 5.2.5)
In dit postvak kunt u de lijst met e-mails en MMSberichten openen die u hebt opgeslagen om later te
verzenden.
Opmerking: wanneer dit postvak de maximumlimiet
bereikt, worden oude e-mail- of MMS-berichten die u
al hebt gelezen, overschreven door de nieuwe
berichten.
Bericht maken: hiermee kunt u een nieuw bericht
maken.
Ga naar het gewenste bericht en druk op de
middentoets. Het bericht wordt geopend in de
schrijfstand, zodat u het indien gewenst kunt
aanpassen en vervolgens verzenden.
SMIL afspelen: de SMIL-dia's van een MMSbericht afspelen.
Druk op de functietoets Menu in de berichtenlijst
om de volgende opties te gebruiken:
Browse SMIL: de SMIL-dia's tonen in de
schrijfstand.
Eén wissen: het momenteel geselecteerde bericht
wissen.
Beveil.aan/uit: hiermee kunt u voorkomen dat
het bericht wordt gewist.
Wis alles: alle berichten uit het postvak
verwijderen.
114
115
i-mode
E-mail filter (menu 5.2.6)
In dit menu kunt u selecteren welke onderdelen van
berichten u wilt ophalen van de server, bijvoorbeeld
het adres van de afzender, het onderwerp of de
berichttekst.
E-mail/MMS ophalen (menu 5.2.7)
In dit menu kunt u kijken of op de i-mode-centrale
nieuwe berichten zijn binnenkomen en deze
ophalen.
Selecteer een berichttype dat u wilt ophalen. Zodra
de controle voltooid is, worden de resultaten van de
controle in het scherm weergegeven.
Instellingen (menu 5.2.8)
Hier kunt u de verschillende instellingen wijzigen
die vereist zijn voor het verzenden en ontvangen
van e-mail- en MMS-berichten.
i-mode
Markeren: hiermee kunt u boven aan het bericht
een markering laten plaatsen wanneer u een
antwoord op een inkomend bericht verzendt.
Auto start: hiermee kunt u een melodie of
eventueel een SMIL-dia instellen die automatisch
moet worden afgespeeld wanneer u een bericht
opent.
Auto-ontvangst: hiermee kunt u instellen dat
nieuwe berichten door de telefoon worden
opgehaald van de server op het moment van
ontvangst.
Bijlage ontvangen: hiermee kunt u de typen
bijlagen kiezen die u wilt ontvangen.
Bijl. met data: hiermee kunt u Mfi-bestanden
ontvangen die bij berichten zijn bijgevoegd.
Overzicht: hiermee kunt u de huidige emailinstellingen controleren.
Terug: het menu Instellingen afsluiten en
teruggaan naar het vorige menuniveau.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Koptekst: hiermee kunt u een koptekst invoeren
die u boven aan het e-mailbericht wilt invoegen. Als
u een vinkje in het selectievakje Auto koppel
plaatst, wordt de koptekst automatisch ingevoegd
in al uw uitgaande berichten.
Handtekening: hiermee kunt u een vaste regel
invoeren die u onder aan het e-mailbericht als
handtekening wilt invoegen. Als u een vinkje in het
selectievakje Auto koppel plaatst, wordt de
handtekening automatisch ingevoegd in al uw
uitgaande berichten.
116
Mailboxstatus (menu 5.2.9)
In dit menu kunt u de status controleren van het
geheugen voor de postvakken.
In dit scherm staat het totale geheugen en de
hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen afzonderlijk
vermeld voor de postvakken IN, UIT en Concepten.
Terug (menu 5.2.0)
Wanneer u dit menu kiest, verlaat u het menu Mail.
117
i-mode
Java diensten
i-mode
(Menu 5.3)
U kunt spelletjes en MIDlets (Java-toepassingen die
op mobiele telefoons worden uitgevoerd) uit diverse
bronnen via de i-mode-browser downloaden en
deze op de telefoon opslaan.
Als u het menu Java diensten opent, wordt de lijst
met Java-toepassingen weergegeven.
Ga naar de gewenste toepassing en druk op de
middentoets. Het opstartscherm van de toepassing
wordt geopend. Volg de aanwijzingen op het
scherm om de toepassing uit te voeren.
Druk in de lijst met toepassingen op de functietoets
Menu voor toegang tot de volgende Javasysteemopties:
Informatie: hiermee kunt u instellen of u de
beschrijving van een toepassing wilt laten
weergeven voordat deze wordt gedownload.
Wis alles: hiermee kunt u alle Java-toepassingen
verwijderen.
Geheugenstatus: hiermee kunt u de hoeveelheid
gebruikt geheugen controleren en de hoeveelheid
die beschikbaar is om de Java-toepassingen in op te
slaan.
Java rapportage: de controle-informatie
weergeven voor een Java-toepassing.
Druk in de lijst met toepassingen op de functietoets
Opties om de volgende toepassingsopties te
gebruiken:
Details: de beschrijving van de geselecteerde
toepassing.
Vernieuwen: een upgrade installeren van de
geselecteerde toepassing.
Wissen: de toepassing verwijderen.
Netwerk gebruik: hiermee kunt u opgeven of bij
de uitvoering van de toepassing al dan niet een
netwerkverbinding tot stand gebracht moet worden.
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de
geselecteerde toepassing een on line toepassing is.
Auto-start: hiermee kunt u opgeven of de
toepassing automatisch moet worden gestart
wanneer u deze selecteert.
Opmerking: afhankelijk van het type toepassing dat
u selecteert, kunnen de beschikbare opties variëren.
SMS
(menu 5.4)
Dit menu geeft toegang tot dezelfde opties als het
menu Tekstberichten (menu 4.1), maar nu voor
de SMS-functie. Zie pagina 87 voor meer
informatie.
Java versie info: informatie over de versie en het
auteursrecht van Java VM op de telefoon.
118
119
i-mode
Favorieten
i-mode
(menu 5.5)
Naar webpagina
(menu 5.6)
Via dit menu hebt u toegang tot de lijst met URLadressen van websites die u als favoriet hebt
gemarkeerd tijdens het navigeren over het Wireless
Web.
Via dit menu krijgt u toegang tot een website door
het URL-adres ervan in te voeren. U kunt een URLadres handmatig opgeven of er een selecteren in de
lijst Geschiedenis.
Als u naar een favoriet gaat en op de functietoets
Menu drukt, verschijnen de volgende opties:
Een URL-adres invoeren
Openen: de pagina die u als favoriet hebt
gemarkeerd wordt weergegeven.
U kunt het URL-adres van een website handmatig
invoeren.
Titel wijzigen: hiermee wijzigt u de titel van de
favoriet.
1. Selecteer Adres invoeren en druk op de
middentoets.
Bericht maken: hiermee kunt u een nieuw e-mailof MMS-bericht maken. Het URL-adres van de
favoriet wordt automatisch in het tekstveld van het
bericht geplaatst.
2. Wanneer het veld Adres is gemarkeerd, drukt u
op de middentoets.
Eén wissen: de momenteel geselecteerde favoriet
verwijderen.
Alles wissen: hiermee wist u alle favorieten.
3. Voer het URL-adres in en druk op de functietoets
OK of op de middentoets.
4. Druk op de toets Omlaag en selecteer OK en
druk vervolgens op de middentoets.
U hebt nu verbinding met de website.
Een adres selecteren in de lijst Geschiedenis
1. Selecteer Historie en druk op de middentoets.
2. Ga naar het gewenste adres en druk op de
middentoets.
3. Druk op de toets Omlaag en selecteer OK en
druk vervolgens op de middentoets om de
desbetreffende pagina te openen.
120
121
i-mode
Opgeslagen pag's
i-mode
(menu 5.7)
Eén wissen: de momenteel geselecteerde pagina
verwijderen.
Tijdens het navigeren over het Wireless Web kunt u
pagina's in het geheugen van de telefoon opslaan.
Pagina's die informatie bevatten die u later nog
eens wilt inzien, kunt u opslaan en deze later weer
opvragen terwijl u off line bent. U bespaart daarom
met deze functie tijd en geld.
Alles wissen: alle opgeslagen pagina's
verwijderen.
In dit menu hebt u toegang tot de lijst met pagina's
die u hebt opgeslagen.
Via dit menu kunt u de instellingen voor de
browserverbinding en het display wijzigen.
Ga naar de pagina die u nog eens wilt bekijken en
druk op de middentoets. De pagina wordt
weergegeven.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Als u tijdens het bekijken van de details van een
pagina op de functietoets Menu drukt, verschijnen
de volgende opties:
Afb. opsl.: een afbeelding op de pagina opslaan.
Titel wijzigen: hiermee wijzigt u de titel van de
pagina.
Certificaatnr.: het servercertificaat van de pagina.
Pag. info: het URL-adres van de pagina.
Beveil.aan/uit: hiermee kunt u voorkomen dat de
pagina wordt gewist.
Wissen: de pagina verwijderen.
Als u in de lijst met pagina's op de functietoets
Menu drukt, verschijnen de volgende opties:
Openen: de momenteel geselecteerde pagina
openen.
Titel wijzigen: hiermee kunt u de titel van de
momenteel geselecteerde pagina wijzigen.
Beveil.aan/uit: hiermee kunt u voorkomen dat de
momenteel geselecteerde pagina wordt gewist.
122
Instellingen
(menu 5.8)
Time out: hiermee kunt u instellen dat de
verbinding van de telefoon met het netwerk wordt
verbroken na een bepaalde tijd niet te zijn gebruikt.
Afbeeldingen: hiermee kunt u instellen of
afbeeldingen op webpagina's al dan niet op de
telefoon worden weergegeven.
Tekstomloop: hiermee kunt u tekstomloop
inschakelen, zodat de tekst van de webpagina's in
het display van de telefoon past, of dat de tekst op
dezelfde wijze als op de webpagina wordt
weergegeven.
Certificaten: hiermee kunt u de lijst met
servercertificaten bekijken die u hebt ontvangen
tijdens het navigeren over het Wireless Web.
Tevens kunt u geselecteerde certificaten als geldig
of ongeldig aanmerken.
Terminal-info verz.: hiermee kunt u instellen of
de informatie van de telefoon naar de webserver
wordt verzonden tijdens het navigeren over het
Wireless Web.
Overzicht: uw huidige instellingen tonen.
Terug: het menu Instellingen afsluiten en
teruggaan naar het vorige menuniveau.
123
Amusement
Amusement
In het menu Amusement worden spelletjes,
afbeeldingen en geluiden opgeslagen die zijn
gedownload van het Wireless Web.
Toepassingen
(menu 6.1)
U kunt de lijst met toepassingen openen die u hebt
gedownload van het Wireless Web. Zie pagina 118
voor meer informatie.
Geluiden
(menu 6.2)
Afbeeldingen
(menu 6.3)
In dit menu ziet u de lijst met afbeeldingen die u
hebt gedownload van een webserver of hebt
ontvangen in berichten. U kunt gedownloade
afbeeldingen instellen als huidige achtergrond of
deze naar andere telefoons sturen.
Zodra u een afbeelding hebt ingesteld als
achtergrond, wordt deze vermeld in de lijst met de
naam Mijn foto.
Ga naar een afbeelding en druk op de functietoets
Bekijken of op de middentoets om de afbeelding te
bekijken.
Als u op de functietoets Opties of op de
middentoets drukt, verschijnen de volgende opties:
In dit menu ziet u de lijst met geluiden die u hebt
gedownload van een webserver of hebt ontvangen
in multimediaberichten. U kunt gedownloade
geluiden instellen als huidige beltoon of naar andere
telefoons sturen.
Hernoemen: hiermee kunt u de naam van de
afbeelding veranderen.
Ga naar een geluid en druk op de functietoets Afsp.
of op de middentoets om het geluid te beluisteren.
Als achtergrond instellen: hiermee stelt u de
afbeelding in als achtergrond voor de standbystand.
Als u op de functietoets Opties of op de
middentoets drukt, verschijnen de volgende opties:
Wissen: hiermee kunt u de afbeelding verwijderen.
Hernoemen: hiermee wijzigt u de naam van het
geluid.
Wissen: hiermee kunt u het geluid verwijderen.
Als beltoon instellen: hiermee stelt u het geluid
in als beltoon.
124
125
Amusement
Alles wissen
(menu 6.4)
Met dit menu kunt u alle gedownloade items uit de
mappen Geluiden en Afbeeldingen afzonderlijk
verwijderen. U kunt ook alle items in een keer
verwijderen.
1.
Gewenste actie
Werkwijze
Een map selecteren Druk op de toets Omhoog
waaruit u de items of Omlaag. Als u alle
wilt wissen
items wilt verwijderen,
selecteert u Alle.
Een vinkje plaatsen Druk op de middentoets.
of verwijderen
2. Druk op de functietoets Wissen om het
gemarkeerde item te verwijderen.
3. Als het bevestigingsbericht wordt weergegeven,
drukt u op de functietoets Ja of op de
middentoets.
4. Als u weer om bevestiging wordt gevraagd,
drukt u op de functietoets Ja of op de
middentoets.
Geheugenstatus
(menu 6.5)
Via dit menu kunt u nagaan hoeveel geheugen er
gebruikt en nog beschikbaar is voor spelletjes,
geluidsfragmenten en afbeeldingen.
In het scherm wordt het totale geheugen en de
hoeveelheden gebruikt en vrij geheugen
weergegeven, waaronder het aantal bestaande
items en het maximumaantal items dat op uw
telefoon kan worden opgeslagen.
126
Instellingen
Via dit menu kunt u de verschillende instellingen
van de telefoon aanpassen, zoals:
• tijd en datum;
• telefooninstellingen;
• displayinstellingen;
• geluidsinstellingen;
• netwerkdiensten;
• beveiliging;
• instellingen voor terugzetten;
• i-mode-instelling en blokkering
Tijd en datum
(menu 7.1)
Met dit menu kunt u de tijd en datum op het display
wijzigen. Ook kunt u nagaan hoe laat het in een
ander deel van de wereld is.
Klok instellen (menu 7.1.1)
Via dit menu kunt u de huidige tijd invoeren. U kunt
de tijdnotatie kiezen in het menu Tijdnotatie
(menu 7.1.4).
Opmerking: voordat u de tijd instelt, moet u de
tijdszone instellen in het menu Wereldtijd (menu
7.1.3).
127
Instellingen
Datum instellen (menu 7.1.2)
In dit menu kunt u de dag, de maand en het jaar
instellen.
Wereldtijd (menu 7.1.3)
In dit menu kunt u nagaan hoe laat het in een
ander deel van de wereld is.
Op het scherm ziet u:
Instellingen
Telefoonopties
(menu 7.2)
U kunt de instelling van veel functies van de
telefoon aan uw eigen wensen aanpassen.
Taal (menu 7.2.1)
Hier kunt u de displaytaal kiezen. Als u de taal op
Automatisch instelt, wordt automatisch de taal
van de SIM-kaart gekozen.
• de plaatsnaam;
• de huidige datum en tijd;
Begroeting (menu 7.2.2)
• het tijdsverschil tussen de geselecteerde stad en
uw locatie als u de lokale tijd hebt ingesteld (zie
hierna);
Met dit menu kunt u kort een begroeting laten
weergeven bij het aanzetten van de telefoon.
• de plaatselijke tijd.
Zie pagina 37 voor meer informatie over het
invoeren van tekens.
De tijdzone instellen:
1. Selecteer de plaats die bij uw tijdzone hoort.
Voor Nederland selecteert u Parijs. Druk hiertoe
zo vaak als nodig is op de toets Links of Rechts.
U ziet de plaatselijke datum en tijd.
2. Druk op de functietoets Stel in of op de
middentoets.
Tijdnotatie (menu 7.1.4)
In dit menu hier kunt u de tijdnotatie wijzigen in 12
uur of 24 uur.
128
129
Instellingen
Instellingen
Infrarood aan (menu 7.2.3)
Extra instellingen (menu 7.2.4)
Met deze functie kunt u via de infraroodpoort van
de telefoon gegevens verzenden en ontvangen. Als
u een infraroodverbinding tot stand wilt brengen
met uw computer, moet u het volgende doen:
U kunt de functies voor automatische
nummerherhaling en beantwoording van oproepen
in- en uitschakelen.
• een IrDA-compatibele infraroodpoort op de
computer configureren en activeren;
• de infraroodfunctie van de telefoon activeren. Het
infraroodsymbool ( ) verschijnt op de bovenste
regel van het display;
• ervoor zorgen dat de infraroodpoort van de
telefoon op één lijn ligt met de infraroodpoort van
de pc.
Gewenste actie
Werkwijze
Functie
inschakelen
Druk op de functietoets AAN
of op de middentoets. Er
verschijnt een vinkje voor de
optie.
Functie
uitschakelen
Druk op de functietoets UIT
of op de middentoets. Het
vinkje verdwijnt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Infraroodpoort
Infraroodpoort
Nummer herhalen: als u deze optie inschakelt,
probeert de telefoon na een mislukte poging
maximaal tien keer het laatste nummer opnieuw te
bellen.
Opmerking: de tijd tussen pogingen kan variëren.
U kunt nu gegevens uitwisselen tussen de pc en
de telefoon.
Als binnen 30 seconden nadat de infraroodfunctie is
aangezet geen communicatie plaatsvindt, wordt de
functie automatisch uitgeschakeld.
Opmerking: voor optimale prestaties gebruikt u de
gegevenskabel die bij de telefoon is geleverd.
130
Klep actief: als u deze optie inschakelt, hoeft u
alleen de telefoon te openen om een oproep te
beantwoorden.
Als u deze optie niet inschakelt, moet u de telefoon
openen en op een toets drukken, afhankelijk van de
instelling bij Antwoord met elke toets.
Antwoord met elke toets: als u deze optie
inschakelt, kunt u een inkomende oproep
beantwoorden door op een willekeurige toets te
drukken, met uitzondering van de toets
en de
functietoets Weiger. Om een oproep te weigeren
drukt u op de toets
of op de functietoets
Weiger.
131
Instellingen
Instellingen
Als deze optie niet is ingeschakeld, moet u op de
toets
of op de functietoets Opnemen drukken
om een oproep te beantwoorden.
Displayinstellingen
(menu 7.3)
Met dit menu kunt u diverse instellingen voor het
display en de verlichting instellen.
Achtergrond (menu 7.3.1)
Met dit menu kunt u de achtergrondafbeelding of de
instellingen van de tekst wijzigen die wordt gebruikt
in de standby-stand.
De volgende opties zijn beschikbaar:
3. Als de afbeelding wordt weergegeven, drukt u
op de functietoets Kies of op de middentoets.
De afbeelding wordt nu op het scherm van de
standby-stand weergegeven.
Tekstweergave: u kunt opgeven of in de standbystand de datum en tijd op de telefoon worden
weergegeven.
Tekstkleur: hiermee kunt u de kleur selecteren
voor de tekst die wordt weergegeven op het
standby-scherm. Deze optie is beschikbaar als
tekstweergave is ingeschakeld.
Contrast (menu 7.3.2)
U kunt de helderheid van het display aanpassen aan
de lichtomstandigheden.
Achtergrondenlijst: hiermee kunt u een
achtergrondafbeelding voor het standby-scherm
selecteren.
Druk op de toetsen Omhoog of Omlaag of gebruik
de volumetoetsen om de helderheid aan te passen.
Zo wijzigt u de achtergrond:
Verlichting (menu 7.3.3)
1. Loop met de toets Omhoog of Omlaag door de
lijst.
Hiermee geeft u op hoe lang de verlichting aan
moet blijven. De verlichting gaat aan wanneer u op
een toets drukt, wanneer u de telefoon openklapt of
wanneer u een oproep of bericht ontvangt en gaat
weer uit na de opgegeven tijd.
Er zijn diverse standaardafbeeldingen
beschikbaar. U kunt ook een lege achtergrond
kiezen of een afbeelding die u hebt gedownload
met de i-mode-browser of met het optionele
EasyStudio-programma, of die u in een bericht
hebt ontvangen. Zodra u een foto hebt ingesteld
als achtergrond, wordt deze onder de naam
Mijn foto in de lijst opgenomen.
2. Zorg dat de gewenste afbeelding is gemarkeerd
en druk op de functietoets Kies of op de
middentoets.
132
Standby-lampje (menu 7.3.4)
De toetsen boven aan de telefoon worden verlicht
en fungeren zo als een standby-lampje dat met
regelmatige tussenpozen knippert om aan te geven
dat de telefoon verbinding heeft met het netwerk.
133
Instellingen
Instellingen
In dit menu kunt u opgeven of het standby-lampje
wordt gebruikt en kunt u kiezen in welke kleur het
standby-lampje knippert.
U kunt kiezen uit zeven kleurinstellingen. Selecteer
UIT om het standby-lampje uit te zetten.
Type belsignaal (menu 7.4.3)
Met dit menu kunt u instellen hoe u wordt
gewaarschuwd bij een inkomende oproep.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Alleen lampje: het standby-lampje knippert, maar
de telefoon gaat niet over en trilt niet.
Geluidopties
(menu 7.4)
U kunt verschillende geluidsinstellingen aanpassen.
Melodie: de telefoon laat de geselecteerde beltoon
horen.
Trillen: de telefoon trilt maar gaat niet over.
Opmerking: in de stille stand (zie pagina 34) kunt u
de geluidsinstellingen niet wijzigen.
Trillen+melodie: eerst trilt de telefoon drie keer
en dan gaat de beltoon over.
Beltoon (menu 7.4.1)
Toetstoon (menu 7.4.4)
Opmerking: u kunt dit menu snel openen door in de
standby-stand de toets Omhoog ingedrukt te houden.
Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij
het indrukken van een toets.
Met dit menu kunt u een beltoon kiezen.
Selecteer UIT om het geluid uit te zetten.
U kunt kiezen uit een groot aantal verschillende
melodieën. Als u met de i-mode-browser of het
optionele programma EasyStudio geluiden hebt
gedownload, kunt u ze via dit menu afspelen.
Berichtsignaal (menu 7.4.5)
Met dit menu kunt u instellen hoe u wordt
gewaarschuwd bij een nieuw ontvangen bericht.
Belvolume (menu 7.4.2)
SMS-toon
Met dit menu kunt u het volume van de beltoon
instellen. U kunt kiezen uit vijf niveaus.
Voor waarschuwingen bij nieuw ontvangen
tekstberichten zijn de volgende opties beschikbaar:
Met de toetsen Omhoog en Omlaag of de
volumetoetsen aan de linkerkant van de telefoon
kunt u het volume hoger of lager zetten.
UIT: er wordt geen SMS-toon gebruikt.
Alleen lichtsignaal: het standby-lampje knippert.
Trillen: de telefoon trilt.
Eén piepje: er klinkt één pieptoon.
SMS-toon x: een van de beschikbare SMS-tonen
wordt gebruikt.
134
135
Instellingen
Instellingen
SMS-infoberichttoon
Kleptoon (menu 7.4.6)
Voor waarschuwingen bij nieuw ontvangen
infoberichten zijn de volgende opties beschikbaar:
Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij
het openen of sluiten van de telefoon.
UIT: er wordt geen toon gebruikt bij een
infobericht.
Selecteer UIT om het geluid uit te zetten.
Alleen lichtsignaal: het standby-lampje knippert.
Toon bij in-/uitschakelen (menu 7.4.7)
Trillen: de telefoon trilt.
Eén piepje: er klinkt één pieptoon.
SMS-infoberichttoon x: een van de beschikbare
tonen voor infoberichten wordt gebruikt.
i-Message toon
Voor waarschuwingen bij nieuw ontvangen imailberichten of i-MMS berichten zijn de volgende
opties beschikbaar:
UIT: er wordt geen i-Message-toon gebruikt.
Alleen lichtsignaal: het standby-lampje knippert.
Trillen: de telefoon trilt.
Eén piepje: er klinkt één pieptoon.
i-Message toon x: een van de beschikbare iMessage-tonen wordt gebruikt.
Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort
wanneer u de telefoon aan- of uitzet.
Selecteer UIT om het geluid uit te zetten.
Alarm tijdens oproep (menu 7.4.8)
Met dit menu kunt u kiezen of u tijdens een oproep
door de telefoon wordt gewaarschuwd als u een
nieuw bericht ontvangt of wanneer het tijd is voor
een alarm.
De volgende opties zijn beschikbaar:
UIT: u wordt niet actief gewaarschuwd wanneer u
berichten ontvangt of wanneer een alarm afgaat.
Alleen de betreffende melding wordt weergegeven.
AAN: u wordt gewaarschuwd met een piepje en de
betreffende melding wordt weergegeven.
SMS herhaling
Via dit menu kunt u opgeven hoe vaak de telefoon
moet melden dat er een nieuw SMS-bericht is.
U kunt kiezen tussen Eenmalig en Regelmatig.
136
137
Instellingen
Instellingen
Andere tonen (menu 7.4.9)
De telefoon gebruikt nog meer geluiden. Ook deze
kunt u aanpassen.
Gewenste actie
Werkwijze
Functie inschakelen
Druk op de functietoets
AAN of op de middentoets.
Er verschijnt een vinkje
voor de optie.
Functie uitschakelen Druk op de functietoets UIT
of op de middentoets. Het
vinkje verdwijnt.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Fouttoon: hiermee kunt u instellen of de telefoon
een signaal moet geven als u zich vergist.
Minutenteller: met deze optie kunt u instellen of
de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere
minuut een piepje moet geven om de gespreksduur
aan te geven.
Verbindingstoon: met deze optie kunt u aangeven
of de telefoon een signaal moet geven als de
gebelde persoon opneemt.
Netwerkdiensten
(menu 7.5)
Deze menufuncties geven toegang tot de
netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider
voor informatie over de beschikbaarheid van deze
diensten of voor een abonnement.
Doorschakelen (menu 7.5.1)
Met deze netwerkdienst kunt u binnenkomende
gesprekken doorschakelen naar een ander nummer.
Voorbeeld: u kunt zakelijke gesprekken
doorschakelen naar een collega als u op
vakantie bent.
U stelt doorschakelopties als volgt in:
1. Selecteer met de toets Omhoog of Omlaag een
doorschakeloptie en druk op de functietoets
Kies of op de middentoets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
• Alles doorschakelen: alle gesprekken
worden doorgeschakeld.
• In gesprek: gesprekken worden
doorgeschakeld als u in gesprek bent.
• Neemt niet op: gesprekken worden
doorgeschakeld als u niet opneemt.
• Buiten bereik: gesprekken worden
doorgeschakeld als u zich buiten het bereik
van uw provider bevindt of als uw telefoon is
uitgeschakeld.
• Alles opheffen: alle doorschakelfuncties
worden geannuleerd.
138
139
Instellingen
Instellingen
2. Selecteer met de toets Omhoog of Omlaag het
type oproep, spraak of data, en druk op de
functietoets Kies of op de middentoets.
De huidige instelling wordt getoond. Als de optie
al is ingesteld, verschijnt het nummer waarnaar
de oproepen worden doorgeschakeld.
3.
Gewenste actie
Werkwijze
Het doorschakelen
van oproepen
activeren
Druk op de functietoets
Activeren of op de
middentoets. Ga naar stap
4.
Het te bellen
nummer wijzigen
Druk op de functietoets
Opties of op de
middentoets en selecteer
Wijzigen. Ga naar stap 4.
Het doorschakelen
van oproepen
uitzetten
Druk op de functietoets
Opties of op de
middentoets en kies
Verwijderen.
4. Geef het nummer op waarnaar oproepen
moeten worden doorgeschakeld en druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
Als u een internationale toegangscode wilt
invoeren, drukt u op de toets 0 totdat de
aanduiding + verschijnt.
5. Als u in stap 1 Neemt niet op hebt
geselecteerd, selecteert u hoe lang wordt
gewacht totdat wordt doorgeschakeld en drukt u
op de functietoets Kies of op de middentoets.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
140
Blokkeren (menu 7.5.2)
Met deze netwerkdienst kunt u bepaalde
gesprekken blokkeren.
Zo stelt u de blokkeeropties in:
1. Selecteer met de toets Omhoog of Omlaag een
blokkeeroptie en druk op de functietoets Kies of
op de middentoets.
De volgende opties zijn beschikbaar:
• Alle uitgaande: u kunt zelf geen gesprekken
tot stand brengen.
• Internationaal: u kunt geen internationale
gesprekken tot stand brengen.
• Internationaal beh. thuisland: in het
buitenland kunt u alleen nummers bellen
binnen het land waar u bent en in uw eigen
land (het land waar uw provider is gevestigd).
• Alle inkomende: u kunt geen gesprekken
ontvangen.
• Inkomend in buitenland: u kunt geen
gesprekken ontvangen wanneer u de telefoon
buiten het servicegebied van uw eigen
provider gebruikt.
• Alles opheffen: alle blokkeerinstellingen
worden opgeheven. U kunt gewoon
gesprekken tot stand brengen en ontvangen.
• Blokkeerwachtwoord wijzigen: hiermee
kunt u het blokkeerwachtwoord dat u hebt
gekregen van uw provider instellen en
wijzigen.
2. Selecteer met de toets Omhoog of Omlaag het
type oproep (gesprek of data) en druk op de
functietoets Kies of op de middentoets.
141
Instellingen
3. Druk op de functietoets Activeren om de
opgegeven instellingen te bevestigen.
4. Geef het blokkeerwachtwoord op dat u hebt
gekregen van uw provider.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
U zet specifieke blokkeerinstellingen als volgt uit:
1. Selecteer de blokkeeroptie die u wilt uitzetten.
2. Selecteer het type oproep waarvoor deze optie
geldt.
3. Druk op de functietoets Uitzetten.
4. Geef het blokkeerwachtwoord op dat u hebt
gekregen van uw provider.
De telefoon stuurt uw instellingen naar uw
provider en bevestigt de ontvangst hiervan via
het display.
Wisselgesprek (menu 7.5.3)
Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer
iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek
bent.
U kunt afzonderlijke wisselgesprekopties opgeven
voor gesprekken (spraak) en/of dataoproepen:
U stelt wisselgesprekopties als volgt in:
1. Selecteer het soort oproepen, spraak of data,
waarvoor u de wisselgesprekoptie wilt
inschakelen door op de toets Omhoog of Omlaag
te drukken en druk vervolgens op de
functietoets Kies of op de middentoets.
142
Instellingen
Op het display wordt aangegeven of de optie
Wisselgesprek is geactiveerd.
2. U kunt de optie Wisselgesprek naar believen inen uitschakelen met de functietoetsen
Activeren en Uitzetten.
Door op de functietoets Einde te drukken gaat u
terug naar het vorige scherm.
Netwerk kiezen (menu 7.5.4)
Met de optie Netwerk kiezen kunt u automatisch of
handmatig het netwerk kiezen dat u wilt gebruiken
wanneer u zich buiten het dekkingsgebied van uw
provider bevindt.
Opmerking: u kunt alleen netwerken kiezen
waarmee uw provider een roamingcontract heeft
afgesloten.
U kunt als volgt aangeven dat het netwerk tijdens
roaming automatisch of handmatig wordt gekozen:
1. Druk op de toets Omhoog of Omlaag totdat de
gewenste optie is gemarkeerd en druk
vervolgens op de functietoets OK of op de
middentoets.
Als u Automatisch kiest, wordt u tijdens
roaming automatisch verbonden met het eerste
netwerk dat beschikbaar is.
Als u Handmatig kiest, gaat u naar stap 2.
2. Druk op de toets Omhoog of Omlaag totdat het
gewenste netwerk is gemarkeerd en druk
vervolgens op de functietoets OK of op de
middentoets.
De telefoon zoekt naar dat netwerk en er wordt
verbinding gemaakt.
143
Instellingen
Instellingen
Nummerweergave (menu 7.5.5)
Een gesloten gebruikersgroep activeren
U kunt voorkomen dat uw telefoonnummer wordt
weergegeven op de telefoon van degene die u belt.
U kunt de instellingen voor gebruikersgroepen
opgeven via het menu Gesloten
gebruikersgroep. U hebt de volgende opties tot
uw beschikking:
Opmerking: bij sommige providers kunt u deze
instellingen niet wijzigen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard: de standaardinstelling van de provider
wordt gebruikt.
Nummer verbergen: uw telefoonnummer wordt
niet weergegeven op de telefoon van degene die u
belt.
Nummer weergeven: uw telefoonnummer wordt
weergegeven op de telefoon van degene die u belt.
Gesloten gebruikersgroep (menu 7.5.6)
Met deze netwerkdienst kunt u inkomende en
uitgaande gesprekken beperken tot de
geselecteerde gebruikersgroep. U kunt maximaal
tien gebruikersgroepen maken.
Neem contact op met uw provider voor
gedetailleerde informatie over het maken en
gebruiken van gesloten gebruikersgroepen.
Voorbeeld: een bedrijf stelt SIM-kaarten ter
beschikking aan zijn medewerkers en
wil uitgaande gesprekken beperken tot
leden van hetzelfde team.
144
Indexlijst: hiermee kunt u indexnummers voor
gesloten gebruikersgroepen weergeven, toevoegen
of verwijderen. De huidige indexlijst verschijnt. U
kunt een nieuwe index toevoegen volgens de
instructies van uw provider of een groep
verwijderen.
Gewenste actie
Werkwijze
Door bestaande
indexnummers voor
gesloten
gebruikersgroepen
lopen
Druk op de toets
Omhoog of Omlaag.
Een nieuw
indexnummer voor een
gesloten
gebruikersgroep
toevoegen
Druk op de functietoets
Opties of op de
middentoets, selecteer
de optie Toevoegen en
geef het indexnummer
op.
Een indexnummer van
een gesloten
gebruikersgroep
wissen
Druk op de functietoets
Opties of op de
middentoets en selecteer
de optie Wissen.
Een indexnummer voor
een gesloten
gebruikersgroep
activeren
Druk op de functietoets
Opties of op de
middentoets en
selecteert de optie
Activeren.
145
Instellingen
Externe toegang: hiermee bepaalt u of
gesprekken met nummers buiten de
gebruikersgroep zijn toegestaan. De werking van
deze optie is afhankelijk van uw abonnement.
Informeer bij uw provider.
Standaardgroep: u kunt een standaardgroep
instellen bij uw provider. Als u dat hebt gedaan,
kunt u de optie Standaardgroep op de telefoon
activeren. Als u wilt bellen, kunt u de
standaardgebruikersgroep kiezen, zonder dat u een
groep in de lijst hoeft te selecteren.
Uitzetten: hiermee schakelt u de functie voor de
gesloten gebruikersgroep uit. Dit menu verschijnt
alleen als de standaardgroep is ingeschakeld of een
indexnummer van een gesloten gebruikersgroep is
geselecteerd.
Instellingen
Bandkeuze (menu 7.5.7)
U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en
gebeld te worden, als deze is aangemeld bij een van
de beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt
voor de volgende netwerktypen (banden):
• Combinatie van GSM 900/1800
• GSM 1900
Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is
afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt
aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat,
kan het zijn dat u op een andere band moet
overschakelen.
1. Druk op de toets Omhoog of Omlaag totdat de
gewenste optie is gemarkeerd en druk op de
functietoets OK of op de middentoets.
2. Wanneer de gewenste band op het display wordt
bevestigd, drukt u op de functietoets Ja of op de
middentoets.
Druk op de functietoets Nee om de selectie te
annuleren.
Wanneer u een andere band kiest, verschijnt er een
bevestigingsbericht op de telefoon en wordt
vervolgens automatisch gezocht naar alle
beschikbare netwerken. De telefoon wordt
aangemeld bij een voorkeursnetwerk op de gekozen
band.
146
147
Instellingen
Beveiliging
Instellingen
(menu 7.6)
Toestel blokkeren (menu 7.6.3)
Met de beveiligingsfunctie kunt u het gebruik van
de telefoon door andere beperken en bepaalde
soorten gesprekken beperken.
Als u de functie Toestel blokkeren inschakelt, moet
u na het aanzetten van de telefoon altijd een 4- tot
8-cijferig wachtwoord intoetsen.
Voor de beveiliging van de telefoon worden diverse
codes en wachtwoorden gebruikt. Deze worden in
de volgende paragrafen beschreven. Zie ook de
pagina's 166-169.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op ''00000000''. Zie het menu Wachtwoord
wijzigen (menu 7.6.4) voor informatie over het
wijzigen van het wachtwoord voor de telefoon.
PIN-controle (menu 7.6.1)
Als u deze functie inschakelt, moet u bij het
aanzetten van de telefoon altijd uw PIN-code
intoetsen. Hierdoor kunnen mensen die uw PINcode niet kennen, de telefoon alleen met uw
toestemming gebruiken.
Opmerking: voordat de PIN-controle kan worden
uitgeschakeld, moet u uw PIN-code invoeren.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: als u de telefoon aanzet, maakt deze
meteen verbinding met het netwerk.
Activeren: u moet de PIN-code intoetsen telkens
als u de telefoon aanzet.
PIN wijzigen (menu 7.6.2)
Na het invoeren van het wachtwoord kunt u de
telefoon gebruiken tot u deze uitzet.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Uitzetten: bij het aanzetten van de telefoon wordt
niet om het wachtwoord gevraagd.
Activeren: bij het aanzetten van de telefoon wordt
wel om het wachtwoord gevraagd.
Wachtwoord wijzigen (menu 7.6.4)
Met de functie Wachtwoord wijzigen kunt u het
wachtwoord van de telefoon wijzigen. U moet het
huidige wachtwoord invoeren voordat u een nieuw
wachtwoord kunt opgeven.
Het wachtwoord is in de fabriek standaard ingesteld
op ''00000000''. Als u een nieuw wachtwoord hebt
ingevoerd, moet u dit ter bevestiging nogmaals
intoetsen.
Met deze functie kunt u de huidige PIN-code
wijzigen. De PIN-controle moet hiervoor wel
ingeschakeld zijn. U moet de huidige PIN-code
invoeren voordat u een nieuwe kunt opgeven.
Wanneer u een nieuwe PIN-code hebt ingevoerd,
moet u deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
148
149
Instellingen
Instellingen
Privé (menu 7.6.5)
SIM blokkeren (menu 7.6.6)
In dit menu kunt u multimediamateriaal blokkeren,
zoals foto's, video's, spraakmemo's, afbeeldingen
en geluiden. Als u deze informatie hebt
geblokkeerd, kunt u alleen toegang krijgen tot de
bijbehorende menu's door het wachtwoord van de
telefoon op te geven.
Als deze functie is ingeschakeld, werkt de telefoon
alleen met de huidige SIM. U moet de
blokkeringscode voor de SIM invoeren als u een
andere SIM-kaart wilt gebruiken.
1. Gewenste actie
Ook als u de SIM-blokkering wilt opheffen, moet u
de blokkeringscode voor de SIM intoetsen.
Een te blokkeren
item selecteren
Een vinkje plaatsen
of verwijderen
Werkwijze
Druk op de toets
Omhoog of Omlaag. Als
u alle informatie wilt
blokkeren, selecteert u
Alles.
Druk op de
middentoets.
Als u deze code hebt ingevoerd, moet u deze ter
bevestiging nogmaals intoetsen.
FDN-modus (menu 7.6.7)
Als de SIM-kaart de FDN-modus (Fixed Dial
Number) ondersteunt, kunt u uw uitgaande
gesprekken beperken tot een bepaald aantal
nummers.
2. Als u de gemarkeerde items wil blokkeren, drukt
u op de functietoets OK.
De volgende opties zijn beschikbaar:
3. Als u wordt gevraagd om het wachtwoord, voert
u dit in en drukt u op de functietoets OK of op
de middentoets.
Activeren: u kunt alleen nummers bellen die in de
telefoonlijst zijn opgeslagen. U moet uw PIN2-code
invoeren.
Opmerking: het wachtwoord is in de fabriek
standaard ingesteld op ''00000000''. Zie
pagina 149 voor meer informatie over het wijzigen
van het wachtwoord.
Opmerking: niet alle SIM-kaarten hebben een PIN2code. Als de SIM-kaart deze code niet heeft, wordt dit
menu niet weergegeven.
150
Uitzetten: u kunt alle nummers bellen.
151
Instellingen
Instellingen
i-mode instelling
PIN2 wijzigen (menu 7.6.8)
Met deze optie kunt u uw PIN2-code wijzigen. U
moet de huidige PIN2-code invoeren voordat u een
nieuwe kunt opgeven.
Als u een nieuwe PIN2-code hebt ingevoerd, moet u
deze ter bevestiging nogmaals intoetsen.
Opmerking: niet alle SIM-kaarten hebben een PIN2code. Als de SIM-kaart deze code niet heeft, wordt dit
menu niet weergegeven.
Instellingen terugzetten
(menu 7.8)
In dit menu kunt u de instellingen voor de i-mode
configureren. Hiertoe moet u eerst het wachtwoord
voor de telefoon invoeren.
Opmerkingen:
• het profiel dat u als laatste hebt geopend, wordt
automatisch geactiveerd voor volgende i-modeverbindingen.
• het eerste profiel, de standaardinstelling, kan niet
worden bewerkt.
Voor elk profiel zijn de volgende opties beschikbaar.
(menu 7.7)
U kunt de standaardinstellingen van de telefoon
eenvoudig terugzetten.
Voer het 4- tot 8-cijferige wachtwoord van de
telefoon in en druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
Opmerking: het wachtwoord is in de fabriek
standaard ingesteld op ''00000000''. Zie pagina 149
voor meer informatie over het wijzigen van het
wachtwoord.
Profielnaam: hier kunt u een naam invoeren voor
het profiel.
Proxypoort: hier kunt u het poortnummer
invoeren van de proxyserver.
SSL-poort: hier kunt u het poortnummer invoeren
van de SSL-server.
Proxyhost: hier kunt u het IP-adres invoeren van
de proxyserver.
Portal-URL: hier kunt u het URL-adres invoeren
van de i-mode-server.
Geef adres in: hier kunt u het URL-adres invoeren
van de e-mailserver.
Geef adres in: hier kunt u het URL-adres invoeren
van de MMS-berichtenserver.
GPRS instelling: hier kunt u de instellingen
configureren die vereist zijn voor de GPRSverbindingen. De volgende opties zijn beschikbaar:
APN: hier kunt u de naam invoeren van het
toegangspunt dat wordt gebruikt voor het adres
van het GPRS-netwerk.
152
153
Instellingen
Gebr.ID: hier kunt u de gebruikers-ID invoeren die
vereist is om verbinding te maken met het GPRSnetwerk.
Wachtwoord: hier kunt u het wachtwoord invoeren
dat vereist is om verbinding te maken met het
GPRS-netwerk.
Camera
Met de cameramodule die is ingebouwd in de
telefoon kunt u waar u ook bent foto's maken van
mensen of gebeurtenissen. U kunt ook foto's naar
anderen sturen in een multimediabericht of een foto
instellen als achtergrond in het display.
U kunt de telefoon ook als camcorder gebruiken en
zo video-opnamen maken.
i-mode blokk.
(menu 7.9)
Via dit menu kunt u het menu i-mode blokkeren of
deblokkeren. Als het menu is geblokkeerd, hebt u
geen toegang tot de i-mode en kunt u niet via de imode e-mail- en MMS-berichten ontvangen.
1. Voer het 4- tot 8-cijferige wachtwoord van de
telefoon in en druk op de functietoets OK of op
de middentoets.
Opmerking: het wachtwoord is in de fabriek
standaard ingesteld op ''00000000''. Zie
pagina 149 voor meer informatie over het wijzigen
van het wachtwoord.
2. Selecteer AAN om het menu i-mode te
blokkeren.
Selecteer UIT om het menu weer te
deblokkeren.
3. Druk op de functietoets Kies of op de
middentoets.
Opmerking: u kunt het menu Camera snel openen
door in de standby-stand op de toets Omlaag te
drukken.
LET OP:
• Maak zonder toestemming geen foto's van personen.
• Maak geen foto's op plaatsen waar camera's niet zijn
toegestaan.
• Maak geen foto's op plaatsen waar u inbreuk zou
kunnen maken op de privacy van anderen.
Foto's maken
(menu 8.1)
Met de camera worden foto's gemaakt in JPEGindeling. Zowel met de telefoon geopend als
gesloten kunt u een foto maken. Als u een foto wilt
nemen terwijl de telefoon gesloten is, moet u eerst
het toetsenblok deblokkeren. Zie pagina 23.
Opmerking: als u in direct zonlicht of bij helder weer
een foto maakt, kunnen daarop onverwachte
schaduwen verschijnen.
1. Als u het menu Foto's maken opent, wordt de
camera ingeschakeld. U kunt ook in de standbystand de toets Omlaag ingedrukt houden.
De afbeelding die u wilt vastleggen, wordt op
het display weergegeven.
154
155
Camera
Camera
2. Door de camera te draaien terwijl u die op het
onderwerp richt, past u het beeld aan.
Wanneer u op de functietoets Opties drukt,
verschijnen de volgende cameraopties: Zie
pagina 157 voor meer informatie.
U kunt via het toetsenbord de
afbeeldingsinstellingen wijzigen of
overschakelen naar een andere stand. Zie
pagina 158 voor meer informatie.
3. Druk op de functietoets Opname of op de
middentoets om de foto te maken.
4. Druk op de functietoets Opslaan of op de
middentoets.
Druk op de functietoets Annuleren als u de foto
niet wilt opslaan en wilt terugkeren naar het
voorbeeld.
5. Vervang indien nodig de standaardnaam voor de
foto.
Zie pagina 37 voor meer informatie over het
invoeren van tekst.
6. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
Als u in de voorbeeldstand op de functietoets
Opties drukt, verschijnen verschillende opties.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Effecten: hiermee kunt u de kleurtoon wijzigen of
een speciaal effect op de foto toepassen.
Kaders: hiermee kunt u een decoratief kader
toevoegen. Selecteer een kader in de lijst met
behulp van de navigatietoetsen.
Multishot: hiermee kunt u een reeks stilstaande
beelden opnemen. Stel de opnamesnelheid in op
Hoog snelheid of Normale snelheid en stel het
aantal te maken foto's in. Als u op de functietoets
Opname of op de middentoets drukt, wordt een
reeks foto's gemaakt.
Als u de foto's hebt gemaakt, drukt u op de
functietoets All Opsl of op de middentoets om alle
foto's op te slaan of drukt u op de functietoets Kies
om de foto's te selecteren die u wilt opslaan,
waarna u op de functietoets Opslaan of op de
middentoets drukt.
Werkwijze
Rotatie: hiermee kunt u de foto verticaal
spiegelen, het spiegelbeeld bekijken of beide
tegelijkertijd doen.
De foto-opties
gebruiken
Druk op de functietoets
Opties. Zie pagina 159
voor meer informatie.
Zelfontspanner: hiermee kunt u een vertraging
instellen voordat een foto wordt genomen.
Selecteer de gewenste vertraging.
Terugkeren naar de
voorbeeldstand
Druk op de functietoets
Voorbeeld of op de
middentoets.
Fotoformaat: hiermee kunt u het formaat van de
foto selecteren.
7. Gewenste actie
156
De cameraopties gebruiken in de
voorbeeldstand
Fotokwaliteit: hiermee kunt u de kwaliteit voor de
foto selecteren.
157
Camera
Camera
De toetsen gebruiken in de voorbeeldstand
In de voorbeeldstand kunt u met de volgende
toetsen de camera-instellingen aanpassen.
Toets Functie
In- of uitzoomen.
In- of uitzoomen, waarbij de kadergrootte
wordt aangepast.
/
De helderheid van de afbeelding
aanpassen.
Het beeld verticaal spiegelen.
Het spiegelbeeld weergeven.
1
Overschakelen naar de
videovoorbeeldstand. Zie pagina 160.
2
Het beeldformaat wijzigen.
3
De beeldkwaliteit wijzigen.
4
Overschakelen naar de multishotstand.
5
De kleurtoon wijzigen of een speciaal effect
toepassen op de foto.
6
Witte lijnen van de foto verwijderen.
7
Een decoratief kader selecteren.
8
Een vertraging instellen voordat de foto
wordt gemaakt.
9
Naar het menu Mijn foto's gaan (menu
8.2). Zie pagina 159.
Mijn foto's
(menu 8.2)
Met dit menu kunt u uw foto's bekijken. Als u dit
menu opent, ziet u de foto's als miniaturen (kleine
afbeeldingen) op het display.
Blader door de foto's met de navigatietoetsen. Druk
op de functietoets Bekijken om de foto's in het
groot weer te geven. In deze stand kunt u door de
foto's heen lopen met de toetsen Links of Rechts.
Druk op de functietoets Multi om terug te gaan
naar de miniatuurstand.
Als u op de functietoets Opties of op de
middentoets drukt, verschijnen de volgende opties:
Verzenden: hiermee kunt u de foto naar anderen
verzenden in een e-mail- of MMS-bericht. Zie
pagina 104 en pagina 108 voor meer informatie.
Instellen als achtergrond: hiermee kunt u de
afbeelding instellen als achtergrond voor de
standby-stand.
Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat de
foto wordt gewist.
Wissen: hiermee kunt u de foto wissen.
Alles wissen: hiermee kunt u alle foto's
verwijderen.
Hernoemen: hiermee kunt u de naam van de foto
wijzigen.
Wijzigen: hiermee kunt u de kleurtoon van de foto
wijzigen of een speciaal effect op de foto toepassen.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van de
foto weer, zoals de bestandsnaam, de tijd en datum
waarop de foto is opgeslagen, het formaat, de
kwaliteit, de beveiligingsstatus en de
bestandsgrootte.
158
159
Camera
Video
Camera
(menu 8.3)
U kunt een video opnemen die momenteel wordt
weergegeven op het camerascherm en deze
opslaan als MPEG-bestand.
Opnemen (menu 8.3.1)
1. Pas het beeld aan door de camera terwijl deze is
ingeschakeld te draaien en op het onderwerp te
richten.
U kunt in de videovoorbeeldstand de volgende
toetsen gebruiken:
Toets Functie
Als de maximale opnametijd is verstreken,
wordt de opname automatisch gestopt.
4. Vervang indien nodig de standaardnaam voor de
video.
5. Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
Wanneer de video is opgeslagen, keert het
toestel terug naar de videovoorbeeldstand.
Videoclips (menu 8.3.2)
1
Overschakelen naar de voorbeeldstand.
Als u dit menu opent, verschijnen
miniatuurweergaven van de opgenomen videoclips.
9
Naar het menu Videoclips gaan
(menu 8.3.2). Zie pagina 161.
Een videoclip afspelen:
Het beeld verticaal spiegelen.
Het spiegelbeeld weergeven.
In- of uitzoomen.
In- of uitzoomen, waarbij de
kadergrootte wordt aangepast. U kunt
ook op de functietoets Klein of Groot
drukken.
/
De helderheid van het beeld
aanpassen.
2. Druk op de functietoets Opnemen of op de
middentoets om te beginnen met opnemen.
160
3. Druk zodra u klaar bent op de functietoets Stop
of op de middentoets.
1. Ga met de navigatietoetsen naar de video die u
wilt bekijken.
2. Druk op de functietoets Afsp. of op de
middentoets om de videoclip af te spelen.
3. Gewenste actie
Het afspelen
onderbreken
Werkwijze
Druk op de
functietoets Pauze of
op de middentoets.
Doorgaan met afspelen Druk op de
functietoets Afsp. of
op de middentoets.
Stoppen met afspelen
Druk op de toets C.
161
Camera
Als u op de functietoets Opties drukt in de lijst met
video's, verschijnen de volgende opties:
Hernoemen: hiermee wijzigt u de bestandsnaam.
Wissen: hiermee wist u het geselecteerde
videobestand.
Alles wissen: hiermee wist u alle videoclips.
Wisbeveiliging: hiermee kunt u voorkomen dat de
videoclip wordt gewist.
Details: hiermee geeft u de eigenschappen van het
videobestand weer, zoals de bestandsnaam, de tijd
en datum waarop het bestand is opgeslagen, het
formaat, de beveiligingsstatus en de
bestandsgrootte.
Geheugenstatus
Problemen oplossen
Als u problemen ondervindt met de telefoon, kunt u
het beste de volgende eenvoudige controles
uitvoeren voordat u contact opneemt met een
deskundige technicus. Daarmee kunt u zich de tijd
en kosten van een onnodig telefoongesprek
besparen.
Als u de telefoon aanzet, kunnen de
volgende berichten worden
weergegeven:
Plaats SIM-kaart
• Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is
geplaatst.
Tst. geblokkeerd Geef wachtwoord in
(menu 8.4)
In dit menu kunt u het totale geheugen en de
hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen bekijken
voor foto's en video's samen.
• De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld.
U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven
voordat u de telefoon kunt gebruiken.
Geef PIN in
• U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de
PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)
invoeren die u bij de SIM-kaart hebt gekregen.
• De functie PIN-controle is ingeschakeld. Telkens
wanneer u de telefoon inschakelt, moet u de PINcode invoeren. U kunt deze functie uitschakelen
met de menuoptie PIN-controle (menu 7.6.1).
Geef PUK in
• Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PINcode ingevoerd. Daarom is de telefoon nu
geblokkeerd. Toets de PUK-code in die u van uw
provider hebt gekregen.
162
163
Problemen oplossen
Problemen oplossen
"Geen netwerk", "Netwerkfout" of "Niet
uitgevoerd"
• De verbinding met het netwerk is verbroken. Het
kan zijn dat het signaal te zwak is waar u zich
bevindt (bijvoorbeeld wanneer u door een tunnel
rijdt of omringd wordt door hoge gebouwen).
Probeer het opnieuw vanaf een andere locatie.
• U probeert een functie te gebruiken waarvoor u
geen abonnement hebt bij uw provider. Neem
voor meer informatie contact op met uw provider.
U hebt een nummer ingetoetst, maar het
is niet gekozen.
• Hebt u op de toets
• De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de
batterij op.
De geluidskwaliteit van de oproep is slecht
• Controleer de signaalsterkte-indicator op het
display (
): hoe meer staafjes er worden
weergegeven, des te sterker het signaal is (van
sterk (
) tot zwak ( ).
• Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een
gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast.
gedrukt?
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien hebt u uitgaande oproepen
geblokkeerd.
Iemand probeert u tevergeefs te bellen
• Staat uw telefoon aan (hebt u de toets
langer dan één seconde ingedrukt gehouden)?
• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?
• Misschien hebt u inkomende oproepen
geblokkeerd.
Uw gesprekspartner hoort u niet
• Is de microfoon wel ingeschakeld?
• Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond?
De microfoon bevindt zich aan de onderzijde van
de telefoon.
164
De telefoon begint te piepen en het
bericht "**Waarschuwing** batterij is
bijna leeg" knippert op het display
Wanneer u een nummer uit de
telefoonlijst kiest, wordt er geen nummer
gebeld
• Controleer met behulp van de zoekfunctie of het
nummer op de juiste wijze is opgeslagen.
• Sla het nummer zo nodig opnieuw op.
Mocht u het probleem aan de hand van de
bovenstaande richtlijnen niet kunnen oplossen,
dan kunt u contact opnemen met uw leverancier
of de klantenservice van Samsung. Zorgt u ervoor
dat u de volgende gegevens bij de hand hebt:
• het typenummer en het serienummer van de
telefoon;
• uw garantie-informatie;
• een duidelijke beschrijving van het probleem.
Neem vervolgens contact op met uw leverancier
of de klantenservice van Samsung.
165
Toegangscodes
Toegangscodes
De telefoon en de SIM-kaart zijn met diverse
toegangscodes beveiligd tegen ongeoorloofd
gebruik.
Wanneer op de telefoon om een van de
onderstaande codes wordt gevraagd, toetst u de
juiste code in (op het display verschijnen sterretjes)
en drukt u op de functietoets OK of op de
middentoets. Als u daarbij een fout maakt, drukt u
een of meer keren op de toets C totdat het onjuiste
teken is gewist en gaat u verder met het intoetsen
van de code.
U kunt alle toegangscodes, met uitzondering van
PUK en PUK2, wijzigen met de menuoptie
Beveiliging (menu 7.6). Zie pagina 148 voor
meer informatie.
Belangrijk: gebruik geen toegangscodes die op
alarmnummers lijken, zoals 112. U
kunt anders onbedoeld een
alarmnummer bellen.
Telefoonwachtwoord
Bij de blokkeerfunctie wordt een wachtwoord
gebruikt om de telefoon te beschermen tegen
ongeoorloofd gebruik. Het telefoonwachtwoord is in
de fabriek ingesteld op "00000000".
Gewenste actie
Zie
De blokkeerfunctie in- of pagina 149
uitschakelen
(menu 7.6.3).
Het telefoonwachtwoord
wijzigen
166
pagina 149
(menu 7.6.4).
PIN-code
De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer)
heeft een lengte van 4 tot 8 cijfers en beschermt de
SIM-kaart tegen ongeoorloofd gebruik. De code
wordt gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd.
Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code
opgeeft, wordt de code uitgeschakeld en kunt u de
telefoon pas weer gebruiken wanneer u de PUKcode hebt ingetoetst (zie hierna).
Gewenste actie
Zie
De PIN-controle in- of
uitschakelen
pagina 148
(menu 7.6.1).
De PIN-code wijzigen
pagina 148
(menu 7.6.2).
PUK
Door de PUK-code (PIN Unblocking Key) van 8
cijfers in te toetsen kunt u de telefoon weer
bruikbaar maken nadat de PIN-code is geblokkeerd.
In het algemeen wordt de PUK-code geleverd bij de
SIM-kaart. Als dat niet het geval is of als u de code
niet meer hebt, neemt u contact op met uw
provider.
U ontgrendelt de PIN-code als volgt:
1. Voer de PUK-code in en druk op de functietoets
OK of op de middentoets.
2. Verzin een nieuwe PIN-code en voer deze in.
Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
167
Toegangscodes
3. Wanneer het bericht Nieuwe PIN bevestigen
wordt weergegeven, voert u dezelfde code
nogmaals in en drukt u op de functietoets OK of
op de middentoets.
Als u tienmaal een onjuiste PUK-code intoetst,
wordt de SIM-kaart onbruikbaar. In dat geval moet
u bij uw provider een nieuwe kaart bestellen.
Toegangscodes
PUK2
Met de PUK2-code (PIN Unblocking Key 2) van 8
cijfers, die bij sommige SIM-kaarten wordt
geleverd, kunt u een geblokkeerde PIN2-code
wijzigen. Als u deze code kwijtraakt, neemt u
contact op met uw provider.
U ontgrendelt de PIN2-code als volgt:
PIN2
1. Toets de PUK2-code in en druk op de
functietoets OK.
De PIN2-code (4 tot 8 cijfers) die bij sommige SIMkaarten wordt geleverd, is nodig als u bepaalde
functies wilt gebruiken, bijvoorbeeld als u de
maximale kosten per gesprek wilt instellen. Deze
functies zijn alleen beschikbaar als deze door de
SIM-kaart worden ondersteund.
2. Verzin een nieuwe PIN2-code en voer deze in.
Druk op de functietoets OK of op de
middentoets.
Als u driemaal achter elkaar een onjuiste PIN2-code
opgeeft, wordt de code uitgeschakeld en kunt u de
functies pas weer gebruiken wanneer u de PUK2code hebt ingetoetst.
Zie pagina 152 (menu 7.6.8) voor informatie over
het wijzigen van de PIN2-code.
3. Wanneer het bericht Nieuwe PIN2 bevestigen
wordt weergegeven, voert u dezelfde code
nogmaals in en drukt u op de functietoets OK of
op de middentoets.
Als u tienmaal achter elkaar een onjuiste PUK2code intoetst, kunt u de bijbehorende functies niet
meer gebruiken. In dat geval moet u bij uw
provider een nieuwe kaart bestellen.
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord van vier cijfers is nodig
wanneer u de functie Oproepen blokkeren wilt
gebruiken. U krijgt dit wachtwoord van uw provider
wanneer u zich op deze functie abonneert.
U kunt dit wachtwoord wijzigen in het menu
Blokkeren (menu 7.5.2). Zie pagina 141 voor
meer informatie.
168
169
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met
betrekking tot
gezondheid en
veiligheid
SAR-certificeringsinformatie
Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de
Europese Unie (EU) met betrekking tot blootstelling
aan radiogolven.
De mobiele telefoon zendt en ontvangt
radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en
gefabriceerd dat de limieten die door de EU zijn
vastgesteld voor blootstelling aan radiogolven, niet
worden overschreven. Deze limieten maken deel uit
van uitgebreide richtlijnen en geven aan welke
niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie)
zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de
volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld
door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties
op basis van periodiek uitgevoerd en grondig
geëvalueerd wetenschappelijk onderzoek.
De vastgestelde limieten kennen een aanzienlijke
veiligheidsmarge om de veiligheid van iedereen,
ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand, te
kunnen garanderen.
De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt
uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate).
De door de EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.*
De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was
0.771 W/kg.
* De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik
is 2,0 watt/kilo (W/kg) als gemiddelde per tien gram
lichaamsweefsel. In deze limiet is als extra zekerheid een
aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd waarbij ook
rekening is gehouden met eventuele meetafwijkingen. SARwaarden kunnen variëren, afhankelijk van de nationale
rapportagevereisten en de netwerkband.
170
De SAR-tests worden uitgevoerd onder normale
gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met
maximale signaalsterkte op alle geteste
frequentiebanden uitzendt. Hoewel de SAR-waarde
is vastgesteld op basis van de maximale
signaalsterkte, kan het feitelijke SAR-niveau bij
gebruik van de telefoon ver onder deze norm
liggen. De telefoon werkt namelijk met
verschillende signaalsterkten en gebruikt nooit
meer dan de sterkte die nodig is om het netwerk te
kunnen bereiken. Over het algemeen geldt dat hoe
dichter u in de buurt van een basisstation bent, hoe
lager de signaalsterkte van de telefoon is.
Voordat een nieuw type telefoon mag worden
verkocht, moet worden aangetoond dat de telefoon
voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn. Een van
de belangrijkste voorwaarden die in deze richtlijn
worden gesteld, is de bescherming van de
gezondheid en veiligheid van de gebruiker en alle
andere personen.
Voorschriften voor het gebruik van
batterijen
• Gebruik nooit batterijen of opladers die
beschadigd zijn.
• Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven
manier.
• Als u de telefoon dicht bij het basisstation van
een netwerk gebruikt, wordt er minder stroom
verbruikt. De standby- en beltijd is sterk
afhankelijk van de signaalsterkte van het mobiele
netwerk en van de parameters die door de
provider zijn ingesteld.
171
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
• De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de
resterende batterijlading en het gebruikte type
batterij en oplader. De batterij kan honderden
keren worden opgeladen en ontladen, maar na
verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij
achteruit. Als de gebruikstijd (standby- en
beltijd) steeds korter wordt, is het tijd om een
nieuwe batterij te kopen.
• Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan
kortsluiting ontstaan wanneer een metalen
voorwerp, zoals een muntstuk, paperclip of pen,
ervoor zorgt dat de + en – polen van de batterij
(de metalen strips op de batterij) direct contact
maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u
een reservebatterij in uw jaszak of tas bewaart.
Door kortsluiting kan de batterij (maar ook het
voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt)
beschadigd raken.
• Een volledig opgeladen batterij die niet wordt
gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch
ontladen.
• Gebruik alleen batterijen en opladers die door
Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet
gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact
halen. Sluit de batterij niet langer dan een week
op een oplader aan. Een batterij die wordt
overladen, gaat minder lang mee.
• Extreem hoge en lage temperaturen hebben
invloed op de laadcapaciteit van de batterij.
Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten
afkoelen of opwarmen.
• Leg de batterij niet in een zeer warme of koude
ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem
zomer- of winterweer, om te voorkomen dat de
capaciteit en levensduur van de batterij
verminderen. Probeer de batterij altijd op
kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat
een telefoon met een zeer warme of koude
batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij
volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken
met name niet goed bij temperaturen onder de
0 °C (32 °F).
172
• Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor
batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en
gooi ze niet in het vuur.
Verkeersveiligheid
Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid
om bijna overal en altijd mondeling te
communiceren. Dit grote voordeel brengt echter
ook een belangrijke verantwoordelijkheid met zich
mee, een verantwoordelijkheid die iedereen moet
nemen.
Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw
eerste verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree
bellen tijdens het autorijden is dan ook in veel
landen verboden. Houd u aan de speciale
voorschriften die gelden in het betreffende gebied
of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden
wilt gebruiken.
173
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Gebruiksomgeving
Elektronische apparatuur
Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel
de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de
telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen
kan opleveren.
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter
apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de
radiosignalen van uw mobiele telefoon.
Neem in dergelijke gevallen contact op met de
fabrikant voor een andere oplossing.
Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op
een ander apparaat wilt aansluiten, moet u de
veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij
dat apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele
producten.
Evenals voor andere mobiele apparaten die
radiosignalen uitzenden, geldt dat u deze telefoon
voor een juiste werking en voor uw persoonlijke
veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken
(tegen uw oor, waarbij de antenne over uw
schouder wijst).
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen
een mobiele telefoon en een pacemaker een
afstand van minimaal 15 cm aan te houden om
storingen in de pacemaker te voorkomen.
Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk
onderzoek en aanbevelingen van Wireless
Technology Research.
Personen met een pacemaker:
• moeten de telefoon, als deze aan staat, altijd
minimaal 15 cm van hun pacemaker vandaan
houden.
• mogen de telefoon niet in hun borstzakje dragen.
• moeten de telefoon bij het oor houden dat het
verst van de pacemaker vandaan zit om de kans
op storingen zo veel mogelijk te beperken.
Als u ook maar een vermoeden hebt dat er
storingen optreden, moet u de telefoon onmiddellijk
uitzetten.
174
175
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Gehoorapparaten
Omgevingen met explosiegevaar
Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken
storingen in bepaalde gehoorapparaten.
Als dit gebeurt, adviseren wij u contact op te nemen
met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een
andere oplossing.
Andere medische apparaten
Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel
gebruikt, neemt u contact op met de fabrikant van
dat apparaat om na te gaan of het afdoende
afgeschermd is tegen externe radiosignalen. U kunt
ook uw huisarts of specialist om advies vragen.
Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het
gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan.
In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt
vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen
externe radiosignalen.
Voertuigen
Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist
geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde
elektronische systemen in motorvoertuigen.
Neem hierover contact op met de fabrikant of
dealer van uw auto.
Schakel de telefoon uit in een omgeving met
explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en
instructies. Vonken kunnen in een dergelijke
omgeving een explosie of brand veroorzaken met
lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg.
Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen
bij een tankstation. Houd u aan de voorschriften
met betrekking tot het gebruik van radioapparatuur
in brandstofdepots (zowel voor opslag als
distributie), chemische fabrieken en plaatsen waar
met explosieven wordt gewerkt.
Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er
explosiegevaar is in een bepaalde omgeving.
Denk bijvoorbeeld aan het benedendek van een
schip, op- en overslaglocaties voor chemicaliën,
voertuigen die op LPG rijden, omgevingen waar
chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten,
zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en elk
ander gebied waar u normaal gesproken de motor
van uw voertuig moet uitzetten.
Neem ook contact op met de fabrikant van de
apparatuur die in uw auto is geïnstalleerd.
Verbod op mobiel bellen
Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is
aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons
niet toegestaan is.
176
177
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Alarmnummer bellen
Overige belangrijke
veiligheidsinformatie
Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze
telefoon gebruik van radiosignalen, mobiele en
vaste netwerken en door de gebruiker ingestelde
functies. Het is dan ook niet vanzelfsprekend dat u
onder alle omstandigheden verbinding kunt krijgen.
Vertrouw daarom voor essentiële communicatie,
zoals voor medische noodgevallen, nooit alleen op
uw mobiele telefoon.
U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon
is ingeschakeld en u zich in een servicegebied met
voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat
het bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele
netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer
bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn
ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider.
Zo belt u een alarmnummer:
1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is.
2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander
officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen
per land verschillen.
3. Druk op de toets
.
Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het
blokkeren van gesprekken, moet u deze functies
misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer
kunt bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of
neem contact op met uw provider.
Als u het alarmnummer belt, zorg er dan voor dat u
alle benodigde informatie zo precies mogelijk
doorgeeft. Bedenk dat uw telefoon op dat moment
wellicht het enige beschikbare communicatiemiddel
is. Verbreek de verbinding pas als u daartoe
opdracht hebt gekregen.
178
• Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde
technici repareren of in een voertuig installeren.
Onjuiste installatie of reparatie kan gevaar
opleveren en kan ertoe leiden dat de garantie op
de telefoon komt te vervallen.
• Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in
uw auto goed is gemonteerd en naar behoren
werkt.
• Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en
gassen en explosief materiaal niet in dezelfde
ruimte als de telefoon of de onderdelen of
accessoires van de telefoon.
• Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er
rekening mee houden dat deze met flink veel
kracht wordt opgeblazen. Plaats geen
voorwerpen, dus ook niet de gemonteerde of
draagbare telefoonapparatuur, in de ruimte rond
de airbag of daar waar de airbag zal uitklappen.
Als draadloze apparatuur niet op de juiste manier
is geïnstalleerd, kan het opblazen van de airbag
ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
• Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig
stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in
een vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing
van het vliegtuig en is daarom verboden.
• Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan
u het gebruik van mobiele diensten tijdelijk of
permanent worden ontzegd en kunt u
strafrechtelijk worden vervolgd.
179
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid
Behandeling en onderhoud
• Maak de telefoon niet schoon met bijtende
schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen
een zachte doek gedrenkt in een sopje van water
en zachte zeep.
De telefoon is een klasseproduct dat met
vakmanschap is gemaakt en moet voorzichtig
worden behandeld. Als u de volgende suggesties
opvolgt, wordt er aan de garantievoorwaarden
voldaan en kunt u vele jaren plezier hebben van dit
product.
• Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen
en accessoires buiten het bereik van kleine
kinderen.
• Houd de telefoon droog. Regen, vocht en
vloeistoffen bevatten mineralen die de elektronica
aantasten.
• Raak de telefoon niet met natte handen aan.
Hierdoor kunt u namelijk een elektrische schok
krijgen. Ook kan de telefoon beschadigd raken.
• Gebruik of bewaar de telefoon niet in een
stoffige, vieze ruimte, aangezien de bewegende
onderdelen dan beschadigd kunnen raken.
• Bewaar de telefoon niet in een extreem warme
ruimte. Door de hoge temperatuur gaan
elektronische apparaten minder lang mee,
kunnen batterijen beschadigd raken en kan het
plastic kromtrekken of smelten.
• Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de
bewegende onderdelen van het apparaat verstopt
raken waardoor de telefoon niet meer goed
werkt.
• Leg de telefoon niet in of op
verwarmingsapparaten, zoals een magnetron,
fornuis of radiator. De telefoon kan oververhit
raken en ontploffen.
• Gebruik alleen de meegeleverde of een andere
goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde
antennes of aangepaste accessoires kunnen de
telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de
telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke
bepalingen omtrent radioapparatuur.
• Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van
de accessoires niet goed werkt, gaat u ermee
naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde
servicecentrum. Daar zal men u van advies
dienen en indien nodig voor reparatie zorgen.
• Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij
verplaatsing naar een warmere omgeving kan
zich condens in de telefoon vormen, waardoor de
elektronische componenten van de telefoon
beschadigd kunnen raken.
• Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens
tegen aan stoot. Als u ruw met de telefoon
omgaat, kunnen de interne onderdelen breken.
180
181
Verklarende woordenlijst
Verklarende
woordenlijst
In dit gedeelte worden de voornaamste technische
termen en afkortingen uitgelegd die in deze
handleiding worden gebruikt. Op die manier kunt u
optimaal gebruikmaken van de mogelijkheden van
uw mobiele telefoon.
Functietoetsen
De twee toetsen
De werking ervan:
en
op de telefoon.
• is afhankelijk van de functie die u op dat moment
gebruikt.
• wordt aangegeven op de onderste regel van het
display, vlak boven de toets in kwestie.
Blokkeren
GPRS (General Packet Radio Service)
De mogelijkheid uitgaande en inkomende oproepen te
blokkeren.
Een nieuwe dienst die het mogelijk maakt gegevens
te verzenden en ontvangen via een netwerk voor
mobiele telefonie. Dankzij GPRS kunnen gebruikers
van mobiele telefoons en computers profiteren van
een continue verbinding met het internet. GPRS is
gebaseerd op het GSM-netwerk (Global System for
Mobile Communication) voor mobiele telefonie en
SMS (Short Message Service).
Doorschakelen
De mogelijkheid oproepen door te schakelen naar een
ander nummer.
Dual Band
De mogelijkheid om te werken met zowel DCSnetwerken (1800 MHz) als GSM-netwerken
(900 MHz). De telefoon gebruikt automatisch het
netwerk met het sterkste signaal en schakelt zelfs
tijdens een gesprek naar een ander netwerk van
dezelfde provider.
EMS (Enhanced Message Service)
Een aanpassing van SMS (Short Message Service) die
gebruikers in staat stelt beltonen en providerlogo's en
combinaties van eenvoudige media tussen EMScompatibele telefoons te verzenden en te ontvangen.
Aangezien EMS is gebaseerd op SMS, kan het op
dezelfde manier gebruikmaken van SMS-centrales als
SMS. EMS werkt op alle GSM-netwerken
(Global System for Mobile Communications). Via EMS
kunt u tekst, muziek, foto's, geluiden en animaties
verzenden en berichten op mobiele toestellen met
hun beperkte displaymogelijkheden zo iets extra's
geven.
182
GSM (Global System for Mobile Communication)
Een internationale standaard voor mobiele
communicatie die garant staat voor de compatibiliteit
van de verschillende netwerkoperators. GSM wordt
gebruikt in de meeste Europese landen en daarbuiten.
i-mode
De mobiele internetservice van NTT DoCoMo, waarbij
gebruik wordt gemaakt van een compacte HTML-taal
(c-HTML). Bij i-mode wordt gebruikgemaakt van een
overlay packet-netwerk voor directe communicatie
met de provider van de webinhoud. In de i-mode
kunnen veelkleurige afbeeldingen worden
weergegeven. Navigatie via hyperlinks wordt
ondersteund. Bij i-mode wordt de hoeveelheid
gegevens in rekening gebracht, niet de minuten.
Gebruikers kunnen de internetverbinding kosteloos
open houden tot er gegevens worden verzonden of
ontvangen.
183
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
In de wacht zetten
Multiparty (telefonisch vergaderen)
De mogelijkheid het ene telefoongesprek tijdelijk te
onderbreken om een ander gesprek aan te nemen, en
zo nodig te wisselen tussen de twee.
De mogelijkheid een telefonische vergadering op te
zetten met een maximum van zes deelnemers.
Java
Een programmeertaal waarmee toepassingen kunnen
worden geschreven die ongewijzigd op alle soorten
hardwareplatforms kunnen worden uitgevoerd. Deze
wordt met name gebruikt voor webtoepassingen,
zowel op openbare websites als op intranetten. Als
een Java-programma wordt uitgevoerd vanaf een
webpagina, wordt het een Java-applet genoemd.
Wanneer het wordt uitgevoerd op een mobiele
telefoon, wordt het een MIDlet genoemd.
Klepje actief
De mogelijkheid een oproep te beantwoorden door
het klepje van de telefoon te openen.
MMS (Multimedia Message Service)
Een berichtendienst voor de mobiele telefoon,
gestandaardiseerd door het WAP Forum en 3GPP (3rd
Generation Partnership Program). Voor gebruikers
van mobiele telefoons lijkt MMS veel op SMS (Short
Message Service): het zorgt ervoor dat door de
gebruiker geschreven berichten automatisch en
onmiddellijk worden afgeleverd op andere telefoons.
Voor het adresseren van berichten die tussen
telefoons worden uitgewisseld, worden voornamelijk
telefoonnummers gebruikt. MMS biedt daarnaast
ondersteuning voor het gebruik van e-mailadressen.
U kunt berichten dus ook versturen via e-mail.
MMS-berichten kunnen naast tekst (zoals bij SMS)
ook afbeeldingen, spraak en audiofragmenten
bevatten en zelfs videoclips en presentaties.
184
Nummerweergave
(Caller Line Identification Services)
Diensten die abonnees in staat stellen
telefoonnummers van bellers weer te geven of de
weergave van hun eigen telefoonnummer op het
toestel van anderen te onderdrukken.
PIN (Persoonlijk IdentificatieNummer)
De beveiligingscode die de telefoon beveiligt tegen
gebruik door onbevoegden. De PIN-code is vier tot
acht cijfers lang en wordt door de provider verstrekt
bij de SIM-kaart. U kunt deze code wijzigen.
Proxyserver
Een proxyserver bevindt zich tussen een webclient,
zoals een webbrowser, en een echte webserver en
fungeert als tussenstap tussen deze twee.
Wanneer een gebruiker een website wil bekijken,
wordt niet rechtstreeks verbinding gemaakt tussen de
browser en de webserver. Het verzoek van de browser
gaat naar een proxyserver en de proxyserver doet het
verzoek bij de webserver.
Met een proxyserver kunnen de prestaties voor
groepen gebruikers worden verbeterd, omdat de
resultaten van alle verzoeken gedurende een
bepaalde periode worden opgeslagen. Als een
gebruiker een webpagina opvraagt die al voor een
andere gebruiker is geladen, wordt de pagina
opnieuw geladen. Het verzoek wordt niet opnieuw
doorgestuurd naar de webserver, omdat dit een
tijdrovende bewerking kan zijn.
185
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
PUK (PIN Unblocking Key)
Unicode-codering
De beveiligingscode waarmee u de telefoon kunt
ontgrendelen wanneer driemaal achter elkaar een
onjuiste PIN-code is ingevoerd. Deze code bestaat uit
acht cijfers en wordt door de provider bij de
SIM-kaart verstrekt.
Dit is een coderingssysteem voor lettertekens dat is
ontworpen om een wereldwijde uitwisseling,
verwerking en weergave mogelijk te maken voor
geschreven tekst in verschillende talen en op basis
van verschillende technieken. Unicode zorgt ervoor
dat gegevens kunnen worden uitgewisseld tussen
verschillende platforms, zonder dat de gegevens
daarbij beschadigd worden. Dit is met name
belangrijk als u een taal gebruikt met een ander
alfabet. In de volgende tabel ziet u de belangrijkste
tekens waarvoor Unicode-ondersteuning nodig is:
Roaming
Gebruik van uw telefoon buiten het gebied van uw
provider (bijvoorbeeld in het buitenland).
SDN (Service Dialling Numbers)
Telefoonnummers die uw provider heeft verstrekt en
die toegang geven tot bepaalde netwerkdiensten
zoals voicemail, telefonische inlichtingen,
klantenondersteuning en alarmdiensten.
SIM (Subscriber Identification Module)
Een kaart met een chip waarop zich alle gegevens
bevinden die nodig zijn om de telefoon te kunnen
gebruiken (van netwerk- en geheugengegevens tot
persoonlijke gegevens van de abonnee).
De SIM-kaart past in een kleine sleuf onder de
batterij aan de achterzijde van de telefoon.
SMS (Short Message Service)
Een netwerkdienst voor het verzenden en ontvangen
van tekstberichten tussen mobiele telefoons.
U kunt berichten schrijven, weergeven, ontvangen,
bewerken en verzenden.
Telefoonwachtwoord
De beveiligingscode waarmee u de telefoon kunt
ontgrendelen wanneer de blokkeeroptie wordt
ingeschakeld telkens wanneer u de telefoon aanzet.
U kunt het type tekencodering van de telefoon
wijzigen met behulp van het menu Tekenset.
Let op: als u tekst met Unicode-tekens invoert, is het
maximale aantal tekens van een bericht ongeveer
twee keer zo klein als normaal.
Voicemail
Een netwerkdienst die er automatisch voor zorgt dat
oproepen worden ontvangen wanneer u niet aan de
telefoon kunt komen. Eerst wordt er een
welkomsttekst afgespeeld (die u eventueel zelf kunt
inspreken) en vervolgens kan de beller een
boodschap inspreken die wordt opgenomen.
Wisselgesprek
186
U krijgt bericht van een inkomend gesprek wanneer u
in gesprek bent.
187
Index
Index
A
Aan- en uitzetten
microfoon • 46
telefoon • 22
ABC-stand, tekstinvoer • 39
Actielijst • 80
Adapter • 20
Afbeeldingen, gedownload •
125
Agenda • 80
Alarm • 75
Alarm tijdens oproep • 137
Alarmnummer bellen • 178
Amusement • 124
Antwoord met elke toets •
131
B
Bandkeuze • 147
Batterij
indicator bijna leeg • 21
installeren • 19
opladen • 20
verwijderen • 18
Batterij bijna leeg, indicator •
21
Batterijen, voorschriften •
171
Beantwoorden
gesprek • 31
tweede gesprek • 49
Begroeting • 129
Belgroepen
wijzigen • 70
zoeken • 69
Belsignaal, type • 135
Beltoon • 134
Belvolume • 134
Berichten
begroeting • 129
e-mail • 104
info • 98
MMS • 108
tekst • 87
voicemail • 98
Berichtsignaal • 135
188
Beveiliging, oproepen • 148
Blokkeren
multimedia • 150
SIM-kaart • 151
telefoon • 149
Blokkeren, gesprekken • 141
C
Calculator • 82
Camera
foto's bekijken • 159
foto's maken • 155
opties • 157
videobeelden afspelen •
161
videobeelden opnemen •
160
Conference call • 50
D
Datum instellen • 128
Display
indeling • 14
instellingen • 132
symbolen • 15
verlichting • 17
Doorschakelen, gesprekken •
139
DTMF-tonen verzenden • 47
E
Eigen nummer • 74
e-mail • 104
EMS (Enhanced Message
Service) • 87
F
FDN-modus (Fixed Dial
Number) • 151
Foto's
maken • 155
wissen • 159
Fouttoon • 138
Functietoetsen • 35
G
J
Gebruikersgroep • 144
Geheugenstatus
camera • 162
e-mail/MMS • 117
gedownloade items •
126
spraakmemo's • 85
tekstberichten • 97
telefoonlijst • 73
Geluiden, gedownload • 124
Geluidsopties • 134
Gemiste oproepen • 32, 60
Gesloten gebruikersgroep •
144
Gesprekken
beantwoorden • 31
beëindigen • 25
blokkeren • 141
doorschakelen • 139
in de wacht zetten • 44
nummer herhalen • 25
weigeren • 31
wisselgesprek • 49, 142
zelf bellen • 24
Gesprekskosten • 64
Gesprektellers • 63
Java-toepassingen • 118
H
Namen
invoeren • 37
zoeken/bellen • 69
Netwerk kiezen • 143
Netwerkband selecteren •
147
Netwerkdiensten • 139
Notities
bekijken • 79
kopiëren • 79
schrijven • 77
wissen • 79
Nummer herhalen • 131
Nummers, telefoon
opslaan • 27, 67
zoeken/bellen • 69
Nummerweergave • 144
Herhalen
automatisch • 131
handmatig • 25
I
i-menu • 101
i-mode
blokkeren • 154
instelling • 153
toegang • 100
In de wacht zetten, gesprek •
44
Infoberichten • 98
Infraroodverbinding • 130
Internationale gesprekken •
24
K
Klep actief • 131
Kleptoon • 137
Kosten, gesprekken • 64
L
Laatste nummer herhalen •
25
Luidsprekervolume • 30
M
Menu's
lijst • 55
openen • 53
Minutenteller • 138
MMS (Multimedia Messages
Service)• 108
Multimediaberichten • 108
Multiparty-gesprekken • 50
N
189
Index
O
Ontvangen berichten
e-mail/MMS • 112
tekst • 88
Ontvangen oproepen • 61
Ontvangstbevestiging,
bericht • 96
Opladen, batterij • 20
Opnemen
spraakmemo's • 83
video's • 160
Oproepenlijst
gemist • 32, 60
ontvangen • 61
uitgaand • 61
Organizer • 75
P
PIN2
beschrijving • 168
wijzigen • 152
PIN-code
beschrijving • 167
wijzigen • 148
Postvak IN, berichten
e-mail/MMS • 112
tekst • 88
Postvak UIT, tekstberichten •
89
Privacy • 150
Problemen oplossen • 163
PUK • 167
PUK2 • 169
S
Schrijven, berichten
e-mail • 104
MMS • 108
tekst • 91
SDN (Service Dialling
Numbers) • 74
SIM-kaart
blokkeren • 151
installeren • 18
SMS (Short Message Service)
postvak IN • 88
postvak UIT • 89
190
Index
Spraakmemo's
afspelen • 84
opnemen • 83
wissen • 85
Standaardberichten, tekst •
94
Standby-lampje • 133
Stille stand • 34
Symbolen, beschrijving • 15
T
T9-stand, tekstinvoer • 42
Taal selecteren • 129
Taken, actielijst
maken • 80
wijzigen • 80
wissen • 81
Tekens invoeren • 37
Tekst invoeren • 37
Tekstbericht
instelling • 95
lezen • 88, 89
maken/verzenden • 91
wissen • 88, 90
Tekstinvoerstand • 38
Telefoon
aan- en uitzetten • 22
blokkeren • 149
display • 14
instellingen terugzetten •
152
onderdelen • 11
symbolen • 15
toetsen • 12
uitpakken • 7
wachtwoord • 149, 166
Telefoonlijst
bekijken • 159
kopiëren • 67
opslaan • 27, 67
opties • 66
verkort kiezen • 71
wijzigen • 66
wissen • 67, 72
zoeken/bellen • 69
Terugbellen, bericht • 88
Terugzetten,
telefooninstellingen •
152
Tijd instellen • 127
Tijdnotatie • 128
Toegangscodes • 166
Toepassingen, gedownload •
118, 124
Toetsen
beschrijving • 12
plaats • 11
Toetstonen
selecteren • 135
verzenden • 47
Toetsvolume • 30
Toon
beltoon • 134
bericht • 135
fouttoon • 138
in-/uitschakelen • 137
klep • 137
minutenteller • 138
toetsen • 135
verbinding • 138
Toon bij in-/uitschakelen •
137
Trillen • 135
Type belsignaal • 135
U
Uitgaande gesprekken • 61
Uitzetten
alle geluiden • 34
microfoon • 46
toetstonen • 47
Verzonden berichten
e-mail/MMS • 114
tekst • 89
Video's
afspelen • 161
opnemen • 160
wissen • 162
Voicemail • 98
Voicemailserver • 98
Volume aanpassen
beltoon • 134
luidspreker • 30
toetstonen • 30
W
Wachtwoord
blokkeren • 142, 169
telefoon • 149, 166
Wekker • 75
Wereldtijd • 128
Wisselgesprek • 49, 142
Wissen
foto's • 159
notities • 79
oproepenlijst • 60
spraakmemo's • 85
taken • 81
tekstberichten • 88, 90
telefoonlijst • 66, 72
video's • 162
Z
Zoeken, telefoonlijst • 69
V
Valuta's omrekenen • 86
Veiligheid
informatie • 170
voorschriften • 7
Verbindingstoon • 138
Verkort kiezen • 71
Verlichting
beschrijving • 17
tijd instellen • 133
191
192
193
➄ Druk op functietoets
Kies.
➃ Loop met de toets
Omhoog en Omlaag
door de lijst met opties
tot de gewenste optie is
geselecteerd.
➂ Druk op de middentoets.
➁ Loop met de
navigatietoetsen door de
lijst met menu's tot u
het gezochte menu ziet.
➀ Druk op de middentoets
om naar de menustand
te gaan.
Met de twee functietoetsen (
en
)
kunt u de actie uitvoeren die erboven, op
de onderste regel van het display, wordt
aangegeven.
Menuopties
weergeven
Druk kort op de toets
Een gesprek
beëindigen
.
Druk op de toets of aan
de linkerkant van de telefoon.
Een oproep
Open de telefoon
beantwoorden of
Druk op de toets
Het volume
aanpassen
.
➀ Open de telefoon en druk
op de functietoets
Bekijken.
➁ Loop met de toets Omhoog
en Omlaag door de lijst
met gemiste oproepen.
➂ Druk op de toets
om de
oproep te beantwoorden.
➀ Toets het nummer in.
➁ Druk op de toets
.
Een gesprek
tot stand
brengen
Gemiste
oproepen
direct
weergeven
Houd de toets
ingedrukt.
Aan- en
uitzetten
Naslagkaart
SGH-S341i GPRS-telefoon
Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)
Het type
belsignaal
kiezen
Nummers in
de
telefoonlijst
opslaan
Een
nummer
opzoeken in
de
telefoonlijst
Het volgende product:
GSM900/GSM1800/GSM1900 Triband digitale
draagbare mobiele telefoon
➀ Selecteer het menu Type
belsignaal (menu 7.4.3).
➁ Selecteer een optie.
➂ Druk op de functietoets
Kies.
➀ Voer het nummer in en druk
op de functietoets Opslaan.
➁ Selecteer een symbool.
➂ Druk op de functietoets
Kies.
➃ Selecteer een geheugen.
➄ Druk op functietoets Kies.
➅ Voer de naam in.
➆ Druk op de functietoets OK.
➇ Wijzig zo nodig het
locatienummer.
➈ Druk op de functietoets OK.
➉ Druk op de toets
om
terug te keren naar de
standby-stand.
➀ Druk in de standby-stand op
de toets Links.
➁ Kies de optie Zoek.
➂ Toets de beginletters van de
naam in.
(Productbeschrijving)
SGH-S341i
(Typenaam)
Gefabriceerd door:
Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350
(naam en adres van fabrikant*)
waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende
standaards en/of andere normatieve documenten.
Een
nummer
opzoeken in
de
telefoonlijst
(vervolg)
Een foto
maken
➀ Houd in de standby-stand de
toets Omlaag ingedrukt.
➁ Druk op de functietoets
Opname.
➂ Druk op de functietoets
Opslaan.
➃ Voer een naam in.
➄ Druk op de functietoets OK.
➃ Loop met de toets Omhoog
of Omlaag door de lijst met
namen.
➄ Druk op de functietoets
Bekijken.
➅ Loop door de lijst met
nummers en druk op de
toets Omhoog of Omlaag.
➆ Druk op de toets
om het
nummer te bellen.
Een video
opnemen
➀ Druk in de standby-stand op
de toets Omlaag.
➁ Selecteer de optie Video.
➂ Selecteer de optie
Opnemen.
➃ Druk op de functietoets
Opnemen.
➄ Druk op functietoets Stop.
➅ Voer een naam in.
➆ Druk op de functietoets OK.
Veiligheid
: EN 60950-1:2001
EMC
: EN 301 489-01 v1.3.1 (2001-09)
SAR
: EN 50360:2001
Netwerk
: EN 301 511 v7.0.1 (2000-12)
EN 301 489-07 v1.1.1 (2000-09)
EN 50361:2001
Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat]
bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn
1999/5/EEG aan worden gesteld.
De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel
10 en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EEG is
uitgevoerd in samenwerking met de volgende aangemelde instantie(s):
BABT, Claremont House, 34 Molesey Road,
Walton-on-Thames, KT12 4RQ, Verenigd Koninkrijk
Kenmerk: 0168
De technische documentatie wordt beheerd door:
Samsung Electronics Euro QA Lab.
en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.
(Vertegenwoordiging in de EU)
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way,
Yateley, Hampshire, GU46 6GG, Verenigd Koninkrijk
2004.08.13
Yong-Sang Park / S. Manager
(plaats en datum van uitgifte)
194
(naam en handtekening van bevoegde persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact
op met de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung
Service Centre.