Bauknecht WHE2539 T de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
NL
SCHEMA VAN HET APPARAAT (Fig. 1)
A. Handgreep.
B. Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
C. Afdichting.
D. Scheider (indien aanwezig).
E. Dop afvoerkanaal voor dooiwater.
F. Bedieningspaneel.
G. Ventilatierooster van de motor aan de zijkant.
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL (Fig. 2)
1. Rood lampje: als dit knippert, geeft dit een
alarmsituatie aan (zie paragraaf "GIDS HET OPLOSSEN
VAN STORINGEN").
2. Geel lampje: als dit brandt, geeft het aan dat de functie
Turbo freeze ingeschakeld is (zie paragraaf "FUNCTIE
TURBO FREEZE")
3. Groene lampjes: geven aan dat het apparaat in werking
is, de ingestelde temperatuur en de eventuele
inschakeling van de functie snel invriezen ("Shopping").
4. Instellingstoets: voor het aanpassen van de ingestelde
temperatuur, voor de in-/uitschakeling van de functie
snelvriezen ("Shopping") en voor de in-/uitschakeling van
de functie "Turbo freeze".
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Het door u aangeschafte apparaat is ontworpen voor
huishoudelijk gebruik en tevens:
- voor gebruik in keukens van werkplaatsen, winkels en/of
kantoren
- in landbouwbedrijven
- in hotels, motels, appartementen en bed & breakfasts
voor gebruik door individuele klanten.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het
conserveren van diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Dit apparaat moet volgens wettelijke voorschriften
geaard worden. De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen,
dieren of voor schade aan voorwerpen die veroorzaakt
is door het niet in acht nemen van deze voorschriften.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet
beschadigd is, of de deur perfect sluit en of de afdichting
niet vervormd is. Uw leverancier dient in geval van
schade binnen 24 uur op de hoogte te worden gesteld.
2. Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in
werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen
laten functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting
door een gekwalificeerd technicus worden verricht
overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het apparaat voordat u het
gebruikt.
• Controleer voordat u het apparaat op het
elektriciteitsnet aansluit, of de spanning overeenkomt
met de gegevens op het serienummerplaatje op de
achterkant van het apparaat.
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de
elektrische aansluiting.
INSTALLATIE
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en
het apparaat. (Fig. 3)
Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater
(indien aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (E).
Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat,
dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand
en 7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten. (Fig. 4)
Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig).
INGEBRUIKNEMING VAN HET APPARAAT
Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet.
Het groene lampje ("Min") gaat branden.
Het rode lampje (1) knippert, omdat de temperatuur
binnenin het apparaat nog niet voldoende koud is om er
levensmiddelen in te plaatsen. Dit lampje gaat normaal
gesproken binnen zes uur na het inschakelen van het
apparaat uit.
Leg de levensmiddelen alleen in het apparaat als het
rode lampje gedoofd is.
Opmerking: de afdichting sluit de vriezer hermetisch af,
dus u kunt de deur van het apparaat niet onmiddellijk na
sluiting weer openen. U moet enkele minuten wachten
voordat u de deur van het apparaat weer opent.
REGELING VAN DE TEMPERATUUR
Stel de gewenste temperatuur in met toets (4).
Ga, om de temperatuur van het apparaat in te stellen, als
volgt te werk:
Druk meerdere malen op toets (4). Bij elke druk op de
toets wordt de ingestelde temperatuur op cyclische
wijze bijgewerkt tussen de waarden "Optimum", "Min",
"Max" en "Shopping".
Kies "Max" als u een lagere conserveringstemperatuur
wenst.
In het geval van een gedeeltelijke lading, adviseren wij u
"Optimum" te kiezen om het energieverbruik te
optimaliseren.
De groene lampjes (3) geven de gekozen instelling aan
volgens het volgende schema:
Optimum: minder koude
temperatuur
(linker lampje brandt).
Min.: gemiddelde temperatuur
(rechter lampje brandt).
Max.: extra lage temperatuur
(beide lampjes branden).
Shopping: Snelvriezen
(beide lampjes branden). Zie
paragraaf "Invriezen van verse
levensmiddelen".
Opmerking: Als de stroom uitvalt, blijven de instellingen
(behalve die van de functie "Turbo Freeze") hoe dan ook in
het geheugen. De tijd die nodig is om de ingestelde
temperatuur ook werkelijk in de vriezer te bereiken, kan
variëren naar gelang de klimaatomstandigheden en de
gekozen instelling.
FUNCTIE TURBO FREEZE
Met de functie Turbo Freeze kan de invriestijd van
levensmiddelen die in de bijgeleverd korf gelegd zijn met
50% verkort worden.
Om deze functie te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1) Zet de bijgeleverde korf aan de rechterkant van de
sticker die is weergegeven in de afbeelding.
2) De korf is voorzien van een scheidingswand, waardoor
er 2 zones ontstaan. De kleinste zone van de korf (die
onder de ventilator geplaatst moet worden), moet leeg
gelaten worden, om de correcte werking van de
ventilator mogelijk te maken. Leg de in te vriezen
levensmiddelen in de grootste zone van de korf (die in
de richting van de voorkant van het apparaat gezet
moet worden).
3) Sluit de deur van het apparaat.
4) Schakel de functie Turbo Freeze in door op het
bedieningspaneel de toets (4) gedurende ongeveer 3
seconden ingedrukt te houden. Het gele lampje (2) gaat
branden. Als het gele lampje (2) brandt, dan betekent
dit dat de functie ingeschakeld is. De functie wordt
automatisch uitgeschakeld nadat de tijd die nodig is om
de levensmiddelen correct in te vriezen verstreken is
(ongeveer 6 uur).
Als het lampje Turbo Freeze uit gaat, is de functie niet
langer ingeschakeld en kunnen de levensmiddelen uit de
korf gehaald worden. Wanneer de functie wordt
uitgeschakeld, dooft het gele lampje (2) en wordt de
eerder gekozen temperatuursinstelling hersteld.
Let op:
- Wanneer de functie is ingeschakeld is het normaal dat het
apparaat iets meer lawaai maakt.
- Na het inschakelen van de functie kan deze handmatig
worden uitgeschakeld door opnieuw de toets (4)
gedurende ongeveer 3 seconden ingedrukt te houden.
Sticker die de
plaats voor de korf
aangeeft
Plaats waar de
korf gezet moet
worden
Ventilator Turbo Freeze
Kleine zone van de korf
(bedoeld voor onder de
ventilator)
Interne scheidingswand
van de korf
Grote zone van de korf
(bedoeld voor het in te vriezen
voedsel)
I
NVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Voorbereiding van verse levensmiddelen om in te
vriezen
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen
in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic
verpakking, polyethyleen bakjes met deksel,
diepvriesbakken die geschikt zijn voor invriezen.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer
goede kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst
invriezen, om de voedingsstoffen, de structuur, de
consistentie, de kleur en de smaak te behouden.
Warme levensmiddelen altijd laten afkoelen voordat u ze
in het apparaat legt.
Invriezen van verse levensmiddelen
Plaats de in te vriezen levensmiddelen direct tegen de
verticale wanden van het apparaat:
A) - in te vriezen levensmiddelen,
B) - reeds ingevroren levensmiddelen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen niet direct tegen de
al ingevroren levensmiddelen aan.
Voor beter en sneller invriezen raden wij u aan de
levensmiddelen in kleine pakjes te verdelen; dit is ook
nuttig op het moment van gebruik van het ingevroren
voedsel.
1.Schakel, minstens 24 uur voordat u verse
levensmiddelen invriest, de functie snelvriezen
("Shopping") in, door herhaaldelijk op de toets (4) te
drukken tot beide groene lampjes (3) gaan knipperen.
2.Leg het in te vriezen voedsel in het vriesvak en houd de
deur gedurende 24 uur gesloten. Na verloop van die
tijdsperiode kunnen de levensmiddelen als ingevroren
worden beschouwd.
De functie snelvriezen ("Shopping") kan uitgeschakeld
worden door op toets (4) te drukken en een andere
temperatuursinstelling te kiezen.
Als u dit niet doet, wordt de functie na ongeveer 50 uur
automatisch uitgeschakeld, waarbij de laatst gekozen
instelling (die gedurende minstens 1 minuut ingeschakeld is
geweest) voordat de instelling "Shopping" werd gekozen,
wordt hersteld.
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat.
Classificatie van de ingevroren levensmiddelen
Leg de ingevoren levensmiddelen in de vriezer en classificeer
ze; geadviseerd wordt om de datum van conservering op de
verpakking te schrijven, zodat u weet voor welke datum u
het product moet consumeren. De houdbaarheidsdatum in
maanden wordt in fig. 6 voor iedere voedselcategorie
aangegeven.
Adviezen voor het bewaren van diepvriesproducten
Let bij het kopen van diepvriesproducten op de volgende
punten:
De verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in
beschadigde verpakkingen bedorven kan zijn. Als een
pakje bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het
product niet onder optimale omstandigheden bewaard en
kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid.
Diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht
en in isolerende tassen worden vervoerd.
Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de
vriezer.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot
een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
De aanwijzingen op de verpakking voor het conserveren
van diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries ze
niet opnieuw in, tenzij het ontdooide levensmiddel
gebruikt wordt voor de bereiding van een gerecht dat
gekookt wordt. Nadat het ontdooide levensmiddel
gekookt is, mag het opnieuw worden ingevroren.
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van de vriezer niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant van de
vriezer te plaatsen. Op deze manier kunt u de
snelheid waarmee de temperatuur stijgt beperken.
VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de installatie
de voedingskabel niet beschadigt.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak, omdat het
glas kan breken.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer
komen, omdat deze zo koud zijn dat ze brandwonden
kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer de vriezer niet op plaatsen waar deze aan direct
zonlicht blootstaat of in de buurt van warmtebronnen;
hierdoor neemt het energieverbruik toe.
Plaats geen spuitbussen of houders die drijfgas of
brandbare stoffen bevatten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht
ontvlambare stoffen in de buurt van het product of
andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen
die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies
veroorzaken.
Installeer het product waterpas op een vloer die het
gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor
de afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde
ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in
ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende
waarden ligt, die gebaseerd zijn op de klimaatklasse die
op het typeplaatje staat aangegeven (Fig. 7). Het is
mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het
voor een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een
hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
Het is raadzaam het apparaat aangesloten te laten, ook als
het voor korte tijd leeg is.
Let er bij het verplaatsen van het apparaat op dat de vloer
niet beschadigd wordt (bv. parket). Om het apparaat
makkelijker te kunnen verplaatsen, wordt geadviseerd om
het indien mogelijk eerst leeg te maken.
Opmerking: Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Gebruik geen andere mechanische systemen of middelen
om het ontdooiproces te versnellen dan door de fabrikant
zijn aanbevolen.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant
van het apparaat, behalve als dit aanbevolen is door de
fabrikant.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door kinderen onder de 8 jaar en personen
met beperkte fysieke, sensorische of verstandelijke
vermogens, of zonder ervaring of kennis van het
apparaat, behalve als zij tijdens het gebruik
instructies ontvangen van of begeleid worden door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
Om het risico van opsluiting en verstikking te
vermijden, mag het kinderen niet worden
toegestaan in het apparaat te spelen of zich hierin
te verstoppen.
De voedingskabel mag alleen door gekwalificeerd
personeel of door de Klantenservice worden
gewijzigd of vervangen.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters.
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen
worden afgekoppeld door de stekker uit het
stopcontact te trekken of via de tweepolige
schakelaar die voor het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen
niet in (indien bijgeleverd).
Open de deur van het apparaat zo weinig mogelijk.
Dit apparaat is uitgerust met "skin condenser"-
technologie: de condenseenheid is geïntegreerd
binnen de wanden van de vriezer. Hierdoor kunnen
de wanden aan de zij- en voorkant warm zijn als het
apparaat werkt. Dit verschijnsel is geheel normaal
en vermindert de mogelijke condensvorming in
moeilijke omgevingsomstandigheden (zie de
paragraaf "Storingen opsporen").
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Wij raden u aan de vriezer te ontdooien wanneer het ijs op
de wanden 5-6 mm dik is geworden.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Haal de levensmiddelen uit het apparaat en bewaar ze
op een koele plaats of in een isolerende tas.
Laat de deur van het apparaat openstaan.
Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (indien
aanwezig) (Fig. 8).
Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (indien
aanwezig) en plaats hem zoals aangegeven in figuur 8.
Gebruik de scheider als opvangbank voor het dooiwater
(indien aanwezig) en leg deze binnenin het apparaat (D)
zoals in fig. 8. Als er geen scheider aanwezig is, gebruik
dan een lage bak.
U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel
het ijs op de wanden van het apparaat los te maken.
Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
Gebruik, om onherstelbare schade aan het
vriesvak te voorkomen, geen puntige of scherpe
metalen voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig.
Droog de binnenkant van het apparaat zorgvuldig
af.
Zet na afloop van het ontdooien de dop weer op zijn
plaats.
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder het ijs dat zich op de bovenste randen
gevormd heeft (zie Storingen opsporen).
Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien
aanwezig).
Voordat u begint met het onderhoud van uw
apparaat, dient u de stekker uit het stopcontact te
halen. Gebruik geen schuurpasta's of schuursponsjes,
vlekkenmiddelen (bv. aceton, trichloorethyleen), of
azijn om het product te reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren,
wordt geadviseerd om het tenminste eenmaal per
jaar te reinigen en te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE (INDIEN
AANWEZIG)
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de
aanwijzingen van de afbeelding en in de aangegeven
volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw
lampje met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat
aan op het elektriciteitsnet.
OPSPOREN VAN STORINGEN
1. Het rode controlelampje knippert.
• Is de stroom uitgevallen?
• Heeft de ontdooiing plaatsgevonden?
• Is de deur van het apparaat goed gesloten?
• Is het apparaat in de buurt van een warmtebron
geplaatst?
• Zijn het ventilatierooster en de condensator schoon?
2. Alle lampjes knipperen gelijktijdig.
• Neem contact op met de Klantenservice.
3. Het apparaat maakt erg veel lawaai.
• Staat het apparaat perfect waterpas?
• Staat het apparaat tegen andere meubels of
voorwerpen die trillingen kunnen veroorzaken?
• Is de verpakking van de onderkant van het apparaat
verwijderd?
Opmerking: Een zacht geluid dat veroorzaakt wordt door
de circulatie van het koelgas, ook nadat de compressor is
gestopt, moet als absoluut normaal beschouwd worden.
4. De lampjes zijn uit en het apparaat werkt niet.
• Is de stroom uitgevallen?
• Zit de stekker goed in het stopcontact?
• Is het netsnoer intact?
5. De lampjes zijn uit en het apparaat werkt.
• Neem contact op met de Klantenservice.
6. De compressor werkt voortdurend.
• Zijn er warme levensmiddelen in het apparaat gezet?
• Heeft de deur van het apparaat lange tijd open
gestaan?
• Is het apparaat in een te warme ruimte of in de buurt
van een warmtebron gezet?
• Is de functie "Shopping" ingeschakeld? (groene lampjes
(3) knipperen) en/of de functie Turbo Freeze (geel
lampje brandt)?
7. Te veel ijsvorming op de bovenste randen.
• Zijn de doppen van de afvoer van het dooiwater goed
op hun plaats gezet?
• Is de deur van het apparaat goed gesloten?
• Is de afdichting van de deur van het apparaat
beschadigd of vervormd? (zie hoofdstuk "Installatie")
• Zijn de 4 afstandsstukken verwijderd? (zie hoofdstuk
"Installatie")
8. Condensvorming op de buitenwanden van het
apparaat.
• Condensvorming is normaal onder bepaalde
klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid
hoger dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd is in
vochtige en slecht geventileerde ruimtes. Dit heeft
echter geen negatieve invloed op de prestaties van
het apparaat.
9. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is
niet overal even dik.
• Dit is normaal.
MILIEUTIPS
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en
draagt het recyclingsymbool. Voor de verwerking moeten
de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen
enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden
gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden
gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake
Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier
als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve
consequenties voor het milieu en de menselijke gezondheid
te voorkomen.
Het symbool op het product of op de bijbehorende
documentatie geeft aan dat dit product niet als
huishoudelijk afval mag worden behandeld. In plaats
daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt
voor recycling van elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt
onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de
deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke
voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar een
speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar dagen,
aangezien het voor kinderen een bron van gevaar kan
opleveren. Voor nadere informatie over de behandeling,
terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht
contact op te nemen met het stadskantoor in uw
woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het
product heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a
(HFC) of R600a (HC), zie serienummerplaatje in het
apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een
natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het
milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom
noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het
koelcircuit niet beschadigd zijn.
Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas bevatten dat
onder het Protocol van Kyoto valt; het koelgas zit in een
hermetisch verzegeld systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal verwarmingsvermogen
(GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van
voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming
met de Verordening (EG) nr. 1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt
gebracht in overeenstemming met:
- veiligheidsvoorschriften van de "Laagspanningsrichtlijn"
2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere
verordeningen vervangt);
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn
2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer
het op de juiste wijze op een efficiënt werkende installatie
is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is
geaard.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het
ongemak is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het
apparaat dan opnieuw uit en herhaal de handeling na een
uur.
3. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met
de Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord
SERVICE op het typeplaatje op de achterkant van het
apparaat)
uw volledige adres en
uw telefoonnummer.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5

Bauknecht WHE2539 T de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor