Electrolux ER3229I Handleiding

Type
Handleiding
2222 020-33
I N F O
INSTALLATION - UND GEBRAUCHSANWEISUNGEN
INSTRUCTIONS POUR L’INSTALLATION ET L’EMPLOI
INSTALLATIE - EN GEBRUIKSAANWIJZINGEN
ER 3229 I
ER 3229 I
ER 3229 I
KÜHL- GEFRIERSCHRANK
REFRIGERATEUR - CONGELATEUR
TWEEDEURS - KOELKAST
24
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is
het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaak-
werkzaamheden of het verwisselen van het,
eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint
altijd de steker uit het stopcontact.
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan
achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees
voorzichtig bij het tillen.
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat,
zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton
enzovoorts.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke, kan
verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben;
wacht even.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische schok
bloot kunnen staan.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer, ten
behoeve van de installatie van dit apparaat, mag
uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon
uitgevoerd worden. Het betreffende stopcontact
dient, ook na eventuele onder- of inbouw,
gemakkelijk bereikbaar te zijn. Werkzaamheden
welke door personen zonder de noodzakelijke
kennis uitgevoerd worden, kunnen schade of letsel
tot gevolg hebben.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door de ELGROEP FABRIEKSSERVICE
en laat geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd worden,
kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg
ELGROEP FABRIEKSSERVICE.
Gebruik
Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
De beste resultaten worden bereikt bij een
omgevingstemperatuur tussen +18°C en +43°C
(klasse T); tussen +18°C en 38°C (klasse ST);
tussen +16°C en 32°C (klasse N); +10°C en 32°C
(klasse SN); de klasse staat op het kenplaatje
vermeld.
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden met
de omgevingstemperatuur voor dit type product
maar tevens met de volgende aanwijzingen:
wanneer de omgevingstemperatuur onder de
aangeduide minimum waarde daalt, wordt de
conserveringstemperatuur in het vriesvak niet meer
gegarandeerd; u kunt de bewaarde levensmiddelen
dan het beste zo snel mogelijk nuttigen.
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-ten
mogen, om gezondheidsredenen, niet wederom
ingevroren worden.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen scherpe
voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en schraap
evenmin met metalen voorwerpen rijp of ijs af.
Lekkage ken het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en bederf
van de levensmiddelen veroorzaakt.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriezing
van de inhoud exploderen.
Installatie
Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Belangrijk: Als de voedingskabel beschadigd
raakt, moet de kabel, eventueel met stekers,
vervangen worden; deze onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de fabrikant of het servicecentrum.
De warmte welke het apparaat aan de spijzen en
dranken ontrekt, moet onbelemmerd aan de
omgeving afgestaan kunnen worden. Slechte
ventilatie onder, achter en boven het apparaat
resulteert in slechte koel-en/of vriesrestaties door
ongewild tijdelijk iutschakelen van de kompressor
of onjuiste werking van de absorptieunit .
Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht
25
mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u
verbrandingsletsel door aanraking van hete tot
zeer hete delen.
Afhankelijk van de wijze van transport kan olie
vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid
zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat,
ten minste een half uur alvorens de steker in het
stopcontact te steken. Na achteroverliggend
vervoer ten minste een halve dag. Daarmee
geeft u de olie de gelegenheid in de compressor
terug te vloeien. Apparaten welke van een
absorptie-unit voorzien zijn kunnen direct in
bedrijf genomen worden. Controleer cirka 24 uur
na het in bedrijf stellen of het apparaat naar
behoren werkt.
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als
in de isolatie, geen ozononvriendelijke
stoffen.
Desalniettemin moet het verschrotten van het
apparaat volgens de ten tijde van het
verschrotten en/of recyclen geldende regels
gebeuren .
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn
van het symbool zijn geschikt voor
recycling.
INHOUD
Waarschuwingen en Belangrijke adviezen 24
Aanwijzingzn voor het wegwerpen van
verpakkingsmateriaal 25
Het gebruik 26
Ingebruikname 26
Temperatuurinstelling 26
Koelen van levensmiddelen 26
Het invriezen van verse levensmiddelen 26
Bewaren van diepvriesprodukten 26
Jslaatjes 27
Klimatschakelaar 27
Het ontdooien van ingevroren produkten 27
Verplaatsbare platen 27
Het verplaatsen van deurvakken 27
Tips 27
Tips het koelen 27
Tips het invriezen 28
Tips het diepvriesprodukten 28
Onderhoud 28
Schoonmaken 28
Geprolongeerd stilstand 28
Vervangen van de lamp 29
Het ontdooien 29
Storingen 30
Installatie 30
Plaats van opstelling 30
Elektrische aansluiting 30
Verander de draaizin van de deuren 30
Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw 31
Garantiebepalingen 34
AANWIJZINGZN VOOR HET WEGWERPEN VAN
VERPAKKINGSMATERIAAL
Het verpakkingsmateriaal van onze grote elektische
huishoudelijke apparaten kan met uitzondering van
houten onderdelen, gerecycled worden en dus bij
het kringloopafval worden gezet.
Wij bevelen u aan om:
Papier, karton en golfkarton in de speciale
papierbakken te werpen.
Plastik verpakkingsmateriaal in de speciaal
daarvoor bestemde plastic-containers te gooien.
Indien dit soort bakken in uw buurt nog niet
voorkomen mag u hat materiaal aan de
vuilnisman meegeven.
Als verpakkingsmateriaal gebruiken wij slechts
recycleerbare kunststoffen, zoals bijv.:
In de voorbeelden staatt
PE voor Polyethyleen** 02 = ^ PE-HD; 04 = ^ PE-LD
PP voor Polypropyleen
PS voor Polystyrol
PLASTIC BESTANDDELEN
Om er gemakkelijker achter te komen hoe u het
materiaal van dit apparaat moet wegwerpen en /of
recycleren zijn er op verschillende punten
herkenbare symbolen op aangebracht.
PS
SAN
ABS
02**
PE
05
PP
06
PS
26
Het invriezen van verse
levensmiddelen
n het diepvriesvak kunt u verse
levensmiddelen invriezen en diepvriesprodukten
bewaren.
Indien het invriezen van verse levensmiddelen direkt
na de eerste in gebruikname of na een
schoonmaakbeurt gaat plaatsvinden, draai dan de
klimaatschakelaar
en laat de vriezer tenminste 12
uur leeg vriezen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen in het
bovenste vak; daar is de temperatuur het laagst.
Belangrijk
Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval.
Wij adviseren u om na een stroomuitval de
diepvries-produkten in korte tijd te konsumeren
(een temperatuurstijging verkort de
houdbaarheidsduur van de produkten). De
normale houdbaarheid wordt niet aangetast
indien de stroomuitval kort was (minder dan 6-8
uur) en het vriesvak vol is.
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur
van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog
vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen, waarmee u de
afwerkingen van het apparaat zou kunnen
beschadigen.
Ingebruikname
Steek de steker in de wandkontaktdoos. Open de
deur en draai de thermostaatknop, rechtsom uit de
stand «O» (STOP-stand). De koelkast is nu in
werking.
De werking van de kast kan geheel gestopt worden
door de knop in de stand «O» te draaien.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een hoger cijfer te
draaien. Bij het instellen van de juiste stand dient u
er rekening mee te houden dat de temperatuur in
het apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur;
de frekwentie waarmee de deuren geopend
worden;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Wij adviseren u de knop aanvankelijk op de
midden-stand te draaien.
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de
thermostaatknop in de koudste stand gedraaid
is, bijvoorbeeld ten gevolge van zeer warme
omgevingstemperatuur of het snel willen koelen
van grote hoeveelheden dranken, de
kompressor kontinu loopt, waardoor
automatische ontdooiing van de koelverdamper
niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai, in
dat geval, de thermostaatknop naar een wat
minder koude stand, zodat automatische
ontdooing kan plaatsvinden; hierdoor spaart u
tevens energie.
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
Plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak
het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan cirkuleren.
HET GEBRUIK
Het bewaren van diepgevroren
levensmiddelen
Als u grote hoeveelheden voedsel moet invriezen,
kunt u alle laden en manden uit het apparaat
verwijderen en het voedsel direct op de koelplaten
leggen.Let erop dat u de maximum belading
niet overschrijdt, deze vindt u op de zijkant van het
bovengedeelte (indien voorzien).
27
Het verplaatsen van deurvakken
De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte
aangepast worden. Ga daartoe als volgt te werk:
Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat het loskomt. Daarna
verplaats het vak naar de gewenste hoogte.
D040
Verplaatsbare platen
De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat
u de platen naar wens op verschillende hoogten
kunt plaatsen.
Het ontdooien van ingevroren
produkten
De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al
naar gelang de beschikbare tijd.
Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen
onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook-
of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
Jslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes
voor het maken van ijsblokjes geleverd.
Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes
los te wrikken!
Klimaatschakelaar
Wij adviseren u de klimaatschakelaar in te drukken
(lampje «A» licht op) als de omgevingstemperatuur,
in het vertrek waarin de kast staat, lager dan +16°C
is.
D710
A
TIPS
Tips het koelen
Enkele praktische tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de
lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard
of in plastic- of alluminiumfolie vepakt .
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen,
aardappelen, uien of knoflook niet in de
koelkast.
D759
28
Geprolongeerd stilstand
Wij adviseren u vóór de periode dat de koelkast niet
gebruikt wordt de volgende handelingen uit te
voeren:
neem de steker uit de wandkontaktdoos;
verwijder alle spijzen en dranken uit de kast;
laat de kast geheel ontdooien en maak de
binnenwanden, rekken, korven en dergelijke
goed schoon;
laat de deuren open staan, teneinde het ontstaan
van onaangename geur te voorkomen.
ONDERHOUD
Neem vóór iedere handeling altijd eerst de
steker uit de wandkontaktdoos.
Tips het diepvriesprodukten
Neem de volgende regels in acht:
kontroleer dat de diepvrieprodukten in de winkel
op de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel
mogelijk over naar het vriesvak;
open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk.
Wees heel voorzichtig bij aankoop van
diepvriesprodukten, want gedeeltelijk ontdooide
waren mag u niet opnieuw invriezen.
Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de
vervaldatum van de fabrikant.
Tips het invriezen
Enkele belangrijke tips:
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt
invriezen in 24 uur staat aangegeven op het
“typeplaatje”;
het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze
tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen
toe;
vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en
eerste kwaliteit levensmiddelen in;
verdeel de levensmiddelen in handzame porties.
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooie;
Verpak de levensmiddelen in aluminium- of
kunststoffolie. Sluit de pakjes goed en luchtdicht
af;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren
produkten; de temperatuur van deze laatste zou
daardoor kunnen stijgen;
mager voedsel is ingevroren langer houdbaar
dan vet voedsel; ook zout verkort de
houdbaarheid;
vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit
het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen
verbranden;
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt kontroleren;
plaats geen koolzuurhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak; de
blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
Schoonmaken
Gebruik nooit metalen voorwerpen voor het
schoonmaken van het apparaat; dit zou
beschadigingen tot gevolg kunnen hebben.
Reinig de binnenkant van de kast regelmatig met
lauw sodawater. Lap de wanden na met schoon
water en droog ze zorgvuldig.
Stop op de condensor verhoogt het energieverbruk.
Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de
achterkant van het apparaat met een zachte borstel
of met de stopzuiger voorzichtig schoonmaken.
29
Het ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch
plaats elke keer dat de kompressor stopt. Het
dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje
opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant
van het apparaat boven de kompressor bevindt. Hier
verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal
regelmatig schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen
nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het
staafje dat zich in het gaatje bevindt.
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen,
wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt.
Gebruik hiervoor de meegeleverde plastic spatel.
Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het
apparaat niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te
maken. Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd
heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaatknop op «O» of trek de
steker uit het stopkontakt; omwikkel de
levensmiddelen met meerdere kranten en
bewaar ze op een koele plaats;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere
kranten en bewaar ze op een koele plaats;
3. laat deur open staan;
4. steek de kunststof schraper in de opening onder
het diepvriesvak en plaats daar een schaaltje
onder;
5. Bewaar de schraper na het ontdooien om hem
later te gebruiken; laat de deur open staan;
6. bedenk dat, in verband met uw vloerbedekking,
mogelijk wat dooiwater van de deur kan lopen.
Maak, na het ontdooien, de binnenwanden van
het vriesvak schoon en zeem ze goed droog;
7. draai de thermostaatknop in de gewenste stand
of steek de steker weer in het stopkontakt.
D037
D411
Vervangen van de lamp
Het lampje van de koelkast is op de volgende wijze
bereikbaar:
Schroef het afschermkapje los;
Verwijder het losse deel door er lichte druk op uit
te oefenen (zie figuur).
Indien met open deur het lampje niet brandt, kijk dan
eerst of het soms los in de fitting zit.
Als het lampje dan nog niet brandt,
vervang het dan door een lampje met hetzelfde
vermogen. Het maximale vermogen is op het
afschermkapje aangegeven.
8. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten
weer terugplaatsen.
Belangrijk:
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit
metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen
beschadigen.
Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan
hun houdbaarheidsduur verkorten.
D068/2
30
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrekwentie, welke op het typeplaatje in de kast
staan aangegeven, overeenkomen met de netspan-
ning en de netfrekwentie in uw woning. Een
afwijking op de netspanning tot plus of minus 6% is
toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een
geschikte transformator te gebruiken.
De steker mag alleen geplaatst worden in een
geaard stopkontakt.
De kast is daarom voorzien van een speciaal drie-
aderig snoer, geschikt voor een geaard stopkontakt.
Mocht het stopkontakt in uw woning niet geaard zijn,
dan dient een erkend installateur het apparaat
volgens de geldende normen te aarden.
INSTALLATIE
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen: centrale verwarming, kachels, felle
zonnestralen enz.
Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen.
STORING
Indien het apparaat niet of niet goed funkioneert,
kontroleer dan:
of de steker goed in het stopkontakt zit;
of de elektriciteit soms uitgevallen is;
of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie
hoofdstuk “Het ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan de dichtsbijzijnde
servicedienst.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer
van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich
linksonder aan de binnenzijde van het apparaat
bevindt.
Attentie
Het apparaat moet
van het elektriciteitsnet
afgehaald kunnen worden; de stekker moet dus ook
na de installatie bereikbaar blijven.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-
richtlijnen:
- 87/308 EG-richtlijnvan 2.6.87 met betrekking tot
de radio-ontstoring.
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning)
en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89
(Elektromagnetische compatibiliteit) en
opeenvolgende wijzingen.
Verander de draaizin van de
deuren
De deurdraairichting van het apparaat kan
worden gewijzigd. Daarbij gaat u vóór het
installeren als volgt te werk.
1. Draai de bovenste stift uit en verwijder de
afstandshouder.
2. Neem de bovenste deur los.
31
3. Draai het middelste scharnier en het profiel uit en
bevestig ze aan de andere kant.
4. Bevestig de bovenste deur, de bovenste stift en
de afstandhouder aan de andere kant.
5. Draai de onderste stift uit, verwijder de
afstandhouder en bevestig ze aan de andere
kant.
Aanwijzingen voor de
geïntegreerde inbouw
Nismaten
Hoogte 1780 mm
Diepte 550 mm
Breedte 560 mm
Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig
zijn als aangegeven in Fig. 1.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen
tijdens gebruik niet worden afgedekt.
De nis moet tevens voorzien zijn van een
luchtkanaal met de volgende afmetningen:
diepte 50 mm
breedte 540 mm
50 mm
min.
cm
2
200
200 cm
2
min.
D567
PR01
540
50
B
T
H
Schuif het apparaat in de nis totdat de aanslaglijst
(A) met de voorkant van plafond van de kast
aanlijnt.
A
D023
32
Breng de afdichtstopsels (B) in de gaten in de
deklijsten aan.
Open de deur en druk het apparaat tegen de
zijwand van de nis, aan de kant waar niet de
scharnieren zitten. Bevestig het apparaat met de
vier rneegeleverde schrm even.
Bevestig het ventilatierooster (C).
Breng, onder lichte druk, het dekseltje (D) aan.
Breng, onder lichte druk, de voegafdichting tussen
apparaat en meubel aan.
D
C
D723
D726
B
D724
Geleider (A) tegen de binnenkant van de kastdeur
aan de boven- en onderkant houden volgens de
tekening en de plaats van de buitenste gaten
aangeven. Nadat u de gaten geboord heeft de
geleider met de bijgeleverde schroeven vastzetten.
20 mm
A
50mm
PR166
PR266
A
B
C
D
Onderdelen A, B, C, D scheiden zoals u in de
tekening ziet.
33
Indien de kast lateraal bevestigd wordt aan het
meubel, schroef de schroeven van het profiel (D) los
en plaats dat volgens figuur.
Plaats het dekseltje (E).
D
E
D734
PR33
C
A
Afdekking (C) op geleider (A) vastklikken.
De deur van het apparaat en die van de kast met
een hoek van ongeveer 90° openen. IJzer (B) in
geleider (A) aanbrengen. De deuren samen
vasthouden en de gaten aangeven zoals in de
tekening. De ijzers weghalen en gaten van Ø2 mm.
boren op een afstand van 8 mm. van de buitenrand
van de deur.
Plaats het ijzer opnieuw op de geleider en bevestig
het met de bijgeleverde schroeven.
PR168
PR167/1
D
B
Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u gebruik
maken van de langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren of de deur van het
apparaat goed sluit.
Afdekking (D) op geleider (B) vastklikken.
34
GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE VOOR DE BENELUX
(B-NL en L)
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of
kwitantie te worden getoond of meegezonden.
Algemene garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent één jaar garantie op het op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat,
gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen deze periode een storing voordoet, welke het
gevolg is van een materiaal- en/of constructiefout, heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk gebruik, geldt een algemene garantieperiode van twee
jaar. Accessoires zjn aan directe slijtage onderhevig; deze verbruiksartikelen zjn derhalve van garantie
uitgesloten.
2 Indien binnen de garantietermijn door ELECTROLUX reparaties worden verricht, wordt de
oorspronkelijke garantietermijn niet verlengd. Op reparaties buiten de garantietermijn door
ELECTROLUXverricht, en op de herbeij geleverde, betaalde en gemonteerde onderdelen wordt 1 jaar
garantie verleend.
Indien na drie maal uitvoeren van eenzelfde reparatie, hetzelfde defect opnieuw optreedt en geen
resultaat van een opnieuw uitvoeren van een reparatie verwacht mag worden, zal een nieuw
exemplaar of soortgelijk toestel worden aangeboden. De aanbieding geschiedt tegen bijbetaling op
basis van een te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten,
per definitie: wasautomaten, droogtrommelautomaten, atwasautomaten, koelkasten, diepvrieskasten/-
kisten, ovens, fornuizen en inbouwapparaten.
3a De regeling als bedoeld onder punt 3 geldt ook voor caravankoelkasten, mits de plaats waar zich
het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt en over normale, voor het autoverkeer opengestelde
wegen bereikbaar is. Voorts dient ten tijde van het bezoek het apparaat en de eigenaar, of diens
gemachtigde plaatsvervanger, op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zjn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het apparaat zoals bedoeld onder punt 3 naar haar
servicewerkplaats getransporteerd moet worden, dan geschiedt dit transport op de door de fabrikant
vastgestelde wijze en voor rekening en risico van de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en 3a genoemde apparaten, alsmede apparaten welke wel de betreffende
functionele eigenschappen hebben maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk transport,
dienen franco aan het adres van de servicedienst verzonden of aangeboden te worden. Binnen de
algemene garantieperiode vindt terugzending voor rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de algemene garantieperiode vallend defect aan een apparaat
niet hersteld kan worden, vindt kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel/vries-motorcompressoren (exclusief startrelais en motorbeveiliging) geldt een aflopende
garantieperiode, in geljke percentages van twintig procent perjaar, van vijfjaar na koopdatum van het
op de bijbehorende koopnota vermelde apparaat, met inachtname van volledig kosteloos herstel
binnen de algemene garantieperiode. Na de algemene garantieperiode worden bezoek-, arbeidsloon-
en bijkomende materiaalkosten in rekening gebracht.
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in de
betreffende hieraan voorafgaande punten, is niet van toepassing indien:
- de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste de aankoopdatum en de identificatie van het appa-
raat blijkt, niet getoond kan worden of meegezonden werd;
- het apparaat voor andere, of óók voor andere dan de huishoudel jke doeleinden, waarvoor het
apparaat bestemd is, gebruikt wordt;
- het apparaat niet volgens de aanwijzingen in het installatievoorschrift of de gebruiksaanwijzing
geïnstalleerd, bediend, behandeld of gebruikt wordt;
- het apparaat op ondeskundige wijze door daartoe niet bevoegde personen hersteld of gewijzigd
werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat de beno-
digde tjd voor het uit- en inbouwen samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan worden de hier-
door ontstane extra kosten aan de eigenaar in rekening gebracht.
8b Schade welke ontstaat door het, met toestemming van de eigenaar, op abnormale wijze uit- of
inbouwen van een apparaat, kan niet op de fabrikant of haar servicedienst verhaald worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of zoals breuk van uit- of afneembare delen, welke niet
ten tjde van de aflevering ter kennis van de fabrikant gebracht worden, vallen niet onder garantie.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig, dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige
reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid, en ook
om mogeljke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door per-
sonen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten. Wij adviseren u herstel- en/of
controlewerkzaamheden door uw vakhandelaar of door ELECTROLUX SERVICE te laten uitvoeren en
uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen.
ELECTROLUX SERVICE
Nederland
Vennootsweg 1
2404 CG Alphen aan den Rijn
Postbus 120
2400 AC Alphen aan den Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen
tijdens kantooruren:
Tel.: 0172 - 46 83 00
Fax.: 0172 - 46 83 66
Onderdelenverkoop op werkda-
gen tijdens kantooruren:
Tel.: 0172 - 46 84 00
Fax.: 0172 - 46 83 76
ELECTROLUX SERVICE
België
Bergensesteenweg 719
1520 Halle (Lembeek)
Thuisherstellingen:
Tel.: 02-3630444
Fax: 02-3630400
Wisselstukken:
Tel.: 02-3630555
Fax: 02-3630500
Telex: 22915 eluxbe
ELECTROLUX SERVICE
Luxembourg/
Luxemburg
7, rue de Bitbourg
L-1273 Luxembourg-Hamm
Service après-vente:
Tel: + 352 - 042 43 11
Fax: + 352 - 042 43 14 60
ELECTROLUX SERVICE
35
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13

Electrolux ER3229I Handleiding

Type
Handleiding