Yamaha RX-V657 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale
prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze
handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de
handleiding op een veilige plek zodat u er later nog
eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit
de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht
en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van
tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm
aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de
achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere
elektrische apparatuur, motoren of transformatoren
om storend gebrom te voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en
plaats het toestel niet in een omgeving met een
hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een
luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich
binnenin het toestel condens vormt, wat zou
kunnen leiden tot elektrische schokken, brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het
toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot
staat aan druppelende of spattende vloeistoffen.
Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel
kunnen doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar
deze brand, schade aan dit toestel en/of
persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze
elektrische schokken voor de gebruiker en/of
schade aan dit toestel kunnen veroorzaken
wanneer de vloeistof daaruit in het toestel
terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken,
gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt.
Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog
wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het
toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het
stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het
ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor
oververhit raken wat kan leiden tot schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars,
knoppen en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt,
moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het
snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische
oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen.
Gebruik alleen een schone, droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven
voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger
voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden
tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk
letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit
toestel met een ander voltage dan hetgeen
aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient
u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer
het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te
brengen of het te repareren. Neem contact op met
erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u
vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer
in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult
gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het
stopcontact te halen.
16 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN” over veel voorkomende
vergissingen bij de bediening voor u de conclusie
trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/
ON te drukken om dit toestel uit (standby) te
schakelen en de stekker uit het stopcontact te
halen.
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten
zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het
toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde
standby-stand. In deze toestand is het toestel
ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te
verbruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
1
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
KENMERKEN ....................................................... 2
VAN START........................................................... 3
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening......... 3
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 4
Voorpaneel................................................................. 4
Afstandsbediening ..................................................... 6
Gebruiken van de afstandsbediening......................... 7
Display voorpaneel.................................................... 8
Achterpaneel............................................................ 10
LUIDSPREKER SETUP ..................................... 11
Opstelling van de luidsprekers................................. 11
Luidspreker-aansluitingen ....................................... 12
AANSLUITINGEN .............................................. 15
Voor u componenten gaat aansluiten.......................15
Aansluiten van videocomponenten.......................... 16
Aansluiten van audiocomponenten.......................... 19
Aansluiten van de FM en AM antennes .................. 21
Aansluiten van het netsnoer..................................... 22
Instelling luidsprekerimpedantie .............................23
Inschakelen van de stroom....................................... 23
AUTO SETUP....................................................... 24
Inleiding................................................................... 24
Optimalisatie-microfoon setup ................................ 24
Beginnen van de setup............................................. 25
WEERGAVE ........................................................30
Basisbediening.........................................................30
Selecteren van geluidsveldprogramma’s................. 32
Selecteren van ingangsfuncties................................36
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO ..................38
Automatisch en handmatig afstemmen....................38
Zenders voorprogrammeren..................................... 39
Selecteren van voorkeuzezenders............................ 41
Omwisselen van voorkeuzezenders.........................42
Ontvangen van Radio Data Systeem zenders..........43
Overschakelen naar een bepaalde Radio Data
Systeem functie ...................................................44
De PTY SEEK functie............................................. 45
De EON functie ....................................................... 46
OPNEMEN............................................................ 47
GELUIDSVELDPROGRAMMA
BESCHRIJVINGEN.........................................48
Voor film/video bronnen ......................................... 48
Voor muziekmateriaal ............................................. 50
GEAVANCEERDE BEDIENING.......................51
Selecteren van de OSD (in-beeld display)
weergavefunctie................................................... 51
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 51
Handmatig instellen van de luidsprekersniveaus.....52
SET MENU............................................................53
Gebruiken van het SET MENU............................... 55
1 SOUND MENU.................................................... 56
2 INPUT MENU...................................................... 61
3 OPTION MENU................................................... 63
UITGEBREID SETUP MENU............................65
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING.................................67
Set bedieningstoetsen ..............................................67
Instellen van afstandsbedieningscodes.................... 68
Bedienen van andere componenten......................... 69
Overschakelen naar een alternatieve code............... 70
Wissen van ingestelde afstandsbedieningscodes..... 70
ZONE 2 ..................................................................71
Zone 2 aansluitingen................................................ 71
Afstandsbediening vanuit Zone 2............................ 72
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD
INSTELLINGEN ..............................................74
Wat is een geluidsveld............................................. 74
Veranderen van instellingen .................................... 74
GELUIDSVELD PARAMETER
BESCHRIJVINGEN.........................................76
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN.......................81
TERUGZETTEN OP DE
FABRIEKSINSTELLINGEN..........................86
WOORDENLIJST................................................87
Audioformaten......................................................... 87
Geluidsveldprogramma’s......................................... 88
Audio informatie...................................................... 88
Videosignaal informatie .......................................... 89
TECHNISCHE GEGEVENS...............................90
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
KENMERKEN
2
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(0,06% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 )
Voor: 95 W + 95 W
Midden: 95 W
Surround: 95 W + 95 W
Surround Achter: 95 W + 95 W
Kenmerken geluidsveld
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de
creatie van geluidsvelden
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic
IIx decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Overige kenmerken
YPAO: YAMAHA Parametric Room Acoustic
Optimizer voor automatische instelling van uw
luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
Een SET MENU met items waarmee u dit toestel
optimaal kunt aanpassen aan uw Audio/Videosysteem
8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe
weergave van analoge en PCM bronnen
De in-beeld displayfunctie maakt de bediening van dit
toestel gemakkelijk
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video in-/uitgangsaansluitingen
Videosignaal conversie (composiet video S-video
component video) voor de monitor uitgang
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Slaaptimer
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes
Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam
van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg
van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, “Surround EX” en het dubbele-D symbool
zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
“DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken
van Digital Theater Systems, Inc.
KENMERKEN
VAN START
3
INLEIDING
Nederlands
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen de goede
kant op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Opmerkingen over batterijen
Vervang alle batterijen tegelijk wanneer u n van de volgende
dingen merkt: dat het bereik van de afstandsbediening afneemt,
dat de indicator niet knippert, of dat het licht van de indicator
zwakker wordt.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de
informatie op de verpakking aandachtig door, want de
verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
VAN START
Meegeleverde accessoires
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-AU XDVD
AMP
POWERPOWER
REC
AUDIO
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
SET MENU
BAND SRCH MODE
FAVOR.
MEMORY
ON SCREEN
LEVEL
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
ENTER
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
PRESET/CH
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
Afstandsbediening
Batterijen (4)
(AAA, R03, UM-4)
AM ringantenne
FM binnenantenne
Optimalisatie-microfoon
75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter
(Alleen bij modellen voor het V.K.)
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1
3
2
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het
geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen
gewist is, dient u nieuwe batterijen in de
afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
4
1 STANDBY/ON
Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer u
het toestel aan zet, hoort u een klik, waarna het 4 a
5 seconden duurt voor er geluid wordt weergegeven.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, wordt er nog steeds een
heel klein beetje stroom verbruikt zodat er gereageerd kan
worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
2 OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde microfoon aansluiten voor
gebruik met de AUTO SETUP functie (zie bladzijde 24).
3 Sensor voor de afstandsbediening
Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening.
4 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt.
5 A/B/C/D/E, NEXT
Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren
(A t/m E) wanneer het toestel in de tunerfunctie (radio)
staat.
Hiermee selecteert u het in te stellen luidsprekerkanaal
wanneer het toestel niet in de tunerfunctie staat.
6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL –/+
Hiermee stelt u een voorkeuzezender, nummer 1 t/m 8, in
wanneer er in de tunerfunctie op het display op het
voorpaneel naast de aanduiding van de radioband een
dubbele punt (:) te zien is. U stemt hiermee af op de
gewenste frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet
getoond wordt.
Hiermee kunt u het niveau instellen van het
luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met A/B/C/D/E
(NEXT) wanneer het toestel niet in de tunerfunctie (radio)
staat.
7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM)
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen.
8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO)
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit).
9 VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer aansluiten. Om de
signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
MAIN
ZONE ON/OFF
ZONE 2
DISPLAY
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
CATEGORY
SEARCH MODE
EFFECT
XM
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
31452609
J
KHGEBACDF I
L
78
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
5
INLEIDING
Nederlands
0 VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
Dit heeft geen invloed op het REC OUT niveau.
A PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting
Via deze aansluiting kunt ongestoord luisteren met een
hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit,
zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de
PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
B SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voor-
luidsprekers aangesloten op de A en/of B aansluitingen op
het achterpaneel aan of uit.
C PRESET/TUNING (EDIT)
Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h
(LEVEL –/+) heen en weer tussen voorkeuzezenders en
gewoon afstemmen.
D STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT
is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of
multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de
bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect.
E FM/AM
Hiermee schakelt u over naar een andere radioband
wanneer het toestel in de tunerfunctie (radio) staat.
F PROGRAM
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de
weergave van de lage/hoge tonen regelen (samen met
TONE CONTROL).
G TONE CONTROL
Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor
de linker en rechter voorkanalen, het midden- en aanwezigheidskanaal
en voor het subwooferkanaal (zie bladzijde 31).
H INPUT MODE
Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, DTS, ANALOG)
voor het soort signaal dat u wilt weergeven wanneer een
bepaalde component verbonden is met twee of meer van
de ingangsaansluitingen (zie bladzijde 36) van dit toestel.
I INPUT keuzeknop
Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt
luisteren of kijken.
J MULTI CH INPUT
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron. Indien geselecteerd, zal de MULTI CH INPUT
signaalbron voorrang krijgen over een met INPUT (of met de
ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron.
K PURE DIRECT
Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of
uit (zie bladzijde 35).
L ZONE ON/OFF toetsen
MAIN
Hiermee kunt u het toestel bedienen vanuit de hoofdruimte
(zie bladzijde 72).
ZONE 2
Hiermee kunt u de bediening van dit toestel overschakelen
om de component in de tweede ruimte te bedienen
(Zone 2) (zie bladzijde 72).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
6
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven.
Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING”
op bladzijde 67 als u andere componenten wilt kunnen
bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
2 CODE SET
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie
bladzijde 68).
3 Ingangskeuzetoetsen
Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en
bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt.
4 Geluidsveldprogramma/cijfertoetsen
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren.
Wanneer het toestel in de tunerfunctie staat, kunt u met de
cijfertoetsen 1 t/m 8 direct voorkeuzezenders selecteren.
Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met
surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 34).
Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en
6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie
bladzijde 33).
Gebruik PURE DIRECT om de PURE DIRECT
weergavefunctie aan of uit te zetten (zie bladzijde 35).
5 SPEAKERS A/B
Met elke druk op de bijbehorende toets kunt u de set voor-
luidsprekers die is verbonden met de A en/of B
aansluitingen op het achterpaneel in- of uitschakelen.
6 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
niveau in te stellen.
7 Cursortoetsen u / d / j / i / ENTER
Hiermee kunt u geluidsveldparameters of SET MENU
onderdelen selecteren en instellen.
Druk op i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te kiezen
wanneer het toestel in de tunerstand (radio) staat.
Druk op u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
kiezen wanneer het toestel in de tunerstand (radio) staat.
8 RETURN
Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij
instellingen via het SET MENU.
9 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening signalen uitzendt.
0 STANDBY
Hiermee zet u het toestel uit (standby).
A SYSTEM POWER
Hiermee zet u het toestel aan.
Afstandsbediening
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-AUXDVD
AMP
POWERPOWER
REC
AUDIO
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
SET MENU
BAND SRCH MODE
MEMORY ON SCREEN
LEVEL
A-E/CAT. A/B/C/D/E
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
ENTER
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
PRESET/CH
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
9
0
A
B
C
D
E
F
H
I
1
2
3
4
5
7
8
6
G
J
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7
INLEIDING
Nederlands
B SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen.
C MULTI CH IN
Hiermee selecteert u een multikanaals ingangssignaal bij
gebruik van een externe decoder (enz.).
D AMP
Selecteren van de AMP functie. U moet de AMP functie
kiezen om het hoofdtoestel zelf te bedienen.
E VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
F MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten.
G NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 35).
H STRAIGHT (EFFECT)
Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer
STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen
(2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden
weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder
enig toegevoegd effect.
I SET MENU
Hiermee schakelt u de SET MENU functie in.
J Toetsen voor Radio Data Systeem radio-
ontvangst
FREQ/TEXT
Druk op deze toets wanneer het toestel een Radio Data
System zender ontvangt om te schakelen tussen de PS
functie, PTY functie, RT functie, CT functie (als de zender
deze Radio Data System gegevens verzorgt) en/of het
frequentiedisplay (zie bladzijde 44).
PTY SEEK MODE
Druk op deze toets om het toestel in de PTY SEEK functie
te zetten (zie bladzijde 45).
PTY SEEK START
Druk op deze toets om het zoeken naar een geschikte
zender te laten beginnen nadat u het gewenste
programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK
functie (zie bladzijde 45).
EON
Druk op deze toets om automatisch af te stemmen op een
radioprogramma van het door u gewenste type (NEWS,
INFO, AFFAIRS, SPORT) (zie bladzijde 46).
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
Richt de afstandsbediening op de sensor op het toestel dat
u wilt bedienen.
Omgaan met de afstandsbediening
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem
niet op de volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen,
zoals naast de verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
Gebruiken van de
afstandsbediening
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
EFFECT
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
30 30
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD
MD/CD-R
TUNER
V-AUX
DVD
AMP
POWERPOWER
REC
AUDIO
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
SET MENU
LEVEL
4321
8
10
7
09
65
EFFECT
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
PRESET/CH
BAND
SRCH MODE
MEMORY ON SCREEN
A-E/CAT. A/B/C/D/E
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSIC
STEREO
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
ENTER
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
Ongeveer 6 m
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8
1 Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
2 VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 36).
3 SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 31).
4 Signaalbron indicators
Een cursorstreepje geeft aan welke signaalbron wordt
weergegeven.
5 Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
6 CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert.
7 YPAO indicator
Licht op tijdens de automatische set-up en wanneer de
automatische luidspreker-instellingen onveranderd
worden gebruikt.
8 AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
9 TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender.
0 STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal
ontvangt en de AUTO indicator brandt.
A MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden.
B MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld.
C VOLUME niveau-aanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
D PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
E STANDARD indicator
Licht op wanneer Surround Standaard of Surround
Enhanced is geselecteerd (zie bladzijde 34).
F NIGHT indicator
Licht op wanneer u de nacht-luisterfunctie selecteert.
G SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer beide
sets luidsprekers worden geselecteerd.
H Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten.
I HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma
selecteert.
J Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
Display voorpaneel
PHONOCDTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
96
24
q
PL
q
EX
q
PL
MATRIX DISCRETE
SILENT CINEMA
NIGHT
ZONE2STANDARD
AUTO
YPAO
PS
HOLD
RT CT EONPTYPTY
TUNED STEREO MUTE
VOLUME
MEMORY
SLEEP
VIRTUAL
PCM
q
PL x
A B
SP
mS
dB
ft
dB
96/24
HiFi DSP
LFE
LCR
SL SB SR
q
DIGITAL
t
123456789 A B C0
O
IJ M
KNLED
FH
G
P
DSP aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9
INLEIDING
Nederlands
K SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld.
L 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal
ontvangt.
M LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
N Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
O ZONE 2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld.
P Radio Data Systeem indicators
De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd
door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment
op is afgestemd zullen oplichten.
EON licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data
Systeem zender die EON gegevens aanbiedt.
PTY HOLD licht op wanneer er met de PTY SEEK
zoekfunctie naar zenders wordt gezocht.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
10
1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 19 voor details.
2 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
3 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 16 en 18 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 Antenne-aansluitingen
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
5 PRESENCE/ZONE 2 luidspreker-
aansluitingen
Zie bladzijde 12 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
6 REMOTE IN/OUT aansluitingen
Zie bladzijde 71 voor details.
7 CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting die alleen voor
handelsdoeleinden bedoeld is.
8 AC OUTLET(S)
Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van
stroom voorzien (zie bladzijde 22).
9 DIGITAL INPUT aansluitingen
Zie de bladzijden 16, 18 en 19 voor details.
0 MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 17 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
A ZONE 2 OUTPUT aansluitingen
Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge
signalen. Zie bladzijde 71 voor details.
B PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 20 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 12 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
Achterpaneel
AUDIO AUDIO
DIGITAL
INPUT
DVD
DVD
CD
COAXIAL
DTV/CBL
MD/CD-R
MD/CD-R
SUB
WOOFER
SURROUND
BACK
SURROUND
FRONT
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
MD/
CD-R
CD
DVD
VIDEO
MONITOR
OUT
DTV/
CBL
DVD
COMPONENT VIDEO
PR PB Y
75 UNBAL.
FM
ANT
AM
ANT
GND
TUNER
DTV/
CBL
IN
VCR 1
OUT
IN
DVR/
VCR 2
OUT
CENTER
DIGITAL
OUTPUT
MULTI CH INPUT
ZONE 2
OUTPUT
VIDEO S VIDEO
VIDEO S VIDEO
MONITOR OUT
FRONT
SUB
WOOFER
FRONT
A
B
CENTER SINGLE
PRE OUT
SURROUND
SURROUND
BACK
PRESENCE/
ZONE 2
CONTROL
OUT
AC OUTLETS
SWITCHED
+12V
15mA MAX.
SPEAKERS
SURROUND
CENTER
SURROUND BACK
OPTICAL
REMOTE
OUT
IN
12 3 47865
90 A B C
XM
XM
LUIDSPREKER SETUP
11
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Hieronder ziet u de standaard ITU-R
*
opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
*
ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie
van de ITU (International Telecommunication Union).
Voor-luidsprekers (FR en FL)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op
gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een midden-
luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg
ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn
ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze
luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo
dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct
erboven of eronder.
Surround-luidsprekers (SR en SL)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op
de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit
elkaar plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde
afstand uit elkaar moeten plaatsen als de voor-
luidsprekers.
Subwoofer
Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een
effectieve versterking van de lage tonen in de diverse
weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal
in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling
van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage
tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen.
Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om
weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA
DSP (zie bladzijde 48). Deze effecten bestaan onder meer
uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het
scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect.
Plaats deze luidsprekers voor in de kamer, ongeveer 0,5 –
1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar binnen gericht
en ongeveer 1,8 m boven de vloer.
LUIDSPREKER SETUP
Opstelling van de luidsprekers
60˚
30˚
PL
PR
SBR
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
30 cm of meer
1,8 m
1,8 m
12
LUIDSPREKER SETUP
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+”
(rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden
weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave
onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm wilt
gebruiken moet u de luidsprekerimpedantie
van dit toestel instellen op 4 Ohm instellen
voor u het systeem gaat gebruiken (zie
bladzijde 23).
Zet het toestel uit voor u de luidsprekers gaat
aansluiten.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en
zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel
en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als
dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet
de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm
vandaan.
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere
door een andere kleur, of misschien een streep, groef of
ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.)
draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en
uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–”
(zwarte) aansluitingen.
1 Strip ongeveer 10 mm isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerdraden.
2 Draai de blootgekomen draadjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
3 Schroef de knop los.
4 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
5 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Verbinden met de PRESENCE/ZONE 2 of
PRESENCE luidspreker-aansluitingen
1 Doe het lipje open.
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3 Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad
vast te zetten.
Luidspreker-aansluitingen
LET OP
10 mm
1
2
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3
4
5
2
1
3
13
LUIDSPREKER SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
FRONT
SUB
WOOFER
FRONT
A
B
CENTER SINGLE
PRE OUT
SURROUND
SURROUND
BACK
PRESENCE/
ZONE 2
SPEAKERS
SURROUND
CENTER
SURROUND BACK
231
6 7 10
98
4 5
Subwoofer-
systeem
Midden-
luidspreker
Voor-luidsprekers (A)
Surround achter-
luidsprekers
LinksRechts
LinksRechts
Surround-luidsprekers
Voor-
luidsprekers
(B)
LinksRechts
LinksRechts
Aanwezigheidsluidsprekers
U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid
kunnen produceren.
De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en werken alleen
wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES of Dolby Pro Logic IIx decoder is ingeschakeld.
De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen
geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn.
14
LUIDSPREKER SETUP
FRONT aansluitingen
U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen (6,
7) aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem
gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B
aansluitingen verbinden.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker (8) aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u surround-luidsprekers (4, 5) aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker (1) aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u surround achter-luidsprekers (9, 10)
aansluiten. Als u slechts één surround achter-luidspreker
gebruikt, verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen.
PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u zg. aanwezigheidsluidsprekers (2, 3)
aansluiten.
*
Als u één van de modellen voor de V.S., Canada, Australië, het
V.K. of Europa gebruikt, kunt u deze luidsprekers ook als Zone
2 luidsprekers gebruiken (zie bladzijde 71).
1
6
7
8
9
2
3
5
4
10
Opstelling van de luidsprekers
AANSLUITINGEN
15
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan
op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de
componenten gemaakt zijn.
Kabelaanduidingen
Analoge aansluitingen
Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u
via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge
aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe
transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS
ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component
zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting
verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de analoge
ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier
zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL)
ingangsaansluitingen binnenkomende signalen alleen via de
DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen worden weergegeven.
Stofkapje
Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de
optische glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje
niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt,
dient u het stofkapje er weer op te doen. Dit kapje
beschermt de aansluiting tegen stof en vuil.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw
beeldscherm. De signalen die binnenkomen via de
S VIDEO aansluitingen worden automatisch omgezet
voor weergave via de VIDEO aansluitingen. Wanneer
VIDEO CONV. op ON (zie bladzijde 63) is ingesteld,
zullen signalen die binnenkomen via de VIDEO
aansluitingen kunnen worden gereproduceerd via de
S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Op
dezelfde manier kunnen signalen die binnenkomen via de
S VIDEO aansluitingen ook worden gereproduceerd via
de COMPONENT VIDEO aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen voor een betere beeldkwaliteit.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en
kleurverschil (P
B, PR) gescheiden videosignalen voor de
beste beeldkwaliteit.
Wanneer er zowel signalen binnenkomen via de S VIDEO als via
de VIDEO aansluitingen, krijgen de via de S VIDEO aansluiting
binnenkomende signalen voorrang.
AANSLUITINGEN
Voor u componenten gaat
aansluiten
Opmerking
LET OP
S
V
O
Y
P
B
PR
L
R
C
linker analoge bedrading
rechter analoge bedrading
optische kabels
coaxiale bedrading
videobedrading
S-videobedrading
Voor analoge signalen
Voor digitale signalen
Voor videosignalen
component videokabels
Opmerking
VIDEO
S VIDEO
COMPONENT VIDEO
P
R
P
B
Y
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
Signaalschema binnenin het toestel
Alleen wanneer VIDEO CONV. op
ON (aan) staat (zie bladzijde 63).
Uitgang
(MONITOR OUT)
Ingang
16
AANSLUITINGEN
Aansluitingen voor DVD weergave
U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw videomonitor indien VIDEO CONV. (zie
bladzijde 63) is ingesteld op OFF. Wanneer u bijvoorbeeld uw videomonitor op dit toestel heeft aangesloten via een VIDEO aansluiting,
dient uw videocomponenten ook via VIDEO aansluitingen met dit toestel te verbinden. (Zelfs wanneer VIDEO CONV. op OFF is
ingesteld, zullen S-videosignalen die worden ontvangen van uw videocomponent automatisch door dit toestel worden omgezet naar
composiet videosignalen.)
Aansluiten van videocomponenten
Opmerking
AUDIO
DIGITAL
INPUT
DVD
DVD
COAXIAL
DVD
VIDEO
MONITOR
OUT
DVD
COMPONENT VIDEO
PR PB Y
VIDEO S VIDEO
VIDEO S VIDEO
MONITOR OUT
LRC
O
S
P
R PB Y
V
DVD-speler
Beeldscherm
Optische uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Video ingang
Coaxiale uitgang
17
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 8 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en links en rechts SURROUND BACK en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een
multiformaat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en
zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de linker en rechter voorkanalen worden weergegeven.
Opmerkingen
SUB
WOOFER
SURROUND
FRONT
CENTER
MULTI CH INPUT
LRLR
SUB
WOOFER
SURROUND
BACK
SURROUND
FRONT
CENTER
MULTI CH INPUT
LR LRLR
Multiformaat-speler/
externe decoder
Voor 6-kanaals ingangssignalen
Voorkanaal
uitgang
Surroundkanaal
uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
Voorkanaal
uitgang
Surroundkanaal
uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
uitgang
Surround-
achter uitgang
Voor 8-kanaals ingangssignalen
18
AANSLUITINGEN
Aansluitingen voor andere videocomponenten
U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw videomonitor indien VIDEO CONV. (zie
bladzijde 63) is ingesteld op OFF. Wanneer u bijvoorbeeld uw videomonitor op dit toestel heeft aangesloten via een VIDEO
aansluiting, dient uw videocomponenten ook via VIDEO aansluitingen met dit toestel te verbinden. (Zelfs wanneer VIDEO CONV. op
OFF is ingesteld, zullen S-videosignalen die worden ontvangen van uw videocomponent automatisch door dit toestel worden omgezet
naar composiet videosignalen.)
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van opnamen
moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik maken van dezelfde soorten aansluitingen (bijv. S-Video).
VIDEO AUX aansluitingen (op het
voorpaneel)
Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen, zoals
spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op dit toestel.
Opmerkingen
AUDIO
DIGITAL
INPUT
COAXIAL
DTV/CBL
VIDEO
DTV/
CBL
COMPONENT VIDEO
P
R
P
B
Y
DTV/
CBL
IN
VCR 1
OUT
VIDEO S VIDEO
VIDEO S VIDEO
MONITOR OUT
MONITOR
OUT
O
LR
LR LR
S
V
S
V
V
S
P
R PB Y
Kabel TV of
satellietontvanger
DVD-recorder of
videorecorder
Audio
uitgang
Video uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
Video ingang
Audio ingang
Beeldscherm
Video ingang
of of
VIDEOS VIDEO OPTICALL AUDIO R
VIDEO AUX
O
V
S
L
R
Spelcomputer
of
videocamera
Video uitgang
Audio uitgang L
Audio uitgang R
Optische uitgang
S-Video uitgang
19
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluitingen voor audiocomponenten
Aansluiten van audiocomponenten
AUDIO
DIGITAL
INPUT
CD
COAXIAL
MD/CD-R
MD/CD-R
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
MD/
CD-R
CD
DIGITAL
OUTPUT
OPTICAL
L
R
L
R
O
L
R
O
C
CD-speler
MD-recorder of
cassettedeck
Coaxiale uitgang
Audio uitgang
Audio ingang
Optische ingang
Audio uitgang
Optische uitgang
20
AANSLUITINGEN
Aansluiten op een externe versterker
Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt
opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt
gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluiten.
Wanneer er audio tulpstekkers zitten in de PRE OUT
aansluitingen voor weergave via een externe versterker, mag u
niets aansluiten op de corresponderende SPEAKERS
aansluitingen. Zet het volume van de op dit toestel aangesloten
versterker op de hoogste stand.
De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT
en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van
de TONE CONTROL instellingen.
Als SPEAKERS A uit staat en SP B op ZONE B (zie
bladzijde 64) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden
geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen.
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
3 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
4 SURROUND BACK PRE OUT aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen op lijnniveau.
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System.
Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende luidspreker-aansluiting.
Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf. U kunt het volumeniveau ook regelen met
de afstandsbediening (zie “Handmatig instellen van de
luidsprekersniveaus” op bladzijde 52).
Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de SPEAKER SET (zie bladzijde 56) en
LFE/BASS OUT (zie bladzijde 57) instellingen.
Opmerkingen
Opmerkingen
FRONT
SUB
WOOFER
CENTER SINGLE
PRE OUT
SURROUND
SURROUND
BACK
123
5
4
21
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
2 Houd het lipje ingedrukt
zodat u de AM
antennedraden in de AM
ANT en GND aansluitingen
kunt steken.
3 Stel de AM ringantenne zo op
dat u de beste ontvangst
verkrijgt.
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een
buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende
YAMAHA dealer of service-centrum naar de mogelijkheden
met buitenantennes.
Aansluiten van de 75 Ohm/300 Ohm
antenne-adapter (alleen bij modellen
voor het V.K.)
1 Maak de meegeleverde
75 Ohm/300 Ohm antenne-
adapter open.
2 Strip de buitenmantel
van de 75 Ohm
coaxiale kabel en maak
deze klaar voor het
aansluiten.
3 Knip de
verbindingsdraad door
en verwijder deze.
4 Steek de
binnendraad van
de kabel in de
sleuf en klem de
kabel vast met
een tang.
5 Klik de behuizing weer
dicht.
Aansluiten van de FM en AM
antennes
75
UNBAL.
FM
ANT
AM
ANT
GND
TUNER
AM ringantenne
(meegeleverd)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo
min mogelijk storing dient u de antenne
GND aansluiting goed te aarden. Een
goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in vochtige
g
rond
g
edreven is.
FM binnenantenne
(meegeleverd)
Opmerkingen
11
8
6
Eenheid:
mm
Verbindingsdraad
Klem
Klem
Steek de draad
in de sleuf
22
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact.
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. ................ 1 netstroomaansluiting
Overige modellen ..................... 2 netstroomaansluitingen
Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere
componenten in uw systeem van stroom voorzien. De
stroomvoorziening van de AC OUTLET(S) stopcontacten
wordt geregeld door de STANDBY/ON toets van dit
toestel (of SYSTEM POWER en STANDBY). Deze
aansluiting(en) voorzien de erop aangesloten
componenten van stroom wanneer dit toestel aan staat.
Voor informatie over het maximale vermogen (totale
stroomverbruik van de componenten) zie “TECHNISCHE
GEGEVENS” op bladzijde 90.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit
(standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken wordt,
zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
Aansluiten van het netsnoer
23
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, dient u de
impedantie als volgt in te stellen op 4 of 6 Ohm voor u de
stroom inschakelt.
Zorg ervoor dat het toestel uit (standby) staat.
1 Zet het toestel uit, houd STRAIGHT (EFFECT)
ingedrukt en druk op STANDBY/ON.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreid setup
menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
2 Verdraai PROGRAM om door het menu te
bladeren en selecteer “SP IMP.”.
3 Druk net zo vaak op STRAIGHT (EFFECT) tot
u “4 MIN” heeft geselecteerd.
4 Druk op STANDBY/ON om de stroom uit te
schakelen.
De gemaakte instelling wordt de volgende keer
wanneer u dit toestel aan zet in werking gesteld.
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel
aan zetten.
1 Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM
POWER op de afstandsbediening) om dit
toestel aan te zetten.
2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
Instelling luidsprekerimpedantie
LET OP
EFFECT
STRAIGHT
STANDBY
/ON
Houd ingedrukt
en druk op
PROGRAM
EFFECT
STRAIGHT
STANDBY
/ON
Inschakelen van de stroom
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
EFFECT
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
LEVELNEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
1
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-AU XDVD
AMP
POWERPOWER
VOLUME
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
1
STANDBY
/ON
SYSTEM
POWER
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
AUTO SETUP
24
Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u
zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en
waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op
dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken.
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische
setup luide testtonen worden geproduceerd.
Als de automatische setup stopt en er een foutmelding op het
scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen van
problemen op bladzijde 28 te volgen.
YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste
instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van
uw systeem.
WIRING:
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de
polariteit van elk van de luidsprekers.
SIZE:
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de crossover/hoge afsnijfrequentie in
voor de subwoofer om de weergave van de luidsprekers in
relatie tot de subwoofer te verbeteren.
DISTANCE:
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de
luisterplek en stelt de juiste vertraging in voor elk kanaal
zodat het geluid uit alle luidsprekers op hetzelfde moment
aankomt op de luisterplek.
EQUALIZING:
Stel de frequenties en de niveaus in via de parametrische
equalizers voor de diverse kanalen om interferentie tussen
de kanalen te verminderen en een samenhangend
geluidsveld te creëren. Dit is vooral belangrijk wanneer u
verschillende merken of afmetingen luidsprekers door
elkaar gebruikt of een kamer heeft met afwijkende
akoestische karakteristieken.
De YPAO ijking maakt gebruik van drie parameters
(frequentie, niveau en Q-factor) voor elk van de zeven
banden in de parametrische equalizer voor een zeer
precieze en automatische afregeling van de
frequentiekarakteristieken.
LEVEL:
Controleert en regelt het geluidsniveau (volume) voor elk
van de luidsprekers.
1 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
Nadat u de automatische setup heeft afgemaakt moet u de
optimalisatie-microfoon weer losmaken.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte.
Houd hem daarom uit direct zonlicht.
Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen.
2 Plaats de optimalisatie-microfoon op een
vlak en horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven op uw
normale luisterplek.
Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde
hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden
wanneer u op uw luisterplek zit.
AUTO SETUP
Inleiding
Opmerkingen
Optimalisatie-microfoon setup
Opmerkingen
EFFECT
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
INPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
LEVELNEXT
FM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
EDIT
Opstelling optimalisatie-microfoon
25
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup
(YPAO). Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
y
Als het volume en de crossover/hoge afsnijfrequentie van uw
subwoofer apart ingesteld kunnen worden, zet het volume dan
tussen de 9 en 11 uur stand (bij een draaiknop) en zet de
crossover/hoge afsnijfrequentie zo hoog mogelijk.
1 Zet dit toestel en uw beeldscherm aan.
Controleer of het OSD (in-beeld display) inderdaad
wordt weergegeven.
2 Druk op AMP.
3 Druk op SET MENU.
y
Wanneer MEMORY GUARD is ingesteld op ON,
kunt u geen andere SET MENU items meer selecteren
(zie bladzijde 63).
4 Druk op u / d, selecteer AUTO SETUP en
druk vervolgens op ENTER.
5 Druk op u / d, selecteer SETUP en druk
vervolgens op j / i om de gewenste instelling
te selecteren.
AUTO Om de automatische setup uit te voeren
(YPAO).
RELOAD Om de instellingen van de laatst
uitgevoerde automatische setup
(YPAO) opnieuw te laden en zo
handmatige wijzigingen ongedaan te
maken.
UNDO Om de laatst uitgevoerde automatische
setup (YPAO) ongedaan te maken en
de vorige instellingen te herstellen.
DEFAULT Om de setup parameters terug te zetten
op de fabrieksinstellingen (standaard).
y
U kunt alleen RELOAD of UNDO kiezen wanneer u al een
keer de automatische setup heeft gedaan.
6 Druk op d, selecteer “START” en druk
vervolgens op ENTER om de setup
procedure te laten beginnen.
Het scherm zal al volgt veranderen.
Beginnen van de setup
VOLUME
MIN
MAX
CROSSOVER/
HIGH CUT
50Hz
150Hz
Subwoofer
AMP
MENU
SET MENU
SRCH MODE
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
SET MENU
.;AUTOSETUP
;MANUALSETUP
;SIGNAL INFO.
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
1 AUTO:MENU
. SETUP;;;;;;;AUTO
START

Automatic
processing
of all items
[ ]/[ ]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
p
2 AUTO:CHECK
WIRING
INITIALZING
.
SIZE/DISTANCE.
EQUALIZING.
LEVEL.
CHECK CH=CENTER
|||||;;;;;;;;
[]:Exit
p
.WARNING (3)
RESULT
 SP : 5/4/0.1
 DIST: 10.0/ 12.0ft
 LVL : -9.0/ +6.5dB
.>SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
RESULT:EXIT
1 AUTO:MENU
SETUP;;;;;;;AUTO
.START

Automatic
processing
of all items
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Start
p
p
26
AUTO SETUP
De resultaten zoals getoond op het RESULT:EXIT
scherm zijn als volgt:
SP Het aantal aangesloten luidsprekers in
deze volgorde:
Voor/Achter/Subwoofer
DIST De afstand van de luidsprekers tot dit
toestel in deze volgorde:
Kleinste luidsprekerafstand/Grootste
luidsprekerafstand
LVL De uitgangsniveaus van de luidsprekers
in deze volgorde:
Laagste uitgangsniveau/Hoogste
uitgangsniveau
Als u bij stap 5 AUTO heeft geselecteerd, zal
“WAITING” verschijnen wanneer de automatische
setup wordt begonnen, waarna elk van de luidsprekers
op zijn eigen beurt luide testtonen zal produceren.
Als u bij stap 5 DEFAULT, RELOAD of UNDO
heeft geselecteerd zullen er geen testtonen worden
geproduceerd.
Als er een ERROR scherm verschijnt, raadpleeg dan
Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde 26.
Als er een WARNING scherm verschijnt,
raadpleeg dan “Als er een foutmelding verschijnt”
op bladzijde 27.
y
U kunt gedetailleerde resultaten bekijken door met d en ENTER
“RESULT” te selecteren. Op het scherm met de gedetailleerde
resultaten kunt u door de informatie bladeren met u / d / j / i.
7 Gebruik j / i om SET of CANCEL te
selecteren en druk vervolgens op ENTER om
terug te keren naar het SET MENU scherm.
SET
Om de instellingen van de automatische
setup (YPAO) definitief te maken.
CANCEL Om de automatische setup (YPAO) te
annuleren zonder wijzigingen aan te
brengen.
y
Als u niet tevreden bent met het resultaat, of als u met de hand
bepaalde instellingen wilt wijzigen, kunt u de handmatige setup
gebruiken (zie bladzijde 52).
Als de melding E-10 verschijnt tijdens het testen, dient u de
procedure opnieuw op te starten vanaf stap 3.
•Druk op u om de automatische setup te annuleren voordat deze
klaar is.
Als er een foutmelding verschijnt
Druk op u / d / j / i, selecteer RETRY of EXIT en
druk dan op ENTER.
RETRY Om de automatische setup opnieuw te
proberen.
EXIT Om de automatische setup te verlaten.
Opmerkingen
WARNING (3)
RESULT
 SP : 5/4/0.1
 DIST: 10.0/ 12.0ft
 LVL : -9.0/ +6.5dB
.>SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
RESULT:EXIT
ERROR
.E-9:USER CANCEL
.
.Don't operate
.any function.
.>RETRYEXIT
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
27
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Als er een foutmelding verschijnt
1 Druk op ENTER om gedetailleerde informatie
over de waarschuwing te laten zien.
Druk op j / i om eventueel te schakelen tussen de
verschillende meldingen.
Zie zie bladzijde 29 voor details omtrent de diverse
meldingen.
y
Waarschuwingen stellen u in kennis van potentiële
problemen die tijdens de automatische setup zijn
gedetecteerd. Waarschuwingen zullen de automatische
setup niet annuleren.
Het aantal waarschuwingen wordt rechts naast
“WARNING” getoond.
Wanneer de waarschuwing niet geldt voor een bepaalde
luidspreker, zal “– –” worden getoond.
2 Wanneer u klaar bent, kunt u met ENTER
terugkeren naar het RESULT:EXIT scherm.
Ga door vanaf stap 7 op bladzijde 26.
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers,
de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw
luisterruimte, moet u de automatische setup opnieuw uitvoeren
om uw systeem opnieuw te optimaliseren.
Afhankelijk van de luisteromgeving zal SWFR PHASE:REV
verschijnen in AUTO:CHECK en zal de SUBWOOFER
PHASE parameter in het SET MENU (zie bladzijde 58)
automatisch op REVERSE worden ingesteld. Om de gewenste
instelling te selecteren dient u de SUBWOOFER PHASE
parameter het SET MENU te wijzigen.
Bij de DISTANCE resultaten kan de getoonde afstand groter
zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken
van uw subwoofer.
Opmerkingen
.WARNING (3)
RESULT
 SP : 5/4/0.1
 DIST: 10.0/ 12.0ft
 LVL : -9.0/ +6.5dB
.>SET CANCEL
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
RESULT:EXIT
WARNING:W-1
.<OUT OF PHASE>
.Reverse Channel
.FL __
.CENTER
.PL PR
.SL SR
.SBL SBR
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
W-1 voorbeeldscherm
28
AUTO SETUP
Oplossen van problemen met de automatische setup
Voor de automatische setup
Fouten tijdens de automatische setup
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Connect MIC
De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon
met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
Unplug HP
Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
E-1:NO FRONT SP
Er worden geen L/R voorkanaal signalen
gedetecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKERS A/B.
Controleer de aansluitingen van de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Zet de externe versterker aan (indien de signalen voor
de voor-luidsprekers via een externe versterker
worden weergegeven).
E-2:NO SURR. SP
Er wordt alleen één surroundkanaal
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de surround-
luidspreker.
E-3:NO PRES. SP
Er wordt alleen één aanwezigheidskanaal
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
E-4:SBR->SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT
SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u
slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft.
E-5:NOISY
Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de automatische setup opnieuw wanneer het
stiller is.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-
conditioners (enz.) uit, of zet ze uit de buurt van de
optimalisatie-microfoon.
E-6:CHECK SUR.
Wel surround achter-luidspreker(s) aangesloten,
maar geen L/R surround-luidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u een of
meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt.
Controleer de aansluitingen van de surround-
luidspreker.
E-7:NO MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de automatische setup.
Raak de optimalisatie-microfoon niet aan tijdens de
automatische setup.
E-8:NO SIGNAL
De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen
detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon.
Controleer de aansluiting en de opstelling van de
microfoon.
E-9:USER CANCEL
De automatische setup is geannuleerd door iets
dat de gebruiker gedaan heeft.
Voer de automatische setup opnieuw uit. Raak tijdens
de automatische setup VOLUME (enz.) niet aan.
E-10:INTERNAL
ERROR
Er is een DSP communicatiefout of andere
complicatie opgetreden.
Voer de automatische setup opnieuw uit.
29
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Waarschuwingen na de automatische setup
Druk op j / i om gedetailleerde informatie over individuele waarschuwingen te laten zien.
Als de ERROR of WARNING schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens
de automatische setup opnieuw uit te voeren.
Als de waarschuwing W-1 verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn.
Als de waarschuwingen W-2 of W-3 verschijnen, zijn er geen instellingen verricht.
Als foutmelding E-10 herhaaldelijk verschijnt dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum.
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
W-1:OUT OF PHASE
De polariteit van de luidspreker is niet correct.
Deze melding kan, afhankelijk van de
luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen (+ / –).
W-2:OVER 24m
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is 24 m of meer.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
Controleer de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen (+ / –).
W-3:LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen niveaucorrectie
gemaakt.)
Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle
luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden
verkeren.
Controleer de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen (+ / –).
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit en
vergelijkbaar vermogen.
WEERGAVE
30
1 Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM
POWER op de afstandsbediening) om dit
toestel aan te zetten.
2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
3 Druk op SPEAKERS A of B (of druk op AMP
om de AMP stand te selecteren en druk
vervolgens op SPEAKERS A of B op de
afstandsbediening).
Met elke druk op de toets wordt de bijbehorende set
luidsprekers in- of uitgeschakeld.
4 Selecteer de signaalbron.
Gebruik INPUT (of druk op de ingangskeuzetoetsen
op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron
te selecteren.
De naam van de geselecteerde signaalbron en de
ingangsfunctie worden een paar seconden lang op het
display en het beeldscherm getoond.
5 Start de weergave of stem af op een zender
op de broncomponent.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
6 Zet het volume op het gewenste niveau.
WEERGAVE
Basisbediening
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
EFFECT
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
1 7 43
6
LEVELNEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-AU XDVD
AMP
POWERPOWER
VOLUME
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
MUTE
VOLU ME
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
PRESET/CH
7
3
6
1
4
3,7
STANDBY
/ON
SYSTEM
POWER
Voorpaneel Afstandsbediening
of
SPEAKERS
B
A
09
AB
SPEAKERS
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
AMP
INPUT
CD MD/CD-R
TUNER
V-AUXDVD
AMP
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
VOLUME
A
SP
dB
LR
Geselecteerde signaalbron
Ingangsfunctie
VOLUME
VOLUME
of
Afstandsbediening
Voorpaneel
31
WEERGAVE
Nederlands
BASISBEDIENING
7 Kies, indien gewenst, een
geluidsveldprogramma.
Gebruik PROGRAM (of druk op AMP om de AMP
stand in te schakelen en druk vervolgens
herhaaldelijk op een geluidsveldprogrammatoets) om
een geluidsveldprogramma te selecteren. Zie
bladzijde 48 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Luisteren met een hoofdtelefoon
(“SILENT CINEMA”)
De “SILENT CINEMA” functie stelt u in staat naar
multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief
Dolby Digital en DTS surroundmateriaal, te luisteren met
een normale hoofdtelefoon. “SILENT CINEMA” wordt
automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met
de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s.
Indien ingeschakeld zal de “SILENT CINEMA” indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
Dit toestel kan niet overschakelen naar de “SILENT CINEMA”
functie wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als
signaalbron.
“SILENT CINEMA” staat buiten werking wanneer PURE
DIRECT of 2ch Stereo is geselecteerd, of wanneer de
STRAIGHT functie is ingeschakeld.
Toonregeling
U kunt de tonale kwaliteit regelen
van de weergave via uw
subwoofer, uw linker en rechter
voor-luidsprekers, uw midden-
luidspreker of uw hoofdtelefoon
(indien aangesloten).
Druk herhaaldelijk op TONE
CONTROL op het voorpaneel,
kies tussen TREBLE (hoge
tonen) en BASS (lage tonen) en
daai vervolgens PROGRAM naar
rechts of naar links om de
gekozen tonen te versterken of te verzwakken.
Selecteer TREBLE om de weergave van de hoge tonen
te regelen.
Selecteer BASS om de weergave van de lage tonen te
regelen.
y
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon
worden apart opgeslagen.
TONE CONTROL werkt niet bij weergave via de PURE
DIRECT functie, of wanneer MULTI CH INPUT is
geselecteerd (bladzijde 32).
Wanneer TONE BYPASS op “AUTO” staat (bladzijde 60) en
BASS of TREBLE op 0 dB wordt gezet, zal het audiosignaal
automatisch de toonregelingsschakelingen van dit toestel
onveranderd passeren.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de
afstandsbediening. De MUTE indicator
gaat knipperen op het display op het
voorpaneel.
Druk nog eens op MUTE om de
geluidsweergave te hervatten (of druk
op VOLUME –/+). De MUTE indicator zal van het
display verdwijnen.
y
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt (zie
bladzijde 60).
Opmerkingen
PROGRAM
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
Afstandsbediening
Voorpaneel
of
AMP
Opmerkingen
TONE CONTROL
PROGRAM
MUTE
32
WEERGAVE
Selecteren MULTI CH INPUT
Druk op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) zodat “MULTI CH INPUT” op het
display op het voorpaneel en op de videomonitor
verschijnt.
MULTI CH INPUT
Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display, kan
er geen andere signaalbron worden weergegeven. Om een andere
signaalbron te selecteren met INPUT (of één van de
ingangskeuzetoetsen), dient u op MULTI CH INPUT (of MULTI
CH IN op de afstandsbediening) te drukken zodat de melding
“MULTI CH INPUT” van het display op het voorpaneel
verdwijnt.
Afspelen van video op de achtergrond
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
Als u het geluid van de MULTI CH INPUT aansluitingen wilt
laten weergeven met een videobron, moet u eerst de videobron
selecteren en vervolgens op MULTI CH INPUT (of MULTI CH
IN op de afstandsbediening) drukken.
Bediening via het voorpaneel
Verdraai PROGRAM om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde programma zal verschijnen
op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm.
Opmerking
Opmerking
MULTI CH
INPUT
MULTI CH IN
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
CD MD/CD-R
TUNER
V-AUXDVD
AMP
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
Audiobronnen
Videobronnen
Selecteren van
geluidsveldprogramma’s
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
EFFECT
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
PROGRAM
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
VOLUME
A
SP
dB
HiFi DSP
L R
TV Sports
Programmanaam
PROGRAM
33
WEERGAVE
Nederlands
BASISBEDIENING
Afstandsbediening
Druk op AMP om de AMP stand in te schakelen
en druk vervolgens net zo vaak op één van de
toetsen voor de geluidsveldprogramma’s tot u
het gewenste programma geselecteerd heeft.
De naam van het geselecteerde programma zal verschijnen
op het display op het voorpaneel.
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet op
basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden gebruikt
wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd.
Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz
(met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden
teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s
op kunnen worden toegepast.
Genieten van multikanaals materiaal
Als u een surround achter-luidspreker heeft aangesloten, kunt
u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby
Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
Druk op AMP om de AMP bedieningsfunctie in te
schakelen en druk vervolgens op EXTD SUR. op
de afstandsbediening om te schakelen tussen
5.1- en 6.1/7.1-kanaals weergave.
Om een decoder te selecteren, dient u
herhaaldelijk op j / i te drukken wanneer
PLIIxMusic (enz.) wordt getoond.
Automatisch (AUTO)
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via
6.1/7.1 kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via
6.1/7.1 kanalen worden weergegeven.
Decoders (selecteren met j / i)
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal heeft u de volgende keuzemogelijkheden.
PLIIxMovie
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
7.1 kanalen met de Pro Logic IIx movie decoder.
PLIIxMusic
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen met de Pro Logic IIx music decoder.
EX/ES
Voor weergave van Dolby Digital signalen via 6.1/7.1
kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
DTS signalen worden weergegeven via 6.1/7.1 kanalen
met de DTS-ES decoder.
EX
Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder.
Uit (OFF)
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te
creëren.
y
Wanneer “SUR. B L/R SP” op SMLx1 of LRGx1 (zie bladzijde 57)
is ingesteld, zal het surround achterkanaal worden gereproduceerd
via de linker SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen.
Opmerkingen
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-AU XDVD
AMP
POWERPOWER
VOLUME
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
SET MENU
BAND SRCH MODE
LEVEL
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
ENTER
PRESET/CH
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
AMP
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
VOLUME
A
SP
dB
HiFi DSP
L R
TV Sports
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
AMP
Programmanaam
7
EXTD SUR.
AMP
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
34
WEERGAVE
Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte
signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren.
Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal
afspeelt, dient u met de hand een decoder (PLIIx Movie, PLIIx
Music, EX/ES of EX) te kiezen.
In de volgende gevallen is 6.1-kanaals weergave niet mogelijk,
ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
Wanneer “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 56) of “SUR. B L/R
SP” (zie bladzijde 57) op NONE staat.
Wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
Wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
Wanneer u “2ch Stereo” of PURE DIRECT heeft
geselecteerd.
Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar AUTO.
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B L/R SP” op NONE is ingesteld (zie bladzijde 57).
PLIIxMovie kan niet worden geselecteerd wanneer “SUR. B L/
R SP” op SMLx1 of LRGx1 (zie bladzijde 57) is ingesteld.
Genieten van surroundweergave van
2-kanaals materiaal
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
Druk op AMP om de AMP functie te selecteren en
druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op
de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen de SUR. STANDARD en SUR.
ENHANCED programma’s.
Of druk op MOVIE om het MOVIE THEATER
programma te selecteren.
Druk op SELECT op de afstandsbediening om de
decoder te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het
materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke
voorkeuren.
Wanneer u het SUR. STANDARD programma
selecteert:
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal.
PLII Music
Dolby Pro Logic II verwerking voor muziekmateriaal.
PLII Game
Dolby Pro Logic II verwerking voor spelmateriaal.
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal.
PLIIx Music
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor muziekmateriaal.
PLIIx Game
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor spelmateriaal.
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
Wanneer u het SUR. ENHANCED of MOVIE
THEATER programma selecteert:
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal.
PLIIx Movie
Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal.
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
y
U kunt ook een decoder kiezen met j / i op de afstandsbediening
wanneer het decodertype al op het verkorte display wordt
getoond.
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“SUR. B L/R SP” op NONE is ingesteld (zie de bladzijden 57).
Opmerkingen
AMP
5
STANDARD
4
MOVIE
6
SELECT
Opmerking
35
WEERGAVE
Nederlands
BASISBEDIENING
Luisteren naar High Fidelity
stereoweergave (PURE DIRECT)
PURE DIRECT stelt u in staat de decoders en DSP
processors van dit toestel te passeren en de
videoschakelingen en het display op het voorpaneel uit te
schakelen zodat u de meest natuurgetrouwe weergave
verkrijgt van analoge en PCM bronmateriaal.
Druk op PURE DIRECT (of druk op AMP om de
AMP stand te selecteren en vervolgens op PURE
DIRECT op de afstandsbediening) om de PURE
DIRECT functie te selecteren.
De indicator rond de toets op het voorpaneel licht op.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Druk nog eens op PURE DIRECT om de functie te
annuleren.
De indicator rond de toets op het voorpaneel gaat uit en de
oorspronkelijke instellingen worden hersteld.
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS
gecodeerde CD’s afspelen in deze stand.
Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS)
binnenkomen, zal het toestel automatisch overschakelen naar de
corresponderende analoge signaalbron.
Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer.
De volgende handelingen zijn niet mogelijk met het toestel in
de PURE DIRECT functie:
omschakelen van het geluidsveldprogramma
weergeven van het OSD (in-beeld display)
wijzigen van SET MENU instellingen
alle videofuncties (video-conversie enz.)
PURE DIRECT wordt automatisch geannuleerd wanneer het
toestel uit (standby) wordt gezet.
Middernacht luisterfunctie
De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, bijvoorbeeld wanneer u ’s nachts wilt luisteren,
toch alles te kunnen verstaan. Kies NIGHT:CINEMA of
NIGHT:MUSIC afhankelijk van wat voor materiaal u gaat
afspelen.
Druk op AMP om de AMP functie te selecteren en
druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT op de
afstandsbediening om te kiezen tussen de
bioscoop- (Cinema) of muziekstand (Music).
De NIGHT indicator zal oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de middernacht luisterfunctie is
ingeschakeld.
Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een film
gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack
te verminderen en de gesproken tekst beter
verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
Selecteer OFF als u deze functie niet wilt gebruiken.
Druk op j / i om het effectniveau in te stellen
terwijl NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC getoond
wordt.
Hiermee kunt u regelen hoeveel het dynamisch bereik
wordt gecomprimeerd.
Selecteer MIN voor minimale compressie.
Selecteer MID voor standaard compressie.
Selecteer MAX voor maximale compressie.
y
De NIGHT:CINEMA en NIGHT:MUSIC instellingen worden
apart opgeslagen.
U kunt de middernacht luisterfuncties niet gebruiken met PURE
DIRECT of MULTI CH INPUT (ook al licht de NIGHT
indicator op wanneer PURE DIRECT is geselecteerd).
Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
Opmerkingen
PURE DIRECT
8
PURE DIRECT
Voorpaneel Afstandsbediening
of
AMP
Opmerkingen
10
NIGHT
AMP
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
36
WEERGAVE
Terugmengen naar 2 kanalen
U kunt naar multikanaals bronmateriaal luisteren als
2-kanaals stereoweergave.
Verdraai PROGRAM (of druk op AMP om de AMP
stand te selecteren en vervolgens op STEREO op
de afstandsbediening) om 2ch Stereo te selecteren.
2ch Stereo
y
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
SWFR of BOTH is ingesteld bij “BASS OUT”.
Luiteren naar onveranderde
ingangssignalen
In de STRAIGHT functie zal tweekanaals stereomateriaal alleen
via de linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven.
Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen
worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
Druk op STRAIGHT (of druk op AMP om de AMP
stand te selecteren en vervolgens op STRAIGHT op
de afstandsbediening) om STRAIGHT te selecteren.
STRAIGHT
Druk nog eens op STRAIGHT (EFFECT) zodat
“STRAIGHT” verdwijnt van het display wanneer u de
geluidseffecten weer wilt inschakelen.
Virtual CINEMA DSP
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surround-
luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “SUR. L/R SP” op NONE (zie bladzijde 56), zal Virtual
CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u
een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert.
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking
treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op NONE (zie bladzijde 56):
Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als signaalbron.
Wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt als volgt bepalen wat voor ingangssignalen u wilt
gebruiken.
1 Verdraai INPUT om de gewenste signaalbron
te selecteren.
2 Druk op INPUT MODE om de ingangsfunctie
te selecteren.
In de meeste gevallen kunt u gewoon AUTO
gebruiken.
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
1) Digitale signalen
*
2) Analoge signalen
DTS Alleen DTS gecodeerde digitale
signalen zullen worden geselecteerd.
Als er geen DTS signalen
binnenkomen, zal er geen geluid
worden weergegeven.
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
* Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal
detecteert, zal er automatisch worden overgeschakeld
naar de bijbehorende decoder.
y
U kunt de standaard ingangsfunctie van dit toestel zelf bepalen
(zie bladzijde 62).
Opmerking
1
STEREO
Voorpaneel
of
PROGRAM
Afstandsbediening
AMP
EFFECT
STRAIGHT
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
AMP
Selecteren van ingangsfuncties
INPUT
Voorpaneel
INPUT MODE
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
VOLUME
A
SP
dB
LR
IngangsfunctieSignaalbron
Voorpaneel
37
WEERGAVE
Nederlands
BASISBEDIENING
Wanneer er een DTS-CD/LD wordt afgespeeld, moet u INPUT
MODE op DTS instellen.
Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of
andere manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk
het DTS signaal te decoderen, ook al bestaat er een voor de
speler in kwestie geschikte digitale verbinding tussen de speler
en dit toestel.
Tonen van informatie over de
signaalbron
U kunt het type, de formattering en de
bemonsteringsfrequentie van het huidige ingangssignaal
laten zien.
1 Selecteer de signaalbron.
2 Druk op AMP om de AMP bedieningsfunctie
in te schakelen en druk vervolgens op
STRAIGHT zodat “STRAIGHT” op het display
verschijnt.
STRAIGHT
3 Druk op u / d om de volgende informatie
over het ingangssignaal te laten verschijnen.
(Formattering)De formattering van het signaal wordt
getoond. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt
er automatisch overgeschakeld naar
analoog.
in Aantal bronkanalen in het
ingangssignaal. Bijvoorbeeld een
multikanaals soundtrack met 3
voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond
als “3/2/LFE”.
fs Bemonsteringsfrequentie. Wanneer
het toestel de bemonsteringsfrequentie
niet kan bepalen, zal “Unknown”
verschijnen.
rate Bitsnelheid. Wanneer het toestel de
bitsnelheid niet kan bepalen, zal
“Unknown” verschijnen.
flg Signalering (vlag) die in DTS of
Dolby Digital signalen is
meegecodeerd en die dit toestel in
staat stelt automatisch van decoder te
wisselen.
Opmerkingen
CD MD/CD-R
TUNER
V-AUXDVD
AMP
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
STRAIGHT
ENT.
EFFECT
AMP
vervolgens
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
38
U kunt op 2 manieren afstemmen op een radiozender:
automatisch of met de hand.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
Automatisch afstemmen
1 Verdraai INPUT om TUNER als signaalbron te
selecteren.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L
MONO) zodat de AUTO indicator op het
display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie, of op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de
TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Automatisch en handmatig
afstemmen
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
EFFECT
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
3 312 4
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
INPUT
FM/AM
of
AM
FM
DISPLAY
TUNING MODE
AUTO/MAN'L MONO
AUTO
Licht op
SEARCH MODE
PRESET/TUNING
EDIT
TUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
R
/VCR2
AUTO
TUNED
A
SP
TUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
R
/VCR2
AUTO
TUNED
A
SP
LEVEL
l PRESET/TUNING h
39
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Nederlands
BASISBEDIENING
Handmatig afstemmen
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Handmatig
afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van
de ontvangst te verbeteren.
1 Selecteer TUNER en de gewenste radioband
volgens de stappen 1 en 2 onder
“Automatisch afstemmen”.
2 Druk op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van
het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
3 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt
om de frequentie
doorlopend te laten
veranderen.
Automatisch voorprogrammeren van FM
zenders
Met de automatische voorprogrammering kunt u FM
zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het
toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een
goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een
maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8).
U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende
voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Druk op FM/AM en selecteer de FM band.
2 Druk op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator op
het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
DISPLAY
TUNING MODE
AUTO/MAN'L MONO
AUTO
Verdwijnt
SEARCH MODE
PRESET/TUNING
EDIT
TUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
R
/VCR2
AUTO
TUNED
A
SP
LEVEL
l PRESET/TUNING h
Zenders voorprogrammeren
DISPLAY
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
CATEGORY
SEARCH MODE
EFFECT
XIM
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
231
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
FM/AM
FM
DISPLAY
TUNING MODE
AUTO/MAN'L MONO
AUTO
Licht op
SEARCH MODE
PRESET/TUNING
EDIT
TUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
R
/VCR2
AUTO
TUNED
A
SP
40
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste
3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer en de MEMORY en AUTO
indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden
zal het automatisch voorprogrammeren beginnen
vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde
zender op het display getoond worden.
Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het
maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch
voorprogrammeren niet meer geschikte zenders gevonden worden.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen bij mono-ontvangst en kunt u de zender opslaan via de
procedure onder “Zenders handmatig voorprogrammeren”.
Andere mogelijkheden bij het automatisch
voorprogrammeren:
U kunt instellen vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
FM zenders zal opslaan en/of beginnen met zoeken in
lagere frequenties.
Nadat u bij stap 3 op MEMORY heeft gedrukt:
1 Druk op A/B/C/D/E en dan op PRESET/TUNING l / h
om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de
eerst gevonden zender zal worden opgeslagen. Het
automatisch voorprogrammeren stopt wanneer
voorkeuzenummer E8 bereikt is.
1 Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele
punt (:) te laten verdwijnen en druk dan op PRESET/
TUNING l om te zoeken in lagere frequenties.
Zenders handmatig voorprogrammeren
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (8 zenders
in 5 groepen, A1 t/m E8) voorprogrammeren.
1 Stem af op een zender.
Zie bladzijde 38 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
Wanneer er is afgestemd op een zender zal de
bijbehorende frequentie op het display getoond
worden.
2 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM).
De MEMORY indicator knippert ongeveer
5 seconden lang.
3 Druk, terwijl de MEMORY indicator knippert,
net zo vaak op A/B/C/D/E (NEXT) tot u de
gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) heeft
geselecteerd.
De letter van de gekozen groep zal nu verschijnen.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
Opmerkingen
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het stopcontact
is, of wanneer de stroomvoorziening tijdelijk wordt
onderbroken door een stroomstoring. Wanneer echter de
stroomvoorziening langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de voorkeuzezenders gewist worden. In een
dergelijk geval zult u de zenders opnieuw op één van de
aangegeven manieren moeten opslaan.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
AUTO
TUNED
VOLUME
MEMORY
A
SP
dB
L R
DISPLAY
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
CATEGORY
SEARCH MODE
EFFECT
XIM
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
43 2,5
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED
VOLUME
A
SP
dB
LR
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
Knippert
CATEGORY
NEXT
A/B/C/D/E
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED
VOLUME
MEMORY
A
SP
dB
LR
Voorkeuzegroep
41
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Nederlands
BASISBEDIENING
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
5 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het
voorpaneel terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
De radioband en de
frequentie voor deze zender
verschijnen op het display,
samen met de door u
geselecteerde
voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
6 Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere
zenders op te slaan.
Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald
nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender
onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
1 Druk op A/B/C/D/E (NEXT) (of A/B/C/D/E i op
de afstandsbediening) om de gewenste
voorkeuzegroep te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
Opmerkingen
LEVEL
l PRESET/TUNING h
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED
VOLUME
MEMORY
A
SP
dB
LR
Voorkeuzenummer
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED
VOLUME
MEMORY
A
SP
dB
LR
Laat zien dat de getoonde zender is opgeslagen als
C3.
Selecteren van voorkeuzezenders
DISPLAY
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
CATEGORY
SEARCH MODE
EFFECT
XIM
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
2
1
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
REC
AUDI O
MENUTITLE
SET MENU
BAND SRCH MODE
MEMORY ON SCREEN
LEVEL
A-E/CAT. A/B/C/D/E
STRAIGHT
1009
ENT.
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
DISPLAYRETURN
ENTER
PRESET/CH
2
1
CATEGORY
NEXT
A/B/C/D/E
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
42
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
2 Druk op PRESET/TUNING l / h ( of
PRESET/CH u / d op de afstandsbediening)
om het voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie, en de TUNED
indicator zal oplichten.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender
“A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1”.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”.
2 Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste
3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
LEVEL
l PRESET/TUNING h
CDTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED
A
SP
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
Omwisselen van voorkeuzezenders
DISPLAY
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
CATEGORY
SEARCH MODE
EFFECT
XIM
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
2,4 1,31,3
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
SEARCH MODE
PRESET/TUNING
EDIT
CDTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED MEMORY
A
SP
43
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Nederlands
BASISBEDIENING
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
4 Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT).
De zenders onder de twee voorkeuzenummers
worden nu omgewisseld.
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door
FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data
Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk.
Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data
Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY
(Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON
(Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken)
wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
PS (Programma Service naam) functie
De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is
afgestemd zal worden getoond.
PTY (Programmatype) functie
Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen 15
soorten programma’s.
RT (Radio Tekst) functie
Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk,
naam van de artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender
waar u op afgestemd heeft kan tot maximaal 64 alfanumerieke
tekens, inclusief het trema, op het display worden getoond.
Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT gegevens,
zullen deze worden aangegeven met een streepje (_).
CT (Klok Tijd) functie
De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt.
In het geval deze gegevens wegvallen, kan “CT WAIT” verschijnen.
EON (Enhanced Other Networks;
Verbeterde service andere netwerken)
Zie “De EON functie” op bladzijde 46.
CDTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED MEMORY
A
SP
LEVEL
l PRESET/TUNING h
CATEGORY
NEXT
A/B/C/D/E
CDTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED
A
SP
SEARCH MODE
PRESET/TUNING
EDIT
Ontvangen van Radio Data
Systeem zenders
NEWS Nieuws
AFFAIRS Actualiteiten
INFO Algemene informatie
SPORT Sport
EDUCATE Educatief
DRAMA Theater
CULTURE Cultuur
SCIENCE Wetenschap
VARIED Licht amusement
POP M Pop
ROCK M Rock
M.O.R. M Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M Licht klassiek
CLASSICS Klassiek
OTHER M Overige muziek
44
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Er zijn vier manieren waarop de Radio Data Systeem
gegevens getoond kunnen worden. De PS, PTY, RT en/of
CT indicators die corresponderen met de Radio Data
Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd
worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel.
1 Druk op TUNER op de afstandsbediening om
dit toestel in de tunerfunctie (radio) te zetten.
2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de diverse Radio Data
Systeem gegevens te bekijken die worden
verzorgd door de huidige zender.
Druk pas op FREQ/TEXT wanneer er een Radio Data Systeem
indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets
kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De
reden hiervoor is dat het toestel dan nog niet alle relevante
Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender.
U kunt natuurlijk geen Radio Data Systeem gegevens selecteren
die niet worden verzorgd door de zender in kwestie.
Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem
gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met
name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig,
dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is,
terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY enz.) wel
naar behoren functioneren.
Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal
geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen.
Druk in een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van het display
verdwijnt. Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt
overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data
Systeem gegevens verschijnen wanneer u overschakelt naar de
Radio Data Systeem functie.
Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden
terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is
het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht
plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” op
het display op het voorpaneel verschijnt.
Overschakelen naar een bepaalde
Radio Data Systeem functie
TUNER
FREQ/TEXT
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
Afstandsbediening
Opmerkingen
45
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Nederlands
BASISBEDIENING
U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het
toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een
zender die een programma van dat type aan het uitzenden
is.
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
1 Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
Het type van het programma dat op dit moment wordt
ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het
display op het voorpaneel.
Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog
een keer op PTY SEEK MODE te drukken.
2 Druk op PRESET/TUNING l / h (of op
PRESET/CH u / d op de afstandsbediening)
om het gewenste programmatype te
selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
3 Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl er naar een geschikte zender
gezocht wordt.
Druk nog eens op PTY SEEK START om het zoeken
te annuleren.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender
gevonden is die een programma van het
geselecteerde type uitzendt.
Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt
u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het
toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die
het gewenste programmatype uitzendt.
De PTY SEEK functie
DISPLAY
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
CATEGORY
SEARCH MODE
EFFECT
XIM
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
2
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
REC
AUDI O
DISC SKIP
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
EFFECT
ON SCREEN
1,3
2
MENUTITLE
SET MENU
LEVEL
DISPLAY
RETURN
A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
STARTMODE PTY SEEK
Afstandsbediening
Knippert
LEVEL
l PRESET/TUNING h
PRESET/CH
A/B/C/D/E
ENTER
Afstandsbediening
of
Voorpaneel
POP M
STARTMODE PTY SEEK
PTY HOLD
Afstandsbediening
Licht op
46
AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO
Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die
worden uitgezonden door het Radio Data Systeem
zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype
selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit
toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio
Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste
type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en
overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de
uitzending van het gewenste soort programma begint.
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de
tunerfunctie te zetten.
Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft
afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens
aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal
de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten.
1 Controleer of de EON indicator inderdaad
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht, dient u af te
stemmen op een andere Radio Data Systeem zender
waarbij de EON indicator wel gaat branden.
2 Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS of
SPORT) te selecteren.
Het geselecteerde programmatype verschijnt op het
display op het voorpaneel.
Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender begint met de uitzending van een
programma van het gewenste type, zal het toestel
automatisch van het huidige programma daarnaar
overschakelen. (De EON indicator knippert.)
Wanneer de uitzending van het programma van het
geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer
terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een
ander programma op dezelfde zender).
Annuleren van deze functie
Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype
meer op het display op het voorpaneel staat.
De EON functie
Opmerking
REC
AUDI O
DISC SKIP
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE
PTY SEEK
DISPLAY
RETURN
A-E/CAT.
2
ON SCREEN
EON
Afstandsbediening
OPNEMEN
47
Nederlands
BASISBEDIENING
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te
worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg
eventueel de handleidingen van de betreffende
componenten.
1 Zet dit toestel en alle aangesloten
componenten aan.
2 Selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen.
3 Start de weergave (of stem af op een zender)
op de broncomponent.
4 Start de opname op de opnemende
component.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen
tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De instellingen van TONE CONTROL, VOLUME,
“SPEAKER LEVEL” (bladzijde 58) en eventuele
geluidsveldprogramma’s hebben geen invloed op de opnamen.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron
via de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
S-video- en composiet videosignalen worden gescheiden
verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of
kopiëren van videosignalen van een component die alleen is
aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een
composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of
alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw VCR.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT
aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen
gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (L/R)
aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die
binnenkomen via de AUDIO IN (L/R) aansluitingen niet
gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw
signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten,
kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen
opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via
hetzelfde REC OUT kanaal. (Het ingangssignaal van VCR 1 IN
wordt bijvoorbeeld niet gereproduceerd via VCR 1 OUT.)
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in
het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van
platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk
beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal
rustende rechten.
Speciale overwegingen bij het opnemen
van DTS materiaal
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u
probeert digitale opnamen te maken van de DTS
bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit
toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen,
moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u
de volgende instellingen te verrichten.
Voor DVD’s en CD’s met DTS gecodeerd materiaal en
met een speler die geschikt is voor DTS weergave, dient u
de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te
stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
OPNEMEN
DISPLAY
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
CATEGORY
SEARCH MODE
EFFECT
XIM
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
12
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-AU XDVD
AMP
POWERPOWER
VOLUME
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
1
2
INPUT
CD MD/CD-R
TUNER
V-AUXDVD
AMP
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
of
Voorpaneel Afstandsbediening
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede of
gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het
materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze
signalen de weergave zelf storen.
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
48
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer preciese digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke geluidsbron (stereo of multikanaals). Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven. De meeste van deze geluidsveldprogramma’s zijn preciese digitale nabootsingen van de werkelijke
akoestische omstandigheden in beroemde concertzalen, theaters en bioscopen.
y
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet de
ingangsfunctie op AUTO (zie bladzijde 36) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het
binnenkomende ingangssignaal.
De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de
weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en voorkeuren, niet alleen op basis van de naam van het programma.
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide
geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH”
aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz.
De manier waarop een programma geselecteerd kan worden hangt mede af van het type
geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s verwijzen
we u naar “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 32 t/m 36.
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Opmerkingen
Voor film/video bronnen
Toets
afstandsbediening
Programma Kenmerken Bronnen
1
STEREO:
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen (links en rechts) of geeft
2-kanaals materiaal onveranderd weer.
MULTI
2-CH
2
MUSIC:
POP/ROCK
Dit programma produceert een enthousiaste atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u
echt bij een jazz of rock concert bent.
3
ENTERTAINMENT:
TV Sports
Alhoewel het aanwezigheidsveld relatief smal is, zorgt het surround geluidsveld
voor de akoestiek van een grote concertzaal. Dit effect verbetert de
geluidsweergave van allerlei TV programma’s, zoals nieuws, amusementsshows,
muziek- en sportprogramma’s.
ENTERTAINMENT:
Mono Movie
Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals
oude films). Het programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook
alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
ENTERTAINMENT:
Game
Dit programma geeft de geluidsweergave bij videospelletjes een diepe en
ruimtelijke dimensie.
49
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
Nederlands
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
4
MOVIE THEATER:
Spectacle
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld,
zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en
gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt
lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd
videomateriaal (vooral groots opgezette films).
MULTI
2-CH
MOVIE THEATER:
Sci-Fi
CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van
gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction
films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de
koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele
geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat
gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
MOVIE THEATER:
Adventure
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is ideaal voor een preciese reproductie
van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het
geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het
geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
MOVIE THEATER:
General
CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van
70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door een
zacht en weids geluidsveld.
5
SUR. STANDARD
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. ENHANCED
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
Toets
afstandsbediening
Programma Kenmerken Bronnen
50
GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN
U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz.
De manier waarop een programma geselecteerd kan worden hangt mede af van het type
geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s verwijzen
we u naar “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 32 t/m 36.
Voor muziekmateriaal
Toets
afstandsbediening
Programma Kenmerken Bronnen
1
STEREO:
2ch Stereo
2-kanaals (links en rechts) weergave.
2-CH
STEREO:
7ch Stereo
Wordt gebruikt om stereomateriaal weer te geven via alle luidsprekers (in
stereo). Dit geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
2
MUSIC:
Hall in Vienna
HiFi DSP verwerking. Een klassieke doosvormige concertzaal met
ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen
voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
MULTI
2-CH
MUSIC:
The Bttm Line
HiFi DSP verwerking. Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in “The
Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300
mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en
levendige weergave.
MUSIC:
The Roxy Thtr
HiFi DSP verwerking. Het ideale programma voor levendige, dynamische
rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de
“hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de
zaal.
3
ENTERTAINMENT:
Disco
HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een
wervelende disco in het hart van een grote stad. De geluidsweergave is
krachtig en zeer geconcentreerd. Het wordt ook gekenmerkt door een grote
energie en directheid.
5
SUR. STANDARD
Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder.
SUR. ENHANCED
Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder.
GEAVANCEERDE BEDIENING
51
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
U kunt de bedieningsinformatie van dit toestel op een beeldscherm
laten weergeven. Als u de SET MENU en geluidsveldprogramma
instellingen op een beeldscherm laat weergeven, zijn de
beschikbare mogelijkheden en parameters veel makkelijker af te
lezen dan op het display op het voorpaneel.
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk herhaaldelijk op ON SCREEN om de
OSD weergavefunctie te veranderen.
De instelling van de OSD
weergavefunctie verandert als
volgt: volledige weergave, verkorte
weergave en uit.
Volledige weergave
Laat altijd zowel de geluidsveldprogramma parameter
instellingen zien als de inhoud van het display op het voorpaneel.
Verkorte weergave
Laat eventjes beneden aan het scherm de inhoud van het
display op het voorpaneel zien telkens wanneer het toestel
bediend wordt.
Display uit
Alleen handelingen met ON SCREEN worden getoond.
Het OSD (in-beeld display) wordt in ieder geval
weergegeven wanneer u SET MENU of de testtoonfunctie
gebruikt, ook al staat OSD op “Display uit”.
Het OSD signaal wordt niet gereproduceerd via de REC OUT
aansluiting en zal niet worden opgenomen.
U kunt het OSD aan (grijze achtergrond) of uit zetten wanneer er
geen videobron wordt weergegeven (of wanneer de broncomponent
is uitgeschakeld) via “DISPLAY SET” (zie bladzijde 63).
Bij component videosignalen zal de “verkorte weergave” niet
worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR
OUT aansluitingen. Om het in-beeld display (OSD) weer te geven
bij een component video-ingangssignaal, dient u de OSD
weergavefunctie in te stellen op “Volledige weergave” en GRAY
BACK onder DISPLAY SET (zie bladzijde 63) op AUTO.
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit.
Instellen van de slaaptimer
1 Selecteer de gewenste signaalbron en start
de weergave op de broncomponent.
2 Druk herhaaldelijk op SLEEP
om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het
display op het voorpaneel als volgt
veranderen. De SLEEP indicator
knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het
instellen bent.
De SLEEP indicator zal oplichten op het display op
het voorpaneel en het display keert terug naar het
geselecteerde geluidsveldprogramma.
GEAVANCEERDE BEDIENING
Selecteren van de OSD (in-beeld
display) weergavefunctie
Opmerkingen
ON SCREEN
DISPLAY
P04
MOVIE THEATER
.General
DSPLEVEL;;;;0dB
P.INIT.DLY;;15ms
P.ROOMSIZE;;1.0
S.INIT.DLY;;20ms
S.ROOMSIZE;;1.0
P04MOVIETHEATER
General
Volledige weergave Verkorte weergave
Gebruiken van de slaaptimer
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-AU XDVD
AMP
POWERPOWER
VOLUME
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
2
SLEEP
SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
SLEEP 120min
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED
VOLUME
SLEEP
A
SP
dB
HiFi DSP
LR
CD PHONOTUNER
MD/CD-R
DVD
DTV/CBL
V-AUX
VCR1
DVR/VCR2
TUNED
VOLUME
SLEEP
A
SP
dB
LR
TV Sports
SLEEP indicator
52
GEAVANCEERDE BEDIENING
Annuleren van de slaaptimer
Druk net zo vaak op SLEEP tot “SLEEP OFF” op het
display op het voorpaneel verschijnt.
Na een paar seconden zal “SLEEP OFF” verdwijnen en de
SLEEP indicator uit gaan.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel) het
toestel uit (standby) te zetten.
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Vergeet niet dat hierdoor de instellingen gemaakt via de
“AUTO SETUP” (bladzijde 24) en “SPEAKER LEVEL”
(bladzijde 58) zullen worden vervangen.
1 Druk op AMP.
2 Druk net zo vaak op LEVEL tot u de
luidspreker geselecteerd heeft die u wilt
instellen.
FRONT L Linker voor-luidsprekerniveau
CENTER Midden-luidsprekerniveau
FRONT R Rechter voor-luidsprekerniveau
SUR.R Rechter surround-luidsprekerniveau
SUR.L Linker surround-luidsprekerniveau
SUR.B.R
Rechter surround achter-luidsprekerniveau
SUR.B.L
Linker surround achter-luidsprekerniveau
SWFR Subwooferniveau
PRES.L
Linker aanwezigheidsluidspreker-niveau
PRES.R
Rechter aanwezigheidsluidspreker-niveau
y
Wanneer u op LEVEL heeft gedrukt, kunt u de gewenste
luidspreker ook selecteren met u / d.
3 Druk op j / i om het uitgangsniveau (volume)
van de luidspreker te regelen.
Het instelbereik loopt van +10 dB t/m –10 dB.
4 Druk op ENTER wanneer u klaar bent met
instellen.
y
De handeling kan ook worden uitgevoerd met de
bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk net zo vaak op NEXT
tot u de gewenste luidspreker geselecteerd heeft en druk
vervolgens op LEVEL –/+ om het uitgangsniveau (volume)
daarvan in te stellen.
SLEEP
SLEEP OFF
Handmatig instellen van de
luidsprekersniveaus
AMP
REC
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
SET MENU
BAND SRCH MODE
MEMORY ON SCREEN
LEVEL
A-E/CAT. A/B/C/D/E
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
ENTER
VCR 1 DVR/VCR2
PRESET/CH
3
4
2
1
SET MENU
53
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Met behulp van het SET MENU (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis
van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
AUTO SETUP
Hiermee kunt u opgeven welke luidspreker-instellingen de automatische setup zal verrichten en kunt u de automatische
setup in werking stellen (zie bladzijde 24).
MANUAL SETUP
Hiermee kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
1 SOUND MENU
Hiermee kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van uw
systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
y
De meeste instellingen in het SOUND MENU worden automatisch uitgevoerd wanneer u de automatische setup (zie bladzijde 24) doet.
U kunt het SOUND MENU gebruiken voor verdere instellingen, maar we raden u aan om toch eerst de automatische setup te doen
.
2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, de ingangsfunctie selecteren en uw signaalbronnen nieuwe
namen geven.
SET MENU
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen
en de crossover frequentie.
56
B)SPEAKER LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
58
C)SP DISTANCE
Instellen van de vertraging voor elke luidspreker.
59
D)EQUALIZER
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
59
E)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
60
F)DYNAMIC RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
60
G)AUDIO SET
Aanpassen van de volume-afname bij de MUTE functie, de audiovertraging en de instelling voor
het passeren van de toonregeling.
60
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
A)I/O ASSIGNMENT
Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee verbonden componenten.
61
B)INPUT MODE
Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron.
62
C)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
62
D)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
62
54
SET MENU
3 OPTION MENU
Wijzigen van de optionele systeeminstellingen.
SIGNAL INFO
Hiermee kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 37).
Onderdeel Kenmerken Bladzijde
A)DISPLAY SET
Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen.
63
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere SET MENU
instellingen.
63
C)PARAM. INI
Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s.
64
D)MULTI ZONE SET
Specificeert de locatie van de luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B
aansluitingen, of hoe de ZONE 2 luidsprekers versterkt worden.
64
55
SET MENU
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
y
U kunt SET MENU instellingen wijzigen terwijl het toestel aan
het weergeven is.
Als u op een geluidsveldtoets drukt terwijl u bezig bent in het
SET MENU, zal het SET MENU worden geannuleerd.
Sommige SET MENU instellingen kunnen niet worden gewijzigd
terwijl het toestel in de Cinema of Music nacht-luisterfunctie
staat.
1 Druk op AMP.
2 Druk op SET
MENU.
3 Druk op u / d en selecteer MANUAL SETUP.
4 Druk op ENTER om de MANUAL SETUP te
openen.
1 SOUND MENU zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
5 Druk op u / d om het gewenste menu te
selecteren.
6 Druk op ENTER om het gewenste menu te
openen.
7 Druk op u / d en ENTER om het submenu te
selecteren en gebruik vervolgens u / d om
het gewenste gewenste item te selecteren en
j / i om de instelling van de parameter te
wijzigen.
Herhaal deze handeling om de diverse instellingen
te selecteren en te wijzigen.
Druk op RETURN om terug te keren naar het
vorige menu.
8 Druk op SET MENU om af te sluiten wanneer
u klaar bent.
Gebruiken van het SET MENU
Opmerking
3-7
1
2,8
AMP
MENU
SET MENU
SRCH MODE
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH

SET MENU
;AUTOSETUP
.;MANUALSETUP
.;SIGNAL INFO.
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen
gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat.
Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de
stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week
onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
In een dergelijk geval dient u de instellingen opnieuw te maken.
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
;MANUAL SETUP
.1SOUNDMENU
2INPUTMENU
3OPTIONMENU
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
.A)SPEAKERSET
B)SPEAKERLEVEL
C)SPDISTANCE
D)EQUALIZER
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
1 SOUND
MENU 1/2
-+
.FL
FR
 C
B)SPEAKER
LEVEL
MENU
SET MENU
SRCH MODE
56
SET MENU
Via dit menu kunt u met de hand luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertraging in de
videoweergave bij gebruik van LCD schermen of
projectoren. De meeste instellingen in het SOUND
MENU worden automatisch uitgevoerd wanneer u de
automatische setup (zie bladzijde 24) doet.
Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Voor-luidsprekers FRONT SP
Keuzes: LARGE, SMALL
Selecteer SMALL als u kleine voor-luidsprekers heeft.
Het toestel zal nu de lage tonen uit het voorkanaal naar
de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met
“LFE/BASS OUT”.
Selecteer LARGE als u grote voor-luidsprekers heeft.
Het toestel zal zo het hele toonbereik van de linker en
rechter voorkanalen naar de linker en rechter voor-
luidsprekers sturen.
Midden-luidspreker CENTER SP
Keuzes: LRG, SML, NONE
Selecteer LRG als u een grote midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het
middenkanaal naar de midden-luidspreker sturen.
Selecteer SML als u een kleine midden-luidspreker
heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het
middenkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft
geselecteerd met “LFE/BASS OUT”.
Selecteer NONE als u geen midden-luidspreker heeft.
Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de
midden-luidspreker naar de linker en rechter voor-
luidsprekers sturen.
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
Keuzes: LRG, SML, NONE
Selecteer LRG als u grote linker en rechter surround-
luidsprekers heeft. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surround-
luidsprekers worden gestuurd.
Selecteer SML als u kleine linker en rechter surround-
luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
het surroundkanaal naar de luidsprekers sturen die u
heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT”.
Selecteer NONE als u geen surround-luidsprekers
heeft. Hierdoor wordt het toestel in de Virtual
CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 36) en zal de
surround achter-luidspreker (SUR. B L/R SP)
automatisch op NONE worden ingesteld.
1 SOUND MENU
.A)SPEAKERSET
B)SPEAKERLEVEL
C)SPDISTANCE
D)EQUALIZER
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
p
p
1 SOUND
MENU 1/2
  SMALL)LARGE
FRONT SP
NONE)SMLLRG
CENTER SP
NONE)SMLLRG
SUR. L/R SP
57
SET MENU
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Surround achter-luidsprekers SUR. B L/R SP
Keuzes: LRGx2, LRGx1, SMLx2, SMLx1, NONE
Selecteer LRGx1 als u één grote surround achter-
luidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik
van het surround achterkanaal naar de linker surround
achter-luidspreker sturen.
Selecteer LRGx2 als u 2 grote surround achter-
luidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele
toonbereik van het surround achterkanaal naar de
surround achter-luidsprekers sturen.
Selecteer SMLx2 als u 2 kleine surround achter-
luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
de surround achterkanalen naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT”.
Selecteer SMLx1 als u één kleine surround achter-
luidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit
het surround-achterkanaal naar de luidsprekers sturen
die u heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT” en de
rest van het signaal zal naar de linker surround achter-
luidspreker worden gestuurd.
Selecteer NONE als u geen surround achter-
luidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle
signalen voor het surround achterkanaal naar de linker
en rechter surround-luidsprekers sturen.
Als u SMLx1 of LRGx1 selecteert, dient u de luidspreker aan te
sluiten op de linker SURROUND BACK luidspreker-
aansluitingen.
Aanwezigheidsluidsprekers PRESENCE SP
Keuzes: YES, NONE
Selecteer YES als u aanwezigheidsluidsprekers heeft.
Selecteer NONE als u geen aanwezigheidsluidsprekers
heeft.
y
Wanneer YES wordt geselecteerd, zal het toestel automatisch de
parameter voor het omhoog brengen van de dialoog instellen. Om
dit handmatig in te stellen, zie bladzijde 79.
Lage tonen weergave LFE/BASS OUT
De lage tonen (bass) kunnen naar de subwoofer en/of de
linker en rechter voor-luidsprekers worden gestuurd als
dat beter overeenkomt met de karakteristieken van uw
systeem. Deze instelling bepaalt ook waar het LFE (Lage
Frequentie Effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS
signalen naartoe wordt gestuurd.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
Selecteer SWFR als u een subwoofer aangesloten
heeft. Het LFE kanaal en de lage tonen uit andere
kanalen worden nu in overeenstemming met de
luidspreker-instellingen naar de subwoofer gestuurd.
Selecteer FRNT als u geen subwoofer gebruikt. Het
LFE kanaal en de lage tonen uit andere kanalen worden
nu in overeenstemming met de luidspreker-instellingen
naar de voor-luidsprekers gestuurd (ook al had u
oorspronkelijk de voor-luidsprekers op SML
ingesteld).
Selecteer BOTH als u een subwoofer heeft aangesloten
en u de lage tonen voor beide voorkanalen zowel via de
voor-luidsprekers als via de subwoofer wilt laten
weergeven. Het LFE kanaal en de lage tonen uit andere
kanalen worden ook naar de subwoofer gestuurd in
overeenstemming met de luidspreker-instellingen.
Gebruik deze functie om lage tonen te benadrukken
met behulp van de subwoofer bij weergave van
bijvoorbeeld CD’s.
Crossover frequentie CROSS OVER
Met deze functie kunt u de crossover (afsnij) frequentie
instellen voor alle lage tonen. Alle frequenties beneden de
ingestelde frequentie zullen naar de subwoofer worden
gedirigeerd.
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
Opmerking
SMLx1)SMLx2
SUR. B L/R SP
)NONEYES
PRESENCE SP
SWFRFRNT)BOTH
LFE/BASS OUT
FREQ;;;80Hz
CROSS OVER
58
SET MENU
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de frequentie-fase van uw
subwoofer omschakelen.
Keuzes: NORMAL, REVERSE
Selecteer NORMAL als u de fase voor uw subwoofer
niet wilt omkeren.
Selecteer REVERSE om de fase voor uw subwoofer
om te keren.
Aanwezigheids-/surround achterkanaal voorkeur
PRIORITY
U kunt ervoor kiezen de voorkeur te geven aan hetzij uw
surround achter-luidsprekers, hetzij uw
aanwezigheidsluidsprekers bij het afspelen van materiaal
met signalen voor een surround achterkanaal met de
CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: PRch, SBch
Selecteer PRch als u uw aanwezigheidsluidsprekers
wilt gebruiken, ook wanneer er wel een surround
achterkanaal binnenkomt. De signalen voor het
surround achterkanaal zullen worden weergegeven via
de suround-luidsprekers.
Selecteer SBch als u uw surround achter-luidsprekers
wilt gebruiken wanneer er een surround achterkanaal
wordt gedetecteerd door een CINEMA DSP
programma. Eventuele signalen voor een
aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via
de voor-luidsprekers.
Luidsprekerniveau B)SPEAKER LEVEL
Deze mogelijkheid stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij SPEAKER SET (bladzijde 56) geselecteerde
luidsprekers.
Keuzes: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling: 0 dB
FL instellen van de balans voor de linker voor-
luidspreker.
FR instellen van de balans voor de rechter voor-
luidspreker.
C instellen van de balans voor de midden-luidspreker.
SL instellen van de balans voor de linker surround-
luidspreker.
SR instellen van de balans voor de rechter surround-
luidspreker.
SBL
*
instellen van de balans voor de linker surround
achter-luidspreker.
SBR
*
instellen van de balans voor de rechter surround
achter-luidspreker.
SWFR instellen van de balans voor de subwoofer.
PL instellen van de balans voor de linker
aanwezigheidsluidspreker.
PR instellen van de balans voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker.
*
In plaats van SBL en SBR, zal SB verschijnen als u slechts een
enkele surround achter-luidspreker heeft geselecteerd bij
SUR. B L/R SP (bladzijde 57).
)NORMALREVERSE
02ASUBWOOFER PHASE


PRch )SBch
p
p

PRIORITY
-+
.FL
FR
 C
B)SPEAKER
LEVEL
59
SET MENU
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel
eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Selecteer meters om de afstanden van de luidsprekers
in meters in te kunnen voeren.
Selecteer feet om de afstanden van de luidsprekers in
voeten (feet) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Keuzes: 0,3 tot 24,0 m
FRONT L instellen van de afstand van de linker voor-
luidspreker. Begininstelling: 3,0 m
FRONT R instellen van de afstand van de rechter
voor-luidspreker. Begininstelling: 3,0 m
CENTER instellen van de afstand van de midden-
luidspreker. Begininstelling: 3,0 m)
SUR. L instellen van de afstand van de linker
surround-luidspreker. Begininstelling: 3,0 m
SUR. R instellen van de afstand van de rechter
surround-luidspreker. Begininstelling: 3,0 m
SB L
*
instellen van de afstand van de linker surround
achter-luidspreker. Begininstelling: 2,10 m
SB R
*
instellen van de afstand van de rechter surround
achter-luidspreker. Begininstelling: 2,10 m
SWFR instellen van de afstand van de subwoofer.
Begininstelling: 3,0 m
PRES L instellen van de afstand van de linker
aanwezigheidsluidspreker. Begininstelling: 3,0 m
PRES R instellen van de afstand van de rechter
aanwezigheidsluidspreker. Begininstelling: 3,0 m
*
In plaats van SB L en SB R, zal SUR. B verschijnen als u
slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft
geselecteerd bij SUR. B L/R SP (bladzijde 57).
Grafische equalizer voor het
middenkanaal
D)EQUALIZER
Gebruik deze functie om de parametrische (AUTO PEQ)
of graphische equalizer (CNTR GEQ) te selecteren.
Equalizer EQ TYPE SELECT
Hiermee kunt u het type equalizer dat dit toestel gebruikt
veranderen.
Keuzes: AUTO PEQ, CNTR GEQ, EQ OFF
Selecteer AUTO PEQ om de equalizer die is ingesteld
bij de automatische setup te gebruiken.
Selecteer CNTR GEQ om de ingebouwde 5-banden
graphische equalizer zo in te stellen dat de toonkleur
van de midden-luidspreker overeenkomt met die van de
linker en rechter voor-luidsprekers.
Selecteer EQ OFF om de equalizer uit te schakelen.
Grafische equalizer voor het middenkanaal
CENTER GEQ
Wanneer u CNTR GEQ heeft geselecteerd, kunt u met
deze functie een testtoon laten weergeven en de toonkleur
zo instellen dat deze overeenkomt met die van de linker
voor-luidspreker.
U kunt 5 frequentiebanden apart instellen:
100Hz, 300Hz, 1kHz, 3kHz, 10kHz
Keuzes: –6 t/m +6 dB
Begininstelling: 0 dB
Selecteer ON om de linker voor- en de midden-
luidspreker een testtoon te laten produceren en stel aan
de hand daarvan de toonkwaliteit van de midden-
luidspreker in.
Selecteer OFF om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
Druk op u / d en selecteer de frequentieband.
Druk op j / i om de geselecteerde frequentieband in te
stellen.
. UNIT;;;;;;meters
FRONTL;;;;3.00m
FRONTR;;;;3.00m
CENTER;;;;;3.00m
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
p
p
C)SP
DISTANCE
.TEST)OFFON
-+
100Hz0dB
300Hz0dB
1kHz0dB
3kHz0dB
10kHz0dB
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
D)EQUALIZER
p
p
60
SET MENU
Niveau Lage Frequentie Effecten
E)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt
voor de weergave van speciale effecten met zeer lage
tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen
in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital
of DTS signalen decodeert.
Keuzes: –20 t/m 0 dB
Luidspreker SPEAKER
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE LEVEL” is het mogelijk
dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT
aansluiting worden gereproduceerd.
Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE
Via deze instelling kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Keuzes: MIN (minimum), STD (standaard),
MAX (maximum)
Luidspreker SP
Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Hoofdtelefoon HP
Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Selecteer MIN als u regelmatig bij een laag volume
wilt luisteren.
Selecteer STD voor algemeen gebruik.
Selecteer MAX om het grootste dynamische bereik te
behouden.
Audio instellingen G)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTING TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuzes: FULL, –20dB
Selecteer FULL om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer –20dB om het huidige volume met 20 dB te
verlagen.
Audio vertraging AUDIO DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Keuzes: 0 t/m 160 ms
Passeren toonregeling TONE BYPASS
U kunt de geluidssignalen de schakelingen voor de
toonregeling helemaal laten negeren wanneer TREBLE en
BASS op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 31).
Keuzes: AUTO, OFF
Selecteer AUTO als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
Selecteer OFF als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeeerd wordt.
Opmerking
.SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Adjust
p
p
E)LFE
LEVEL
.SP:MINSTD)MAX
HP:MINSTD)MAX
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
p
F)DYNAMIC RANGE
.MUTING TYPE;;FULL
AUDIODELAY;;0ms
TONE BYPASS;;AUTO
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:Select
p
p
G)AUDIO SET
61
SET MENU
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Via dit menu kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw
toewijzen, de ingangsfunctie selecteren en uw
signaalbronnen nieuwe namen geven.
Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
A)I/O ASSIGNMENT
U kunt de aansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de ingangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening.
Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen
A(CMPNT-V INPUT [A]
) en B (CMPNT-V INPUT
[B]
)
Keuzes: [A] DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1,
DVR/VCR2
[B] DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1,
DVR/VCR2
Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 1 (OPTICAL
OUT (1)
)
Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
VCR1, DVR/VCR2
Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen
2(OPTICAL IN (2)
), 3 (OPTICAL IN (3)) en
4
(OPTICAL IN (4))
Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, VCR1,
DVR/VCR2
(3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, VCR1,
DVR/VCR2
(4) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, VCR1,
DVR/VCR2
Voor de COAXIAL INPUT aansluitingen
5(COAXIAL IN (5)
) en 6 (COAXIAL IN (6))
Keuzes: (5) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
VCR1, DVR/VCR2
(6) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX,
VCR1, DVR/VCR2
U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
2 INPUT MENU
.A)I/OASSIGNMENT
B)INPUTMODE
C)INPUTRENAME
D)VOLUME TRIM
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter

2
INPUT
MENU
p
p
.[A];;;;;DVD
(DVD)
[B];;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL)

CMPNT-V
INPUT
.(1);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R )

OPTICAL
OUT
Opmerkingen
.(2);;;;;MD/CD-R
(MD/CD-R)
(3);;;;; DVD
(DVD )
(4);;;;;DTV/CBL
(DTV/CBL )

OPTICAL
IN
.(5);;;;; CD
(CD)
(6);;;;; DVD
(DVD )

COAXIAL
IN
62
SET MENU
Ingangsfunctie B)INPUT MODE
Met deze instelling kunt u de ingangsfunctie bepalen voor
signaalbronnen op de DIGITAL INPUT aansluitingen op
het moment dat dit toestel wordt ingeschakeld (zie
bladzijde 36 voor details omtrent de ingangsfunctie).
Keuzes: AUTO, LAST
Kies AUTO om het toestel automatisch het soort ingangssignaal te
laten bepalen en de bijbehorende ingangsfunctie te laten instellen.
Kies LAST om het toestel automatisch de ingangsfunctie in te laten
schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Ook als u LAST heeft ingesteld, kan de laatst gebruikte functie
voor de EX/ES toets niet worden onthouden.
Signaalbronnen nieuwe namen geven
C)INPUT RENAME
Via deze functie kunt u de namen van de ingangsaansluitingen zoals
getoond op het OSD en het display op het voorpaneel veranderen.
1
Druk op de ingangskeuzetoets om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren.
2 Druk op AMP.
3
Druk op
j / i
en verplaats de
_
(onderstreping)
naar het teken of de spatie die u wilt veranderen.
4 Druk op u / d, selecteer het gewenste teken
en gebruik vervolgens j / i om naar de
volgende tekenpositie te gaan.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron.
Druk op
d
om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk
op
u
om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie,
symbolen (#, *, –, +, enz.).
5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
6
Druk op SET MENU om af te sluiten wanneer u klaar bent.
Volume Trim D)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar
afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden
dat het volume plotseling verandert wanneer u
overschakelt naar een andere signaalbron.
Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, VCR1, DVR/VCR2
Opmerking
)AUTOLAST
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return

B)INPUT
MODE
DVD->DVD
[<]/[>]:Position
[]/[]:Chara.

C)INPUT
RENAME
p
p
63
SET MENU
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Wijzigen van de optionele systeeminstellingen.
Display instellingen A)DISPLAY SET
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Keuzes: –4 t/m 0
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om de omzetting van composiet (VIDEO)
signalen naar zowel S-videosignalen als component signalen aan/uit te
zetten. Dit stelt u in staat om omgezette videosignalen te produceren
via de S VIDEO of COMPONENT VIDEO aansluitingen wanneer er
geen S-video- of component signalen worden ontvangen. Deze functie
converteert ook S-videosignalen naar component signalen wanneer er
geen component signalen binnenkomen.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer OFF wanneer u niet wilt dat er signalen
worden omgezet (behalve S-video naar composiet).
Selecteer ON om composiet signalen om te laten zetten
naar S-video en component signalen en S-video-
signalen naar component signalen.
Ongeacht de gekozen instelling zullen S-videosignalen
altijd worden omgezet naar composiet videosignalen.
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van
opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik
maken van dezelfde soorten aansluitingen (bijv. S-video).
Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component signalen, kan de
beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
OSD vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld
display) instellen.
Keuzes: +5 (naar beneden) t/m –5 (naar boven)
Druk op + om het OSD (in-beeld display) lager op het
scherm weer te geven.
Druk op – om het OSD (in-beeld display) hoger op het
scherm weer te geven.
Grijze achtergrond GRAY BACK
Als u AUTO kiest voor de in-beeld display instellingen,
zal er een grijze achtergrond getoond worden wanneer er
geen videosignaal binnenkomt. Er zal niets worden
getoond als u OFF selecteert.
Keuzes: AUTO, OFF
Wanneer er uitsluitend component videosignalen worden
ontvangen, zal het OSD niet worden weergegeven indien GRAY
BACK op OFF is ingesteld. Om het in-beeld display (OSD)
weer te laten geven bij een component video ingangssignaal,
dient u GRAY BACK op AUTO te zetten terwijl de OSD
functie (zie bladzijde 51) is ingesteld op “Volledige weergave”.
Wanneer er geen videosignalen binnenkomen, dient u GRAY
BACK op AUTO te zetten om het in-beeld display (OSD) weer
te laten geven.
Component OSD CMPNT OSD
Gebruik deze functie om weergave van het OSD (in-beeld
display) via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen aan/uit te zetten bij gebruik van het SET
MENU.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer ON om de OSD signalen wel via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen laten weergeven.
Selecteer OFF om de OSD signalen niet via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen laten weergeven.
Het SET MENU functioneert ook wanneer u OFF heeft
geselecteerd.
Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: ON, OFF
Kies ON om de inhoud van het geheugen te beveiligen:
DSP programma instellingen
Alle SET MENU onderdelen
Alle ingestelde luidsprekerniveaus
De weergavefunctie voor het in-beeld display (OSD)
Wanneer MEMORY GUARD is ingesteld op ON, kunt u geen
andere SET MENU items meer selecteren.
3 OPTION MENU
Opmerkingen
.A)DISPLAYSET
B)MEMORYGUARD
C)PARAM.INI
D)MULTI ZONESET
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter

3
OPTION
MENU
p
p
.DIMMER;;;;;;;;;0
VIDEOCONV.;;;ON
OSD SHIFT;;;;;;0
GRAY BACK;;;AUTO
CMPNTOSD;;;;;ON
[]/[]:Up/Down
[<]/[>]:sELECT

A)DISPLAY
SET
p
p
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
)OFFON
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return

B)MEMORY
GUARD
64
SET MENU
Parameters initialiseren C)PARAM. INI
Hiermee kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk
initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep
initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de
programma’s in die groep worden teruggezet op hun
beginwaarden.
Druk op de cijfertoets voor de
geluidsveldprogrammagroep
die u wilt initialiseren.
Keuzes:
Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van
programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn.
Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT,
MOVIE, STANDARD
U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep
heeft
geïnitialiseerd.
U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s
initialiseren.
U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren wanneer
de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingeschakeld ON.
Zone instelling D)MULTI ZONE SET
U kunt instellen waar de luidsprekers die zijn verbonden
met de SPEAKERS B aansluitingen zich bevinden.
Instelling luidsprekerset B SP B
Met deze functie kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers
die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen
zich bevinden.
Keuzes: FRONT, ZONE B
Selecteer FRONT om de SPEAKERS A set en B aan/
uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw
luisterruimte bevinden.
Selecteer ZONE B als de met de SPEAKERS B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere ruimte bevinden. Als SPEAKERS A wordt
uitgeschakeld (OFF) en SPEAKERS B wordt
ingeschakeld (ON), zullen alle luidsprekers in de
luisterruimte, inclusief de subwoofer, worden
uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B set
geluid worden weergegeven.
Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting op dit
toestel doet wanneer “SP B” op ZONE B staat, zal het geluid
zowel via de hoofdtelefoon als via SPEAKERS B worden
weergegeven.
Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “SP B” op
ZONE B is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual
CINEMA DSP stand gaan.
Zone 2 versterker ZONE2 AMP
Hiermee kunt u instellen hoe de ZONE 2 luidsprekers
versterkt worden.
Keuzes: INT, EXT
Selecteer EXT als u geen Zone 2 luidsprekers gebruikt
of als u uw Zone 2 luidsprekers aansluit via een externe
versterker die is aangesloten op de ZONE 2 OUTPUT
aansluitingen van dit toestel.
Selecteer INT om de ingebouwde versterker van dit
toestel te gebruiken als u uw Zone 2 luidsprekers direct
aansluit op de PRESENCE/ZONE 2 luidspreker-
aansluitingen van dit toestel.
Opmerkingen
STEREO
*MUSIC
ENTERTAINMENT
MOVIE THEATER
*STANDARD
Press DSP key

C)PARAM.
INI
.SPB;;;;;;;;FRONT
ZONE2 AMP;;;;;EXT
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return

D)MULTI ZONE
SET
Opmerkingen
.SPB;;;;;;;;FRONT
.ZONE2 AMP;;;;;EXT
D)MULTI ZONE SET
[<]/[>]:Select
[ENTER]:Return
UITGEBREID SETUP MENU
65
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Het uitgebreid setup menu zal verschijnen op het display
op het voorpaneel.
y
Tijdens de uitgebreide setup zal er geen geluid worden
weergegeven.
Tijdens de geavanceerde setup kunnen alleen de STANDBY/
ON, STRAIGHT (EFFECT) en PROGRAM toetsen op het
voorpaneel gebruikt worden.
U moet de luidsprekerimpedantie correct instellen voor u
dit toestel gaat gebruiken om audio- of videosignalen weer
te geven.
1 Zet het toestel uit, houd STRAIGHT (EFFECT)
ingedrukt en druk op STANDBY/ON.
Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreid setup
menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
2 Draai aan PROGRAM om door het menu te
bladeren en het gewenste item te selecteren.
Zie het eind van dit hoofdstuk voor een lijst met alle
beschikbare parameters.
3 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT)
om heen en weer te schakelen tussen de
beschikbare parameters.
4 Druk op STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen.
Hiermee sluit u de uitgebreide setup af.
De gewijzigde instellingen worden van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt
ingeschakeld.
UITGEBREID SETUP MENU
LET OP
DISPLAY
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
CATEGORY
SEARCH MODE
EFFECT
XIM
OPTIMIZER MIC
PROGRAM
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
1,4 2
1,3
LEVEL
NEXT
MEMORYFM/AM
PRESET/TUNING A/B/C/D/E
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO
EDIT
EFFECT
STRAIGHT
STANDBY
/ON
Houd ingedrukt
en druk op
PROGRAM
EFFECT
STRAIGHT
STANDBY
/ON
66
UITGEBREID SETUP MENU
Uitgebreid setup menu-onderdelen
Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt
aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw
voorkeuren.
Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Hiermee kunt u de impedantie van de op dit toestel
aangesloten luidsprekers instellen.
Keuzes: 8 MIN, 4 MIN
Selecteer 8 MIN om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 .
Selecteer 4 MIN om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 4 .
Fabrieksinstellingen PRESET
Via deze functie kunt u alle parameters terugzetten op de
fabrieksinstellingen (zie bladzijde 86).
Keuzes: CANCEL, RESET
Selecteer CANCEL als u niet wilt dat de parameters
van dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het
terugzet op de fabrieksinstellingen.
Selecteer RESET als u wel wilt dat alle parameters van
dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het
terugzet op de fabrieksinstellingen.
Deze instelling heeft geen invloed op de uitgebreid setup menu
item parameters.
Afstandsbediening REMOTE
U kunt indien nodig de ID voor de afstandsbediening van
dit toestel veranderen.
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer ID1 om het toestel te gebruiken met de
standaardcode.
Selecteer ID2 om het toestel te gebruiken met een
alternatieve code.
U moet de bijbehorende instelling verrichten op de
afstandsbediening zelf (zie bladzijde 70).
SP IMP. Luidspreker Impedantieniveau
4 Ω ΜΙΝ
Vo o r
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
4 of hoger zijn.
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
8 of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6 of
hoger zijn.
Surround
Surround Achter
8 Ω ΜΙΝ
Vo o r
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
8 of hoger zijn.
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
16 of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8 of
hoger zijn.
Surround
Surround Achter
Opmerking
Opmerking
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
67
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere A/V componenten van YAMAHA en van andere fabrikanten
aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen op de
afstandsbediening.
Bedienen van dit toestel
De grijze toetsen kunnen worden gebruikt om dit toestel te
bedienen wanneer u op AMP heeft gedrukt om de AMP
bedieningsfunctie in te schakelen.
Bedienen van andere componenten
De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden
gebruikt om andere componenten te bedienen. De functies
van de diverse toetsen hangen mede af van de
geselecteerde componenten. Selecteer de component die u
wilt bedienen met een ingangskeuzetoets.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Set bedieningstoetsen
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-A UXDVD
AMP
POWERPOWER
REC
AUDIO
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
SET MENU
BAND SRCH MODE
MEMORY ON SCREEN
LEVEL
A-E/CAT. A/B/C/D/E
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
ENTER
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
PRESET/CH
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
De toetsen binnen de
stippellijnen
(SYSTEM POWER,
STANDBY, SLEEP,
MULTI CH IN,
VOLUME +/–, MUTE
en de
ingangskeuzetoetsen)
functioneren in elke
stand voor dit toestel.
Druk op
AMP om dit
toestel te
bedienen.
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-A UXDVD
AMP
POWERPOWER
REC
AUDIO
MUTE
MENUTITLE
VOLUME
DISC SKIP
SET MENU
BAND SRCH MODE
MEMORY ON SCREEN
LEVEL
A-E/CAT. A-E/CAT.
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
ENTER
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
PRESET/CH
REC
AUDIO
MENUTITLE
DISC SKIP
SET MENU
BAND SRCH MODE
MEMORY ON SCREEN
LEVEL
A-E/CAT. A/B/C/D/E
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
DISPLAYRETURN
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
ENTER
PRESET/CH
POWERPOWER
AVTV
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
Met de toets en de
ingangskeuzetoetsen kunt u
zoals hieronder aangegeven
een andere set
bedieningstoetsen kiezen.
*
Gebruik de toets om
andere componenten te
bedienen, ongeacht of ze op
dit toestel zijn aangesloten
of niet.
Component
bedieningstoetsen
Door de juiste
afstandsbedieningscodes in
te stellen kunt u tot
maximaal 9 verschillende
componenten bedienen
(zie bladzijde 68).
68
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet
kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA
afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in
te stellen.
1 Druk op een ingangskeuzetoets of op om
de component die u wilt instellen te
selecteren.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
3 Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) de vier
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de component in kwestie in.
Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de
afstandsbedieningscode voor de geselecteerde
component zal zijn ingesteld.
Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw
component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste
gevonden heeft.
Als u bij stap 3 langer dan 30 seconden wacht, zal de
instelfunctie worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 2.
Instellen van
afstandsbedieningscodes
Ingang
Componentencategorie
(Archief)
Fabrikant
Standaard
YAMAHA
code
CD CD YAMAHA 0005
MD/CD-R MD YAMAHA 0024
TUNER TUNER YAMAHA 0023
DVD DVD YAMAHA 0098
DTV/CBL
V-AUX
VCR 1
DVR/VCR2 DVR
YAMAHA 0208
––
Opmerking
Opmerkingen
CD MD/CD-R
TUNER
V-AUXDVD
AMP
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
TRANSMIT
CODE SET
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
69
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Wanneer u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft
ingesteld, kunt u met deze afstandsbediening ook uw
andere apparatuur bedienen. Het is mogelijk dat sommige
toetsen niet het verwachte effect hebben op uw apparatuur.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de component te
selecteren die u wilt bedienen. De afstandsbediening zal
automatisch overschakelen naar de bedieningsfunctie voor
die component.
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Met deze toetsen kunt u uw TV bedienen zonder de signaalbron om te schakelen indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld
onder DTV/CBL of . Als u de afstandsbedieningscode voor uw TV heeft ingesteld voor zowel de DTV/CBL als de set
bedieningstoetsen, zal voorrang worden gegeven aan het signaal voor de DTV/CBL set.
*3
Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen zonder de signaalbron om te schakelen naar VCR 1 indien de juiste
afstandsbedieningscode is ingesteld onder VCR 1.
Bedienen van andere componenten
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-A UXDVD
AMP
POWERPOWER
MUTE
VOLUME
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
REC
AUDIO
MENUTITLE
DISC SKIP
SET MENU
BAND SRCH MODE
MEMORY ON SCREEN
LEVEL
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
DISPLAYRETURN
ENTER
PRESET/CH
FREQ/TEXT
EONSTARTMODE PTY SEEK
4
3
2
5
6
7
8
9
B
D
0
1
A
C
DVD-speler
DVD-recorder
Videorecorder
Digitale TV/
Kabel TV
LD-speler CD-speler
MD/CD-
recorder
Tuner
1 AV POWER
Aan/uit *1 Aan/uit *1 VCR aan/uit *3 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1
2 TV POWER
TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit *2
3 TV CH +
TV volgende
kanaal *2
TV volgende kanaal
*2
TV volgende
kanaal
TV volgende kanaal
*2
TV volgende kanaal
*2
TV volgende kanaal
*2
TV volgende
kanaal *2
TV CH –
TV vorige kanaal
*2
TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal *2
TV vorige kanaal
*2
4 TV VOL +
TV volume hoger
*2
TV volume hoger *2 TV volume hoger TV volume hoger *2 TV volume hoger *2 TV volume hoger *2
TV volume hoger
*2
TV VOL –
TV volume lager
*2
TV volume lager *2 TV volume lager TV volume lager *2 TV volume lager *2 TV volume lager *2
TV volume lager
*2
5 TV MUTE
TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2
6 TV INPUT
TV ingang * TV ingang *2 TV ingang TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2
7 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Voorkeuzezenders
(1-8)
8 TITLE
Titel
9 PRESET/CH u
Hoger
VCR volgende
kanaal
Vo l g e n d e
voorkeuzezender (1-8)
PRESET/CH d Lager VCR vorige kanaal
Vo r i g e
voorkeuzezender (1-8)
j Links
i Rechts
Vo l g e n d e
voorkeuzezender (A-E)
0 RETURN
Terug
A REC/
DISC SKIP
Disc overslaan
(speler)
Opname (recorder)
Opname VCR opname *3 Disc overslaan Opname (MD)
h Weergave Weergave VCR weergave *3 Weergave Weergave Weergave
ll Terug zoeken Terug zoeken
VCR terug zoeken *3
Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken
hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken
VCR vooruit zoeken *3
Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken
AUDIO Audio Geluid
e Pauze Pauze VCR pauze *3 Pauze Pauze Pauze
b Terug springen Terug springen Terug springen Terug springen
a Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen
s Stop Stop VCR stop *3 Stop Stop Stop
B ENT.
Titel/Index Enter Enter Hoofdstuk/Tijd Index Index
C MENU
Menu
D DISPLAY
Display Display Display Display Display
70
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt indien nodig een andere archiefcode instellen voor
de afstandsbediening zelf om het gewenste toestel te
bedienen.
1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
2 Voer codenummer “9991” of “9992” in (zie de
tabel hieronder).
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de archiefcode zal zijn
ingesteld.
Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers
gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook
bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening.
Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om
dit toestel apart te kunnen bedienen.
U moet ook instellingen maken voor de receiver/versterker.
1 Druk op een ingangskeuzetoets of op om
de set bedieningstoetsen waarvoor u de
afstandsbedieningscode wilt wissen te
selecteren.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
3 Voer het codenummer “0000” in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer, waarna de
afstandsbedieningscode voor de geselecteerde
component zal zijn gewist.
y
Als u na stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal
het wissen worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 1.
U kunt alle ingevoerde afstandsbedieningscodes in één keer
wissen door het codenummer “9990” in te voeren.
Overschakelen naar een
alternatieve code
AMP archiefcode
(afstandsbediening
instelling)
Functie
Afstandsbediening
ID (instelling voor
het toestel, zie
bladzijde 66)
9991
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
9992
Om het toestel te
gebruiken met
een alternatieve
code.
ID2
Opmerking
TRANSMIT
CODE SET
Wissen van ingestelde
afstandsbedieningscodes
CD MD/CD-R
TUNER
V-AUXDVD
AMP
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
TRANSMIT
CODE SET
ZONE 2
71
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten te gebruiken. Met de meegeleverde afstandsbediening
kunt u dit toestel ook vanuit de andere ruimte bedienen.
Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig.
Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte.
Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender geeft de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de
tweede ruimte door naar de hoofdruimte (naar een CD-speler, bijv.).
Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte.
y
Omdat er ellerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere
ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2
aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen.
Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE CONTROL OUT aansluiting van dit toestel. Als u
een dergelijk product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 YAMAHA componenten
worden aangesloten op de aangegeven manier.
Voorbeeld systeemconfiguratie en aansluitingen
Wanneer u de hoofdruimte niet gebruikt, kunt u het beste het volume van dit toestel in de hoofdruimte laag zetten. Regel het volume
met de regelaar op de versterker in de tweede ruimte.
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
ZONE 2
Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de secundaire ruimte. Een signaalbron waarnaar u ook in de
tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen op dit toestel zijn
aangesloten.
Zone 2 aansluitingen
OUT
IN
OUT
IN
REMOTE
CONTROL OUT
Dit toestel
Opmerkingen
REMOTE CONTROL OUT
DVD INPUT
ZONE 2 REMOTE IN
ZONE 2 OUTPUT
Dit toestel
Infraroodzender
DVD-speler
(of andere component)
Versterker
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Tweede ruimte
Hoofdruimte
72
ZONE 2
Gebruik van de interne versterker van dit toestel
Om gebruik te maken van de interne versterker van dit toestel, dient u “ZONE2 AMP” op INT te zetten in het SET
MENU (zie de bladzijden 64).
De meegeleverde afstandsbediening kan worden gebruikt
voor de bediening vanuit Zone 2. U kunt zelfs de
signaalbron selecteren en apparatuur in de hoofdruimte
bedienen vanuit de tweede ruimte, ongeacht de
luisteromstandigheden in de hoofdruimte zelf.
y
U kunt de weergave in het hoofdvertrek of in Zone 2 ook aan/uit
zetten door op het voorpaneel op MAIN of op ZONE 2 te drukken.
Inschakelen van de Zone 2 functie op de
afstandsbediening
1 Druk op .
2 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE
SET in.
De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening
knippert twee keer.
3 Voer het codenummer “2999” in.
Onmiddellijk nadat u de afstandsbediening heeft
ingesteld voor de Zone 2 functie, kunt u met de
afstandsbediening het hoofdtoestel bedienen. Met de
afstandsbediening in deze stand kunt u het toestel aan
zetten, of uit (standby) onafhankelijk van Zone 2 door
op SYSTEM POWER of STANDBY te drukken.
Als u Zone 2 inschakelt, zal de Zone functie worden toegepast
op de huidige afstandsbedieningsidentificatie (ID1:
standaardcode, ID2: alternatieve code). Omdat echter de
afstandsbedieningscodes voor Zone 2 gedeeld worden door
zowel ID1 als ID2, zal de afstandsbedieningsidentificatie (ID)
niet veranderen, ook al wordt er omgeschakeld.
Om Zone 2 af te sluiten dient u de afstandsbedieningscode die
is ingesteld voor te wissen, of dient u voor
een andere
afstandsbedieningscode dan een TV code in te stellen.
Zone 2 bedienen
1 Druk op om de afstandsbediening op de
Zone 2 stand te zetten.
De TRANSMIT indicator op de afstandsbediening
licht op wanneer de afstandsbediening in de Zone 2
stand staat.
2 Druk op SYSTEM POWER om de stroom voor
Zone 2 in te schakelen.
3 Druk op een ingangskeuzetoets om de
signaalbron te selecteren waar u naar wilt
luisteren in de tweede ruimte.
4 U kunt Zone 2 bedienen met de
ingangskeuzetoetsen, STANDBY, SYSTEM
POWER, MUTE en VOLUME +/–.
y
Als “ZONE2 AMP” in het OPTION MENU is ingesteld op INT,
kunt u VOLUME –/+ gebruiken om de geluidsweergave via de
luidsprekers die zijn verbonden met de PRESENCE/ZONE 2
aansluitingen te regelen. VOLUME –/+ kan echter niet worden
gebruikt om de geluidsweergave via de ZONE2 OUTPUT
aansluitingen te regelen.
R
L
+
PRESENCE
/ZONE 2
Tweede ruimte
Dit toestel
Afstandsbediening vanuit Zone 2
Opmerkingen
TRANSMIT
CODE SET
CD MD/CD-R
TUNER
V-AUXDVD
AMP
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD
MD/CD-R
TUNER
V-A UX
DVD
AMP
POWERPOWER
MUTE
VOLUME
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
73
ZONE 2
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
De afstandsbediening zal 10 seconden nadat u op heeft
gedrukt teruggaan naar de stand voor het hoofdtoestel, of wanneer
u een andere toets indrukt dan SYSTEM POWER, STANDBY,
MUTE, VOLUME +/– of de ingangskeuzetoetsen. Druk met de
TRANSMIT indicator uit op om de afstandsbediening in de
Zone 2 stand te zetten voor u de stroom voor Zone 2 aan of uit
zet, de signaalbron verandert of het geluid tijdelijk uitschakelt.
Het hoofdtoestel en Zone 2 toestel aan/
uit (standby) zetten
Uit (standby) zetten van alle toestellen
(hoofdtoestel en Zone 2 toestel):
Houd AMP ingedrukt en druk op STANDBY.
Aan zetten van alle toestellen (hoofdtoestel en
Zone 2 toestel):
Houd AMP ingedrukt en druk op SYSTEM POWER.
y
STANDBY en SYSTEM POWER werken anders afhankelijk van
de geselecteerde functie.
Waar u aan moet denken bij gebruik van
DTS materiaal
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u
probeert om een DTS signaal naar de tweede ruimte te
sturen, zult u alleen digitale ruis horen (die zo luid kan zijn
dat uw luidsprekers beschadigd raken). Daarom moet u op
de volgende punten letten wanneer u DTS gecodeerde
discs afspeelt.
Voor DTS gecodeerde DVD’s
Alleen 2-kanaals analoge audiosignalen kunnen naar de
tweede ruimte worden doorgestuurd.
Gebruik het discmenu om de DVD-speler 2-kanaals (links
en rechts) audiosignalen te laten produceren van een PCM
of Dolby Digital soundtrack.
Voor DTS gecodeerde CD’s
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN
GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde
CD’s.
Opmerking
Functie
TRANSMIT
indicator
STANDBY/
SYSTEM POWER
Stand voor het
hoofdtoestel
Uit
Druk op STANDBY om
het hoofdtoestel uit
(standby) te zetten.
Druk op SYSTEM
POWER
om het
hoofdtoestel aan te zetten.
Zone 2 stand Aan
Druk op STANDBY om de
Zone 2 component uit
(standby) te zetten.
Druk op SYSTEM
POWER
om de Zone 2
component aan te zetten.
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
74
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het “live” aspect van het geluid
belichamen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich
bevinden en hoe groot de ruimte waar we in zitten is en
welke vorm deze heeft.
Onderdelen van een geluidsveld
In elke situatie zijn er, naast de door de muzikanten
geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken,
twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen
onze waarneming van het geluid bepalen:
Vroege weerkaatsingen
Deze bereiken onze oren het eerst (50 ms – 100 ms na het
directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak
weerkaatst – bijvoorbeeld het plafond of een muur. Deze
vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen
geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak – muren, plafond, de achterwand van
de ruimte – en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende “nagalm”. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze
indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is
deze informatie die door de digitale geluidsveld processor
wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het
geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een danshol of in
die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen
indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te
stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de
digitale geluidsveld processor.
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
1 Druk op AMP.
2 Zet het beeldscherm aan en
druk herhaaldelijk op ON
SCREEN om de volledige
weergave te selecteren.
3 Selecteer het geluidsveldprogramma
waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
Wat is een geluidsveld Veranderen van instellingen
REC
AUDIO
MUTE
MENUTITLE
DISC SKIP
SET MENU
BAND SRCH MODE
MEMORY ON SCREEN
LEVEL
A-E/CAT.
A/B/C/D/E
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
DISPLAYRETURN
ENTER
PRESET/CH
TRANSMITCODE SET
STANDBY
SYSTEM
POWER
CD MD/CD-R
TUNER
V-AU XDVD
AMP
POWERPOWER
VOLUME
TV MUTE TV INPUT
TV VOL TV CH
AVTV
VCR 1 DVR/VCR2
DTV/CBL
MULTI CH IN
SLEEP
1
3
2
4
5
AMP
ON SCREEN
DISPLAY
P04
MOVIE THEATER
.General
DSPLEVEL;;;;0dB
P.INIT.DLY;;15ms
P.ROOMSIZE;;1.0
S.INIT.DLY;;20ms
S.ROOMSIZE;;1.0
Programmanr. Programmanaam
Parameters Parameter-waarden
Cursor
STRAIGHT
MOVIE
ENTERTAIN
MUSICSTEREO
4321
8
10
7
09
65
ENT.
PURE DIRECT
EXTD SUR.
STANDARD
SELECT
NIGHT
AB
SPEAKERS
EFFECT
75
WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
4 Druk op u / d en
selecteer de
parameters.
5 Druk op j / i om de
huidige waarde voor
deze parameter te
wijzigen.
Wanneer u een parameter
instelt op een andere
waarde dan de
fabrieksinstelling, zal er een asterisk (sterretje; *)
naast de naam van de parameter verschijnen op het
in-beeld display.
y
Als u j / i ingedrukt houdt bij het wijzigen van
parameterwaarden, zal de aangegeven waarde op het display op
het voorpaneel even stil houden bij de fabrieksinstelling.
6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 indien u nog
andere parameters voor dit programma wilt
veranderen.
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de “MEMORY
GUARD” beveiliging is ingeschakeld (ON). Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD”
op OFF te zetten (zie bladzijde 63).
Parameters terugzetten op hun
fabrieksinstelling
Gebruik PARAM. INI (zie bladzijde 64).
Opmerking
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het
stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening
tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring.
Als de stroomvoorziening echter langer dan een week
onderbroken wordt, zullen de parameterwaarden
terugkeren naar hun fabrieksinstellingen. In een
dergelijk geval zult u de parameterwaarden opnieuw
moeten wijzigen.
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
A-E/CAT. A/B/C/D/E
ENTER
PRESET/CH
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
76
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
DSP LEVEL (DSP niveau)
Functie: Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik.
Omschrijving: Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of
verlagen ten opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
INIT. DLY/P. INIT. DLY (Aanvankelijke vertraging)
Functie: Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen het moment dat
de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort.
Omschrijving: Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij de luisteraar lijkt te zijn. Hoe groter deze
waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een
grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1
t/m 99 msec
ROOM SIZE/P. ROOM SIZE (Kamergrootte)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt.
Omschrijving: Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk
gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is.
Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt.
Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van
de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Niveau
Kleine waarde = 1 ms
Grote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
Niveau
Niveau
Niveau
Tijd
Tijd
Tijd
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
Geluidsbron
77
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
LIVENESS (Levendigheid)
Functie: Deze parameter regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin
de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen.
Omschrijving: De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met
geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een
ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl
een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via de
LIVENESS parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven regelen en dus
de “levendigheid” van de ruimte.
Instelbereik: 0 t/m 10
S. INIT. DLY (Surround beginvertraging)
Functie: Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het
surround geluidsveld. U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u tenminste twee
voorkanalen en twee surroundkanalen gebruikt.
Instelbereik: 1 t/m 49 msec
S. ROOM SIZE (Surround kamergrootte)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
S. LIVENESS (Surround levendigheid)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare reflectiviteit van de virtuele wanden van het surround
geluidsveld.
Instelbereik: 0 t/m 10
SB INI. DLY (Surround achter beginvertraging)
Functie: Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het
surround achter geluidsveld.
Instelbereik: 1 t/m 49 msec
SB ROOM SIZE (Surround achter kamergrootte)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround achter geluidsveld.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
SB LIVENESS (Surround achter levendigheid)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare reflectiviteit van de virtuele wanden van het surround achter
geluidsveld.
Instelbereik: 0 t/m 10
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Dood
Levendig
Tijd
Tijd Tijd
Zwak weerkaatst
geluid
Krachtig
weerkaatst geluid
Kleine waarde = 0
Grote waarde = 10
78
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
REV.TIME (Natriltijd)
Functie: Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB
(bij 1 kHz). Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer
groot bereik veranderd.
Omschrijving: Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en luisterplekken en een kortere natriltijd voor
“levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 sec
REV.DELAY (Beginvertraging natrillingen)
Functie: Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de
natrillingen.
Omschrijving: Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later
beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 1 t/m 250 msec
REV. LEVEL (Niveau natrillingen)
Functie: Deze parameter regelt het volume van de natrillingen.
Omschrijving: Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 t/m 100%
Natrillingen Natrillingen
60 dB 60 dB 60 dB
Brongeluid
Natriltijd
Vroege weerkaatsingen
Geluidsbron
Korte
natrillingen
Lange natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
Grote waarde = 5,0 s
Natriltijd
Natriltijd
(dB)
60 dB
Niveau
Brongeluid
Natrillingen
Natriltijd
Beginvertraging
natrillingen
Tijd
Brongeluid
Niveau
Niveau natrillingen
Tijd
79
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
DIALG.LIFT (Dialoog-lift)
Functie: Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige
elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers.
Omschrijving: Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en
middenkanalen.
Keuzes: 0/1/2/3/4/5, de begininstelling is 0.
Voor 2ch Stereo:
DIRECT (Direct)
Functie: Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure High-Fidelity weergave van
2-kanaals analoog bronmateriaal. De AUTO instelling werkt alleen wanneer BASS en TREBLE
zijn ingesteld op 0 dB.
Instelmogelijkheden: AUTO, OFF
Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en
worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
Wanneer “BASS OUT” op BOTH staat, of wanneer “FRONT SP” op SMALL staat en “BASS OUT” op SWFR, zullen de lage tonen
in de linker en rechter voorkanalen naar de subwoofer worden gestuurd.
Voor 7ch Stereo:
Functie: Deze parameters regelen het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie.
Instelbereik: 0 – 100%
CT LEVEL (Midden niveau)
SL LEVEL (Linker surround niveau)
SR LEVEL (Rechter surround niveau)
SB LEVEL (Surround-achter niveau)
PL LEVEL (Linker aanwezigheidsniveau)
PR LEVEL (Niveau rechter aanwezigheidskanaal)
Voor PRO LOGIC IIx Music en PRO LOGIC II Music:
PANORAMA (Panorama)
Functie: Stuurt stereosignalen naar de surround-luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een
omhullend effect.
Instelmogelijkheden: OFF, ON
DIMENSION (Dimensie)
Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard).
CENTER WIDTH (Midden breedte)
Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. Een grotere waarde breidt het
middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven)
Begininstelling: 3
Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer SUR. STANDARD is geselecteerd.
Opmerkingen
Opmerking
80
GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN
Voor DTS Neo:6 Music:
C. IMAGE (Middenbeeld)
Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer SUR. STANDARD is geselecteerd.
Opmerking
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
81
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Algemeen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan wanneer u op
STANDBY/ON (of
SYSTEM POWER)
drukt, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de impedantie is niet
correct.
Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
66
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
11-14
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Het in-beeld display
wordt niet
weergegeven.
Het in-beelddisplay is ingesteld op
“DISPLAY OFF”.
Kies de volledige of verkorte weergave.
51
“GRAY BACK” in het SET MENU staat
uit (OFF) en er wordt op dit moment geen
videosignaal ontvangen.
Zet “GRAY BACK” op AUTO zodat het OSD (in-
beeld display) altijd wordt weergegeven.
63
Geen geluid In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
15-20
De optimalisatie-microfoon is aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
24
De ingangsfunctie staat op DTS of
ANALOG.
Selecteer AUTO.
36
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT,
MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de
afstandsbediening) of de ingangskeuzetoetsen.
30
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
12
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKERS A en/
of B.
30
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets
voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen
en het volume te kunnen regelen.
31
De ingangsfunctie staat op ANALOG
maar er wordt een DTS gecodeerd
bronsignaal weergegeven.
Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of DTS.
36
Er worden van een signaalbron signalen
ontvangen die niet door dit toestel
weergegeven kunnen worden,
bijvoorbeeld een CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
Geen beeld
Er wordt gebruik gemaakt van
verschillende types video-aansluitingen
voor de in- en uitgang van het beeldsignaal.
Schakel de videoconversie-functie in.
63
82
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de impedantie correct is ingesteld.
66
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE om de geluidsweergave te herstellen.
31
Alleen de luidspreker
aan de ene kant doet
het.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
12
Onjuiste balans ingesteld via het SET MENU.
Wijzig de SPEAKER LEVEL instellingen.
58
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en surround-
luidsprekers worden geproduceerd.
Geen geluid uit de
effect-luidsprekers.
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT (EFFECT) om de effecten in te
schakelen.
36
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
48
Geen geluid uit de
midden-luidspreker.
Het uitgangsniveau van de midden-
luidspreker staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de midden-luidspreker hoger in.
58
“CENTER SP” in het SET MENU staat
op NONE.
Selecteer de juiste instelling voor uw midden-
luidspreker.
56
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
48
Geen geluid uit de
surround-
luidsprekers.
Het uitgangsniveau van de surround-
luidsprekers staat op een te lage waarde.
Stel het niveau van de surround-luidsprekers hoger in.
58
“SUR. L/R SP” in het SET MENU staat
op NONE.
Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter
surround-luidsprekers.
56
Er wordt een mono bronsignaal
afgespeeld met STRAIGHT.
Druk op STRAIGHT (EFFECT) om de
geluidsveldeffecten in te schakelen.
Geen geluid uit de
surround achter-
luidsprekers.
Surround achter-luidsprekers zijn niet
geselecteerd.
Selecteer de surround achter-luidsprekers bij SUR. B
L/R SP.
57
“SUR. L/R SP” in het SET MENU staat
op NONE.
Als NONE is ingesteld voor de linker en rechter
surround-luidsprekers, zal de surround achter-
luidspreker automatisch ook op NONE worden
ingesteld. Selecteer de juiste instelling voor uw
surround-luidsprekers.
56
“SUR. B L/R SP” in het SET MENU staat
op NONE.
Selecteer LRGx1 of SMLx1.
57
Geen geluid uit de
subwoofer.
“LFE/BASS OUT” staat op FRNT in het
SET MENU terwijl er een Dolby Digital
of DTS signaal wordt weergegeven.
Selecteer SWFR of BOTH.
57
“LFE/BASS OUT” in het SET MENU
staat op SWFR of FRNT terwijl er een 2-
kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Selecteer BOTH.
57
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
83
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS
bronnen worden
weergegeven. (De
Dolby Digital of DTS
indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De ingangsfunctie staat op ANALOG. Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar
AUTO of DTS.
36
U hoort een zeker
“gebrom”.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de OUT (REC) aansluitingen van
dit toestel aangesloten component staat
uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door
digitale opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de DIGITAL INPUT
aansluitingen van dit toestel.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
15-19
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT
aansluitingen.
De signaalbron waarvan u wilt opnemen is
niet aangesloten op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
15-19
Sommige instellingen
en geluidsveld
parameters van dit
toestel kunnen niet
meer worden
gewijzigd.
“MEMORY GUARD” in het SET MENU
staat op ON.
Selecteer OFF.
63
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
12
84
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
U ondervindt storing
van digitale of
hoogfrequente
apparatuur, of van dit
toestel.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Er is ruis wanneer het
OSD wordt
weergegeven.
Het OSD kan worden gestoord wanneer
het OSD via component
videoverbindingen wordt weergegeven.
Selecteer OFF bij CMPNT OSD.
63
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
21
Stem met de hand af.
39
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
21
Stem met de hand af.
39
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
39
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
39
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
85
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Afstandsbediening
Probleem Oorzaak Oplossing
Raadpleeg
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
7
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
3
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
68
Probeer een andere code voor dezelfde fabrikant met
behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
68
De ID van de afstandsbediening en de ID
van dit toestel komen niet met elkaar
overeen.
Schakel over naar een andere archiefcode.
70
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
TERUGZETTEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN
86
Als u om de één of andere reden alle instellingen van uw
toestel wilt terugzetten op de fabrieksinstellingen, dient u
als volgt te werk te gaan. Via deze procedure worden
ALLE instellingen teruggezet, inclusief die van het SET
MENU, niveaus, toewijzingen en voorgeprogrammeerde
zenders.
U moet het toestel eerst uit (standby) zetten.
1 Houd, terwijl het toestel uit (standby) staat,
STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel
ingedrukt en druk op STANDBY/ON.
Het uitgebreid setup menu zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
y
Om de initialisatie af te breken zonder wijzigingen aan te
brengen, dient u op STANDBY/ON te drukken.
2 Verdraai PROGRAM om door het menu te
bladeren en selecteer “PRESET”.
3 Druk op STRAIGHT (EFFECT) om de
gewenste instelling te selecteren.
RESET Terugzetten van het toestel op de
fabrieksinstellingen.
CANCEL Om het terugzetten te annuleren zonder
wijzigingen aan te brengen.
4 Druk op STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen.
Als u “RESET” heeft geselecteerd, zal het toestel
worden teruggezet op de fabrieksinstellingen en
vervolgens uit (standby) gaan.
Als u “CANCEL” heeft geselecteerd, zal het toestel
uit (standby) gaan zonder dat de instellingen worden
teruggezet.
TERUGZETTEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN
DISPLAY
S VIDEO VIDEO OPTICALL AUDIO R
LEVEL
CATEGORY
NEXT
SEARCH MODE
EFFECT
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
FM/AM
XIM
PRESET/TUNING
EDIT
OPTIMIZER MIC A/B/C/D/E
PROGRAM
l PRESET/TUNING h
TUNING MODE
AUTO/MAN'L MONO
PURE DIRECTINPUT MODETONE CONTROLSTRAIGHT
SPEAKERSPHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
BA
MULTI CH
INPUT
VOLUME
VIDEO AUX
INPUT
1,4
2
1,3
EFFECT
STRAIGHT
STANDBY
/ON
Houd ingedrukt
en druk op
PROGRAM
EFFECT
STRAIGHT
STANDBY
/ON
WOORDENLIJST
87
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-
stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage
Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid wat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de preciese plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave.
Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt
horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij
draaien.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een betere en
meer dynamische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en
“fly-around” effecten.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden
5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts (in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave). Naast de Movie stand
is er ook een Music stand en een Game stand voor
2- kanaals bronmateriaal.
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van
2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er is een Music
stand voor muziek, een Movie stand voor films en een
Game stand voor spelletjes.
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals
analoog opnamesysteem voor de reproductie van
realistische en dynamische geluidseffecten: 2
voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal
voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor
speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal geeft
alleen geluiden binnen een beperkt frequentiebereik weer.
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-
Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een
geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video.
DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6-kanaals
digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een
opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft
tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u
gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS
digitale surroundweergave. Dit systeem produceert vrijwel
vervormingsvrije 6-kanaals weergave (technisch
gesproken, linker, rechter en midden voorkanalen,
2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor de
subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen; “Music” voor weergave van
muziek en “Cinema” voor films.
WOORDENLIJST
Audioformaten
88
WOORDENLIJST
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de
YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de
origineel door YAMAHA ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby
Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot
een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers.
U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een
minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder
midden-luidspreker.
ITU-R
ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU
(International Telecommunication Union). De ITU-R
beveelt een standaard luidspreker-opstelling aan die vaak
wordt gebruikt in professionele luisterruimtes, in het
bijzonder bij het masteren van opnamen.
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal is speciaal bedoeld voor de weergave van zeer
lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz
t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat
niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven,
zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS
5.1/6.1-kanaals systeem.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits.
Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
Geluidsveldprogramma’s Audio informatie
89
WOORDENLIJST
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in P
B
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal.
U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen
nodig om component videosignalen te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
Videosignaal informatie
TECHNISCHE GEGEVENS
90
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 ................................... 95 W
Maximum vermogen (EIAJ)
[modellen voor China, Korea en algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 ........................................................135 W
Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 ...................................................... 130/165/195/240 W
DIN standaard uitgangsvermogen
[modellen voor het V.K., Europa en Azië]
1 kHz, 0,7% THV, 4 .......................................................145 W
IEC uitgangsvermogen [modellen voor het V.K., Europa en Azië]
1 kHz, 0,06% THV, 8 .....................................................105 W
Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 ............................................... 120 of meer
Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor ............ 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB
Totale harmonische vervorming
CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ω)
..........................................................................0,06% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD (250 mV) naar L/R voor, Effect uit ................100 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor .......................................................... 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
CD (5,1 k afgesloten) naar L/R voor ....... 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ...................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie ................................................ 350 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie .......................................... 3,5 kHz
Hoofdtelefoon uitgangsvermogen ........................... 150 mV/100
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................ 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT .............................................. 200 mV/47 k
Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
REC OUT............................................................. 200 mV/1,2 k
PRE OUT .................................................................... 2 V/1,2 k
SUBWOOFER ........................................................... 4 V/1,7 k
ZONE 2 OUTPUT
[Modellen voor de V.S., Canada en Australië]
............................................................................200 mV/1,2 k
VIDEO GEDEELTE
Videosignaaltype .......................................................... PAL/NTSC
Signaal-ruis verhouding ........................................... 50 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Composiet, S-video ............................. 5 Hz t/m 10 MHz, –3 dB
Component .......................................... 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
............................................ 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] .................................. 87,50 t/m 108,00 MHz
Bruikbare gevoeligheid (IHF) ............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................ 76 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo .............................................................. 0,2%/0,3%
Stereoscheiding (1 kHz) ........................................................ 42 dB
Frequentierespons .......................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................ 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en algemene modellen]
...................................................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ......................................... 531 t/m 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid ................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
........................................................ 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] ................ 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ..................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ..................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
........................................................ 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
...................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] .....220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ..................... 400 W/500 VA
[Overige modellen] ........................................................... 440 W
Stroomverbruik Uit (standby) ............................... 0,1 W of minder
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor het V.K. en Australië]
....................................................... 1 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor de V.S., Canada en China]
....................................................... 2 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Europa, Azië en algemene modellen]
......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
Afmetingen (b x h x d) .................................. 435 x 171 x 420 mm
Gewicht ............................................................................... 12,5 kg
TECHNISCHE GEGEVENS

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 17 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op STANDBY/ ON te drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker uit het stopcontact te halen. WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. De stroomvoorziening van dit toestel is niet afgesloten zolang de stekker in het stopcontact zit, ook al is het toestel zelf uitgeschakeld. Dit is de zogenaamde standby-stand. In deze toestand is het toestel ontworpen een zeer kleine hoeveelheid stroom te verbruiken. Alleen voor klanten in Nederlands Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. INHOUD GELUIDSVELDPROGRAMMA’S KENMERKEN ....................................................... 2 VAN START ........................................................... 3 GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN.........................................48 Meegeleverde accessoires.......................................... 3 Inzetten van batterijen in de afstandsbediening......... 3 Voor film/video bronnen ......................................... 48 Voor muziekmateriaal ............................................. 50 INLEIDING INLEIDING BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES......... 4 VOORBEREIDINGEN LUIDSPREKER SETUP ..................................... 11 AANSLUITINGEN .............................................. 15 Voor u componenten gaat aansluiten....................... 15 Aansluiten van videocomponenten.......................... 16 Aansluiten van audiocomponenten.......................... 19 Aansluiten van de FM en AM antennes .................. 21 Aansluiten van het netsnoer..................................... 22 Instelling luidsprekerimpedantie ............................. 23 Inschakelen van de stroom....................................... 23 Inleiding................................................................... 24 Optimalisatie-microfoon setup ................................ 24 Beginnen van de setup ............................................. 25 BASISBEDIENING WEERGAVE ........................................................ 30 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO .................. 38 OPNEMEN............................................................ 47 Gebruiken van het SET MENU............................... 55 1 SOUND MENU.................................................... 56 2 INPUT MENU...................................................... 61 3 OPTION MENU................................................... 63 UITGEBREID SETUP MENU ............................65 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING.................................67 Set bedieningstoetsen .............................................. 67 Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 68 Bedienen van andere componenten ......................... 69 Overschakelen naar een alternatieve code............... 70 Wissen van ingestelde afstandsbedieningscodes ..... 70 ZONE 2 ..................................................................71 Zone 2 aansluitingen................................................ 71 Afstandsbediening vanuit Zone 2 ............................ 72 AANVULLENDE INFORMATIE WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN ..............................................74 Wat is een geluidsveld ............................................. 74 Veranderen van instellingen .................................... 74 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN.........................................76 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN .......................81 TERUGZETTEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN..........................86 WOORDENLIJST ................................................87 Audioformaten......................................................... 87 Geluidsveldprogramma’s......................................... 88 Audio informatie...................................................... 88 Videosignaal informatie .......................................... 89 AANVULLENDE INFORMATIE Automatisch en handmatig afstemmen.................... 38 Zenders voorprogrammeren..................................... 39 Selecteren van voorkeuzezenders ............................ 41 Omwisselen van voorkeuzezenders......................... 42 Ontvangen van Radio Data Systeem zenders .......... 43 Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem functie ................................................... 44 De PTY SEEK functie ............................................. 45 De EON functie ....................................................... 46 SET MENU ............................................................53 GEAVANCEERDE BEDIENING Basisbediening......................................................... 30 Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 32 Selecteren van ingangsfuncties................................ 36 Selecteren van de OSD (in-beeld display) weergavefunctie................................................... 51 Gebruiken van de slaaptimer ................................... 51 Handmatig instellen van de luidsprekersniveaus..... 52 GELUIDSVELDPROGRAMMA’S AUTO SETUP....................................................... 24 GEAVANCEERDE BEDIENING.......................51 BASISBEDIENING Opstelling van de luidsprekers................................. 11 Luidspreker-aansluitingen ....................................... 12 GEAVANCEERDE BEDIENING VOORBEREIDINGEN Voorpaneel................................................................. 4 Afstandsbediening ..................................................... 6 Gebruiken van de afstandsbediening ......................... 7 Display voorpaneel .................................................... 8 Achterpaneel ............................................................ 10 TECHNISCHE GEGEVENS...............................90 Nederlands 1 KENMERKEN KENMERKEN Ingebouwde 7-kanaals eindversterker Overige kenmerken ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen (0,06% THV, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω) Voor: 95 W + 95 W Midden: 95 W Surround: 95 W + 95 W Surround Achter: 95 W + 95 W ◆ YPAO: YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer voor automatische instelling van uw luidsprekers ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter ◆ Een SET MENU met items waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw Audio/Videosysteem ◆ 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen ◆ PURE DIRECT voor onversneden, natuurgetrouwe weergave van analoge en PCM bronnen ◆ De in-beeld displayfunctie maakt de bediening van dit toestel gemakkelijk ◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Component video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Videosignaal conversie (composiet video ↔ S-video → component video) voor de monitor uitgang ◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen ◆ Slaaptimer ◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek ◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde afstandsbedieningscodes ◆ Zone 2 aangepaste installatie mogelijk Kenmerken geluidsveld ◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van geluidsvelden ◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder ◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6, DTS 96/24 decoder ◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx decoder ◆ Virtual CINEMA DSP ◆ SILENT CINEMA™ Verfijnde AM/FM tuner ◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren ◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken voorkeuzezenders) • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het toestel zelf als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het toestel zelf, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, “Surround EX” en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION. 2 “DTS”, “DTS-ES”, “Neo:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. VAN START VAN START Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. Afstandsbediening CODE SET Batterijen (4) (AAA, R03, UM-4) AM ringantenne TRANSMIT SYSTEM POWER POWER STANDBY POWER TV AV CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (Alleen bij modellen voor het V.K.) INLEIDING Meegeleverde accessoires AMP TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT 5 6 VOLUME MUTE A SPEAKERS B 9 Optimalisatie-microfoon EXTD SUR. PURE DIRECT 7 8 NIGHT STRAIGHT 0 10 FM binnenantenne ENT. EFFECT PRESET/CH LEVEL SET MENU FAVOR. MENU TITLE BAND SRCH MODE ENTER A-E/CAT. A/B/C/D/E RETURN DISPLAY MEMORY ON SCREEN REC AUDIO DISC SKIP FREQ/TEXT MODE PTY SEEK START EON Inzetten van batterijen in de afstandsbediening 2 1 3 Druk op en schuif het klepje van het batterijvak. 2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA, R03, UM-4) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het vastklikt. • Vervang alle batterijen tegelijk wanneer u n van de volgende dingen merkt: dat het bereik van de afstandsbediening afneemt, dat de indicator niet knippert, of dat het licht van de indicator zwakker wordt. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone (mangaan) batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht. Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren. Nederlands 1 Opmerkingen over batterijen 3 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Voorpaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 VOLUME ZONE ON/OFF MAIN ZONE 2 OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING FM/AM A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h MEMORY TUNING MODE SEARCH MODE EDIT XM CATEGORY NEXT LEVEL MAN'L/AUTO FM DISPLAY AUTO/MAN'L MONO PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA A B CD E F G 1 STANDBY/ON Hiermee zet u het toestel aan of uit (standby). Wanneer u het toestel aan zet, hoort u een klik, waarna het 4 a 5 seconden duurt voor er geluid wordt weergegeven. Opmerking Wanneer het toestel uit (standby) staat, wordt er nog steeds een heel klein beetje stroom verbruikt zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. 2 OPTIMIZER MIC aansluiting Hierop kunt u de meegeleverde microfoon aansluiten voor gebruik met de AUTO SETUP functie (zie bladzijde 24). 3 Sensor voor de afstandsbediening Deze ontvangt de signalen van de afstandsbediening. 4 Display voorpaneel Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt. 5 A/B/C/D/E, NEXT Hiermee kunt u één van de 5 voorkeuzegroepen selecteren (A t/m E) wanneer het toestel in de tunerfunctie (radio) staat. Hiermee selecteert u het in te stellen luidsprekerkanaal wanneer het toestel niet in de tunerfunctie staat. 4 H I J KL 6 PRESET/TUNING l / h, LEVEL –/+ Hiermee stelt u een voorkeuzezender, nummer 1 t/m 8, in wanneer er in de tunerfunctie op het display op het voorpaneel naast de aanduiding van de radioband een dubbele punt (:) te zien is. U stemt hiermee af op de gewenste frequentie wanneer de dubbele punt (:) niet getoond wordt. Hiermee kunt u het niveau instellen van het luidsprekerkanaal dat u heeft geselecteerd met A/B/C/D/E (NEXT) wanneer het toestel niet in de tunerfunctie (radio) staat. 7 MEMORY (MAN’L/AUTO FM) Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen. 8 TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig afstemmen (AUTO indicator uit). 9 VIDEO AUX aansluitingen Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer aansluiten. Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u V-AUX in te stellen als signaalbron. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 0 VOLUME Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle audiokanalen tegelijk instellen. Dit heeft geen invloed op het REC OUT niveau. MAIN Hiermee kunt u het toestel bedienen vanuit de hoofdruimte (zie bladzijde 72). ZONE 2 Hiermee kunt u de bediening van dit toestel overschakelen om de component in de tweede ruimte te bedienen (Zone 2) (zie bladzijde 72). INLEIDING A PHONES (SILENT CINEMA) aansluiting Via deze aansluiting kunt ongestoord luisteren met een hoofdtelefoon. Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de PRE OUT aansluitingen of de luidsprekers. Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen. L ZONE ON/OFF toetsen B SPEAKERS A/B Met elke druk op de bijbehorende toets zet u de set voorluidsprekers aangesloten op de A en/of B aansluitingen op het achterpaneel aan of uit. C PRESET/TUNING (EDIT) Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h (LEVEL –/+) heen en weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen. D STRAIGHT (EFFECT) Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect. E FM/AM Hiermee schakelt u over naar een andere radioband wanneer het toestel in de tunerfunctie (radio) staat. F PROGRAM Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren of de weergave van de lage/hoge tonen regelen (samen met TONE CONTROL). G TONE CONTROL Hiermee kunt u de weergave van de lage en hoge tonen regelen voor de linker en rechter voorkanalen, het midden- en aanwezigheidskanaal en voor het subwooferkanaal (zie bladzijde 31). H INPUT MODE Hiermee bepaalt u uw voorkeur (AUTO, DTS, ANALOG) voor het soort signaal dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen (zie bladzijde 36) van dit toestel. I INPUT keuzeknop Hiermee kunt u kiezen naar welke signaalbron u wilt luisteren of kijken. Nederlands J MULTI CH INPUT Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron. Indien geselecteerd, zal de MULTI CH INPUT signaalbron voorrang krijgen over een met INPUT (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) geselecteerde signaalbron. K PURE DIRECT Hiermee zet u de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 35). 5 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Afstandsbediening In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de bij dit toestel behorende afstandsbediening beschreven. Zie “KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING” op bladzijde 67 als u andere componenten wilt kunnen bedienen. 1 2 3 9 CODE SET TRANSMIT SYSTEM STANDBY POWER MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 POWER POWER TV AV CD 0 A AMP B C D E TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT VOLUME F MUTE 4 5 STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT 5 6 EXTD SUR. PURE DIRECT A SPEAKERS B 9 7 8 NIGHT STRAIGHT 0 10 ENT. G H EFFECT 6 PRESET/CH LEVEL TITLE MENU BAND SRCH MODE 7 8 SET MENU I ENTER A-E/CAT. A/B/C/D/E RETURN DISPLAY MEMORY ON SCREEN REC AUDIO DISC SKIP FREQ/TEXT MODE PTY SEEK START EON J 1 Infrarood venster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen. 2 CODE SET Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes instellen (zie bladzijde 68). 3 Ingangskeuzetoetsen Hiermee selecteert u de weer te geven signaalbron en bepaalt u welke set bedieningstoetsen gebruikt wordt. 4 Geluidsveldprogramma/cijfertoetsen Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren. Wanneer het toestel in de tunerfunctie staat, kunt u met de cijfertoetsen 1 t/m 8 direct voorkeuzezenders selecteren. Gebruik SELECT om 2-kanaals materiaal met surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 34). Gebruik EXTD SUR. om te schakelen tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 33). Gebruik PURE DIRECT om de PURE DIRECT weergavefunctie aan of uit te zetten (zie bladzijde 35). 5 SPEAKERS A/B Met elke druk op de bijbehorende toets kunt u de set voorluidsprekers die is verbonden met de A en/of B aansluitingen op het achterpaneel in- of uitschakelen. 6 LEVEL Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het niveau in te stellen. 7 Cursortoetsen u / d / j / i / ENTER Hiermee kunt u geluidsveldparameters of SET MENU onderdelen selecteren en instellen. Druk op i om een voorkeuzegroep (A t/m E) te kiezen wanneer het toestel in de tunerstand (radio) staat. Druk op u / d om een voorkeuzenummer (1 t/m 8) te kiezen wanneer het toestel in de tunerstand (radio) staat. 8 RETURN Hiermee keert u terug naar het vorige menu bij instellingen via het SET MENU. 9 TRANSMIT indicator Knippert wanneer de afstandsbediening signalen uitzendt. 0 STANDBY Hiermee zet u het toestel uit (standby). A SYSTEM POWER Hiermee zet u het toestel aan. 6 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES B SLEEP Hiermee kunt u de slaaptimer instellen. D AMP Selecteren van de AMP functie. U moet de AMP functie kiezen om het hoofdtoestel zelf te bedienen. De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. Richt de afstandsbediening op de sensor op het toestel dat u wilt bedienen. E VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. VOLUME OPTIMIZER MIC F MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten. G NIGHT Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 35). INLEIDING C MULTI CH IN Hiermee selecteert u een multikanaals ingangssignaal bij gebruik van een externe decoder (enz.). Gebruiken van de afstandsbediening FM/AM PRESET/TUNING EDIT A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA 30 30 CODE SET Ongeveer 6 m TRANSMIT SYSTEM POWER POWER STANDBY POWER TV CD DVD AV MD/CD-R TUNER SLEEP DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT AMP VOLUME MUTE STEREO MUSIC 1 2 ENTERTAIN MOVIE 3 4 STANDARD SELECT EXTD SUR. PURE DIRECT 5 6 9 8 7 A SPEAKERS B NIGHT 0 STRAIGHT ENT. 10 EFFECT PRESET/CH LEVEL SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE ENTER A-E/CAT. A/B/C/D/E RETURN DISPLAY MEMORY ON SCREEN REC AUDIO DISC SKIP H STRAIGHT (EFFECT) Hiermee zet u de geluidsvelden aan of uit. Wanneer STRAIGHT is geselecteerd zullen de ingangssignalen (2-kanaals of multikanaals) direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect. I SET MENU Hiermee schakelt u de SET MENU functie in. J Toetsen voor Radio Data Systeem radioontvangst FREQ/TEXT Druk op deze toets wanneer het toestel een Radio Data System zender ontvangt om te schakelen tussen de PS functie, PTY functie, RT functie, CT functie (als de zender deze Radio Data System gegevens verzorgt) en/of het frequentiedisplay (zie bladzijde 44). FREQ/TEXT MODE PTY SEEK START EON ■ Omgaan met de afstandsbediening • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan oplopen, zoals naast de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken PTY SEEK MODE Druk op deze toets om het toestel in de PTY SEEK functie te zetten (zie bladzijde 45). PTY SEEK START Druk op deze toets om het zoeken naar een geschikte zender te laten beginnen nadat u het gewenste programmatype heeft geselecteerd in de PTY SEEK functie (zie bladzijde 45). EON Druk op deze toets om automatisch af te stemmen op een radioprogramma van het door u gewenste type (NEWS, INFO, AFFAIRS, SPORT) (zie bladzijde 46). Nederlands 7 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Display voorpaneel 1 t 2 96 24 DVR/VCR2 3 VCR1 4 V-AUX 5 6 DTV/CBL 7 DVD SP AB STANDARD ZONE2 NIGHT q EX q PL q PL q PL x MD/CD-R YPAO VIRTUAL SILENT CINEMA MATRIX DISCRETE q DIGITAL 89 HiFi DSP 0A TUNER CD C PHONO AUTO TUNED STEREO MEMORY MUTE VOLUME PTY HOLD PS PTY RT CT EON SLEEP dB ft 96/24 mS dB PCM D B E O F GH I J P L C R LFE SL SB SR K LM N 1 Decoder indicators Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. 0 STEREO indicator Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt. 2 VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 36). A MEMORY indicator Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden. 3 SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 31). 4 Signaalbron indicators Een cursorstreepje geeft aan welke signaalbron wordt weergegeven. 5 Geluidsveld indicators Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn. DSP aanwezigheidsgeluidsveld Luisterplek Linker surround DSP geluidsveld Rechter surround DSP geluidsveld Achter surround DSP geluidsveld 6 CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert. B MUTE indicator Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld. C VOLUME niveau-aanduiding Geeft het huidige volumeniveau aan. D PCM indicator Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie) digitale audiosignalen weergeeft. E STANDARD indicator Licht op wanneer Surround Standaard of Surround Enhanced is geselecteerd (zie bladzijde 34). F NIGHT indicator Licht op wanneer u de nacht-luisterfunctie selecteert. G SP A B indicators Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is geselecteerd. Beide indicators lichten op wanneer beide sets luidsprekers worden geselecteerd. H Hoofdtelefoon indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten. 7 YPAO indicator Licht op tijdens de automatische set-up en wanneer de automatische luidspreker-instellingen onveranderd worden gebruikt. I HiFi DSP indicator Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert. 8 AUTO indicator Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat. J Multifunctioneel display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. 9 TUNED indicator Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender. 8 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES K SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld. INLEIDING L 96/24 indicator Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt. M LFE indicator Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal bevat. N Indicators ingangskanalen Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. O ZONE 2 indicator Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld. P Radio Data Systeem indicators De Radio Data Systeem gegevens die worden verzorgd door de Radio Data Systeem zender waar op dit moment op is afgestemd zullen oplichten. EON licht op wanneer er is afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. PTY HOLD licht op wanneer er met de PTY SEEK zoekfunctie naar zenders wordt gezocht. Nederlands 9 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Achterpaneel 1 2 3 4 COMPONENT VIDEO PR PB 5 6 7 8 TUNER Y 75Ω UNBAL. FM ANT DVD GND AM ANT DTV/ CBL AUDIO VIDEO AUDIO VIDEO S VIDEO DIGITAL OUTPUT MD/CD-R XM MONITOR OUT CD DVD REMOTE PRE OUT CENTER OPTICAL IN SWITCHED DTV/ CBL (PLAY) IN MD/ CD-R MD/CD-R OUT IN (REC) FRONT FRONT CONTROL OUT OUT VCR 1 DVD AC OUTLETS SINGLE SURROUND SUB WOOFER SURROUND BACK +12V 15mA MAX. PRESENCE/ ZONE 2 SPEAKERS OUT A DTV/CBL SURROUND IN DVR/ VCR 2 CD SURROUND BACK SURROUND OUT B DVD COAXIAL DIGITAL INPUT 9 FRONT SUB WOOFER CENTER MULTI CH INPUT 0 VIDEO ZONE 2 OUTPUT CENTER SURROUND BACK S VIDEO MONITOR OUT A B 1 DIGITAL OUTPUT aansluitingen Zie bladzijde 19 voor details. 2 Aansluitingen voor audio-apparatuur Zie bladzijde 19 voor meer informatie over deze aansluitingen. 3 Aansluitingen voor video-apparatuur Zie de bladzijden 16 en 18 voor meer informatie over deze aansluitingen. C 7 CONTROL OUT aansluiting Dit is een bedieningsaansluiting die alleen voor handelsdoeleinden bedoeld is. 8 AC OUTLET(S) Hiermee kunt eventueel andere A/V componenten van stroom voorzien (zie bladzijde 22). 9 DIGITAL INPUT aansluitingen Zie de bladzijden 16, 18 en 19 voor details. 4 Antenne-aansluitingen Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen. 0 MULTI CH INPUT aansluitingen Zie bladzijde 17 voor meer informatie over deze aansluitingen. 5 PRESENCE/ZONE 2 luidsprekeraansluitingen Zie bladzijde 12 voor meer informatie over deze aansluitingen. A ZONE 2 OUTPUT aansluitingen Deze aansluitingen produceren uitsluitend analoge signalen. Zie bladzijde 71 voor details. 6 REMOTE IN/OUT aansluitingen Zie bladzijde 71 voor details. B PRE OUT aansluitingen Zie bladzijde 20 voor meer informatie over deze aansluitingen. C Luidspreker-aansluitingen Zie bladzijde 12 voor meer informatie over deze aansluitingen. 10 LUIDSPREKER SETUP LUIDSPREKER SETUP Opstelling van de luidsprekers ITU-R* Hieronder ziet u de standaard opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio. Surround-luidsprekers (SR en SL) De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer. Surround achter-luidsprekers (SBR en SBL) * ITU-R is de aanduiding voor de afdeling radiocommunicatie PL PR C FR FL 30˚ De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten plaatsen als de voorluidsprekers. VOORBEREIDINGEN van de ITU (International Telecommunication Union). Subwoofer SL SR 60˚ 80˚ SL SBL SR SBR 30 cm of meer Een subwoofer, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in de diverse weergavekanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. Aanwezigheidsluidsprekers (PR en PL) 1,8 m 1,8 m Voor-luidsprekers (FR en FL) De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie bladzijde 48). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de kamer, ongeveer 0,5 – 1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m boven de vloer. De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van uw luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. Midden-luidspreker (C) Nederlands De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Zorg ervoor dat de voorkant van de midden-luidspreker in lijn ligt met de voorkant van uw beeldscherm. Plaats deze luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder. 11 LUIDSPREKER SETUP Luidspreker-aansluitingen 5 Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. 3 4 5 LET OP • Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm wilt gebruiken moet u de luidsprekerimpedantie van dit toestel instellen op 4 Ohm instellen voor u het systeem gaat gebruiken (zie bladzijde 23). • Zet het toestel uit voor u de luidsprekers gaat aansluiten. • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De ene draad onderscheidt zich van de andere door een andere kleur, of misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. 10 mm 1 2 1 Strip ongeveer 10 mm isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden. 2 Draai de blootgekomen draadjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 3 Schroef de knop los. 4 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan de zijkant van de aansluiting. 12 Draai de draad vervolgens met de knop weer vast. Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) ■ Verbinden met de PRESENCE/ZONE 2 of PRESENCE luidspreker-aansluitingen 1 2 3 1 Doe het lipje open. 2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van de aansluiting. 3 Doe het lipje weer op zijn plaats om de draad vast te zetten. LUIDSPREKER SETUP Subwoofersysteem Aanwezigheidsluidsprekers Rechts Links 1 2 3 Surround-luidsprekers Rechts Links 4 5 VOORBEREIDINGEN PRE OUT FRONT SURROUND CENTER SINGLE SUB WOOFER SURROUND BACK PRESENCE/ ZONE 2 SPEAKERS A SURROUND B FRONT 6 7 Voorluidsprekers (B) CENTER 8 SURROUND BACK 9 Middenluidspreker 10 Rechts Links Surround achterluidsprekers Rechts Links Voor-luidsprekers (A) U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. • De surround achter-luidsprekers geven het surround achterkanaal in Dolby Digital EX en DTS-ES materiaal weer en werken alleen wanneer de Dolby Digital EX, DTS-ES of Dolby Pro Logic IIx decoder is ingeschakeld. • De aanwezigheidsluidsprekers produceren omgevingseffecten die worden gecreëerd door de DSP geluidsvelden. Ze zullen geen geluid produceren wanneer er andere geluidsvelden geselecteerd zijn. Nederlands 13 LUIDSPREKER SETUP ■ FRONT aansluitingen U kunt hierop een enkel of twee luidsprekersystemen (6, 7) aansluiten. Als u een enkel luidsprekersysteem gebruikt, kunt u dit naar keuze met de FRONT A of de B aansluitingen verbinden. ■ CENTER aansluitingen 2 Hierop kunt u een midden-luidspreker (8) aansluiten. ■ SURROUND aansluitingen 3 6 8 Hierop kunt u surround-luidsprekers (4, 5) aansluiten. ■ SUBWOOFER aansluiting 7 1 Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker (1) aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System. ■ SURROUND BACK aansluitingen Hierop kunt u surround achter-luidsprekers (9, 10) aansluiten. Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, verbind deze dan met de linker (L) aansluitingen. ■ PRESENCE aansluitingen Hierop kunt u zg. aanwezigheidsluidsprekers (2, 3) aansluiten. * Als u één van de modellen voor de V.S., Canada, Australië, het V.K. of Europa gebruikt, kunt u deze luidsprekers ook als Zone 2 luidsprekers gebruiken (zie bladzijde 71). 14 5 4 10 9 Opstelling van de luidsprekers AANSLUITINGEN AANSLUITINGEN Stofkapje Trek het kapje van de optische aansluiting voor u er de optische glasvezelkabel op aansluit. Gooi het stofkapje niet weg. Wanneer u de optische aansluiting niet gebruikt, dient u het stofkapje er weer op te doen. Dit kapje beschermt de aansluiting tegen stof en vuil. Voor u componenten gaat aansluiten LET OP ■ Kabelaanduidingen ■ Video-aansluitingen Voor analoge signalen linker analoge bedrading L rechter analoge bedrading R Voor digitale signalen optische kabels O coaxiale bedrading C Voor videosignalen videobedrading V S-videobedrading S Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van die van uw beeldscherm. De signalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen worden automatisch omgezet voor weergave via de VIDEO aansluitingen. Wanneer VIDEO CONV. op ON (zie bladzijde 63) is ingesteld, zullen signalen die binnenkomen via de VIDEO aansluitingen kunnen worden gereproduceerd via de S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen. Op dezelfde manier kunnen signalen die binnenkomen via de S VIDEO aansluitingen ook worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen. PR component videokabels VIDEO PB S VIDEO VOORBEREIDINGEN Sluit dit toestel of één van de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. COMPONENT VIDEO PR PB Y Y ■ Analoge aansluitingen Analoge signalen van andere audiocomponenten kunt u via tulpstekkerkabels aansluiten op de analoge aansluitingen van dit toestel. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. ■ Digitale aansluitingen Dit toestel heeft digitale aansluitingen voor directe transmissie van digitale signalen via coaxiale bedrading of optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. Opmerking S VIDEO aansluitingen Voor S-videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen voor een betere beeldkwaliteit. COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleurverschil (PB, PR) gescheiden videosignalen voor de beste beeldkwaliteit. Signaalschema binnenin het toestel Ingang Uitgang (MONITOR OUT) COMPONENT VIDEO S VIDEO VIDEO Alleen wanneer VIDEO CONV. op ON (aan) staat (zie bladzijde 63). Opmerking Wanneer er zowel signalen binnenkomen via de S VIDEO als via de VIDEO aansluitingen, krijgen de via de S VIDEO aansluiting binnenkomende signalen voorrang. 15 Nederlands In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen audiosignalen die binnenkomen via de analoge ingangsaansluitingen ook alleen via de analoge OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven. Op dezelfde manier zullen via de digitale (OPTICAL of COAXIAL) ingangsaansluitingen binnenkomende signalen alleen via de DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen worden weergegeven. VIDEO aansluitingen Voor conventionele composiet videosignalen. AANSLUITINGEN Aansluiten van videocomponenten ■ Aansluitingen voor DVD weergave Opmerking U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw videomonitor indien VIDEO CONV. (zie bladzijde 63) is ingesteld op OFF. Wanneer u bijvoorbeeld uw videomonitor op dit toestel heeft aangesloten via een VIDEO aansluiting, dient uw videocomponenten ook via VIDEO aansluitingen met dit toestel te verbinden. (Zelfs wanneer VIDEO CONV. op OFF is ingesteld, zullen S-videosignalen die worden ontvangen van uw videocomponent automatisch door dit toestel worden omgezet naar composiet videosignalen.) Coaxiale uitgang Optische uitgang Video uitgang DVD-speler Audio uitgang C O R L V PR S COMPONENT VIDEO PR PB PB Y Y DVD VIDEO AUDIO VIDEO S VIDEO MONITOR OUT DVD DVD DVD COAXIAL VIDEO DIGITAL INPUT 16 S VIDEO MONITOR OUT Video ingang Beeldscherm AANSLUITINGEN ■ Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen Dit toestel is voorzien van 8 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en links en rechts SURROUND BACK en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen. Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen FRONT SURROUND SURROUND VOORBEREIDINGEN FRONT SURROUND BACK SUB WOOFER SUB WOOFER CENTER MULTI CH INPUT R L Subwoofer uitgang R L R L Middenkanaal uitgang Voorkanaal uitgang Multiformaat-speler/ externe decoder CENTER MULTI CH INPUT Subwoofer uitgang R L R L Middenkanaal uitgang Surroundkanaal uitgang Voorkanaal uitgang Multiformaat-speler/ Surroundachter uitgang externe decoder Surroundkanaal uitgang Opmerkingen • Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert, zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. • Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de linker en rechter voorkanalen worden weergegeven. Nederlands 17 AANSLUITINGEN ■ Aansluitingen voor andere videocomponenten Opmerkingen • U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw videomonitor indien VIDEO CONV. (zie bladzijde 63) is ingesteld op OFF. Wanneer u bijvoorbeeld uw videomonitor op dit toestel heeft aangesloten via een VIDEO aansluiting, dient uw videocomponenten ook via VIDEO aansluitingen met dit toestel te verbinden. (Zelfs wanneer VIDEO CONV. op OFF is ingesteld, zullen S-videosignalen die worden ontvangen van uw videocomponent automatisch door dit toestel worden omgezet naar composiet videosignalen.) • De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik maken van dezelfde soorten aansluitingen (bijv. S-Video). Video uitgang Optische uitgang O Kabel TV of satellietontvanger Audio uitgang R V L PB PR S COMPONENT VIDEO PR PB Y Y DTV/ CBL VIDEO AUDIO VIDEO S VIDEO Video ingang MONITOR OUT Beeldscherm DTV/ CBL IN VCR 1 OUT DTV/CBL COAXIAL VIDEO S VIDEO MONITOR OUT DIGITAL INPUT R L R L V of S V of S Audio ingang DVD-recorder of Video ingang Audio uitgang videorecorder Video uitgang VIDEO AUX ■ VIDEO AUX aansluitingen (op het voorpaneel) Via deze aansluitingen kunt u allerlei videobronnen, zoals spelcomputers of videocamera’s, aansluiten op dit toestel. S VIDEO VIDEO L S V L AUDIO R OPTICAL R O Optische uitgang Audio uitgang R Audio uitgang L Video uitgang S-Video uitgang 18 Spelcomputer of videocamera AANSLUITINGEN Aansluiten van audiocomponenten ■ Aansluitingen voor audiocomponenten VOORBEREIDINGEN AUDIO Optische ingang DIGITAL OUTPUT MD/CD-R Audio uitgang CD L O R Optische uitgang OPTICAL O Audio uitgang CD-speler IN (PLAY) MD/ CD-R MD/CD-R OUT (REC) L MD-recorder of cassettedeck R L R Coaxiale uitgang Audio ingang C CD COAXIAL DIGITAL INPUT Nederlands 19 AANSLUITINGEN ■ Aansluiten op een externe versterker Als u het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u als volgt een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluiten. Opmerkingen • Wanneer er audio tulpstekkers zitten in de PRE OUT aansluitingen voor weergave via een externe versterker, mag u niets aansluiten op de corresponderende SPEAKERS aansluitingen. Zet het volume van de op dit toestel aangesloten versterker op de hoogste stand. • De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van de TONE CONTROL instellingen. • Als SPEAKERS A uit staat en SP B op ZONE B (zie bladzijde 64) is ingesteld, zullen er alleen signalen worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen. 1 23 4 PRE OUT FRONT SURROUND CENTER SINGLE SUB WOOFER SURROUND BACK 5 1 FRONT PRE OUT aansluitingen Voorkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. 2 SURROUND PRE OUT aansluitingen Surroundkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. 3 CENTER PRE OUT aansluiting Middenkanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. 4 SURROUND BACK PRE OUT aansluitingen Surround achter- of aanwezigheidskanaal uitgangsaansluitingen op lijnniveau. 5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System. Opmerkingen • Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de corresponderende luidspreker-aansluiting. • Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf. U kunt het volumeniveau ook regelen met de afstandsbediening (zie “Handmatig instellen van de luidsprekersniveaus” op bladzijde 52). • Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de SPEAKER SET (zie bladzijde 56) en LFE/BASS OUT (zie bladzijde 57) instellingen. 20 AANSLUITINGEN Aansluiten van de FM en AM antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. FM binnenantenne (meegeleverd) AM ringantenne (meegeleverd) Opmerkingen • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, probeer dan of de ontvangst verbetert met een buitenantenne. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. TUNER 75Ω UNBAL. FM ANT GND 1 Maak de meegeleverde 75 Ohm/300 Ohm antenneadapter open. 2 Strip de buitenmantel van de 75 Ohm coaxiale kabel en maak deze klaar voor het aansluiten. AM ANT Aarde (GND aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. ■ Aansluiten van de AM ringantenne 1 3 11 8 6 Knip de verbindingsdraad door en verwijder deze. VOORBEREIDINGEN ■ Aansluiten van de 75 Ohm/300 Ohm antenne-adapter (alleen bij modellen voor het V.K.) Eenheid: mm Verbindingsdraad Maak de AM ringantenne gebruiksklaar. 4 Houd het lipje ingedrukt zodat u de AM antennedraden in de AM ANT en GND aansluitingen kunt steken. 3 Stel de AM ringantenne zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. 5 Klem Klem Steek de draad in de sleuf Klik de behuizing weer dicht. Nederlands 2 Steek de binnendraad van de kabel in de sleuf en klem de kabel vast met een tang. 21 AANSLUITINGEN Aansluiten van het netsnoer ■ Aansluiten van het netsnoer Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact. ■ AC OUTLET(S) (SWITCHED) Modellen voor het V.K. ................ 1 netstroomaansluiting Overige modellen ..................... 2 netstroomaansluitingen Via de netstroomaansluitingen op dit toestel kunt u andere componenten in uw systeem van stroom voorzien. De stroomvoorziening van de AC OUTLET(S) stopcontacten wordt geregeld door de STANDBY/ON toets van dit toestel (of SYSTEM POWER en STANDBY). Deze aansluiting(en) voorzien de erop aangesloten componenten van stroom wanneer dit toestel aan staat. Voor informatie over het maximale vermogen (totale stroomverbruik van de componenten) zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 90. ■ Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan. 22 AANSLUITINGEN Instelling luidsprekerimpedantie Inschakelen van de stroom Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten. LET OP Als u luidsprekers van 4 of 6 Ohm gebruikt, dient u de impedantie als volgt in te stellen op 4 of 6 Ohm voor u de stroom inschakelt. VOLUME Zorg ervoor dat het toestel uit (standby) staat. OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING FM/AM EDIT A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL PROGRAM PHONES 1 SPEAKERS A B STRAIGHT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON Zet het toestel uit, houd STRAIGHT (EFFECT) ingedrukt en druk op STANDBY/ON. Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreid setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA VOORBEREIDINGEN 1 STRAIGHT Houd ingedrukt en druk op CODE SET STANDBY /ON SYSTEM EFFECT 2 TRANSMIT Verdraai PROGRAM om door het menu te bladeren en selecteer “SP IMP.”. STANDBY 1 POWER POWER POWER TV AV CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT AMP VOLUME PROGRAM 1 Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM POWER op de afstandsbediening) om dit toestel aan te zetten. SYSTEM 3 STANDBY /ON Druk net zo vaak op STRAIGHT (EFFECT) tot u “4 Ω MIN” heeft geselecteerd. Voorpaneel of POWER Afstandsbediening STRAIGHT EFFECT 4 2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. Druk op STANDBY/ON om de stroom uit te schakelen. STANDBY /ON De gemaakte instelling wordt de volgende keer wanneer u dit toestel aan zet in werking gesteld. Nederlands 23 AUTO SETUP AUTO SETUP Inleiding Deze receiver maakt gebruik van YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken. Optimalisatie-microfoon setup 1 Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING Opmerkingen FM/AM EDIT A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL PROGRAM • Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische setup luide testtonen worden geproduceerd. • Als de automatische setup stopt en er een foutmelding op het scherm verschijnt, dient u de procedure voor het oplossen van problemen op bladzijde 28 te volgen. YPAO voert de volgende controles uit en maakt de juiste instellingen voor een zo optimaal mogelijke weergave van uw systeem. WIRING: Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de polariteit van elk van de luidsprekers. SIZE: Controleert de frequentierespons van elk van de luidsprekers en stelt de crossover/hoge afsnijfrequentie in voor de subwoofer om de weergave van de luidsprekers in relatie tot de subwoofer te verbeteren. DISTANCE: Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de luisterplek en stelt de juiste vertraging in voor elk kanaal zodat het geluid uit alle luidsprekers op hetzelfde moment aankomt op de luisterplek. EQUALIZING: Stel de frequenties en de niveaus in via de parametrische equalizers voor de diverse kanalen om interferentie tussen de kanalen te verminderen en een samenhangend geluidsveld te creëren. Dit is vooral belangrijk wanneer u verschillende merken of afmetingen luidsprekers door elkaar gebruikt of een kamer heeft met afwijkende akoestische karakteristieken. De YPAO ijking maakt gebruik van drie parameters (frequentie, niveau en Q-factor) voor elk van de zeven banden in de parametrische equalizer voor een zeer precieze en automatische afregeling van de frequentiekarakteristieken. LEVEL: Controleert en regelt het geluidsniveau (volume) voor elk van de luidsprekers. 24 PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE STANDBY /ON EFFECT SILENT CINEMA Opmerkingen • Nadat u de automatische setup heeft afgemaakt moet u de optimalisatie-microfoon weer losmaken. • De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. – Houd hem daarom uit direct zonlicht. – Laat hem ook niet bovenop dit toestel liggen. 2 Plaats de optimalisatie-microfoon op een vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven op uw normale luisterplek. Gebruik indien mogelijk een statief (o.i.d.) om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. Opstelling optimalisatie-microfoon AUTO SETUP Beginnen van de setup 5 Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup (YPAO). Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. Druk op u / d, selecteer SETUP en druk vervolgens op j / i om de gewenste instelling te selecteren. 1 AUTO:MENU y p Als het volume en de crossover/hoge afsnijfrequentie van uw subwoofer apart ingesteld kunnen worden, zet het volume dan tussen de 9 en 11 uur stand (bij een draaiknop) en zet de crossover/hoge afsnijfrequentie zo hoog mogelijk. AUTO RELOAD MIN MAX 50Hz 150Hz Subwoofer 1 2 UNDO Zet dit toestel en uw beeldscherm aan. Controleer of het OSD (in-beeld display) inderdaad wordt weergegeven. DEFAULT Druk op AMP. Om de automatische setup uit te voeren (YPAO). Om de instellingen van de laatst uitgevoerde automatische setup (YPAO) opnieuw te laden en zo handmatige wijzigingen ongedaan te maken. Om de laatst uitgevoerde automatische setup (YPAO) ongedaan te maken en de vorige instellingen te herstellen. Om de setup parameters terug te zetten op de fabrieksinstellingen (standaard). VOORBEREIDINGEN CROSSOVER/ HIGH CUT VOLUME p . SETUP;;;;;;;AUTO START  Automatic processing of all items [ ]/[ ]:Up/Down [<]/[>]:Select y AMP U kunt alleen RELOAD of UNDO kiezen wanneer u al een keer de automatische setup heeft gedaan. 3 6 Druk op SET MENU. SET MENU MENU SRCH MODE y Wanneer MEMORY GUARD is ingesteld op ON, kunt u geen andere SET MENU items meer selecteren (zie bladzijde 63). 4 SET MENU .;AUTOSETUP ;MANUALSETUP ;SIGNAL INFO. ENTER A-E/CAT. p PRESET/CH 1 AUTO:MENU SETUP;;;;;;;AUTO .START  Automatic processing of all items []/[]:Up/Down [ENTER]:Start p Druk op u / d, selecteer AUTO SETUP en druk vervolgens op ENTER. Druk op d, selecteer “START” en druk vervolgens op ENTER om de setup procedure te laten beginnen. Het scherm zal al volgt veranderen. 2 AUTO:CHECK A/B/C/D/E p p [ ]/[ ]:Up/Down [ENTER]:Enter p INITIALZING . WIRING .SIZE/DISTANCE .EQUALIZING .LEVEL CHECK CH=CENTER |||||;;;;;;;; []:Exit PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E RESULT:EXIT Nederlands A-E/CAT. p p .WARNING (3) RESULT  SP : 5/4/0.1  DIST: 10.0/ 12.0ft  LVL : -9.0/ +6.5dB .>SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter 25 AUTO SETUP De resultaten zoals getoond op het RESULT:EXIT scherm zijn als volgt: SP DIST Druk op u / d / j / i, selecteer RETRY of EXIT en druk dan op ENTER. ERROR .E-9:USER CANCEL . .Don't operate .any function. RETRY EXIT • Als u bij stap 5 AUTO heeft geselecteerd, zal “WAITING” verschijnen wanneer de automatische setup wordt begonnen, waarna elk van de luidsprekers op zijn eigen beurt luide testtonen zal produceren. • Als u bij stap 5 DEFAULT, RELOAD of UNDO heeft geselecteerd zullen er geen testtonen worden geproduceerd. • Als er een ERROR scherm verschijnt, raadpleeg dan “Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde 26. • Als er een WARNING scherm verschijnt, raadpleeg dan “Als er een foutmelding verschijnt” op bladzijde 27. y U kunt gedetailleerde resultaten bekijken door met d en ENTER “RESULT” te selecteren. Op het scherm met de gedetailleerde resultaten kunt u door de informatie bladeren met u / d / j / i. 7 Gebruik j / i om SET of CANCEL te selecteren en druk vervolgens op ENTER om terug te keren naar het SET MENU scherm. RESULT:EXIT SET CANCEL p p WARNING (3) RESULT  SP : 5/4/0.1  DIST: 10.0/ 12.0ft  LVL : -9.0/ +6.5dB .>SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Om de instellingen van de automatische setup (YPAO) definitief te maken. Om de automatische setup (YPAO) te annuleren zonder wijzigingen aan te brengen. y Als u niet tevreden bent met het resultaat, of als u met de hand bepaalde instellingen wilt wijzigen, kunt u de handmatige setup gebruiken (zie bladzijde 52). Opmerkingen • Als de melding E-10 verschijnt tijdens het testen, dient u de procedure opnieuw op te starten vanaf stap 3. • Druk op u om de automatische setup te annuleren voordat deze klaar is. 26 p .>RETRYEXIT []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter p LVL Het aantal aangesloten luidsprekers in deze volgorde: Voor/Achter/Subwoofer De afstand van de luidsprekers tot dit toestel in deze volgorde: Kleinste luidsprekerafstand/Grootste luidsprekerafstand De uitgangsniveaus van de luidsprekers in deze volgorde: Laagste uitgangsniveau/Hoogste uitgangsniveau ■ Als er een foutmelding verschijnt Om de automatische setup opnieuw te proberen. Om de automatische setup te verlaten. AUTO SETUP ■ Als er een foutmelding verschijnt 1 Druk op ENTER om gedetailleerde informatie over de waarschuwing te laten zien. Druk op j / i om eventueel te schakelen tussen de verschillende meldingen. RESULT:EXIT VOORBEREIDINGEN p p .WARNING (3) RESULT  SP : 5/4/0.1  DIST: 10.0/ 12.0ft  LVL : -9.0/ +6.5dB .>SET CANCEL []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter WARNING:W-1 .<OUT OF PHASE> .Reverse Channel .FL __ .CENTER .PL PR .SL SR .SBL SBR [<]/[>]:Select [ENTER]:Return W-1 voorbeeldscherm Zie zie bladzijde 29 voor details omtrent de diverse meldingen. y • Waarschuwingen stellen u in kennis van potentiële problemen die tijdens de automatische setup zijn gedetecteerd. Waarschuwingen zullen de automatische setup niet annuleren. • Het aantal waarschuwingen wordt rechts naast “WARNING” getoond. • Wanneer de waarschuwing niet geldt voor een bepaalde luidspreker, zal “– –” worden getoond. 2 Wanneer u klaar bent, kunt u met ENTER terugkeren naar het RESULT:EXIT scherm. Ga door vanaf stap 7 op bladzijde 26. Opmerkingen Nederlands • Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de automatische setup opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren. • Afhankelijk van de luisteromgeving zal SWFR PHASE:REV verschijnen in AUTO:CHECK en zal de SUBWOOFER PHASE parameter in het SET MENU (zie bladzijde 58) automatisch op REVERSE worden ingesteld. Om de gewenste instelling te selecteren dient u de SUBWOOFER PHASE parameter het SET MENU te wijzigen. • Bij de DISTANCE resultaten kan de getoonde afstand groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer. 27 AUTO SETUP ■ Oplossen van problemen met de automatische setup Voor de automatische setup Foutmelding Oorzaak Oplossing Connect MIC De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. • Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. Unplug HP Er is een hoofdtelefoon aangesloten. • Maak de hoofdtelefoon los. Fouten tijdens de automatische setup Foutmelding Oorzaak Oplossing E-1:NO FRONT SP Er worden geen L/R voorkanaal signalen gedetecteerd. • Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKERS A/B. • Controleer de aansluitingen van de linker en rechter voor-luidsprekers. • Zet de externe versterker aan (indien de signalen voor de voor-luidsprekers via een externe versterker worden weergegeven). E-2:NO SURR. SP Er wordt alleen één surroundkanaal gedetecteerd. • Controleer de aansluitingen van de surroundluidspreker. E-3:NO PRES. SP Er wordt alleen één aanwezigheidskanaal gedetecteerd. • Controleer de aansluitingen van de aanwezigheidsluidspreker. E-4:SBR->SBL Er wordt alleen een rechter surround achterkanaal gedetecteerd. • Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft. E-5:NOISY Teveel geluiden op de achtergrond. • Probeer de automatische setup opnieuw wanneer het stiller is. • Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals airconditioners (enz.) uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatie-microfoon. E-6:CHECK SUR. Wel surround achter-luidspreker(s) aangesloten, maar geen L/R surround-luidsprekers. • Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u een of meer surround achter-luidspreker(s) gebruikt. • Controleer de aansluitingen van de surroundluidspreker. E-7:NO MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de automatische setup. • Raak de optimalisatie-microfoon niet aan tijdens de automatische setup. E-8:NO SIGNAL De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen detecteren. • Controleer de instelling van de microfoon. • Controleer de aansluiting en de opstelling van de microfoon. E-9:USER CANCEL De automatische setup is geannuleerd door iets dat de gebruiker gedaan heeft. • Voer de automatische setup opnieuw uit. Raak tijdens de automatische setup VOLUME (enz.) niet aan. E-10:INTERNAL ERROR Er is een DSP communicatiefout of andere complicatie opgetreden. • Voer de automatische setup opnieuw uit. 28 AUTO SETUP Waarschuwingen na de automatische setup Druk op j / i om gedetailleerde informatie over individuele waarschuwingen te laten zien. Waarschuwing Oorzaak Oplossing De polariteit van de luidspreker is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidspreker in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct is aangesloten. • Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ / –). W-2:OVER 24m De afstand tussen de luidspreker en de luisterplek is 24 m of meer. • Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek. • Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ / –). W-3:LEVEL ERROR Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. (Er wordt geen niveaucorrectie gemaakt.) • Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden verkeren. • Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ / –). • Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit en vergelijkbaar vermogen. • Als de ERROR of WARNING schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens de automatische setup opnieuw uit te voeren. • Als de waarschuwing W-1 verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn. • Als de waarschuwingen W-2 of W-3 verschijnen, zijn er geen instellingen verricht. • Als foutmelding E-10 herhaaldelijk verschijnt dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum. VOORBEREIDINGEN W-1:OUT OF PHASE Nederlands 29 WEERGAVE WEERGAVE Basisbediening 4 INPUT VOLUME OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING FM/AM EDIT A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO Selecteer de signaalbron. Gebruik INPUT (of druk op de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron te selecteren. CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 of INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT AMP VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA Voorpaneel 1 3 7 CODE SET 1 4 6 De naam van de geselecteerde signaalbron en de ingangsfunctie worden een paar seconden lang op het display en het beeldscherm getoond. TRANSMIT 6 SYSTEM POWER POWER TV AV CD MD/CD-R STANDBY POWER TUNER SLEEP TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT VOLUME DVR/VCR2 4 3,7 DVD DTV/CBL VCR 1 DVR/VCR2 TV VOL TV CH V-AUX STEREO MUSIC 1 2 STANDARD SELECT 5 6 ENTERTAIN MOVIE 3 4 EXTD SUR. PURE DIRECT A SPEAKERS B VOLUME V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD PHONO SP A MUTE 9 7 8 NIGHT STRAIGHT 0 10 dB L R 7 Geselecteerde signaalbron ENT. EFFECT PRESET/CH 1 VCR1 VOLUME MULTI CH IN AMP Afstandsbediening 3 Ingangsfunctie 5 Start de weergave of stem af op een zender op de broncomponent. Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. 6 Zet het volume op het gewenste niveau. Druk op STANDBY/ON (of op SYSTEM POWER op de afstandsbediening) om dit toestel aan te zetten. SYSTEM POWER STANDBY /ON of VOLUME Voorpaneel Afstandsbediening of 2 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. 3 Druk op SPEAKERS A of B (of druk op AMP om de AMP stand te selecteren en druk vervolgens op SPEAKERS A of B op de afstandsbediening). Met elke druk op de toets wordt de bijbehorende set luidsprekers in- of uitgeschakeld. SPEAKERS B A of Voorpaneel 30 AMP A SPEAKERS B 9 Afstandsbediening 0 Voorpaneel VOLUME Afstandsbediening WEERGAVE ■ Toonregeling 7 Kies, indien gewenst, een geluidsveldprogramma. Gebruik PROGRAM (of druk op AMP om de AMP stand in te schakelen en druk vervolgens herhaaldelijk op een geluidsveldprogrammatoets) om een geluidsveldprogramma te selecteren. Zie bladzijde 48 voor details over geluidsveldprogramma’s. PROGRAM Voorpaneel of MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT 5 6 A SPEAKERS B 9 0 EXTD SUR. PURE DIRECT 7 8 NIGHT STRAIGHT 10 y De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon worden apart opgeslagen. ENT. EFFECT Afstandsbediening ■ Luisteren met een hoofdtelefoon (“SILENT CINEMA”) De “SILENT CINEMA” functie stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS surroundmateriaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. “SILENT CINEMA” wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s. Indien ingeschakeld zal de “SILENT CINEMA” indicator oplichten op het display op het voorpaneel. Opmerkingen • Dit toestel kan niet overschakelen naar de “SILENT CINEMA” functie wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als signaalbron. • “SILENT CINEMA” staat buiten werking wanneer PURE DIRECT of 2ch Stereo is geselecteerd, of wanneer de STRAIGHT functie is ingeschakeld. Opmerkingen • TONE CONTROL werkt niet bij weergave via de PURE DIRECT functie, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd (bladzijde 32). • Wanneer TONE BYPASS op “AUTO” staat (bladzijde 60) en BASS of TREBLE op 0 dB wordt gezet, zal het audiosignaal automatisch de toonregelingsschakelingen van dit toestel onveranderd passeren. BASISBEDIENING STEREO AMP U kunt de tonale kwaliteit regelen TONE CONTROL van de weergave via uw subwoofer, uw linker en rechter voor-luidsprekers, uw middenluidspreker of uw hoofdtelefoon (indien aangesloten). PROGRAM Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op het voorpaneel, kies tussen TREBLE (hoge tonen) en BASS (lage tonen) en daai vervolgens PROGRAM naar rechts of naar links om de gekozen tonen te versterken of te verzwakken. • Selecteer TREBLE om de weergave van de hoge tonen te regelen. • Selecteer BASS om de weergave van de lage tonen te regelen. ■ Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave Druk op MUTE op de afstandsbediening. De MUTE indicator MUTE gaat knipperen op het display op het voorpaneel. Druk nog eens op MUTE om de geluidsweergave te hervatten (of druk op VOLUME –/+). De MUTE indicator zal van het display verdwijnen. y U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt (zie bladzijde 60). Nederlands 31 WEERGAVE ■ Selecteren MULTI CH INPUT Druk op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de afstandsbediening) zodat “MULTI CH INPUT” op het display op het voorpaneel en op de videomonitor verschijnt. MULTI CH INPUT Selecteren van geluidsveldprogramma’s ■ Bediening via het voorpaneel MULTI CH IN of VOLUME Voorpaneel Afstandsbediening OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING FM/AM A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT LEVEL EDIT PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA MULTI CH INPUT PROGRAM Opmerking Wanneer “MULTI CH INPUT” wordt getoond op het display, kan er geen andere signaalbron worden weergegeven. Om een andere signaalbron te selecteren met INPUT (of één van de ingangskeuzetoetsen), dient u op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de afstandsbediening) te drukken zodat de melding “MULTI CH INPUT” van het display op het voorpaneel verdwijnt. Verdraai PROGRAM om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde programma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm. PROGRAM ■ Afspelen van video op de achtergrond U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD PHONO VOLUME Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron. CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 AMP Audiobronnen Videobronnen Opmerking Als u het geluid van de MULTI CH INPUT aansluitingen wilt laten weergeven met een videobron, moet u eerst de videobron selecteren en vervolgens op MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de afstandsbediening) drukken. 32 SP A HiFi DSP TV Sports Programmanaam dB L R WEERGAVE ■ Afstandsbediening CODE SET TRANSMIT ■ Genieten van multikanaals materiaal Als u een surround achter-luidspreker heeft aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder. TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT 5 6 VOLUME SYSTEM AMP POWER POWER TV AV STANDBY POWER MUTE CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 AMP EXTD SUR. PURE DIRECT A SPEAKERS B 9 7 8 NIGHT STRAIGHT 0 10 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s ENT. EFFECT TV VOL TV MUTE TV CH VOLUME LEVEL PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE TV INPUT ENTER Druk op AMP om de AMP bedieningsfunctie in te schakelen en druk vervolgens op EXTD SUR. op de afstandsbediening om te schakelen tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals weergave. EXTD SUR. AMP Druk op AMP om de AMP stand in te schakelen en druk vervolgens net zo vaak op één van de toetsen voor de geluidsveldprogramma’s tot u het gewenste programma geselecteerd heeft. De naam van het geselecteerde programma zal verschijnen op het display op het voorpaneel. STEREO MUSIC 1 2 STANDARD SELECT 5 6 ENTERTAIN MOVIE 3 4 7 Om een decoder te selecteren, dient u herhaaldelijk op j / i te drukken wanneer PLIIxMusic (enz.) wordt getoond. PRESET/CH AMP 7 8 NIGHT STRAIGHT ENTER A SPEAKERS B 9 0 10 A-E/CAT. ENT. A/B/C/D/E EFFECT DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD PHONO VOLUME SP A HiFi DSP TV Sports dB L R Programmanaam y Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet op basis van de naam van het programma. Opmerkingen • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden gebruikt wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd. • Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz (met uitzondering van DTS 96/24 signalen) zullen worden teruggebracht tot 48 kHz, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast. Automatisch (AUTO) Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1/7.1 kanalen selecteren. Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/7.1 kanalen worden weergegeven. BASISBEDIENING EXTD SUR. PURE DIRECT Decoders (selecteren met j / i) Afhankelijk van de formattering van het weergegeven materiaal heeft u de volgende keuzemogelijkheden. PLIIxMovie Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 7.1 kanalen met de Pro Logic IIx movie decoder. PLIIxMusic Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1/7.1 kanalen met de Pro Logic IIx music decoder. EX/ES Voor weergave van Dolby Digital signalen via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. DTS signalen worden weergegeven via 6.1/7.1 kanalen met de DTS-ES decoder. EX Voor weergave van Dolby Digital of DTS signalen via 6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. y Wanneer “SUR. B L/R SP” op SMLx1 of LRGx1 (zie bladzijde 57) is ingesteld, zal het surround achterkanaal worden gereproduceerd via de linker SURROUND BACK luidspreker-aansluitingen. 33 Nederlands Uit (OFF) Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te creëren. WEERGAVE Wanneer u het SUR. STANDARD programma selecteert: Opmerkingen • Sommige discs met 6.1-kanaals materiaal hebben geen aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1-kanaals materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (PLIIx Movie, PLIIx Music, EX/ES of EX) te kiezen. • In de volgende gevallen is 6.1-kanaals weergave niet mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt: – Wanneer “SUR. L/R SP” (zie bladzijde 56) of “SUR. B L/R SP” (zie bladzijde 57) op NONE staat. – Wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron wordt weergegeven. – Wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter surroundsignalen bevat. – Wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt weergegeven. – Wanneer u “2ch Stereo” of PURE DIRECT heeft geselecteerd. • Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling terugkeren naar AUTO. • De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR. B L/R SP” op NONE is ingesteld (zie bladzijde 57). • PLIIxMovie kan niet worden geselecteerd wanneer “SUR. B L/ R SP” op SMLx1 of LRGx1 (zie bladzijde 57) is ingesteld. ■ Genieten van surroundweergave van 2-kanaals materiaal Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen ook via meerdere kanalen worden weergegeven. Druk op AMP om de AMP functie te selecteren en druk vervolgens herhaaldelijk op STANDARD op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de SUR. STANDARD en SUR. ENHANCED programma’s. STANDARD AMP 5 Of druk op MOVIE om het MOVIE THEATER programma te selecteren. MOVIE 4 PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal. PLII Movie Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal. PLII Music Dolby Pro Logic II verwerking voor muziekmateriaal. PLII Game Dolby Pro Logic II verwerking voor spelmateriaal. PLIIx Movie Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal. PLIIx Music Dolby Pro Logic IIx verwerking voor muziekmateriaal. PLIIx Game Dolby Pro Logic IIx verwerking voor spelmateriaal. Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal. Neo:6 Music DTS verwerking voor muziekmateriaal. Wanneer u het SUR. ENHANCED of MOVIE THEATER programma selecteert: PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal. PLII Movie Dolby Pro Logic II verwerking voor filmmateriaal. PLIIx Movie Dolby Pro Logic IIx verwerking voor filmmateriaal. Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal. y U kunt ook een decoder kiezen met j / i op de afstandsbediening wanneer het decodertype al op het verkorte display wordt getoond. Opmerking Druk op SELECT op de afstandsbediening om de decoder te selecteren. SELECT 6 U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. 34 De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR. B L/R SP” op NONE is ingesteld (zie de bladzijden 57). WEERGAVE ■ Luisteren naar High Fidelity stereoweergave (PURE DIRECT) ■ Middernacht luisterfunctie PURE DIRECT stelt u in staat de decoders en DSP processors van dit toestel te passeren en de videoschakelingen en het display op het voorpaneel uit te schakelen zodat u de meest natuurgetrouwe weergave verkrijgt van analoge en PCM bronmateriaal. Druk op PURE DIRECT (of druk op AMP om de AMP stand te selecteren en vervolgens op PURE DIRECT op de afstandsbediening) om de PURE DIRECT functie te selecteren. De indicator rond de toets op het voorpaneel licht op. PURE DIRECT AMP of Voorpaneel De middernacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, bijvoorbeeld wanneer u ’s nachts wilt luisteren, toch alles te kunnen verstaan. Kies NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen. Druk op AMP om de AMP functie te selecteren en druk vervolgens herhaaldelijk op NIGHT op de afstandsbediening om te kiezen tussen de bioscoop- (Cinema) of muziekstand (Music). De NIGHT indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de middernacht luisterfunctie is ingeschakeld. PURE DIRECT NIGHT AMP 8 10 Afstandsbediening Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer dat nodig is. Druk nog eens op PURE DIRECT om de functie te annuleren. De indicator rond de toets op het voorpaneel gaat uit en de oorspronkelijke instellingen worden hersteld. Opmerkingen • Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u geen DTS gecodeerde CD’s afspelen in deze stand. • Wanneer er multikanaals signalen (Dolby Digital of DTS) binnenkomen, zal het toestel automatisch overschakelen naar de corresponderende analoge signaalbron. • Er zal geen geluid worden weergegeven via de subwoofer. • De volgende handelingen zijn niet mogelijk met het toestel in de PURE DIRECT functie: – omschakelen van het geluidsveldprogramma – weergeven van het OSD (in-beeld display) – wijzigen van SET MENU instellingen – alle videofuncties (video-conversie enz.) • PURE DIRECT wordt automatisch geannuleerd wanneer het toestel uit (standby) wordt gezet. Druk op j / i om het effectniveau in te stellen terwijl NIGHT:CINEMA of NIGHT:MUSIC getoond wordt. Hiermee kunt u regelen hoeveel het dynamisch bereik wordt gecomprimeerd. BASISBEDIENING y • Selecteer NIGHT:CINEMA wanneer u naar een film gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack te verminderen en de gesproken tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes. • Selecteer NIGHT:MUSIC wanneer u naar muziek wilt luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken. • Selecteer OFF als u deze functie niet wilt gebruiken. PRESET/CH ENTER A-E/CAT. A/B/C/D/E Afstandsbediening Effect.Lvl:MID • Selecteer MIN voor minimale compressie. • Selecteer MID voor standaard compressie. • Selecteer MAX voor maximale compressie. y De NIGHT:CINEMA en NIGHT:MUSIC instellingen worden apart opgeslagen. Opmerkingen 35 Nederlands • U kunt de middernacht luisterfuncties niet gebruiken met PURE DIRECT of MULTI CH INPUT (ook al licht de NIGHT indicator op wanneer PURE DIRECT is geselecteerd). • Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor surroundweergave. WEERGAVE ■ Terugmengen naar 2 kanalen U kunt naar multikanaals bronmateriaal luisteren als 2-kanaals stereoweergave. Verdraai PROGRAM (of druk op AMP om de AMP stand te selecteren en vervolgens op STEREO op de afstandsbediening) om 2ch Stereo te selecteren. Selecteren van ingangsfuncties Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt als volgt bepalen wat voor ingangssignalen u wilt gebruiken. 1 PROGRAM AMP of Voorpaneel STEREO Verdraai INPUT om de gewenste signaalbron te selecteren. 1 INPUT Afstandsbediening Voorpaneel 2ch Stereo 2 y U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer SWFR of BOTH is ingesteld bij “BASS OUT”. ■ Luiteren naar onveranderde ingangssignalen Druk op INPUT MODE om de ingangsfunctie te selecteren. In de meeste gevallen kunt u gewoon AUTO gebruiken. INPUT MODE In de STRAIGHT functie zal tweekanaals stereomateriaal alleen via de linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. Voorpaneel Druk op STRAIGHT (of druk op AMP om de AMP stand te selecteren en vervolgens op STRAIGHT op de afstandsbediening) om STRAIGHT te selecteren. DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD PHONO VOLUME SP A dB L STRAIGHT AMP ENT. of Signaalbron EFFECT EFFECT Voorpaneel Afstandsbediening AUTO STRAIGHT DTS Druk nog eens op STRAIGHT (EFFECT) zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display wanneer u de geluidseffecten weer wilt inschakelen. ■ Virtual CINEMA DSP Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren. Als u “SUR. L/R SP” op NONE (zie bladzijde 56), zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert. Opmerking In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op NONE (zie bladzijde 56): – Wanneer u MULTI CH INPUT heeft geselecteerd als signaalbron. – Wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. 36 R STRAIGHT ANALOG Ingangsfunctie Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: 1) Digitale signalen* 2) Analoge signalen Alleen DTS gecodeerde digitale signalen zullen worden geselecteerd. Als er geen DTS signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. * Wanneer het toestel een Dolby Digital of DTS signaal detecteert, zal er automatisch worden overgeschakeld naar de bijbehorende decoder. y U kunt de standaard ingangsfunctie van dit toestel zelf bepalen (zie bladzijde 62). WEERGAVE Opmerkingen 3 • Wanneer er een DTS-CD/LD wordt afgespeeld, moet u INPUT MODE op DTS instellen. • Als het digitale uitgangssignaal van de speler op de een of andere manier bewerkt is, is het misschien niet meer mogelijk het DTS signaal te decoderen, ook al bestaat er een voor de speler in kwestie geschikte digitale verbinding tussen de speler en dit toestel. Druk op u / d om de volgende informatie over het ingangssignaal te laten verschijnen. PRESET/CH ENTER A-E/CAT. A/B/C/D/E ■ Tonen van informatie over de signaalbron U kunt het type, de formattering en de bemonsteringsfrequentie van het huidige ingangssignaal laten zien. 1 CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 AMP Druk op AMP om de AMP bedieningsfunctie in te schakelen en druk vervolgens op STRAIGHT zodat “STRAIGHT” op het display verschijnt. STRAIGHT AMP vervolgens ENT. EFFECT BASISBEDIENING 2 Selecteer de signaalbron. (Formattering) De formattering van het signaal wordt getoond. Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar analoog. in Aantal bronkanalen in het ingangssignaal. Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/LFE”. fs Bemonsteringsfrequentie. Wanneer het toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan bepalen, zal “Unknown” verschijnen. rate Bitsnelheid. Wanneer het toestel de bitsnelheid niet kan bepalen, zal “Unknown” verschijnen. flg Signalering (vlag) die in DTS of Dolby Digital signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen. STRAIGHT Nederlands 37 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Automatisch en handmatig afstemmen 3 U kunt op 2 manieren afstemmen op een radiozender: automatisch of met de hand. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Druk op TUNING MODE (AUTO/MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator op het display oplicht. TUNING MODE AUTO Licht op AUTO/MAN'L MONO DISPLAY Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen. ■ Automatisch afstemmen PRESET/TUNING VOLUME EDIT SEARCH MODE OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING FM/AM EDIT A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h MEMORY TUNING MODE NEXT LEVEL MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA R/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER AUTO TUNED SP A 3 2 1 4 1 3 Verdraai INPUT om TUNER als signaalbron te selecteren. INPUT 4 Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie, of op l om af te stemmen op een lagere frequentie. l PRESET/TUNING h LEVEL 2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. R/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER AUTO TUNED SP A FM/AM Wanneer er is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. FM 38 of AM AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO ■ Handmatig afstemmen Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. 1 Selecteer TUNER en de gewenste radioband volgens de stappen 1 en 2 onder “Automatisch afstemmen”. 2 Druk op TUNING MODE (AUTO/ MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Zenders voorprogrammeren ■ Automatisch voorprogrammeren van FM zenders Met de automatische voorprogrammering kunt u FM zenders voorprogrammeren. Met deze functie zal het toestel automatisch afstemmen op FM zenders met een goede ontvangst en deze, op volgorde, opslaan tot een maximum van 40 (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8). U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. VOLUME TUNING MODE AUTO OPTIMIZER MIC Verdwijnt AUTO/MAN'L MONO DISPLAY PRESET/TUNING FM/AM A/B/C/D/E SEARCH EDITMODE XIM CATEGORY NEXT l PRESET/TUNING h LEVEL PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO DISPLAY INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA 1 3 BASISBEDIENING Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen. 2 PRESET/TUNING 1 EDIT SEARCH MODE Druk op FM/AM en selecteer de FM band. FM/AM R/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R FM TUNER AUTO TUNED SP A 2 3 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. Houd de toets ingedrukt l PRESET/TUNING h om de frequentie doorlopend te laten veranderen. Druk op TUNING MODE (AUTO/ MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator op het display oplicht. TUNING MODE AUTO Licht op AUTO/MAN'L MONO DISPLAY LEVEL Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen. PRESET/TUNING EDIT SEARCH MODE R/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER AUTO TUNED SP A Nederlands 39 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO ■ Zenders handmatig voorprogrammeren 3 Houd MEMORY (MAN’L/AUTO FM) tenminste 3 seconden ingedrukt. Het voorkeuzenummer en de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (8 zenders in 5 groepen, A1 t/m E8) voorprogrammeren. VOLUME OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING FM/AM A/B/C/D/E SEARCH EDITMODE XIM NEXT CATEGORY l PRESET/TUNING h LEVEL PROGRAM PHONES MEMORY SPEAKERS A B MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L DISPLAYMONO INPUT STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA MAN'L/AUTO FM 3 4 DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER AUTO TUNED CD MEMORY 2,5 PHONO VOLUME SP A dB L R 1 Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. Stem af op een zender. Zie bladzijde 38 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD TUNED PHONO VOLUME SP A dB Opmerkingen • Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Als het aantal voorgeprogrammeerde zenders niet tot het maximum 40 (E8) komt, konden er met het automatisch voorprogrammeren niet meer geschikte zenders gevonden worden. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen bij mono-ontvangst en kunt u de zender opslaan via de procedure onder “Zenders handmatig voorprogrammeren”. L R Wanneer er is afgestemd op een zender zal de bijbehorende frequentie op het display getoond worden. 2 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM). De MEMORY indicator knippert ongeveer 5 seconden lang. MEMORY MEMORY Andere mogelijkheden bij het automatisch voorprogrammeren: U kunt instellen vanaf welk voorkeuzenummer het toestel FM zenders zal opslaan en/of beginnen met zoeken in lagere frequenties. Nadat u bij stap 3 op MEMORY heeft gedrukt: 1 Druk op A/B/C/D/E en dan op PRESET/TUNING l / h om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerst gevonden zender zal worden opgeslagen. Het automatisch voorprogrammeren stopt wanneer voorkeuzenummer E8 bereikt is. 1 Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele punt (:) te laten verdwijnen en druk dan op PRESET/ TUNING l om te zoeken in lagere frequenties. MAN'L/AUTO FM Knippert 3 Druk, terwijl de MEMORY indicator knippert, net zo vaak op A/B/C/D/E (NEXT) tot u de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) heeft geselecteerd. De letter van de gekozen groep zal nu verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display. A/B/C/D/E NEXT CATEGORY Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring. Wanneer echter de stroomvoorziening langer dan een week onderbroken wordt, zullen de voorkeuzezenders gewist worden. In een dergelijk geval zult u de zenders opnieuw op één van de aangegeven manieren moeten opslaan. 40 DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER TUNED CD MEMORY PHONO VOLUME SP A dB L Voorkeuzegroep R AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO 4 Druk op PRESET/TUNING l / h om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator nog aan het knipperen is. Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te selecteren. Druk op l om een lager voorkeuzenummer te selecteren. Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. VOLUME OPTIMIZER MIC l PRESET/TUNING h PRESET/TUNING FM/AM A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h EDIT SEARCH MODE XIM NEXT CATEGORY LEVEL PROGRAM PHONES SPEAKERS A B MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L DISPLAYMONO INPUT STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT LEVEL SILENT CINEMA DVD MD/CD-R TUNER TUNED CD MEMORY 1 2 PHONO VOLUME SP A dB L R A SPEAKERS B 9 NIGHT 0 STRAIGHT 10 ENT. EFFECT LEVEL PRESET/CH TITLE SET MENU MENU BAND 1 SRCH MODE Voorkeuzenummer ENTER A/B/C/D/E DISPLAY ON SCREEN 2 REC AUDIO 5 Druk op MEMORY (MAN’L/AUTO FM) op het voorpaneel terwijl de MEMORY indicator nog aan het knipperen is. De radioband en de MEMORY frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. MAN'L/AUTO FM DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER TUNED CD MEMORY PHONO VOLUME SP A y Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening, moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de tunerfunctie te zetten. 1 Druk op A/B/C/D/E (NEXT) (of A/B/C/D/E i op de afstandsbediening) om de gewenste voorkeuzegroep te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets. dB L R Laat zien dat de getoonde zender is opgeslagen als C3. PRESET/CH A/B/C/D/E of ENTER NEXT CATEGORY A-E/CAT. Voorpaneel 6 BASISBEDIENING A-E/CAT. RETURN MEMORY A/B/C/D/E Afstandsbediening Herhaal de stappen 1 t/m 5 om andere zenders op te slaan. Opmerkingen • Zendergegevens die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. Nederlands 41 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO 2 Druk op PRESET/TUNING l / h ( of PRESET/CH u / d op de afstandsbediening) om het voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie, en de TUNED indicator zal oplichten. Omwisselen van voorkeuzezenders U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met voorkeuzezender “A5”. VOLUME PRESET/CH OPTIMIZER MIC l PRESET/TUNING h of LEVEL VCR1 ENTER FM/AM A/B/C/D/E SEARCH MODE EDIT XIM CATEGORY NEXT DTV/CBL STRAIGHT l PRESET/TUNING h LEVEL MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM DISPLAYMONO AUTO/MAN'L INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX DVD MD/CD-R S VIDEO VIDEO L AUDIO R EFFECT SILENT CINEMA A/B/C/D/E 2,4 Afstandsbediening V-AUX SPEAKERS A B STANDBY /ON A-E/CAT. Voorpaneel DVR/VCR2 PRESET/TUNING PROGRAM PHONES TUNER 1,3 1,3 1 Selecteer voorkeuzezender “E1”. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders”. 2 Houd PRESET/TUNING (EDIT) tenminste 3 seconden ingedrukt. De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. CD TUNED SP A PRESET/TUNING EDIT SEARCH MODE DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER TUNED SP A 42 CD MEMORY OPTICAL AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO 3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT CATEGORY LEVEL DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER TUNED CD MEMORY SP A Ontvangen van Radio Data Systeem zenders Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. De Radio Data Systeem functies worden verzorgd door zenders in een netwerk. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. ■ PS (Programma Service naam) functie De naam van de Radio Data Systeem zender waarop is afgestemd zal worden getoond. ■ PTY (Programmatype) functie 4 Radio Data Systeem zenders maken onderscheid tussen 15 soorten programma’s. NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Pop ROCK M Rock M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek BASISBEDIENING Druk nog eens op PRESET/TUNING (EDIT). De zenders onder de twee voorkeuzenummers worden nu omgewisseld. PRESET/TUNING EDIT SEARCH MODE DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD TUNED SP A ■ RT (Radio Tekst) functie Informatie over het programma (de titel van het muziekstuk, naam van de artiest enz.) op de Radio Data Systeem zender waar u op afgestemd heeft kan tot maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, op het display worden getoond. Als er andere tekens worden gebruikt voor de RT gegevens, zullen deze worden aangegeven met een streepje (_). ■ CT (Klok Tijd) functie ■ EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) Zie “De EON functie” op bladzijde 46. 43 Nederlands De tijd op dit moment wordt getoond en elke minuut bijgewerkt. In het geval deze gegevens wegvallen, kan “CT WAIT” verschijnen. AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO Overschakelen naar een bepaalde Radio Data Systeem functie Er zijn vier manieren waarop de Radio Data Systeem gegevens getoond kunnen worden. De PS, PTY, RT en/of CT indicators die corresponderen met de Radio Data Systeem gegevens die door de huidige zender verzorgd worden zullen oplichten op het display op het voorpaneel. 1 Druk op TUNER op de afstandsbediening om dit toestel in de tunerfunctie (radio) te zetten. TUNER 2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de afstandsbediening om de diverse Radio Data Systeem gegevens te bekijken die worden verzorgd door de huidige zender. FREQ/TEXT PS Afstandsbediening PTY RT CT Frequentiedisplay 44 Opmerkingen • Druk pas op FREQ/TEXT wanneer er een Radio Data Systeem indicator oplicht op het display op het voorpaneel. Er zal niets kunnen veranderen wanneer u eerder op de toets drukt. De reden hiervoor is dat het toestel dan nog niet alle relevante Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender. • U kunt natuurlijk geen Radio Data Systeem gegevens selecteren die niet worden verzorgd door de zender in kwestie. • Dit toestel kan geen gebruik maken van de Radio Data Systeem gegevens indien het ontvangen signaal te zwak is. Voor met name de RT functie is een grote hoeveelheid gegevens nodig, dus het kan gebeuren dat de RT functie niet beschikbaar is, terwijl andere Radio Data Systeem functies (PS, PTY enz.) wel naar behoren functioneren. • Wanneer de ontvangst slecht is kunnen er mogelijk helemaal geen Radio Data Systeem gegevens worden ontvangen. Druk in een dergelijk geval op TUNING MODE (AUTO/ MAN’L MONO) zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. Alhoewel hierdoor op handmatig afstemmen wordt overgeschakeld, is het mogelijk dat er nu wel Radio Data Systeem gegevens verschijnen wanneer u overschakelt naar de Radio Data Systeem functie. • Als de ontvangst gestoord wordt door externe omstandigheden terwijl u afgestemd heeft op een Radio Data Systeem zender, is het mogelijk dat de Radio Data Systeem gegevensoverdracht plotseling wordt onderbroken en dat de melding “...WAIT” op het display op het voorpaneel verschijnt. AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO De PTY SEEK functie 2 U kunt het door u gewenste programmatype kiezen en het toestel vervolgens automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders laten afzoeken naar een zender die een programma van dat type aan het uitzenden is. Druk op PRESET/TUNING l / h (of op PRESET/CH u / d op de afstandsbediening) om het gewenste programmatype te selecteren. Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display op het voorpaneel. l PRESET/TUNING h LEVEL Voorpaneel VOLUME POP M of OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING FM/AM A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h MEMORY TUNING MODE EDIT SEARCH MODE XIM NEXT CATEGORY LEVEL MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L DISPLAYMONO PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT PRESET/CH INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA ENTER A/B/C/D/E 2 Afstandsbediening PRESET/CH LEVEL 3 SET MENU TITLE MENU ENTER A/B/C/D/E RETURN DISPLAY 2 ON SCREEN REC AUDIO DISC SKIP FREQ/TEXT MODE PTY SEEK START 1,3 EON y Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening, moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de tunerfunctie te zetten. 1 Druk op PTY SEEK START op de afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display op het voorpaneel en de PTY HOLD indicator licht op terwijl er naar een geschikte zender gezocht wordt. Druk nog eens op PTY SEEK START om het zoeken te annuleren. BASISBEDIENING EFFECT PTY HOLD MODE PTY SEEK START Licht op Afstandsbediening Druk op PTY SEEK MODE op de afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten. Het type van het programma dat op dit moment wordt ontvangen, of “NEWS”, gaat knipperen op het display op het voorpaneel. Om de PTY SEEK functie af te sluiten, dient u nog een keer op PTY SEEK MODE te drukken. MODE • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden is die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als de gevonden zender niet naar uw wens is, kunt u nog eens op PTY SEEK START drukken. Het toestel gaat dan op zoek naar een andere zender die het gewenste programmatype uitzendt. PTY SEEK START Afstandsbediening Knippert Nederlands 45 AFSTEMMEN OP FM/AM RADIO ■ Annuleren van deze functie De EON functie Deze functie maakt gebruik van de EON gegevens die worden uitgezonden door het Radio Data Systeem zendernetwerk. Als u een bepaald programmatype selecteert (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT), zal dit toestel automatisch alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders die een uitzending van het gewenste type in hun zendschema hebben opgenomen opzoeken en overschakelen naar de nieuwe zender wanneer de uitzending van het gewenste soort programma begint. A-E/CAT. RETURN DISPLAY ON SCREEN REC AUDIO DISC SKIP FREQ/TEXT MODE PTY SEEK START EON 2 y Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening, moet u eerst op TUNER drukken om de afstandsbediening in de tunerfunctie te zetten. Opmerking Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer u heeft afgestemd op een Radio Data Systeem zender die EON gegevens aanbiedt. Wanneer u heeft afgestemd op een dergelijke zender, zal de EON indicator op het display op het voorpaneel oplichten. 1 Controleer of de EON indicator inderdaad verschijnt op het display op het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht, dient u af te stemmen op een andere Radio Data Systeem zender waarbij de EON indicator wel gaat branden. 2 Druk herhaaldelijk op EON op de afstandsbediening om het gewenste programmatype (NEWS, INFO, AFFAIRS of SPORT) te selecteren. Het geselecteerde programmatype verschijnt op het display op het voorpaneel. EON Afstandsbediening • Zodra een voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender begint met de uitzending van een programma van het gewenste type, zal het toestel automatisch van het huidige programma daarnaar overschakelen. (De EON indicator knippert.) • Wanneer de uitzending van het programma van het geselecteerde type afgelopen is, zal het toestel weer terugkeren naar de oorspronkelijke zender (of een ander programma op dezelfde zender). 46 Druk net zo vaak op EON tot er geen programmatype meer op het display op het voorpaneel staat. OPNEMEN OPNEMEN Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten. VOLUME OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING FM/AM A/B/C/D/E SEARCH EDITMODE XIM CATEGORY NEXT l PRESET/TUNING h LEVEL PROGRAM PHONES SPEAKERS A B MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM DISPLAYMONO AUTO/MAN'L INPUT STRAIGHT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA 1 2 CODE SET TRANSMIT 2 POWER POWER TV AV CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT 1 AMP VOLUME 1 Zet dit toestel en alle aangesloten componenten aan. 2 Selecteer de signaalbron waarvan u wilt opnemen. INPUT CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 of Voorpaneel BASISBEDIENING SYSTEM STANDBY POWER Opmerkingen • Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten. • De instellingen van TONE CONTROL, VOLUME, “SPEAKER LEVEL” (bladzijde 58) en eventuele geluidsveldprogramma’s hebben geen invloed op de opnamen. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron via de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. • S-video- en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een component die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw VCR. • Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (L/R) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN (L/R) aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen opnemen. • Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde REC OUT kanaal. (Het ingangssignaal van VCR 1 IN wordt bijvoorbeeld niet gereproduceerd via VCR 1 OUT.) • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van platen, CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen. AMP Afstandsbediening 3 Start de weergave (of stem af op een zender) op de broncomponent. 4 Start de opname op de opnemende component. y Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint. ■ Speciale overwegingen bij het opnemen van DTS materiaal Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Voor DVD’s en CD’s met DTS gecodeerd materiaal en met een speler die geschikt is voor DTS weergave, dient u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert. Nederlands 47 GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN Dit toestel is uitgerust met diverse zeer preciese digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke geluidsbron (stereo of multikanaals). Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. De meeste van deze geluidsveldprogramma’s zijn preciese digitale nabootsingen van de werkelijke akoestische omstandigheden in beroemde concertzalen, theaters en bioscopen. y De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. Zet de ingangsfunctie op AUTO (zie bladzijde 36) zodat dit toestel automatisch kan overschakelen naar de juiste digitale decoder voor het binnenkomende ingangssignaal. Opmerkingen • De DSP geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts. • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak en voorkeuren, niet alleen op basis van de naam van het programma. Voor film/video bronnen U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden wanneer u film- of videomateriaal afspeelt. De met “MULTI” aangeduide geluidsvelden kunnen worden gebruikt met multikanaals signaalbronnen, zoals DVD, digitale TV enz. De met “2-CH” aangeduide kunnen worden gebruikt met 2-kanaals (stereo) bronnen zoals TV programma’s, videobanden enz. De manier waarop een programma geselecteerd kan worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s verwijzen we u naar “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 32 t/m 36. Toets afstandsbediening Programma Kenmerken 1 STEREO: 2ch Stereo Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen (links en rechts) of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer. 2 MUSIC: POP/ROCK Dit programma produceert een enthousiaste atmosfeer en geeft u het gevoel alsof u echt bij een jazz of rock concert bent. ENTERTAINMENT: Alhoewel het aanwezigheidsveld relatief smal is, zorgt het surround geluidsveld voor de akoestiek van een grote concertzaal. Dit effect verbetert de TV Sports geluidsweergave van allerlei TV programma’s, zoals nieuws, amusementsshows, muziek- en sportprogramma’s. 3 ENTERTAINMENT: Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook Mono Movie alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven. ENTERTAINMENT: Dit programma geeft de geluidsweergave bij videospelletjes een diepe en ruimtelijke dimensie. Game 48 Bronnen MULTI 2-CH GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN Toets afstandsbediening Programma Kenmerken Bronnen MOVIE THEATER: CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en Spectacle gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films). MOVIE THEATER: CINEMA DSP verwerking. Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction Sci-Fi 4 films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. MOVIE THEATER: CINEMA DSP verwerking. Dit programma is ideaal voor een preciese reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het Adventure MULTI 2-CH geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden. MOVIE THEATER: CINEMA DSP verwerking. Dit programma is bedoeld voor de reproductie van 70-mm films en films met multikanaals soundtracks en wordt gekenmerkt door een General zacht en weids geluidsveld. SUR. STANDARD Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder. 5 SUR. ENHANCED Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder. GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Nederlands 49 GELUIDSVELDPROGRAMMA BESCHRIJVINGEN Voor muziekmateriaal U kunt kiezen uit de volgende geluidsvelden bij weergave van muziek, zoals CD’s, FM/AM uitzendingen, cassettes enz. De manier waarop een programma geselecteerd kan worden hangt mede af van het type geluidsveldprogramma. Voor details omtrent het selecteren van geluidsveldprogramma’s verwijzen we u naar “Selecteren van geluidsveldprogramma’s” op de bladzijden 32 t/m 36. Toets afstandsbediening 1 2 3 Programma Kenmerken STEREO: 2ch Stereo 2-kanaals (links en rechts) weergave. STEREO: 7ch Stereo Wordt gebruikt om stereomateriaal weer te geven via alle luidsprekers (in stereo). Dit geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz. MUSIC: Hall in Vienna HiFi DSP verwerking. Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave. MUSIC: The Bttm Line HiFi DSP verwerking. Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in “The Bottom Line”, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave. MUSIC: The Roxy Thtr HiFi DSP verwerking. Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal. ENTERTAINMENT: Disco HiFi DSP verwerking. Dit programma bootst de akoestiek na van een wervelende disco in het hart van een grote stad. De geluidsweergave is krachtig en zeer geconcentreerd. Het wordt ook gekenmerkt door een grote energie en directheid. SUR. STANDARD Standaard verwerking voor de geselecteerde decoder. SUR. ENHANCED Verbeterde verwerking voor de geselecteerde decoder. 5 50 Bronnen 2-CH MULTI 2-CH GEAVANCEERDE BEDIENING GEAVANCEERDE BEDIENING Selecteren van de OSD (in-beeld display) weergavefunctie U kunt de bedieningsinformatie van dit toestel op een beeldscherm laten weergeven. Als u de SET MENU en geluidsveldprogramma instellingen op een beeldscherm laat weergeven, zijn de beschikbare mogelijkheden en parameters veel makkelijker af te lezen dan op het display op het voorpaneel. 1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. 2 Druk herhaaldelijk op ON SCREEN om de OSD weergavefunctie te veranderen. De instelling van de OSD weergavefunctie verandert als volgt: volledige weergave, verkorte weergave en uit. Gebruiken van de slaaptimer Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit. ■ Instellen van de slaaptimer CODE SET TRANSMIT SYSTEM STANDBY POWER POWER POWER TV AV CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 2 AMP DISPLAY ON SCREEN Volledige weergave Laat altijd zowel de geluidsveldprogramma parameter instellingen zien als de inhoud van het display op het voorpaneel. Verkorte weergave Laat eventjes beneden aan het scherm de inhoud van het display op het voorpaneel zien telkens wanneer het toestel bediend wordt. TV CH TV INPUT VOLUME 1 Selecteer de gewenste signaalbron en start de weergave op de broncomponent. 2 Druk herhaaldelijk op SLEEP SLEEP om de gewenste tijd in te stellen. Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. SLEEP 120min P04 MOVIE THEATER SLEEP OFF .General DSPLEVEL;;;;0dB P.INIT.DLY;;15ms P.ROOMSIZE;;1.0 S.INIT.DLY;;20ms S.ROOMSIZE;;1.0 DVR/VCR2 SLEEP 90min SLEEP 30min VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD SLEEP 60min MD/CD-R TUNER CD TUNED SP A HiFi DSP PHONO VOLUME SLEEP dB P04MOVIETHEATER General Volledige weergave GEAVANCEERDE BEDIENING Display uit Alleen handelingen met ON SCREEN worden getoond. Het OSD (in-beeld display) wordt in ieder geval weergegeven wanneer u SET MENU of de testtoonfunctie gebruikt, ook al staat OSD op “Display uit”. TV VOL TV MUTE L R Verkorte weergave Opmerkingen SLEEP indicator DVR/VCR2 VCR1 V-AUX DTV/CBL DVD MD/CD-R TUNER CD TUNED SP A TV Sports PHONO VOLUME SLEEP dB L R Nederlands • Het OSD signaal wordt niet gereproduceerd via de REC OUT aansluiting en zal niet worden opgenomen. • U kunt het OSD aan (grijze achtergrond) of uit zetten wanneer er geen videobron wordt weergegeven (of wanneer de broncomponent is uitgeschakeld) via “DISPLAY SET” (zie bladzijde 63). • Bij component videosignalen zal de “verkorte weergave” niet worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen. Om het in-beeld display (OSD) weer te geven bij een component video-ingangssignaal, dient u de OSD weergavefunctie in te stellen op “Volledige weergave” en GRAY BACK onder DISPLAY SET (zie bladzijde 63) op AUTO. De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. 51 GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Annuleren van de slaaptimer Druk net zo vaak op SLEEP tot “SLEEP OFF” op het display op het voorpaneel verschijnt. Na een paar seconden zal “SLEEP OFF” verdwijnen en de SLEEP indicator uit gaan. SLEEP SLEEP OFF y U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de afstandsbediening (of STANDBY/ON op het voorpaneel) het toestel uit (standby) te zetten. Handmatig instellen van de luidsprekersniveaus U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt. Vergeet niet dat hierdoor de instellingen gemaakt via de “AUTO SETUP” (bladzijde 24) en “SPEAKER LEVEL” (bladzijde 58) zullen worden vervangen. VCR 1 DVR/VCR2 TV VOL TV CH AMP 1 VOLUME TV MUTE TV INPUT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT 5 6 MUTE EXTD SUR. PURE DIRECT A SPEAKERS B 9 7 8 NIGHT STRAIGHT 0 10 ENT. EFFECT 2 LEVEL PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE ENTER A-E/CAT. RETURN DISPLAY MEMORY ON SCREEN REC 4 A/B/C/D/E 3 1 Druk op AMP. 2 Druk net zo vaak op LEVEL tot u de luidspreker geselecteerd heeft die u wilt instellen. FRONT L CENTER FRONT R SUR.R SUR.L SUR.B.R SUR.B.L SWFR PRES.L PRES.R Linker voor-luidsprekerniveau Midden-luidsprekerniveau Rechter voor-luidsprekerniveau Rechter surround-luidsprekerniveau Linker surround-luidsprekerniveau Rechter surround achter-luidsprekerniveau Linker surround achter-luidsprekerniveau Subwooferniveau Linker aanwezigheidsluidspreker-niveau Rechter aanwezigheidsluidspreker-niveau y Wanneer u op LEVEL heeft gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met u / d. 3 Druk op j / i om het uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen. Het instelbereik loopt van +10 dB t/m –10 dB. 4 Druk op ENTER wanneer u klaar bent met instellen. y De handeling kan ook worden uitgevoerd met de bedieningsorganen op het voorpaneel. Druk net zo vaak op NEXT tot u de gewenste luidspreker geselecteerd heeft en druk vervolgens op LEVEL –/+ om het uitgangsniveau (volume) daarvan in te stellen. 52 SET MENU SET MENU Met behulp van het SET MENU (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. ■ AUTO SETUP Hiermee kunt u opgeven welke luidspreker-instellingen de automatische setup zal verrichten en kunt u de automatische setup in werking stellen (zie bladzijde 24). ■ MANUAL SETUP Hiermee kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen. 1 SOUND MENU Hiermee kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of projectoren. y De meeste instellingen in het SOUND MENU worden automatisch uitgevoerd wanneer u de automatische setup (zie bladzijde 24) doet. U kunt het SOUND MENU gebruiken voor verdere instellingen, maar we raden u aan om toch eerst de automatische setup te doen. Onderdeel Kenmerken Bladzijde A)SPEAKER SET Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage tonen en de crossover frequentie. 56 B)SPEAKER LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. 58 C)SP DISTANCE Instellen van de vertraging voor elke luidspreker. 59 D)EQUALIZER Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker. 59 E)LFE LEVEL Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen. 60 F)DYNAMIC RANGE Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen. 60 G)AUDIO SET Aanpassen van de volume-afname bij de MUTE functie, de audiovertraging en de instelling voor het passeren van de toonregeling. 60 Onderdeel Kenmerken Bladzijde A)I/O ASSIGNMENT Toewijzen van aansluitingen aan de daarmee verbonden componenten. 61 B)INPUT MODE Selecteren van de begininstelling van de ingangsfunctie voor de signaalbron. 62 C)INPUT RENAME Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven. 62 D)VOLUME TRIM Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting. 62 GEAVANCEERDE BEDIENING 2 INPUT MENU Via dit menu kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, de ingangsfunctie selecteren en uw signaalbronnen nieuwe namen geven. Nederlands 53 SET MENU 3 OPTION MENU Wijzigen van de optionele systeeminstellingen. Onderdeel Kenmerken Bladzijde A)DISPLAY SET Instellen van de helderheid van het display en het omzetten van videosignalen. 63 B)MEMORY GUARD Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere SET MENU instellingen. 63 C)PARAM. INI Initialiseren van de instellingen voor een groep geluidsveldprogramma’s. 64 D)MULTI ZONE SET Specificeert de locatie van de luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen, of hoe de ZONE 2 luidsprekers versterkt worden. 64 ■ SIGNAL INFO Hiermee kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 37). 54 SET MENU Gebruiken van het SET MENU 4 Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en de instellingen te verrichten. VCR 1 AMP DVR/VCR2 TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT Druk op ENTER om de MANUAL SETUP te openen. 1 SOUND MENU zal op het display op het voorpaneel verschijnen. ;MANUAL SETUP PRESET/CH 1 .1SOUNDMENU 2INPUTMENU 3OPTIONMENU VOLUME ENTER MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT 5 6 7 8 NIGHT STRAIGHT 0 10 ENT. EFFECT LEVEL PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE 2,8 5 Druk op u / d om het gewenste menu te selecteren. 6 Druk op ENTER om het gewenste menu te openen. ENTER A-E/CAT. []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter EXTD SUR. PURE DIRECT A SPEAKERS B 9 A/B/C/D/E A/B/C/D/E RETURN DISPLAY MEMORY ON SCREEN REC AUDIO 3-7 y • U kunt SET MENU instellingen wijzigen terwijl het toestel aan het weergeven is. • Als u op een geluidsveldtoets drukt terwijl u bezig bent in het SET MENU, zal het SET MENU worden geannuleerd. 1 SOUND MENU 1/2 PRESET/CH p A/B/C/D/E Opmerking Sommige SET MENU instellingen kunnen niet worden gewijzigd terwijl het toestel in de Cinema of Music nacht-luisterfunctie staat. 7 Druk op AMP. AMP 2 -+ .FL FR  C SET MENU MENU • Herhaal deze handeling om de diverse instellingen te selecteren en te wijzigen. • Druk op RETURN om terug te keren naar het vorige menu. SET MENU  ;AUTOSETUP .;MANUALSETUP .;SIGNAL INFO. ENTER A-E/CAT. A/B/C/D/E p p []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter 8 GEAVANCEERDE BEDIENING Druk op u / d en selecteer MANUAL SETUP. PRESET/CH Druk op u / d en ENTER om het submenu te selecteren en gebruik vervolgens u / d om het gewenste gewenste item te selecteren en j / i om de instelling van de parameter te wijzigen. B)SPEAKER LEVEL Druk op SET MENU. SRCH MODE 3 p .A)SPEAKERSET B)SPEAKERLEVEL C)SPDISTANCE D)EQUALIZER []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter ENTER A-E/CAT. 1 p STEREO p A-E/CAT. MUTE Druk op SET MENU om af te sluiten wanneer u klaar bent. SET MENU MENU SRCH MODE 55 Nederlands Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan. In een dergelijk geval dient u de instellingen opnieuw te maken. SET MENU 1 SOUND MENU Via dit menu kunt u met de hand luidspreker-instellingen wijzigen of compenseren voor vertraging in de videoweergave bij gebruik van LCD schermen of projectoren. De meeste instellingen in het SOUND MENU worden automatisch uitgevoerd wanneer u de automatische setup (zie bladzijde 24) doet. 1 SOUND MENU 1/2 p p .A)SPEAKERSET B)SPEAKERLEVEL C)SPDISTANCE D)EQUALIZER []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter ■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen. y Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. Voor-luidsprekers FRONT SP Keuzes: LARGE, SMALL Midden-luidspreker CENTER SP Keuzes: LRG, SML, NONE CENTER SP NONE)SMLLRG • Selecteer LRG als u een grote midden-luidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het middenkanaal naar de midden-luidspreker sturen. • Selecteer SML als u een kleine midden-luidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het middenkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT”. • Selecteer NONE als u geen midden-luidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle signalen voor de midden-luidspreker naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen. Linker/rechter surround-luidsprekers SUR. L/R SP Keuzes: LRG, SML, NONE SUR. L/R SP FRONT SP NONE)SMLLRG   SMALL)LARGE • Selecteer SMALL als u kleine voor-luidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het voorkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT”. • Selecteer LARGE als u grote voor-luidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van de linker en rechter voorkanalen naar de linker en rechter voorluidsprekers sturen. 56 • Selecteer LRG als u grote linker en rechter surroundluidsprekers heeft. Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd. • Selecteer SML als u kleine linker en rechter surroundluidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het surroundkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT”. • Selecteer NONE als u geen surround-luidsprekers heeft. Hierdoor wordt het toestel in de Virtual CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 36) en zal de surround achter-luidspreker (SUR. B L/R SP) automatisch op NONE worden ingesteld. SET MENU Surround achter-luidsprekers SUR. B L/R SP Keuzes: LRGx2, LRGx1, SMLx2, SMLx1, NONE SUR. B L/R SP Lage tonen weergave LFE/BASS OUT De lage tonen (bass) kunnen naar de subwoofer en/of de linker en rechter voor-luidsprekers worden gestuurd als dat beter overeenkomt met de karakteristieken van uw systeem. Deze instelling bepaalt ook waar het LFE (Lage Frequentie Effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS signalen naartoe wordt gestuurd. Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH SMLx1)SMLx2 • Selecteer LRGx1 als u één grote surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het surround achterkanaal naar de linker surround achter-luidspreker sturen. • Selecteer LRGx2 als u 2 grote surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal zo het hele toonbereik van het surround achterkanaal naar de surround achter-luidsprekers sturen. • Selecteer SMLx2 als u 2 kleine surround achterluidsprekers heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit de surround achterkanalen naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT”. • Selecteer SMLx1 als u één kleine surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal nu de lage tonen uit het surround-achterkanaal naar de luidsprekers sturen die u heeft geselecteerd met “LFE/BASS OUT” en de rest van het signaal zal naar de linker surround achterluidspreker worden gestuurd. • Selecteer NONE als u geen surround achterluidspreker heeft. Het toestel zal in dat geval alle signalen voor het surround achterkanaal naar de linker en rechter surround-luidsprekers sturen. Opmerking Aanwezigheidsluidsprekers Keuzes: YES, NONE PRESENCE SP PRESENCE SP SWFRFRNT)BOTH • Selecteer SWFR als u een subwoofer aangesloten heeft. Het LFE kanaal en de lage tonen uit andere kanalen worden nu in overeenstemming met de luidspreker-instellingen naar de subwoofer gestuurd. • Selecteer FRNT als u geen subwoofer gebruikt. Het LFE kanaal en de lage tonen uit andere kanalen worden nu in overeenstemming met de luidspreker-instellingen naar de voor-luidsprekers gestuurd (ook al had u oorspronkelijk de voor-luidsprekers op SML ingesteld). • Selecteer BOTH als u een subwoofer heeft aangesloten en u de lage tonen voor beide voorkanalen zowel via de voor-luidsprekers als via de subwoofer wilt laten weergeven. Het LFE kanaal en de lage tonen uit andere kanalen worden ook naar de subwoofer gestuurd in overeenstemming met de luidspreker-instellingen. Gebruik deze functie om lage tonen te benadrukken met behulp van de subwoofer bij weergave van bijvoorbeeld CD’s. Crossover frequentie CROSS OVER Met deze functie kunt u de crossover (afsnij) frequentie instellen voor alle lage tonen. Alle frequenties beneden de ingestelde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd. Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz, 120Hz, 160Hz, 200Hz GEAVANCEERDE BEDIENING Als u SMLx1 of LRGx1 selecteert, dient u de luidspreker aan te sluiten op de linker SURROUND BACK luidsprekeraansluitingen. LFE/BASS OUT CROSS OVER )NONEYES • Selecteer YES als u aanwezigheidsluidsprekers heeft. • Selecteer NONE als u geen aanwezigheidsluidsprekers heeft. FREQ;;;80Hz y Nederlands Wanneer YES wordt geselecteerd, zal het toestel automatisch de parameter voor het omhoog brengen van de dialoog instellen. Om dit handmatig in te stellen, zie bladzijde 79. 57 SET MENU Subwooferfase SUBWOOFER PHASE Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de frequentie-fase van uw subwoofer omschakelen. Keuzes: NORMAL, REVERSE 02ASUBWOOFER PHASE ■ Luidsprekerniveau B)SPEAKER LEVEL Deze mogelijkheid stelt u in staat met de hand de balans te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de bij SPEAKER SET (bladzijde 56) geselecteerde luidsprekers. Keuzes: –10,0 dB t/m +10,0 dB Begininstelling: 0 dB B)SPEAKER LEVEL -+ .FL FR  C )NORMALREVERSE • Selecteer NORMAL als u de fase voor uw subwoofer niet wilt omkeren. • Selecteer REVERSE om de fase voor uw subwoofer om te keren. Aanwezigheids-/surround achterkanaal voorkeur PRIORITY U kunt ervoor kiezen de voorkeur te geven aan hetzij uw surround achter-luidsprekers, hetzij uw aanwezigheidsluidsprekers bij het afspelen van materiaal met signalen voor een surround achterkanaal met de CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s. Keuzes: PRch, SBch  PRIORITY  p p  PRch )SBch • Selecteer PRch als u uw aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt. De signalen voor het surround achterkanaal zullen worden weergegeven via de suround-luidsprekers. • Selecteer SBch als u uw surround achter-luidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround achterkanaal wordt gedetecteerd door een CINEMA DSP programma. Eventuele signalen voor een aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via de voor-luidsprekers. 58 • FL instellen van de balans voor de linker voorluidspreker. • FR instellen van de balans voor de rechter voorluidspreker. • C instellen van de balans voor de midden-luidspreker. • SL instellen van de balans voor de linker surroundluidspreker. • SR instellen van de balans voor de rechter surroundluidspreker. • SBL* instellen van de balans voor de linker surround achter-luidspreker. • SBR* instellen van de balans voor de rechter surround achter-luidspreker. • SWFR instellen van de balans voor de subwoofer. • PL instellen van de balans voor de linker aanwezigheidsluidspreker. • PR instellen van de balans voor de rechter aanwezigheidsluidspreker. * In plaats van SBL en SBR, zal SB verschijnen als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft geselecteerd bij SUR. B L/R SP (bladzijde 57). SET MENU ■ Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert. C)SP DISTANCE Eenheid UNIT Keuzes: meters (m), feet (ft) • Selecteer meters om de afstanden van de luidsprekers in meters in te kunnen voeren. • Selecteer feet om de afstanden van de luidsprekers in voeten (feet) in te kunnen voeren. Equalizer EQ TYPE SELECT Hiermee kunt u het type equalizer dat dit toestel gebruikt veranderen. Keuzes: AUTO PEQ, CNTR GEQ, EQ OFF • Selecteer AUTO PEQ om de equalizer die is ingesteld bij de automatische setup te gebruiken. • Selecteer CNTR GEQ om de ingebouwde 5-banden graphische equalizer zo in te stellen dat de toonkleur van de midden-luidspreker overeenkomt met die van de linker en rechter voor-luidsprekers. • Selecteer EQ OFF om de equalizer uit te schakelen. Grafische equalizer voor het middenkanaal CENTER GEQ Wanneer u CNTR GEQ heeft geselecteerd, kunt u met deze functie een testtoon laten weergeven en de toonkleur zo instellen dat deze overeenkomt met die van de linker voor-luidspreker. U kunt 5 frequentiebanden apart instellen: 100Hz, 300Hz, 1kHz, 3kHz, 10kHz Keuzes: –6 t/m +6 dB Begininstelling: 0 dB D)EQUALIZER p .TEST)OFFON -+ 100Hz0dB 300Hz0dB 1kHz0dB 3kHz0dB 10kHz0dB []/[]:Up/Down [<]/[>]:Adjust p • Selecteer ON om de linker voor- en de middenluidspreker een testtoon te laten produceren en stel aan de hand daarvan de toonkwaliteit van de middenluidspreker in. • Selecteer OFF om de testtoon te stoppen en de op dit moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven. • Druk op u / d en selecteer de frequentieband. • Druk op j / i om de geselecteerde frequentieband in te stellen. GEAVANCEERDE BEDIENING Luidsprekerafstanden Keuzes: 0,3 tot 24,0 m • FRONT L instellen van de afstand van de linker voorluidspreker. Begininstelling: 3,0 m • FRONT R instellen van de afstand van de rechter voor-luidspreker. Begininstelling: 3,0 m • CENTER instellen van de afstand van de middenluidspreker. Begininstelling: 3,0 m) • SUR. L instellen van de afstand van de linker surround-luidspreker. Begininstelling: 3,0 m • SUR. R instellen van de afstand van de rechter surround-luidspreker. Begininstelling: 3,0 m • SB L* instellen van de afstand van de linker surround achter-luidspreker. Begininstelling: 2,10 m • SB R* instellen van de afstand van de rechter surround achter-luidspreker. Begininstelling: 2,10 m • SWFR instellen van de afstand van de subwoofer. Begininstelling: 3,0 m • PRES L instellen van de afstand van de linker aanwezigheidsluidspreker. Begininstelling: 3,0 m • PRES R instellen van de afstand van de rechter aanwezigheidsluidspreker. Begininstelling: 3,0 m * Gebruik deze functie om de parametrische (AUTO PEQ) of graphische equalizer (CNTR GEQ) te selecteren. p p . UNIT;;;;;;meters FRONTL;;;;3.00m FRONTR;;;;3.00m CENTER;;;;;3.00m []/[]:Up/Down [<]/[>]:Adjust ■ Grafische equalizer voor het middenkanaal D)EQUALIZER In plaats van SB L en SB R, zal SUR. B verschijnen als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft geselecteerd bij SUR. B L/R SP (bladzijde 57). Nederlands 59 SET MENU ■ Niveau Lage Frequentie Effecten ■ Audio instellingen G)AUDIO SET E)LFE LEVEL Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Keuzes: –20 t/m 0 dB Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel wijzigen. G)AUDIO SET .MUTING TYPE;;FULL AUDIODELAY;;0ms TONE BYPASS;;AUTO p p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select E)LFE LEVEL .SPEAKER;;;;;;0dB HEADPHONE;;;;0dB p p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Adjust Luidspreker SPEAKER Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw luidsprekers in te stellen. Hoofdtelefoon HEADPHONE Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen. Opmerking Afhankelijk van de instellingen bij “LFE LEVEL” is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd. ■ Dynamisch bereik F)DYNAMIC RANGE Via deze instelling kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Keuzes: MIN (minimum), STD (standaard), MAX (maximum) F)DYNAMIC RANGE .SP:MINSTD)MAX HP:MINSTD)MAX p p []/[]:Up/Down [<]/[>]:Select Luidspreker SP Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave via uw luidsprekers in te stellen. Hoofdtelefoon HP Kies deze mogelijkheid om de compressie bij weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen. • Selecteer MIN als u regelmatig bij een laag volume wilt luisteren. • Selecteer STD voor algemeen gebruik. • Selecteer MAX om het grootste dynamische bereik te behouden. 60 Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid MUTING TYPE U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt. Keuzes: FULL, –20dB • Selecteer FULL om de geluidsweergave helemaal te stoppen. • Selecteer –20dB om het huidige volume met 20 dB te verlagen. Audio vertraging AUDIO DELAY U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren. Keuzes: 0 t/m 160 ms Passeren toonregeling TONE BYPASS U kunt de geluidssignalen de schakelingen voor de toonregeling helemaal laten negeren wanneer TREBLE en BASS op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 31). Keuzes: AUTO, OFF • Selecteer AUTO als u de schakelingen voor de toonregeling wilt laten negeren om een zo puur mogelijke weergave te verkrijgen. • Selecteer OFF als u niet wilt dat de toonregeling helemaal genegeeerd wordt. SET MENU 2 INPUT MENU Via dit menu kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, de ingangsfunctie selecteren en uw signaalbronnen nieuwe namen geven. 2 INPUTMENU   p p .A)I/OASSIGNMENT B)INPUTMODE C)INPUTRENAME D)VOLUME TRIM []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Voor de OPTICAL INPUT aansluitingen 2 (OPTICAL IN (2)), 3 (OPTICAL IN (3)) en 4 (OPTICAL IN (4)) Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, VCR1, DVR/VCR2 (3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, VCR1, DVR/VCR2 (4) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, VCR1, DVR/VCR2 OPTICALIN  .(2);;;;;MD/CD-R (MD/CD-R) (3);;;;; DVD (DVD ) (4);;;;;DTV/CBL (DTV/CBL ) ■ Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen A)I/O ASSIGNMENT U kunt de aansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer de ingangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening. Voor de COMPONENT VIDEO aansluitingen A (CMPNT-V INPUT [A]) en B (CMPNT-V INPUT [B]) Keuzes: [A] DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1, DVR/VCR2 [B] DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1, DVR/VCR2 CMPNT-VINPUT  COAXIALIN  .(5);;;;; CD ( CD ) (6);;;;; DVD (DVD ) Opmerkingen • U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een bepaald soort aansluiting. • Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Voor OPTICAL OUTPUT aansluiting 1 (OPTICAL OUT (1)) Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1, DVR/VCR2 GEAVANCEERDE BEDIENING .[A];;;;;DVD (DVD) [B];;;;;DTV/CBL (DTV/CBL) Voor de COAXIAL INPUT aansluitingen 5 (COAXIAL IN (5)) en 6 (COAXIAL IN (6)) Keuzes: (5) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1, DVR/VCR2 (6) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1, DVR/VCR2 OPTICALOUT  .(1);;;;;MD/CD-R (MD/CD-R ) Nederlands 61 SET MENU ■ Ingangsfunctie B)INPUT MODE ■ Volume Trim D)VOLUME TRIM Met deze instelling kunt u de ingangsfunctie bepalen voor signaalbronnen op de DIGITAL INPUT aansluitingen op het moment dat dit toestel wordt ingeschakeld (zie bladzijde 36 voor details omtrent de ingangsfunctie). Keuzes: AUTO, LAST Met deze functie kunt het niveau van de ingangssignalen voor elk van de ingangsaansluitingen op elkaar afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Keuzes: CD, MD/CD-R, TUNER, DVD, DTV/CBL, V-AUX, VCR1, DVR/VCR2 B)INPUTMODE  )AUTOLAST [<]/[>]:Select [ENTER]:Return • Kies AUTO om het toestel automatisch het soort ingangssignaal te laten bepalen en de bijbehorende ingangsfunctie te laten instellen. • Kies LAST om het toestel automatisch de ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is. Opmerking Ook als u LAST heeft ingesteld, kan de laatst gebruikte functie voor de EX/ES toets niet worden onthouden. ■ Signaalbronnen nieuwe namen geven C)INPUT RENAME Via deze functie kunt u de namen van de ingangsaansluitingen zoals getoond op het OSD en het display op het voorpaneel veranderen. C)INPUTRENAME  DVD->DVD p p [<]/[>]:Position []/[]:Chara. 1 Druk op de ingangskeuzetoets om de signaalbron waarvan u de naam wilt veranderen te selecteren. 2 Druk op AMP. 3 Druk op j / i en verplaats de _ (onderstreping) naar het teken of de spatie die u wilt veranderen. 4 Druk op u / d, selecteer het gewenste teken en gebruik vervolgens j / i om naar de volgende tekenpositie te gaan. • U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op d om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op u om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen (#, *, –, +, enz.). 5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 als u de namen van andere signaalbronnen wilt veranderen. 6 Druk op SET MENU om af te sluiten wanneer u klaar bent. 62 SET MENU 3 OPTION MENU Wijzigen van de optionele systeeminstellingen. 3 OPTIONMENU   Opmerkingen p p .A)DISPLAYSET B)MEMORYGUARD C)PARAM.INI D)MULTI ZONESET []/[]:Up/Down [ENTER]:Enter Grijze achtergrond GRAY BACK Als u AUTO kiest voor de in-beeld display instellingen, zal er een grijze achtergrond getoond worden wanneer er geen videosignaal binnenkomt. Er zal niets worden getoond als u OFF selecteert. Keuzes: AUTO, OFF ■ Display instellingen A)DISPLAY SET A)DISPLAYSET  p p .DIMMER;;;;;;;;;0 VIDEOCONV.;;;ON OSD SHIFT;;;;;;0 GRAY BACK;;;AUTO CMPNTOSD;;;;;ON []/[]:Up/Down [<]/[>]:sELECT Dimmer DIMMER Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Keuzes: –4 t/m 0 Component OSD CMPNT OSD Gebruik deze functie om weergave van het OSD (in-beeld display) via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen aan/uit te zetten bij gebruik van het SET MENU. Keuzes: ON, OFF • Selecteer ON om de OSD signalen wel via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen laten weergeven. • Selecteer OFF om de OSD signalen niet via de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen laten weergeven. Opmerking Het SET MENU functioneert ook wanneer u OFF heeft geselecteerd. ■ Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma instellingen en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden. Keuzes: ON, OFF B)MEMORYGUARD  Opmerkingen • De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Bij het maken van opnamen moet u tussen de diverse componenten telkens gebruik maken van dezelfde soorten aansluitingen (bijv. S-video). • Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een videorecorder worden omgezet naar component signalen, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder. [<]/[>]:Select [ENTER]:Return Kies ON om de inhoud van het geheugen te beveiligen: • DSP programma instellingen • Alle SET MENU onderdelen • Alle ingestelde luidsprekerniveaus • De weergavefunctie voor het in-beeld display (OSD) Opmerking Wanneer MEMORY GUARD is ingesteld op ON, kunt u geen andere SET MENU items meer selecteren. 63 Nederlands OSD vershuiven OSD SHIFT Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld display) instellen. Keuzes: +5 (naar beneden) t/m –5 (naar boven) • Druk op + om het OSD (in-beeld display) lager op het scherm weer te geven. • Druk op – om het OSD (in-beeld display) hoger op het scherm weer te geven. )OFFON GEAVANCEERDE BEDIENING Video conversie VIDEO CONV. Gebruik deze functie om de omzetting van composiet (VIDEO) signalen naar zowel S-videosignalen als component signalen aan/uit te zetten. Dit stelt u in staat om omgezette videosignalen te produceren via de S VIDEO of COMPONENT VIDEO aansluitingen wanneer er geen S-video- of component signalen worden ontvangen. Deze functie converteert ook S-videosignalen naar component signalen wanneer er geen component signalen binnenkomen. Keuzes: ON, OFF • Selecteer OFF wanneer u niet wilt dat er signalen worden omgezet (behalve S-video naar composiet). • Selecteer ON om composiet signalen om te laten zetten naar S-video en component signalen en S-videosignalen naar component signalen. • Ongeacht de gekozen instelling zullen S-videosignalen altijd worden omgezet naar composiet videosignalen. • Wanneer er uitsluitend component videosignalen worden ontvangen, zal het OSD niet worden weergegeven indien GRAY BACK op OFF is ingesteld. Om het in-beeld display (OSD) weer te laten geven bij een component video ingangssignaal, dient u GRAY BACK op AUTO te zetten terwijl de OSD functie (zie bladzijde 51) is ingesteld op “Volledige weergave”. • Wanneer er geen videosignalen binnenkomen, dient u GRAY BACK op AUTO te zetten om het in-beeld display (OSD) weer te laten geven. SET MENU ■ Parameters initialiseren C)PARAM. INI Hiermee kunt u de instellingen voor alle geluidsveldprogramma’s in een programmagroep tegelijk initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in die groep worden teruggezet op hun beginwaarden. Druk op de cijfertoets voor de geluidsveldprogrammagroep die u wilt initialiseren. Keuzes: Een asterisk (*) verschijnt links naast namen van programma’s waarvan de begininstellingen gewijzigd zijn. Keuzes: STEREO, MUSIC, ENTERTAINMENT, MOVIE, STANDARD C)PARAM.INI  STEREO *MUSIC ENTERTAINMENT MOVIE THEATER *STANDARD Press DSP key Opmerkingen • U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch terughalen nadat u een geluidsveldprogrammagroep heeft geïnitialiseerd. • U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren. • U kunt geen geluidsveldprogrammagroepen initialiseren wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingeschakeld ON. ■ Zone instelling D)MULTI ZONE SET U kunt instellen waar de luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen zich bevinden. D)MULTI ZONESET  .SPB;;;;;;;;FRONT ZONE2 AMP;;;;;EXT [<]/[>]:Select [ENTER]:Return Instelling luidsprekerset B SP B Met deze functie kunt u bepalen waar de voor-luidsprekers die zijn verbonden met de SPEAKERS B aansluitingen zich bevinden. Keuzes: FRONT, ZONE B • Selecteer FRONT om de SPEAKERS A set en B aan/ uit te zetten wanneer de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in uw luisterruimte bevinden. • Selecteer ZONE B als de met de SPEAKERS B aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een andere ruimte bevinden. Als SPEAKERS A wordt uitgeschakeld (OFF) en SPEAKERS B wordt ingeschakeld (ON), zullen alle luidsprekers in de luisterruimte, inclusief de subwoofer, worden uitgeschakeld en zal er alleen via de SPEAKERS B set geluid worden weergegeven. 64 Opmerkingen • Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting op dit toestel doet wanneer “SP B” op ZONE B staat, zal het geluid zowel via de hoofdtelefoon als via SPEAKERS B worden weergegeven. • Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “SP B” op ZONE B is ingesteld, zal het toestel automatisch in de Virtual CINEMA DSP stand gaan. Zone 2 versterker ZONE2 AMP Hiermee kunt u instellen hoe de ZONE 2 luidsprekers versterkt worden. Keuzes: INT, EXT D)MULTI ZONE SET .SPB;;;;;;;;FRONT .ZONE2 AMP;;;;;EXT [<]/[>]:Select [ENTER]:Return • Selecteer EXT als u geen Zone 2 luidsprekers gebruikt of als u uw Zone 2 luidsprekers aansluit via een externe versterker die is aangesloten op de ZONE 2 OUTPUT aansluitingen van dit toestel. • Selecteer INT om de ingebouwde versterker van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 luidsprekers direct aansluit op de PRESENCE/ZONE 2 luidsprekeraansluitingen van dit toestel. UITGEBREID SETUP MENU UITGEBREID SETUP MENU Het uitgebreid setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. 2 y • Tijdens de uitgebreide setup zal er geen geluid worden weergegeven. • Tijdens de geavanceerde setup kunnen alleen de STANDBY/ ON, STRAIGHT (EFFECT) en PROGRAM toetsen op het voorpaneel gebruikt worden. Draai aan PROGRAM om door het menu te bladeren en het gewenste item te selecteren. Zie het eind van dit hoofdstuk voor een lijst met alle beschikbare parameters. PROGRAM LET OP U moet de luidsprekerimpedantie correct instellen voor u dit toestel gaat gebruiken om audio- of videosignalen weer te geven. 3 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT (EFFECT) om heen en weer te schakelen tussen de beschikbare parameters. VOLUME STRAIGHT OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING FM/AM A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h SEARCH MODE EDIT XIM CATEGORY NEXT LEVEL PROGRAM PHONES SPEAKERS A B STRAIGHT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM DISPLAYMONO AUTO/MAN'L INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R EFFECT OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA 1 4 1,3 2 1,4 Zet het toestel uit, houd STRAIGHT (EFFECT) ingedrukt en druk op STANDBY/ON. Dit toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreid setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Houd ingedrukt en druk op STANDBY /ON STANDBY /ON Hiermee sluit u de uitgebreide setup af. De gewijzigde instellingen worden van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. GEAVANCEERDE BEDIENING STRAIGHT Druk op STANDBY/ON om uw keuze te bevestigen. EFFECT Nederlands 65 UITGEBREID SETUP MENU ■ Uitgebreid setup menu-onderdelen Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. Luidsprekerimpedantie SP IMP. Hiermee kunt u de impedantie van de op dit toestel aangesloten luidsprekers instellen. Keuzes: 8 Ω MIN, 4 Ω MIN • Selecteer 8 Ω MIN om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 8 Ω . • Selecteer 4 Ω MIN om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 4 Ω . SP IMP. Luidspreker Voor Impedantieniveau Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 4 Ω of hoger zijn. Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8 Ω of hoger zijn. 4 Ω ΜΙΝ Midden Surround Surround Achter Voor De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6 Ω of hoger zijn. Als u één set (A of B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 8 Ω of hoger zijn. Als u twee sets (A en B) gebruikt, moet de impedantie van elk van de luidsprekers 16 Ω of hoger zijn. 8 Ω ΜΙΝ Midden Surround Surround Achter De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 Ω of hoger zijn. Fabrieksinstellingen PRESET Via deze functie kunt u alle parameters terugzetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 86). Keuzes: CANCEL, RESET • Selecteer CANCEL als u niet wilt dat de parameters van dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het terugzet op de fabrieksinstellingen. • Selecteer RESET als u wel wilt dat alle parameters van dit toestel worden geïnitialiseerd wanneer u het terugzet op de fabrieksinstellingen. Opmerking Deze instelling heeft geen invloed op de uitgebreid setup menu item parameters. 66 Afstandsbediening REMOTE U kunt indien nodig de ID voor de afstandsbediening van dit toestel veranderen. Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer ID1 om het toestel te gebruiken met de standaardcode. • Selecteer ID2 om het toestel te gebruiken met een alternatieve code. Opmerking U moet de bijbehorende instelling verrichten op de afstandsbediening zelf (zie bladzijde 70). KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere A/V componenten van YAMAHA en van andere fabrikanten aansturen. Om andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes instellen op de afstandsbediening. Set bedieningstoetsen ■ Bedienen van dit toestel ■ Bedienen van andere componenten De grijze toetsen kunnen worden gebruikt om dit toestel te bedienen wanneer u op AMP heeft gedrukt om de AMP bedieningsfunctie in te schakelen. De grijs aangegeven toetsen hieronder kunnen worden gebruikt om andere componenten te bedienen. De functies van de diverse toetsen hangen mede af van de geselecteerde componenten. Selecteer de component die u wilt bedienen met een ingangskeuzetoets. CODE SET TRANSMIT SYSTEM Druk op AMP om dit toestel te bedienen. POWER POWER TV AV STANDBY POWER CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 AMP TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT 5 6 VOLUME MUTE EXTD SUR. PURE DIRECT A SPEAKERS B 9 7 8 NIGHT STRAIGHT 0 10 De toetsen binnen de stippellijnen (SYSTEM POWER, STANDBY, SLEEP, MULTI CH IN, VOLUME +/–, MUTE en de ingangskeuzetoetsen) functioneren in elke stand voor dit toestel. CODE SET TRANSMIT SYSTEM Met de toets en de ingangskeuzetoetsen kunt u zoals hieronder aangegeven een andere set bedieningstoetsen kiezen. * Gebruik de toets om andere componenten te bedienen, ongeacht of ze op dit toestel zijn aangesloten of niet. POWER POWER TV AV CD MD/CD-R POWER TV AV DVD DTV/CBL V-AUX VCR 1 DVR/VCR2 TV VOL TV CH TV INPUT STEREO MUSIC VOLUME TV CH MUTE 1 2 TITLE MENU STANDARD SELECT 1 BAND SRCH MODE 5 6 PRESET/CH SET MENU TV INPUT ENTERTAIN 3 STEREO 7 A SPEAKERS B5 A-E/CAT. A/B/C/D/E RETURN DISPLAY ON SCREEN REC AUDIO DISC SKIP FREQ/TEXT MODE PTY SEEK START EON 9 SELECT NIGHT 6 0 10 9 LEVEL ENTERTAIN MOVIE PRESET/CH 4 8 A SPEAKERS B 0 EXTD SUR. PURE DIRECT STRAIGHT 7 8 ENT. NIGHT EFFECT STRAIGHT 10 ENT. SET MENU EFFECT TITLE MENU PRESET/CH SRCH MODE LEVEL BAND SET MENU TITLE ENTER BAND MENU SRCH MODE A-E/CAT. A-E/CAT. ENTER DISPLAY RETURN A-E/CAT. MEMORY REC A/B/C/D/E DISPLAY MEMORY DISC SKIP ON SCREEN RETURN GEAVANCEERDE BEDIENING Component bedieningstoetsen Door de juiste afstandsbedieningscodes in te stellen kunt u tot maximaal 9 verschillende componenten bedienen (zie bladzijde 68). MOVIE 4 MUSIC EXTD SUR. PURE DIRECT 2 3 STANDARD ENTER MEMORY SLEEP MULTI CH IN AMP TV MUTE ENT. EFFECT LEVEL TUNER POWER TV VOL TV MUTE POWER STANDBY AUDIO ON SCREEN REC AUDIO DISC SKIP FREQ/TEXT MODE PTY SEEK START EON Nederlands 67 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Instellen van afstandsbedieningscodes 1 Druk op een ingangskeuzetoets of op de component die u wilt instellen te selecteren. U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. In de volgende tabel staan de standaard ingestelde componenten (Archief: componentencategorie) en de afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen. 2 Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes Ingang Componentencategorie (Archief) Fabrikant Standaard YAMAHA code CD CD YAMAHA 0005 MD/CD-R MD YAMAHA 0024 TUNER TUNER YAMAHA 0023 DVD DVD YAMAHA 0098 DTV/CBL – – – V-AUX – – – VCR 1 – – – DVR/VCR2 DVR YAMAHA 0208 – – – CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 om AMP Druk met een balpen of iets dergelijks CODE SET in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer. TRANSMIT CODE SET 3 Voer met de cijfertoetsen (0 t/m 9) de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de component in kwestie in. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT 5 6 A SPEAKERS B Opmerking 9 0 EXTD SUR. PURE DIRECT 7 8 NIGHT STRAIGHT 10 ENT. EFFECT Het is mogelijk dat u uw specifieke YAMAHA component niet kunt bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd. Probeer in een dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de afstandsbedieningscode voor de geselecteerde component zal zijn ingesteld. Opmerkingen • Als er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft. • Als u bij stap 3 langer dan 30 seconden wacht, zal de instelfunctie worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. 68 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Bedienen van andere componenten Wanneer u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld, kunt u met deze afstandsbediening ook uw andere apparatuur bedienen. Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op uw apparatuur. Gebruik de ingangskeuzetoetsen om de component te selecteren die u wilt bedienen. De afstandsbediening zal automatisch overschakelen naar de bedieningsfunctie voor die component. 1 2 CODE SET TRANSMIT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT SYSTEM POWER POWER TV AV CD MD/CD-R POWER STANDBY TUNER SLEEP 7 5 EXTD SUR. PURE DIRECT 6 A SPEAKERS B DVD DTV/CBL 9 MULTI CH IN V-AUX 7 8 NIGHT STRAIGHT 0 10 ENT. B EFFECT VCR 1 AMP DVR/VCR2 3 4 TV VOL TV CH VOLUME 8 9 0 PRESET/CH LEVEL SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE C ENTER A-E/CAT. A/B/C/D/E RETURN DISPLAY MEMORY ON SCREEN D REC 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 9 B C D TV INPUT STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 MUTE DISC SKIP FREQ/TEXT MODE PTY SEEK START EON DVD-speler Digitale TV/ Videorecorder DVD-recorder Kabel TV LD-speler CD-speler MD/CDrecorder Tuner AV POWER Aan/uit *1 Aan/uit *1 VCR aan/uit *3 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 Aan/uit *1 TV POWER TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV aan/uit *2 TV CH + TV volgende kanaal *2 TV volgende kanaal TV volgende *2 kanaal TV volgende kanaal *2 TV volgende kanaal *2 TV volgende kanaal *2 TV volgende kanaal *2 TV CH – TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal *2 TV vorige kanaal *2 TV VOL + TV volume hoger *2 TV volume hoger *2 TV volume hoger TV volume hoger *2 TV volume hoger *2 TV volume hoger *2 TV volume hoger *2 TV VOL – TV volume lager *2 TV volume lager *2 TV volume lager TV volume lager *2 TV volume lager *2 TV volume lager *2 TV volume lager *2 TV MUTE TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV geluid uit *2 TV INPUT TV ingang * TV ingang *2 TV ingang TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 TV ingang *2 1-9, 0, +10 Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Voorkeuzezenders (1-8) TITLE Titel PRESET/CH u Hoger VCR volgende kanaal Volgende voorkeuzezender (1-8) PRESET/CH d Lager VCR vorige kanaal Vorige voorkeuzezender (1-8) j Links i Rechts RETURN Terug REC/ DISC SKIP Disc overslaan (speler) Opname Opname (recorder) h Weergave Weergave VCR weergave *3 Weergave Weergave ll Terug zoeken Terug zoeken VCR terug zoeken *3 Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken VCR vooruit zoeken *3 Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken AUDIO Audio e Pauze b Terug springen a Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen Vooruit springen s Stop Stop VCR stop *3 Stop Stop Stop ENT. Titel/Index Enter Enter Hoofdstuk/Tijd Index Index MENU Menu DISPLAY Display Display Display Display Display Volgende voorkeuzezender (A-E) VCR opname *3 Disc overslaan Weergave Opname (MD) GEAVANCEERDE BEDIENING 0 A A TV MUTE AUDIO Geluid Pauze VCR pauze *3 Pauze Pauze Pauze Terug springen Terug springen Terug springen *1 69 Nederlands Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft. Met deze toetsen kunt u uw TV bedienen zonder de signaalbron om te schakelen indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder DTV/CBL of . Als u de afstandsbedieningscode voor uw TV heeft ingesteld voor zowel de DTV/CBL als de set bedieningstoetsen, zal voorrang worden gegeven aan het signaal voor de DTV/CBL set. *3 Met deze toetsen kunt u uw videorecorder bedienen zonder de signaalbron om te schakelen naar VCR 1 indien de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld onder VCR 1. *2 KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Overschakelen naar een alternatieve code Wissen van ingestelde afstandsbedieningscodes U kunt indien nodig een andere archiefcode instellen voor de afstandsbediening zelf om het gewenste toestel te bedienen. 1 1 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE SET in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer. Druk op een ingangskeuzetoets of op om de set bedieningstoetsen waarvoor u de afstandsbedieningscode wilt wissen te selecteren. CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 AMP TRANSMIT CODE SET 2 2 Voer codenummer “9991” of “9992” in (zie de tabel hieronder). De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de archiefcode zal zijn ingesteld. Afstandsbediening ID (instelling voor het toestel, zie bladzijde 66) AMP archiefcode (afstandsbediening instelling) Functie 9991 Bedienen van het toestel met de standaardcode. ID1 (begininstelling) 9992 Om het toestel te gebruiken met een alternatieve code. ID2 Wanneer u verschillende YAMAHA receivers/versterkers gebruikt is het mogelijk dat u de andere componenten ook bedient met de standaardcode voor de afstandsbediening. Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel apart te kunnen bedienen. Opmerking U moet ook instellingen maken voor de receiver/versterker. 70 Druk met een balpen of iets dergelijks CODE SET in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer. TRANSMIT CODE SET 3 Voer het codenummer “0000” in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer, waarna de afstandsbedieningscode voor de geselecteerde component zal zijn gewist. y • Als u na stap 2 niet binnen 30 seconden op een toets drukt, zal het wissen worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. • U kunt alle ingevoerde afstandsbedieningscodes in één keer wissen door het codenummer “9990” in te voeren. ZONE 2 ZONE 2 Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten te gebruiken. Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u dit toestel ook vanuit de andere ruimte bedienen. Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de secundaire ruimte. Een signaalbron waarnaar u ook in de tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen op dit toestel zijn aangesloten. Zone 2 aansluitingen Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig. • Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte. • Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender geeft de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de tweede ruimte door naar de hoofdruimte (naar een CD-speler, bijv.). • Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte. y • Omdat er ellerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere ruimten, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2 aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen. • Sommige YAMAHA modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE CONTROL OUT aansluiting van dit toestel. Als u een dergelijk product heeft, is het mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 YAMAHA componenten worden aangesloten op de aangegeven manier. OUT IN OUT IN REMOTE CONTROL OUT Dit toestel • ■ Voorbeeld systeemconfiguratie en aansluitingen ZONE 2 OUTPUT GEAVANCEERDE BEDIENING Versterker DVD-speler (of andere component) Dit toestel Afstandsbediening DVD INPUT Infraroodontvanger Infraroodzender Hoofdruimte REMOTE CONTROL OUT Tweede ruimte ZONE 2 REMOTE IN Opmerkingen 71 Nederlands • Wanneer u de hoofdruimte niet gebruikt, kunt u het beste het volume van dit toestel in de hoofdruimte laag zetten. Regel het volume met de regelaar op de versterker in de tweede ruimte. • Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s. ZONE 2 Gebruik van de interne versterker van dit toestel Om gebruik te maken van de interne versterker van dit toestel, dient u “ZONE2 AMP” op INT te zetten in het SET MENU (zie de bladzijden 64). – + L R PRESENCE /ZONE 2 Tweede ruimte Dit toestel Afstandsbediening vanuit Zone 2 De meegeleverde afstandsbediening kan worden gebruikt voor de bediening vanuit Zone 2. U kunt zelfs de signaalbron selecteren en apparatuur in de hoofdruimte bedienen vanuit de tweede ruimte, ongeacht de luisteromstandigheden in de hoofdruimte zelf. y U kunt de weergave in het hoofdvertrek of in Zone 2 ook aan/uit zetten door op het voorpaneel op MAIN of op ZONE 2 te drukken. ■ Inschakelen van de Zone 2 functie op de afstandsbediening 1 2 Druk op ■ Zone 2 bedienen 1 Druk op om de afstandsbediening op de Zone 2 stand te zetten. De TRANSMIT indicator op de afstandsbediening licht op wanneer de afstandsbediening in de Zone 2 stand staat. 2 Druk op SYSTEM POWER om de stroom voor Zone 2 in te schakelen. 3 Druk op een ingangskeuzetoets om de signaalbron te selecteren waar u naar wilt luisteren in de tweede ruimte. . Druk met een balpen of iets dergelijks CODE SET in. De TRANSMIT indicator van de afstandsbediening knippert twee keer. 4 TRANSMIT CODE SET CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 U kunt Zone 2 bedienen met de ingangskeuzetoetsen, STANDBY, SYSTEM POWER, MUTE en VOLUME +/–. CODE SET 3 Voer het codenummer “2999” in. Onmiddellijk nadat u de afstandsbediening heeft ingesteld voor de Zone 2 functie, kunt u met de afstandsbediening het hoofdtoestel bedienen. Met de afstandsbediening in deze stand kunt u het toestel aan zetten, of uit (standby) onafhankelijk van Zone 2 door op SYSTEM POWER of STANDBY te drukken. AMP TRANSMIT SYSTEM Opmerkingen POWER POWER TV AV STANDBY POWER CD MD/CD-R TUNER SLEEP DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN VCR 1 DVR/VCR2 TV VOL TV CH TV MUTE TV INPUT AMP VOLUME MUTE • Als u Zone 2 inschakelt, zal de Zone functie worden toegepast op de huidige afstandsbedieningsidentificatie (ID1: standaardcode, ID2: alternatieve code). Omdat echter de afstandsbedieningscodes voor Zone 2 gedeeld worden door zowel ID1 als ID2, zal de afstandsbedieningsidentificatie (ID) niet veranderen, ook al wordt er omgeschakeld. • Om Zone 2 af te sluiten dient u de afstandsbedieningscode die is ingesteld voor te wissen, of dient u voor een andere afstandsbedieningscode dan een TV code in te stellen. 72 y Als “ZONE2 AMP” in het OPTION MENU is ingesteld op INT, kunt u VOLUME –/+ gebruiken om de geluidsweergave via de luidsprekers die zijn verbonden met de PRESENCE/ZONE 2 aansluitingen te regelen. VOLUME –/+ kan echter niet worden gebruikt om de geluidsweergave via de ZONE2 OUTPUT aansluitingen te regelen. ZONE 2 Opmerking De afstandsbediening zal 10 seconden nadat u op heeft gedrukt teruggaan naar de stand voor het hoofdtoestel, of wanneer u een andere toets indrukt dan SYSTEM POWER, STANDBY, MUTE, VOLUME +/– of de ingangskeuzetoetsen. Druk met de TRANSMIT indicator uit op om de afstandsbediening in de Zone 2 stand te zetten voor u de stroom voor Zone 2 aan of uit zet, de signaalbron verandert of het geluid tijdelijk uitschakelt. ■ Het hoofdtoestel en Zone 2 toestel aan/ uit (standby) zetten Uit (standby) zetten van alle toestellen (hoofdtoestel en Zone 2 toestel): Houd AMP ingedrukt en druk op STANDBY. Aan zetten van alle toestellen (hoofdtoestel en Zone 2 toestel): Houd AMP ingedrukt en druk op SYSTEM POWER. y STANDBY en SYSTEM POWER werken anders afhankelijk van de geselecteerde functie. Functie Stand voor het hoofdtoestel TRANSMIT indicator STANDBY/ SYSTEM POWER Druk op STANDBY om het hoofdtoestel uit (standby) te zetten. Uit Druk op SYSTEM POWER om het hoofdtoestel aan te zetten. Druk op STANDBY om de Zone 2 component uit (standby) te zetten. Zone 2 stand Aan Druk op SYSTEM POWER om de Zone 2 component aan te zetten. ■ Waar u aan moet denken bij gebruik van DTS materiaal Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert om een DTS signaal naar de tweede ruimte te sturen, zult u alleen digitale ruis horen (die zo luid kan zijn dat uw luidsprekers beschadigd raken). Daarom moet u op de volgende punten letten wanneer u DTS gecodeerde discs afspeelt. GEAVANCEERDE BEDIENING Voor DTS gecodeerde DVD’s Alleen 2-kanaals analoge audiosignalen kunnen naar de tweede ruimte worden doorgestuurd. Gebruik het discmenu om de DVD-speler 2-kanaals (links en rechts) audiosignalen te laten produceren van een PCM of Dolby Digital soundtrack. Voor DTS gecodeerde CD’s Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s. Nederlands 73 WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN Wat is een geluidsveld Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het “live” aspect van het geluid belichamen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich bevinden en hoe groot de ruimte waar we in zitten is en welke vorm deze heeft. Veranderen van instellingen U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de weergave beter wilt proberen aan te passen aan de specifieke omstandigheden in uw kamer. MUTE CODE SET TRANSMIT SYSTEM POWER ■ Onderdelen van een geluidsveld In elke situatie zijn er, naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken, twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen: POWER STANDBY POWER STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 TV AV STANDARD SELECT CD MD/CD-R TUNER SLEEP 5 6 DVD DTV/CBL V-AUX MULTI CH IN 9 VCR 1 DVR/VCR2 A SPEAKERS B 1 3 EXTD SUR. PURE DIRECT 7 8 NIGHT STRAIGHT 0 10 ENT. 5 EFFECT AMP PRESET/CH LEVEL SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE ENTER A-E/CAT. TV VOL TV CH VOLUME 2 4 A/B/C/D/E RETURN DISPLAY MEMORY ON SCREEN REC Vroege weerkaatsingen Deze bereiken onze oren het eerst (50 ms – 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak weerkaatst – bijvoorbeeld het plafond of een muur. Deze vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen geluid voor ons helderder. Natrillingen Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak – muren, plafond, de achterwand van de ruimte – en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende “nagalm”. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze waarneming minder helder. Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld. TV MUTE AUDIO TV INPUT DISC SKIP 1 Druk op AMP. AMP 2 3 Zet het beeldscherm aan en druk herhaaldelijk op ON SCREEN om de volledige weergave te selecteren. Selecteer het geluidsveldprogramma waarvan u de instellingen wilt wijzigen. STEREO MUSIC ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STANDARD SELECT 5 6 A SPEAKERS B 9 Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen in die van een concertzaal, een danshol of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor. 0 EXTD SUR. PURE DIRECT 7 8 NIGHT STRAIGHT 10 ENT. EFFECT Programmanr. Programmanaam P04 MOVIE THEATER Cursor .General DSPLEVEL;;;;0dB P.INIT.DLY;;15ms P.ROOMSIZE;;1.0 S.INIT.DLY;;20ms S.ROOMSIZE;;1.0 Parameters 74 DISPLAY ON SCREEN Parameter-waarden WIJZIGEN VAN GELUIDSVELD INSTELLINGEN 4 ■ Parameters terugzetten op hun fabrieksinstelling Druk op u / d en selecteer de parameters. PRESET/CH Gebruik PARAM. INI (zie bladzijde 64). ENTER A-E/CAT. 5 A/B/C/D/E Druk op j / i om de PRESET/CH huidige waarde voor deze parameter te wijzigen. ENTER A-E/CAT. A/B/C/D/E Wanneer u een parameter instelt op een andere waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een asterisk (sterretje; *) naast de naam van de parameter verschijnen op het in-beeld display. y Als u j / i ingedrukt houdt bij het wijzigen van parameterwaarden, zal de aangegeven waarde op het display op het voorpaneel even stil houden bij de fabrieksinstelling. 6 Herhaal de stappen 3 t/m 5 indien u nog andere parameters voor dit programma wilt veranderen. Opmerking U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de “MEMORY GUARD” beveiliging is ingeschakeld (ON). Als u toch parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD” op OFF te zetten (zie bladzijde 63). AANVULLENDE INFORMATIE Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat, wanneer de stekker uit het stopcontact is, of wanneer de stroomvoorziening tijdelijk wordt onderbroken door een stroomstoring. Als de stroomvoorziening echter langer dan een week onderbroken wordt, zullen de parameterwaarden terugkeren naar hun fabrieksinstellingen. In een dergelijk geval zult u de parameterwaarden opnieuw moeten wijzigen. Nederlands 75 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s. ■ DSP LEVEL (DSP niveau) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten opzichte van het niveau van de directe weergave. –6 dB t/m +3 dB ■ INIT. DLY/P. INIT. DLY (Aanvankelijke vertraging) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner deze waarde, hoe dichter de geluidsbron bij de luisteraar lijkt te zijn. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer. 1 t/m 99 msec Brongeluid Niveau Niveau Niveau Vroege weerkaatsingen Tijd Tijd Tijd Vertraging Vertraging Vertraging Geluidsbron Weerkaatsend oppervlak Grote waarde = 99 ms Kleine waarde = 1 ms ■ ROOM SIZE/P. ROOM SIZE (Kamergrootte) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden. 0,1 t/m 2,0 Tijd Vroege weerkaatsingen Tijd Niveau Niveau Niveau Brongeluid Tijd Geluidsbron Kleine waarde = 0,1 76 Grote waarde = 2,0 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ LIVENESS (Levendigheid) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Deze parameter regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via de LIVENESS parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven regelen en dus de “levendigheid” van de ruimte. 0 t/m 10 Brongeluid Tijd Niveau Dood Niveau Niveau Levendig Tijd Zwak weerkaatst geluid Kleine waarde = 0 Tijd Krachtig weerkaatst geluid Grote waarde = 10 ■ S. INIT. DLY (Surround beginvertraging) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het surround geluidsveld. U kunt deze parameter alleen instellen wanneer u tenminste twee voorkanalen en twee surroundkanalen gebruikt. 1 t/m 49 msec ■ S. ROOM SIZE (Surround kamergrootte) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. 0,1 t/m 2,0 ■ S. LIVENESS (Surround levendigheid) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare reflectiviteit van de virtuele wanden van het surround geluidsveld. 0 t/m 10 ■ SB INI. DLY (Surround achter beginvertraging) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de vertraging tussen het directe geluid en de eerste weerkaatsing vanuit het surround achter geluidsveld. 1 t/m 49 msec ■ SB ROOM SIZE (Surround achter kamergrootte) Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround achter geluidsveld. 0,1 t/m 2,0 ■ SB LIVENESS (Surround achter levendigheid) Functie: Instelbereik: Deze parameter regelt de schijnbare reflectiviteit van de virtuele wanden van het surround achter geluidsveld. 0 t/m 10 AANVULLENDE INFORMATIE Functie: Instelbereik: Nederlands 77 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ REV.TIME (Natriltijd) Functie: Omschrijving: Instelbereik: Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB (bij 1 kHz). Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes. 1,0 t/m 5,0 sec Natrillingen Natrillingen Brongeluid Vroege weerkaatsingen 60 dB 60 dB Natriltijd Geluidsbron Natriltijd 60 dB Natriltijd Lange natrillingen Korte natrillingen Grote waarde = 5,0 s Kleine waarde = 1,0 s ■ REV.DELAY (Beginvertraging natrillingen) Functie: Omschrijving: Niveau Instelbereik: Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt. 1 t/m 250 msec Brongeluid (dB) 60 dB Natrillingen Tijd Beginvertraging natrillingen Natriltijd ■ REV. LEVEL (Niveau natrillingen) Deze parameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn. 0 t/m 100% Niveau Functie: Omschrijving: Instelbereik: Brongeluid Niveau natrillingen Tijd 78 GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN ■ DIALG.LIFT (Dialoog-lift) Functie: Omschrijving: Keuzes: Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en middenkanalen. 0/1/2/3/4/5, de begininstelling is 0. Voor 2ch Stereo: ■ DIRECT (Direct) Functie: Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure High-Fidelity weergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal. De AUTO instelling werkt alleen wanneer BASS en TREBLE zijn ingesteld op 0 dB. Instelmogelijkheden: AUTO, OFF Opmerkingen • Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. • Wanneer “BASS OUT” op BOTH staat, of wanneer “FRONT SP” op SMALL staat en “BASS OUT” op SWFR, zullen de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen naar de subwoofer worden gestuurd. Voor 7ch Stereo: Functie: Instelbereik: Deze parameters regelen het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie. 0 – 100% ■ CT LEVEL (Midden niveau) ■ SL LEVEL (Linker surround niveau) ■ SR LEVEL (Rechter surround niveau) ■ SB LEVEL (Surround-achter niveau) ■ PL LEVEL (Linker aanwezigheidsniveau) ■ PR LEVEL (Niveau rechter aanwezigheidskanaal) Voor PRO LOGIC IIx Music en PRO LOGIC II Music: ■ PANORAMA (Panorama) Functie: Stuurt stereosignalen naar de surround-luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect. Instelmogelijkheden: OFF, ON Functie: Instelbereik: Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren), de begininstelling is STD (standaard). ■ CENTER WIDTH (Midden breedte) Functie: Instelbereik: Opmerking Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer SUR. STANDARD is geselecteerd. 79 Nederlands Begininstelling: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. Een grotere waarde breidt het middenveld uit in de richting van de linker en rechter voor-luidsprekers. 0 (geluid voor het middenkanaal wordt alleen maar weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt helemaal via de linker en rechter voor-luidsprekers weergegeven) 3 AANVULLENDE INFORMATIE ■ DIMENSION (Dimensie) GELUIDSVELD PARAMETER BESCHRIJVINGEN Voor DTS Neo:6 Music: ■ C. IMAGE (Middenbeeld) Functie: Instelbereik: Begininstelling: Regelt het middengeluidsveld via alle drie de voor-luidsprekers. 0 t/m 1,0 0,3 Opmerking Deze parameter kan alleen worden ingesteld wanneer SUR. STANDARD is geselecteerd. 80 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan wanneer u op STANDBY/ON (of SYSTEM POWER) drukt, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Oorzaak Oplossing Raadpleeg bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. — De instelling voor de impedantie is niet correct. Stel de impedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers. 66 De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 11-14 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — Het in-beeld display wordt niet weergegeven. Het in-beelddisplay is ingesteld op “DISPLAY OFF”. Kies de volledige of verkorte weergave. 51 “GRAY BACK” in het SET MENU staat uit (OFF) en er wordt op dit moment geen videosignaal ontvangen. Zet “GRAY BACK” op AUTO zodat het OSD (inbeeld display) altijd wordt weergegeven. 63 Geen geluid In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. De optimalisatie-microfoon is aangesloten. Maak de optimalisatie-microfoon los. 24 De ingangsfunctie staat op DTS of ANALOG. Selecteer AUTO. 36 Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT, MULTI CH INPUT (of MULTI CH IN op de afstandsbediening) of de ingangskeuzetoetsen. 30 De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 12 De te gebruiken voor-luidsprekers zijn niet op de juiste manier geselecteerd. Selecteer de voor-luidsprekers met SPEAKERS A en/ of B. 30 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE of op een andere bedieningstoets voor dit toestel om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 31 De ingangsfunctie staat op ANALOG maar er wordt een DTS gecodeerd bronsignaal weergegeven. Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar AUTO of DTS. 36 Er worden van een signaalbron signalen ontvangen die niet door dit toestel weergegeven kunnen worden, bijvoorbeeld een CD-ROM. Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel kunnen worden gereproduceerd. — Er wordt gebruik gemaakt van verschillende types video-aansluitingen voor de in- en uitgang van het beeldsignaal. Schakel de videoconversie-functie in. 63 AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands Geen beeld 15-20 81 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Het geluid valt plotseling uit. Alleen de luidspreker aan de ene kant doet het. Oorzaak Oplossing Raadpleeg bladzijde Controleer of de impedantie correct is ingesteld. 66 Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE om de geluidsweergave te herstellen. 31 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 12 Onjuiste balans ingesteld via het SET MENU. Wijzig de SPEAKER LEVEL instellingen. 58 De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surroundluidsprekers worden geproduceerd. Geen geluid uit de effect-luidsprekers. De geluidsveldprogramma’s zijn uitgeschakeld. Kies STRAIGHT (EFFECT) om de effecten in te schakelen. 36 U gebruikt een signaalbron of een programmacombinatie waarbij niet via alle kanalen geluid wordt geproduceerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 48 Het uitgangsniveau van de middenluidspreker staat op een te lage waarde. Stel het niveau van de midden-luidspreker hoger in. 58 “CENTER SP” in het SET MENU staat op NONE. Selecteer de juiste instelling voor uw middenluidspreker. 56 Eén van de HiFi DSP programma’s (uitgezonderd 7ch Stereo) is geselecteerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 48 Het uitgangsniveau van de surroundluidsprekers staat op een te lage waarde. Stel het niveau van de surround-luidsprekers hoger in. 58 “SUR. L/R SP” in het SET MENU staat op NONE. Selecteer de juiste instelling voor de linker en rechter surround-luidsprekers. 56 Er wordt een mono bronsignaal afgespeeld met STRAIGHT. Druk op STRAIGHT (EFFECT) om de geluidsveldeffecten in te schakelen. — Surround achter-luidsprekers zijn niet geselecteerd. Selecteer de surround achter-luidsprekers bij SUR. B L/R SP. “SUR. L/R SP” in het SET MENU staat op NONE. Als NONE is ingesteld voor de linker en rechter surround-luidsprekers, zal de surround achterluidspreker automatisch ook op NONE worden ingesteld. Selecteer de juiste instelling voor uw surround-luidsprekers. 56 “SUR. B L/R SP” in het SET MENU staat op NONE. Selecteer LRGx1 of SMLx1. 57 “LFE/BASS OUT” staat op FRNT in het SET MENU terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven. Selecteer SWFR of BOTH. 57 “LFE/BASS OUT” in het SET MENU staat op SWFR of FRNT terwijl er een 2kanaals bronsignaal wordt weergegeven. Selecteer BOTH. 57 Geen geluid uit de midden-luidspreker. Geen geluid uit de surroundluidsprekers. Geen geluid uit de surround achterluidsprekers. Geen geluid uit de subwoofer. Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen. 82 57 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg bladzijde Probleem Oorzaak Oplossing Er kunnen geen Dolby Digital of DTS bronnen worden weergegeven. (De Dolby Digital of DTS indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.) De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. — De ingangsfunctie staat op ANALOG. Wijzig de instelling voor de ingangsfunctie naar AUTO of DTS. 36 U hoort een zeker “gebrom”. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Steek de stekkers goed in de aansluitingen. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. De op de OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. — Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Er kan niet worden opgenomen door digitale opnameapparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OUTPUT aansluiting van dit toestel. De signaalbron waarvan u wilt opnemen is niet aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel. Er kan niet worden opgenomen door analoge opnameapparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT aansluitingen. Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT aansluitingen. 15-19 De signaalbron waarvan u wilt opnemen is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. 15-19 Sommige instellingen en geluidsveld parameters van dit toestel kunnen niet meer worden gewijzigd. “MEMORY GUARD” in het SET MENU staat op ON. Selecteer OFF. 63 Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. — “CHECK SP WIRES” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 12 Sommige componenten kunnen geen Dolby Digital of DTS bronmateriaal opnemen. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 83 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Oorzaak U ondervindt storing van digitale of hoogfrequente apparatuur, of van dit toestel. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Er is ruis wanneer het OSD wordt weergegeven. Het toestel gaat plotseling uit (standby). Oplossing Raadpleeg bladzijde Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. — Het OSD kan worden gestoord wanneer het OSD via component videoverbindingen wordt weergegeven. Selecteer OFF bij CMPNT OSD. 63 De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. — ■ Tuner FM AM 84 Raadpleeg bladzijde Probleem Oorzaak Oplossing Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 21 Stem met de hand af. 39 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. — Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. 21 Stem met de hand af. 39 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Programmeer de zenders opnieuw. 39 Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 39 U hoort doorlopend gekraak en gesis. Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. — U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oorzaak Oplossing Raadpleeg bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 7 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. — De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. 3 De afstandsbedieningscode is niet goed ingesteld. Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 68 Probeer een andere code voor dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 68 Schakel over naar een andere archiefcode. 70 De ID van de afstandsbediening en de ID van dit toestel komen niet met elkaar overeen. Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 85 TERUGZETTEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN TERUGZETTEN OP DE FABRIEKSINSTELLINGEN Als u om de één of andere reden alle instellingen van uw toestel wilt terugzetten op de fabrieksinstellingen, dient u als volgt te werk te gaan. Via deze procedure worden ALLE instellingen teruggezet, inclusief die van het SET MENU, niveaus, toewijzingen en voorgeprogrammeerde zenders. 4 Druk op STANDBY/ON om uw keuze te bevestigen. STANDBY /ON U moet het toestel eerst uit (standby) zetten. VOLUME OPTIMIZER MIC PRESET/TUNING EDIT FM/AM SEARCH MODE XIM A/B/C/D/E l PRESET/TUNING h NEXT SPEAKERS A B STRAIGHT MEMORY TUNING MODE MAN'L/AUTO FM AUTO/MAN'L MONO LEVEL CATEGORY DISPLAY PROGRAM PHONES INPUT TONE CONTROL INPUT MODE MULTI CH INPUT PURE DIRECT VIDEO AUX STANDBY /ON S VIDEO VIDEO L AUDIO R OPTICAL EFFECT SILENT CINEMA 1,4 1 1,3 2 Houd, terwijl het toestel uit (standby) staat, STRAIGHT (EFFECT) op het voorpaneel ingedrukt en druk op STANDBY/ON. Het uitgebreid setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. STRAIGHT Houd ingedrukt en druk op STANDBY /ON EFFECT y Om de initialisatie af te breken zonder wijzigingen aan te brengen, dient u op STANDBY/ON te drukken. 2 Verdraai PROGRAM om door het menu te bladeren en selecteer “PRESET”. PROGRAM 3 Druk op STRAIGHT (EFFECT) om de gewenste instelling te selecteren. STRAIGHT EFFECT RESET CANCEL 86 Terugzetten van het toestel op de fabrieksinstellingen. Om het terugzetten te annuleren zonder wijzigingen aan te brengen. Als u “RESET” heeft geselecteerd, zal het toestel worden teruggezet op de fabrieksinstellingen en vervolgens uit (standby) gaan. Als u “CANCEL” heeft geselecteerd, zal het toestel uit (standby) gaan zonder dat de instellingen worden teruggezet. WOORDENLIJST WOORDENLIJST Audioformaten ■ Dolby Digital Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid wat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de preciese plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien. ■ Dolby Digital EX Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een betere en meer dynamische weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “fly-around” effecten. ■ Dolby Pro Logic II ■ Dolby Pro Logic IIx ■ DTS 96/24 DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVDVideo en is volledig compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video. ■ DTS (Digital Theater Systems) Digital Surround DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert vrijwel vervormingsvrije 6-kanaals weergave (technisch gesproken, linker, rechter en midden voorkanalen, 2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor de subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren. ■ Neo:6 Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen; “Music” voor weergave van muziek en “Cinema” voor films. 87 Nederlands Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er is een Music stand voor muziek, een Movie stand voor films en een Game stand voor spelletjes. Dolby Surround maakt gebruik van een een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal geeft alleen geluiden binnen een beperkt frequentiebereik weer. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. AANVULLENDE INFORMATIE Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts (in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave). Naast de Movie stand is er ook een Music stand en een Game stand voor 2- kanaals bronmateriaal. ■ Dolby Surround WOORDENLIJST Geluidsveldprogramma’s Audio informatie ■ CINEMA DSP ■ ITU-R Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door YAMAHA ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden. ITU-R is de radio-communicatie afdeling van de ITU (International Telecommunication Union). De ITU-R beveelt een standaard luidspreker-opstelling aan die vaak wordt gebruikt in professionele luisterruimtes, in het bijzonder bij het masteren van opnamen. ■ SILENT CINEMA YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. ■ Virtual CINEMA DSP YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. 88 ■ LFE 0.1 kanaal Dit kanaal is speciaal bedoeld voor de weergave van zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-kanaals systeem. ■ PCM (Lineair PCM) Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. ■ Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. WOORDENLIJST Videosignaal informatie ■ Component videosignaal In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. ■ Composiet videosignaal Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. ■ S-videosignaal In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 89 TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AUDIO GEDEELTE VIDEO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround, surround-achter 20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω ................................... 95 W • Videosignaaltype .......................................................... PAL/NTSC • Maximum vermogen (EIAJ) [modellen voor China, Korea en algemene modellen] 1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 135 W • Dynamisch vermogen (IHF) 8/6/4/2 Ω ...................................................... 130/165/195/240 W • DIN standaard uitgangsvermogen [modellen voor het V.K., Europa en Azië] 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ....................................................... 145 W • IEC uitgangsvermogen [modellen voor het V.K., Europa en Azië] 1 kHz, 0,06% THV, 8 Ω ..................................................... 105 W • Signaal-ruis verhouding ........................................... 50 dB of meer • Frequentierespons (MONITOR OUT) Composiet, S-video ............................. 5 Hz t/m 10 MHz, –3 dB Component .......................................... 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB FM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] ............. 87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en algemene modellen] ............................................ 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] .................................. 87,50 t/m 108,00 MHz • Bruikbare gevoeligheid (IHF) ............................. 1,0 µV (11,2 dBf) • Dempingsfactor (IHF) 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 120 of meer • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo ............................................................ 76 dB/70 dB • Frequentierespons CD aansluiting naar L/R voor ............ 10 Hz t/m 100 kHz, –3 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo .............................................................. 0,2%/0,3% • Totale harmonische vervorming CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ω) ..........................................................................0,06% of minder • Stereoscheiding (1 kHz) ........................................................ 42 dB • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) CD (250 mV) naar L/R voor, Effect uit ................100 dB of meer AM GEDEELTE • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor .......................................................... 150 µV of minder • Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) CD (5,1 kΩ afgesloten) naar L/R voor ....... 60 dB/45 dB of meer • Toonregeling (L/R voor) BASS versterking/drempel ...................................... ±6 dB/50 Hz BASS turnover frequentie ................................................ 350 Hz TREBLE versterking/drempel .............................. ±6 dB/20 kHz TREBLE turnover frequentie .......................................... 3,5 kHz • Hoofdtelefoon uitgangsvermogen ........................... 150 mV/100 Ω • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie CD, enz. ................................................................ 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT .............................................. 200 mV/47 kΩ • Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie REC OUT............................................................. 200 mV/1,2 kΩ PRE OUT .................................................................... 2 V/1,2 kΩ SUBWOOFER ........................................................... 4 V/1,7 kΩ ZONE 2 OUTPUT [Modellen voor de V.S., Canada en Australië] ............................................................................200 mV/1,2 kΩ • Frequentierespons .......................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] ................ 530 t/m 1710 kHz [Modellen voor Azië en algemene modellen] ...................................................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz [Overige modellen] ......................................... 531 t/m 1611 kHz • Bruikbare gevoeligheid ................................................... 300 µV/m ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] ........................................................ 120 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] ................ 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor China] ..................... 220 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Korea] ..................... 220 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor het V.K. en Europa] ........................................................ 230 V, 50 Hz wisselstroom [Algemene modellen] ...................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië] ..... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ..................... 400 W/500 VA [Overige modellen] ........................................................... 440 W • Stroomverbruik Uit (standby) ............................... 0,1 W of minder • Netstroomaansluitingen [Modellen voor het V.K. en Australië] ....................................................... 1 (Totaal 100 W maximum) [Modellen voor de V.S., Canada en China] ....................................................... 2 (Totaal 100 W maximum) [Modellen voor Europa, Azië en algemene modellen] ......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum) • Afmetingen (b x h x d) .................................. 435 x 171 x 420 mm • Gewicht ............................................................................... 12,5 kg 90
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552
  • Page 553 553

Yamaha RX-V657 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding