Documenttranscriptie
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer deze geluidsinstallatie op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel blootstaat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen, dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voordat u dit toestel verplaatst, dient u te drukken op
AMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel in de standbystand te zetten en dient u de stekker uit het stopcontact te
halen.
19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en
algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De
voltages zijn:
.............110/120/220/230-240 V, 50/60 Hz wisselstroom (algemeen model)
............................220/230-240 V, 50/60 Hz wisselstroom (Aziatisch model)
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
22 Vergewis u bij het vervangen van de batterijen ervan dat u
batterijen van hetzelfde type gebruikt. Er kan gevaar op
explosie bestaan als de batterijen onjuist vervangen worden.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT
TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN
AAN REGEN OF VOCHT.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met AMAIN ZONE ON/
OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts
een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Let op-i Nl
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte
batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekenen dat gebruikte
elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen
huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en
gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw
nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen correct te verwijderen, helpt u natuurlijke rijkdommen te
beschermen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving,
die zich zouden kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeentebestuur, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u
de artikelen heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier
van verwijderen.
Opmerking bij het batterijteken (onderste twee voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een scheikundig symbool. In dat geval voldoet het
aan de eis en de richtlijn, die is opgesteld voor het betreffende chemisch product.
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha-product hebt gekozen. In het onwaarschijnlijke geval dat uw Yamaha-product tijdens de garantie dient te worden
gerepareerd, dient u contact op te nemen met de dealer bij wie u het hebt gekocht. Indien u moeilijkheden ervaart, gelieve dan contact op te nemen met de
vertegenwoordiging van Yamaha in uw land. U vindt de gegevens op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor
inwoners van het V.K.).
Er wordt gegarandeerd dat het product vrij is van gebreken in fabricage en materialen voor een periode van twee jaar te rekenen vanaf de originele aankoop.
Yamaha zorgt ervoor, met inachtneming van onderstaande voorwaarden, dat een product dat gebreken vertoont, wordt gerepareerd of dat om het even welke
onderdelen worden gerepareerd of vervangen (naar goeddunken van Yamaha) zonder kosten voor de onderdelen of werkuren. Yamaha behoudt zich het
recht voor om een product te vervangen door een gelijkaardig met dezelfde eigenschappen en waarde, indien een model niet meer leverbaar is of het
onrendabel is dit te repareren.
Voorwaarden
1. De originele factuur of de kassabon (met vermelding van de aankoopdatum, de productcode en de naam van de dealer) MOET worden gevoegd bij het
product dat gebreken vertoont, samen met een verklaring waaruit het gebrek blijkt. In geval van afwezigheid van dit duidelijk aankoopbewijs, behoudt
Yamaha zich het recht voor om gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant worden teruggezonden.
2. Het product MOET zijn gekocht bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EEA) of Zwitserland.
3. Het product mag geen wijzigingen of veranderingen hebben ondergaan, tenzij deze schriftelijk door Yamaha werden toegestaan.
4. Het volgende is van garantie uitgesloten:
a. Regelmatig onderhoud of reparaties of vervanging van onderdelen vanwege normale slijtage.
b. Schade die voortkomt uit:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of een ongemachtigde derde.
(2) Een onjuiste verpakking of oneigenlijk gebruik wanneer het product door de klant wordt verstuurd. Het is belangrijk te weten dat het de
verantwoordelijkheid is van diegene die het product terugstuurt dat het product adequaat is ingepakt wanneer hij of zij het product terugstuurt met
het oog op reparatie.
(3) Oneigenlijk gebruik, met inbegrip van maar niet beperkt tot (a) verzuim om het product voor normale doeleinden te gebruiken of te gebruiken
overeenkomstig de instructies van Yamaha met betrekking tot eigenlijk gebruik, onderhoud en opslag, en (b) installatie of gebruik van het product
op een manier die niet overeenkomt met de van toepassing zijnde technische of veiligheidsnormen in de landen van gebruik.
(4) Ongevallen, blikseminslag, waterschade, brandschade, een onjuiste ventilatie, lekkende batterijen of een oorzaak die buiten de controle van
Yamaha ligt.
(5) Gebreken aan het systeem waarin het product wordt ingebouwd en/of onverenigbaarheid met derde producten.
(6) Gebruik van een product dat in de Europese Economische Ruimte en/of Zwitserland werd ingevoerd, maar niet door Yamaha, en dat niet voldoet
aan de technische of veiligheidsnormen van het land van gebruik en/of de standaardspecificaties van producten die door Yamaha in de Europese
Economische Ruimte en/of Zwitserland worden verkocht.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel)-gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV-garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website: http://www.yamahahifi.com/, of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Indien de garantie verschilt tussen het land van aankoop en het land van gebruik, zal de garantie van het land van gebruik van toepassing zijn.
6. Yamaha kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of beschadiging, hetzij rechtstreekse schade of gevolgschade of anders, behalve voor de
reparatie of vervanging van het product.
7. Maak kopieën van standaardinstellingen of -gegevens omdat Yamaha niet aansprakelijk kan worden gesteld voor om het even welke wijzigingen aan of
verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
8. Deze garantie heeft noch invloed op de statutaire rechten van klanten die van toepassing zijn binnen het kader van de nationale wetgevingen, noch op de
rechten van klanten ten opzichte van de dealer die voortkomen uit hun overeenkomst tot verkoop/aankoop.
Let op-ii Nl
Inhoud
INLEIDING
Voorpaneel................................................................. 4
Achterpaneel .............................................................. 5
Display voorpaneel .................................................... 6
Afstandsbediening ..................................................... 7
Snelstartgids ............................................................ 8
L
Afstandsbediening voorbereiden ........................... 9
Inzetten van batterijen in de afstandsbediening ......... 9
Gebruiken van de afstandsbediening ......................... 9
Verbindingen .........................................................10
BASISBEDIENING
Weergave ...............................................................24
Basisprocedure......................................................... 24
Gebruikmaken van de SCENE functie .................... 24
Tijdelijk dempen van audioweergave (MUTE) ....... 25
Het afstemmen van hoge lage tonenweergave
(toonregeling) ...................................................... 25
Genieten van puur hi-fi geluid
(Pure Direct-modus) ............................................ 25
Gebruiken van een hoofdtelefoon............................ 26
Weergeven van ingangsignaalinformatie ................ 26
Informatie wijzigen op de display van het
voorpaneel ........................................................... 26
Genieten van de geluidveldprogramma’s ...........27
Het paren van de Bluetooth™ draadloze audioontvanger en uw Bluetooth™ component ........... 37
Weergave van de Bluetooth™ component .............. 37
Overige functies .................................................... 38
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 38
Gebruikmaken van de HDMI™ regelfunctie .......... 38
GEAVANCEERDE BEDIENING
Het optionele menu instellen voor elke
signaalbron (OPTION menu).......................... 39
OPTION menu-items............................................... 39
Het weergeven van een videosignaal vanaf een andere
signaalbron tijdens het reproduceren van een multikanaals audiosignaal ................................................. 41
Bewerken van surround decoders/
geluidsveldprogramma’s.................................. 42
Instellen van geluidsveldparameters........................ 42
Geluidsveldparameters............................................. 42
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit
toestel (SETUP-menu)...................................... 46
Basisbediening van het SETUP menu ..................... 47
Speaker Setup .......................................................... 47
Sound Setup ............................................................. 49
Function Setup ......................................................... 50
DSP Parameter......................................................... 52
Memory Guard......................................................... 52
Gebruik van de multi-zone configuratie............. 53
Aansluiten van Zone2 .............................................. 53
Zone2 regelen .......................................................... 54
Het besturen van andere componenten met de
afstandsbediening ............................................. 55
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 55
Programmeren vanaf andere afstandsbedieningen ......56
De afstandsbedieningscodes resetten....................... 57
Geavanceerde setup.............................................. 58
AANHANGSEL
Oplossen van problemen...................................... 60
Algemeen ................................................................. 60
HDMI™................................................................... 63
Tuner (FM/AM)....................................................... 64
Afstandsbediening ................................................... 64
iPod™ ...................................................................... 65
Bluetooth™.............................................................. 66
Auto Setup (YPAO)................................................. 66
Woordenlijst.......................................................... 69
Geluidsveldprogramma informatie .................... 71
Informatie over HDMI™..................................... 72
Technische gegevens............................................. 73
Index ...................................................................... 74
(aan het eind van deze handleiding)
Lijst met afstandsbedieningscodes........................i
1 NI
Nederlands
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 27
Genieten van onverwerkte signaalbronnen
(rechtstreekse decodeer stand)............................. 30
Gebruik van geluidsveldprogramma’s zonder
surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP) ...................................... 30
Genieten van geluidsveldprogramma’s met
hoofdtelefoons (SILENT CINEMA™) ............... 30
Genieten van meer ruimtelijke geluidsvelden
(CINEMA DSP 3D-modus)................................. 30
Bedienen van iPod™ ............................................... 35
Gebruikmaken van Bluetooth™ componenten......37
AANHANGSEL
Gebruikmaken van Auto Setup................................ 21
Wanneer een foutmelding wordt weergegeven
tijdens meting ...................................................... 23
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven na meting ....................................... 23
Gebruikmaken van iPod™ .................................. 35
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen
voor uw kamer (YPAO) ...................................21
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 33
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY Seek-modus).................... 33
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken (EON) ........... 34
BASISBEDIENING
Luidsprekers opstellen ............................................. 10
Aansluiten van luidsprekers..................................... 11
Informatie over aansluitingen en stekkers ............... 14
Aansluiten van een videomonitor ............................ 15
Aansluiten van andere componenten ....................... 16
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe
decoder................................................................. 18
Aansluiten van een externe versterker ..................... 18
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen ........................................................ 19
Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock of
een Bluetooth™ draadloze audio-ontvanger........... 19
Een camcorder of draagbare audiospeler
aansluiten ............................................................. 19
Aansluiten van de FM en AM antennes................... 20
Aansluiten van het netsnoer ..................................... 20
Aan en uit zetten van dit toestel............................... 20
Radio Data Systeem afstembewerking ............... 33
VOORBEREIDINGEN
VOORBEREIDINGEN
Afstemmen op een gewenste FM/AM zender
(Frequentie afstemming modus).......................... 31
Registreert FM/AM zenders en stemt af in
(Voorkeuze afstemmings modus)........................ 31
INLEIDING
Kenmerken .............................................................. 2
Over deze handleiding ............................................ 3
Meegeleverde accessoires ....................................... 3
Onderdeelnamen en functies.................................. 4
FM/AM afstemmen .............................................. 31
INLEIDING
Kenmerken
■ Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
• Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz tot 20 kHz,
0,08% THD, 8 Ω)
• FRONT L/R: 95 W + 95 W
• CENTER: 95 W
• SURROUND L/R: 95 W + 95 W
• SURROUND BACK L/R: 95 W + 95 W
• DTS, DTS 96/24, DTS-ES Matrix 6.1,
DTS-ES Discrete 6.1
• Dolby Pro Logic, Dolby Pro Logic II,
Dolby Pro Logic IIx
• DTS NEO:6
• DSD
■ Luidspreker/preout uitgangen
• Luidsprekeraansluitingen (7-kanaal + aanwezigheid
2-kanaal), preout uitgangaansluitingen (7-kanaal, en
subwoofer preout-aansluiting x 2)
■ Verfijnde FM/AM ontvanger
• 40 willekeurige en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
• Automatisch voorprogrammeren
• Radio Data Systeem afstembewerking
■
■
In-/Uitgangsaansluitingen
Ingangaansluitingen
• HDMI ingang x 4
• Audio/Video-ingang
[Audio] Digitale ingang (coaxiaal) x 2, digitale
ingang (optisch) x 2, analoge ingang x 2
[Video] Component video x 2, S video x 1,
composiet video x 4
• Audio ingang (analoog) x 2
• Phono ingang x 1
• Multi-kanaal audioingang x 1
• Dock ingang x 1
• V-AUX ingang
[Audio] Analoog x 1, stereo mini-aansluiting x 1
[Video] Composiet video x 1
Uitgangaansluitingen
• Beeldschermuitgang
[Audio/Video] HDMI x 1
[Video] Component video x 1, Composiet video x 1
• Audio/Video-uitgang
[Audio] Analoog x 1
[Video] Composiet video x 1
• Audio uitgang
Analoog x 1
• Zone2 uitgang
Analoog x 1
Andere aansluitingen
Externe ingang x 1, Externe uitgang x 1
Trigger-uitgang x 1
■
•
•
•
•
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de
creatie van geluidsvelden
CINEMA DSP 3D
De Compressed Music Enhancer stand
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA™
■ Digitale audiodecoders
• Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus
• DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution
Audio, DTS Express
• Dolby Digital, Dolby Digital EX
2 Nl
•
•
•
•
HDMI™
(High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of highdefinition video en multikanaals digitale audio
– Automatische audio- en videosynchronisatie (lip
sync) informatiemogelijkheid
– Overdrachtsvermogen van Deep Color videosignalen
(30/36 bits)
– Overdrachtsvermogen van “x.v.Color” videosignalen
– Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de
verwerking van videosignalen met hoge resolutie
– Geschikt voor de verwerking van digitale
audiosignalen met een hoge definitie
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar
HDMI digitale video (composiet video → HDMI,
component video → HDMI) voor de monitoruitgang
Analoge video opwaardering voor HDMI digitale
videosignalen 576i of 576p → 720p, 1080i of 1080p
HDMI-regelmogelijkheid
■ DOCK-aansluiting
• DOCK-aansluiting om een Yamaha iPod universeel
dock (zoals YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een
Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10,
afzonderlijk verkocht) aan te sluiten
■ Automatische luidsprekerinstellingsfuncties
• “YPAO” (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer)
voor automatische optimalisatie van luidsprekersignalen
die geschikt zijn voor luisteromgevingen
■ Overige kenmerken
• 192-kHz/24-bits D/A converter
• OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel
optimaal kunt aanpassen aan uw persoonlijk audio-/
videosysteem
• Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave van alle
bronnen
• Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
• SCENE functie waarmee u de signaalbronnen en de
geluidsveldprogramma’s kan veranderen met één toets
• Slaaptimer
• Multi-zone functie
Over deze handleiding
INLEIDING
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op
de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld
worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen,
enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit.
• “AMAIN ZONE ON/OFF” of “eHDMI 1” (voorbeeld) geeft de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de afstandsbediening.
Raadpleeg het “Regeldiagram” of de “Onderdeelnamen en functies” op pagina 4 voor informatie over de locatie van de verschillende onderdelen.
• y geeft een bedieningstip aan.
• ☞ geeft de bladzijde aan waar de betreffende informatie staat beschreven.
Bluetooth™
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
Dolby, Pro Logic en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van
Dolby Laboratories.
“HDMI”, het “HDMI”-logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van
HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
“x.v.Color” is een handelsmerk van Sony Corporation.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha Corporation.
iPod™
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en
andere landen.
BASISBEDIENIN
G
Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers:
5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535 &
andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven & aangevraagd.
DTS is een geregistreerd handelsmerk en de DTS logo’s, Symbool,
DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn handelsmerken van DTS, Inc.
© 1996-2007 DTS, Inc. Alle rechten voorbehouden.
VOORBEREIDIN
GEN
Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG en
wordt door Yamaha gebruikt volgens een licentieovereenkomst.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Meegeleverde accessoires
AANVULLENDE
INFORMATIE
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
• Afstandsbediening (zie bladzijde 9)
• Batterijen (AAA, R03, UM-4) x 2 (zie bladzijde 9)
• Optimalisatie-microfoon (zie bladzijde 21)
• AM ringantenne (zie bladzijde 20)
• FM binnenantenne (zie bladzijde 20)
• Regeldiagram
AANHANGSEL
Nederlands
3 Nl
Onderdeelnamen en functies
Voorpaneel
A
C
B
D
E
F
G
H
I
J
L
K
HDMI THROUGH
VOLUME
ZONE2
ON/OFF
ZONE2
CONTROL
INFO
l
MEMORY
PRESET
h
FM
AM
l
TUNING
h
SCENE
BD/DVD
TV
RADIO
CD
PROGRAM
MAIN ZONE
TONE CONTROL
PHONES
INPUT
PURE DIRECT
STRAIGHT
VIDEO AUX
OPTIMIZER MIC
ON/OFF
SILENT CINEMA
EFFECT
M
A
N
O
VIDEO
P
MAIN ZONE ON/OFF
Q
N
Aan en uit zetten van dit toestel (zie bladzijde 20).
B
PHONES-aansluiting
C
ZONE2 ON/OFF
Voor het aansluiten van een hoofdtelefoon (zie bladzijde 26).
Schakelt Zone2 tussen aan en uit (zie bladzijde 54).
D
E
F
G
PROGRAM-schakelaar
P
STRAIGHT
Q
PURE DIRECT
Wijzigt de modus naar Pure Direct modus (zie bladzijde 25).
Deze toets licht op als Pure Direct modus aan staat.
R
INPUT-schakelaar
S
OPTIMIZER MIC-aansluiting
Selecteert een signaalbron (zie bladzijde 24).
Voor het aansluiten van de meegeleverde
optimalisatiemicrofoon en voor het instellen van
signaalkenmerken van luidsprekers (zie bladzijde 21).
INFO
Wijzigt de informatie op de display van het voorpaneel, zoals de
signaalbron en de naam van het geluidsveldprogramma
(zie bladzijde 26).
T
MEMORY
U
I
FM/AM
J
TUNING l / h
K
Display voorpaneel
L
VOLUME-besturing
M
SCENE
Wijzigt de zenderband van FM en AM.
Wijzigt FM/AM requenties.
Geeft informatie weer op dit toestel (zie bladzijde 6).
Bestuurt het volume van dit toestel (zie bladzijde 24).
Schakelt tussen aangesloten sets signaalbronnen en
geluidveldprogramma’s (zie bladzijde 24).
V
Wisselt tussen het geselecteerde geluidsveldprogramma en een
rechte decoderstand (zie bladzijde 30).
Maakt de werking van een ontvanger ingesteld in Zone2
mogelijk, inclusief het schakelen van de signaalbron,
volumeregeling en tunerwerking, met de hoofdversterker of de
afstandsbediening als deze toets wordt ingedrukt.
PRESET l / h
U
Wijzigt geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27).
ZONE2 CONTROL
Selecteert een FM/AM voorkeuzezender (zie bladzijde 32).
4 Nl
T
TONE CONTROL
O
VIDEO (VIDEO AUX)-aansluiting
Voor het aansluiten van een video uitgangkabel van een
camcorder of een game console (zie bladzijde 19).
Registreert FM/AM zenders als voorkeuzezenders
(zie bladzijde 32).
H
S
PORTABLE
Past de lage tonen/hoge tonen weergavevan de luidsprekers/
hoofdtelefoon aan (zie bladzijde 24).
HDMI THROUGH
Licht op tijdens stand-by onder de volgende omstandigheden:
• De HDMI regelfunctie is ingeschakeld (zie bladzijde 50).
• een HDMI-signaal dat naar dit toestel wordt gestuurd gaat
door dit toestel en wordt weergegeven (zie bladzijde 50).
R
AUDIO
AUDIO L/R (VIDEO AUX)-aansluiting
Voor het aansluiten van een audiouitgangkabel van een
camcorder of een game console (zie bladzijde 19).
V
PORTABLE (VIDEO AUX)-aansluiting
Voor het aansluiten van een audio uitgangkabel van een
draagbare muziekspeler (zie bladzijde 19).
Onderdeelnamen en functies
Achterpaneel
a
c
b
HDMI OUT
HDMI 1
HDMI 2
h
g
HDMI 3
INLEIDING
DOCK
e f
d
HDMI 4
(BD/DVD)
EXTRA SP ZONE2/PRESENCE
PHONO
COMPONENT
VIDEO
ANTENNA
S.VIDEO
FM
SPEAKERS
MONITOR OUT
COMPORNENT
VIDEO
UNBAL.
SINGLE
REMOTE
GND AM
PR
VOORBEREIDIN
GEN
PR
IN
GND
OUT
PB
VIDEO
PB
VIDEO
Y
Y
12V
0.1A MAX.
FRONT
CENTER
SURROUND BACK/
BI-AMP
SURROUND
TRIGGER OUT
CENTER
OPTICAL
COAXIAL
COAXIAL
AV 2
AV 3
( TV )
AV 1
OPTICAL
(CD)
AV 4
AV 5
AV 6
a
j
FRONT
AUDIO1
AUDIO2
SURROUND
SUR.BACK
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
k lm
DOCK-aansluiting
Voor het aansluiten van een Yamaha iPod universal dock (YDS11, apart verkocht) of Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(YBA-10, apart verkocht) (zie bladzijde 19).
n o
l
m
PHONO-aansluitingen
ANTENNA-aansluitingen
HDMI OUT/HDMI 1-4-aansluitingen
n
Voor het aansluiten van een externe component die de functie
van de afstandsbediening ondersteunt (zie bladzijde 19).
f
TRIGGER OUT-aansluiting
1 SUBWOOFER 2
p
MONITOR OUT-aansluitingen
MULTI CH INPUT-aansluitingen
AUDIO OUT-aansluitingen
o
ZONE2 OUT-aansluitingen
Stuurt geluid van dit toestel naar een externe versterker die in
een andere zone is ingesteld.
p
PRE OUT-aansluitingen
Voor het aansluiten van een subwoofer met een ingebouwde
versterker (zie bladzijde 11) of een externe stroomversterker
(zie bladzijde 18).
Voor het aansluitingen van een externe aansluiting met een
triggeringangaansluiting om het te laten werken als het is
verbonden met de werking van dit toestel. Als bijvoorbeeld een
elektrisch scherm dat een triggeringang ondersteunt, is
aangesloten, dan opent en sluit het als het is verbonden met de
werking van een signaalbron die in dit toestel is geselecteerd.
g
AANHANGSEL
SPEAKERS-aansluitingen
Voor het aansluiten voor, rechts, links, midden, surround en
surround achter luidsprekers (zie bladzijde 11). Sluit de
aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 12) of de luidsprekers
voor Zone2 (zie bladzijde 53) aan op de EXTRA SP-aansluitingen.
h
Netsnoer
i
AV 1-6-aansluitingen
AANVULLENDE
INFORMATIE
REMOTE IN/OUT-aansluitingen
SUR. BACK
PRE OUT
Stuurt audiosignalen van een geselecteerde analoge signaalbron
naar een externe component (zie bladzijde 17).
Voor het aansluiten van een HDMI geschikte videomonitor of
externe componenten voor HDMI signalen 1-4 (zie bladzijde 16).
e
SURROUND
Voor het aansluiten van een speler die multikanaalsweergave
ondersteunt (zie bladzijde 18).
Voor het aansluiten van meegeleverde FM/AM antennes
(zie bladzijde 20).
d
FRONT
Voor het sturen van video-signalen van dit apparaat naar een
videomonitor, zoals een TV (zie bladzijde 15).
Voor het aansluiten van een draaitafel (zie bladzijde 17).
c
ZONE2
OUT
GEAVANCEERD
E BEDIENING
b
AUDIO
OUT
CENTER
BASISBEDIENIN
G
i
AV
OUT
SINGLE
Sluit deze kabel aan op een stopcontact (zie bladzijde 20).
Voor het aansluiten van externe componenten voor audio/videosignalen 1-6 (zie bladzijde 16).
AV OUT-aansluitingen
Nederlands
j
Stuurt audio/video-signalen van een geselecteerde analoge
signaalbron naar een externe component (zie bladzijde 17).
k
AUDIO 1/2-aansluitingen
Voor het aansluiten van externe componenten voor
audiosignalen 1-2 (zie bladzijde 17).
5 Nl
Onderdeelnamen en functies
Display voorpaneel
a
b
c
d
STEREO
3 TUNED
e
f
SLEEP
ZONE
2
g
h
VOL.
MUTE
SW
PL
PR
C
L
R
SL
SR
SBL SB SBR
i
a
j
HDMI-indicator
Licht op tijdens normale communicatie als HDMI is
geselecteerd als een signaalbron.
b
CINEMA DSP-indicator
Licht op als een geluidsveldprogramma dat CINEMA DSP
gebruikt, is geselecteerd.
c
CINEMA DSP 3D-indicator
d
Tuner-indicator
Licht op wanneer CINEMA DSP 3D in werking is.
Licht op tijdens het ontvangen van uitgezonden radiosignalen
van een FM/AM zender (zie bladzijde 31).
e
ZONE2-indicator
f
SLEEP-indicator
Licht op als Zone2 aan staat (zie bladzijde 53).
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 38).
g
MUTE-indicator
h
VOLUME-indicator
i
Cursor-indicators
Knippert als de audio is gedempt.
Geeft volumeniveaus weer.
Licht op als de bijbehorende cursors op de afstandsbediening
beschikbaar zijn voor handelingen.
j
Multi-informatie display
k
Luidsprekerindicators
Geeft menu-items en instellingen weer voor de huidige operatie.
Geeft luidsprekersaansluitingen weer van waar de signalen
momenteel worden uitgezonden.
Subwoofer
Presence-luidspreker L
Voorluidspreker L
Surround L
Surround achter L
SW
PL
PR
C
L
R
SL
SR
SBL SB SBR
Midden
Presence-luidspreker R
Voorluidspreker R
Surround R
Surround achter R
Surround achter
6 Nl
i
k
Onderdeelnamen en functies
Afstandsbediening
PHONO
a
c
d
MAIN
ZONE2
[A]
CODE SET
TRANSMIT
o
POWER
SOURCE
POWER
SLEEP
q
HDMI
1
2
3
4
3
4
p
DOCK
AV
1
2
e
5
6
1
2
V-AUX
PHONO
[ A ]
DOCK
TUNER
f
MULTI
FM
AM
g
INFO
MEMORY
MOVIE
MUSIC
PRESET
TUNING
ENHANCER SUR. DECODE
h
STEREO
g
STRAIGHT PURE DIRECT
i
TV
CD
SETUP
RADIO
TOP
MENU
l
MENU
i
SCENE
MUTE
Selecteren van geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27).
Schakelt tussen aangesloten sets signaalbronnen en
geluidveldprogramma’s (zie bladzijde 24).
u
t
j
SETUP
k
Cursors k / n / l / h / ENTER / RETURN
Cursors k / n / l / h Selecteer menu-items die op het
Geeft het SETUP menu weer (zie bladzijde 47).
REC
2
3
5
6
7
9
0
10
ENTER
RETURN
4
8
ENT
l
INPUT
n
POWER
TV VOL
TV CH
MUTE
Externe component bedieningstoetsen
Bedient het opnemen, weergeven, etc, van externe componenten
(zie bladzijde 55).
TV
m
Numerieke toetsen
n
TV-bedieningstoetsen
Voer nummers in.
AANVULLENDE
INFORMATIE
m
1
voorpaneel van de display zijn
weergegeven of op een videomonitor,
of wijzig de instellingen.
Bevestigt een geselecteerd item.
Keert terug naar het vorige scherm
of eindigt de menuweergave.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
DISPLAY
RETURN
Geluidkeuzetoetsen
s
VOLUME
ENTER
INFO
h
r
OPTION
j
k
Stelt radiozenders vooraf in.
Selecteer een voorkeuzezender.
Wijzig afstemfrequenties.
Wijzigt de informatie op de display van het voorpaneel, zoals de
signaalbron en de naam van het geluidsveldprogramma (zie bladzijde 26).
SCENE
BD
DVD
Selecteer de FM-band of AM-band.
BASISBEDIENIN
G
f
Tunertoetsen
FM
AM
MEMORY
PRESET k / n
TUNING k / n
VOORBEREIDIN
GEN
TUNER
MULTI
AUDIO
INLEIDING
b
Selecteert een component zoals een draaitafel die
is aangesloten op de PHONO-aansluiting op het
achterpaneel als een signaalbron.
Voor de besturing van externe componenten met
gebruik van de lExterne component
bedieningstoetsen gescheiden van
handelingen van dit toestel (zie bladzijde 55).
Selecteert een Yamaha iPod universele dock/
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
aangesloten op de DOCK-aansluiting.
Selecteert de FM/AM tuner.
Selecteert een signaal dat afkomstig is van de
MULTI CH INPUT-aansluiting op het
achterpaneel als een signaalbron.
Zorgt voor de bediening van een monitor zoals een TV en een
projector.
a
Afstandsbediening signaalzender
o
MAIN/ZONE2
Schakelt de zone die wordt bestuurd door de afstandsbediening
tussen de hoofdzone en Zone2 (zie bladzijde 54).
c
TRANSMIT
Licht op als een signaal wordt verzonden vanaf de
afstandsbediening.
d
SOURCE POWER
Schakelt een externe component aan en uit.
Ingang keuzetoetsen
HDMI 1-4 Selecteert HDMI signalen 1 tot 4.
Selecteert AV-signalen 1 tot 6.
AV 1-6
AUDIO 1/2 Selecteert AUDIO signalen 1 en 2.
Selecteert de V-AUX-aansluiting op het
V-AUX
voorpaneel van dit toestel.
POWER
q
SLEEP
r
OPTION
s
VOLUME +/–
t
DISPLAY
Zet dit toestel aan en in stand-by.
Schakelt de slaaptimerhandelingen (zie bladzijde 38).
Geeft het OPTION menu weer (zie bladzijde 39).
Past het volume aan van dit toestel (zie bladzijde 24).
Wijzigt de bedieningstand van de iPod die is aangesloten op de
Yamaha iPod dock (zie bladzijde 35).
u
MUTE
Zet de dempingsfunctie van het geluidssignaal aan en uit
(zie bladzijde 25).
7 Nl
Nederlands
e
p
AANHANGSEL
Stelt de afstandsbedieningscodes in voor externe
componenthandelingen (zie bladzijde 55).
Zendt infraroodsignalen.
b
CODE SET
Snelstartgids
Als u dit product voor de eerste keer gebruikt, voert u onderstaande stappen uit. Zie de betreffende bladzijde’s voor
details over de bediening en instellingen.
Stap 1: Bereid items voor op setup
Stap 2: Instellen van uw luidsprekers
Bereid luidsprekers, DVD-speler, kabels en andere items
voor die nodig zijn voor de setup.
Bereid de volgende items bijvoorbeeld voor, voor de
instellingvan een 7.1-kanaals geluidssysteem.
Rechter voor-luidspreker
Beeldscherm
• Luidsprekers opstellen
☞b. 10
• Aansluiten van luidsprekers
☞b. 11
y
Subwoofer
Rechter surround-luidspreker
Linker voor-luidspreker
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
• Dit toestel heeft een YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic
Optimizer) die automatisch dit toestel optimaliseert op basis van de
akoestische kenmerken van de kamer (geluidskenmerken van de
luidsprekers, luidsprekerposities, kamerakoestiek, etc.).
U kunt genieten van goed gebalanceerd geluid zonder speciale kennis
door gebruik te maken van de YPAO technologie (zie bladzijde 21).
Stap 3: Sluit uw componenten aan
Sluit uw TV, DVD-speler of andere componenten aan.
Midden-luidspreker
Rechter surround
achter-luidspreker
Componenten
(zoals een DVD-speler)
Linker surround-luidspreker
Linker surround achterluidspreker
Vereisten
Luidsprekers
hoevee
lheid
Voor-luidspreker
2
Midden-luidspreker
1
Surround-luidspreker
2
Surround achterluidspreker
2
• Aansluiten van een videomonitor
☞b. 15
• Aansluiten van andere componenten
☞b. 16
• Aansluiten van een multiformaat-speler
of externe decoder
☞b. 18
• Aansluiten van een externe versterker
☞b. 18
• Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of een Bluetooth
draadloze audio-ontvanger
☞b. 19
• Aansluiten van de FM en AM antennes
☞b. 20
Stap 4: Het toestel inschakelen
Sluit de stroomkabel aan en zet het toestel aan.
• Aansluiten van het netsnoer
☞b. 20
• Aan en uit zetten van dit toestel
☞b. 20
Actieve subwoofer
1
Luidsprekerkabel
5
Subwooferkabel
1
Reproductiecomponent zoals een DVD-speler
1
Videomonitor zoals een TV
1
Videokabel of HDMI kabel
2
• Basisprocedure
☞b. 24
Audiokabel
2
• Selecteren van geluidsveldprogramma’s
☞b. 27
y
• Bereid twee luidsprekers voor (voorkant). Er kunnen andere dan
voorluidsprekers worden gebruikt in de volgende voorkeursvolgorde:
1 Twee surround-luidsprekers
2 Eén midden-luidspreker
3 Eén of twee surround achter-luidsprekers
• Indien uw videomonitor een CRT is, raden wij u aan om magnetisch
afgeschermde luidsprekers te gebruiken.
• Er is geen audiokabel nodig als u een HDMI-kabel gebruikt.
8 Nl
Stap 5: Selecteer de signaalbron en start
de weergave
Selecteer het component dat is aangesloten in stap 3 als
een signaalbron en start de weergave.
y
• Dit toestel ondersteunt de SCENE functie die de signaalbron en het
geluidsveldprogramma op een bepaald moment wijzigt. Er zijn vier
SCENE vooraf ingesteld voor verschillende doeleinden voor Blu-ray
disc, DVD en CD. U kunt hieruit een SCENE selecteren door te drukken
op een toets van de afstandsbediening. Zie bladzijde 24 voor meer
informatie.
VOORBEREIDINGEN
Afstandsbediening voorbereiden
1
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit. U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
3
Sensorvenster voor de afstandsbediening
VOORBEREIDINGEN
2
binnen 6 m
2
Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen de goede
kant op (+ en –), zoals aangegeven in het
batterijvak.
Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Opmerkingen
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende
plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
y
• U kunt externe componenten bedienen met deze afstandsbediening door
de code van de afstandsbediening in te stellen. Zie bladzijde 55 voor
meer informatie.
AANVULLENDE
INFORMATIE
AANHANGSEL
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de zendindicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Dit kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkorten of ervoor
zorgen dat oude batterijen lekken.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali
en gewone batterijen bijvoorbeeld). De specificaties van batterijen
kunnen anders zijn, ook al lijken ze hetzelfde.
• Indien u lekkende batterijen aantreft dient u deze direct weg te
gooien zonder het lekkende materiaal aan te raken. Als uw huid,
ogen of mond in contact komen met het lekkende materiaal, dient u
het onmiddellijk te spoelen en een dokter te consulteren. Reinig het
batterijvak grondig voordat u nieuwe batterijen plaatst.
• Gooi oude batterijen op de juiste wijze weg volgens de lokale
regelgeving.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen
zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist
worden. In zo’n geval plaatst u de nieuwe batterijen stelt u de code
van de afstandsbediening in.
30
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Verwijder de klep van het batterijvak.
30
BASISBEDIENIN
G
1
3
INLEIDING
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
Nederlands
9 Nl
Verbindingen
Luidsprekers opstellen
Dit toestel ondersteunt tot 7.1-kanaals surroundweergave. We raden de volgende luidsprekeropstelling aan om het beste
te halen uit het surroundeffect.
7.1-kanaals luidsprekeropstelling
Luidsprekerkanalen
C
FR
FL
SW
SW
30˚
SL
SR
60˚
80˚
SL
SR
SBL
SBR
30 cm of meer
6.1-kanaals luidsprekeropstelling
C
FR
FL
SW
SW
30˚
SL
SR
60˚
SL
80˚
SR
SB
5.1-kanaals luidsprekeropstelling
C
FR
FL
SW
SW
30˚
SL
SR
60˚
SL
10 Nl
80˚
SR
■ Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van
het voorkanaalgeluiden (stereogeluid) plus effectgeluiden.
Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale
luisterplek. Bij het gebruik van een scherm zijn de juiste
bovenposities van de luidsprekers ongeveer 1/4 vanaf de
onderkant van het scherm.
■ Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van de
middenkanaalgeluiden (dialoog, vocalen enz.). Plaats deze
halverwege de linker en rechterluidsprekers. Bij gebruik
van een TV, plaatst u de luidspreker juist boven of onder
het midden van de TV met de voorkant van de TV en de
luidspreker op één lijn. Bij gebruik van een scherm plaatst
het onder het midden van het scherm.
■ Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surroundluidsprekers geven de geluidseffecten en de
surroundgeluiden weer. Plaats deze links en rechts achter
in de richting van de luisterpositie.
Voor een natuurlijke geluidsstroom in de 5.1-kanaals
luidsprekeropstelling, plaatst u ze iets meer naar achteren
dan in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling.
■
Linker en rechter surround achterluidsprekers (SBL en SBR) / Surround achterluidspreker (SB)
De linker en rechter achter surround-luidsprekers worden
gebruikt voor achtergeluideffecten. Plaats ze aan de
achterkant van de kamer in de richting van de
luisterpositie en ten minste 30 cm uit elkaar, idealiter op
dezelfde afstand als de afstand tussen de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Voor 6.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker
en rechter surround achterkanalen gemengd en
weergegeven via de enkele surround achter-luidspreker.
Voor 5.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker
en rechter surround achterkanalen weergegeven via de
linker en rechter surround-luidspreker.
■ Subwoofer (SW)
De subwoofer luidspreker geeft lage tonen en lage
frequentie effect (LFE) geluid weer opgenomen in Dolby
Digital en DTS signalen. Gebruik een subwoofer met een
ingebouwde versterker, zoals de Yamaha Active Servo
Processing Subwoofer System. Plaats het aan de
buitenkant van de linker en rechter voor-luidsprekers iets
naar binnen gericht om reflecties tegen een wand te
verminderen.
Verbindingen
Aanwezigheidsluidsprekers
U kunt aanwezigheidsluidsprekers (PL/PR) aansluiten die
vooreffectgeluiden weergeven naar dit toestel. Met
CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 27)
en hun CINEMA DSP 3D-functies, kan een geluid met
een rijkere en ruimtelijkere aanwezigheid worden
gecreëerd. U kunt de verticale positie van middengeluid
aanpassen zoals een dialoog (zie bladzijde 47).
0,5 tot 1 m
0,5 tot 1 m
PL
PR
FL
FR
1,8 m
1,8 m
C
Om aanwezigheidsluidsprekers te gebruiken, dient u de
luidsprekers te verbinden met de EXTRA SPaansluitingen en “Extra SP Assign” instellen in “Speaker
Setup” in het SETUP menu op “Presence”
(zie bladzijde 47).
Aanwezigheid
sluidspreker R
Aanwezigheid
sluidspreker L
PL
PR
DMI 3
HDMI 4
EXTRA SP ZONE2/PRESENCE
X.
FRONT
CENTER
SURROUND
SURROUND BACK/
BI-AMP
y
• Hoewel u beide surround achterluidsprekers en aanwezigheidsluidsprekers
kunt aansluiten op dit toestel, kunt u geluiden van beide luidsprekers niet
tegelijkertijd weergeven. Dit toestel selecteert automatisch luidsprekers om
geluiden weer te geven volgens de geselecteerde signaalbron en het
geluidsveldprogramma.
• U kunt Zone2-luidsprekers aansluiten met een multizonefunctie op de
EXTRA SP-aansluitingen. Voor informatie, zie bladzijde 53.
12 Nl
Verbindingen
Aansluiten van de luidsprekerkabel
10 mm
Open het knopje, voer de ontblote draden in
en doe het knopje vervolgens weer dicht.
U kunt luidsprekers aansluiten die dubbele
versterkeraansluitingen op dit toestel ondersteunen. Om
de luidsprekers via een dubbele versterkerverbinding aan
te sluiten, sluit u ze aan op de FRONT-aansluitingen en
SURROUND BACK/BI-AMP-aansluitingen zoals
weergegeven.
Om de dubbele versterkerverbinding in te schakelen,
steekt u de stroomkabel in het stopcontact, geeft u het
ADVANCED SETUP menu weer en stelt u “BI AMP” in
op “ON” (zie bladzijde 58).
Voor-luidsprekers
Rechts
Links
AANVULLENDE
INFORMATIE
2
Rood: positief (+)
1
GEAVANCEERD
E BEDIENING
2
Gebruiken van bi-amp aansluitingen
BASISBEDIENIN
G
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar zodat
deze geen kortsluiting veroorzaken.
VOORBEREIDINGEN
1
INLEIDING
Let op
• Een luidsprekersnoer bestaat over het algemeen uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. Een van de snoeren heeft
een andere kleur of streep om de polariteit aan te geven. Sluit het ene uiteinde van de gekleurde/gestreepte kabel aan
op de “+” (rode) aansluiting van dit toestel en het andere einde aan dat van de luidspreker, en sluit het ene eind van
de andere kabel aan op de “–” (zwarte) aansluiting van dit toestel en het andere einde aan dat van uw luidspreker.
• Voordat u de luidsprekers aansluit, moet u het stroomsnoer afkoppelen.
• Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden nergens contact kunnen maken met elkaar of metalen
onderdelen van dit toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als er kortsluiting
optreedt, verschijnt “CHECK SP WIRES!” op het voorpaneel van de display als dit toestel wordt aangezet.
• Indien uw videomonitor een CRT is, dient u magnetisch afgeschermde luidsprekers te gebruiken. Als beelden op de
monitor nog steeds vervormd zijn zelfs als u gebruikmaakt van magnetisch afgeschermde luidsprekers, plaats de
luidsprekers dan weg van de monitor.
• Gebruik luidsprekers met een impedantie van 6-ohm of meer. Stel de luidsprekerimpedantie in “ADVANCED
SETUP” voordat u de luidsprekers aansluit. U kunt ook 4-ohm luidsprekers gebruiken als voorluidsprekers als u
“SP IMP.” instelt op “6ΩMIN” (zie bladzijde 58).
Zwart: negatief (–)
SINGLE
3
Dit toestel
y
FRONT
Aansluiten met bananenstekker (Uitgezonderd
modellen voor het V.K., Europa, Rusland, Azië
en Korea)
Draai het knopje aan en voer vervolgens de
bananenstekker in in het uiteinde van de klem.
Bananenstekker
Let op
Voordat u dubbele versterkeraansluitingen maakt, dient
u alle haken of kabels die een woofer met een
combinatiedeel verbinden, te verwijderen. Raadpleeg
de handleiding van de luidsprekers in kwestie voor
details.
Als u dubbele versterkeraansluitingen maakt, dient u
ervoor te zorgen dat de beugels of kabels zijn
aangesloten voordat u de luidsprekerkabels aansluit.
13 Nl
Nederlands
Opmerking
• U kunt geen surroundachterluidsprekers of extra luidsprekers
(aanwezigheid en Zone2 luidsprekers) gebruiken als een dubbele
versterkerverbinding is gemaakt.
AANHANGSEL
• U kunt de aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 12) of de
luidsprekers in de tweede zone (Zone2) (zie bladzijde 53) aansluiten op
de EXTRA SP-aansluitingen.
SURROUND BACK/
BI-AMP
Verbindingen
Informatie over aansluitingen en stekkers
Dit toestel heeft de volgende ingang en uitgangaansluitingen. Gebruik aansluitingen en kabels die geschikt zijn voor de
componenten die u aansluit.
■
■
Audio-aansluitingen
Aansluiting en kabels
AUDIO-aansluitingen
(wit)
L
R
Beschrijving
Voor het doorzenden van
conventionele analoge (stereo)
signalen. Gebruik stereopenkabels.
Verbind de rode stekkers met de
rode (R) en de witte stekkers met
de witte (L) aansluitingen.
AUDIO
(rood)
COAXIAL-aansluitingen
(oranje)
C
Voor het doorzenden van coaxiale
digitale audiosignalen. Gebruik
penkabels voor digitale
audiosignalen.
Video/audio-aansluitingen
Aansluiting en kabels
HDMI-aansluitingen
HDMI
Beschrijving
Voor het doorzenden van digitale
video en digitale audiosignalen.
Gebruik HDMI kabels.
HDMI
y
• We raden u aan een in de handel verkrijgbare 19-pens HDMI kabel te
gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het
HDMI logo.
• Indien u dit toestel aansluit op een component met een DVI-aansluiting,
dan is een HDMI/DVI-D-kabel vereist.
• U kunt foutinformatie met de HDMI aansluiting controleren
(zie bladzijde 72).
COAXIAL
OPTICAL-aansluitingen
O
OPTICAL
■
Voor het doorzenden van optische
digitale audiosignalen. Gebruik
optische vezelkabels voor optische
digitale audiosignalen.
Video-aansluitingen
Aansluiting en kabels
VIDEO-aansluitingen
VIDEO
V
Beschrijving
Voor het doorzenden van
conventionele composiet
videosignalen. Gebruik videopenkabels.
Een videosignaal dat binnenkomt op dit toestel wordt
uitgezonden via de aansluitingen in MONITOR OUT
voor het zelfde soort signaal als het ingangsignaal.
Als bijvoorbeeld een videopspeler met een composiet
uitgangsignaal en een DVD-speler met een component
videouitgangsignaal zijn aangesloten, dan dient u zowel
de VIDEO-aansluiting als de COMPONENT VIDEOaansluiting in MONITOR OUT aan te sluiten op de
videomonitor.
Als een HDMI-ingang geschikte monitor is
aangesloten, dan converteert dit toestel automatisch een
analoog signaal dat wordt geproduceerd door een
videoingangaansluiting naar een digitaal videosignaal
en dan weergegeven via de HDMI OUT-aansluiting.
Ingang
Uitgang
(geel)
HDMI
S VIDEO-aansluiting
S VIDEO
S
Voor het doorzenden van Svideosignalen die luminantie (Y)
en chrominantie (C) componenten
bevatten. Gebruik S-videokabels.
HDMI
COMPONENT VIDEO
PR
PB
COMPONENT VIDEO
Y
PR
S VIDEO
COMPONENT VIDEOaansluitingen
COMPONENT
VIDEO
PR
PR
(rood)
PB
PB
(blauw)
Y
(groen)
14 Nl
Y
Voor het doorzenden van
component videosignalen die
luminantie (Y) en chrominantie
blauw (PB) en chrominantie rood
(PR) componenten bevatten.
Gebruik component-videokabels.
VIDEO
Niet geconverteerd
VIDEO
Geconverteerd
PB
Y
Verbindingen
Aansluiten van een videomonitor
Opmerking
• Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die van een videomonitor allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
Het geluid van een TV weergegeven via dit
toestel
TV of projector
c
a
Y
PR
HDMI 1
V
HDMI 2
HDMI 3
(BD/DVD)
HDMI
TV of projector
PHONO
ANTENNA
S.VIDEO
UNBAL.
FM
MONITOR OUT
COMPORNENT
VIDEO
Digitale uitgang
(optisch)
REMOTE
GND AM
PR
IN
GND
OUT
PB
VIDEO
BASISBEDIENIN
G
HDMI OUT
PB
Om het geluid van een TV via dit toestel weer te geven,
sluit u een audiouitgangaansluiting van de TV aan op een
van de AV 1-6-aansluitingen.
Indien de TV een optische digitale uitgang ondersteunt,
raden we aan om de AV 1 te gebruiken. Met een
aansluiting op de AV 1 kunt u schakelen tussen een
ingangbron naar de AV ingang 1 met een enkele
toetsbediening met gebruik van de SCENE functie
(zie bladzijde 24).
VOORBEREIDINGEN
b
INLEIDING
Sluit een videomonitor zoals een TV of projector aan op een uitgangaansluiting van dit toestel. U kunt een van de
volgende drie typen selecteren volgens het ingangsignaalformaat dat wordt ondersteund door de videomonitor: HDMI
OUT, COMPONENT VIDEO en VIDEO (composietvideo).
DEO
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Y
12V
0.1A MAX.
TRIGGER OUT
PHONO
COMPONENT
VIDEO
ANTENNA
S.VIDEO
FM
■
MONITOR OUT
COMPORNENT
VIDEO
UNBAL.
GND AM
PR
PR
Het aansluiten van een HDMI videomonitor
GND
PB
Aansluitingen op componenten
a HDMI ingang
Aansluitingen op dit toestel
VIDE
PB
VIDEO
Y
Y
HDMI OUT
• Dit toestel ondersteunt de HDMI besturingsfunctie. Door het aansluiten
van een TV die HDMI-besturing ondersteunt, kan de bediening van dit
toestel worden geregeld via de afstandsbediening van de TV. Voor
informatie, zie bladzijde 38.
■
Het aansluiten van een component videomonitor
Opmerking
Aansluitingen op componenten
b Component video uitgang
■
Aansluitingen op dit toestel
COAXIAL
COAXIAL
AV 2
AV 3
( TV )
AV 1
OPTICAL
(CD)
AV 4
AV 5
AV 6
AV
OUT
FRON
AUDIO1
AUDIO2
Opmerking
• Als de videomonitor die is aangesloten op dit toestel de HDMIregelfunctie ondersteunt, raden wij u aan om de audiouitgangaansluiting
ervan aan te sluiten op de OPTICAL-aansluiting van de AV1aanslutingen van dit toestel. Door dit te doen gaat dit toestel automatisch
aan en wordt “TV” van SCENE automatisch geselecteerd als u de
videomonitor aanzet. U kunt zelfs hetzelfde resultaat verkrijgen als u de
audiouitgangaansluitingen aansluit op de AV2-6, AUDIO1-2 of V-AUXaansluitingen door die aansluitingen van te voren toe te wijzen aan TV
(zie bladzijde 24).
MONITOR OUT
(COMPONENT VIDEO)
Het aansluiten van een composiet videomonitor
AANHANGSEL
• Alleen videosignalen die binnenkomen op dit toestel via de
COMPONENT VIDEO-aansluiting worden weergegeven via de
COMPONENT VIDEO-aansluiting.
OPTICAL
AANVULLENDE
INFORMATIE
O
y
Opmerking
Aansluitingen op componenten
c Video ingang (tulpstekker)
Nederlands
• Alleen videosignalen die binnenkomen op dit toestel via de VIDEO
aansluitingen worden weergegeven via de VIDEO aansluitingen.
Aansluitingen op dit toestel
MONITOR OUT (VIDEO)
15 Nl
Verbindingen
Aansluiten van andere componenten
Dit toestel heeft ingang- en uitgangaansluitingen voor betreffende ingang- en uitgangbronnen. U kunt geluiden en films
produceren van de signaalbronnen die zijn geselecteerd met gebruik van de display van het voorpaneel of de afstandsbediening.
Opmerking
• Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit toestel als die van de andere apparatuur uit het stopcontact gehaald zijn.
Audio/videoingang
(AV 1-6)
Phono-ingang
(PHONO)
Audio/videouitgang (AV OUT)
DOCK
HDMI OUT
HDMI 1
HDMI 2
HDMI 3
HDMI 4
(BD/DVD)
HDMI-ingang
(HDMI 1-4)
PHONO
COMPONENT
VIDEO
ANTENNA
S.VIDEO
MONITOR OUT
COMPORNENT
VIDEO
UNBAL.
FM
REMOTE
GND AM
PR
PR
IN
GND
OUT
PB
VIDEO
PB
VIDEO
Y
Y
12V
0.1A MAX.
FRONT
CE
TRIGGER OUT
CENTER
Audio-uitgang
(AUDIO OUT)
OPTICAL
COAXIAL
COAXIAL
AV 2
AV 3
( TV )
AV 1
OPTICAL
(CD)
AV 4
AV 5
AV 6
AV
OUT
FRONT
AUDIO1
SURROUND
Audio-ingang (AUDIO 1-2)
■
SUR.BACK
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
AUDIO2
AUDIO
OUT
ZONE2
OUT
Multikanaals audio-ingang (MULTI CH)
Audio en videospeler / Kastje met convertor en en decoder
Uitgangaansluitingen op de aangesloten externe component
Externe
componenten
Externe component
met HDMI uitgang
Externe component
met component
videouitgang
Signaalbronnen/aansluitingen van dit toestel
Signalen
Audio/video
Uitgangaansluitingen
HDMI uitgang
Audio
Optische digitale uitgang
Video
Component video uitgang
Audio
Coaxiale digitale uitgang
Video
Component video uitgang
Externe component
met S-video-uitgang
Audio
Analoog audiosignaal
Video
S-video-uitgang
Externe component
met composiet
videouitgang
Audio
Coaxiale digitale uitgang
16 Nl
Video
Composiet video-uitgang
Audio
Optische digitale uitgang
Video
Composiet video-uitgang
Audio
Analoog audiosignaal
Video
Composiet video-uitgang
Audio
Analoog audiosignaal
Video
Composiet video-uitgang
HDMI1 (BD/DVD)
HDMI 1
HDMI2
HDMI 2
HDMI3
HDMI 3
HDMI4
HDMI 4
AV1 (TV)
OPTICAL
COMPONENT VIDEO
AV2
COAXIAL
COMPONENT VIDEO
AV5
AUDIO
S VIDEO
AV3 (CD)
COAXIAL
VIDEO
AV4
OPTICAL
AV5
AUDIO
AV6
AUDIO
VIDEO
VIDEO
VIDEO
Verbindingen
y
• Signaalbronnen tussen haakjes worden aanbevolen om te worden aangesloten op de betreffende aansluitingen. Als een component geschikt is voor
SCENE functie, dan kunt u de signaalbron zo wisselen dat de component met een enkele toetsbediening gebruikmaakt van de SCENE functie
(zie bladzijde 24).
• U kunt de naam van de signaalbron die wordt weergegeven op de display van het voorpaneel of de videomonitor zo nodig veranderen (zie bladzijde 52).
• Zie bladzijde 53 over het gebruik van ZONE2 OUT-aansluiting.
Audiospeler
Uitgangaansluitingen op de aangesloten externe component
Signaalbronnen/aansluitingen van dit toestel
Externe componenten
Uitgangaansluitingen
Optische digitale uitgang
Externe component met coaxiale digitale
uitgang
Coaxiale digitale uitgang
Externe component met analoge audio
uitgang
Analoog audiosignaal
Analoog audiosignaal
OPTICAL
OPTICAL
AV 2
COAXIAL
AV 3 (CD)
COAXIAL
AV 5
AUDIO
AV 6
AUDIO
AUDIO 1
AUDIO
AUDIO 2
AUDIO
PHONO
PHONO
y
• Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO-aansluiting, gebruik dan een in-line boost transformator of een
MC-kopversterker.
• Verbind uw draaitafel met de GND-aansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen.
• We raden aan om de coaxiale digitale uitgangsaansluitng van een CD-speler aan te sluiten op de AV3-aansluiting.
Bij gebruik van de AV OUT-aansluiting:
AANVULLENDE
INFORMATIE
sluit u ze aan op de composietvideo en analoge
audioingangaansluiting van een externe component.
Bij gebruik van de AUDIO OUT-aansluiting: sluit u ze aan op de analoge audioingangaansluiting van een externe
component.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Over audio/video uitgangaansluitingen
Tussen de analoge audiosignalen en analoge videosignalen die worden geproduceerd door dit toestel via
ingangaansluitingen, worden de audio/videosignalen van de geselecteerde signaalbronnen weergegeven vanaf de AV
OUT-aansluiting en de AUDIO OUT-aansluiting. Een HDMI ingangsignaal, COMPONENT VIDEO ingangsignaal of
digitale audioingangsignaal kunnen niet worden weergegeven. Bij gebruik van de AV OUT-aansluitingen of AUDIO
OUT-aansluitingen, sluit u ze als volgt aan:
BASISBEDIENIN
G
Draaitafel
AV 1 (TV)
AV 4
VOORBEREIDINGEN
Externe component met optische digitale
uitgang
INLEIDING
■
AANHANGSEL
Nederlands
17 Nl
Verbindingen
Aansluiten van een multiformaatspeler of externe decoder
Dit toestel heeft 8 sets ingangaansluitingen (FRONT L/R,
CENTER, SURROUND L/R, SUR. BACK en
SUBWOOFER) voor het invoeren van multikanaals
analoge geluidsignalen. Als uw afspeelcomponent zoals
een DVD-speler of SACD-speler de mogelijkheid heeft
van multikanaals analoge uitgang, dan kunt u genieten tot
maximaal 7.1-kanaals multikanaalgeluid. Voor de
weergave van multikanaalsgeluid, sluit u de
audiouitgangaansluitingen van uw afspeelcomponent aan
op de MULTI CH INPUT-aansluitingen van dit toestel en
zet u de signaalbron van dit toestel op “MULTI CH”. Voor
details over hoe de signaalbronnen te wijzigen,
zie bladzijde 24.
Aansluiten van een externe versterker
Dezelfde kanaalsignalen worden weergegeven vanaf de
aansluitingen van de PRE OUT-aansluitingenen van hun
bijbehorende SPEAKERS-aansluitingen. Bij het
aansluiten van een externe stroomversterker (pre-hoofd
versterker) om de weergave van de luidspreker te
vebeteren, sluit u de invoeraansluitingen van de
stroomversterker aan op de PRE OUT-aansluitingen van
dit toestel.
Opmerking
• Als een component is aangesloten op de PRE OUT-aansluitingen, dient u
de luidsprekers niet aan te sluiten op de SPEAKERS-aansluitingen die
horen bij die PRE OUT-aansluitingen.
a
b
c
SINGLE
d
CENTER
CENTER
FRONT
SURROUND
SUR.BACK
FRONT
SUBWOOFER
MULTI CH INPUT
SURROUND
SUR. BACK
1 SUBWOOFER 2
PRE OUT
e
L
R
L
R
L
R
Middenkanaal uitgang
Subwoofer uitgang
Surround
-achter
uitgang
Surround
uitgang
Voorkanaal uitgang
a
FRONT (PRE OUT)-aansluitingen
b
SURROUND (PRE OUT)-aansluitingen
c
SUR. BACK (PRE OUT)-aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
Surroundachter uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe
versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze
te verbinden met de SUR. BACK (SINGLE)-aansluiting.
Multiformaat-speler/Externe decoder
(7.1-kanaalsuitgang)
y
• Om surroundachter kanaalsignalen weer te geven via deze
aansluitingen, dient u “Sur.B L/R SP” in te stellen op elke
parameter behalve “None” in “Speaker Setup” (zie bladzijde 48).
Opmerkingen
• Als u “MULTI CH” selecteert als de ingangsbron, wordt de digitale
geluidsveldverwerker automatisch uitgeschakeld.
• Daar dit toestel geen signaalinvoer doorzendt naar de MULTI CH INPUTaansluitingen om ontbrekende luidsprekers te compenseren, sluit
tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan bij gebruik van deze
functie.
• Als de signaalbron is geschakeld naar “MULTI CH”, kunnen
afbeeldingen die afkomstig zijn van een component die is aangesloten op
“AV1-6” of “V-AUX” worden weergegeven op een videomonitor
(zie bladzijde 41). Als uw DVD-speler geen multikanaals digitale
uitgang ondersteunt, sluit u deze aan op deze ingangaansluitingen.
18 Nl
d
CENTER (PRE OUT)-aansluiting
e
SUBWOOFER (PRE OUT) 1/2-aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan. Als
twee subwoofers zijn aangesloten, wordt hetzelfde geluid
weergegeven.
Verbindingen
Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen
HDMI 1
HDMI 2
HDMI 3
De V-AUX-aansluitingen op het voorpaneel zijn handig
voor het aansluiten van een camcorder, en gameconsole of
een draagbare muziekspeler op dit toestel. U moet het
volume van dit toestel en de andere componenten laag
zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
INLEIDING
Wanneer de componenten van Yamaha zelf zijn en deze de
mogelijkheid bieden om afstandsbedieningssignalen door te sturen,
sluit de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluitingen als volgt aan
op de in- en uitgangsaansluitingen voor de afstandsbediening met
behulp van het monaurale analoge minikabeltje.
Een camcorder of draagbare
audiospeler aansluiten
HDMI 4
BD/DVD)
VOORBEREIDINGEN
VOLUME
MONITOR OUT
COMPORNENT
VIDEO
l
MEMORY
REMOTE
PR
PRESET
h
FM
l
AM
h
TUNING
IN
SCENE
OUT
PB
VIDEO
BD/DVD
TV
RADIO
CD
M
INPUT
Y
PURE DIRECT
STRAIGHT
VIDEO AUX
OPTIMIZER MIC
EFFECT
Afstandsbediening
singang
PORTABLE
VIDEO AUX
VIDEO
L
PORTABLE
R
GEAVANCEERD
E BEDIENING
y
V
AUDIO
Analoog
audiosignaal
Yamaha component
(CD- of DVD-speler, etc.)
Analoog
audiosignaal
Video uitgang
Infraroodontvanger of
Yamaha component
AUDIO
BASISBEDIENIN
G
Afstandsbediening
suitgang
VIDEO
• Indien uw Yamaha-componenten de SCENE linkweergavefunctie
ondersteunen, start de afstandsverbinding automatisch de weergave als u
drukt op MSCENE (of iSCENE) om een SCENE te selecteren.
• Als de component aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting geen
Yamaha-product is, dient u “SCENE IR” in te stellen in het ADVANCED
SETUP menu op “OFF” (zie bladzijde 58).
Game console/Camcorder
Dit toestel heeft een DOCK-aansluiting om een Yamaha iPod universeel
dock (zoals YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht) aan te sluiten. U
kunt een iPod of een Bluetooth component afspelen met dit toestel door
het aan te sluiten op de DOCK-aansluiting.
Gebruik een vaste kabel voor de verbinding tussen de
dock/ontvanger van dit toestel.
y
• Om een component aan te sluiten op de PORTABLE-aansluiting,
gebruikt u een 3,5 mm ministekkerkabel.
• Als externe componenten zijn aangesloten op zowel de PORTABLEaansluiting als de AUDIO-aansluiting, wordt het geluid dat wordt
ontvangen van de PORTABLE-aansluiting weergegeven.
AANHANGSEL
DOCK
Muziekspeler
HDMI OUT
PHONO
COMPONENT
VIDEO
ANTENNA
S.VIDEO
UNBAL.
FM
AANVULLENDE
INFORMATIE
Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of een Bluetooth™
draadloze audio-ontvanger
GND AM
PR
GND
Nederlands
Yamaha iPod universeel
dock/Bluetooth draadloze
audio-ontvanger
19 Nl
Verbindingen
Aansluiten van de FM en AM antennes
Een binnen FM antenne en een AM ringantenne worden
bij dit toestel geleverd. Sluit deze antennes op de juiste
wijze aan op de betreffende aansluitingen.
FM binnenantenne
Aansluiten van het netsnoer
Als alle verbindingen zijn gemaakt, steekt u het netsnoer
van dit toestel in een stopcontact.
Naar het stopcontact
AM
ringantenne
AM-buitenantenne
Sluit een 5 tot 10 meter
lange vinylbedekt snoer
aan en verleng het
buitenshuis (gebruik de
AM ringantenne samen
met deze antenne).
/PRESENCE
Netsnoer
PHONO
COMPONENT
VIDEO
ANTENNA
S.VIDEO
UNBAL.
FM
MONITOR OUT
COMPORNENT
VIDEO
REMOTE
GND AM
PR
PR
IN
GND
OUT
PB
PB
VIDEO
VIDEO
Y
Y
12V
0.1A MAX.
FRO
TRIGGER OUT
Aarde (GND-aansluiting)
De GND-aansluiting is niet voor aarding.
Om lawaai te verminderen, verbindt u een
aardstaaf of een vinylbedekt snoer met een
koperen plaat als punt en plaatst u deze in
vochtige grond.
Aan en uit zetten van dit toestel
y
• De meegeleverde antennes zijn normaal gevoelig genoeg om een goede
ontvangst te krijgen.
• Plaats de AM ringantenne weg van dit toestel.
• Als u geen goede ontvangst kunt krijgen, raden we het gebruik van een
buitenantenne aan. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Yamaha
dealer of het servicecentrum voor meer informatie.
• Gebruik altijd de AM ringantenne zelfs als de buitenantenne is
aangesloten.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
1
Druk op AMAIN ZONE ON/OFF (of
pPOWER) om dit toestel aan te zetten.
2
Druk opnieuw op AMAIN ZONE ON/OFF
(of pPOWER) om dit toestel uit te zetten
(stand-by).
y
• Dit toestel heeft een paar seconden nodig voordat hij klaar is voor
weergave.
• U kunt dit toestel ook aanzetten door te drukken op MSCENE (of
iSCENE).
• Dit toestel gebruikt een klein beetje elektriciteit, zelfs tijdens stand-by.
We raden u aan om het stroomsnoer uit het stopcontact te halen.
Let op
Haal de stekker niet uit het stopcontact als het aan is.
Als u dit doet kan het toestel beschadigen of kunnen de
isntellingen van het toestel onjuist worden opgeslagen.
Aansluiten van de meegeleverde AM ringantenne
De draden van de AM ringantenne hebben geen polariteit.
U kunt beide draden aanraken van de AM-aansluiting en
de andere naar de GND-aansluiting.
Drukken en
vasthouden
20 Nl
Inbrengen
Loslaten
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO)
Dit toestel heeft een Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO). Met de YPAO, past dit toestel automatisch de
uitgangkenmerken van uw luidsprekers aan op basis van de luidsprekerpositie, de prestatie van de luidspreker en de akoestische
kenmerken van de kamer. We raden u aan dat u eerst de uitgangkenmerken met de YPAO afstelt als u dit toestel gebruikt.
“MIC ON. View OSD MENU” verschijnt op de display
van het voorpaneel. Het volgende menuscherm zal nu
verschijnen op het beeldscherm.
1 AutoSetup
EQ Type;;;;Natural
. Start
[
1
Optimalisatie-microfoon
y
• Het verdient aanbeveling een statief of iets vergelijkbaars te gebruiken
om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar
uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de
optimalisatiemicrofoon vastmaken aan het statief met de
bevestigingsschroef van het statief.
4
MIN
MIN
MAX
MAX
Subwoofer
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MICaansluiting op het voorpaneel.
VIDEO AUX
OPTIMIZER MIC
VIDEO
AUDIO
Als de luidsprekers zijn aangesloten op
EXTRA SP-aansluitingen, drukt u
herhaaldelijk op kCursor k om “Extra SP
Assign” te selecteren, daarna drukt u op
kCursor l / h om te selecteren hoe u
EXTRA SP-aansluitingen gebruikt van
“Zone2”, “Presence” of “None”.
Als dit toestel niet werkt als u drukt op kCursor,
druk dan eenmaal op jSETUP en bedien dit
toestel.
AANHANGSEL
2
Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven.
AANVULLENDE
INFORMATIE
CROSSOVER/
HIGH CUT
VOLUME
3
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Controleer de volgende punten.
Voordat de automatische instellingen gestart worden,
controleert u het volgende.
• Alle luidsprekers en de subwoofer zijn op de juiste
wijze aangesloten.
• Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel.
• De videomonitor is op de juiste wijze aangesloten.
• Dit toestel en het beeldscherm moeten worden ingeschakeld.
• Dit toestel is geselecteerd als de videosignaalbron
van de videomonitor.
• Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden
ingeschakeld en het volume moet ongeveer
halverwege (of iets lager) worden ingesteld.
• De crossoverfrequentiebediening voor de aangesloten
subwoofer zijn op de maximum stand ingesteld.
y
• U kunt het bovenstaande menuscherm van het SETUP menu weergeven
(zie bladzijde 47).
BASISBEDIENIN
G
Gebruikmaken van Auto Setup
[
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Start
VOORBEREIDINGEN
ExtraSPAssign
>Zone2Presence
None
y
• U kunt handmatig de uitgangkenmerken van uw luidsprekers
aanpassen met “2 Manual Setup” in het SETUP menu. Voor
informatie, zie bladzijde 47.
INLEIDING
Opmerkingen
• Er kunnen luide testtonen geproduceerd worden tijdens
de automatische setupprocedure. Laat kleine kinderen
niet de kamer binnengaan tijdens de procedure.
• Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen
dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische
setup procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is
het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
PORTABLE
Nederlands
Optimalisatie-microfoon
21 Nl
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO)
5
Om een geluidskenmerk te selecteren voor
aanpassing, drukt u op kCursor n om “EQ Type”
te selecteren en dan drukt u op kCursor l / h.
Als dit toestel niet werkt als u drukt op kCursor,
druk dan eenmaal op jSETUP en bedien dit toestel.
Dit toestel heeft een parametrische equalizer die de
signaalniveaus voor elk frequentiebereik aanpast. De equalizer
is afgesteld om een samenhangend geluidsveld te produceren
op basis van automatisch gemeten luidsprekerkenmerken.
In “EQ Type”, kunt u de volgende parametrische
equalizerkenmerken selecteren die geschikt zijn voor
de gewenste geluidskenmerken.
Natural
Stelt alle luidsprekers af op het bereiken van natuurlijk
geluid. Selecteer dit als geluiden in het hoge tonen bereik
te sterk lijken als “EQ Type” is ingesteld op “Flat”.
Flat
Stelt elke luidspreker af op het verkrijgen van
dezelfde kenmerken. Selecteer dit als uw luidspreker
vergelijkbare kwaliteiten heeft.
Front
Stelt elke luidspreker af op het verkrijgen van dezelfde
kenmerken als de linker en rechter voor-luidsprekers.
Selecteer dit als uw linker en rechter voor-luidsprekers
aanzienlijk betere kwaliteit hebben dan andere luidsprekers.
6
DIST
Geeft de luidsprekerafstand weer vanaf de luisterpositie in
de volgende volgorde:
Afstand dichtstbijstaande luidspreker/Afstand verafst
staande luidspreker
LVL
Geeft het luidsprekeruitgangsniveaus weer in de volgende
volgorde:
Laagste luidsprekeruitgangsniveau/Hoogste
luidsprekeruitgangsniveau
Opmerkingen
• Indien “ERROR” op de videomonitor verschijnt tijden de automatische
setup procedure, dan wordt de meting geannuleerd en het type fout
weergegeven. Zie “Wanneer een foutmelding wordt weergegeven tijdens
meting” (zie bladzijde 23) voor details.
• Indien er problemen optreden tijdens de meting, verschijnt “WARNING
(XX)” (xx geeft het nummer van de waarschuwing aan) boven
“RESULT” (zie bladzijde 23).
7
Druk op kCursor n om “Start” te selecteren
en druk dan op kENTER om de setup
procedure te starten.
Er begint een aftelling en een meting in 10 seconden.
Er is een luide testtoon te horen tijdens het meten.
Druk op kENTER.
De kenmerken van de luidspreker worden aangepast
volgens de meetresultaten.
Om de operatie te annuleren, drukt u op kCursor
l / h om “Cancel” te selecteren en drukt u op
kENTER.
Als het volgende scherm verschijnt, verwijdert u de
optimalisatiemicrofoon. De automatische setup
procedure is nu voltooid.
1 AutoSetup
AUTOSETUPComplete
DisconnectMicrophone
PRESS[ENTER]
Opmerkingen
• Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische
setup bezig is.
• Druk op kCursor k om de automatische setup procedure te
annuleren.
Het meten duurt ongeveer 3 minuten. Om precieze
resultaten te bereiken, dient u te verblijven op een
plek waar u de meting niet verstoort, zoals aan de
zijkant of achter de luidsprekers of buiten de ruimte.
Als de meting succesvol is voltooid, verschijnt
“YPAO Complete” op de display van het voorpaneel
en verschijnen de resultaten op de videomonitor.
1 AutoSetup
RESULT
SP:3/4/0.1
DIST:2.50/3.00m
LVL:-3.5/+4.5dB
.
>Set
Cancel
[]/[]:Select
p
[
[ENTER]:Finish
SP
Geeft het aantal op dit toestel aangesloten luidsprekers aan
in de volgende volgorde:
Totaal van Voor, Midden en Aanwezigheid/Totaal van
Surround en Surround achter/Subwoofer
22 Nl
[SETUP]:Exit
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen
warmte. Sla na meting op in een koele plaats uit direct
zonlicht. Laat het niet op een plek waar het onderhevig
zal zijn aan hoge temperaturen zoals op een AVcomponent.
y
• Indien u de metingsresultaten niet wilt toepassen, selecteert u “Cancel”.
• Voer de automatische setup procedure opnieuw uit als u het aantal
posities van de luidsprekers wijzigt.
• Als u drukt op kENTER voordat u de optimalisatiemicrofoon
verwijdert, wordt “1 Auto Setup” van “Speaker Setup” in het SETUP
menu (zie bladzijde 47) weergegeven.
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen voor uw kamer (YPAO)
Wanneer een foutmelding wordt
weergegeven tijdens meting
Indien er een probleem optreedt tijdens de meting, wordt,
“WARNING” weergegeven op het scherm van het resultaatdisplay. Controleer de fout en los de problemen op.
WARNING
ERROR
>RetryExit
p
[
[]/[]:Select
[ENTER]:Return
Retry
Voert de automatische setup procedure opnieuw uit.
• Zie bladzijde 67 voor meer informatie over waarschuwingsberichten.
• Optimalisatie wordt niet uitgevoerd als een waarschuwingsbericht wordt
weergegeven. Wij raden u echter aan eerst het probleem op te lossen en
opnieuw de automatische setup procedure uit te voeren.
1
Als “→” links van “WARNING” op het
resultaten weergavescherm wordt
weergegeven, drukt u op kENTER.
Er worden details van het waarschuwingsbericht
weergegeven. Indien er meerdere
waarschuwingsberichten zijn, kunt u het volgende
bericht weergeven met kCursor h.
BASISBEDIENIN
G
2
Om terug te keren naar de bovenste
resultaat-display, drukt u opnieuw op
kENTER.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Exit
Dit beëindigt de meting en de automatische setup
procedure.
y
VOORBEREIDINGEN
W-1:OUTOFPHASE
Reversechannel
FL--CENTER
-----SL--SBL--[]/[]:Select
p
[
[ENTER]:Return
.E-9:USER CANCEL
Don'toperate
any function
INLEIDING
Druk eenmaal op kCursor n en selecteer “Retry”
of “Exit” met gebruik van kCursor l / h en druk
dan op kENTER.
Wanneer een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven na meting
y
• Zie bladzijde 66 voor meer informatie over foutberichten.
• Als “E-5:NOISY” verschijnt kunt u doorgaan met meten. Om door te
gaan met meten, selecteert u “Proceed”. Wij raden u echter aan eerst het
probleem op te lossen voordat u wederom met de meting begint.
AANVULLENDE
INFORMATIE
AANHANGSEL
Nederlands
23 Nl
BASISBEDIENING
Weergave
Basisprocedure
Gebruikmaken van de SCENE functie
1
Zet de externe componenten (TV, DVD-speler,
etc.) die zijn aangesloten op dit toestel, aan.
2
Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op de eIngang keuzetoetsen) om een
signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde ingangsbron verschijnt
een paar seconden.
Signaalbronnaam
VOL.
AV1
SW
C
L
SL
R
SR
• U kunt zonodig de naam van de signaalbron die wordt
weergegeven op de display van het voorpaneel of op de
videomonitor veranderen (zie bladzijde 52).
4
Geef het externe component dat u hebt
geselecteerd als signaalbron, of selecteer
een radiozender op de tuner.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende component voor
gegevens over weergave. Voor het selecteren van radiozenders
of afspelen van een iPod of Bluetooth component met gebruik
van dit toestel, kijk u bij het volgende.
• Gebruikmaken van iPod (zie bladzijde 35)
• Gebruikmaken van Bluetooth componenten
(zie bladzijde 37)
Draai aan de LVOLUME-besturing om het
volume aan te passen (of druk op sVOLUME +/–).
Volume
VOL.
Volume-18.5dB
L
SL
SW
C
R
SR
Opmerking
Wanneer u DTS-CD weergeeft, kan er in bepaalde omstandigheden
ruis worden uitgezonden waardoor een luidspreker niet goed
functioneert. Zorg dat het volume op laag is ingesteld voordat u de
weergave start. Doe het volgende als ruis wordt weergegeven.
1) Wanneer alleen ruis wordt weergegeven
Indien een DTS bitstreamsignaal niet goed wordt verzonden naar dit toestel,
wordt alleen ruis weergegeven. Sluit een weergavecomponent aan op dit
toestel met een digitale verbinding en geef de DTS-CD weer. Als de toestand
niet verbeterd kan het probleem voortkomen uit de weergavecomponent.
Neem contact op met de producent van de weergavecomponent.
2) Als er ruis wordt uitgezonden tijdens weergave of overslaan
Voordat u de DTS-CD afspeelt, geeft u het OPTION menu
weer na het selecteren van de signaalbron en stelt u
“Decoder Mode” in op “DTS” (zie bladzijde 40).
24 Nl
Signaalbron
Geluidsveldprogramma
BD/DVD
HDMI1
Straight
TV
AV1
Straight
CD
AV3
Straight
RADIO
TUNER
7ch Enhancer
y
y
3
Dit toestel heeft vier SCENE toetsen waarmee u de
signaalbronnen en de geluidsveldprogramma’s kan
veranderen met één toets. Een instelling voor signaalbron
en geluidsprogramma die geschikt zijn voor een bepaalde
situatie, zoals het afspelen van films of muziek, is
standaard aan iedere toets toegekend.
• Dit apparaat gaat aan wanneer MSCENE (of iSCENE) tijdens
standby wordt ingedrukt.
• Als een Yamaha dvd-speler die SCENE besturingssignalen kan
ontvangen, is aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting van dit
apparaat, gaat de dvd-speler automatisch aan en begint met afspelen
wanneer MSCENE (of iSCENE) wordt ingedrukt (zie bladzijde 19).
Raadpleeg voor details de instructiehandleiding van de dvd-speler.
Selecteren van een SCENE
Druk op MSCENE (of iSCENE).
Signaalbronnen/geluidveldprogramma’s
registreren
Selecteer de gewenste signaalbron/
geluidsveldprogramma en druk op de MSCENE
(of iSCENE) totdat “SET Complete” op de
display van het voorpaneel verschijnt.
Wanneer de OSD op de videomonitor wordt weergegeven,
verschijnt “SCENE Setting Complete” op de
videomonitor.
y
• Als u de afstandsbediening voor een extern component gebruikt, stelt u
dat externe component dan tevens in wanneer de SCENE-instelling
wordt uitgevoerd. Lees het volgende hoofdstuk voor meer informatie.
Weergave
Het wisselen van afstandbestuurbare
externe componenten die zijn verbonden
met SCENE-selecties
y
• De toonregeling van de luidsprekers of hoofdtelefoon kan apart worden
ingesteld. Stel de toonregeling van de hoofdtelefoon in terwijl de
hoofdtelefoon is aangesloten.
1
Registreer de afstandsbedieningscode van
een extern component naar de gewenste
signaalbron (zie bladzijde 55).
Druk herhaaldelijk op NTONE CONTROL
op het voorpaneel voor een selectie van
“Treble” of “Bass”.
De huidige instelling wordt ook weergegeven ook op
het display op het voorpaneel.
Treble
2
1
2
Druk op uMUTE op de afstandsbediening
om de geluidsweergave tijdelijk uit te
schakelen.
De MUTE-indicator knippert op het display op het
voorpaneel als het audiosignaal wordt gedempt.
Opmerkingen
• De toonregelaarinstellingen zijn niet effectief tijdens afspelen in Pure
Direct-modus.
• Indien u de balans instelt op extreem uit, kunnen geluiden niet
overeenkomen met die van andere kanalen.
Genieten van puur hi-fi geluid
(Pure Direct-modus)
Gebruik de Pure Direct-modus om te luisteren naar de
high fidelity weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct-modus is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op QPURE DIRECT (of hPURE DIRECT)
om de Pure Direct-modus aan of uit te zetten.
De volgende functies zijn uitgeschakeld in de Pure Directmodus.
– geluidsveldprogramma en toonregeling
– weergave en werking van het OPTION-menu en het
SETUP menu
– multi-zone functie
AANHANGSEL
Druk nog eens op uMUTE om de
geluidsweergave te hervatten.
Draai aan de OPROGRAM-schakelaar om
het niveau van de weergave in dat
frequentiebereik aan te passen.
Afstelbaar bereik: –10,0 dB tot +10,0 dB
De display geeft het vorige scherm weer vlak nadat u
de schakelaar loslaat.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Tijdelijk dempen van audioweergave
(MUTE)
2
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Druk gedurende 3 seconden op eIngang
keuzetoetsen op de afstandsbediening
voor de signaalbron waarvan de
afstandsbedieningscode is geregistreerd in
stap 1 terwijl u de iSCENE-toets waar u de
toewijzing naar wilt veranderen, ingedrukt
houdt.
De externe component kan nu op afstand worden
bestuurd door slechts de iSCENE-toets te kiezen.
0.0dB
BASISBEDIENING
Opmerking
• Afstansbedieningscodes kunnen niet worden geregistreerd naar
TUNER-bronsignalen.
VOORBEREIDIN
GEN
1
U kunt niet de balans van het hoge tonen bereik (Treble)
en het lage tonen bereik (Bass) afstemmen van
geluidsweergaven die worden weergegeven vanaf de
linker en rechter voor-luidsprekers om de gewenste toon te
krijgen.
INLEIDING
U kunt een extern component met de afstandsbediening
van dit toetstel bedienen door een afstandsbedieningscode
voor het externe component in te stellen voor elke
signaalbron. Door de afstandsbedieningscodes in te stellen
voor de gewenste signaalbronnen kunt u schakelen tussen
de externe componenten die zijn verbonden met SCENEselecties.
Wanneer u de instellingen van de SCENE toetsen wijzigt,
wijzigt u dan ook de instellingen van de externe
component door onderstaande stappen uit te voeren.
Het afstemmen van hoge lage
tonenweergave (toonregeling)
y
25 Nl
Nederlands
• Het display van het voorpaneel gaat uit in Pure Direct-modus. Het gaat
weer aan wanneer de Pure Direct-modus wordt uitgezet.
Weergave
Gebruiken van een hoofdtelefoon
Steek uw hoofdtelefoon in de BPHONESaansluiting op het voorpaneel.
Als u een geluidveldprogramma selecteert tijdens het
gebruik van de hoofdtelefoon, wordt de stand automatisch
ingesteld op SILENT CINEMA-stand.
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden
gereproduceerd via de SPEAKERS-aansluitingen.
• Als multi-kanaalssignalen worden verwerkt, worden geluiden in alle
kanalen gescheiden in linker en rechterkanalen. Wanneer de signaalbron
is ingesteld op “MULTI CH”, wordt alleen het geluid uit de voorkant L/R
van de hoofdtelefoons weergegeven.
Weergeven van ingangsignaalinformatie
Wanneer HDMI1-4 of AV1-4 is geselecteerd als signaalbron
kunt u audio/videosignaalinformatie weergeven.
y
• Ingangsignaalinformatie wordt weergegeven op een videomonitor en de
display van het voorpaneel.
1
Informatie wijzigen op de display van
het voorpaneel
U kunt informatie op de display van het voorpaneel weergeven
zoals de namen van het huidige geselecteerde
geluidsveldprogramma en surround decoders op de display van
het voorpaneel. Om de display te wijzigen, druk herhaaldelijk
op FINFO (of gINFO). De volgende informatie kan op
de display van het voorpaneel worden weergegeven.
• De naam van de huidige geselecteerde signaalbron (Input)
• Huidige geselecteerde geluidsveld programmanaam
(DSP Program)
• Huidige geselecteerde surround decoder (Audio Decoder)
• Huidige ingestelde FM/AM radiofrequentie (Frequency)
• De FM Radio Data Systeeminformatie (Program
Service, Program Type, Radio Text, Clock Time)
• iPod afspeelinformatie (Song, Album, Artist, List)
Als u bijvoorbeeld HDMI1 selecteert en “DSP Program”,
weergeeft, verschijnt het volgende scherm op de display
van het voorpaneel.
Signaalbron
Selecteer de gewenste signaalbron en druk
op rOPTION.
Het OPTION menu voor de geselecteerde
signaalbron wordt weergegeven (zie bladzijde 39).
Straight
Geluidsveldprogramma (DSP-program)
2
Druk op kCursor k / n om “Signal Info”, te
selecteren en druk dan op kENTER.
De informatie over signaalbronnen wordt
weergegeven. Zie bladzijde 40 over informatie dat
wordt weergegeven op het scherm.
y
• U kunt de informatie-items die op de display van het voorpaneel
worden weergegeven, wijzigen met behulp van kCursor k / n.
• Als een fout die verband houdt met HDMI optreedt, wordt
foutinformatie weergegeven onderaan dit scherm.
3
De informatie die over elke signaalbron kan worden
weergegeven staat in de tabel hieronder vermeld.
Signaalbron
Items
HDMI1-4
AV1-6
AUDIO1-2
V-AUX
PHONO
Input
DSP Program
Audio Decoder
MULTI CH
Input
FM/AM
Frequency
DSP Program
Audio Decoder
Program Service*
Program Type*
Radio Text*
Clock Time*
iPod
(Eenvoudige afstandsbedieningsmodus)
Input
DSP Program
Audio Decoder
iPod
(Menu bedieningsfunctie)
(Afspeelinformatie weergave)
Artist
Album
Song
DSP Program
Audio Decoder
Om de weergave van deze informatie te
beëindigen, druk op rOPTION.
(Afspeelmenu weergave)
List
Bluetooth
Input
DSP Program
Audio Decoder
*: “Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en “Clock
Type” verschijnen niet als het radiostation geen Radio Data
Systeemservice leveren.
26 Nl
Genieten van de geluidveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met een Yamaha digitale geluidsveldverwerking (DSP) chip. U kutn genieten van multikanaalsgeluiden van bijna alle signaalbronnen met gebruik van diverse geluidveldprogramma’s die zijn opgeslagen op
een chip en een diversiteit aan surround recorders.
INLEIDING
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
■ Het selecteren van een geluidsveldprogramma op het voorpaneel
Draai aan de OPROGRAM-schakelaar om een gewenst geluidsveldprogramma te selecteren.
BASISBEDIENING
Geluidsveldprogrammacategorie
Sci-Fi
Programmanaam
Beschrijvingen geluidsveldprogramma
y
• U kunt controleren welke luidsprekers momenteel signalen uitzenden met de luidsprekerindicators op de display van het voorpaneel (zie bladzijde 6).
• Elk programma kan geluidsveldelementen afstellen (geluidsveldparameters). Voor informatie, zie bladzijde 42.
•
in de tabel geeft de geluisveldprogramma met CINEMA DSP aan.
Voor film/TV-programmabronnen (MOVIE)
AANVULLENDE
INFORMATIE
Dit toestel levert geluidsveldprogramma’s voor meerdere categorieën, inclusief muziek, films en stereoreproductie. Kies
een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Opmerkingen
• Geluidsveldprogramma’s worden voor elke signaalbron opgeslagen. Als u de signaalbron verandert, dan wordt het geluidsveldprogramma dat eerder voor
die signaalbron is geselecteerd, opnieuw toegepast.
• Wanneer u de Dolby Digital Plus, Dolby TrueHD, DTS Express, DTS-HD Master Audio, of DTS-HD High Resolution Audio sources afspeelt, wordt het
geluid in rechtstreekse decodeermodus gereproduceerd.
• Als de bemonsteringsfrequentie van een signaalbron hoger is dan 96 kHz, dan past dit toestel geen geluidsveldprogramma’s toe.
Programma
VOORBEREIDIN
GEN
■ Het selecteren van een geluidsveldprogramma met de afstandsbediening
Voer de volgende handelingen uit afhankelijk van de categorie van de geluidveldprogramma’s.
Geluidsveldprogramma’s voor films/TV programma’s.................... Druk herhaaldelijk op hMOVIE.
Geluidveldprogramma’s voor muziek .............................................. Druk herhaaldelijk op hMUSIC.
Stereoreproductie ............................................................................. Druk herhaaldelijk op hSTEREO.
Multi-kanaals reproductie ................................................................ Druk herhaaldelijk op hSTEREO.
Compressed Music Enhancer ........................................................... Druk herhaaldelijk op hSTEREO.
Surround decoder ............................................................................. Druk herhaaldelijk op hSUR. DECODE.
Als u bijvoorbeeld “Sci-Fi” selecteert in “MOVIE”, verschijnt het volgende scherm op de display van het voorpaneel.
Beschrijving
Spectacle
Creëert een spectaculair geluidsveld dat een gevoel van geweldige omvang produceert. Dit geluidsveldprogramma
voorziet in een breed geluidsveld dat past bij Cinemascope en andere breedbeeld films, met een uitstekend
dynamisch bereik, van zeer zachte tot zeer harde geluiden.
Sci-Fi
Creëert een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects
films. Verschillende atmosferen kunnen levendig worden gereproduceerd, terwijl dialogen, geluidseffecten en
achtergrondmuziek duidelijk gescheiden worden.
Adventure
Creëert een geluidsveld dat ideaal is voor actie- en avonturenfilms, en een gevoel van kracht reproduceert door het
verminderen van natrillingen en een horizontale geluidsomgeving benadrukt. Een heldere en krachtige atmosfeer
wordt gereproduceerd waarbij de scheiding van audiokanalen en de helderheid van het geluid met een lichter
gevoel wordt behouden.
27 Nl
Nederlands
Creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke
akoestische positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het conceptontwerp
van dit geluidsveld is een “ideale bioscoop” waarin het publiek wordt omgeven door de mooie natrillingen van
links, rechts en van achteren.
AANHANGSEL
Standard
Genieten van de geluidveldprogramma’s
Programma
Beschrijving
Drama
Creëert een rustig geluidsveld dat geschikt is voor verschillende filmgenres, van serieus drama tot musicals en
comedies. Het geluid wordt geproduceerd met discrete natrilling, maar ook met een driedimensionaal gevoel.
Ruimtelijke geluidseffecten en achtergrondmuziek worden gereproduceerd met zachte natrillingen rond de
middenpositie, wat de vermoeidheid van het langdurig kijken naar films vermindert.
Mono Movie
Creëert een geluidsveld waarmee u kunt genieten van oude monofilms in een atmosfeer van een filmtheater uit die
tijd. Een comfortabele ruimte met een gevoel van diepte wordt gereproduceerd door de toevoeging van omgeving
en redelijke natrilling aan het oorspronkelijke geluid.
Sports
Creëert een levendig geluidsveld dat geschikt is voor sportuitzendingen en studioshows op tv in stereo. Bij
sportuitzendingen worden de stemmen van de sportverslaggevers en de analisten vanuit het midden weergegeven
terwijl het geluid van de menigte en de overige geluiden op juiste wijze worden verspreid, zodat er een realistische
stadionatmosfeer wordt gecreëerd alsof u er zelf bij bent.
Action Game
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS games. De aanwezigheid van diverse
geluidseffecten wordt vergroot met behoud van een duidelijk richtingsgevoel door het bereik van elk geluidseffect van elk
kanaal te beperken en gebruik te maken van weerkaatsingsgegevens, dat een realistisch en krachtige speelomgeving produceert.
Roleplaying Game
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor rollenspellen en avonturenspellen. Diepte en een driedimensionaal
gevoel van het spel worden geproduceerd door het combineren van filmgeluidseffecten en het geluid dat gebruikt
wordt in “Action Game”. In filmscenes worden filmachtige geluidseffecten geproduceerd.
Voor audiomuziekbronnen (MUSIC)
Programma
Beschrijving
Hall in Munich
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor de simulatie van een concerthal met ongeveer 2.500 zitplaatsen in München,
wat een typisch Europese concertlocatie is met elegante houten binnenmuren. Er wordt een rijk, verfijnd en prachtig
geluid geproduceerd, waardoor een ontspannen atmosfeer ontstaat. De stoelindeling is een linkermidden orkeststoel.
Hall in Vienna
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van een concerthal met ongeveer 1.700 zitplaatsen in
Wenen, dat een traditionele middelgrote schoenendoos type concertomgeving is. In deze hal kaatsen complexe
omnidirectionele weerkaatsingen tegen pilaren en beeldhouwwerken voor een karakteristiek rijk geluid.
Chamber
Creëert een geluid dat geschikt is voor het simuleren van een relatief grote kamer met een hoog plafond, zoals een
paleiskamer. Het produceert plezierige natrillingen die geschikt zijn voor hofmuziek en kamermuziek.
Cellar Club
Creëert een realistisch live geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van een huis met een laag plafond en intieme
atmosfeer. Het geeft een krachtig geluid waardoor u het gevoel krijgt alsof u vlak voor een klein podium staat.
The Roxy Theatre
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor de simulatie van live rockmuziekruimte tot ongeveer 460 zitplaatsen
in Los Angeles. De stoelindeling is een linkermidden stoel.
The Bottom Line
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van “The Bottom Line”, een beroemde jazz club in New York dat
een vloer heeft met 300 brede stoelen. Het produceert heldere natrillingen. De stoelindeling is aan de voorkant van het podium.
Music Video
Creëert een geluidsveld dat geschikt is voor het simuleren van een concertomgeving waar live-optredens van pop-,
rock- en jazzmuziek plaatsvinden. U kunt uzelf helemaal laten gaan in een hete live atmosfeer dat gecreëerd wordt
door een aanwezigheidsgeluidsveld dat de helderheid van vocals en solo’s en het slaan op de drums benadrukt, en
door een surround geluidsveld dat een sfeer van een grootschalige live-omgeving reproduceert.
Voor stereoreproductie (STEREO)
Programma
2ch Stereo
Beschrijving
Produceert voorstereo geluid. Dit is de standaard afspeelmodus.
y
• Wanneer er multi-kanaals signalen binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
Voor stereo/multi-kanaalsreproductie (STEREO)
Programma
7ch Stereo
28 Nl
Beschrijving
Produceert voor- en achtergeluid voor een grote omgeving. Deze afspeelmodus is geschikt voor BGM tijdens een
houseparty. Het geluid wordt weergegeven uit maximaal zeven luidsprekers.
Genieten van de geluidveldprogramma’s
De Compressed Music Enhancer (ENHNCR)
Programma
Beschrijving
Reproduceert op dynamische wijze het geluid van 2-kanaals of meerkanaals samengeperst geluid met hetzelfde
aantal kanalen als het geluid van de signaalbron.
7ch Enhancer
Reproduceert op dynamische wijze geluid van samengeperst geluid in 7 kanalen, ongeacht de geluidskanalen van
de signaalbronnen.
INLEIDING
Straight Enhancer
Surround decodeerstand (SUR.DEC)
Decoder
Beschrijving
PLIIx Movie /
PLII Movie
Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) decoder. Dit is geschikt voor
films. U kunt de Dolby Pro Logic IIx decoder niet selecteren in de volgende situaties:
• Als de surround achter luidsprekers niet zijn aangesloten
• Als er een hoofdtelefoon is aangesloten
PLIIx Music /
PLII Music
Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) decoder. Dit is geschikt voor
muziek. U kunt de Dolby Pro Logic IIx decoder niet selecteren in de volgende situaties:
• Als de surround achter luidsprekers niet zijn aangesloten
• Als er een hoofdtelefoon is aangesloten
PLIIx Game /
PLII Game
Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) decoder. Dit is geschikt voor
games. U kunt de Dolby Pro Logic IIx decoder niet selecteren in de volgende situaties:
• Als de surround achter luidsprekers niet zijn aangesloten
• Als er een hoofdtelefoon is aangesloten
Neo:6 Cinema
Reproduceert geluid met behulp van de DTS Neo:6 decoder. Dit is geschikt voor films.
Neo:6 Music
Reproduceert geluid met behulp van de DTS Neo:6 decoder. Dit is geschikt voor muziek.
y
• Wanneer meerkanaalsgeluid de signaalbron is, wordt het geluid in rechtstreekse decodeermodus gereproduceerd (zie bladzijde 30).
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Reproduceert geluid met behulp van de Dolby Pro Logic decoder. Dit is geschikt voor alle soorten geluidsbronnen.
BASISBEDIENING
Pro Logic
VOORBEREIDIN
GEN
Reproduceert geluid van 2-kanaals brongeluid in maximaal 7 kanalen met behulp van een surround decoder.
AANVULLENDE
INFORMATIE
AANHANGSEL
Nederlands
29 Nl
Genieten van de geluidveldprogramma’s
Genieten van onverwerkte signaalbronnen
(rechtstreekse decodeer stand)
Genieten van geluidsveldprogramma’s
met hoofdtelefoons (SILENT CINEMA™)
In rechte decodeerstand worden geluiden geproduceerd
zonder geluidsveldeffect. 2-kanaals stereobronnen worden
weergegeven van slechts de linker en rechter voorluidsprekers. Multi-kanaals signaalbronnen worden recht
gedecodeerd in de juiste kanalen en multi-kanaals
geluiden worden gereproduceerd zonder een
geluidsveldeffect.
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
bronnen te luisteren met uw hoofdtelefoon. SILENT
CINEMA stand wordt automatisch geselecteerd als u de
hoofdtelefoonstekker insteekt in de PHONES-aansluiting.
1
2
Om rechtstreekse decodeerstand in te
schakelen, druk op PSTRAIGHT (of
hSTRAIGHT).
“Straight” verschijnt op de display van het
voorpaneel.
Om de decodeerstand te annuleren, druk
nogmaals op PSTRAIGHT (of
hSTRAIGHT).
Een geluidsveldprogrammanaam verschijnt op de
display van het voorpaneel en het geluid wordt
gereproduceerd met dat geluidsveldeffect.
Gebruik van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u ook zonder daadwerkelijke
surround-luidsprekers in staat om te profiteren van DSP
surroundeffecten door middel van virtuele surroundluidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs
gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee
luidsprekers zonder midden-luidspreker.
Wanneer “Sur. L/R SP” in het SETUP-menu is ingesteld
op “None” (zie bladzijde 48), werkt dit toestel in de
Virtual CINEMA DSP-modus.
Opmerking
• Virtual CINEMA DSP is niet beschikbaar in de volgende situaties, zelfs
wanneer u “Sur. L/R SP” op “None” (zie bladzijde 48) instelt.
– een hoofdtelefoonstekker is aangesloten op de PHONES-aansluiting.
– 7ch Stereo van het geluidsveldprogramma is geselecteerd.
– Pure Direct-modus of rechtstreekse decodeerstand wordt gebruikt.
30 Nl
Opmerking
• SILENT CINEMA-stand is onder de volgende omstandigheden niet
beschikbaar.
– 2ch Stereo van het geluidsveldprogramma is geselecteerd.
– Pure Direct-modus of rechtstreekse decodeerstand wordt geselecteerd.
Genieten van meer ruimtelijke
geluidsvelden (CINEMA DSP 3D-modus)
CINEMA DSP 3D-modus voor een intensief en accuraat
stereoscopisch geluidsveld in de luisterruimte.
Om dit toestel in CINEMA DSP 3D-modus te gebruiken,
zijn aanwezigheidsluidsprekers vereist. Voer de volgende
stappen uit en selecteer een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Wanneer een
geluidsveldprogramma in CINEMA DSP 3D-modus
loopt, gaat de CINEMA DSP 3D-indicator op het
voorpaneel branden.
• Sluit de aanwezigheidsluidsprekers op de EXTRA SPaansluitingen aan (zie bladzijde 12).
• Stel “Extra SP Assign” in op “Presence”
(zie bladzijde 47).
• Schakel CINEMA DSP 3D in het SETUP-menu in
(zie bladzijde 42).
Opmerking
• Als er een hoofdtelefoon op dit toestel is aangesloten, speelt dit toestel af
in SILENT CINEMA-modus en kan CINEMA DSP 3D-modus dus niet
worden ingeschakeld.
FM/AM afstemmen
De FM/AM tuner van dit toestel levert de volgende twee
standen voor afstemmen.
4
Opmerkingen
Opmerking
• Stel de FM/AM antennes die op dit toestel zijn aangesloten af, voor de
beste ontvangst.
Afstemmen op een gewenste FM/AM
zender (Frequentie afstemming modus)
2
Druk op IFM (fFM) of IAM (fAM) om
een band te selecteren.
“FM” of “AM” verschijn op de display van het
voorpaneel volgens de band die u heeft geselecteerd.
3
Druk op JTUNING l / h (of fTUNING k / n)
om de frequentie te specificeren.
Om op een hogere frequentie af te stemmen, druk op
h (of k). Om het af te stemmen op een lager bereik,
druk op l (of n). De TUNED-indicator op de
display op het voorpaneel licht op als de tuner afstemt
op een zender. De STEREO-indicator licht ook op als
het programma wordt uitgezonden in stereo.
Registreert FM/AM zenders en stemt
af in (Voorkeuze afstemmings modus)
U kunt tot 40 FM/AM zenders registreren (Voorkeuze)
met gebruik van de functie automatische instelling van
voorkeuzezenders of handmatige instelling van
voorkeuzezenders.
Zenders registreren via automatische
zenderafstemming
De tuner detecteert automatisch FM zenders met
verkeerde signalen en registreert tot 40 zenders. AM
zenders kunnen niet automatisch worden geregistreerd.
Gebruik de handmatige stationafstemming.
Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op eTUNER) om de signaalbron om te
schakelen naar “TUNER”.
2
Druk op rOPTION op de afstandsbediening.
Het OPTION-menuscherm voor instellingsopties van
de tunerinvoer verschijnt op de display van het
voorpaneel.
STEREO
TUNED
FM92.50MHz
De frequentie wijzigt op de volgende manier afhankelijk van hoe
u drukt op JTUNING l / h (of fTUNING k / n).
Als u de toets langer dan 1 seconde indrukt
De tuner zoekt de frequentie van een zender die
detecteerbaar is rond de huidige frequentie. Dit is effectief
als de tuner sterke signalen kan ontvangen zonder storing.
Als de zoekopdracht start, laat u de toets los.
y
• U kunt wisselen tussen stereo of mono voor FM-uitzending in het
OPTION-menu (zie bladzijde 41).
• Voor meer informatie over het OPTION-menu,zie bladzijde 39.
• Het OPTION-menu wordt weergegeven op de videomonitor.
3
Selecteer “Auto Preset” met behulp van
kCursor k / n en druk op kENTER.
Auto Preset
Automatische zenderafstemming start ongeveer 5
seconden later vanaf de laagste frequentie omhoog.
31 Nl
Nederlands
Als u drukt en de toets weer loslaat
De tuner verhoogt of verlaagt de frequentie in stapjes.
Gebruik deze methode als de tuner geen sterke signalen
kan ontvangen en zenders tijdens het zoeken worden
overgeslagen.
y
AANHANGSEL
1
AANVULLENDE
INFORMATIE
Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op eTUNER) om de signaalbron om te
schakelen naar “TUNER”.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
1
BASISBEDIENING
• Als u tijdens het voorprogrammeren op de mNumerieke
toetsen drukt, wordt een voorkeuzenummer geselecteerd. Stel
de afstemmingsmodus op frequentie-afstemmingsmodus met
behulp van JTUNING l / h (of fTUNING k / n)
voorafgaand aan de handeling.
• “Wrong Station!” verschijnt op de display van het voorpaneel als u
een frequentie invoert die niet in een bereikbaar bereik ligt. Zorg
dat de ingevoerde frequentie correct is.
• U hoeft geen nul in te voeren als u aan het eind van een decimaal
getal komt. Voer bijvoorbeeld “925” voor “92,50 MHz” of “940”
voor “94,00 MHz” in.
VOORBEREIDIN
GEN
■ Voorkeuze-afstemming
U kunt de frequenties van FM/AM zenders vooraf
instellen door ze te registeren met specifieke nummers en
later eenvoudigweg die nummers te selecteren om op af te
stemmen.
INLEIDING
■ Frequentie-afstemming
U kunt afstemmen op een gewenste FM/AM zender door
te zoeken naar of het specificeren van een frequentie.
Om af te stemmen volgens directe
frequentieafstemming, gaat u naar de
frequentie van de gewenste zender met
gebruik van de mNumerieke toetsen van
de afstandsbediening.
Vul alleen hele cijfers in. Als u bijvoorbeeld zoekt
naar frequentie 88,90 MHz, dan voert u “8890” in
met behulp van mNumerieke toetsen.
FM/AM afstemmen
y
• U kunt het voorkeuzenummer selecteren waarop het voorkiezen
begint door te drukken op fPRESET k / n of kCursor k / n
op de afstandsbediening terwijl “READY” wordt weergegeven op de
display op het voorpaneel.
• Om de registratie te annuleren, drukt u op kRETURN op de
afstandsbediening.
4
• Om de registratie te annuleren drukt u op kRETURN op de
afstandsbediening of laat u de tuner zonder handelingen 30 seconden met rust.
Status
01:FM87.50MHz
Voorkeuzenummer
Druk opnieuw op GMEMORY (of
fMEMORY) om vast te zetten.
Als de registratie is voltooid, keert het scherm terug
naar de originele staat.
y
Frequentie
Tijden de automatische zenderafstemming, verandert het
bovenste gedeelte van het scherm als volgt: SEARCH →
MEMORY elke keer als een zender wordt geregistreerd.
Als de registratie is voltooid, verschijnt “FINISH” en
verschijnt het OPTION-menuscherm automatisch opnieuw.
Als u drukt op rOPTION op de afstandsbediening, dan
keert het scherm terug naar de orignele staat.
Opmerking
• Alleen Radio Data Systeemzenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren.
Zenders registreren via handmatige
zenderafstemming
U kunt handmatig AM zenders registreren of FM zenders
met zwakke signalen.
Een voorkeuzezender oproepen
(Automatische afstemming)
U kunt voorkeuzezenders oproepen die zijn geregistreerd door
automatische zenderafstemming of handmatige zenderafstemming.
Druk op HPRESET l / h (of fPRESET k / n)
tom een voorkeuzenummer te selecteren.
y
• Voorkeuzenummers waarop geen zenders zijn geregistreerd, worden
overgeslagen.
• Als er geen zenders zijn geregistreerd, verschijnt “No Presets” of “No
Presets in Memory” op de display. Zie bladzijde 31 en registreer zenders.
• U kunt direct een voorkeuzenummer selecteren door te drukken op een mNumerieke
toetsen tijdens het oproepen van een voorkeuzezender. Wanneer u een
voorkeuzenummer invoert waarop nog geen zender is geregistreerd, verschijnt “Empty” op de
display. “Wrong Num.” verschijnt als u een ongeldig nummer invoert.
• Als u op de mNumerieke toetsen drukt tijdens normaal afstemmen,
dan wordt een voorkeuzenummer geselecteerd. Stel de afstemmingsmodus
op voorkeuze-afstemmingsmodus met behulp van HPRESET l / h (of
fPRESET k / n) voorafgaand aan de handeling.
Wissen van voorkeuzezender
1
Stem af op een zender en raadpleeg daarbij
“Afstemmen op een gewenste FM/AM zender
(Frequentie afstemming modus)” (zie bladzijde 31).
1
Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op eTUNER) om de signaalbron om te
schakelen naar “TUNER”.
2
Druk op GMEMORY (of fMEMORY).
“Manual Preset” verschijnt op de display van het voorpaneel gevolgd
door het voorkeuzenummer waarop de zender wordt geregistreerd.
y
2
Druk op rOPTION op de afstandsbediening.
Het OPTION-menuscherm voor instellingsopties van de
tunerinvoer verschijnt op de display van het voorpaneel.
3
Selecteer “Clear Preset” met behulp van
kCursor k / n en druk op kENTER.
Het volgende scherm verschijnt op de display.
• Door het meer dan 2 seconden ingedrukt houden van GMEMORY
(of fMEMORY) kunt u stap 3 overslaan. De zender is geregistreerd
op het laagste lege voorkeuzenummer of een voorkeuzenummer dat
één hoger ligt dan het laatste voorkeuzenummer.
3
Druk op HPRESET l / h (of fPRESET k / n)
om het voorkeuzenummer te selecteren waarop de
zender moet worden vastgezet.
Wanneer u een voorkeuzenummer selecteert waarop nog geen zender is
geregistreerd, verschijnt “Empty” op de display. Als u een geregistreerd
voorkeuzenummer selecteert, wordt een geregistreerde frequentie
weergegeven aan de rechterkant van het voorkeuzenummer.
01:FM92.50MHz
Het voorkeuzenummer van de geregistreerde zender die u wilt wissen.
y
• U kunt de handeling annuleren en terugkeren naar het OPTIONmenuscherm door te drukken op kRETURN op de afstandsbediening.
Frequentie die moet worden geregistreerd
4
01:Empty
Knippert
Voorkeuze
nummer
Leeg (of frequentie die momenteel is
geregistreerd naar het voorkeuzenummer)
y
• U kunt een voorkeuzenummer selecteren met behulp van de
mNumerieke toetsen.
32 Nl
Selecteer het voorkeuzenummer van de
geregistreerde zender die u wilt wissen met behulp
van de kCursor k / n en druk op kENTER.
De voorkeuzezender dat is geregistreerd bij het
geselecteerde voorkeuzenummer wordt gewist. Om
de registratie van meerdere voorkeuzenummers te
wissen, herhaalt u de bovenstaande stappen.
Om de handeling te beëindigen, druk op rOPTION.
Radio Data Systeem afstembewerking
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt.
Dit toestel kan verschillende Radio Data Systeem gegevens ontvangen zoals “Program Service”, “Program Type”, “Radio
Text”, “Clock Time”, en “EON” (verbeterde andere netwerken) bij het ontvangen van Radio Data Systeem zendstations.
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Display van het voorpaneel (Als “Program Type”
is geselecteerd)
Frequentie
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
y
2
ProgramService
ProgramType
RadioText
ClockTime
(Frequentiedisplay)
U kunt deze functie gebruiken om het gewenste
radioprogramma te selecteren uit alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door
middel van het programmatype.
y
• U moet zenders vooraf instellen voor u gebruikmaakt van PTY Seek.
Indien “No Presets” of “No Presets in Memory” wordt weergegeven,
betekent het dat er geen zenders zijn geregistreerd. Zie bladzijde 32 en
registreer zenders.
• U kunt PTY Seek bedienen terwijl u kijkt op het videomonitorscherm.
1
Druk op eTUNER op de afstandsbediening
om “TUNER” te selecteren als signaalbron.
2
Druk op rOPTION op de
afstandsbediening.
Het afstemoptiemenu verschijnt. Zie bladzijde 39
voor meer informatie over het optiemenu.
3
Druk op kCursor k / n op de
afstandsbediening om “PTY Seek” te
selecteren en druk op kENTER.
DSPProgram
De inhoud van de informatie is als volgt.
Type informatie
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY Seek-modus)
Beschrijving
Geeft de naam weer van het Radio
Data Systeem programmaservice dat
momenteel wordt ontvangen.
Program Type
Geeft het type weer van het Radio
Data Systeem programma dat
momenteel wordt ontvangen.
Radio Text
Geeft de informatie weer van het
Radio Data Systeem programma dat
momenteel wordt ontvangen.
Geeft de huidige tijd weer.
DSP Program
Geeft het huidig geselecteerde
geluidsveldprogramma weer.
Audio Decoder
Geeft de huidig geselecteerde surround
decoder weer.
PTY:SPORT
Nederlands
Clock Time
AANHANGSEL
Program
Service
AANVULLENDE
INFORMATIE
AudioDecoder
Opmerking
• “Program Service”, “Program Type”, “Radio Text” en “Clock Type”
verschijnen niet als het radiostation geen Radio Data Systeemservice
levert.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Druk herhaaldelijk op FINFO op het
voorpaneel (of gINFO op de
afstandsbediening) tot de gewenste
informatie wordt weergegeven.
Informatie over de display verandert als u op de toets
drukt. Het soort informatie wordt even weergegeven
en dan wordt de informatie weergegeven.
Program Type
BASISBEDIENING
• Wij raden u aan om af te stemmen op Radio Data Systeem zenders
met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie
(zie bladzijde 31).
• U kunt ook met de PTY Seek functie afstemmen op de gewenste
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender.
CLASSICAL
VOORBEREIDIN
GEN
U kunt deze functie gebruiken om de 4 types Radio Data
Systeem informatie weer te laten geven: “Program
Service”, “Program Type”, “Radio Text”, “Clock Time”.
1
INLEIDING
Opmerking
• Radio Data systeemontvangstfunctie is alleen beschikbaar op modellen uit het VK, Europa en Rusland.
33 Nl
Radio Data Systeem afstembewerking
4
Druk op kCursor l / h op de afstandsbediening
om een programmatype voor zoeken te selecteren.
U kunt een programmatype selecteren uit het volgende.
Programmatype
Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sports
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Drama
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek (easy
listening)
Opmerkingen
• Om gebruik te maken van de EON dataservice, moet u zich eerst
registreren voor de Radio Data Systeem zenders en hun verwante zenders
als voorkeuzezenders.
• EON dataservice-instellingen worden opnieuw ingesteld als u het toestel
uitzet.
y
• U kunt EON bedienen terwijl u kijkt op het videomonitorscherm.
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2
Druk op rOPTION op de
afstandsbediening.
Het tuneroptiemenu verschijnt. Voor meer informatie
over het optiemenu, zie bladzijde 39.
3
Druk op kCursor k / n op de
afstandsbediening om “EON” te selecteren
en druk op kENTER.
“EON:OFF” verschijnt op de display van het
voorpaneel.
Huidige frequentie
EON:OFF
y
5
Om een zender op te zoeken, drukt u op
kCursor k / n op de afstandsbediening.
Als u drukt op kCursor n, zoekt dit toestel naar
beneden vanaf de huidige frequentie. Als u drukt op
kCursor k, zoekt dit toestel hoger dan de huidige
voorkeuzezender.
Als een zender is gedetecteerd, stopt het zoeken.
Indien de zender niet de gewenste is, drukt u op
dezelfde toets om door te gaan met zoeken.
Om zoeken te beëindigen, drukt u op rOPTION.
• Als er geen zenders zijn geregistreerd, verschijnt “No Presets” of
“No Presets in Memory” op de display. Zie bladzijde 32 en
registreer zenders.
• Indien het aanverwante station van de geselecteerde
voorkeuzezender of de EON dataservice niet beschikbaar is,
verschijnt “Not Available”.
4
Druk op kCursor l / h om een
programmatype te selecteren.
NEWS
AFFAIRS
OFF
INFO
SPORT
Opmerking
• Indien “Not found” wordt weergegeven, is er geen zender beschikbaar
voor het geselecteerde programmatype dat is gedetecteerd.
Gebruiken van de dataservice voor verbetering
van het gebruik van andere netwerken (EON)
U kunt de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice
van het Radio Data Systeem netwerk ontvangen. Indien u
Radio Data Systeem zenders ontvangt als een aanverwante
zender start met het uitzenden van een programma dat u hebt
geselecteerd, wisselt dit toestel automatisch van zender.
Om gebruik te maken van deze functie selecteert u een van de
4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) terwijl u de Radio Data Systeem zender
ontvangt. Als een verwante zender start met het uitzenden van
een geselecteerd programma, stemt dit toestel automatisch af
op die zender en keert het terug naar de vorige zender als het
geselecteerde programma is beëindigd.
34 Nl
5
Na het selecteren van een programmtype,
drukt u op rOPTION om het optiemenu te
beëindigen.
Als een aanverwant station het geselecteerde
programma begint uit te zenden, stemt dit toestel
automatisch af op die zender. Als het programma
eindigt, wordt er automatisch teruggeschakeld naar
de vorige zender.
De EON wordt in de volgende gevallen uitgezet:
– als de EON éénmaal is geactiveerd
– als dit toestel in standby is gezet voordat EON is
geactiveerd
– als een andere zender is geselecteerd voordat EON
is geactiveerd
y
• Om de EON te annuleren, voltooit u stap 1 tot 5 opnieuw en
selecteert u “EON:OFF”.
Gebruikmaken van iPod™
Opmerkingen
• iPod touch, iPod (Click and Wheel inclusief iPod classic), iPod nano, en iPod mini worden ondersteund.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
• Sommige functies zijn mogelijk niet compatibel, afhankelijk van het model van uw Yamaha iPod universeel dock. De volgende hoofdstukken beschrijven
de procedure bij het gebruik van de YDS-11.
• Zodra de verbinding tussen uw iPod en dit toestel gereed is, verschijnt er “iPod connected” op de display van het voorpaneel.
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op de videomonitor kunnen verschijnen, zie het hoofdstuk “iPod” op
bladzijde 65.
Bedienen van een iPod in de menu
browsen-stand
Bedienen van iPod™
Toets
k
Menu omhoog
1
n
Menu omlaag
l
Vorige menu
Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
herhaaldelijk op de eDOCK) om “iPod
(DOCK)” als de signaalbron te selecteren.
h
Volgende menu
2
Druk op tDISPLAY op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op de videomonitor verschijnen.
w
Terug zoeken (ingedrukt houden)
f
Vooruit zoeken (ingedrukt houden)
a
Vooruit springen
b
Terug springen
s
Stop
e
Pauze (menu browsen-stand)
Weergave/pauze (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie)
p
Weergave (menu browsen-stand)
Weergave/pauze (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie)
DISPLAY
Schakel tussen de menu browsen-stand en
de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
Bedienen van een iPod in de eenvoudige
afstandsbedieningsstand
Music>
Videos>
3
Druk op kCursor k / n om “Music” of
“Videos” te selecteren en druk op
kCursor h.
• Selecteer “Music” om te browsen in de
muziekbestanden.
• Selecteer “Videos” om te browsen in de
videobestanden.
Opmerking
• “Videos” wordt niet weergegeven als uw iPod of Yamaha iPod
universal dock de browserfunctie voor het browsen van
videobestanden niet ondersteunt.
Nederlands
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stoppen,
overslaan, enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening zonder het menu op de videomonitor
weer te geven. U kunt uw iPod ook direct bedienen met
deze functie.
iPodTop
AANHANGSEL
t
• “_”(streep) wordt weergegeven voor tekens die dit toestel niet kan
weergeven.
AANVULLENDE
INFORMATIE
l
y
ENTER
Volgende menu
GEAVANCEERD
E BEDIENING
k
Functie
U kunt de uitgebreide iPod handelingen uitvoeren met de
afstandsbediening terwijl u op het weergegeven menu
kijkt op de videomonitor. U kunt door de muzieknummers
of videobestanden bladeren die op uw iPod zijn
opgeslagen en die op de monitor worden weergegeven. U
kunt uw iPod niet direct bedienen met deze functie.
BASISBEDIENING
U kunt uw iPod bedienen als u deze in het iPod universele
dock zet en de signaalbron wisselt naar DOCK. U kunt uw
iPod bedienen via de videoweergave (menu browsen-stand) of
zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsstand).
Indien u uw iPod aansluit op dit toestel, dan kunt u de
volgende handelingen uitvoeren met de afstandsbediening.
VOORBEREIDIN
GEN
y
INLEIDING
Als u eenmaal uw iPod in een Yamaha iPod universele dock heeft geplaatst (zoals de YDS-11, die apart wordt verkocht)
die aangesloten is op de DOCK-aansluiting op het achterpaneel van dit toestel (zie bladzijde 19), kunt u uw iPod
bedienen met de afstandsbediening met behulp van het menu dat op de videomonitor wordt weergegeven. U kunt de
Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale
audiobestanden (zoals het MP3-formaat) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 29).
35 Nl
Gebruikmaken van iPod™
4
Druk up kCursor k / n / l / h om een
menu-item te selecteren en vervolgens op
kENTER om het afspelen te starten.
Menu-items van “Music”
Playlists, Artists, Albums, Songs, Genres, Composers
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
Menu-items van “Videos”
Menu-items variëren, afhankelijk van de bestanden op uw
iPod.
■
Beschrijving van de weergaveinformatie
display
Willekeurige weergave/herhaalde weergave
U kunt een speciale weergavefunctie gebruiken zoals een
willekeurige weergave en een herhaalde weergave bij het
instellen van het OPTION-menu.
1
Druk op tDISPLAY om de menubrowsenstand te wisselen als “iPod (DOCK)” als
signaalbron is geselecteerd.
Om de functie voor het willekeurig of herhaald
afspelen in eenvoudige afstandmodus te gebruiken,
stel uw iPod in vanaf zijn menu.
2
Druk op rOPTION.
Het OPTION-menu wordt weergegeven.
3
Druk op kCursor k / n om de gewenste
afspeelfunctie te selecteren, “Shuffle” of
“Repeat”, en druk vervolgens op kENTER.
De volgende weergavestijlen zijn beschikbaar
afhankelijk van de geselecteerde weergavefuctie.
g
iPod[Play]
1/9
FrankieZipper
Made-to-order
RoadtoIndia
|||||;;;;;;;;;;;;;;;
0:51-7:44
All
a
b
c
d
e
f
h
Shuffle: Speelt willekeurig songs of albums af
(keuzes: Off, Songs, Albums).
• Selecteer “Off” indien u niet in willekeurige
volgorde wilt afspelen.
• Selecteer “Songs” om songs in willekeurige
volgorde af te spelen.
• Selecteer “Albums” om albums in willekeurige
volgorde af te spelen.
i
a Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
b Artiestnaam
c Albumtitel
d Songtitel
e Voortgangsbalk
f Verstreken tijd
gPictogrammen willekeurige en herhaalde weergave
h (weergave),
(pauze),
(vooruit zoeken) en
(achteruit zoeken)
i Resterende tijd
Repeat: Speelt songs of albums hehaaldelijk af
(keuzes: Off, One, All).
• Selecteer “Off” indien u niet herhaaldelijk wilt
afspelen.
• Selecteer “One” om elke song te herhalen.
• Selecteer “All” om alle songs te herhalen.
4
y
• U kunt informatieschermen wijzigen op de display op het voorpaneel met
behulp van FINFO (of gINFO) (zie bladzijde 26). Items die worden
weergegeven op de display van het voorpaneel verschillen afhankelijk
van de op dat moment geselecteerde stand.
Selecteer de gewenste stijl met behulp van
kCursor l / h.
De stijl is geselecteerd. Weergave start met de functie
die is geselecteerd in stap 3.
Om naar het vorige scherm terug te keren, druk op
kRETURN. Om naar de vorige weergavefunctie
terug te keren, moet u de bovenstaande stappen
ongedaan maken.
y
• Als de willekeurige weergave bezig is, verschijnt “
” op de
videomonitor.
• Indien “Repeat” is ingesteld op “One” of “All”, verschijnt “ 1 ” of “
op de videomonitor.
36 Nl
All
”
Gebruikmaken van Bluetooth™ componenten
“Paren” (“Pairing”) refereert naar de handeling van het registreren
van een Bluetooth component ten behoeve van Bluetooth
verbinding. Er dient een paring uitgevoerd te worden bij het
gebruik van een Bluetooth component met de Bluetooth draadloze
audio-ontvanger, als de laatste voor de eerste keer op dit toestel
wordt aangesloten, of als de paringsgegevens verwijderd zijn.
Zorg dat de Bluetooth component de
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
herkent.
Indien de Bluetooth de Bluetooth draadloze audioontvanger herkent, bijvoorbeeld “YBA-10
YAMAHA”, dan wordt Bluetooth weergegeven in de
apparatenlijst.
6
Selecteer de Bluetooth draadloze audioontvanger in de Bluetooth apparatenlijst en
voer het toetspad “0000” in de Bluetooth
component.
Als de paring is voltooid, verschijnt “Completed” op
de display van het voorpaneel.
y
• U hebt de paringshandeling alleen de eerste keer nodig wanneer u gebruik maakt
van de Bluetooth component met de Bluetooth draadloze audio-ontvanger.
• Het paren vereist handelingen op dit toestel en op de andere component
waarmee Bluetooth verbinding dient te worden gemaakt. Raadpleeg
zonodig de meegeleverde handleiding van het andere component.
■
Het paren van de Bluetooth draadloze audioontvanger en uw Bluetooth component
Weergave van de Bluetooth™
component
1
Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
herhaaldelijk op de eDOCK) om “Bluetooth
(DOCK)” als de signaalbron te selecteren.
2
Zet het Bluetooth component aan dat u wilt
paren en zet het in de paringsstand.
Voor meer informatie over de werking van het Bluetooth
component, raadpleegt u de instructiehandleiding.
2
Druk op rOPTION.
3
Druk herhaaldelijk op kCursor n om
“Connect” te selecteren en druk op
kENTER.
Na de uitvoering van “Connect”, start de
communicatie met de Bluetooth component. Wanneer
de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger
de Bluetooth component herkent, verschijnt er “BT
Connected” op de display van het voorpaneel.
3
Druk op rOPTION.
Het OPTION-menu voor DOCK ingang verschijnt op
de videomonitor.
DOCKOPTION
.VolumeTrim
Connect
Pairing
y
• Wanneer u drukt op kENTER op de afstandsbediening drukt,
zoekt de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger de
laatst verbonden Bluetooth component en verbindt zich daarmee.
Als de Bluetooth draadloze audio-ontvanger de Bluetooth
component niet kan vinden, verschijnt er “Not found” op de
display van het voorpaneel.
• Om de Bluetooth draadloze audio-ontvanger los te koppelen van de
Bluetooth component, dient u opnieuw het OPTION-menu weer te
geven, selecteert u “Disconnect”, en drukt u op kENTER.
4
[
[
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Select
y
4
Begin met de weergave van uw Bluetooth
component.
• Om de paring te annuleren, druk op kRETURN.
• U kunt de paringsuitvoering ook starten door GMEMORY op het
voorpaneel ingedrukt te houden.
37 Nl
Nederlands
Druk op kCursor n om “Pairing” te
selecteren en druk op kENTER.
“Searching” verschijnt op de display van het
voorpaneel en de paringsuitvoering start.
AANHANGSEL
Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
herhaaldelijk op de eDOCK) om “Bluetooth
(DOCK)” als de signaalbron te selecteren.
AANVULLENDE
INFORMATIE
1
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Er is een tijdslimiet van 8 minuten gesteld voor de paringsbewerking
om de veiligheid te garanderen. We raden u aan dat u de instructies
voordat u begint leest zodat u deze goed begrijpt.
y
• De Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger kan gepaard worden
aan tot maximaal acht Bluetooth componenten. Als het paren met een
negende component lukt en de paringsgegevens zijn geregistreerd, zijn
de paringsgegevens voor de minst onlangs gebruikte component gewist.
BASISBEDIENING
5
VOORBEREIDIN
GEN
Het paren van de Bluetooth™
draadloze audio-ontvanger en uw
Bluetooth™ component
INLEIDING
Dit toestel ondersteunt A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) Bluetooth profiel. U kunt een Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals een apart verkrijgbare YBA-10) aansluiten op de DOCK-aansluiting van dit toestel en
luisteren naar de op uw Bluetooth component (zoals een draagbare muziekspeler) opgeslagen muziekinhoud, zonder
bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U dient alleen van tevoren het “Paren” (“Pairing”) uit te voeren
van de aangesloten Bluetooth draadloze audio-ontvanger met uw Bluetooth component.
Overige functies
Gebruiken van de slaaptimer
3
Controleer de instellingen van die componenten
en schakel de HDMI regelfunctie in.
Dit toestel: Stel “Control (SETUP-menu → Function
Setup → 1 HDMI)” in op “On” in het SETUP-menu
(zie bladzijde 50).
Externe componenten: Raadpleeg hun
instructiehandleidingen.
4
Zet de TV uit.
Alle externe componenten die de HDMI regelfunctie
ondersteunen gaan uit gekoppeld aan de tv die wordt
uitgezet. Als een component niet uit gaat, zet deze
dan handmatig uit.
5
Zet de TV aan.
Zorg ervoor dat dit toestel aan gaat, gekoppeld aan de
tv die wordt aangezet. Als het niet aan gaat, zet deze
dan handmatig aan.
6
Stel het signaal in van de TV volgens de
component die is aangesloten op dit toestel
zoals [HDMI].
7
Als een DVD-recorder of Blu-ray recorder die
de HDMI regelfunctie ondersteunt, is
aangesloten op dit toestel, zet deze dan aan.
Dit toestel: zorg ervoor dat de signaalbron geselecteerd
is waaraan de DVD-recorder of Blu-ray recorder is
aangesloten. Als een andere signaalbron geselecteerd
is, selecteer de signaalbron dan handmatig.
Extern component: zorg ervoor dat u de afbeeldingen
goed op de videomonitor kan zien.
U kunt dit toestel instellen om na een bepaalde ingestelde
tijd automatisch naar de standby-stand terug te keren.
Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat
slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of
opnemen is.
Druk herhaaldelijk op qSLEEP om de
tijdsperiode in te stellen.
Met elke druk op de toets zal het display op het voorpaneel
zoals hieronder weergegeven, veranderen.
Sleep 120min.
Sleep Off
Sleep 90min.
Sleep 30min.
Sleep 60min.
Als de slaaptimer is ingesteld, begint de SLEEP-indicator
op de display van het voorpaneel op te lichten.
Druk herhaaldelijk op qSLEEP op de afstandsbediening tot
“Sleep Off” verschijnt op het display op het voorpaneel.
Gebruikmaken van de HDMI™
regelfunctie
Dit toestel ondersteunt de HDMI besturingsfunctie.
Wanneer een TV die de HDMI regelfunctie ondersteunt, is
aangesloten op dit toestel via de HDMI-aansluiting, kunnen
de volgende handelingen van dit toestel worden geregeld met
de afstandsbediening van de TV (behalve bij sommige TV’s).
• Schakelen tussen aan en stand-by (aangesloten op een TV)
• Volume regeling (op/neer, dempen)
• Het geluid wisselen tussen een TV en dit toestel
Als u gebruik maakt van de HDMI-regelfunctie, doet u
het volgende in navolging van de instructiehandleiding
van de tv.
• Zet de HDMI-regelfunctie op de TV aan.
• Sluit de TV aan op dit toestel waarbij u de instructies voor
het aansluiten van de TV op een AV-versterker opvolgt.
y
• U hoeft stap 1 tot 7 niet voor de tweede keer uit te voeren.
8
y
• De HDMI regelcompatibele onderdelen bevatten Panasonic VIERA Link
compatibele TV, DVD-speler/recorder en Blu-ray Discspeler.
• Als een DVD recorder/Blu-ray recorder/HD DVD recorder die de HDMI
regelfunctie ondersteunt, is aangesloten via de HDMI-aansluiting, dan is
de bediening ook verbonden met die van dit toestel. Raadpleeg voor meer
informatie de instructiehandleiding.
• We raden u aan om een TV, DVD-recorder, Blu-ray recorder en HD
DVD-recorder te gebruiken van dezelfde producent.
1
2
Sluit een TV aan op dit toestel die de HDMI
regelfunctie ondersteunt, via een HDMIaansluiting.
Zet alle componenten die zijn aangesloten op
dit toestel via de HDMI-aansluiting, aan.
Voor meer informatie over de werking van externe
componenten, raadpleegt u de meegeleverde
instructiehandleidingen.
38 Nl
Voer de volgende handelingen uit met de
afstandsbediening van de tv om de
verbinding te controleren.
• Aan- en uitzetten
• Volume aanpassen
• Wisselen van geluidsweergavecomponenten
Opmerkingen
• Als dit toestel niet werkt gekoppeld met de TV, zet de TV dan uit
en weer aan of haal de stekker uit het stopcontact en steek deze er
weer in. Dit kan het probleem mogelijk verhelpen.
• Als het probleem blijft bestaan, controleert u dan het volgende:
– Dit toestel: Is de HDMI regelfunctie ingesteld op “On”?
(zie bladzijde 50)
– TV: is de HDMI-regelfunctie ingeschakeld?
y
• Als de TV die op dit toestel is aangesloten de HDMI regelfunctie
ondersteunt, hoeft u alleen maar de aansluitingen van de audioweergave
op de AV1-aansluitingen van dit toestel aan te sluiten, wat optische
digitale ingangsaansluitingen zijn, en de videomonitor aan te zetten. TV
van SCENE wordt automatisch geselecteerd wanneer u de TV aanzet, en
kunt u meteen van het TV-geluid genieten. Wanneer de aansluitingen van
de audioweergave op de AV2-6, AUDIO1-2 of V-AUX-aansluitingen
worden aangesloten, ken die aansluitingen naar de tv op voorhand toe.
(zie bladzijde 24).
GEAVANCEERDE BEDIENING
Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu)
1
Druk op rOPTION op de
afstandsbediening.
Het OPTION menu verschijnt. De weergegeven
OPTION menu-items verschillen afhankelijk van de
signaalbron. Zie voor details de volgende paragraaf.
HDMI1OPTION
Menu-item
HDMI1-4
Volume
Trim
Decoder
Mode
Extended
Surround
Signal Info
AV1-4
Volume
Trim
Decoder
Mode
Extended
Surround
Signal Info
Volume
Trim
AUDIO1-2
Volume
Trim
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Select
V-AUX
Volume
Trim
PHONO
Volume
Trim
iPod
(DOCK)
Volume
Trim
Shuffle
Repeat
Bluetooth
(DOCK)
Volume
Trim
Connect/
Disconnect
Pairing
TUNER
Volume
Trim
FM Mode
Auto
Preset
PTY Seek
EON
Volume
Trim
Video Out
Om het OPTION menu af te sluiten, drukt u
op rOPTION.
U kunt ook kRETURN gebruiken om naar het
vorige scherm terug te keren of het OPTION menu te
sluiten.
• Als kCursor of andere toetsen niet werken na het sluiten van het
OPTION menu, selecteert u dan de signaalbron opnieuw met
behulp van de eIngang keuzetoetsen.
Hieronder staat een uitgebreide uitleg van de menu-items
in deze tabel.
y
• De standaard instelling is aangegeven met “*”.
■
Volume Trim
Signaalbron:
All
Instelbaar bereik: -6.0 dB tot 0.0 dB* tot +6.0 dB
(in 0,5 dB stappen)
Vermindert een wijziging in volume bij het wisselen van
signaalbronnen door de verschillen in volume tussen de
signaalbronnen te corrigeren.
U kunt voor deze parameter voor elke signaalbron instellen.
AANHANGSEL
y
MULTI CH
Clear
Preset
AANVULLENDE
INFORMATIE
Wijzig de instelling van het geselecteerde
menu-item (of schakel een functie in) met
behulp van kCursor k / n / l / h en
kENTER.
Details van het geselecteerde menu-item worden
weergegeven. De parameters die u kunt instellen
verschillen per menu-item.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Selecteer het gewenste menu-item umet
behulp van kCursor k / n, en druk op
kENTER.
Parameters van het geselecteerde menu-item worden
weergegeven.
BASISBEDIENIN
G
5
Signaalbron
AV5-6
[
4
De volgende menu-items worden geleverd voor elke
signaalbron.
.VolumeTrim
DecoderMode
ExtendedSurround
SignalInfo
[
3
OPTION menu-items
VOORBEREIDIN
GEN
2
Selecteer een signaalbron met behulp van de
RINPUT-schakelaar (of eIngang
keuzetoetsen).
INLEIDING
Dit toestel heeft de OPTION menu met veel gebruikte menu-items voor signaalbronnen geschikt voor dit toestel. De
procedure om de OPTION menu-items in te stellen wordt hieronder beschreven.
Nederlands
39 Nl
Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu)
■
Decoder Mode
Signaalbron:
Keuzes:
HDMI1-4, AV1-4
Auto*/DTS
Selecteert DTS of digitale audiosignalen voor reproductie.
Auto
DTS
■
Selecteert automatisch audio signaalbronnen.
Selecteert alleen DTS signalen. Andere
signaalbronnen worden niet gereproduceerd.
Extended Surround
Signaalbron:
Keuzes:
HDMI1-4, AV1-4
Auto*/PLIIx Movie/PLIIx Music/EX/ES/
Off
Selecteert het wel of niet reproduceren van multi-kanaals
ingangsignalen in 6.1- of 7.1-kanalen als surround achter
luidsprekers worden gebruikt.
Auto
PLIIx
Movie
PLIIx
Music
EX/ES
Off
Selecteert automatisch de meest geschikte
decoder naar aanleiding van een signaal voor
het reproduceren van surround achter kanalen
aanwezig is en reproduceert de signalen in 6.1of 7.1 kanalen.
Reproduceert signalen altijd in 6.1- of 7.1kanalen met PLIIx Movie decoder als het
signaal voor reproduceren van surround achter
kanalen wel of niet aanwezig zijn. U kunt deze
parameter selecteren als twee surround
luidsprekers zijn aangesloten.
Reproduceert signalen altijd in 6.1- of 7.1kanalen met PLIIx Music decoder als het
signaal voor reproduceren van surround achter
kanalen wel of niet aanwezig zijn. U kunt deze
parameter selecteren als een of twee surround
luidsprekers zijn aangesloten.
Selecteert automatisch de meest geschikte
decoder of er nu wel of niet een signaal voor
het reproduceren van surround achter kanalen
aanwezig is en reproduceert altijd de signalen
in 6.1 kanalen.
Reproduceert signalen altijd in 5.1 kanalen
wanneer het 5.1 kanaalgeluid de signaalbron is,
of het signaal voor reproduceren van surround
achterkanaal nu wel of niet aanwezig is.
■
Signal Info
Signaalbron:
HDMI1-4, AV1-4
Geeft informatie over audio- en videosignalen op de
videomonitor en de display van het voorpaneel. U kunt de
items die moeten worden weergegeven, wijzigen met
behulp van kCursor k / n.
Signal Info parameters
■
Audio-informatie
Informatie
Beschrijving
Format
Formaat van digitale audiosignalen.
Channel
Aantal ingangssignaalkanalen (voor/
surround/LFE).
Bijvoorbeeld, als ingangsignaalkanalen voor
3 voorkanalen zijn, worden 2 surround en
een LFE kanaal, “3/2/0.1” worden
weergegeven.
Als een kanaal niet kan worden uitgedrukt
als hierboven, dan kan er een totaal aantal
kanalen worden weergegeven zoals “5.1ch”.
Sampling
De bemonsteringsfrequentie van digitaal
ingangsignaal.
Bitrate
De bitsnelheid van het ingangsignaal per
seconde.
Opmerkingen
• “No Signal” wordt weergegeven als er geen signalen worden
weergegeven “---” wordt weergegeven als signalen worden weergegeven
die dit toestel niet kan herkennen.
• De bitsnelheid kan tijdens het afspelen variëren.
■
Videoinformatie
Informatie
Beschrijving
In
Formaat en resolutie van het
videoingangsignaal.
Out
Formaat en resolutie van het
videouitgangsignaal.
Message
Foutberichten over HDMI signalen en HDMI
componenten. Zie het volgende voor details
over foutmeldingen.
HDMI foutbericht
(verschijnt alleen als een fout optreedt)
HDCP verificatie mislukt.
HDCP Error
Device Over Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten.
Out of Res. Het aangesloten beeldscherm is niet compatibel
met het videoingangsignaal.
40 Nl
Het optionele menu instellen voor elke signaalbron (OPTION menu)
■
FM Mode
Signaalbron:
Keuzes:
TUNER
Stereo*/Mono
Stelt de FM zendontvangststand in.
■
Auto Preset
Signaalbron:
TUNER
■
Clear Preset
Signaalbron:
TUNER
Wissen van voorkeuzezenders (zie bladzijde 32).
■
PTY Seek
TUNER
Hiermee ontvangt u de EON (Enhanced Other Networks)
gegevensservice van het Radio Data Systeem
(zie bladzijde 33).
3
Druk op kCursor k / n om “Video Out” weer
te geven, en druk op kENTER.
Het volgende scherm verschijnt.
MULTI CHOPTION
Shuffle
Signaalbron:
Keuzes:
Video Out;;;;Off
iPod (DOCK)
Off*/Songs/Albums
Wijzigt de willekeurige weergavestijlen (zie bladzijde 36).
Signaalbron:
Keuzes:
iPod (DOCK)
Off*/One/All
Wijzigt de herhaalde weergavestijlen (zie bladzijde 36).
■
[]/[]:Video
[ [
[Return]:Return
Repeat
Druk op kCursor l / h om een video
ingangsaansluiting te selecteren waarop een
te gebruiken component als video
signaalbron is aangesloten.
– AV1-2 (COMPONENT VIDEO-aansluitingen)
– AV3-6 (VIDEO-aansluiting)
– V-AUX (VIDEO-aansluiting)
– Off (geen video-ingang)
5
Om de instelling te beïndigen, druk op
rOPTION.
Connect / Disconnect
Signaalbron:
Bluetooth (DOCK)
Zet communicatie met een Bluetooth component aan en
uit (zie bladzijde 37).
■
Pairing
Signaalbron:
Bluetooth (DOCK)
Voert het paren van dit toestel en een Bluetooth
component uit (zie bladzijde 37).
■
AANHANGSEL
4
Video Out
Signaalbron:
Keuzes:
AANVULLENDE
INFORMATIE
■
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Druk op rOPTION op de
afstandsbediening.
Het OPTION menu verschijnt.
EON
Signaalbron:
■
2
TUNER
Zoekt een zender dat een programma uitzendt volgens de
gewenste categorie van de voorkeuzezenders tijdens het
gebruiken van het Radio Data Systeem (zie bladzijde 33).
■
Draai aan de RINPUT-schakelaar (of druk
op eMULTI) om de signaalbron te wijzigen
in “MULTI CH”.
BASISBEDIENIN
G
Signaalbron:
1
VOORBEREIDIN
GEN
Detecteert automatisch radiozenders in de FM
frequentieband en registreert deze als voorkeuzezenders
(zie bladzijde 31).
Wanneer “MULTI CH” als signaalbron geselecteerd
wordt, kan een videosignaalbron van een andere
aansluiting worden weergegeven op de videomonitor.
Zelfs als bijvoorbeeld een audio- en videocomponent,
zoals een DVD-speler, die het weergeven van een multikanaals digitale audiosignaal niet ondersteunt, kan het
videosignaal worden weergegeven naar de videomonitor
tijdens het reproduceren van een multi-kanaals analoog
audiosignaal.
INLEIDING
Stereo Ontvangt in stereostand.
Mono
Ontvangt in monostand. U krijgt een betere
ontvangst in monostand.
Het weergeven van een videosignaal
vanaf een andere signaalbron tijdens
het reproduceren van een multi-kanaals
audiosignaal
MULTI CH
AV1 naar 6/V-AUX/Off*
Nederlands
Wanneer het multi-kanaals ingangsignaal is geselecteerd,
wordt een ingangssignaal van een andere aansluiting naar
de videomonitor weergegeven. Zie “Het weergeven van
een videosignaal vanaf een andere signaalbron tijdens het
reproduceren van een multi-kanaals audiosignaal” op deze
pagina.
41 Nl
Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s
Instellen van geluidsveldparameters
Hoewel de geluidsveldprogramma’s voldoen zoals ze zijn
met de standaard parameters, kunt u geluidseffecten
arrangeren of decoders die geschikt zijn voor akoestische
condities van bronnen of kamers door het instellen van de
parameters (geluidsveldelementen).
y
• U kunt het geluidsveld beschermen tegen wijzigingen van parameters
van de geluidsveldparameters door “Memory Guard” van het SETUPmenu in te stellen op “On” (zie bladzijde 52). Voor het wijzigen van de
parameters, stelt u het in op “Off”.
1
2
3
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
Druk op jSETUP op de afstandsbediening.
Het SETUP-menu verschijnt op de monitor.
Druk op kCursor k / n om “DSP Parameter”
te selecteren en druk op kENTER.
Het scherm verandert als volgt.
Geluidsveldprogramma
6
Om de bewerking te beëindigen, druk op
jSETUP.
Om de parameters van het geselecteerde
geluidsveldprogramma te initialiseren, druk
herhaaldelijk op, kCursor n om “Initialize” te
selecteren en druk vervolgens op kCursor h. Als
het bevestigingsscherm op de monitor verschijnt, drukt
u op kCursor h om de initialisatie te bevestigen of
op kCursor l het te annuleren.
Geluidsveldparameters
y
• De standaard instelling is aangegeven met “*”.
CINEMA DSP basisparameters
SUR.
Keuzes:
PLIIx Movie*/Neo:6 Cinema
Selecteert een te gebruiken surrounddecoder met een
geluidsveldprogramma in de MOVIE categorie.
PLIIx Movie:
MOVIE1/2
.Sci-Fi
SUR.;;;;PLII Movie
3DDSP;;;;;;;;;ON
DSPLevel;;;;;0dB
P.Init.Dly;;;16ms
P.RoomSize;;;1.0
S.Init.DLY;;;;2ms
Paginanummer
p
Cursor
[
[]/[]:Select
Geluidsveldparameters
4
5
Ingestelde waarden
Druk op kCursor k / n om “→” naar het
geluidsveldprogramma te verplaatsen en
druk op kCursor l / h om het
geluidsveldprogramma te selecteren.
Druk op kCursor k / n om de parameter die
u wilt wijzigen te selecteren, en druk op
kCursor l / h om de parameter te
wijzigen.
Er verschijnt een (*) aan de linkerkant van de
geluidsveldparameternaam die wordt weergegeven op
de monitor als u de parameter wijzigt van de
standaard instelling. Voor informatie over de functies
en het instelbare bereik van de
geluidsveldparameters, zie “Geluidsveldparameters”
op deze bladzijde.
y
• Herhaal zo nodig stappen 4 en 5 om andere
geluidsveldprogramma's te wijzigen.
• Een complete lijst met parameters van enkel
geluidsveldprogramma's kan meer dan één pagina bestrijken. Druk
in dat geval op kCursor k / n om door de pagina's te bladeren.
42 Nl
selecteert de Dolby Pro Logic IIx
(Movie) decoder.
Neo:6 Cinema: selecteert de Neo:6 (Cinema) decoder.
Opmerking
• Surrounddecoders kunnen niet worden gewijzigd wanneer ze gebruikt
worden met de volgende MOVIE geluidsveldprogramma's.
– Mono Movie
– Sports
– Action Game
– Roleplaying Game
3D DSP
Keuzes:
On*/Off
Wanneer CINEMA DSP 3D is ingeschakeld, wordt
ingesteld of de geluidsveldprogramma’s in CINEMA DSP
3D modus gebruikt worden.
Opmerking
• Wanneer de aanwezigheidluidsprekers niet worden gebruikt, worden de
3D DSP parameters niet weergegeven.
DSP Level
Instelbaar bereik: -6 dB tot 0 dB* tot +3 dB
Stelt een effectniveau fijn af (mate van het
geluidsveldeffecct dat kan worden toegevoegd). U kunt
het niveau van het geluidsveldeffect afstemmen als u de
geluidsniveaus controleert. Stel “DSP Level” als volgt af.
• Het effectgeluid is te zacht.
• Er is geen verschil van effecten tussen de
geluidsveldprogramma’s.
→Verhoog het effectniveau.
• De geluidsweergave is dof.
• Het geluidsveldeffect dat is toegevoegd is te veel.
→Verminder het effectniveau.
Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s
Keuzes:
0* tot 5
De Ideale
dialoogpositie
Niveau
Geluid van
oorspronkelijke bron
Snel
weerkaatsend
geluid
Tijd
Tijd
Vertraging
BASISBEDIENIN
G
Vertraging
Geluidsbron
Verplaats omhoog
naar de ideale
dialoogpositie
Weerkaatsend
oppervlak
Klein = 1ms
• “Dialog Lift” wordt alleen weergegeven als de aanwezigheidluidsprekers
beschikbaar zijn.
• U kunt de dialoogpositie niet lager dan de standaardinstelling
verplaatsen.
Geluidsveldparameters voor de
geavanceerde configuraties
• Sommige geluidsveldprogramma's hebben parameters voor het instellen
van specifieke geluidsvelden. De volgende letters worden naast de namen
van die parameters weergegeven.
– P (aanwezigheidsgeluidsveld)
– S (surround geluidsveld)
– SB (surround achter geluidsveld)
■
Parameters voor het instellen van snel
weerkaatsend geluid
Parameter
1 tot 99ms
1 tot 99ms
1 tot 49ms
1 tot 49ms
• We raden u aan om de grootte van het corresponderende geluidsveld aan
te passen wanneer u de vertragingstijd aanpast.
■
Parameters voor het opgeven van de
kamergrootte
Parameter
Room Size
P.Room Size
S.Room Size
SB Room Size
Instelbaar bereik
0.1 tot 2.0
Produceer een ander gevoel van geluidsexpansie volgens
de opgegeven kamerafmeting. In een grote ruimte zoals
een muziekhal duurt het lang vanaf het moment dat het
weerkaatste geluid wordt gehoord tot het volgende
moment waarop het weerkaatste geluid wordt gehoord.
Derhalve kunnen verschillende soorten geluidsexpansie
worden gemaakt door de duratie te veranderen. 1.0 is de
oorspronkelijke kamergrootte. Wanneer deze parameter op
2.0 wordt ingesteld, wordt elke zijkant van de ruimte
tweemaal zo groot dan de oorspronkelijke grootte
gedefinieerd.
AANHANGSEL
Init.Dly
P.Init.Dly
S.Init.Dly
SB Init.Dly
Instelbaar bereik
y
AANVULLENDE
INFORMATIE
y
Groot = 99ms
GEAVANCEERDE
BEDIENING
“0” (standaard) correspondeert met de laagste positie, en
“5” met de hoogste positie.
Opmerkingen
VOORBEREIDIN
GEN
Verhoog deze parameter als de dialoog van een lagere
positie dan het scherm van de videomonitor blijkt te
komen.
INLEIDING
Stelt de verticale positie van het centrale geluid in zoals
dialogen wanneer de aanwezigheidluidsprekers worden
gebruikt. Verhogen van deze parameter verhoogt de
positie.
Stel de dempkarakteristieken van snel weerkaatsend
geluid in. U kunt een levendig geluidsveld creëren ( met
een hoog weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de
waarde verhoogt, en een dood geluidsveld ( met een laag
weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de waarde
verlaagt. Het creëren van een levendig of dood geluidsveld
in een muziekhal wordt bepaald door de akoestische
absorptiekarakteristieken van de weerkaatsende
oppervlakken. Er wordt een dood geluidsveld gecreëerd
waneer de weerkaatsingtijd kort is, terwijl een levendig
geluidsveld wordt gecreëerd wanneer de weerkaatsingtijd
lang is.
Niveau
Dialog Lift
Nederlands
43 Nl
Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s
Brongeluid
Niveau
Niveau
Vroege weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Geluidsbron
Rev.Time parameter stelt de dempingtijd van het
weerkaatsend geluid achter in op basis van de tijd dat
1kHz weerkaatsend geluid voor 60dB aan demping
ongeveer in beslag neemt. Weerkaatsend geluid dempt
sneller naarmate u de waarde verlaagt. Met de Rev.Time
instelling kunt u een natuurlijk weerkaatsend geluid
creëren door de dempingtijd voor een geluidsbron of een
ruimte met minder echo langer in te stellen, of korter voor
een geluidsbron of ruimte met meer echo.
Natrilling
Brongeluid
achter
Vroege
weerkaatsingen
Natrilling achter
60dB
Klein = 0.1
■
Groot = 2.0
Tijd
Tijd
Rev.Time
Rev.Time
Korte
natrillingen
Lange
natrillingen
Parameters voor het definiëren van
dempkarakteristieken van snel weerkaatsend geluid
Parameter
60dB
Instelbaar bereik
Liveness
S.Liveness
SB Liveness
0 tot 10
0 tot 10
0 tot 10
Geluidsbron
Klein = 1.0s
Groot = 5.0s
De Rev.Delay parameter regelt het tijdverschil tussen het
begin van het directe geluid en het begin van de
natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de
natrillingen zullen beginnen. Door de waarde van
Rev.Delay te verhogen kunt u een weerkaatsend geluid
creëren in een grotere ruimte voor dezelfde Rev.Time.
Niveau
Stel de demping van weerkaatsend geluid in. U kunt een levendig
geluidsveld creëren (met een hoog weerkaatsend geluidsniveau)
naarmate u de waarde verhoogt, en een dood geluidsveld (met
een laag weerkaatsend geluidsniveau) naarmate u de waarde
verlaagt. Het creëren van een levendig of dood geluidsveld in een
muziekhal wordt bepaald door de akoestische
absorptiekarakteristieken van de weerkaatsende oppervlakken.
Er wordt een dood geluidsveld gecreëerd waneer de
weerkaatsingtijd kort is, terwijl een levendig geluidsveld wordt
gecreëerd wanneer de weerkaatsingtijd lang is.
Brongeluid
(dB)
Brongeluid
Dood
60dB
Niveau
Niveau
Levendig
Brongeluid
Tijd
Tijd
Tijd
Rev.Delay
Veel weerkaatst
geluid
Klein = 0
■
Weinig weerkaatst
geluid
Groot = 10
Parameters voor het instellen van
weerkaatsend geluid
Parameter
Rev.Time
Rev.Delay
Rev.Level
44 Nl
Instelbaar bereik
1.0 tot 5.0s
0 tot 250ms
0 tot 100%
Rev.Time
Bewerken van surround decoders/geluidsveldprogramma’s
Decoderparameters
U kunt de decodereffecten aanpassen door de volgende
parameters in te stellen. Voor verschillende soorten
decoders, zie bladzijde 29.
Brongeluid
Wanneer PLIIx Music/PLII Music is geselecteerd
Panorama
Natrilling achter
(dB)
Keuzes:
Off*/On
Rev.Level
Dimension
Instelbaar bereik: -3 tot STD* tot +3
Tijd
Parameters zijn alleen bruikbaar bij
bepaalde geluidsveldprogramma’s
Direct
Keuzes:
Auto*/Off
Leidt het DSP-circuit en de toonregelaar automatisch om
als een analoge geluidsbron is geselecteerd als een
signaalbron. Dit creëert een geluid van hogere kwaliteit.
Center Width
Instelbaar bereik: 0 tot 3* tot 7
y
Als Neo:6 Music is geselecteerd
• Zie bladzijde 49 voor equalizers die met dit apparaat kunnen worden
gebruikt.
C.Image
Uitsluitend 7ch Stereo
Instelbaar bereik: 0.0 tot 0.3* tot 1.0
CT Level/SL Level/SR Level/
SB Level/PL Level/PR Level
Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in
samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal
meer of minder overheersend te maken.
Instelbaar bereik: 0 tot 100%
Past het volume van het midden (CT), surround L (SL),
surround R (SR), surround achter (SB), presence L (PL)
en presence R (PR) kanalen in het 7ch Stereo programma
aan. Welke parameters beschikbaar zijn hangt mede af van
de luidsprekerinstellingen.
AANHANGSEL
Alleen Straight Enhancer/7ch Enhancer
Effect Level
Keuzes:
AANVULLENDE
INFORMATIE
Spreidt het middengeluid naar links en rechts volgens uw
voorkeur. Stel deze parameter in op 0 voor het weergeven
van het middengeluid van alleen de middenluidsprekers,
of naar 7 voor het weergeven ervan vanf de linker of
rechter voor-luidspreker.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Auto Geeft audio weer door het DSP circuit en de
toonregelaar om te leiden als “Bass” en “Treble”
toonregelaars beiden zijn ingesteld op 0 dB.
Off Leid de circuits niet om.
BASISBEDIENIN
G
Alleen 2ch Stereo
Stelt een verschil in niveau aan tussen het voorgeluidsveldniveau en het surround geluidsveldniveau. U
kunt het verschil in niveau dat is gecreëerd door de
software die is afgespeeld bijstellen om een geluidsbalans
naar voorkeur te krijgen. De surroundgeluiden worden
sterker als u de waarde instelt naar de negatieve kant en
het voorgeluid sterker wordt als u de waarde stelt naar de
positieve kant.
VOORBEREIDIN
GEN
Stelt de soundscape van het voor-geluidsveld bij. Een lage
waarde vergroot de omgeving van het geluid en een hoge
waarde verkleint het (maakt het midden dominanter).
INLEIDING
Niveau
De Rev.Level parameter stelt het niveau van weerkaatsend
geluid in. Het verhogen van de waarde van Rev.Level
wordt het niveau van het weerkattsend geluid hoger,
waardoor u meer echo kunt creëren.
High*/Low
Stelt het effectniveau van de Compressed Music Enhancer
bij. Om dit effect te verminderen, stelt u de parameter in
op “Low”.
Nederlands
45 Nl
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
U kunt met behulp van het SETUP menu verschillende instellingen van dit toestel wijzigen. Zie “Basisbediening van het
SETUP menu” op de volgende pagina en vervolgpagina’s om de instellingen te wijzigen.
■
Lijst van SETUP menu-items
Menu/Submenu
Speaker Setup
Functie
Stelt items in voor de luidsprekers.
1 Auto Setup (YPAO)
Stelt automatisch de uitgangkenmerken in van de luidsprekers.
2 Manual Setup
Stelt handmatig de uitgangkenmerken in van de luidsprekers.
A)Config
Stelt de luidsprekerconfiguraties in, zoals de verbindingsstatus van de luidspreker
en een formaat van de aangesloten luidsprekers (geluidsreproductievermogen), dat
geschikt is voor de luisteromgeving.
B)Level
Past het volume van elke luidspreker apart in.
C)Distance
Stelt de timing waarop bij elk van de luidsprekers geluid wordt weergegeven op
basis van de afstand tussen de luidsprekers en de luisterpositie.
D)Equalizer
Selecteert een equalizer die de kenmerken van het luidsprekersignaal aanpast.
E)Test Tone
Genereert testtonen.
Sound Setup
Stelt verschillende items in voor geluidsweergaven.
1 Dynamic Range
Past het dynamisch bereik aan van luidsprekers en hoofdtelefoon.
2 Lipsync
Past de vertraging toe in weergavetiming tussen videoweergave en audioweergave.
HDMI Auto
Stelt automatische afstellingen aan of uit voor vertraging tussen weergegeven timing
tussen videosignalen die afkomstig zijn van de HDMI-aansluiting en audiosignalen.
Auto Delay
Regelt de fijnafstelling van een vertragingstijd van HDMI Auto.
Manual Delay
Regelt handmatig de fijnafstelling van de vertraging van audio en videoweergave.
Function Setup
1 HDMI
Stelt diverse items in voor HDMI en weergave.
Stelt verschillende items in voor signaalbronnen.
47
47
47
47
49
49
49
49
49
49
50
50
50
50
50
50
50
50
Control
Selecteert aan of uit van HDMI regelfuncties.
Standby Through
Selecteert aan of uit van de weergave van HDMI signalen die afkomstig zijn van de HDMI
1-4-aansluitingen naar de HDMI OUT-aansluiting als dit toestel op stand-by staat.
Audio Output
Selecteert dit toestel of een component aangesloten op dit toestel via de HDMI
OUT-aansluiting van dit toestel voor het reproduceren van geluidssignalen die
afkomstig zijn van de HDMI 1-4-aansluitingen.
50
Resolution
Stelt de resolutie in van de HDMI weergave die wordt geconverteerd van analoge
video ingangsignalen.
50
Aspect
Stelt een beeldverhouding in van de beelden die zijn gereproduceerd door
HDMI signalen geconverteerd van analoge video ingangsignalen.
51
Stelt items in voor een monitor of van de display van het voorpaneel.
51
51
51
51
51
51
2 Display
Dimmer
Stelt de helderheid in van de display van het voorpaneel.
FL Scroll
Selecteert de manier om tekens weer te geven op de display op het voorpaneel.
OSD Shift
Past boven- en onderkantposities aan van de OSD (op het scherm) menu’s.
3 Volume
Adaptive DRC
Stelt items in voor de volumes.
Past het dynamische bereik aan (verschil tussen het maximumvolume en het
minimumvolume) in samenhang met het volumeniveau.
Max Volume
Stelt het maximumvolumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk wordt verhoogd.
Init. Volume
Stelt het volume in op het moment dat het toestel aan staat.
4 Input Rename
Verandert de signaalbronnamen die worden weergegeven op een videomonitor of
de display van het voorpaneel.
5 Zone2
Stelt het maximale volumeniveau en het initiële volumeniveau van Zone2 in.
Max Volume
Stelt het maximumvolumeniveau in zodat het volume niet per ongeluk wordt verhoogd.
Init. Volume
Stelt het volume in op het moment dat het toestel aan staat.
DSP Parameter
Stelt parameters in voor de geluidsveldprogramma’s.
Memory Guard
Beschermt bepaalde instellingen tegen onverhoedse verandering.
46 Nl
Bladzijde
51
51
52
52
52
52
52
52
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
Voorbeeld: A)Config
Basisbediening van het SETUP menu
A)Config
Het SETUP menuscherm verschijnt op zowel de
videodisplay (OSD) en de display van het voorpaneel.
Center SP
INLEIDING
Video display (OSD)
SetupMenu
. ;SpeakerSetup
;SoundSetup
;FunctionSetup
;DSPParameter
;MemoryGuard
[
;SpeakerSetup
Druk op jSETUP op de afstandsbediening.
Het SETUP menuscherm verschijnt.
Om het instellen te beëindigen, druk op jSETUP.
y
. 1HDMI
2Display
3Volume
4InputRename
5Zone2
[
y
• U kunt terugkeren naar het vorige scherm, door te drukken op kRETURN.
Om de submenu’s weer te geven, selecter
een menu dat u wilt instellen met behulp van
kCursor k / n, en druk op kENTER.
Het volgende scherm verschijnt bijvoorbeeld als u
“2 Display” selecteert.
. Dimmer;;;;;;;;;;;;0
FLScroll;;Continue
OSDShift;;;;;;;;;0
y
• De standaard instelling is aangegeven met “*”.
1 Auto Setup
Past automatisch de weergavekenmerken van de luidsprekers aan
om de optimale balans voor het weergegeven geluid te verkrijgen
op basis van posities en prestaties van de luidsprekers en
akoestische kenmerken van de kamer, die automatisch worden
gemeten. Voor informatie over bedieningen, zie bladzijde 21.
2 Manual Setup
Past weergavekenmerken van de luidsprekers aan op basis
van handmatig ingestelde parameters.
Nadat de Auto Setup (YPAO) is uitgevoerd, kunt u automatisch
afgestelde parameters controleren onder het Manual Setup menu. Zorg
voor een fijnafstelling van de parameters van uw keuze indien nodig.
■ A)Config
Stelt de luidsprekerconfiguraties in, zoals de verbindingsstatus van de
luidspreker en een formaat van de aangesloten luidsprekers
(geluidsreproductievermogen), dat geschikt is voor de luisteromgeving.
y
• De luidsprekerconfiguraties bevatten items voor het definiëren van de
luidsprekergrootte: Groot of Klein. Groot en Klein verwijzen naar luidsprekers
met wooferdiameters van respectievelijk 16 cm of groter en kleiner dan 16 cm.
Extra SP Assign
Keuzes:
Zone2*/Presence/None
Selecteert de applicatie voor EXTRA SP-aansluitingen.
[
4
[
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Adjust
[ [
Wijst de EXTRA SP-aansluitingen voor de
luidsprekers in de tweede zone toe.
Presence Wijst de EXTRA SP-aansluitingen voor de
aanwezigheidsluidspreker toe.
None
Schakelt de EXTRA SP-aansluitingen uit.
Opmerking
• Tijdens het instellen van “Extra SP Assign” naar “Zone2” of “Presence”,
worden de signalen van het surround achterkanaal voor de hoofduitvoer
gescheiden weergegeven van andere kanalen.
47 Nl
Nederlands
Selecteer een item met behulp van kCursor
k / n, aen wijzige de instelling van het item
met behulp van kCursor l / h.
Sommige items van het Manual Setup menu van het
Speaker Setup menu nemen een volledig scherm in
beslag. Om andere items in het Manual Setup menu
weer te geven, drukt u op kCursor k / n.
Zone2
AANHANGSEL
2Display
U kunt verschillende items voor de luidsprekers instellen.
Er zijn twee soorten afstellingen beschikbaar. Een is
“1 Auto setup (YPAO)” voor automatische afstelling en de
ander is “2 Manual Setup” voor handmatige instelling.
AANVULLENDE
INFORMATIE
[
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Speaker Setup
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Selecteer een menu met behulp van
kCursor k / n, en druk op kENTER.
Items van het geselecteerde menu worden
weergegeven. Het volgende scherm verschijnt
bijvoorbeeld als u “Function Setup” selecteert.
;FunctionSetup
3
5
BASISBEDIENIN
G
In dit hoofdstuk worden procedures voor instellingsmenu’s
beschreven die op de videomonitor worden weergegeven.
2
• U kunt andere items wijzigen door stap 4 te herhalen.
• Als kCursor of andere toetsen niet werken na het verlaten van het
SETUP menu, selecteert u dan de signaalbron opnieuw met behulp van
de eIngang keuzetoetsen.
Display voorpaneel
1
y
VOORBEREIDIN
GEN
[
[]/[]:Up/Down
[ENTER]:Enter
None >Small Large
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
LFE/Bass Out
Keuzes:
Center SP
SWFR/Front/Both*
Keuzes:
Selecteert luispreker(s) voor het weergeven van de
componenten met lage tonen van het LFE (lage frequentie
effectgeluid)-kanaal of andere kanalen. De weergavestatus
is als volgt.
LFE kanaalsignalen
Parameter
Subwoofer
None
Small
Voorluidsprekers
Overige
luidsprekers
None/Small*/Large
Stelt de grootte in van de midden-luidspreker.
Selecteer dit wanneer de midden-luidspreker
is aangesloten. De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter
voor-luidsprekers worden verspreid.
Selecteer dit wanneer een kleine middenluidspreker is aangesloten. De lage frequentie
componenten van het middenkanaal worden
weergegeven door een subwoofer. Indien een
subwoofer niet is aangesloten worden ze
weergegeven via de voor-luidsprekers.
Selecteer dit wanneer een grote middenluidspreker is aangesloten.
Both
Uitgang
Geen
weergave
Geen
weergave
SWFR
Uitgang
Geen
weergave
Geen
weergave
Large
Front
Geen
weergave
Uitgang
Geen
weergave
Sur. L/R SP
Lage frequentie componenten of andere kanaalsignalen
Parameter
Subwoofer
Voorluidsprekers
Overige
luidsprekers
Both
[1]
[2]
[3]
SWFR
[4]
[3]
[3]
Front
Geen
weergave
[1]
[3]
[1]
[2]
[3]
[4]
Geeft lage frequentie componenten weer van de linker en rechtr
voor-kanalen en het kanaal van de luidspreker, waarvan de
grootte is ingesteld op “Small”.
Geeft de lage frequentie componenten van de linker en rechter
voor-kanalen weer.
Produceert lage frequentiesignalen als de groottes van de
luidsprekers zijn ingesteld op “Large”.
Geeft lage frequentie componenten weer van het kanaal van de
luidspreker, waarvan de grootte is ingesteld op “Small”.
Front SP
Keuzes:
Small/Large*
Stelt de groottes in van de linker en rechter voorluidsprekers.
Small
Large
Selecteer dit als de kleine luidsprekers zijn
aangesloten. De lage frequentie componenten
van de linker en rechter voor-kanalen worden
weergegeven door een subwoofer.
Selecteer dit als de grote luidsprekers zijn
aangesloten.
Opmerking
• Wanneer “LFE/Bass Out” is is ingesteld op “Front”, kunt u alleen
“Large” selecteren. Als “LFE/Bass Out” is veranderd naar “Front”,
schakelt deze parameter automatisch naar “Large”, zelfs als deze is
ingesteld op “Small”.
Keuzes:
None/Small*/Large
Stelt de groottes in van de linker en rechter surround-luidsprekers.
None
Small
Large
Selecteer dit als er geen surround-luidsprekers zijn
aangesloten. De signalen voor het surroundkanaal
zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers
worden verspreid. “Sur.B L/R SP” schakelt
automatisch naar “None” wanneer dit geselecteerd is.
Selecteer dit als de kleine surround-luidsprekers
zijn aangesloten. De lage frequentie componenten
van de surround-kanalen worden weergegeven
door een subwoofer. Indien een subwoofer niet is
aangesloten worden ze weergegeven via de voorluidsprekers.
Selecteer dit als de grote surroundluidsprekers zijn aangesloten.
y
• Als “None” is geselecteerd, gaan de geluidsveldprogramma's
automatisch naar de Virtual CINEMA DSP-stand.
Sur.B L/R SP
Keuzes:
None/SMLx1/SMLx2*/LRGx1/LRGx2
Stelt de groottes in van de linker en rechter surround
achter-luidsprekers.
None
SMLx1
SMLx2
LRGx1
LRGx2
Selecteer dit als er geen surround achter-luidsprekers
zijn aangesloten. Surround achterkanaalsignalen
worden weergegeven via de surround L/R
luidsprekers en subwoofer. Als de subwoofer is
uitgeschakeld, worden deze weergegeven via de
surround L/R voor-luidsprekers.
Selecteer dit wanneer een kleine surround
achter-luidspreker is aangesloten.
Selecteer dit als er twee kleine surround
achter-luidsprekers zijn aangesloten.
Selecteer dit wanneer een grote surround
achter-luidspreker is aangesloten.
Selecteer dit als er twee grote surround
achter-luidsprekers zijn aangesloten.
Opmerking
• Als “None” is geselecteerd, kunnen “PLIIx Movie”, “PLIIx Music”, en
“PLIIx Game” niet worden geselecteerd.
48 Nl
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
Crossover Freq.
Keuzes:
40Hz/60Hz/80Hz*/90Hz/100Hz/110Hz/120Hz/
160Hz/200Hz
y
• Indien uw subwoofer een volumeregeling of een crossover
frequentieregeling heeft, stelt u het volume in op de helft van de
crossoverfrequentie op het maximum.
Keuzes:
Normal*/Reverse
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven,
stelt u hiermee de fase van uw subwoofer om.
Normal
■
B)Level
Instelbaar bereik: -10.0dB tot +10.0dB (0,5 dB stappen)
Standaard
“FR.L/FR.R/SWFR/PR.L/PR.R” 0dB
instellingen:
“CNTR/SUR.L/SUR.R/SBL/SBR” -1.0dB
y
• Als alleen één surround achter-luidspreker is aangesloten, verschijnt
“SB” in plaats van “SBL” en “SBR”.
• U kunt volume aanpassen door te luisteren naar testtonen als u “E)Test
Tone” instelt op “On” (zie bladzijde 49).
• Indien uw subwoofer een volumeregeling of een crossover
frequentieregeling heeft, stelt u het volume in op de helft van de
crossoverfrequentie op het maximum.
Past de geluidskwaliteit van elke luidspreker aan met een
grafische equalizer. De grafische equalizer van dit toestel
kan signaalniveaus aanpassen in 7 frequentiebereiken.
Om binnen iedere range het signaalniveau in te stellen,
selecteert u de gewenste luidspreker met kCursor l / h
terwijl “→” naast “Channel” wordt weergegeven, vervolgens
de gewenste bandfrequentie met kCursor k / n, en pas
het signaalniveau aan met kCursor l / h.
■
E)Test Tone
Keuzes:
Off*/On
Schakelt de testtonen aan en uit. Om testtonen te genereren,
selecteer “On” met behulp van kCursor l / h. Wanneer
“On” is geselecteerd, kunt u de instellingen van “2 Manual
Setup” bijstellen terwijl u luistert naar een testtoon.
Off
Genereert geen testtonen.
On
Genereert testtonen.
Sound Setup
Unit
Keuzes:
63Hz/160Hz/400Hz/1kHz/2.5kHz/
6.3kHz/16kHz
Instelbaar bereik: -6.0dB tot 0dB* tot +6.0dB (0,5 dB stappen)
Keuzes:
meters (m)*/feet (ft)
meters (m) Geeft de afstanden van de luidsprekers in meters weer.
feet (ft) Geeft de afstanden van de luidsprekers in feet weer.
U kunt verschillende items voor geluidsweergaves instellen.
y
• De standaard instelling is aangegeven met “*”.
y
• Er worden verschillende items weergegeven afhankelijk van de
instellingen van “A)Config” (zie bladzijde 47).
• Wanneer alleen één surround achter luidspreker is aangesloten, verschijnt
“Sur.B” in plaats van “Sur.B L” en “Sur.B R”.
Min/Auto/STD/Max*
Selecteer een dynamisch bereikafstellingsmethode voor de
reproductie van bitstreamsignalen.
Min/Auto (Min) Stelt het dynamische bereik in dat geschikt
is voor een laag volume of een rustige omgeving,
zoals’s nachts, voor bitstreamsignalen, behalve
voor Dolby TrueHD signalen.
(Auto) Past het dynamische bereik aan voor
Dolby TrueHD signalen op basis van
ingangsignaalinformatie.
STD
Stelt het standaard dynamische bereik in dat
wordt aanbevolen voor thuisgebruik.
Max
Geeft geluid weer zonder het dynamisch
bereik van de ingangsignalen aan te passen.
49 Nl
Nederlands
Instelbaar bereik: 0.30m tot 24.00m (1.0ft tot 80.0ft)
Standaard
3.00m (10.0ft) “Front L/Front R/
instellingen:
SWFR/PRNS L/PRNS R”
2.60m (8.5ft) “Center”
2.40m (8.0ft) “Sur. L/Sur. R/
Sur.B L/Sur.B R/PRNS L/PRNS R”
1 Dynamic Range
Keuzes:
AANHANGSEL
■
Front L / Front R / Center / Sur. L /
Sur. R / Sur.B L / Sur.B R / SWFR/
PRNS L/ PRNS R
AANVULLENDE
INFORMATIE
■ C)Distance
Past de timing aan waarop elke luidspreker geluid weergeeft zodat het
geluid van de luidsprekers de luisterpositie bereiken op dezelfde tijd. Stel
het toestel (Unit) eerst in en stel dan de afstand in van elke luidspreker.
GEQ
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Past gescheiden het volume in van elke luidspreker zodat het geluiden
die door de luidsprekers worden gevormd op hetzelfde volume zijn
als bij de luisterpositie. Items die moeten worden weergegeven
variëren afhankelijk van het aantal aangesloten luidsprekers.
Auto PEQ/GEQ*/Off
BASISBEDIENIN
G
Selecteer dit om de fase van uw subwoofer
niet te veranderen.
Reverse Selecteer dit om de fase voor uw subwoofer
om niet om te keren.
Keuzes:
Selecteer een equalizertype.
Auto PEQ Gebruikt een parametrische equalizer die is
geselecteerd in “1 Auto Setup”. Kenmerken
van de huidig gebruikte parametrische
equalizer (zie bladzijde 21) worden
hieronder weergegeven “Auto PEQ”.
Als Auto Setup niet wordt uitgevoerd, wordt
deze parameter niet weergegeven.
GEQ
Past de toon aan met behulp van een
grafische equalizer. Om het afstellingsmenu
weer te geven, drukt u op kENTER.
Off
Gebruik geen grafische equalizer.
VOORBEREIDIN
GEN
Subwoofer Phase
EQ Type Select
INLEIDING
Stelt de lagere limiet in van de lage frequentiecomponenten die door
een luidspreker worden weergegeven, waarvan de grootte is ingesteld
op “Small (SMLx1/SMLx2)”. Geluid met een lagere frequenttie dan de
limiet wordt weergegeven vanaf een subwoofer of voor-luidsprekers.
■ D)Equalizer
Past de geluidskwaliteit en toon van de luidspreker aan
met een parametrische grafische equalizer.
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
■ 2 Lipsync
Past de vertraging aan tussen videoweergave en
audioweergave.
HDMI Auto
Keuzes:
Off*/On
Past automatisch de weergavetiming aan van audio en
videosignalen als een monitor die een automatische lipsyncfunctie ondersteunt, is aangesloten op dit toestel.
Off
Selecteer dit als de aangesloten monitor de
automatische lip-syncfunctie niet ondersteunt
of als u deze functie niet gebruikt. Stel de
correctietijd in, in “Manual Delay”.
Selecteer dit als de aangesloten monitor de
automatische lip-syncfunctie ondersteunt.
Fijnafstelling van de correctietijd in “Auto
Delay”.
On
Auto Delay
Instelbaar bereik: 0* tot 240ms (1 ms stappen)
Regelt de fijnafstelling van de correctietijd in als “HDMI
Auto” is ingesteld op “On”. De feitelijke correctietijd
wordt weergegeven onder “Auto Delay” veld en de offset
tijd ingesteld door de gebruiker in het “offset” veld.
Manual Delay
Instelbaar bereik: 0* tot 240ms (1 ms stappen)
Handmatige fijnafstelling van correctietijd. Selecteer dit
als de aangesloten monitor de automatische lipsyncfunctie niet ondersteunt of als u “HDMI Auto” instelt
op “Off”.
■
Standby Through
Keuzes:
On
Geeft de HDMI signalen weer naar de HDMI
OUT-aansluitingen.
Geeft de HDMI signalen niet weer naar de
HDMI OUT-aansluiting.
Off
y
• Om doorvoerweergave mogelijk te maken, moet een van de
signaalbronnen die is aangesloten op de HDMI 1-4 aansluitingen worden
geselecteerd voordat u naar stand-by schakelt.
• Tijdens de doorvoerweergave licht de HDMI THROUGH-indicator op
het display van het voorpaneel op. Als de indicator oplicht, verbruikt het
1 tot 3 W aan stroom afhankelijk van de conditie van een HDMI signaal
dat door dit toestel wordt gevoerd.
■
Audio Output
Keuzes:
Amp*/TV/Amp+TV
Selecteert dit toestel of een component aangesloten op dit
toestel via de HDMI OUT-aansluiting van dit toestel voor
het reproduceren van geluidssignalen die afkomstig zijn
van de HDMI 1-4-aansluitingen.
Dit item wordt niet weergegeven als “Control” is ingesteld op “On”.
Amp
TV
Function Setup
U kunt diverse items instellen voor HDMI en weergave.
y
• De standaard instelling is aangegeven met “*”.
On/Off*
Selecteert aan of uit van de weergave van HDMI signalen
die afkomstig zijn van de HDMI 1-4-aansluitingen naar de
HDMI OUT-aansluiting als dit toestel op stand-by staat.
Als deze parameter is ingesteld op “On”, kunnen signalen
die binnenkomen via de HDMI 1-4 aansluitingen, worden
weergegeven via een monitorcomponent.
Dit item wordt niet weergegeven als “Control” is ingesteld op “On”.
Amp+TV
1 HDMI
Geeft HDMI geluidsignalen weer van
luidsprekers die zijn aangesloten op dit toestel.
Geeft HDMI geluidsignalen weer van
luidsprekers van een TV die is aangesloten op
dit toestel. Geluid dat vanaf de luidsprekers
die op dit toestel zijn aangesloten wordt
weergegeven zijn gedempt.
Geeft HDMI audiosignalen weer via de op dit
toestel aangesloten luidsprekers en luidsprekers
van een TV die op dit toestel is aangesloten.
U kunt verschillende items instellen voor HDMI.
■
Control
Keuzes:
On/Off*
Selecteert aan of uit van HDMI-regelfuncties als een
component dat HDMI-regelfuncties ondersteunt, is
aangesloten op dit toestel.
Als deze parameter is ingesteld op “On”, kunnen signalen
die binnenkomen via de HDMI 1-4 aansluitingen, worden
weergegeven via een monitorcomponent, zelfs als dit
toestel op standby staat.
On
Off
50 Nl
Schakelt de HDMI regelfunctie in.
Schakelt de HDMI regelfunctie uit.
Opmerking
• Indien “TV” of “Amp+TV” wordt geselecteerd, variëren signaalformaten
van audio en videosignalen die worden weergegeven door dit toestel naar
de monitor afhankelijk van de specificaties van de monitor.
■
Resolution
Keuzes:
Through*/576p/720p/1080i/1080p
Waardeert de resolutie op van de HDMI weergave die is
geconverteerd van analoge video ingangsignalen en
uitgang van de HDMI OUT-aansluiting.
Opmerkingen
• Resolutie van de HDMI weergave geconverteerd van 720p of 1080i
videosignalen kunnen niet worden opgewaardeerd.
• Als de videomonitor is aangesloten op dit toestel via de HDMIaansluiting, detecteert dit toestel automatisch een resolutie die de
monitor ondersteunt. Een sterretje (*) verschijnt aan de linkerkant van de
gedetecteerde resolutie.
• Indien dit toestel niet de resolutie kan detecteren die de monitor
ondersteunt, dient u “MON.CHK” in het menu ADVANCED SETUP in
te stellen op “SKIP” (zie bladzijde 58) en het opnieuw te proberen.
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
Thrgh*/16:9/Smart
Thrgh
16:9
Smart
■
Volume: laag
■
■
Opmerking
• De helderheid van het display wordt niet helder in de Pure Direct-modus,
zelfs als de waarde wordt verhoogd.
■
FL Scroll
Keuzes:
Continue*/Once
Selecteert de manier om over het scherm te scrollen als
een totaal aantal tekens het displaygebied van het
voorpaneel overschrijden.
Once
■
Geeft herhaaldelijk alle tekens weer door
deze te scrollen.
Geeft alle tekens in een keer door te
scrollen, pauzeert het scrollen en geeft dan
de eerste 14 tekens weer.
OSD Shift
Ingangsniveau
Volume: hoog
Regelt het dynamisch bereik automatisch.
Regelt het dynamisch bereik niet
automatisch.
• De “Adaptive DRC” instelling is effectief voor de hoofdtelefoon.
Max Volume
Instelbaar bereik: -30.0dB tot +15.0dB/+16.5dB*
(5,0 dB stappen)
Stelt het maximumvolumeniveau in zodat het volume niet
per ongeluk wordt verhoogd. U kunt bijvoorbeeld het
volume afstellen tussen –80,0 dB en –5,0 dB of dempen
als u deze parameter instelt op “–5.0dB”. Het volume
neemt toe tot het maximale niveau als deze parameter is
ingesteld op +16,5 dB (standaard).
■
Init. Volume
Keuzes:
Off*/Mute/-80.0dB tot +16.5dB (0,5 dB stappen)
Stelt het volume in op het moment dat het toestel aan staat.
Als deze parameter is ingesteld op “Off”, wordt het
volume ingesteld op een niveau waarop dit toestel de
laatste keer mee op stand-by is gezet.
Opmerking
• Als de instelling van “Max Volume” lager is dan de instelling van “Init.
Volume”, wordt de instelling “Max Volume” effectief. Wanneer u
bijvoorbeeld “Max Volume” op “–30.0dB” instelt en “Init. Volume” op
“0.0dB”, wordt het volume automatisch ingesteld op “–30.0dB” de
volgende keer dat dit toestel wordt aangezet.
AANHANGSEL
Continue
Off
AANVULLENDE
INFORMATIE
Stelt de helderheid in van de display van het voorpaneel.
Als de waarde wordt verlaagd, wordt de helderheid van de
display van het voorpaneel donkerder.
Auto
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Auto
Off
y
Instelbaar bereik: -4 tot 0*
Off
Ingangsniveau
U kunt sommige parameters wijzigen voor een monitor of
de display van het voorpaneel.
Dimmer
Auto
BASISBEDIENIN
G
2 Display
Auto/Off*
Regelt het dynamische bereik aan de hand van het
volumeniveau. Deze functie komt van pas wanneer u bij
een laag volume, bijvoorbeeld’s nachts, wilt luisteren. Als
deze functie is uitgeschakeld, wordt het dynamische
bereik als volgt aangepast.
Als het volume laag staat:
is het dynamisch bereik beperkt
Als het volume hoog staat:
is het dynamisch bereik groot
Opmerkingen
• U kunt de beeldverhouding van het scherm niet wijzigen als
“Resolution” is ingesteld op “Through”.
• De instelling is niet effectief voor signalen met een andere
beeldverhouding dan 4:3.
• U kunt geen effect van de beeldverhouding verkrijgen als de
videosignalen binnenkomen via de HDMI 1-4-aansluitingen of 720p,
1080i of 1080p signalen binnenkomen.
Adaptive DRC
Keuzes:
VOORBEREIDIN
GEN
Geeft de videosignalen weer zonder de
beeldverhouding te wijzigen.
Geeft de videosignalen weer die 4:3 beelden
weergeven op een 16:9 monitor met zwarte
banden aan de rechter- en linkerkant van het
beeldscherm.
Geeft de videosignalen weer die 4:3 beelden
weergeven op een 16:9 monitor door de
beelden links en rechts uit te rekken zodat ze
op het beeldscherm passen.
U kunt voor volume enkele parameters wijzigen.
INLEIDING
Stelt een horizontale tot verticale verhouding
(beeldverhouding) in van beelden die worden
geproduceerd door HDMI signalen die worden
weergegeven vanaf de HDMI OUT-aansluiting als de
HDMI signalen worden geconverteerd van analoge
videoingangsignalen door een videoconversiefunctie.
3 Volume
Uitgangsniveau
Aspect
Keuzes:
Uitgangsniveau
■
Instelbaar bereik: -5 tot 0* tot +5
Nederlands
Past boven- en onderkantposities aan van de OSD (op het
scherm) menu’s. Om het scherm naar boven te bewegen,
zet u deze waarde groter. Om het scherm naar onder te
bewegen, zet u deze waarde kleiner.
51 Nl
Het wijzigen van diverse instellingen voor dit toestel (SETUP-menu)
4 Input Rename
Opmerking
U kunt de signaalbronnamen veranderen die moeten
worden weergegeven op de display van het voorpaneel.
U kunt een signaalbron selecteren waarvan u de naam wilt
wijzigen die moet worden weergegeven met behulp van
kCursor.
Een naam selecteren die wordt weergegeven in
sjablonen
Selecteer een signaalbron waarvan u de naam wilt
wijzigen en selecteer een naam uit de volgende sjablonen
met behulp van kCursor.
– Blu-ray
– DVD
– SetTopBox
– Game
– TV
– DVR
– CD
– CD-R
– Satelliet
– VCR
– Tape
– MD
– PC
– iPod
– HD DVD
– “leeg”
y
• Als u de displaynaam van een signaalbron wijzigt naar uw originele en
de signaalbron selecteert, worden de huidige signaalbronnaam en de
sjabloonnaam weergegeven. Dit is handig als u de handeling voor het
wijzigen van de naam wilt annuleren.
Een originele naam invoeren
Selecteer een signaalbron die u wilt benoemen, en druk op
kENTER. U kunt tot 9 tekens invoeren door één teken
per keer te selecteren met de volgende toetsen volgens de
volgende handeling.
kCursor l / h Voor het selecteren van tekens die u
wilt wijzigen
kCursor k / n
Voor het selecteren van tekens die
moeten worden ingevoerd
kENTER
Voor het invoeren van de
geselecteerde tekens
De volgende tekens kunnen worden ingevoerd.
A tot Z, 0 tot 9, a tot z, symbolen (#, *, –, +, etc.) en spatie
5 Zone2
U kunt het maximale volumeniveau en het initiële
volumeniveau van Zone2 instellen.
y
• Dit item wordt alleen weergegeven als “Extra SP Assign” is ingesteld op
“Zone2”.
■
Max Volume
Instelbaar bereik: -30.0dB tot +15.0dB / +16.5dB*
(5,0 dB stappen)
Stelt het maximumvolumeniveau van Zone2 in zodat het
volume niet per ongeluk wordt verhoogd. U kunt
bijvoorbeeld het volume afstellen tussen –80,0 dB en –5,0
dB of dempen als u deze parameter instelt op “–5.0dB”.
■
Init. Volume
Keuzes:
Off*/Mute/-80.0dB tot +16.5dB (0,5 dB stappen)
Stelt het volumeniveau van Zone2 in wanneer de stroom
van het Zone2 toestel wordt aangezet.
52 Nl
• Als de instelling van “Max Volume” lager is dan de instelling van “Init.
Volume”, wordt de instelling van “Max Volume” effectief. Wanneer u
bijvoorbeeld “Max Volume” op “–30.0dB” instelt en “Init. Volume” op
“0.0dB”, wordt het volume automatisch ingesteld op “–30.0dB” de
volgende keer dat u het toestel aanzet.
DSP Parameter
U kunt sommige parameters wijzigen voor de
geluidsveldprogramma’s. Voor informatie,
zie bladzijde 42.
Memory Guard
y
• De standaard instelling is aangegeven met “*”.
Keuzes:
Off*/On
Beschermt instellingen van SETUP menu tegen per
ongeluk veranderen.
Off
On
Beschermt de instellingen niet.
Beschermt de instellingen van het SETUP
menu (behalve de Memory Guard-instelling).
Opmerking
• “G” verschijnt wanneer deze parameter is ingesteld op “On” terwijl het
SETUP-menu wordt weergegeven op de videomonitor.
Gebruik van de multi-zone configuratie
Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in meerdere zones te configureren. Met de Zone2 functie kunt u dit toestel
instellen om gescheiden signaalbronnen in de hoofdzone te reproduceren en de tweede zone (Zone2). U kunt dit toestel
bedienen vanuit de tweede zone met de meegeleverde afstandsbediening.
Opmerking
y
Infraroodontvanger Dit toestel
Yamaha component
Belangrijke waarschuwing voor uw veiligheid
De EXTRA SP-aansluitingen van dit apparaat mogen
niet worden aangesloten op een Passieve Luidspreker
Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per
kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast,
of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden
tot een abnormaal lage impedantie, met beschadiging
van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze
handleiding voor correct gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie
voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd.
Deze informatie kunt u vinden op het achterpaneel van
dit apparaat.
Met behulp van de externe versterker
U kunt de versterker/ontvanger in de tweede zone en de
overige componenten op dit toestel als volgt aansluiten.
Vanaf de ZONE2 OUT-aansluitingen
EXTRA SP ZONE2/PRESENCE
DOCK
HDMI OUT
HDMI 1
HDMI 2
HDMI 3
HDMI 4
(BD/DVD)
EXTRA SP ZONE2/PRESENCE
PHONO
ANTENNA
COMPONENT
VIDEO
FM
MONITOR OUT
COMPONENT
VIDEO
GND AM
PR
PR
SPEAKERS
SINGLE
REMOTE
IN
GND
OUT
PB
VIDEO
PB
UNBAL.
VIDEO
Y
Y
12V
0.1A MAX.
FRONT
CENTER
SURROUND BACK/
BI-AMP
SURROUND
TRIGGER OUT
CENTER
Tweede zone
(Zone2)
AANHANGSEL
Tweede zone
(Zone2)
Versterker
Eerste ruimte
OPTICAL
COAXIAL
COAXIAL
AV 2
AV 3
( TV )
AV 1
OPTICAL
(CD)
AV 4
AV 5
AV 6
AV
OUT
FRONT
AUDIO1
AUDIO2
SURROUND
SUR.BACK
MULTI CH INPUT
SUBWOOFER
SINGLE
AUDIO
OUT
ZONE2
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
CENTER
1 SUBWOOFER 2
PRE OUT
Dit toestel
DVD-speler (etc.)
Eerste ruimte
Afstandsbediening
y
Dit toestel
Infraroodzender
Infraroodontvanger
• U kunt de luidsprekers die aangesloten zijn op de EXTRA SPaansluitingen gebruiken als het voorluidsprekersysteem van een andere
zone. Stel “Extra SP Assign” in op “Zone2” (zie bladzijde 47).
• Wanneer u de interne versterkers voor de Zone2 luidsprekers gebruikt,
kunt het volumeniveau aanpassen en het oorspronkelijke volume en
maximum volume van de Zone2-luidsprekers instellen (zie bladzijde 52).
Naar de REMOTE INaansluiting
53 Nl
Nederlands
Van de REMOTE OUT-aansluiting
AANVULLENDE
INFORMATIE
Sluit de luidsprekers in de tweede zone aan op de EXTRA
SP-aansluitingen en stel vervolgens de “Extra SP Assign”
in op “Zone2” (zie bladzijde 47).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• Aangezien er vele mogelijke manieren zijn waarop u dit toestel kunt
aansluiten en gebruiken in een multi-zone configuratie, raden we u aan uw
dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum te raadplegen over
de Zone2-aansluitingen die het best tegemoet komen aan uw eisen.
• Sommige Yamaha modellen kunnen rechtstreeks op de REMOTE
aansluitingen van dit toestel worden aangesloten. Deze modellen
vereisen geen zender voor infraroodsignalen. Tot maximaal 6 Yamaha
componenten kunnen aangesloten worden zoals hieronder weergegeven.
Gebruik van de interne versterker van dit
toestel
BASISBEDIENIN
G
Om gebruik te maken van de multi-zone functies van dit
toestel hebt u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood signaalontvanger in de tweede zone.
• Een infrarood signaalzender in de hoofdzone. Deze zender
zendt de infrarode signalen uit vanaf de afstandsbediening
naar een CD-speler of een DVD-speler, enz. in de hoofdzone
via de infrarood signaalontvanger in de tweede zone.
• Een versterker en luidsprekers in de tweede zone.
• GEBRUIK de functie Zone2 NIET met cd’s die gecodeerd zijn in DTS
om overwachte ruis te vermijden.
VOORBEREIDIN
GEN
Aansluiten van Zone2
INLEIDING
Alleen analoge signalen kunnen naar Zone2 worden gestuurd. Als u geluid vanaf Zone2 wilt weergeven, sluit dan een
extern component aan op AV5-6 of AUDIO1-2 met behulp van een analoge aansluiting. Als u bijvoorbeeld geluid wilt
weergeven vanaf een HDMI DVD-speler in Zone2, moet u het component op dit toestel aansluiten met behulp van
zowel HDMI- als analoge aansluitingen.
Gebruik van de multi-zone configuratie
■
Zone2 regelen
U kunt Zone2 kiezen en regelen met de bedieningstoetsen
op het voorpaneel of op de afstandsbediening. De
beschikbare bediening werkt als volgt:
• Selecteren van de signaalbron (AV5-6, AUDIO1-2, VAUX) van Zone2.
• Aanpassen van het volume van Zone2 (wanneer een Zone2luidspreker is aangesloten op de EXTRA SP-aansluiting).
• Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” geselecteerd
is als signaalbron van Zone2 (zie bladzijde 31).
• Het afspelen van muziek dat opgeslagen is op uw iPod
dat geplaatst is in een Yamaha iPod universele standaard
(zoals YDS-11 afzonderlijk verkocht) die aangesloten is
op de DOCK-aansluiting.
• U kunt muziek afluisteren dat opgeslagen is op een
Bluetooth-component via een Bluetooth draadloze
audio-ontvanger (afzonderlijk verkocht) die aangesloten
is op de DOCK-aansluiting (zie bladzijde 37).
Opmerking
• U moet iedere stap hebben voltooid als de ZONE2-indicator op de
display van het voorpaneel knippert. Anders wordt de Zone2-modus
automatisch geannuleerd en keert dit apparaat terug in de normale
bedieningsmodus. In dit geval, herhaal de Zone2 selectieprocedure.
Bedienen van Zone2 met het voorpaneel
■
Aanzetten van Zone2
Druk op CZONE2 ON/OFF om Zone2 aan te zetten.
■
De bedieningsmodus voor Zone2 activeren
Druk op EZONE2 CONTROL om Zone2 te bedienen.
De ZONE2-indicator knippert ongeveer 10 seconden lang
op het display op het voorpaneel.
ZONE
2
■
Knippert
Bedienen van Zone2
Draai aan de RINPUT-schakelaar om het
gewenste signaalbron te kiezen terwijl de ZONE2indicator op het display van het voorpaneel knippert.
• Wanneer AV5-6, AUDIO1-2 of V-AUX is geselecteerd,
kunt u luisteren naar het signaalbron in Zone2.
• Selecteer “TUNER” als de signaalbron om de TUNERfuncties in Zone2 te gebruiken. Voor meer informatie
over de werking van de TUNER zie “FM/AM
afstemmen” op bladzijde 31.
• Selecteer “DOCK” als signaalbron om de iPod-functies in
Zone2 te gebruiken. Voor meer informatie over de werking
van de iPod zie “Het gebruik van iPod” op bladzijde 35.
• Selecteer “DOCK” als signaalbron om de Bluetoothcomponent functies in Zone2 te gebruiken. Voor meer
informatie over de werking van de Bluetooth-component zie
“Het gebruik van Bluetooth-componenten” op bladzijde 37.
54 Nl
Zone2 op standby zetten
Druk op CZONE2 ON/OFF om Zone2 op
standby te zetten.
Bedienen van Zone2 met de
afstandsbediening
■
Aanzetten van Zone2
Stel bMAIN/ZONE2 in op de ZONE2 positie en
druk op pPOWER.
■
Bedienen van Zone2
Stel bMAIN/ZONE2 in op de ZONE2 positie en
druk op een van de invoer selectietoetsen om het
gewenste signaalbron van Zone2 te selecteren.
Opmerking
• uMUTE en sVOLUME +/– zijn beschikbaar voor de bediening van
Zone2 met dezelfde procedure als hierboven vermeldt.
■
Zone2 op standby zetten
Stel bMAIN/ZONE2 in op de ZONE2 positie en
druk op pPOWER en zet ZONE2 vervolgens op
standby.
Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening
U kunt externe componenten besturen met een geselecteerde signaalbron met de afstandsbediening. De beschikbare
toesten voor het besturen van externe componenten zijn als volgt:
Signaalbron
kCursor, ENTER, RETURN
Bedient de menu’s van externe componenten.
tDISPLAY
Schakelt tussen de schermen van externe componenten.
mNumerieke toetsen
Funtie als numerieke toetsen van een externe component.
nTV-bedieningstoetsen
Wisselt de videosignalen van TV
Demp audio van TV
Regelt het volume van de TV
Wisselt de kanalen van de TV
Zet de TV aan en uit
y
De volgende afstandsbedieningscodes worden toegewezen
aan signaalbronnen als standaard fabrieksinstellingen.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
[TUNER]
Tuner
Yamaha
5007
[MULTI CH]
—
—
—
“—” geeft geen toewijzing aan
y
• Een externe component die wordt bestuurd door de afstandsbediening
kan automatisch worden geselecteerd volgens de iSCENE
toetsenselectie (zie bladzijde 25).
Instellen van afstandsbedieningscodes
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes hebt ingesteld.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
y
• Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut
te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer
vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de
handeling afgebroken is.
1
Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
2
Druk op eIngang keuzetoetsen die
corresponderen met de signaalbron waarvan
u de code voor afstandbediening u wilt
registreren.
3
Voer een afstandsbedieningscode in met de
mNumerieke toetsen.
Als de afstandsbedieningcode eenmaal is
geregistreerd, knippert cTRANSMIT twee keer op
de afstandsbediening. Als het mislukt, knippert
cTRANSMIT zes keer. Herhaal vanaf stap 1.
Standaard afstandsbedieningcodeinstellingen
Signaalbron
Categorie
Fabrikant
Standaardcode
Yamaha
2018
[HDMI2]
—
—
—
[HDMI3]
—
—
—
[HDMI4]
—
—
—
[AV1]
—
—
—
[AV2]
—
—
—
[AV3]
CD
Yamaha
5013
[AV4]
—
—
—
[AV5]
—
—
—
[AV6]
—
—
—
[AUDIO1]
—
—
—
[AUDIO2]
—
—
—
[V-AUX]
—
—
—
[PHONO]
—
—
—
[A]
—
—
—
Nederlands
Blu-ray Disc
AANHANGSEL
[HDMI1]
5011
AANVULLENDE
INFORMATIE
■
Yamaha
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• U dient eerst de code van de afstandsbediening in te stellen voor de
besturing van externe componenten.
• De afstandsbedieningstoetsen voor het besturen van externe
componenten zijn uitsluitend beschikbaar als de externe componenten
bijbehorende besturingstoetsen hebben.
Standaardcode
BASISBEDIENIN
G
INPUT
MUTE
TV VOL +/–
TV CH +/–
POWER
DOCK
Fabrikant
VOORBEREIDIN
GEN
lExterne component bedieningstoetsen
Functie als een opname of weergavetoets van een externe
component, of een menuweergavetoets.
[DOCK]
Categorie
INLEIDING
dSOURCE POWER
Schakelt een externe component aan en uit.
55 Nl
Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening
Programmeren vanaf andere afstandsbedieningen
De afstandsbediening van dit apparaat kan signalen van andere afstandsbedieningen ontvangen en de werking van de
afstandsbediening overnemen. Gebruik deze leerfunctie om de functie met de afstandsbediening werkbaar te maken als
een toets op de afstandsbediening niet werkt nadat het is toegewezen aan de functie van een extern component of als de
code van de afstandsbediening voor die functie niet beschikbaar is.
y
• Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer vanaf de
laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de handeling afgebroken is.
Programmeren van de afstandsbediening
van dit apparaat
5
Plaats de afstandsbediening op ongeveer 5
tot 10 cm afstand van de afstandsbediening
van het externe component op een vlak
oppervlak zodat de infraroodzenders op
elkaar gericht zijn.
U kunt met de volgende toetsen de afstandbediening
programmeren om functies van een extern component
werkbaar te maken. U kunt voor elke signaalbron functies
aan deze toetsen toekennen als met de codes voor
afstandsbediening.
MAIN
ZONE2
TRANSMIT
SLEEP
AV
3
CODE SET
4
POWER
2
4
AUDIO
3
1
DOCK
MULTI
[ A ]
TUNING
STEREO
PRESET
STRAIGHT PURE DIRECT
RADIO
ENHANCER SUR. DECODE
HDMI
2
2
6
1
1
POWER
SOURCE
5
PHONO
TUNER
V-AUX
MEMORY
AM
MUSIC
FM
INFO
CD
OPTION
SCENE
TV
mNumerieke toetsen
MOVIE
BD
DVD
lExterne component bedieningstoetsen
SETUP
dSOURCE POWER
Afstandsbediening van een
extern component
y
• De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
afstandsbediening van het externe component ook gebruik maakt van
infrarood, kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan
overnemen. De afstandsbediening herkent mogelijk geen speciale of
opeenvolgende signalen.
• De toetsen voeren de toegekende functies mogelijk niet uit afhankelijk
van de bedieningsvoorwaarden van dit apparaat.
1
Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
2
Druk op eIngang keuzetoetsen om de
signaalbron te selecteren waarvan u de
functie aan de afstandsbediening wilt
toekennen.
3
Voer “9990” in met mNumerieke toetsen.
4
Druk op de toets waaraan u de functie wilt
toekennen.
cTRANSMIT licht op als dit toestel in een
wachtstand komt voor de ontvangst van signalen van
de afstandsbediening. Voer stappen 5 en 6 binnen 10
seconden uit.
Opmerking
• Indien er 10 seconden zijn verstreken nadat dit toestel in de
wachtstand is gekomen, vindt een time-out plaats en gaat
cTRANSMIT uit. Als dit gebeurt, dient u stap 4 te herhalen.
56 Nl
5 tot 10 cm
Opmerking
• Indien 10 seconden zijn verstreken nadat stap 4 is uitgevoerd,
treedt een fout op en kan dit toestel geen signalen van de
afstandsbediening ontvangen. Als cTRANSMIT uitgaat voordat
u stap 6 uitvoert, herhalen vanaf stap 4.
6
Druk op de toets op de afstandsbediening
van het externe component.
De functie die toegekend is aan de gekozen toets is
ook toegekend aan de toets die u in stap 4 gekozen
hebt. Wanneer de functie met succes aan de toets is
toegekend, knippert cTRANSMIT op de
afstandsbediening tweemaal.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap4.
y
• Herhaal de stappen 4 tot 6 voor het toekennen van andere functies.
7
Om het programmeren te beëindigen, druk
op oCODE SET op de afstandsbediening
met een puntig voorwerp zoals een punt van
een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
eenmaal.
Het besturen van andere componenten met de afstandsbediening
Toewijzing van elke toets wissen
U kunt de toewijzingen van elke toets wissen.
1
3
Voer “9991” in met mNumerieke toetsen.
4
Druk op de toets die u wilt resetten.
De toekenning aan die toets is gewist. Wanneer het
wissen van de toekenning voltooid is, knippert
cTRANSMIT tweemaal op de afstandsbediening.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap1.
y
• Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut
te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer
vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de
handeling afgebroken is.
1
Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
2
Druk op jSETUP op de afstandsbediening.
3
Voer “9981” in met mNumerieke toetsen.
Als de initialisatie voltooid is, knippert
cTRANSMIT twee keer op de afstandsbediening.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap 1.
• Herhaal stap 4 om verder te gaan met het resetten van andere
toetsen.
5
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Om het resetten te beëindigen, druk op
oCODE SET op de afstandsbediening met
een puntig voorwerp zoals een punt van een
pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
eenmaal.
Toewijzingen van elke toets wissen
2
Druk op eIngang keuzetoetsen om de
signaalbron te kiezen, de functie die is
toegekend aan de toets die u wilt resetten.
3
Voer “9992” in met mNumerieke toetsen.
De toekenning van alle toetsen is gewist. Wanneer het
wissen van alle toekenninge voltooid is, knippert
cTRANSMIT tweemaal op de afstandsbediening.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap1.
AANHANGSEL
Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
AANVULLENDE
INFORMATIE
U kunt de toekenning van alle toetsen door één handeling
wissen.
1
BASISBEDIENIN
G
Druk op eIngang keuzetoetsen om de
signaalbron te kiezen waarvan u de functie
wilt resetten.
y
VOORBEREIDIN
GEN
2
U kunt alle eerder ingestelde afstandsbedieningscodes
wissen en ze terugstellen op de oorspronkelijk
fabrieksinstellingen.
INLEIDING
Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT op de afstandsbediening knippert
twee keer.
De afstandsbedieningscodes resetten
Nederlands
y
• Als u de afstandsbedieningscode initialiseert (zie het volgende
hoofdstuk) worden de toewijzingen van alle toetsen gewist.
57 Nl
Geavanceerde setup
MON.CHK -XXXX
De geavanceerde installate bevat meer parameters voor de
basisbediening van dit apparaat zoals het aan- en uitzetten
van de bi-amp verbinding en het initialiseren van
gebruikersinstellingen. Dit hoofdstuk beschrijft wat die
parameters zijn en hoe ze moeten worden gewijzigd.
1
Zet dit apparaat op standby.
2
Druk op AMAIN ZONE ON/OFF tijdens het
ingedrukt houden van PSTRAIGHT op het
voorpaneel.
Het ADVANCED SETUP menu verschijnt op de
display op het voorpaneel.
Keuzes:
INIT-XXXXXXXXX
Keuzes:
Draai aan de OPROGRAM-schakelaar om
de parameter te selecteren die u wilt wijzigen.
y
• Ingestelde waarden zijn geplaatst in XXX van de volgende
parameters op een feitelijk displayscherm.
• De standaard instelling is aangegeven met “*”.
4
Druk een paar keer op PSTRAIGHT om de
waarde die u wilt wijzigen, te selecteren.
De geselecteerde waarde hier wordt effectief als dit
toestel de volgende keer wordt aangezet. U kunt
meerdere instellingen wijzigen door stappen 3 en 4 te
herhalen.
5
Druk op AMAIN ZONE ON/OFF, zet dit
systeem uit, en druk opnieuw op AMAIN
ZONE ON/OFF.
De waarde die is ingesteld in stap 4 wordt effectief en
het toestel gaat aan. Als u initialisatie selecteert in
stap 3, wordt de initialisatie uitgevoerd.
SP IMP. -XXX
Keuzes:
6 MIN/8 MIN*
Selecteert de uitvoerimpedantie van dit apparaat in
overeenstemming met de aangesloten luidsprekers.
Wanneer u 4-ohm luidsprekers aansluit op de
FRONT-aansluitingen van de SPEAKERSaansluitingen, zet “SP IMP.” op “6ΩMIN”.
REMOTE ID -XXX
Keuzes:
ID1*/ID2
Selecteert een afstandsbediening voor dit apparaat.
Wanneer u meerdere Yamaha AV ontvangers gebruikt,
kunt u deze bedienen met een enkele
afstandsbediening door ze in te stellen op hetzelfde
afstandsbedienings-id. Door de ontvangers in te stellen
op verschillende afstandbedienings-id’s, kunt u deze
met hun bijbehorende afstandsbedieningen bedienen.
BI AMP - XXX
Keuzes:
ON/OFF*
Schakelt de bi-amp verbinding van de hoofdluidsprekers
aan en uit. Voor bi-amp-verbinding, zie bladzijde 13.
SCENE IR -XXX
Keuzes:
ON*/OFF
Hiermee wordt geselecteerd of de SCENE besturingssignalen wel
of niet naar een extern component moeten worden verstuurd dat
aangesloten is op de REMOTE-aansluitingen op dit apparaat,
wanneer de BD/DVD of CD SCENE-functie geselecteerd is. Als
“ON” is geselecteerd en een afspeelcomponent dat het afspelen
van de SCENE link ondersteunt, zoals de Yamaha DVD-speler, is
aangesloten op de REMOTE OUT-aansluiting van dit apparaat,
start de afstandsverbinding automatisch met afspelen als een
andere SCENE-toets geselecteerd is.
58 Nl
DSP PARAM/VIDEO/ALL/CANCEL*
Initialiseert diverse instellingen die zijn opgeslagen
op dit toestel. U kunt een initialiseringsmethode
selecteren uit het volgende.
DSP PARAM Reset alle parameters van
geluidsveldprogramma’s.
VIDEO
Reset videoconversie-instellingen
(resolutie/verhouding) in het SETUPmenu en de OSD menu’s displaystand.
ALL
Reset het toestel naar de originele
fabrieksinstellingen.
CANCEL
Initialisatie.
ADVANCEDSETUP
3
YES*/SKIP
Voegt een opwaarderingsbeperking op aan de
weergavesignalen naar een videomonitor die is
aangesloten op dit toestel via de HDMI OUTaansluiting.
Geavanceerde setup
Instellen van een afstandsbedienings-ID
INLEIDING
Er zijn twee ID’s gegeven voor de afstandsbediening van
dit toestel. Als er een andere Yamaha-versterker in
dezefde kamer is, dan voorkomt het instellen van een
andere afstandsbediening-ID naar dit toestel een
ongewenste bediening van de andere versterker.
VOORBEREIDIN
GEN
ID1 is standaard ingesteld voor zowel de
afstandsbediening als de versterker.
Als u de ID van de afstandsbediening wijzigt, wordt
“ADVANCED SETUP” weergegeven (zie het vorige
hoofdstuk) en wijzigt de ID voor de versterker ook.
y
• Elke stap die in dit hoofdstuk beschreven staat, dient binnen één minuut
te zijn uitgevoerd. Het instellen wordt automatisch geannuleerd wanneer
vanaf de laatste stap één minuut verlopen is. Start vanaf het begin als de
handeling afgebroken is.
Druk op jSETUP op de afstandsbediening.
3
Voer de gewenste afstandsbedienings-ID
code in.
Voor omschakelen naar ID1:
Voer “5019” in met mNumerieke toetsen.
Voor omschakelen naar ID2:
Voer “5020” in met mNumerieke toetsen.
Als de afstandsbedieningcode eenmaal is
geregistreerd, knippert cTRANSMIT twee keer.
Als het mislukt, knippert cTRANSMIT zes keer.
Herhaal vanaf stap 1.
AANVULLENDE
INFORMATIE
2
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Druk op oCODE SET op de
afstandsbediening met een puntig voorwerp
zoals een punt van een pen.
cTRANSMIT knippert tweemaal.
BASISBEDIENIN
G
1
y
• Als u de afstandsbedieningscode initialiseert (zie bladzijde 57),
dan keert deze terug naar ID1.
AANHANGSEL
Nederlands
59 Nl
AANHANGSEL
Oplossen van problemen
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
Algemeen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel gaat vrij
snel nadat het is
aangezet uit, of het
gaat niet aan nadat
AMAIN ZONE ON/
OFF (of pPOWER) is
ingedrukt.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit de stroomkabel op de juiste wijze aan op een
stopcontact.
—
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
58
(Wanneer dit toestel weer aan is gezet en
“CHECK SP WIRES!” wordt
weergegeven.) Het beschermingscircuit is
geactiveerd omdit toestel is aangezet
terwijl een luidsprekerkabel kortsluiting
maakte.
Zorg dat alle luidsprekerkabels tussen het toestel en
de luidsprekers op de juiste wijze zijn aangesloten.
13
Dit toestel kan niet
worden uitgezet of
werkt niet correct.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een
daling van het voltage van de
stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
—
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
—
Het geluid/beelden
vallen plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
58
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer
aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
“CHECK SP WIRES!”
verschijnt op de
display van het
voorpaneel.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
13
“Memory Guard!”
wordt weergegeven
op de display van het
voorpaneel en de
instelling kan niet
worden gewijzigd.
“Memory Guard” in het SETUP menu is
ingesteld op “On”.
Zet “Memory Guard” op “Off”.
52
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videosoftware is beschermd tegen
kopiëren.
60 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Geen geluid.
Oplossing
Zie
bladzijde
15-19
11
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
72
De HDMI audiuitgangparameter in het
SETUP menu (Function Setup →
1 HDMI → Audio Output) is ingesteld op
“TV”.
Zet de parameter op een andere item dan “TV”.
50
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met de
RINPUT-schakelaar (of eIngang
keuzetoetsen).
24
Het volume staat zacht of is gedempt.
Zet het volume hoger.
—
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een CDROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen kunnen
worden weergegeven op dit toestel.
—
Er is geen goede audiodecoder
geselecteerd.
Geef het OPTION menu weer en stel “Decoder
Mode” in op “Auto”.
40
Dit toestel produceert videosignalen die
niet ondersteund worden door het
beeldscherm dat is aangesloten op het
toestel via de HDMI OUT aansluiting.
Geeft het ADVANCED SETUP menu weer en
selecteer “VIDEO” in “INIT” om de videoparameters
te resetten.
58
Geeft het ADVANCED SETUP menu weer en stel
“MON.CHK” in op “YES”.
58
De VIDEO-aansluiting wordt gebruikt om
een componentvideosignaal weer te
geven, of de COMPONENT VIDEO
aansluitingen worden gebruikt om een
composiet videosignaal weer te geven.
Indien uw videomonitor geen HDMI-aansluiting
ondersteunt, controleer dan de COMPONENT
VIDEO-aansluitingen en de VIDEO-aansluiting en
selecteer de juiste video-ingang op de monitor.
15
Er komen videosignalen binnen die niet
standaard zijn.
Sluit de monitor aan op dit toestel via de
COMPONENT VIDEO-aansluitingen of de VIDEOaansluiting.
15
Er is geen juist videosignaal geselecteerd
op de videomonitor.
Selecteer een juist videosignaal op de videomonitor.
—
AANHANGSEL
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
BASISBEDIENIN
G
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
VOORBEREIDIN
GEN
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
INLEIDING
Geen beeld.
Oorzaak
Nederlands
61 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Er wordt geen geluid
weergegeven van een
specifieke
luidspreker.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
De luidspreker functioneert niet.
Controleer de luidsprekerindicators op het display op
het voorpaneel. Als de bijbehorende indicator oplicht,
verbindt dan een andere luidspreker en controleer of
er geluid wordt weergegeven. Als er geen geluid
wordt weergegeven kan het zijn dat dit toestel stoort.
6, 10
Het weergavecomponent of de
luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
11
De weergave van die luidspreker is
uitgeschakeld.
Controleer de luidsprekerindicators op het display op
het voorpaneel. Als de corresponderende indicator is
uitgezet, probeer dan het volgende.
1) Wijzig de signaalbron naar een andere.
2) Geluid wordt niet weergegeven via die luidspreker,
met het geselecteerde geluidsveldprogramma.
Selecteert een ander geluidsveldprogramma.
3) “None” kan mogelijk zijn geselecteerd voor die
luidspreker op dit toestel. Geef weer Speaker Setup in het
SETUP menu en zet de respectievelijke parameters in om
weergave van die luidspreker mogelijk te maken
(Speaker Setup → 2 Manual Setup → A)Config).
6, 24, 27,
48
Het volume van die luidspreker is
ingesteld op minimum in Speaker Setup in
het SETUP menu.
Geef weer Speaker Setup in het SETUP menu stel het
volume af (2 Manual Setup → B)Level).
49
(Als er bijna geen geluid komt van één kanaal)
De weergavebalans van de luidspreker is
niet goed ingesteld.
Stel het volume in voor elke luidspreker die moet
worden gebalanceerd “B)Level” in het SETUP menu
(Speaker Setup → 2 Manual Setup → B)Level).
49
Geluid mag niet worden weergegeven
vanaf bepaalde kanalen afhankelijk van de
signaalbron of het geluidsveldprogramma.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
27
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Als een monobron geluidsveldprogramma
wordt toegepast, wordt het geluid van alle
kanalen via de midden luidspreker
weergegeven voor bepaalde surround decoders.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
27
Geen geluid uit de
aanwezigheidsluidspr
ekers.
Dit toestel bevindt zich in de
“STRAIGHT” stand.
Druk op PSTRAIGHT (of hSTRAIGHT) om
de “STRAIGHT” stand te verlaten.
30
Er klinkt geen geluid
uit de surroundluidsprekers.
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt een monosignaal
weergegeven.
Druk op PSTRAIGHT (of hSTRAIGHT) om
de “STRAIGHT” stand te verlaten.
30
Geluid mag niet worden weergegeven vanaf
bepaalde kanalen afhankelijk van de
signaalbronnen of het geluidsveldprogramma’s.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
27
Er wordt een Dolby Digital of DTS signaal
weergegeven terwijl de LFE-kanaalinstelling
(LFE/Bass Out) van het Speaker Setup in het
SETUP menu is ingesteld op “Front”.
Zet “LFE/Bass Out” in op “SWFR” of “Both”.
48
Er wordt en 2-kanaalsignaal weergegeven
terwijl de LFE kanaalinstelling (LFE/Bass
Out) van het Speaker Setup in het SETUP
menu is ingesteld op “SWFR” of “Front”.
Zet “LFE/Bass Out” op “Both”.
48
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
Het bronsignaal bevat geen LFE of zeer
lage tonen.
62 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
40
De audio
signaalbronnen
kunnen niet worden
weergegeven met het
gewenste digitale
audio signaaltype.
De verbonden component is niet ingesteld
om de gewenste digitale audiosignalen te
reproduceren.
Stel het weergavecomponent op de juiste wijze in
waarbij wij verwijzen naar de
instructiehandleidingen.
—
U ondervindt storing van
digitale of andere
apparatuur die
radiogolven gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij andere digitale
of radiofrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
—
Lawaai/ een
hummend geluid kan
worden gehoord.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiobedrading op de juiste manier aan. Als
dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er
iets mis is met de kabels.
—
De draaitafel is niet verbonden met de
GND-aansluiting.
Sluit de aarding van de draaitafel aan op de GNDaansluiting van dit toestel.
17
Een DTS-CD wordt weergegeven.
1) Wanneer alleen ruis wordt weergegeven
Indien een DTS bitstreamsignaal niet goed wordt
verzonden naar dit toestel, wordt alleen ruis
weergegeven. Sluit een weergavecomponent aan op dit
toestel met een digitale verbinding en geef de DTS-CD
weer. Als de toestand niet verbeterd kan het probleem
voortkomen uit de weergavecomponent. Neem contact op
met de producent van de weergavecomponent.
2) Als er ruis wordt uitgezonden tijdens weergave of
overslaan
Voordat u de DTS-CD weergeeft, geeft u het
OPTION menu weer na het selecteren van de
signaalbron en stelt u “Decoder Mode” in op “DTS”.
Het volumeniveau is
laat terwijl een plaat
wordt weergegeven.
De plaat wordt gedraaid op een draaitafel
met een MC-cartridge.
Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MCkopversterker.
17
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De component die is aangeslotne op de
uitgangaansluitingen van dit toestel staat
niet aan.
Als de component die is aangesloten op de
uitgangaansluitingen van dit toestel niet aan staat, kan
het geluid vervormd worden of het volume afnemen
door de aard van AV-ontvangers. Zet alle
componenten die zijn aangesloten op dit toestel aan.
—
“Max Volume” is ingesteld op een lage
waarde.
Zet het op een hogere waarde.
51
16, 40
BASISBEDIENIN
G
Stel “Extended Surround” anders in dan “Off” of
“Auto”.
VOORBEREIDIN
GEN
“Extended Surround” in het OPTION menu
is ingesteld op “Off”, of een ingangsignaal
bevat geen surround achter vlag met
“Extended Surround” ingesteld op “Auto”.
INLEIDING
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
AANHANGSEL
HDMI™
Probleem
Oplossing
Zie
bladzijde
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
Ontkoppel enkele van de HDMI componenten.
—
Het aangesloten HDMI component
ondersteunt geen hoge bandbreedte digitale
auteursrecht bescherming (HDCP).
Sluit een HDMI component aan dat HDCP
ondersteunt.
16
63 Nl
Nederlands
Geen beeld of geluid.
Oorzaak
Oplossen van problemen
Tuner (FM/AM)
Probleem
Oorzaak
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
FM
AM
Oplossing
U bent te ver van de signaalzender of
het signaal van de antenne is zwak.
Zie
bladzijde
Controleer de aansluitingen van de antenne.
20
Vervang de buitenantenne door een
gevoeligere multi-elementantenne.
—
Schakel over naar mono.
41
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Pas de hoogte of richting van de antenne aan
of plaats het op een andere locatie.
—
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
U bent te ver van de signaalzender of
het signaal van de antenne is zwak.
Vervang een buitenantenne door een
gevoeligere multi-elementantenne.
—
Stem handmatig af of door directe
frequentieafstemming.
31
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Stem de richting af van de AM ringantenne.
20
Stem met de hand af.
31
Automatische
stationvoorkeuze werkt
niet.
Automatische stationvoorkeuze is niet
beschikbaar voor AM-zenders.
Gebruik de handmatige stationafstemming.
32
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
De meegeleverde AM ringantenne is
niet aangesloten.
Sluit de AM ringantenne correct aan, ook al
gebruikt u een buitenantenne.
20
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Het is moeilijk om ruis geheel te verwijderen,
maar het kan worden verminderd door het
goed installeren en aarden van een buiten AM
antenne.
20
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
U hoort gezoem en
gefluit.
Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
64 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
9
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen, richtlampen enz.)
valt op de sensor voor de
afstandsbediening van dit toestel.
Pas de lichtval af of verplaats het toestel.
—
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
9
De afstandsbedienings-ID van de
afstandsbediening en dit toestel komen
niet overeen.
Laat de afstandsbedienings-ID van dit toestel
overeenkomen met die van de afstandsbediening.
58
Oplossen van problemen
Probleem
De afstandsbedieningscode is niet juist
ingesteld.
Oplossing
Zie
bladzijde
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “Lijst met afstandsbedieningscodes”
aan het eind van deze handleiding.
55
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde
fabrikant met behulp van de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze handleiding.
55
Indien dit toestel niet werkt als u drukt op
—
INLEIDING
Externe componenten
kunnen niet worden
bestuurd met de
afstandsbediening.
Oorzaak
kCursor, doe dan het volgende.
VOORBEREIDIN
GEN
Als de toets niet werkt tijdens DVDdiskmenuwerking: druk opnieuw op eIngang
keuzetoetsen op de afstandsbediening.
Als de toets niet werkt tijdens OPTION menu/SETUP
menuwerking: druk opnieuw op de toets die van
toepassing is op de huidige menuwerking.
De afstandsbediening
leert geen nieuwe
functies.
Vervang de batterijen.
9
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te lang of te kort.
Plaats de afstandsbedieningen op een juiste afstand.
56
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
—
De geheugencapaciteit is vol.
Wis onnodige functies om enige geheugenruimte vrij
te maken voor nieuwe functies.
57
iPod™
Probleem
Loading...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
AANHANGSEL
Opmerking
• In geval van een overdrachtsfout zonder dat er een melding verschijnt op de display op het voorpaneel en op de OSD, dient u de aansluiting van uw iPod
te controleren (zie bladzijde 19).
GEAVANCEERD
E BEDIENING
De batterijen van deze afstandsbediening en/
of de andere afstandsbediening zijn te zwak.
BASISBEDIENIN
G
Ook als de juiste afstandsbedieningscode is
ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen
niet goed reageren op de afstandsbediening.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaalpad van
uw iPod naar dit toestel.
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
iPod Connected
Uw iPod is goed geplaatst in de Yamaha
iPod universele dock.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit de Yamaha iPod
universele dock.
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod
opgeslagen muziekstukken niet weergeven.
19
Haal uw iPod uit de Yamaha iPod universele dock en
plaats het terug op het dock.
19
Sluit een iPod aan die door dit toestel wordt
ondersteund.
—
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
—
65 Nl
Nederlands
Unknown iPod
Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel dock
opnieuw aan op de DOCK-aansluiting van dit toestel.
Oplossen van problemen
Bluetooth™
Probleem
Searching...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
De Bluetooth draadloze audio ontvanger
en de Bluetooth component worden op dit
moment gepaard.
De Bluetooth draadloze audio ontvanger
en de Bluetooth component worden op dit
moment tot een verbinding gebracht.
Completed
Het paren is voltooid.
Canceled
Het paren is geannuleerd.
BT Connected
De verbinding tussen de Bluetooth
draadloze audio ontvanger en de
Bluetooth component is voltooid.
Disconnected
De Bluetooth component is niet
aangesloten op de Yamaha Bluetooth
draadloze audio-ontvanger.
Not found
Het Bluetooth component is niet
gevonden.
Tijdens paren:
– paren moet tegelijkertijd op dit Bluetooth component
en dit toestel worden uitgevoerd. Controleer of de
Bluetooth component in paringsstand staat.
Tijdens verbinden:
– controleer of de Bluetooth component aan staat.
– controleer of de Bluetooth component binnen 10 meter van
de Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger staat.
—
Auto Setup (YPAO)
Opmerkingen
•
•
•
•
Als een fout of waarschuwingsbericht wordt weergegeven, los het probleem dan op en voer opnieuw een automatische instelprocedure uit.
Waarschuwingsbericht “W-2” of “W-3” geeft aan dat de ingestelde afstelling niet optimaal is.
Afhankelijk van de luidsprekers is het mogelijk dat de waarschuwing “W-1” verschijnt, ook al zijn de luidsprekers correct aangesloten.
Als foutmelding “E-10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum.
Voor Auto Setup
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-microfoon met
de OPTIMIZER MIC-aansluiting op het voorpaneel.
21
Unplug HP!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
Maak de hoofdtelefoon los.
—
Memory Guard!
De parameters van dit toestel zijn beschermd.
Zet “Memory Guard” op “Off”.
52
Tijdens Auto Setup
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
E-1:NO FRONT SP
Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R voorluidsprekers.
11
E-2:NO SUR. SP
Er wordt alleen één
surroundkanaalsignaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R surroundluidsprekers.
11
66 Nl
Oplossen van problemen
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Controleer de aanwezigheid van de L/Rluidsprekeraansluitingen.
11
E-4:SBR->SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Als u slechts één surround achter-luidspreker
aansluit, sluit deze dan aan bij de L-kant (SINGLE)aansluiting.
11
E-5:NOISY
Meting kan niet goed worden uitgevoerd
door te luide omgevingsruis.
Voer de automatische setup procedure opnieuw uit
op een tijdstip dat de omgeving rustig is.
—
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals airconditioners uit, of zet ze uit de buurt van de
optimalisatie-microfoon.
—
Bij het gebruik van surround achter-luidsprekers,
dient u de surround L/R luidsprekers aan te sluiten.
11
E-7:NO MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “Auto Setup” procedure.
Raak de optimalisatiemicrofoon niet aan tijdens de
automatische setup procedure.
21
E-8:NO SIGNAL
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer of de microfoon correct is geplaatst.
21
Controleer of de luidsprekers correct zijn geplaatst
en aangesloten.
11
De optimalisatiemicrofoon of OPTIMIZER MIC-aansluiting
is mogelijk defect. Neem contact op met de Yamaha dealer of
het servicecentrum die/dat het dichtstbijgelegen is.
21
Als een scherm zoals een TV op dit toestel wordt
aangesloten via een HDMI-aansluiting, dan kan er
mogelijk geen geluid worden weergegeven via dit toestel
door de HDMI-besturingsfunctie. In zo’n geval dient u de
scherminstelling te wijzigen, door bijvoorbeeld de
geluidsweergave-instelling op een versterker te zetten
zodat het geluid via dit toestel wordt uitgezonden.
—
De automatische setup procedure is geannuleerd
door een onjuiste gebruikersbediening.
Voer de automatische setup procedure uit. Pas het volume
niet aan of doe andere handelingen tijdens de procedure.
21
E-10:INTERNAL ERROR
Er is een interne fout opgetreden.
Voer de automatische setup procedure opnieuw uit.
21
Na Auto Setup
Foutmelding
AANHANGSEL
E-9:USER CANCEL
GEAVANCEERD
E BEDIENING
Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers.
BASISBEDIENIN
G
E-6:CHECK SUR.
VOORBEREIDIN
GEN
Er wordt alleen één
aanwezigheidskanaalsignaal gedetecteerd.
INLEIDING
E-3:NO PRNS SP
Zie
bladzijde
Oplossing
W-1:OUT OF PHASE
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteiten (+, –) van de luidspreker.
Als deze juist zijn, zullen de luidsprekers goed
werken zelfs als dit bericht wordt weergegeven.
11
W-2:OVER 24m (80ft)
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m (80 ft).
Breng de luidspreker binnen 24 meter (80 ft) rond
het luisterpositie.
—
W-3:LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Controleer de positie van de luidspreker opnieuw om
ervoor te zorgen dat alle luidsprekers zijn geplaatst
in eenzelfde omgeving.
—
Controleer de polariteit (+, –) van de luidsprekers.
11
We raden u aan dat u luidsprekers gebruikt met
dezelfde of vergelijkbare specificaties.
—
Stel het uitgangsniveau van de subwoofer in.
—
67 Nl
Nederlands
Oorzaak
Oplossen van problemen
Foutmelding
W-4:CHECK PRNS
68 Nl
Oorzaak
Er zijn geen aanwezigheidsluidsprekers
gedetecteerd tijdens de meting met
“Extra SP Assign” ingesteld op
“Presence”.
Oplossing
Zie
bladzijde
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker en voer de meting
opnieuw uit.
Als de aanwezigheidsluidsprekers niet zijn
aangesloten, stel de “Extra SP Assign” dan in op iets
anders dan “Presence”.
47
Indien de aanwezigheidsluidsprekers zijn
aangesloten, stel dan “Extra SP Assign” in op
“Presence”, en probeer de automatische setup
procedure opnieuw uit.
47
Woordenlijst
■
Audio en video synchronisatie (lip sync)
■
Dolby Digital Surround EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik
van 5.1-kanaals bronmateriaal.
Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX.
Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en realistische
weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde
“fly-over” en “fly-around” effecten.
■
Dolby Digital Plus
■
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Component videosignaal
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote
hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe
technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2
voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen,
links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele
Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music
mode” voor muziekbronnen, een “Movie mode” voor filmbronnen en
een “Game mode” voor gamebronnen.
■
■
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen
van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een
composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie
elementen gecombineerd door.
■
Deep Color
■
Dolby Digital
Dolby Surround
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en
ook wel bij TV- en kabelprogramma’s. Dolby Surround maakt gebruik
van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van
realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een
surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het
surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd
frequentiebereik. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic
decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om
de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende
geluidsbronnen te verbeteren.
■
Dolby TrueHD
Dolby TrueHD is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die
speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals Bluray Discs. Deze technologie is een optionele audiostandaard voor Bluray Discs en levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de
studio masteropnamen en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren.
Dolby TrueHD biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps
en kan maximaal 8 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk
bevatten.
Dolby TrueHD blijft ook volledig compatibel met bestaande multikanaals audiosystemen en behoudt de metadatamogelijkheid van
Dolby Digital, wat dialoge normalisatie en dynamisch bereikbesturing
mogelijk maakt.
69 Nl
Nederlands
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar
gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en
rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5
audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal
voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect)
kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als
0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een
beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote
dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en
de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de
luisteraar een ongehoord realistische weergave.
Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van
mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
■
AANHANGSEL
Deep Color verwijst naar het gebruik van de grotere aantallen kleuren
(kleurdiepte) die door beeldschermen kunnen worden weergegeven, in
vergelijking tot de 24-bits kleurdiepte in eerdere HDMI versies. Deze
extra bitdiepte stelt HDTV’s en andere soorten beeldschermen in staat
om het aantal weer te geven kleuren op te voeren van miljoenen naar
miljarden en zorgt ervoor dat de storende kleurbanden op het scherm
worden vervangen door vloeiende kleurovergangen en subtiele
gradaties tussen kleuren. Een verbeterde contrastverhouding betekent
dat er veel meer grijstonen kunnen worden weergegeven tussen zwart
en wit. Deep Color verhoogt ook het aantal mogelijke kleuren binnen
de door de RGB of YCbCr kleurruimten bepaalde grenzen.
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden
multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals
bronnen. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music mode” voor
muziekbronnen, een “Movie mode” voor filmbronnen (alleen 2kanaals materiaal) en een “Game mode” voor spelletjes.
GEAVANCEERD
E BEDIENING
In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in
een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de
chrominantie. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat
elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere.
Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd
omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U
heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om
component videosignalen te kunnen weergeven.
BASISBEDIENIN
G
■
■
VOORBEREIDIN
GEN
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee versterkers
gebruikt voor een luidsprekerbox.
De ene versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de
box, terwijl de andere wordt aangesloten op het gecombineerde
gedeelte voor de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem
wordt elk van de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik
gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte
versterkers minder zwaar werk te doen en levert minder risico op dat
de weergave negatief wordt beïnvloed.
Dolby Digital Plus is een geavanceerde audiotechnologie die
ontwikkeld is voor high-definition programma’s en media, inclusief
HD uitzendingen, en Blu-ray Discs. Deze technologie is geselecteerd
als optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en deze technologie
levert multikanaals geluidsweergave via gescheiden kanalen. Dolby
Digital Plus biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0 Mbps en
kan maximaal 7.1 gescheiden audiokanalen tegelijk bevatten. Dolby
Digital Plus wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen
voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de
toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande
multikanaals audiosystemen die gebruik maken van Dolby Digital.
INLEIDING
Lip sync staat voor lipsynchronisatie en geeft in deze context zowel
het probleem aan als een technische manier om beeldsignalen en
geluidssignalen tijdens signaaloverdracht en weergave netjes met
elkaar in de pas te laten lopen. De verschillende manieren waarop
beeld en geluid verwerkt worden hebben ingewikkelde instellingen
door de eindgebruiker vereist, maar HDMI versie 1.3 is nu voorzien
van een automatisch synchronisatie voor audio en video die de
apparatuur in staat stelt automatisch de vereiste correcties uit te
voeren, zonder dat de gebruiker daarmee lastig wordt gevallen.
Woordenlijst
■
DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt voor het
opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals Super Audio CD’s.
Bij DSD worden signalen opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer
hoge bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz, waarbij gebruik wordt
gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering om vervorming, een
normaal verschijnsel bij zeer hoge kwantisaties van audiosignalen, te
verminderen. Dankzij de hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan aangeboden wordt door het PCM
formaat van gewone audio-CD’s. De frequentie is gelijk of hoger dan 100
kHz en het dynamische bereik is 120 dB. Dit toestel kan DSD signals
uitzenden of ontvangen via de HDMI-aansluiting.
■
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor
multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig compatibel met
alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie vergeleken met een normale waarde van 48
kHz. “24” verwijst naar de gebruikte woordlengte van 24-bits.
DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van
hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-video.
■
DTS Digital Surround
DTS Digital Surround is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks
te vervangen door een 5.1-kanaals digitale soundtrack en is over de
hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft
tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis
kunt profiteren van de verbluffende DTS Digital Surround. Dit
systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6
kanalen (dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts
surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt
voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES
decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand
5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
■
DTS Express
Dit is een audioformaat voor volgende generatie optische disks zoals
Blu-ray disks. Het gebruikt geoptimaliseerde lage
bitssnelheidsignalen ovor netwerkstreaming. In het geval van Bluraydisks wordt dit formaat gebruikt met secundaire audio wat het
mogelijk maakt om te genieten van commentaar van de filmproducent
via het internet terwijl u het hoofdprogramma afspeelt.
■
DTS-HD High Resolution Audio
DTS-HD High Resolution Audio is een audiotechnologie met een hoog
oplossend vermogen die speciaal is ontwikkeld voor high-definition media
op disc, zoals Blu-ray Discs. Deze technologie is een optionele
audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert een weergave die vrijwel niet
te onderscheiden is van het origineel en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD High Resolution Audio biedt
ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0 Mbps voor Blu-ray Discs en kan
maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten.
DTS-HD High Resolution Audio blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multi-kanaals audiosystemen die DTS Digital Surround bevatten.
■
DTS-HD Master Audio
DTS-HD Master Audio is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die
speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals Blu-ray Discs.
Deze technologie is een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert
een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio masteropnamen en die
daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD Master
Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 24,5 Mbps voor Blu-ray Discs
en kan maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten.
DTS-HD Master Audio wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is
ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/versterkers van de
toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals
audiosystemen die gebruik maken van DTS Digital Surround.
70 Nl
■
HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig
door de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en
volledig digitale audiovisuele interface. HDMI biedt ondersteuning
voor standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen
elke denkbare audiovisuele signaalbron (zoals een externe ontvanger of
AV receiver) en de audio/video monitor (zoals een digitale televisie).
HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning
voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te
bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-bandwidth Digital Content
Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven materialen en
systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan
een bezoek te brengen aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
■
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit
kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld
omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-kanaals systeem.
■
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals
weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk
met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde
kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met
gescheiden kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music
mode” voor muziekbronnen en een “Cinema mode” voor filmbronnen.
■
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren,
opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik
van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt
gemeten. De afkorting staat voor “Pulse Code Modulation”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname.
■
S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een penkabel
zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en
een C signaal voor de kleur en doorgegeven via de speciale S-videokabel.
Gebruik van een S VIDEO-aansluiting vermindert signaalverslechtering bij
lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
■
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren
dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie
genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat
kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie,
terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste
geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo
dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is,
hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd.
■
“x.v.Color”
Een kleurruimtestandaard die ondersteund wordt door HDMI versie 1.3.
Het is een uitgebreidere kleurruimte dan sRGB en biedt de mogelijkheid
tot het uitdrukken van kleuren die eerder niet uitgedrukt konden worden.
Terwijl het nog steeds compatibel is met het kleurenbereik van sRGBstandaarden, breidt “x.v.Color” de kleurruimte uit en kan daarom
levendigere, natuurlijkere beelden produceren. Het is in het bijzonder
effectief voor filmfoto’s en grafische computerafbeeldingen.
Geluidsveldprogramma informatie
■
CINEMA DSP
VOORBEREIDIN
GEN
■
INLEIDING
Daar de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld
waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een
theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het
maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van
gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de
weergave ook anders wordt.
Gebaseerd op een macht aan daadwerkelijke meetgegevens geeft
Yamaha CINEMA DSP u de audiovisuele ervaring van een echte
bioscoop in uw eigen huiskamer door middel van de door Yamaha zelf
ontwikkelde geluidsveldentechnologie in combinatie met diverse
digitale audiosystemen.
CINEMA DSP 3D
■
BASISBEDIENIN
G
De daadwerkelijk gemeten geluidsveldgegevens bevatten ook
informatie betreffende de hoogte van het geluidsbeeld. De CINEMA
DSP 3D functie draagt zorg voor een precieze reproductie van de
hoogte van het geluidsbeeld, zodat er een accurate en intensieve
dieptewerking optreedt in het in de luisterruimte gecreëerde
geluidsveld.
SILENT CINEMA
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk
apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een
hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s
natuurgetrouw kunnen worden weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
GEAVANCEERD
E BEDIENING
■
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP algoritme ontwikkeld dat u
ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele
surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken
op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder
midden-luidspreker.
■
Compressed Music Enhancer
AANHANGSEL
De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde compressieartefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. Op deze
manier wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als
gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van zowel de
hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Nederlands
71 Nl
Informatie over HDMI™
■
HDMI geschikte signalen
Audiosignalen
Audiosignaaltypen
Audiosignaal formaten
Compatibele media
2ch Lineaire PCM
2-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bit
CD, DVD-Video, DVD-Audio, enz.
Multi-kanaals Lineaire PCM
8-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bits
DVD-Audio, Blu-ray Disc, HD DVD, enz.
DSD
2/5.1-kanaals, 2,8224 MHz, 1 bit
SACD, enz.
Bitstroom
Dolby Digital, DTS
DVD-Video, enz.
Bitstroom (High definition audio)
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD
Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio,
DTS Express
Blu-ray Disc, HD DVD, enz.
y
• Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u de audiobronnen laten weergeven
met de audiocommentaren teruggemengd via de volgende aansluitingen:
– multikanaals analoge audio ingangssignalen (zie bladzijde 18)
– DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL)
• Raadpleeg de bij de signaalbron behorende handleidingen en stel de apparatuur op de juiste manier in.
Opmerkingen
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler, dat er geen video- en
audiosignalen worden gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur.
• Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u de signaalbron op de juiste manier in te stellen zodat deze de bitstroom audiosignalen
onveranderd reproduceert (en niet zelf decodeert). Raadpleeg de bijbehorende handleidingen voor details.
• Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties (bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het Internet) van Blu-ray Disc
of HD DVD. Dit toestel is niet in staat de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD materiaal weer te geven.
Videosignalen
Dit toestel is compatibel met videosignalen met de volgende resoluties:
• 480i/60 Hz
• 576i/50 Hz
• 480p/60 Hz
• 576p/50 Hz
• 720p/60 Hz, 50 Hz
• 1080i/60 Hz, 50 Hz
• 1080p/60 Hz, 50 Hz, 24Hz
72 Nl
Technische gegevens
AUDIO GEDEELTE
• Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (voor, midden, surround, surround-achter: klein)
..................................................................................... 12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ..........................................................24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
FM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................... 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
......................................................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ............................................ 531 t/m 1611 kHz
GEAVANCEERD
E BEDIENING
AM GEDEELTE
BASISBEDIENIN
G
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
............................................... 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] .....................................87,50 t/m 108,00 MHz
• 50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono ...................................................................3,0 µV (20,8 dBf)
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ...............................................................74 dB/70 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo......................................................................0,3/0,3%
• Antenne-aansluiting (ongebalanceerd)....................................... 75 Ω
VOORBEREIDIN
GEN
• Video Signaaltype (Gray Back)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
........................................................................................... NTSC
[Overige modellen] .................................................................. PAL
• Signaalniveau
Composiet ...................................................................1 Vp-p/75 Ω
S-video [Modellen voor V.K., Europa en Rusland]
........................................1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (CB/CR)
• Maximum ingangsniveau .......................................1,5 Vp-p of meer
• Signaal tot ruisratio ..................................................... 50 dB of meer
• Frequentierespons [MONITOR OUT]
Component .............................................. 5 Hz tot 60 MHz, –3 dB
INLEIDING
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada] ..... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Algemeen model] ............ AC 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz
[Modellen voor China] ......................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea]......................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië].................... 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K., Europa en Rusland]
........................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië] ............................. 220/230–240 V, 50/60 Hz
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ........................ 400 W/500 VA
[Overige modellen] .............................................................. 400 W
• Stroomverbruik uit (standby)
HDMI-regeling uit/Standby via uit .......................0,2 W of minder
HDMI-regeling aan/Standbyvia aan/
Geen herhaalde weergave...................................1,2 W of minder
HDMI-regeling aan/Standby via aan/
herhaalde weergave ...............................................3 W of minder
• Maximum stroomverbruik
[Aziatische en algemene modellen] ..................................... 590 W
• Afmetingen (B x H x D).................................... 435 x 171 x 365 mm
• Gewicht .................................................................................. 11,0 kg
73 Nl
Nederlands
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden.
AANHANGSEL
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz - 20 kHz, 0,08% THD, 8 Ω ..........................................95 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
Voor-luidsprekers 8/6/4/2 Ω ............................130/165/195/240 W
• Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THD, 8 Ω .......................................................... 135 W
• Maximum uitgangsvermogen
[Modellen voor het V.K., Europa, Rusland en Azië]
1 kHz, 0,7% THD, 4 Ω ......................................................... 145 W
• Dynamisch bereik [Modellen voor de V.S. en Canada]
8 Ω ........................................................................................ 1,4 dB
• IEC uitgangsvermogen
[Modellen voor het V.K., Europa, Rusland en Azië]
Voor-luidsprekers 1 kHz, 0,08% THD, 8 Ω.......................... 105 W
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen] ............................... 3,5 mV/47 kΩ
AV5, etc. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT................................................. 200 mV/47 kΩ
• Maximum ingangsvoltage
PHONO (1 kHz, 0,1% THD)
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen] .............................. 60 mV of meer
AV5, etc. (1 kHz, 0,5% THD) .................................. 2,3 V of meer
• Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
AUDIO OUT ......................................................... 200 mV/1,2 kΩ
PRE OUT....................................................................1,0 V/1,2 kΩ
SUBWOOFER (2ch Stereo & FRONT: Klein)
.................................................................................1,0 V/1,2 kΩ
ZONE2 OUT ......................................................... 200 mV/1,2 kΩ
• Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
AV5, etc. (1 kHz, 50 mV, 8 Ω) ............................... 100 mV/470 Ω
• Frequentierespons
AV5 etc. tot FRONT ......................... 10 Hz tot 100 kHz, +0/–3 dB
• RIAA Equalizatie-deviatie
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen]
PHONO ..........................................................................0 ± 0,5 dB
• Totale harmonische vervorming
PHONO naar AUDIO OUT
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen]
(20 Hz tot 20 kHz, 1 V) .....................................0,02% of minder
AV5, etc. tot FRONT, Pure Direct
(20 Hz tot 20 kHz, 50 W, 8 Ω)...........................0,06% of minder
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO Ingang verkort (5,0 mV tot AUDIO OUT)
[Modellen voor China en Algemene modellen]
...............................................................................86 dB of meer
PHONO Ingang verkort (5,0 mV tot AUDIO OUT)
[Model voor Korea, V.K, Europa, Rusland, Australië en Azië]
...............................................................................81 dB of meer
AV5, etc. (Pure Direct) Ingang verkort (250 mV tot Voorluidsprekers)
................................................................................... 100 dB of meer
• Restruis (IHF-A netwerk)
Voor-luidsprekers................................................ 150 µV of minder
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (ingang verkort)
[Modellen voor China, Korea, V.K., Europa, Rusland, Australië,
Azië en Algemeen modellen] ..................... 60 dB/55 dB of meer
AV5, etc. (5,1 kΩ ingekort) ........................... 60 dB/45 dB of meer
• Volumebesturing ................................ MUTE / –80 dB tot +16,5 dB
• Toonregeling (Voorluidsprekers)
BASS versterking/drempel .................................. ±10 dB op 50 Hz
BASS turnover frequentie.................................................... 350 Hz
TREBLE versterking/drempel ............................. ±10 dB op 20 Hz
TREBLE turnover frequentie ............................................... 3,5 Hz
Index
■
Numerieken
1 Dynamic Range, sound setup ..................... 49
1 HDMI, function setup ................................. 50
2 Display, function setup ............................... 51
2 Lipsync, sound setup .................................. 50
2ch Stereo, geluidsveldprogramma ............... 28
3 Volume, function setup .............................. 51
3D DSP, geluidsveldparameter ...................... 42
4 Input Rename, function setup ..................... 52
5.1-kanaals luidsprekeropstelling .................. 10
6.1-kanaals luidsprekeropstelling .................. 10
7.1-kanaals luidsprekeropstelling .................. 10
7ch Enhancer, geluidsveldprogramma .......... 29
7ch Stereo, geluidsveldprogramma ............... 28
■
A
A)Config, speaker setup ................................ 47
Aanpassen van geluid met hoge tonen .......... 25
Aanpassen van geluid met lage tonen ............ 25
Aansluiten van audio- en videospeler ............ 16
Aansluiten van audiospeler ............................ 17
Aansluiten van de AM-antenne ..................... 20
Aansluiten van de FM-antenne ...................... 20
Aansluiten van de luidsprekerkabel ............... 13
Aansluiten van een beeldscherm ................... 15
Aansluiten van een externe decoder .............. 18
Aansluiten van een externe versterker ........... 18
Aansluiten van een iPod universeel
dock ........................................................... 19
Aansluiten van een kastje met convertor en
decoder ...................................................... 16
Aansluiten van een projector ......................... 15
Aansluiten van het netsnoer ........................... 20
Aansluiten van luidspreker ............................ 11
Aansluiten van Zone2 .................................... 53
Aansluiting voor audio- en videospeler ......... 16
Aansluiting voor Bluetooth draadloze
audio-ontvanger ........................................ 19
Aansluiting voor kastje met convertor en
decoder ...................................................... 16
Aanzetten ....................................................... 20
Action Game, geluidsveldprogramma ........... 28
Adaptive DRC, 3 Volume, function
setup .......................................................... 51
ADVANCED SETUP ................................... 58
Adventure, geluidsveldprogramma ............... 27
AFFAIRS, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Afspelen van Bluetooth component .............. 37
Afspelen van iPod .......................................... 35
Afstandsbediening ........................................... 7
Afstandsbediening
signaalzenderafstandsbediening ................. 7
Afstandsbediening, bestuurt ander
component ................................................. 55
Afstandsbediening, oplossen van
problemen ................................................. 64
Afstandsbediening, voorbereiding ................... 9
Afstandsbediening-ID,
ADVANCED SETUP ............................... 58
Afstemming, AM ........................................... 31
Afstemming, FM ........................................... 31
AM afstembewerking .................................... 31
AM-antenne-aansluiting ................................ 20
ANTENNA-aansluiting, achterpaneel ............. 5
Aspect, 1 HDMI, function setup .................... 51
AUDIO 1/2-aansluitingen, achterpaneel ......... 5
AUDIO L/R-aansluiting, voorpaneel .............. 4
AUDIO OUT-aansluitingen, achterpaneel ...... 5
Audio Output, 1 HDMI, function setup ......... 50
AUDIO-aansluiting ....................................... 14
Audio-aansluiting .......................................... 14
Audiospeler aansluiting ................................. 17
Auto Delay, 2 Lipsync, sound setup .............. 50
Auto Preset, OPTION menu .......................... 41
Auto Setup (YPAO), problemen
oplossen .................................................... 66
74 NI
Automatische instellingen ..............................21
AV 1-6-aansluitingen, achterpaneel .................5
AV OUT-aansluitingen, achterpaneel ..............5
■
B
B)Level, speaker setup ...................................49
Basisbediening, SETUP menu .......................47
Basiswerking van het SETUP menu ..............47
Beeldschermaansluiting .................................15
Bestuurt ander component,
afstandsbediening ......................................55
Bewerken van geluidveldprogramma ............42
BI-AMP verbindingsschakelaar,
ADVANCED SETUP ...............................58
Bluetooth componenten paren .......................37
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
aansluiten ...................................................19
Bluetooth, oplossen van problemen ...............66
■
C
C)Distance, speaker setup ..............................49
C.Image, decoder parameter ..........................45
Cellar Club, geluidsveldprogramma ..............28
Center SP, A)Config, speaker setup ...............48
Center width, decoder parameter ...................45
Center, C)Distance, speaker setup .................49
Chamber, geluidsveldprogramma ..................28
CINEMA DSP 3D-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
CINEMA DSP basisparameter .......................42
CINEMA DSP-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
CLASSICS, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
Clear Preset, OPTION menu ..........................41
Clock Time, Radio Data Systeem
informatie ..................................................33
COAXIAL-aansluiting ...................................14
CODE SET, afstandsbediening ........................7
COMPONENT VIDEO-aansluiting ..............14
Connect, OPTION menu ................................41
Control, 1 HDMI, function setup ...................50
Crossover Freq. A)Config, speaker
setup ..........................................................49
CT Level, geluidsveldparameter ....................45
CULTURE, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
Cursor-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
Cursors k / n / l / h, afstandsbediening ......7
■
D
D)Equalizer, speaker setup .............................49
Decoder Mode, OPTION menu .....................40
Decoderparameter ..........................................45
Dialog Lift, geluidsveldparameter .................43
Dimension, decoderparameter ........................45
Dimmer, 2 Display, function setup ................51
Direct, geluidsveldparameter .........................45
Disconnect, OPTION menu ...........................41
Display voorpaneel ..........................................6
DISPLAY, afstandsbediening ..........................7
DOCK-aansluiting, achterpaneel .....................5
Drama, geluidsveldprogramma ......................28
DRAMA, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
DSP Level, geluidsveldparameter ..................42
DSP Parameter, SETUP menu .......................52
■
E
E)Test Tone, speaker setup ............................49
EDUCATE, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
Effect Level, geluidsveldparameter ...............45
ENTER, afstandsbediening ..............................7
EON gegevensservice, Radio Data Systeem
informatie afstembewerking ......................34
EON, OPTION menu .................................... 41
EQ Type Select, D)Equalizer, speaker
setup .......................................................... 49
Extended Surround, OPTION menu .............. 40
External component operation key, remote
control ......................................................... 7
Extra SP Assign, A)Config, speaker
setup .......................................................... 47
■
F
FL Scroll, 2 Display, function setup .............. 51
FM afstembewerking ..................................... 31
FM Mode, OPTION menu ............................. 41
FM/AM, voorpaneel ........................................ 4
FM-antenne-aansluiting ................................. 20
Frequentie-afstemming .................................. 31
Front L, C)Distance, speaker setup ............... 49
Front R, C)Distance, speaker setup ............... 49
Front SP, A)Config, speaker setup ................ 48
Function Setup, SETUP menu ....................... 50
■
G
Gebruik van een hoofdtelefoon ..................... 26
Gebruiken van de afstandsbediening ............... 9
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van andere
netwerken .................................................. 34
Geluidkeuzetoetsen, afstandsbediening ........... 7
Geluidsaanpassing van hoge tonen ................ 25
Geluidsaanpassing van lage tonen ................. 25
Geluidsinstelling, SETUP menu .................... 49
Geluidsveldparameter .................................... 42
Geluidsveldprogramma bewerken ................. 42
■
H
Hall in Munich, geluidsveldprogramma ........ 28
Hall in Vienna, geluidsveldprogramma ......... 28
HDMI Auto, 2 Lipsync, sound setup ............. 50
HDMI informatie ........................................... 72
HDMI OUT/HDMI 1-4-aansluitingen,
achterpaneel ................................................ 5
HDMI THROUGH, voorpaneel ...................... 4
HDMI, oplossen van problemen .................... 63
HDMI-aansluiting .......................................... 14
HDMI-indicator, display van het
voorpaneel ................................................... 6
Herhaalde weergave, iPod ............................. 36
Het instellen van de
afstandsbedieningcode .............................. 55
Het opnieuw instellen van de
afstandsbedieningcode .............................. 57
Hi-fi geluidsweergave .................................... 25
■
I
INFO, afstandsbediening ................................. 7
INFO, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
INFO, voorpaneel ............................................ 4
Informatie wijzigen op de display van het
voorpaneel ................................................. 26
Ingang keuzetoetsen, afstandsbediening .......... 7
INIT, ADVANCED SETUP .......................... 58
Init. Volume, 3 Volume, function
setup .......................................................... 51
Initialiseer instelling,
ADVANCED SETUP ............................... 58
INPUT-schakelaar, voorpaneel ........................ 4
Instellen van afstandsbedieningscodes .......... 55
Inzetten van batterijen,
afstandsbediening ........................................ 9
iPod universeel dock aansluiting ................... 19
iPod, oplossen van problemen ....................... 65
■
L
LFE/Bass Out, A)Config, speaker setup ....... 48
Index
M
N
■
O
Oplossen van problemen ................................60
Opnieuw instellen van
afstandsbedieningscode .............................57
OPTICAL-aansluiting ....................................14
OPTIMIZER MIC-aansluiting,
voorpaneel ...................................................4
OPTION menu ...............................................39
OPTION, afstandsbediening ............................7
OSD Shift, 2 Display, function setup .............51
OTHER M, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
■
P
■
V
VARIED, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Verbinding ..................................................... 10
Video Out, OPTION menu ............................ 41
Video/audio-aansluiting ................................ 14
VIDEO-aansluiting ........................................ 14
Video-aansluiting .......................................... 14
VIDEO-aansluitingen, voorpaneel .................. 4
Virtual CINEMA DSP .................................. 30
VOLUME +/–, afstandsbediening ................... 7
Volume Trim, OPTION menu ...................... 39
VOLUME-besturing, voorpaneel .................... 4
VOLUME-indicator, display van het
voorpaneel .................................................. 6
Voorkeuze-afstemming ................................. 31
Voorpaneel ...................................................... 4
Voorpaneel display, voorpaneel ...................... 4
■
W
Weergeven van
ingangsignaalinformatie ........................... 26
Weergeven van
ingangssignaalinformatie .......................... 26
Willekeurige weergave, iPod ........................ 36
■
Y
YPAO ............................................................ 21
YPAO, problemen
oplossen .................................................... 66
■
Z
ZONE2 CONTROL, voorpaneel ..................... 4
ZONE2 ON/OFF, voorpaneel ......................... 4
ZONE2 OUT-aansluitingen,
achterpaneel ................................................ 5
Zone2 regelen ................................................ 54
ZONE2-indicator, display van het
voorpaneel .................................................. 6
“AMAIN ZONE ON/OFF” of
“pPOWER” (voorbeeld) geeft
de naam aan van een onderdeel op
het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het
“Regeldiagram” of
“Onderdeelnamen en functies” op
pagina 4.
75 NI
Nederlands
Pairing, OPTION menu ..................................41
Panorama, decoderparameter .........................45
PHONES-aansluiting, voorpaneel ....................4
PHONO-aansluiting, achterpaneel ...................5
PL Level, geluidsveldparameter .....................45
POP M, Radio Data Systeem informatie ........33
PORTABLE-aansluitingen, voorpaneel ...........4
POWER, afstandsbediening .............................7
PR Level, geluidsveldparameter ....................45
PRE OUT-aansluitingen, achterpaneel ............5
PRESET l / h, voorpaneel ...........................4
PRNS L, C)Distance, speaker setup ...............49
PRNS R, C)Distance, speaker setup ..............49
Program Service, Radio Data Systeem
informatie ..................................................33
Program Type, Radio Data Systeem
informatie ..................................................33
S
S VIDEO-aansluiting ..................................... 14
SB Level, geluidsveldparameter .................... 45
SCENE functie ............................................... 24
SCENE IR, ADVANCED SETUP ................ 58
SCENE, afstandsbediening .............................. 7
SCENE, voorpaneel ......................................... 4
SCIENCE, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Sci-Fi, geluidsveldprogramma ....................... 27
Selecteren van een SCENE ............................ 24
SETUP menu ................................................. 46
SETUP, afstandsbediening .............................. 7
Shuffle, OPTION menu ................................. 41
Signal Info parameter .................................... 40
Signal Info, OPTION menu ........................... 40
SILENT CINEMA ......................................... 30
SL Level, geluidsveldparameter .................... 45
Slaaptimer ...................................................... 38
SLEEP, afstandsbediening ............................... 7
SLEEP-indicator, display van het
voorpaneel ................................................... 6
SOURCE POWER, afstandsbediening ............ 7
SP IMP., ADVANCED SETUP .................... 58
Speaker setup ................................................. 47
SPEAKERS-aansluitingen, achterpaneel ........ 5
Spectacle, geluidsveldprogramma ................. 27
SPORT, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Sports, geluidsveldprogramma ...................... 28
SR Level, geluidsveldparameter .................... 45
Standard, geluidsveldprogramma .................. 27
Standby Through, 1 HDMI, function
setup .......................................................... 50
Straight Enhancer,
geluidsveldprogramma .............................. 29
STRAIGHT, voorpaneel .................................. 4
Subwoofer ...................................................... 10
Subwoofer Phase, A)Config, speaker
setup .......................................................... 49
Sur. L, C)Distance, speaker setup .................. 49
Sur. L/R SP, A)Config, speaker setup ........... 48
Sur. R, C)Distance, speaker setup ................. 49
SUR., geluidsveldparameter .......................... 42
Sur.B L, C)Distance, speaker setup ............... 49
Sur.B L/R SP, A)Config, speaker setup ........ 48
Sur.B R, C)Distance, speaker setup ............... 49
Surround achter-luidspreker .......................... 10
Surround decoder bewerken .......................... 42
Surround decoderstand bewerken .................. 42
SWFR, C)Distance, speaker setup ................. 49
U
Uitzetten ........................................................ 20
AANHANGSEL
Netsnoer, achterpaneel .....................................5
Netsnoeraansluiting ........................................20
News, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
Numerieke toetsen, afstandsbediening .............7
■
■
ADVANCED
OPERATION
■
R
Radio Data Systeem afstembewerking .......... 33
Radio Text, Radio Data Systeem
informatie .................................................. 33
Rechte decodeerstand .................................... 30
Rechter surround achter-luidspreker .............. 10
Rechter surround-luidspreker ........................ 10
Rechter voor-luidspreker ............................... 10
Registratie van geluidsveldprogramma ......... 24
Registratie van signaalbron ............................ 24
REMOTE ID, ADVANCED SETUP ............ 58
REMOTE IN/OUT-aansluitingen,
achterpaneel ................................................ 5
Repeat, OPTION menu .................................. 41
Resolution, 1 HDMI, function setup .............. 50
RETURN, afstandsbediening .......................... 7
ROCK M, Radio Data Systeem
programmatype ......................................... 33
Roleplaying Game,
geluidsveldprogramma .............................. 28
T
Technische gegevens ..................................... 73
The Bottom Line,
geluidsveldprogramma ............................. 28
The Roxy Theatre,
geluidsveldprogramma ............................. 28
TONE CONTROL, voorpaneel ....................... 4
Toonregeling ................................................. 25
TRANSMIT, afstandsbediening ...................... 7
TRIGGER OUT-aansluiting,
achterpaneel ................................................ 5
Tuner, oplossen van problemen .................... 64
Tuner-indicator, display van het
voorpaneel .................................................. 6
Tunertoets, afstandsbediening ......................... 7
TUNING l / h, voorpaneel .......................... 4
TV bedieningstoets, afstandsbediening ........... 7
BASIC
OPERATION
M.O.R. M, Radio Data Systeem
programmatype ..........................................33
MAIN ZONE ON/OFF, voorpaneel ................4
MAIN/ZONE2, afstandsbediening ..................7
Manual Delay, 2 Lipsync, sound setup ..........50
Max Volume, 3 Volume, function
setup ..........................................................51
Memory guard, SETUP menu ........................52
MEMORY, voorpaneel ....................................4
Midden-luidspreker ........................................10
MON.CHK, ADVANCED SETUP ...............58
MONITOR OUT-aansluitingen,
achterpaneel .................................................5
Mono Movie, geluidsveldprogramma ............28
MULTI CH INPUT-aansluitingen,
achterpaneel .................................................5
Multi informatie display, display van het
voorpaneel ...................................................6
Multiformaat-speler aansluiten ......................18
Multi-zone configuratie ..................................53
Music Video, geluidsveldprogramma ............28
MUTE, afstandsbediening ................................7
MUTE-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
■
■
PREPARATION
■
PROGRAM-schakelaar, voorpaneel ................ 4
Projectoraansluiting ....................................... 15
PTY Seek mode, Radio Data Systeem
ontvangst ................................................... 33
PTY Seek, OPTION menu ............................ 41
PURE DIRECT, voorpaneel ............................ 4
INTRODUCTION
LIGHT M, Radio Data Systeem
informatie ..................................................33
Linker surround achter-luidspreker ................10
Linker surround-luidspreker ...........................10
Linker voor-luidspreker .................................10
Luidspreker opstellen .....................................10
Luidsprekeraansluiting ...................................11
Luidsprekerimpedantie,
ADVANCED SETUP ...............................58
Luidspreker-indicator, display van het
voorpaneel ...................................................6
Luidsprekerinstelling ......................................10
Luidsprekerkabelaansluiting ..........................13
Luidsprekeropstelling .....................................10