Instellen van de timer
Om de timer in te stellen, houdt u de middelste knop lang ingedrukt:
op het display wordt 0.00 weergegeven en het kloksymbool knippert.
Programmeer de timer met behulp van de toets + (de maximale
programmeerbare waarde is 23 uur en 59 minuten). Het aftellen begint
na enkele seconden. Op het display wordt de tijd weergegeven en de
klok blijft branden om te bevestigen dat de timer is ingesteld. Druk
opnieuw op de middelste knop om het aftellen te zien en wijzig het
indien nodig.
Bereidingstijd instellen
Druk na het selecteren van de bereidingsfunctie en -temperatuur met
behulp van de knoppen op de middelste knop: op het display wordt
0.00 weergegeven en het kloksymbool knippert. Druk nogmaals op
de middelste knop: op het display verschijnen achtereenvolgens
en 0.00, en
knippert . Programmeer de bereidingstijd
met behulp van de toetsen + en – (de maximale programmeerbare
waarde is 10 uur). Na enkele seconden geeft het display de tijd
weer en blijft
branden om de instelling te bevestigen. Om de
resterende bereidingstijd weer te geven en indien nodig te wijzigen,
drukt u 2 seconden op de middelste knop en drukt hier vervolgens
nogmaals op. Als de ingestelde tijd om is, wordt het symbool
uitgeschakeld, klinkt het alarm en knippert
op het display. Druk
op een willekeurige toets om het alarm te deactiveren. Stel de functie-
en temperatuurknop weer in op nul en druk twee seconden op de
middelste knop om de bereiding te beëindigen.
Eindtijd bereiding uitstellen
Druk na het selecteren van de bereidingstijd op de middelste knop: op
het display wordt
weergegeven en knipperen achtereenvolgens
de eindtijd van de bereiding en
. Druk op de toets + om de
gewenste eindtijd van de bereiding te bekijken (de bereiding kan
met maximaal 23 uur en 59 minuten worden vertraagd). Na enkele
seconden geeft de display de juiste tijd weer, wordt het symbool
uitgeschakeld en blijft
branden, als bevestiging van de
programmering. Om de eindtijd van de bereiding weer te geven en
indien nodig te wijzigen, drukt u op de middelste knop en drukt u hier
vervolgens nog tweemaal op. Aan het einde van het terugtellen, gaat
het symbool
branden en gaat de oven verder met de geselecteerde
bereidingsfunctie.
• WERKING VAN DE KOOKPLAAT
(raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de kookplaat
wordt geleverd).
Draai de bedieningsknop van de betreffende
kookzone naar rechts op de gewenste stand.
Op het bedieningspaneel bevinden zich 4 knoppen
voor de bediening van de kookplaat. Op de knoppen
worden de verschillende stroomstanden met
nummers aangegeven en de verschillende functies
met symbolen.
GEMATIGD VERWARMEN
Deze functie is geschikt voor het laten rijzen
van deeg, om koude boter zacht te laten worden,
babyzuigflessen of pap warm te houden, om
yoghurt te maken, chocolade te smelten, etc. Is
alleen beschikbaar als het restwarmtelampje brandt.
Controleer eerst of het restwarmtelampje van de
betreffende kookzone brandt. Draai vervolgens de
knop op
. De functie wordt uitgeschakeld door de
stand van de knop te wijzigen.
WARMHOUDEN
Zorgt voor een constante temperatuur van 60
°C tot het einde van de bereidingstijd. Draai de knop
naar
om deze functie te selecteren.
SNELKOKEN
Deze functie zorgt ervoor dat water snel aan de
kook wordt gebracht; de functie blijft een vaste tijd
ingeschakeld. Als de tijd om is, schakelt de kookzone
automatisch terug naar de maximale stroomstand. De
snelkookfunctie kan ook geactiveerd worden nadat
u al op de betreffende kookzone met koken bent
begonnen. Belangrijk: Zorg er alvorens deze functie
te selecteren voor dat de pan op de geselecteerde
kookzone is geplaatst om beschadiging van de
kookplaat te voorkomen. De gespecificeerde
prestatiewaarden voor deze functie worden
gegarandeerd voor alle glaskeramische kookplaten.
Om deze functie in te schakelen zet u de pan eerst
op de geselecteerde kookzone en draait u de knop
vervolgens op
. De functie wordt uitgeschakeld
door de stand van de knop te wijzigen.
MULTIZONE
Is beschikbaar voor de kookzones linksvoor
en linksachter. Breidt het verwarmde gebied van de
kookplaat uit, zodat u grote, ovale of rechthoekige
pannen kunt gebruiken. Om deze functie in te
schakelen: draai de knop op
en wacht tot het
restwarmtelampje van de betreffende kookzone gaat
knipperen. Wacht totdat het lampje sneller begint te
knipperen om de driedubbele zone (indien aanwezig)
in te schakelen. Kies de gewenste stand door de
knop naar links te draaien. Het restwarmtelampje
blijft branden om aan te geven dat de kookplaat is
ingeschakeld. Draai de knop naar
om de functie uit
te schakelen.
Let op: De multizone-functie werkt alleen bij de dubbele en
drievoudige kookzones.