Zanussi ZK24/10R3 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

TWEEDEURS-
KOELKAST
FRIDGE-FREEZER
ZK 24/10 R3
GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTION BOOKLET
214.3677.60
2
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is
het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
Neem vóór u aan ontdooien, schoonmaak-
werkzaamheden of het verwisselen van het,
eventueel aanwezige, verlichtingslampje begint
altijd de steker uit het stopcontact.
Dit apparaat is zwaar. Delen van randen aan
achter- en onderkant kunnen scherp zijn. Wees
voorzichtig bij het tillen.
Plaats NOOIT explosieve stoffen in het apparaat,
zoals gasvullingen, benzine, ether, aceton
enzovoorts.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslollies en dergelijke,
kan verbranding van de mondhuid tot gevolg
hebben; wacht even.
AFDANKEN. Verwijder de deur(en) of het deksel en
knip het aansluitsnoer af, zodat, in afwachting van
wegbrengen of weghalen, spelende kinderen er zich
niet in op kunnen sluiten of aan een elektrische
schok bloot kunnen staan.
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen, dat
de delen van het koelcircuit niet zodanig worden
beschadigd, dat de koelvloeistof naar buiten zou
kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van een
centrale verwarming of een gasfornuis.
Laat het apparaat niet langdurig in direct
zonlicht staan.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant
van het apparaat kan circuleren. Vermijd schade
aan de koelkringloop.
Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd
ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in de
kelder geplaatst worden.
Plaats elektrische apparaten (bijv. ijsmachines)
nooit in de kast, tenzij dat door de fabrikant
goedgekeurd is.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie of het aansluitsnoer,
ten behoeve van de installatie van dit apparaat,
mag uitsluitend door een daartoe bevoegd
persoon uitgevoerd worden. Het betreffende
stopcontact dient, ook na eventuele onder- of
inbouw, gemakkelijk bereikbaar te zijn.
Werkzaamheden welke door personen zonder de
noodzakelijke kennis uitgevoerd worden, kunnen
schade of letsel tot gevolg hebben.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door de ELECTROLUX SERVICE en
laat geen andere dan originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen
dient daarom uitsluitend door door het bedrijf
aangewezen deskundig personeel uitgevoerd te
worden.
Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Raadpleeg ELECTROLUX SERVICE.
Gebruik
Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
De beste resultaten worden bereikt bij een
omgevingstemperatuur tussen +18°C en +43°C
(klasse T); tussen +18°C en 38°C (klasse ST);
tussen +16°C en 32°C (klasse N); +10°C en
32°C (klasse SN); de klasse staat op het
kenplaatje vermeld.
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden
met de omgevingstemperatuur voor dit type
product maar tevens met de volgende
aanwijzingen: wanneer de
omgevingstemperatuur onder de aangeduide
Gedrukt op kringlooppapier
3
minimum waarde daalt, wordt de
bewaartemperatuur in het vriesvak niet meer
gegarandeerd; u kunt de bewaarde
levensmiddelen dan het beste zo snel mogelijk
nuttigen.
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-
ten mogen, om gezondheidsredenen, niet
wederom ingevroren worden.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen
scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak en
schraap evenmin met metalen voorwerpen rijp of
ijs af. Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en
bederf van de levensmiddelen veroorzaakt.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door
bevriezing van de inhoud exploderen.
Installatie
Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Belangrijk: Als het aansluitsnoer beschadigd
raakt, moet het snoer, eventueel met stekkers,
vervangen worden; deze onderdelen zijn
verkrijgbaar bij onze service-afdeling.
De warmte welke het apparaat aan de spijzen en
dranken onttrekt, moet onbelemmerd aan de
omgeving afgestaan kunnen worden. Slechte
ventilatie onder, achter en boven het apparaat
resulteert in slechte koel-en/of vriesprestaties
door ongewild tijdelijk uitschakelen van de
compressor of onjuiste werking van de
absorptieunit .
Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht
mogelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u
verbrandingsletsel door aanraking van hete tot
zeer hete delen.
Afhankelijk van de wijze van transport kan olie
vanuit de compressor in het koelcircuit gevloeid
zijn. Wacht, na het plaatsen van het apparaat,
ten minste een half uur alvorens de stekker in het
stopcontact te steken. Na achteroverliggend
vervoer ten minste een halve dag. Daarmee
geeft u de olie de gelegenheid in de compressor
terug te vloeien. Apparaten welke van een
absorptie-unit voorzien zijn kunnen direct in
bedrijf genomen worden. Controleer circa 24 uur
na het in bedrijf stellen of het apparaat naar
behoren werkt.
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de
isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen.
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden.
Afgedankte koel- en vriesapparaten moeten volgens
de plaatselijke regelingen op deskundige wijze
verwerkt worden. Informeer bij uw gemeente naar
de mogelijkheden in uw woonplaats.
Vermijd dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral
aan de achterkant in de buurt van de
warmtewisselaar.
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van
het symbool zijn geschikt voor recycling.
4
INHOUD
Waarschuwingen en Belangrijke adviezen 2
Wegwerpen van verpakkingsmateriaal 4
Het gebruik 5
Reiniging van de binnenkant 5
Gebruik van het vriesgedeelte-
Ingebruikname 5
Temperatuurinstelling 5
Snelvriezen 6
Controlelampje “te warm” 6
Het invriezen van verse levensmiddelen 6
Bewaren van diepvriesproducten 6
IJslaatjes 6
Het ontdooien van ingevroren producten 6
Gebruik van het koelgedeelte -
Temperatuurinstelling 6
Koelen van levensmiddelen 7
Verplaatsbare platen 7
Het verplaatsen van deurvakken 7
Doel en gebruik van het «CRISP’N FRESH»
filter 7
Reinigen van het «CRISP’N FRESH» filter 7
Tips 8
Tips voor koelen 8
Tips voor invriezen 8
Tips m.b.t. diepvriesproducten 8
Onderhoud 9
Schoonmaken 9
Geprolongeerde stilstand 9
Vervangen van de lamp 9
Het ontdooien 10
Storingen 10
Technische Gegevens 11
Installatie 11
Plaats van opstelling 11
Schapblokkering
12
Elektrische aansluiting 12
Het wijzigen van de deurdraaichting 13
Garantiebepalingen 14
WEGWERPEN VAN VERPAKKINGSMATERIAAL
Het verpakkingsmateriaal van onze grote elektrische
huishoudelijke apparaten kan met uitzondering van
houten onderdelen, gerecycled worden en dus bij
het kringloopafval worden gezet.
Wij bevelen u aan om:
Papier, karton en golfkarton in de speciale
papierbakken te werpen.
Plastic verpakkingsmateriaal in de speciaal
daarvoor bestemde plastic-containers te gooien.
Indien dit soort bakken in uw buurt nog niet
voorkomen mag u het materiaal aan de
vuilnisman meegeven.
Als verpakkingsmateriaal gebruiken wij slechts
recycleerbare kunststoffen, zoals bijv.:
In de voorbeelden staat
02**
PE
05
PP
06
PS
PE voor Polyethyleen** 02 = ^ PE-HD; 04 = ^ PE-LD
PP voor Polypropyleen
PS voor Polystyrol
PLASTIC BESTANDDELEN
Om er gemakkelijker achter te komen hoe u het
materiaal van dit apparaat moet wegwerpen en /of
recycleren zijn er op verschillende punten
herkenbare symbolen op aangebracht.
PS
SAN
ABS
5
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur
van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog
vervolgens de wanden goed af.
Gebruik geen schurende schoonmaak-
middelen, waarmee u de afwerkingen van
het apparaat zou kunnen beschadigen.
GEBRUIK VAN HET VRIESGEDEELTE
Het vriesgedeelte is voorzien van het 4-sterren
symbool , dat wil zeggen dat het
bedoeld is voor zowel het bewaren van
diepvriesartikelen als voor het zelf invriezen van
verse levensmiddelen. Voor het veilig bewaren
van diepvriesartikelen dient de inwendige
temperatuur niet warmer dan -18°C te zijn.
Het in bedrijf stellen
Steek de stekker in het stopcontact en draai de
thermostaatknop (E) rechtsom uit de O-stand; het
lampje «in bedrijf» (D) licht op. Indien het apparaat
voor de eerste keer in gebruik genomen wordt, dan
adviseren wij om de thermostaatknop in de
middenstand te draaien.
Het controlelampje (A) licht op.
De werking van de vriezer kan geheel gestopt
worden door de temperatuurregelaar in de stand
«O» te draaien.
Het koelgedeelte blijft ingeschakeld.
HET GEBRUIK
Het bedieningspaneel
1
0
2
3
4
5
6
1
0
2
3
4
5
6
A. Controlelampje «te warm»
B. Controlelampje «Super-stand»
C. Super-(invries)-schakelaar
D. Controlelampje «in bedrijf» (vriezer)
E. Temperatuurregelaar (vriezer)
F. Controlelampje «in bedrijf» (koeler)
G. Temperatuurregelaar (koeler)
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een (1)lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een (6) hoger cijfer te
draaien.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er
rekening mee te houden dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur;
de frequentie waarmee de deuren geopend
worden;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de
thermostaatknop in de koudste stand gedraaid
is, bijvoorbeeld ten gevolge van zeer warme
omgevingstemperatuur of het snel willen koelen
van grote hoeveelheden dranken, de
compressor continu loopt, waardoor
automatische ontdooiing van de koelverdamper
niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai, in
dat geval, de thermostaatknop naar een wat
minder koude stand, zodat automatische
ontdooiing kan plaatsvinden; hierdoor spaart u
tevens energie.
A
B C
D
E
F
G
6
Bewaren van diepvriesproducten
Indien u de koelkast voor het eerst in gebruik neemt
of haar weer gebruikt na een periode van stilstand,
draai dan de Super-(invries)-schakelaar en laat de
vriezer tenminste 12 uur leeg vriezen.
Plaats vervolgens de diepvriesproducten na drie uur
in de kast.
Neem de volgende regels in acht:
als u grote hoeveelheden voedsel moet invriezen,
kunt u alle laden en manden uit het apparaat
verwijderen en het voedsel direct op de koelplaten
leggen. Let erop dat u de maximum belading
niet overschrijdt, deze vindt u op de zijkant van het
bovengedeelte (indien voorzien).
Belangrijk
Als, bijvoorbeeld door stroomuitval die langer
duurt dan aangegeven wordt in de tabel
technische gegevens bij ‘tijd om van –18°C naar
–9°C te gaan per uur , de opgeslagen producten
onopzettelijk ontdooid worden, moeten deze
direct geconsumeerd worden of onmiddellijk
toebereid en na afkoeling opnieuw ingevroren.
Het ontdooien van ingevroren
producten
De diepvriesproducten moet u vóór gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al
naar gelang de beschikbare tijd.
Kleine of in stukken ingevroren producten kunnen
onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook-
of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
IJslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes
voor het maken van ijsblokjes geleverd.
Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes
los te wrikken!
Het invriezen van verse
levensmiddelen
In het diepvriesvak kunt u verse
levensmiddelen invriezen en diepvriesproducten
bewaren.
Indien het invriezen van verse levensmiddelen direkt
na de eerste in gebruikname of na een
schoonmaakbeurt gaat plaatsvinden, draai dan de
Super-(invries)-schakelaar en laat de vriezer
tenminste 12 uur leeg vriezen.
Plaats de in te vriezen levensmiddelen in het
bovenste vak; daar is de temperatuur het laagst.
Snelvriezen
Druk voor het snelvriezen de knop (C) . Het lampje
(B) licht op.
Controlelampje «te warm» (A)
Indien het controlelampje (A) oplicht, dan wordt
hierdoor aangegeven dat de inwendige temperatuur
onveilig voor het bewaren van diepvriesartikelen
geworden is.
Bij de eerste in gebruikname, of na een
schoonmaakbeurt, licht het controlelampje op totdat
de inwendige temperatuur het veilige niveau bereikt
heeft.
GEBRUIK VAN HET KOELGEDEELTE
Ingebruikname
De temperatuur in de koelruimte wordt door de
thermostaat (G) geregeld.
Temperatuurinstelling
De temperatuur wordt automatisch geregeld en kan
verhoogd worden (minder koud) door de knop naar
een (1) lager cijfer te draaien of verlaagd worden
(kouder) door de knop naar een (6) hoger cijfer te
draaien.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er
rekening mee te houden dat de temperatuur in het
apparaat afhankelijk is van:
de kamertemperatuur;
de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
de plaats van het apparaat.
De werking van de kast kan geheel gestopt worden
door de knop in de stand «O» te draaien.
Attentie
Het kan voorkomen dat, indien de thermostaat-
knop in de koudste stand gedraaid is,
bijvoorbeeld ten gevolge van zeer warme
omgevingstemperatuur of het snel willen koelen
van grote hoeveelheden dranken, de
compressor continu loopt, waardoor
automatische ontdooiing van de koelverdamper
niet plaatsvindt en zich daarop ijs afzet. Draai, in
dat geval, de thermostaatknop naar een wat
minder koude stand, zodat automatische ont-
dooiing kan plaatsvinden; hierdoor spaart u
tevens energie.
7
Het verplaatsen van deurvakken
De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte
aangepast worden. Ga daartoe als volgt te werk:
Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat het loskomt. Verplaats
daarna het vak naar de gewenste hoogte.
Verplaatsbare platen
De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat
u de platen naar wens op verschillende hoogten
kunt plaatsen.
PR260
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
Plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak
het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan circuleren.
Doel en gebruik van het «CRISP’N
FRESH» filter
De groentelade is van een afneembaar «CRISP’N
FRESH» filter voorzien. Dit filter zorgt ervoor dat de
uitdroging van groente en fruit aanzienlijk vertraagd
wordt, waardoor de bewaartijd aanmerkelijk
verlengd wordt.
Reinigen van het «CRISP’N
FRESH» filter
Het filter of de filters zit (ten) in de twee raampjes
geklikt. Ze zijn gemakkelijk te verwijderen en weer
terug te plaatsen. Reinig het filter in ieder geval als u
iets erop gemorst hebt waardoor het verstopt kan
raken. U kunt het uitwassen in een normaal
handafwassopje. Het filter mag niet in de
afwasmachine.
D749
D711
D338
Tips m.b.t. diepvriesproducten
Neem de volgende regels in acht:
controleer of de diepvriesproducten in de winkel
op de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesproducten na aankoop zo snel
mogelijk over naar het vriesvak;
open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk;
wees heel voorzichtig bij aankoop van
diepvriesproducten, want gedeeltelijk ontdooide
waren mag u niet opnieuw invriezen.
noteer de fabrikatiedatum en respecteer de
vervaldatum van de fabrikant.
8
Tips voor het invriezen
Enkele belangrijke tips:
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt
invriezen in 24 uur staat aangegeven op het
“typeplaatje”;
het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze
tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen
toe;
verdeel de levensmiddelen in handzame porties.
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien;
verpak de levensmiddelen in aluminium- of
kunststoffolie. Sluit de pakjes goed en luchtdicht
af;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren
producten; de temperatuur van deze laatste zou
daardoor kunnen stijgen;
vermijd rechtstreekse consumptie van ijslollies uit
het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen
verbranden;
TIPS
Tips voor het koelen
Enkele praktische tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de
lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard
of in plastic- of aluminiumfolie vepakt .
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aard-
appelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt controleren;
De symbolen op de laden geven de diverse
soorten diepvriesproducten aan.
De getallen geven voor iedere soort
diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan.
Of de hoogste of de laagste waarde van de
aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de
kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen.
plaats geen koolzuurhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak; de
blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
9
ONDERHOUD
Neem vóór iedere handeling altijd eerst de
stekker uit het stopcontact.
Belangrijk
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in het
koelcircuit; onderhoud en bijvulling dient daarom
uitsluitend door door de fabrikant bevoegd
personeel uitgevoerd te worden.
Schoonmaken
Gebruik nooit metalen voorwerpen voor het
schoonmaken van het apparaat; dit zou
beschadigingen tot gevolg kunnen hebben.
Reinig de binnenkant van de kast regelmatig met
lauw sodawater. Lap de wanden na met schoon
water en droog ze zorgvuldig.
Geprolongeerde stilstand
Wij adviseren u vóór de periode dat de koelkast niet
gebruikt wordt de volgende handelingen uit te
voeren:
neem de stekker uit het stopcontact;
verwijder alle spijzen en dranken uit de kast;
laat de kast geheel ontdooien en maak de
binnenwanden, rekken, korven en dergelijke
goed schoon;
laat de deuren open staan, teneinde het ontstaan
van onaangename geur te voorkomen.
Vervangen van de lamp
Het lampje van de koelkast is op de volgende wijze
bereikbaar:
verwijder het losse deel door er lichte druk op uit
te oefenen (zie afb.).
Indien met open deur het lampje niet brandt, kijk dan
eerst of het soms los in de fitting zit. Als het lampje
dan nog niet brandt, vervang het dan door een
lampje met hetzelfde vermogen.
Het maximale vermogen is op het afschermkapje
aangegeven.
10
STORING
Indien het apparaat niet of niet goed functioneert,
controleer dan:
of de stekker goed in het stopcontact zit;
of de elektriciteit soms uitgevallen is;
of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie
hoofdstuk “Het ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan de servicedienst.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer
van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich
linksonder aan de binnenzijde van het apparaat
bevindt.
Het ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch
plaats elke keer dat de compressor stopt. Het
dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje
opgevangen in een bakje dat zich aan de achterkant
van het apparaat boven de compressor bevindt. Hier
verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal
regelmatig schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen
nat maakt.
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen,
wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt.
Gebruik hiervoor de meegeleverde plastic spatel.
Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het
apparaat niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te
maken. Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd
heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. draai de thermostaatknop op «O» of trek de
stekker uit het stopcontact;
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere
kranten en bewaar ze op een koele plaats;
3. laat beide deuren openstaan en schuif de
schraper, als een verlenggootje, in de daarvoor
bestemde opening. Plaats onder het gootje een
schaaltje om het water op te vangen.
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig
en sluit het gaatje weer af met de dop; bewaar de
schraper zodat u hem opnieuw kunt gebruiken;
5. draai de thermostaatknop in de gewenste stand
of steek de stekker weer in het stopcontact.
6. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesproducten
weer terugplaatsen.
D037
Belangrijk:
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit
metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen
beschadigen.
Geen voorwerpen of methodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan
hun houdbaarheidsduur verkorten.
D068
11
TECHNISCHE GEGEVENS
Efficiency-klasse A
225
87
0,934
341
12
18
1750
600
600
Netto inhoud in liter van het koelgedeelte
Energieverbruik in kWh/24h
Energieverbruik in kWh/jaar
Invriescapaciteit in kg/24h
Tijd om van -18°C naar -9°C te gaan per uur
Netto inhoud in liter van het vriesgedeelte
Afmetingen in mm
hoogte
breedte
diepte
INSTALLATIE
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van warmtebronnen:
centrale verwarming, kachels, felle zonnestralen
enz.
Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig
zijn als aangegeven in de afbeelding
Plaatsing van het apparaat onder keukenhangkastjes
(zie afb. A)
Plaatsing van het apparaat zonder keukenhangkastjes
(zie afb. B)
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen
tijdens gebruik niet worden afgedekt.
Teneinde oneffenheden in de vloer op te heffen is de
kast voorzien van één of meer verstelbare voetjes.
NP008
100 mm15 mm
15 mm
A
B
Belangrijk:Het apparaat moet van het
elektriciteitsnet afgehaald kunnen worden; de
stekker moet dus ook na de installatie bereikbaar
blijven.
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrequentie, welke op het typeplaatje in de kast
staan aangegeven, overeenkomen met de netspan-
ning en de netfrequentie in uw woning. Een afwijking
op de netspanning tot plus of minus 6% is
toegestaan. Bij aansluiting op een andere spanning
dient u een geschikte transformator te gebruiken.
De stekker mag alleen geplaatst worden in een
geaard stopcontact.
De kast is daarom voorzien van een speciaal drie-
aderig snoer, geschikt voor een geaard stopcontact.
Mocht het stopcontact in uw woning niet geaard zijn,
dan dient een erkend installateur het apparaat
volgens de geldende normen te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
- 87/308 EG-richtlijnvan 2.6.87 met betrekking tot
de radio-ontstoring.
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning)
en opeenvolgende wijzigingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89 (Elektromagne-
tische compatibiliteit) en opeenvolgende
wijzigingen.
12
B
A
Schapblokkering
Uw apparatuur is voorzien van schapblokkeringen,
zodat de schappen tijdens het transport op hun
plaats blijven.
Handel als volgt om deze te verwijderen:
Til het schap aan de achterkant op en duw het in de
richting van de pijl tot het los raakt en verwijder de
blokkeringen.
13
Het wijzigen van de
deurdraairichting
Neem vóór het wijzigen van de deurdraairichting
de stekker uit het stopcontact.
Ga nu verder als volgt te werk:
1. Ventilatierooster (D) verwijderen;
2. Verwijder het onderste scharnier (E) door de 3
schroeven waarmee het scharnier vastzit los te
draaien.
3. Onderdeur verwijderen van het tussenscharnier
(H).
4. Verwijder het tussenscharnier (H).
5. Bovendeur van bovenscharnierpen (G) trekken.
6. Bovenste scharnierpen verwijderen en aan de
tegenovergestelde kant weer monteren, na de
dopjes verwijderd te hebben. Monteer de
dopjes nu aan de andere kant.
7. Bovendeur herplaatsen
.
8. Tussenscharnier op de andere kant
aanbrengen.
9. Draai met een sleutel van 10 mm de
scharnierpen (E) los en breng deze aan de
andere kant van het scharnier aan.
10. Plaats het onderste scharnier (E) weer aan de
andere kant en maak daarbij gebruik van de
schroeven die u daarvóór verwijderd heeft;
neem het kapje (F) uit het ventilatierooster (D)
door het in de richting van de pijl te duwen en
breng dit aan de andere kant aan.
11. Onderdeur herplaatsen.
12. Ventilatierooster weer terugplaatsen (D).
Om ervoor te zorgen dat de deuren precies op
dezelfde lijn komen te zitten kunt u het
tussenscharnier (H) afstellen door dit met behulp
van gereedschap in de horizontale richting te
verschuiven; als u dit doet moet u eerst de beide
schroeven losgedraaid hebben (zie afbeelding).
Belangrijk:
Controleer na de richting van de deuren gewijzigd te
hebben, of alle schroeven goed vastgedraaid zitten
en of het deurrubber goed op de sponning sluit. In
een koud vertrek (in de winter) kan het gebeuren dat
dat niet het geval is. Na enkele dagen zal het rubber
zich echter aangepast hebben. Wilt u dat, dan kunt
u het rubber warm maken met een föhn.
G
H
F
D
PR18
F
F
F
E
E
D419
14
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als
buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De
daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product
die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van
professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands
producten geldt eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor
het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen
worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden
overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas,
kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en
deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid
is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden
die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of
onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.
10.Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar
onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde
producten.
11.Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd
voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten
aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste
van de gebruiker.
12.Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging
geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato
van de verstreken gebruiksperiode.
13.Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe
garantietermijn tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn
uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
(NL)
15
16.In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen,
tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een
product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden)
in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen
van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en
kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Zanussi ZK24/10R3 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor