Zanussi zk 24-11 r4 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

TWEEDEURS-
KOELKAST
FRIDGE-FREEZER
ZK 24/11 R4
GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTION BOOKLET
214.3678.40
2
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instruktieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instruktieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is
het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaak-
werkzaamheden of het verwisselen van het,
eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint
altijd de stekker uit het stopcontact.
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan
achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees
voorzichtig bij het tillen.
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat,
zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton
enzovoorts.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke,
kan verbranding van de mondhuid tot gevolg
hebben; wacht even.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische
schok bloot kunnen staan.
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat
de delen van het koelcircuit niet zodanig worden
beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou
kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een
centrale verwarming of een gasfornuis.
Laat het apparaat niet langdurig in direct
zonlicht staan.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant
van het apparaat kan circuleren. Voorkom
schade aan de koelkringloop.
Alleen voor diepvrieskasten (uitgezonderd
ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in de
kelder geplaatst worden.
Plaats nooit elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) in de kast.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer,
ten behoeve van de installatie van dit apparaat,
mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden. Het betreffende
stopcontact dient, ook na eventuele onder- of
inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn.
Werkzaamheden die door personen zonder de
noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen
schade of letsel tot gevolg hebben.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat
geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen
dient daarom uitsluitend door door het bedrijf
aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te
worden.
Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties die
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE.
Gebruik
Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
De beste resultaten worden bereikt bij een
omgevingstemperatuur tussen +18°C en +43°C
(klasse T); tussen +18°C en 38°C (klasse ST);
tussen +16°C en 32°C (klasse N); +10°C en
32°C (klasse SN); de klasse staat op het
typeplaatje vermeld.
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden
met de omgevingstemperatuur voor dit type
product maar tevens met de volgende
aanwijzingen: wanneer de
omgevingstemperatuur onder de aangegeven
minimum waarde daalt, wordt de
bewaartemperatuur in het vriesvak niet meer
gegarandeerd; u kunt de bewaarde
levensmiddelen dan het beste zo snel mogelijk
nuttigen.
Gedrukt op kringlooppapier
3
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-
ten mogen, om gezondheidsredenen, niet
wederom ingevroren worden.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen
scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en
schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of
ijs af. Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en
bederf van de levensmiddelen veroorzaakt.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door
bevriezing van de inhoud exploderen.
Installatie
Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Belangrijk: Als het aansluitsnoer beschadigd
raakt, moet het snoer, eventueel met stekkers,
vervangen worden; deze onderdelen zijn
verkrijgbaar onze service-afdeling.
De warmte die het apparaat aan de spijzen en
dranken onttrekt, moet onbelemmerd aan de
omgeving afgestaan kunnen worden. Slechte
ventilatie onder, achter en boven het apparaat
resulteert in slechte koel-en/of vriesprestaties
door ongewild tijdelijk uitschakelen van de
compressor of onjuiste werking van de
absorptieunit .
Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht
mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u
verbrandingsletsel door aanraking van hete tot
zeer hete delen.
Afhankelijk van de wijze van transport kan olie
vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid
zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat,
ten minste een half uur alvorens de stekker in het
stopcontact te steken. Na achteroverliggend
vervoer ten minste een halve dag. Daarmee
geeft u de olie de gelegenheid in de compressor
terug te vloeien. Apparaten die van een
absorptie-unit voorzien zijn kunnen direct in
bedrijf genomen worden. Controleer circa 24 uur
na het in bedrijf stellen of het apparaat naar
behoren werkt.
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de
isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen.
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden.
Afgedankte koel- en vriesapparaten moeten volgens
de plaatselijke regelingen op deskundige wijze
verwerkt worden. Informeer bij uw gemeente naar
de mogelijkheden in uw woonplaats.
Voorkom dat het koelcircuit wordt beschadigd,
vooral aan de achterkant in de buurt van de
warmtewisselaar.
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van
het symbool zijn geschikt voor recycling.
4
INHOUD
Waarschuwingen en belangrijke adviezen 2
Aanwijzingen voor hat weggooien van
verpakkingsmateriaal 4
Het gebruik 5
Bedieningspaneel 5
Reiniging van de binnenkant 5
Ingebruikname 5
Temperatuurinstelling 5
Klimaatschakelaar
5
Invriezen van verse levensmiddelen 5
Bewaren van diepvriesproducten 6
Ontdooien van ingevroren producten 6
IJslaatjes 6
Koelen van levensmiddelen 6
Verplaatsbare rekken 7
Verplaatsen van deurvakken 7
Crisp’n fresh 7
Tips 8
Tips voor koelen 8
Tips voor invriezen 8
Tips m.b.t. diepvriesproducten 8
Onderhoud 9
Periodieke reiniging 9
Tijdelijk buiten gebruik stellen 9
Vervangen van de lamp 9
Ontdooien 10
Storingen 10
Technische gegevens 11
Installatie 11
Plaats van opstelling 11
Schapblokkering
12
Elektrische aansluiting 12
Wijzigen van de deurdraairichting 13
Garantievoorwaarden 14
Reparatievoorwaarden 14
AANWIJZINGEN VOOR HET WEGGOOIEN VAN
VERPAKKINGSMATERIAAL
Het verpakkingsmateriaal van onze grote elektrische
huishoudelijke apparaten kan met uitzondering van
houten onderdelen, gerecycled worden en dus bij
het kringloopafval worden gezet.
Wij bevelen u aan om:
Papier, karton en golfkarton in de speciale
papierbakken te gooien.
Plastic verpakkingsmateriaal in de speciaal
daarvoor bestemde plastic-containers te gooien.
Indien dit soort bakken in uw buurt nog niet
voorkomen mag u het materiaal aan de
vuilnisman meegeven.
Als verpakkingsmateriaal gebruiken wij slechts
kunststoffen die geschikt zijn voor recycling, zoals
bijv.:
In de voorbeelden staat
PE voor Polyethyleen** 02 = ^ PE-HD; 04 = ^ PE-LD
PP voor Polypropyleen
PS voor Polystyrol
PLASTIC BESTANDDELEN
Om er gemakkelijker achter te komen hoe u het
materiaal van dit apparaat moet weggooien en /of
recyclen zijn er op verschillende punten herkenbare
symbolen op aangebracht.
PS
SAN
ABS
02**
PE
05
PP
06
PS
5
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur
van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog
vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende schoonmaak-
middelen, waarmee u de afwerkingen van
het apparaat zou kunnen beschadigen.
Ingebruikname
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de thermostaatknop, rechtsom uit de stand “0”
(Stop-stand). Het controlelampje licht op; dit geeft
aan dat het apparaat aan staat.
U schakelt het apparaat uit door de thermostaatknop
op stand “0” te draaien.
HET GEBRUIK
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een (1) lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een (6) hoger cijfer te
draaien.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er
rekening mee te houden dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur;
de frequentie waarmee de deuren geopend
worden;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de
thermostaatknop in de koudste stand gedraaid
is, bijvoorbeeld ten gevolge van zeer warme
omgevingstemperatuur of het snel willen koelen
van grote hoeveelheden dranken, de
compressor continu loopt, waardoor
automatische ontdooiing van de koelverdamper
niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai, in
dat geval, de thermostaatknop naar een wat
minder koude stand, zodat automatische
ontdooiing kan plaatsvinden; hierdoor spaart u
tevens energie.
Klimaatschakelaar
Wij adviseren u de klimaatschakelaar (B) in te
drukken (lampje (A) licht op) als de
omgevingstemperatuur, in het vertrek waarin de kast
staat, lager dan +16°C is.
Invriezen van verse
levensmiddelen
In het diepvriesvak kunt u verse
levensmiddelen invriezen en diepvriesproducten
bewaren.
Voor het invriezen dient u 12 uur vóór het inbrengen
van de levensmiddelen de klimaatschakelaar in te
schakelen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen in het
bovenste vak; daar is de temperatuur het laagst.
Bedieningspaneel
A - Klimaatlampje
B.-Klimaatschakelaar
C.-Controlelampje «in bedrijf»
D.-Thermostaatknop
A
D
C
B
1
0
2
3
4
5
6
6
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
Plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak
het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan circuleren.
IJslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes
voor het maken van ijsblokjes geleverd.
Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes
los te wrikken!
Ontdooien van ingevroren
producten
De diepvriesproducten moet u vóór gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al
naar gelang de beschikbare tijd.
Kleine of in stukken ingevroren producten kunnen
onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook-
of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
Bewaren van diepvriesproducten
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt
of weer gebruikt na een periode van stilstand, dient
u de klimaatschakelaar in te schakelen 12 uur vóór
het inbrengen van de levensmiddelen . Plaats
vervolgens de diepvriesproducten na drie uur in de
kast.
Neem de volgende regels in acht:
als u grote hoeveelheden voedsel moet invriezen,
kunt u alle laden en manden uit het apparaat
verwijderen en het voedsel direct op de koelplaten
leggen. Let erop dat u de maximum belading
niet overschrijdt, deze vindt u op de zijkant van het
bovengedeelte (indien voorzien).
Belangrijk
Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval.
Wij adviseren u om na een stroomuitval de
diepvries-producten in korte tijd te consumeren
(een temperatuurstijging verkort de
houdbaarheidsduur van de producten). De
normale houdbaarheid wordt niet aangetast
indien de stroomuitval kort was (minder dan 6-8
uur) en het vriesvak vol is.
7
Verplaatsen van deurvakken
De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte
aangepast worden. Ga daartoe als volgt te werk:
Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat het loskomt. Verplaats
daarna het vak naar de gewenste hoogte.
D338
Verplaatsbare rekken
De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat
u de rekken naar wens op verschillende hoogten
kunt plaatsen.
PR260
Doel en gebruik van het «CRISP’N
FRESH» filter
De groentelade is van een afneembaar «CRISP’N
FRESH» filter voorzien. Dit filter zorgt ervoor dat de
uitdroging van groente en fruit aanzienlijk vertraagd
wordt, waardoor de bewaartijd aanmerkelijk
verlengd wordt.
Reinigen van het «CRISP’N
FRESH» filter
Het filter of de filters zit (ten) in de twee raampjes
geklikt. Ze zijn gemakkelijk te verwijderen en weer
terug te plaatsen. Reinig het filter in ieder geval als u
iets erop gemorst hebt waardoor het verstopt kan
raken. U kunt het uitwassen in een normaal
handafwassopje. Het filter mag niet in de
afwasmachine.
D749
D711
8
Tips m.b.t. diepvriesproducten
Neem de volgende regels in acht:
controleer of de diepvriesproducten in de winkel
op de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesproducten na aankoop zo snel
mogelijk over naar het vriesvak;
open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk;
wees heel voorzichtig bij aankoop van
diepvriesproducten, want gedeeltelijk ontdooide
waren mag u niet opnieuw invriezen.
overschrijd de op de verpakking aangegeven
uiterste bewaardatum niet.
Tips voor het invriezen
Enkele belangrijke tips:
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt
invriezen in 24 uur staat aangegeven op het
typeplaatje;
het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze
tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen
toe;
vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en
eerste kwaliteit levensmiddelen in;
verdeel de levensmiddelen in handzame porties.
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien;
verpak de levensmiddelen in aluminium- of
kunststoffolie. Sluit de pakjes goed en luchtdicht
af;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren
producten; de temperatuur van deze laatste zou
daardoor kunnen stijgen;
mager voedsel is ingevroren langer houdbaar
dan vet voedsel; ook zout verkort de
houdbaarheid;
vermijd rechtstreekse consumptie van ijslollies uit
het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen
verbranden;
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt controleren;
TIPS
Tips voor het koelen
Enkele praktische tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de
lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard
of in plastic- of aluminiumfolie verpakt .
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aard-
appelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
De symbolen op de laden geven de diverse
soorten diepvriesproducten aan.
De getallen geven voor iedere soort
diepvriesproduct de bewaartijd in maanden aan.
Of de hoogste of de laagste waarde van de
aangegeven bewaartijd geldt, hangt af van de
kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen;
plaats geen koolzuurhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak; de
blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
9
ONDERHOUD
Neem vóór iedere handeling altijd eerst de
stekker uit het stopcontact.
Belangrijk
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het
koelcircuit; onderhoud en bijvulling dient daarom
uitsluitend door door de fabrikant bevoegd
personeel uitgevoerd te worden.
Periodieke reiniging
Veel specifieke schoonmaakmiddelen voor
keukenoppervlakken bevatten chemische
stoffen die de kunststof onderdelen van dit
apparaat kunnen aantasten/beschadigen.
Aangeraden wordt dus de buitenkant van dit
apparaat uitsluitend met warm water en een klein
beetje afwasmiddel schoon te maken.
Maak, afhankelijk van de omgeving, één tot twee
keer per jaar de condensor en de motor (beide aan
de achterkant van de kast) stofvrij met een borstel of
stofzuiger met borstel. Stof belemmert de warmte-
afgifte en verhoogt zodoende het energieverbruik.
Naar behoefte kunt u de buitenkant van de kast
lappen met lauwwarm water en een neutraal
huishoudschoonmaakmiddel, daarna afnemen met
schoon water. Het verdient aanbeveling de
buitenkant af en toe in de witte (auto-) was te zetten.
Tijdelijk buiten gebruik stellen
Wij adviseren u vóór de periode dat de koelkast niet
gebruikt wordt de volgende handelingen uit te
voeren:
neem de stekker uit het stopcontact;
verwijder alle spijzen en dranken uit de kast;
laat de kast geheel ontdooien en maak de
binnenwanden, rekken, korven en dergelijke
goed schoon;
laat de deuren open staan, teneinde het ontstaan
van onaangename geur te voorkomen.
Vervangen van de lamp
Het lampje van de koelkast is op de volgende wijze
bereikbaar:
verwijder het losse deel door er lichte druk op uit
te oefenen (zie afbeelding).
Indien met open deur het lampje niet brandt, kijk dan
eerst of het soms los in de fitting zit. Als het lampje
dan nog niet brandt, vervang het dan door een
lampje met hetzelfde vermogen.
Het maximale vermogen is op het afschermkapje
aangegeven.
10
STORINGEN
Indien het apparaat niet of niet goed functioneert,
controleer dan:
of de stekker goed in het stopcontact zit;
of de elektriciteit soms uitgevallen is;
of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie
hoofdstuk “Ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan de onze service-afdeling.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer
van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich
linksonder aan de binnenzijde van het apparaat
bevindt.
Ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch
plaats elke keer dat de compressor stopt. Het
dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje
opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant
van het apparaat boven de compressor bevindt. Hier
verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal
regelmatig schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen
nat maakt.
In het vriesvak dient u de rijp te verwijderen,
wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt.
Gebruik hiervoor de meegeleverde kunststof
schraper. Voor het uitvoeren van deze handeling
hoeft u het apparaat niet uit te schakelen of het
vriesvak leeg te maken. Wanneer zich een dikke
laag ijs gevormd heeft, dient u het gehele apparaat
te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaatknop op «O» of trek de
stekker uit het stopcontact;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere
kranten en bewaar ze op een koele plaats;
3. laat beide deuren openstaan en schuif de
schraper, als een verlenggootje, in de daarvoor
bestemde opening. Plaats onder het gootje een
schaaltje om het water op te vangen.
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig
en sluit het gaatje weer af met de dop; bewaar de
schraper zodat u hem opnieuw kunt gebruiken;
5. draai de thermostaatknop in de gewenste stand
of steek de stekker weer in het stopcontact.
6. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesproducten
weer terugplaatsen.
D037
Belangrijk:
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit
metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen
beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan
hun houdbaarheidsduur verkorten.
D068
11
TECHNISCHE GEGEVENS
Efficiency-klasse
A
220
95
0,95
347
4,5
15
1840
600
600
Netto inhoud in liter van het koelgedeelte
Energieverbruik in kWh/24h
Energieverbruik in kWh/jaar
Invriescapaciteit in kg/24h
Bewaartijd bij storing in uur
Netto inhoud in liter van het vriesgedeelte
Afmetingen in mm
hoogte
breedte
diepte
INSTALLATIE
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen:
centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen
enz.
Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig
zijn als aangegeven in de afbeelding.
Plaatsing van het apparaat onder keukenhangkastjes.
Plaatsing van het apparaat zonder
keukenhangkastjes.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen
tijdens gebruik niet worden afgedekt.
Teneinde oneffenheden in de vloer op te heffen is de
kast voorzien van één of meer verstelbare voetjes.
NP00
100 mm10 mm
10 mm
Attentie
Het apparaat moet van de stroomvoorziening
afgesloten kunnen worden; de stekker moet dus ook
na de installatie bereikbaar blijven.
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrequentie, die op het typeplaatje in de kast staan
aangegeven, overeenkomen met de netspan-ning
en de netfrequentie in uw woning. Een afwijking op
de netspanning tot plus of minus 6% is toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een
geschikte transformator te gebruiken. De stekker
mag alleen geplaatst worden in een geaard
stopcontact.
De kast is daarom voorzien van een speciaal drie-
aderig snoer, geschikt voor een geaard stopcontact.
Mocht het stopcontact in uw woning niet geaard zijn,
dan dient een erkend installateur het apparaat
volgens de geldende normen te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
- 87/308 EG-richtlijn van 2.6.87 met betrekking
tot de radio-ontstoring;
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning)
en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89 (Elektromagne-
tische compatibiliteit) en opeenvolgende
wijzingen.
12
13
Wijzigen van de
deurdraairichting
Neem vóór het wijzigen van de deurdraairichting
de stekker uit het stopcontact.
Ga nu verder als volgt te werk:
1. Ventilatierooster (D) verwijderen;
2. Verwijder het onderste scharnier (E) door de 3
schroeven waarmee het scharnier vastzit los te
draaien.
3. Onderdeur verwijderen van het tussenscharnier
(H).
4. Verwijder het tussenscharnier (H).
5. Bovendeur van bovenscharnierpen (G) trekken.
6. Bovenste scharnierpen verwijderen en aan de
tegenovergestelde kant weer monteren, na de
dopjes verwijderd te hebben. Monteer de
dopjes nu aan de andere kant.
7. Bovendeur herplaatsen
.
8. Tussenscharnier op de andere kant
aanbrengen.
9. Draai met een sleutel van 10 mm de
scharnierpen (E) los en breng deze aan de
andere kant van het scharnier aan.
10. Plaats het onderste scharnier (E) weer aan de
andere kant en maak daarbij gebruik van de
vier schroeven die u daarvóór verwijderd heeft;
verwijder het kapje (F) van het ventilatierrooster
(D) door het in de richting van de pijl te duwen
en breng dit aan de andere kant aan.
11. Onderdeur herplaatsen.
12. Ventilatierooster weer terugplaatsen (D).
Om ervoor te zorgen dat de deuren precies op
dezelfde lijn komen te zitten kunt u het
tussenscharnier (H) afstellen door dit met behulp
van gereedschap in de horizontale richting te
verschuiven; als u dit doet moet u eerst de beide
schroeven losgedraaid hebben (zie afbeelding).
Belangrijk:
Controleer na de richting van de deuren gewijzigd te
hebben, of alle schroeven goed vastgedraaid zitten
en of het deurrubber goed op de sponning sluit. In
een koud vertrek (in de winter) kan het gebeuren dat
dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het rubber
zich echter aangepast hebben. Wilt u dat bespoedi-
gen, dan kunt u het rubber warm maken met een
föhn.
G
H
F
D
PR18
F
F
F
E
E
D419
14
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als
buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product
die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van
professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands
producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor
het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen
worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden
overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en
deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid
is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden
die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of
onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10.Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar
onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde
producten.
11.Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd
voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten
aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste
van de gebruiker.
12.Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging
geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato
van de verstreken gebruiksperiode.
13.Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe
garantietermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn
uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16.In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen,
tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een
(NL)
15
product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden)
in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen
van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en
kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één werkdag
worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel
binnen zeven werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke
oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde
begroting maken van de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal
deze begroting door de technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel
worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied,
zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de
werkelijke bestede tijd, danwel van een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote
bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument
plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in
werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de technicus met de
consument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de
noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het
apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een
korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een
reparatienota direct contant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van
minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde
reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een
beroep op garantie op de reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de
voorgaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik
opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij
het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw
exemplaar of soortgelijk toestel van hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een
per product te bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van
de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
16
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet
aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht
veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit
houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook
terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Zanussi zk 24-11 r4 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor