Smeg S4F092E Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
S4F094E
Gebruik‐
saanwijzing
Vriezer
User Manual
Freezer
Notice d'utili‐
sation
Congélateur
Benutzerin‐
formation
Gefriergerät
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 4
Installatie 6
Bedieningspaneel 8
Dagelijks gebruik 9
Aanwijzingen en tips 10
Onderhoud en reiniging 12
Probleemoplossing 13
Geluiden 16
Technische gegevens 16
Aanwijzingen voor testinstituten 17
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat
laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn
geïnstrueerd.
Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met
zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn
geïnstrueerd.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend
onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te
worden gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
2
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en
verwijder ze op gepaste wijze.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en
soortgelijke toepassingen, zoals:
boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of
andere werkomgevingen;
Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en
andere woonomgevingen.
Neem de volgende instructies in acht om besmetting van
voedsel te voorkomen:
open de deur niet gedurende lange perioden;
reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen
komen met voedsel en toegankelijke
afwateringssystemen;
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij
van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als
ingebouwde modellen.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere
middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die
middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen.
WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet
beschadigt.
WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in
de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden
aanbevolen.
Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit,
ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om te
voorkomen dat er schimmel in het apparaat ontstaat.
3
Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met
een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Installatie
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Gebruik het apparaat niet voordat u het
in de ingebouwde structuur installeert
omwille van veiligheidsredenen.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht
kan circuleren.
Bij de eerste installatie of na het
omdraaien van de deur moet u
minstens 4 uur wachten voordat u het
apparaat op de stroom aansluit.
Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
Trek de stekker uit het stopcontact
voordat u handelingen aan het
apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien
van de deur).
Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiatoren, fornuizen,
ovens of kookplaten.
Stel het apparaat niet bloot aan regen.
Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
Installeer dit apparaat niet in ruimtes
die te vochtig of te koud zijn.
Til de voorkant van het apparaat op als
u hem wilt verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
WAARSCHUWING! Zorg er bij
het plaatsen van het apparaat
voor dat het stroomsnoer niet
klem zit of wordt beschadigd.
WAARSCHUWING! Gebruik
geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de
netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg dat u de elektrische onderdelen
(hoofdstekker, kabel, compressor) niet
beschadigt. Neem contact met de
erkende servicedienst of een elektricien
om de elektrische onderdelen te
wijzigen.
De stroomkabel moet lager blijven dan
het niveau van de stopcontact.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
4
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
Het apparaat bevat ontvlambaar
gas, isobutaan (R600a), een aardgas met
een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg
ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan
bevat, niet beschadigt.
De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
Plaats geen elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in het apparaat tenzij
uitdrukkelijk geschikt verklaard door de
fabrikant.
Als er schade aan het koelcircuit
optreedt, zorg er dan voor dat er zich
geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer
bevinden. Lucht de ruimte indien dit
gebeurt.
Zet geen hete items op de
kunststofonderdelen van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende
dranken in het vriesvak. Dit zal extra
druk in de drankfles veroorzaken.
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
Raak de compressor of condensator
niet aan. Ze zijn heet.
Zorg ervoor dat u nooit met natte of
vochtige handen items uit het vriesvak
verwijderd of aanraakt.
Vries ontdooide voedingswaren nooit
opnieuw in.
Bewaar de voedingswaren volgens de
instructies op de verpakking.
Wikkel het voedsel in eender welk
contactmateriaal voor voedsel alvorens
het in het vriesvak te plaatsen.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde
personen mogen de eenheid
onderhouden en herladen.
Controleer regelmatig de afvoer van
het apparaat en reinig het indien nodig.
Indien de afvoer verstopt is, zal er
water op de bodem van het apparaat
liggen.
Service
Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie
of niet-professionele reparatie gevolgen
kan hebben voor de veiligheid en de
garantie kan doen vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 7 jaar nadat
het model is stopgezet: thermostaten,
temperatuursensoren, printplaten,
lichtbronnen, deurklinken,
deurscharnieren, trays en manden.
Houd er rekening mee dat sommige
van deze reserveonderdelen alleen
beschikbaar zijn voor professionele
reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor
alle modellen.
Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10
jaar nadat het model is stopgezet.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
5
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten
raken in het apparaat.
Het koelcircuit en de isolatiematerialen
van dit apparaat zijn ozonvriendelijk.
Het isolatieschuim bevat ontvlambare
gassen. Neem contact met uw
plaatselijke overheid voor informatie
m.b.t. correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Veroorzaak geen schade aan het deel
van de koeleenheid dat zich naast de
warmtewisselaar bevindt.
INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg het installatie-
instructiedocument om uw
apparaat te installeren.
WAARSCHUWING! Zet het
apparaat vast in
overeenstemming met de
installatie-instructies om een
risico op instabiliteit van het
apparaat te voorkomen.
Afmetingen
B
A
H1
W1
D1
W2
D2
W3
D3
9
6
Totale afmetingen
1)
H 1 mm 873
W 1 mm 548
D 1 mm 549
1)
de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zon‐
der de handgreep en de voeten
Benodigde ruimte in gebruik
1)
H 2 (A+B) mm 916
W 2 mm 548
D 2 mm 551
A mm 880
B mm 36
1)
de hoogte, breedte en diepte van het apparaat in‐
clusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor
de vrije circulatie van de koellucht
Totale ruimte die nodig is bij gebruik
1)
H 3 (A+B) mm 916
W 3 mm 548
D 3 mm 1071
1)
de hoogte, breedte en diepte van het apparaat in‐
clusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor
de vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die
nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek
waardoor alle interne apparatuur kan worden verwij‐
derd
Locatie
Installeer het apparaat niet in de buurt van
een warmtebron (oven, kachels,
radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op
een plek met direct zonlicht om de beste
functionaliteit van het apparaat te
garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan
circuleren rond de achterkant van de kast.
Positionering
Dit apparaat moet in een droge, goed
geventileerde positie binnenshuis worden
geïnstalleerd.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij
een omgevingstemperatuur variërend van
10°C tot 43°C.
Als u twijfels hebt over waar
het apparaat te installeren,
raadpleeg dan de verkoper, de
klantenservice of de
dichstsbijzijnde erkende
servicedienst.
Het moet mogelijk zijn het
apparaat van de
hoofdstroomtoevoer af te
halen. De stekker moet daarom
na installatie gemakkelijk
toegankelijk zijn.
Elektrische aansluiting
Zorg er vóór het aansluiten voor dat het
voltage en de frequentie op het
typeplaatje overeenkomen met de
stroomtoevoer in uw huis.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact. De
netsnoerstekker is voorzien van een
contact voor dit doel. Als het
stopcontact niet geaard is, sluit het
apparaat dan aan op een afzonderlijk
aardepunt, in overeenstemming met de
geldende regels. Raadpleeg hiervoor
een gekwalificeerd elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als bovenstaande
veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd
worden.
Dit apparaat voldoet aan de EEG -
richtlijnen.
Ventilatievereisten
De luchtcirculatie achter het apparaat
moet voldoende zijn.
7
5 cm
min.
200 cm
2
min.
200 cm
2
LET OP! Raadpleeg de
installatie-instructies voor de
installatie.
Omkeerbaarheid van de deur
Raadpleeg het afzonderlijke document
met instructies voor installatie en
omdraaien van de deur.
LET OP! Bedek tijdens iedere
fase van het omdraaien van de
deur de vloer met een
duurzaam materiaal om
krassen te voorkomen.
BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4 5
1
Stroomaanduidinglampje
2
Thermostaatknop en aan/uit-
schakelaar
3
Super -lampje
4
Super schakelaar knop en alarmreset
5
Alarmlampje
Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts
op een gemiddelde stand.
Als de temperatuur in het apparaat te
hoog wordt, gaat het Alarmlampje
knipperen en klinkt er een akoestisch
alarm.
3. Druk op de Super-schakelaar en het
akoestische alarm zal worden
uitgeschakeld. Het Alarmlampje blijft
knipperen tot de interne temperatuur is
bereikt die nodig is voor het veilig
bewaren van diepvriesvoeding.
Uitschakelen
1. Draai de thermostaatknop naar de
stand "O".
Het vermogenslampje gaat uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch
geregeld. U kunt echter zelf een
temperatuur in het apparaat instellen.
Houd bij de instellingskeuze rekening met
het feit dat de temperatuur in het apparaat
afhankelijk is van:
de kamertemperatuur,
8
de frequentie waarmee de deur wordt
geopend,
de hoeveelheid etenswaren die wordt
bewaard,
de plek van het apparaat.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt.
Voor de bediening van het apparaat:
1. Draai de temperatuurregelaar
rechtsom om een lagere temperatuur
in het apparaat te verkrijgen.
2. Draai de temperatuurregelaar linksom
om een hogere temperatuur in het
apparaat te verkrijgen.
Super -functie
De Super wordt gebruikt voor het
voorvriezen en snel invriezen in volgorde
van het vriesvak. Deze functie versnelt het
invriezen van vers voedsel en beschermt
voedsel dat reeds is geconserveerd tegen
ongewenste opwarming.
Activeer om vers voedsel in te
vriezen de Super-functie ten
minste 24 uur voordat u het
voedsel erin plaatst om het
voorvriezen te voltooien.
Om de functie aan te zetten:
1. Houd de Super-knop 2-3 seconden
ingedrukt om de Super-functie te
activeren. Het Super-lampje gaat aan.
2. Plaats het voedsel in het vriesvak en
houd de Super-functie nog 24 uur
ingeschakeld. Raadpleeg de rubriek
"Vers voedsel invriezen".
Deze functie stopt automatisch
na 52 uur. Het is mogelijk om
de functie te allen tijde te
deactiveren door gedurende
2-3 seconden op de knop
Super te drukken.
Alarm bij hoge temperatuur
Bij een temperatuurstijging in het vriesvak
(bijv. Als gevolg van een stroomstoring)
knippert het alarmlampje en gaat het
geluid aan.
Het geluid kan te allen tijde worden
uitgeschakeld door op de
alarmresetschakelaar te drukken.
Wanneer de normale omstandigheden zijn
hersteld, stopt het alarmlampje met
knipperen en gaat het geluid automatisch
uit.
DAGELIJKS GEBRUIK
Vers voedsel invriezen
Het vriesvak is geschikt voor het invriezen
van vers voedsel en om diepvriesvoedsel
langere tijd te bewaren.
Activeer om vers voedsel in te vriezen de
Super-functie ten minste 24 uur voordat u
het in te vriezen voedsel in het vriesvak
legt.
Bewaar het verse voedsel gelijkmatig
verdeeld in het eerste vak of de eerste
lade vanaf de bovenkant.
De maximale hoeveelheid levensmiddelen
die kunnen worden ingevroren zonder
andere verse levensmiddelen toe te
voegen, gedurende 24 uur, staat
aangegeven op het typeplaatje (een label
dat zich aan de binnenkant van het
apparaat bevindt).
Wanneer het invriesproces is voltooid,
keert het apparaat automatisch terug naar
de vorige temperatuurinstelling (zie
"Super-functie").
Het bewaren van ingevroren
voedsel
Als u het apparaat voor het eerst of na
een periode dat het niet is gebruikt
inschakelt, dient u voordat u de producten
in het vak legt het apparaat minstens 3
uur te laten werken met de Super-functie
ingeschakeld.
De vriesladen zorgen ervoor dat u het
voedselpakket dat u wenst, snel en
9
makkelijk kan vinden. Indien grote
hoeveelheden voedsel moeten worden
bewaard, verwijder dan alle lades behalve
de onderste lade die nodig is voor een
goede luchtcirculatie.
Leg het voedsel op minstens 15 mm
afstand van de deur.
LET OP! In het geval van
onbedoelde ontdooiing,
bijvoorbeeld als de stroom
langer is uitgevallen dan de
duur die op het typeplaatje
"tijdsduur" is vermeld, moeten
ontdooide etenswaren snel
geconsumeerd worden of
onmiddellijk bereid worden,
afgekoeld en opnieuw worden
ingevroren. Zie 'Alarm hoge
temperatuur'.
Ontdooien
Diepgevroren of gevroren voedsel kan,
voordat het wordt geconsumeerd, worden
ontdooid in de koelkast of in een plastic
zak onder koud water.
Deze handeling is afhankelijk van de
beschikbare tijd en het soort voedsel.
Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren
gekookt worden.
Het maken van ijsblokjes
Dit apparaat is uitgerust met een of meer
bladen voor het maken van ijsblokjes.
Gebruik geen metalen
instrumenten om de laden uit
de vriezer te halen.
1. Vul de bakjes met water.
2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak.
AANWIJZINGEN EN TIPS
Tips voor energiebesparing
De interne configuratie van het
apparaat zorgt voor het meest
efficiënte energiegebruik.
De deur niet vaker openen of open
laten staan dan noodzakelijk.
Hoe kouder de temperatuurinstelling,
hoe hoger het energieverbruik.
Zorg voor een goede ventilatie. Dek de
ventilatieroosters of -gaten niet af.
Tips voor het invriezen
Activeer de Super-functie ten minste 24
uur voordat u het voedsel in het
vriesvak legt.
Vóór het invriezen verpakken en
verzegelen van vers voedsel in:
aluminiumfolie, plastic folie of zakken,
luchtdichte containers met deksel.
Verdeel voor efficiënter invriezen en
ontdooien het voedsel in kleine porties.
Het wordt aanbevolen om etiketten en
datums op al uw diepvriesproducten te
plakken. Dit zal helpen
voedingsmiddelen te identificeren en te
weten wanneer ze moeten worden
gebruikt voordat ze bederven.
Het voedsel moet vers zijn wanneer het
wordt ingevroren om een goede
kwaliteit te behouden. Vooral groenten
en fruit moeten na de oogst worden
ingevroren om al hun voedingsstoffen
te behouden.
Flessen of blikken met vloeistoffen niet
invriezen, in het bijzonder dranken die
kooldioxide bevatten - ze kunnen
exploderen tijdens het invriezen.
Plaats geen warm voedsel in het
koelvak. Koel het af bij
kamertemperatuur voordat u het in het
vak plaatst.
Om te voorkomen dat de temperatuur
van al ingevroren voedsel toeneemt,
dient u vers voedsel hier niet direct
naast te plaatsen. Plaats voedsel op
kamertemperatuur in het deel van het
10
vriesvak waar geen bevroren voedsel
is.
IJsblokjes, ingevroren water of
waterijsjes niet meteen nadat ze uit de
vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar
voor bevriezing.
Ontdooid voedsel niet opnieuw
invriezen. Als het voedsel ontdooid is,
kook het dan, koel het af en vries het
dan in.
Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
De middentemperatuurinstelling zorgt
voor een goede conservering van
ingevroren voedsel.
Een hogere temperatuurinstelling in het
apparaat kan leiden tot een kortere
houdbaarheid.
Het hele vriesvak is geschikt voor de
opslag van diepvriesproducten.
Laat voldoende ruimte rond het voedsel
om de lucht vrij te laten circuleren.
Raadpleeg voor adequate opslag het
etiket van de voedselverpakking om de
houdbaarheid van voedsel te bekijken.
Het is belangrijk om het voedsel
zodanig in te pakken dat er geen water,
vocht of condensatie in kan komen.
Winkeltips
Na het boodschappen doen:
Zorg ervoor dat de verpakking niet
beschadigd is - het voedsel kan
bedorven zijn. Als de verpakking
gezwollen of nat is, is deze mogelijk
niet in de optimale omstandigheden
opgeslagen en is het ontdooien
mogelijk al begonnen.
Om het ontdooiproces te beperken,
koopt u diepvriesproducten aan het
einde van uw boodschappen en
vervoert u ze in een thermische en
geïsoleerde koeltas.
Plaats de diepvriesproducten
onmiddellijk na terugkomst uit de
winkel in de vriezer.
Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid
is, mag u het niet opnieuw invriezen.
Consumeer het zo snel mogelijk.
Respecteer de vervaldatum en de
bewaarinformatie op de verpakking.
Houdbaarheid
Soort gerecht Houdbaarheid
(maanden)
Brood 3
Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12
Groenten 8 - 10
Restjes zonder vlees 1 - 2
Zuivelproducten:
Boter
Zachte kaas (bijv. mozzarella)
Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar)
6 - 9
3 - 4
6
Vis/Zeevruchten:
11
Soort gerecht Houdbaarheid
(maanden)
Vette vis (bv. zalm, makreel)
Magere vis (bv. kabeljauw, bot)
Garnalen
Schelpdieren en mosselen
Gekookte vis
2 - 3
4 - 6
12
3 - 4
1 - 2
Vlees:
Gevogelte
Rundvlees
Varkensvlees
Lamsvlees
Worst
Ham
Restjes met vlees
9 - 12
6 - 12
4 - 6
6 - 9
1 - 2
1 - 2
2 - 3
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De binnenkant schoonmaken
Voordat u het apparaat voor de eerste
keer gebruikt, wast u de binnenkant en de
interne accessoires met lauwwarm water
en een beetje neutrale zeep om de
typische geur van een nieuw product weg
te nemen. Droog daarna grondig af.
LET OP! Gebruik geen
reinigingsmiddelen,
schuurpoeders, chloor of
reinigers op oliebasis. Deze
beschadigen de afwerking.
LET OP! De toebehoren en
onderdelen van het apparaat
zijn niet geschikt om in een
afwasmachine gewassen te
worden.
Periodieke reiniging
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water en
wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen regelmatig
en wrijf ze schoon om u ervan te
verzekeren dat ze schoon en vrij van
resten zijn.
3. Afspoelen en goed afdrogen.
De vriezer ontdooien
LET OP! Gebruik nooit scherpe
metalen hulpmiddelen om de
rijp van de verdamper te
krabben, deze zou beschadigd
kunnen raken.
Gebruik geen mechanische of
andere middelen om het
ontdooiproces te versnellen,
behalve die middelen die door
de fabrikant zijn aanbevolen.
Stel ongeveer 12 uur voordat u
gaat ontdooien een lagere
temperatuur in om voldoende
koudereserve op te bouwen in
geval van onderbrekingen
tijdens de werking.
12
Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd
vormen op de schappen van de vriezer en
rond het bovenste vak.
Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag
een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt
heeft.
1. Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel het apparaat uit.
2. Verwijder al het ingevroren voedsel en
leg het op een koele plaats.
LET OP! Een
temperatuurstijging tijdens
het ontdooien van de
ingevroren levensmiddelen,
kan de veilige bewaartijd
verkorten.
Raak ingevroren voedsel
niet met natte handen aan.
Uw handen kunnen hieraan
vastvriezen.
3. Laat de deur open staan. Bescherm de
vloer tegen het ontdooiwater met bijv.
een doek of een platte opvangbak.
4. Om het ontdooiproces te versnellen
kunt u een bak warm water in het
vriesvak zetten. Verwijder bovendien
stukken ijs die afbreken voordat het
ontdooien voltooid is. Gebruik hiervoor
de meegeleverde ijsschraper.
5. Na afloop van het ontdooien, de
binnenkant grondig droog maken.
Bewaar de ijsschraper voor toekomstig
gebruik.
6. Zet het apparaat aan en doe de deur
dicht.
7. Zet de thermostaatknop op de
maximale koude en laat het apparaat
minstens drie uur in deze instelling
werken.
Pas na deze tijd plaatst u het eten terug in
het vriesvak.
Periode dat het apparaat niet
gebruikt wordt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
als het apparaat gedurende lange tijd niet
gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Ontdooi het apparaat.
4. Maak het apparaat en alle toebehoren
schoon.
5. Laat de deur open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Wat te doen in de volgende gevallen...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐
keld.
Schakel het apparaat in.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Sluit een ander elektrisch
apparaat op het stopcontact
aan. Bel een gekwalificeerd
elektricien.
13
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig
en stabiel geplaatst.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De kast recent is ingescha‐
keld.
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
De temperatuur in het appa‐
raat is te hoog.
Zie "Deur open alarm" of
"Alarm hoge temperatuur".
De compressor werkt conti‐
nu.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Er worden veel producten
tegelijk geplaatst.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan nogmaals de
temperatuur.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Raadpleeg het hoofdstuk
“Installatie”.
Het voedsel dat in het appa‐
raat werd geplaatst, was te
warm.
Laat voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u
het opslaat.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De functie Super is inge‐
schakeld.
Zie de rubriek over "Super-
functie".
De compressor start niet on‐
middellijk na het drukken op
"Super", of na het verande‐
ren van de temperatuur.
De compressor start na eni‐
ge tijd.
Dit is normaal, er is geen
storing.
De deur is verkeerd uitge‐
lijnd of komt tegen het venti‐
latierooster aan.
Het apparaat staat niet wa‐
terpas.
Raadpleeg 'Installatie-in‐
structies'.
Deur gaat niet makkelijk
open.
U probeerde de deur na het
sluiten meteen weer te ope‐
nen.
Wacht een paar seconden
tussen het sluiten en weer
openen van de deur.
Er is te veel vorst en ijs. De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De pakking is vervormd of
vuil.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Pak de producten beter in.
De temperatuur is fout inge‐
steld.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
14
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Apparaat is volledig geladen
en is ingesteld op de laagste
temperatuur.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
De ingestelde temperatuur
in het apparaat is te laag en
de omgevingstemperatuur is
te hoog.
Stel een hogere temperatuur
in. Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam‐
perbak boven de compres‐
sor.
Maak de dooiwaterafvoer
vast op de verdamperbak.
De temperatuur kan niet
worden ingesteld.
De "Super-functie" is inge‐
schakeld.
Schakel "Super-functie"
handmatig uit of wacht tot
de functie automatisch
deactiveert om de tempera‐
tuur in te stellen. Raadpleeg
de rubriek over "Super-func‐
tie".
De temperatuur in het appa‐
raat is te laag/hoog.
De temperatuur is niet goed
ingesteld.
Stel een hogere/lagere tem‐
peratuur in.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
Zie de rubriek over 'De deur
sluiten'.
De temperatuur van het
voedsel is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen
tot kamertemperatuur voor‐
dat u het conserveert.
Er worden veel producten
tegelijk bewaard.
Conserveer minder produc‐
ten tegelijk.
De dikte van de rijp is meer
dan 4-5 mm.
Ontdooi het apparaat.
De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het
nodig is.
De functie Super is inge‐
schakeld.
Zie de rubriek over "Super-
functie".
Er is geen koude luchtcircu‐
latie in het apparaat aanwe‐
zig.
Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het appa‐
raat is. Zie het hoofdstuk
'Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Stroomindicatielampje knip‐
pert.
Er is een fout opgetreden in
de temperatuurmeting.
Neem contact op met een
erkende elektricien of de
dichtstbijzijnde klantenservi‐
ce.
15
Bel, wanneer het advies niet tot
resultaten leidt, de
dichtstbijzijnde klantenservice
voor dit merk.
De deur sluiten
1. Maak de afdichtingen van de deur
schoon.
2. Stel de deur, indien nodig, af.
Raadpleeg 'Installatie-instructies'.
3. Vervang, indien nodig, de defecte
deurafdichtingen. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
GELUIDEN
SSSRRR!
CLICK!
HISSS!
BRRR!
BLUBB!
TECHNISCHE GEGEVENS
De technische gegevens staan op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat en op het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij
het apparaat wordt geleverd, biedt een
weblink naar de registratie van dit
apparaat in de EU-EPREL-database.
Bewaar het energielabel ter referentie
samen met de gebruikershandleiding en
alle andere documenten die bij dit
apparaat worden geleverd.
16
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
De installatie en voorbereiding van het
toestel voor elke EcoDesign-verificatie
moet in overeenstemming zijn met EN
62552. De ventilatievoorschriften, de
afmetingen van de uitsparingen en de
minimale open afstanden aan de
achterzijde moeten voldoen aan de
voorschriften van deze
gebruikershandleiding in hoofdstuk 3.
Neem contact op met de fabrikant voor
verdere informatie, inclusief laadplannen.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
afvalcontainer om het te recycleren.
Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een
correcte manier het afval van elektrische
en elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation
bij u in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
17

Documenttranscriptie

Gebruik‐ saanwijzing User Manual Notice d'utili‐ sation Benutzerin‐ formation Vriezer Freezer Congélateur Gefriergerät S4F094E 2 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Installatie Bedieningspaneel Dagelijks gebruik Aanwijzingen en tips 2 4 6 8 9 10 Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Geluiden Technische gegevens Aanwijzingen voor testinstituten 12 13 16 16 17 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar mogen het apparaat laden en lossen op voorwaarde dat ze goed zijn geïnstrueerd. Dit apparaat mag worden gebruikt door personen met zware en complexe beperkingen, indien ze duidelijk zijn geïnstrueerd. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden gehouden. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. 3 • Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder ze op gepaste wijze. Algemene veiligheid • • • • • • • • • Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke en soortgelijke toepassingen, zoals: – boerderijen, personeelskeukens in winkels, kantoren of andere werkomgevingen; – Door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts en andere woonomgevingen. Neem de volgende instructies in acht om besmetting van voedsel te voorkomen: – open de deur niet gedurende lange perioden; – reinig regelmatig oppervlakken die in contact kunnen komen met voedsel en toegankelijke afwateringssystemen; WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen altijd vrij van obstructies; dit geldt zowel voor losstaande als ingebouwde modellen. WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. WAARSCHUWING: Let op dat u het koelcircuit niet beschadigt. WAARSCHUWING: Gebruik geen elektrische apparaten in de koelkast, tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen. Gebruik geen waterstralen en stoom om het apparaat te reinigen. Maak het apparaat schoon met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Als het apparaat lange tijd leeg is, schakel het dan uit, ontdooi, reinig en droog het en laat de deur open om te voorkomen dat er schimmel in het apparaat ontstaat. 4 • • Bewaar geen explosieve stoffen zoals spuitbussen met een ontvlambaar drijfgas in dit apparaat. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde structuur installeert omwille van veiligheidsredenen. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Zorg ervoor dat rond het apparaat lucht kan circuleren. • Bij de eerste installatie of na het omdraaien van de deur moet u minstens 4 uur wachten voordat u het apparaat op de stroom aansluit. Hierdoor kan de olie terug in de compressor stromen. • Trek de stekker uit het stopcontact voordat u handelingen aan het apparaat uitvoert (bijv. het omdraaien van de deur). • Installeer het apparaat niet in de nabijheid van radiatoren, fornuizen, ovens of kookplaten. • Stel het apparaat niet bloot aan regen. • Installeer het apparaat niet op een plaats met direct zonlicht. • Installeer dit apparaat niet in ruimtes die te vochtig of te koud zijn. • Til de voorkant van het apparaat op als u hem wilt verplaatsen, om krassen op de vloer te voorkomen. Aansluiting op het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. WAARSCHUWING! Zorg er bij het plaatsen van het apparaat voor dat het stroomsnoer niet klem zit of wordt beschadigd. WAARSCHUWING! Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Zorg ervoor dat de parameters op het vermogensplaatje overeenkomen met elektrische vermogen van de netstroom. • Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. • Zorg dat u de elektrische onderdelen (hoofdstekker, kabel, compressor) niet beschadigt. Neem contact met de erkende servicedienst of een elektricien om de elektrische onderdelen te wijzigen. • De stroomkabel moet lager blijven dan het niveau van de stopcontact. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. 5 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. Het apparaat bevat ontvlambaar gas, isobutaan (R600a), een aardgas met een hoge ecologische compatibiliteit. Zorg ervoor dat u het koelcircuit dat isobutaan bevat, niet beschadigt. • De specificatie van dit apparaat niet wijzigen. • Plaats geen elektrische apparaten (bijv. ijsmachines) in het apparaat tenzij uitdrukkelijk geschikt verklaard door de fabrikant. • Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg er dan voor dat er zich geen vlammen en andere ontstekingsbronnen in de kamer bevinden. Lucht de ruimte indien dit gebeurt. • Zet geen hete items op de kunststofonderdelen van het apparaat. • Plaats geen koolzuurhoudende dranken in het vriesvak. Dit zal extra druk in de drankfles veroorzaken. • Bewaar geen ontvlambare gassen en vloeistoffen in het apparaat. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Raak de compressor of condensator niet aan. Ze zijn heet. • Zorg ervoor dat u nooit met natte of vochtige handen items uit het vriesvak verwijderd of aanraakt. • Vries ontdooide voedingswaren nooit opnieuw in. • Bewaar de voedingswaren volgens de instructies op de verpakking. • Wikkel het voedsel in eender welk contactmateriaal voor voedsel alvorens het in het vriesvak te plaatsen. Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoudshandelingen verricht. • Het koelcircuit van dit apparaat bevat koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen mogen de eenheid onderhouden en herladen. • Controleer regelmatig de afvoer van het apparaat en reinig het indien nodig. Indien de afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van het apparaat liggen. Service • Neem contact op met de erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. • Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-professionele reparatie gevolgen kan hebben voor de veiligheid en de garantie kan doen vervallen. • De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar gedurende 7 jaar nadat het model is stopgezet: thermostaten, temperatuursensoren, printplaten, lichtbronnen, deurklinken, deurscharnieren, trays en manden. Houd er rekening mee dat sommige van deze reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor professionele reparateurs en dat niet alle reserveonderdelen relevant zijn voor alle modellen. • Deurpakkingen zijn beschikbaar tot 10 jaar nadat het model is stopgezet. Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. 6 • Verwijder de deur om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. • Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit apparaat zijn ozonvriendelijk. • Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen. Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Veroorzaak geen schade aan het deel van de koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar bevindt. INSTALLATIE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. WAARSCHUWING! Zet het apparaat vast in overeenstemming met de installatie-instructies om een risico op instabiliteit van het apparaat te voorkomen. WAARSCHUWING! Raadpleeg het installatieinstructiedocument om uw apparaat te installeren. D3 D1 Afmetingen W1 90 D2 ° W3 B A H1 W2 7 Positionering Totale afmetingen1) H1 mm 873 W1 mm 548 D1 mm 549 1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat zon‐ der de handgreep en de voeten Benodigde ruimte in gebruik1) H 2 (A+B) mm 916 W2 mm 548 D2 mm 551 A mm 880 B mm 36 1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat in‐ clusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht Totale ruimte die nodig is bij gebruik1) H 3 (A+B) mm 916 W3 mm 548 D3 mm 1071 1) de hoogte, breedte en diepte van het apparaat in‐ clusief de handgreep, plus de ruimte die nodig is voor de vrije circulatie van de koellucht, plus de ruimte die nodig is om de deur te openen tot de minimale hoek waardoor alle interne apparatuur kan worden verwij‐ derd Locatie Installeer het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (oven, kachels, radiatoren, fornuizen of kookplaten) of op een plek met direct zonlicht om de beste functionaliteit van het apparaat te garanderen. Zorg ervoor dat lucht vrij kan circuleren rond de achterkant van de kast. Dit apparaat moet in een droge, goed geventileerde positie binnenshuis worden geïnstalleerd. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik bij een omgevingstemperatuur variërend van 10°C tot 43°C. Als u twijfels hebt over waar het apparaat te installeren, raadpleeg dan de verkoper, de klantenservice of de dichstsbijzijnde erkende servicedienst. Het moet mogelijk zijn het apparaat van de hoofdstroomtoevoer af te halen. De stekker moet daarom na installatie gemakkelijk toegankelijk zijn. Elektrische aansluiting • Zorg er vóór het aansluiten voor dat het voltage en de frequentie op het typeplaatje overeenkomen met de stroomtoevoer in uw huis. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. De netsnoerstekker is voorzien van een contact voor dit doel. Als het stopcontact niet geaard is, sluit het apparaat dan aan op een afzonderlijk aardepunt, in overeenstemming met de geldende regels. Raadpleeg hiervoor een gekwalificeerd elektricien. • De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden als bovenstaande veiligheidsvoorschriften niet opgevolgd worden. • Dit apparaat voldoet aan de EEG richtlijnen. Ventilatievereisten De luchtcirculatie achter het apparaat moet voldoende zijn. 8 5 cm Omkeerbaarheid van de deur min. 200 cm2 Raadpleeg het afzonderlijke document met instructies voor installatie en omdraaien van de deur. LET OP! Bedek tijdens iedere fase van het omdraaien van de deur de vloer met een duurzaam materiaal om krassen te voorkomen. min. 200 cm2 LET OP! Raadpleeg de installatie-instructies voor de installatie. BEDIENINGSPANEEL 1 2 3 4 5 1 Stroomaanduidinglampje 2 Thermostaatknop en aan/uitschakelaar 3 Super -lampje 4 Super schakelaar knop en alarmreset 5 Alarmlampje Inschakelen Uitschakelen 1. Steek dan de stekker in het stopcontact. 2. Draai de temperatuurknop naar rechts op een gemiddelde stand. Als de temperatuur in het apparaat te hoog wordt, gaat het Alarmlampje knipperen en klinkt er een akoestisch alarm. 3. Druk op de Super-schakelaar en het akoestische alarm zal worden uitgeschakeld. Het Alarmlampje blijft knipperen tot de interne temperatuur is bereikt die nodig is voor het veilig bewaren van diepvriesvoeding. 1. Draai de thermostaatknop naar de stand "O". Het vermogenslampje gaat uit. 2. Trek de stekker uit het stopcontact. Temperatuurregeling De temperatuur wordt automatisch geregeld. U kunt echter zelf een temperatuur in het apparaat instellen. Houd bij de instellingskeuze rekening met het feit dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: • de kamertemperatuur, 9 • de frequentie waarmee de deur wordt geopend, • de hoeveelheid etenswaren die wordt bewaard, • de plek van het apparaat. Een gemiddelde instelling is over het algemeen het meest geschikt. Voor de bediening van het apparaat: 1. Draai de temperatuurregelaar rechtsom om een lagere temperatuur in het apparaat te verkrijgen. 2. Draai de temperatuurregelaar linksom om een hogere temperatuur in het apparaat te verkrijgen. Super -functie De Super wordt gebruikt voor het voorvriezen en snel invriezen in volgorde van het vriesvak. Deze functie versnelt het invriezen van vers voedsel en beschermt voedsel dat reeds is geconserveerd tegen ongewenste opwarming. Activeer om vers voedsel in te vriezen de Super-functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel erin plaatst om het voorvriezen te voltooien. Om de functie aan te zetten: 1. Houd de Super-knop 2-3 seconden ingedrukt om de Super-functie te activeren. Het Super-lampje gaat aan. 2. Plaats het voedsel in het vriesvak en houd de Super-functie nog 24 uur ingeschakeld. Raadpleeg de rubriek "Vers voedsel invriezen". Deze functie stopt automatisch na 52 uur. Het is mogelijk om de functie te allen tijde te deactiveren door gedurende 2-3 seconden op de knop Super te drukken. Alarm bij hoge temperatuur Bij een temperatuurstijging in het vriesvak (bijv. Als gevolg van een stroomstoring) knippert het alarmlampje en gaat het geluid aan. Het geluid kan te allen tijde worden uitgeschakeld door op de alarmresetschakelaar te drukken. Wanneer de normale omstandigheden zijn hersteld, stopt het alarmlampje met knipperen en gaat het geluid automatisch uit. DAGELIJKS GEBRUIK Vers voedsel invriezen Het vriesvak is geschikt voor het invriezen van vers voedsel en om diepvriesvoedsel langere tijd te bewaren. Activeer om vers voedsel in te vriezen de Super-functie ten minste 24 uur voordat u het in te vriezen voedsel in het vriesvak legt. Bewaar het verse voedsel gelijkmatig verdeeld in het eerste vak of de eerste lade vanaf de bovenkant. De maximale hoeveelheid levensmiddelen die kunnen worden ingevroren zonder andere verse levensmiddelen toe te voegen, gedurende 24 uur, staat aangegeven op het typeplaatje (een label dat zich aan de binnenkant van het apparaat bevindt). Wanneer het invriesproces is voltooid, keert het apparaat automatisch terug naar de vorige temperatuurinstelling (zie "Super-functie"). Het bewaren van ingevroren voedsel Als u het apparaat voor het eerst of na een periode dat het niet is gebruikt inschakelt, dient u voordat u de producten in het vak legt het apparaat minstens 3 uur te laten werken met de Super-functie ingeschakeld. De vriesladen zorgen ervoor dat u het voedselpakket dat u wenst, snel en 10 makkelijk kan vinden. Indien grote hoeveelheden voedsel moeten worden bewaard, verwijder dan alle lades behalve de onderste lade die nodig is voor een goede luchtcirculatie. Leg het voedsel op minstens 15 mm afstand van de deur. LET OP! In het geval van onbedoelde ontdooiing, bijvoorbeeld als de stroom langer is uitgevallen dan de duur die op het typeplaatje "tijdsduur" is vermeld, moeten ontdooide etenswaren snel geconsumeerd worden of onmiddellijk bereid worden, afgekoeld en opnieuw worden ingevroren. Zie 'Alarm hoge temperatuur'. ontdooid in de koelkast of in een plastic zak onder koud water. Deze handeling is afhankelijk van de beschikbare tijd en het soort voedsel. Kleine stukjes kunnen zelfs nog bevroren gekookt worden. Het maken van ijsblokjes Dit apparaat is uitgerust met een of meer bladen voor het maken van ijsblokjes. Gebruik geen metalen instrumenten om de laden uit de vriezer te halen. 1. Vul de bakjes met water. 2. Zet de ijsbakjes in het vriesvak. Ontdooien Diepgevroren of gevroren voedsel kan, voordat het wordt geconsumeerd, worden AANWIJZINGEN EN TIPS Tips voor energiebesparing • De interne configuratie van het apparaat zorgt voor het meest efficiënte energiegebruik. • De deur niet vaker openen of open laten staan dan noodzakelijk. • Hoe kouder de temperatuurinstelling, hoe hoger het energieverbruik. • Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af. • • Tips voor het invriezen • Activeer de Super-functie ten minste 24 uur voordat u het voedsel in het vriesvak legt. • Vóór het invriezen verpakken en verzegelen van vers voedsel in: aluminiumfolie, plastic folie of zakken, luchtdichte containers met deksel. • Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien het voedsel in kleine porties. • Het wordt aanbevolen om etiketten en datums op al uw diepvriesproducten te • • plakken. Dit zal helpen voedingsmiddelen te identificeren en te weten wanneer ze moeten worden gebruikt voordat ze bederven. Het voedsel moet vers zijn wanneer het wordt ingevroren om een goede kwaliteit te behouden. Vooral groenten en fruit moeten na de oogst worden ingevroren om al hun voedingsstoffen te behouden. Flessen of blikken met vloeistoffen niet invriezen, in het bijzonder dranken die kooldioxide bevatten - ze kunnen exploderen tijdens het invriezen. Plaats geen warm voedsel in het koelvak. Koel het af bij kamertemperatuur voordat u het in het vak plaatst. Om te voorkomen dat de temperatuur van al ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers voedsel hier niet direct naast te plaatsen. Plaats voedsel op kamertemperatuur in het deel van het 11 vriesvak waar geen bevroren voedsel is. • IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald opeten. Gevaar voor bevriezing. • Ontdooid voedsel niet opnieuw invriezen. Als het voedsel ontdooid is, kook het dan, koel het af en vries het dan in. Tips voor het bewaren van ingevroren voedsel • De middentemperatuurinstelling zorgt voor een goede conservering van ingevroren voedsel. Een hogere temperatuurinstelling in het apparaat kan leiden tot een kortere houdbaarheid. • Het hele vriesvak is geschikt voor de opslag van diepvriesproducten. • Laat voldoende ruimte rond het voedsel om de lucht vrij te laten circuleren. • Raadpleeg voor adequate opslag het etiket van de voedselverpakking om de houdbaarheid van voedsel te bekijken. • Het is belangrijk om het voedsel zodanig in te pakken dat er geen water, vocht of condensatie in kan komen. Winkeltips Na het boodschappen doen: • Zorg ervoor dat de verpakking niet beschadigd is - het voedsel kan bedorven zijn. Als de verpakking gezwollen of nat is, is deze mogelijk niet in de optimale omstandigheden opgeslagen en is het ontdooien mogelijk al begonnen. • Om het ontdooiproces te beperken, koopt u diepvriesproducten aan het einde van uw boodschappen en vervoert u ze in een thermische en geïsoleerde koeltas. • Plaats de diepvriesproducten onmiddellijk na terugkomst uit de winkel in de vriezer. • Als voedsel zelfs gedeeltelijk ontdooid is, mag u het niet opnieuw invriezen. Consumeer het zo snel mogelijk. • Respecteer de vervaldatum en de bewaarinformatie op de verpakking. Houdbaarheid Soort gerecht Houdbaarheid (maanden) Brood 3 Fruit (met uitzondering van citrusvruchten) 6 - 12 Groenten 8 - 10 Restjes zonder vlees 1-2 Zuivelproducten: Boter Zachte kaas (bijv. mozzarella) Harde kaas (bijv. parmezaanse kaas, cheddar) Vis/Zeevruchten: 6-9 3-4 6 12 Soort gerecht Houdbaarheid (maanden) Vette vis (bv. zalm, makreel) Magere vis (bv. kabeljauw, bot) Garnalen Schelpdieren en mosselen Gekookte vis 2-3 4-6 12 3-4 1-2 Vlees: Gevogelte Rundvlees Varkensvlees Lamsvlees Worst Ham Restjes met vlees 9 - 12 6 - 12 4-6 6-9 1-2 1-2 2-3 ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De binnenkant schoonmaken Voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt, wast u de binnenkant en de interne accessoires met lauwwarm water en een beetje neutrale zeep om de typische geur van een nieuw product weg te nemen. Droog daarna grondig af. LET OP! Gebruik geen reinigingsmiddelen, schuurpoeders, chloor of reinigers op oliebasis. Deze beschadigen de afwerking. LET OP! De toebehoren en onderdelen van het apparaat zijn niet geschikt om in een afwasmachine gewassen te worden. Periodieke reiniging Het apparaat moet regelmatig worden schoongemaakt: 1. Maak de binnenkant en de accessoires schoon met lauw water en wat neutrale zeep. 2. Controleer de afdichtingen regelmatig en wrijf ze schoon om u ervan te verzekeren dat ze schoon en vrij van resten zijn. 3. Afspoelen en goed afdrogen. De vriezer ontdooien LET OP! Gebruik nooit scherpe metalen hulpmiddelen om de rijp van de verdamper te krabben, deze zou beschadigd kunnen raken. Gebruik geen mechanische of andere middelen om het ontdooiproces te versnellen, behalve die middelen die door de fabrikant zijn aanbevolen. Stel ongeveer 12 uur voordat u gaat ontdooien een lagere temperatuur in om voldoende koudereserve op te bouwen in geval van onderbrekingen tijdens de werking. 13 Een zekere hoeveelheid rijp zal zich altijd vormen op de schappen van de vriezer en rond het bovenste vak. Ontdooi de vriezer wanneer de rijplaag een dikte van ongeveer 3-5 mm bereikt heeft. 1. Trek de stekker uit het stopcontact of schakel het apparaat uit. 2. Verwijder al het ingevroren voedsel en leg het op een koele plaats. LET OP! Een temperatuurstijging tijdens het ontdooien van de ingevroren levensmiddelen, kan de veilige bewaartijd verkorten. Raak ingevroren voedsel niet met natte handen aan. Uw handen kunnen hieraan vastvriezen. 3. Laat de deur open staan. Bescherm de vloer tegen het ontdooiwater met bijv. een doek of een platte opvangbak. 4. Om het ontdooiproces te versnellen kunt u een bak warm water in het vriesvak zetten. Verwijder bovendien stukken ijs die afbreken voordat het ontdooien voltooid is. Gebruik hiervoor de meegeleverde ijsschraper. 5. Na afloop van het ontdooien, de binnenkant grondig droog maken. Bewaar de ijsschraper voor toekomstig gebruik. 6. Zet het apparaat aan en doe de deur dicht. 7. Zet de thermostaatknop op de maximale koude en laat het apparaat minstens drie uur in deze instelling werken. Pas na deze tijd plaatst u het eten terug in het vriesvak. Periode dat het apparaat niet gebruikt wordt Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt: 1. 2. 3. 4. Trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder al het voedsel Ontdooi het apparaat. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon. 5. Laat de deur open staan om onaangename luchtjes te voorkomen. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Wat te doen in de volgende gevallen... Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitgescha‐ keld. Schakel het apparaat in. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Steek de stekker goed in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. Sluit een ander elektrisch apparaat op het stopcontact aan. Bel een gekwalificeerd elektricien. 14 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het apparaat maakt lawaai. Het apparaat is niet stevig en stabiel geplaatst. Controleer of het apparaat stabiel staat. Er is een hoorbaar of zicht‐ baar alarm. De kast recent is ingescha‐ keld. Zie "Deur open alarm" of "Alarm hoge temperatuur". De temperatuur in het appa‐ raat is te hoog. Zie "Deur open alarm" of "Alarm hoge temperatuur". De temperatuur is fout inge‐ steld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. Er worden veel producten tegelijk geplaatst. Wacht een paar uur en con‐ troleer dan nogmaals de temperatuur. De kamertemperatuur is te hoog. Raadpleeg het hoofdstuk “Installatie”. Het voedsel dat in het appa‐ raat werd geplaatst, was te warm. Laat voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het opslaat. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De functie Super is inge‐ schakeld. Zie de rubriek over "Superfunctie". De compressor start niet on‐ middellijk na het drukken op "Super", of na het verande‐ ren van de temperatuur. De compressor start na eni‐ ge tijd. Dit is normaal, er is geen storing. De deur is verkeerd uitge‐ lijnd of komt tegen het venti‐ latierooster aan. Het apparaat staat niet wa‐ terpas. Raadpleeg 'Installatie-in‐ structies'. Deur gaat niet makkelijk open. U probeerde de deur na het sluiten meteen weer te ope‐ nen. Wacht een paar seconden tussen het sluiten en weer openen van de deur. Er is te veel vorst en ijs. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De pakking is vervormd of vuil. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De producten zijn niet op de juiste wijze verpakt. Pak de producten beter in. De temperatuur is fout inge‐ steld. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. De compressor werkt conti‐ nu. 15 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Apparaat is volledig geladen en is ingesteld op de laagste temperatuur. Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. De ingestelde temperatuur in het apparaat is te laag en de omgevingstemperatuur is te hoog. Stel een hogere temperatuur in. Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedieningspaneel'. Er ligt water op de vloer. De dooiwaterafvoer is niet aangesloten op de verdam‐ perbak boven de compres‐ sor. Maak de dooiwaterafvoer vast op de verdamperbak. De temperatuur kan niet worden ingesteld. De "Super-functie" is inge‐ schakeld. Schakel "Super-functie" handmatig uit of wacht tot de functie automatisch deactiveert om de tempera‐ tuur in te stellen. Raadpleeg de rubriek over "Super-func‐ tie". De temperatuur in het appa‐ raat is te laag/hoog. De temperatuur is niet goed ingesteld. Stel een hogere/lagere tem‐ peratuur in. De deur is niet goed geslo‐ ten. Zie de rubriek over 'De deur sluiten'. De temperatuur van het voedsel is te hoog. Laat het voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voor‐ dat u het conserveert. Er worden veel producten tegelijk bewaard. Conserveer minder produc‐ ten tegelijk. De dikte van de rijp is meer dan 4-5 mm. Ontdooi het apparaat. De deur is te vaak geopend. Open de deur alleen als het nodig is. De functie Super is inge‐ schakeld. Zie de rubriek over "Superfunctie". Er is geen koude luchtcircu‐ latie in het apparaat aanwe‐ zig. Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het appa‐ raat is. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. Er is een fout opgetreden in de temperatuurmeting. Neem contact op met een erkende elektricien of de dichtstbijzijnde klantenservi‐ ce. Stroomindicatielampje knip‐ pert. 16 Bel, wanneer het advies niet tot resultaten leidt, de dichtstbijzijnde klantenservice voor dit merk. 2. Stel de deur, indien nodig, af. Raadpleeg 'Installatie-instructies'. 3. Vervang, indien nodig, de defecte deurafdichtingen. Neem contact op met een erkend servicecentrum. De deur sluiten 1. Maak de afdichtingen van de deur schoon. GELUIDEN SSSRRR! BRRR! CLICK! HISSS! BLUBB! TECHNISCHE GEGEVENS De technische gegevens staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat en op het energielabel. De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt geleverd, biedt een weblink naar de registratie van dit apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd. 17 AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN De installatie en voorbereiding van het toestel voor elke EcoDesign-verificatie moet in overeenstemming zijn met EN 62552. De ventilatievoorschriften, de afmetingen van de uitsparingen en de minimale open afstanden aan de achterzijde moeten voldoen aan de voorschriften van deze gebruikershandleiding in hoofdstuk 3. Neem contact op met de fabrikant voor verdere informatie, inclusief laadplannen. MILIEUBESCHERMING Recycleer de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte afvalcontainer om het te recycleren. Bescherm het milieu en de volksgezondheid en recycleer op een correcte manier het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Smeg S4F092E Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding